ECLI:NL:HR:2015:940. Uitspraak. Arrest HOGE RAAD DER NEDERLANDEN. Strafrecht. Zaaknummer: 13/ Datum uitspraak: 14 april 2015
|
|
- Timo Meyer
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 ECLI:NL:HR:2015:940 Uitspraak Arrest HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Strafrecht Zaaknummer: 13/06358 Datum uitspraak: 14 april 2015 Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem- Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 11 december 2013, nummer 21/ , in de strafzaak tegen: [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] Geding in cassatie Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. R.J. Baumgardt, advocaat te Spijkenisse, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. Beoordeling van het middel Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Beslissing De Hoge Raad verwerpt het beroep. Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren N. Jörg en V. van den Brink, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 14 april 2015.
2 Conclusie Nr. 13/06358 Zitting: 24 maart 2015 Mr. Bleichrodt Conclusie inzake: [verdachte] 1. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, heeft bij arrest van 11 december 2013 de verdachte in de zaak met parketnummer wegens 1, 2 en 3. telkens: mensenhandel, meermalen gepleegd, in de zaak met parketnummer wegens 5. mishandeling en in de zaak met parketnummer wegens de eendaadse samenloop van (A) verkrachting en (B subsidiair) mishandeling veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren, met aftrek als bedoeld in art. 27 Sr. Voorts heeft het hof de vordering van de benadeelde partij toegewezen en aan de verdachte een schadevergoedingsmaatregel opgelegd, één en ander zoals in het arrest vermeld. 2. Namens de verdachte is beroep in cassatie ingesteld en heeft mr. R.J. Baumgardt, advocaat te Spijkenisse, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. 3. Het middel klaagt over de bewezenverklaringen van de feiten 1 en 2 in de zaak met parketnummer Ten laste van de verdachte is, voor zover voor de bespreking van het middel relevant, bewezen verklaard dat hij: "1. hij in de periode van 09 maart 2007 tot en met 01 oktober 2009 in Nederland en te Antwerpen, een ander, genaamd [betrokkene], door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, door misbruik van een kwetsbare positie heeft vervoerd, overgebracht, met het oogmerk van uitbuiting van die ander, en met één van de onder lid 1, sub 1 van artikel 273a Wetboek van Strafrecht genoemde middelen (zie hierboven) heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten bestaande dat misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, dat misbruik van een kwetsbare positie hieruit dat verdachte (telkens) (meermalen) - een (liefdes)relatie met [betrokkene] heeft onderhouden en - op [betrokkene] is blijven inpraten dat werken in de prostitutie noodzakelijk was om hun gezamenlijke huishouding te kunnen bekostigen en hebbende verdachte (telkens) (meermalen) - [betrokkene] instructies gegeven hoe een prostitutiewerkplek te huren en/of hoe als prostituee te werken en - [betrokkene] naar haar prostitutiewerkplek gebracht en - [betrokkene] opdracht gegeven (naast haar reguliere baan) een groot aantal uren per dag te werken als prostituee (ook op de dagen dat zij ongesteld was). 2. hij in de periode van 09 maart 2007 tot en met 01 oktober 2009 in Nederland en/of te Antwerpen, opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van een ander, genaamd [betrokkene], en een ander, genaamd [betrokkene], met één van de onder lid 1, sub 1 van artikel 273a Wetboek van Strafrecht genoemde middel(en) (te weten (lid 1 sub 1) door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, door misbruik van een kwetsbare positie bestaande dat misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, dat misbruik van een kwetsbare positie hieruit dat verdachte (telkens) (meermalen) - een (liefdes)relatie met [betrokkene] heeft onderhouden en - op [betrokkene] is blijven inpraten dat werken in de prostitutie noodzakelijk was om hun gezamenlijke huishouding te kunnen bekostigen heeft bewogen hem verdachte te bevoordelen uit de opbrengst van de seksuele handeling(en) van [betrokkene] met of voor
3 een derde, hebbende verdachte (telkens) (meermalen) - [betrokkene] naar haar prostitutiewerkplek gebracht en - [betrokkene] opdracht gegeven (naast haar reguliere baan) een groot aantal uren per dag te werken als prostituee (ook op de dagen dat zij ongesteld was) en vervolgens - [betrokkene] al haar, in elk geval een zeer groot deel van haar, prostitutieverdiensten, laten afgeven aan hem, verdachte. " 5. Het hof heeft in het verkorte arrest de bewijsconstructie ingekleed op de zogeheten Promis -wijze, waarbij de redengevende feiten en omstandigheden waarop de beslissing steunt dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, zijn vermeld in een bewijsredenering waarbij wordt volstaan met een verwijzing naar de wettige bewijsmiddelen waaraan die feiten en omstandigheden zijn ontleend. Daarnaast is sprake geweest van een aanvulling op het verkorte arrest, waarbij de in het verkorte arrest neergelegde bewijsconstructie is herhaald met een enkele aanvulling van de vindplaatsen en waarin de verklaring van de verdachte afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep als aanvullend bewijsmiddel is opgenomen. 