BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Zaak B 2003/2 Abrams c.s. / Verenigde Raden
|
|
- Anja Dijkstra
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF Zaak B 2003/2 Abrams c.s. / Verenigde Raden Vertaling van de conclusie van eerste advocaat-generaal N. Edon (stuk B 2003/2/6) GRIFFIE REGENTSCHAPSSTRAAT BRUSSEL TEL. (0) GREFFE 39, RUE DE LA RÉGENCE 1000 BRUXELLES TÉL. (0)
2 2 Conclusie in de zaak B 2003/2 Abrams c.s. / Verenigde Raden van Bestuur van het Benelux- Merkenbureau en het Benelux-Bureau voor Tekeningen of Modellen Achtergrond Het Ministerie van Financiën van het Koninkrijk der Nederlanden was in 1970 bereid voor de niet-nederlandse werknemers van het Benelux-Merkenbureau een forfaitaire kostenaftrek van 20% toe te staan op het bruto salaris, vermeerderd met de expatriatietoelage en verminderd met de pensioenpremie. In verband met een hervorming van de Nederlandse belastingwet, die in 2000 is doorgevoerd en op 1 januari 2001 in werking is getreden, is de 20 %-kostenaftrek met ingang van diezelfde datum vervallen. Naar aanleiding van inspanningen van de zijde van het BMB heeft het Nederlandse Ministerie van Financiën ermee ingestemd de 20%-regeling bij wijze van overgangsmaatregel nog gedurende de jaren 2001 en 2002 toe te passen. De Verenigde Raden van Bestuur hebben op 20 december 2002 besloten uit hoofde van goed werkgeverschap de Belgische en Luxemburgse werknemers die tot eind 2002 de 20%- belastingaftrek genoten, voor het jaar 2003 een bijzondere, tijdelijke en onverplichte compensatie op netto basis te verstrekken. Tegen dat besluit is door de heren G.F.A. Abrams, M. Al Badaoui, P. Clement, E.J.F.L. Colsoul, M.J. Gales, P.A.V. Laurent, J.P. Lebacq, L.J.T. Meuws, C.J.G.F.M. Meyers, W.L.A. Neys, M.L.M.H. Peeters, J.M.A.T. Putz, B.M.B. Vanderschoot, F. Veneri en de dames K.C.C. Bakker- Boeve, D.J.F. Bos, N. Collart, A.M.J.F. Cordie, A.M. Daeleman, K.G.M. Depyper, F. Dufrasne- Bernard, R.A.H.R.J. Gerard, C.M.M. Heremans, I.M.R. van der Heyden, C.E.H. Janssen- Verbouw, C. Mansveld-Cornille, S.M.L.A. Stevens-Vermeire, hierna te noemen : «verzoekers», op 28 februari 2003 intern beroep ingesteld. Verzoekers betoogden dat de Raden van Bestuur zich ertoe hebben verbonden de geëxpatrieerde werknemers een netto expatriatietoelage toe te kennen en derhalve het netto loonverlies van de Belgische en Luxemburgse geëxpatrieerde werknemers tengevolge van de belastingwijziging in Nederland te compenseren. De Raadgevende Commissie heeft op 23 mei 2003 advies uitgebracht. In genoemd advies, dat bij brief van 8 juli 2003 ter kennis is gebracht van zowel verzoekers als Gezag, was de Raadgevende Commissie van oordeel dat de Verenigde Raden bij het besluit van 20 december 2002 de werkingsduur van de toegekende compensatie in redelijkheid tot het jaar 2003 hebben kunnen beperken, zij het dat die beperking in de tijd een onredelijk karakter zou verkrijgen indien de Verenigde Raden niet vóór het verstrijken van het kalenderjaar 2003 omtrent handhaving van de compensatieregeling in al dan niet gewijzigde vorm zullen hebben besloten. Zij heeft derhalve geadviseerd 1. het besluit van 20 december 2002 met inbegrip van de daarin vervatte beperking in de tijd te handhaven ; 2. vóór het verstrijken van het kalenderjaar 2003 een nieuwe beslissing te nemen omtrent handhaving, al dan niet gewijzigd, van de in evengenoemd besluit vervatte compensatieregeling.
3 3 Ingevolge het advies van de Raadgevende Commissie hebben de Verenigde Raden, in de mening het besluit van 20 december 2002 met inbegrip van de daarin vervatte beperking in redelijkheid te hebben kunnen nemen, de tegen dat besluit ingestelde beroepen ongegrond verklaard. Voorts hebben de Verenigde Raden besloten de beslissing van de Verenigde Raden d.d. 19 en 20 december 2002 in te trekken en de personeelsleden die niet in aanmerking komen voor een belastingvrijstelling uit hoofde van de door de Nederlandse wet ingestelde regeling ten behoeve van bepaalde buiten Nederland aangetrokken werknemers (zogenoemde 30%- regeling) een compensatie op netto basis toe te kennen ten bedrage van de voorschotregeling zoals uitgekeerd in 2002, zulks ter overbrugging tot het van kracht worden van een nieuw Benelux-verdrag (inzake intellectuele eigendom) of tot het tijdstip waarop de Verenigde Raden een nieuwe structurele beslissing kunnen nemen. Verzoekers zijn bij brief van 4 september 2003 van de Directeur van het BMB in kennis gesteld van die beslissing. Ten aanzien van de ontvankelijkheid van het administratiefrechterlijk beroep Het administratiefrechterlijk beroep strekt tot de vernietiging, ten aanzien van elk van de verzoekers, van het «bestreden besluit», waarbij dit nader is gedefinieerd als bestaande uit het besluit van de Verenigde Raden d.d. 20 december 2002 (eerste besluit), alsmede uit het in reactie op het intern beroep tegen het eerste besluit door de Verenigde Raden genomen nieuwe besluit, «zoals vervat in de correspondentie» die door de Directeur van het BMB aan verzoekers is gericht (tweede besluit). Het is een feit dat het nieuwe besluit van de Verenigde Raden bij brief van de Directeur van het BMB van 4 september 2003 ter kennis is gebracht van alle verzoekers. Die brief luidt als volgt : «Betreft : uw intern beroep d.d. 28 februari 2003 Naar aanleiding van bovengenoemd door u ingesteld intern beroep tegen de beslissing die de Verenigde Raden van Bestuur in hun zitting van 19 en 20 december 2002 hebben genomen m.b.t. een compensatie voor de per vervallen mogelijkheid van 20% belastingaftrek, doe ik u in bijlage de reactie van de Verenigde Raden van Bestuur, tevens inhoudende een nieuw besluit, toekomen. Verder informeer ik u dat de attesteringen van de individuele berekeningen door Ernst & Young in de loop van deze maand beschikbaar zullen zijn. Uiteraard zult u hiervan direct in kennis worden gesteld». De brief van de Directeur van het BMB d.d. 9 oktober 2003, die blijkens het inleidende verzoekschrift van het administratiefrechterlijk beroep gericht is aan de 20 verzoekers die niet van de algemene Nederlandse 30%-regel voor buitenlandse werknemers in Nederland gebruik kunnen maken, is als volgt gesteld : «Reeds meerdere malen hebben wij u geïnformeerd omtrent het vervallen van de zogenoemde 20%-regeling. Zoals eerder door mij aangegeven heeft de Raad van Bestuur tijdens haar 131 e zitting van 26 en 27 juni 2003 besloten haar beslissing over een compensatie van 19 en 20 december 2002 in te trekken en daarvoor in de plaats met terugwerkende kracht tot 1 januari
