Passieve staalname van vluchtige componenten in grondwater Pilootproject Tauw België nv
|
|
- Veerle Smits
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Passieve staalname van vluchtige componenten in grondwater Pilootproject Tauw België nv
2
3 Bijlage 7 Passieve staalname van vluchtige componenten in grondwater - pilootproject Tauw België nv
4 Documentbeschrijving 1. Titel publicatie Bijlage 7 Passieve staalname van vluchtige componenten in grondwater - pilootproject Tauw België nv 2. Verantwoordelijke Uitgever 3. Wettelijk Depot nummer Danny Wille, OVAM, Stationsstraat 110, 2800 Mechelen 4. Aantal bladzijden 5. Aantal tabellen en figuren Prijs* 7. Datum Publicatie 8. Trefwoorden 9. Samenvatting 10. Begeleidingsgroep en/of auteur Tauw België nv 11. Contactperso(o)n(en) 12. Andere titels over dit onderwerp Gegevens uit dit document mag u overnemen mits duidelijke bronvermelding. De meeste OVAM-publicaties kunt u raadplegen en/of downloaden op de OVAM-website:
5 Inhoudstafel Bijlage 1: Lijst van tabellen 9 Bijlage 2: Lijst van figuren 11 Bijlage 3: Bibliografie 13 5/62
6 1 Inleiding In Vlaanderen is het grondwater op vele plaatsen in meer of mindere mate verontreinigd met BTEX (benzeen, tolueen, ethylbenzeen en xyleen), VOCl s (vluchtige organische chloorkoolwaterstoffen) en zware metalen. In de meeste gevallen zijn deze verontreinigingen veroorzaakt door lekkende opslagtanks, calamiteiten, lozingspunten of storting van polluenten. Het uitvoeren van een grondige karakterisatie van de verontreiniging is onontbeerlijk voor de uitvoering van saneringen of het opstellen van beheersmaatregelen. Dit geldt niet alleen voor megasites, waarbij meerdere verontreinigingsbronnen verantwoordelijk zijn voor een mix aan polluenten in het grondwater, maar ook voor bijvoorbeeld perceelsoverschrijdende verontreinigingen en voor verontreinigingen ter hoogte van woonzones. De basis van elk soort bodemonderzoek, uitgevoerd in het kader van het bodemdecreet, wordt gevormd door het nemen van representatieve stalen op basis van klassiek bodemonderzoek (i.e. plaatsen van boringen en peilbuizen, staalname van bodem en grondwater gevolgd door chemische analyse). Traditionele methoden voor de bepaling van grondwaterconcentraties en de daaraan gekoppelde risicoanalyse, bestaan uit actieve concentratiemetingen (oppompen van grondwater, gevolgd door ex-situ analyse van de aanwezige verontreinigingsparameters) in combinatie met berekeningen of metingen van de Darcy waterflux. Recent wordt met betrekking tot de karakterisatie, risico-evaluatie en sanering van grondwaterverontreinigingen meer en meer belang gehecht aan het bepalen van tijdsgeïntegreerde grondwaterconcentraties en polluentfluxen door middel van passieve staalnametechnieken (PAS). Tot op heden zijn deze technieken weinig gebruikt in Vlaanderen. Bovendien is er, indien toegepast, nog onduidelijkheid in verband met de terugkoppeling naar risico-evaluatie en grondwatermanagement. In het kader van het CityChlor project werden door de bodemsaneringsdeskundigen Antea, Arcadis en Tauw één of meerdere PAS technieken toegepast op sites waar zij als deskundigen verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van bodemonderzoek. De resultaten van de PAS metingen bekomen tijdens deze pilootproeven worden afgetoetst aan de reeds beschikbare (recente) resultaten van het bodemonderzoek of bijkomende metingen op het terrein. Voorliggend rapport beschrijft de bevindingen van Tauw België nv. 7/62
7 2 Beschrijving onderzoekslocatie In de periode werd de onderzoekslocatie gebruikt voor de bewerking van beenderen voor de gelatineproductie. In 1957 startte op het zuidelijk bedrijfsgedeelte de productie van houtlijmen, mout, vetten en beenderpoeder. In de jaren vijftig werd tevens gestart met de productie van verven. Er werd een productie-eenheid voor celluloseverven gebouwd, evenals een gebouw voor de onderhoudsdienst en een garage. Een stuk van dit bedrijfsgedeelte werd ook als opslagruimte gebruikt. De productie van celluloseverven werd op het einde van de jaren 70 stopgezet. In 1970 werden de terreinen overgenomen. De nog aanwezige bedrijfsgebouwen werden afgebroken zodat ruimte vrij kwam voor een verdere uitbreiding van het zuidwestelijk bedrijfsgedeelte. Deze uitbreiding vond plaats tijdens de jaren 70. In 1972 werden bedrijfshallen W1 en W2 (verfproductie) en tankenpark W40 gebouwd. In 1974 werden stockeerruimte W3, magazijn T3 en tankenpark W50 opgericht. In 1976 volgde de bouw van magazijn T4 en stockeerruimte W4 die tot midden jaren 80 als fabricageruimte voor de poederverf werd gebruikt. Tijdens de periode werden de productiehallen W5 en W6 geconstrueerd en ingezet voor de productie van harsen op waterbasis. In 1980 werd het tankenpark W40a en de waterzuiveringsinstallatie W60 gebouwd. In 1981 volgden de magazijnen X1 en X2, in 1982 het magazijn X3, in 1983 het magazijn T5, in 1984 het magazijn X4 en het W40b tankenpark en in 1985 de administratieve gebouwen AU en CC. In 1987 werd gestart met metaalverwerking in magazijn Y. In 1990 werden de verdunningsafdeling W70, het tankenpark W40c, de onderhoudsdienst Z en het administratief hoofdgebouw B gebouwd. In 1999 werd de productie op deellocatie noord stopgezet en werden de gebouwen F, M, R, S en Q gesloopt. Een plattegrond van de huidige bedrijfsindeling is terug te vinden in bijlage 4. Deze plattegrond geeft enkel het deel van de bedrijfssite weer waarop het onderzoek zal gebeuren. Op de site worden momenteel verven en vernissen op water- en solventbasis geproduceerd. Deze productie geeft aanleiding tot de volgende subactiviteiten: opslag van primaire grondstoffen: enerzijds pigmenten en vulstoffen (in zakken), anderzijds solventen, harsen en additieven (in vaten en tanks): De verwerking van primaire producten tot verven en vernissen; De opslag van primaire producten, halffabricaten en eindproducten; Ondersteunende activiteiten zoals administratie en technische diensten. Op volgende locaties bevinden zich opslagtanks voor brandstof (stookolie of brandstof voor heftrucks): In de hoek van gebouwen T4 en T5 in bovengrondse houder; Ten zuiden van gebouw W6 in bovengrondse houder; 9/62
8 Ten oosten van gebouw W70, verplaatst naar de hoek, westelijk van gebouw X4 in bovengrondse houder; Ten zuiden van gebouw X1 in ondergrondse houder. In de loop van het najaar van 1999 en het voorjaar van 2000 werden de bovengrondse opslagtanks voor stookolie verwijderd en vervangen door nieuwe tanks. In het voorjaar van 2001 werd het oude magazijn Y gesloopt ten behoeve van de bouw van een nieuw magazijn voor de distributie van decoproducten. Tijdens het oriënterend en beschrijvend bodemonderzoek werd op de site een grondwaterverontreiniging vastgesteld met o.a. chloorhoudende koolwaterstoffen Geologie en Hydrogeologie Het grondwater op de site staat op 4m-mv. Er zijn 2 aquifers (ondiep en diep). De verontreiniging werd zowel in het ondiepe (tot 15 m-mv) als in de diepe aquifer (17 tot 50 m-mv) aangetroffen. De regionale en lokale opbouw van de bodem zoals vastgesteld aan de hand van literatuurgegevens en verrichte boringen, is in Tabel 1 schematisch aangegeven. Regionaal diepte in m mv samenstelling samenstelling geohydr. eenheid 0 5 zand of lemig zand Kwartaire afzetting, deklaag en/of alluviale valei-afzettingen deklaag 5 15 kwartsrijk grof zand, vaak kalkrijk met zandsteenlagen Formatie van Brussel watervoerende laag klei* Formatie van Kortrijk(Yd) scheidende laag, ondoorlatend zeer fijn zand, kleiig Formatie van Kortrijk (Yd) matig watervoerende laag > 50 klei Formatie van Kortrijk (Yc) scheidende laag, ondoorlatend Tabel 1: Regionale en lokale bodemopbouw Het maaiveld bevindt zich op een hoogte van circa 15 m +TAW. De kenmerken van de regionale en lokale grondwaterstroming, zoals vastgesteld aan de hand van literatuurgegevens en verrichte grondwaterstandsmetingen, zijn in Tabel 2 aangegeven. 10/62
9 geohydrol. eenheid stromingsrichting kd C Vh (m2/etm) (etm) (m/j) (m2/etm) (etm) (m/j) grondwaterstand Regionaal deklaag Z m +TAW watervoerende laag Z M +TAW matig watervoerende Z laag Tabel 2: Kenmerken grondwaterstroming - = op basis van de gegevens onbekend; * = op basis van boorbeschrijvingen/bodemopbouw; kd = doorlaatvermogen; C = hydraulische weerstand; Vh = horizontale grondwaterstroomsnelheid. Zuidelijk van het perceel bevindt zich een Trawoolbeek, dewelke een peil heeft van circa 11,50 m +TAW. Formatie van Brussel 5-15 m-mv: De grondwaterstroming in de watervoerende laag is zuidelijk gericht. Het verhang van de grondwaterspiegel in het watervoerend pakket is circa 1/75 m/m. Uitgaande van een gemiddelde doorlaatfactor van circa 4 m/dag en een porositeit van 0,30 is de horizontale grondwaterstroomsnelheid circa 60 à 75 m/jaar. Voor de aanwezige kleilaag m-mv: Op basis van het waargenomen stijghoogteverschil tussen de watervoerende laag en de matig doorlatende laag van circa 1 meter wordt een verticale weerstand ingeschat van circa dagen. Formatie van Kortrijk m-mv: De grondwaterstroming in de matig watervoerend laag is zuidelijk gericht. Het verhang van de grondwaterspiegel in de matig doorlatende laag is niet bekend. Verwacht wordt dat deze, gelet op het verloop van de maaiveldhoogten, eveneens circa 1/75 m/m is. Uitgaande van een gemiddelde doorlaatfactor van circa 0,1 à 0,3 m/dag en een porositeit van 0,30 is de horizontale grondwaterstroomsnelheid circa 2 à 5 m/jaar. De geohydrologische basis wordt gevormd door de kleilaag op een diepte van circa 50 m mv behorende tot de Formatie van Kortrijk (Yc). De geologie/hydrogeologie wordt verduidelijkt in Figuur 1. 11/62
