De Groep asiel heeft op 5-6 en september 2002 de bespreking van bovengenoemd voorstel voortgezet.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De Groep asiel heeft op 5-6 en september 2002 de bespreking van bovengenoemd voorstel voortgezet."

Transcriptie

1 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 5 september 00 (08.0) (OR. en) PUBLIC 99/0 Interinstitutioneel dossier: 00/007 (CNS) LIMITE ASILE 45 RESULTAAT BESPREKINGEN van: de Groep asiel d.d.: 5-6 en 7-8 september 00 nr. vorig doc.: 356/0 ASILE 40 nr. Comv.: 360/0 ASILE 5 - COM(00) 50 def. Betreft: Voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende minimumnormen voor de erkenning en de status van onderdanen van derde landen en staatlozen als vluchtelingen of als personen die anderszins internationale bescherming behoeven I De Groep asiel heeft op 5-6 en 7-8 september 00 de bespreking van bovengenoemd voorstel voortgezet. Voor de delegaties gaat in deel II van dit document de tekst van het voorstel; de opmerkingen van de delegaties staan in de voetnoten. De wijzigingen ten opzichte van document 356/0 ASILE 40 + COR (en) zijn vet gedrukt. 99/0 eek/gra/td

2 II Ontwerp RICHTLIJN VAN DE RAAD inzake minimumnormen voor de erkenning en de status van onderdanen van derde landen en staatlozen als vluchteling of als persoon die anderszins internationale bescherming behoeft HOOFDSTUK I Algemene bepalingen Artikel Onderwerp en draagwijdte Het doel van deze richtlijn is, minimumnormen vast te stellen voor de erkenning en de status van onderdanen van derde landen en staatlozen als vluchteling of als persoon die anderszins internationale bescherming behoeft. Artikel Definities In deze richtlijn wordt verstaan onder: (a) "internationale bescherming": de vluchtelingenstatus en de subsidiaire beschermingsstatus zoals omschreven in de punten d) en f) [...] ; (b) "Verdrag van Genève": het Verdrag betreffende de status van vluchtelingen dat op 8 juli 95 te Genève tot stand is gekomen, zoals gewijzigd bij het Protocol van New York van 3 januari 967; E: wil de voorgaande versie van 356/0 ASILE 40. Er moet een "echte" definitie van "internationale bescherming" komen. 99/0 eek/gra/td

3 (c) "vluchteling": een onderdaan van een derde land die zich wegens een gegronde vrees voor vervolging om redenen van ras, godsdienst, nationaliteit, politieke overtuiging of het behoren tot een bepaalde sociale groep, buiten het land bevindt waarvan hij de nationaliteit bezit en de bescherming van dat land niet kan of, wegens deze vrees, niet wil inroepen, dan wel een staatloze die zich om dezelfde bovengenoemde reden buiten het land bevindt waar hij vroeger gewoonlijk verbleef en daarheen niet kan, dan wel, wegens genoemde vrees, niet wil terugkeren, en op wie artikel 4 niet van toepassing is ; (d) "vluchtelingenstatus": de erkenning door een lidstaat van een onderdaan van een derde land of een staatloze als vluchteling ; (e) "persoon die voor subsidiaire bescherming in aanmerking komt": een onderdaan van een derde land of een staatloze die niet voor de vluchtelingenstatus in aanmerking komt, doch ten aanzien van wie er zwaarwegende gronden bestaan om aan te nemen dat, wanneer hij naar zijn land van herkomst, of in het geval van een staatloze, naar het land waar hij vroeger gewoonlijk verbleef, terugkeert, [...] een reëel risico 3 zou lopen op ernstige en ongerechtvaardigde schade 4 als omschreven in artikel 5, en op wie artikel 7 niet van toepassing is; (f) "subsidiaire-beschermingsstatus": de erkenning door een lidstaat van een onderdaan van een derde land of een staatloze als een persoon die voor subsidiaire bescherming in aanmerking komt [...]; 3 4 IRL/S : studievoorbehoud. IRL: studievoorbehoud. F: "en persoonlijk" toevoegen om de reikwijdte van de subsidiaire bescherming te beperken tot gevallen waarin personen individueel bedreigd worden. S: studievoorbehoud, wil "gegronde vrees" (als in het oorspronkelijke Commissievoorstel) in plaats van zwaarwegende "gronden". Met betrekking tot de bewijzen moeten hier dezelfde eisen opgenomen worden als voor de vluchtelingenstatus. Verder moet rekening worden gehouden met de formulering van besluiten van het Comité tegen foltering. steunde S waar het erom gaat te vermijden dat verschillende hoven of instanties (zoals het Europese Hof voor de rechten van de mens en het Comité tegen foltering) in vergelijkbare gevallen uiteenlopende uitspraken doen. D: de huidige formulering kan problemen opleveren bij de beoordeling van bewijzen. Kwesties inzake de beoordeling van bewijzen moeten in artikel 7 worden geregeld. D/GR/F: de term "ongerechtvaardigde schade" vermijden, want die is misplaatst en kan ertoe leiden dat "gerechtvaardigde schade" wel aanvaard wordt. 99/0 eek/gra/td 3

