VERSCHILLEN IN ZAKENDOEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VERSCHILLEN IN ZAKENDOEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND"

Transcriptie

1 VERSCHILLEN IN ZAKENDOEN TUSSEN BELGIË EN

2 2 VERSCHILLEN IN ZAKENDOEN TUSSEN BELGIË EN

3 VERSCHILLEN IN ZAKEN DOEN TUSSEN BELGIË EN BOEKHOUDKUNDIGE, FISCALE, JURIDISCHE EN SOCIAALRECHTELIJKE ASPECTEN Dit overzicht is een uitgave van de grensoverschrijdende België-Nederland adviesgroep van BDO. De Belgium/Holland Desk begeleidt Belgische en Nederlandse ondernemers die grensoverschrijdende activiteiten (willen) ontwikkelen. In dit overzicht treft u de belangrijke verschillen aan tussen België en Nederland inzake boekhouding, fiscaliteit, arbeids- en sociaal zekerheidsrecht en vennootschapsrecht. Contactgegevens: Contacteer uw accountmanager bij BDO of vraag naar: Voor België: Voor Nederland: DIRK VAN WAL ROGER BASTIAENS Dirk.Vanwal@BDO.be Roger.Bastiaens@BDO.nl De tekst is bijgewerkt tot juli 2017 BOEKHOUDKUNDIGE, FISCALE, JURIDISCHE EN SOCIAALRECHTELIJKE ASPECTEN 3

4 4 VERSCHILLEN IN ZAKENDOEN TUSSEN BELGIË EN

5 INHOUD Enkele algemene gegevens Jaarrekening Algemeen Omvang Publicatievereisten Accountantscontrole Consolidatie Boekhouding Algemeen Rekeningschema Waarderingsregels Verplichte boeken Btw-eisen voor een boekhouding Juridisch Vennootschapsvormen Oprichtingsvereisten Opstartformaliteiten Bestuursorganen Algemene vergadering van aandeelhouders Raad van Commissarissen Jaarverslag Ondernemingsraad BTW Werken in onroerende staat Speciaal belastingregime expatriates Sociale zekerheidsregelgeving Algemeen Sociale bijdragen EG-verordeningen per 1 mei Inkomstenbelastingen voor zelfstandigen Arbeidsrechterlijke aspecten Belasting bij overdracht van onroerend goed... Bijlage 1: Waarderingsregels... Bijlage 2: Belgisch minimum genormaliseerd rekeningstelsel... Bijlage 3: (Uittreksel) EU-verordening 883/ Fiscaal Fiscale jaarrekening Tarieven vennootschapsbelasting Verworpen uitgaven Aftrek voor risicokapitaal Aftrek voor innovatie-inkomsten Andere fiscale stimuli Deelnemingsvrijstelling Fiscale eenheid Verliescompensatie Rulingbeleid Transfer pricing Bronheffing roerende voorheffing... BOEKHOUDKUNDIGE, FISCALE, JURIDISCHE EN SOCIAALRECHTELIJKE ASPECTEN 5

6 6 VERSCHILLEN IN ZAKENDOEN TUSSEN BELGIË EN

7 ENKELE ALGEMENE GEGEVENS BELGÏE België is km² groot en heeft een bevolking van iets meer dan 11 miljoen inwoners. Het Vlaams Gewest heeft bijna 6,5 miljoen inwoners, het Waals Gewest telt 3,6 miljoen inwoners en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bijna 1,2 miljoen. Brussel is als hoofdstad van België tevens het bestuurlijk centrum van de Europese Unie en de NAVO. België heeft drie officiële talen: ongeveer zestig procent van de bevolking spreekt Nederlands, veertig procent spreekt Frans en minder dan een procent spreekt Duits (in de Oostkantons). De culturele en linguïstische diversiteit van het land heeft door een opeenvolging van staatshervormingen geleid tot een complex politiek systeem, waarbij in principe de grondgebonden bevoegdheden zoals economie, werkgelegenheid en openbare werken liggen bij de Gewesten (het Vlaamse, het Waalse en het Brusselse), en de persoonsgebonden materies zoals onderwijs, cultuur en welzijn bij de Gemeenschappen (de Vlaamse, de Franse en de Duitstalige). De overkoepelende federale overheid is bevoegd voor onder meer defensie, justitie en de sociale zekerheid. De gewesten zijn bevoegd voor aan het grondgebied gerelateerde materies: ruimtelijke ordening, milieu, landbouw, huisvesting, energie, werkgelegenheid, openbare werken en vervoer, economie en buitenlandse handel, toezicht op gemeenten en provincies en ontwikkelingssamenwerking. Elk gewest heeft een parlement als wetgevende macht en een regering als uitvoerende macht. De gemeenschappen gaan over persoonsgebonden materies: culturele aangelegenheden, sport, onderwijs, onderzoek, gezondheid, welzijn en taalgebruik. Elke gemeenschap heeft een gemeenschapsraad als wetgevende macht en een gemeenschapsregering als uitvoerende macht. De Vlaamse Gemeenschap en het Vlaams Gewest hebben een gemeenschappelijk parlement en regering, beide met zetel te Brussel. Nederland is te km² groot en heeft een bevolking van ongeveer 17 miljoen inwoners. Bestuurlijk is het land verdeeld in twaalf provincies. De wetgevende macht deelt de regering met het parlement, de Staten-Generaal, dat bestaat uit twee kamers. Beide kamers moeten instemmen met wetgeving en kunnen ministers tot verantwoording roepen. De Tweede Kamer is het lagerhuis en heeft 150 zetels die aan de hand van rechtstreekse algemene landelijke verkiezingen op basis van evenredige vertegenwoordiging voor vier jaar worden verdeeld. Het hogerhuis van het parlement is de Eerste Kamer, waarvan de 75 leden voor vier jaar door de leden van Provinciale Staten worden gekozen, die op hun beurt wel rechtstreeks worden gekozen; in tegenstelling tot de Tweede Kamer mag ze geen wetten indienen of wijzigen, maar enkel door de Tweede Kamer goedgekeurde wetten goedof afkeuren. Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat waarbij de verschillende territoriale eenheden zelfstandige bevoegdheden hebben. De bestuurslagen bestaan uit de rijksoverheid of centrale overheid met daaronder de twaalf provincies, 388 gemeenten en 24 waterschappen. De provincies zijn actief op gebieden als ruimtelijke ordening, infrastructuur, economie, cultuur, natuur en milieu. Ook houden ze toezicht op de gemeenten en de waterschappen. Het dagelijks bestuur van elke provincie wordt gevormd door Gedeputeerde Staten, dat wordt gecontroleerd door de Provinciale Staten. De Provinciale Staten worden door het volk gekozen en moeten daarna een college van Gedeputeerde Staten vormen. Ook de leden van de Eerste Kamer worden door de leden van de Provinciale Staten gekozen. De voorzitter van het College van Gedeputeerde Staten en van Provinciale Staten van een provincie is de commissaris van de Koning. Binnen een provincie zijn de gemeenten ingedeeld. Voor burgerlijk recht en strafrecht is de Hoge Raad der Neder- BOEKHOUDKUNDIGE, FISCALE, JURIDISCHE EN SOCIAALRECHTELIJKE ASPECTEN 7

8 De Franstaligen beslisten om hun afzonderlijke bestuursorganen, namelijk het Waals Gewest (zetel te Namen) en de Franse Gemeenschap (zetel te Brussel) gescheiden te houden. De Duitstalige Gemeenschap heeft haar eigen parlement en regering (zetel Eupen). In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is het Brussels Hoofdstedelijk Parlement en regering (zetel Brussel) bevoegd voor gewestmateries, en zijn de Vlaamse en Franse gemeenschappen elk bevoegd voor de eigen gemeenschapsmateries, via de Vlaamse, respectievelijk Franse Gemeenschapscommissie en hun uitvoerende organen (colleges). Voor zaken die beide gemeenschappen aangaan, is in Brussel de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (en college) bevoegd. Gewesten en gemeenschappen kunnen decreten of (in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest) ordonnanties uitvaardigen die kracht van wet hebben in het eigen gewest of de eigen gemeenschap. Een bijzonder rechtscollege, het Grondwettelijk Hof, waakt erover dat de wetgeving van de federale regering, de gemeenschappen en gewesten de bevoegdheidsverdeling tussen deze verschillende entiteiten eerbiedigt. Het Grondwettelijk Hof kan wetsbepalingen vernietigen die deze bevoegdheidsverdeling schenden. De hoofdstad van Vlaanderen is Brussel, de hoofdstad van Wallonië is Namen. Brussel is ook de hoofdstad van Franstalige Gemeenschap. De hoofdstad van de Duitstalige gemeenschap is Eupen. Parlementen Het Federaal Parlement van België is in de Wetstraat te Brussel gevestigd. De zes parlementen bestaan in totaal uit zeven wetgevende vergaderingen en tellen samen 537 verschillende leden: 1. Federaal Parlement van België (Kamer en Senaat) 2. Vlaams Parlement 3. Waals Parlement 4. Brussels Hoofdstedelijk Parlement 5. Parlement van de Franse Gemeenschap 6. Parlement van de Duitstalige Gemeenschap Regeringen Er zijn zes regeringen 1. Federale regering 2. Vlaamse regering 3. Waalse regering 4. Brusselse Hoofdstedelijke Regering 5. Regering van de Franse Gemeenschap 6. Regering van de Duitstalige Gemeenschap landen de hoogste rechtbank, voor bestuursrecht is de Raad van State de hoogste rechtbank. Den Haag speelt een belangrijke internationale rol op juridisch gebied, als locatie voor vier internationale tribunalen en Europol 8 VERSCHILLEN IN ZAKENDOEN TUSSEN BELGIË EN

9 Provincies Het Vlaams Gewest (Vlaanderen) is ingedeeld in 5 provincies: 1. Antwerpen (hoofdstad Antwerpen) 2. Limburg (hoofdstad Hasselt) 3. Oost-Vlaanderen (hoofdstad Gent) 4. Vlaams-Brabant (hoofdstad Leuven) 5. West-Vlaanderen (hoofdstad Brugge) Het Waals Gewest (Wallonië) telt 5 provincies: 1. Waals-Brabant (hoofdstad Waver) 2. Henegouwen (hoofdstad Bergen) 3. Luik (hoofdstad Luik) 4. Luxemburg (hoofdstad Aarlen) 5. Namen (hoofdstad Namen) Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest behoort tot geen enkele provincie. BOEKHOUDKUNDIGE, FISCALE, JURIDISCHE EN SOCIAALRECHTELIJKE ASPECTEN 9

10 10 VERSCHILLEN IN ZAKENDOEN TUSSEN BELGIË EN

11 1. JAARREKENING BELGÏE De Belgische wetgeving bepaalt dat iedere onderneming die een dubbele boekhouding voert jaarlijks een jaarrekening dient op te maken. Kleine en middelgrote ondernemingen (hierna KMO-vennootschappen) zijn vennootschappen die op de balansdatum van het laatst afgesloten boekjaar niet meer dan één van de volgende 3 criteria overschrijden: > jaargemiddelde personeelsbestand 50; > jaaromzet, excl. BTW 9,0 miljoen; > balanstotaal 4,5 miljoen. Wanneer meer dan één van de 3 criteria worden overschreden of niet meer worden overschreden, heeft dit slechts gevolgen wanneer dit zich gedurende 2 achtereenvolgende boekjaren voordoet. De gevolgen hiervan gaan in vanaf het volgende boekjaar. Zoals verder in de brochure wordt toegelicht, kunnen KMOvennootschappen aanspraak maken op meerdere fiscale gunstregimes ALGEMEEN 1.2. OMVANG In Nederland wordt er onderscheid gemaakt tussen een inrichtingsjaarrekening en een publicatiejaarrekening. De inrichtingsjaarrekening wordt beschouwd als een instrument om rekening en verantwoording af te leggen aan de organen van de rechtspersoon. De publicatiejaarrekening dient als informatie naar derden. Het is mogelijk om IFRS toe te passen in Nederland. Voor micro en kleine rechtspersonen bestaat (voor boekjaren die zijn aangevangen op of na 1 januari 2016) de mogelijkheid om fiscale grondslagen toe te passen. Micro jaarrekeningregime: van toepassing op rechtspersonen die op twee opeenvolgende balansdata aan twee of drie van de volgende vereisten voldoen: > waarde van de activa volgens de balans, op grondslag van verkrijgings- en vervaardigingsprijs, niet meer dan ,- bedraagt; > de netto-omzet over het boekjaar niet meer dan ,- bedraagt; > het gemiddeld aantal werknemers over het boekjaar minder dan 10 bedraagt. Kleine jaarrekeningregime: van toepassing op rechtspersonen die op twee opeenvolgende balansdata aan twee of drie van de volgende vereisten voldoen: > waarde van de activa volgens de balans, op grondslag van verkrijgings- en vervaardigingsprijs, niet meer dan ,- bedraagt; > de netto-omzet over het boekjaar niet meer dan ,- bedraagt; > het gemiddeld aantal werknemers over het boekjaar minder dan 50 bedraagt. BOEKHOUDKUNDIGE, FISCALE, JURIDISCHE EN SOCIAALRECHTELIJKE ASPECTEN 11

12 Microvennootschappen zijn kleine vennootschappen die op datum van de jaarafsluiting geen dochter- of moedervennootschap zijn en niet meer dan één van de volgende 3 criteria overschrijden: > jaargemiddelde personeelsbestand 10 > jaaromzet, excl. BTW > balanstotaal Middelgrote jaarrekeningregime: van toepassing op rechtspersonen die op twee opeenvolgende balansdata aan twee of drie van de volgende vereisten voldoet: > waarde van de activa volgens de balans, op grondslag van verkrijgings- en vervaardigingsprijs, niet meer dan ,- bedraagt; > de netto-omzet over het boekjaar niet meer dan ,- bedraagt; > het gemiddeld aantal werknemers over het boekjaar minder dan 250 bedraagt PUBLICATIEVEREISTEN Ondernemingen onderworpen aan de publicatie van de volledige of verkorte jaarrekening: alle vennootschappen naar Belgisch recht onder de vorm van een NV, BVBA, Comm. VA, CVBA, EESV en ESV evenals de Europese Vennootschap naar Belgisch recht. Niet onderworpen aan de publicatie: > de natuurlijke personen die handelaar zijn; > de kleine en middelgrote vennootschappen waarvan de vennoten onbeperkt en hoofdelijk aansprakelijk zijn (VOF, Comm.V, CVOA); > de grote vennootschappen waarvan de vennoten hoofdelijk en onbeperkt aansprakelijk zijn (VOF, Comm.V, CVOA) en indien geen enkele onbeperkt aansprakelijke vennoot een rechts persoon is. Publicatie bijkantoren in België: deze dienen een interne Belgische jaarrekening op te stellen maar dienen deze niet te publiceren, wel de jaarrekening van de buitenlandse onderneming, voorafgegaan door het eerste blad van het volledig schema. De neerlegging van de jaarrekening van de buitenlandse onderneming gebeurt in de vorm waarin deze rekeningen werden opgesteld en openbaar gemaakt volgens het recht van de Staat waaronder de vennootschap valt. Wat publiceren: > de jaarrekening volgens het voorgeschreven formulier (balans, de resultatenrekening, de toelichting en de sociale balans); > het jaarverslag van de raad van bestuur of zaakvoerder: enkel verplicht voor grote vennootschappen; > het controleverslag van de commissaris(revisor) indien een commissaris aangesteld werd. Ondernemingen die een jaarrekening moeten publiceren: alle rechtspersonen die onderworpen zijn aan Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, namelijk een BV, NV, coöperatie, onderlinge waarborgmaatschappij alsmede onder bepaalde voorwaarden stichtingen, verenigingen en rechtspersonen die onder de Wet op de formeel buitenlandse vennootschappen vallen. Ondernemingen die geen jaarrekening hoeven te publiceren: > ondernemingen die geen rechtspersoon zijn, zoals een eenmanszaak, maatschap, vennootschap onder firma (VOF) of commanditaire vennootschap (CV); > groepsmaatschappijen waarvoor de moedermaatschappij zich hoofdelijk aansprakelijk heeft gesteld. De aansprakelijkheidstelling ziet op de uit rechtshandelingen van de groepsmaatschappij voortkomende schulden (niet op bijvoorbeeld belastingschulden Ook een buitenlandse onderneming met één of meer neven vestigingen in Nederland is in principe publicatieplichtig. De buitenlandse vennootschap dient een jaarrekening van de vennootschap te deponeren bij het Handelsregister voor zover en in de vorm waarin de vennootschap deze in het land van haar statutaire zetel (vestigingsplaats) openbaar moet maken. De te deponeren stukken dienen in het Nederlands, Duits, Frans of Engels te zijn opgesteld. Wat publiceren: > de jaarrekening volgens de wettelijke voorschriften (de enkelvoudige jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening indien de rechtspersoon een geconsolideerde jaarrekening opstelt); > het bestuursverslag; > de overige gegevens (inclusief de accountantsverklaring indien een controleplicht bestaat). Ten aanzien van de te publiceren gegevens gelden vrijstellingen voor de micro, kleine en middelgrote rechtspersoon. 12 VERSCHILLEN IN ZAKENDOEN TUSSEN BELGIË EN

13 Wanneer publiceren: binnen 30 dagen na de goedkeuring van de jaarrekening door de algemene vergadering van aandeelhouders en ten laatste 7 maanden na de datum van afsluiting van het boekjaar. Sancties: Strafrechtelijke sancties: > geldboete van 300 tot ; > en/of gevangenisstraf van één maand tot een jaar; > mogelijke hoofdelijke aansprakelijkheid van bestuurders. Burgerrechtelijke sancties: > de door derden geleden schade wordt, behoudens tegenbewijs, geacht voort te vloeien uit het niet neerleggen van de jaarrekening binnen de wettelijk gestelde termijn. Gerechtelijke ontbinding: > op vraag van iedere belanghebbende of van het Openbaar Ministerie kan de rechtbank de ontbinding uitspreken van een vennootschap die haar jaarrekening niet heeft neergelegd gedurende drie opeenvolgende jaren. Ambtshalve doorhaling KBO: > ambtshalve doorhaling van de inschrijving bij de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) voor vennootschappen die voor ten minste drie opeenvolgende boekjaren niet hebben voldaan aan de verplichting tot neerlegging van hun jaarrekeningen Administratieve boetes of tarieftoeslag bij laattijdige neerlegging: > 400,00 ( 120,00 voor niet-grote vennootschappen) wanneer de jaarrekening wordt neergelegd tijdens de negende maand na de afsluiting van het boekjaar; > 600,00 ( 180,00 voor niet-grote vennootschappen) wanneer de jaarrekening wordt neergelegd vanaf de tiende tot en met de twaalfde maand na de afsluiting van het boekjaar > 1.200,00 ( 360,00 voor niet-grote vennootschappen) wanneer de jaarrekening wordt neergelegd vanaf de dertiende maand na de afsluiting van het boekjaar. Wanneer publiceren: > binnen 8 dagen nadat de jaarrekening door de algemene vergadering (AV) (vereenvoudigd) is vastgesteld. > indien de jaarrekening niet wordt vastgesteld, uiterlijk binnen 2 maanden nadat de uiterste opmaaktermijn voor de jaarrekening is verstreken in niet-vastgestelde vorm. uiterlijk (vastgesteld of niet vastgesteld) binnen 12 maanden na balansdatum. Sancties: Strafrechtelijke sancties: > zes maanden hechtenis, een taakstraf of een geldboete; Civielrechtelijke sancties: > mogelijke aansprakelijkheid bestuur in geval van faillissement; > nalevingsvordering belanghebbende > wanbeleid in een enquêteprocedure > mogelijk ontbinding door de Kamer van Koophandel. BOEKHOUDKUNDIGE, FISCALE, JURIDISCHE EN SOCIAALRECHTELIJKE ASPECTEN 13

14 1.4. ACCOUNTANTSCONTROLE Algemeen: Register-Accountant wordt in België Bedrijfsrevisor genoemd. Een bedrijfsrevisor dient lid te zijn van het Instituut der Bedrijfsrevisoren. De controle is verplicht voor: > grote vennootschappen (criteria berekend op individuele basis) > vennootschappen die deel uitmaken van een groep die gehouden is een geconsolideerde jaarrekening op te stellen en te publiceren; > portefeuillemaatschappijen; > vennootschappen waarvan de effecten zijn opgenomen in een officiële notering van een effectenbeurs. Duur mandaat van een bedrijfsrevisor: de bedrijfsrevisor wordt benoemd voor een vaste duur van 3 jaar. Zijn jaarlijkse vergoeding (voor 3 jaar) is vastgesteld vóór het starten van zijn opdracht. De bedrijfsrevisor kan steeds terug worden herbenoemd. Wettelijke controles mogen uitsluitend worden uitgevoerd door externe accountants van accountantsorganisaties die een vergunning hebben van de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Van de controleplicht zijn vrijgesteld micro rechtspersonen, kleine rechtspersonen en groepsmaatschappijen die voldoen aan bepaalde voorwaarden als de moedermaatschappij zich aansprakelijk heeft gesteld voor de schulden voortkomend uit rechtshandelingen van de groepsmaatschappij. De accountant wordt voor onbepaalde tijd benoemd. In eerste instantie is de algemene vergadering bevoegd tot het benoemen van een accountant. Indien de algemene vergadering niet tot benoeming overgaat, benoemt de Raad van Commissarissen (RvC) de accountant. Als beide organen niet tot benoeming overgaan, benoemt het bestuur de accountant. Binnenkort komt de mogelijkheid tot benoeming van de accountant door het bestuur echter te vervallen. Overige wettelijke opdrachten De wetgeving heeft voorzien dat bij bepaalde verrichtingen van de onderneming de bedrijfsrevisor een verslag dient op te stellen. Specifieke opdrachten voortvloeiende uit het Wetboek van Vennootschappen: > inbreng in natura; > quasi-inbreng (vrijstelling mogelijk); > uitgifte aandelen beneden fractiewaarde; > wijziging maatschappelijk doel; > interim-dividend; > omzetting naar een andere vennootschapsvorm; > belangenconflict in de raad van bestuur; > fusie of splitsing van vennootschappen (vrijstelling mogelijk); > vereffening; > beperking of opheffing van het voorkeurrecht; > kapitaalverhoging door openbare inschrijving, ten gevolge van een conversie van obligaties, of ten gevolge van de uitoefening van warrants. De wetgeving heeft voorzien dat bij bepaalde verrichtingen van bepaalde rechtspersonen de accountant een verklaring dient te verstrekken. De accountant moet een verklaring afgeven in de volgende situaties: > omzetting van een rechtspersoon naar een NV; > inbreng op aandelen in natura bij een NV; > juridische fusie en splitsing van rechtspersonen; > verslagstaten ten behoeve van toezichthouder (banken, verzekeraars en pensioenfondsen). 14 VERSCHILLEN IN ZAKENDOEN TUSSEN BELGIË EN

15 1.5. CONSOLIDATIE Wie moet consolideren: > een onderneming die alleen of gezamenlijk één of meer dochterondernemingen controleert (de moederonderneming); > consortia (horizontale groep met centrale leiding), alsook hun dochterondernemingen. Vrijstelling van consolidatie: a) een onderneming die één of meer ondernemingen controleert, als zij aan de volgende voorwaarden voldoet: > de onderneming is zelf dochter van een Belgische of buitenlandse moedervennootschap die een geconsolideerde jaarrekening opstelt waarin de Belgische onderneming en al haar filialen zijn opgenomen; > de aandeelhouders van de onderneming geven in bijzondere meerderheid van stemmen (90%) hun akkoord op deze uitzondering; > de geconsolideerde jaarrekening is gepubliceerd in België in de taal waarin de jaarrekening van de onderneming is opgesteld. b) Groepen van beperkte omvang: indien niet meer dan één van de volgende 3 criteria wordt overschreden (cijfers van de laatst opgemaakte jaarrekening op geconsolideerde basis): > jaaromzet excl. BTW: 34,0 miljoen > balanstotaal: 17,0 miljoen > personeel (jaargemiddelde): 250 Wie moet consolideren: > een rechtspersoon die, alleen of gezamenlijk aan het hoofd van een groep staat, waarbij het hoofd van de groep in het algemeen de rechtspersoon is waarin de leiding van de groep is ondergebracht (de moedermaatschappij). Een groep is een economische eenheid waarin rechtspersonen en vennootschappen organisatorisch verbonden zijn; > een rechtspersoon die niet aan het hoofd van een groep staat, maar die in zijn groep één of meer dochtermaatschappijen heeft of andere rechtspersonen waarop hij een overheersende zeggenschap kan uitoefenen of waarover hij de centrale leiding heeft (tussenholding). Vrijstelling van consolidatie: a) een onderneming die één of meer ondernemingen controleert, als zij aan de volgende voorwaarden voldoet: > de onderneming is zelf dochter van een Belgische of buitenlandse moedervennootschap die een geconsolideerde jaarrekening opstelt waarin de Belgische onderneming en al haar filialen zijn opgenomen; > de aandeelhouders van de onderneming geven in bijzondere meerderheid van stemmen (90%) hun akkoord op deze uitzondering; > de geconsolideerde jaarrekening is gepubliceerd in België in de taal waarin de jaarrekening van de onderneming is opgesteld. b) Groepen van beperkte omvang: indien niet meer dan één van de volgende 3 criteria wordt overschreden (cijfers van de laatst opgemaakte jaarrekening op geconsolideerde basis): > jaaromzet excl. BTW: 34,0 miljoen > balanstotaal: 17,0 miljoen > personeel (jaargemiddelde): 250 Vrijstelling van consolidatie geldt niet in de volgende gevallen: > voor portefeuillemaatschappijen; > één van de te consolideren ondernemingen is op de beurs genoteerd; > de geconsolideerde jaarrekening moet aan de ondernemingsraad worden verstrekt, tenzij de ondernemingsraad akkoord is dat de geconsolideerde jaarrekening van de groep wordt voorgelegd. BOEKHOUDKUNDIGE, FISCALE, JURIDISCHE EN SOCIAALRECHTELIJKE ASPECTEN 15

16 2. BOEKHOUDING BELGÏE 2.1. ALGEMEEN Verplicht voeren van een boekhouding: elke onderneming voert een voor de aard en omvang van haar bedrijf passende boekhouding en neemt de bijzondere wetsvoorschriften betreffende dat bedrijf in acht. Bewaring van boeken: > 7 jaar > 3 jaar voor stukken die niet strekken tot bewijs tegenover derden Munteenheid: de boekhouding dient te luiden in Euro. Iedere rechtspersoon of een ieder die een bedrijf of een zelfstandig beroep uitoefent is verplicht om een administratie te voeren. Van de vermogenstoestand van de onderneming en van alles betreffende de werkzaamheden van de onderneming, moet op een zodanig wijze een administratie worden gevoerd en de administratie moet op een zodanig wijze worden bewaard, dat op ieder moment de rechten en verplichtingen van de onderneming bekend zijn. Bewaarplicht: > alle boeken en bescheiden moeten 7 jaar worden bewaard; > dit mag (onder bepaalde voorwaarden) digitaal, met uitzondering van de jaarrekening. Deze moet op papier worden bewaard. Munteenheid: er zijn geen wettelijke voorschriften met betrekking tot de te hanteren valuta in de boekhouding. De posten van de jaarrekening worden uitgedrukt in Euro s. Het gebruik van een andere valuta is toegestaan indien dat door de werkzaamheid van de rechtspersoon of de internationale vertakkingen van de groep wordt gerechtvaardigd. 16 VERSCHILLEN IN ZAKENDOEN TUSSEN BELGIË EN

17 2.2. REKENINGSCHEMA Verplicht gebruik van de minimumindeling algemeen rekeningstelsel (MAR): de ondernemingen dienen het MAR als basis te gebruiken voor het opstellen van hun rekeningschema. De omschrijving van de rekeningen mag worden aangepast aan de aard van de onderneming. Rekeningen die voor de onderneming niet dienstig zijn, moeten niet in het rekeningstelsel worden opgenomen (zie bijlage 2). Er zijn geen verplichtingen ten aanzien van de inrichting van het grootboekrekeningschema. Hoofdlijnen van het MAR: 1 t.e.m.5 betreffen balansrekeningen, 6 en 7 bevatten de resultatenrekeningen: > 1 rekeningen: eigen vermogen, voorzieningen voor risico s en kosten en schulden op lange termijn > 2 rekeningen: oprichtingskosten, vaste activa en vorderingen op lange termijn > 3 rekeningen: voorraden en bestellingen in uitvoering > 4 rekeningen: vorderingen en schulden op korte termijn > 5 rekeningen: geldbeleggingen en liquide middelen > 6 rekeningen: kosten > 7 rekeningen: opbrengsten > 8 en 9 rekeningen: vrij voor analytische boekhouding > 0 rekeningen: niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen 2.3. WAARDERINGSREGELS Waarderingsregels dienen door het bestuursorgaan van de onderneming te worden bepaald en genotuleerd en vastgelegd in het inventarisboek. Ze zijn tevens onderdeel van de toelichting bij de jaarrekening. Voor een overzicht van de waarderingsregels verwijzen we naar bijlage 1. De waarderingsregels worden door het bestuur van de onderneming binnen de voorschriften van Titel 9 boek 2 BW bepaald en vastgelegd in de jaarrekening. Bepaalde regels voor het toepassen van actuele waarde als waardering zijn vastgelegd in het Besluit Actuele Waarde. Daarnaast gelden de richtlijnen van de Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ). Voor micro en kleine rechtspersonen heeft de RJ, naast de wettelijke vrijstellingen van de inrichtings- en publicatievoorschriften, ook vrijstellingen van bepaalde Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving vastgesteld. De (resterende) Richtlijnen die op de jaarverslaggeving van micro en kleine rechtspersonen van toepassing zijn, zijn door de RJ in een afzonderlijke editie opgenomen (RJk editie). De vrijstellingen voor micro en kleine rechtspersonen hebben voornamelijk betrekking op de presentatie en toelichting en op de verwerking en waardering en resultaatbepaling. BOEKHOUDKUNDIGE, FISCALE, JURIDISCHE EN SOCIAALRECHTELIJKE ASPECTEN 17

18 Voor micro en kleine rechtspersonen bestaat de mogelijkheid om fiscale grondslagen toe te passen. De bovengenoemde RJk-regels zijn dan niet van toepassing. Het basiswaarderingsstelsel is dit van de historische waarden, nl. de aanschaffingswaarde. Onder aanschaffingswaarde wordt verstaan de aanschaffingsprijs, de vervaardigingprijs of de inbrengwaarde. Waardering tegen vervangingswaarde is niet toegelaten. Als grondslag voor waardering en resultaatbepaling komen in aanmerking: > voor de rechtspersoon die onder het micro jaarrekeningregime valt geldt dat zij alleen de aanschaffings-of vervaardigingsprijs mag hanteren; > voor de rechtspersoon die onder het kleine jaarrekeningregime geldt dat zij de aanschaffings- en vervaardigingsprijs en voor de bepaalde categorieën tevens de actuele waarde mag hanteren. Doordat waardering op actuele waarde toegestaan is voor kleine en middelgrote rechtspersonen, kan een herwaarderingsreserve (al dan niet verplicht) voorkomen in de balans. Herwaarderingen zijn enkel toegelaten voor bepaalde activa (materiële vaste activa en deelnemingen en aandelen die onder de financiële vaste activa voorkomen) indien aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan (o.a. vaststaand en duurzaam verantwoording door de rentabiliteit van de onderneming e.d.). De herwaarderingsmeerwaarde wordt integraal toegevoegd aan het eigen vermogen. Herwaarderingen zijn in Nederland ook mogelijk op andere categorieën, dit in afwijking van België. In de toelichting dient uiteengezet te worden of, en zo ja op welke wijze, in samenhang met de herwaardering rekening wordt gehouden met de invloed van belastingen op vermogen en resultaat. De nog niet verschuldigde vennootschapsbelasting over deze hogere waardering wordt bij voorkeur gepresenteerd als een latente belastingverplichting onder de voorzieningen. De wet laat derhalve de mogelijkheid open geen rekening te houden met latente belastingverplichtingen, doch dit heeft niet de voorkeur VERPLICHTE BOEKEN De volgende wettelijke boeken en registers dienen door een onderneming verplicht te worden bijgehouden: > aandelenregister ; > inventarisboek; > notulenboek. Het aandelenregister dient bij de oprichting te worden ingevuld aan de hand van de gegevens van de oprichtingsakte. In dit register worden ondermeer ook de overdrachten of inpandgeving van aandelen aangetekend. Het aandelenregister dient te worden gehouden op de zetel van de vennootschap, eventueel in elektronische vorm. Een NV en een BV dienen een intern aandeelhoudersregister bij te houden voor de aandelen op naam. (Daarnaast moet een aantal gegevens van een enig aandeelhouder van een NV of BV worden ingeschreven in het Handelsregister). Aandeelhoudersregister: dient bij de oprichting te worden ingevuld aan de hand van de gegevens van de oprichtingsakte. Mutaties ten aanzien van de aandelen en het aandelenbezit worden door het bestuur van de rechtspersoon geregistreerd in het aandeelhoudersregister. 18 VERSCHILLEN IN ZAKENDOEN TUSSEN BELGIË EN

