Aanvraag uitbreiding verplichtstelling

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Aanvraag uitbreiding verplichtstelling"

Transcriptie

1 Aanvraag uitbreiding verplichtstelling DPD (deelnemersvereniging pensioenfonds dierenartsen) vraagt, na hiertoe een verzoek van SZW te hebben ontvangen, om uitbreiding van de verplichtstelling. SZW eist dat de woonplaatseis uit de verplichtstelling wordt verwijderd, wegens discriminatie op grond van nationaliteit. Dierenartsen die in het buitenland wonen maar werkzaam zijn in een in Nederland gevestigde praktijk zullen vanaf 01/01/2015 onder de verplichtstelling gaan vallen. Het betreft een kleine groep, waarschijnlijk enkele tientallen deelnemers. Huidige statuten: Artikel 6, Deelnemers 1. Deelnemer is iedere dierenarts, die in Nederland als zodanig - hetzij zelfstandig, hetzij in dienstverband - praktijk uitoefent, op 31 december 2006 nog geen 60 jaar was, in Nederland woont en de vijfenzestigjarige leeftijd nog niet heeft bereikt. Nieuwe statuten (concept): Artikel 6, Deelnemers Peelnemer is iedere dierenarts, die in Nederland als zodanig - hetzij zelfstandig, hetzij in dienstverband - praktijk' uitoefent in een in Nederland gevestigde praktijk, op 31 december 2006 nog"geên 60 jaar was,' èn de vijfenzestigjarlgeleeftijdmögmiet!heéfl?bérëiktl Opmerking [Al]: Wijziging per ~01.01'.20T5 als verpllchtstelling wordt" gewijzigd (woonplaatseis)

2 Verplichtstelling Deelnemer is iedere dierenarts, die in Nederiand als zodanig - hetzij zelfstandig, hetzij in dienstverband - praktijk uitoefent in een in Nederiand gevestigde praktijk, op 31 december 2006 nog geen 60 jaar was, en de vijfenzestigjarige leeftijd nog niet heeft bereikt.

3 FORMULIER REPRESENTATIVITEITSGEGEVENS (Bijlage, bedoeld in artikel 1, onderdeel h, artikel 3, onderdeel f, artikel 5, eerste lid, onderdeel d van de Regeling verplichtstelling beroepspensioenregeling) Bij een aanvraag tot verplichtstelling dienen de representativiteitsgegevens, de gebruikte bronnen en de gehanteerde onderzoeksmethodiek te worden opgegeven. Deze opgave kan worden ingediend aan de hand van dit formulier. Gebruikmaking van dit formulier is vereist bij een percentage representativiteit onder de 60% en ingeval beargumenteerde zienswijzen tegen de representativiteit daartoe aanleiding geven. INHOUD REPRESENTATIVITEITSOPGAVE Gegevens (zelfstandig werkzame) beröepsgenoten O Direct aan de beroepspensioenregeling gebonden (zelfstandig werkzame) beroepsgenoten O (Zelfstandig werkzame) beroepsgenoten gebonden door de verplichtgestelde werkingssfeer Gegevens beröepsgenoten in loondienst O Direct aan de beroepspensioenregeling gebonden beroepsgenoten in loondienst O Beroepsgenoten in loondienst gebonden door de verplichtgestelde werkingssfeer Gegevens specifieke groep beroepsgenoten O Direct aan de beroepspensioenregeling gebonden beroepsgenoten behorend tot een specifieke groep O Beroepsgenoten behorend tot een specifieke groep gebonden door de verplichtgestelde werkingssfeer II TOELICHTING Gehanteerde onderzoeksmethode Gebruikte bronnen Wijze van meting Relatie tot de werkingssfeer Actualiteit van de cijfers De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma

4 I REPRESENTATIVITEITSOPGAVE Het verplichtstellen van de deelname in een beroepspensioenregeling (bpr) vereist dat, naar het oordeel van de minister, de beroepspensioenvereniging die de aanvraag tot (wijziging/intrekking van de) verplichtstelling indient een belangrijke meerderheid van de in de betreffende beroepsgroep(en) werkzame beroepsgenoten vertegenwoordigt. Het meerderheidsvereiste wordt aan de hand van de representativiteitsgegevens bepaald. De mate van representativiteit wordt als volgt berekend: het aantal zelfstandig werkzame beroepsgenoten binnen de werkingssfeer van de pensioenregeling dat lid is van de beroepspensioenvereniging (teller) gedeeld door: het totaal aantal zelfstandig werkzame beroepsgenoten binnen de werkingssfeer van de pensioenregeling (noemer). Indien naast zelfstandig werkzame beroepsgenoten tevens beroepsgenoten in loondienst deelnemen aan de beroepspensioenregeling, dient voor beide groepen afzonderlijk te worden aangetoond dat aan het meerderheidsvereiste wordt voldaan. In dat geval wordt tevens berekend : het aantal beroepsgenoten in loondienst binnen de werkingssfeer van de pensioenregeling dat lid is van de beroepspensioenvereniging (teller) gedeeld door: het totaal aantal beroepsgenoten in loondienst binnen de werkingssfeer van de pensioenregeling (noemer). Als een (eerste) verplichtstelling wordt gevraagd voor zowel zelfstandig werkzame beroepsgenoten als voor beroepsgenoten in loondienst is de verhouding tussen beide groepen van belang, aangezien de beroepspensioenregeling in overwegende mate bestemd is voor zelfstandig werkzame beroepsgenoten. Daarbij gaat het om een percentage van 55 afgezet tegen het totaal aantal beroepsgenoten. Is het percentage minder dan 55 dan zal het verzoek om verplichtstelling van beide groepen niet in behandeling worden genomen. Deze verhouding geldt ook indien sprake is van een aanvraag tot wijziging van de verplichtstelling waarbij de werkingssfeer met de groep beroepsgenoten die in loondienst werken wordt uitgebreid. Een aanvraag tot gedeeltelijke intrekking van de verplichtstelling mag niet tot gevolg hebben dat alleen verplichtstelling resteert voor de beroepsgenoten in loondienst. Naast de groep beroepsgenoten in loondienst kan een aanvraag tot wijziging van de verplichtstelling of een aanvraag tot gedeeltelijke intrekking van de verplichtstelling betrekking hebben op een of meer bepaalde andere groepen beroepsgenoten. Er is sprake van een bepaalde groep als de deelnemers ervan binnen de beroepsgroep helder te onderscheiden zijn op grond van hun activiteiten. Als de werkingssfeer met een bepaalde groep beroepsgenoten wordt uitgebreid, dient ook voor deze groep afzonderlijk te worden aangetoond dat aan het meerderheidsvereiste wordt voldaan. Vervolgens wordt de representativiteit van de gehele groep beoordeeld. Indien de werkingssfeer met een bepaalde groep beroepsgenoten wordt ingeperkt, dient uitsluitend voor deze groep afzonderlijk te worden aangetoond dat aan het meerderheidsvereiste is voldaan. De berekening voor een bepaalde groep:

5 het aantal beroepsgenoten behorend tot de specifieke groep binnen de werkingssfeer van de pensioenregeling dat lid is van de beroepspensioenvereniging (teller) gedeeld door: het totaal aantal beroepsgenoten behorende tot de specifieke groep binnen de werkingssfeer van de pensioenregeling (noemer). Bij een eerste verzoek tot verplichtstelling of een verzoek tot wijziging van een bestaande verplichtstelling dient de werkingssfeer waarop de verplichtstelling betrekking heeft als uitgangspunt voor het bepalen van de aantallen beroepsgenoten in zowel de teller als de noemer. Het gaat daarbij om de werkingssfeer zoals die komt te luiden na (de wijziging van) de verplichtstelling. Bij een verzoek tot (gedeeltelijke) intrekking van de verpllchtstelling gaat het (ook) om de werkingssfeer zoals die luidt vóór (gedeeltelijke) intrekking. Gezien de verstrekkende consequenties van het verplichtstellen van de deelname in een bpr is het noodzakelijk dat de representativiteitsopgave voldoet aan de eisen van: reproduceerbaarheid validiteit interne consistentie onderzoekstechnische kwaliteit, en actualiteit Het is een vereiste voor de beoordeling van het representativiteitscijfer dat dit reproduceerbaar is. Brongegevens, gebruikte enquête, uitgevoerde berekeningen, analyses en extrapolatie moeten beschikbaar zijn, zodat desgevraagd een accountant, dan wel het Ministerie van SZW op basis hiervan het cijfer zelfstandig kan reproduceren. Het begrip validiteit heeft betrekking op de vraag of daadwerkelijk is gemeten wat beoogd was. Is het te meten begrip, beroepsgenoten, op de juiste wijze gedefinieerd én zijn vervolgens de beroepsgenoten ook conform de operationalisering gemeten. Voor het begrip beroepsgenoten speelt dan bijvoorbeeld de werkingssfeer een rol en of op een juiste wijze is gecorrigeerd voor beroepsgenoten die in de werkingssfeer worden uitgesloten. Bij de interne consistentie gaat het om gebruikte meeteenheden. De eenheid in de teller moet overeenstemmen met de gehanteerde eenheid in de noemer. In teller én noemer moeten standcijfers (gemeten op een bepaald moment) of stroomcijfers (gemeten over een periode) worden gebruikt. De definitie van beroepsgenoten moet in beide gelijk zijn. En ook de peildatum of de peilperiode moeten in teller en noemer vergelijkbaar zijn. Bij de beoordeling van de kwaliteit van het onderzoek wordt nagegaan of voldaan is aan de vereisten van zorgvuldigheid. Het gaat hierbij om zaken als de gebruikte methode om de gegevens te verzamelen, de omvang van de enquête, de hoogte van de non-respons, de gebruikte weging, gehanteerde analyses en uitgevoerde berekeningen. De gegevens waarop het representativiteitscijfer is gebaseerd, mogen in principe niet ouder zijn dan één jaar, te rekenen vanaf de indiening van de aanvraag. Om te kunnen beoordelen of aan deze criteria wordt voldaan, dient een toelichting te worden gegeven op de verstrekte gegevens

6 GEGEVENS (ZELFSTANDIG WERKZAME) BEROEPSGENOTEN Opgave van deze gegevens kan achterwege blijven indien sprake is van een aanvraag tot gedeeltelijke intrekking van de verplichtstelling voor een of meer bepaalde groepen. Er is sprake van een bepaalde groep als de deelnemers ervan binnen de beroepsgroep helder te onderscheiden zijn op grond van hun activiteiten. Er is ook sprake van een groep als de deelnemers ervan allen beroepsgenoten in loondienst zijn. 1 Direct aan de bpr gebonden zelfstandig werkzame beroepsgenoten Hoeveel (als zelfstandige werkzame) beroepsgenoten vallen direct onder de werkingssfeer van de verplichtgestelde bpr^? 1289 Geef aan op welke peildatum dan wel over welke periode de gegevens verzameld zijn. 25/09/2014 Zelfstandig werkzame beroepsgenoten gebonden door de werkingssfeer van de verplichtstelling Wat is het totale aantal (als zelfstandige werkzame) beroepsgenoten dat valt onder de werkingssfeer van de verplichtgestelde bpr? 1871 Geef aan op welke peildatum dan wel over welke periode de gegevens verzameld zijn op 31/01/2014 en 15 buitenlanders op 31/10/2014 De wijze waarop de gegevens zijn verkregen over het aantal zelfstandig werkzame beroepsgenoten dat direct en het aantal dat in totaal onder de werkingssfeer van de bpr valt moet worden toegelicht. Daarvoor is onderstaand een aantal aandachtspunten opgenomen. Afhankelijk van de gehanteerde methode kunnen de aandachtspunten al dan niet relevant zijn. Er zijn globaal 3 methoden, die elkaar overigens niet uitsluiten: - gebruik maken van bestaande bronnen/bestanden, - onderzoek en - extrapolatie. Indien een van de genoemde methoden van toepassing is, dient het betreffende te worden aangekruist en een toelichting te worden gegeven op de bijbehorende aandachtspunten. De toelichting kunt u opnemen in het daarvoor opgenomen tekstvak. De eerste aandachtspunten genoemd bij het voorgekruiste dienen altijd te worden toegelicht. ^ Een beroepsgenoot valt direct onder de werl<ingssfeer van de verplichtgestelde bpr als hij lid is van de bij deze bpr betrokken beroepspensioenvereniging.

7 Daarnaast moet zonodig een toelichting worden gegeven op de actualiteit van de gebruikte gegevens. Achter de genoemde aandachtspunten is een verwijzing opgenomen naar een uitgebreidere toelichting in deel II van dit formulier. Dat deel gaat in op de gehanteerde onderzoeksmethode (ad. 1); de gebruikte bronnen (ad. 2); de wijze van meting (ad. 3); de relatie tot de werkingssfeer (ad. 4); en de actualiteit van de gegevens (ad. 5). Als u meer ruimte in het tekstvak nodig heeft, klikt u op de rand van het tekstvak en kunt u door te slepen het tekstvak vergroten. Bestaande bronnen/bestanden ^ Geef voor het uitgevoerde onderzoek naar de bij vraag 1 en 2 opgegeven aantallen een beschrijving van: de gebruikte bronnen (ad. 2) de bronnen in relatie tot de werkingssfeer (ad. 4) de uitgevoerde correctie in de bronbestanden (ad. 4) de gehanteerde meeteenheid (ad 3) Vraag 1 : betaalde contributie. Vraag 2: deelnemersadministratie van het pensioenfonds. En buitenlanders uit de KNMvD administratie. Er is gebruik gemaakt van meerdere bestanden. Geef onderstaand een beschrijving van: de representativiteit van de bestanden (ad. 2) uitgevoerde correcties voor dubbeltellingen (ad. 2) de wijze van 'matching' van de bestanden (ad. 1) I I De bronnen sluiten niet volledig aan bij de werkingssfeer. Geef een beschrijving van: de correcties die zijn uitgevoerd (ad. 4) Onderzoek I I Er is (aanvullend) steekproefonderzoek uitgevoerd, bijvoorbeeld op basis van een enquête. Geef een beschrijving met cijfermatige onderbouwing van: de gehanteerde methodiek (ad. 1) het steekproefkader in relatie tot de werkingssfeer (ad. 1) de respons (ad. 1) de representativiteit van de steekproef (ad. 1)

8 eventueel gebruik van aanvullende informatie (ad. 1) toegepaste berekeningen en schattingen (ad. 1) Extrapolatie I I Onderzoeksgegevens zijn middels andere bronnen geëxtrapoleerd. Geef een beschrijving met cijfermatige onderbouwing van: de hiervoor gebruikte bronnen (ad. 2) de representativiteit van het verkregen bestand (ad. 2) de verschillen tussen de bronnen (ad. 2) eventueel uitgevoerde correcties (ad. 4) Peildatum I I Er zijn gegevens gebruikt ouder dan een jaar, (terug)gerekend vanaf de datum van indiening van de aanvraag. Geef een beschrijving van: de reden waarom het niet mogelijk is om gegevens van recenter datum te leveren (ad. 5) de aannemelijkheid dat sindsdien binnen de beroepsgroep geen grote fluctuaties in de genoemde aantallen zijn opgetreden. Indien wel sprake is van grote fluctuaties is aanvullend onderzoek of extrapolatie nodig (ad. 5) Overig ^ Overige opmerkingen Met behulp van het deelnemersbestand van het fonds SPD op 31/01/2014 worden er door GGN nota's gestuurd aan de leden van de beroepsvereniging DPD. Op 25/09/2014 is de eindrapportage opgemaakt. Daar staat in hoeveel dierenartsen in loondienst en hoeveel zelfstandigen de nota hebben betaald. Het draagvlak wordt berekend aan de hand van de betaalde nota's.

9 GEGEVENS GROEP BEROEPSGENOTEN IN LOONDIENST Opgave van deze gegevens is vereist indien sprake is van beroepsgenoten in loondienst. Opgave kan alleen achterwege blijven indien sprake is van een aanvraag tot gedeeltelijke intrekking van de verplichtstelling voor een of meer bepaalde groepen (niet zijnde beroepsgenoten in loondienst). Er is sprake van een bepaalde groep als de deelnemers ervan binnen de beroepsgroep helder te onderscheiden zijn op grond van hun activiteiten. Direct aan de bpr gebonden beroepsgenoten in loondienst Hoeveel beroepsgenoten in loondienst vallen direct onder de werkingssfeer van de verplichtgestelde bpr^? 906 Geef aan op welke peildatum dan wel over welke periode de gegevens verzameld zijn. 25/09/2014 Beroepsgenoten in loondienst gebonden verplichtgestelde werkingssfeer door de Wat is het totale aantal beroepsgenoten in loondienst dat valt onder de werkingssfeer van de verplichtstelling? 1624 Geef aan op welke peildatum dan wel over welke periode de gegevens verzameld zijn op 31/01/2014 en 16 buitenlanders op 31/10/2014 De wijze waarop de gegevens zijn verkregen over het aantal beroepsgenoten in loondienst dat direct en het aantal dat in totaal onder de werkingssfeer van de bpr valt moet worden toegelicht. Daarvoor is onderstaand een aantal aandachtspunten opgenomen. Afhankelijk van de gehanteerde methode kunnen de aandachtspunten al dan niet relevant zijn. Er zijn globaal 3 methoden, die elkaar overigens niet uitsluiten: - gebruik maken van bestaande bronnen/bestanden. ^ Een beroepsgenoot valt direct onder de werkingssfeer van de verplichtgestelde bpr als hij lid is van de bij deze bpr betrokken beroepspensioenvereniging.

10 - onderzoek en - extrapolatie. Indien een van de genoemde methoden van toepassing is, dient het betreffende te worden aangekruist en een toelichting te worden gegeven op de bijbehorende aandachtspunten. De toelichting kunt u opnemen in het daarvoor opgenomen tekstvak. De eerste aandachtspunten genoemd bij het voorgekruiste ' 3' dienen altijd te worden toegelicht. Daarnaast moet zonodig een toelichting worden gegeven op de actualiteit van de gebruikte gegevens. Achter de genoemde aandachtspunten is een verwijzing opgenomen naar een uitgebreidere toelichting in deel II van dit formulier. Dat deel gaat in op de gehanteerde onderzoeksmethode (ad. 1); de gebruikte bronnen (ad. 2); de wijze van meting (ad. 3); de relatie tot de werkingssfeer (ad. 4); en de actualiteit van de gegevens (ad. 5). Als u meer ruimte in het tekstvak nodig heeft, klikt u op de rand van het tekstvak en kunt u door te slepen het tekstvak vergroten. Bestaande bronnen/bestanden EI Voor het uitgevoerde onderzoek, geef een beschrijving van: de gebruikte bronnen (ad. 2) de bronnen in relatie tot de werkingssfeer (ad. 4) de uitgevoerde correctie in de bronbestanden (ad. 4) de gehanteerde meeteenheid (ad. 3) Vraag 1: betaalde contributie Vraag 2: deelnemersadministratie van het fonds. En buitenlanders uit administratie van de KNMVD. Indien gebruik is gemaakt van meerdere bestanden, geef een beschrijving van: de representativiteit van de bestanden (ad. 2) uitgevoerde correcties voor dubbeltellingen (ad. 2) de wijze van matching van bestanden (ad. 1) Sluiten de bronnen niet volledig aan bij de werkingssfeer, geef een beschrijving van: de correcties die zijn uitgevoerd (ad. 4)

11 Onderzoek I I Is er aanvullend steekproefonderzoek uitgevoerd, bijvoorbeeld op basis van een enquête, geef een beschrijving van: de gehanteerde methodiek (ad. 1) het steekproefkader in relatie tot de werkingssfeer (ad. 1) de respons (ad. 1) de representativiteit van de steekproef (ad. 1) eventueel gebruik van aanvullende informatie (ad. 1) toegepaste berekeningen en schattingen (ad. 1 ) I I Indien onderzoeksgegevens middels andere bronnen zijn geëxtrapoleerd, geef een beschrijving van: de hiervoor gebruikte bronnen (ad. 2) de representativiteit van het verkregen bestand (ad. 2) de verschillen tussen de bronnen (ad. 2) eventueel uitgevoerde correcties (ad. 4) Peildatum I I Zijn gegevens gebruikt ouder dan een jaar, (terug)gerekend vanaf de datum van indiening van de aanvraag,geef een beschrijving van: de reden waarom het niet mogelijk is om gegevens van recenter datum te leveren (ad. 5) de aannemelijkheid dat sindsdien binnen de beroepsgroep geen grote fluctuaties in de genoemde aantallen zijn opgetreden. Indien wel sprake is van grote fluctuaties is aanvullend onderzoek of extrapolatie nodig (ad. 5) Overig

12 I I Overige opmerkingen

13 GEGEVENS SPECIFIEKE GROEP BEROEPSGENOTEN Opgave van deze gegevens is vereist bij een aanvraag tot wijziging of een aanvraag tot gedeeltelijke intrekking van de verplichtstelling waarbij de werkingssfeer met één of meer bepaalde groepen beroepsgenoten wordt uitgebreid dan wel ingeperkt. Er is sprake van een bepaalde groep als de deelnemers ervan binnen de beroepsgroep helder te onderscheiden zijn op grond van hun activiteiten. Direct aan de bpr gebonden beroepsgenoten behorend tot een specifieke groep Hoeveel beroepsgenoten behoren tot een specifieke groep en vallen direct onder de werkingssfeer van de verplichtgestelde bpr^? Geef aan op welke peildatum dan wel over welke periode de gegevens verzameld zijn. Geef aan welke specifieke groep dit betreft Beroepsgenoten behorend tot een specifieke groep gebonden door de verplichtgestelde werkingssfeer Wat is het totale aantal beroepsgenoten behorend tot de specifieke groep dat valt onder de werkingssfeer van de verplichtstelling? Geef aan op welke peildatum dan wel over welke periode de gegevens verzameld zijn. De wijze waarop de gegevens zijn verkregen over het aantal beroepsgenoten dat direct en het aantal dat in totaal onder de werkingssfeer van de bpr valt moet ^ Een beroepsgenoot valt direct onder de werkingssfeer van de verplichtgestelde bpr als hij lid is van de bij deze bpr betrokken beroepspensioenvereniging.