4 (g) "verzoek om internationale bescherming": een verzoek van een onderdaan van een derde land of een staatloze om bescherming van een lidstaat die kennelijk om de vluchtelingenstatus of de subsidiaire-beschermingsstatus verzoekt. [...] Elk verzoek om bescherming wordt geacht een verzoek om internationale bescherming te zijn, tenzij de verzoeker uitdrukkelijk om een niet onder deze richtlijn vallende andere vorm van bescherming verzoekt waarom afzonderlijk kan worden gevraagd ; (h) (geschrapt) (i) (geschrapt) 3 (j) "gezinsleden": voorzover het gezin reeds bestond in het land van herkomst, de volgende leden van het gezin van de persoon aan wie de vluchtelingenstatus of de subsidiaire bescherming is verleend die in verband met het verzoek om internationale bescherming in dezelfde lidstaat aanwezig zijn: 3 GR/E/FIN: tweede zin schrappen. F: studievoorbehoud bij de tweede zin. D: stelde voor de tweede zin als volgt te lezen: "Een dergelijk verzoek wordt als een verzoek om internationale bescherming beschouwd, tenzij de verzoeker uitdrukkelijk weigert of uitdrukkelijk iets anders vraagt". Voorzitterschap: deelde mee dat de tweede zin zal worden aangepast. Cie: er moet weer een definitie van "asielverzoek" worden opgenomen. IRL: studievoorbehoud bij de weglating. Cie: er moet weer een definitie van "verzoek om subsidiaire bescherming" worden opgenomen. 99/0 eek/gra/td 4

5 i) de echtgenoot van de persoon aan wie de vluchtelingenstatus of de subsidiaire bescherming is verleend of diens niet gehuwde partner met wie hij een duurzame relatie onderhoudt, indien de wetgeving of de praktijk van de betrokken lidstaat ongehuwde paren krachtens zijn vreemdelingenwetgeving op een vergelijkbare wijze behandelt als gehuwde paren; ii) de minderjarige kinderen van de onder i) bedoelde paren of de persoon aan wie de vluchtelingenstatus of de subsidiaire bescherming is verleend, mits zij ongehuwd zijn en ten laste komen, ongeacht de vraag of zij naar nationaal recht wettige, buitenechtelijke of geadopteerde kinderen zijn; iii) (geschrapt) (k) (geschrapt) (l) "alleenstaande minderjarigen": onderdanen van derde landen en staatlozen jonger dan 8 jaar die zonder begeleiding van een voor hen hetzij wettelijk, hetzij volgens het gewoonterecht verantwoordelijke volwassene op het grondgebied van de lidstaten aankomen, zolang zij niet daadwerkelijk onder de hoede van een dergelijke volwassene zijn gesteld. Ook vallen onder deze definitie minderjarigen die, nadat zij het grondgebied van de lidstaten zijn binnengekomen, zonder begeleiding zijn komen te verkeren; D//S: "en ten laste komen" schrappen, want dit lijkt een extra criterium. E: "en ten laste komen" is nodig in verband met minderjarigen die zelfstandig ("ontvoogd") zijn ingevolge een besluit van de rechter. Cie, bijgevallen door IRL/I: het als volgt gewijzigde punt iii) opnemen: "iii) De lidstaten kunnen ook als gezinslid beschouwen: andere naaste verwanten die ten tijde van het vertrek uit het land van herkomst deel uitmaakten van het gezin van de persoon aan wie de internationale bescherming is verleend, en die toentertijd volledig of grotendeels te zijnen laste kwamen. [of als alternatief:] eerstegraads verwanten in rechtstreekse opgaande lijn en de volwassen ongehuwde kinderen wanneer zij ten laste komen van de persoon aan wie de internationale bescherming is verleend.". /S: deze bepaling moet een verplichting inhouden, dus "de lidstaten beschouwen" in plaats van "de lidstaten kunnen... beschouwen". D/FIN: studievoorbehoud bij het voorstel van de Commissie. D: in artikel 6 bepalen dat de lidstaten de reikwijdte kunnen uitbreiden tot andere gezinsleden. 99/0 eek/gra/td 5