10 Figuur 1: geologie/hydrogeologie van de onderzoekslocatie Figuur 2: Conceptual site model en verontreiniging Verontreinigingssituatie Op de site is er sinds 2008 een sanering lopend voor de verontreiniging met gechloreerde solventen. De sanering is op basis van gestimuleerde natuurlijke afbraak (injectie van substraat via bioschermen). Anno 2011 werden nog hoofdzakelijk 1,2 DCE en VC aangetroffen aan een concentratie van 1000 µg/l en meer. De sanering beperkt zich tot het ondiepe aquifer (Formatie van Brussel). In huidig onderzoek zullen enkel stalen genomen worden in (de pluim van) het diepe aquifer. De sanering zal bijgevolg de resultaten niet beïnvloeden. In Bijlage 4 is een weergave van de verontreiniging opgenomen d.d In Figuur 2 is het conceptual site model weergegeven. 2.2 Onderzoeksopzet Tijdens dit onderzoek worden 3 bestaande peilbuizen bemonsterd met volgende technieken: Actieve staalname (low flow); Sorbicells (kinetisch); 12/62
11 Sample Bags (evenwicht); Bailer (grijp). De peilbuizen die gebruikt zullen worden zijn nummers: 537a en b (geneste peilbuizen) en 507. Deze peilbuizen zijn met een lichtblauwe kleur omcirkeld op de vlaggenkaart (Figuur 6). F Figuur 3: Vlaggenkaart van verontreiniging in de ondiepe aquifer. Op tijdstip 1( ) zal een actieve bemonstering (low flow) en een bemonstering met bailers gebeuren in alle drie de peilbuizen. Vervolgens worden de Sorbicells en PDB samplers (Passive diffusion bags samplers) in de peilbuis gehangen. In peilbuis 537a (filter: 33,0-25,0 mmv) worden 2 PDB samplers gehangen. In peilbuis 537b (filter: 46,0-50,0 m-mv) worden 3 Sorbicells gehangen met behulp van het Multilevel Sampler Systeem. In peilbuis 507 (filter 23,025,0 m-mv) worden 1 PDB sampler en 1 Sorbicell gehangen op eenzelfde hoogte. Na een periode van 1,5 maand (tijdstip 2: ) zullen de PDB samplers en Sorbicells uit de peilbuizen opgehaald worden. Vervolgens wordt er opnieuw gemeten met een actieve bemonstering en met bailers. De actieve bemonstering zal op beide tijdstippen op al de verschillende dieptes (de dieptes waarop de PDB samplers en Sorbicells opgehangen zijn) gebeuren. Dit zal bewerkstelligd worden door gebruik van Packers. Dit systeem kan een gedeelte van de filter afsluiten zodat een gerichte staalname kan gebeuren. De uit te voeren werkzaamheden zijn samengevat in Tabel 3. Peilbuis Aktief* Bailer PDB Sampler* Sorbicell* TIJDSTIP 1: Peilbuis 537a: 2 x monstername 1 x monstername 2 x plaatsing Peilbuis 537b: 3 x monstername 1 x monstername 3 x plaatsing Peilbuis 507: 1 x monstername 1 x monstername 1 x plaatsing 1 x plaatsing TIJDSTIP 2: Peilbuis 537a: 2 x monstername 1 x monstername 2 x opgehaald Peilbuis 537b: 3 x monstername 1 x monstername 3 x opgehaald Peilbuis 507: 1 x monstername 1 x monstername 1 x opgehaald 1 x opgehaald Totaal aantal monsternames: Tabel 3: Samenvatting voorgestelde werkzaamheden * Opm.: Staalnames op verschillende dieptes. 13/62
12 2.2.1 Selectie PAS techniek Naast actieve staalname gevolgd door chemische analyse, is het meten van vluchtige componenten aanwezig in grondwater, eveneens mogelijk met behulp van grijp samplers en passieve samplers. Door Vito werd een literatuurstudie uitgevoerd naar de technieken die momenteel op de markt beschikbaar zijn (grijp samplers, passieve evenwichtsgebaseerde samplers en kinetisch gebaseerde samplers). Uit deze studie wordt aanbevolen dat men bij het nagaan van de toepasbaarheid van passieve staalnametechnieken op het terrein, gebruik maakt van 1 sampler van elk hierboven aangegeven type. In dit onderzoek werd hiermee rekening gehouden en wordt er actieve staalname (low flow) vergeleken met staalnames door middel van grijp samplers, passieve evenwichtsgebaseerde samplers en passieve kinetisch gebaseerde samplers: Grijp samplers Kogelklepmonsters of bailers; Evenwichtsgebaseerde samplers Polyethylene diffusion bag sampler (PDB); Kinetisch gebaseerde samplers Sorbicell. De technische gegevens omtrent de gebruikte PAS-techniek zijn opgenomen in bijlage Inzet PAS techniek In dit project zullen volgende zaken onderzocht worden: Betrouwbaarheid van de resultaten; De invloed van de doorstroming van de peilbuisfilter en hiermee samengaand ook de permeabiliteit van de omgevende aquifer op de betrouwbaarheid van de gebruikte methode; Evaluatie van verschillende verontreinigingsgraden; De invloed van hydrostatische druk op de opnamekarakteristieken van de passieve sampler. Evaluatie van verschillende dieptes van peilbuizen. (Vooral belangrijk bij gebruik van Sorbisampler en Passive Difusion Bag). Kosten-batenanalyse De resultaten zullen grafisch bekeken worden. Op basis hiervan zullen de verschillende technieken vergeleken kunnen worden. 14/62
13 2.3 Uitgevoerde werkzaamheden Op werden er grondwatermonsternames gedaan a.d.h.v. bailers en klassieke staalname (low flow). Vervolgens werden PDB s en sorbicells in de peilbuizen gemonteerd. Eerst werd de staalname met bailers uitgevoerd1. Vervolgens werd de actieve staalname uitgevoerd op pb 507. Hierna werd de actieve staalname uitgevoerd op pb 537b. Het was de bedoeling dit m.b.v packers te bewerkstelligen. Packers worden echter niet meer verkocht door Eijkelkamp, waardoor er besloten werd dit met de multilevelsampler van Sorbisense te doen. Er werden verschillende pogingen ondernomen, de multilevelsampler bleef echter telkens vastzitten in de peilbuis. Er werd vervolgens besloten de stalen op verschillende diepte te nemen aan de hand van de klassieke methode (low flow). Hierna werd er 1 sorbicell en 1 PDB in peilbuis 507b gehangen.(de PDB s dienen, alvorens opgehangen te worden in de peilbuis, gevuld te worden met gedemineraliseerd water). De PDB werd eerst in de peilbuis gehangen, op 0,5m van de bodem. Hierboven werd de sorbicell geplaatst. Vervolgens werd er met behulp van de multilevelsampler 3 sorbicells in pb 537b gehangen. De ophangdieptes zijn: 46,32; 47,32 en 48,32 m-mv. Als laatste werden er 2 PDB s in pb 537a gehangen. Tussen de 2 zakjes werd een staalkabel van 0,5m gehangen. Het bovenste zakje hangt van 33,0-33,5 m-mv en het onderste zakje hangt van 34,0-34,5 m-mv. Het 2de tijdstip voor de PAS was De sorbicell en PDB werden uit peilbuis 507 gehaald. Van de PDB werd meteen een substaal genomen. De manier van substaalname staat beschreven in de technische gegevens van de PAS in bijlage 2. Uit pb 537a werden de 2 PDB s opgehaald, hiervan werden ook substalen genomen. Uit pb 537b werd de multilevelsampler opgehaald. De sorbicells werden van het systeem afgehaald. Van de sorbicells dient geen substaal genomen te worden. De buisjes kunnen recht naar het labo opgestuurd worden. Hierna werd de actieve bemonstering uitgevoerd op alle drie de peilbuizen. Dit gebeurde op dezelfde manier als op tijdstip 1. Tenslotte werd er van elke peilbuis een bailerstaal genomen. Een figuur met aanduiding van de gebruikte peilbuizen en de verontreinigingssituatie is opgenomen in bijlage 4. Foto s van het veldwerk zijn opgenomen in bijlage Fout: Bron van verwijzing niet gevonden. Veldwaarnemingen: Uit het veldwerk werd het volgende waargenomen: Staalname met behulp van bailers bleek de meest simpele en snelle manier om stalen te nemen. Deze techniek vraagt echter het nemen van substalen, waardoor het opgehaalde grondwater wordt blootgesteld aan de lucht. Het ophangsysteem met 1 sorbicell bleek simpel hanteerbaar. Het systeem is zeker bruikbaar op de uitgevoerde diepte (25 m-mv). Het ophalen van de sorbicells ging vlot. De sorbicell kan van de buis gehaald worden en rechtstreeks opgestuurd worden naar het labo. Er dient geen substaal genomen te worden. In pb 507 werd 1 sorbicell en 1 PDB geplaatst, deze werden boven elkaar geplaatst. Het naast elkaar van PAS wordt tevens niet aanbevolen. Om een goede doorstroming van het grondwater te hebben, moeten de samplers onder elkaar worden geplaatst. Bij het plaatsen van de multilevelsampler (pb 537b, m-mv, dia: 32mm), bleken de schijfjes die de filter in verschillende delen zouden splitsen te groot. Er werd vervolgens van elk schijfje een rand afgeknipt. Het naar beneden brengen van de multilevelsampler verliep moeizaam. Het ophalen van de sampler was een zwaar karwei. Het nam tevens veel tijd in beslag. Dit systeem 15/62