19 Inventarisboek: in het inventarisboek dienen volgende gegevens te worden ingeschreven: > de waarderingsregels evenals de latere wijzigingen; > de jaarrekening in moet worden overgeschreven (of kleven maar zodanig dat de onuitwisbaarheid van de opgenomen gegevens wordt gewaarborgd, bijvoorbeeld door parafering). Het inventarisboek kan ook elektronisch worden bijgehouden. Notulenboek: in het notulenboek dienen alle notulen te worden bijgehouden van de raad van bestuur of van de zaakvoerders en van de algemene vergadering van vennoten Niet van toepassing. Niet van toepassing BTW-EISEN VOOR EEN BOEKHOUDING Elke btw-belastingplichtige moet een boekhouding voeren die de juiste toepassing van de btw en de controle toelaat. De btw-wetgeving schrijft o.a. expliciet de lay-out voor van een aankoopjournaal en een verkoopjournaal. Het btw-aangifteformulier moet kunnen worden ingevuld aan de hand van het verkoop- en aankoopdagboek. Belgische boekhoudpakketten houden rekening met deze bijzondere bepalingen van de btw-wetgeving. De factuur dient de wettelijke verplichte vermeldingen te bevatten. In de Algemene Wet inzake de Rijksbelastingen zijn de administratieve verplichtingen opgenomen ten behoeve van de belastingheffing. De wet bevat geen omschrijving van het begrip administratie en stelt evenmin eisen aan de wijze waarop de administratie wordt ingericht en gevoerd. De administratie dient zodanig te zijn ingericht en te worden gevoerd, dat controle daarvan door de fiscus binnen een redelijke termijn mogelijk is. Met betrekking tot de btw is de ondernemer gehouden regelmatig aantekening te houden van: > Aan hem en door hem uitgereikte facturen (dagtekening, nummer, naam, adres, omschrijving goederen/ diensten, vergoeding, btw-bedrag, soms btw-nummer); > Uitgaven en ontvangsten ter zake van door en aan hem verrichten leveringen en diensten en intracommunautaire verwervingen; > Voor hem bestemde ingevoerde goederen; > Het verzenden of afleveren van door hem voor uitvoer of opslag in een entrepot bestemde goederen. Er zijn tevens eisen gesteld aan de gegevens op een verkoopfactuur. BOEKHOUDKUNDIGE, FISCALE, JURIDISCHE EN SOCIAALRECHTELIJKE ASPECTEN 19

20 3. JURIDISCH BELGÏE 3.1. VENNOOTSCHAPSVORMEN Het Belgische Wetboek van Vennootschappen erkent als handelsvennootschappen met rechtspersoonlijkheid: > de vennootschap onder firma (VOF); > de gewone commanditaire vennootschap (Comm.V); > de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (BVBA); > de coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (CVBA) of met onbeperkte aansprakelijkheid (CVOA); > de naamloze vennootschap (NV); > de commanditaire vennootschap op aandelen (Comm.VA); > het economisch samenwerkingsverband (ESV); > de Europese vennootschap (SE); > de Europese Coöperatieve Vennootschap (SCE). Het erkent als burgerlijke vennootschap met rechtspersoonlijkheid de landbouwvennootschap (LV). Er zijn vennootschappen waaraan de wet geen rechts persoonlijkheid toekent, zoals: de maatschap, de stille en de tijdelijke handelsvennootschap. Het Nederlandse Burgerlijk Wetboek voorziet in de volgende privaatrechtelijke rechtsvormen met rechtspersoonlijkheid (de publiekrechtelijke rechtspersonen worden buiten beschouwing gelaten): > de vereniging; > de coöperatie en de onderlinge waarborgmaatschappij; > de naamloze vennootschap (NV); > de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (BV); > de stichting. In overige wettelijke regelgeving zijn nog een aantal ondernemingsvormen zonder rechtspersoonlijkheid opgenomen: > de eenmanszaak; > de maatschap; > de vennootschap onder firma (VOF); > de commanditaire vennootschap (CV). 20 VERSCHILLEN IN ZAKENDOEN TUSSEN BELGIË EN

21 De meeste gebruikte vennootschapsvormen zijn de NV en de BVBA, waarbij de vennoten in principe slechts tot het bedrag van de inbreng zijn verbonden (beperkte aansprakelijkheid). De BVBA heeft als typische eigenschap het besloten karakter en de beperkte overdraagbaarheid van de aandelen. Tevens is de starters-bvba (S-BVBA) in het leven geroepen, waarvan de opstart-formaliteiten zeer beperkt zijn. De eenmanszaak is de meeste gebruikte ondernemingsvorm gevolgd door de BV. Bij een BV is de aandeelhouder in principe slechts tot het bedrag van zijn inbreng verbonden (beperkte aansprakelijkheid). Idem voor de BV, echter kunnen de aandelen uitsluitend met behulp van een notaris worden overgedragen OPRICHTINGSVEREISTEN Voor de oprichting van een NV of een BVBA zijn onder meer vereist: > een authentieke oprichtingsakte, gepubliceerd bij uittreksel; > een minimum aantal vennoten, natuurlijke of rechtspersonen (twee, behalve bij de eenpersoons-bvba); > een minimum kapitaal: bij de NV ,00 en bij de BVBA ,00; > een financieel plan (budgetraming over een periode van minstens twee jaar uit plan moet voornamelijk blijken dat de vennootschap (over) voldoende (start)kapitaal beschikt om de normale uitoefening van de voorgenomen activiteit te verzekeren). Geen voorafgaande goedkeuring van overheidswege vereist. In de praktijk neemt de oprichting meestal dan ook slechts een korte termijn in beslag. Voor de oprichting van een NV of een BV gelden verschillende vereisten. Door nieuwe wetgeving is het gemakkelijker om een BV op te richten. Voor de oprichting van een NV is onder meer vereist: > een notariële oprichtingsakte, inclusief de statuten; > oprichting kan plaatsvinden door één of meer personen, er is geen minimum aantal oprichters vereist; > inschrijving in het handelsregister bij de Kamer van Koophandel; > het maatschappelijke en het geplaatste kapitaal moeten tenminste het minimumkapitaal bedragen, namelijk Van het maatschappelijk kapitaal moet ten minste één vijfde deel zijn geplaatst. Voor de oprichting van een BV is onder meer vereist: > een notariële oprichtingsakte, inclusief de statuten; > oprichting kan plaatsvinden door één of meer personen, er is geen minimum aantal oprichters vereist; > inschrijving in het handelsregister bij de Kamer van Koophandel; > de statuten vermelden het nominale bedrag van de aandelen. Doordat het minimumkapitaal bij de BV is afgeschaft, kan een BV worden opgericht met 1 aandeel van 0,01. Geen voorafgaande goedkeuring van overheidswege vereist. BOEKHOUDKUNDIGE, FISCALE, JURIDISCHE EN SOCIAALRECHTELIJKE ASPECTEN 21

22 3.3. OPSTARTFORMALITEITEN Volgende algemene formaliteiten dienen onder meer te worden verricht bij een oprichting: > Voorafgaandelijk aan de oprichting: het openen van een geblokkeerde rekening op naam van de vennootschap in oprichting bij een in België erkende financiële instelling (storten van het minimumkapitaal) of inbreng in natura (bijzondere verslagen); > Oprichting: authentieke oprichtingsakte met inbegrip van statuten (o.a. bij een NV en een BVBA); > Na de oprichting: inschrijving in de Kruispuntbank voor Ondernemingen (KBO); aanvraag van een BTW-nummer (indien vereist); afhankelijk van de activiteit en/of de grootte van de onderneming, aanvragen van eventueel wettelijk vereiste erkenning en attesten (bv. vestigingsattest, distributie attest, attest kennis bedrijfsbeheer, ); aanvragen van eventueel wettelijk vereiste vergunningen (bv. i.v.m. ruimtelijke ordening en milieu ). Overgedragen verliezen (Art. 96,6 W.Venn.): Wanneer uit de balans een overgedragen verlies blijkt, of wanneer uit de resultatenrekening gedurende twee opeenvolgende boekjaren een verlies van het boekjaar blijkt, moeten de bestuurders of zaak voerders de toepassing van de waarderingsregels in de veronder stelling van continuïteit verantwoorden in het jaarverslag (of in de toelichting van de jaarrekening voor kleine vennootschappen). Oprichting: > notariële oprichtingsakte, inclusief de statuten; Na oprichting: > inschrijving in het Handelsregister met een authentiek afschrift van de oprichtingsakte (zorgt de notaris voor); > na inschrijving bij de Kamer van Koophandel ontvangt de rechtspersoon naast een KvK-nummer ook een Rechtspersonen en Samenwerkingsverbanden informatienummer (RSIN). Dit nummer wordt gebruikt om gegevens uit te wisselen met andere (overheids-)organisaties, zoals de Belastingdienst. Na inschrijving geeft de KvK dat nummer automatisch door aan de Belastingdienst, waardoor de rechtspersoon zich niet langer apart hoeft aan te melden bij de Belastingdienst. 22 VERSCHILLEN IN ZAKENDOEN TUSSEN BELGIË EN

23 Verlies maatschappelijk kapitaal BVBA, CVBA, NV (Comm. VA.) (Art ; ; W. Venn.) Het bestuursorgaan dient de algemene vergadering bijeen te roepen binnen een termijn van twee maanden, wanneer zij heeft vastgesteld, of krachtens wettelijke of statutaire bepalingen had moeten vaststellen, dat het netto-actief van de vennootschap is gedaald tot minder dan de helft, respectievelijk één vierde, van het maatschap pelijk kapitaal of zelfs negatief is. Op voorstel van het bestuursorgaan, gerechtvaardigd in een daartoe speciaal voorzien bijzonder verslag aan de aandeel houders, dient de algemene vergadering te beslissen over de goedkeuring van de voorgestelde maatregelen tot herstel van de financiële toestand van de vennootschap dan wel om deze te ontbinden. Indien wordt geopteerd om de vennootschap voort te zetten, dient de algemene vergadering, op voorstel van het bestuursorgaan, de maatregelen voorzien tot herstel van de financiële toestand van de vennootschap goed te keuren. Indien het netto-actief gedaald is beneden EUR voor de NV of EUR voor de BVBA kan iedere belanghebbende de ontbinding van de vennootschap vorderen voor de rechtbank. De rechtbank kan wel aan de vennootschap een termijn toestaan om haar toestand te regulariseren BESTUURSORGANEN Algemeen: raad van bestuur bij een NV en de zaakvoerder of een college van zaakvoerders bij een BVBA. Bevoegdheden: De raad van bestuur (bij een NV) of de zaakvoerder (bij een BVBA) is bevoegd om alle handelingen te verrichten die nodig of dienstig zijn tot verwezenlijking van het maatschappelijk doel van de vennootschap, behoudens die waarvoor volgens de wet alleen de algemene vergadering van aandeelhouders bevoegd is. De bevoegdheden kunnen worden beperkt in de statuten. Zodanige beperking kan niet aan derden worden tegengeworpen, ook niet als ze openbaar is gemaakt. Vertegenwoordiging: De statuten kunnen aan een of meerdere bestuurders respectievelijk zaakvoerders de bevoegdheid verlenen om alleen of gezamenlijk de vennootschap te vertegenwoordigen. Zodanige bepaling kan wel aan derden worden tegengeworpen, mits publicatie in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad. Algemeen: Het bestuur wordt meestal directie genoemd of, met name in grotere vennootschappen, Raad van Bestuur (RvB). Bestuurstaken: De taak van het bestuur is in de wet opgenomen. Bij de vervulling van hun taak richten de bestuurders (van de BV en NV) zich op grond van de wet naar het belang van de vennootschap en de met haar verbonden onderneming. Iedere bestuurder kan de vennootschap vertegenwoordigen. De bestuurstaken kunnen door statutaire bepalingen worden beperkt, maar het is niet toegestaan die taken zodanig te beperken dat er geen autonome bestuursbevoegdheid overblijft. BOEKHOUDKUNDIGE, FISCALE, JURIDISCHE EN SOCIAALRECHTELIJKE ASPECTEN 23

24 Benoeming en ontslag: > Minstens 3 bestuurders (2 in het geval dat er maar twee aandeelhouders zijn) bij een NV (natuurlijke of rechts personen). Bij een BVBA minstens 1 zaakvoerder (natuurlijk persoon of rechtspersoon). > In een NV benoemt de algemene vergadering van aandeelhouders de bestuurders voor een (hernieuwbare) maximale termijn van 6 jaar en kunnen de bestuurders ten allen tijde door de algemene vergadering worden ontslagen. In de BVBA kan de duur van het mandaat van zaakvoerders beperkt of onbeperkt zijn. > Telkens een rechtspersoon wordt aangewezen tot bestuurder, zaakvoerder of lid van het directiecomité, ontstaat de verplichting om een vaste vertegenwoordiger aan te duiden. De vaste vertegenwoordiger kan zowel een vennoot (aandeelhouder of lid) als een zaakvoerder of bestuurder, dan wel een werknemer van de rechtspersoon-bestuurder zijn. Deze koppeling van een natuurlijke persoon aan een rechtspersoon kan tot burgerrechtelijke of strafrechtelijke verantwoordelijkheid aanleiding geven, in dezelfde mate alsof de vaste vertegenwoordiger de opdracht in eigen naam en voor eigen rekening zou uitoefenen. > Delegatie van bevoegdheden: in een NV kan het dagelijks bestuur en de vertegenwoordigingsbevoegdheid dienaangaande worden toevertrouwd aan één of meer personen, de dagelijks bestuurder(s) (indien deze tevens lid is van de raad van bestuur draagt deze de titel van gedelegeerd bestuurder ). > Mits de statuten hierin voorzien is het mogelijk voor een (dagelijks) bestuurder respectievelijk zaakvoerder gevolmachtigden van de vennootschap aan te stellen. Alleen bijzondere en beperkte volmachten voor bepaalde of voor een reeks bepaalde rechtshandelingen te delegeren zijn geoorloofd. > Mits de statuten van een NV hierin uitdrukkelijk voorzien, kunnen de besluiten van de raad van bestuur, in uitzonderlijke gevallen, wanneer de dringende noodzakelijkheid en het belang van de vennootschap zulks vereisen, worden genomen bij eenparig schriftelijk akkoord van de bestuurders. > De bestuursorganen dienen jaarlijks een jaarrekening en een jaarverslag op te stellen en dit in principe ten laatste één maand voor de datum van de gewone algemene vergadering indien een commissaris werd benoemd en minstens 15 dagen voor de algemene vergadering, indien geen commissaris werd benoemd. Benoeming en ontslag: > De benoeming van de bestuurders geschiedt voor de eerste maal bij de akte van oprichting en later door de algemene vergadering (AV). Bij structuur vennootschappen benoemt en ontslaat de Raad van Commissarissen (RvC) de bestuurders (tenzij het verlichte structuurregime van toepassing is). > Een bestuurder wordt meestal voor onbepaalde tijd benoemd. Er is daarnaast doorgaans sprake van arbeidsrechtelijke verhouding tussen de bestuurder en de rechtspersoon. > Delegatie van bestuurstaken: bestuurstaken kunnen gedelegeerd worden aan bijvoorbeeld de werknemers binnen de rechtspersoon. De vertegenwoordigingsbevoegdheid van een bestuurder of persoon aan wie bestuurstaken gedelegeerd zijn, zijn alleen jegens derden rechtsgeldig wanneer dit is geregistreerd in het Handelsregister. > Het bestuur van de rechtspersoon stelt jaarlijks een jaarrekening op en legt deze ter vaststelling voor aan de algemene vergadering. De jaarrekening moet worden ondertekend door alle bestuurders en commissarissen. Indien zij niet tot ondertekening overgaan, wordt de reden daarvan op in jaarrekening vermeld. 24 VERSCHILLEN IN ZAKENDOEN TUSSEN BELGIË EN

25 3.5. ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS De algemene vergadering heeft de meest uitgebreide bevoegdheid om de handelingen die de vennootschap aangaat, te verrichten of te bekrachtigen. Voorbehouden bevoegdheden: > (her)benoeming en ontslag van de bestuurders of zaakvoerders en vaststelling bezoldiging; > (her)benoeming en ontslag van de commissaris en vaststelling honorarium; > beslissing over de wijziging van de statuten van de vennootschap (o.a. doel van de vennootschap, verhoging of vermindering maatschappelijk kapitaal, e.d.); > goedkeuring van de jaarrekening en bestemming resultaat; > verlenen van (bijzondere) kwijting aan bestuurders of zaakvoerders en commissaris; > besluit tot fusie/splitsing; > besluit tot inbreng/overdracht bedrijfstak/algemeenheid; > ontbinding en vereffening van de vennootschap; > de regeling van het verloop van de vergadering zelf (inclusief verdaging), met uitzondering van verdaging door de raad van bestuur; > besluit tot inkoop van eigen aandelen; > besluit tot omzetting in een andere rechtsvorm; > instellen vennootschapsvordering tegen bestuurder(s), zaakvoerder(s) of commissaris. Gewone algemene vergadering van aandeelhouders: ieder jaar moet tenminste één algemene vergadering worden gehouden op de plaats aangeduid in de bijeenroeping, op de dag en het uur bij de statuten bepaald (datum moet binnen de 6 maand na het einde van het boekjaar). De raad van bestuur heeft het recht, tijdens de zitting, de vergadering drie weken uit te stellen. (enkel voor wat betreft het agendapunt jaarrekening ) De besluiten van de algemene vergadering kunnen bij geschrift worden vastgesteld, zonder dat fysieke bijeenkomst van de aandeelhouders vereist is (de zgn. unanieme schriftelijke besluitvorming ). Bevoegdheden: De Algemene Vergadering (AV) heeft alle bevoegdheden, binnen de door de wet en de statuten gestelde grenzen, die niet aan het bestuur of een toezichthoudend orgaan zijn toegekend. De bevoegdheden die de AV niet ontnomen kunnen worden zijn: > benoeming, ontslag en schorsing van de bestuurders; > benoeming, ontslag en schorsing van commissarissen; > opdracht geven aan een accountant om de door het bestuur opgemaakte jaarrekening te onderzoeken; > beslissing over de wijziging van de statuten, omzetting van de rechtspersoon en ontbinding van de rechtspersoon; > vaststelling van de jaarrekening; > vermindering van het kapitaal; > besluit tot een juridische fusie of splitsing, tenzij het bestuur onder bepaalde voorwaarden bevoegd is om dit besluit te nemen. Voor de NV geldt dat er jaarlijks minstens één algemene vergadering moet worden gehouden en wel binnen zes maanden na afloop van het boekjaar of korter als dat statutair zo bepaald is. Voor de BV geldt dat er jaarlijks minstens één algemene vergadering moet worden gehouden of eenmaal buiten vergadering moet worden besloten of de jaarrekening op vereenvoudigde wijze moet worden vastgesteld. BOEKHOUDKUNDIGE, FISCALE, JURIDISCHE EN SOCIAALRECHTELIJKE ASPECTEN 25

26 3.6. RAAD VAN COMMISSARISSEN Niet van toepassing. Algemeen: De Raad van Commissarissen (RvC) heeft tot taak toezicht te houden op het beleid van het bestuur en op de algemene gang van zaken binnen de rechtspersoon en de met haar verbonden onderneming. De RvC kan het bestuur adviseren. Taakomschrijving: De RvC heeft een aantal in de wet genoemde taken: > Indien alle bestuurders een tegenstrijdig belang hebben, is de RvC bevoegd om over het betreffende onderwerp een besluit te nemen. Het tegenstrijdig belang van een bestuurder of het bestuur kan overigens in de statuten worden weggeschreven. > De RvC is bevoegd iedere bestuurder te schorsen. Deze schorsing kan door de AV worden opgeheven, tenzij de RvC het bestuur benoemt en ontslaat (structuurregime). > De jaarrekening moet worden ondertekend door alle bestuurders en commissarissen. Indien zij niet tot ondertekening overgaan, wordt de reden daarvan in jaarrekening vermeld. > De RvC is bevoegd, wanneer de AV dit nalaat, een accountant opdracht te geven de jaarrekening te onderzoeken. Bij de gewone BV worden de commissarissen, voor zover zij niet zijn aangewezen bij de akte van oprichting, benoemd door de AV. Het aantal commissarissen is vrij, tenzij anders bepaald in de statuten. Commissarissen hebben nooit een arbeidsovereenkomst met de vennootschap, zij hebben een overeenkomst tot het verrichten van enkele diensten JAARVERSLAG De raad van bestuur (bij een NV) en de zaakvoerder(s) (bij een BVBA) van grote vennootschappen dienen een jaarverslag op te stellen, ten laatste één maand voor de algemene vergadering, indien een commissaris werd benoemd en minstens 15 dagen voor de algemene vergadering, indien geen commissaris werd benoemd. Kleine en middelgrote ondernemingen die een verkort schema opmaken zijn niet verplicht een jaarverslag op te maken en te publiceren. Het bestuur dient een bestuursverslag op te stellen. Micro en kleine rechtspersonen zijn vrijgesteld van het opmaken van een bestuursverslag. 26 VERSCHILLEN IN ZAKENDOEN TUSSEN BELGIË EN

27 3.8. ONDERNEMINGSRAAD De oprichting van een ondernemingsraad is verplicht wanneer er gewoonlijk gemiddeld 100 werknemers tewerkgesteld zijn. Verplichte informatie te verstrekken aan de ondernemingsraad: > de basisinformatie; > de jaarlijkse informatie (de jaarrekening bijwerking van de basisinformatie de geconsolideerde jaarrekening); > trimestriële informatie (omzetten, kostprijzen, voorraden, e.d.); > occasionele informatie (fusies collectieve ontslagen wijzigingen personeelsbeleid of personeelsvoorwaarden, e.d.). Controle van informatie verstrekt aan de ondernemingsraad. De opdracht van de commissaris bestaat uit: > verslag opstellen over de jaarrekening en het jaarverslag; > certificering getrouwheid en volledigheid van economische en financiële inlichtingen; > verstrekte informatie aan de leden van de ondernemingsraad verklaren en ontleden. De instelling van een Ondernemingsraad is verplicht wanneer er bij de onderneming ten minste 50 werknemers werkzaam zijn. De belangrijkste bevoegdheden van de OR zijn: > recht op informatie: de ondernemer is verplicht om desgevraagd aan de OR alle inlichtingen en gegevens te verstrekken die deze voor de vervulling van de taak redelijkerwijs nodig heeft, d.w.z. minstens tweemaal per jaar algemene gegevens omtrent de werkzaamheden en resultaten, mededeling te doen van de verwachtingen daaromtrent, investeringen in binnen- en buitenland, jaarstukken en gegevens over het gevoerde sociale beleid; > adviesrecht: de OR heeft een recht van advies inzake bepaalde besluiten. De ondernemer is verplicht daarover het advies van de OR te vragen. De besluiten hebben o.a. betrekking op belangrijke wijzigingen in de organisatie, overdracht van de zeggenschap van de onderneming; > medebeslissingsrecht: voor besluiten op sociaal terrein is instemming van de OR vereist (bijvoorbeeld wijziging in werk- en vakantietijden, beloningssysteem); > initiatiefrecht: de OR is bevoegd om over alle aangelegenheden betreffende de onderneming voorstellen te doen en de standpunten kenbaar te maken. De ondernemer is niet verplicht de voorstellen over te nemen. Er is geen verplichte accountantscontrole op de aan de OR verstrekte informatie. BOEKHOUDKUNDIGE, FISCALE, JURIDISCHE EN SOCIAALRECHTELIJKE ASPECTEN 27

28 4. FISCAAL BELGÏE 4.1. FISCALE JAARREKENING Er bestaat geen fiscale jaarrekening onderscheiden van de gepubliceerde boekhoudkundige jaarrekening. Bij het berekenen van de belastbare winst wordt uitgegaan van de boekhoudkundige balans en resultatenrekening, maar het boekhoudkundige resultaat wordt aangepast teneinde rekening te houden met de bepalingen van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen (WIB). De bedrijfseconomische waardering in de jaarrekening kan afwijken van de fiscale waardering in de aangifte. De belastingbate of -last in de jaarrekening wordt berekend in overeenstemming met de belastingvoorschriften. 28 VERSCHILLEN IN ZAKENDOEN TUSSEN BELGIË EN

29 Verschillen tussen de boekhoudkundige winst en de fiscale winst kunnen het gevolg zijn van: > Tijdelijke verschillen: > belastbare provisies en waardeverminderingen; > afschrijvingsexcedenten; > onderschattingen van actief en overschattingen van passief ten gevolge van afwijkende fiscale waarderingsregels; > Permanente verschillen: > verworpen uitgaven; > vrij te stellen buitenlandse winst; > deelnemingsvrijstelling; > aftrek voor risicokapitaal; > fiscale verliescompensatie; > diverse fiscale aftrekken en vrijstellingen; Verschillen tussen bedrijfseconomisch resultaat en fiscaal resultaat kunnen permanent of tijdelijk zijn: > Permanente verschillen ontstaan door fiscaal vrijgestelde baten, fiscaal niet of beperkt aftrekbare kosten en door fiscale faciliteiten, zoals de investeringsaftrek. > Tijdelijke verschillen ontstaan wanneer de periode waarin belastbare resultaten tot het fiscale resultaat worden gerekend, niet gelijk is aan de periode waarin zij tot het bedrijfseconomische resultaat worden gerekend (bijvoorbeeld hanteren van afwijkende afschrijvings percentages, activa bedrijfseconomisch waarderen op actuele waarde en fiscaal op kostprijs). Tijdelijke verschillen komen tot uitdrukking in een latente belastingschuld, die in de bedrijfseconomische jaarrekening onder voorzieningen opgenomen wordt. Deze latentie wordt berekend over het verschil tussen bedrijfseconomische en fiscale waardering, vermenigvuldigd met het geldende dan wel contant gemaakte belastingtarief. > Vanaf 1 januari 2007 zijn een aantal wijzigingen in werking getreden: de afschrijving over gebouwen is aangepast: vanaf 2007 kan er worden afgeschreven tot de bodemwaarde. De bodemwaarde is de door de gemeente bepaalde WOZ-waarde van het gebouw als het beleggingsvastgoed betreft, en de helft van de WOZ-waarde als het een gebouw in eigen gebruik betreft; de afschrijving over goodwill wordt op tenminste 10 jaar gesteld; vanaf 2007 geldt er een afschrijvingstermijn van minimaal 5 jaar voor alle bedrijfsmiddelen, en de waardering van onderhanden werk is aangepast: vanaf 2007 dient er voortschrijdend winst genomen te worden middels de percentage of completion -methode. Als de bedrijfswaarde van een materieel actief lager is dan de boekwaarde, kan het actief op de lagere bedrijfswaarde (waarde going concern) worden gewaardeerd door middel van een impairment. Deze afwaardering is fiscaal aftrekbaar, en zal jaarlijks opnieuw beoordeeld moeten worden. Waardeverminderingen op schuldvorderingen en provisies voor risico s en kosten: deze zijn slechts fiscaal vrijgesteld indien zij betrekking hebben op scherp omschreven verliezen of kosten die volgens de aan de gang zijnde gebeurtenissen waarschijnlijk zijn. Een louter algemene waardevermindering of provisie is steeds belastbaar. BOEKHOUDKUNDIGE, FISCALE, JURIDISCHE EN SOCIAALRECHTELIJKE ASPECTEN 29

30 4.2. TARIEVEN VENNOOTSCHAPSBELASTING Het normaal tarief voor vennootschappen bedraagt 33,99%. Voor 2017 gelden de volgende tarieven in de vennootschapsbelasting: > Voor een belastbaar bedrag van 0 tot een tarief van 20% belasting; en > Voor een belastbaar bedrag vanaf een tarief van 25% belasting. Naast een schijvenstelsel bevat de vennootschapsbelasting ook een aparte box, de innovatiebox, waarbij de opbrengsten van een door de belastingplichtige zelf voortgebracht immaterieel activum onder voorwaarden tegen effectief 5% worden belast. De belasting plichtige kan voor toepassing van de innovatiebox opteren. Verlaagd tarief voor KMO-vennootschappen bij een beperkte belastbare winst : : 24,98 % : 31,93 % : 35,54 % KMO-vennootschappen zijn vennootschappen met een belastbaar inkomen van max , met uitsluiting van: > vennootschappen die deelnemingen of beleggingen bezitten waarvan de beleggingswaarde groter is dan 50 % van het gestort kapitaal, de belaste reserves en de geboekte meerwaarden (de zogenaamde financiële vennootschappen); Participaties van 75 % of meer in dochtervennootschappen worden buiten beschouwing gelaten. > vennootschappen waarvan de aandelen voor meer dan 50% in handen zijn van één of meer vennootschappen; > vennootschappen die dividenden uitkeren, die meer bedragen dan 13% van het gestorte kapitaal; > vennootschappen die in een belastbaar tijdperk niet aan ten minste één van hun bedrijfsleiders een bezoldiging hebben toegekend die gelijk is aan of hoger is dan het belastbaar inkomen van de vennootschap wanneer die bezoldiging minder bedraagt dan VERSCHILLEN IN ZAKENDOEN TUSSEN BELGIË EN

31 4.3. VERWORPEN UITGAVEN Autokosten zijn voor vennootschappen aftrekbaar in functie van de CO2-uitstoot van de personenwagen (aftrek variërend van 50% tot 120%). Tevens moet 17 % (40% indien de vennootschap tevens de brandstofkosten geheel of gedeeltelijk draagt) van het voordeel in natura dat een werknemer of bedrijfsleider geniet bij privégebruik van een personenauto bij de verworpen uitgaven worden geteld. Benzine is voor 75% aftrekbaar. Receptie- en relatiekosten zijn slechts voor 50% als beroepskosten aftrekbaar. Beroepsmatig gedane (binnen- en buitenlandse) restaurantkosten zijn voor 69% aftrekbaar. Kledijkosten: kosten voor niet-specifieke beroepskledij zijn niet als beroepskosten aftrekbaar. Worden niet als beroepskosten aangemerkt: sommige uitgaven ten gunste van belastingplichtigen die gevestigd zijn in een land met een aanzienlijk gunstigere belastingregeling. Rente van leningen worden slechts als beroepskosten aangemerkt in zover zij niet hoger zijn dan een bedrag dat overeenstemt met de overeenkomstig de marktrente geldende rentevoet. Bij het bepalen van de winst uit onderneming voor de inkomstenbelasting worden bepaalde gemengde kosten tot en met een bedrag van niet in aftrek toegelaten. Het betreft hierbij kosten voor de volgende zaken: voedsel, drank en genotmiddelen, representatie, daaronder begrepen recepties, feestelijke bijeenkomsten en vermaak, congressen, seminars, symposia, excursies, studiereizen, de desbetreffende reizen en het desbetreffende verblijf. Indien de belastingplichtige daarvoor kiest, kan in plaats van het bedrag van niet in aftrek te nemen, maximaal 80% van de bovengenoemde posten in aftrek worden genomen. Bij het bepalen van het resultaat voor de vennootschapsbelasting worden deze kosten in aftrek beperkt indien het vennootschapsbelastingplichtig lichaam werknemers in dienst heeft. De hiervoor genoemde posten zijn dan tot een bedrag van ten minste of 0,4% van het door de werknemers in het desbetreffende jaar genoten belastbare loon (indien dit bedrag hoger ligt dan 4.500) niet aftrekbaar. Op verzoek van belastingplichtige kan worden geopteerd om 73,5% van de kosten in aftrek te brengen op het bedrijfsresultaat. Een aantal kosten is niet aftrekbaar, bijvoorbeeld kosten ten aanzien van geldboeten, kosten van misdrijven, steekpenningen, kosten van vaartuigen die worden gebruikt voor representatieve doeleinden en de kosten voor het uitreiken of toekennen van optierechten. De Nederlandse fiscale wetgeving kent een aantal aftrekbeperkingen voor renten. Een dergelijke beperking geldt bijvoorbeeld ten aanzien van geldleningen die van verbonden lichamen of verbonden natuurlijke personen zijn verkregen en die verband houden met: 1. een winstuitdeling of een teruggaaf van gestort kapitaal door de belastingplichtige of door een met hem verbonden lichaam dat aan deze belasting is onderworpen, aan een met hem verbonden lichaam of verbonden natuurlijk persoon; BOEKHOUDKUNDIGE, FISCALE, JURIDISCHE EN SOCIAALRECHTELIJKE ASPECTEN 31

32 2. een kapitaalstorting door de belastingplichtige, door een met hem verbonden lichaam dat aan deze belasting is onderworpen of door een met hem verbonden natuurlijk persoon die in Nederland woont, in een met hem verbonden lichaam; 3. de verwerving of uitbreiding van een belang door de belastingplichtige, door een met hem verbonden lichaam dat aan deze belasting is onderworpen of door een met hem verbonden natuurlijk persoon die in Nederland woont, in een lichaam dat na deze verwerving of uitbreiding een met hem verbonden lichaam is. Bepaalde rente van voorschotten zijn ook niet aftrekbaar in de mate dat het totaalbedrag van de rentegevende voorschotten hoger is dan de som van de belaste reserves bij het begin van het boekjaar en het gestort kapitaal bij het einde van het boekjaar. Bedoeld zijn de niet door effecten vertegenwoordigde geldleningen, verstrekt door een natuurlijke persoon, die aandeelhouder is van de vennootschap of die in de vennootschap een mandaat van bestuurder, zaakvoerder, vereffenaar of een gelijksoortige functie uitoefent. Thin capitalisation maatregelen Indien ondernemingen leningen verstrekken aan een verbonden onderneming wordt de aftrek van de rente verworpen in de mate dat het totaalbedrag van de groepsleningen hoger is dan vijfmaal de som van de belaste reserves bij het begin van het boekjaar en het gestort kapitaal bij het einde van het boekjaar. Voor vennootschappen die aan gecentraliseerd thesauriebeheer (cashpooling) doen binnen een groep wordt deze thin cap regeling toegepast op netting-basis (betaalde rentekost minus ontvangen rente-opbrengst). De rente is echter alsnog aftrekbaar als: > er sprake is van zakelijke overwegingen voor het aangaan van de geldlening en de rechtshandeling; of > de rente bij de groepscrediteur per saldo wordt belast naar een tarief van tenminste 10% over naar Nederlandse maatstaven bepaalde belastbare winst. In een dergelijk geval is het in specifieke omstandigheden echter nog steeds mogelijk dat de rente in aftrek wordt beperkt. De rente op en waardemutaties van een geldlening zonder vaste aflossings datum of waarbij de aflossingsdatum meer dan tien jaar later dan het tijdstip van aangaan van de lening ligt, en waarop geen of een in belang rijke mate lagere vergoeding betaald wordt dan hetgeen in het economisch verkeer door onafhankelijke partijen zou zijn overeen gekomen, zijn ook in aftrek beperkt. De thin-capitalisationmaatregelen zijn per 1 januari 2013 afgeschaft. Wel zijn er twee andere renteaftrekbeperkingsregelingen voor in de plaats gekomen, te weten de bovenmatige deelnemingsrente en de bovenmatige overnamerente. 32 VERSCHILLEN IN ZAKENDOEN TUSSEN BELGIË EN