14 worden toegelicht. Daarvoor is onderstaand een aantal aandachtspunten opgenomen. Afhankelijk van de gehanteerde methode kunnen de aandachtspunten al dan niet relevant zijn. Er zijn globaal 3 methoden, die elkaar overigens niet uitsluiten: - gebruik maken van bestaande bronnen/bestanden, - onderzoek en - extrapolatie. Indien een van de genoemde methoden van toepassing is, dient het betreffende te worden aangekruist en een toelichting te worden gegeven op de bijbehorende aandachtspunten. De toelichting kunt u opnemen in het daarvoor opgenomen tekstvak. De eerste aandachtspunten genoemd bij het voorgekruiste 'K' dienen altijd te worden toegelicht. Daarnaast moet zonodig een toelichting worden gegeven op de actualiteit van de gebruikte gegevens. Achter de genoemde aandachtspunten is een verwijzing opgenomen naar een uitgebreidere toelichting in deel II van dit formulier. Dat deel gaat in op de gehanteerde onderzoeksmethode (ad. 1); de gebruikte bronnen (ad. 2); de wijze van meting (ad. 3); de relatie tot de werkingssfeer (ad. 4); en de actualiteit van de gegevens (ad. 5). Als u meer ruimte in het tekstvak nodig heeft, klikt u op de rand van het tekstvak en kunt u door te slepen het tekstvak vergroten. Bestaande bronnen/bestanden S Voor het uitgevoerde onderzoek, geef een beschrijving van: de gebruikte bronnen (ad. 2) de bronnen in relatie tot de werkingssfeer (ad. 4) de uitgevoerde correctie in de bronbestanden (ad. 4) de gehanteerde meeteenheid (ad. 3) Administratie van de KNMvD en van het pensioenfonds. O Indien gebruik is gemaakt van meerdere bestanden, geef een beschrijving van: de representativiteit van de bestanden (ad. 2) uitgevoerde correcties voor dubbeltellingen (ad. 2) de wijze van matching van bestanden (ad. 1) KNMvD: 39 dierenartsen werken in Nederland en wonen in het Sluiten de bronnen niet volledig aan bij de werkingssfeer, geef een beschrijving van:

15 de correcties die zijn uitgevoerd (ad. 4) Onderzoek I I Is er aanvullend steekproefonderzoek uitgevoerd, bijvoorbeeld op basis van een enquête, geef een beschrijving van: de gehanteerde methodiek (ad. 1) het steekproefkader in relatie tot de werkingssfeer (ad. 1) de respons (ad. 1) de representativiteit van de steekproef (ad. 1) eventueel gebruik van aanvullende informatie (ad. 1) toegepaste berekeningen en schattingen (ad. 1 ) I I Indien onderzoeksgegevens middels andere bronnen zijn geëxtrapoleerd, geef een beschrijving van: de hiervoor gebruikte bronnen (ad. 2) de representativiteit van het verkregen bestand (ad. 2) de verschillen tussen de bronnen (ad. 2) eventueel uitgevoerde correcties (ad. 4) Peildatum I I Zijn gegevens gebruikt ouder dan een jaar, (terug)gerekend vanaf de datum van indiening van de aanvraag,geef een beschrijving van: de reden waarom het niet mogelijk is om gegevens van recenter datum te leveren (ad. 5) de aannemelijkheid dat sindsdien binnen de beroepsgroep geen grote fluctuaties in de genoemde aantallen zijn opgetreden. Indien wel sprake is van grote fluctuaties is aanvullend onderzoek of extrapolatie nodig (ad. 5)

16 Overig I I Overige opmerkingen

17 II TOELICHTING De door de beroepspensioenvereniging(-en) bij een aanvraag tot (wijziging/intrekking van de) verplichtstelling van de deelname in een bpr aangeleverde representativiteitsgegevens dienen, ten behoeve van de beoordelingscriteria, te worden voorzien van een toelichting op de volgende punten: 1. De wijze waarop het onderzoek is uitgevoerd a. populatieonderzoek b. steekproefonderzoek c. extrapolatie 2. De gebruikte bronnen voor het onderzoek a. uitgevoerde correcties 3. De wijze van meting a. aard van de gegevens 4. De relatie tot de werkingssfeer van de verplichtstelling a. uitgesloten beroepsgenoten b. vrijwillige aansluiting c. vrijgestelden d. deelnameleeftijd 5. De peildatum of de periode waarop de cijfers betrekking hebben ad 1 Gehanteerde onderzoeksmethode Het is noodzakelijk dat een beschrijving van de gehanteerde onderzoeksmethode wordt gegeven. Het gaat om de vraag hoe de gegevens zijn verzameld. Idealiter wordt er gebruik gemaakt van populatiebestanden, zowel voor zelfstandig werkzame beroepsgenoten als voor beroepsgenoten in loondienst. Indien geen populatiegegevens beschikbaar zijn, kan gebruik worden gemaakt van steekproefonderzoek. Het gebruik van steekproefgegevens vereist dat een toelichting wordt gegeven op de uitvoering van de enquête, de respons, de representativiteit, verzamelde aanvullende informatie, uitgevoerde berekeningen en schattingen. Aandachtspunten: Beschrijving van de gehanteerde onderzoeksmethode. Een beschrijving van de hierbij gebruikte bestanden. De manier waarop de steekproef is getrokken (waaronder het gebruikte steekproefkader). De respons van de steekproef. «De representativiteit van het steekproefonderzoek. Op bestanden toegepaste correcties ten opzichte van de populatie; Het gebruik van aanvullende informatie. e De manier waarop berekeningen, schattingen en eventuele extrapolaties zijn uitgevoerd. Het is niet zorgvuldig om non-respons op nul te schatten en bijvoorbeeld het aantal beroepsgenoten in loondienst van niet-responderende bedrijven op nul te schatten.

18 Streef altijd naar de verkrijging van gegevens uit één bronbestand. Dit doet u door het bestand, waarin de gegevens van de bij de bpr betrokken beroepsgenoten zijn opgenomen, te matchen met het bestand waarin de totale aantallen beroepsgenoten zijn opgenomen. Een nadere uitleg over de uitvoering van het matchen van bestanden is te vinden in het rapport Kwaliteit representativiteitsgegevens bij avv-verzoeken. Stand van Zaken 2008, eindrapport, p. 20 (zie de website onder achtereenvolgens: Actueel; Archief; 2008; Kwaliteit representativiteitsgegevens bij avv verzoeken 2008). ad 2 Gebruikte bronnen Een representativiteitsopgave moet een beschrijving bevatten van de gebruikte bronnen. Niet alle bronnen zijn even betrouwbaar. Ook zijn niet alle bronnen even volledig, gegeven de werkingssfeer van de verplichtstelling. Inherent hieraan kan zijn het gebruik van meerdere bronnen. Van belang is dat de gebruikte bronnen en de daarbij gehanteerde berekeningen goed worden beschreven. Aandachtspunten: Het is aan te bevelen zo min mogelijk bronnen te gebruiken. Worden gegevens uit verschillende bronnen gebruikt, dan vereist dit een toelichting op onderlinge vergelijkbaarheid waarbij aandacht nodig is voor dubbeltellingen, uitgesloten groepen beroepsgenoten en verschillen in meetmomenten. Gebruik van branche- of sectoronderzoek vereist een toelichting op de representativiteit van de gegevens. Aandacht vereist de periode waarin het onderzoek is gehouden, de onderzoeksmethode en de relatie tot de werkingssfeer. ad 3 Wijze van meting Uitgangspunt bij het berekenen van het representativiteitscijfer is dat de teller en de noemer worden uitgedrukt in dezelfde eenheid. Idealiter worden de teller en de noemer uitgedrukt in aantallen beroepsgenoten. Andere meeteenheden worden in principe afgeraden. Andere maatstaven die worden gebruikt om tot een berekening te komen van bijvoorbeeld het aantal beroepsgenoten in loondienst zijn de loonsom, aantal fte's of omzetgegevens. U dient dan wel aannemelijk te maken dat de gebruikte maatstaf een goede afspiegeling is van het aantal beroepsgenoten zodat geen sprake is van een systematische, eenzijdige vertekening van de representativiteitsgegevens. In geval van fte als meeteenheid moet aannemelijk worden gemaakt dat de parttimefactor van bij de bpr betrokken organisaties ten opzichte van door de verplichtstelling gebonden organisaties vergelijkbaar is. Dit betreft de eis van interne consistentie. Teller en noemer moeten in dezelfde eenheid worden uitgedrukt en de peildata moeten vergelijkbaar zijn. Aandachtspunten: De wijze van meting moet dezelfde zijn voor teller en noemer. De eenheid moet gelijk zijn. Gegevens moeten ofwel standcijfers óf stroomcijfers zijn. De gegevens moeten zijn uitgedrukt in dezelfde eenheid. In de teller aantallen beroepsgenoten dan ook in de noemer aantallen beroepsgenoten gebruiken. Het gebruik van een andere meeteenheid dan aantallen beroepsgenoten vereist een gedegen toelichting op het gebruikte bestand en in hoeverre de gebruikte maatstaf een goede afspiegeling is van het aantal beroepsgenoten.

19 ad 4 Relatie tot de werkingsfeer De representativiteitsopgave dient gerelateerd te zijn aan de werkingssfeer van de verplichtgestelde bpr. In de werkingssfeer uitgesloten categorieën beroepsgenoten moeten dan ook in de tellingen voor de representativiteitsopgave buiten beschouwing worden gelaten. Het is van belang dat daadwerkelijk gemeten wordt wat beoogd was. Het gaat hier om de validiteit van de gegevens. Aandachtspunten: De bronnen mogen niet vervuild zijn met beroepsgenoten die niet onder de werkingssfeer vallen. Bestanden dienen -indien van toepassing- gecorrigeerd te worden voor jongeren die niet onder de werkingssfeer van de verplichtstelling vallen vanwege een ondergrens in de deelnameleeftijd. ad 5 Actualiteit van de cijfers Voor de representativiteitsopgave dient de datum of de periode waarop de cijfers betrekking hebben te worden vermeld. Als regel geldt dat gegevens, om te voldoen aan de eis van actualiteit, in beginsel niet ouder dan één jaar mogen zijn gerekend vanaf de datum van indiening van de aanvraag. Tevens geldt dat de verschillende peildata niet te ver uit elkaar moeten liggen, omdat anders de interne consistentie van de representativiteitsopgave in het geding is. Als uitgangspunt hierbij geldt dat de peildata niet meer dan één jaar uiteen mogen liggen. In geval de peildata te ver in het verleden liggen kunnen de gegevensbestanden op basis van de (werkgelegenheids)ontwikkeling in de beroepsgroep worden geactualiseerd, oftewel geëxtrapoleerd. De marktontwikkelingen in het verleden vormen de basis om de huidige waarden met een zekere onzekerheidsmarge te voorspellen. Het is dan wel van belang om expliciet te vermelden op welke gegevens deze extrapolatie is gebaseerd en hoe die is uitgevoerd. De bestanden die hiervoor gebruikt worden moeten vergelijkbaar zijn naar bijvoorbeeld verhouding voltijders-deeltijders of de verhouding grote-kleine organisaties. Aandachtspunten: De actualiteit van de gebruikte gegevens. Deze mogen gerekend vanaf de datum van indiening van de aanvraag in beginsel niet ouder zijn dan 1 jaar. Indien de gebruikte gegevens ouder zijn, dient vermeld te worden waarom het niet mogelijk is om gegevens van recenter datum te leveren (zie ook aanvulling bij de vraag over actualiteit). Het toepassen van extrapolatie. Indien op basis van andere gegevensbronnen de gegevens voor de representativiteitsopgave zijn geactualiseerd dient aangegeven te worden welke bronnen gebruikt zijn en op welke wijze voor onderlinge afwijkingen tussen de bronnen is gecorrigeerd. Een nadere uitleg over de wijze van extrapoleren is te vinden in het rapport Kwaliteit representativiteitsgegevens bij avv-verzoeken. Stand van Zaken 2008, eindrapport, p. 21 (zie de website onder achtereenvolgens: Actueel; Archief; 2008; Kwaliteit representativiteitsgegevens bij avv verzoeken 2008 ). De peildatum dan wel de periode waarop de gegevens betrekking hebben.

20 -1 /4 ^ /KLA STATUTENWIJZIGING STICHTING PENSIOENFONDS VOOR DIERENARTSEN Heden, achttien november tweeduizend veertien, vefbcheen voor mij, mr. Joannes Antonius Henricus Gerardus van Tuijl, notaris te Tilburg: ~ mevrouw Maria Joanna Comelia Martha Roosen-de Volder, geboren te Goirie op zes mei - negentienhonderd vierenzestig, kantooradres: 5038 EA Tilburg, Stationsstraat 5, te dezen - handelende als schrittelijk gemachtigde van het bestuur van de stichting: STICHTING PENSIOENFONDS VOOR DIERENARTSEN, gevestigd te Utrecht, kantoorhoudende te 5026 RE Tilburg, Dr. Hub van Doorneweg 195, ingeschreven in het handelsregister onder - nummer: , hierna te noemen: "de Stichting".- De verschenen persoon, handelende als gemeld,verklaarde: INLEIDING 1. De Stichting is opgericht bij akte op dertig december negentienhonderd vierenzeventig voor A. de Gier, destijds notaris te Utrecht, verteden. 2. De statuten van de Stichting zijn voor het laatst gewijzigd bij akte op achttien Juni tweeduizend twaalf verleden voor mij, notaris. Het bestuur van de Stichting heeft in haar vergadering op twaalf november tweeduizend veertien, na verkregen advies van de algemene vergadering van de - Deelnémersvereniging op grond van het bepaalde in artikel 18 lid 1 van de statuten van de Stichting, besloten de statuten van de Stichting te wijzigen. -- De verschenen persoon is in gemelde vergadering door het bestuur gemachtigd om deze statutenwijziging bij notariële akte vast te leggen. Van voormeld besluit en voormelde volmacht blijkt uit een aan deze akte te hechten bestuursbesluit. Van voomrield advies blijkt uit een aan deze akte te hechton e mailbericht. - ~ STATUTENVyiJZIGING - Ter uitvoering van voormeld besluit tot statutenwijziging verklaarde de verschenen persoon, handelende als gemeld, de statuten van de Stichting te wijzigen zodanig dat zij met onmiddellijke ingang komen te luiden als volgt: - - STATUTEN Artikel 1, Definities In deze statuten wordt verstaan onder: ~ Het Pensioenfonds: de in artikel 2 genoemde stichting ~- De Deelnemersvereniging: de Deelnemersvereniging Pensioenfonds Dierenartsen. De algemene vergadering DPD: de algemene vergadering van de Deelnemersvereniging.-- Pensioengerechtigde: de persoon die op grond van de pensioenregeling van het Pensioenfonds een pensioenuitkering ontvangt. ; Gepensioneerde: de persoon die op grond van de pensioenregeling van het Pensioenfondseen ouderdomspensioen ontvangt. Artikel 2, Naam en Zetel Het Pensioenfonds is een stichting; deze is genaamd "Stichting Pensioenfonds voor Dierenartsen" en is gevestigd te Utrecht, alwaar zich ook de zetel bevindt. Artikel 3, Doel 1. Het Pensioenfonds heeft ten doel ten behoeve van de in arttkei 5 bedoelde deelnerners, gewezen deelnemers en/of hun nagelaten betrekkingen geldelijke voorzieningen bij ouderdom, arbeidsongeschiktheid of overiijden te treffen volgens bij pensioenreglement te stellen regelen.

21 2^, 2. Het doel van het Pensioenfonds kan worden bereikt door: a. te werken volgens een actuariële en bedrijfstechnische nota. In deze nota wordt ten minste opgenomen:. I. een uiteenzetting van het beleggingsbeleid, met inbegrip van het beleid ten aanzien van financiële derivaten;- n. een actuariële beschrijving van de wijze waarop de stichting zorgdraagt dat haar bezittingen, ^ tezamen met de te venwachten inkomsten, toereikend zijn ter dekking van de ~ III. uit de statuten, pensioenreglementen en pensioenbrieven voortvloeiende verplichtingen;- de wijze waarop de stichting voldoet aan de voorschriften van het financieel toetsingskadèr voor beroepspensioenfondsen zoals dat is opgenomen in de Wet verplichte beroepspensioenregeling; IV. een beschrijving van het toeslagbeleid van de stichting; V. een verklaring inzake beleggingsbeginselen; VI. een organogram; VII. een mandaatregeling; VIII. al hetgeen overigens bij of krachtens wetgeving Is vereist. Het bestuur van het Pensioenfonds legt deze nota alsmede iedere wijziging daarvan binnen de wettelijk voorgeschreven termijn over aan De Nederiandsche -- Bank. b. het sluiten van overeenkomsten van pensioenverzekering en andere verzekeringsovereenkomsten met een verzekeraar die in het bezit is van de vergunning als bedoeld in artikel 24 van de Wet Toezicht Verzekeringsbedrijf 1993 Artikel 4, Middelen 1 J. 1. De middelen van het Pensioenfonds kunnen bestaan uit: a. het blj de oprichting gestorte vermogen;- b. de bijdragen, verschuldigd krachtens de pensioenreglementen; c. uitkeringen uit overeenkomsten van verzekeringen en/of herverzekering; d. inkomsten uit beleggingen; e. andere inkomsten. De gelden van het Pensioenfonds worden, voor zover zij niet voor onmiddellijke uitgaven zijn vereist, door het bestuur van het Pensioenfonds op solide wijze belegd, -- zulks met Inachtneming van een door het bestuur van het Pensioenfonds wenselijk - geoordeelde liquiditeit. De bezittingen van het Pensioenfonds moeten, tezamen met de te venwachten inkomsten, toereikend zijn ter dekking van de uit de statuten en reglementen ~ voortvloeiende pensioenverplichtingen. Artikel 5, Opbouw van pensioenaanspraken De opbouw en de financiering van pensioenaanspraken van deelnemers vinden gedurende het deelnemerschap ten minste evenredig in de tijd plaats. Artikel 6, Deelnemers 1. Deelnemer is iedere dierenarts die voldoet aan de vereisten voor het deelnemerschap, zoals omschreven in het pensioenreglement van het Pensioenfonds, 2. Het bestuur van het Pensioenfonds zorgt, dat de geldende statuten en reglementen beschikbaar gesteld worden aan belanghebbenden. Artikel 7, Bestuur Het bestuur van het Pensioenfonds bestaat uit ten minste vijf en maximaal zeven leden. 2. Alle bestuursleden worden door het bestuur benoemd, nadat ze zijn gekozen door de ~ algemene vergadering DPD.