14 zou beter werken op minder grote diepte en in een bredere peilbuis. Een foto van de schijfjes is opgenomen in bijlage Fout: Bron van verwijzing niet gevonden. In pb 537a werden 2 PDB s aan elk bevestigd en in de peilbuis geplaatst. Dit verliep vlot. Ook het ophalen ging vlot. Bij de staalname van PDB s dient er echter een substaal genomen te worden. Hierbij mag geen lucht vermengd worden in het flesje. Doordat het volume van de PDB ml bedraagt en het volume van het flesje 100ml, zijn er 2-3 pogingen te benutten om dit op een correcte manier te doen. 2.4 Resultaten en interpretatie Resultaten veldwerkzaamheden en analyses De analyseresultaten zijn opgenomen in bijlage Fout: Bron van verwijzing niet gevonden. Het volume dat door elke sorbicell stroomde gedurende de ophanging is hierin ook opgenomen. In onderstaande tabel (Tabel 4) Zijn de resultaten opgenomen voor de parameters: cis-1,2dichlooretheen (cis), vinylchloride (VC) en 1,2-Dichlooretheen (trans). De concentraties worden steeds uitgedrukt in µg/l. 16/62
15 2.4.2 Interpretatie Verschillende dieptes in eenzelfde filter pb 537a en 537b Als de bekomen resultaten voor eenzelfde parameter, genomen met eenzelfde techniek worden vergeleken in verschillende dieptes van de filter van eenzelfde peilbuis kan volgende geconcludeerd worden: Tijdstip 1 Op tijdstip 1 wordt met actieve staalname in peilbuis 537a geen overeenkomst waargenomen voor cis, VC en trans op verschillende dieptes van de filter (33-34 en m-mv). Voor cis en 17/62
16 trans wordt namelijk een hogere waarde gemeten in het bovenste stuk van de filter. Voor VC een lagere waarde in het bovenste stuk van de filter. In pb 537b kan opgemerkt worden dat er in het middelste stuk van de filter (47,5 48,5 m-mv) steeds een hoger of gelijke waarde werd waargenomen in vergelijking met het stuk filter erboven (46,5-47,5 m-mv) en het stuk filter eronder (48,5-49,5 m-mv). Tussen het bovenste en het onderste stuk filter is geen overeenkomst waarneembaar. Tijdstip 2 Op tijdstip 2 wordt in pb 537a in het bovenste stuk van de filter met actieve staalname steeds een iets hogere waarde waargenomen voor alle drie de parameters. Met de PDB s werd net het omgekeerde waargenomen. In pb 537b wordt met actieve staalname geen overeenkomst waargenomen. Met de multilevelsampler (sorbicells) geeft de middelste sorbicell (48 m-mv) de hoogste waarde voor alle drie de parameters. De waarden bekomen met de bovenste sorbicell (47 m-mv) is duidelijk lager voor alle drie de parameters. Uit de bekomen resultaten kan het volgende geconcludeerd worden. De waarden bekomen met de bovenste sorbicell van de multilevelsampler in pb 537b geeft duidelijk lagere waarden in vergelijking met de 2 sorbicells eronder en in vergelijking met de actieve staalname rond dezelfde diepte (46,5-47,5 m-mv). Voor de andere resultaten kan besloten worden dat geen duidelijk verschil werd waargenomen tussen de verschillende dieptes binnen 1 filter. In de volgende interpretatie van de resultaten zal er bijgevolg gebruik worden gemaakt van de gemiddelde resultaten over de verschillende dieptes. De extreem lage waarden bekomen met de bovenste sorbicell kunnen te wijten zijn aan een fout in de sorbicell, een verschil in doorlatendheid van de bodem2, een verdunningsfout in het laboratorium, Grafische weergave van de resultaten In onderstaande figuren zullen alle resultaten voor elke peilbuis en voor alle drie te parameters grafisch uitgezet worden. Figuur 4, Figuur 5 en Figuur 6: Analyseresultaten bekomen op tijdstip 1 ( ) en tijdstip 2 ( ) voor de parameters cis-1,2-dichlooretheen (cis), vinylchloride (VC) en 1,2Dichlooretheen (trans) in peilbuis /62
17 19/62
18 20/62
19 21/62
20 22/62
21 Hieruit kunnen we het volgende concluderen: Peilbuis 507: Tijdstip 1: De resultaten van de bailer en van de actieve bemonstering komen vrij goed overeen. Op tijdstip 2: De bailer geeft steeds een hoge concentratie in vergelijking met de andere technieken; De resultaten van de sorbicell variëren sterk (cis: laagste conc., VC: gem. conc., Trans: hoogste conc.); De resultaten van de actieve bemonstering zijn aan de lage kant; De PDB s geven een gemiddeld resultaat. Opvallend is dat de resultaten gemeten op tijdstip 2 gemiddeld gezien hoger liggen dan de resultaten bekomen op tijdstip 1. Er kan tevens gesteld worden dat de resultaten bekomen met de PDB s en de bailers het meest constante patroon weergeven. De resultaten bekomen met sorbicells variëren het sterkst. Peilbuis 537a: Tijdstip 1: De resultaten bekomen met de bailer zijn steeds lager dan die bekomen met actieve staalname. Tijdstip 2: De PDB s geven steeds het hoogste resultaat; De bailers geven steeds het laagste resultaat. De resultaten bekomen met de bailer zijn in deze peilbuis steeds het laagst, dit in tegenstelling tot de resultaten bekomen in peilbuis /62
22 Peilbuis 537b: Tijdstip 1: De resultaten van de actieve staalname en de bailer liggen dicht bij elkaar. De actieve staalname ligt geeft echter steeds hogere concentraties. Tijdstip 2: De sorbicells geven voor Cis de laagste concentratie. Voor trans en VC de hoogste concentratie. Net als in peilbuis 537a geeft de bailer steeds het laagste resultaat. De sorbicells geven net als in pb 507 een variërend resultaat t.o.v. de andere methodes. Opmerking: In dit onderzoek werden technieken met elkaar vergeleken die op een verschillend principe zijn gebaseerd, nl. puntstaalname, evenwichtsconcentratie en tijdsgeïntegreerde meting. Er dient opgemerkt te worden dat de metingen met sorbicells tijdsgeïntegreerd zijn en dus een waarde geven overheen de periode van ophanging (in huidig onderzoek 1,5 maanden). De PDB s zijn evenwichtsgebaseerd, waardoor de concentraties hiermee bekomen eerder een meting geven overheen de laatste 2 weken van ophanging. De bailers en actieve staalname zijn dan weer puntstaalnames Kosten batenanlyse inzet PAS Tabel 5 geeft de kosten-batenanalyse weer van de gebruikte analysemethoden. 24/62
23 Tabel 5: Kosten-batenanalyse Het gebruik van bailers is iets duurder dan het nemen van actieve stalen. Het gebruik van PDB s en sorbicells is opvallend duurder in vergelijking met de 2 andere technieken, dit is te wijten door de hoge arbeidskost (2x op terrein gaan). De hoge arbeidskost bij PDB s wordt evenwel voor een deel gecompenseerd door de lage materiaalkost. Er dient echter wel opgemerkt te worden dat een bailer herbruikbaar is. De materiaalkost is dus éénmalige kost van 150, terwijl de PDB s en sorbicells niet (volledig) herbruikbaar zijn. De sorbicells zijn in deze analyse het duurst. De hoge analysekosten spelen hier een belangrijke rol in. De materiaalkost kan gerelativeerd worden daar er een eenmalige kost is voor het bemonsteringssysteem waarop de sorbicell geplaatst dient te worden ( 172/stuk) dewelke herbruikbaar zijn. De sorbicell apart (het buisje dat dient opgestuurd te worden naar het laboratorium) kost 50,33. 25/62
24 2.5 Conclusies Het volgende kan geconcludeerd worden voor de verschillende technieken: Bailer: staalname met bailers is de methode met de kortste arbeidsduur. Bailers hebben tevens een lage materiaalkost daar ze herbruikbaar zijn. Tijdens het veldwerk dient echter een substaal genomen te worden. Tijdens deze handeling treedt er mogelijks vervluchtiging op van VOCl s. In 2 van de 3 peilbuizen bleek dat de analyseresultaten het laagst waren in vergelijking met de andere gebruikte methodes. PDB: Het gebruik van PDB s op het veld gaat vlot. Er dienen echter 2 veldwerkdagen voor uit getrokken te worden waardoor de arbeidskost stijgt. Deze sampler heeft de goedkoopste materiaalkost. Een nadeel tijdens het veldwerk is het nemen van een substaal bij ophaling van de samplers. De resultaten zijn echter wel het meest constant in vergelijking met de andere methodes. Sorbicells: Staalname met sorbicells gaat vlot. Er is tevens geen substaal nodig, wat een voordeel is in vergelijking met de andere methodes. De sorbicells zijn echter de duurste methode; hoge arbeidskost (2 x op terrein), hoge materiaalkost en een hoge analysekost. De hoge analysekost zou mogelijks in de toekomst kunnen dalen, indien de techniek vaker gebruikt zou worden. De hoge materiaalkost is grotendeels te wijten aan de multilevelsampler. De resultaten van de multilevelsampler waren erg uiteenlopend voor de verschillende dieptes. Het resultaat van 1 sorbicell (47) lag opvallend lager in vergelijking met de andere andere sorbicells en de resultaten bekomen met actieve staalname. De resultaten van de sorbicell (pb 507) waren variërend hoog en laag t.o.v. de resultaten van de andere methodes. Wat eventueel interessant zou zijn voor verder onderzoek is het plaatsen van 2 sorbicells op eenzelfde bemonsteringssysteem en beide sorbicells laten analyseren op dezelfde componenten, dit ter controle van de betrouwbaarheid. Actieve staalname (low flow): Aciteve staalname is de goedkoopste methode. Het vergt wel een langere arbeidsduur dan bailers, maar heeft een veel lagere materiaalkost. De staalname duurt tevens lang, doordat er low-flow dient gepompt te worden op hoge diepte (pb 537b = 50 m-mv).