1 Ten slotte bevat het verkorte arrest een bewijsoverweging die is toegesneden op het bewijs van de ten laste gelegde mensenhandel 2 : Overweging hof met betrekking tot de mensenhandel Uit het bovenstaande volgt onder meer dat in de ten laste gelegde periode aangeefster kort nadat zij verdachte heeft ontmoet en op jonge leeftijd (namelijk 18 jaar) in de prostitutie is gaan werken, dat aangeefster sterk afhankelijk was van verdachte, dat verdachte aangeefster mishandelde, dat verdachte weinig legale inkomsten had en dat verdachte een ernstige gokverslaving had. Deze vijf omstandigheden blijken niet (alleen) uit de verklaringen van aangeefster, maar (ook) uit ander bewijsmateriaal. De geringe legale inkomsten blijken (ook) uit het onderzoek naar de bankafschriften van de verdachte. Ten aanzien van de gokverslaving blijkt deze ook uit de processen-verbaal over de frequentie waarin verdachte speelhallen en casino's bezocht en de mutaties die opgemaakt zijn door het Holland Casino. Voor de omstandigheid dat aangeefster in de prostitutie heeft gewerkt en het tijdstip waarop zij begon is overvloedig bewijs en dit wordt door de verdachte overigens niet betwist. Ten aanzien van de mishandelingen geldt dat deze ook blijken uit de verklaring die de moeder van aangeefster in 2008 heeft afgelegd. Zij heeft toen verklaard dat zij meermalen letsel heeft geconstateerd bij aangeefster. Dat aangeefster sterk afhankelijk was van verdachte (zij spreekt over verslaafd aan verdachte) volgt ook uit de verklaring die haar moeder in 2008 heeft afgelegd. Haar moeder heeft immers verklaard en waargenomen dat ondanks de mishandelingen en het door aangeefster afgekeurde gokken van verdachte, aangeefster geen afstand van hem kon nemen. Vanwege het feit dat aangeefster in emotioneel opzicht sterk afhankelijk was van verdachte, had verdachte overwicht op haar, welk overwicht, volgens de verklaring van aangeefster zo groot was dat het hem lukte haar de hoge drempel van de prostitutie over te krijgen en haar gedurende twee jaar in de prostitutie te laten werken hoewel aangeefster walgde van het werk. Voorts is duidelijk dat verdachte - vanwege zijn geringe legale inkomsten, zijn gokverslaving en zijn invloed op aangeefster en haar geld - een sterk financieel belang had bij de prostitutiewerkzaamheden van aangeefster. Gelet op de bovengenoemde omstandigheden (met name het grote overwicht dat verdachte op aangeefster had, zijn geringe legale inkomsten en zijn gokverslaving), die niet alleen blijken uit de verklaring van aangeefster maar ook uit ander bewijsmateriaal, acht het hof vaststaan dat verdachte aangeefster heeft bewogen prostitutiewerkzaamheden te (blijven) verrichten en het door haar verdiende geld voor een groot deel aan hem af te staan voor de financiering van onder meer zijn gokverslaving. Dat voor het bewegen niet meer bewijs
4 is dan de verklaring van aangeefster doet hieraan niet af. Het hof acht de verklaring van aangeefster ook op dat punt betrouwbaar, gelet op de door aangeefster geschetste (en uit andere bewijsmiddelen blijkende) context waarbinnen dat bewegen tot prostitutie en het afstaan van het geld plaats vond. 6. Het middel keert zich tegen de door het hof bewezen verklaarde dwangmiddelen, te weten het misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en het misbruik van een kwetsbare positie. 7. Het in de tenlastelegging en bewezenverklaring voorkomende begrip misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht is, evenals het begrip misbruik van een kwetsbare positie, ontleend aan art. 273f Sr. De memorie van toelichting bij het wetsvoorstel dat heeft geleid tot art. 250ter (oud) Sr (Stb. 1993, 679), welk artikel is geïncorporeerd in art. 273a (oud) Sr, dat vernummerd is tot het huidige art. 273f Sr, houdt in dat misbruik van uit feitelijk overwicht voortvloeiende verhoudingen kan worden verondersteld: "indien de prostitué(e) in een situatie verkeert of komt te verkeren die niet gelijk is aan de omstandigheden waarin een mondige prostitué(e) in Nederland pleegt te verkeren. Met deze objectivering van het bestanddeel inzake misbruik wordt in artikel 250bis Sr (nieuw) bescherming geboden aan personen die in een seksinrichting in een uitbuitingssituatie werkzaam zijn en wordt zowel bestuurlijk als justitieel optreden mogelijk gemaakt tegen personen die iemand in een dergelijke situatie houden. Voorts wordt door deze objectivering van het bestanddeel misbruik justitieel optreden in het geldend recht mogelijk gemaakt tegen personen die, gebruik makend van een uitbuitingssituatie, iemand in de prostitutie brengen dan wel gebruik makend van een uitbuitingssituatie enige handeling ondernemen met het oogmerk iemand in de prostitutie te brengen. Onder de toepassing van het nu voorgestelde artikel 250ter Sr zullen bovendien ook diegenen vallen die gebruik makend van een uitbuitingssituatie enige handeling ondernemen waarvan zij weten of redelijkerwijs moeten vermoeden dat de ander daardoor in de prostitutie belandt. De hier bedoelde uitbuitingssituaties zullen zich onder meer nogal eens voordoen ten aanzien van personen, die uit het buitenland komen, personen die verslaafd zijn aan verdovende middelen en zeer jonge personen." ( ) "De in dit verband verboden gedragingen, bestaande in het aanwenden van dwang door geweld of een andere feitelijkheid, het misbruik maken van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht of misleiding, beïnvloeden de wil waaronder is begrepen de keuzemogelijkheid van het slachtoffer, in die zin dat zij leiden tot het ontbreken van vrijwilligheid waartoe ook behoort het ontbreken of de vermindering van de mogelijkheid een bewuste keuze te maken. De omstandigheid dat het slachtoffer reeds eerder bij prostitutie betrokken was, vormt op zich geen aanwijzing inzake vrijwilligheid." 