22 3- Maximaal vijf bestuursleden worden gekozen door en uit de deelnemers en gewezen deelnemers die lid zijn van de Deelnemersvereniging. De verkiezing van deze bestuursleden geschiedt op voordracht van het bestuur van de Deelnemersvereniging, nadat het daartoe een voorstel heeft ontvangen van het bestuur van het Pensioenfonds. De algemene vergadering DPD kan tegenkandidaten stellen, mits ondersteund met - dertig (30) handtekeningen van leden van de Deelnemersvereniging. - Eén bestuurslid wordt gekozen door de pensioengerechtigden uit de gepensioneenjen - die lid zijn van de Deelnemersvereniging. De veri^iezlng van deze bestuursleden geschiedt op voordracht van het bestuur van de Deelnemersvereniging, nadat het - daartoe een voorstel heeft ontvangen van het bestuur van het Pensioenfonds. De algemene vergadering DPD kan tegenkandidaten stellen, mits ondersteund met dertig - (30) handtekeningen van leden van de Deelnemersvereniging. Eén bestuurslid wordt gekozen op voordracht van het bestuur van de Koninklijke Nederiandse Maatschappij voor Diergeneeskunde, Dit bestuurslid is aan het Pensioenfonds verbonden als (gewezen) deelnemer of als gepensioneerde, maar hoeft geen lid te zijn van de Deelnemersvereniging. 6. Voordracht of kandidaatstelling vindt plaats op basis van het voor het desbetreffende bestuurslid geldende functieprofiel. In het functieprofiel zijn de vereiste deskundigheid ~ en competenties en het benodigde tijdsbeslag vastgelegd. Benoeming vindt niet plaats indien het bestuur van oordeel is dat de kandidaat niet voldoet aan het functieprofiel. Het bestuur legt de ovenwegingen vast waarom een kandidaat wordt benoemd. Het - voorgaande geldt ook bij herbenoeming van een zittend bestuurslid. 7. Een bestuurslid kan niet tevens bestuurslid van de Deelnémersvereniging, lid van het ~ verantwoordingsorgaan of lid van de visitatiecommissie zijn. Artikel 8, Schorsen en aftreden van een bestuurslid Een bestuurslid kan door het bestuur worden geschorst: a. indien het desbetreffende bestuurslid niet naar behoren functioneert; b. indien zich naar het oordeel van het bestuur een onverenigbaarheid van hoedanigheden voordoet en het desbetreffende bestuurslid na daartoe te zijn gemaand, hierin geen verandering heeft gebracht; - ^- c. om redenen dat hét desbetreffende bestuurslid frequent en zonder opgaaf van - geldige redén alwezig is op de vergadering van het bestuur; - - d. en voorts in alle gevallen wegens gedragingen waardoor de goede naam of de belangen van de stichting worden geschaad. - ~ - Een bestuurslid dat geschorst is, kan de aan zijn functie verbonden rechten en bevoegdheden niet uitoefenen. Het bestuurslid over wiens schorsing wordt beraadslaagd, moet in de betreffende vergadering de gelegenheid worden geboden om te worden gehoord en heeft het recht zich te verdedigen of te verantwoorden. Tot een ~ schorsing kan slechts worden besloten met unanimiteit van stenmmen, waarbij de stem - van het desbetreffende lid buiten beschouwing blijft. Een schorsing die niet binnen drie maanden door een besluit tot verienging van de schorsing of door ontslag a>nform lid - 3c of 3d van dit artikel wordt gevolgd, eindigt door het verioop van die termijn. Een bestuurslid treedt af: a. door periodieke aftreding; \ ; b. door het verliezen van de hoedanigheid van (gewezen) deelnemer indien dit althans niet het gevolg is van het bereiken van de vijfenzestigjarige leeftijd;- c. door ontslag, verieend door het bestuur na een besluit van de algemene vergadering DPD; d. door het nemen van ontslag. Een bestuurslid, dat een zittingstermijn van drie aaneengesloten jaren heeft volbracht, - treedt af. Een afgetredene is terstond heri<iesbaar. Een deelnemer of gepensioneerde -

23 h mag maximaal gedurende een aaneengesloten periode van negen jaar een functie in - het bestuur vervullen. Op uitdrukkelijk verzoek van de algemene vergadering DPD kan deze maximale periode eenmalig verlengd worden met driejaar. Bij het ontstaan van een vacature zal hierin zo spoedig mogelijk worden voorzien door - benoeming of veri<iezing van een nieuw bestuurslid met inachtneming van het in artikel 7 bepaalde. Een bestuurslid dat in zo'n vacature is benoemd, treedt af op het tijdstip waarop degene die hij opvolgt moest aftreden, 6. Tijdens het bestaan van vacatures worden de werkzaamheden van een uitgetreden of - overieden bestuurslid door een of meer van de overige bestuursleden waargenomen -- totdat in de vacature is voorzien en het nieuw benoemde bestuurslid in functie is getreden. Artikel 9, Vacatiegeld De bestuursleden genieten vacatiegeld en een vergoeding voor reis-, verblijf- en andere kosten, een en ander volgens regels die door het bestuur van het Pensioenfonds worden ~ vastgesteld. De vergoeding staat in redelijke verhouding tot de gedragen verantwoordelijkheid, de aan de functie gestelde eisen en het tijdsbeslag zoals vastgelegd in het functieprofiel... Artikel 10, Voorzitter, vice-voorzitter en secretaris ^ Het... bestuur van het Pensioenfonds kiest uit zijn midden een voorzitter, een vicevoorzitter en een secretaris. De voorzitter en de secretaris zijn tezamen belast met de uitvoering van de besluiten van het bestuur van het Pensioenfonds. Zij vertegenwoordigen gezamenlijk het Pensioenfonds in en buiten rechte Het bestuur van het Pensioenfonds is bevoegd zowel in als buiten vergadering besluiten te nemen. Indien in een vergadering niet alle bestuursleden aanwezig zijn, kunnen slechts besluiten worden genomen als geen van de aanwezige bestuursleden daartegen bezwaar maakt en ten minste vier bestuursleden aanwezig zijn. 4. Besluiten in vergadering worden genomen met volstrekte meerdertieid van de uitgebrachte stemmen. (Hierbij tellen blanco en ongeldig uitgebrachte stemmen niet mee). Besluiten die buiten vergadering zijn genomen zijn slechts geldig als er sprake van een absolute meerderheid van stemmen. (Hierbij tellen niet uitgebrachte stemme als tegenstem). 5. Bij staking van de stemmen wordt de besluitvorming uitgesteld tot de volgende bestuursvergadering. Indien de stemmen op deze vergadering wederom staken, wordt - het voorstel geacht te zijn venworpen. Artikel 11, Taken en bevoegdheden van het bestuur 1. Het bestuur van het Pensioenfonds is belast met het besttjren van het Pensioenfonds ~ en is bevoegd tot het kopen, ven/reemden of bezwaren van registergoederen en tot het aangaan van overeenkomsten - zulks met inbegrip van het geven van kostenveroorzakende opdrachten - welke voor het functioneren van het Pensioenfonds nuttig of noodzakelijk zijn, respectievelijk als dienstbaar aan het döel van het Pensioenfonds kunnen worden aangemerkt en voor zover haar handelen in overeenstemming is met de geldende actuariële en bedrijfstechnische nota, bedoeld in artikel 3, lid 2a van deze statuten. Het bestuur van het Pensioenfonds is bevoegd een administrateur te benoemen en - deze te machtigen tot het venrichten van zodanige administratieve en vertegenwoordigingshandelingen als binnen de bevoegdheden van het bestuur van het Pensioenfonds vallen en tot deszelfs verantwoordelijkheid behoren. ~ Indien het bestuur van het Pensioenfonds van zijn in het voorgaande lid bedoelde bevoegdheid gebruik maakt, zal de administrateur zijn taak in persoon of door middel ~ van met hem in arbeldsveriiouding staande personen verrichten op basis van een

24 -5- schriftelijke volmacht, daartoe door het bestuur van het Pensioenfonds verieend. De inhoud van die volmacht, zomede de naam, de voomamen en de woonplaats van de ~ daardoor gevolmachtigden, kunnen door het bestuur van het Pensioenfonds ter - inschrijving worden opgegeven in het register van de Kamer van Koophandel te Utrecht, alwaar ook de overeenkomstige persoonsgegevens van voorzitter, vice-voorzitter en secretaris moeten worden geregistreerd. Artikel 12, Bestuursvergaderingen 1. Het bestuur van het Pensioenfonds vergadert zo dikwijls de voorzitter of ten minste twee andere bestuursleden dit wenselijk achten, doch ten minste eenmaal per zes maanden. 2. Vergaderingen van het bestuur van het Pensioenfonds worden bijeengeroepen door de secretaris, door het sturen van een schriftelijk of elektronisch bericht aan de andere - bestuursleden met een termijn van ten minste veertien dagen. Artikel 13, Vaststellen van pensioenreglementen Het bestuur van het Pensioenfonds stelt na verkregen advies van de algemene vergadering DPD een of meer pensioenreglementen vast en kan tevens andere reglementen vaststellen waarin wordt gerégeld alles wat naast deze statuten en het pensioenreglement of de pensioenreglementen naar het oordeel van het bestuur van het Pensioenfonds reglementering behoeft.. De reglementen mogen geen bepalingen bevatten, welke met deze statuten in strijd zijn. Artikél 14 Beleid, geschiktheid en betrouwbaarheid j. 7 Het dagelijks beleid van het Pensioenfonds wordt bepaald door de voorzitter en de secretaris gezamenlijk. 2. De personen die het beleid van het Pensioenfonds bepalen of mede bepalenrichten zich bij de vervulling van hun taak naar de belangen van de bij het Pensioenfonds betrokken deelnemers, gewezen deelnemers, andere aanspraakgerechtigden en de - pensioengerechtigden en zorgen ervoor dat dezen zich door hen op evenwichtige wijze vertegenwoordigd kunnen voelen Het beleid van het Pensioenfonds wordt bepaald of mede bepaald door personen die ~ geschikt zijn in vertdand met de uitoefening van het bedrijf van het Pensioenfonds. 4. ledere bestuurder van het Pensioenfonds is bevoegd een deskundige te raadplegen, alsmede zich ter vergadering door een deskundige te laten bijstaan indien ten minste ~ een vierde van de bestuursleden het eens is met de aanwezigheid van de deskundige - in de bestuursvergadering. De kosten van de deskundige voor het raadplegen of voor ~ het bijwonen van de vergadering komen ten laste van het fonds als dit redelijkenwijs noodzakelijk is voor de vervulling van de taak van het desbetreffende bestuurslid en het fonds van de te maken kosten vooraf in kennis is gesteld. 5. Van de personen die het beleid van het Pensioenfonds bepalen of mede bepalen staat de betrouwbaarheid buiten twijfel. 6. Het bestuur van het Pensioenfonds meldt elke wijziging in de samenstelling van de personen die het beleid van het Pensioenfonds bepalen of mede bepalen vooraf aan De Nederiandsche Bank Een wijziging als bedoeld in het zesde lid wordt niet doorgevoerd indien: a. De Nederiandsche Bank binnen zes weken na ontvangst van de melding van de wijziging aan het Pensioenfonds bekènd maakt dat hij niet met de voorgenomen wijziging instemt; of De Nederiandsche Bank om nadere gegevens of inlichtingen heeft verzocht en binnen zes weken na ontvangst van die gegevens of Inlichtingen aan het Pensioenfonds bekend maakt dat hij niet met de voorgenomen wijziging instemt. 8. Indien zich een wijziging voordoet van de antecedenten die van invloed is op de betrouwbaarheid van de pereonen, bedoeld in het vijfde lid, stelt het Pensioenfonds De

25 -6- Nederiandsche Bank daarvan onvènwijld schriftelijk in kennis. Artikel 15, Deskundigen- 1. Het bestuur van het Pensioenfonds kan zich bij de uitoefening van zijn taak doen bijstaan door deskundigen waaronder een beleggingsadviseur, een accountant en e actuaris.. 2. De deskundigen worden benoemd en ontslagen door het bestuur van het Pensioenfonds. Het bestuur van het Pensioenfonds is verplicht om ter zake van besluiten, welke de financiële positie van het fonds in verzekeringstechnische zin betreffen vooraf schriftelijk of elektronisch dan wel ter vergadering het advies van de actuaris in te winnen. - Artikel 16, Boekjaar en verslag 1. Het boekjaar van het Pensioenfonds valt samen met het kalenderjaar Het bestuur van het Pensioenfonds stelt binnen zes maanden na afloop van het boekjaar de jaarrekening en het Jaan/erslag vast. Het bestuur verstrekt aan De Nederiandsche Bank de staten op de wijze zoals voorgeschreven in de Wet verplichte - beroepspensioenregeling. 3. Het jaarverslag wordt jaariijks beschikbaar gesteld aan de algemene vergadering DPD.- 4. De jaanrekening wordt voorzien van een verklaring omtrent de getrouwheid, ondertekend door een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste Ild, van Boek 2 van het Burgeriijk Wetboek. 5. Het bestuur van het Pensioenfonds draagt er zorg voor dat het Jaan/erslag voor alle (gewezen) deelnemers en overige belanghebbenden beschikbaar is, eventueel in elektronische vorm, vóór één oktober van ieder jaar. Artikel 17, Verantwoordingsorgaan 1 Het bestuur van het Pensioenfonds richt zijn organisatie zodanig in dat een goed bestuur is gewaarborgd overeenkomstig de bepalingen van artikel 42 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling. Het verantwoordingsorgaan, dat door het bestuur van het Pensioenfonds wordt ingesteld, wordt gevormd door drie personen: twee vertegenwoordigers van de deelnemere en één vertegenwoordiger van de pensioengerechtigden. In het verantwoordingsorgaan zijn de deelnemers en de pensioengerechtigden evenredig op - basis van onderiinge getalsverhoudingen vertegenwoordigd. De leden van het verantwoordingsorgaan vormen een zo evenwichtig mogelijke afspiegeling van de betreffende geleding. a. De vertegenwoordigers van de deelnemers worden voorgedragen door de deelnemers via de procedure zoals beschreven in het Reglement Verantwoordingsorgaan en zijn afkomstig uit de (gewezen) deelnemers. De vertegenwoordiger van de pensioéngérëchtigden wordt voorgedragen door en - uit de pensioengerechtigden via de procedure zoals beschreven in het Reglement - Verantwoordingsorgaan; De benoeming en het ontslag van de vertegenwoordigers geschieden door het bestuur In een vacature wordt binnen zes maanden voorzien. 5. Het verantwoordingsorgaan stelt een rooster van aftreden vast. Een tussentijds benoemd lid neemt op het rooster van aftreden de plaats in van het lid in wiens plaats ~ hij is aangewezen. 6. De zittingsduur van elk der leden van het verantwoordingsorgaan bedraagt vier jaar. Een Ild kan na afloop van zijn zittingsduur eenmaal worden herbenoemd 7. Een niet voltallig verantwoordingsorgaan behoudt zijn rechten en bevoegdheden, tenzij de statuten of het reglement van het verantwoordingsorgaan anders bepalen. 8. Het lidmaatschap van het verantwoordingsorgaan eindigt:

26 \ 4 ^ a. door het verstrijken van de zittingsduur, tenzij het desbetreffende lid wordt herbenoemd; b. door het bedanken door het desbetreffende lid; ~ c. door het aanvaarden van een bestuursfunctie binnen het fonds;- d. door ontslag; 9. e. door overiijden. Indien naar het oordeel van de meerderheid van de leden van het verantwoordingsorgaan sprake Is van een lid dat onvoldoende functioneert, kan het verantwoordingsorgaan het bestuur vragen dit lid te ontslaan. 10. Het bestuur van het Pensioenfonds legt verantwoording af aan het verantwoordingsorgaan over het beleid en de wijze waarop het is uitgevoeni. 11. Het verantwoordingsorgaan is bevoegd jaariijks een algemeen oordeel te geven over: - a. het handelen van het bestuur aan de hand van het (concept) jaarverslag, de (concept) jaanrekening en andere relevante informatie, waaronder-indien van toepassing- de bevindingen van het intem toezichtorgaan;- b. het door het bestuur uitgevoerde beleid in het afgelopen kalenderjaar; c. beleidskeuzes die op de toekomst betrekking hebben. 12. Het verantwoordingsorgaan is bevoegd het bestuur te adviseren overeenkomstig het bepaalde in de Wet verplichte beroepspensioenregeling. Dit is nader uitgewerkt in het - reglement van het verantwoordingsorgaan. ' Het bestuur stelt een reglement vast waarin de wericwijze van het verantwoordingsorgaan wordt vastgelegd 14. Het bestuur van het Pensioenfonds overiegt ten minste twee maal per Jaar met het - verantwoordingsorgaan over het beleid en de resultaten daan/an. Tevens bespreekt het bestuur van het Pensioenfonds de rapportage van het intern toezicht en eventueel daarop gebaseenje (voorgenomen) bestuursbesluiten met het verantwoordingsorgaan. Het bestuur van het Pensioenfonds legt verantwoording af aan het ~- verantwoordingsorgaan over het beleid, de wijze waarop het is uitgevoerd en de naleving van de principes van goed pensioenfondsbestuur. - Artikel 17A Intem Toezlcht- 1. Het intern toezicht wordt gévonnd door een visitatiecommissie en bestaat uit ten minste drie natuuriijke personen. De leden van de visitatiecommissie zijn onafhankelijk en laten dit tot uiting komen in het toezicht. 2. De leden van de visitatiecommissie worden benoemd door het bestuur na bindende --- voordracht van het verantwoordingsorgaan. De leden van de visitatiecommissie worden ontslagen door het bestuur na bindend advies van het verantwoordingsorgaan. 3. De leden van de visitatiecommissie zijn geschikt voor de uitoefening van het intern toezicht bij het fónds. Van de leden van de visitatiecommissie staat de betrouwbaariieid buiten twijfel. ~ ~ 4. Het bestuur stelt een profielschets vast voor de leden van visitatiecommissie Het bestuur verstrekt desgevraagd aan de visitatiecommissie tijdig alle inlichtingen en -- gegevens, die deze voor de vervulling van zijn taak redelijkenwijs nodig heeft. De inlichtingen worden desgevraagd schriftelijk verstrekt. 6. Het bestuur stelt een reglement vast waarin de taken en bevoegdheden van de visitatiecommissie en zijn werkwijze worden vastgelegd. 7. De visitatiecommissie heeft tot taak toezicht te houden op het beleid van het bestuur en op de algemene gang van zaken in het fonds. ~ 8. De visitatiecommissie is ten minste belast met het tooien op adequate risicobeheersing en evenwichtige belangenafweging door het bestuur. Dat laatste houdt in dat beoordeeld wordt of er een evenwichtige belangenafweging is geweest. 9. De visitatiecommissie legt verantwoording af over de uitvoering van de taken aan het ~ -7

27 -8- verantwoordingsorgaan en in hetjaarverslag. 10. De bevindingen van het intern toezicht, het oordeel van het verantwoordingsorgaan en de reactie daarop van het bestuur van het Pensioenfonds worden bekend gemaakt in ~ hetjaarverslag van het Pensioenfonds.. Artikel 18, Wijziging van statuten en reglementen 1. Tot wijziging van de statuten kan door het bestuur van het Pensioenfonds worden besloten na verkregen advies van het bestuur van DPD. Als de wijziging het gevolg is ~ van gewijzigde wetgeving of een aanwijzing door de toezichthouder, hoeft geen advies aan het bestuur van DPD gevraagd te worden. 2. Indien het bestuur van het Pensioenfonds, gehoord de actuaris, van mening is, dat de - bezittingen van het Pensioenfonds, bestemd voor de dekking van pensioenverplichtingen dan wel van bepaalde categorieën pensioenverplichtingen van - het Pensioenfonds, tezamen met de voor dat doel te venwachten inkomsten ontoereikend zijn ter dekking van die verplichtingen, worden maatregelen genomen om het financiële evenwicht te herstellen, uitgaande van hetzij een vermindering van de desbetreffende aanspraken, hetzij een verhoging van de bijdragen, hetzij een combinatie van deze beide maatregelen, met dien verstande dat deze vermindering respectievelijk verhoging ten aanzien van alle daarbij betrokkenen naar dezelfde maatstaven dient te worden berekend. 3. Indien de middelen waarover het Pensioenfonds beschikt groter zijn dan benodigd is voor de dekking van de aangegane pensioenverplichtingen vermeerclerd met de vereiste buffers volgens de normering van De Nederiandsche Bank en als vastgelegd in de actuariële en bedrijfstechnische nota van het Pensioenfonds, zal dit overschot bij vooriceur worden bestemd voor een verhoging van die verplichtingen. 4. Een rechtsgeldig genomen besluit tot wijziging van statuten en/of reglementen is met ingang van de datum van inwericingtreding van de wijziging bindend voor alle deelnemers, gewezen deelnemers en gepensioneerden. Een statuten- of reglementswijziging zal - behoudens in het geval bedoeld in lid 2 nimmer kunnen leiden tot een vemiindering van reeds verkregen rechten, die door een deelnemer met zijn eigen bijdragen zijn opgebouwd. Artikel 19, Ontbinding van het Pensioenfonds Het Pensioenfonds zal worden ontbonden ten gevolge van een daartoe strekkend besluit van het bestuur van het Pensioenfonds na verkregen advies van de algemene ~ vergadering DPD. Nadat een besluit tot ontbinding overeenkomstig het eerste lid tot stand is gekomen is - rrjet de liquidatie belast het bestuur van het Pensioenfonds dat ten tijde van het in liquidatie treden in functie is. Tijdens de liquidatie blijven deze statuten zoveel mogelijk van toepassing, met dien verstande dat de bepalingen omtrent het bestuur van het Pensioenfonds dan voor de ~ liquidateurs gelden. Bij oritbinding van het Pensioenfonds blijven alle op dat tijdstip jegens het Pensioenfonds bestaande pensioenaanspraken, voortvloeiende uit reeds verrichte - premiebetalingen, volledig bestaan. Liquidateurs kunnen, wanneer vermogen is gevonnd, als bedoeld tn artikel 3, lid 2 sub a, met toestemming van de algemene vergadering DPD besluiten de pensioenverplichtingen van het Pensioenfonds in liquidatie over te dragen aan een of ~ meer verzekeraars als bedoeld in artikel 3 lid 2b, dan wel aan een pensioenfonds dat ~ voldoet aan de voor beroepspensioenfondsen geldende wettelijke voorschriften. Indien de liquidatie enig overschot laat, zullen de liquidateurs, na verkregen advies van de algemene vergadering DPD aan dit overschot een bestemming geven zoveel mogelijk in overeenstemming met het doel van het Pensioenfonds.