25 Bijlage 1: Lijst van tabellen 27/62
26 Bijlage 2: Lijst van figuren 29/62
27 Bijlage 3: Bibliografie 31/62
28 Bijlage 4: Weergave van de verontreiniging 33/62
29 Bijlage 5: Technische gegevens PAS techniek 35/62
30 Grijp samplers Kogelklepmonsters of bailers Beschrijving en toepassing Deze kogelklepmonsternemer bestaat uit een teflon buis. Aan de bovenzijde is de buis open en aan de onderzijde voorzien van een afschroefbare klep. Een kogel zorgt voor de afsluiting van de klep (figuur 1). Zodra de watermonsternemer is neergelaten kan deze weer omhoog worden gehaald. Om een goede verversing van de inhoud tijdens het omlaag zakken te bevorderen haalt men de monsternemer enkele keren een halve meter omhoog. De grondwaterstalen worden door middel van decantatie of met behulp van een ledigingsadapter overgebracht in de vereiste analyserecipiënten. Kogelklepmonsternemers zijn eveneens beschikbaar in doorzichtige materialen die toelaten om aanwezig puur product te visualiseren en afzonderlijk van het grondwater te bemonsteren. Bemonstering op elke gewenste diepte, afhankelijk van de lengte van de meetband of de met teflon gecoate kabel. Bemonstering is mogelijk in open water, tanks, bassins of peilbuizen. De monsters zijn te gebruiken voor chemische-, biologische en/ of bacteriologische analyse (Website: Eijkelkamp). Figuur 13: Kogelklepmonsternemer of bailer Voordelen: Eenvoudig, licht en compact; Hoogwaardig materiaal voorkomt verontreiniging van het monster Minder volatilisatie, turbulentie en oxidatie door de monsternemer leeg te maken met een ledigingsvoorziening; Gemakkelijk te reinigen met verdunde zuren of loog, alcohol of schoonmaakmiddel (sterilisatie is ook mogelijk); Toepassing voor breed spectrum aan polluenten. Nadelen: Substaalname van de samplerinhoud naar analyse recipiënt is noodzakelijk; Risico op vervluchtiging; Na analyse worden enkel concentratiemetingen bekomen die een momentopname zijn van de grondwatersamenstelling op het moment van het ophalen van de sampler (Van Keer et al., 2012.). 37/62
31 Evenwichtsgebaseerde samplers Polyethylene diffusion bag sampler (PDB sampler) Beschrijving en toepassing De PDB sampler is een cilindrisch zakje van lage dichtheid polyethyleen, dat semi-permeabele eigenschappen heeft. Het membraan heeft de vorm van een tube van standaard 30 cm lang en 4,5 cm breed (Figuur 14) De PDB sampler wordt gevuld met gedemineraliseerd water (V = ml), waarna de PDB sampler in een peilbuis wordt gehangen ter hoogte van de filterstelling. Om te voorkomen dat de PDB sampler in de peilbuis omhoog komt en gaat drijven, is de PDB sampler voorzien van een gewicht. De in het grondwater aanwezige verontreinigingen stromen door het filter langs de PDB sampler en diffunderen door het permeabele materiaal van de PDB sampler, totdat een evenwicht is bereikt tussen de concentratie aan verontreiniging in het grondwater en het demiwater in de PDB sampler. De tijd die nodig is om deze evenwichtssituatie te bereiken is afhankelijk van ondermeer de stromingssnelheid en temperatuur van het grondwater, de te analyseren parameters en het type membraan. Uit onderzoek in de VS is gebleken dat een steltijd van 2 weken in de meeste gevallen voldoende is om dit evenwicht te bereiken. Nadat het evenwicht bereikt is, wordt de PDB sampler uit de peilbuis gehaald en wordt het water direct overgebracht naar een monsterfles. Lediging van de PDB sampler dient in ieder geval binnen tien minuten te worden uitgevoerd, om diffusie van de verontreinigingen naar de buitenlucht en diffusie van zuurstof naar binnen te voorkomen. Voor het ledigen van de PDB sampler wordt een zogenaamde discharge tube gebruikt, een naald die door het membraan van de PDBS wordt gestoken (Figuur 15). De gevulde monsterflessen worden vervolgens aangeboden op een laboratorium. Zowel laboratorium als veldtesten hebben aangetoond dat de PDB geschikt is voor monitoring van BTEX en VOCl (Tauw bv, 2005). Figuur 2: PDB sampler Figuur 14: PDB sampler 39/62
32 Figuur 15: Het ledigen van de PDB sampler Voordelen; Geschikt voor staalname van de meeste VOCls; Goedkoop; Partikels > 10 Å geweerd uit sampler waardoor verstoringen van het analyseresultaat door troebelheid van het grondwater tot een minimum herleid wordt; Beperkt staalnamevolume; Nadelen: Enkel evenwichtsconcentratiemetingen, waarbij de waargenomen concentratie representatief is voor de samenstelling van het grondwater enkele dagen voor het ophalen van de sampler; Niet geschikt voor metalen en anorganische componenten; Bijkomende handeling op het terrein met betrekking tot substaalname analyse; Voor staalname van vluchtige componenten is er bijgevolg risico op vervluchtiging. 40/62
33 Kinetisch gebaseerde samplers Sorbisampler of Sorbicell Beschrijving en toepassing De Sorbisampler of SorbiCell is een kinetische, permeatiegebaseerde sampler (Figuur 16). De drijvende kracht is een drukgradiënt die in de sampler gecreëerd wordt. De sampler bestaat uit staalnamepatronen, die geschikt zijn voor het meten van de gemiddelde concentraties van verontreinigingen in grondwater, oppervlaktewater, afvalwater en effluent van een drain. Het zijn kleine doorstroomcellen, meestal met een inhoud van 3ml. De patronen zijn gevuld met adsorptiemiddelen speciaal geschikt voor het adsorberen van specifieke opgeloste stoffen of stofgroepen. De poreuze korrels hebben een zeer hoge adsorptiecapaciteit hetgeen van belang is voor het meten van zeer lage tot zeer hoge concentraties aan opgeloste stoffen. In de cel zit eveneens een tracerzout. Dit lost op naarmate er meer water door de cel gestroomd is. Door de resthoeveelheid zout te bepalen kan het laboratorium de gemiddelde concentraties in het doorgestroomde water terugrekenen. Tevens bevatten de patronen speciale filters die het adsorptiemiddel en het tracerzout afscheiden en de doorstroomsnelheid beïnvloeden (Figuur 17). Figuur 16: Sorbisampler of Sorbicell Figuur 17: Doorstroompatroon + doorstroomrichting 41/62
34 Voor een betrouwbare meting moet er ml water door het patroon zijn gestroomd. Na de bemonstering in het veld wordt het patroon naar het laboratorium gestuurd voor analyse. De geadsorbeerde stoffen worden geëlueerd en de geaccumuleerde massa, wordt bepaald met de gebruikelijke analysetechnieken. Tevens wordt de hoeveelheid resterend spoorzout gemeten en gerelateerd aan het doorstroomvolume V dat door het patroon is gestroomd. De verhouding massa/volume geeft de gemiddelde concentratie van de opgeloste stof tijdens de meetperiode. De laboratorium analyses worden uitgevoerd volgens gevalideerde richtlijnen (Sorbisense, 2010). Voordelen: Eenvoudig te hanteren; Toepassing voor breed spectrum aan polluenten (aromaten, gehalogeneerde verbindingen, minerale olie, PAKs, ketonen (MIBK: methylisobutylketon);mibc: 4-methyl-2-pentanol; 2propanol (isopropylalcohol); MBK: 2-hexanon; MEK: 2-butanon; Robuust, lange blootstellingstijd mogelijk: 1 à 2 weken tot 6 maanden; Tijdsgeïntegreerde concentraties; Concentratie en omgevingsspecifieke factoren zoals temperatuur en stromingssnelheid hebben geen invloed op de staalname. Nadelen: Voor polluentflux is een afzonderlijke bepaling van de waterflux noodzakelijk; Fluctuaties in grondwaterstand beïnvloeden fluctuaties in flux doorheen staalnamepatroon; Afzonderlijke analyse van zowel adsorbens als traceralcoholen (Van Keer, 2012). 42/62