4 4 van dit jaar een toeslag te bieden, die is gebaseerd op de voorschotten zoals die zijn verstrekt in de jaren 2001 en 2002 ter compensatie van het vervallen van de 20%-regeling. Berekening voorschot Voor de berekening van de voorschotten is indertijd de volgende methode gebruikt : vast overeengekomen bruto salaris, inclusief 13 e maand en vakantiegeld, vermeerderd met de expatriatie-toeslag en verminderd met de pensioenpremie en spaarloon. Dit alles op basis van de beschikbare cumulatieve looncomponenten van het jaar Het voorschot werd berekend door 20% te nemen van bovenstaand resultaat. Het netto voorschot vervolgens was gelijk aan dit resultaat vermenigvuldigd met het voor u geldende marginale belastingtarief en verminderd met de heffingskorting ter grootte van X. Omvang toeslag In uw geval bedraagt de met inachtneming van de hiervoor beschreven methodiek toe te kennen netto toeslag X per maand. Deze zal met terugwerkende kracht naar 1 januari van dit jaar aan u betaalbaar worden gesteld, onder verrekening van de compensatie die op basis van de beslissing van 19 en 20 december 2002 is verstrekt. Tot slot Wij wijzen erop dat onderhavige toekenning geheel onverplicht plaatsvindt en krachtens het besluit van de Raden van Bestuur zal gelden tot het van kracht worden van het nieuwe Verdrag of het tijdstip waarop de raden een nieuwe structurele beslissing nemen». De verzoekers die voor de 30%-regeling in aanmerking kwamen, zijn er bij brief van de Directeur van het BMB d.d. 23 oktober 2003 van in kennis gesteld dat «volgens de Nederlandse fiscale wetgeving ( ) u in aanmerking (komt) voor de 30%-regeling. Dit betekent dat bovengenoemde compensatieregeling niet op u van toepassing is. Volledigheidshalve verwijs ik u naar de eerdergenoemde brief vanwege de Voorzitter van 28 augustus 2003, in bijzonderheid naar punten 2 en 4 van de daarin verwoorde beslissing van de Raden van Bestuur». In diezelfde brief is vermeld dat «de compensatieregeling voor eventueel daarvoor in aanmerking komende personeelsleden ( ) geheel onverplicht plaats(vindt)». Verzoekers menen dat de beroepstermijn van twee maanden ex artikel 17 van het Aanvullend Protocol inzake de rechtsbescherming van de personen in dienst van de Benelux Economische Unie, dat van toepassing is ten aanzien van de personen in dienst van het Benelux- Merkenbureau en het Benelux-Bureau voor tekeningen of modellen, pas op 9 respectievelijk 23 oktober 2003 is aangevangen. Er dient van te worden uitgegaan dat verzoekers zich op het standpunt stellen dat er in casu een algemeen besluit is geweest, dat verzoekers op 4 september 2003 kenbaar is gemaakt, alsmede nadien individuele beslissingen waarin de vastgestelde regels op iedere verzoeker persoonlijk zijn toegepast. Luidens genoemd artikel 17 wordt het beroep ingesteld door indiening van een daartoe strekkend verzoekschrift bij de griffie van het Hof binnen twee maanden, nadat het aangevallen besluit aan de verzoeker is bekend geworden.
5 5 In casu vorderen verzoekers de vernietiging van het bestreden besluit, «voor zover dit (impliciet) inhoudt dat Verweerster niet gehouden is om Verzoekers vanaf 1 januari 2003 geheel en voor onbepaalde tijd te compenseren voor het verval van de 20%-regeling». De beslissing van de Verenigde Raden om geen gevolg te geven aan hun interne beroepen nu «de Verenigde Raden menen het besluit van 20 december 2002 met inbegrip van de daarin vervatte beperking [d.w.z. de beperking in de tijd] in redelijkheid te hebben kunnen nemen», was verzoekers reeds op 4 september 2003 bekend. Het nieuwe besluit van de Verenigde Raden is eveneens beperkt in de tijd, ook al is de termijn ervan niet vast bepaald. Verzoekers behoorden tevens te weten dat de netto compensatie die hun bij het nieuwe besluit van de Verenigde Raden werd toegekend, geen enkele verplichting inhield om het vervallen van de 20%-regeling door de Bureaus te laten dragen. Er is duidelijk bepaald dat de Verenigde Raden, in afwachting dat de expatriatietoelage een structurele en statutaire, en dus, naar de mening van de Verenigde Raden, verplichte regeling kan krijgen, het personeel in aanmerking hebben willen laten komen voor deze compensatieregeling op netto basis. De brieven van 9 en 23 oktober 2003 verschaffen ten deze en met inachtneming van de voor het Hof aanhangige vordering (vernietiging van het bestreden besluit, voor zover dit inhoudt dat verweerster niet gehouden is om verzoekers vanaf 1 januari 2003 geheel en voor onbepaalde tijd te compenseren voor het verval van de 20%-regeling) geen enkel nieuw beslissingsgegeven dat verzoekers bij de kennisgeving van 4 september 2003 al niet bekend zou zijn geweest. Het persoonlijk informeren van verzoekers omtrent het bedrag van de maandelijks uitgekeerde netto toeslag ter compensatie van het verlies van de 20%-aftrek is niets anders dan een nadere uitwerking van het door de Verenigde Raden genomen besluit. Overigens lijkt de vaststelling van het exacte bedrag van de compensatie niet van belang te zijn voor het instellen van het administratiefrechterlijk beroep. Verzoekers hebben het eerste besluit van de Verenigde Raden reeds op de korrel genomen op grond dat dit hun geen volledige compensatie bood voor het vervallen van de 20%-regeling (zie in dit verband paragraaf 29 in het inleidende verzoekschrift van het administratiefrechterlijk beroep). Zij behoorden reeds op 4 september 2003 te weten dat de compensatie die hun op grond van het nieuwe besluit van de Verenigde Raden werd geboden, hun evenmin een algehele compensatie zou garanderen (zie paragrafen 37 en volgende in het inleidende verzoekschrift). In relatie tot de voor het Hof ingestelde vordering tot vernietiging van het bestreden besluit («voor zover dit inhoudt dat Verweerster niet gehouden is om Verzoekers ( ) geheel ( ) te compenseren») vermag de bij brief van 9 oktober 2003 verstrekte informatie omtrent de individuele berekeningen niet te worden beschouwd als een onmisbaar gegeven dat op zich verzoekers in staat zou hebben gesteld inzicht te krijgen in zowel principe als toepassing op het specifieke geval van iedere verzoeker, van het besluit. Evenzo is de brief van 23 oktober 2003 niets anders dan een mededeling ten behoeve van de voor de 30%-regeling in aanmerking komende personen, dat krachtens de hun op 4 september 2003 bekend gemaakte beslissing van de Verenigde Raden de compensatieregeling niet op hen