28 -9- Artikel 20, Onvoorziene gevallen In incidentele niet van algemene aard zijnde gevallen, waarin deze statuten en de reglementen van het Pensioenfonds niet voorzien, beslist het bestuur van het Pensioenfonds. Artikel 21, Inwerkingtreding ~- Het Pensioenfonds is in werking getreden op één Januari negentienhonderdvijfenzeventig. SLOT De verschenen pensoon is mij, notaris, bekend en de wettelijk voorgeschreven identificatie heeft plaatsgevonden. Waarvan akte is verieden te Tilburg op de datum in het hoofd van deze akte vermeld. Nadat de zakelijke inhoud van deze akte aan de verschenen persoon is opgegeven en toegelicht, heeft deze verklaard, tijdig van de inhoud van de akte te hebben kennisgenomen en met bepericte vooriezlng in te stemmen. Daarna is deze akte onmiddellijk na beperkte vooriezing door de verschenen persoon en ~ mij, notaris, ondertekend. (Volgt ondertekening) UITGEGEVEN VOOR AFSCHRIFT:

29 PENStOENREGLEIVIENT Sticliting Pensioenfonds voor Dierenartsen te Utrecht 1 januari pagina 1

30 INHOUDSOPGAVE Hoofdstulc 1. DEELNAIVIE AAN DE PENSIOENREGELING 4 Artikel 1 Deelnemers 4 Artikel 2 Begin en einde deelnemerschap 4 Hoofdstuk 2. DE OPBOUW VAN HET PENSIOEN 6 Artikels De basis van de pensioenopbouw 6 Artikel 4 Kosten en financiering van de pensioenregeling 9 Hoofdstuk 3. DE SOORTEN PENSIOEN BINNEN DE REGELING 11 Artil<el 5 Pensioenen binnen de regeling 11 Artikel 6 Ouderdomspensioen 11 Artikel 7 Partnerpensioen 11 Artikel 8 Wezenpensioen 14 Hoofdstuk 4. GEBEURTENISSEN DIE INVLOED HEBBEN OP DE OPBOUW VAN HET PENSIOEN 16 Artikel 9 Beëindiging van de deelname aan de pensioenregeling 16 Artikel 10 Inbreng van waarde bii start deelname 18 Artikel 11 Premlevriistelling bii arbeidsongeschiktheid 18 Artikel 12 Scheiding 20 Hoofdstuk 5. KEUZEMOGELIJKHEDEN 23 Artikel 13 Keuzemogelijkheden bii pensionering 23 Artikel 14 Ven/roeaen van het volledige ouderdomspensioen 23 Artikel 15 Uitstellen van het volledige ouderdomspensioen 24 Artikel 16 Vervroegen of uitstellen van een gedeelte van het ouderdomspensioen 24 Artikel 17 Uitruil van partnerpensioen en ouderdomspensioen 25 ArtikellS Hoog-laaqregeling 26 Hoofdstuk 6. MET PENSIOEN 27 Artikel 19 Pensioenuitkering 27 Hoofdstuk 7. OVERGANGSBEPALINGEN _28 Artikel 20 Overgangsbepalinoen 28 Hoofdstuk 8. OVERIGE BEPALINGEN 29 Artikel 21 Wijziging van de pensioenreoelinq ; 29 Artikel 22 Afwiikinoen 29 Artikel 23 Onvoorziene gevallen 29 Artikel 24 Korting pensioenaanspraken en -rechten 29 Artikel 25 Herverzekehng 30 Artikel 26 Verhaal van kosten 30 Art!kel27 Klachten en geschillen 30 Artikel 28 Gemoedsbezwaarden _31 Artikel 29 Intrekking verplichtstellinq 31 Artikel 30 Uitvoeringsovereenkomst 32 Artikel 31 Slotbepaling 22 Hoofdstuk 9. RUIL- EN AFKOOPVOETEN 33 Begripsomschrijvingen 37 Hoofdstuk-4v OeeLWAtVIE AAN DE PENStOE^mCGEUNQ 3 pagina 2

31 ArtikeH- Artikel 2 -Deelnemefs- Begin on einde deelnemerschap Hoofdstuk 2r DE OPBOUW VAN HET PENSIOE-N- Artikel 3 Oe-ba&is van de pensioenopbouw Artikel 4 Kosten on financiering van de pensioenregetiwa H«Qfdstuk-3r-OE^0RTEN PENSI0EN-BWNB4-DE RËGELING Aftiket-5 - Peflsteeften-^aifmefl de regeling- Artikel 6 -Ouderdomspensioefl Artikel 7- -Partnerpensioen Artiketi- -Wezenponsioen V7 V itjj 1rv *t Artikel 9 Beëindiging van do deelname aan de ponsioenregelin»- Afttkol 10 Iflferenq van waarde-bii-stert deelname Artikel 11 PfefBievriistellinq bij-arbelësonqeschiktheid Artikel 12 g^t^ieidffl^ -4a -44-4é -46 HQofdstul^-6.~-MgN3eNSIOBvi- -23 Artikel 19 Pensioe nthtkerift^ -33 Heefdstul<-6r-KeUZEIVI0GELIJKHED6N- -4«Artikel 13 Keuzemogelijkhedefl-btt-Bensionering. -4Ö Artikel 14 Vervroegen van het volledige ouderdomspensioefl- -49 Artikel 16 Vervroegen of uitstellen van een gedeelte van het ouderdomspensioen Artikel 17 yjtruil van partnerpensteen en ouderdefftseeftsieen -24 Artikel 18 -Hoog4aaqregeling -32 Hoofdstuk Tr OVERGANGSBEPALINGEN -24 Afëkol 20 Qvergangsbepalingefl- -24 Hoofdstuk 8. OVERIGE BEPALINGEN Artikel 21 Wijziging van de pensioenregeling Artikel 22 Afwijkingen Artikel 23 Onvoorziene qevall&ft- Artikel 24 Korting pensioenaanspraken en -rechten AFtike4-2 44efvefzekefm#- Aftikel 26 Verhaal van kestefl- Aftikel 27 Klachten en qescmteb- Aftikel^ Gemoedsbezwaardefl Artikel 29 -Intrekking verplichtstetfe»- Aftikel-38 mtvoerinqsqvefeenkemst- Aftikel-^ Slotbepaling- -2«-2ê -Sê ? S -2ê Hoofdstuk &^RUIL- EN AFKOOPV06T6N- -3Ö Beqrips&mschrllvinqen -34 pagina 3

32 Hoofdstuk 1. DEELNAME AAN DE PENSIOENREGELING Artikel 1 Deelnemers 1.1 Voor wie getdt deze pensioenregeling? Deelnemer is Deze ponsioonrogeling goldt voor iedere dierenarts die in Nederland als zodanig - hetzij zelfstandig, hetzij in dienstverband ëe-praktijk uitoefent in een in Nederland gevestigde praktijk, op 31 december 2006 nog geen 60 jaar was, in Nederland woont en de vijfenzestigiarige leeftiid van 65 }aap-nog niet heeft bereikt. 1.2a IVIoet een deeinemer zich aanmeiden? I ledere dierenarts voor wie deze pensioenregeling geldt is verplicht zich schrifteliik of digitaal aan te melden bij het pensioenfonds. Dit moet gebeuren binnen een maand nadat deze pensioenregeling op grond van artikel 1.1 voor hem is gaan gelden. 1.2b IVIoet een deelnemer zicli afmelden? Degene voor wie de pensioenregeling niet meer geldt, omdat hij is opgehouden te voldoen aan de voora/aarden voor deelnemerschap, is verplicht om dat binnen een maand te melden aan het pensioenfonds. 1.3 Welke informatie ontvangt de deelnemer? De deelnemer ontvangt minimaal alle informatie van het pensioenfonds, welke het pensioenfonds volgens de wet verplicht is te verstrekken. 1.4 Welke informatie moet een dierenarts zelf verstrekken? ledere dierenarts die in Nederland als zodanig werkzaam is, is verplicht aan het pensioenfonds alle opgaven te verstrekken en alle verklaringen en bescheiden over te leggen die het pensioenfonds nodig vindt voor de juiste uitvoering van de verplichtstellingsbeschikking en van deze pensioenregeling. Deze verplichting tot het verstrekken van informatie eindigt niet door de beëindiging van het deelnemerschap en geldt ook voor al degenen die aan deze pensioenregeling enige aanspraak op uitkering jegens het pensioenfonds kunnen ontlenen. 1.5 Wat gebeurt er als de deelnemer, de gewezen deelnemer of de pensioengerechtigde niet de juiste inlichtingen verstrekt? Als een deelnemer, de gewezen deelnemer of pensioengerechtigde onjuiste of onvolledige inlichtingen heeft verstrekt, is het bestuur bevoegd alle geleden schade op de betrokkene of zijn nabestaanden te verhalen. Daarnaast heeft het bestuur het recht om de eventueel als gevolg van de onjuiste of onvolledige inlichtingen te veel uitbetaalde bedragen terug te vorderen. Artikel 2 Begin en einde deelnemerschap 2.1 Wanneer begint het deelnemerschap aan de pensioenregeling? I Voor de dierenarts die op de dag van inwerkingtreding van deze pensioenregeling voldoet aan de voora/aarden voor deelnemerschap begint het deelnemerschap op die dag. Voor de dierenarts die eerst na die dag aan de voorwaarden voor deelnemerschap gaat voldoen of opnieuw gaat voldoen, begint het deelnemerschap op het moment dat dat voor het eerst het geval is of opnieuw het geval is. pagina 4

33 2.2 Wanneer eindigt het deelnemerschap aan de pensioenregeling? Het deelnemerschap eindigt: op de dag van overlijden van de deelnemer; op de dag waarop de deelnemer anders dan door overlijden of vanwege blijvende algehele arbeidsongeschiktheid heeft opgehouden te voldoen aan de voorwaarden voor deelnemerschap; op de pensioendatum of de eerdere datum waarop het ouderdomspensioen volledig ingaat. pagina 5

34 Hoofdstuk 2. DE OPBOUW VAN HET PENSIOEN Artikel 3 De basis van de pensioenopbouw 3.1 Wat is het karakter van deze pensioenregeling? Deze pensioenregeling is een premieregeling in de zin van de Wet verplichte beroeps pensioenregeling. 3.2 Wat is de pensioengrondslag? De pensioengrondslag vomit de basis voor het te bereiken pensioen. De pensioengrondslag is gelijk aan het beroepsinkomen van de deelnemer, verminderd met een vast bedrag, de zogenaamde franchise. 3.3 Hoe wordt het beroepsinkomen vastgesteld? Hoe het beroepsinkomen wordt vastgesteld is afhankelijk van de manier waarop de Belastingdienst de inkomsten van de deelnemer atfl-werkzaamt^eden-ats-ëierenarts uitvoertkwalificeert: a. Voor de deelnemer die in loondienst - dus bij een werkgever - werkt, is het beroepsinkomen het overeengekomen bruto jaarsalaris, inclusief vakantiegeld en inclusief de vaste vergoeding voor avond-, nacht- en weekenddiensten. b. Voor de deelnemer die atn-beroep uitoefent-ate-directeur-grootaandeelhouder zelfstandige en eigenaar (of mede oigonaar) van een besloten of naamloze vennootschap is, waarin de eigen (of de gezamenlijke) praktijk is ondergebracht, is het beroepsinkomen het totaal als directeurgrootaandeelhouder genoten loon, evefeengekemefl-bfute-laafsalaris. inclusief vakantieoelden vaste winstuitkoringefh maar exciuslef-evenwerk en onregelmatighetés-vergoedingr fe Voor de deelnemer die winst geniet zijn beroep uitoofont als zelfstandige, in uit een eigen of gezamenlijke praktijk, zonder tussenkomst van een besloten of naamloze vennootschap, is het beroepsinkomen de fiscale winst uit onderneming vóór toevoeging aan en afneming van de oudedagsreserve en vóór de ondernemersaftrek en vermeerderd met de ten laste van de winst gebrachte pensioenpremies in het derde kalenderjaar voorafgaande aan het betreffende iaar van deelneming in deze pensioenregeling. Daarbij wordt het beroepsinkomen ten minste op nihil gesteld, geschatte bruto praktijkomzot uit to loveren diensten en de verkoop van medisijnen voor hot komende jaar, verminderd met 36% en voorts verminderd mot de door de ^& ''^te-de-opgegeven schatting voor het komende jaar meer dan 15% afwijkt van de opgegeven gerealiseerde bofoepsinkomebs-van de verstrekefhareflr-moet de deelnemer hiervoor eert v&rwaflng geven op hot in hot-vervolg van dit aftlkel-bedoelde formullerr d, Voor de deelnemer die als waarnemer in loondienstverband werkzaam is (en die dus een onregelmatig arbeidspatroon heeft van kortstondige loondienstverbanden bij verschillende werkgevers-éf-zetfstandig waarnemer ie) geldt dat het beroepsinkomen op dezelfde manier wordt vastgesteld als voor de deelnemer bedoeld in onderdeel ao, met dien verstande dat or geerhvermindering mot 36% plaatsvindt. &: Voor de deelnemer die als zelfstandig waarnemer werkzaam is en een eigen onderneminq drijft, met tussenkomst van een besloten of naamloze vennootschap, geldt dat het beroepsinkomen op dezelfde manier wordt vastgesteld als voor de deelnemer bedoeld onder t Voor de deelnemer die als zelfstandig waarnemer werkzaam is en een eigen onderneming drijft, zonder tussenkomst van een besloten ef naamloze vennootschap, geldt dat het beroepsinkomen op dezelfde manier wordt vastgesteld als voor de deelnemer bedeeld onder. erg. Voor de deelnemer die als zelfstandig waarnemer werkzaam is, maar geen eigen onderneming drijft, bedraagt het beroepsinkomen maximaal het belastbare resultaat uit overige beroepswerkzaamheden vermeerderd met de ten laste van dat resultaat gekomen premies in het derde kalenderiaar voorafgaande aan het betreffende jaar van deelneming in deze pensioenregeling. Daarbij wordt het beroepsinkomen ten minste op nihil gesteld pagina 6

35 i-. Voe^-de deelnemer die4ngedeeld kan vyorden in meef-doft-ééri-vafkde-eategorieën a-tet-efr fftet-d-wordt het beroepsinkomen vastgesteld door optelling van dc beroepsinkomens die in de afzeflderlijke categorieën worden vastgesteld. De deelnemer geeft het (verwachte) beroepsinkomen door op het formulier "inkomensopgave" van het pensioenfonds. Deelnemers als bedoeld ondor b, c of d moeten op dit formulier ook het gerealiseerde ir dat voorafgaat aan het jaar dat4s -De werkgever van de deelnemer als bedoeld onder a moet de juistheid van het vermelde beroepsinkomen bevestigen door het medeondertekenen van het formulier. Voor de deelnemer als bedoeld onder b en c en voor de zelfstandige waarnemer als bedoeld onder e. f of gé bevestigt de eigen accountant van de deelnemer of van diens vennootschap de juistheid van het vermelde gerealiseerde beroepsinkomen door een verklaring op het formulier te zetten en deze te ondertekenen. Voor de loondienstwaarnemer als bedoeld onder d, bevestigt de werkgever of de eigen accountant van de deelnemer de juistheid van het vermelde gerealiseerde beroepsinkomen door het medeondertekenen van het formulier. 5e administrateur vaft-he^-peftsleefrfebds corrigeert aehteraf-hef-opgegeven gesetette-beroeps ven beroepsiflkemen. De administrateur corrigoort-ender dezelfde voorwaarden op vorzoek-het inkomen van de deelnemers onder a en b.de deelnemer als bedoeld onder c. f en g die zijn beroepsinkomen niet kan vaststellen omdat hij minder dan drie jaar winst uit onderneming geniet, dient een reële schatting te maken van het beroepsinkomen van het betreffende iaar van deelname, gebaseerd op informatie van eigen verdiensten of inkomensgegevens binnen de beroepsgroep. Indien nadien blijkt dat deze schatting niet overeenkomt met de daadwerkelijk vastgestelde fiscale winst dan wel te kwader trouw is gemaakt, dan is het pensioenfonds gerechtigd het beroepsinkomen te corrigeren naar de werkelijke fiscale winst in het betreffende iaar. 3.4 Is er een maximum beroepsinkomen? Het voor de pensioenopbouw maxirnaal in aanmerking te nemen beroepsinkomen is, bij een volledige werkgraad, voor het jaar 201S5 J55.264,-. Het maximum beroepsinkom verhoogd op basis van het gestegen prijspeil. Hiervoor wordt aangesloten bij de stijging van het consumentenprijsindexcijfer 'Alle huishoudens, afgeleid' tussen oktober van het voorlaatste en oktober van het laatste jaar voorafgaand aan het moment van verhoging van het maximum beroepsinkomen. Het consumentenprijsindexcijfer wordt vastgesteld en gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek. 3.5 Wat is de franchise? Opmerking [MJAl]: Uit notitie fiscas iikader: als pensioengevend Inkomen sidoor ziekte of AOjis verlaagd, dan ma; ii worden uitgegaan van een gemiddeld, pensioengevend Inkomen In de.vijf kalendeijaren voorafgaand aan de. ziekte/ao (Is veelal hoger).- Maar dit hoeft niet. je mag ook uit blijven gaan van: het.werkelijke beroepsinkomen.» Heeft het fonds hier een keuze In gemaakt' Met opmaak: Markeren Bij de opbouw van het pensioen wordt al rekening gehouden met de vanaf de AOW-gerechtigde êëjarige leeftijd te ontvangen AOW-uitkering. Over een gedeelte van het inkomen hoeft daarom geen pensioen te worden opgebouwd. Het deel van het inkomen waarover geen pensioenopbouw plaatsvindt, wordt franchise genoemd. 3.6 Hoe hoog is de franchise? De franchise voor deze pensioenregeling bedraagt op 1 januari ^3.817,-. De franchise^^w^ jaarlijks per 1 januari verhoogd op basis van het gestegen prijspeil. Hiervoor wordt aangesloten bij de stijging van het consumentenprijsindexcijfer 'Alle huishoudens, afgeleid' tussen oktober van het voorlaatste en oktober van het laatste jaar voorafgaand aan het moment van verhoging van de franchise. Het consumentenprijsindexcijfer wordt vastgesteld en gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek. Met opmaak: Markeren De franchise zal nooit minder bedragen dan het op grond van de fiscale regelgeving verplicht te hanteren minimumbedrag. pagina 7