33 Uitgaven voor sociale voordelen (o.a. maaltijdcheques, geschenk cheques, ). worden in principe niet als beroepskosten aangemerkt en zijn in hoofde van de verkrijgers vrijgesteld van belasting. Er is een beperkende lijst van uitgaven die bij de onderneming wel aftrekbaar zijn en bij de verkrijgers niet belastbaar zijn. Bovenmatige deelnemingsrente: De maatregel strekt ertoe de bovenmatige aftrek van rente en kosten van geldleningen die verband houden met de financiering van deelnemingen (deelnemingsschulden) te beperken. De deelnemingsschuld wordt gesteld op het eigen vermogen verminderd met de kostprijs van de deelneming(en). Het bedrag van de bovenmatige deelnemingsrente komt niet in aftrek voor zover dit bedrag een drempel van Oftewel, een bedrag van aan rente voor deelnemingsschulden is altijd aftrekbaar. De renteaftrekbeperking geldt in beginsel niet voor het met leningen financieren van (de uitbreiding van) operationele activiteiten. De renteaftrekbeperking geldt onder voorwaarden evenmin ingeval van reorganisaties van een concern. In dit verband kan bij een reorganisatie worden gedacht aan een verkoop van een deelneming binnen het concern, een fusie, een splitsing of het aangaan van een fiscale eenheid. Bovenmatige overnamerente: Er geldt mogelijk een renteaftrekbeperking wanneer een overname wordt gefinancierd met vreemd vermogen en de overnemende partij en de over te nemen partij een fiscale eenheid vennootschapsbelasting aangaan. De overnamerente is alleen aftrekbaar voor zover de overnameholding zelf winst maakt. Flankerende maatregelen zijn getroffen voor de juridische splitsing en juridische fusie. De aftrekbeperking voor overnameholdings kent een franchise van aan rente waarbinnen de overnamerente aftrekbaar is. Als de overnamerente meer bedraagt, is het van belang dat binnen de bandbreedte van de toegestane financiering te blijven om buiten de toepassing van de renteaftrekbeperking voor overnameholdings te blijven. De toegestane financiering bedraagt in het eerste jaar van de fiscale eenheid 60% van de verkrijgingsprijs, 55% in het tweede jaar, etc. 25% van de verkrijgingsprijs is altijd toegestaan. Extra aflossing van de overnameschuld in 2016 kan wenselijk zijn om een beperking van de renteaftrek in volgende jaren te voorkomen. In het belastingplan 2017 zijn de regels aangescherpt (ingangsdatum 1 januari 2017) waardoor in meer gevallen de rente beperkt wordt. BOEKHOUDKUNDIGE, FISCALE, JURIDISCHE EN SOCIAALRECHTELIJKE ASPECTEN 33

34 De eerste afschrijvingsannuïteit ten aanzien van tijdens het boekjaar verkregen of tot stand gebracht vaste activa wordt slechts als beroepskosten aangemerkt in verhouding tot het gedeelte van het boekjaar waarin de vaste activa zijn verkregen of tot stand gebracht (pro rata-regeling uitzondering voor KMO-vennootschappen). Tijdens het boekjaar waarin het betreffende actief wordt vervreemd mag evenwel bij voortduur geen (pro rata temporis) afschrijving in aanmerking worden genomen. De bijkomende kosten bij aankoop van vaste activa mogen niet direct in resultaat worden opgenomen, maar moeten op dezelfde wijze en volgens hetzelfde ritme als de hoofdsom van de aanschaffingsswaarde van de desbetreffende vaste activa worden afgeschreven. Ook hier moet vermeld worden dat KMO-vennootschappen de bijkomende kosten wel onmiddellijk in resultaat kunnen nemen. Verder zijn ook niet aftrekbaar: a. Pensioenbijdragen en premies voor bedrijfsleiderverzekering die de wettelijke 80%-grens overschrijden, ; b. Toegestane abnormale en goedgunstige voordelen; c. Liberaliteiten; d. Waardeverminderingen en minderwaarden op aandelen (beperkte uitzondering ten belope van het verlies aan gestort kapitaal bij ontbinding of faillissement van de vennootschap) AFTREK VOOR RISICOKAPITAAL (NOTIONELE INTERESTAFTREK) De notionele interestaftrek (aftrek voor risicokapitaal) is een fiscale aftrekpost die wordt berekend als een fictieve interestlast over het eigen vermogen van een vennootschap. In Nederland is er geen vergelijkbare wetgeving. De berekeningsgrondslag voor de aftrek wordt gevormd door het gecorrigeerd eigen vermogen van de vennootschap. Onder eigen vermogen wordt begrepen de som van het kapitaal, uitgiftepremies, reserves, overgedragen winst/overgedragen verlies (-). Dit eigen vermogen moet dan vervolgens worden verminderd met o.a. de fiscale nettowaarde van de aandelen en deelnemingen die geboekt worden onder de financiële vaste activa. Het tarief voor inkomstenjaar 2017 bedraagt 0,237%. Voor KMO s geldt een verhoogde aftrek van 0,737% (+0,50%). 34 VERSCHILLEN IN ZAKENDOEN TUSSEN BELGIË EN

35 4.5. AFTREK VOOR INNOVATIE-INKOMSTEN De innovatieaftrek bestaat uit een vermindering van de winst gelijk aan 85% van de netto-innovatie-inkomsten van een intellectueel eigendomsrecht vermenigvuldigd met de nexusbreuk. De kwalificerende intellectuele eigendomsrechten omvatten: octrooien en aanvullende beschermingscertificaten kwekersrechten weesgeneesmiddelen van overheidswege toegekende data- of marktexclusiviteit auteursrechtelijk beschermde computerprogramma s die zijn voortgevloeid uit projecten of programma s van onderzoek en ontwikkeling. Innovatie-inkomsten kunnen de vorm aannemen van: Licentievergoedingen Royalty s inbegrepen in de prijs van (beschermde) goederen of diensten Notionele royalty s voor (beschermde) producten of werkwijzen aangewend in het productieproces van de gecommercialiseerde goederen of diensten Inkomsten uit de verkoop van een intellectueel eigendomsrecht dat de aard van vast actief heeft Schadevergoedingen naar aanleiding van een inbreuk op een intellectueel eigendomsrecht. Innovatiebox: voor resultaat uit onderzoek en ontwikkeling is in de vennootschapsbelasting een optionele innovatiebox (voorheen octrooibox ) met een effectief tarief van circa 5% (voorheen: 10%) ingevoerd. In het Belastingplan 2017 zijn de regels voor de innovatiebox aangescherpt. Om gebruik te maken van de innovatiebox is voortaan altijd een S&O-verklaring (speur- en ontwikkelingverklaring) noodzakelijk. Voor grote belastingplichtigen (belastingplichtigen die deel uitmaken van een concern met een netto-omzet van 250 miljoen in 5 jaar of 37,5 miljoen innovatieboxvoordeel in vijf jaar) is aanvullend ook nog vereist dat er een octrooi (patent, kwekersrecht, medicijnvergunning, etc.) is (aangevraagd) of dat sprake is van programmatuur. Dit extra vereiste toegangsticket voor de innovatiebox levert de nodige aanvullende complexiteit op in de regeling. Daarnaast mogen slechts beperkt voordelen aan de innovatiebox worden toegerekend als sprake is van uitbestede R&D-werkzaamheden. Voor de netto-berekening moeten de innovatie-inkomsten worden verminderd met alle uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling die rechtstreeks betrekking hebben op het betrokken intellectueel eigendomsrecht en die in kosten zijn opgenomen. De nexus-breuk geeft de verhouding weer tussen de kwalificerende uitgaven (verhoogd met 30%) en de globale uitgaven. BOEKHOUDKUNDIGE, FISCALE, JURIDISCHE EN SOCIAALRECHTELIJKE ASPECTEN 35

36 4.6. ANDERE FISCALE STIMULI De Belgische fiscale wetgeving kent de hierna vermelde voordelige regelingen: De Nederlandse belastingwetgeving kent een aantal fiscaal voordelige regelingen: BV/NV: a. Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek: ondernemers mogen een investeringsaftrek toepassen, de aftrek bedraagt een percentage over het geïnvesteerde bedrag; b. energie-investeringsaftrek en milieu-investeringsaftrek: extra aftrek naast de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek; c. diverse faciliteiten inzake willekeurige afschrijving: de aanschaffings- of voortbrengingskosten van milieubedrijfs middelen en andere, bij ministeriële regeling, aangewezen bedrijfsmiddelen kunnen door de belastingplichtige willekeurig worden afgeschreven; d. diverse faciliteiten inzake vermindering afdracht loonbelasting/premieheffing (bijvoorbeeld voor speur- en ontwikkelingswerk) Investeringsaftrek: Investeringen die aan de wettelijke voorwaarden voldoen, geven recht op een investeringsaftrek die gelijk is aan een bepaald percentage van de aanschaffings- of beleggingswaarde van de investeringen Natuurlijke personen: > 13,5% voor digitale investeringen, octrooien, milieuvriendelijke investeringen voor onderzoek en ontwikkeling, energiebesparende investeringen > 20,5% voor investeringen in beveiliging > 8% voor andere investeringen Alle vennootschappen: > 13,5% voor octrooien, milieuvriendelijke investeringen voor onderzoek en ontwikkeling, energiebesparende investeringen > 3% voor investeringen tot aanmoediging van het hergebruik van verpakkingen van dranken en nijverheidsproducten KMO-vennootschappen: > 13,5% voor digitale investeringen > 20,5% voor investeringen in beveiliging > 8% voor andere investeringen (op voorwaarde van verzaking aan aftrek voor risicokapitaal) > Vennootschappen die uitsluitend winst uit de zeescheepvaart verkrijgen: 30% voor investeringen in zeeschepen Op verzoek van de belastingplichtige wordt de winst uit zeescheepvaart bepaald aan de hand van de tonnage van de schepen waarmee die winst wordt behaald. De effectieve forfaitaire vaststelling van de winst gebeurt per schip, per dag en per 1000 netto ton, volgens een degressieve schaal (gaande van 9,08 voor de schijf tot netto ton tot 0,50 voor de schijf boven de netto ton). Voor de waardeverandering van landbouwgronden voor agrarische doeleinden geldt de landbouwvrijstelling. 36 VERSCHILLEN IN ZAKENDOEN TUSSEN BELGIË EN

37 Gespreide investeringsaftrek: eenmanszaken met minder dan 20 werknemers hebben recht op een gespreide investeringsaftrek van 10,5%, die berekend wordt over de afschrijvingen van de investering. Verhoogde gespreide investeringsaftrek: milieuvriendelijke investeringen voor onderzoek en ontwikkeling geven recht op een verhoogde gespreide investeringsaftrek, ongeacht het werknemersaantal (20,5%) (berekend op afschrijvingen) Investeringsreserve: KMO-vennootschappen kunnen een vrijgestelde investeringsreserve aanleggen ten belope van 50% van het gereserveerde belastbare resultaat (max ) indien een bedrag gelijk aan de investeringsreserve binnen 3 jaar geïnvesteerd wordt in afschrijfbare materiële of immateriële vaste activa die in aanmerking kunnen komen voor de toepassing van de investeringsaftrek. KMO-vennootschappen zijn verplicht te kiezen tussen de toepassing van de investeringsreserve dan wel om gebruik te maken van de aftrek voor risicokapitaal. Deze keuze bindt de vennootschap voor het belastbare tijdperk zelf en voor de 2 daaropvolgende belastbare tijdperken Fiscale stimuli voor onderzoek en ontwikkeling a. Belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling:de binnenlandse vennootschappen en de Belgische inrichtingen van buitenlandse vennootschappen die investeren in vaste activa die hen recht geven op de verhoogde investeringsaftrek voor octrooien en voor onderzoek en ontwikkeling, kunnen opteren voor een belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling in plaats van de investeringsaftrek. Bij gebrek aan (voldoende) vennoot schapsbelasting om het belastingkrediet te verrekenen, kan het krediet in beperkte mate worden overgedragen naar de 4 volgende aanslagjaren. Na 5 opeenvolgende aanslagjaren zonder voldoende verrekening, is het saldo van het belastingkrediet terugbetaalbaar. b. Vrijstelling van regionale premies en subsidies in kader van onderzoek en ontwikkeling: Vrijgesteld van vennootschapsbelasting zijn de premies, en de kapitaal- en de interestsubsidies op immateriële en materiële vaste activa die toegekend worden aan vennootschappen in het kader van gewestelijke steun inzake onderzoek en ontwikkeling met inachtneming van de Europese reglementering inzake staatssteun. Bij vervreemding binnen de 3 jaar, wordt de vrijstelling teruggenomen. Eenmanszaak/VOF/maatschap/besloten CV: Behalve bovenstaande faciliteiten tevens: a. Fiscale oudedagreserve voor zelfstandige ondernemers: ondernemers die zich minstens uur bezighouden met het drijven van een onderneming mogen, onder bepaalde voorwaarden, jaarlijks een bedrag van 9,8% van de winst doteren aan een oudedagsvoorziening (tot een maximum van voor 2017); b. Herinvesteringsreserve: Indien bij vervreemding van een bedrijfsmiddel de opbrengst de boekwaarde van het bedrijfs middel overtreft, kan bij het bepalen van de in het kalender jaar genoten winst het verschil buiten de heffing blijven en gereserveerd worden. Bij een herinvestering in een ander bedrijfsmiddel wordt vervolgens (een deel van) het gereser veerde bedrag in mindering gebracht van de aanschaffings- of voortbrengingskosten van bedrijfsmiddelen die in het jaar van vervreemding of in de daarop volgende drie jaren worden aangeschaft of voortgebracht. Voor het laten bestaan van de reservering dient een voornemen tot herinvestering van de opbrengst te bestaan. Tevens zijn er enkele regels voor het gebruik van een herinvesteringsreserve bij bedrijfsmiddelen die in meer dan 10 jaar worden afgeschreven; c. Meewerkaftrek: ondernemers die zich minstens uur bezighouden met het drijven van een onderneming mogen een percentage van de winst aftrekken wanneer hun partner tenminste 525 uur meewerkt in de onderneming. De mee werkaftrek geldt niet, wanneer de partner een beloning uit de onderneming ontvangt (aan de beloning zijn voorwaarden verbonden); d. Zelfstandigenaftrek: ondernemers die zich minstens uur bezighouden met het drijven van een onderneming mogen, afhankelijk van het resultaat, een bepaald bedrag van de winst aftrekken, waarbij de maximale aftrek (2017) bedraagt; BOEKHOUDKUNDIGE, FISCALE, JURIDISCHE EN SOCIAALRECHTELIJKE ASPECTEN 37

38 b. Vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor onderzoekers : Ondernemingen moeten 80 % van de ingehouden bedrijfsvoorheffing op de bezoldigingen niet doorstorten aan de schatkist indien de werknemers over een kwalificerend diploma beschikken en zijn tewerkgesteld in onderzoeks- of ontwikkelingsprojecten of programma s. Eenzelfde vrijstelling geldt eveneens voor zgn. Young Innovative Companies (KMO-vennootschap, minder dan 10 jaar opgericht, minstens 15% van de totale kosten zijn aangewend voor onderzoek en ontwikkeling)die bezoldigingen toekennen aan wetenschappelijk personeel.. e. Startersaftrek: voor startende ondernemers geldt onder voorwaarden een additionele aftrek van (2017); f. Aftrek speur- en ontwikkelingswerk: onder voorwaarden geldt een aftrek van maximaal (2017); en g. Met ingang van 2007 is een MKB-winstvrijstelling ingevoerd. In 2017 bedraagt de vrijstelling 14% van de winst. d. Aftrek voor innovatie-inkomsten (zie 4.5) Vrijstelling voor bijkomend personeel: KMO-vennootschappen met minder dan 11 werknemers op het einde van het 1ste exploitatiejaar, alsook vrije beroepers hebben gedurende een aantal jaren recht op een vrijstelling voor bijkomend personeel, op voorwaarde dat de bezoldigingen een bepaald maximum niet overschrijdt. Ondernemingen kunnen een belastingvrijstelling verkrijgen per bijkomende personeelseenheid aangeworven als diensthoofd voor de uitvoer of als diensthoofd van de afdeling Integrale Kwaliteitszorg. De vrijstelling heeft een tijdelijk karakter: ze wordt weer ingetroken als het betrokken personeelslid de gestelde functie niet meer uitoefent Tonnagestelsel: Met betrekking tot binnenlandse vennootschappen en Belgische inrichtingen van buitenlandse vennootschappen kan de belastbare winst uit de zeescheepvaart op forfaitaire wijze vastgesteld worden op basis van de tonnage van de zeeschepen Tax shelter: Tax Shelter is een fiscale regeling die de productie van audiovisuele en cinematografische werken aanmoedigt. De investerende vennootschap kan een belastingvrijstelling genieten ten belope van 310% van de werkelijk gestorte sommen (rekening houdend met de toepasselijke limieten). Voor overeenkomsten gesloten vanaf 1 februari 2017 is het toepassingsgebied van de tax shelter regeling uitgebreid tot de productie en ontwikkeling van erkende podiumkunsten. 38 VERSCHILLEN IN ZAKENDOEN TUSSEN BELGIË EN

39 4.7. DEELNEMINGSVRIJSTELLING (DBI) De deelnemingsvrijstelling (DBI) bedraagt in principe 95% op de ontvangen dividenden en liquidatiebonussen. De Belgische wetgeving voorziet ook in een overdracht van niet-benutte deelnemingsvrijstelling binnen de EU. De deelnemingsvrijstelling is mogelijk vanaf een participatie van tenminste 10% of bij een aanschaffingswaarde van een deelneming van tenminste De inkomsten moeten betrekking hebben op aandelen die gedurende een ononderbroken periode van ten minste 1 jaar in volle eigendom worden of werden behouden. De uitkerende vennootschap moet aan de Belgische vennootschapsbelasting of aan een gelijkaardige belasting in het buitenland onderworpen zijn. Bovendien mag het gemeenrechtelijke nominaal of werkelijk tarief niet lager zijn dan 15%. Vennootschappen gevestigd in een lidstaat van de Europese Unie worden geacht hieraan te voldoen. Bij Koninklijk Besluit is een limitatieve lijst van landen gepubliceerd die als belastingparadijs worden aangemerkt en bijgevolg niet voldoen aan de belastbaarheidsvoorwaarden. De deelnemingsvrijstelling geldt onder voorwaarden voor (binnen- en buitenlandse) deelnemingen waarin voor tenminste 5% in het aandelenkapitaal wordt deelgenomen. Belangen in fiscale beleggingsinstellingen zijn uitgesloten van toepassing van de deelnemingsvrijstelling. Sinds 1 januari 2007 is de deelnemingsvrijstelling ook van toepassing op een schuldvordering die feitelijk functioneert als eigen vermogen bij de debiteur, zelfs in een situatie dat de Nederlandse vennootschap geen, maar een gelieerde vennootschap wel, een belang van nominaal 5% in het aandelenkapitaal bezit. Vanwege de meetrekregeling is van een deelneming in een lichaam mede sprake wanneer de belastingplichtige zelf geen deelneming bezit in dat lichaam maar een aan de belastingplichtige gelieerd lichaam wel een deelneming bezit in dat lichaam. Dividenden van bepaalde vennootschappen worden expliciet uitge sloten van de deelnemingsvrijstelling (o.a. financieringsvennootschappen en vennoot schappen met gunstig belaste offshore-winsten). Meerwaarden gerealiseerd bij de verkoop van aandelen zijn voor 100% vrijgesteld wanneer de aandelen gedurende minimaal één jaar werden aangehouden. Voor meerwaarden geldt geen minimum percentage van deelnemings vereiste. Indien de aandelen geen volledig jaar werden aangehouden, wordt de meerwaarde belast aan een afzonderlijk tarief van 25,75 % (aftrekposten tegenover afzetbaar). Geleden minderwaarden zijn enkel bij liquidatie van de dochter beperkt aftrekbaar (ten hoogste het verlies aan gestort kapitaal). Meerwaarden op aandelen die langer dan een jaar werden aangehouden door niet KMO-vennootschappen ondergaan een forfaitaire belasting van % (geen aftrekposten tegen afzetbaar). BOEKHOUDKUNDIGE, FISCALE, JURIDISCHE EN SOCIAALRECHTELIJKE ASPECTEN 39

40 De deelnemingsvrijstelling is in beginsel niet van toepassing op niet-kwalificerende beleggingsdeelnemingen. Dit geldt zowel in binnenlandse als grensoverschrijdende situaties. Voordelen uit een dergelijke deelneming worden in de winst begrepen en belast, waarbij een verrekening wordt verleend die uitgaat van een buitenlandse vennootschapsbelasting van 5%. In situaties waarin de EU Moeder-dochterrichtlijn van toepassing is, kan desgewenst de daadwerkelijk op de voordelen drukkende winstbelasting worden verrekend. Indien sprake is van een kwalificerende beleggingsdeelneming, geldt de deelnemingsvrijstelling wel. Van een kwalificerende beleggingsdeelneming is sprake indien: de deelneming onderworpen is aan een winstbelasting die resulteert in een naar Nederlandse begrippen reële heffing (onderworpenheidstoets), of de bezittingen van de deelneming doorgaans (on)middellijk voor minder dan de helft bestaan uit laagbelaste vrije beleggingen (bezittingentoets) Bij de onderworpenheidstoets wordt de buitenlandse belastingheffing over de winst van de deelneming vergeleken met de heffing naar Nederlandse maatstaven. Een tarief van 10% geldt normaal gesproken als reële heffing. Daarbij wordt er voor de grondslag (het bedrag waarover wordt geheven) een vergelijking gemaakt met de Nederlandse jaarwinstbepaling. Voor de bezittingentoets worden laagbelaste vrije beleggingen niet meegeteld als zij toebehoren aan een lichaam waarvan de bezittingen in het algemeen ten minste hoofdzakelijk bestaan uit andere bezittingen dan laagbelaste vrije beleggingen. De deelnemingen die dat lichaam houdt worden daarbij geacht geen bezittingen te zijn. Ook worden bezittingen niet in aanmerking genomen die grotendeels worden gebruikt voor financiering van groepsvorderingen en die voldoen aan ten minste 1 van de volgende voorwaarden: 1. De bezittingen zijn historisch bezien voor ten minste 90% gefinancierd met geldleningen van buiten de groep. 2. De bezittingen zijn niet aan een winstbelasting onderworpen die resulteert in een naar Nederlandse begrippen reële heffing. 40 VERSCHILLEN IN ZAKENDOEN TUSSEN BELGIË EN

41 De financieringslasten (interest) ter verwerving van de deelneming zijn volledig aftrekbaar, ongeacht of het gaat om een deelneming in een Belgische dan wel in een buitenlandse vennootschap. Wel dient rekening te worden gehouden met de thin capitalisation maatregelen. Zowel aankoop- als verkoopkosten van deelnemingen vallen onder de deelnemingsvrijstelling. Daardoor zijn dergelijke kosten niet aftrekbaar. Ook valutaresultaten op leningen en andere transacties die met de deelneming verband houden en dienen ter afdekking van het met die deelneming gelopen valutarisico vallen onder de deelnemingsvrijstelling. Instrumenten ter afdekking van valutarisico aangaande de betreffende deelneming, vallen echter slechts op verzoek onder de deelnemingsvrijstelling, waarbij tevens de inspecteur een (voor bezwaar vatbare) beschikking met eventuele voorwaarden afgeeft. De deelnemingsvrijstelling geldt voor alle voor- en nadelen uit hoofde van de deelneming (dividenden en transactieresultaten). Alleen het verlies bij ontbinding van een deelneming is in principe aftrekbaar (liquidatieverlies). Het liquidatieverlies is gelijk aan het opgeofferd bedrag van de deelneming minus de liquidatieuitkeringen. Onder liquidatie-uitkeringen wordt mede verstaan positieve voordelen uit de deelneming verkregen in het jaar van staking, de vijf jaren (soms 10 jaren) vóór de staking van de onderneming van de deelneming FISCALE EENHEID België kent alleen een fiscale eenheid op vlak van btw. Een groep van Belgische belastingplichtigen kan opteren om een btw-eenheid te vormen. Wanneer een belastingplichtige, lid van een btw-eenheid, een rechtstreekse participatie heeft van meer dan 50 % in een andere belastingplichtige, dan wordt aangenomen dat aan de drie cumulatieve deelnemingsvoorwaarden voldaan is (financiële, economische en organisatorische band). In dat geval moet de dochtervennootschap, in principe, mee worden opgenomen in de btw-eenheid. De leden van de btw-eenheid zullen hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de btw-schulden van de btw-eenheid die ontstaan tijdens hun lidmaatschap. In Nederland kan een fiscale eenheid worden gevormd voor zowel de vennootschapsbelasting als voor de btw. Voor de fiscale eenheid voor de btw verwijzen wij naar paragraaf 5. Voor de vennootschapsbelasting kan een fiscale eenheid worden gevormd indien ten minste 95% van de kort gezegd - juridische en economische eigendom van de aandelen van een dochtermaatschappij in handen van de moedermaatschappij zijn. Andere voorwaarden zijn dat de moedermaatschappij en de dochtermaatschappij hetzelfde boekjaar hebben en aan hetzelfde belastingregime onderworpen zijn. Ook vaste inrichtingen in Nederland van buitenlandse vennoot schappen kunnen in een fiscale eenheid worden opgenomen. De vennootschappen worden fiscaal behandeld als ware er slechts één vennootschap. Iedere vennootschap is hoofdelijk aansprakelijk voor de belastingschulden van de fiscale eenheid. De belangrijkste voordelen van een btw-eenheid zijn: a. de btw is niet verschuldigd op intra-groep leveringen tussen leden van de groep. Intra-groep verrichtingen vallen met andere woorden buiten het toepassingsgebied van de btw; b. de btw-eenheid draagt bij tot bepaalde administratieve vereenvoudigingen, namelijk: de btw-eenheid moet slechts één btw-aangifte indienen voor al haar leden en de intra-groep verrichtingen moeten niet langer gefactureerd worden (maar kunnen via een inter-company rekeningcourant afgerekend worden); De belangrijkste voordelen van een fiscale eenheid zijn: a. de verliezen van een vennootschap kunnen worden verrekend met de winsten van een andere vennootschap; b. dat vermogensbestanddelen in beginsel van de ene aan de andere vennootschap binnen fiscale eenheid kunnen worden overgedragen zonder dat er belastingheffing plaatsvindt; BOEKHOUDKUNDIGE, FISCALE, JURIDISCHE EN SOCIAALRECHTELIJKE ASPECTEN 41

42 c. de btw-eenheid leidt ook tot kasstroomvoordelen aangezien btw-schulden en terugbetalingen van btw van de leden van de btw-eenheid gecompenseerd worden; d. belangrijk is dat de btw-eenheid een oplossing biedt voor (gedeeltelijk) vrijgestelde ondernemingen (vb. banken, verzekeringen, ziekenhuizen, enz.) voor de niet-aftrekbare btw op leveringen tussen leden van de groep. c. een herinvesteringsreserve die door de ene vennootschap uit de fiscale eenheid is gevormd, kan door een andere vennoot schap uit diezelfde fiscale eenheid worden aangewend; d. dat financiering binnen de fiscale eenheid in het algemeen niet beïnvloed wordt door diverse renteaftrekbeperkingen. Een verzoek om een fiscale eenheid te vormen moet namens alle betrokken partijen worden gericht aan de Belasting inspecteur, en kan, mits aan de voorwaarden is voldaan, op ieder gewenst moment (met een terugwerkende kracht tot maximaal 3 maanden) ingaan. De fiscale eenheid wordt op verzoek ontbonden, of als aan één van de voorwaarden niet wordt voldaan. Ook in grensoverschrijdende gevallen kan er in sommige gevallen en onder voorwaarden een fiscale eenheid worden aangegaan. In de volgende gevallen is een fiscale eenheid ook mogelijk: Een fiscale eenheid tussen een Nederlandse moedermaatschappij en een Nederlandse kleindochtermaatschappij met één buitenlandse tussenhoudster gevestigd in een EU- of EERlidstaat; Een fiscale eenheid vergelijkbaar met de situatie hiervoor, maar met meerdere buitenlandse tussenhoudsters gevestigd in verschillende EU- of EER-lidstaten; Een fiscale eenheid tussen twee zustermaatschappijen met een buitenlandse moedermaatschappij gevestigd in een EU- of EER-lidstaat. Bij de vorming van een fiscale eenheid in de loop van het boekjaar tussen twee zustermaatschappijen met een buitenlandse EU- of EER-moedermaatschappij dienen allebei de zustermaatschappijen hun boekjaar af te sluiten. Voorts zijn er in voorkomende gevallen flankerende antimisbruikmaatregelen van toepassing VERLIESCOMPENSATIE Algemene regel: vorige fiscale verliezen kunnen onbeperkt worden gecompenseerd met de toekomstige winsten (geen carry-back). De verliesverrekeningstermijnen in de inkomsten- en vennootschapsbelasting zijn als volgt: > In box 1 en 3 van de Inkomstenbelasting is de verlies compensatie beperkt tot 3 jaar carry back en 9 jaar carry forward; > In box 2 van de Inkomstenbelasting en de vennootschaps belasting is de verliescompensatie beperkt tot 1 jaar carry back en 9 jaar carry forward. 42 VERSCHILLEN IN ZAKENDOEN TUSSEN BELGIË EN

43 Uitzondering: > bij overdracht (verkoop van aandelen) of wijziging van de controle van een vennootschap wanneer die niet aan recht matige financiële of economische behoeften beantwoordt, gaan de vorige verliezen definitief verloren. Het doel van de uit zondering is het tegengaan van de handel in verlieslatende bedrijven. > Vorige fiscale verliezen en de verliezen van het boekjaar kunnen niet in mindering worden gebracht van abnormale of goedgunstige voordelen die de vennootschap tijdens het belastbaar tijdperk heeft verkregen van een andere verbonden vennootschap. De openstaande verliezen van de vennootschap zijn niet voorwaarts verrekenbaar (carry forward) indien aannemelijk is dat het uiteindelijke belang in een vennootschap met 30% of meer is gewijzigd ten opzichte van het begin van het oudste jaar met nog niet verrekende verliezen, met ingang van het jaar van wijziging. Op deze hoofdregel bestaan een aantal uitzonderingen, ten gevolge waarvan het recht op verliescompensatie toch behouden blijft. Enerzijds hebben deze uitzonderingen betrekking op wijzigingen in het belang. Anderzijds hebben deze uitzonderingen betrekking op de activa, respectievelijk activiteiten, van de vennootschap. Zo blijven bijvoorbeeld wijzigingen in het belang die voortvloeien uit het erfrecht of huwelijksvermogensrecht, dan wel een interne aandeelhouderswisseling (uitbreiding 1/3-belang) buiten aan merking. Daarnaast is er een uitzondering voor beursvennootschap pen. Ondanks een wijziging van 30% of meer in het uiteindelijke belang blijft het recht op verliescompensatie toch behouden indien is vol daan aan een non-beleggingstoets, geen inkrimping van activiteiten (tot minder dan 30% van het oudste verliesjaar) heeft plaats gevonden en er geen voornemen tot inkrimping van activiteiten bestaat. Ook op een andere manier is de mogelijkheid tot verliesverrekening ingeperkt. Verliezen uit jaren waarin een vennootschap als houdster- en/of financierings maatschappij kwalificeert, zijn slechts verrekenbaar met winsten van jaren waarin de vennootschap ook als houdster- en/of financieringsmaatschappij kwalificeert. BOEKHOUDKUNDIGE, FISCALE, JURIDISCHE EN SOCIAALRECHTELIJKE ASPECTEN 43

44 4.10. RULINGBELEID Sinds 1 januari 2003 bestaat in België een algemeen regime van rulings. Dit is een voorafgaande beslissing over een rechtshandeling die bindend is voor de fiscale administratie over de wijze waarop de wet zal worden toegepast. De aanvraag moet ingediend worden bij de Federale Overheidsdienst Financiën, meer bepaald bij de dienst Voorafgaande Beslissingen in Brussel. De aanvraag moet gaan over een situatie die op fiscaal vlak nog geen uitwerking heeft gekregen, dus vooraleer men overgaat tot de verrichting. Bij de aanvraag moet een volledige beschrijving van de verrichting gegeven worden met verwijzing naar de wettelijke bepalingen waarop de beslissing moet slaan, en dient gemotiveerd te zijn. De voorafgaande beslissing wordt, in principe, meegedeeld aan de aanvrager binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum van indiening van de schriftelijke aanvraag. Bij complexe vragen kan het nuttig zijn om de aanvraag voor een voorafgaande beslissing door een prefilingaanvraag te laten voorafgaan. Met de Nederlandse belastingdienst kan op diverse manieren vooraf zekerheid worden verkregen over de fiscale implicaties van bepaalde transacties. Een advance pricing agreement (APA) geeft goedkeuring vooraf over de vaststelling van een zakelijke beloning of een methode voor de vaststelling van een dergelijke beloning voor grensoverschrijdende transacties tussen gelieerde lichamen en tussen onderdelen van eenzelfde lichaam. Een advance tax ruling (ATR) geeft zekerheid vooraf over de fiscale gevolgen van een voorgenomen transactie of samenstel van transacties. Hierbij wordt genoemd de toepassing van de deelnemingsvrijstelling voor tussenhoudstermaatschappijen, beoordeling van internationale structuren waarbij hybride financierings- of rechtsvormen betrokken zijn alsmede beantwoording van de vraag of al dan niet sprake is van een vaste inrichting in Nederland van een in het buitenland gevestigde vennootschap TRANSFER PRICING Ten aanzien van deze APA-/ATR-praktijk heeft de Staatssecretaris een aantal besluiten genomen waarin nadere regels worden gesteld onder welke voorwaarden zekerheid kan worden verkregen. Het Wetboek Inkomstenbelastingen bevat algemene bepalingen die de overdracht van winsten naar buitenlandse belastingregimes moet verhinderen (artikel 26, 54 en 344 WIB). In de Nederlandse wet is vastgelegd dat de vergoedingen op intercompany transacties/verrekenprijzen moeten kunnen worden onderbouwd. Ervaring leert dat de Nederlandse belastingdienst deze gegevens steeds vaker toetst. Het is wettelijk verplicht om in de administratie een onderbouwing van de prijszetting te bewaren. Voorts geldt er voor grote (groepen van) ondernemingen de verplichting om een zogenoemd groepsdossier en lokaal dossier op te stellen. Deze verplichting komt voort uit OESOregelgeving. In het groepsdossier dient een overzicht te worden gegeven van de onderneming van de multinationale groep, inclusief de aard van haar bedrijfsactiviteiten, haar algehele verrekenprijsgedragslijn en haar wereldwijde allocatie van inkomen en economische activiteiten. In het lokale dossier dient informatie te worden opgenomen die relevant is voor de verrekenprijsanalyse met betrekking tot transacties tussen een belastingplichtige en een groepsentiteit, alsmede informatie die een zakelijke winstallocatie aan vaste inrichtingen onderbouwt. 44 VERSCHILLEN IN ZAKENDOEN TUSSEN BELGIË EN