3 8. Aan de memorie van antwoord bij genoemd wetsvoorstel kan het volgende worden ontleend 4 : "Ten aanzien van meerderjarigen geldt dat vrijwilligheid ontbreekt, indien de prostitué(e) niet of slechts in verminderde mate de mogelijkheid heeft een bewuste keuze te maken met betrekking tot het al dan niet voortzetten van zijn of haar relatie met de exploitant. Dit is niet anders indien de relatie aanvankelijk op vrijwillige basis werd aangegaan (...)." 9. In de wetsgeschiedenis komt aldus tot uitdrukking dat de desbetreffende dwangmiddelen met elkaar gemeen hebben dat de keuzevrijheid van het slachtoffer wordt aangetast. Door aanwending daarvan wordt bewerkstelligd dat de betrokkene in een uitbuitingssituatie belandt dan wel wordt belet zich daaraan te onttrekken. Van een uitbuitingssituatie in de seksindustrie zal sprake kunnen zijn als de betrokkene verkeert in een situatie die niet gelijk is aan de omstandigheden waarin een mondige prostituee in
5 Nederland pleegt te verkeren. 5 De wetgever heeft onder meer het oog gehad op zeer jonge personen als risicogroep voor uitbuitingssituaties. 10. De voorliggende strafzaak is geplaatst in de sleutel van de problematiek van de zogenoemde loverboys. 6 Bij de beoordeling of sprake is van misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en van een kwetsbare positie van de aangeefster zijn de omstandigheden van het geval bepalend. Daarbij kan de aard van de persoonlijke relatie tussen de verdachte en de aangeefster complicerend werken bij het vaststellen of sprake is van een uitbuitingssituatie. 7 Verliefdheid en afhankelijkheid liggen immers ook in niet door misbruik gekenmerkte relaties dicht bij elkaar. De vraag waar het in situaties als de onderhavige, waarin geen dwang, geweld of bedreiging met geweld is bewezen verklaard, op aan komt is of het op de verliefde aangeefster inpraten onder zodanige omstandigheden is geschied dat het hof zulks heeft kunnen aanmerken als het misbruik van uit feitelijk overwicht voortvloeiende verhoudingen en als misbruik van de kwetsbare positie van de aangeefster. 11. Uit de bewijsmiddelen kan, anders dan de steller van het middel betoogt, worden afgeleid dat de verdachte op de aangeefster is blijven inpraten dat werken in de prostitutie noodzakelijk was om hun gezamenlijke huishouding te kunnen bekostigen. Uit de bewijsmiddelen 5 en 6 volgt dat de verdachte aangeefster vertelde dat hij graag een huisje wilde met haar, om samen in te wonen. Daar moesten ze dan wel geld voor hebben. Verdachte zei dat hij wel een manier wist om geld te verdienen, waarbij hij doelde op het werken van de aangeefster in de prostitutie. De aangeefster wilde dat niet, maar de verdachte bleef constant op de aangeefster in praten en vertelde haar dat dit de snelste manier was om geld te verdienen, zodat zij zo snel mogelijk elke dag bij elkaar konden zijn. Uit de bewijsmiddelen 17 tot en met 22 heeft het hof het volgende afgeleid 8 : Verdachte gaat samen met [betrokkene] de eerste keer per trein naar Antwerpen naar het Schipperskwartier. In Antwerpen in het Schipperskwartier heeft zij van een meisje een telefoonnummer gekregen voor het huren van een kamer. Aangeefster moest het telefoongesprek zelf voeren, verdachte zat ondertussen naast haar en praatte op haar in. Aangeefster was bang om verdachte teleur te stellen, omdat hij dan boos kon worden. Wanneer hij boos werd, dreigde hij haar te slaan. Hij had haar al een keer geslagen. Aangeefster was heel erg verliefd op verdachte en was bang dat verdachte haar in de steek zou laten. Hij haalde haar naar beneden, zei dat ze zwak was en dat ze zich niet moest aanstellen. Toen aangeefster voor het eerst in een kamertje stond, was ze erg emotioneel. Hij steunde haar en zei dat het haar wel zou lukken en dat het zo voorbij zou zijn. Zij moest erg huilen en heeft tegen verdachte gezegd dat ze het werk niet wilde doen. Ze was heel erg bang en zenuwachtig. Van hem moest zij toch beginnen; hij was haar aan het pushen door te zeggen dat ze het wel kon en dat ze een beetje op moest schieten.( ) 12. Ook bij het voortzetten van het werk als prostituee blijkt volgens het hof de rol van de verdachte: De eerste klanten vond aangeefster erg moeilijk, ze heeft daarna overgegeven en heel erg gehuild maar verdachte heeft haar getroost en moed ingepraat. Hij zei dat het wel zou lukken en dat ze even sterk moest zijn, dat het altijd even moeilijk is en dat hij van haar hield. Toen is ze verder gegaan. Ze verdiende meteen tot euro, die eerste nacht. Zij heeft al het geld aan verdachte geven. Daar hadden ze geen afspraken over gemaakt: hij zei haar dat het geld bij hem veiliger was en dat hij het zou bewaren. Ze wilde een huis met verdachte inrichten en een auto kopen. Ze moest van verdachte per avond werken tot ze ongeveer 1000 euro had verdiend, eerder gingen ze niet naar huis. Verdachte kwam steeds in haar kamer, om te kijken hoeveel zij had verdiend en om het geld weg te halen.