36 3.7 Deeltijders 3.7a Hoe wordt de pensioengrondslag voor deeltijders vastgesteld? Voor deelnemers die in deeltijd werkzaam zijn, wordt de pensioengrondslag vastgesteld door het daadwerkelijke beroepsinkomen te herleiden naar een beroepsinkomen dat zou zijn genoten bij een volledige werkgraad en deze te verminderen met de franchise. Het aldus verkregen bedrag wordt vervolgens vermenigvuldigd met het deeltijdpercentage. Het daadwerkelijke beroepsinkomen wordt normaal vastgesteld volgens het bepaalde in artikel b Hoe wordt het deeltijdpercentage vastgesteld? Hoe het deeltijdpercentage wordt vastgesteld is afhankelijk van de manier waarop de Belastingdienst de inkomsten van de deelnemer ajf)-werkzaamheden als dierenarts uitvoertkwalificeert: a. Voor de deelnemer die in loondienst - dus bij een werkgever - werkt, wordt het deeltijdpercentage bepaald door het contractueel overeengekomen aantal werkuren per week uit te drukken in een percentage van het bij de werkgever gebruikelijke maximum aantal werkuren per week (van wettelijk maximaal 40 uur). b. Voor de deelnemer die directeur-grootaandeelhouder zijn beroep uitoefent als zelfstandige eft eifenaar (of mede oigonaaf)-van een besloten of naamloze vennootschap is, waarin de eigen (of de gezamenlijke) praktijk is ondergebracht, is het deeltijdpercentage gelijk aan het overeengekomen aantal werkuren per week uit te drukken in een percentage van het in de vennootschap gebruikelijke maximum aantal werkuren per week (met een maximum van 40 uur). I Voor de deelnemer die zijn beroep uitoefent ols^ifstandige. in winst geniet uit een eigen of gezamenlijke praktijk, zonder tussenkomst van een rechtspersoon, is het deeltijdpercentage gelijk aan het aantal werkuren per jaar, uitgedrukt in een percentage van een voltijds aantal uren van 1800 uur per jaar. d: ^Voor de deelnemer die als waarnemer in loondienstverband werkzaam is (en die dus een onregelmatig arbeidspatroon heeft van kortstondige loondienstverbanden bij verschillende werkgevers óf zelfstandig waarnemer is) geldt dat het deeltijdpercentage op dezelfde manier wordt vastgesteld als voor de deelnemer bedoeld in onderdeel ae. e. Voor de deelnemer die als zelfstandig waarnemer werkzaam is en een eigen ondememing drijft, met tussenkomst van een besloten of naamloze vennootschap, geldt dat het deeltijdpercentage op dezelfde manier wordt vastgesteld als voor de deelnemer bedoeld in onderdeel b. f. Voor de deelnemer die als zelfstandig waarnemer werkzaam is en geen eigen onderneming drijft, óf een eigen onderneming drijft zonder tussenkomst van een besloten of naamloze vennootschap, geldt dat het deeltijdpercentage op dezelfde manier wordt vastgesteld als voor de deelnemer bedoeld in onderdeel c. Het deeltijdpercentage kan nooit groter zijn dan 100%. De deelnemer geeft het (vera/achte) deeltijdpercentage door op het fonnulier "inkomensopgave" van het pensioenfonds. Deelnemers als bedoeld onder b, c of d moeten op dit formulier ook het gerealiseerde on vastgestelde deoltijdporcontage-vermelden-^aft het laatste jaar dat voorafgaat aan deelnemer als bedoeld onder a en d moet de juistheid van het vermelde deeltijdpercentage bevestigen door het medeondertekenen van het formulier. 3.8 Wanneer wordt de pensioengrondslag vastgesteld? De pensioengrondslag van de deelnemer wordt vastgesteld bij toetreding tot de pensioenregeling en ven/olgens jaarlijks per 1 januari. De pensioengrondslag blijft gedurende het jaar onveranderd, behalve bij een wijziging van het deeltijdpercentage, bij een wijziging van de manier waarop de deelnemer zijn werkzaamheden als dierenarts uitvoert zoals bedoeld in artikel 3.3, of, voor deelnemers in loondienst, bij wijziging van werkgever. Bij een wijziging van het deeltijdpercentage voor deelnemers in loondienst, zonder dat sprake is van wijziging van werkgever, wordt de pensioengrondslag herberekend op basis van het beroepsinkomen op 1 januari. pagina 8

37 3.9 Wanneer moeten het beroepsinkomen en het deeltijdpercentage worden opgegeven? Uitedijk in januari van elk jaar en binnen een maand na wijziging van werkgever of wijziging van de manier waarop de deelnemer zijn werkzaamheden als dierenarts uitvoert, zoals bedoeld in artikel 3.8 moet de deelnemer een opgave doen van het beroepsinkomen (artikel 3.3) en van het deeltijdpercentage (artikel 3.7b) voor dat betreffende jaar. Nieuwe deelnemers moeten deze opgaven doen tegelijk met de aanmelding bij het pensioenfonds. Voor de opgave moet gebruik gemaakt worden van het formulier "Inkomensopgave" van het pensioenfonds. Als de opgaven niet of niet op tijd worden verstrekt, is de deelnemer de premie verschuldigd die hoort bij een voltijds uitoefening van het beroep van dierenarts en^hetmaximum beroepsinkomen als genoemd in a Artikel 4 Kosten en financiering van de pensioenregeling Opmerking [M3A2]: Voorgesteldel;;: altematieven: beroepsinkomen voorgaande jaar, gemiddeld beroepsinkomen:.welke keuze maakt: het fonds hierin' " * 4.1 Wat zijn de kosten voor de deelnemer? De deelnemer is over elk jaar van deelnemerschap een premie verschuldigd aan het pensioenfonds. Deze premie wordt vastgesteld op 1 januari op basis van de leeftiid van de deelnemer op dat moment en opnieuwm^na wijziging van de pensioengrondslag zoals bedoeld in artikel 3.8 wordt de premie opnieuw vastgesteld op basis van de leeftiid van de deelnemer op het moment van wijziging. Als het deelnemerschap in de loop van een jaar aanvangt is de premie verschuldigd op het moment van aanvang van het deelnemerschap en op basis van de leeftiid van de deelnemer op dat moment. 4.2 Hoe hoog is de premie? De premie is een leeftijdsafhankelijk percentage van de pensioengrondslag (artikel ). In onderstaande tabel is per leeftijdsklasse het geldende percentage opgenomen: Leeftijdsklasse Percentage ia30êr4-% 11,909T7% T % 15,60^% r4% ^% 23J023rê% 2^50287*% 31,503^^6% Als het deelnemerschap door tussentijdse toetreding of vertrek niet het volledige kalenderjaar duurt, wordt de premie verlaagd tot het pro rata gedeelte dat overeenkomt met de duur van het deelnemerschap in dat jaar, uitgedrukt in maanden nauwkeurig. Gedeelten van een kalendermaand worden daarbij steeds naar boven afgerond op hele maanden. 4.3 Kan er vrijwillig een premie worden betaald ter verzekering van premievriistellinq bii arbeidsongeschiktheid? De deelnemer kan zich vrijwillig verzekeren voor premievriie pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid. De voora/aarden zijn te vinden in artikel 11, De hoogte van de premie voor deze vrijwillige verzekering bedraagt 6% (2015) van de pensioengrondslagpremie zoals bedoeld in artikel 4.2. Dit percentage wordt jaarlijks opnieuw vastgesteld door het bestuur. a- Kan vrijwillig oon ftegoro premie-w&fdeft-bctaald ton gunste van een hog&f pensioen? De deelnemer kan ervoor kiezen om een hogere premie te betalen dan do promie die hij verschuldigd aanspraak-ep pensioen op grond van deze pensioenregeling.-be op grond van dit lid vrijwillig betaalde premie kan nooit moor bodragen dan een derde deel van de premio dio do deelnemer verschuldigd is pagina 9

38 p-9r n#-vafhar#»l-4t2--öe-ëeeteefhef-kaff«fve0f^ betalen. 4.5b He6-geeft^6-deetn6me^aaflHdat4wj-een hogere premie wil betalen? De deelnemer die oen hogere pron^ie wil betalen, geeft dit aan op het formulier "Inkomensopgave" van het pensioenfonds. Deze kouze getdf4qy:te^erstvolgendo kalenderjaar nadat de deelnemer aaageeft 4.4 Wanneer krijgt de deelnemer een nota? De deelnemer krijgt elk kwartaal in de maanden januari, april, juli on oktober maart, iuni, september en december een nota voor de verschuldigde premie van het daaropvolgendebetroffondo kwartaal. Nieuw toegetreden deelnemers krijgen de nota uiterlijk twee maanden na aafwaflg-^/an het deelnemorschapvera/erking van de aanmelding. In geval van tussentijdse wijzigingen ontvangt de deelnemer tussentiids een nieuwe nota. 4.5 Wanneer moet de nota worden betaald? Het bedrag van de nota (de kwartaalpremie) moet worden betaald voor de op de nota vermelde vervaldatum, door storting of overmaking op het bankrekeningnummer dat op de nota is aangegeven. Als het deelnemerschap eindigt als gevolg van ovedijden, is de premie verschuldigd tot en met de maand voorafgaande aan de maand waarin het overlijden plaatsvindt. Als het deelnemerschap stopt vanwege pensionering is de premie verschuldigd tot aan de maand van pensionering, 4.6 Wat gebeurt er bij te late betaling? Als de termijnbetaling niet binnen dertig dagen na de vervaldatum van de nota is ontvangen door het pensioenfonds, is de deelnemer rente verschuldigd. Deze rente is gelijk aan de wettelijke rente en wordt vanaf de vervaldatum berekend over het verschuldigde bedrag. Bij te late betaling worden de gebruikelijke incassoprocedures gevolgd, daarbij kunnen incassokosten in rekening worden gebracht bij de deelnemer. pagina 10

39 Hoofdstuk 3. DE SOORTEN PENSIOEN BINNEN DE REGELING Artikel 5 Pensioenen binnen de regeling 5.1 In welke pensioenen voorziet deze pensioenregeling? Deze pensioenregeling kent ten behoeve van de deelnemer of zijn nabestaanden de volgende pensioensoorten: ouderdomspensioen partnerpensioen wezenpensioen Artikel 6 Ouderdomspensioen 6.1 Wat is het ouderdomspensioen? Het ouderdomspensioen is de levenslange uitkering die de deelnemer of de gewezen deelnemer ontvangt vanaf de pensioendatum. 6.2 Wanneer begint en wanneer eindigt het ouderdomspensioen? Het ouderdomspensioen gaat in op de pensioendatum. De pensioendatum Is de eerste dag van de maand waarin de deelnemer of gewezen deelnemer 65 jaar wordt. Het ouderdomspensioen wordt uitgekeerd tot en met de laatste dag van de maand waarin de gepensioneerde overlijdt, 6.3 Hoe wordt de hoogte van het ouderdomspensioen vastgesteld? De hoogte van het jaartijkse ouderdomspensioen is gelijk aan de som van de per jaar van deelnemerschap vera/orven aanspraken. De hoogte van de aanspraak die in enig jaar van deelnemerschap wordt verworven is afhankelijk van de leeftijd van de deelnemer in dat jaar en van de hoogte van de in I dat jaar betaalde premie (artikel 4.2 en artikel 1.3). De berekening van de jaarlijks te verwerven aanspraak vindt plaats op basis van leeftijdsafhankelijke actuariële factoren die jaarlijks door het bestuur worden vastgesteld. Het bestuur wint daarvoor advies in bij de adviserende externe actuaris. De factoren worden bepaald volgens de rekenregels die zijn opgenomen in de actuariële en bedrijfstechnische nota van het pensioenfonds en met inachtneming van de regelgeving van de Nederiandsche Bank. 6.4 Is er een korting toegepast op het ouderdomspensioen? Met inachtneming van het bepaalde in artikel 24. ziin de aanspraken op ouderdomspensioen en de ingegane ouderdomspensioenen, zoals deze bedroegen per 31 december 2013, per 1 april 2014 verlaagd met 3,1%, Artikel 7 Partnerpensioen 7.1 Wat is het partnerpensioen? Het partnerpensioen is een uitkering aan de partner van de deelnemer, de gewezen deelnemer of de gepensioneerde die wordt uitgekeerd na het overlijden van de deelnemer, de gewezen deelnemer of de gepensioneerde. pagina 11

40 7.2 Bouwt iedere deelnemer partnerpensioen op? Voor iedere deelnemer aan deze pensioenregeling, dus ook voor deelnemers zonder partner, wordt partnerpensioen opgebouwd. 7.3 Wie heeft recht op een uitkering van partnerpensioen? Recht op partnerpensioen heeft de partner van de deelnemer, de gewezen deelnemer of de gepensioneerde. Dat is één persoon met wie de deelnemer, de gewezen deelnemer of de gepensioneerde: gehuwd is of een geregistreerd partnerschap is aangegaan; samenwoont, mits: - de deelnemer, de gewezen deelnemer of de gepensioneerde en de partner beiden ongehuwd zijn en geen geregistreerd partnerschap zijn aangegaan met een derde; - de partner geen bloed- of aanverwant in de rechte lijn is van de deelnemer, de gewezen deelnemer of de gepensioneerde; de deelnemer, de gewezen deelnemer of de gepensioneerde en de partner gedurende ten minste een halfjaar aantoonbaar een gezamenlijke huishouding voeren en ten overstaan van een notaris een samenlevingsovereenkomst hebben getekend, 7.4 Wanneer is er geen recht op partnerpensioen? De partner heeft geen recht op partnerpensioen als het huwelijk is gesloten, het geregistreerd partnerschap is aangegaan of de samenwoning is begonnen op of na de pensioendatum of de eerdere datum waarop het ouderdomspensioen volledig is ingegaan. 7.5 Wanneer begint en wanneer eindigt het partnerpensioen? Het partnerpensioen gaat in op de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de deelnemer, de gewezen deelnemer of de gepensioneerde overlijdt. Het wordt uitgekeerd tot en met de laatste dag van de maand waarin de gerechtigde tot partnerpensioen overlijdt. 7.6 Hoe hoog is het partnerpensioen: 7.6a Bij overlijden van de deelnemer? Bij overlijden van de deelnemer is het partnerpensioen gelijk aan 70% van het ouderdomspensioen dat is opgebouwd tot het moment van ovedijden, vermeerderd met een aanvulling. Deze aanvulling bedraagt 1,225% van de gemiddelde pensioengrondslag zoals die voor de deelnemer gold in de laatste vijf kalenderjaren voorafgaand aan gemt-m-het jaar van zijn ovedijden maal het aantal jaren - in maanden nauwkeurig - gelegen tussen de eerste dag van de maand volgend op de maand van overlijden en de pensioendatum. Warneer een deelnemer op grond van artikel 4.3 vfijwihig-eeft hogere premio betaalt, gewt^at deze aanvuttifig naar ovonrodigheid wordt verhoogdr Indien het partnerpensioen niet kan worden vastgesteld omdat de deelnemer korter dan vijf iaar deel heeft genomen aan de pensioenregeling, dan gaat het pensioenfonds voor de vaststelling van de gemiddelde pensioengrondslag uit van deze kortere periode. Voor het partnerpensioen van een deelnemer die zijn beroepsinkomen niet heeft kunnen vaststellen omdat hij minder dan drie jaar winst uit onderneming genoot, wordt uitgegaan van de door de deelnemer opgegeven reële schatting van het beroepsinkomen van het betreffende jaar van deelname. Indien nadien blijkt dat deze schatting niet overeenkomt met de daadwerkelijk vastgestelde fiscale winst dan wel te kwader trouw is gemaakt, dan is het pensioenfonds gerechtigd het beroepsinkomen te corrigeren naar de werkelijke fiscale winst in het betreffende jaar, 7.6b Bij overlijden van de gewezen deelnemer? Bij ovedijden van de gewezen deelnemer vóór de dag dat het ouderdomspensioen volledig is ingegaan is het partnerpensioen gelijk aan 70% van het op de dag van het eindigen van de deelname pagina 12

41 opgebouwde ouderdomspensioen inclusief de op dit ouderdomspensioen verleende toeslagen op grond van artikel c Bij overlijden van de gepensioneerde? Bij overlijden van de gepensioneerde is het partnerpensioen gelijk aan 70% van het op de overtijdensdatum geldende ouderdomspensioen, zonder dat daarbij rekening gehouden wordt met eventueel toegepaste flexibiliseringselementen als beschreven in hoofdstuk 5 en inclusief de op het ouderdomspensioen verleende toeslagen op grond van artikel Het partnerpensioen wordt verlaagd of vervalt helemaal als gebruik gemaakt wordt van uitruil als bedoeld in artikel 17.1 en 17.2, 7.6d Bij overlijden van de deelnemer in een periode waarin sprake is van onbetaald verlof? Bij overlijden van de deelnemer tijdens een periode van onbetaald verlof tot een maximum van 18 maanden wordt het partnerpensioen vastgesteld alsof er geen sprake was van onbetaald vertof. Hierbij gelden de volgende verplichtingen: de deelnemer is verplicht om bij het pensioenfonds te melden dat hij onbetaald verlof geniet en voor welke periode; en de deelnemer is verplicht de overeenkomstige risicopremie te betalen. 7.7 Op welk deel van het partnerpensioen heeft de partner recht als de deelnemer ook een of meer ex-partners heeft? Als er op het moment dat het partnerpensioen ingaat een of meer ex-partners zijn, die op grond van artikel 12.1 recht hebben op een gedeelte van het partnerpensioen, wordt dit gedeelte in mindering I gebracht op de uitkenng van het partnerpensioen aan de partner van de overleden deelnemer, de gewezen deelnemer of gepensioneerde. Deze vermindering vindt ook plaats als de gewezen partner(s) inmiddels zelf is (zijn) overleden. 7.8 Vindt er een korting op het partnerpensioen plaats als de partner meer dan tien jaar jonger is dan de deelnemer? Als de partner meer dan tien jaar jonger is dan de deelnemer, de gewezen deelnemer of de gepensioneerde, wordt het partnerpensioen verminderd met 214% van dat pensioen voor elk vol jaar dat het leeftijdsverschil groter is dan tien jaar. 7.9 Kan het partnerpensioen worden afgekocht? Als het jaarlijkse partnerpensioen op de ingangsdatum lager is dan het bedrag als genoemd in _._2 I artikel 78 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling ( /»51,22 in 2015S), heeft het r ( Met opmaak: Markeren pensioenfonds het recht dit partnerpensioen en eventueel wezenpensioen ten behoeve van de ~ nabestaanden af te kopen. Bij afkoop van pensioen wordt het recht op pensioen. omgezet in een geldsom (de afkoopsom). Met de uitbetaling van die geldsom koopt het pensioenfonds de verplichting tot het doen van pensioenuitkeringen af. De afkoopsom wordt uitbetaald onder inhouding van verschuldigde belastingen en wettelijke heffingen. Het pensioenfonds maakt gebruik van zijn recht op afkoop tenzij het bestuur nadrukkelijk anders beslist op basis van de financiële situatie van het pensioenfonds. Het pensioenfonds informeert de partner binnen zes maanden na ingangsdatum over de voorgenomen afkoop en betaalt de afkoopsom binnen dezelfde termijn van zes maanden uit Is er een korting toegepast op het partnerpensioen? Met inachtneming van het bepaalde in artikel 24, ziin de aanspraken op partnerpensioen en de : ingegane partnerpensioenen, zoals deze bedroegen per 31 december 2013, per 1 april 2014 verlaagd met 3,1%, pagina 13