45 In 2004 is het arm s length beginsel in de Belgische wetgeving ingeschreven. De tekst van het wetsartikel (artikel 185, 2 WIB) is gebaseerd op artikel 9 van het OESO-Modelverdrag en geeft aan de Belgische administratie de mogelijkheid om een zowel opwaartse als neerwaartse correctie van Belgische winst door te voeren. Met de Belgische verrekenprijswetgeving van 1 juli 2016 is er een einde gekomen aan de voorheen bestaande documentatievrijheid inzake verrekenprijzen. De Belgische wetgever heeft er hierbij voor gekozen de drieledige rapporteringsplicht, zoals voorgesteld door de OESO in actie 13 van het BEPS-project, integraal over te nemen. Het opstellen van een groepsdossier (Master File) en een lokaal dossier (Local File) is verplicht voor elke Belgische groepsentiteit van een multinationale groep die één van onderstaande criteria overschrijdt, zoals blijkt uit haar enkelvoudige jaarrekening (i.e. voor het boekjaar dat onmiddellijk voorafgaat aan het laatst afgesloten boekjaar): totaal van 50 miljoen bedrijfs- en financiële opbrengsten met uitsluiting van niet-recurrente opbrengsten; balanstotaal van 1 miljard; jaargemiddelde van het personeelsbestand van 100 voltijdse equivalenten Ondernemingen met een geconsolideerde bruto omzet van meer dan 750 miljoen moeten een landenrapport (Countryby-Country Report) overmaken aan de Belgische belastingadministratie: Indiening dient te gebeuren door de moedervennootschap van de groep in haar jurisdictie binnen 12 maanden na de laatste dag van de rapporteringsperiode. Indien de ultieme moedervennootschap niet verplicht is tot het opmaken van een Landenrapport of er bestaat geen verdrag over uitwisseling van informatie tussen België en de jurisdictie van de ultieme moedervennootschap, dan aanduiding van surrogaatmoeder of verplichting voor Belgische vennootschap. Belgische groepsentiteit van multinationale groepen heeft de verplichting om aan te geven of ze de uiteindelijke moederentiteit is of ze de surrogaatmoederentiteit is of wie het landenrapport dan wel indient. BOEKHOUDKUNDIGE, FISCALE, JURIDISCHE EN SOCIAALRECHTELIJKE ASPECTEN 45

46 4.12. BRONHEFFING ROERENDE VOORHEFFING Dividenden (en liquidatie- en inkoopboni): Principe: 30%. Verlaagde tarieven in de dubbelbelastingverdragen Vrijstelling onder de Europese Moeder-Dochterrichtlijn indien er een participatie is van 10 % en een minimum bezitsduur van één jaar. Deze vrijstelling is ook van toepassing indien de verkrijger een moedermaatschappij is die gevestigd is in een Staat waarmee België een dubbelbelastingverdrag heeft gesloten en deze overeenkomst of enig ander verdrag in de uitwisseling van inlichtingen voorziet. VVPRbis-regeling: dividenden (geen liquidatie- en inkoopboni) van KMO-vennootschappen kunnen onder bepaalde voorwaarden genieten van een verlaagde roerende voorheffing van 15% (o.a. nieuwe aandelen op naam, uitgegeven naar aanleiding van een inbreng in geld vanaf 1 juli 2013) Liquidatiereserve: KMO-vennootschappen kunnen het geheel of een gedeelte van hun boekhoudkundige winst na belasting overboeken naar één of meer afzonderlijke rekeningen van het passief waarbij er 10% belasting verschuldigd is. Na 5 jaar kunnen dergelijke reserves worden uitgekeerd aan een roerende voorheffing van 5%. In geval van vereffening is géén roerende voorheffing meer verschuldigd. Tarief van 1,69%; dividenduitkeringen aan vennootschappen die gevestigd zijn in een EER-land of in een verdragsland en die een deelneming van minstens 2,5 miljoen hebben, en mits een minimale houdperiode van één jaar. Interesten : Principe: 30%. Verlaagde tarieven in de dubbelbelastingverdragen Vrijstelling onder de Europese Interestrichtlijn van zodra er een participatie is van 25 % met een minimum bezitsduur van één jaar. Het tarief voor de dividendbelasting bedraagt 15%. Onder voorwaarden is een inhoudingsvrijstelling van toepassing. Interesten, roerende inkomsten en royalties: geen bronheffing. Vorderingen van buitenlandse aanmerkelijk belanghouders op hun vennootschap in Nederland vallen vanaf 1 januari 2001 onder Box 1 als belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden. Onder het huidige verdrag mag Nederland in de situatie van geëmigreerde aanmerkelijk belanghouders maximaal 10% heffen en tot maximaal 52% bijheffen indien en voor zover bij emigratie uit Nederland een zogenoemde conserverende aanslag is opgelegd en nog openstaat. Nederland moet dan nog wel rekening houden met de in België geheven belasting. 46 VERSCHILLEN IN ZAKENDOEN TUSSEN BELGIË EN

47 Fairness tax: er is een afzonderlijke heffing van 5% in geval een niet-kmo vennootschap dividenden uitkeert die niet effectief belast worden in de vennootschapsbelasting wegens de toepassing van de aftrek voor risicokapitaal of de aftrek van overgedragen verliezen. Volgens de Europese Commissie is de fairness tax strijdig met het Europees recht. Voor natuurlijke personen (personenbelasting) is de roerende voorheffing bevrijdend en maakt zij de eindheffing uit. BOEKHOUDKUNDIGE, FISCALE, JURIDISCHE EN SOCIAALRECHTELIJKE ASPECTEN 47

48 5. BTW BELGÏE Normale tarieven: > 21% standaard tarief; > 0% voor dag- en weekbladen (die minstens 48 keer per jaar verschijnen); > 6% voor voedingsmiddelen, boeken, weekbladen en tijdschriften die geen 48 keer per jaar verschijnen, levende dieren, kunst voorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten, geneesmiddelen en medische hulpmiddelen, auto s voor personenvervoer voor invaliden, landbouwdiensten, inrichtingen voor cultuur, sport en vermaak, auteursrechten, uitvoeren van concerten en voorstellingen, sociale huisvesting, waterdistributie, vervoer en hotel en campings; > 6% voor de renovatie van woningen ouder dan 10 jaar en onder bepaalde voorwaarden; > 6% voor herstellingen van fietsen, schoeisel, lederwaren, kleding en huishoudlinnen; > 12% voor steenkool, margarine, brandstoffen, sociale huisvesting en restaurant -en cateringdiensten. Normale tarieven: > 21% standaard tarief; > 6% onder andere (niet limitatief) voor: voedingsmiddelen (met uitzondering van alcoholhoudende dranken), boeken, dagbladen en tijdschriften, levende dieren, verbandmiddelen, genees middelen, lichamelijke prothesen, toegang tot attractieparken, gelegenheid geven tot sportbeoefening en het geven logies of kampeergelegenheid; > 6% voor het schilderen en stukadoren van woningen ouder dan 2 jaar; > 6% voor reparaties van fietsen, schoeisel, lederwaren, kleding en huishoudlinnen, alsmede kappers; > 0% onder andere voor goederen en diensten die met inen uitvoer te maken hebben. 48 VERSCHILLEN IN ZAKENDOEN TUSSEN BELGIË EN

49 Aangifteformulier > kwartaalaangifte (optie): indien jaaromzet (excl. btw) ; in te dienen uiterlijk de 20 ste van de maand na het afgesloten kwartaal > maandaangifte (standaard): jaaromzet > in te dienen uiterlijk de 20 ste van de volgende maand. In eerste instantie zal de Belastingdienst kwartaalaangiften uitreiken. Daarnaast is het mogelijk om maandaangiften in te dienen. Hiervoor moet een verzoek zijn ingediend bij de inspecteur. De Belastingdienst kan daarnaast een ondernemer verplichten maandaangiften te doen als eerdere aangiften niet op tijd zijn ontvangen of betaald. Als per jaar minder dan aan btw hoeft te worden betaald, kan de Belastingdienst het aangiftetijdvak op verzoek op een jaar stellen. De aangifte moet elektronisch worden ingediend. Buitenlandse ondernemers zonder vaste inrichting of algemeen fiscaal vertegen woordiger moeten een papieren aangifte indienen. Binnenlandse ondernemers en buitenlandse ondernemers die in Nederland een vaste inrichting of een algemeen fiscaal vertegen woordiger hebben, dienen de aangifte in te dienen binnen één maand na afloop van het belastingtijdvak waarop de aangifte betrekking heeft. Buitenlandse ondernemers die in Nederland geregistreerd zijn dienen in beginsel binnen twee maanden de aangifte in te dienen. Jaaraangevers dienen uiterlijk op 31 maart van het jaar volgend op het jaar waarop de aangifte betrekking heeft, de aangifte in te dienen. De btw-aangifte moet elektronisch worden ingediend. Betaling van de uit de aangifte verschuldigde btw binnen dezelfde termijn als de indieningsdatum, zoniet nalatigheidsinterest verschuldigd à rato van 0,8% per maand. In december moeten zowel maand -als kwartaalaangevers een decembervoorschot betalen. De btw is in principe volledig aftrekbaar indien aangewend voor handelingen die recht op aftrek van btw verlenen. Beperking op de aftrek van btw voor btw-plichtigen: a. Tabak en geestrijke dranken: btw is niet aftrekbaar (uitzonderingen mogelijk). b. Kosten van logies, spijzen en dranken, gemaakt in een hotel- of restaurant: btw mag in de regel niet worden afgetrokken. Uitzonderingen: i) kosten gemaakt door het personeel indien dat personeel buiten de onderneming is belast met een levering van goederen of met een dienstverrichting; ii) kosten gemaakt door belastingplichtigen die op hun beurt onder bezwarende titel hotel-en restaurantdiensten verstrekken; iii) kosten worden doorgefactureerd. De btw is in principe volledig aftrekbaar indien goederen en diensten door de ondernemer worden gebruikt voor belaste handelingen. Beperking op de aftrek van btw bestaat onder andere in de volgende gevallen: a. De goederen worden gebruikt als gift of relatiegeschenk aan niet-aftrekgerechtigden, of voor het verstrekken van loon in natura; de aftrek is uitgesloten als de kostprijs van alle giften, relatiegeschenken of personeelsvoorzieningen meer dan 227 exclusief btw per jaar per begunstigde bedraagt. b. De btw over aanschaf van een roerend investeringsgoed dat gemengd zakelijk en privé wordt gebruikt kan in eerste instantie volledig in aftrek worden gebracht. Voor het privégebruik van het investeringsgoed bestaat een corrigerende heffing. Voor onroerende goederen geldt een splitsing voor zakelijk en privé gebruik bij aanschaf, waarbij enkel de voorbelasting voor het zakelijke gebruik kan worden afgetrokken. BOEKHOUDKUNDIGE, FISCALE, JURIDISCHE EN SOCIAALRECHTELIJKE ASPECTEN 49

50 c. Kosten van onthaal: btw is niet aftrekbaar. Kosten ter bevordering van de verkoop zijn geen kosten van onthaal. c. De btw over aanschaf, onderhoud en brandstof van auto s die aan het personeel ter beschikking gesteld zijn, kan in eerste instantie volledig in aftrek worden gebracht. Voor het privégebruik is dan in de laatste aangifte van het kalenderjaar echter wel btw verschuldigd over 2,7% van de cataloguswaarde van de auto (incl. btw en BPM), of is btw verschuldigd over het aantoonbaar werkelijke privégebruik. d. Handelsgeschenken: btw geheven ten aanzien van de aankoop van handelsgeschenken die gratis worden gegeven, is in principe niet aftrekbaar tenzij het om handelsgeschenken van geringe waarde gaat. Handelsgeschenken van geringe waarde waarvan de inkoopprijs minder bedraagt dan 50, exclusief btw, zijn aftrekbaar. d. Autokosten: de administratie laat de keuze uit drie methoden om het aandeel beroepsgebruik vast te stellen, waaraan de btwaftrek gekoppeld wordt. De eerste methode houdt in dat men een volledige rittenadministratie bijhoudt met onderscheid tussen het privégebruik en beroepsgebruik van de auto, waarbij er geen btw geheven wordt over het privé-voordeel in natura. De tweede methode maakt gebruik van een forfait in functie van de afstand woon-werk, zodat geen aparte rittenadministratie moet worden bijgehouden. Het percentage privégebruik wordt daarbij als volgt berekend : [(afstand woon-werk x 2 x200) ]/totaal aantal kilometers. De derde methode laat toe om het beroepsgebruik forfaitair te bepalen op 35 % (enkel mogelijk voor een vloot van minstens 4 personenauto s). De btw is dan aftrekbaar volgens het percentage beroepsgebruik dat uit de hoger vermelde methodes volgt, met een maximum van 50% f. Collectieve sociale voordelen: alle personeelsleden die zich in dezelfde omstandigheden bevinden, zonder enig onderscheid, verkrijgen het voordeel (bv. gratis uitdelen van soep of dranken, gratis vervoer van arbeiders per autocar, enz.). De btw is volgens de gewone regels aftrekbaar. f. Individuele sociale voordelen: gelegenheidsgeschenken die door de werkgever aan de werknemers worden verstrekt naar aanleiding van een huwelijk, een geboorte, een promotie of een opruststelling. De btw is niet aftrekbaar. f. De Nederlandse btw over aanschaf, onderhoud en brandstof van auto s die door een buitenlandse onderneming (zonder Nederlandse btw-aangifteplicht) aan het personeel ter beschikking worden gesteld, kan via een digitaal verzoek bij de eigen Belastingdienst of bij de Belastingdienst in Heerlen worden teruggevraagd. Voor het privégebruik wordt een correctie toegepast. g. Btw op eten en drinken dat ter plaatse wordt genuttigd zoals restaurantkosten is niet aftrekbaar. 50 VERSCHILLEN IN ZAKENDOEN TUSSEN BELGIË EN

51 g. De Belgische btw die wordt geheven over leveringen van goederen of diensten in België, kan door een buitenlandse EU-onderneming (die niet is geïdentificeerd voor btw-doeleinden in België) worden teruggevraagd. Jaarlijkse klantenlisting: de listing van de binnenlandse leveringen en diensten ten aanzien van Belgische btw-belastingplichtige klanten moet ieder jaar vóór 31 maart worden ingediend. De jaarlijkse klantenlisting moet elektronisch worden ingediend. Intracommunautaire listing: in te dienen door elke btwplichtige die gedurende een bepaalde maand of kwartaal intracommunautaire leveringen heeft verricht, uiterlijk de 20 ste van de maand na de betrokken periode. h. Ondernemers die btw-vrijgestelde prestaties verrichten hebben normaliter geen recht op aftrek van voorbelasting (bijvoorbeeld banken, verzekeraars, artsen, onderwijsinstellingen, etc.) Niet van toepassing. Opgaaf ICP: In te dienen door elke ondernemer die intracommunau taire leveringen en/of diensten verricht. De Opgaaf ICP wordt in beginsel ieder kwartaal gedaan maar kan vrijwillig per maand worden gedaan. Indien een ondernemer in een maand meer dan aan goederen intracommunautair heeft geleverd dan moet de Opgaaf ICP maandelijks worden ingediend. Onder specifieke voorwaarden kan door kleine ondernemers worden verzocht om jaarlijks de Opgaaf ICP in te dienen. Binnenlandse ondernemers en buitenlandse ondernemers met een vaste inrichting of een algemeen fiscaal vertegenwoordiger, dienen de Opgaaf ICP uiterlijk op de laatste dag van de maand na afloop van het tijdvak waarop de Opgaaf ICP betrekking heeft in te dienen. Voor buitenlandse ondernemers die in Nederland geregi streerd zijn dient de Belastingdienst de Opgaaf ICP uiterlijk op de laatste dag van de tweede maand na afloop van het tijdvak waarop de Opgaaf ICP betrekking heeft, te ontvangen. België kent onder voorwaarden een fiscale eenheid voor de btw (zie hoger). Indien in Nederland gevestigde ondernemers aan de verwevenheidseisen (financiële, economische en organisatorische verwevenheid) voldoen, is van rechtswege sprake van een fiscale eenheid. Dat betekent dat indien geen beschikking is afgegeven er toch sprake kan zijn van een fiscale eenheid, mits aan de verwevenheidseisen wordt voldaan. Het voordeel van een fiscale eenheid voor de btw is dat de onderdelen van de fiscale eenheid onderling geen btw aan elkaar mogen berekenen. Daarnaast hoeft de fiscale eenheid maar één btw-aangifte in te dienen. De btw-aangifte vindt dan plaats alsof er feitelijk sprake is van één btwondernemer. Een fiscale eenheid is alleen mogelijk voor ondernemingen die in Nederland zijn gevestigd (inclusief vaste inrichtingen). BOEKHOUDKUNDIGE, FISCALE, JURIDISCHE EN SOCIAALRECHTELIJKE ASPECTEN 51

52 5.1. WERKEN IN ONROERENDE STAAT Sinds enkele jaren speelt de registratie als aannemer geen rol meer om na te gaan of er al dan niet inhoudingen moeten gebeuren. Het criterium voor de inhoudingsplicht en voor het ontstaan van de hoofdelijke aansprakelijkheid, is het bestaan van sociale en/of fiscale schulden in hoofde van de (onder)aannemer. Om na te gaan of een aannemer fiscale en/of sociale schulden heeft, moet een gegevensbank worden geconsulteerd. De informatie in de gegevensbanken is wel beperkt tot de vaststelling of er (geen) fiscale en/of sociale schulden zijn. Hoeveel deze schulden bedragen, wordt niet in de gegevensbanken vermeld. Om dit te weten te komen, moet de opdrachtgever een attest aanvragen bij de aannemer. Is de fiscale schuld volgens het attest lager dan 15 % van een betaling, dan zal enkel het bedrag van de schuld moeten worden ingehouden en doorgestort. Is de schuld volgens het attest hoger dan 15 % van de betaling, of geeft de aannemer niet tijdig gevolg aan de aanvraag om een attest, dan moet 15 % van de betaling ingehouden worden. Voor de sociale schulden bedraagt de inhouding 35 %. Voor de fiscale schuld bedraagt de inhouding 15%. Hier moet enkel een attest worden gevraagd indien het bedrag van de factuur groter is dan of gelijk aan EUR. Indien de factuur is uitgereikt voor een lager bedrag, zal in ieder geval 35 % (in geval van sociale schulden) of 15% (in geval van fiscale schulden) moeten worden ingehouden zodra uit de raadpleging van de gegevensbank blijkt dat de betrokkene sociale en/of fiscale schulden heeft. Indien ten onrechte geen inhoudingen werden verricht, is de opdrachtgever hoofdelijk aansprakelijk voor de fiscale en/ of sociale schulden. De fiscale hoofdelijke aansprakelijkheid is beperkt tot 35% van de totale prijs van de werken die aan de aannemer zijn toevertrouwd, exclusief btw. De aansprakelijkheid slaat op alle schulden inzake directe en met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen, alle schulden inzake voorheffingen en de buitenlandse belastingschuldvorderingen. De sociale hoofdelijke aansprakelijkheid kan oplopen tot 100% van de prijs van de werken toevertrouwd aan de aannemer of onderaannemer, exclusief btw. Dit percentage kan verlaagd worden tot 65% wanneer de opdrachtgever ook op fiscaal gebied hoofdelijk aansprakelijk wordt gehouden. Niet van toepassing in Nederland. De aannemer of inlener van personeel is hoofdelijk aansprakelijk voor de loonheffing, sociale premies en de btw die de onder aannemer of uitlener is verschuldigd. Het is gebruikelijk dat de aannemer of inlener een deel van het factuurbedrag naar een Geblokkeerde bankrekening (G-rekening) overmaakt. Vanuit deze bankrekening worden loonheffing en sociale premies betaald. 52 VERSCHILLEN IN ZAKENDOEN TUSSEN BELGIË EN

53 Ten aanzien van de btw gelden bijzondere regels omtrent de verleg ging van heffing naar de afnemer, indien deze laatste zelf een Belgische btw-plichtige is gehouden tot het indienen van periodieke btw-aangiften, dan wel een buitenlandse btw-belastingplichtige geregistreerd in België via aanstelling van een individuele aansprakelijke vertegenwoordiger. Deze verlegging doet zich o.a. voor bij werken in onroerende staat en uitlening van personeel in de bouw. De verlegde btw kan door de opdrachtgever die de btw verschuldigd is, in principe, worden afgetrokken (volledige belastingplichtige). Bij uitlenen van personeel in Nederland geldt voor bepaalde werk zaamheden met betrekking tot onroerende zaken een verleggings regeling. Heffing van btw wordt dan verlegd van degene die de prestatie verricht (de uitlener) naar degene die de prestatie afneemt (de inlener) BESTUURDERS/MANAGEMENTVERGOEDINGEN Sinds 1 juni 2016 worden bestuurders-rechtspersonen aangemerkt als btw-plichtigen en zijn de handelingen die ze als zodanig verrichten onderworpen aan het btw-tarief van 21% bij lokalisatie ervan in België. Dividenden ontvangen omwille van het louter bezit van een deelneming als investeerder zijn niet onderworpen aan btw. De tantièmes die een rechtspersoon-bestuurder ontvangt zijn wel onderworpen aan 21% btw aangezien er een rechtstreeks verband bestaat tussen de uitkering van de tantièmes en de activiteit uitgeoefend als bestuurder of zaakvoerder van een onderneming. Er is echter geen btw verschuldigd op de bestuurdersvergoeding indien: a. een fiscale eenheid (zie hoger) wordt opgezet tussen de bestuurder-rechtspersoon en de onderneming waarin de bestuurder een bestuursmandaat heeft waarbij voldaan is aan de gebruikelijke verbondenheidsvoorwaarden; b. de bestuursactiviteit is vrijgesteld van btw (bv. beheer van een collectieve beleggingsinstelling); c. de vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen wordt toegepast in hoofde van de bestuurder-rechtspersoon. BOEKHOUDKUNDIGE, FISCALE, JURIDISCHE EN SOCIAALRECHTELIJKE ASPECTEN 53

54 6. SPECIAAL BELASTINGREGIME EXPATRIATES BELGÏE In België kunnen buitenlandse kaderleden een bijzonder fiscaal statuut genieten. Op grond van dit statuut worden zij als niet-inwoners aangemerkt. Dit houdt in dat zij enkel belast worden op de bezoldigingen voor de in België geleverde prestaties en andere inkomsten van Belgische oorsprong. Daarnaast mag de werkgever belastingvrij de meeruitgaven vergoeden die het gevolg zijn van hun tewerkstelling in België. Het gaat hierbij zowel om eenmalige uitgaven en lasten (bv. verhuiskosten) als om regelmatig weerkerende uitgaven en lasten (bv. kosten voor huisvesting en levensduurte, onderwijskosten voor kinderen). Weerkerende uitgaven en lasten, met uitzondering van onderwijskosten, mogen niet meer bedragen dan of naargelang het gaat om gewone kaderleden, dan wel om kaderleden tewerkgesteld in onderzoeks- of coördinatiecentra. Onder bepaalde voorwaarden zijn op de terugbetaalde meeruitgaven geen sociale bijdragen verschuldigd. Op 1 januari 2001 is in het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 (hierna Uitvoeringsbesluit) een nieuw vergoedingsregime geïntroduceerd voor extraterritoriale werknemers. Als extraterritoriale werknemers worden zowel de ingekomen werknemer als de uitgezonden werknemer beschouwd. Indien een werknemer als extraterritoriale werknemer wordt aangemerkt, kan de werkgever aan deze werknemer de extraterritoriale kosten vrij vergoeden. Indien een werknemer aangemerkt kan worden als ingekomen werknemer, kan de werkgever een vrije vergoeding verstrekken terzake van de extraterritoriale kosten. In het Uitvoeringsbesluit is een bewijsregeling opgenomen op grond waarvan de hoogte van de extraterritoriale kosten kan worden bepaald. Deze bewijsregeling bevat enerzijds een forfaitaire regeling en anderzijds een regeling voor schoolgelden. Als vergoeding voor extraterritoriale kosten wordt in elk geval beschouwd 30% van het loon uit tegenwoordige arbeid. 54 VERSCHILLEN IN ZAKENDOEN TUSSEN BELGIË EN

55 Voor de toepassing van het bijzondere statuut van buitenlands kaderlid moet een eenmalige aanvraag worden ingediend. Het statuut wordt in principe toegekend voor een onbepaalde duur en geldt zolang het kaderlid in België tijdelijk verblijft en werkt. Het bijzondere aanslagstelsel geldt voor werknemers en bedrijfsleiders die de volgende voorwaarden vervullen: > de buitenlandse nationaliteit bezitten; > vanuit het buitenland gedetacheerd zijn of rechtstreeks in het buitenland aangeworven; > functies uitoefenen die een bijzondere kennis en verantwoordelijkheid vereisen (leidinggevende functies of kaderfuncties); > tijdelijk in België werken, ofwel in een inrichting van een buitenlandse onderneming, ofwel in een Belgische onderneming van een internationale groep. Splitsing van het loon De vergoeding van extraterritoriale kosten dient door de werkgever en werknemer afzonderlijk van het loon arbeidsrechtelijk te zijn overeengekomen. Grondslag Nederlandse sociale verzekeringen De 30%-vergoeding behoort niet tot de grondslag voor de sociale verzekeringen. BOEKHOUDKUNDIGE, FISCALE, JURIDISCHE EN SOCIAALRECHTELIJKE ASPECTEN 55

56 7. SOCIALE ZEKERHEIDSREGELGEVING BELGÏE 7.1. ALGEMEEN Werknemer Voor de toepassing van artikel 1, sub a van EG-Vo 883/2004 wordt als werknemer aangemerkt: de persoon die valt onder het toepassingsgebied van de Wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. De belangrijkste categorie van personen die onder deze Wet vallen, zijn zij die werken in uitvoering van een arbeidsovereenkomst. Een arbeidsovereenkomst is de overeenkomst waarbij een persoon zich verbindt om tegen een loon prestaties te verrichten onder het gezag van een andere persoon. Er is dus alleen sprake van een arbeids overeenkomst indien uit de feitelijke toestand blijkt dat de drie elementen (prestaties, loon en band van ondergeschiktheid) aanwezig zijn. Werknemer Als werkzaamheden in loondienst voor EG-Vo 883/2004 worden in Nederland gekwalificeerd de werkzaamheden van personen die verzekerd zijn voor de werknemersverzekeringen in verband met het verrichten van werkzaamheden in dienstbetrekking of gelijkgestelde dienstbetrekking. 56 VERSCHILLEN IN ZAKENDOEN TUSSEN BELGIË EN

57 Zelfstandige Voor de toepassing van artikel 1 sub b van EG-Vo 883/2004 wordt als zelfstandige aangemerkt: de persoon die valt onder het toepassings gebied van het Koninklijk Besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen. Tot het toepassingsgebied behoren: > Zelfstandigen, > Helpers en > Meewerkende echtgenoten. Zelfstandige in de zin van KB nr. 38 Volgens de sociale norm is een zelfstandige een natuurlijk persoon die een beroepsactiviteit uitoefent zonder dat hij daarvoor gebonden is door een arbeidsovereenkomst (werknemer) of een statuut (ambtenaar). De fiscale norm gaat uit van de wijze waarop de fiscus het beroepsinkomen heeft belast. Eenvoudig gezegd: wie voor de fiscus zelfstandige is, is dit in principe ook voor de sociale zekerheid. Het gaat onder meer om wie volgende inkomsten geniet: > winst van een nijverheid-, handels- of landbouwbedrijf; > bezoldigingen van: bestuurders en zaakvoerders; bedrijfsleiders; > baten van vrije beroepen, ambten, posten en elke andere winstgevende bezigheid. De sociale norm geeft altijd de doorslag. De fiscale norm schept slechts een vermoeden dat iemand een zelfstandige is. De zelfstandige kan dus het tegendeel bewijzen. Hij moet dan aantonen dat zijn werksituatie en de overeenkomst die hieraan ten grondslag ligt, helemaal niet aan de sociale norm beantwoordt. Zelfstandige Als werkzaamheden anders dan in loondienst voor EG-Vo 883/2004 worden in Nederland gekwalificeerd de werkzaamheden van personen die niet verzekerd zijn voor de werknemersverzekeringen. Wijzigingen ten opzichte van EG-Vo 1408/71 Dit is een wijziging ten opzichte van de regeling onder EG- Vo 1408/71. Onder die verordening werd voor het onderscheid tussen werknemers en zelfstandigen in Nederland aansluiting gezocht bij de criteria die zijn ontwikkeld onder de Wet op de Loonbelasting BOEKHOUDKUNDIGE, FISCALE, JURIDISCHE EN SOCIAALRECHTELIJKE ASPECTEN 57

58 Directeur-grootaandeelhouder (dga) en commissaris (van een onderneming) De directeur-grootaandeelhouder (dga) en de commissaris zijn in principe niet verzekerd voor de werknemersverzekeringen. Dit houdt in dat de werkzaamheden van de dga en de commissaris onder EG-Vo 883/2004 worden aangemerkt als werkzaamheden anders dan in loondienst, zowel bij de uitvoering van de werk nemers- als de volksverzekeringen en de Zorgverzekeringswet. Dit is een wijziging ten opzichte van de regeling onder EG-Vo 1408/71. Onder die verordening werden de werkzaamheden van de dga en de commissaris in Nederland aangemerkt als werkzaam heden als werknemer, als zij onder de Wet op de Loonbelasting 1964 vielen. Dit laatste was meestal het geval. Gevolgen wijziging hoedanigheid: Bij werken van de dga of de commissaris in één lidstaat zijn er geen gevolgen. De regels voor werken in loondienst of anders dan loondienst in een lidstaat zijn immers niet gewijzigd (werkland). Als de dga of de commissaris in twee of meer lidstaten werkt, kunnen er wel gevolgen zijn door de wijziging van zijn hoedanigheid voor de werkzaamheden in Nederland. De regels voor werken in twee of meer lidstaten kunnen namelijk anders uitpakken voor werkenden in loondienst dan voor werkenden anders dan in loondienst. Als EG-Vo 883/2004 een andere wetgeving aanwijst dan EG-Vo 1408/71, dan kan de dga of de commissaris op grond van eerdergenoemd overgangsrecht en onder de daar genoemde voorwaarden nog onderworpen blijven aan de wetgeving die EG-Vo 1408/71 aanwees. 58 VERSCHILLEN IN ZAKENDOEN TUSSEN BELGIË EN