35 Bijlage 6: Foto s genomen tijdens het veldwerk Tijdstip 1: Actieve staalname: 1 sorbicell + 1 PDB in pb 507: 43/62
36 3 Sorbicells met multilevelsampler in pb 537b: 44/62
37 2 PDB s in pb 537a: 45/62
38 Tijdstip 2: sorbicell + 1 PDB in pb 507: 46/62
39 47/62
40 3 Sorbicells met multilevelsampler in pb 537b: 48/62
41 2 PDB s in pb 537a: Staalname met bailer: 49/62
42 Bijlage 7: Analyseresultaten 51/62
43 52/62
44 53/62
45 54/62
46 55/62
47 56/62
48 57/62
49 58/62
50 59/62
51 60/62
52 61/62
53 62/62
Passieve staalnametechnieken voor grondwater
Compendium voor monsterneming en analyse in uitvoering van het Materialendecreet en het Bodemdecreet Versie november 2015 CMA/1/A.3 Inhoud INHOUD 1 Inleiding 3 2 Beschrijving technieken 4 2.1 Grijp samplers
14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N001-4524746BTM-V01 06-12-2007
14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw 06-12-2007 Notitie Concept Contactpersoon Maaike Bevaart Datum 6 december 2007 Geohydrologie Zuidbuurt Eemnes 1 Inleiding Ter voorbereiding op de ontwikkeling van
Projectnummer: D03011.000284. Opgesteld door: Ons kenmerk: Kopieën aan: Kernteam
MEMO Onderwerp Geohydrologisch vooronderzoek Amsterdam, WTC 5C, 2 oktober 2013 Van mw. M. Duineveld MSc. Afdeling IBZ Aan ZuidasDok Projectnummer D03011.000284. Opgesteld door mw. M. Duineveld MSc. Ons
Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs
Notitie Contactpersoon ir. J.M. (Martin) Bloemendal Datum 7 april 2010 Kenmerk N001-4706565BLL-mya-V02-NL Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs Tauw
Modelberekeningen. 1 Geohydrologische berekeningen
Modelberekeningen 1 Geohydrologische berekeningen 1.1 Inleiding Ter onderbouwing van de beheersmaatregel zijn geohydrologische berekeningen uitgevoerd, waarmee de grondwaterstroming door het scherm kan
Infiltratieonderzoek autobedrijf Van den Brink Rosendaalsestraat 437-441
Notitie Contactpersoon Wietske Terpstra Datum 25 oktober 2011 Kenmerk N001-4817394TER-mfv-V01-NL Infiltratieonderzoek autobedrijf Van den Brink Rosendaalsestraat 437-441 1 Inleiding Autobedrijf Van den
PASSIEVE FLUX METINGEN monitoring van de toekomst
Congres Gebiedsgerichte Aanpak Ondergrond // PASSIEVE FLUX METINGEN monitoring van de toekomst december Dr. J. Bronders, Dr. I. Van Keer, Dr. G. Verreydt ilse.vankeer@vito.be Verreydt Goedele OVERZICHT
Geohydrologisch onderzoek Centrumplan Oldebroek
Notitie Contactpersoon Wietske Terpstra Datum 2 februari 2006 Kenmerk N001-4425137TER-pla-V01-NL 1.1 Bodemopbouw De regionale bodemopbouw is afgeleid uit de Grondwaterkaart van Nederland 1 en boorgegevens
: M. Scheffers en mevr. G.P.M. Scheffers - de Jong Oliviersweg achter 9A 5061 PL Oisterwijk
VERKENNEND MILIEUKUNDIG BODEMONDERZOEK AAN DE OLIVIERSWEG ACHTER 9A TE OISTERWIJK Opdrachtgever : M. Scheffers en mevr. G.P.M. Scheffers - de Jong Oliviersweg achter 9A 5061 PL Oisterwijk Adviesbureau
Injectie van nulwaardig ijzer Herk-de-Stad
Injectie van nulwaardig ijzer Herk-de-Stad Dirk Paulus: Tauw nv Thomas Van Nooten: Verhoeve Groep Belgium Mechelen, 24/04/12 INHOUD Inleiding nulwaardig ijzer Doelstelling project Beschrijving locatie
Verkennend bodemonderzoek plangebied t Spieghel, Grontmij, maart 2004
Verkennend bodemonderzoek plangebied t Spieghel, Grontmij, maart 2004 Conclusies Door middel van het uitgevoerde bodemonderzoek is inzicht verkregen in de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem ter plaatse
Hoe een bodemonderzoek bovenhaalt wat u niet (meer) wist. Peter Hermans BU Manager Bodem 0497 97 44 47
Hoe een bodemonderzoek bovenhaalt wat u niet (meer) wist over VOCl Peter Hermans BU Manager Bodem 0497 97 44 47 Introductie Wie is DLV? Inhoud Geologie en hd hydrogeologie Verspreiding verontreinigingen
Schadegeval met bodemverontreiniging bij bedrijven klasse 2/3
Schadegeval met bodemverontreiniging bij bedrijven klasse 2/3 Documentbeschrijving 1. Titel publicatie Schadegeval met bodemverontreiniging bij bedrijven klasse 2/3 2. Verantwoordelijke Uitgever Danny
Notitie. De kamp. Figuur 1 Locatie De Kamp in Cothen. Referentienummer Datum Kenmerk 4 oktober 2010 300342. Betreft Geohydrologisch onderzoek Cothen
Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 4 oktober 2010 300342 Betreft Geohydrologisch onderzoek Cothen 1 Inleiding De gemeente Wijk bij Duurstede is gestart met de ontwikkeling van een woningbouwprogramma
Handleiding nazorgmodel
Handleiding nazorgmodel Jennie Tissingh gemeente Utrecht, Dienst Stadsontwikkeling, afdeling Milieu en Duurzaamheid november 2004 Inleiding Bij een bodemsanering wordt een bodemverontreiniging niet altijd
Uitdampingrisicos. S.Picone, J.Valstar
Uitdampingrisicos S.Picone, J.Valstar Inhoud Conceptueel model Onderzoeksvragen en -opzet STOMP vs VOLASOIL Locaties in Utrecht Model resultaten Conclusies Implicaties voor gebiedsgerichte aanpak Conceptueel
Passieve staalname van vluchtige componenten in grondwater Pilootproject Arcadis Belgium nv
Passieve staalname van vluchtige componenten in grondwater Pilootproject Arcadis Belgium nv Bijlage 6 Passieve staalname van vluchtige componenten in grondwater - pilootproject Arcadis Belgium nv Documentbeschrijving
Verkennend bodemonderzoek Jonasweg 6a/6 te Vaassen
Postadres Postbus 5076 6802 EB ARNHEM t 026-7513300 f 026-7513818 www.syncera.nl bezoekadres Westervoortsedijk 50 6827 AT ARNHEM Verkennend bodemonderzoek Jonasweg 6a/6 te Vaassen Definitief In opdracht
HET NEMEN, VERPAKKEN EN CONSERVEREN VAN GRONDMONSTERS
5 10 Protocol 2010 15 HET NEMEN, VERPAKKEN EN CONSERVEREN VAN GRONDMONSTERS 20 25 30 35 40 45 Versie 2.0, 27-9-2001 Pagina 1 van 8 Inhoud 50 1 PLAATS VAN DIT PROTOCOL IN HET KWALITEITSZORGSYSTEEM...3 1.1
Schadegeval met bodemverontreiniging bij bedrijven klasse 1
Schadegeval met bodemverontreiniging bij bedrijven klasse 1 Documentbeschrijving 1. Titel publicatie Schadegeval met bodemverontreiniging bij bedrijven klasse 1 2. Verantwoordelijke Uitgever Danny Wille,
Schadegeval met bodemverontreiniging bij particulieren
Schadegeval met bodemverontreiniging bij particulieren Documentbeschrijving 1. Titel publicatie Schadegeval met bodemverontreiniging bij particulieren 2. Verantwoordelijke Uitgever Danny Wille, OVAM, Stationsstraat
met andere modellen voor gas- en substraatdiffusie zijn zeer waardevol voor het bestuderen van de aërobe microbiële activiteit in bodems.