42 Artikels Wezenpensioen 8.1 Wat is het wezenpensioen? Het wezenpensioen is een uitkering voor kinderen van de deelnemer, de gewezen deelnemer of de gepensioneerde, die wordt uitgekeerd na het ovedijden van de deelnemer, de gewezen deelnemer of de gepensioneerde. 8.2a Wie heeft recht op wezenpensioen? Recht op wezenpensioen hebben kinderen die in familierechtelijke betrekking staan tot de deelnemer, de gewezen deelnemer of de gepensioneerde en die jonger zijn dan 21 jaar. Ook stief- en pleegkinderen die als eigen kinderen worden onderhouden en opgevoed en een kind dat wordt geboren binnen 307 dagen na het overlijden van de deelnemer, de gewezen deelnemer of de gepensioneerde hebben recht op wezenpensioen. 8.2b Wanneer is er geen recht op wezenpensioen? Er is geen recht op wezenpensioen voor een kind dat wordt geboren na 307 dagen nadat het ouderdomspensioen volledig is ingegaan. Kinderen die zijn of worden geadopteerd nadat het ouderdomspensioen volledig is ingegaan hebben evenmin recht op wezenpensioen, evenmin als kinderen die na die datum voor het eerst als stief-of pleegkind kunnen worden aangemerkt. 8.3 Wanneer begint en wanneer eindigt het wezenpensioen? Het wezenpensioen gaat in op de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de deelnemer, de gewezen deelnemer of de gepensioneerde overlijdt. Voor een kind dat wordt geboren binnen 307 dagen na het overtijden van de deelnemer, de gewezen deelnemer of gepensioneerde, gaat het wezenpensioen in op de eerste dag van de maand waarin het kind wordt geboren. Het wezenpensioen wordt uitgekeerd tot en met de laatste dag van de maand waarin het kind de 21-jarige leeftijd bereikt, of tot en met de laatste dag van de maand van diens eerder overtijden, 8.4a Hoe hoog is het wezenpensioen: Bij overtijden van de deelnemer, de gewezen deelnemer of de gepensioneerde is het wezenpensioen gelijk aan 20% van het op grond van dit pensioenreglement vastgestelde partnerpensioen. Als er geen partner is voor wie partnerpensioen wordt vastgesteld, wordt voor de bepaling van de hoogte van het wezenpensioen uitgegaan van het partnerpensioen dat zou worden uitgekeerd als er wel een partner was. Als er sprake is van (bijzonder) partnerpensioen voor meerdere partners, wordt voor de bepaling van de hoogte van het wezenpensioen uitgegaan van alle partnerpensioenen gezamenlijk. 8.4b Hoe hoog is het wezenpensioen als beide ouders zijn overleden? Het wezenpensioen waarop recht bestaat op grond van artikel 8.4a wordt verdubbeld vanaf de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin het kind volledig oudertoos wordt. In dit verband ^ wordt onder ouder verstaan de ouder die in familierechtelijke betrekking staat tot het kind. 8.5 Kan het wezenpensioen worden afgekocht? Als het jaarlijkse wezenpensioen op de ingangsdatum lager is dan het bedrag als genoemd in I artikel 78 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling ( /t51,22 in 2015a), heeft het l Met opmaak: Markeren pensioenfonds het recht dit wezenpensioen ten behoeve van de wees af te kopen Bij afkoop van pensioen wordt het recht op pensioen omgezet in een geldsom (de afkoopsom). Met de uitbetaling van die geldsom koopt het pensioenfonds de verplichting tot het doen van pensioenuitkenngen af. De afkoopsom wordt uitbetaald onder inhouding van verschuldigde belastingen en wettelijke heffingen. Het pensioenfonds maakt gebruik van zijn recht op afkoop tenzij het bestuur nadrukkelijk anders beslist op basis van de financiële situatie van het pensioenfonds. Het pensioenfonds informeert de voogd van de minderjarige wees of de meerderjarige wees binnen zes maanden na ingangsdatum I over de voorgenomen afkoop en betaalt de afkoopsom binnen dezelfde termijn van zes maanden uit. pagina 14

43 8.6 Is er een korting toegepast op het wezenpensioen? Met inachtneming van het bepaalde in artikel 24, ziin de aanspraken op wezenpensioen en de ingegane wezenpensioenen, zoals deze bedroegen per 31 december 2013, per 1 april 2014 verlaagd met 3,1%, pagina 15

44 Hoofdstuk 4. GEBEURTENISSEN DIE INVLOED HEBBEN OP DE OPBOUW VAN HET PENSIOEN Artikels Beëindiging van de deelname aan de pensioenregeling 9.1 Watgebeurt er bij beëindiging van de deelname aan de pensioenregeling? Bij beëindiging van de deelname aan de pensioenregeling, anders dan wegens overtijden, blijven de bij het pensioenfonds opgebouwde aanspraken op ouderdomspensioen, partnerpensioen en wezenpensioen in stand. De deelnemer ontvangt bij beëindiging van de deelname een opgave van de hoogte van deze premievrije aanspraken. Op deze aanspraken kunnen toeslagen worden verleend zoals is aangegeven in artikel Onder bepaalde voora/aarden kunnen de door de gewezen deelnemer opgebouwde rechten: - worden overgedragen (zie artikel 9.2: uitgaande waardeoverdracht) - worden afgekocht (zie artikel 9.3: afkoop) Onder bepaalde voorwaarden kan de deelname vrijwillig worden voortgezet (zie artikel 9.4: vrijwillige voortzetting) 9.2a Wat is uitgaande waardeoverdracht? Uitgaande waardeoverdracht houdt in dat de deelnemer een afkoopsom ter waarde van zijn bij het pensioenfonds opgebouwde pensioenaanspraken overdraagt naar een andere pensioenuitvoerder. De nieuwe pensioenuitvoerder vertaalt de afkoopsom in extra pensioen volgens de regels die daarvoor gelden in de nieuwe regeling. Een verzoek tot waardeoverdracht moet door de gewezen deelnemer gedaan worden bij de nieuwe pensioenuitvoerder binnen zes maanden na aanvang van de deelname aan de nieuwe pensioenregeling. 9.2b Wanneer vindt uitgaande waardeoverdracht plaats? Uitgaande waardeoverdracht vindt plaats op verzoek van de gewezen deelnemer die deelnemer wordt in de pensioenregeling van een (andere) werkgever of een andere beroepsgroep. De uitgaande waardeoverdracht wordt uitgevoerd volgens de wettelijk vastgestelde rekenregels en procedures, 9.3a Wat is afkoop? Bij afkoop van pensioen wordt de aanspraak op pensioen omgezet in een geldsom (de afkoopsom). Met de uitbetaling van die geldsom koopt het pensioenfonds de verplichting tot het doen van pensioenuitkenngen af. 9.3b Wanneer vindt afkoop plaats? Het pensioenfonds heeft het recht om op zijn vroegst twee jaar na beëindiging van de deelname alle pensioenaanspraken van de gewezen deelnemer af te kopen, als op basis van de tot het tijdstip van beëindiging opgebouwde aanspraak op ouderdomspensioen de uitkering van het ouderdomspensioen op jaarbasis op de pensioendatum per jaar minder zal bedragen dan het bedrag als genoemd in j_ I artikel 78 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling (.451,22 in 20153). Dit recht heeft het Met opmaak: Markeren pensioenfonds niet als de gewezen deelnemer binnen twee jaar na beëindiging van de deelname een ~ " ~ ~" procedure tot waardeoverdracht is gestart. De afkoopsom wordt uitbetaald onder inhouding van verschuldigde belastingen en wettelijke heffingen. pagina 16

45 Als de pensioendatum ligt voor het verstrijken van de bovenbedoelde termijn van twee jaar, heeft het pensioenfonds het recht om bij de ingang van het ouderdomspensioen een aanspraak op ouderdomspensioen en eventuele andere aanspraken ten behoeve van de gepensioneerde of zijn nabestaanden af te kopen, als de uitkenng van het ouderdomspensioen op de ingangsdatum per jaar minder bedraagt dan het bedrag als genoemd in artikel 78 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling ( 451,22 in 2013), Het pensioenfonds maakt gebruik van zijn recht op afkoop tenzij het bestuur nadrukkelijk anders beslist op basis van de financiële situatie van het pensioenfonds. Het pensioenfonds informeert de gewezen deelnemer of gepensioneerde binnen zes maanden na afloop van de periode van twee jaar respectievelijk binnen zes maanden na de ingang van het pensioen en betaalt de afkoopsom binnen dezelfde termijn van zes maanden uit Voor de bepaling van de hoogte van de afkoopsom wordt een afkoopvoet vastgesteld. Deze afkoopvoet is te vinden in hoofdstuk a Wat is vrijwillige voortzetting? Indien het deelnemerschap eindigt overeenkomstig artikel 2.2 en de deelnemer niet langer verplicht is tot deelname aan de regeling op grond van artikel 1, kan het deelnemerschap op basis van deze regeling vrijwillig worden voortgezet. 9.4b Wanneer kan vrijwillige voorzetting plaatsvinden? Aansluitend aan het verplichte deelnemerschap kan de deelnemer vrijwillig blijven deelnemen aan deze pensioenregeling gedurende ten hoogste: dne jaar vanaf beëindiging van het verplichte deelnemerschap voor de deelnemer die elders in loondienst werkzaam is en daar niet deelneemt aan een pensioenregeling; :: tien jaar vanaf beëindiging van het verplichte deelnemerschap voor de deelnemer die winst uit onderneming geniet zoals bedoeld in artikel 3.8 van de Wet inkomstenbelasting De vriiwillige voortzetting mag niet aanvangen in de periode van drie jaren voorafgaande aan de pensioendatum van de regeling die de voormalige werknemer vniwillig voortzet. Deze beperking is niet van toepassing als hij daadwerkelijk inkomen uit tegenwoordige arbeid geniet of als hij aannemelijk maakt dat hii om medische redenen niet in staat is inkomen uit tegenwoordige arbeid te genereren. De vriiwillige voortzetting duurt uiterliik tot aan de pensioendatum. De deelnemer die deze pensioenregeling vrijwillig wil voortzetten dient binnen drie maanden na beëindiging van de verplichte deelname hiertoe een verzoek in bij het pensioenfonds. Voor de bepaling van de in aanmerking te nemen pensioengrondslag wordt voor de eerste drie iaren uitgegaan van het gemiddelde pensioengevend inkomen gedurende de laatste vijf kalenderjaren van deelname. Heeft de deelnemer korter dan vijf iaar deelgenomen, dan geldt het qemiddelde over die kortere periode. Na afloop van de periode van drie jaar dient te worden uitgegaan van het daadwerkelijk verdiende inkomen in het betreffende iaar. De Belastingdienst stelt aanvullende voorwaarden aan vrijwillige voortzetting. De fiscale gevolgen van de vrijwillige voortzetting komen voor rekening van de deelnemer die gebruik maakt van de mogelijkheid om de regeling vrijwillig voort te zetten. pagina 17

46 Artikel 10 Inbreng van waarde bij start deelname 10.1 Wat is inkomende waardeoverdracht? Inkomende waardeoverdracht houdt in dat de deelnemer de waarde van zijn bij zijn vorige pensioenuitvoerder opgebouwde pensioenaanspraken overdraagt aan de Stichting Pensioenfonds voor Dierenartsen ter verwerving van aanspraken op pensioen op grond van deze pensioenregeling. Een verzoek tot waardeoverdracht moet door de deelnemer gedaan worden bij het pensioenfonds binnen zes maanden na aanvang van de deelname aan deze pensioenregeling. De waarde van de pensioenaanspraken die door middel van inkomende waardeoverdracht in deze pensioenregeling wordt ingebracht, wordt gebruikt voor de inkoop van ouderdoms-,partner- en wezenpensioen op grond van deze pensioenregeling Hoe vindt inkomende waardeoverdracht plaats? De deelnemer die de waarde van zijn bij zijn vonge pensioenuitvoerder opgebouwde pensioenaanspraken wil overdragen, dient daartoe een verzoek in bij de Stichting Pensioenfonds voor Dierenartsen binnen zes maanden na aanvang van de deelname aan deze pensioenregeling. De inkomende waardeoverdracht vindt vervolgens plaats volgens de wettelijk vastgestelde rekenregels en procedures. Artikel 11 Premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid 11.1 Wat is premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid? De deelnemer die stopt met het uitoefenen van zijn beroep als dierenarts kan geen pensioen meer opbouwen op grond van deze pensioenregeling. De deelnemer die gedwongen wordt (gedeeltelijk) te stoppen wegens arbeidsongeschiktheid, zou daarmee (een deel van) zijn toekomstige pensioenopbouw moeten missen. Om dat te voorkomen, kan de arbeidsongeschikte deelnemer zich in bepaalde gevallen, en onder de voorwaarden die zijn opgenomen in dit artikel, vrijwillig verzekeren voor premievrije voortzetting van de aift-pensioenopbouw-voortzetten. Hij wordt geacht tijdens de periode van premievriie voortzettinghet bestaan van do arboidnongnnchikthnid jaarlijks een premie te hebben betaald, zonder dat hij deze daadwerkelijk verschuldigd is. Be-veertzetting duurt-gelab -de deelnemer arbeidsongeschikt 4s, maar -tiiterlijk tot de datum waarop de deelnemer met (vervroegd) pensieen gaat en nooit langer dan tot de eerste dag-var^-de-fftaand waarin de-deelnemer de 66 jarige teeftijd-bereiktt 11.2 Wat betekent arbeidsongeschiktheid? Onder arbeidsongeschiktheid wordt verstaan de objectief medisch vast te stellen ongeschiktheid tot de uitoefening van het beroep van dierenarts als rechtstreeks gevolg van ziekte of ongeval. De mate van arbeidsongeschiktheid wordt vastgesteld door een door het bestuur aan te wijzen keuringsinstantie, 11.3 Wanneer kan de deelnemer zich verzekeren voor premievrijsteuing bij arbeidsongeschiktheid? Aanmelding voor deze vriiwillige verzekering is uitsluitend mogelijk: bii aanvang van het deelnemerschap aan deze pensioenregeling: binnen drie maanden na het afsluiten van een inkomensverzekering voor arbeidsongeschiktheid. De vrijwillige verzekering voor premievrije pensioenopbouw kan op elk moment worden stopgezet. Opnieuw aanmelden is dan echter niet meer mogelijk. Deelnemers die op 31 december 2014 al deelnemer waren, krijgen éénmalig de keuze om per 1 ianuari 2015 premievrijstelling bii arbeidsongeschiktheid vrijwillig te verzekeren. pagina 18

47 11.4 Wie komt in aanmerking voor premievrijsteuing bij arbeidsongeschiktheid? De deelnemer komt in aanmerking voor premievrijsteuing bii arbeidsongeschiktheid als voldaan is aan de volgende voorwaarden - met inachtneming van eventuele aanvullende eisen die voortvloeien uit dit artikel: a) hij is voor de eerste dag van de maand waarin hij de 65-iarige leeftijd bereikt door de in artikel 11,2 bedoelde keuringsinstantie geheel of gedeelteliik arbeidsongeschikt verklaard: b) hij heeft de in artikel 4,3 bedoelde extra premie betaald en was verzekerd voor premievrijstelling op het moment van arbeidsongeschikt worden: c) hij heeft een arbeidsongeschiktheidsverzekering afgesloten waaruit daadwerkeliik inkomensqeretateefdevervangende uitkeringen worden ontvangen die in omvanq ten minste overeenkomen met het wettelijk minimumloon: of hii ontvangt een uitkering op grond van de WIA: di hii heeft de premievriistellinq schrifteliik bij het pensioenfonds aangevraagd binnen drie jaar nadat de arbeidsongeschiktheid zich heeft geopenbaard Wanneer begint en eindigt de premievrijstellingvanaf wolk moment-gefdfrde promiovrijstelling bij arboidsongeschikthoid? De premievrijstelling gaat in op de eerste dag van de maand waarin de arbeidsongeschiktheid 104 weken onafgebroken heeft bestaan, maar niet eerder dan op de eerste dag van de maand waarin de deelnemer een inkomensven/angende arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangt. De premlevriistelling eindigt volledig op het eerste van de volgende tüdstippen: a) op de laatste dag van de maand waarin geen sprake meer is van gehele dan wel gedeelteliike arbeidsongeschiktheid: b) op de laatste dag van de maand waarin de deelnemer voor het laatst een uitkering uit een arbeidsongeschiktheidsverzekering ofeen uitkering op qrond van de WIA ontvangt: c) op het moment dat de deelnemer overtiidt: d) op de eerste dag van de maand waarin de deelnemer de 65-iarige leeftiid bereikt, 11.6 _Hoe wordt de hoogte vastgesteld van de premie die geacht wordt te zijn betaald door de arbeidsongeschikte deelnemer? I ^3 Bij volledige arbeidsongeschiktheid? Voor de berekening van de premie die geacht wordt te zijn betaald wordt uitgegaan van de gemiddelde jaarlijkse pensioengrondslag zoals die gold in de laatste vijf jaar voorafgaand en het premiepercentage zoals datie het laatst is vastgesteld vóór de aanvang van de arbeidsongeschiktheid. Deze premie geldt voor de gehele periode van premievrijstellingarbeidsongeschiktheid, met dien verstande dat hij jaarlijks per 1 januari, voor het eerst per 1 januari van het jaar volgend op de dag waarop het recht op premievriistellingde arbeidsongesehiktheid- ontstond, wordt verhoogd met 3%. 44T311.6b Bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid? Voor de gedeeltelijk arbeidsongeschikte deelnemer wordt de premie die geacht wordt te zijn betaald op dezelfde manier vastgesteld als voor de volledig arbeidsongeschikte deelnemer, met dien verstande dat de berekende premie wordt vermenigvuldigd met een percentage, dat afhankelijk is van de mate van arbeidsongeschiktheid. Het percentage is te vinden in onderstaande tabel: Mate van arbeidsongeschiktheid < 235% 25-35% 35-45% 45-55% 55-65% 65-80% > 80% Percentage premievrijstelling O ,5 100 pagina 19

48 11.7 Verplichting van de deelnemer als zijn arbeidsongeschiktheid vermindert De deelnemer moet een wijziging in zijn arbeidsongeschiktheid direct schrifteliik aan het pensioenfonds mededelen. -te4#2 Veer-ëeelneffiefs-met een betrekking in -leendfenstverband geldt de mate van arbeidsongeschwhelé die Is vermeld op de WIA beschikking, zoals ëie door 4iet Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen 4s vastgesteld. Voor de overige deelnemers, die niet in aanmerking-komen voor eeriwtkemg-ingevolge de WIA, vindt de beoordeling van de mate-vafv-afbeidsongosohiktheid plaats door een door het bestuur aan to wijzen kouringginstartfier-beze-kewwgslflstafttie-teee&rëeelt de mate van arbeidsongogchiktheid op basis van dezelfde criteria als de critena die gelden bij toekenningen van afbeiësen esehlktheidsuitkeringefhfl evql d6-ë6-wiar J1.6 Welke voqrw" ''^9n golden or nog meef? Oe toepassing van het-bepaelée4n de vorige leden van dit artikel vindt-plaats volgens de voorwaarden dl&-deef-het pensioenfonds-zijn overeengekomen mot do-herverzekeringsmaatsc-happjjv-bij-dege maatschappij i&-ftet-fl&teo voor het pensioenfonds dat het een gehele of gedeeltelijke premievrijstelling moet verlefieft-vetledig verzekerd. Daarbij is met de hor/erz-ekehngsmaatschappij overeengekemeflëat deze zich gebonden acht aan de WIA beschikkingen on de beoordellngefi door de, in overleg met de-t:>efvefzekeringsmaatechoppij door het pensioenfonds aangewezen keuringsinstantie als bedeetë-lr artikel 44^ Met opmaak: opsommingstekens en nummering Met opmaak: opsommingstekens en nummering Se-doetM^et-peftsjeerrfeflés-vaft-de herverzekefingsmaatschappij ontvangen uitkeringen zullen wordefi aangewend om de ten behoeve van de-deelnomor voortgezette-deelname te fmarmererh Het pensioenfonds is niet tet meer verplicht dan overeenkomt n^et de van de Het bestuur dr-aagt-ef-zerg voor dat belanghebbenden-op een voor hen gemakkelijke manier kennis kunnen rtemen van do hierboven genoemde voorwaarden,- Artikel 12 Scheiding 12.1 Behoudt de partner aanspraak op partnerpensioen na scheiding? Voor toepassing van artikel 12,2 en 12,3 wordt onder scheiding verstaan: echtscheiding, ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed, beëindiging van een geregistreerd partnerschap anders dan door overlijden of vermissing en beëindiging van een partnerrelatie tussen twee ongehuwd samenwonenden. Omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk of omzetting van een partnerrelatie tussen twee ongehuwd samenwonenden in een huwelijk of in een geregistreerd partnerschap is geen scheiding in de zin van dit lid. Bij scheiding behoudt de ex-partner van de deelnemer, de gewezen deelnemer of de gepensioneerde aanspraak op een premievrij partnerpensioen (bijzonder partnerpensioen). Het bijzonder partnerpensioen gaat in op de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de deelnemer, de gewezen deelnemer overtijdt en eindigt op de laatste dag van de maand waarin de ex-partner overlijdt. De hoogte van dit bijzonder partnerpensioen is voor de ex-partner van de deelnemer gelijk aan het partnerpensioen waarop recht zou bestaan als de deelname zou zijn geëindigd - anders dan door overtijden of het bereiken van de pensioendatum - op het tijdstip van scheiding. Als de deelname al is geëindigd, is het bijzonder partnerpensioen gelijk aan het partnerpensioen waarop recht is ontstaan bij het beëindigen van de deelname, inclusief de daarop inmiddels verleende toeslagen. Van het in de vonge alinea bepaalde kan worden afgeweken als de gewezen partners bij voora/aarden in verband met de partnerrelatie of in een schriftelijke overeenkomst met het oog op de scheiding anders overeenkomen. Uit de voora/aarden of de overeenkomst moet blijken dat de ex-partner pagina 20