6 13. Uit de bewijsmiddelen kan voorts een vergaande vorm van afhankelijkheid worden afgeleid. 9 Ik wijs in dit verband op de volgende onderdelen van de bewijsvoering. De aangeefster was heel erg verliefd op verdachte en was bang dat verdachte haar in de steek zou laten. De aangeefster heeft de verdachte verteld over haar onzekerheid in haar leven. Zij verklaart zich helemaal aan de verdachte te hebben overgegeven en alles te doen wat de verdachte haar vroeg. Ook verklaart zij verslaafd te zijn geworden aan de nabijheid van de verdachte. Tegelijk was zij bang voor hem en verklaart zij over mishandelingen. Zij gaat niet naar de politie omdat zij uiteindelijk de verdachte niets wil aandoen en omdat zij die stap ook niet durft te zetten, omdat de verdachte had gedreigd haar leven dan nog zuurder te maken. Volgens de verklaring van de moeder van de aangeefster kon de aangeefster, ondanks dat zij werd mishandeld, geen afstand van de verdachte nemen. De getuige [getuige] verklaart dat zij met de aangeefster had gesproken over haar werk in de prostitutie, dat de aangeefster haar te kennen gaf dat zij er van walgde dat de verdachte haar tot dat werk had aangezet, dat zij zowel psychisch als lichamelijk zwaar onder druk stond van hem en dat zij in een afhankelijkheidsrelatie zat. De aangeefster heeft vanaf de zomer 2007 tot en met de zomer van 2009 in Antwerpen gewerkt en moest dit ook doen tijdens perioden van ongesteldheid. De verdachte hield de werkplek van de aangeefster in de gaten. De verdachte had volgens het hof zelf geen inkomsten, maar is wel aangetroffen met verdiensten van de aangeefster, ging na het werk van de aangeefster in Antwerpen gokken en heeft in de desbetreffende periode verschillende auto s op zijn naam gehad. Bij haar verhoor bij de rechtercommissaris herhaalde aangeefster dat zij minimaal 800,= euro per dag moest verdienen maar het liefst 1.000,=, dat verdachte heel agressief werd als zij het geld niet aan hem gaf, dat ze op een gegeven moment echt wilde stoppen, maar dat de verdachte haar toen vroeg nog wat geld bij elkaar te verdienen voor een vakantie naar Marokko en om een Mercedes aan te schaffen, dat zij heel bang was voor de verdachte en dat hij haar instructies had gegeven voor het geval de politie haar vragen zou stellen. De aangeefster heeft aan haar moeder verteld dat zij al haar geld aan de verdachte moest afgeven. De aangeefster was zeer jong toen zij als prostituee ging werken. De verdachte heeft de aangeefster ontmoet op de dag dat zij 18 jaar werd en is die nacht bij haar blijven slapen. Zij was 18 jaar toen zij in de prostitutie belandde. Ten aanzien van de kwetsbare positie van de aangeefster is voorts een verklaring van de moeder van de aangeefster van belang. Zij verklaarde dat de aangeefster toen zij in haar examenjaar zat op het laatste moment haar examen heeft afgezegd. Als reden gaf zij aan dat er allerlei zaken bij haar naar boven kwamen in verband met de scheiding van haar ouders. De aangeefster werd aangemeld voor therapie, maar die volgde zij niet. Op 30 maart 2008 sneed de aangeefster haar pols open. Als reden gaf zij aan dat ze minderwaardig was en een laag zelfbeeld had. 14. Uit bovenstaande onderdelen van de bewijsconstructie heeft het hof kunnen afleiden dat de verdachte een (liefdes)relatie met de aangeefster heeft onderhouden en op [betrokkene] is blijven in praten dat werken in de prostitutie noodzakelijk was om hun gezamenlijke huishouding te kunnen bekostigen. Daaruit volgt dat de aangeefster aanvankelijk niet wilde overgaan tot het werk in de prostitutie en daarmee ook wilde stoppen, maar dat de verdachte constant op haar heeft ingepraat met het oog op de verdiensten, die goeddeels aan hem zijn toegekomen. Voorts volgt uit de bewijsmiddelen de emotionele binding van de zeer jonge aangeefster ten opzichte van de verdachte. In de bewijsvoering ligt aldus besloten dat de aangeefster door een combinatie van verliefdheid en angst de druk die de verdachte op haar uitoefende om als prostituee te (blijven) werken niet heeft kunnen weerstaan. Uit de bewijsmiddelen heeft het hof kennelijk en niet onbegrijpelijk afgeleid dat de aangeefster een kwetsbare, jonge vrouw betreft, wier positie niet vergelijkbaar is met die van een mondige prostituee in Nederland.
7 15. Ook kan uit de bewijsmiddelen worden afgeleid dat de verdachte minst genomen voorwaardelijk opzet heeft gehad ten aanzien van de relevante feitelijke omstandigheden die die kwetsbare positie en het feitelijk overwicht meebrachten. 10 Zo heeft de aangeefster de verdachte van haar onzekerheid verteld en ligt in de bewijsconstructie besloten dat hij op de hoogte was van haar jonge leeftijd en verliefdheid. Ook heeft zij hem verteld dat zij niet in de prostitutie wilde werken, maar heeft hij op haar ingepraat teneinde haar te bewegen het desbetreffende werk te gaan en blijven verrichten en de verdiensten goeddeels aan hem af te staan. Het oordeel van het hof dat sprake was van een combinatie van misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en misbruik van de kwetsbare positie van de aangeefster in de zin van art. 273f Sr, geeft aldus geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is in het licht van de omstandigheden van het geval niet onbegrijpelijk. Tot een nadere motivering was het hof niet gehouden Het middel is tevergeefs voorgesteld. 17. Het middel faalt en kan worden afgedaan met de aan art. 81, eerste lid, RO ontleende overweging. Gronden waarop de Hoge Raad gebruik zou moeten maken van zijn bevoegdheid de bestreden uitspraak ambtshalve te vernietigen, heb ik niet aangetroffen. 18. Deze conclusie strekt tot verwerping van het beroep. De procureur-generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden AG 1Zie ten aanzien van een Promis-arrest met aanvulling bewijsmiddelen: HR 6 november 2012, ECLI:NL:HR:2012: BX0863, NJ 2013/144 en HR 6 september 2013, ECLI:NL:HR:2013:683. 2De voetnoten zijn weggelaten. 3Kamerstukken II 1988/89, , nr. 3, p. 3 e.v. 4Kamerstukken II 1988/89, , nr. 5, p. 3 en 7. 5Zie ook de conclusie van mijn ambtgenoot Machielse voorafgaand aan HR 17 januari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BU4004, NJ 2012/68. 6Zie het requisitoir van de officier van justitie tijdens de behandeling van de zaak in eerste aanleg. 7Zie nader A. Beijer, Mensenhandel met het oog op seksuele uitbuiting; de interpretatie van art. 237f Sr,DD 2010/60 en W.L.J.M. Duijst, Loverboys, DD 2009/48. 8Met weglating van voetnoten. 9Vgl. ook HR 18 april 2000, ECLI:NL:HR:2000:ZD1788, NJ 2000/ HR 27 oktober 2009, ECLI:NL:HR:2009:BI7099, NJ 2010/598, m.nt. Buruma. 11Vgl. HR 17 januari 2012, ECLI:NL:HR:BU BU4004, NJ 2012/68.
Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/04458 Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:1277, Gevolgd
ECLI:NL:HR:2016:2909 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 20-12-2016 Datum publicatie 21-12-2016 Zaaknummer 15/04458 Formele relaties Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:1277, Gevolgd Rechtsgebieden Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:HR:2013:1157. 1 Geding in cassatie. 2 Beoordeling van het eerste middel. 3 Beoordeling van het derde middel. Uitspraak.
ECLI:NL:HR:2013:1157 Uitspraak 12 november 2013 Strafkamer nr. 11/04366 P Hoge Raad der Nederlanden Arrest op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam
Nadere informatieUitspraak Datum uitspraak: 29 maart 2016 Strafkamer
ECLI:NL:HR:2016:529 Instantie: Hoge Raad Datum uitspraak: 29-03-2016 Datum publicatie: 30-03-2016 Zaaknummer: 14/06384 Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Cassatie Vindplaatsen: Rechtspraak.nl
Nadere informatie2 Tenlastelegging en motivering van de gegeven vrijspraak
ECLI:NL:HR:2014:1174 Uitspraak 20 mei 2014 Strafkamer nr. 13/02407 Hoge Raad der Nederlanden Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 6 februari 2013, nummer 22/001806-12,
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2014:3064
ECLI:NL:GHARL:2014:3064 Instantie Datum uitspraak 15-04-2014 Datum publicatie 15-04-2014 Zaaknummer 21-000541-12 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Nadere informatieECLI:NL:HR:2014:381. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556, Gevolgd
ECLI:NL:HR:2014:381 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 18-02-2014 Datum publicatie 19-02-2014 Zaaknummer 13/02084 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556,
Nadere informatieECLI:NL:HR:2010:BO2558
ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2013:4039
ECLI:NL:RBGEL:2013:4039 Uitspraak RECHTBANK GELDERLAND Team strafrecht Zittingsplaats Zutphen Meervoudige kamer Parketnummer: [jw.sys.1.verdachte_1_parketnummer]05/860948-13 Uitspraak d.d. 22 oktober 2013
Nadere informatieHet hoger beroep De officier van justitie heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
ECLI:NL:GHARL:2015:7181 Instantie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak: 25-09-2015 Datum publicatie: 25-09-2015 Zaaknummer: 21-004143-14 Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Hoger
Nadere informatieECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig.
ECLI:NL:RBOVE:2016:1480 Instantie: Rechtbank Overijssel Datum uitspraak: 26-04-2016 Datum publicatie: 26-04-2016 Zaaknummer: 08.910038-15 (P) Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2015:2577
ECLI:NL:GHARL:2015:2577 Uitspraak Arrest GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN Strafrecht Parketnummer: 21-008157-13 Datum uitspraak: 9 april 2015 Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken gewezen
Nadere informatieECLI:NL:HR:2016:554. Uitspraak
ECLI:NL:HR:2016:554 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 05-04-2016 Datum publicatie 05-04-2016 Zaaknummer 15/00430 Formele relaties In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2014:9416, bekrachtiging/bevestiging.
Nadere informatieIn cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:417, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1483
ECLI:NL:HR:2014:2652 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 09-09-2014 Datum publicatie 10-09-2014 Zaaknummer 13/01257 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie In cassatie op
Nadere informatieECLI:NL:HR:2013:898. 1 Geding in cassatie. 2. Beoordeling van het eerste middel. Uitspraak. 8 oktober 2013. Strafkamer. nr.