Samenvatting Door een toename van het milieubewust zijn, is bodemverontreiniging een groot probleem voor besturen wereldwijd. Minerale olie is één van de meest voorkomende bronnen van bodemverontreiniging.
Formatie Samenstelling Geohydrologische betekenis mv. tot 5 Nuenen Groep fijn en matig fijn zand,
Memo memonummer 1 datum 4 mei 2016 aan K. Willemsen Bureau Verkuylen van A. Schuphof Antea Group kopie M. Booijink Antea Group project Infiltratieonderzoek te Dorst projectnr. 409915 betreft Resultaten
De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.650 en Y = 447.600.
Bijlage I Technische beoordeling van de vergunningsaanvraag van Ontwikkelingsverband Houten C.V. voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van de bouw van een parkeerkelder onder het nieuw realiseren
1 Kwel en geohydrologie
1 Kwel en geohydrologie 1.1 Inleiding Grondwater in de omgeving van de grote rivieren in Nederland wordt door verschillen in het peil sterk beïnvloed. Over het algemeen zal het rivierpeil onder het grondwatervlak
Beschrijving geohydrologische situatie Vondelpark en Willemsparkbuurt te Amsterdam
Notitie Projectleider drs. A.J. (Arjan) Varkevisser Adviseur drs I.A. (Inger) de Groot Datum 19 november 2013 Kenmerk N001-1217942AJA-vvv-V01-NL Beschrijving geohydrologische situatie Vondelpark en Willemsparkbuurt
Rapportage Sanscrit.nl
Rapportage Sanscrit.nl Instrument ter bepaling van spoedeisendheid van saneren V. Sanscrit 2.5.4 V. rapport 2.16 Algemeen Naam dossier: Waalbanddijk Nijmegen GRONDWATER Code: 20165144 Beoordelaar: buist@bioclear.nl
Verkennend bodem- en asbestonderzoek
Verkennend bodem- en asbestonderzoek Sportterrein en woningbouwlocaties Klarenbeek Definitief D&D Projecten BV Klarenbeekseweg 92 7381 BG KLARENBEEK Grontmij Nederland B.V. Arnhem, 7 augustus 2008 Inhoudsopgave
Bepaling Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand Natuurbegraafplaats te Rooth (Maasbree)
Bepaling Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand Natuurbegraafplaats te Rooth (Maasbree) Gegevens opdrachtgever: Kellerberg Bosgoed B.V. Helenaveenseweg 45 5985 NL Grashoek 0493-536068 Contactpersoon: De heer
Grondwater effecten parkeergarage en diepwand Scheveningen
Notitie / Memo Aan: Kees de Vries Van: Anke Luijben en Jasper Jansen Datum: 25 januari 2017 Kopie: Ons kenmerk: WATBE5026-136N001D0.2 Classificatie: Projectgerelateerd HaskoningDHV Nederland B.V. Water
Bijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek
Bijlage 1 Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bijlagel Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bodemopbouw en Geohydrologie Inleiding In deze bijlage wordt
Beheer van verontreinigde bodems
Seminarie Duurzame Gebouwen Beheer van verontreinigde bodems 29 november 2018 BEHEER VAN EEN COMPLEX SANERINGSPROJECT Suy Karina Mourik n.v. RESULTATEN VAN HET BODEMONDERZOEK (2010) Type bodem: 0 2 m-mv:
BODEMOPBOUW EN INFILTRATIECAPACITEIT VLASSTRAAT/BRIMWEG, SOMEREN
BODEMOPBOUW EN INFILTRATIECAPACITEIT VLASSTRAAT/BRIMWEG, SOMEREN i BODEMOPBOUW EN INFILTRATIECAPACITEIT VLASSTRAAT/BRIMWEG, SOMEREN-EIND RESULTATEN VELDWERK EN INFILTRATIEBEREKENINGEN Uitgebracht aan:
EnISSA meetcampagne SWECO BELGIUM NV
EnISSA meetcampagne SWECO BELGIUM NV Onderzoekslocatie Kwintijnpoort 9200 DENDERMONDE Projectnr: 16/148 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 1 2 EnISSA MIP sondering... 1 3 Veldwerk... 3 4 Resultaten... 3 Project
2001, 2002. RAPPORT: Verkennend bodemonderzoek Dorshout (ong.) te Veghel (Plan Dorsveld) PROJECTNUMMER: B11.4637. OPDRACHTGEVER: V.O.F.
VERHOEVEN MILIEUTECHNIEK B.V. Van Voordenpark 16 5301 KP Zaltbommel TEL: 0418-572060 FAX: 0418-515722 www.verhoevenmilieu.nl info@verhoevenmilieu.nl RAPPORT: Verkennend bodemonderzoek Dorshout (ong.) te
BRL 2000 NADER BODEMONDERZOEK PLAN NIEUWELAAN OOST TE LIMMEN. HB Adviesbureau bv
BRL 2000 NADER BODEMONDERZOEK PLAN NIEUWELAAN OOST TE LIMMEN HB Adviesbureau bv Op alle offertes, werkzaamheden van en overeenkomsten met HB Adviesbureau zijn de RVOI 2001 voorwaarden van toepassing, gedeponeerd
Rapportage Sanscrit.nl
Rapportage Sanscrit.nl Instrument ter bepaling van spoedeisendheid van saneren V. Sanscrit 2.5.4 V. rapport 2.16 Algemeen Naam dossier: Waalbanddijk Nijmegen GROND Code: 20165144 Beoordelaar: buist@bioclear.nl
vooronderzoek Eindhovensebaan 9c te Nederweert
Rapport vooronderzoek Eindhovensebaan 9c te Nederweert Bezoekadres Jekschotstraat 12 Postcode en plaats 5465 PG Veghel Telefoon 0413 287068 e-mail info@bodem-inzicht.nl internet www.bodem-inzicht.nl Projectnaam
AFWIJKING UITLOGING BOUWKUNDIG BODEMGEBRUIK VORMVAST PRODUCT CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN
AFWIJKING UITLOGING BOUWKUNDIG BODEMGEBRUIK VORMVAST PRODUCT CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN / rapport /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
Bodemlucht. Ministerieel besluit van 19 februari Belgisch Staatsblad van 13 maart 2013
Compendium voor monsterneming en analyse in uitvoering van het Materialendecreet en het Bodemsaneringsdecreet Versie maart 2001 CMA/1/A.6 INHOUD Inhoud 1 Actieve bemonsteringsmethoden 3 1.1 Tijdelijke
MONSTERNEMINGSTECHNIEK VLOEIBARE EN PASTEUZE AFVALSTOFFEN
MONSTERNEMINGSTECHNIEK VLOEIBARE EN PASTEUZE AFVALSTOFFEN 1 INLEIDING Vloeistoffen en pasteuze stoffen kunnen onder allerlei vormen worden opgeslagen. Ze kunnen een onderdeel zijn van een procesmatig geheel
Memo. Datum 21 december 2016 Aantal pagina's 5 Van Bas van der Zaan. Doorkiesnummer +31(0)
Memo Aantal pagina's 5 Van Bas van der Zaan Doorkiesnummer +31(0)88335 7179 E-mail bas.vanderzaan@deltares.nl Onderwerp Samenvatting onderzoek thermische verwarming van de bodem voor stimulatie biologische
VALIDATIE VAN DE CONSERVERINGSTERMIJN VAN VLUCHTIGE AROMATISCHE OPLOSMIDDELEN IN WATER
VALIDATIE VAN DE CONSERVERINGSTERMIJN VAN VLUCHTIGE AROMATISCHE OPLOSMIDDELEN IN WATER Analytico milieu BV P. van Kranenburg Oktober 20 pagina 1 van 19 INHOUDSOPGAVE Pagina SAMENVATTING... 3 1. INLEIDING...
De duiker bevindt zich globaal op de volgende coördinaten: X = en Y =
Bijlage I Technische beoordeling van de vergunningsaanvraag van Projectbureau Leidsche Rijn voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van de aanleg van een duiker in de Veldhoenwetering, deelgebied
AFWIJKING UITLOGING BOUWKUNDIG BODEMGEBRUIK VORMVAST PRODUCT CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN
AFWIJKING UITLOGING BOUWKUNDIG BODEMGEBRUIK VORMVAST PRODUCT CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
Bodemverontreiniging en grondwaterbeheerssysteem Chemours, Baanhoekweg Dordrecht.
Memo Dossier Zaaknummer 200433 Kenmerk D-16-1539473 Datum 17 maart 2016 Onderwerp Bodemverontreiniging en grondwaterbeheerssysteem Chemours, Baanhoekweg Dordrecht. Inleiding In deze memo wordt uitleg gegeven
Fugro GeoServices B.V. Hydrologie. BK Bodem bv T.a.v. de heer E. van der Most Koraalrood 131 2718 SB ZOETERMEER : 1112-0132-000.