Statuten. van de. Stichting Pensioenfonds voor Dierenartsen

Statuten. van de. Stichting Pensioenfonds voor Dierenartsen Statuten van de Stichting Pensioenfonds voor Dierenartsen Oprichtingsakte : 30 december 1974 Laatste statutenwijziging : 17 februari 2016 1 statuten - 2 STICHTING PENSIOENFONDS VOOR DIERENARTSEN STATUTEN

Nadere informatie

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Zeevisserij

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Zeevisserij Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Zeevisserij Ministerie van Sociale Zaken en Werkgeiegenheid Directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving Directie UAW afdeling CAV T.a.v. Mw. Mr. P.L.C. van

Nadere informatie

Reglement verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds voor Dierenartsen

Reglement verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds voor Dierenartsen Reglement verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds voor Dierenartsen 9 september 2014 Reglement verantwoordingsorgaan SPD 1 van 7 Artikel 1. Definities Bestuur: Deelnemer: Pensioengerechtigde: Intern

Nadere informatie

stichting bedrijfstakpensioenfonds voor de schoenmakerij

stichting bedrijfstakpensioenfonds voor de schoenmakerij stichting bedrijfstakpensioenfonds voor de schoenmakerij Ministerie van Sociale Zaken én Werkgelegenheid tav mw. mr. P.L.J. van Delft ' Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG behandeld door M. Bruijniks onderwerp

Nadere informatie

Praktische handreiking voor het opstellen van de representativiteitsopgave bij aanvragen i.h.k.v. de Wet verplichte beroepspensioenregeling (WVB)

Praktische handreiking voor het opstellen van de representativiteitsopgave bij aanvragen i.h.k.v. de Wet verplichte beroepspensioenregeling (WVB) Praktische handreiking voor het opstellen van de representativiteitsopgave bij aanvragen i.h.k.v. de Wet verplichte beroepspensioenregeling (WVB) 1. Inleiding De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Volledige Intrekking verpllchtstelling BPF Vlakglas 26 augustus 2015

Volledige Intrekking verpllchtstelling BPF Vlakglas 26 augustus 2015 [N1T AN1 EN 2 6AUG. 2015 Stichting BedriJfstakpenslMnfa ids voor de Groothandel in Vlakglas, de Groothandel in ^ erf, het Glasbewerkingsen het Glazeniersbedrijf l\/linisterie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Praktische handreiking voor het opstellen van een representativiteitsopgave

Praktische handreiking voor het opstellen van een representativiteitsopgave Praktische handreiking voor het opstellen van een representativiteitsopgave 1. Inleiding De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kan op aanvraag van het georganiseerde bedrijfsleven binnen een

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland. Reglement Verantwoordingsorgaan

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland. Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland Reglement Verantwoordingsorgaan In werking 01-01-2010 Artikel 1. Begripsbepalingen De begripsbepalingen als opgenomen in artikel 1 van de statuten van het

Nadere informatie

Stichting IKEA Pensioenfonds. Reglement Verantwoordingsorgaan

Stichting IKEA Pensioenfonds. Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting IKEA Pensioenfonds Reglement Verantwoordingsorgaan Artikel 1. Definities In dit reglement wordt verstaan onder: a) Bestuur: het bestuur van het fonds. b) Code Pensioenfondsen: de Code opgesteld

Nadere informatie

Huishoudelijk reglement. Van het verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Openbare Apothekers

Huishoudelijk reglement. Van het verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Openbare Apothekers Huishoudelijk reglement Van het verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Openbare Apothekers Versie 27 maart 2014 Artikel 1; Definities Voor dit reglement zijn de definities zoals opgenomen in de

Nadere informatie

REGLEMENT VERANTWOORDINGSORGAAN

REGLEMENT VERANTWOORDINGSORGAAN REGLEMENT VERANTWOORDINGSORGAAN INHOUDSOPGAVE Documenthistorie... 3 1. Reglement Verantwoordingsorgaan... 4 1.1 Artikel 1. Definities... 4 1.2 Artikel 2. Samenstelling van het verantwoordingsorgaan...

Nadere informatie

STATUTEN. van. Stichting VUT-fonds ECI

STATUTEN. van. Stichting VUT-fonds ECI STATUTEN van Stichting VUT-fonds ECI DEFINITIES Artikel 1 1. In deze statuten wordt verstaan onder: stichting: Stichting VUT-fonds ECI; bestuur: het bestuur van de stichting aangesloten ondernemingen:

Nadere informatie

de aangesloten onderneming volgens de statuten van het pensioenfonds; de personen, in dienst van de werkgever.

de aangesloten onderneming volgens de statuten van het pensioenfonds; de personen, in dienst van de werkgever. REGLEMENT VERANTWOORDINGSORGAAN Van Stichting Pensioenfonds Holland Casino Artikel 1. Definities Bestuur: Ondernemingsraad: Pensioenreglement: Statuten: Uitvoeringsovereenkomst: Vereniging van gepensioneerden:

Nadere informatie

Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Brocacef Pensioenfonds

Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Brocacef Pensioenfonds Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Brocacef Pensioenfonds Reglement verantwoordingsorgaan 23-11-2015 1 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Artikel 1 Begripsomschrijvingen... 3 Artikel 2 Samenstelling van

Nadere informatie

Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland 1 Reglement Verantwoordingsorgaan Artikel 1. Definities Voor dit reglement zijn de begripsomschrijvingen van de statuten van

Nadere informatie

Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Brocacef Pensioenfonds

Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Brocacef Pensioenfonds Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Brocacef Pensioenfonds Artikel 1 Begripsomschrijvingen Voor dit reglement zijn de begripsomschrijvingen van de statuten van Stichting Brocacef Pensioenfonds van

Nadere informatie

Versie april Verkiezingsreglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds UWV

Versie april Verkiezingsreglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds UWV Versie 0.1 9 april 2018 Verkiezingsreglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds UWV Artikel 1. Definities Op dit Verkiezingsreglement zijn de begripsomschrijvingen van de statuten van Stichting

Nadere informatie

2. Het Verantwoordingsorgaan bestaat uit drie personen. Het bestuur benoemt de leden van het Verantwoordingsorgaan.

2. Het Verantwoordingsorgaan bestaat uit drie personen. Het bestuur benoemt de leden van het Verantwoordingsorgaan. Stichting Pensioenfonds Hunter Douglas Reglement voor het Verantwoordingsorgaan 1. Het bestuur legt verantwoording af aan het Verantwoordingsorgaan over het beleid, de wijze waarop het beleid is uitgevoerd

Nadere informatie

Huishoudelijk Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Deutsche Bank Nederland.

Huishoudelijk Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Deutsche Bank Nederland. Stichting Pensioenfonds Deutsche Bank Nederland. Artikel 1. Begripsomschrijvingen De definities als opgenomen in Artikel 1 van de statuten van het pensioenfonds zijn van overeenkomstige toepassing op dit

Nadere informatie

: de werknemer die deelnemer is in de pensioenregeling van het pensioenfonds. : de Centrale Ondernemingsraad Wolters Kluwer Holding Nederland b.v.

: de werknemer die deelnemer is in de pensioenregeling van het pensioenfonds. : de Centrale Ondernemingsraad Wolters Kluwer Holding Nederland b.v. In werking 01-01-2017 Artikel 1. Begripsbepalingen De begripsbepalingen als opgenomen in artikel 1 van de statuten van de Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland zijn van overeenkomstige toepassing

Nadere informatie

Fondsdocumenten SNPF. Reglement Verantwoordingsorgaan

Fondsdocumenten SNPF. Reglement Verantwoordingsorgaan Fondsdocumenten SNPF Reglement Verantwoordingsorgaan Reglement Verantwoordingsorgaan Artikel 1. Begripsomschrijvingen a. ABTN: Actuariële en Bedrijfstechnische Nota; b. beroepsgenoot: persoon die is aangesloten

Nadere informatie

- 1 - STICHTING ADMINISTRATIEKANTOOR AANDELEN KAS BANK

- 1 - STICHTING ADMINISTRATIEKANTOOR AANDELEN KAS BANK - 1 - STATUTEN VAN LS/6008105/10336207.stw STICHTING ADMINISTRATIEKANTOOR 30-09-2011 AANDELEN KAS BANK met zetel te Amsterdam, zoals deze luiden na een akte van statutenwijziging verleden op 30 september

Nadere informatie

Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting-Telegraafpensioenfonds 1959 Januari 2018

Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting-Telegraafpensioenfonds 1959 Januari 2018 Januari 2018 1 Artikel 1. Begripsomschrijvingen De definities als opgenomen in artikel 1 van de statuten van het fonds zijn van overeenkomstige toepassing op dit reglement. Daarnaast gelden de volgende

Nadere informatie

REGLEMENT VERANTWOORDINGSORGAAN. Stichting Pensioenfonds NIBC

REGLEMENT VERANTWOORDINGSORGAAN. Stichting Pensioenfonds NIBC REGLEMENT VERANTWOORDINGSORGAAN Stichting Pensioenfonds NIBC 1 juli 2014 Artikel 1. Definities Voor dit reglement zijn de begripsomschrijvingen van de statuten van Stichting Pensioenfonds NIBC van toepassing.

Nadere informatie

REGLEMENT VERANTWOORDINGSORGAAN STICHTING PENSIOENFONDS OPENBARE BIBLIOTHEKEN

REGLEMENT VERANTWOORDINGSORGAAN STICHTING PENSIOENFONDS OPENBARE BIBLIOTHEKEN REGLEMENT VERANTWOORDINGSORGAAN STICHTING PENSIOENFONDS OPENBARE BIBLIOTHEKEN VERSIE 28 APRIL 2015 Definities Op dit reglement zijn de begripsbepalingen van de statuten van Stichting Pensioenfonds Openbare

Nadere informatie

Reglement van het Verantwoordingsorgaan

Reglement van het Verantwoordingsorgaan Reglement van het Verantwoordingsorgaan Per 3 december 2014 Inhoudsopgave Hoofdstuk I Algemene bepalingen 3 Artikel 1 Begripsbepalingen 3 Artikel 2 Voorzitter en plaatsvervangend voorzitter 4 Artikel 3

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group. Reglement Verantwoordingsorgaan

Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group. Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group Reglement Verantwoordingsorgaan Artikel 1 Begripsomschrijvingen Voor dit reglement zijn de begripsomschrijvingen van de statuten van de Stichting Pensioenfonds

Nadere informatie

Wolters Kluwer Nederland B.V. Reglement Sociale Pensioencommissie

Wolters Kluwer Nederland B.V. Reglement Sociale Pensioencommissie Wolters Kluwer Nederland B.V. Reglement Sociale Pensioencommissie In werking 01-07-2014 Artikel 1. Begripsbepalingen De begripsbepalingen als opgenomen in artikel 1 van de statuten van de Stichting Pensioenfonds

Nadere informatie

Artikel 1 - Definities

Artikel 1 - Definities Reglement Verantwoordingsorgaan Versie BV 21 december 2016 Artikel 1 - Definities In dit reglement wordt verstaan onder: Pensioenfonds: Bestuur: het bestuur van het Pensioenfonds Verantwoordingsorgaan:

Nadere informatie

Huishoudelijk reglement van het verantwoordingsorgaan (definitief) Bedrijfstakpensioenfonds voor de drankindustrie

Huishoudelijk reglement van het verantwoordingsorgaan (definitief) Bedrijfstakpensioenfonds voor de drankindustrie Huishoudelijk reglement van het verantwoordingsorgaan (definitief) Bedrijfstakpensioenfonds voor de drankindustrie Juli 2014 Artikel 1 Begripsbepalingen Definities Dit reglement verstaat onder: fonds:

Nadere informatie

4. Bestuurders van het fonds kunnen geen lid zijn van het Verantwoordingsorgaan.

4. Bestuurders van het fonds kunnen geen lid zijn van het Verantwoordingsorgaan. Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Astellas Definities Artikel 1 a. (Pensioen)fonds: Stichting Pensioenfonds Astellas; b. Bestuur: Het bestuur van het fonds; c. Verantwoordingsorgaan;

Nadere informatie

Reglement Verantwoordingsorgaan. Stichting-Telegraafpensioenfonds 1959

Reglement Verantwoordingsorgaan. Stichting-Telegraafpensioenfonds 1959 Reglement Verantwoordingsorgaan 1 REGLEMENT VERANTWOORDINGSORGAAN Artikel 1. Begripsomschrijvingen De definities als opgenomen in artikel 1 van de statuten van het fonds zijn van overeenkomstige toepassing

Nadere informatie

Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Transavia Vliegers

Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Transavia Vliegers Dec 2014 Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Transavia Vliegers Artikel 1. Begripsomschrijvingen Voor dit reglement zijn de begripsomschrijvingen van de statuten van Stichting Pensioenfonds

Nadere informatie

4ts] INRETAIL. Va km ense

4ts] INRETAIL. Va km ense 4ts] Va km ense INRETAIL Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG Betreft: intrekking verplichtstelling Pensioenfonds

Nadere informatie

AKTE VAN STATUTENWIJZIGING STICHTING PRIORITEIT ORDINA GROEP

AKTE VAN STATUTENWIJZIGING STICHTING PRIORITEIT ORDINA GROEP 1 AKTE VAN STATUTENWIJZIGING STICHTING PRIORITEIT ORDINA GROEP Heden, [ ] tweeduizend veertien, verscheen voor mij, mr. Marcel Dirk Pieter Anker, notaris te Amsterdam: [ ]. De comparant verklaarde dat

Nadere informatie

Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Equens

Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Equens Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Equens 1 Artikel 1. Definities Fonds Stichting Pensioenfonds Equens Werkgever Equens SE Bestuur Het bestuur van het Fonds Verantwoordingsorgaan Het

Nadere informatie

REGLEMENT VERANTWOORDINGSORGAAN. Stichting Pensioenfonds NIBC

REGLEMENT VERANTWOORDINGSORGAAN. Stichting Pensioenfonds NIBC REGLEMENT VERANTWOORDINGSORGAAN Stichting Pensioenfonds NIBC 1 januari 2019 Artikel 1. Definities Voor dit reglement zijn de begripsomschrijvingen van de statuten van Stichting Pensioenfonds NIBC van toepassing.

Nadere informatie

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Schoen-, Leder- en Lederwarenindustrie. Reglement Verantwoordingsorgaan

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Schoen-, Leder- en Lederwarenindustrie. Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Schoen-, Leder- en Lederwarenindustrie Pagina: 2 Artikel 1. Begripsomschrijvingen Voor dit reglement zijn de begripsomschrijvingen van de statuten en het pensioenreglement

Nadere informatie

Statuten. Stichting Preferente Aandelen KAS BANK

Statuten. Stichting Preferente Aandelen KAS BANK Statuten Stichting Preferente Aandelen KAS BANK d.d. 26 maart 2009 Statuten van Stichting Preferente Aandelen KAS BANK, gevestigd te Amsterdam, zoals deze luiden na een akte van statutenwijziging verleden

Nadere informatie

REGLEMENT REGLEMENT VAN HET VERANTWOORDINGSORGAAN VAN STICHTING PENSIOENFONDS ECOLAB / 11

REGLEMENT REGLEMENT VAN HET VERANTWOORDINGSORGAAN VAN STICHTING PENSIOENFONDS ECOLAB / 11 REGLEMENT REGLEMENT VAN HET VERANTWOORDINGSORGAAN VAN STICHTING PENSIOENFONDS ECOLAB 01-07-2014 1 / 11 Begripsbepalingen Artikel 1 Definities Dit reglement verstaat onder: Fonds: Bestuur: Statuten: Pensioenreglement:

Nadere informatie

STICHTING PLATFORM DUURZAAMHEID DORDRECHT (11 januari 2013)

STICHTING PLATFORM DUURZAAMHEID DORDRECHT (11 januari 2013) STATUTEN STICHTING PLATFORM DUURZAAMHEID DORDRECHT (11 januari 2013) Definitie Artikel 1 Schriftelijk 1. Onder schriftelijk wordt in deze statuten tevens verstaan een langs elektronische weg toegezonden

Nadere informatie

Reglement Verantwoordingsorgaan. Stichting Pensioenfonds Transavia Grond & Cabinepersoneel

Reglement Verantwoordingsorgaan. Stichting Pensioenfonds Transavia Grond & Cabinepersoneel Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Transavia Grond & Cabinepersoneel 1 juli 2014 Artikel 1. Begripsomschrijvingen Voor dit reglement zijn de begripsomschrijvingen van de statuten van

Nadere informatie

Reglement Verantwoordingsorgaan

Reglement Verantwoordingsorgaan Reglement Verantwoordingsorgaan Artikel 1 Definities In dit reglement worden geacht te zijn overgenomen de definities van de statuten, terwijl voorts wordt verstaan onder: a. Selectiecommissie De commissie

Nadere informatie

Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot

Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot Versie: 2014-01 Pagina 1/8 INHOUDSOPGAVE Artikel 1. Definities...3 Artikel 2. Samenstelling van het Verantwoordingsorgaan...3 Artikel 3. Taken en bevoegdheden van het Verantwoordingsorgaan...4 Artikel

Nadere informatie

Statuten Pensioenfonds Medisch Specialisten

Statuten Pensioenfonds Medisch Specialisten Pensioenfonds Medisch Specialisten Naam en Zetel. Artikel 1. 1.1. Het pensioenfonds draagt de naam: Stichting Pensioenfonds Medisch Specialisten. 1.2. Het pensioenfonds is gevestigd te Zeist. Doel. Artikel

Nadere informatie

afgevaardigden twee afgevaardigden gekozen voor een periode van twee jaar en zijn zij

afgevaardigden twee afgevaardigden gekozen voor een periode van twee jaar en zijn zij versie d.d. 27-09-2018 Huishoudelijk reglement als bedoeld in artikel 11 lid 9 van de statuten van de vereniging: Beroepspensioenvereniging Huisartsen, statutair gevestigd te Utrecht, hierna: de Beroepspensioenvereniging.

Nadere informatie

HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN HET VERANTWOORDINGSORGAAN

HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN HET VERANTWOORDINGSORGAAN HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN HET VERANTWOORDINGSORGAAN STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE DRANKINDUSTRIE mei 2009 B EGRIPSBEPALINGEN Artikel 1 Definities Dit reglement verstaat onder: fonds: bestuur:

Nadere informatie

Statuten en Huishoudelijk reglement der Bachelor Students of International Studies

Statuten en Huishoudelijk reglement der Bachelor Students of International Studies Statuten en Huishoudelijk reglement der Bachelor Students of International Studies Algemene bepalingen Artikel 1. - Naam De vereniging draagt de naam: Bachelor Students of International Studies (afgekort

Nadere informatie

Huishoudelijk reglement. Van het verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Openbare Apothekers

Huishoudelijk reglement. Van het verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Openbare Apothekers Huishoudelijk reglement Van het verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Openbare Apothekers Artikel 1 Definities Voor dit reglement zijn de definities zoals opgenomen in de statuten van Stichting

Nadere informatie

Stichting Bedrijfspensioenfonds voor medewerkers in het Notariaat. Reglement Verantwoordingsorgaan

Stichting Bedrijfspensioenfonds voor medewerkers in het Notariaat. Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Bedrijfspensioenfonds voor medewerkers in het Notariaat Reglement Verantwoordingsorgaan Artikel 1. Begripsomschrijvingen Dit reglement verstaat onder: fonds : de Stichting Bedrijfspensioenfonds

Nadere informatie

Reglement Verantwoordingsorgaan, d.d. 25 september Reglement Verantwoordingsorgaan. Stichting Pensioenfonds Equens

Reglement Verantwoordingsorgaan, d.d. 25 september Reglement Verantwoordingsorgaan. Stichting Pensioenfonds Equens Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Equens 1 Artikel 1. Definities Fonds Werkgever Bestuur Verantwoordingsorgaan Visitatiecommissie Deelnemer Pensioengerechtigde Aangesloten onderneming

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. Reglement Verantwoordingsorgaan

Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. Reglement Verantwoordingsorgaan Reglement Verantwoordingsorgaan Versie 01-07-2014 Artikel 1. Definities Bestuur: Intern Toezicht: Verantwoordingsorgaan: Het bestuur van het pensioenfonds. De visitatiecommissie van het pensioenfonds.