6 (m) "verblijfstitel": iedere door de instanties van een lidstaat overeenkomstig de wetgeving van die lidstaat verstrekte vergunning of machtiging op grond waarvan een onderdaan van een derde land of staatloze op het grondgebied van die lidstaat mag verblijven ; (n) "land van herkomst": het land of de landen van de nationaliteit of, voor staatlozen, van de vroegere gewone verblijfplaats. Artikel 3 (geschrapt) Artikel 4 Gunstiger bepalingen De lidstaten kunnen ter bepaling van wie als vluchteling of als persoon die subsidiaire bescherming behoeft wordt erkend en ter bepaling van de inhoud van de internationale bescherming gunstiger normen vaststellen of handhaven indien deze met de onderhavige richtlijn verenigbaar zijn. E: deze definitie dient overeen te komen met die in artikel, onder j), van de ontwerpverordening tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek. D: studievoorbehoud. 99/0 eek/gra/td 6

7 HOOFDSTUK II Beoordeling van verzoeken om internationale bescherming Artikel 5 (geschrapt - overgebracht naar artikel ) Artikel 6 (geschrapt - zie nieuw artikel bis) D: stelde de volgende tekst voor: Artikel 6 Uitbreiding van de vluchtelingenbescherming tot familieleden. De lidstaten waarborgen dat gezinsleden reeds aanspraak kunnen maken op de status van vluchteling a) indien zij hun verzoek om internationale bescherming voor of gelijk met de vluchteling hebben ingediend, dan wel onmiddellijk na aankomst op het grondgebied van de lidstaat, en b) indien overeenkomstig artikel, punt j), onder i), het huwelijk of de vaste relatie met de ongehuwde partner reeds bestond in het land van herkomst van de vluchteling of van de echtgenoot of ongehuwde partner.. In gevallen overeenkomstig artikel, punt j), onder ii), waarin het kind geboren is op het grondgebied van de lidstaat nadat de vluchteling is erkend, moet het verzoek om internationale bescherming binnen een jaar na de geboortedatum worden ingediend. 3. Lid is niet van toepassing indien het gezinslid op grond van het bepaalde in artikel 4 van de vluchtelingenstatus uitgesloten is. 4. De lidstaten mogen regelingen treffen waarin is bepaald dat de leden tot en met 3 van overeenkomstige toepassing zijn op gezinsleden van personen die in aanmerking komen voor de subsidiaire-beschermingsstatus. 99/0 eek/gra/td 7