Fugro GeoServices B.V. Hydrologie Veurse Achterweg 10 Postbus 63 2260 AB Leidschendam tel.: 070-3111333 BK Bodem bv T.a.v. de heer E. van der Most Koraalrood 131 2718 SB ZOETERMEER Onze ref : 1112-0132-000.B01/VL/HGW
Gemeente Losser T.a.v. de heer H. Plegt Raadhuisplein 1 7581 AG Losser. Geachte heer Plegt,
Deventerstraat 10 7575 EM Oldenzaal Retouradres: Postbus 336, 7570 AH Oldenzaal Gemeente Losser T.a.v. de heer H. Plegt Raadhuisplein 1 7581 AG Losser telefoon 0541 57 07 30 telefax 0541 57 07 31 e-mail
Federale Politie, Kroon Complex- Fritz Toussaintstraat 8, 1050 Elsene. Gemeente Elsene, 3e divisie, sectie C, nr. 224Y
Niet-Technische samenvatting Project PMBAG16457 Gedetailleerd onderzoek Titel van het onderzoek : Federale Politie, Kroon Complex- Fritz Toussaintstraat 8, 1050 Elsene Kadastrale gegevens : Opdrachtgever
Ruimtelijke Ontwikkeling en Beheer
Ruimtelijke Ontwikkeling en Beheer Memo Aan : Arno Schuring Van : Berdie Klein Geltink, adviseur bodem Datum : 14 februari 2008 In afschrift aan : Wilco Slotboom en Ludwig van Duren Registratienummer :
Projectnummer: C01012.100139.0400/LB. Opgesteld door: Tristan Bergsma. Ons kenmerk: 078572453:0.2. Kopieën aan: Cees-Jan de Rooi (gd)
MEMO ARCADIS NEDERLAND BV Beaulieustraat 22 Postbus 264 6800 AG Arnhem Tel 026 3778 911 Fax 026 4457 549 www.arcadis.nl Onderwerp: Beknopte watersysteemanalyse de Knoop, Doetinchem Arnhem, 29 juli 2015
E Van. Hydrologisch onderzoek invloed bemaling tunnelbak op VOCL verontreiniging
Aan Omgevingsdienst West-Holland Behandeld door Eline Heemskerk T.a.v. De heer H.M. de Boo E eline.heemskerk@mwhglobal.com Van E. Heemskerk T 015-7511880 Betreft Actualiserend bodemonderzoek Van Leeuwenpark
In bijlage 2 is de ligging van de sterke verontreiniging met vinylchloride.
Saneringsplan kavel 19 (Papaverweg vml. 47-51) te Amsterdam-Noord D.d. 24 juli 2017 Inleiding Ten behoeve van het bouwrijp maken van het perceel kavel 19 Buiksloterham (ter hoogte van Papaverweg vml. 47-51)
Engelenweide - Cuneraweg te Rhenen
Titel VO Engelenweide - Cuneraweg te Rhenen Projectnummer 76310 Opdrachtgever Ingenious Vastgoed B.V. Auteur(s) De heer J. Rosenkamp Paraaf Datum Kwaliteitscontrole De heer J. Ros Paraaf Datum Ons kenmerk
SAMENVATTING. www.woerden.nl/onderwerpen/wonen-en-leefomgeving/grondwaterstand en funderingen
SAMENVATTING Aanleiding In het westelijke deel van het Schilderskwartier zijn de woningen gefundeerd op houten palen met betonopzetters. Uit onderzoeken in de jaren 90 is gebleken dat de grondwaterstand
Inspectie van de bodem middels een vooronderzoek ter plaatse van de percelen C 2552 en C 2553 in Breda
*OMWB524761* Postbus 75 5000 AB Tilburg 013 206 01 00 info@omwb.nl http://www.omwb.nl Inspectie van de bodem middels een vooronderzoek ter plaatse van de percelen C 2552 en C 2553 in Breda Vooronderzoek
Invloed damwand Meers-Maasband op grondwaterstroming
NOTITIE Onderwerp Invloed damwand Meers-Maasband op grondwaterstroming Project Grensmaas Opdrachtgever Projectbureau Consortium Grensmaas Projectcode HEEL14-29 Status Definitief Datum 18 mei 2016 Referentie
Betreft: Variatie in grondwaterpeilen en bodemopbouw (bureaustudie) ter plaatse van de Landgoed Huize Winfried te Wapenveld (gemeente Heerde).
Projectnummer 2013-11-002: Variatie in grondwaterpeilen en bodemopbouw Landgoed Huize Winfried Natuurbegraven Nederland T.a.v. de heer W. Peters Postbus 29 5201 AA s-hertogenbosch Betreft: Variatie in
Membrane Interface Probe
Membrane Interface Probe Met de Membrane Interface Probe (MIP) worden verontreinigingen met vluchtinge (gehalogeneerde) organische verbindingen (VOC s) gescreend. De combinatie van de standaard sondeerconus
Open en gesloten WKO systemen. Open systemen
Open en gesloten WKO systemen Open systemen Een kenmerk van open systemen is dat er grondwater onttrokken en geïnfiltreerd wordt. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen doubletsystemen, monobronsystemen
BIJLAGE 1 - Onderzoekslocatie -
BIJLAGE 1 - Onderzoekslocatie - Omgevingskaart Klantreferentie: bo14347 m 125 m 625 m Deze kaart is noordgericht. Schaal 1: 125 Hier bevindt zich Kadastraal object SOEST G 9311 Nieuweweg 6A, SOEST CC-BY
Rapport. Venderstraat 5 te Haler B1416. Bergs Advies BV Leveroyseweg 9A 6093 NE Heythuysen dhr. N. Maes. Definitief
Rapport vooronderzoek Venderstraat 5 te Haler Bezoekadres Jekschotstraat 12 Postcode en plaats 5465 PG Veghel Telefoon 0413 287068 e-mail info@bodem-inzicht.nl internet www.bodem-inzicht.nl Projectnaam
1 Inleiding en projectinformatie
Project: Groenhorst College te Velp Onderwerp: hemelwater infiltratieonderzoek Datum: 9 november 2011 Referentie: 25.515/61341/LH 1 Inleiding en projectinformatie Het Groenhorst College, gelegen aan de
VERKENNEND BODEMONDERZOEK. Groenstrook ter hoogte van Maerlant 1 t/m 9 Lelystad Kenmerk: A. Opdrachtgever: Gemeente Lelystad
VERKENNEND BODEMONDERZOEK Groenstrook ter hoogte van Maerlant 1 t/m 9 Lelystad Kenmerk: 1201401A Opdrachtgever: Datum rapport: Status: Uitvoering: Projectleider en Rapporteur: Gemeente Lelystad 23 januari
Historisch onderzoek Harderwijkerweg 134a te Ermelo
Notitie Contactpersoon Dennis van den Berge Datum 30 september 2014 Kenmerk N031-1222119DSB-bdv-V02-NL Historisch onderzoek Harderwijkerweg 134a te Ermelo 1 Inleiding In opdracht van de gemeente Ermelo
Alette Langenhoff. Anaërobe afbraak van benzeen; Het ultieme bewijs
Alette Langenhoff Anaërobe afbraak van benzeen; Het ultieme bewijs 1 Bewijsvoering afbraak US EPA: Three lines of evidence 1. Het meten van de verdwijning van de uitgangsstof (de verontreiniging); 2. Het
Martens Aannemingsbedrijf bv t.a.v. de heer M. Martens Postbus AB Lekkerkerk.