Nadere informatie

men fticsa Doorkiesnummer Ons kenmerk Datum 06-22041907 wijz.verpl/856/pb 14 augustus 2014

men fticsa Doorkiesnummer Ons kenmerk Datum 06-22041907 wijz.verpl/856/pb 14 augustus 2014 w n f r p I men fticsa Ministerie van Sociaie Zaken en Werkgelegenheid Directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoonwaardenwetgeving Postbus 90801 2509 LV 's-gravenhage Behandeld door M.M.G. Thomassen Doorkiesnummer

Nadere informatie

Regeling van werkzaamheden van het Verantwoordingsorgaan van de. lnstelling Pensioenfonds van de Nederlandse Bisdommen;

Regeling van werkzaamheden van het Verantwoordingsorgaan van de. lnstelling Pensioenfonds van de Nederlandse Bisdommen; Regeling van werkzaamheden van het Verantwoordingsorgaan van de lnstelling Pensioenfonds van de Nederlandse Bisdommen Het bestuur, gelet op artikel 33 van de Pensioenwet; gelet op de Code Pensioenfondsen,

Nadere informatie

Wijz. Statuten wijkstichtingen Oss

Wijz. Statuten wijkstichtingen Oss 1 VOORSTEL VOOR WIJZIGING STATUTEN WIJKSTICHTING Oss-Zuid Heden, DATUM, verschenen voor mij, mr. NAAM NOTARIS, notaris te Oss: 1. VOORNAMEN ACHTERNAAM VOORZITTER, wonende ADRES, geboren GEBOORTEDATUM te

Nadere informatie

4. Bestuurders van de fondsen kunnen geen lid zijn van het Verantwoordingsorgaan.

4. Bestuurders van de fondsen kunnen geen lid zijn van het Verantwoordingsorgaan. Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Astellas Definities Artikel 1 a. (Pensioen)fonds: Stichting Pensioenfonds Astellas; b. Bestuur: Het bestuur van beide fondsen; c. Verantwoordingsorgaan;

Nadere informatie

STATUTEN. Stichting Pensioenfonds Openbare Apothekers

STATUTEN. Stichting Pensioenfonds Openbare Apothekers STATUTEN Stichting Pensioenfonds Openbare Apothekers Versie 27 maart 2014 Artikel 1 Naam en Zetel 1. De Stichting draagt de naam: Stichting Pensioenfonds Openbare Apothekers. 2. De Stichting is gevestigd

Nadere informatie

REGLEMENT VERANTWOORDINGSORGAAN Stichting Pensioenfonds Thales Nederland. Artikel 2. Samenstelling van het Verantwoordingsorgaan

REGLEMENT VERANTWOORDINGSORGAAN Stichting Pensioenfonds Thales Nederland. Artikel 2. Samenstelling van het Verantwoordingsorgaan REGLEMENT VERANTWOORDINGSORGAAN Stichting Pensioenfonds Thales Nederland (versie definitief 31 maart 2016) Artikel 1. Definities Voor dit reglement zijn de begripsomschrijvingen van de statuten van Stichting

Nadere informatie

C O N C E P T. blad 1 OPRICHTING STICHTING

C O N C E P T. blad 1 OPRICHTING STICHTING blad 1 C O N C E P T OPRICHTING STICHTING Heden,+, verscheen voor mij, mr. Alex Huberto Korlaar, notaris te Scherpenzeel: ++ De verschenen persoon verklaarden bij deze akte een stichting op te richten

Nadere informatie

VOORBEELD REGLEMENT VERANTWOORDINGSORGAAN

VOORBEELD REGLEMENT VERANTWOORDINGSORGAAN VOORBEELD REGLEMENT VERANTWOORDINGSORGAAN Leeswijzer voorbeeld reglement verantwoordingsorgaan Met onder meer dit voorbeeld document geeft OPF invulling aan de Services voor de aangesloten ondernemingspensioenfondsen.

Nadere informatie

Reglement verantwoordingsorgaan van Stichting Pensioenfonds HaskoningDHV

Reglement verantwoordingsorgaan van Stichting Pensioenfonds HaskoningDHV van Stichting Pensioenfonds HaskoningDHV Artikel 1. Begripsbepalingen Bestuur Het bestuur van het pensioenfonds Code Pensioenfondsen De Code Pensioenfondsen van september 2013 zoals opgesteld door de Pensioenfederatie

Nadere informatie

VOORBEELD REGLEMENT VERANTWOORDINGSORGAAN. (versie 3 april 2007)

VOORBEELD REGLEMENT VERANTWOORDINGSORGAAN. (versie 3 april 2007) VOORBEELD REGLEMENT VERANTWOORDINGSORGAAN (versie 3 april 2007) Leeswijzer voorbeeld reglement verantwoordingsorgaan Met onder meer dit voorbeeld document geeft OPF invulling aan de Services voor de aangesloten

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds voor Fysiotherapeuten

Stichting Pensioenfonds voor Fysiotherapeuten REGLEMENT VERANTWOORDINGSORGAAN 2015 Stichting Pensioenfonds voor Fysiotherapeuten Datum: 16 september 2015 Versie: 3.0 1 Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen Artikel 1 Bestuur: Begripsbepalingen het Bestuur

Nadere informatie

Blad 1 Naam en Zetel Artikel 1 1. De stichting draagt de naam: Stichting Oud-Zeilend-Hout 2. Zij heeft haar zetel te Slochteren Doel Artikel 2 Het doe

Blad 1 Naam en Zetel Artikel 1 1. De stichting draagt de naam: Stichting Oud-Zeilend-Hout 2. Zij heeft haar zetel te Slochteren Doel Artikel 2 Het doe Blad 1 Naam en Zetel Artikel 1 1. De stichting draagt de naam: Stichting Oud-Zeilend-Hout 2. Zij heeft haar zetel te Slochteren Doel Artikel 2 Het doel van de stichting is a. Het zeilen met oude houten,

Nadere informatie

Reglement Verantwoordingsorgaan 1

Reglement Verantwoordingsorgaan 1 Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Groothandel in Vlakglas, de Groothandel in Verf, het Glasbewerkings- en het Glazeniersbedrijf Reglement Verantwoordingsorgaan

Nadere informatie

STATUTEN NAAM EN ZETEL ARTIKEL

STATUTEN NAAM EN ZETEL ARTIKEL Doorlopende tekst van de statuten van de stichting Stichting S.P.Y.N. Welfare Foundation, blijkens de akte van oprichting op 10 december 2004 verleden voor notaris mr J. Hagen te Vleuten, gemeente Utrecht.

Nadere informatie

Praktische handreiking voor het opstellen van een representativiteitopgave

Praktische handreiking voor het opstellen van een representativiteitopgave Praktische handreiking voor het opstellen van een representativiteitopgave 1. Inleiding Nadat werkgevers- en werknemersorganisaties in een sector een cao hebben afgesloten, kunnen zij de Minister van Sociale

Nadere informatie

DOORLOPENDE TEKST VAN DE STATUTEN VAN DE STICHTING

DOORLOPENDE TEKST VAN DE STATUTEN VAN DE STICHTING 1 DOORLOPENDE TEKST VAN DE STATUTEN VAN DE STICHTING STICHTING CAMPVUUR, statutair gevestigd in de gemeente Opsterland, opgericht bij akte verleden op zeven november tweeduizend zeven verleden voor mr.

Nadere informatie

Reglement van het Verantwoordingsorgaan. Stichting Personeelspensioenfonds APG (PPF APG)

Reglement van het Verantwoordingsorgaan. Stichting Personeelspensioenfonds APG (PPF APG) Reglement van het Verantwoordingsorgaan Stichting Personeelspensioenfonds APG (PPF APG) Versie: 1 januari 2018 SAMENSTELLING Artikel 1 1. Het verantwoordingsorgaan bestaat uit 7 leden, waarvan 2 leden

Nadere informatie

Reglement verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds GE Artesia Bank

Reglement verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds GE Artesia Bank Reglement verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds GE Artesia Bank Reglement verantwoordingsorgaan Artikel 1. Definities Het fonds Bestuur: Intern Toezicht: Verantwoordingsorgaan; Aangesloten onderneming

Nadere informatie

Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Personeelspensioenfonds APG

Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Personeelspensioenfonds APG Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Personeelspensioenfonds APG Laatstelijk gewijzigd door het bestuur van Stichting Personeelspensioenfonds APG op 27 november 2013 1 REGLEMENT VOOR HET VERANTWOORDINGSORGAAN

Nadere informatie

AFDELINGSREGLEMENT. Afdelingsreglement NHV d.d

AFDELINGSREGLEMENT. Afdelingsreglement NHV d.d AFDELINGSREGLEMENT INHOUDSPGAVE: Artikel 1. Afdelingsreglement Artikel 2. Afdelingen Artikel 3. Taken en bevoegdheden afdelingen Artikel 4. Samenstelling en verkiezing afdelingsbestuur Artikel 5. Taken

Nadere informatie

Statuten. Stichting Pensioenfonds ARCADIS Nederland. Artikel 1 - Begripsomschrijvingen

Statuten. Stichting Pensioenfonds ARCADIS Nederland. Artikel 1 - Begripsomschrijvingen Statuten Stichting Pensioenfonds ARCADIS Nederland Artikel 1 - Begripsomschrijvingen De stichting: Stichting Pensioenfonds ARCADIS Nederland, gevestigd te Arnhem. De werkgever: ARCADIS Nederland B.V.,

Nadere informatie

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT. [Versie 1 januari 2019]

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT. [Versie 1 januari 2019] REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT [Versie 1 januari 2019] ARTIKEL 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN Voor dit reglement zijn de begripsomschrijvingen zoals opgenomen in de statuten van Stichting Pensioenfonds Achmea van

Nadere informatie

Reglement voor het Verantwoordingsorgaan van de Stichting Pensioenfonds ANWB

Reglement voor het Verantwoordingsorgaan van de Stichting Pensioenfonds ANWB Reglement voor het Verantwoordingsorgaan van de Stichting Pensioenfonds ANWB Artikel 1: Definities Begrippen die in dit reglement gehanteerd worden hebben dezelfde betekenis als in de statuten van de Stichting

Nadere informatie

Reglement deelnemersraad BPF Bouw

Reglement deelnemersraad BPF Bouw Reglement deelnemersraad BPF Bouw Artikel 1 Begripsomschrijvingen In dit reglement wordt verstaan onder: Stichting: Bestuur: Statuten: Pensioenreglement: Deelnemers: Pensioengerechtigden: Stichting Bedrijfstakpensioenfonds

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Medisch Specialisten Statuten

Stichting Pensioenfonds Medisch Specialisten Statuten Stichting Pensioenfonds Medisch Specialisten Statuten versie 2017 www.spms.nl Stichting Pensioenfonds Medisch Specialisten Statuten 2017 Naam en Zetel. Artikel 1. 1.1. Het pensioenfonds draagt de naam:

Nadere informatie

STATUTEN. Stichting Pensioenfonds Openbare Apothekers

STATUTEN. Stichting Pensioenfonds Openbare Apothekers STATUTEN Stichting Pensioenfonds Openbare Apothekers Versie 13 maart 2019 Artikel 1 Naam en Zetel 1. De Stichting draagt de naam: Stichting Pensioenfonds Openbare Apothekers. 2. De Stichting is gevestigd

Nadere informatie

benoemingsbesluit is benoemd. g. door het verstrijken van de tijd waarvoor hij is benoemd. 7. Het bestuur kan besluiten een bestuurder te schorsen. Ee

benoemingsbesluit is benoemd. g. door het verstrijken van de tijd waarvoor hij is benoemd. 7. Het bestuur kan besluiten een bestuurder te schorsen. Ee Oprichting stichting ANBI STATUTEN NAAM EN ZETEL Artikel 1. 1. De stichting draagt de naam: @. 2. Zij is gevestigd te @. DOEL Artikel 2. 1. De stichting heeft ten doel: @, en voorts al hetgeen met één

Nadere informatie

Reglement voor de raad van toezicht

Reglement voor de raad van toezicht Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Zuivel en aanverwante industrie (BPZ) Reglement voor de raad van toezicht Colofon Dit reglement is een uitgave van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de

Nadere informatie

S T A T U T E N : 1. Naam. Zetel. 1.1 De stichting draagt de naam: Stichting Solus Non Solus. 1.2 Zij is gevestigd te Amsterdam. 2. Doel. 2.

S T A T U T E N : 1. Naam. Zetel. 1.1 De stichting draagt de naam: Stichting Solus Non Solus. 1.2 Zij is gevestigd te Amsterdam. 2. Doel. 2. S T A T U T E N : 1. Naam. Zetel. 1.1 De stichting draagt de naam: Stichting Solus Non Solus. 1.2 Zij is gevestigd te Amsterdam. 2. Doel. 2.1 De stichting heeft ten doel: (a) het goed functioneren van

Nadere informatie

Reglement van het verantwoordingsorgaan

Reglement van het verantwoordingsorgaan Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Rijn- en Binnenvaart Reglement van het verantwoordingsorgaan Artikel 1 Begripsbepalingen Voor dit reglement zijn de volgende begripsomschrijvingen van toepassing:

Nadere informatie

STATUTEN STICHTING TENNISPARK EINSTEIN

STATUTEN STICHTING TENNISPARK EINSTEIN STATUTEN STICHTING TENNISPARK EINSTEIN Naam en Zetel Artikel 1 1. De stichting draagt de naam: STICHTING TENNISPARK EINSTEIN. 2. Zij heeft haar zetel in de gemeente Zevenaar. Doel Artikel 2 1. De stichting

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland Statuten

Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland Statuten Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland Statuten Artikel 1: DEFINITIES 1. Bestuur: het bestuur van de stichting; 2. Deelnemer: degene, die overeenkomstig het pensioenreglement deelnemer is; 3. Gewezen

Nadere informatie

Verkiezingsreglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

Verkiezingsreglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland Verkiezingsreglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland Versie 16 oktober 2014 Artikel 1. Definities Voor dit reglement zijn de begripsomschrijvingen van de statuten van

Nadere informatie

Reglement Verantwoordingsorgaan

Reglement Verantwoordingsorgaan Reglement Verantwoordingsorgaan Ingangsdatum: 1 juli 2014 Vastgesteld op: 26 juni 2014 Artikel 1. Definities Voor dit reglement zijn de begripsomschrijvingen van de statuten van Stichting Douwe Egberts

Nadere informatie

2.1. De stichting heeft ten doel het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking.

2.1. De stichting heeft ten doel het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking. STATUTEN VAN STICHTING BEHEER SNS REAAL met zetel te Utrecht, zoals deze luiden na het verlijden van de akte van statutenwijziging verleden op 30 januari 2015 voor mr. M.A.J. Cremers, notaris te Amsterdam.

Nadere informatie

a. het bestuur: het bestuur van de stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Agrarische en Voedselvoorzieningshandel.

a. het bestuur: het bestuur van de stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Agrarische en Voedselvoorzieningshandel. HUISHOUDELIJK REGLEMENT VERANTWOORDINGSORGAAN Artikel 1. Begripsomschrijvingen Voor dit reglement zijn de begripsomschrijvingen zoals opgenomen in de statuten van toepassing. In aanvulling op de statuten

Nadere informatie

AKTE VAN STATUTENWIJZIGING (Stichting Pensioenfonds Equens)

AKTE VAN STATUTENWIJZIGING (Stichting Pensioenfonds Equens) 1 Stichting Pensioenfonds Equens - CONCEPT AKTE VAN STATUTENWIJZIGING (Stichting Pensioenfonds Equens) Op l tweeduizend veertien is voor mij, mr. Christiaan Maria Stokkermans, notaris te Amsterdam, verschenen:

Nadere informatie

ledenvergadering gehouden te Utrecht op twaalf december tweeduizend-

ledenvergadering gehouden te Utrecht op twaalf december tweeduizend- Statuten 50Plus 2015 De algemene ledenvergadering van de vereniging heeft in een algemene ledenvergadering gehouden te Utrecht op twaalf december tweeduizend- vijftien besloten de statuten van de vereniging

Nadere informatie

STATUTEN Artikel 1 - Naam en zetel Stichting Het Nutshuis Artikel 2 - Doel Artikel 3 - Bestuur: samenstelling, benoeming, beloning, ontslag

STATUTEN Artikel 1 - Naam en zetel Stichting Het Nutshuis Artikel 2 - Doel Artikel 3 - Bestuur: samenstelling, benoeming, beloning, ontslag STATUTEN Artikel 1 - Naam en zetel 1. De naam van de stichting is: Stichting Het Nutshuis. 2. De stichting is gevestigd in de gemeente 's-gravenhage. Artikel 2 - Doel 1. Het doel van de stichting is -

Nadere informatie

Reglement verantwoordingsorgaan 2014

Reglement verantwoordingsorgaan 2014 Reglement verantwoordingsorgaan 2014 Artikel 1 Definities Het pensioenfonds De statuten De Stichting Pensioenfonds Delta Lloyd; De statuten van het pensioenfonds; Het verantwoordingsorgaan Het verantwoordingsorgaan

Nadere informatie

DOORLOPENDE TEKST Stichting PLUSBUS HOUTEN Naam en Zetel Stichting PLUSBUS HOUTEN Doelgroep en Doel

DOORLOPENDE TEKST Stichting PLUSBUS HOUTEN Naam en Zetel Stichting PLUSBUS HOUTEN Doelgroep en Doel DOORLOPENDE TEKST van de statuten van de in Houten gevestigde Stichting PLUSBUS HOUTEN, zoals deze luiden met ingang van 8 maart 2018 na de akte van statutenwijziging, op 7 maart 2018 verleden voor mr.

Nadere informatie

Indien werd gehandeld in strijd met het hiervóór in dit lid bepaalde, kan het bestuur niettemin rechtsgeldige besluiten nemen, mits de ter

Indien werd gehandeld in strijd met het hiervóór in dit lid bepaalde, kan het bestuur niettemin rechtsgeldige besluiten nemen, mits de ter 1 DOORLOPENDE TEKST Van de statuten van de stichting: Stichting tot Internationale Natuurbescherming (Van Tienhoven Stichting) thans genaamd: Van Tienhoven Stichting tot Internationale Natuurbescherming,

Nadere informatie

STICHTING Strategische Board Stedendriehoek

STICHTING Strategische Board Stedendriehoek STICHTING Strategische Board Stedendriehoek Heden, @ tweeduizend dertien verscheen voor mij, mr. Jan-Hein Brummelhuis, notaris te Deventer: @ De verschenen persoon verklaarde een stichting op te richten,

Nadere informatie

Oprichting stichting mr. F. de Vries mr. R.J.B. Caderius van Veen prof. mr. H.E. Bröring Naam, Zetel en Duur

Oprichting stichting mr. F. de Vries mr. R.J.B. Caderius van Veen prof. mr. H.E. Bröring Naam, Zetel en Duur 1 Oprichting stichting Heden, de tweeduizend zes, verschenen voor mij, mr. T.J. de Vries, notaris te Groningen: 1. de weledelgestrenge heer mr. F. de Vries, wonende te; 2. de weledelgestrenge heer mr.

Nadere informatie

Stichting Kwaliteit Haptotherapie Nederland

Stichting Kwaliteit Haptotherapie Nederland blad 1 Naam en Zetel Artikel 1 1. De stichting draagt de naam: Stichting Kwaliteit Haptotherapie Nederland. 2. Zij heeft haar zetel in de gemeente Apeldoorn. Doel Artikel 2 1. De stichting heeft ten doel

Nadere informatie

Reglement Verantwoordingsorgaan. Stichting Pensioenfonds Medewerkers Apotheken

Reglement Verantwoordingsorgaan. Stichting Pensioenfonds Medewerkers Apotheken Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Medewerkers Apotheken Juli 2014 Inhoud Artikel 1 Definities 3 Artikel 2 Statuten 3 Artikel 3 Reikwijdte van het reglement 3 Artikel 4 Samenstelling,

Nadere informatie

Reglement verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds voor Verloskundigen. April 2014. Reglement verantwoordingsorgaan SPV 1 van 11

Reglement verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds voor Verloskundigen. April 2014. Reglement verantwoordingsorgaan SPV 1 van 11 Reglement verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds voor Verloskundigen April 2014 Reglement verantwoordingsorgaan SPV 1 van 11 HOOFDSTUK I BEGRIPSBEPALINGEN Artikel 1 Begripsbepalingen In dit reglement

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds AT&T Nederland. SPAN Verantwoordingsorgaan

Stichting Pensioenfonds AT&T Nederland. SPAN Verantwoordingsorgaan SPAN Verantwoordingsorgaan Versie: 8 Goedgekeurd door het bestuur Datum: 10-11-2017 Inhoud Inleiding... 3 Artikel 1. Begripsomschrijvingen... 3 Artikel 2. Samenstelling verantwoordingsorgaan... 3 Artikel

Nadere informatie