8 Artikel 7 Beoordeling van feiten en omstandigheden. De lidstaten mogen van de verzoeker verlangen dat hij alle elementen ter staving van het verzoek om internationale bescherming zo spoedig mogelijk indient.. De verzoeker wordt geacht van alle voor zijn verzoek benodigde elementen kennis te hebben gegeven wanneer hij verklaringen heeft afgelegd en in zijn bezit zijnde documentatie heeft verstrekt over zijn leeftijd, achtergrond, identiteit, nationaliteit, reisroutes, identiteitsen reisdocumenten en de redenen waarom hij een verzoek om internationale bescherming indient. 3. De beoordeling van een verzoek om internationale bescherming moet plaatsvinden op individuele basis en houdt onder meer rekening met: (a) (b) alle relevante feiten in verband met het land van herkomst op het tijdstip waarop een beslissing inzake het verzoek wordt genomen met inbegrip van wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van het land van herkomst en de wijze waarop deze worden toegepast; de door de verzoeker afgelegde verklaring en overgelegde documenten, samen met informatie over de vraag of de verzoeker reeds eerder aan vervolging of andere ernstige en ongerechtvaardigde schade is blootgesteld dan wel blootgesteld zou kunnen worden; A/IRL/FIN/S: studievoorbehoud. D: stelt voor de volgende bepaling toe te voegen: Artikel 7 bis [Mate van waarschijnlijkheid / risicobeoordeling]. Bij de beoordeling van de vrees van de verzoeker voor vervolging of blootstelling aan andere ernstige en ongerechtvaardigde schade, houdt de lidstaat er rekening mee hoe waarschijnlijk het is dat er vervolging of blootstelling aan andere ernstige en ongerechtvaardigde schade plaatsvindt:. Als de verzoeker reeds eerder aan vervolging of ernstige en ongerechtvaardigde schade werd blootgesteld, dan wel rechtstreeks is bedreigd met vervolging of andere ernstige en ongerechtvaardigde schade, wordt het verzoek alleen afgewezen indien dat gevaar in geval van terugkeer met redelijke zekerheid/aannemelijkheid kan worden uitgesloten. 99/0 eek/gra/td 8

9 (c) de individuele situatie en persoonlijke omstandigheden van de verzoeker, waartoe factoren behoren zoals achtergrond, geslacht, leeftijd, gezondheidstoestand en handicaps, teneinde te beoordelen of op basis van de persoonlijke omstandigheden van de verzoeker, het optreden waaraan hij is of kon worden blootgesteld, overeenkomen met vervolging of ernstige en ongerechtvaardigde schade. 4. Het feit dat de verzoeker in het verleden reeds is blootgesteld aan vervolging of aan ernstige en ongerechtvaardigde schade of dat hij rechtstreeks is bedreigd met dergelijke vervolging of dergelijke schade is een duidelijke aanwijzing dat de vrees van de verzoeker voor vervolging gegrond is en het gevaar van blootstelling aan ernstige en ongerechtvaardigde schade reëel is, tenzij de omstandigheden in het land van herkomst van de verzoeker, dan wel zijn betrekkingen met dat land sedertdien ingrijpend zijn gewijzigd. 5. Ondanks het eventuele ontbreken van bewijsmateriaal voor een aantal van de verklaringen van de verzoeker, wordt de verzoeker geloofwaardig geacht en wordt hem het voordeel van de twijfel gegund wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan: i) de verzoeker heeft een oprechte inspanning geleverd om zijn verzoek te staven; ii) alle relevante elementen waarover hij beschikt, zijn overgelegd, of er is een bevredigende verklaring gegeven voor het ontbreken van die elementen; iii) de verklaringen van de verzoeker zijn samenhangend en aannemelijk bevonden en zijn niet in strijd met algemeen bekende feiten die relevant zijn voor zijn verzoek. 99/0 eek/gra/td 9