6 6 van toepassing is. Zowel het principe als de nadere uitwerking van het nieuwe besluit van de Verenigde Raden was de betrokken verzoekers reeds op 4 september 2003 bekend. In het licht van het vorenoverwogene meent ondergetekende dat de termijn van het administratiefrechterlijk beroep ten aanzien van alle verzoekers op 4 september 2003 is aangevangen, nu het door hen bestreden besluit tenslotte de beslissing van de Verenigde Raden is, die op voormelde datum aan hen bekend is geworden; het inleidende verzoekschrift van het administratiefrechterlijk beroep is mitsdien te laat ingediend, in dier voege dat het beroep niet ontvankelijk is, waarbij dit middel van niet-ontvankelijkheid, van openbare orde, zelfs ambtshalve kan worden opgeworpen. Subsidiair en ten aanzien van de grond van de zaak Verzoekers zijn de mening toegedaan dat het BMB als werkgever in een financiële compensatie dient te voorzien in de vorm van voortzetting van de 20%-regeling dan wel van een de facto netto uitbetaling van de 25%-expatriatietoelage voor onbepaalde tijd, aangezien het hier gaat om overeengekomen arbeidsvoorwaarden die gelden tussen verzoekers en het BMB. Het BMB zou, meer in het algemeen, gehouden zijn verzoekers een dergelijke compensatie te bieden op grond van het algemeen rechtsbeginsel «pacta sunt servanda». Door verzoekers een dergelijke compensatie niet te bieden, zou het BMB verder nog het vertrouwensbeginsel schenden. Verzoekers vragen het Hof, ingevolge de vernietiging van het bestreden besluit, voor recht te verklaren c.q. vast te stellen ex artikel 28 van het Aanvullend Protocol dat elk van de verzoekers vanaf 1 januari 2003 en daarna voor onbepaalde tijd maandelijks gerechtigd is tot ontvangst van het BMB van een netto-compensatie in aanvulling op zijn of haar netto maandsalaris, welke compensatie gelijk is aan het netto-voordeel dat de desbetreffende verzoeker genoten zou hebben bij onverminderde toepassing van de 20%-regeling dan wel bij onverminderde, onbelaste uitkering van de 25% expatriatietoeslag, met dien verstande dat dit ten aanzien van die verzoekers op wie thans de algemene (fiscale) 30%-regeling van toepassing is slechts behoort te gelden voor zover en zolang deze verzoekers niet reeds een gelijke of hogere nettocompensatie ontvangen (hebben) door toepasselijkheid van die 30%-regeling. In dit geschil is de expatriatietoelage in het geding. Blijkens artikel 9 van het Bezoldigingsreglement kunnen de personeelsleden van Belgische of Luxemburgse nationaliteit aanspraak maken op een expatriatietoelage die 25% van het bruto maandsalaris bedraagt. Partijen zijn het erover eens dat tengevolge van de door de Nederlandse fiscus toegepaste 20%-aftrek de expatriatietoelage de facto netto werd genoten (paragraaf 10 in de memorie van antwoord van de Verenigde Raden). Waar verzoekers in hoofdzaak betogen dat het BMB jegens de personeelsleden van Belgische en Luxemburgse nationaliteit dient in te staan voor een netto uitbetaling van de expatriatietoelage, maken zij echter een voorbehoud voor diegenen onder hen die voor de zogenoemde 30%-regeling in aanmerking komen. Zij maken derhalve een voorbehoud in het geval dat de belastingvrijstelling van de expatriatietoelage kan worden bewerkstelligd door middel van en volgens de regels van de 30%-vergoedingsregeling. Kan daarin niet een indicatie
7 7 worden gezien dat ook de 20%-kostenaftrek door alle verzoekers is en nog steeds wordt aangemerkt als een belastingvoordeel? Zou de 20%-aftrekregeling echter als een louter fiscaal voordeel worden beschouwd, dat door de Nederlandse fiscus wordt toegekend, dan lijkt het ondergetekende niet mogelijk het beroep van verzoekers toe te wijzen. Het Hof heeft recentelijk in de zaak B 2003/1 (arrest van 28 oktober 2004) beslist dat artikel 1, 2, van het Personeelsstatuut van het BMB (dat door verzoekers wordt aangevoerd om de toepassing van het Nederlandse arbeidsrecht te vorderen), dat bepaalt dat «het in het eerste lid bedoelde personeel onderworpen is aan de Nederlandse sociale wetgeving», niet verwijst naar de bepalingen betreffende het Nederlandse arbeidsrecht en met name de voorwaarden voor aanstelling, benoeming en ontslag, die aan autonome, al dan niet geschreven, regels zijn onderworpen. Er is derhalve geen aanleiding tot toepassing van de Nederlandse arbeidsrechtelijke bepalingen op het statutaire personeel van het BMB en de regelmatigheid van het aangevochten besluit dient niet aan die bepalingen te worden getoetst. Dat het Nederlandse recht toepassing vindt, op grond dat in sommige individuele arbeidsovereenkomsten daarnaar wordt verwezen, lijkt evenmin te beduiden dat het Gezag ondubbelzinnig de intentie zou hebben dat recht in alle gevallen toe te passen. Voor toetsing van de regelmatigheid van het bestreden besluit is ook niet terug te vallen op het Belgische recht, laat staan het Luxemburgse recht. Het door het Hof in voormeld arrest van 28 oktober 2004 verwoorde beginsel, namelijk dat de in het Personeelsstatuut en het Bezoldigingsreglement neergelegde regels en de algemene rechtsbeginselen van het ambtenarenapparaat, die gemeenschappelijk zijn voor de Beneluxlanden, het vraagstuk van de regelmatigheid van de aangevochten beslissing regelen, dient hier met vertaling naar onderhavig geval wel toepassing te vinden. Voor de eisen van verzoekers vermag noch in het Personeelsstatuut (samen met de individuele arbeidsovereenkomsten) noch in het Bezoldigingsreglement steun te worden gevonden. In relatie tot de algemene beginselen lijkt de beslissing van de Nederlandse fiscus tot intrekking van een voorheen toegekend, louter fiscaal voordeel evenmin schending noch van het beginsel «pacta sunt servanda» noch van het vertrouwensbeginsel in de betrekkingen tussen de Benelux-Bureaus en hun personeelsleden te kunnen opleveren. Het beroep schijnt mitsdien slechts te kunnen worden toegewezen indien het Hof acht slaat op een verplichting van de Benelux-Bureaus jegens hun personeelsleden van Belgische en Luxemburgse nationaliteit om in te staan voor de uitbetaling van een belastingvrije expatriatietoelage. Ten deze dient in de overweging te worden betrokken dat - de Raad van Bestuur van het Benelux-Merkenbureau tijdens zijn eerste vergadering op 26 februari 1970 te s-gravenhage heeft besloten dat ervoor zal worden gezorgd dat de niet-nederlandse personeelsleden over de expatriatie-vergoeding geen belasting behoeven te betalen ; - de 20%-aftrekregeling niet werd opgelegd door de Nederlandse fiscus ; de brief van de Nederlandse Staatssecretaris van Financiën d.d. 24 november 1970 lijkt in dit verband veelzeggend te zijn, nu precies op grond van de praktische omstandigheden