Martens Aannemingsbedrijf bv t.a.v. de heer M. Martens Postbus 2582 294 AB Lekkerkerk E-mail: m.martens@martens-bouw.nl Project: 1796MAR; IPB Baan 2 Rotterdam Betreft: briefrapport indicatief bodemonderzoek
Eindhoven, Onderwerp: Briefrapportage grondwatermonitoring Uden-Centrum 2016/ 2017 Projectnummer: Referentienummer: SWNL
Provincie Noord-Brabant Cluster Natuur, Water en Milieu T.a.v. de heer M. Bressers Postbus 90151 5200 MC 's-hertogenbosch Eindhoven, 12-05-2017 Onderwerp: Briefrapportage grondwatermonitoring Uden-Centrum
Bepaling van het Biochemisch Zuurstofverbruik (BZV) in oppervlaktewater
Bepaling van het Biochemisch Zuurstofverbruik (BZV) in oppervlaktewater april 2005 One Cue Systems Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt zonder schriftelijke toestemming
Bijlage 1 Topografische ligging Onderzoekslocatie locatie Winkelcentrum De Vlieger te Zoetermeer projectnummer 10.10.3079.2243 schaal n.v.t datum november-10 Bijlage 2 Situatietekening Bijlage 3 Boorstaten
VLM. Studiemoment grondwater. 29 maart 2019
VLM Studiemoment grondwater 29 maart 2019 VAKGROEP GEOLOGIE ONDERZOEKSGROEP LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIIE NITRATEN IN GRONDWATER Kristine Walraevens Het voorkomen van nitraat
Techniques et coûts d assainissement Assainissement en fonction du risque Bodemsaneringstechnieken en kosten Sanering in functie van het risico
Techniques et coûts d assainissement Assainissement en fonction du risque Bodemsaneringstechnieken en kosten Sanering in functie van het risico Jan Haemers Deep Green 245, Av. Montjoielaan B-1180 Brussels
TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE
TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE RESULTATEN VAN DE GRONDWATERSTAALNAMEN EN ANALYSEN VAN 10 PEILP UTf EN OP HET MONOSINTELSTORT TE ZWIJNAARDE, : 'I JU1'111997 I I I. I ).. -, \, I--.. AFL. 111111 UNIVERSITEIT
Case-study De Potterij, Mechelen. 24/04/2012 Achtergrondinformatie case-study dr. ir. Sylvie Seurinck lic. Kurt Bouckenooghe Antea Group
Case-study De Potterij, Mechelen 24/04/2012 Achtergrondinformatie case-study dr. ir. Sylvie Seurinck lic. Kurt Bouckenooghe Antea Group Antea Group Engineering Milieu Ruimte - Water Europe : Africa : America:
RIJKSUNIVERSITEIT GENT
LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE VERSLAG VAN DE BORINGEN UITGEVOERD TER PLAATSE VAN DE AFGEBRANDE MAGAZIJNEN WILMARSDONK 111 - NOORDERLAAN TE ANTWERPEN.Ai?.. 111111 RIJKSUNIVERSITEIT
BIJLAGE BIJ BRIEF (MET ALS KENMERK: ) Opdrachtgever: Project: Gemeente Nijkerk Historisch onderzoek aan de Stoutenburgerlaan Amersfoort/
BIJLAGE BIJ BRIEF (MET ALS KENMERK: 110301.001725) Opdrachtgever: Project: Gemeente Nijkerk Historisch onderzoek aan de Stoutenburgerlaan Amersfoort/ Nijkerk Het betreft het plangebied voor het toekomstige
Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken
Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken Resultaten WAHYD Hoe zit het in elkaar: afkijken bij Noord-Brabant In het onderzoeksproject WAHYD (Waterkwaliteit op basis van Afkomst en HYDrologische systeemanalyse)
Adri Nipshagen (Bioclear), Niels van Ras (Stichting Bosatex)
Betreft Samenvatting resultaten nader onderzoek en modelsimulatie VOCl verontreiniging voor het fasegebied 3 van de bodemverontreiniging Acacialaan 7-9 te Doorn Auteurs Adri Nipshagen (Bioclear), Niels
HISTORISCH ONDERZOEK. conform de NEN 5725:2009 STEEG 13 TE SEVENUM
HISTORISCH ONDERZOEK conform de NEN 5725:2009 STEEG 13 TE SEVENUM 20 februari 2017 Colofon Rapport: Historisch bodemonderzoek Steeg 13 te Sevenum Projectnummer: 5348bo0117 Status: definitief Datum: 20
Betreft: k-waarde bepaling Molenweg 2 te Epe 1/3
Kruse Milieu BV Bezoekadres: Huyerenseweg 33 7678 SC Geesteren Internet: info@krusegroep.nl www.krusegroep.nl Ad Fontem T.a.v. de heer J. Klompmaker Hoofdstraat 43 7625 PB Zenderen Postadres: Postbus 51
BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID BIJ VOLLEDIG ONDERZOEK VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND
BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID BIJ VOLLEDIG ONDERZOEK VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 23 oktober 2014 Onderwerp : Wet bodembescherming - Locatie van verontreiniging
Aan Hoeflaken Advies, bemiddeling & regie, T.a.v. de heer J.A. Hoeflaken, Maasdijk 10, 5308 LW Aalst. Geachte heer Hoeflaken,
DATUM 27 oktober 2016 KENMERK 15569-JvdS-1216104 CONTACTPERSOON ir. J.B.P. van der Stroom TELEFOONNUMMER +31 (0)412 655058 BIJLAGE sanscritberekeningen ONDERWERP risicobeoordeling Aan Hoeflaken Advies,
Een kijkje bij de zuiderburen. Onderzoek en aanpak verontreiniging met gechloreerde solventen in bronnendorp Dikkelvenne
Een kijkje bij de zuiderburen Onderzoek en aanpak verontreiniging met gechloreerde solventen in bronnendorp Dikkelvenne Outline Introductie: Voormalige breigoedfabriek te Dikkelvenne Pilootproef: Gestimuleerde
1 INLEIDING 2 2 LOCATIEGEGEVENS 3 3 OPZET ONDERZOEK 5 4 UITVOERING ONDERZOEK 6 5 TOETSING EN INTERPRETATIE 9 6 CONCLUSIE 10
INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING 2 2 LOCATIEGEGEVENS 3 2.1 Beschrijving onderzoekslocatie 3 2.2 Regionale geohydrologische gegevens 4 3 OPZET ONDERZOEK 5 3.1 Vooronderzoek 5 3.2 Onderzoeksstrategie 5 4 UITVOERING
Bureau Schmidt T.a.v. de heer R. Schmidt Westersingel CK LEEUWARDEN
WMR Rinsumageest B.V. Postbus 5 9104 ZG DAMWÂLD Van Aylvawei 40 9105 KT RINSUMAGEAST Tel. (0511) 42 50 50 Fax (0511) 42 41 84 Internet : www.wmr.nl E-mail : milieu@wmr.nl Bureau Schmidt T.a.v. de heer
ONTWERPBESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND
ONTWERPBESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 1 mei 2017 Onderwerp : Wet bodembescherming - zaaknummer 2016-013475 Locatie van verontreiniging
De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.125 en Y = 455.100.
Bijlage I Technische beoordeling van de vergunningsaanvraag van de Gemeente Utrecht voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van het tot stand brengen van de Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV) baan
TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE
TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE Grondwaterwinningsmogelijkheden in de ondiepe watervoerende lagen ter hoogte van de NV te Ardooie (Fase 1) ) 1\Ü. /.AfL. 111111 UNIVERSITEIT GENT Fase 1 -I- Ondiep
1 Inleiding. Aan: Provincie Utrecht Afdeling Bodem en Water T.a.v. de heer A.W.J. van Mensvoort. Postbus TH Utrecht
1 Afdeling Handhaving Aan: Provincie Utrecht Afdeling Bodem en Water T.a.v. de heer A.W.J. van Mensvoort Postbus 80300 3508 TH Utrecht Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht Tel. 030-2583877
Watertoets Klaproosstraat 13, Varsseveld
Notitie Contactpersoon Inkie Goijer Datum 1 augustus 2008 Kenmerk N002-4579913IGO-evp-V03-NL 1.1 Inleiding De watertoets De watertoets is een instrument dat ruimtelijke plannen toetst op de mate waarin
Rapport. wonen limburg. BP Aan de Kreppel (fase 2) te Heythuysen. Vooronderzoek conform NEN 5725
Rapport wonen limburg BP Aan de Kreppel (fase 2) te Heythuysen Vooronderzoek conform NEN 5725 Wonen limburg Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Inleiding... 1 2 Vooronderzoek conform NEN 5725... 2 2.1 Locatiebeschrijving...
Resultaten bodemonderzoek. Wederik Heerenveen. Creating with the power of nature. Subtitel. Marloes Luitwieler, Heerenveen, 26 nov.
Resultaten bodemonderzoek Subtitel Wederik Heerenveen Marloes Luitwieler, Heerenveen, 26 nov. 2015 Creating with the power of nature Even voorstellen Marloes Luitwieler, adviseur bodem en water bij Bioclear
Samen maken we morgen mooier.
Samen maken we morgen mooier. Documentbeschrijving 1. Titel publicatie Code van goede praktijk - Gebruik van uitgegraven bodem binnen een zone voor gebruik ter plaatse V1.0 2. Verantwoordelijke uitgever
LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE
LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE VERSLAG BETREFFENDE DE MOGELIJKHEID TOT WINNING VAN GRONDWATER IN PERIODES VAN LAGE GRONDWATERSTAND VOOR HET DOMEIN " TER DUINEN " TE NIEUWPOORT.&i6EL.
Stand van zaken na een half jaar opvolging van de grondwaterpeilen
Stand van zaken na een half jaar opvolging van de grondwaterpeilen Sinds eind december worden de grondwaterpeilen geregistreerd in 22 peilputten in de Zwinomgeving. Door het continu opvolgen van de schommelingen
Ambtshalve sanering van bodemverontreinigingen met gechloreerde solventen (VOCl s)
Vlaanderen is materiaalbewust Ambtshalve sanering van bodemverontreinigingen met gechloreerde solventen (VOCl s) SAMEN MAKEN WE MORGEN MOOIER OVAM WWW.OVAM.BE/STOFGROEPEN#VOCL Ambtshalve sanering van bodemverontreinigingen
Communicatie bij bodemonderzoeken en -saneringen. Een leidraad
Communicatie bij bodemonderzoeken en -saneringen. Een leidraad Communicatie bij bodemonderzoeken en -saneringen - een leidraad Documentbeschrijving 1. Titel publicatie Communicatie bij bodemonderzoeken
Geohydrologische situatie Burg. Slompweg
Notitie Contactpersoon Johannes Weemstra Datum 21 november 2012 Kenmerk N003-1210450WEJ-rrt-V01-NL Geohydrologische situatie Burg. Slompweg 1 Inleiding In opdracht van de gemeente Steenwijkerland heeft
Het centrum van het bouwrijp te maken gebied ligt op de coördinaten: X = , Y =
Bijlage I Technische beoordeling van de vergunningsaanvraag van Ontwikkelingsbedrijf Vathorst voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van het bouwrijp maken van deelgebied Boulevard Oost van Vinex