59 7.2. SOCIALE BIJDRAGEN Zelfstandigen Zelfstandigen zijn op basis van het sociaal statuut der zelfstandigen verplicht om sociale bijdragen te betalen aan het sociale verzekerings fonds van hun keuze. Berekening De sociale bijdrage bestaat uit een percentage van de in inkomensschijven verdeelde netto belastbare beroepsinkomsten die de zelfstandige heeft verdiend in het bijdragejaar. De zelfstandige zal echter eerst voorlopige bijdragen moeten betalen op basis van zijn netto beroepsinkomen van het derde kalenderjaar vóór het bijdragejaar, indien dat inkomen gekend is op 1 januari van het bijdragejaar. De voorlopige bijdragen voor 2017 worden dus in principe berekend over het beroepsinkomen van Bij een beginnende zelfstandige kent het sociaal verzekeringsfonds het netto beroepsinkomen nog niet en betaalt u voorlopige bijdragen, berekend op een forfaitair geschat inkomen van ,25 euro (2017). Ongeveer twee jaar later deelt de fiscus het beroepsinkomen van de zelfstandige mee aan het sociaal verzekeringsfonds en worden de bijdragen geregulariseerd. Voor de berekening van de bijdrage moet het sociale verzekeringsfonds het beroepsinkomen indexeren (2017: 4,70412 %). Dit betekent dat het fonds het inkomen vermenigvuldigt met een factor die bij het begin van elk kalenderjaar door de overheid wordt vastgesteld. De hoogte van de sociale bijdrage is afhankelijk van de categorie waartoe de zelfstandige behoort. Het maakt dus uit of iemand zelfstandige in hoofdberoep of helper, zelfstandige in bijberoep of meewerkend echtgenoot is. Sociale bijdrage zelfstandige in hoofdberoep of helper (1 januari 2017) tot Bijdrage ,25 719,34 per kwartaal , ,67 21% , ,53 14,16% ,53 of meer 4098,39 per kwartaal (te verhogen met de administratiekosten van het sociaal verzekeringsfonds) Zelfstandigen Een zelfstandige is in Nederland premie verschuldigd voor de volksverzekering en voor de Zorgverzekeringswet. Berekening Volksverzekeringen De belastingdienst stelt eerst het belastbaar inkomen vast, berekent vervolgens hoeveel premie volksverzekeringen hierover verschuldigd is en trekt hiervan ten slotte heffingskortingen af. De belastingdienst heft premie over (onder andere) winst uit onderneming en inkomsten uit arbeid niet in dienstbetrekking verricht verminderd met een aantal posten volgens de onderstaande tarieven. Over het deel van het belastbaar inkomen dat ligt boven per jaar, is geen premie verschuldigd. De procentuele premie volksverzekeringen bedraagt 27,65% over het belastbaar inkomen uit werk en woning. De maximumpremie bedraagt 27,65% van per jaar. Tarieven premie volksverzekeringen (1 januari 2017) Belastbaar inkomen uit werk en woning Premiepercentage van tot en met AOW Anw Wlz Totaal ,90% 0,10% 9,65% 27,65% Zorgverzekeringswet Het totale bedrag aan premie bestaat uit een nominaal (vast) deel en een procentueel deel. Het bedrag van de nominale premie hangt af van de soort polis (natura- of restitutiepolis), de zorgverzekeraar waarbij de polis is afgesloten en het gekozen eigen risico. De gemiddelde premie in 2017 bedraagt per jaar. De procentuele premie bedraagt 6,65 % over het bijdrageinkomen over 2017: het totaal van de jaarinkomsten in belastingbox 1 (belastbaar inkomen uit werk en woning). De maximumpremie bedraagt 7,75% van per jaar. De werkgever betaalt deze vergoeding, maar vormt voor de werknemer brutoloon, dus de werknemer betaalt in feite belasting over de bijdrage van de werkgever. BOEKHOUDKUNDIGE, FISCALE, JURIDISCHE EN SOCIAALRECHTELIJKE ASPECTEN 59

60 Tijdens de eerste drie volledige jaren van onderwerping aan het sociaal statuut van de zelfstandigen worden voorlopige bijdragen aangerekend die achteraf worden geregulariseerd. Voorlopige sociale bijdrage voor startende zelfstandige in hoofdberoep (1 januari 2017) Kalenderjaar Bijdrage per kwartaal 1 e jaar 702,21 2 e jaar 719,34 3 e jaar 719,34 (te verhogen met de administratiekosten van het sociaal verzekeringsfonds) Betaling Zelfstandigen moeten de sociale bijdrage elk kwartaal betalen aan hun sociale verzekeringsfonds. Het fonds stuurt daartoe in de loop van de eerste maand van elk kwartaal een factuur. De sociale bijdrage moet uiterlijk op de laatste dag van ieder kwartaal op het rekening nummer van Werknemers De bijdragen die door de werkgever worden ingehouden op het brutoloon bedragen 13,07%. De werkgeversbijdragen bedragen circa 33% voor bedienden. De werkgeversbijdragen voor arbeiders variëren tussen 40% en 70% in functie van het paritaire comité waartoe de onderneming behoor. Betaling Volksverzekeringen Zelfstandigen moeten de premie volksverzekeringen tegelijkertijd betalen met de inkomstenbelasting. Zij ontvangen daarvoor aan het begin van ieder jaar een aangifteformulier van de belastingdienst. Dit formulier moeten zij invullen en vóór 1 mei terugsturen. Daarna stuurt de belastingdienst een aanslagformulier met het verschuldigde bedrag aan premie volksverzekeringen en inkomsten belasting en de uiterste datum waarvoor het bedrag moet zijn gestort. Zorgverzekeringswet De zelfstandige moet de nominale premie elke maand betalen aan zijn zorgverzekeraar. Voor de procentuele premie ontvangt hij aan het begin van ieder jaar een voorlopige aanslag premie Zorgverzekeringswet van de belastingdienst. De zelfstandige kan de verschuldigde premie in één keer op het rekeningnummer van de belastingdienst storten, maar hij kan ook kiezen voor een betaling in termijnen. Vrijwillige arbeidsongeschiktheidsverzekering Er zijn twee tariefvormen: > Een vast tarief (standaardtarief) waarbij men de gehele looptijd van de verzekering een vaste premie per jaar betaalt. > Een leeftijdsafhankelijk tarief (combinatietarief) waarbij men start met een lage premie, die stijgt in de loop van de jaren tot een bepaald niveau. Als dat vastgestelde niveau is bereikt, blijft de premie de rest van de looptijd gelijk. De premie is fiscaal aftrekbaar voor de inkomstenbelasting. 60 VERSCHILLEN IN ZAKENDOEN TUSSEN BELGIË EN

61 7.3. DE EU-VERORDENINGEN Op 1 mei 2010 traden verordening 883/2004 (basisverordening) en de verordening 987/2009 (toepassingsverordening) in werking. Deze verordeningen vervingen de verordeningen 1408/71 en 574/72. Op 28 juni 2012 is de verordening 465/2012 in werking getreden. De belangrijkste verschillen ten opzichte van de oude regeling zijn: Werknemers die voor één werkgever in twee landen werken alsmede zelfstandigen die in twee of meer lidstaten werken, moeten minimaal 25% in hun woonland werken, willen zij nog onderworpen zijn aan de wetgeving van hun woonland; De verordening 465/2012 breidt de 25 %-regeling uit bij gelijktijdige tewerkstelling in loondienst voor meerdere werkgevers die gevestigd zijn in verschillende EU-lidstaten. Er bestaan geen aparte regels meer voor transportwerkers; De maximale detacheringtermijn is 24 maanden. De E-formulieren, die zijn gebaseerd op de oude EG-verordeningen, zijn per 1 mei 2010 vervangen door zogenaamde Portable Documents voor belanghebbenden (zo is het E101-formulier vervangen door een A1-formulier) en SED s (structured electronic documents) voor de uitwisseling van gegevens tussen de uitvoeringsorganisaties van de lidstaten. Overgangsrecht Het uitgangspunt is dat de inwerkingtreding van de nieuwe verordening geen verandering brengt in iemands verzekeringspositie. Om die reden geldt het volgende overgangsrecht: Als op iemand uitsluitend door de inwerkingtreding van de nieuwe verordening per 1 mei 2010 de wetgeving van een andere lidstaat wordt aangewezen, blijft op grond van het overgangsrecht de wetgeving van toepassing die werd aangewezen door EG-verordening 1408/71. Dit kan alleen zolang de situatie niet wijzigt en voor een periode van maximaal 10 jaar. Personen voor wie dit geldt, kunnen er ook voor kiezen om onder de aanwijsregels van EG-verordening 883/2004 te vallen. Op het moment dat de situatie wijzigt eindigt het overgangsrecht en is EG-verordening 883/2004 van toepassing. BOEKHOUDKUNDIGE, FISCALE, JURIDISCHE EN SOCIAALRECHTELIJKE ASPECTEN 61

62 8. INKOMSTENBELASTINGEN VOOR ZELFSTANDIGEN BELGÏE Zelfstandigen moeten over hun beroepsinkomsten personenbelasting betalen aan de belastingadministratie. Berekening De belastingadministratie stelt het belastbaar netto-inkomen vast en berekent vervolgens hoeveel belasting hierover verschuldigd is. De belastingdienst belast bezoldigingen van bedrijfsleiders, winst van een nijverheids-, handels- of landbouwbedrijf en baten van vrije beroepen verminderd met een aantal posten volgens de onderstaande tarieven. Er geldt een belastingvrij minimum van EUR (aj. 2018) per persoon, dat nog kan verhoogd worden in functie van de gezinstoestand. Bedrijfsleiders kunnen een forfaitaire beroepskost van 3% met een maximum van EUR in aftrek brengen, of kunnen hun werkelijke beroepskosten bewijzen. Voor vrije beroepen gelden getrapte tarieven voor hun forfaitaire kosten met een maximum van EUR. Zelfstandigen moeten over hun belastbare inkomsten inkomstenbelasting betalen aan de Belastingdienst. Berekening De Belastingdienst stelt eerst het belastbaar inkomen vast, berekent vervolgens hoeveel belasting hierover verschuldigd is en trekt hiervan ten slotte heffingskortingen af. De Belastingdienst belast het loon verminderd met een aantal posten volgens de onderstaande tarieven.. 62 VERSCHILLEN IN ZAKENDOEN TUSSEN BELGIË EN

63 Basisschaal belastinginhouding aanslagjaar 2018 Belastbaar inkomen Belastingheffing per jaar van tot en met totaal % % % % of meer +50% Tarieven inkomstenbelasting 2017 Belastbaar inkomen uit werk en woning Belastingheffing per jaar van tot en met Minimum totaal ,90 % of meer ,15% boven ,80% boven % boven Op de verschuldigde belasting brengt de belastingdienst in ieder geval de algemene heffingskorting (maximaal per jaar) en de arbeidskorting (maximaal per jaar voor de AOW-leeftijd en daarna maximaal per jaar) in mindering. Daarnaast kan er afhankelijk van de persoonlijke situatie recht zijn op aanvullende heffingskortingen, zoals de alleenstaande-ouderkorting of de ouderenkorting). Voor het inkomen van grootaandeelhouders, personen die 5% of meer van het aandelenkapitaal van een BV of NV bezitten, geldt een tarief van 25%. Betaling van belastingen Zelfstandigen kunnen per kwartaal voorafbetalen. Daartoe maakt de belastingadministratie een schatting van de over het betreffende belastingjaar verschuldigde belasting. De voorafbetalingen worden later verrekend via de definitieve aanslag. Betaling De Belastingdienst heft de inkomstenbelasting tegelijk met de premie volksverzekeringen. Daarvoor stuurt de belastingdienst aan het begin van ieder jaar een aangifteformulier aan de belastingplichtige. De belastingplichtige (of zijn vertegenwoordiger) moet de aangifte (in beginsel elektronisch) invullen en vóór 1 mei digitaal terugsturen. De aangifte kan via de site worden gedownload en met een zogenoemde Digid-code worden ingediend. Daarna stuurt de belastingdienst een aanslagformulier met het verschuldigde bedrag aan inkomstenbelasting (en premie volksverzekeringen) en de uiterste datum waarvoor het bedrag moet zijn gestort. Zelfstandigen kunnen aangifte doen aan de hand van een voorgedrukt aangifteformulier. Dit kan ook via de website De uiterste indieningstermijn van de aangifte personenbelasting over de inkomsten van een bepaald jaar is doorgaans rond 30 juni van het jaar daarop. De belastingadministratie verstuurt ten laatste in juni het jaar daarna de definitieve aanslag. BOEKHOUDKUNDIGE, FISCALE, JURIDISCHE EN SOCIAALRECHTELIJKE ASPECTEN 63

64 9. ARBEIDSRECHTELIJKE ASPECTEN BELGÏE 9.1. ALGEMEEN De Belgische wetgeving maakt nog steeds het onderscheid tussen arbeiders (werklieden) en bedienden: arbeiders zijn werknemers die in hoofdzaak handenarbeid verrichten; bedienden zijn werknemers die in hoofdzaak hoofdarbeid verrichten. In een arrest van 7 juli 2011 sprak het Grondwettelijk Hof zich (nogmaals) uit over de verschillen in behandeling tussen arbeiders en bedienden, waarbij het Hof opmerkte dat, uiterlijk op 8 juli 2013, 20 jaar na het eerste arrest, alle verschillen in behandeling tussen arbeiders en bedienden zouden moeten weggewerkt zijn. Begin juli 2013 kwamen de sociale partners tot een akkoord dat later werd omgezet in een wetsontwerp en werd goedgekeurd op 27 september Dit mondde uit in de wet van 26 december 2013 betreffende de invoering van een eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden inzake de opzeggingstermijnen en de carenzdag en begeleidende maatregelen. Het zogenaamde Eenheidsstatuut trad in werking op 1 januari In Nederland wordt geen onderscheid gemaakt tussen arbeiders en bedienden. Voor ambtenaren kunnen wel bijzondere regels gelden. Iedere bedrijfstak kent een eigen CAO Ook voor ambtenaren geldt een CAO. In tegenstelling tot in België bestaat er geen automatische loonindexering. Er wordt tussen vakbonden en werkgever onderhandeld over de loonruimte. De uiteindelijk overeengekomen indexering/loonsverhoging wordt opgenomen in de CAO die voor de bedrijfstak/sector van toepassing is. In de Nederlandse CAO s worden omvangrijke afspraken gemaakt over bovenwettelijke (extra legale) sociale zekerheid. De Ondernemingsraad bestaat in Nederland alleen uit vertegenwoordigers van de werknemers. Er bestaat geen wettelijk geregelde vakbondsafvaardiging. 64 VERSCHILLEN IN ZAKENDOEN TUSSEN BELGIË EN

65 Wat het onderscheid tussen arbeiders en bedienden betreft, voorziet het Eenheidsstatuut enkel in gelijke opzeggingstermijnen voor arbeiders en bedienden en schaft het de carenzdag (eerste dag arbeidsongeschiktheid bij arbeiders die niet vergoed werd) af. Zodoende blijft het onderscheid tussen arbeiders en bedienden voortbestaan voor diverse andere regelingen inzake arbeidsrecht, zoals o.m. vakantie, economische werkloosheid, betaling loon,... Bovendien maakt het Eenheidsstatuut voor de berekening van de opzeggingstermijn een onderscheid tussen de anciënniteit vóór en na de inwerkingtreding van de wet, waarbij voor het gedeelte van vóór de inwerkingtreding van de wet het statuut van de werknemer (arbeider of bediende) nog steeds van belang is. Zolang er bijgevolg werknemers ontslagen worden die reeds vóór 1 januari 2014 in Er bestaat in Nederland ook een omvangrijk stelsel van sociaal overleg. Dit overleg wordt ook het SER-overleg genoemd waaraan werknemers, werkgevers en de Nederlandse overheid deelnemen. In tegenstelling tot België kan men het Nederlandse stelsel karakteriseren als een harmoniemodel. De organisatiegraad van de Nederlandse vakbonden is lager dan in België COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMSTEN (CAO S) In België valt elke werkgever onder een paritair comité, in beginsel slechts één, op basis van de hoofdactiviteiten van de onderneming. Voor activiteiten waarvoor geen specifiek bevoegd paritair comité bestaat, is er voorzien in een algemeen bevoegd paritair comité, zoals voor de bedienden het Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor de Bedienden nr De paritaire comités zijn ook allemaal genummerd, in de 100 voor de paritaire comités enkel bevoegd voor arbeiders, 200 enkel voor bedienden en 300 voor zowel arbeiders als bedienden. Doorgaans zijn de collectieve arbeidsovereenkomsten (cao s) afgesloten binnen een paritair comité verbindend voor alle werkgevers die vallen onder het toepassingsgebied van dat paritaire comité. Dergelijke cao s staan boven de schriftelijke arbeidsovereenkomst in de hiërarchie der rechtsbronnen, net onder de wet. Er van afwijken kan in principe dan ook enkel voor zover de cao in kwestie dit zelf toelaat. Aanvullend op de wettelijke arbeidsvoorwaarden, die vaak een minimumkarakter hebben, zijn er in een aantal sectoren/bedrijfstakken of bedrijven CAO s van toepassing. Er bestaan in Nederland CAO s voor landelijke sectoren of bedrijfstakken. Naast deze bedrijfstak-cao s bestaan er ondernemings-cao s. In tegenstelling tot België bestaan er in Nederland ook CAO s voor ambtenaren. Naast CAO s voor gewone arbeidsvoorwaarden bestaan er ook CAO s voor nabestaanden- en ouderdomspensioen, scholing enz. Typerend voor het Nederlandse sociale stelsel is het zeer omvangrijke stelsel van (vervroegd) ouderdomspensioen. Deze extralegale of bovenwettelijke pensioenen zijn aanvullend op de wettelijke ouderdoms- en nabestaandenuitkeringen (AOW resp. ANW), waarvan de hoogte onafhankelijk is van het verdiende loon. Bij de wettelijke regelingen kunnen eigen inkomsten of die van de partner worden verrekend. Evenals in België zijn de meeste bepalingen van Nederlandse CAO s ook algemeen verbindend verklaard, hetgeen wil zeggen dat de CAO ook geldt voor werknemers resp. werkgevers die geen lid zijn van een werknemersorganisatie (vakbond) of werkgeversorganisatie. BOEKHOUDKUNDIGE, FISCALE, JURIDISCHE EN SOCIAALRECHTELIJKE ASPECTEN 65

66 Collectieve arbeidsovereenkomsten kunnen op verschillende onderhandelingsniveaus worden afgesloten: binnen de onderneming zelf. Een cao is van toepassing op alle werknemers van de onderneming. op het niveau van een bedrijfssector. binnen de Nationale Arbeidsraad. De meest belangrijke zaken geregeld binnen de paritaire comités zijn: arbeidsduur; minimumlonen; 13 de maand of eindejaarspremie; werkloosheid met bedrijfstoeslag (vroegere brugpensioen) secundaire loonvoorwaarden, zoals maaltijd- of ecocheques, maar ook aanvullende pensioenverzekeringen; syndicale afvaardiging; tijdskrediet; collectief ontslag; vorming en bijscholing; enz. In de Nederlandse CAO s worden afspraken gemaakt over o.m. de volgende onderwerpen: definitie van werknemer/werkgever; werkingsgebied en duur van de CAO; faciliteiten voor ondernemingsraad en vakbondskaderleden (vakbondsmilitanten); begin en einde van het dienstverband, proeftijd, opzegtermijnen; arbeidstijden, overwerk, arbeidsduurverkorting, ploegenwerk; verplichtingen van de werknemer; salarissen, spaarloon, eenmalige uitkeringen, ziektekosten vergoedingen, beloningssystemen; betaling van overuren, vergoeding van reis- en verblijfkosten; vergoeding reisuren vakantiedagen en vakantiebijslag; kort en bijzonder verlof, kinderopvang; ziekmelding, loon bij ziekte, aanvulling op invaliditeitspensioen; overlijdensuitkering; scholingsverlof; ouderdoms- en nabestaandenpensioen aanvullend op het wettelijk ouderdoms- en nabestaandenpensioen; functiewaarderingssystemen OVERZICHT VAN DE GEBRUIKELIJKE ARBEIDSVOORWAARDEN Omwille van de belangrijke impact van cao s op concrete loonen arbeidsvoorwaarden, is dit steeds te beoordelen in functie van het bevoegde paritaire comité waaronder de werkgever valt. a. Soorten arbeidsovereenkomsten De belangrijkste soorten arbeidsovereenkomsten zijn de volgende: De arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur Voor arbeidsovereenkomsten wordt deze overeenkomst als algemene regel vooropgesteld. Wanneer de partijen omtrent de duur niets hebben voorzien of wanneer één van de voorwaarden van de overeenkomsten met tijdsbepaling niet nauwgezet vervuld zijn, wordt de arbeidsovereenkomst geacht voor onbepaalde tijd te zijn gesloten. Een aantal minimale arbeidsvoorwaarden zijn bij wet geregeld. Meestal is het zo dat er in een individuele arbeidsovereenkomst of collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) gunstigere arbeidsvoorwaarden zijn afgesproken. a. Soorten arbeidscontracten De meest gebruikelijke arbeidscontracten zijn tijdelijke arbeidscontracten ( arbeidsovereenkomst voor bepaalde duur ) en vaste arbeidscontracten ( arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur ). Wettelijk is het mogelijk om maximaal drie tijdelijke arbeidscontracten achter elkaar af te sluiten. De totale duur van deze tijdelijke arbeidscontracten mag niet langer dan twee jaar zijn. Tussentijdse onderbrekingen van zes maanden of korter tellen mee voor de berekening van de periode van twee jaar. 66 VERSCHILLEN IN ZAKENDOEN TUSSEN BELGIË EN

67 De arbeidsovereenkomst voor bepaalde duur Dit is een arbeidsovereenkomst die de aanduiding bevat van het begin en het einde van de arbeidsovereenkomst of het begin en de duurtijd van de arbeidsovereenkomst. Een arbeidsovereenkomst voor bepaalde duur moet, en dit voor iedere werknemer afzonderlijk, schriftelijk worden opgesteld uiterlijk op het tijdstip waarop de werknemer in dienst treedt. Werd de tijdsbepaling op het tijdstip van de indiensttreding niet schriftelijk vastgesteld, dan gelden voor deze arbeidsovereenkomst dezelfde voorwaarden als voor de arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde duur. Opeenvolgende arbeidsovereenkomsten met een duur van maximum twee jaar: de werkgever en de werknemer kunnen overeenkomen maximum vier opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor een bepaalde duuraf te sluiten, voor zover de duur van elk van deze overeenkomsten niet minder dan drie maanden bedraagt en de totale duur van deze overeenkomsten twee jaar niet overschrijdt. In uitzonderlijke omstandigheden kan de totale duur verlengd worden tot 3 jaar. De arbeidsovereenkomst voor een duidelijk omschreven werk In deze arbeidsovereenkomst is niet de precieze duur (bijvoorbeeld werken voor tien maanden), maar wel het uit te voeren werk nauwkeurig omschreven (bijvoorbeeld de arbeidsovereenkomst als acteur in een bepaalde film waarbij een tijdsschema wordt gehanteerd,...). Zo hebben beide partijen eveneens van bij de aanvang een idee over de duur van de overeenkomst. Voltijdse arbeidsovereenkomst Behoudens tegenstrijdig beding wordt de arbeidsovereenkomst voltijds gesloten, met name voor de maximale (wekelijkse) arbeidsduur die in de onderneming of sector geldt. Arbeidsovereenkomst voor deeltijdse arbeid Deeltijdse arbeid is arbeid die vrijwillig en regelmatig gedurende een kortere duur dan de normale arbeidsduur in de onderneming wordt verricht. De arbeidsovereenkomst voor deeltijdse arbeid moet voor iedere werknemer afzonderlijk schriftelijk worden vastgesteld, uiterlijk op het tijdstip waarop de werknemer de uitvoering van de overeenkomst voor de deeltijdse arbeid aanvangt. In dit geschrift moeten de arbeidsregeling (de arbeidsduur ) en het uurrooster (de werkperiodes per dag, zijnde het tijdstip van begin en einde van de prestaties, alsook het tijdstip en de duur van de pauzes) vermeld worden. Als de onderbreking langer dan zes maanden duurt dan begint de telling van de arbeidscontracten opnieuw. Als de periode van twee jaar wordt overschreden dan wordt het tijdelijk arbeidscontract automatisch omgezet in een vast arbeidscontract. BOEKHOUDKUNDIGE, FISCALE, JURIDISCHE EN SOCIAALRECHTELIJKE ASPECTEN 67

68 b. Proeftijd Sinds 1 januari 2014 werd in België de proefperiode afgeschaft. De proeftijd geldt enkel nog voor studenten en uitzendkrachten. c. Salaris Een salaris in België bestaat in principe uit 12 maandsalarissen, het vakantiegeld en de eindejaarspremie. De eindejaarspremie (of 13 e maand) is een vergoeding voor een volledig jaar prestaties dat in december wordt uitbetaald aan alle rechthebbende medewerkers. Per volledige gewerkte maand heeft de werknemer recht op een gedeelte van de dertiende maand. Meestal wordt een eindejaarspremie toegekend, maar het is enkel verplicht als het voorzien is in een cao op niveau van het paritaire comité of de onderneming of opgenomen is in de arbeidsovereenkomst of het arbeidsreglement. Arbeidsprestaties geven eveneens recht op vakantiegeld. Het loon wordt tijdens de vakantiedagen gewoon doorbetaald. Dit is het enkel vakantiegeld. Het dubbel vakantiegeld wordt doorgaans in mei/juni betaald en is als volgt samengesteld: Het vakantiegeld van arbeiders wordt uitgekeerd door de Rijksdienst voor de Jaarlijkse Vakantie of door een bijzonder vakantiefonds. Het brutobedrag komt overeen met 15,38% van het loon verdiend in het voorgaande jaar (aan 108%). In principe wordt het vakantiegeld uitgekeerd wanneer de hoofdvakantie wordt genomen en ten vroegste op 2 mei. Het vakantiegeld voor bedienden wordt rechtstreeks betaald door de werkgever. Het omvat het normale loon voor de vakantiedagen en een supplement per gepresteerde of gelijkgestelde maand in het jaar voordien. Dat supplement komt overeen met 1/12 van 92% van het brutoloon van de maand waarin de vakantie begint. b. Proeftijd In een arbeidsovereenkomst kan een proeftijd worden afgesproken. Binnen die proeftijd kan zowel de werknemer als de werkgever zonder opzegtermijn en zonder ontslagvergunning de overeenkomst onmiddellijk verbreken. Als de werknemer er om vraagt dan is de werkgever verplicht de reden van het ontslag mede te delen. De proeftijd moet schriftelijk zijn overeengekomen. Bij een tijdelijke arbeidsovereenkomst korter dan 2 jaar mag een proeftijd van maximaal één maand worden overeengekomen. In tijdelijke arbeidsovereenkomsten van maximaal zes maanden mag geen proeftijd worden opgenomen. Dit geldt ook voor de aansluitende arbeidsovereenkomst. Bij een arbeidsovereenkomst langer dan 2 jaar mag een proeftijd van maximaal twee maanden worden overeengekomen. Indien men tijdens de proeftijd ziek wordt dan kan de proeftijd niet verlengd worden, maar kun je ondanks ziekte wel gewoon ontslagen worden tijdens de proeftijd. c. Salaris In Nederland bestaat een wettelijk minimumloon. De hoogte van dit wettelijk minimumloon is afhankelijk van de leeftijd. Een keer per jaar - in de maand mei - heeft men wettelijk recht op de minimumvakantiebijslag. Deze bedraagt 8% van het jaarinkomen. Het vakantiegeld wordt uitbetaald door de werkgever. In een CAO kan een gunstigere regeling afgesproken zijn. Naast het gebruikelijk loon worden er in de CAO s ook afspraken gemaakt over de overwerkvergoedingen, ploegentoeslagen, reiskosten vergoedingen, enz. 68 VERSCHILLEN IN ZAKENDOEN TUSSEN BELGIË EN

69 d. Ontslag In België is geen machtiging vereist om een werknemer te ontslaan. De werkgever moet het ontslag wel motiveren indien de werknemer hierom vraagt. Bovendien is de werkgever de werknemer een schadevergoeding verschuldigd indien er sprake is van een kennelijk onredelijk ontslag. Zowel voor de procedure als voor de termijnen werd in het verleden een onderscheid gemaakt tussen het ontslag van arbeiders en bedienden. Sinds 1 januari 2014 heeft men evenwel althans gedeeltelijk een einde gesteld aan dit onderscheid. De opzeggingstermijnen voor arbeiders en bedienden in dienst sinds 1 januari 2014 zijn enkel gebaseerd op de anciënniteit, waarbij het statuut dus niet langer van belang is. Voor de arbeiders en bedienden die reeds in dienst waren vóór 1 januari 2014 wordt de opzeggingstermijn berekend op basis van twee delen, m.n. deel 1 in functie van de tewerkstelling vóór 1 januari 2014 en deel 2 in functie van de anciënniteit na 1 januari De opzeggingstermijn met betrekking tot de tewerkstelling vóór 1 januari 2014 is nog steeds afhankelijk van het statuut van de werknemer (arbeider of bediende) op 31 december Dit houdt in dat het statuut van de werknemer (arbeider of bediende) dus nog van belang zal zijn bij elke berekening van de opzeggingstermijn van een werknemer in dienst van vóór 1 januari e. Vakantie Het aantal vakantiedagen waarop een werknemer recht heeft, wordt vastgesteld op basis van het aantal dagen dat hij effectief werkte of gelijkgestelde inactiviteitsdagen in het vakantiedienstjaar. Dat is het kalenderjaar vóór het jaar waarin men de vakantiedagen krijgt. Het aantal wettelijke vakantiedagen waarop iemand recht heeft, bedraagt 20 dagen voor een voltijdse tewerkstelling in de 5-dagenweek (4 weken) in geval van volledige en voltijdse tewerkstelling in het vakantiedienstjaar. Bij de aanvang van een activiteit als werknemer kan het zijn dat er geen recht is op de volledige 4 weken vakantie bij gebrek aan voldoende prestaties in het voorgaande jaar. Sinds 2012 bestaat er voor die categorie van werknemers de mogelijkheid om zgn. Europese Vakantie te nemen, waarbij het enkel vakantiegeld in dat geval moet beschouwd worden als een voorschot op later dubbel vakantiegeld of vertrekvakantiegeld. d. Ontslag Bedrijfseconomisch ontslag en ontslag door langdurige arbeidsongeschiktheid gaan via het UWV. Ontslag om andere redenen gaat via de kantonrechter. In de proeftijd en in het geval van dringende redenen is het mogelijk een werknemer zonder inachtneming van de opzegtermijn te ontslaan. De opzegtermijnen zijn wettelijk geregeld. In CAO s zijn vaak afwijkende opzegtermijnen afgesproken. Transitievergoeding Indien een werknemer tenminste twee jaar in dienst is geweest en de arbeidsovereenkomst op initiatief van de werkgever wordt beëindigd, heeft de werknemer recht op een transitievergoeding. De hoogte van de transitievergoeding is afhankelijk van de duur van de arbeidsverhouding. De hoofdregel is: 1/3 maandsalaris per dienstjaar en ½ maandsalaris per dienstjaar als men langer dan 10 jaar in dienst is geweest. De maximale transitievergoeding bedraag ,-. e. Vakantie Iedere in Nederland werkende heeft recht op vakantie met behoud van loon. Het recht op vakantie wordt in de loop van het jaar opgebouwd. In tegenstelling tot in België gebeurt dit al vanaf de eerste dag en dus niet zoals in België op basis van de tewerkstelling in het voorafgaande jaar. Na een jaar werken heeft men wettelijk recht op 4 keer het aantal overeengekomen werkuren per week. Werkt men 40 uur per week dan heeft men recht op minimaal 40 uur x 4 vakantieuren. In alle CAO s zijn afspraken gemaakt over aanvullende vakantiedagen. Naast de wettelijke vakantieuren kan men ook nog recht hebben op bovenwettelijke vakantieuren. Daarnaast bestaat nog verlof in de vorm van bijvoorbeeld buitengewoon verlof, ouderschapsverlof, zorgverlof, zwangerschapsverlof enz. BOEKHOUDKUNDIGE, FISCALE, JURIDISCHE EN SOCIAALRECHTELIJKE ASPECTEN 69

70 f. Feestdagen België kent 10 feestdagen: 1 januari (Nieuwjaarsdag) Paasmaandag (veranderlijke data) 1 mei (Dag van de Arbeid) O.L.H. Hemelvaart (zesde donderdag na Pasen) Pinkstermaandag (zevende zondag en maandag na Pasen) Nationale feestdag: 21 juli 15 augustus (O.L.V. Hemelvaart) 1 november (Allerheiligen) 11 november (Wapenstilstand van 1918) 25 december (Kerstmis) f. Feestdagen In Nederland bestaan een aantal officiële feestdagen, te weten: Nieuwjaarsdag (1 januari), Goede Vrijdag, Pasen (zondag en maandag), Koningsdag (27 april), Bevrijdingsdag (5 mei),hemelvaartsdag, Pinksteren (zondag en maandag) en Kerst (Eerste en Tweede Kerstdag). Er is geen wet die heeft vastgelegd dat bepaalde feestdagen vrije dagen zijn voor werknemers. Er is dus geen wettelijk recht op een vrije dag op een bepaalde feestdag. In een cao of arbeidsovereenkomst staat of de werknemer vrij is op feestdagen. De hierboven genoemde feestdagen zijn meestal een vrije dag, behalve Goede Vrijdag en Bevrijdingsdag (afhankelijk van CAO of arbeidsovereenkomst). Feestdagen die vallen op een inactiviteitsdag worden vervangen op een gewone werkdag. g. Ziekteverzuim De eerste dagen arbeidsongeschiktheid worden door de werkgever betaald: Voor bedienden is het loon gewaarborgd gedurende de eerste 30 dagen van de arbeidsongeschiktheid (uitgezonderd korte contracten). Voor arbeiders is het loon gewaarborgd gedurende de eerste 7 dagen. Daarna krijgen ze gedurende 7 dagen 85,88% van hun normale loon. Van de 15 e tot de 30 e dag arbeidsongeschiktheid hebben arbeiders recht op 25,88% van hun loon. Ook dat percentage wordt door de werkgever betaald. Dit wordt aangevuld met een uitkering ten laste van de mutualiteit (60%). Houdt de arbeidsongeschiktheid langer aan, dan krijgt de werknemer een vervangingsinkomen dat wordt vergoed door de verplichte ziekteverzekering. g. Ziekteverzuim In het geval van ziekte of ongeval is de Nederlandse werkgever wettelijk verplicht om gedurende 2 jaar 70% van het loon door te betalen. In veel CAO s is echter geregeld dat de werkgever bij ziekte 100% doorbetaalt. In een aantal CAO s is geregeld dat bij ziekte bijvoorbeeld 90% wordt doorbetaald of dat de eerste twee ziektedagen voor rekening van de werknemer komen. 70 VERSCHILLEN IN ZAKENDOEN TUSSEN BELGIË EN