ECLI:NL:HR:2013:898 Uitspraak 8 oktober 2013 Strafkamer nr. 11/04842 Hoge Raad der Nederlanden Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 30 september 2011,
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2013:4611
ECLI:NL:GHARL:2013:4611 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Uitspraak Afdeling strafrecht Parketnummer: 24-002670-09 Uitspraak d.d.: 1 juli 2013 TEGENSPRAAK Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
Nadere informatieECLI:NL:RBZUT:2011:BT8884
ECLI:NL:RBZUT:2011:BT8884 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 21-10-2011 Datum publicatie 21-10-2011 Zaaknummer 06/940112-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig
Nadere informatieECLI:NL:HR:2016:2521. Uitspraak
ECLI:NL:HR:2016:2521 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 08-11-2016 Datum publicatie 09-11-2016 Zaaknummer 15/00531 Formele relaties Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:796, Contrair In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2015:164,
Nadere informatieECLI:NL:GHSGR:2011:BR4575
ECLI:NL:GHSGR:2011:BR4575 Instantie Gerechtshof 's-gravenhage Datum uitspraak 09-08-2011 Datum publicatie 10-08-2011 Zaaknummer 22-000623-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep
Nadere informatieECLI:NL:GHARN:2006:AX3957
ECLI:NL:GHARN:2006:AX3957 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 23-05-2006 Datum publicatie 23-05-2006 Zaaknummer 21-000822-05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2016:4450
ECLI:NL:GHAMS:2016:4450 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 13-07-2016 Datum publicatie 15-11-2016 Zaaknummer 23-004114-14 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Vindplaatsen
Nadere informatieECLI:NL:RBOVE:2015:3340
ECLI:NL:RBOVE:2015:3340 Instantie: Rechtbank Overijssel Datum uitspraak: 09-07-2015 Datum publicatie: 13-07-2015 Zaaknummer: 08.963556-14 (LP) Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg
Nadere informatieECLI:NL:RBALK:2010:BN9788
ECLI:NL:RBALK:2010:BN9788 Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak: 07-10-2010 Datum publicatie: 08-10-2010 Zaaknummer: 14.810141-07 Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig
Nadere informatieECLI:NL:RBZUT:2012:BV2125
ECLI:NL:RBZUT:2012:BV2125 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 24-01-2012 Datum publicatie 27-01-2012 Zaaknummer 06/850686-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig
Nadere informatieECLI:NL:HR:2015:3021. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/05204
ECLI:NL:HR:2015:3021 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 13-10-2015 Datum publicatie 14-10-2015 Zaaknummer 14/05204 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:2082,
Nadere informatieop het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 21 juni 2013, nummer 22/ , in de strafzaak tegen:
ECLI:NL:HR:2014:1592 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 01-07-2014 Datum publicatie 02-07-2014 Zaaknummer 13/03174 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:654,
Nadere informatieECLI:NL:RBNHO:2015:1805
ECLI:NL:RBNHO:2015:1805 Uitspraak Vonnis RECHTBANK NOORD-HOLLAND, LOCATIE HAARLEM Strafrecht Datum uitspraak : 10 maart 2015 Parketnummer: 15/840083-08 (ontneming) Vonnis ex artikel 36e van het Wetboek
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2016:3990
ECLI:NL:GHDHA:2016:3990 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 23-06-2016 Datum publicatie 04-01-2017 Zaaknummer 22-004558-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Vindplaatsen
Nadere informatie2 Tenlastelegging en motivering van de gegeven vrijspraak
ECLI:NL:HR:2013:669 Uitspraak 10 september 2013 Strafkamer nr. 12/03804 Hoge Raad der Nederlanden Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-gravenhage van 26 juli 2012,
Nadere informatieUitspraak ECLI:NL:GHAMS:2012:BV9608
ECLI:NL:GHAMS:2012:BV9608 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 19-03-2012 Datum publicatie 21-03-2012 Zaaknummer 23-004614-10 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2010:BN0043
ECLI:NL:PHR:2010:BN0043 Instantie Datum uitspraak 16-11-2010 Datum publicatie 16-11-2010 Zaaknummer 09/03684 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie Parket bij de Hoge Raad
Nadere informatieECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061
ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 Instantie Datum uitspraak 03-02-2009 Datum publicatie 05-02-2009 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-002670-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBOVE:2016:5140
ECLI:NL:RBOVE:2016:5140 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 15-12-2016 Datum publicatie 27-12-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 08/963658-14 (LP) (P) Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833
ECLI:NL:PHR:2014:1700 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 01-07-2014 Datum publicatie 26-09-2014 Zaaknummer 12/04833 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692
ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 Instantie Datum uitspraak 19-03-2013 Datum publicatie 19-03-2013 Zaaknummer 21-000368-12 Formele relaties Rechtsgebieden Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGRO:2009:BH3578,
Nadere informatieECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012
ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 Instantie Datum uitspraak 11-06-2003 Datum publicatie 12-08-2003 Zaaknummer 2200326602 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2014:3838
ECLI:NL:GHDHA:2014:3838 Instantie: Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak: 13-11-2014 Datum publicatie: 28-11-2014 Zaaknummer: 22-000767-14 Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Uitspraak
Nadere informatieECLI:NL:GHSGR:2012:BX3976
ECLI:NL:GHSGR:2012:BX3976 Instantie Datum uitspraak 26-07-2012 Datum publicatie 08-08-2012 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-000638-11 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2014:9415
ECLI:NL:GHARL:2014:9415 Instantie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak: 04-12-2014 Datum publicatie: 17-12-2014 Zaaknummer: 21-005927-13 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2013:CA2936
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2010:BN7215
ECLI:NL:GHSHE:2010:BN7215 Gerechtshof s-hertogenbosch Datum uitspraak: 17-09-2010 Datum publicatie: 17-09-2010 Zaaknummer: 20-003936-09 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Uitspraak
Nadere informatieUitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK
ECLI:NL:GHAMS:2016:5390 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-11-2016 Datum publicatie 21-12-2016 Zaaknummer 23-003117-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieUitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK
ECLI:NL:GHAMS:2016:5593 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-001668-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieStrafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid: 2014-05-11
ECLI:NL:GHSHE:2015:3566 Instantie: Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak: 16-09-2015 Datum publicatie: 17-09-2015 Zaaknummer: 20-002514-14 Rechtsgebieden: Materieel strafrecht Strafprocesrecht Bijzondere