8 8 die voor het Benelux-Merkenbureau aantrekking van personeel van Belgische en Luxemburgse nationaliteit in de bestaande belastingverhoudingen zouden verhinderen, is besloten voor de niet-nederlandse leden van het personeel een forfaitaire kostenaftrek van 20% toe te staan ; het initiatief dat ertoe heeft geleid dat de personeelsleden van het BMB gebruik konden maken van die regeling lijkt dus wel degelijk van het BMB zelf afkomstig te zijn ; - de heer E.L. Simon, destijds Adjunct-Directeur, in een schriftelijke verklaring gedaan te Den Haag op 14 september 2004 erop heeft gewezen, dat in de aanwervingsgesprekken met Belgische en Luxemburgse kandidaat-werknemers steeds is benadrukt dat het BMB/BBTM ervoor zorgde dat Luxemburgse of Belgische werknemers de 25% expatriatietoelage netto ontvangen en dat hierbij is aangegeven dat het BMB/BBTM hiervoor afspraken had gemaakt met de Nederlandse fiscus in de beginfase van de oprichting van de Bureaus. Die verklaring geeft in wezen slechts een verklaring weer, die als productie 27 bij het inleidende verzoekschrift van het administratiefrechterlijk beroep is gevoegd : «Met uitzondering van het aanwervingsgesprek met de verzoeker Paul Laurent hebben ondergetekenden aan het niet Nederlandse personeel van het BMB en van het BBTM bij alle gesprekken zonder een enkele uitzondering expressis verbis het voorrecht van een netto belastingvrije expatriatietoelage in navolging van andere internationale organisaties als vast voordeel verbonden aan de tewerkstelling bij het BMB en BBTM, bevestigd». Indien het Hof tot de bevinding komt dat het BMB jegens de betrokken personeelsleden, onder wie verzoekers, wilde instaan voor een belastingvrije expatriatietoelage, wat ook de middelen zijn, die zijn ingezet om de netto uitbetaling van de expatriatietoelage te bewerkstelligen (het BMB heeft bijv. in het begin getracht de Nederlandse fiscus ertoe over te halen de expatriatietoelage als een niet-belastbare vergoeding te beschouwen) en dat die additionele belastingvrije vergoeding wegens een constante toepassing vanaf de oprichting van het BMB dient te worden geacht een integrerend bestanddeel uit te maken van de bezoldigingsregeling van verzoekers, zal het besluiten dat de netto uitbetaling van de expatriatietoelage het voorwerp uitmaakt van een uitdrukkelijke verbintenis van de Bureaus jegens verzoekers, zulks op grond van het algemeen rechtsbeginsel «pacta sunt servanda». Het Hof zal in dat geval het bestreden besluit vernietigen en bij de vaststelling van de rechtsbetrekkingen tussen partijen verklaren dat de Bureaus hun verplichting dienen na te komen en verzoekers in de status quo ante dienen te herstellen, zulks middels zodanige compensaties dat verzoekers kunnen beschikken, bij wijze van expatriatietoelagen, over een netto inkomen ten belope van 25% van hun bruto maandsalaris, onder voorbehoud van de gevallen waarin en zolang de netto ontvangst van de expatriatietoelagen door verzoekers wordt bewerkstelligd in het kader van de belastingregels volgens het Nederlandse belastingrecht, met name de zogenoemde 30%-vergoedingsregeling. Er schijnt mee te kunnen worden volstaan te verklaren dat de Bureaus hun verplichting dienen na te komen, in dier voege dat veroordeling van de Bureaus tot betaling van uit die rechtsbetrekkingen voortvloeiende sommen niet hoeft te worden uitgesproken. Ten aanzien van de kosten gedraagt ondergetekende zich aan s Hofs wijsheid voor wat betreft het verzoek van verzoekers om te laten bepalen dat de kosten van vertegenwoordiging of bijstand van verzoekers in de veroordeling in de kosten zullen worden begrepen.
9 9 Luxemburg, 21 januari 2005 Nico Edon, eerste advocaat-generaal
Arrêt du 28 avril 2003 dans l affaire B 2001/ Langue de la procédure : le français
COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF B 2001/1/7 Arrêt du 28 avril 2003 dans l affaire B 2001/1 ------------------------------ En cause : GUY MOREAU contre UNION ECONOMIQUE BENELUX Langue de la procédure
van de Advocaat-Generaal C. Wampach in de zaak B 98/1 - Béatrice CODDENS, vertaler-directeur,
Vertaling Conclusie van de Advocaat-Generaal C. Wampach in de zaak B 98/1 - Béatrice CODDENS, vertaler-directeur, ambtenaar bij het Secretariaat-Generaal van de Benelux Economische Unie tegen BENELUX ECONOMISCHE
~ B 2009/1/12. Arrest van 29 oktober 2009 in de zaak B 2009/1. Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom
COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ B 2009/1/12 Arrest van 29 oktober 2009 in de zaak B 2009/1 Inzake L. S-H tegen Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom Procestaal : Nederlands Arrêt du 29 octobre
Conclusie van plaatsvervangend advocaat-generaal Eliane ZIMMER
BENELUX GERECHTSHOF GRIFFIE ~ COUR DE JUSTICE BENELUX GREFFE ~ Vertaling van stuk B 2009/1/7 Zaak B 2009/1 S-H / BBIE Conclusie van plaatsvervangend advocaat-generaal Eliane ZIMMER Regentschapsstraat 39
Vertaling 2 HET BENELUX-GERECHTSHOF. in de zaak B 94/1
Vertaling 2 HET BENELUX-GERECHTSHOF in de zaak B 94/1 1. Gelet op het op 22 april 1994 ter griffie van het Hof ingekomen inleidende verzoekschrift, alsook op de op 14 juli 1994 ter griffie ingediende memorie
BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Zaak A 98/2 Campina Melkunie / Benelux-Merkenbureau
COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF Zaak A 98/2 Campina Melkunie / Benelux-Merkenbureau Nadere conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda (stuk A 98/2/17) GRIFFIE REGENTSCHAPSSTRAAT 39 1000 BRUSSEL
Arrêt du 26 novembre 2001 dans l affaire B 2000/ Langue de la procédure : le français
COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF B 2000/2/12 Arrêt du 26 novembre 2001 dans l affaire B 2000/2 ------------------------------ En cause : P. DEGROOTE contre UNION ECONOMIQUE BENELUX Langue de la procédure
Zaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom
COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ Zaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom Nadere conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda (stuk A 2005/1/13)
~ A 98/2/21. Arrest van 1 december 2004 in de zaak A 98/2 BENELUX MERKENBUREAU. Arrêt du 1 er décembre 2004 dans l'affaire A 98/2
COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ A 98/2/21 Arrest van 1 december 2004 in de zaak A 98/2 Inzake : CAMPINA tegen BENELUX MERKENBUREAU Procestaal : Nederlands Arrêt du 1 er décembre 2004 dans l'affaire
BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Vertaling 1 A 2012/2/5 ARRET. En cause : BELGACOM. Contre: ALPHACOM. Langue de la procédure : le français ARREST
Vertaling 1 COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ A 2012/2/5 ARRET En cause : BELGACOM Contre: ALPHACOM Langue de la procédure : le français ARREST Inzake: BELGACOM Tegen: ALPHACOM Procestaal: Frans GRIFFIE
Arrest van 24 februari 2003 in de zaak B 2001/
COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF B 2001/2/25 Inzake : Arrest van 24 februari 2003 in de zaak B 2001/2 ------------------------- CHRISTEL POELMANS EN TUSSENKOMENDE PARTIJEN tegen BENELUX ECONOMISCHE
van de Advocaat-Generaal N. Edon in de zaak B 2000/1 R. Gérard tegen Benelux-Merkenbureau
Vertaling Conclusie van de Advocaat-Generaal N. Edon in de zaak B 2000/1 R. Gérard tegen Benelux-Merkenbureau Mevrouw Raphaëlle Gérard is ambtenaar bij het Benelux-Merkenbureau, waar zij op 17 mei 1989
BENELUX-GERECHTSHOF. Conclusie van advocaat-generaal C. Wampach. in de zaak B 94/1. Ch. BORREMANS. tegen BENELUX ECONOMISCHE UNIE
CD/SM Vertaling van stuk B 94/1/6 BENELUX-GERECHTSHOF Conclusie van advocaat-generaal C. Wampach in de zaak B 94/1 Ch. BORREMANS tegen BENELUX ECONOMISCHE UNIE 2 Ten aanzien van de procedure : Mevrouw
(in werking getreden op 1 januari 1974)
AANVULLEND PROTOCOL VAN 29 APRIL 1969 INZAKE DE RECHTSBESCHERMING VAN DE PERSONEN IN DIENST VAN DE BENELUX ECONOMISCHE UNIE ZOALS GEWIJZIGD DOOR HET PROTOCOL VAN 23 NOVEMBER 1984 (in werking getreden op
BENELUX. ~ A 2005/3/11 (Executive) COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. ARRÊT du 29 juin En cause : S.A. D'IETEREN. contre BUREAU BENELUX DES MARQUES
COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ A 2005/3/11 (Executive) ARRÊT du 29 juin 2006 En cause : S.A. D'IETEREN contre BUREAU BENELUX DES MARQUES Langue de la procédure: le français ARREST van 29 juni 2006
ECLI:NL:CRVB:2016:4659
ECLI:NL:CRVB:2016:4659 Instantie Datum uitspraak 06-12-2016 Datum publicatie 12-12-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 16/1577 PW Socialezekerheidsrecht
BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF A 2010/8/10 ARREST. Inzake: Naam : Benelux Organisatie voor de Intellectuele Eigendom. Tegen:
COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ A 2010/8/10 ARREST Inzake: Naam : Benelux Organisatie voor de Intellectuele Eigendom Tegen: Naam : Vermeiren Francina Procestaal: Nederlands ARRET En cause : Nom :
Hof van Cassatie van België
15 DECEMBER 2006 F.05.0019.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.05.0019.N 1. S.W., en zijn echtgenote, 2. O.W., eisers, vertegenwoordigd door mr. Pierre van Ommeslaghe, advocaat bij het Hof van
BENELUX ~ A 2003/2/7 COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF ARRET. du 24 mai En cause : TEXACO BELGIUM SA. contre COUCKY SPRL
COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ A 2003/2/7 ARRET du 24 mai 2004 En cause : TEXACO BELGIUM SA contre COUCKY SPRL Langue de la procédure : le français ARREST van 24 mei 2004 Inzake : TEXACO BELGIUM
Arrest van 15 december 2003 in de zaak A 2002/2 BENELUX-MERKENBUREAU VLAAMSE TOERISTENBOND. Procestaal : Nederlands
COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ A 2002/2/6 Arrest van 15 december 2003 in de zaak A 2002/2 Inzake : BENELUX-MERKENBUREAU tegen VLAAMSE TOERISTENBOND Procestaal : Nederlands Arrêt du 15 décembre 2003
Arrêt du 28 octobre 2004 dans l affaire B 2003/1 ------------------------------ Langue de la procédure : le français
COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ B 2003/1/11 Arrêt du 28 octobre 2004 dans l affaire B 2003/1 ------------------------------ REQUETE contre le BUREAU BENELUX DES MARQUES Langue de la procédure : le
~ A 2007/2/11. ARREST van 27 juni 2008 BVBA OOSTERBOSCH RENE ELITE VLOER-TUINSHOP. ARRET du 27 juin 2008 SPRL OOSTERBOSCH RENE ELITE VLOER-TUINSHOP
COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ A 2007/2/11 ARREST van 27 juni 2008 Inzake BVBA OOSTERBOSCH RENE ELITE VLOER-TUINSHOP tegen 1. HOHO Hubert 2. MEERS Agnes Procestaal : Nederlands ARRET du 27 juin
SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG
SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Arbitraal vonnis van 19 oktober 2009 Kenmerk: 09/03 Het Scheidsgerecht, samengesteld als volgt: mr. A. Hammerstein, wonende te Arnhem, voorzitter, mr. R.P.D. Kievit, wonende
Arrest van 19 december 1997 in de zaak A 96/ Arrêt du 19 décembre 1997 dans l affaire A 96/
BENELUX-GERECHTSHOF COUR DE JUSTICE BENELUX A 96/4/8 Inzake : Arrest van 19 december 1997 in de zaak A 96/4 ------------------------- KANEN tegen GEMEENTE VELDHOVEN Procestaal : Nederlands En cause : Arrêt
ARRET Dans l affaire A 2012/1. En cause: ESPAL S.A. contre: SYNDICAT DES COPROPRIETAIRES ILOT DU NORD. Langue de la procédure : le français
COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ A 2012/1/13 ARRET Dans l affaire A 2012/1 En cause: ESPAL S.A. contre: SYNDICAT DES COPROPRIETAIRES ILOT DU NORD Langue de la procédure : le français ARREST In de
Hof van Cassatie van België
5 JANUARI 2006 C.05.0190.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.05.0190.N B.J., eiser, vertegenwoordigd door mr. Paul Wouters, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende te 1050 Brussel,
BENELUX ~ A 2006/2/11 COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. ARREST van 19 maart 2007. Inzake METABOUW BOUWBEDRIJF B.V. tegen BELGISCHE STAAT
COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ A 2006/2/11 ARREST van 19 maart 2007 Inzake METABOUW BOUWBEDRIJF B.V. tegen BELGISCHE STAAT Procestaal : Nederlands ARRET du 19 mars 2007 En cause METABOUW BOUWBEDRIJF
JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1987 BLADZIJDEN 3611
JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1987 BLADZIJDEN 3611 ARREST VAN HET HOF (DERDE KAMER) VAN 24 SEPTEMBER 1987. BESTUUR VAN DE SOCIALE VERZEKERINGSBANK TEGEN J. A. DE RIJKE. VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING,
Datum van inontvangstneming : 23/08/2012
Datum van inontvangstneming : 23/08/2012 C-347/12-1 Datum van indiening: 20 juli 2012 Verwijzende rechter: Zaak C-347/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Cour de cassation du Grand-Duché de Luxembourg/
~ A 2005/1/16. ARREST van 28 juni Procestaal : Nederlands. ARRET du 28 juin 2007 BOVEMIJ VERZEKERINGEN N.V.
COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ A 2005/1/16 ARREST van 28 juni 2007 Inzake BOVEMIJ VERZEKERINGEN N.V. tegen BENELUX-MERKENBUREAU Procestaal : Nederlands ARRET du 28 juin 2007 En cause BOVEMIJ VERZEKERINGEN
ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 08-10-2013 Datum publicatie 06-01-2014 Zaaknummer 200.121.491-01 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Datum van inontvangstneming : 18/09/2017
Datum van inontvangstneming : 18/09/2017 Vertaling C-478/17-1 Zaak C-478/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 augustus 2017 Verwijzende rechter: Tribunalul Cluj (Roemenië) Datum
BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF A 2015/1/6 ARREST. Inzake: Naam : BVBA Upper At Home. Tegen: Naam : BVBA The Works. Procestaal: Nederlands ARRET
COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ A 2015/1/6 ARREST Inzake: Naam : BVBA Upper At Home Tegen: Naam : BVBA The Works Procestaal: Nederlands ARRET En cause : Nom : BVBA Upper At Home Contre: Nom : BVBA
ECLI:NL:GHDHA:2014:3701
ECLI:NL:GHDHA:2014:3701 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 11-11-2014 Datum publicatie 02-12-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK-13_1439
Regeling met België inzake ontslaguitkeringen
Regeling met België inzake ontslaguitkeringen Besluit 22-06-2006 nr CPP2006-1404 Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling. Sector Ontwerp. Aspectgebied Internationaal belastingrecht
De Rechtbank te 's-gravenhage (nr. AWB 10/5062) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard.
11 Oktober 2013 nr. 12/04012 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-gravenhage van 10 juli 2012, nr. BK-11/00544,
ECLI:NL:GHSGR:2012:BZ0856
ECLI:NL:GHSGR:2012:BZ0856 Instantie Datum uitspraak 05-12-2012 Datum publicatie 08-02-2013 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 200.109.671-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Arrest van 11 februari 2011 in de zaak A 2010/5 GEWESTELIJK STEDENBOUWKUNDIG INSPECTEUR VANDERPERREN - JACQUEMAR
1 COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ A 2010/5/8 Arrest van 11 februari 2011 in de zaak A 2010/5 Inzake: GEWESTELIJK STEDENBOUWKUNDIG INSPECTEUR Tegen: VANDERPERREN - JACQUEMAR Procestaal: Nederlands
Hof van Cassatie van België
7 NOVEMBER 2014 C.14.0122.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0122.N 1. M. H., 2. A. D. K., eisers, toegelaten tot de rechtsbijstand bij beslissing van 6 januari 2014 (nr. G.13.0163.N) vertegenwoordigd
Hof van Cassatie van België
7 OKTOBER 2013 S.11.0122.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.11.0122.N RIJKSDIENST VOOR SOCIALE ZEKERHEID, openbare instelling, met zetel te 1060 Sint-Gillis, Victor Hortaplein 11, eiser, vertegenwoordigd
Sociaal Plan DELTA Biovalue Nederland BV
Sociaal Plan DELTA Biovalue Nederland BV Sociaal Plan DELTA Biovalue Nederland BV versie 2 september 2011 Pagina 1 1. Inleiding In het kader van het faillissement van DELTA Biovalue BV en daarmee van DELTA
ARREST. Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom. Procestaal: Nederlands ARRET. Organisation Benelux de la Propriété intellectuelle
1 COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ A 2010/7/8 ARREST Inzake: Intres Belgium Tegen: Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom Procestaal: Nederlands ARRET En cause : Intres Belgium Contre:
HET BENELUX-GERECHTSHOF, KAMER " AMBTENARENRECHTSPRAAK "
HET BENELUX-GERECHTSHOF, KAMER " AMBTENARENRECHTSPRAAK " Vertaling In de zaak B 2000/1 Gérard / Benelux-Merkenbureau 1. Gelet op het inleidende verzoekschrift, ter griffie van het Hof ingekomen op 31 maart
BENELUX ~ A 2003/3/7 COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF ARRET. du 24 mai En cause : COMMERZBANK A.G. contre SABENA INTERSERVICE CENTER
COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ A 2003/3/7 ARRET du 24 mai 2004 En cause : COMMERZBANK A.G. contre SABENA INTERSERVICE CENTER Langue de la procédure : le français ARREST van 24 mei 2004 Inzake :
ECLI:NL:GHARL:2016:7955 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHARL:2016:7955 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 04-10-2016 Datum publicatie 28-10-2016 Zaaknummer 200.177.389 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep
Arrest van 11 februari 2011 in de zaak A 2010/1 GEWESTELIJK STEDENBOUWKUNDIG INSPECTEUR. Arrêt du 11 février 2011 dans l affaire A 2010/1
COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ A 2010/1/6 Arrest van 11 februari 2011 in de zaak A 2010/1 Inzake: VANSEER Tegen: GEWESTELIJK STEDENBOUWKUNDIG INSPECTEUR Procestaal: Nederlands Arrêt du 11 février
BENELUX ~ A 2009/1/10 COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Arrest van 20 april 2010 in de zaak A 2009/1. Inzake. BOUSSE-GOVAERTS e.a. tegen COLORA BOELAAR
COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ A 2009/1/10 Arrest van 20 april 2010 in de zaak A 2009/1 Inzake BOUSSE-GOVAERTS e.a tegen COLORA BOELAAR Procestaal : Nederlands Arrêt du 20 avril 2010 dans l affaire
ANONIEM BINDEND ADVIES
ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B, tegen C en E beiden te D Zaak : Farmaceutische zorg; Cialis Zaaknummer : 2009.02640 Zittingsdatum : 9 juni 2010 1/6 Geschillencommissie Zorgverzekeringen (prof.
ARBEIDSOVEREENKOMST. 2. [naam DGA], geboren op [datum], wonende aan de [adres] te ([postcode]) [plaats], hierna te noemen: "werknemer";
ARBEIDSOVEREENKOMST Ondergetekenden: 1. De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [naam] Holding BV, statutair gevestigd te [plaats] en kantoorhoudende aan de [adres] te ([postcode]) [plaats],
BENELUX ~ A 2004/2/6 COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Arrest van 30 juni 2005 in de zaak A 2004/2. Inzake : OPENBAAR MINISTERIE. tegen.
COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ A 2004/2/6 Arrest van 30 juni 2005 in de zaak A 2004/2 Inzake : OPENBAAR MINISTERIE tegen Alexander NIJS Procestaal : Nederlands Arrêt du 30 juin 2005 dans l'affaire
ARREST van 20 oktober 1997 in de zaak A 96/ ARRET du 20 octobre 1997 dans l affaire A 96/
BENELUX-GERECHTSHOF COUR DE JUSTICE BENELUX A 96/3/10 ARREST van 20 oktober 1997 in de zaak A 96/3 ------------------------- Inzake : COTRABEL BVBA tegen LAUTE DIRK Procestaal : Nederlands En cause : ARRET
ECLI:NL:CRVB:2005:AT3000
ECLI:NL:CRVB:2005:AT3000 Instantie Datum uitspraak 21-03-2005 Datum publicatie 01-04-2005 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 05-1503 MAW-VV Bestuursrecht
ECLI:NL:RBAMS:2015:9685
ECLI:NL:RBAMS:2015:9685 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 29-12-2015 Datum publicatie 27-01-2016 Zaaknummer AMS 13/6214 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste
BENELUX ~ A 2004/4/11 COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. ARRET du 24 octobre En cause. Etat belge. contre. De La Fuente
COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ A 2004/4/11 ARRET du 24 octobre 2005 En cause Etat belge contre De La Fuente Langue de la procédure : le français ARREST van 24 oktober 2005 Inzake Belgische Staat
ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049
ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049 Instantie Datum uitspraak 28-05-2009 Datum publicatie 22-06-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 07-4976 AOW Bestuursrecht
BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF A 2006/5/12. ARREST van 29 april Inzake PET CENTER BVBA. tegen. Willem SCHOUTEN. Procestaal : Nederlands
COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ A 2006/5/12 ARREST van 29 april 2008 Inzake PET CENTER BVBA tegen Willem SCHOUTEN Procestaal : Nederlands ARRET du 29 avril 2008 En cause PET CENTER SPRL contre Willem
Convenant loonregres
Overwegingen: Aon pleegt voor werkgevers onder meer loonregres ex. artikel artikel 6:107a BW; Aon is van mening dat er op grond van artikel 6:96 lid 2 sub b en c BW voor de zogenaamde buitengerechtelijke
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 12 september 2013, nummer AWB 13/915, in het geding tussen belanghebbende
Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN Afdeling belastingrecht Locatie Arnhem nummer 13/01077 uitspraakdatum: 20 mei 2014 Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van drs.
ECLI:NL:CRVB:2015:3138
ECLI:NL:CRVB:2015:3138 Instantie Datum uitspraak 16-09-2015 Datum publicatie 17-09-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 14-1477 WW Socialezekerheidsrecht
ECLI:NL:RBARN:2008:BD8513
ECLI:NL:RBARN:2008:BD8513 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 12-06-2008 Datum publicatie 24-07-2008 Zaaknummer AWB 07/3464 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste
ECLI:NL:RBROT:2017:4009
ECLI:NL:RBROT:2017:4009 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 23052017 Datum publicatie 30052017 Zaaknummer 5663098 VZ VERZ 17981 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Arbeidsrecht
GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN. Nr. 208/86 10 april 1987
GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN BELASTINGKAMER UITSPRAAK Nr. 208/86 10 april 1987 Uitspraak (na verwijzing door de Hoge Raad der Nederlanden bij arrest van 29 januari 1986, nr. 23.254) van bet Gerechtshof te
Uitspraak GERECHTSHOF s-hertogenbosch Uitspraak op het hoger beroep van de heer [belanghebbende], belanghebbende
Uitspraak GERECHTSHOF s-hertogenbosch Team belastingrecht Meervoudige Belastingkamer Kenmerk: 13/00784 Uitspraak op het hoger beroep van de heer [belanghebbende], wonende te [woonplaats], hierna: belanghebbende,
1.1. De Inspecteur heeft appellante voor het jaar 1993 een taxatieve aanslag in de winstbelasting opgelegd, gedagtekend 3 juni 1996.
BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP 24 september 2001 Vonnisnummer : 1998/191 Datum : 24 september 2001 Rechters : mrs. L. van Gijn als voorzitter en de leden C.W.M. van Ballegooijen en L.F. van Kalmthout Middel
ARREST In de zaak A 2012/3. Inzake: Leunis Fr. tegen: Gewestelijk Stedenbouwkundige Inspecteur. ARRET Dans l affaire A 2012/3
1 COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ A 2012/3/10 ARREST In de zaak A 2012/3 Inzake: Leunis Fr. tegen: Gewestelijk Stedenbouwkundige Inspecteur Procestaal: Nederlands ARRET Dans l affaire A 2012/3 En
Convenant met BSA Schaderegelingsbureau B.V. inzake het standaardiseren van processen van werkgeversregres
Convenant met BSA Schaderegelingsbureau B.V. inzake het standaardiseren van processen van werkgeversregres Convenant tussen BSA en Verbond van Verzekeraars Overwegingen: BSA pleegt voor werkgevers (waaronder
HOGE RAAD, 24 april 1991 (nr. 27 021) (Mrs. Jansen, Van der Linde, Baardman, Bellaart, Korthals Altes)
HOGE RAAD, 24 april 1991 (nr. 27 021) (Mrs. Jansen, Van der Linde, Baardman, Bellaart, Korthals Altes) ARREST gewezen op het beroep in cassatie van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Instantie. Onderwerp. Datum
Instantie Benelux Gerechtshof Onderwerp Eenvormige Beneluxwet op de merken, gewijzigd bij het Protocol van 2 december 1992, artikelen 6bis en 6ter - Beroep tegen een beslissing van het Benelux-Merkenbureau
ANONIEM BINDEND ADVIES
ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B tegen C en E beide te D Zaak : Onterechte beëindiging zorgverzekering, terugvordering premie Zaaknummer : 2009.00563 Zittingsdatum : 27 januari 2010 1/6 Geschillencommissie
BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF B 2003/1/6. Zaak B 2003/1 Verzoekster / Benelux Merkenbureau
COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ B 2003/1/6 Zaak B 2003/1 Verzoekster / Benelux Merkenbureau Vertaling van de Conclusie van de Eerste Advocaat-Generaal N. Edon GRIFFIE REGENTSCHAPSSTRAAT 39 1000 BRUSSEL
ECLI:NL:GHDHA:2015:1011
ECLI:NL:GHDHA:2015:1011 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 22042015 Datum publicatie 10062015 Zaaknummer 200.158.976/01 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Zaak A 2005/1 - Bovémij Verzekeringen N.V. / Benelux-Merkenbureau
COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ Zaak A 2005/1 - Bovémij Verzekeringen N.V. / Benelux-Merkenbureau Conclusie van de Avocaat-Generaal L. Strikwerda (stuk A 2005/1/6) GRIFFIE REGENTSCHAPSSTRAAT 39 1000
3. Bij brief van 3 mei 2007 heeft het hoogheemraadschap naar aanleiding van een brief van verzoekster van 27 maart 2007 gesteld:
Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt erover dat het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier heeft geweigerd haar kwijtschelding te verlenen van de waterschapsbelasting 2007. Zij is het er niet mee
ANONIEM BINDEND ADVIES
ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : De heer A te B, tegen C en D, beide te E Zaak : Geneeskundige zorg, besnijdenis, hoogte vergoeding Zaaknummer : 2013.00354 Zittingsdatum : 4 december 2013 2013.00354,
6. Bij brief van 22 oktober 2001 heeft Vebega de gronden van haar bezwaarschrift op het punt van de ontvankelijkheid aangevuld.
BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit op het bezwaar gericht tegen de beslissing van 4 september 2001, kenmerk 2269-95.F.049. Zaaknummer 2705-19/ Vebega I.