71 10. BELASTING BIJ OVERDRACHT VAN ONROEREND GOED BELGÏE REGISTRATIERECHTEN Bij de aankoop van een onroerend goed moet de verkoopovereenkomst of de notariële akte geregistreerd worden en dienen er in principe registratierechten betaald te worden. De tarieven verschillen volgens de gewesten: 10 % in het Vlaams Gewest 12,5 % in het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest De belastbare grondslag waarop registratierechten worden geheven, mag niet kleiner zijn dan de verkoopwaarde van het onroerend goed. Bij wederverkoop binnen de twee jaar, wordt 60 % (36 % in Brussel) terugbetaald. Er gelden onder specifieke voorwaarden verlaagde tarieven voor vastgoedhandelaars. Bij inbreng in natura van onroerende goederen in een vennootschap in ruil voor aandelen is een vrijstelling van registratierechten, tenzij voor natuurlijke personen die woonhuizen inbrengen. De juridische levering van een onroerende zaak geschiedt bij notariële akte welke wordt ingeschreven in de openbare registers. Bij iedere economische of juridische overdracht van onroerende zaken is overdrachtsbelasting verschuldigd. De tarieven bedragen: 2 % voor woningen 6 % voor overige onroerende zaken De belastbare grondslag waarover overdrachtsbelasting is verschuldigd, bedraagt de waarde in het economische verkeer (WEV) van de onroerende zaak, maar mag niet lager zijn dan de waarde van de tegenprestatie. Bij een doorlevering binnen 6 maanden aan een ander, wordt de waarde waarover overdrachtsbelasting wordt geheven bij deze tweede verkrijging, verminderd met de waarde waarover reeds overdrachtsbelasting is geheven bij de eerdere verkrijging. Bij omzetting van een onderneming en inbreng in natura van onroerende zaken in een B.V. of een N.V. geldt een vrijstelling, mits de oprichters van de vennootschap in het aandelenkapitaal in dezelfde verhouding gerechtigd zijn als in het vermogen van de omgezette onderneming. BOEKHOUDKUNDIGE, FISCALE, JURIDISCHE EN SOCIAALRECHTELIJKE ASPECTEN 71

72 Er gelden eveneens vrijstellingen bij vennootschapsrechterlijke herstructureringen zoals fusies en splitsingen. Er gelden eveneens vrijstellingen bij vennootschapsrechtelijke herstructureringen zoals fusies en splitsingen. Bij aankoop van nieuwe gebouwen kan BTW verschuldigd zijn in plaats van overdrachtsbelasting. Bij aankoop van nieuwe gebouwen kan btw van toepassing zijn in plaats van registratierechten BTW Een gebouw wordt als nieuw beschouwd tot 31 december van het tweede jaar dat volgt op het jaar van de eerste ingebruikname of eerste inbezitneming. Wanneer het gebouw bijvoorbeeld voor het eerst in gebruik wordt genomen in maart 2015, dan wordt het tot 31 december 2017 als nieuw beschouwd. Vervolgens moet er worden gekeken naar de hoedanigheid van de verkoper. Is de verkoper een professioneel (zgn. beroepsoprichter), dan valt de verkoop sowieso onder het btwstelsel. Is de verkoper een particulier, dan heeft hij de keuze om te verkopen met registratierechten of met btw. Bij de aankoop van een nieuw gebouw, moet er op de bijhorende grond die tegelijk en door dezelfde persoon wordt verkocht eveneens 21% btw betaald worden. 72 VERSCHILLEN IN ZAKENDOEN TUSSEN BELGIË EN

73 BOEKHOUDKUNDIGE, FISCALE, JURIDISCHE EN SOCIAALRECHTELIJKE ASPECTEN 73

74 BIJLAGE 1. WAARDERINGSREGELS BELGÏE 1. OPRICHTINGSKOSTEN Oprichtingskosten worden gewaardeerd tegen aanschaffingswaarde, voor zover ze niet ten laste worden genomen gedurende het boekjaar waarin ze worden besteed. Het activeren van oprichtingskosten (en van kosten van de uitgifte van aandelen) vindt slechts nog in afnemende mate plaats. N.B. Kosten van oprichting en wijziging in het kapitaal zijn fiscaal in beginsel aftrekbaar. Bij activering worden de oprichtingskosten afgeschreven over maximaal 5 jaar, behalve de kosten bij uitgifte van leningen die over de looptijd van de leningen mogen worden gespreid. 2. IMMATERIËLE VASTE ACTIVA Immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen aanschaffingsprijs, vervaardigingsprijs of gebruikswaarde zo die lager ligt. Deze activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs of de vervaardigingsprijs of onder voorwaarden tegen actuele waarde, verminderd met de afschrijvingen. Met een (bijzondere) waardevermindering dient rekening te worden gehouden, indien deze naar verwachting duurzaam is. Dit dient ten minste elk jaar te worden vastgesteld. 74 VERSCHILLEN IN ZAKENDOEN TUSSEN BELGIË EN

75 In de aanschaffingswaarde mag de rente op vreemd vermogen, gebruikt voor hun financiering, worden opgenomen voor zover zij betrekking heeft op de periode vóór de bedrijfsklaarheid. De afschrijvingstermijn voor de kosten van onderzoek en ontwikkeling en de goodwill beloopt normaal niet meer dan 10 jaar. Indien de afschrijvingstermijn langer is dan 10 jaar, dient dit in de toelichting te worden verantwoord. Indirecte kosten die noodzakelijk zijn voor de vervaardiging van het actief, zoals rente, en die op een redelijke en consistente basis aan het actief kunnen worden toegerekend, kunnen in de vervaardigingsprijs worden opgenomen. De afschrijving op vaste activa met een beperkte gebruiksduur dient jaarlijks stelselmatig te geschieden over de geschatte economische levensduur (fiscaal ten minste 5 jaren). Afschrijving naar rato van de verkoop of het gebruik van het product of proces voldoet ook aan deze eis. Kosten verbonden aan de oprichting en uitgifte van aandelen dienen in ten hoogste 5 jaar te worden afgeschreven. Voor geactiveerde goodwill geldt dat, alleen als deze redelijkerwijze valt toe te rekenen aan een aanzienlijk langere periode van 5 jaar (fiscaal 10 jaar), over een langere gebruiksduur mag worden afgeschreven. Wettelijk is het toegestaan om goodwill ineens ten laste van het eigen vermogen te brengen. Hoewel toegestaan, is de voorkeursmethode in de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving om de goodwill te activeren en systematisch af te schrijven. Het ineens ten laste van de winst- en verliesrekening verwerken van goodwill zal volgens de RJ in het algemeen niet leiden tot het voldoen aan het vereiste inzicht. 3. MATERIËLE VASTE ACTIVA Materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen: a. aanschaffingsprijs (= aankoopprijs + bijkomende kosten) in geval van aankoop van derden; b. of vervaardigingsprijs (directe en eventueel ook een evenredig deel van de indirecte productiekosten) in geval van eigen productie; c. of gebruikswaarde (= realisatiewaarde voor buitengebruik gestelde activa) als die lager ligt (verplicht). De wet staat zowel waardering op basis van aanschaffingsprijs als op basis van actuele waarde toe. Onder aanschaffingsprijs wordt verstaan: a. verkrijgingsprijs (= aankoopprijs + bijkomende kosten) in geval van aankoop bij derden; b. vervaardigingsprijs (directe en een redelijk deel van de indirecte kosten en eventueel de rente op schulden over het tijdvak dat aan de vervaardiging kan worden toegerekend) in geval van eigen productie. Er bestaat een verplichting jaarlijks te beoordelen of er aanwijzingen zijn voor een bijzondere waardevermindering van het materieel vast actief die als duurzaam kan worden beschouwd. Indien dergelijke aanwijzingen aanwezig zijn, dient de realiseerbare waarde (hoogste van de directe opbrengstwaarde en de bedrijfswaarde) te worden vergeleken met de boekwaarde. Afwaardering vindt plaats indien de boekwaarde hoger is dan de realiseerbare waarde. BOEKHOUDKUNDIGE, FISCALE, JURIDISCHE EN SOCIAALRECHTELIJKE ASPECTEN 75

76 Als actuele waarde van een goed kan worden aangemerkt: a. vervangingswaarde; b. bedrijfswaarde; c. opbrengstwaarde. Vastgoedbeleggingen dienen bij de eerste waardering te worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs, inclusief de transactiekosten. Voor de vervolgwaardering is zowel waardering tegen actuele waarde als tegen historische kostprijs toegestaan. Er is voorkeur voor waardering tegen actuele waarde (marktwaarde). Winsten of verliezen die zijn ontstaan door een wijziging in de reële waarde van vastgoedbeleggingen dienen ofwel rechtstreeks ten gunste van het eigen vermogen (in een herwaarderingsreserve) worden gebracht, ofwel ten gunste van het resultaat (met de vorming van een herwaarderingsreserve uit de winstbestemming). In het geval dat wordt voldaan aan de definitie van roerende of onroerende leasing, moeten bij de leasingnemer de geleasde activa worden geactiveerd. Definitie onroerende leasing: wanneer de contractueel te storten termijnen, naast de rente en de kosten van de verrichting, ook de integrale wedersamenstelling dekken van het kapitaal dat de leasing gever in het gebouw heeft geïnvesteerd. Definitie roerende leasing: wanneer de contractueel te storten termijnen, verhoogd met het bedrag dat moet worden betaald bij de optielichting (indien de nemer de koopoptie bezit), naast de rente en de kosten van de verrichting ook de integrale wedersamenstelling dekken van het kapitaal dat de gever in het goed heeft geïnvesteerd. De koopoptie mag enkel in aanmerking worden genomen als het ten hoogste 15% vertegenwoordigt van het kapitaal dat de gever in het goed heeft geïnvesteerd. In het geval dat wordt voldaan aan de definitie van financial lease dienen bij de leasingnemer de geleasde activa te worden geactiveerd. Definitie financial lease: de juridische eigendom van het goed ligt in het algemeen bij de geldgever en de (economische) voor- en nadelen verbonden aan de eigendom worden (nagenoeg) geheel door de geldnemer gedragen (de economische eigendom berust bij de geldnemer). De economische realiteit van de leasetransactie is bepalend voor de vraag of sprake is van financial lease dan wel operational lease (de leaseclassificatie). De juridische vorm van de leasetransactie is hier van minder belang. Het karakter van de leasetransactie blijkt uit het beoordelen van de leasecontract voorwaarden. Als operationele lease kwalificeren alle leaseovereenkomsten die niet als financiële lease kwalificeren. 76 VERSCHILLEN IN ZAKENDOEN TUSSEN BELGIË EN

77 4. FINANCIËLE VASTE ACTIVA Financiële vaste activa worden gewaardeerd tegen aanschaffingsprijs met inbegrip van de bijkomende kosten. De bijkomende kosten mogen ook integraal in de kosten worden verwerkt. Op deelnemingen en aandelen worden waardeverminderingen geboekt ingeval van duurzame minderwaarde of ontwaarding verantwoord door toestand, rendabiliteit of vooruitzichten. Deze activa worden gewaardeerd op basis van: a. één van de varianten van de vermogensmutatiemethode (ingeval van invloed van betekenis); b. of verkrijgingsprijs (geen invloed van betekenis); c. of de actuele waarde: vervangingswaarde, bedrijfswaarde of opbrengstwaarde (geen invloed van betekenis). Er is een vermoeden van invloed van betekenis wanneer de aandeelhouder meer dan 20% van de stemmen naar eigen inzicht kan uitbrengen. Bij toepassing van waardering op basis van nettovermogenswaarde worden verliezen van de deelneming, en bij toepassing van actuele waarde negatieve herwaarderingen, in de cijfers van de moeder tot uitdrukking gebracht zodra zij door de moeder worden geconsta teerd. Het ontstaan van bijzondere risico s kan reden zijn voor het vormen van een voorziening op de deelneming. Herwaardering van aandelen en deelnemingen waarin geen invloed van betekenis wordt uitgeoefend, is toegestaan. 5. VOORRADEN Voor goederen gekocht van derden, is de algemene regel waardering tegen aanschaffingswaarde (aankoopprijs en bijkomende kosten) of tegen marktwaarde, indien deze op balansdatum lager is. Inzake bepaling van de aanschaffingswaarde van identieke goederen zijn er 4 toegelaten methoden: a. individualisering van de prijs van elk bestanddeel; b. methode van de gewogen gemiddelde prijzen; c. FIFO; d. LIFO. Idem. Daarnaast mogen voorraden tegen actuele waarde (vervangingswaarde of lagere opbrengstwaarde) worden gewaardeerd. Inzake bepaling van de aanschaffingswaarde van identieke goederen zijn er 4 toegelaten methoden: a. individualisering van de prijs van elk bestanddeel; b. methode van de gewogen gemiddelde prijzen; c. FIFO; d. LIFO (onder bepaalde voorwaarden). Standaardprijzen mogen onder bepaalde voorwaarden worden toegepast. Onafhankelijk van de gevolgde grondslag dient in alle gevallen de op het waarderingsmoment werkelijk aanwezige voorraad te worden gewaardeerd in overeenstemming met een van de volgens de wet toegestane grondslagen. BOEKHOUDKUNDIGE, FISCALE, JURIDISCHE EN SOCIAALRECHTELIJKE ASPECTEN 77

78 De geproduceerde voorraden worden gewaardeerd tegen de vervaar digingsprijs of tegen marktwaarde op balansdatum, als die lager is. Aanvullende waardeverminderingen worden geboekt om rekening te houden hetzij met de evolutie van hun realisatie- of marktwaarde, hetzij met de risico s inherent aan de aard van de betrokken producten of van de gevoerde activiteit. Indien op balansdatum de marktwaarde van de goederen lager is dan de verkrijgings- of vervaardigingsprijs, dient afwaardering tot de lagere marktwaarde plaats te vinden. 6. VORDERINGEN Handelsvorderingen en overige vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Waardeverminderingen worden toegepast zo er voor het geheel of een gedeelte onzekerheid bestaat over de betaling op de vervaldag ofwel wanneer de realisatiewaarde van de vorderingen op balansdatum lager is dan hun boekwaarde. Vorderingen dienen te worden gewaardeerd tegen de geamor tiseerde kostprijs (eerste waardering: reële waarde). Indien er geen sprake is van agio of disagio en transactiekosten is de geamortiseerde kostprijs gelijk aan de nominale waarde. Voorzieningen voor oninbaarheid worden getroffen zo er voor het geheel of een gedeelte onzekerheid bestaat over de inning van de openstaande vordering. 7. GELDBELEGGINGEN EN LIQUIDE MIDDELEN Tegoeden bij financiële instellingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Effecten worden gewaardeerd tegen aanschaffingswaarde. Waardeverminderingen worden toegepast wanneer de realisatie waarde op balansdatum lager is dan de aanschaffingswaarde. Idem. Effecten worden afzonderlijk in de balans opgenomen (niet onder liquide middelen) dan wel als onderdeel van de financiële vaste activa indien de intentie bestaat om de effecten langdurig binnen de onderneming te houden. Waardering van effecten is tegen: > verkrijgingsprijs of lagere marktwaarde; > actuele waarde (wijzigingen leiden in de meeste gevallen tot een herwaarderingsreserve danwel tot een bate of last in de winst en verliesrekening); > geamortiseerde kostprijs. Het is toegestaan om rekening te houden met een op korte termijn te voorziene buitengewone waardevermindering van vlottende activa zoals vorderingen, doch dit heeft niet de voorkeur. 78 VERSCHILLEN IN ZAKENDOEN TUSSEN BELGIË EN

79 8. EIGEN VERMOGEN Het eigen vermogen omvat: a. het kapitaal; b. uitgiftepremies; c. herwaarderingsmeerwaarden; d. reserves; e. overgedragen resultaat; f. kapitaalsubsidies; g. voorschot aan de vennoten op de verdeling van het nettoactief (-). Latente belastingen op herwaarderingsmeerwaarden worden in de Belgische wettelijke jaarrekening niet verwerkt. Herwaarderingsmeerwaarden worden in hun totaliteit opgenomen onder het eigen vermogen. Wettelijke reserve: jaarlijks dient van de te bestemmen winst verminderd met de eventueel overgedragen verliezen 5% te worden toegevoegd ten gunste van de wettelijke reserve, totdat deze 10% van het maatschappelijk kapitaal bedraagt. Het eigen vermogen omvat: a. het geplaatste kapitaal; b. agioreserve; c. herwaarderingsreserves; d. andere wettelijke reserves, onderscheiden naar hun aard; e. statutaire reserves; f. overige reserves; g. niet verdeelde winsten, met afzonderlijke vermelding van het resultaat na belastingen, voor zover de bestemming daarvan niet in de balans is verwerkt. Volgens de voorkeursmethode in de (ontwerp) Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving worden latente belastingen opgenomen over herwaarderingen. Deze latente belastingen op herwaarderingen worden onder voorzieningen opgenomen. Een alternatieve methode volgens de ontwerprichtlijn is om geen latente belastingen op te nemen, en de herwaardering bruto op te nemen onder het eigen vermogen. Er dienen wettelijke reserves te worden gevormd voor: a. het op de balans geactiveerde bedrag van kosten verband houdende met oprichting en met uitgifte van aandelen en kosten van onderzoek en ontwikkeling; b. het verschil tussen de wijziging in de waarde van de deelnemingen op grond van het resultaat en rechtstreekse vermogensvermeerderingen enerzijds en het dividend uit de deelnemingen en uitkeringen die kunnen worden bewerkstelligd en rechtstreekse vermogensverminderingen anderzijds; c. omreken ngsverschillen op buitenlandse deelnemingen; d. het geval dat de som van het kapitaal, statutaire en wettelijke reserves kleiner is dan het wettelijk minimumkapitaal; e. bij inbreng in natura en het ontbreken van een accountantsverklaring bij de inbreng; f. herwaarderingen (in bepaalde gevallen); g. het uitstaande bedrag van leningen ter verkrijging van het aandelenkapitaal. Bepaalde wettelijke reserves kunnen negatief zijn. Voor herwaarderingsreserves gelden bepaalde regels: BOEKHOUDKUNDIGE, FISCALE, JURIDISCHE EN SOCIAALRECHTELIJKE ASPECTEN 79

80 Interim-dividenden zijn enkel toegestaan onder zeer strikte voorwaarden, o.a. een verslag van de commissaris. Kapitaalsubsidies worden opgenomen bij toekenning tegen nominale waarde na aftrek van de uitgestelde belastingen. Subsidies dienen geleidelijk in resultaat te worden genomen volgens hetzelfde ritme als de afschrijvingen op de vaste activa waarop ze betrekking hebben. Uitkering interim-dividend is mogelijk. Investeringssubsidies dienen als vooruit ontvangen bedrag onder de overlopende passiva te worden opgenomen of in mindering te worden gebracht op het geïnvesteerde bedrag. Uit de op de balans gepassiveerde investeringssubsidie dient jaarlijks een gedeelte ten gunste van het bedrijfsresultaat vrij te vallen. Dit gedeelte dient systematisch te worden berekend met inachtneming van de wijze waarop de besteding waarvoor de subsidie is verleend zelf in de jaarrekening wordt verwerkt. 9. VOORZIENINGEN VOOR RISICO S EN KOSTEN EN UITGESTELDE BELASTINGEN Voorzieningen beogen naar hun aard duidelijk omschreven verliezen of kosten te dekken, die op balansdatum waarschijnlijk of zeker zijn, doch waarvan het bedrag niet vaststaat. In de Belgische wettelijke jaarrekening worden enkel uitgestelde (= latente) belastingen geboekt op sommige gerealiseerde meerwaarden op vaste activa en op sommige kapitaalsubsidies. Definitie van voorzieningen voor risico s en kosten: a. pensioenen en soortgelijke rechten (o.a. brugpensioenen); b. belastingen; c. grote herstellings- en onderhoudswerken; d. milieurverplichtingen; e. overige risico s en kosten (technische waarborgen hangende geschillen termijnposities voorzieningen voor kosten verbonden aan de beëindiging van werkzaamheden). Voorzieningen worden op de balans opgenomen: a. tegen naar hun aard duidelijk omschreven verplichtingen die op balansdatum als waarschijnlijk of vaststaand kunnen worden beschouwd, maar waarvan niet bekend is in welke omvang of wanneer zij zullen ontstaan. b. Tevens kunnen voorzieningen worden opgenomen tegen uitgaven die in een volgend boekjaar zullen worden gedaan, voor zover het doen van die uitgaven zijn oorsprong mede vindt voor het einde van het boekjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal jaren. Latente belastingen op herwaarderingen (en overige belastbare tijdelijke verschillen) worden onder voorzieningen opgenomen en worden berekend over het verschil tussen bedrijfseconomische en fiscale waardering vermenigvuldigd met het nominale belastingtarief cq. tegen contante waarde. (voorkeursmethode). De alternatieve toegestane wijze is om geen latente belastingen op herwaarderingen in acht te nemen. In de Nederlandse wet worden de volgende voorzieningen onderscheiden: a. Voorziening voor latente belastingen; b. Voorziening voor personeelsbeloningen; c. Overige voorzieningen. 80 VERSCHILLEN IN ZAKENDOEN TUSSEN BELGIË EN

81 10. SCHULDEN De schulden worden opgenomen tegen nominale waarde op balansdatum. Er wordt rekening gehouden met nog te betalen kosten op balans datum die betrekking hebben op het boekjaar of op voorgaande boekjaren. De omrekening van in vreemde valuta uitgedrukte bezittingen, schulden en verplichtingen gebeurt op basis van de volgende grondslagen: a. Activa en passiva aangeschaft in vreemde valuta worden omgerekend tegen de transactiekoers; b. Monetaire activa en passiva (bv. vorderingen, schulden, geldbeleggingen en overlopende rekeningen) worden op balansdatum omgerekend aan slotkoers. Omrekeningsverschillen worden per munt geglobaliseerd. In geval van negatieve omrekeningsverschillen worden deze ten laste van de resultatenrekening geboekt. Positieve omrekenings verschillen blijven geboekt onder de overlopende rekeningen (zij mogen evenwel ook ten gunste van het resultaat worden geboekt). Bij het begin van het nieuwe boekjaar worden alle inventarisboekingen inzake omrekeningsverschillen tegengeboekt. Schulden dienen te worden gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs (eerste waardering: reële waarde). Indien er geen sprake is van agio of disagio of transactiekosten is de geamortiseerde kostprijs gelijk aan de nominale waarde van de schuld. Idem. Bij het opmaken van de jaarrekening dient de rechtspersoon haar functionele valuta te bepalen, in overeenstemming met bepaalde factoren. Op balansdatum dienen: a. monetaire balansposten die in een vreemde valuta luiden te worden omgerekend tegen de slotkoers van de functionele valuta; b. niet-monetaire balansposten die volgens de historische kostprijs worden gewaardeerd in een vreemde valuta, te worden omgerekend tegen de wisselkoers van de functionele valuta op de transactiedatum of de benaderde koers; c. niet-monetaire balansposten die volgens de actuele waarde worden gewaardeerd in vreemde valuta, te worden omgerekend tegen de wisselkoers van de functionele valuta op het moment waarop de actuele waarde werd bepaald. Valutakoersverschillen die voortkomen uit de afwikkeling van monetaire posten, dan wel voortkomen uit de omrekening van monetaire posten in vreemde valuta, dienen te worden verwerkt in de winst- en verliesrekening in de periode dat zij zich voordoen, met uitzondering van de valutakoersverschillen die voortkomen uit de omrekening van een monetaire post die deel uitmaakt van de nettoinvestering in een bedrijfsuitoefening in het buitenland van een rechtspersoon. Deze laatste dienen te worden verwerkt in de reserve omrekenverschillen in het eigen vermogen. BOEKHOUDKUNDIGE, FISCALE, JURIDISCHE EN SOCIAALRECHTELIJKE ASPECTEN 81

82 De resultaten en de financiële positie van een rechtspersoon dienen als volgt te worden omgerekend in een andere presentatievaluta: a. de activa en passiva dienen voor iedere gepresenteerde balans te worden omgerekend tegen de slotkoers op die balansdatum; b. de baten en lasten dienen voor iedere winst- en verlies rekening te worden omgerekend tegen de wisselkoersen op de transactiedata; en c. de omrekeningsverschillen uit (a) en (b) dienen in de (wettelijke) reserve omrekeningsverschillen als onderdeel van het eigen vermogen te worden verwerkt. Voor middelgrote ondernemingen is een eenvoudigere methode toegestaan. 82 VERSCHILLEN IN ZAKENDOEN TUSSEN BELGIË EN

83 BOEKHOUDKUNDIGE, FISCALE, JURIDISCHE EN SOCIAALRECHTELIJKE ASPECTEN 83

84 BIJLAGE 2. BELGISCH MINIMUM GENORMALISEERD REKENINGENSTELSEL 1. EIGEN VERMOGEN, VOORZIENINGEN EN SCHULDEN >1 JAAR 10 Kapitaal Geplaatst kapitaal Niet-opgevraagd kapitaal 11 Uitgiftepremies Uitgiftepremies 12 Herwaarderingsmeerwaarden Herw.meerw. immat. vaste activa Herw.meerw. mat. vaste activa Herw.meerw. financiële vaste activa Herw.meerw. voorraden Terugneming waardevermin.en op geldbelegging 13 Reserves Wettelijke reserve Onbeschikbare reserves eigen aandelen Andere onbeschikbare reserves Belastingsvrije reserves Beschikbare reserves 14 Overgedragen winst of verlies Overgedragen winst Overgedragen verlies (-) 15 Kapitaalsubsidies Kapitaalsubsidies 16 Voorzieningen voor risicos en kosten Voorz. voor pensioenen en dergelijke verpl Voorz. voor belastingen Voorz. voor grote herstellingen en onderhoud Voorz. voor overige risico s en kosten Uitgest. bel. op kapitaalsubsidies Uitgest. bel. op gereal. meerw. op immat. vst act Uitgest. bel. op gereal. meerw. op mat. vst act Uitgest. bel. op gereal. meerw. op eff. uitgeg Buitenlandse uitgestelde belasting 17 Schulden > 1 jaar Konverteerbare achtergestelde leningen Niet conv. achtergestelde leningen Conv. niet-achtergestelde obligatieleningen Niet conv. niet achtergestelde obligatieleningen Leasingschulden en soortgelijke Kredietinst. : schulden op rekening ( + 1 jaar ) Promessen Acceptkredieten Overige leningen 84 VERSCHILLEN IN ZAKENDOEN TUSSEN BELGIË EN

85 Handelsschulden: leveranciers Te betalen wissels Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen Borgtochten ontvangen in contanten Permanente voorschotten bestuurders Permanente voorschotten aandeelhouders Boekhoudkundig verwerkte lijfrente 2. OPRICHTINGSKOSTEN, VASTE ACTIVA, VORDERING >1 JAAR 20 Oprichtingskosten Kosten van oprichting en kapitaalverhoging Geb. afschr. op kosten van opr. en kapitaalverhog Kosten bij uitgifte van leningen Geb. afschr. op kosten bij uitgifte van leningen Overige oprichtingskosten Geb. afschr. op overige oprichtingskosten Herstructureringskosten Geboekte afschrijvingen op herstructureringskosten 21 Immateriële vaste activa Kosten onderzoek en ontwikkeling Geb. afschr. op kosten van onderz. en ontw Concessies, merken, licenties Geb. afschr. op concessies, merken, licenties Goodwill Geboekte afschrijvingen goodwill Vooruitbetalingen Geboekte afschrijvingen op vooruitbetalingen 22 Terreinen en gebouwen Terreinen Geboekte meerw. op terreinen Geboekte waardevermin.en op terreinen Gebouwen Geboekte meerw. op gebouwen Geboekte afschrijvingen op gebouwen Bebouwde terreinen Geboekte meerw. op bebouwde terreinen Geboekte afschrijvingen op bebouwde terreinen Overige zakelijke rechten op onroerende goederen Geb. meerw. op overige zak. rechten op onr. goed Geb. afschr. op overig zak. rechten op onr. goed 23 Installaties, machines en uitrusting Technische installaties Geboekte meerw. op technische installaties Geboekte afschrijvingen op technische installaties Machines Geboekte meerw. op machines Geboekte afschrijvingen op machines Andere installaties Geboekte meerw. op andere installaties Geboekte afschrijvingen op andere installaties Uitrusting Geboekte meerw. op uitrusting Geboekte afschrijvingen op uitrusting 24 Meubilair en rollend materieel Meubilair en materieel Geboekte meerw. op meubilair en materieel Geboekte afschrijvingen op meubilair en materieel Auto s Geboekte meerw. op auto s Geboekte afschrijvingen op auto s Vrachtwagens Geboekte meerw. op vrachtwagens Geboekte afschrijvingen op vrachtwagens 25 Vaste activa in leasing Terreinen en gebouwen in leasing Geb. meerw. op terreinen en gebouwen in leasing Geb. afschr. op terreinen en gebouwen in leasing Installaties, machines, uitrusting in leasing Geb. meerw. op inst., machines, uitr. in leasing Geb. afschr. op inst., machines, uitr. in leasing Meubilair in leasing Geboekte meerw. meubilair in leasing Geboekte afschrijving meubilair in leasing Rollend materieel in leasing - auto s Geboekte meerw. auto s Geboekte afschrijvingen op auto s Rollend materieel in leasing - vrachtwagens Geboekte meerw. op vrachtwagens Geboekte afschrijvingen op vrachtwagens 26 Andere materiële vaste activa Overige mat. vaste activa Geboekte meerw. op overige mat. vaste activa Geb. afschr. op overige mat. vaste activa 27 Vaste activa in aanbouw en vooruitbetalingen Vaste activa in aanbouw Geboekte meerw. op vaste activa in aanbouw Geboekte afschrijvingen op vaste activa in aanbouw Vooruitbetalingen op vaste activa in aanbouw Geb. meerw. op vooruitbet. op vst. act. in aanb Geb. afschr. op vooruitbet. op vst. act. in aanb. BOEKHOUDKUNDIGE, FISCALE, JURIDISCHE EN SOCIAALRECHTELIJKE ASPECTEN 85

86 28 Financiele vaste activa Deelnemingen in verbonden ondernemingen Te storten bedragen (-) Vorderingen op verbonden onderneming Te innen wissels Vastrentende effecten Dubieuze debiteuren Deelnemingen in ondernemingen met verhouding Nog te storten bedragen (-) Vorderingen op ondernemingen met verhouding Te innen wissels Vastrentende effecten Dubieuze debiteuren Andere aandelen Nog te storten bedragen (-) Overige vorderingen Te innen wissels Vastrentende effecten Dubieuze debiteuren Borgtochten betaald in contanten 29 Vorderingen op meer dan 1 jaar Handelsdebiteuren Te innen wissels Vooruitbetalingen Dubieuze debiteuren Overige vorderingen Te innen wissels Dubieuze debiteuren 3. VOORRADEN EN BESTELLINGEN IN UITVOERING 30 Grondstoffen Grondstoffen 31 Hulpstoffen Hulpstoffen 32 Goederen in bewerking Goederen in bewerking 33 Gereed product Gereed product 34 Handelsgoederen Handelsgoederen 35 Onroerende goederen voor verkoop Onroerende goederen bestemd voor verkoop 36 Vooruitbetalingen op voorraad Vooruitbetalingen op voorraadinkopen 37 Bestellingen in uitvoering Bestellingen in uitvoering Toegerekende winst op bestellingen in uitvoering 4. VORDERINGEN EN SCHULDEN < 1 JAAR 40 Klanten Klanten Uitgevoerde domiciliëringsopdrachten Te innen wissels Te innen opbrengsten Vooruitbetalingen Dubieuze handelsvorderingen Openingsrekening klanten Geboekte waardevermin.en (-) 41 Overige vorderingen Opgevraagd, niet gestort kapitaal Terug te vorderen btw Aftrekbare btw - herzieningen Terug te vorderen btw - vak Terug te vorderen btw (mc, ic, vl) - vak Terug te vorderen btw - vak Terug te vorderen belastingen/voorheffingen Terug te vorderen buitenlandse belastingen Te innen opbrengsten Diverse vorderingen Dubieuze debiteuren Borgtocht contanten Geboekte waardevermin.en (-) 42 Schulden > 1 jaar die binnen het jaar vervallen Conv. schulden op > 1j die binnen het jaar verv. 43 Financiële schulden Lening rekening op vaste termijn Promessen Acceptkredieten Schulden rekening-courant Overige leningen 44 Handelsschulden Leveranciers Te betalen wissels Hangende betaalopdrachten Te ontvangen facturen Openingsrekening leveranciers 45 Belastingen, bezoldigingen en sociale lasten Geraamde belgische belastingschuld Belgische winstbelastingen/-taksen Buitenlandse belastingen en taksen Btw - verschuldigd Btw - verschuldigd - vak Btw - verschuldigd intracommunautaire - vak VERSCHILLEN IN ZAKENDOEN TUSSEN BELGIË EN

87 Btw - verschuldigd medecontractant - vak Btw - verschuldigd verlegging - vak Btw - verschuldigd creditnota - vak Btw (belasting bij oorsprong) Verschuldigde btw - ontoereikende heffing Verschuldigde btw - herzieningen aftrek Verschuldigde btw - regularisaties Rekening courant btw Te betalen belgische belastingen/taksen Belgische winstbelastingen Andere belgische belastingen/taksen Buitenlandse belastingen/taksen Ingehouden voorheffingen Rijksdienst sociale zekerheid Bezoldigingen Provisie eindejaarspremie Provisie vakantiegeld Andere sociale schulden 46 Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen 47 Schulden uit de bestemming van het resultaat Dividenden en tantiemes over vorige boekjaren Dividenden over het boekjaar Tantièmes over het boekjaar Andere rechthebbenden 48 Diverse schulden Vervallen obligaties en coupons Rekening courant bestuurders/zaakvoerders Borgtochten ontvangen in contanten Andere diverse schulden 49 Overlopende rekeningen Over te dragen kosten Verkregen opbrengsten Toe te rekenen kosten Over te dragen opbrengsten Wachtrekeningen 5. GELDBELEGGINGEN EN LIQUIDE MIDDELEN 50 Eigen aandelen Eigen aandelen 51 Aandelen Aanschaffingswaarde Niet opgevraagde bedragen (-) Geboekte waardevermin.en (-) 52 Vastrentende effecte Aanschaffingswaarde vastrentende effecten Vastrentende effecten - geb. waardevermin.en (-) 53 Termijn depositos Geboekte waardevermin.en (-) Te incasseren vervallen waarde 55 Krediet instellingen Banken Bank Van Breda Zichtrekening Bank Van Breda Reserverekening De post Kassen Interne overboekingen 6. KOSTEN 60 Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen Aankopen van grondstoffen Aankopen van hulpstoffen Aankopen van diensten, werk en studies Algemene onderaannemingen Aankopen van handelsgoederen Aankopen van onroerende goederen voor verkoop Ontvangen korting, ristorno s en rabatten Voorraadwijzigingen van grondstoffen Voorraadwijzigingen van hulpstoffen Voorraadwijzigingen van handelsgoederen Voorraadwijz. van gekochte onr. goed voor verkoop 61 Diensten en diverse goederen 610 Huur en onderhoud Huurlasten terreinen Huurlasten gebouwen Huurlasten machines, materieel Huurlasten rollend materieel (auto s) Huurlasten rollend materieel (vracht) Onderhoud en herstellingen terreinen Onderhoud en herstellingen gebouwen Onderhoud en herstellingen machines Onderh. en herst. rol. mat. (auto s) Onderh. en herst. rol. mat. (vracht) 611 Diverse leveringen en energie Bureaubenodigdheden - drukwerk Boeken, prospectus, documentatie Klein materiaal Onderhoudsproducten Verbruiksgoederen niet in Verbruik water Verbruik gas Verbruik elektriciteit BOEKHOUDKUNDIGE, FISCALE, JURIDISCHE EN SOCIAALRECHTELIJKE ASPECTEN 87