Nadere informatieDit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek
ECLI:NL:GHDHA:2015:80 Uitspraak Rolnummer: 22-002584-14 Parketnummers: 10-750263-13, 22-003524-12 (TUL) en 22-004272-11 (TUL) Datum uitspraak: 27 januari 2015 TEGENSPRAAK Gerechtshof Den Haag meervoudige
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2014:2715
ECLI:NL:RBROT:2014:2715 Uitspraak Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak: 09-04-2014 Datum publicatie: 09-04-2014 Zaaknummer: 10/750175-11 Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken,
Nadere informatieECLI:NL:RBMAA:2011:BP5002
ECLI:NL:RBMAA:2011:BP5002 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 16-02-2011 Datum publicatie 17-02-2011 Zaaknummer 03-702714-08 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2009:BJ3458 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 07/12272
ECLI:NL:PHR:2009:BJ3458 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 08-09-2009 Datum publicatie 08-09-2009 Zaaknummer 07/12272 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518
ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 Instantie Datum uitspraak 17-10-2011 Datum publicatie 25-10-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-003332-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06
ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 06-03-2007 Datum publicatie 06-03-2007 Zaaknummer 00636/06 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2014:7911
ECLI:NL:RBAMS:2014:7911 Instantie: Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak: 21-11-2014 Datum publicatie: 06-01-2015 Zaaknummer: 13-730021-13 Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg- meervoudig Uitspraak Vonnis
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2015:84
ECLI:NL:GHDHA:2015:84 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 27-01-2015 Datum publicatie 27-01-2015 Zaaknummer 22000511-14 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2014:3775
ECLI:NL:GHAMS:2014:3775 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-07-2014 Datum publicatie 05-12-2014 Zaaknummer 23-004323-13 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieCLI:NL:RBMNE:2014:6501
CLI:NL:RBMNE:2014:6501 Instantie: Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak: 09-12-2014 Datum publicatie: 09-12-2014 Zaaknummer: 16/711877-11 (ontneming) Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken:
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2014:3959
ECLI:NL:GHDHA:2014:3959 Instantie: Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak: 09-12-2014 Datum publicatie: 09-12-2014 Zaaknummer: 2200224312 Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Uitspraak
Nadere informatieUitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
ECLI:NL:GHAMS:2016:5673 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-11-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-003159-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:HR:2012:BT8778
ECLI:NL:HR:2012:BT8778 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 10-01-2012 Datum publicatie 10-01-2012 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 10/02260 P Conclusie:
Nadere informatieECLI:NL:HR:2015:3247. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:1937, Gevolgd
ECLI:NL:HR:2015:3247 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 10-11-2015 Datum publicatie 12-11-2015 Zaaknummer 14/04603 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:1937,
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 10-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-000872-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2013:4611
ECLI:NL:GHARL:2013:4611 Instantie Datum uitspraak 01-07-2013 Datum publicatie 01-07-2013 Zaaknummer 24-002670-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2016:935
ECLI:NL:GHDHA:2016:935 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 31-03-2016 Datum publicatie 06-04-2016 Zaaknummer 22-004068-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieUitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 2 februari 2016 TEGENSPRAAK Promis
ECLI:NL:GHARL:2016:10657 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 02-02-2016 Datum publicatie 15-05-2017 Zaaknummer 21-002071-15 Formele relaties Cassatie: ECLI:NL:HR:2017:789, Niet ontvankelijk
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2013:1486
ECLI:NL:RBGEL:2013:1486 Uitspraak RECHTBANK GELDERLAND Team strafrecht Zittingsplaats Arnhem Promis II Parketnummer : 05/900959-12 Datum zitting : 24 juni 2013 Datum uitspraak : 08 juli 2013 TEGENSPRAAK
Nadere informatieECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420
ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 05-04-2011 Datum publicatie 07-04-2011 Zaaknummer 21-002244-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2017:2188
ECLI:NL:GHARL:2017:2188 Instantie Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 15-03-2017 Zaaknummer 21-006632-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht
Nadere informatieConclusie: ECLI:NL:PHR:2016:959. Wetboek van Strafvordering 51f
ECLI:NL:HR:2017:221 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 14-02-2017 Datum publicatie 14-02-2017 Zaaknummer 14/03452 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:629
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2011:BQ2356
ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ2356 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 22-04-2011 Datum publicatie 27-04-2011 Zaaknummer 24-000037-11 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBLEE:2010:BO9043, Meerdere
Nadere informatieECLI:NL:HR:2013:1173. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 11/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:1169, Gevolgd
ECLI:NL:HR:2013:1173 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 12-11-2013 Datum publicatie 13-11-2013 Zaaknummer 11/05589 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:1169,
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2013:CA1193
ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193 Instantie Datum uitspraak 12-02-2013 Datum publicatie 28-05-2013 Zaaknummer 21-004366-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377
ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 15-04-2011 Datum publicatie 15-04-2011 Zaaknummer 19.605555-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2016:709
ECLI:NL:GHAMS:2016:709 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-01-2016 Datum publicatie 23-03-2016 Zaaknummer 23-001797-14 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieDe verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
arrest GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN locatie Arnhem Afdeling strafrecht Parketnummer: X Uitspraak d.d.: 15 juni 2016 TEGENSPRAAK Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken gewezen op het hoger
Nadere informatieECLI:NL:RBNNE:2016:5552
ECLI:NL:RBNNE:2016:5552 Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak 15-12-2016 Datum publicatie 19-12-2016 Zaaknummer 18-730123-14 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg -
Nadere informatieECLI:NL:HR:2006:AU8286