ECLI:NL:GHAMS:2000:AA8940 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00/2559
ECLI:NL:GHAMS:2000:AA8940 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-11-2000 Datum publicatie 04-07-2001 Zaaknummer 00/2559 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste
Het voorstel van rijkswet wordt als volgt gewijzigd: a. In onderdeel b, aanhef, wordt de komma aan het slot vervangen door een dubbele punt.
33 955 Regeling voor Nederland en Curaçao tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en een woonplaatsfictie
SCHERP ADVOCATEN ALGEMENE VOORWAARDEN
SCHERP ADVOCATEN ALGEMENE VOORWAARDEN Artikel 1 Toepasselijkheid 1.1 Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op alle aan Scherp Advocaten verstrekte en door Scherp Advocaten aanvaarde opdrachten,
SCHERP LEGAL ALGEMENE VOORWAARDEN
SCHERP LEGAL ALGEMENE VOORWAARDEN Artikel 1 Toepasselijkheid 1.1 Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op alle aan SCHERP LEGAL verstrekte en door SCHERP LEGAL aanvaarde opdrachten, waaronder begrepen
Datum van inontvangstneming : 02/02/2016
Datum van inontvangstneming : 02/02/2016 Vertaling C-690/15-1 Zaak C-690/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 21 december 2015 Verwijzende rechter: Cour administrative d appel
ECLI:NL:GHAMS:2017:1238 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie
ECLI:NL:GHAMS:2017:1238 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 11-04-2017 Datum publicatie 12-04-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200.206.984/01 NOT Civiel
Rapport. Datum: 11 april 2000 Rapportnummer: 2000/148
Rapport Datum: 11 april 2000 Rapportnummer: 2000/148 2 Klacht Op 1 februari 1999 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer Y. te Zwolle, ingediend door de Stichting Rechtsbijstand Asiel
ANONIEM BINDEND ADVIES
ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B versus C te D Zaak : Premie Zaaknummer : 2008.01808 Zittingsdatum : 25 maart 2009 1/6 Zaak: 2008.01808 (Premie) Geschillencommissie Zorgverzekeringen (prof. mr.
Bekijk hier de uitspraak van de Commissie van Beroep GCHB 2010-401
Bekijk hier de uitspraak van de Commissie van Beroep GCHB 2010-401 Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 89 d.d. 3 mei 2010 (mr. drs. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. B.F. Keulen
Afkoopsom lijfrente belast in het jaar waarin de afkoopsom vorderbaar en inbaar is
Afkoopsom lijfrente belast in het jaar waarin de afkoopsom vorderbaar en inbaar is ECLI:NL:GHARL:2015:4336 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 16-06-2015 Datum publicatie 19-06-2015
tegen de uitspraak van de Rechtbank Breda (hierna: de Rechtbank) van 15 november 2012, nummer AWB 12/4016, in het geding tussen
Uitspraak GERECHTSHOF VHERTOGENBOSCH Team belastingrecht Meervoudige Belastingkamer Uitspraak op het hoger beroep van * ^ p n i a w a ï i i b.v., gevestigd te > hierna: belanghebbende, tegen de uitspraak
Dr Chr.A. van der KLAAUW
12e aanv Basisteksten OPSTELLING door het Comité van Ministers van de Benelux Economische Unie van een Protocol betreffende de rechtspersoonlijkheid van het Benelux-Merkenbureau en van het Benelux-Bureau
Reglement Aanvullingsfonds m.b.t. aanvullingen WAO
Reglement Aanvullingsfonds m.b.t. aanvullingen WAO HOOFDSTUK 1, ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 begripsbepalingen 1. Voor de toepassing van dit reglement gelden de begripsbepalingen als omschreven in artikel
ECLI:NL:RVS:2014:1169
ECLI:NL:RVS:2014:1169 Instantie Raad van State Datum uitspraak 02-04-2014 Datum publicatie 02-04-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201306413/1/A2 Eerste
ECLI:NL:CRVB:2014:3478
ECLI:NL:CRVB:2014:3478 Uitspraak 14/5824 WWB-VV 27 oktober 2014 Centrale Raad van Beroep Voorzieningenrechter Uitspraak op het verzoek om voorlopige voorziening Partijen: [Verzoekster]te [woonplaats] (verzoekster)
ECLI:NL:CRVB:2016:3051
ECLI:NL:CRVB:2016:3051 Instantie Datum uitspraak 12-08-2016 Datum publicatie 16-08-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 14/6172 WWAJ Socialezekerheidsrecht
Rolnummer 4045. Arrest nr. 200/2006 van 13 december 2006 A R R E S T
Rolnummer 4045 Arrest nr. 200/2006 van 13 december 2006 A R R E S T In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van artikel 468, 3, van het Gerechtelijk Wetboek, zoals gewijzigd bij artikel 21
Arrest van 25 juni 2002 in de zaak A 2000/3 ------------------------- Arrêt du 25 juin 2002 dans l affaire A 2000/3 ------------------------------
COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF A 2000/3/7 Arrest van 25 juni 2002 in de zaak A 2000/3 ------------------------- Inzake : VLAAMS GEWEST tegen JECA N.V. Procestaal : Nederlands Arrêt du 25 juin 2002
Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam
Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam Beslissing als bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet in de zaak met nummer 135.2003 van: [ ], wonende te [ klaagster, ], Duitsland, tegen: [
ECLI:NL:CRVB:2017:1820
ECLI:NL:CRVB:2017:1820 Instantie Datum uitspraak 17-05-2017 Datum publicatie 19-05-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 15/8607 WW Socialezekerheidsrecht
Rapport 1994/198, Nationale ombudsman, 7 april 1994
Rapport 1994/198, Nationale ombudsman, 7 april 1994 Klacht 1 Achtergrond 2 Onderzoek 3 Bevindingen 3 Beoordeling en conclusie 5 KLACHT Op 31 augustus 1993 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift
A 94/4/9. Arrest van 12 februari 1996 in de zaak A 94/ Inzake : OPENBAAR MINISTERIE. tegen
BENELUX-GERECHTSHOF COUR DE JUSTICE BENELUX A 94/4/9 Arrest van 12 februari 1996 in de zaak A 94/4 --------------------------- Inzake : OPENBAAR MINISTERIE tegen 1. VAN DER HAEGEN Raymond 2. ROUAEN Denise
Instantie. Onderwerp. Datum
Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Jaarlijkse vakantie - Vakantiegeld - Bedienden - Veranderlijk loon - Enkel en dubbel vakantiegeld - Berekening - Art. 39, K.B. 30 maart 1967 Datum 15 januari 1996 Copyright
Beoordeling. h2>klacht
Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat de Belastingdienst/Toeslagen pas in juni 2008 middels een definitieve berekening te kennen heeft gegeven dat verzoeker alsnog recht heeft op de huurtoeslag
Arrest van 11 februari 2011 in de zaak A 2010/6 GEWESTELIJK STEDENBOUWKUNDIG INSPECTEUR. Arrêt du 11 février 2011 dans l affaire A 2010/2
1 COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ A 2010/6/6 Arrest van 11 februari 2011 in de zaak A 2010/6 Inzake: GEWESTELIJK STEDENBOUWKUNDIG INSPECTEUR Tegen: SCHOOFS Procestaal: Nederlands Arrêt du 11 février