88 Verbruik stookolie 612 Externe diensten - dienstverlening Sociaal secretariaat Informatica-prestaties Factoringsdiensten Studiebureau Financiële instellingen Technische controle (auto s) Technische controles (vracht) Heffing en royalties brevetten Heffing en royalties licenties 613 Verzekeringen andere dan voor personeel Verzekering brand Verzekering diefstal Verzekering bedrijfsrisico Verzekering storm, hagel, wind Verzekering rollend materieel (auto s) Verzekering rollend materieel (vracht) Verzekering burgerlijke aansprakelijkheid Verzekering beroepsrisico s Verzekering vervoer handelswaren Verzekering krediet 614 Vervoer en verkoopkosten Vervoerskosten op verkoop Maritiem vervoer Vervoer binnenwateren Treinvervoer Wegvervoer Luchtvervoer Andere vervoerskosten 615 Betalingen aan derden Commissies op verkopen Commissies op aankopen Erelonen accountants Erelonen architecten Erelonen geneesheren Erelonen dierenartsen Erelonen deskundigen Erelonen advocaten 616 Communicatie kosten Kosten post Portkosten Telefoon, gsm Internet Brandstofkosten (auto s) Brandstofkosten (vracht) Verplaatsingskosten (binnenland) Verplaatsingskosten (buitenland) Restaurantkosten (binnenland) Restaurantkosten (buitenland) Hotelkosten (binnenland) Hotelkosten (buitenland) 617 Uitzendkrachten Uitzendkrachten Personen ter beschikking gesteld 618 Bezoldigingen bestuurders en zaakvoerders Bezoldiging/premie bestuurders Voordelen alle aard auto Voordelen alle aard andere 619 Bekendmakingen Publiciteit en aankondigingen Affiches, drukwerk, catalogus, Beurzen en tentoonstellingen Etalage- en demonstratiekosten Cadeaus en bloemen (beperkt) Cadeaus en bloemen (onbeperkt) Bijdragen Giften en liberaliteiten 62 Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen Directiepersoneel Voordelen alle aard auto Voordelen alle aard andere Bedienden Voordelen alle aard auto Voordelen alle aard andere Arbeiders Voordelen alle aard auto Voordelen alle aard andere Andere personeelskosten Werkgeversbijdragen sociale verzekering Arbeidsongevallenverzekering Werkgeversbijdrage voor bovenwettelijke verz Groepsverzekeringen Hospitalisatieverzekering Andere personeelskosten Externe medische diensten Kantinekosten Sociale abonnementen Arbeidskledij Bijscholing en vervolmakingscursus 88 VERSCHILLEN IN ZAKENDOEN TUSSEN BELGIË EN

89 Sociale verkiezingen Vrijgestelde sociale voordelen Maaltijdcheques Ecocheques Collectieve reizen personeel Huwelijks-en geboortegeschenk Voorziening vakantiegeld Terugname voorziening vakantiegeld Voorziening eindejaarspremie Terugname voorziening eindejaarspremie Rust- en overlevingspensioenen Rust- en overlevingspensioenen 63 Afschrijvingen Afschr. oprichtingskosten en kapitaalsverhoging Afschrijvingen uitgifte van leningen Afschrijvingen overige oprichtingskosten Afschrijvingen intercalaire intresten Afschrijvingen herstructureringskosten Afschrijvingen kosten onderzoek en ontwikkeling Afschr. conc., oct., licenties, know-how, merken Afschrijvingen goodwill Afschrijvingen vooruitbetalingen Afschrijvingen op mat. vaste activa Afschrijvingen terreinen Afschrijvingen gebouwen Afschrijvingen bebouwde terreinen Afschr. overige zak. rechten op onr. goed Afschrijvingen technische installaties en machines Afschrijvingen andere installaties Afschrijvingen uitrusting Afschrijvingen meubilair Afschrijvingen auto s Afschrijvingen vracht Afschrijvingen terreinen en gebouwen in leasing Afschr. inst., machines en materiaal in leasing Afschrijvingen meubilair in leasing Afschrijvingen rollend materieel in leasing auto s Afschr. rol. mat. in leasing - vracht Afschrijvingen overige mat. vaste activa Afschrijvingen vaste activa in aanbouw Afschr. vooruitbetalingen vaste activa in aanbouw Waardevermin.en kosten onderzoek en ontwikkeling Waardevermin. conc., oct., lic., know-how, Waardevermin.en goodwill Waardevermin.en vooruitbetalingen Waardevermin.en mat. vaste activa Waardevermin.en terreinen Toevoeging waardevermin.en grondstoffen Toevoeging waardevermin.en hulpstoffen Toevoeging waardevermin. goederen in bewerking Toevoeging waardevermin. gereed product Toevoeging waardevermin. handelsgoederen Toevoeging waardevermin. onr. goed voor verkoop Toevoeging waardevermin. voorraadinkopen Terugneming waardevermin. grondstoffen Terugneming waardevermin. hulpstoffen Terugneming waardevermin. goederen in bewerking Terugneming waardevermin. gereed product Terugneming waardevermin. handelsgoederen Terugneming waardevermin. onr. goed voor verkoop Terugneming waardevermin. voorraadinkopen Toev. waardevermin. bestellingen in uitv Terugn. waardevermin.en op bestellingen in uitv Toev. waardevermin. handelsvorderingen op > 1j Terugn. waardevermin. handelsv. op > 1j (-) Toev. waardevermin. handelsvorderingen <= 1j Terugn. waardevermin. handelsvorderingen <= 1j (-) Voorz. voor pensioenen en dergelijke verpl Terugneming voorz. pensioenen en verpl. (-) Toevoeging voorz. grote herstelling/onderhoud Terugneming voorz. grote herstelling/onderhoud (-) Toevoeging voorz. andere risico s/kosten Terugneming voorz. andere risico s/kosten (-) 64 Andere bedrijfskosten Vennootschapsbijdrage Ecotaksen Verkeersbelasting (auto s) Verkeersbelasting (vracht) Onroerende voorheffing Registratie en wettelijke publicatie Provinciale en gemeentelijke taksen Douane en accijnzen Minwaarde op de courante realisatie auto Minwaarde op de courante realisatie vaste activa Minwaarde op de realisatie van handelsvordering Niet aftrekbare btw Aftrekbare boeten Niet aftrekbare boeten Diverse bedrijfskosten Bedrijfskost als herstructureringskosten (-) BOEKHOUDKUNDIGE, FISCALE, JURIDISCHE EN SOCIAALRECHTELIJKE ASPECTEN 89

90 65 Financiële kosten Rente, commissies en kosten verbonden aan schulden Afschr. van kosten bij uitg. leningen en disagio Andere kosten van schulden Geactiveerde intercalaire intresten (-) Toevoeging waardevermin.en vlottende activa Terugneming waardevermin.en vlottende activa (-) Minderw.n op realisatie van vlottende activa Discontokosten op vorderingen Wisselresultaten Nadelige koersverschillen Toevoeging voorz. met financieel karakter Besteding en terugn. voorz. met fin. karakter (-) Toegestane betalingskortingen Nadelige afrondingsverschillen Bankkosten 66 Uitzonderlijke kosten Uitz. afschr. waardemin. opr.kost en kap. verh Uitz. afschr. waardevermin. uitgifte van leningen Uitz. afschr. waardevermin. overige opr.kosten Uitz. afschr. waardevermin. intercalaire intresten Uitz. afschr. waardemin. herstructureringsko Uitz. afschr. waardemin. kost. onderz. en ontw Uitz. afschr. waardemin. conc., licenties, Uitzonderlijke afschr. waardevermin.en goodwill Uitz. afschr. waardevermin.en vooruitbetalingen Uitzonderlijke afschr. waardevermin.en terreinen Uitzonderlijke afschr. waardevermin.en gebouwen Uitz. afschr. waardevermin.en bebouwde terreinen Uitz. afschr. waardemin. zak. rechten op og Uitz. afschr. waardemin. techn. inst. en mach Uitz. afschr. waardevermin.en andere installaties Uitzonderlijke afschr. waardevermin.en uitrusting Uitzonderlijke afschr. waardevermin.en meubilair Uitz. afschr. waardevermin.en auto s Uitz. afschr. waardevermin.en vracht Uitz. afschr. waardemin. terr. en geb. in leasing Uitz. afschr. waardemin. inst., mach. in leasing Uitz. afschr. waardevermin.en meubilair in leasing Uitz. afschr. waardemin. rol. mat. in leasing auto Uitz. afschr. waardemin. rol. mat. in leasing vrac Uitz. afschr. waardemin. overige mat. vaste activa Uitz. afschr. waardemin. vst. act. in aanb Uitz. afschr. waardemin. vooruitbet. vst act aanb Waardevermin.en op financiële vaste activa Toev.en voorz. uitz. risico s en kosten Besteding voorziening uitz. risico s en kosten (-) Minderw. realisatie vaste activa Andere uitzonderlijke kosten Uitzonderlijke kosten als herstructurering (-) 67 Belastingen op het resulataat Belgische verschuldigde/gestorte belastingen bj Roerende voorheffing Geact. overschotten bet. belasting/voorheffing (-) Geraamde belastingen Belgische belasting resultaat vorig boekjaar Geraamde belastingsupplementen Gevormde fiscale voorz Buitenlandse belastingen resultaat boekjaar Buitenlandse belastingen resultaat vorig boekjaar 68 Overboeking naar belastingsvrije reserves Overboeking naar uitgestelde belasting Overboeking naar belastingsvrije reserves 69 Resultaatverwerking Overgedragen verlies vorig boekjaar Toevoeging aan het kapitaal en aan uitgiftepremies Toevoeging aan de wettelijke reserve Toevoeging aan de overige reserves Over te dragen winst Vergoeding van het kapitaal Bestuurders of zaakvoerders Andere rechthebbenden 7. OPBRENGSTEN 70 Omzet Verkopen en dienstprestaties Toegekende korting, ristorno s en rabatten (-) Tegenboeking btw op marge (-) 71 Voorraadwijzigingen Wijziging voorraad goederen in bewerking Wijziging voorraad gereed product Wijziging voorraad onr. goed bestemd voor verkoop Wijz. bestellingen in uitv.: aanschaffingswaarde Wijz. bestelling in uitvoeren: toegerekende winst 72 Geproduceerde vaste activa Geproduceerde vaste activa 74 Andere bedrijfsopbrengsten Bedrijfssubsidies en compenserende bedragen Meerw. op courante realisatie mat. vaste activa Meerw. op de realisatie van handelsvordering Recuperatie maaltijdcheques (werknemersgedeelte) 90 VERSCHILLEN IN ZAKENDOEN TUSSEN BELGIË EN

91 Ontvangen huurgelden Schadevergoeding auto s Schadevergoeding andere Voordelen alle aard auto Voordelen alle aard andere 75 Financiële opbrengsten Opbrengsten uit financiële vaste activa Opbrengsten uit vlottende activa Meerw. op de realisatie van vlottende activa Kapitaalsubsidies Wisselresultaten Voordelige koersverschillen Bekomen betalingskortingen Voordelige afrondingsverschillen Diverse financiële opbrengsten 76 Uitzonderlijke opbrengsten Terugn. afschr. waardevermin. immat. vaste activa Terugn. afschr. waardevermin. mat. vaste activa Terugname waardevermin. financiële vaste activa Terugname voorz. voor uitzonderlijke kosten Meerw.n op realisatie van vaste activa Compensatie afschrijving meerw Andere uitzonderlijke opbrengsten 77 Regularisatie van belastingen Belg. bel. op het resultaat: reg. versch./bet. bel Belg. bel. op het resultaat: reg. geraamde bel Terugneming fiscale voorz Buitenlandse belastingen op het resultaat 78 Onttrekking aan de belastingsvrije reserves Onttrekkingen aan uitgestelde belasting Onttrekkingen aan belastingsvrije reserves 79 Resultaatverwerking Overgedragen winst vorig boekjaar Onttrekking kapitaal en uitgiftepremies Onttrekking aan de reserves Over te dragen verlies Tussenkomst vennoten in het verlies BOEKHOUDKUNDIGE, FISCALE, JURIDISCHE EN SOCIAALRECHTELIJKE ASPECTEN 91

92 BIJLAGE 3. (UITTREKSEL) EU-VERORDENING 883/2004 VASTSTELLING VAN DE TOE TE PASSEN WETGEVING ARTIKEL 11 Algemene regels 1. Degenen op wie deze verordening van toepassing is, zijn slechts aan de wetgeving van één lidstaat onderworpen. Welke die wetgeving is, wordt overeenkomstig deze titel vastgesteld. 2. Voor de toepassing van deze titel worden de personen die een uitkering ontvangen omdat of als gevolg van het feit dat zij een werkzaamheid uitvoeren in loondienst of een werkzaam heid anders dan in loondienst, beschouwd als personen die die werkzaamheid verrichten. Deze regel geldt niet voor uitkeringen bij invaliditeit, ouderdom of aan nabestaanden, prestaties in verband met arbeidsongevallen en beroepsziekten, of prestaties bij ziekte voor behandeling voor onbepaalde tijd. 3. Behoudens de artikelen 12 tot en met 16: a) geldt voor degene die werkzaamheden al dan niet in loondienst verricht in een lidstaat, de wetgeving van die lidstaat; b) geldt voor ambtenaren de wetgeving van de lidstaat waaronder de dienst waarbij zij werkzaam zijn, ressorteert; c) geldt voor degene die een werkloosheidsuitkering ontvangt overeenkomstig artikel 65 volgens de wetgeving van de lidstaat van zijn woonplaats, de wetgeving van die lidstaat; d) geldt voor degene die wordt opgeroepen of opnieuw wordt opgeroepen voor militaire dienst of vervangende burgerdienst in een lidstaat, de wetgeving van die lidstaat; e) geldt voor eenieder op wie de bepalingen van de onderdelen a) tot en met d) niet van toepassing zijn, de wetgeving van de lidstaat van zijn woonplaats, onverminderd andere bepalingen van deze verordening die hem prestaties garanderen krachtens de wetgeving van een of meer andere lidstaten. 92 VERSCHILLEN IN ZAKENDOEN TUSSEN BELGIË EN

93 4. Voor de toepassing van deze titel worden al dan niet in loondienst verrichte werkzaamheden die normaliter plaatsvinden aan boord van een zeeschip dat onder de vlag van een lidstaat vaart, beschouwd als werkzaamheden die worden verricht in die lidstaat. Niettemin geldt voor degene die werkzaamheden in loondienst verricht aan boord van een zeeschip dat onder de vlag van een lidstaat vaart en voor die werkzaamheden wordt betaald door een onderneming of een persoon die zijn zetel of domicilie in een andere lidstaat heeft, de wetgeving van laatstgenoemde lidstaat, indien hij zijn woonplaats in die lidstaat heeft. De onderneming of de persoon die het loon betaalt, wordt voor de toepassing van genoemde wetgeving als werkgever aangemerkt. ARTIKEL 12 Bijzondere regel 1. Degene die werkzaamheden in loondienst verricht in een lidstaat voor rekening van een werkgever die daar zijn werkzaamheden normaliter verricht, en die door deze werkgever wordt gedetacheerd om voor zijn rekening werkzaamheden in een andere lidstaat te verrichten, blijft onderworpen aan de wetgeving van de eerstbedoelde lidstaat, mits de te verwachten duur van die werkzaamheden niet meer dan 24 maanden bedraagt en de betrokkene niet wordt uitgezonden om een ander te vervangen. 2. Op degene die in een lidstaat werkzaamheden anders dan in loondienst pleegt te verrichten en werkzaamheden van gelijke aard in een andere lidstaat gaat verrichten, blijft de wetgeving van eerstbedoelde lidstaat van toepassing, mits de te verwachten duur van die werkzaamheden niet meer dan vierentwintig maanden bedraagt. ARTIKEL 13 Verrichten van werkzaamheden in twee of meer lidstaten 1. Op degene die in twee of meer lidstaten werkzaamheden in loondienst pleegt te verrichten, is van toepassing: a) de wetgeving van de lidstaat waar hij woont, indien hij op dit grondgebied een substantieel gedeelte van zijn werkzaamheden verricht of indien hij werkzaam is bij verschillende ondernemingen of werkgevers die hun zetel of domicilie hebben op het grondgebied van verschillende lidstaten, of b) de wetgeving van de lidstaat waar de zetel van de onderneming of het domicilie van de werkgever waarbij hij voornamelijk werkzaam is zicht bevindt, indien hij geen substantieel gedeelte van zijn werkzaamheden verricht in de lidstaat waar hij woont. 2. Op degene die in twee of meer lidstaten werkzaamheden anders dan in loondienst pleegt te verrichten, is van toepassing: a) de wetgeving van de lidstaat waar hij woont, indien hij aldaar een substantieel gedeelte van zijn werkzaamheden verricht; of b) de wetgeving van de lidstaat waar zich het centrum van belangen van zijn werkzaamheden bevindt, indien hij niet woont in een van de lidstaten waar hij een substantieel gedeelte van zijn werkzaamheden verricht. 3. Op degene die in verschillende lidstaten werkzaamheden in loondienst en werkzaamheden anders dan in loondienst pleegt te verrichten, is de wetgeving van toepassing van de lidstaat waar hij werkzaamheden in loondienst verricht of, indien hij dergelijke werkzaamheden verricht in twee of meer lidstaten, de overeenkomstig lid 1 vastgestelde wetgeving. 4. Op degene die werkzaam is als ambtenaar in een lidstaat en al dan niet in loondienst een werkzaamheid verricht in een of meer andere lidstaten is de wetgeving van toepassing van de lidstaat waaronder de dienst ressorteert warbij hij werkzaam is. 5. De in de leden 1 tot en met 4 bedoelde personen worden voor de toepassing van de overeenkomstig deze bepalingen vastgestelde wetgeving beschouwd alsof zij de bedoelde werkzaamheden volledig verrichten in de betrokken lidstaat en daar al hun inkomsten verkrijgen. BOEKHOUDKUNDIGE, FISCALE, JURIDISCHE EN SOCIAALRECHTELIJKE ASPECTEN 93

94 ARTIKEL 14 Vrijwillige of vrijwillig voortgezette verzekering 1. De artikelen 11 tot en met 123 zijn niet van toepassing op vrijwillige of vrijwillig voortgezette verzekering, tenzij voor één van de in artikel 3, lid 1, bedoelde takken van sociale zekerheid in een lidstaat slechts een stelsel van vrijwillige verzekering bestaat. 2. Wanneer de betrokkene krachtens de wetgeving van een lidstaat in die lidstaat verplicht verzekerd is, kan hij in een andere lidstaat niet deelnemen aan een stelsel van vrijwillige of vrijwillig voortgezette verzekering. In alle overige gevallen waar voor een bepaalde tak van sociale zekerheid de keuze bestaat tussen verschillende stelsels van vrijwillige of vrijwillig voortgezette verzekering, wordt de betrokkene alleen toegelaten tot het stelsel dat hij heeft gekozen. 3. Wat invaliditeits-, ouderdoms- en nabestaandenuitkeringen betreft, kan de betrokkene evenwel worden toegelaten tot de vrijwillige of vrijwillig voortgezette verzekering van een lidstaat, zelfs indien hij verplicht verzekerd is krachtens de wetgeving van een andere lidstaat, voor zover hij op een bepaald ogenblik tijdens zijn loopbaan onderworpen is geweest aan de wetgeving van de eerstbedoelde lidstaat op grond van of ten gevolge van een al dan niet in loondienst verrichte werkzaamheid, wanneer deze gelijktijdige aansluiting krachtens de wetgeving van de eerste lidstaat uitdrukkelijk of stilzwijgend wordt toegelaten. 4. Indien op grond van de wetgeving van een lidstaat de toegang tot een vrijwillige of vrijwillig voortgezette verzekering afhankelijk is van het wonen in die lidstaat of van eerdere al dan niet in loondienst verrichte werkzaamheden, is artikel 5, onder b), uitsluitend van toepassing op personen die op enig moment in het verleden onderworpen zijn geweest aan de wetgeving van die lidstaat omdat zij daar al dan niet in loondienst werkzaamheden hebben verricht. ARTIKEL 15 Bijzondere regels inzake de arbeidscontractanten van de Europese Gemeenschappen De arbeidscontractanten van de Europese Gemeenschappen mogen met betrekking tot andere bepalingen dan die betreffende de gezinsbijslagen, die worden verstrekt krachtens de op hen toepasselijke regeling, kiezen tussen toepassing van de wetgeving van de lidstaat waar zij werkzaam zijn, en toepassing van de wetgeving van de lidstaat waaraan zij het laatst onderworpen waren of van de lidstaat waarvan zij onderdaan zijn. Dit keuzerecht, dat slechts eenmaal mag worden uitgeoefend, wordt op de dag van hun indiensttreding van kracht. ARTIKEL 16 Uitzonderingen op de artikelen 11 tot en met Twee of meer lidstaten, de bevoegde autoriteiten van deze lidstaten of de door deze autoriteiten aangewezen instellingen kunnen in onderlinge overeenstemming in het belang van bepaalde personen of groepen personen, uitzonderingen op de artikelen 11 tot et met 15 vaststellen. 2. Degene die recht heeft op een pensioen krachtens de wetgevingen van een of meer lidstaten en die in een andere lidstaat woont, kan op zijn verzoek worden vrijgesteld van de toepassing van de wetgeving van deze laatste lidstaat mits hij niet op grond van de verrichting van een werkzaamheid, al dan niet in loondienst, aan deze wetgeving is onderworpen. 94 VERSCHILLEN IN ZAKENDOEN TUSSEN BELGIË EN

95 BOEKHOUDKUNDIGE, FISCALE, JURIDISCHE EN SOCIAALRECHTELIJKE ASPECTEN 95

96 BDO is de merknaam die wordt gebruikt ter aanduiding van het BDO-netwerk en van elk van de BDO Member Firms. Follow us

Met deze beknopte samenvatting proberen wij enkele van de grootste verschillen en essentieelste kenmerken van beide landen weer te geven.

Met deze beknopte samenvatting proberen wij enkele van de grootste verschillen en essentieelste kenmerken van beide landen weer te geven. BELGIË NEDERLAND EEN WERELD VAN VERSCHIL Ondanks het feit dat België en Nederland buren zijn, nagenoeg dezelfde taal wordt gesproken en ze economisch zeer sterk verbonden zijn is er op boekhoudkundig,

Nadere informatie

VERSCHILLEN IN ZAKENDOEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND

VERSCHILLEN IN ZAKENDOEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND VERSCHILLEN IN ZAKENDOEN TUSSEN EN VERSCHILLEN IN ZAKEN DOEN TUSSEN EN BOEKHOUDKUNDIGE, FISCALE, JURIDISCHE EN SOCIAALRECHTELIJKE ASPECTEN Dit overzicht is een uitgave van de grensoverschrijdende België-Nederland

Nadere informatie

1. Wettelijke context Europa België Vennootschap... 3

1. Wettelijke context Europa België Vennootschap... 3 Inhoud 1. Wettelijke context... 1 1.1. Europa... 1 1.2. België... 1 2. Vennootschap... 3 2.1. Begrip... 3 2.1.1. Algemeen... 3 2.1.2. Afwijkende bepalingen... 4 2.2. Categorieën van vennootschappen...

Nadere informatie

Inhoud. INLEIDING... v. 1. WETTELIJKE CONTEXT Europa België... 1

Inhoud. INLEIDING... v. 1. WETTELIJKE CONTEXT Europa België... 1 INLEIDING................................................................ v 1. WETTELIJKE CONTEXT.................................................. 1 1.1. Europa.................................................................

Nadere informatie

Om geldig te zijn, zal deze volmacht uiterlijk op donderdag 5 juni 2014 in ons bezit moeten zijn VOLMACHT. Naam en voornaam Adres

Om geldig te zijn, zal deze volmacht uiterlijk op donderdag 5 juni 2014 in ons bezit moeten zijn VOLMACHT. Naam en voornaam Adres Om geldig te zijn, zal deze volmacht uiterlijk op donderdag 5 juni 2014 in ons bezit moeten zijn Ik, ondergetekende Naam en voornaam Adres VOLMACHT eigena(a)r(es) van aandelen van de Naamloze Vennootschap

Nadere informatie

Boekhoudrecht en W.Venn.

Boekhoudrecht en W.Venn. Boekhoudrecht en W.Venn. Koen GEENS Jan VERHOEYE Federatie voor Vrije Intellectuele Beroepen Donderdag 15 maart 2001 Basisidee Opnemen van bepalingen boekhoudrecht rond jaarrekeningen in W.Venn. K.B. W.Venn.

Nadere informatie

Inhoudstafel De algemene vergadering 3.

Inhoudstafel De algemene vergadering 3. Inhoudstafel Hoofdstuk 1 De algemene vergadering 13 1. Inleiding 13 2. Vergelijkend overzicht nv en bvba 14 2.1. Bijeenroeping van de algemene vergadering 14 2.2. Uitoefening van het stemrecht 15 2.3.

Nadere informatie

VERSCHILLEN IN ZAKENDOEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND

VERSCHILLEN IN ZAKENDOEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND VERSCHILLEN IN ZAKENDOEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND VERSCHILLEN IN ZAKENDOEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND BOEKHOUDKUNDIGE, FISCALE, JURIDISCHE EN SOCIAALRECHTELIJKE ASPECTEN Dit overzicht is een uitgave

Nadere informatie

Geregistreerde entiteit natuurlijk persoon

Geregistreerde entiteit natuurlijk persoon Lijst van de functies die de machtiging verlenen om de geregistreerde entiteit te vertegenwoordigen en die toegang geven tot My Enterprise (raadplegen, wijzigen, doorhalen, verbetering aanvragen en volmacht

Nadere informatie

EENMANSZAAK OF VENNOOTSCHAP?

EENMANSZAAK OF VENNOOTSCHAP? EENMANSZAAK OF VENNOOTSCHAP? 1. Begrippen 1.1. Het begrip eenmanszaak Een eenmanszaak is een bedrijfsvorm waarbij één persoon in alle opzichten hoofdelijk en onbeperkt aansprakelijk is voor de activiteiten

Nadere informatie

Vennootschapsvormen en de daaraan gekoppelde keuzes, en risico s. Bruno De Vuyst. VUB Starterseminarie 18 oktober 2007 NV: 61.500.

Vennootschapsvormen en de daaraan gekoppelde keuzes, en risico s. Bruno De Vuyst. VUB Starterseminarie 18 oktober 2007 NV: 61.500. MARX VAN RANST VERMEERSCH & PARTNERS The LAW FIRM that WORKS Vennootschapsvormen en de daaraan gekoppelde keuzes, en risico s VUB Starterseminarie 18 oktober 2007 Bruno De Vuyst MVV&P - 2007 Vereist aantal

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2017/XX Onbeperkt aansprakelijk vennoot: vermeldingen in de jaarrekening

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2017/XX Onbeperkt aansprakelijk vennoot: vermeldingen in de jaarrekening COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2017/XX Onbeperkt aansprakelijk vennoot: vermeldingen in de jaarrekening Ontwerpadvies van 31 mei 2017 I. Inleiding 1. Wanneer een vennootschap onbeperkt

Nadere informatie

Ondernemingen-natuurlijk persoon

Ondernemingen-natuurlijk persoon Lijst van de functies die de machtiging verlenen om de onderneming te vertegenwoordigen en die toegang geven tot My Enterprise (raadplegen, wijzigen, doorhalen, verbetering aanvragen en volmacht toekenen)

Nadere informatie

Titel I. Vennootschap en rechtspersoonlijkheid. Titel II. Definities... 1

Titel I. Vennootschap en rechtspersoonlijkheid. Titel II. Definities... 1 Wetboek vennootschappen....... 1 Boek I. Inleidende bepalingen............. 1 Titel I. Vennootschap en rechtspersoonlijkheid............................. 1 Titel II. Definities.................... 1 Hoofdstuk

Nadere informatie

LAMPIRIS COOP Coöperatieve Vennootschap met Beperkte Aansprakelijkheid Rue Saint-Laurent, LUIK BTW BE

LAMPIRIS COOP Coöperatieve Vennootschap met Beperkte Aansprakelijkheid Rue Saint-Laurent, LUIK BTW BE LAMPIRIS COOP Coöperatieve Vennootschap met Beperkte Aansprakelijkheid Rue Saint-Laurent, 54 4000 LUIK BTW BE 0846.628.569 RPR Luik Jaarverslag van de raad van bestuur aan de gewone algemene vergadering

Nadere informatie

infonota Ondernemingsvormen De eenmanszaak De vennootschap

infonota Ondernemingsvormen De eenmanszaak De vennootschap Ondernemingsvormen De eenmanszaak De eenmanszaak is een ondernemingsvorm waarbij de onderneming wordt opgericht door een natuurlijk persoon (oprichter). De éénmanszaak wordt ook wel 'onderneming natuurlijk

Nadere informatie

LAMPIRIS COOP Coöperatieve Vennootschap met Beperkte Aansprakelijkheid Rue Saint-Laurent, LUIK BTW BE

LAMPIRIS COOP Coöperatieve Vennootschap met Beperkte Aansprakelijkheid Rue Saint-Laurent, LUIK BTW BE LAMPIRIS COOP Coöperatieve Vennootschap met Beperkte Aansprakelijkheid Rue Saint-Laurent, 54 4000 LUIK BTW BE 0846.628.569 RPR Luik Jaarverslag van de raad van bestuur aan de gewone algemene vergadering

Nadere informatie

Woord vooraf. L. Huyghe +32 (0)3 821 19 16 KPMG Belastingconsulenten en Juridische Adviseurs, Antwerpen

Woord vooraf. L. Huyghe +32 (0)3 821 19 16 KPMG Belastingconsulenten en Juridische Adviseurs, Antwerpen Woord vooraf De Belgium-Holland Desk fungeert als een aanspreekpunt en kenniscentrum voor Belgische en Nederlandse ondernemers die grensoverschrijdend activiteiten wensen te ontwikkelen. Gedacht wordt

Nadere informatie

OPROEPINGSBERICHT VOOR GEWONE EN BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERING

OPROEPINGSBERICHT VOOR GEWONE EN BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERING Burgerlijke vennootschap met de vorm van een commanditaire vennootschap op aandelen Zetel van de vennootschap: Philipssite 5 bus 10, 3001 Leuven RPR Leuven 0464.965.639 OPROEPINGSBERICHT VOOR GEWONE EN

Nadere informatie

VERSCHILLEN IN ZAKENDOEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND

VERSCHILLEN IN ZAKENDOEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND VERSCHILLEN IN ZAKENDOEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND VOOR VRIJ ONDERNEMEN VERSCHILLEN IN ZAKENDOEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND BOEKHOUDKUNDIGE, FISCALE, JURIDISCHE EN SOCIAALRECHTELIJKE ASPECTEN Dit overzicht

Nadere informatie

OPROEPING JAARLIJKSE ALGEMENE VERGADERING VAN QRF COMM.VA OP 17 MEI 2016

OPROEPING JAARLIJKSE ALGEMENE VERGADERING VAN QRF COMM.VA OP 17 MEI 2016 OPROEPING JAARLIJKSE ALGEMENE VERGADERING VAN QRF COMM.VA OP 17 MEI 2016 Geachte Aandeelhouder, Betreft : Gewone algemene vergadering van 17 mei 2016 om 14 uur De Statutaire Zaakvoerder heeft het genoegen

Nadere informatie

OPROEPING JAARLIJKSE ALGEMENE VERGADERING VAN QRF COMM. VA OP 16 MEI 2017

OPROEPING JAARLIJKSE ALGEMENE VERGADERING VAN QRF COMM. VA OP 16 MEI 2017 OPROEPING JAARLIJKSE ALGEMENE VERGADERING VAN QRF COMM. VA OP 16 MEI 2017 Geachte Aandeelhouder, Betreft : Gewone algemene vergadering van 16 mei 2017 om 14 uur De Statutaire Zaakvoerder heeft het genoegen

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2017/16 Onbeperkt aansprakelijke vennoot: vermeldingen in de jaarrekening

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2017/16 Onbeperkt aansprakelijke vennoot: vermeldingen in de jaarrekening COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBNadvies 2017/16 Onbeperkt aansprakelijke vennoot: vermeldingen in de jaarrekening Advies van 13 september 2017 1 I. Inleiding II. Onbeperkte aansprakelijkheid: overzicht

Nadere informatie

Duifhuisstraat 75, 9000 GENT Ondernemingsnummer 450.728.613 http://www.gamagent.be/

Duifhuisstraat 75, 9000 GENT Ondernemingsnummer 450.728.613 http://www.gamagent.be/ Duifhuisstraat 75, 9000 GENT Ondernemingsnummer 450.728.613 http://www.gamagent.be/ 19/06/2013 Titel I: Benaming Zetel Doel Duur Artikel 1: De vereniging draagt als naam Gentse Amateurtheaters vereniging

Nadere informatie

GEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS DE DATO 19 MEI 2009 OM UUR

GEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS DE DATO 19 MEI 2009 OM UUR EXMAR Naamloze vennootschap te 2000 Antwerpen, De Gerlachekaai 20 BTW BE 0860.409.202 RPR Antwerpen GEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS DE DATO 19 MEI 2009 OM 14.30 UUR Heden, op 19 mei 2009

Nadere informatie

Opmaken en neerleggen van de geconsolideerde jaarrekening en het geconsolideerde jaarverslag

Opmaken en neerleggen van de geconsolideerde jaarrekening en het geconsolideerde jaarverslag Departement Micro-economische informatie Dienst Balanscentrale de Berlaimontlaan 14 - BE-1000 Brussel tel. 02 221 30 01 - fax 02 221 32 66 e-mail: balanscentrale@nbb.be - website: www.nbb.be BTW BE 0203.201.340

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE AUTEURS 3 VOORWOORD 5

INHOUDSOPGAVE AUTEURS 3 VOORWOORD 5 2019_JB_0010.book Page 7 Friday, March 12, 2010 7:56 AM INHOUDSOPGAVE AUTEURS 3 VOORWOORD 5 I. OPRICHTING 17 1. Financieel plan 19 2. Bewijs van storting of overschrijving op een bijzondere rekening geopend

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1996 1997 Nr. 352 24 139 Regels met betrekking tot naar buitenlands recht opgerichte, rechtspersoonlijkheid bezittende kapitaalvennootschappen die hun werkzaamheid

Nadere informatie

VOLMACHT VOOR DE JAARLIJKSE ALGEMENE VERGADERING VAN PINGUIN NV VAN 30 SEPTEMBER

VOLMACHT VOOR DE JAARLIJKSE ALGEMENE VERGADERING VAN PINGUIN NV VAN 30 SEPTEMBER VOLMACHT VOOR DE JAARLIJKSE ALGEMENE VERGADERING VAN PINGUIN NV VAN 30 SEPTEMBER 2013 1. Ondergetekende : (volledige naam van de aandeelhouder - en eventueel rechtsvorm -).. (volledig adres van de aandeelhouder)..