ECLI:NL:HR:2006:AU8286 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 17-10-2006 Datum publicatie 17-10-2006 Zaaknummer 01599/05 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2006:AU8286
Nadere informatieHet ten laste gelegde artikel 250 ter Wetboek van Strafrecht (oud)
Een verbijsterende vrijspraak Het ten laste gelegde artikel 250 ter Wetboek van Strafrecht (oud) Ten tijde van het gebeuren gold de voorloper van het huidige artikel 273f, artikel 250terWetboek van Strafrecht.[7]
Nadere informatieECLI:NL:RBOBR:2014:1214
ECLI:NL:RBOBR:2014:1214 Instantie Datum uitspraak 20-03-2014 Datum publicatie 20-03-2014 Rechtbank Oost-Brabant Zaaknummer 01/865006-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieZoekresultaat - inzien document. ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: Uitspraak. Rechtbank Oost-Brabant
Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ec Instantie Datum uitspraak 07-10-2015 Datum publicatie 07-10-2015 Rechtbank Oost-Brabant
Nadere informatieECLI:NL:RBZLY:2010:BO9656
ECLI:NL:RBZLY:2010:BO9656 Instantie Datum uitspraak 10-12-2010 Datum publicatie 04-01-2011 Rechtbank Zwolle-Lelystad Zaaknummer 07.620273-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2011:BQ1659
ECLI:NL:GHAMS:2011:BQ1659 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 15-04-2011 Datum publicatie 18-04-2011 Zaaknummer 23-000014-10 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieVonnis van de rechtbank Limburg, meervoudige kamer voor strafzaken,
ECLI:NL:RBLIM:2013:5859 Uitspraak RECHTBANK Limburg Zittingsplaats Maastricht Strafrecht Parketnummer : 03/993017-11 Datum uitspraak : 17 september 2013 Tegenspraak Vonnis van de rechtbank Limburg, meervoudige
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341
ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341 Instantie Datum uitspraak 24-04-2013 Datum publicatie 24-04-2013 Zaaknummer 20-000702-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2013:BZ4699
ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4699 Instantie Datum uitspraak 19-03-2013 Datum publicatie 19-03-2013 Zaaknummer 21-000669-12 Formele relaties Rechtsgebieden Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGRO:2009:BH3578,
Nadere informatieUitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 29 november 2016 TEGENSPRAAK
ECLI:NL:GHAMS:2016:5286 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 13-12-2016 Zaaknummer 23-000227-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2014:9416
ECLI:NL:GHARL:2014:9416 Instantie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak: 04-12-2014 Datum publicatie: 17-12-2014 Zaaknummer: 21-005710-13 Formele relaties: Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2013:1485
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2015:738
ECLI:NL:GHSHE:2015:738 Instantie Datum uitspraak 09-03-2015 Datum publicatie 09-03-2015 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 20-003525-14 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2009:BG5966 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 01971/07
ECLI:NL:PHR:2009:BG5966 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 17-02-2009 Datum publicatie 17-02-2009 Zaaknummer 01971/07 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2016:5236
ECLI:NL:GHAMS:2016:5236 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 08-12-2016 Datum publicatie 12-12-2016 Zaaknummer 23-1709-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Vindplaatsen
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2013:7844
ECLI:NL:RBMNE:2013:7844 Instantie: Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak: 12-09-2013 Datum publicatie: 01-05-2014 Zaaknummer: 16/800236-12 (P) vonnis van de meervoudige strafkamer van 12 september
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993
ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 Instantie Datum uitspraak 11-11-2009 Datum publicatie 11-11-2009 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-002029-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBNNE:2017:1473
ECLI:NL:RBNNE:2017:1473 Instantie Datum uitspraak 20-04-2017 Datum publicatie 21-04-2017 Rechtbank Noord-Nederland Zaaknummer 18/830019-17 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHSGR:2010:BN3621
ECLI:NL:GHSGR:2010:BN3621 Instantie: Gerechtshof 's-gravenhage Datum uitspraak: 26-04-2010 Datum publicatie: 10-08-2010 Zaaknummer: 22-003619-08 em 22-003108-07 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken
Nadere informatieECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273
ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 31-03-2004 Datum publicatie 08-04-2004 Zaaknummer 06/060115-03 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieHet hoger beroep De officier van justitie heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
ECLI:NL:GHARL:2016:1008 Instantie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak: 12-02-2016 Datum publicatie: 12-02-2016 Zaaknummer: 21-009043-13 Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Hoger
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388
ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388 Instantie Datum uitspraak 10-02-2011 Datum publicatie 14-02-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-001943-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieHet hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.
arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM parketnummer: X uitspraak: 21 juli 2016 TEGENSPRAAK Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter
Nadere informatieECLI:NL:RBOVE:2015:1985
ECLI:NL:RBOVE:2015:1985 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 17-04-2015 Datum publicatie 20-04-2015 Zaaknummer 08/951389-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatievonnis van de meervoudige strafkamer van 12 november 2013
ECLI:NL:RBMNE:2013:5594 Uitspraak RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Strafrecht Zittingslocatie Utrecht Parketnummer: 16/711877-11 (P) vonnis van de meervoudige strafkamer van 12 november 2013 in de strafzaak
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2014:1006
ECLI:NL:RBDHA:2014:1006 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 29-01-2014 Datum publicatie 29-01-2014 Zaaknummer 09/818467-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2016:5688
ECLI:NL:RBMNE:2016:5688 Instantie Datum uitspraak 26-10-2016 Datum publicatie 22-12-2016 Zaaknummer 16/703291-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Strafrecht
Nadere informatiegewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 26 augustus 2008 in de strafzaak tegen de verdachte:
Gerechtshof te s-gravenhage meervoudige kamer voor strafzaken Arrest gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 26 augustus 2008 in de strafzaak tegen de verdachte: (naam
Nadere informatieECLI:NL:GHARN:2010:BO2994
ECLI:NL:GHARN:2010:BO2994 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 19-10-2010 Datum publicatie 05-11-2010 Zaaknummer 21-004191-08 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieArrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
ECLI:NL:GHARL:2014:6274 Instantie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak: 08-08-2014 Datum publicatie: 08-08-2014 Zaaknummer: 21-008722-13 Formele relaties: Eerste aanleg: ECLI:NL:RBMNE:2013:5594,
Nadere informatie