Nadere informatie

Vennootschapsrecht toegepast

Vennootschapsrecht toegepast Vennootschapsrecht toegepast toegepast vennootschapsrecht toegepast Derde editie Jean Pierre Vincke Roosmarijn Smits Antwerpen Cambridge Vennootschapsrecht toegepast, derde editie Jean Pierre Vincke en

Nadere informatie

VOLMACHT. De ondergetekende, (volledige naam en adres van de aandeelhouder; voor een rechtspersoon, volledige benaming, zetel en ondernemingsnummer)

VOLMACHT. De ondergetekende, (volledige naam en adres van de aandeelhouder; voor een rechtspersoon, volledige benaming, zetel en ondernemingsnummer) VOLMACHT De ondergetekende, (volledige naam en adres van de aandeelhouder; voor een rechtspersoon, volledige benaming, zetel en ondernemingsnummer) houder van (aantal) aande(e)l(en) van de naamloze vennootschap

Nadere informatie

NATUURLIJK PERSOON VENNOOTSCHAP - VERENIGING

NATUURLIJK PERSOON VENNOOTSCHAP - VERENIGING NATUURLIJK PERSOON VENNOOTSCHAP - VERENIGING 1. Inleiding Als men een onderneming opstart kan men dit doen als natuurlijk persoon, onder vorm van een vennootschap of via een vereniging. 2. Definities -

Nadere informatie

Welke algemene vergaderingen zijn er?

Welke algemene vergaderingen zijn er? Welke algemene vergaderingen zijn er? Inhoudsopgave : Er zijn 3 soorten, nl:... Waarom is de agenda van de jaarvergadering belangrijk?... Wie stelt de agenda van de jaarvergadering op?... Hoe gebeurt de

Nadere informatie

Algemene Inhoudsopgave

Algemene Inhoudsopgave Algemene Inhoudsopgave Lijst van de auteurs 3 Voorwoord 5 VERGELIJKENDE TABEL VAN VENNOOTSCHAPSVORMEN 13 AANDEEL 37 Aandeel aan toonder 39 Aandeel op naam 53 Aandeel zonder stemrecht 55 Aandelenleningen

Nadere informatie

SOFINA SA Nijverheidstraat Brussel Gerechtelijke arrondissement Brussel (RPM Brussel)

SOFINA SA Nijverheidstraat Brussel Gerechtelijke arrondissement Brussel (RPM Brussel) SOFINA SA Nijverheidstraat 31 1040 Brussel Gerechtelijke arrondissement Brussel 0403.219.397 (RPM Brussel) («Sofina» of «de Overnemende Vennootschap») SIDRO SA Nijverheidstraat 31 1040 Brussel Gerechtelijke

Nadere informatie

INHOUD AUTEURSLIJST 3 WOORD VOORAF 15. AFDELING 1 De jaarrekening opstellen 17

INHOUD AUTEURSLIJST 3 WOORD VOORAF 15. AFDELING 1 De jaarrekening opstellen 17 INHOUD AUTEURSLIJST 3 WOORD VOORAF 15 AFDELING 1 De jaarrekening opstellen 17 1. Algemene principes 17 1.1. Evolutie 17 1.2. Het principe van de secties 17 1.3. De omschrijving van bepaalde rubrieken 18

Nadere informatie

Vergelijkende matrix vennootschapsvormen (Stibbe-rapport: Onderzoek naar de financieel-juridische aspecten van een Energie Conversie Park)

Vergelijkende matrix vennootschapsvormen (Stibbe-rapport: Onderzoek naar de financieel-juridische aspecten van een Energie Conversie Park) Vergelijkende matrix vennootschapsvormen (Stibbe-rapport: Onderzoek naar de financieel-juridische aspecten van een Energie Conversie Park) NV BVBA CVBA ESV Notariële akte vereist voor oprichting? Ja Ja

Nadere informatie

Functies die toegang geven tot Private Search (lezen, wijzigen, mandaat geven)

Functies die toegang geven tot Private Search (lezen, wijzigen, mandaat geven) Functies die toegang geven tot Private Search (lezen, wijzigen, mandaat geven) Ondernemingen- natuurlijk persoon Oprichter van de onderneming- natuurlijk persoon Wettelijke vertegenwoordiger van de oprichter

Nadere informatie

GEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS DE DATO 17 MEI 2005 OM UUR

GEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS DE DATO 17 MEI 2005 OM UUR EXMAR Naamloze vennootschap te 2000 Antwerpen, De Gerlachekaai 20 BTW BE 0860.409.202 RPR Antwerpen GEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS DE DATO 17 MEI 2005 OM 14.30 UUR Heden, op 17 mei 2005

Nadere informatie

Werden benoemd als: a) Voorzitter van de raad van bestuur: b) Secretaris van de raad van bestuur: c) Penningsmeester: d) Afgevaardigde bestuurder:

Werden benoemd als: a) Voorzitter van de raad van bestuur: b) Secretaris van de raad van bestuur: c) Penningsmeester: d) Afgevaardigde bestuurder: Overwegende dat een voorstel werd uitgewerkt voor het oprichten van een vereniging zonder winstoogmerk met als doel het creëren van sociale verblijfsaccommodatie die zich vooral richt op groepen en waarbij

Nadere informatie

LEIDRAAD BESLOTEN VENNOOTSCHAP

LEIDRAAD BESLOTEN VENNOOTSCHAP LEIDRAAD BESLOTEN VENNOOTSCHAP In deze leidraad vind je een aantal praktische wenken met betrekking tot de juridische gang van zaken bij je vennootschap. Deze leidraad is niet diepgaand. In het voorkomende

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 Ondernemingsrecht

Hoofdstuk 5 Ondernemingsrecht Hoofdstuk 5 Ondernemingsrecht Paragraaf 5.1 1. Ondernemingsrecht a. Wat is economisch en juridisch gezien het verschil in benadering bij de diverse ondernemersvormen? b. Waartoe dient het ondernemingsrecht?

Nadere informatie

GEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS DE DATO 16 MEI 2006 OM UUR

GEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS DE DATO 16 MEI 2006 OM UUR EXMAR Naamloze vennootschap te 2000 Antwerpen, De Gerlachekaai 20 BTW BE 0860.409.202 RPR Antwerpen GEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS DE DATO 16 MEI 2006 OM 14.30 UUR Heden, op 16 mei 2006

Nadere informatie

OPROEPING VOOR DE BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS TE HOUDEN OP 18 DECEMBER 2013 VANAF 17 UUR

OPROEPING VOOR DE BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS TE HOUDEN OP 18 DECEMBER 2013 VANAF 17 UUR RealDolmen Naamloze vennootschap A. Vaucampslaan 42, 1654 Huizingen BTW BE / RPR 0429.037.235 Brussel (België) OPROEPING VOOR DE BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS TE HOUDEN OP 18 DECEMBER

Nadere informatie

TELENET GROUP HOLDING NV. Naamloze Vennootschap naar Belgisch Recht Liersesteenweg Mechelen RPR Mechelen

TELENET GROUP HOLDING NV. Naamloze Vennootschap naar Belgisch Recht Liersesteenweg Mechelen RPR Mechelen TELENET GROUP HOLDING NV Naamloze Vennootschap naar Belgisch Recht Liersesteenweg 4 2800 Mechelen RPR Mechelen 0477.702.333 UITNODIGING VOOR DE GEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS De raad van

Nadere informatie

Inhoud. Deel 1. Voorwoord 13

Inhoud. Deel 1. Voorwoord 13 Inhoud Voorwoord 13 Deel 1 1. Oprichting van een vennootschap 25 1.1 Mogelijke ondernemingsvormen 25 1.1.1 De éénmansonderneming 25 1.1.2 Doel van de vennootschapsvorming 26 1.1.3 Vennootschap 27 1.1.4

Nadere informatie

ECTS-fiche VENNOOTSCHAPSRECHT MODULE KORTE OMSCHRIJVING. Academiejaar: vanaf

ECTS-fiche VENNOOTSCHAPSRECHT MODULE KORTE OMSCHRIJVING. Academiejaar: vanaf MODULE VENNOOTSCHAPSRECHT Afstudeerrichting: Rechtspraktijk Code: D2 Academiejaar: vanaf 2014-2015 Type: Kernmodule Niveau: inleidend Periode binnen het modeltraject: semester 1 Start binnen de programmering

Nadere informatie

RealDolmen Naamloze Vennootschap A. Vaucampslaan 42, 1654 Huizingen BTW BE / RPR Brussel (België)

RealDolmen Naamloze Vennootschap A. Vaucampslaan 42, 1654 Huizingen BTW BE / RPR Brussel (België) RealDolmen Naamloze Vennootschap A. Vaucampslaan 42, 1654 Huizingen BTW BE / RPR 0429.037.235 Brussel (België) VOLMACHT VOOR DE GEWONE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS EN BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERING

Nadere informatie

Eckert & Ziegler BEBIG NV Industriezone C, 7180 Seneffe BTW (Charleroi) Rechtspersonenregister

Eckert & Ziegler BEBIG NV Industriezone C, 7180 Seneffe BTW (Charleroi) Rechtspersonenregister Eckert & Ziegler BEBIG NV Industriezone C, 7180 Seneffe BTW 457.288.682 (Charleroi) Rechtspersonenregister 0457.288.682 www.bebig.eu (de "Vennootschap") AANKONDIGING VAN DE JAARLIJKSE ALGEMENE VERGADERING

Nadere informatie

VOLMACHT VOOR DE BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN PINGUIN NV VAN 18 JULI

VOLMACHT VOOR DE BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN PINGUIN NV VAN 18 JULI VOLMACHT VOOR DE BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN PINGUIN NV VAN 18 JULI 2013 1. Ondergetekende : (volledige naam van de aandeelhouder - en eventueel rechtsvorm -) (volledig adres van de aandeelhouder)

Nadere informatie

LAMPIRIS COOP Coöperatieve Vennootschap met Beperkte Aansprakelijkheid Rue Saint-Laurent, 54 4000 LUIK BTW BE 0846.628.

LAMPIRIS COOP Coöperatieve Vennootschap met Beperkte Aansprakelijkheid Rue Saint-Laurent, 54 4000 LUIK BTW BE 0846.628. LAMPIRIS COOP Coöperatieve Vennootschap met Beperkte Aansprakelijkheid Rue Saint-Laurent, 54 4000 LUIK BTW BE 0846.628.569 RPR Luik Verslag van de raad van bestuur op de gewone algemene vergadering van

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten

Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten Bron : Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten

Nadere informatie

VOLMACHT. Buitengewone Algemene Vergadering van Resilux NV d.d. vrijdag 20 mei Ondergetekende:

VOLMACHT. Buitengewone Algemene Vergadering van Resilux NV d.d. vrijdag 20 mei Ondergetekende: VOLMACHT Buitengewone Algemene Vergadering van Resilux NV d.d. vrijdag 20 mei 2011 Ondergetekende: (Voor natuurlijke personen: naam, voornamen, adres en rijksregisternummer) (Voor rechtspersonen: naam,

Nadere informatie

Levering van aandelen Artikel 7 1. Voor de levering van een aandeel, waaronder begrepen de verkrijging van een aandeel door de vennootschap, en de

Levering van aandelen Artikel 7 1. Voor de levering van een aandeel, waaronder begrepen de verkrijging van een aandeel door de vennootschap, en de STATUTEN Naam en zetel Artikel 1 1. De vennootschap draagt de naam: [ ]. 2. De vennootschap heeft haar zetel in de gemeente [ ]. Doel Artikel 2 De vennootschap heeft ten doel: a. [ ]; b. het oprichten

Nadere informatie

MONTEA VOLMACHT. Ondergetekende: NAAM WOONPLAATS NAAM VENNOOTSCHAP RECHTSVORM MAATSCHAPPELIJKE ZETEL ONDERNEMINGSNUMMER VERTEGENWOORDIGD DOOR

MONTEA VOLMACHT. Ondergetekende: NAAM WOONPLAATS NAAM VENNOOTSCHAP RECHTSVORM MAATSCHAPPELIJKE ZETEL ONDERNEMINGSNUMMER VERTEGENWOORDIGD DOOR MONTEA Openbare Gereglementeerde Vastgoedvennootschap naar Belgisch recht Commanditaire Vennootschap op Aandelen die een openbaar beroep doet op het spaarwezen Industrielaan 27-9320 Erembodegem (Aalst)

Nadere informatie

"ECODIS" in vereffening Naamloze vennootschap. Brechtsebaan 30 2900 Schoten. RPR (Antwerpen) 0478.049.157 BTW BE 0478.049.157. (de "Vennootschap")

ECODIS in vereffening Naamloze vennootschap. Brechtsebaan 30 2900 Schoten. RPR (Antwerpen) 0478.049.157 BTW BE 0478.049.157. (de Vennootschap) "ECODIS" in vereffening Naamloze vennootschap Brechtsebaan 30 2900 Schoten RPR (Antwerpen) 0478.049.157 BTW BE 0478.049.157 (de "Vennootschap") De vereffenaar van de Vennootschap nodigt u bij deze graag

Nadere informatie

Eckert & Ziegler BEBIG NV Industriezone C, 7180 Seneffe BTW 457.288.682 (Charleroi) Rechtspersonenregister 0457.288.682 www.bebig.

Eckert & Ziegler BEBIG NV Industriezone C, 7180 Seneffe BTW 457.288.682 (Charleroi) Rechtspersonenregister 0457.288.682 www.bebig. Eckert & Ziegler BEBIG NV Industriezone C, 7180 Seneffe BTW 457.288.682 (Charleroi) Rechtspersonenregister 0457.288.682 www.bebig.eu (de "Vennootschap") AANKONDIGING VAN DE JAARLIJKSE ALGEMENE VERGADERING

Nadere informatie

Houder van3: ISIN BE aandelen,

Houder van3: ISIN BE aandelen, Naamloze Vennootschap A. Vaucampslaan 42, 1654 Huizingen BTW BE / RPR 0429.037.235 Brussel (België) VOLMACHT VOOR DE JAARLIJKSE ALGEMENE AANDEELHOUDERSVERGADERING 14 SEPTEMBER 2016 VANAF 17.00 UUR Ondergetekende

Nadere informatie

Het besturen van een vereniging en stichting

Het besturen van een vereniging en stichting Het besturen van een vereniging en stichting Roland van Mourik notaris Cursus Goed Bestuur Nijmegen 6 oktober 2009 Roland van Mourik 37 jaar 1990-1991 propaedeuse rechten te Leiden 1991-1996 notarieel

Nadere informatie

ALGEMENE INHOUDSTAFEL

ALGEMENE INHOUDSTAFEL VOORWERK 5 ALGEMENE INHOUDSTAFEL (Deze inhoudstafel geeft weer welke artikelen reeds becommentarieerd zijn.) Wetboek van vennootschappen (Wet van 7 mei 1999, B.S. 6 augustus 1999 (tweede uitg.)) Boek I.

Nadere informatie

ABLYNX NV. (de Vennootschap of Ablynx )

ABLYNX NV. (de Vennootschap of Ablynx ) ABLYNX NV Naamloze Vennootschap die een openbaar beroep heeft gedaan op het spaarwezen Maatschappelijke zetel: Technologiepark 21, 9052 Zwijnaarde Ondernemingsnummer: 0475.295.446 (RPR Gent) (de Vennootschap

Nadere informatie

Vennootschapsrecht in België. Harald De Muynck Kevin De Muynck

Vennootschapsrecht in België. Harald De Muynck Kevin De Muynck Vennootschapsrecht in België Harald De Muynck Kevin De Muynck EDITIE 2016 D/2016/4804/088 ISBN 978 90 382 2619 4 NUR 163 Vormgeving cover: Studio Lannoo Vormgeving binnenwerk: bvba le Pur et l Impur De

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1994 1995 24 139 Regels met betrekking tot naar buitenlands recht opgerichte, rechtspersoonlijkheid bezittende kapitaalvennootschappen die hun werkzaamheid

Nadere informatie

De algemene vergadering van heeft in haar zitting besloten nieuwe statuten aan te nemen als volgt:

De algemene vergadering van heeft in haar zitting besloten nieuwe statuten aan te nemen als volgt: Adventure Diving vzw H. Theresialaan 79, bus 3 1700 Dilbeek NIEUWE STATUTEN De algemene vergadering van heeft in haar zitting besloten nieuwe statuten aan te nemen als volgt: HOOFDSTUK I Naam, zetel, doel

Nadere informatie

Tax shelter voor startende ondernemingen

Tax shelter voor startende ondernemingen Newsflash Tax shelter voor startende ondernemingen Via de tax shelter wil de Federale overheid natuurlijke personen fiscaal aanmoedigen om risicokapitaal te verschaffen aan startende ondernemingen binnen

Nadere informatie

Oproeping Gewone Algemene Vergadering

Oproeping Gewone Algemene Vergadering -1- Oproeping Gewone Algemene Vergadering 25 april 2019 CARE PROPERTY INVEST naamloze vennootschap Openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap naar Belgisch recht Maatschappelijke zetel:, Ondernemingsnummer

Nadere informatie

bpost Naamloze vennootschap van publiek recht Muntcentrum, 1000 Brussel Ondernemingsnr. 214.596.464 (RPR Brussel) ( bpost NV )

bpost Naamloze vennootschap van publiek recht Muntcentrum, 1000 Brussel Ondernemingsnr. 214.596.464 (RPR Brussel) ( bpost NV ) bpost Naamloze vennootschap van publiek recht Muntcentrum, 1000 Brussel Ondernemingsnr. 214.596.464 (RPR Brussel) ( bpost NV ) OPROEPING TOT DE GEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS VAN 13 MEI

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies Omrekening van kapitaal bij grensoverschrijdende fusies

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies Omrekening van kapitaal bij grensoverschrijdende fusies COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN Omrekening van kapitaal bij grensoverschrijdende fusies Advies van 16 december 2009 I. INLEIDING De Belgische wetgever heeft de grensoverschrijdende fusie, voorzien

Nadere informatie

Wet van 17 juli 1975 op de boekhouding van de ondernemingen. Officieuze coördinatie op 22/04/2012. Artikel 1

Wet van 17 juli 1975 op de boekhouding van de ondernemingen. Officieuze coördinatie op 22/04/2012. Artikel 1 Wet van 17 juli 1975 op de boekhouding van de ondernemingen Officieuze coördinatie op 22/04/2012 Hoofdstuk I - Boekhouding en jaarrekening van de ondernemingen Artikel 1 Voor de toepassing van dit hoofdstuk

Nadere informatie

TELENET GROUP HOLDING NV. Naamloze Vennootschap naar Belgisch Recht Liersesteenweg Mechelen RPR Antwerpen - afdeling Mechelen

TELENET GROUP HOLDING NV. Naamloze Vennootschap naar Belgisch Recht Liersesteenweg Mechelen RPR Antwerpen - afdeling Mechelen TELENET GROUP HOLDING NV Naamloze Vennootschap naar Belgisch Recht Liersesteenweg 4 2800 Mechelen RPR Antwerpen - afdeling Mechelen 0477.702.333 UITNODIGING VOOR DE GEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS

Nadere informatie

Checklist oprichting vennootschap. Identificatie. Nuttige adressen. Checklist

Checklist oprichting vennootschap. Identificatie. Nuttige adressen. Checklist Checklist oprichting vennootschap Identificatie rechtsvorm (bvba/nv/cva/cv/cvoha) naam verkorte benaming zetel (adres) telefoon fax kontaktpersoon Nuttige adressen accountant (adres, telefoon, fax, kontaktpersoon)

Nadere informatie

INLEIDING: OVERGANGSREGELING EN INWERKINGTREDING DEEL 1. ALGEMENE BEPALINGEN BOEK 1. Inleidende bepalingen... 22

INLEIDING: OVERGANGSREGELING EN INWERKINGTREDING DEEL 1. ALGEMENE BEPALINGEN BOEK 1. Inleidende bepalingen... 22 Inhoudsopgave INLEIDING: OVERGANGSREGELING EN INWERKINGTREDING... 19 DEEL 1. ALGEMENE BEPALINGEN... 22 BOEK 1. Inleidende bepalingen... 22 TITEL 1. Vennootschap, vereniging en stichting... 22 TITEL 2.

Nadere informatie

Externe financiële verslaggeving

Externe financiële verslaggeving Externe financiële verslaggeving Diete Haesendonckx Hfst 1: Inleidende beschouwingen 1. Analyse van de jaarrekening (JR) Tijdens het jaar è boekhouding(registreren van handelsgebeurtenissen) Einde van

Nadere informatie

F L U X Y S Naamloze Vennootschap. Kunstlaan Brussel BTW BE RPR Brussel

F L U X Y S Naamloze Vennootschap. Kunstlaan Brussel BTW BE RPR Brussel F L U X Y S Naamloze Vennootschap Kunstlaan 31-1040 Brussel BTW BE 0402 954 628 RPR Brussel UITTREKSEL VAN DE BIJEENROEPING VAN DE BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN 9 MEI 2006 Voorstel om de statuten

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 425 Wet van 14 september 2006 tot uitvoering van verordening (EG) Nr. 1435/2003 van de Raad van de Europese Unie van 22 juli 2003 betreffende

Nadere informatie

Comm. VA Wereldhave Belgium SCA - Gewone en Buitengewone Algemene Vergadering - VOLMACHTFORMULIER VOLMACHT

Comm. VA Wereldhave Belgium SCA - Gewone en Buitengewone Algemene Vergadering - VOLMACHTFORMULIER VOLMACHT VOLMACHT Ondergetekende: met woonplaats te ------------------------------------------------------------------------------------------ ---------------------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

MBO+ / Intermediate vocational education. Raymond Reinhardt. 3R Business Development 3R ONDERNEMINGSVORMEN.

MBO+ / Intermediate vocational education. Raymond Reinhardt. 3R Business Development 3R ONDERNEMINGSVORMEN. MBO+ / Intermediate vocational education Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 M Natuurlijk persoon: het gaat hier om een mens; ieder mens heeft rechten en plichten

Nadere informatie

STATUTENWIJZIGING. d.d. 25 januari Als gevolg van het besluit tot statutenwijziging luiden de statuten met onmiddellijke ingang als volgt:

STATUTENWIJZIGING. d.d. 25 januari Als gevolg van het besluit tot statutenwijziging luiden de statuten met onmiddellijke ingang als volgt: STATUTENWIJZIGING d.d. 25 januari 2018 Als gevolg van het besluit tot statutenwijziging luiden de statuten met onmiddellijke ingang als volgt: NAAM Artikel 1 De stichting is genaamd: Stichting Zeeuwland.

Nadere informatie

Praktische opdracht Management & Organisatie Rechtsvormen

Praktische opdracht Management & Organisatie Rechtsvormen Praktische opdracht Management & Organisatie Rechtsvormen Praktische-opdracht door een scholier 1848 woorden 19 december 2007 7,5 9 keer beoordeeld Vak M&O De opdracht: 1 ondernemingsvormen - Zoek via

Nadere informatie

AGENDA EN VOORGESTELDE BESLUITEN VOOR DE GEWONE ALGEMENE VERGADERING

AGENDA EN VOORGESTELDE BESLUITEN VOOR DE GEWONE ALGEMENE VERGADERING Econocom Group SE Europese vennootschap die publiek beroep doet of heeft gedaan op het spaarwezen Maatschappelijke zetel: Marsveldplein 5, 1050 Brussel Ondernemingsnummer: 0422.646.816 (RPR Brussel) OPROEPING

Nadere informatie

NOTULEN VAN DE GEWONE ALGEMENE VERGADERING GEHOUDEN OP 16 MEI 2014

NOTULEN VAN DE GEWONE ALGEMENE VERGADERING GEHOUDEN OP 16 MEI 2014 KINEPOLIS GROUP NV Naamloze vennootschap die publiek beroep doet of gedaan heeft op het spaarwezen Eeuwfeestlaan 20 1020 Brussel Ondernemingsnummer BTW BE 0415.928.179 RPR Brussel NOTULEN VAN DE GEWONE

Nadere informatie

UITNODIGING VOOR GEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS

UITNODIGING VOOR GEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS Naamloze vennootschap De Gerlachekaai 20 te 2000 Antwerpen BTW BE 0860 409 202 RPR Antwerpen UITNODIGING VOOR GEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS De raad van bestuur heeft de eer de aandeelhouders

Nadere informatie

VOORSTEL TOT STATUTENWIJZIGING Koninklijke KPN N.V., gevestigd te 's-gravenhage. (KPN) 7 maart 2018

VOORSTEL TOT STATUTENWIJZIGING Koninklijke KPN N.V., gevestigd te 's-gravenhage. (KPN) 7 maart 2018 VOORSTEL TOT STATUTENWIJZIGING Koninklijke KPN N.V., gevestigd te 's-gravenhage. (KPN) 7 maart 2018 zoals dit ter besluitvorming wordt voorgelegd aan de op 18 april 2018 te houden algemene vergadering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 179 Wijziging van de Handelsregisterwet 2007, de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme en enkele andere wetten in verband

Nadere informatie

College NV en BV; Aandelen

College NV en BV; Aandelen College NV en BV; Aandelen Mr. K. Frielink Universiteit van de Nederlandse Antillen Dinsdag 23 februari 2010 van 19.00-20.30 uur NV en BV - inleiding 1. De NV is een RP met een of meer op naam of aan toonder

Nadere informatie

AGENDA VAN DE GEWONE ALGEMENE VERGADERING VOORGESTELDE BESLUITEN VOOR DE GEWONE ALGEMENE VERGADERING

AGENDA VAN DE GEWONE ALGEMENE VERGADERING VOORGESTELDE BESLUITEN VOOR DE GEWONE ALGEMENE VERGADERING Econocom Group SA/NV Naamloze vennootschap die publiek beroep doet of heeft gedaan op het spaarwezen Maatschappelijke zetel: Marsveldplein 5, 1050 Brussel Ondernemingsnummer: 0422.646.816 (RPR Brussel)

Nadere informatie

Hervorming van het vennootschapsrecht Algemene bepalingen & Overzicht vennootschapsvormen

Hervorming van het vennootschapsrecht Algemene bepalingen & Overzicht vennootschapsvormen Hervorming van het vennootschapsrecht Algemene bepalingen & Overzicht vennootschapsvormen FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W

Nadere informatie

the art of creating value in retail estate

the art of creating value in retail estate Naamloze vennootschap, openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap naar Belgisch recht, met zetel te Industrielaan 6, 1740 Ternat (België), RPR Brussel: 0434.797.847 the art of creating value in retail

Nadere informatie

Transparante Vennootschap

Transparante Vennootschap Transparante Vennootschap Er is een Transparante Vennootschap (hierna: TV) ingevoerd. Een TV is een naamloze vennootschap (hierna NV) of een besloten vennootschap (hierna: BV) die verzcht heeft om voor

Nadere informatie

Uittreksel uit het verslag van de algemene vergadering van 11 april 2008. Art. 1. De vereniging zonder winstoogmerk draagt als naam Zevenbunder.

Uittreksel uit het verslag van de algemene vergadering van 11 april 2008. Art. 1. De vereniging zonder winstoogmerk draagt als naam Zevenbunder. vzw Zevenbunder, NIEUWE STATUTEN Uittreksel uit het verslag van de algemene vergadering van 11 april 2008 De statuten van de vzw worden gewijzigd door de volledige vervanging van de teksten, zoals gepubliceerd

Nadere informatie

VOORSTEL TOT WIJZIGING VAN DE STATUTEN VAN WERELDHAVE N.V., gevestigd in de gemeente Haarlemmermeer (Schiphol),

VOORSTEL TOT WIJZIGING VAN DE STATUTEN VAN WERELDHAVE N.V., gevestigd in de gemeente Haarlemmermeer (Schiphol), VOORSTEL TOT WIJZIGING VAN DE STATUTEN VAN WERELDHAVE N.V., gevestigd in de gemeente Haarlemmermeer (Schiphol), zoals ter besluitvorming voor te leggen aan de algemene vergadering van aandeelhouders te

Nadere informatie

KBC BANK Naamloze Vennootschap Havenlaan Brussel. BTW BE (RPR Brussel)

KBC BANK Naamloze Vennootschap Havenlaan Brussel. BTW BE (RPR Brussel) KBC BANK Naamloze Vennootschap Havenlaan 2-1080 Brussel BTW BE 0462.920.226 (RPR Brussel) Oproeping tot de Jaarvergadering en de Buitengewone Algemene Vergadering van KBC Bank NV die zullen plaatsvinden

Nadere informatie

Vennootschappen ontbinden vóór 1 oktober 14 tegen 10%

Vennootschappen ontbinden vóór 1 oktober 14 tegen 10% Vennootschappen ontbinden vóór 1 oktober 14 tegen 10% In onze vorige nieuwsbrief kwam de overgangsmaatregel aan bod opgenomen in de programmawet van 28 juni 2013 waarmee, voor vennootschappen die niet

Nadere informatie

Help, ik ben aandeelhouder

Help, ik ben aandeelhouder Help, ik ben aandeelhouder De rol van de aandeelhouder Bart Bellen 7 mei 2015 Minervastraat 5 1930 ZAVENTEM T +32 (0)2 275 00 75 F +32 (0)2 275 00 70 www.contrast -law.be Beursgenoteerd / nietbeursgenoteerd

Nadere informatie

ZETES INDUSTRIES. Naamloze Vennootschap. Straatsburgstraat 3, 1130 Brussel. Ondernemingsnummer Register van de rechtspersonen (Brussel)

ZETES INDUSTRIES. Naamloze Vennootschap. Straatsburgstraat 3, 1130 Brussel. Ondernemingsnummer Register van de rechtspersonen (Brussel) ZETES INDUSTRIES Naamloze Vennootschap Straatsburgstraat 3, 1130 Brussel Ondernemingsnummer 0425.609.373 Register van de rechtspersonen (Brussel) GEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS OPROEPING

Nadere informatie

ISIN BE aandelen,

ISIN BE aandelen, Naamloze Vennootschap A. Vaucampslaan 42, 1654 Huizingen BTW BE / RPR 0429.037.235 Brussel (België) VOLMACHT VOOR DE JAARLIJKSE ALGEMENE AANDEELHOUDERSVERGADERING 13 SEPTEMBER 2017 VANAF 17.00 UUR Ondergetekende

Nadere informatie

NOTULEN VAN DE GEWONE ALGEMENE VERGADERING GEHOUDEN TE LEUVEN OP 2 JUNI 2016

NOTULEN VAN DE GEWONE ALGEMENE VERGADERING GEHOUDEN TE LEUVEN OP 2 JUNI 2016 TiGenix Naamloze vennootschap die een openbaar beroep doet of heeft gedaan op het spaarwezen Romeinse straat 12 bus 2 3001 Leuven BTW BE 0471.340.123 RPR Leuven (de Vennootschap ) NOTULEN VAN DE GEWONE

Nadere informatie

PBO. Statuten. Provinciale Brandweerschool van Oost-Vlaanderen v.z.w. HOOFDSTUK I Benaming, zetel, duur en doel

PBO. Statuten. Provinciale Brandweerschool van Oost-Vlaanderen v.z.w. HOOFDSTUK I Benaming, zetel, duur en doel PBO Provinciale Brandweerschool van Oost-Vlaanderen v.z.w. Directie Statuten HOOFDSTUK I Benaming, zetel, duur en doel Artikel 1 De vereniging draagt de naam : "Provinciale Brandweerschool van Oost-Vlaanderen",

Nadere informatie