10 Artikel 8 Ter plaatse ontstane behoefte aan internationale bescherming. Een gegronde vrees voor vervolging of voor een reëel risico op het lijden van ernstige en ongerechtvaardigde schade kan zijn gegrond op gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden nadat de verzoeker het land van herkomst heeft verlaten.. Een gegronde vrees voor vervolging of voor een reëel risico op het lijden van ernstige en ongerechtvaardigde schade kan gegrond zijn op activiteiten van de verzoeker sedert hij het land van herkomst heeft verlaten, met name wanneer wordt vastgesteld dat de betrokken activiteiten de uitdrukking en de voortzetting vormen van overtuigingen of strekkingen die de betrokkene in het land van herkomst aanhing. 3. De regel in lid geldt niet wanneer deze activiteiten uitsluitend ten doel hadden de nodige voorwaarden te scheppen om een verzoek om internationale bescherming te kunnen indienen, tenzij de verzoeker kan aantonen dat deze activiteiten uitzonderlijk genoeg in een gegronde vrees voor vervolging of voor een reëel risico op het lijden van ernstige en ongerechtvaardigde schade hebben geresulteerd. D en GR: voorbehouden; deze bepaling zou alleen betrekking moeten hebben op de vluchtelingenstatus. D/S: studievoorbehoud., daarin gesteund door F: dit lid vervangen door: "De toepassing van deze bepaling heeft in geen enkel opzicht gevolgen voor de verplichtingen van de lidstaten uit hoofde van het internationaal recht.". 99/0 eek/gra/td 0

11 Artikel 9 Actoren van vervolging of ernstige en ongerechtvaardigde schade Actoren van vervolging of ernstige en ongerechtvaardigde schade zijn onder meer: (a) de staat; (b) partijen of organisaties die de staat of een aanzienlijk deel daarvan beheersen; (c) niet-overheidsactoren, indien kan worden aangetoond dat de actoren als bedoeld in de punten a) en b), inclusief internationale organisaties, geen effectieve bescherming als bedoeld in artikel 9 bis kunnen of willen bieden tegen vervolging of ernstige en ongerechtvaardigde schade. Artikel 9 bis Actoren van bescherming. Bescherming kan worden geboden door: (a) de staat; of (b) partijen of organisaties, inclusief internationale organisaties, die de staat of een aanzienlijk deel daarvan controleren.. Doeltreffende bescherming wordt geboden wanneer de actoren als bedoeld onder de punten a) en b) adequate maatregelen ter verhindering van vervolging of het toebrengen van ernstige en ongerechtvaardigde schade treffen, onder andere door de instelling van een juridisch systeem voor de opsporing, gerechtelijke vervolging en bestraffing van handelingen die vervolging of ernstige en ongerechtvaardigde schade vormen, en wanneer de verzoeker toegang tot een dergelijke bescherming heeft. D/F: studievoorbehoud. 99/0 eek/gra/td

12 Artikel 0 Binnenlandse bescherming. Als onderdeel van de beoordeling van het verzoek om binnenlandse bescherming kunnen de lidstaten vaststellen dat een verzoeker geen behoefte heeft aan binnenlandse bescherming, indien er in een deel van het grondgebied van herkomst, of, in het geval van een staatloze, in een deel van het land waar hij zijn gewone verblijfplaats had, geen gegronde vrees bestaat voor vervolging of geen reëel risico op ernstige en ongerechtvaardigde schade en dat het niet onredelijk is van de verzoeker te verwachten dat hij in dat deel van het land verblijft. [. Bij de beoordeling of een deel van het land aan de in lid genoemde voorwaarden voldoet, houden de lidstaten rekening met de algemene omstandigheden in dat deel van het land en met de persoonlijke omstandigheden van de verzoeker]. 3. Het beginsel van lid kan van toepassing zijn ondanks het feit dat er technische belemmingeren bestaan om terug te keren. Het voorzitterschap stelt voor lid te schrappen, aangezien deze situatie al in artikel 7 wordt behandeld. 99/0 eek/gra/td

13 HOOFDSTUK III Voorwaarden voor het verkrijgen van de vluchtelingenstatus Artikel Daden van vervolging. Daden die als vervolging worden aangemerkt in de zin van artikel A van het Verdrag van Genève moeten: - zo ernstig zijn en zo herhaaldelijk voorkomen dat zij een ernstige schending vormen van de grondrechten van de mens, zoals het recht op leven, vrijheid of fysieke integriteit, of - in het licht van alle feiten betreffende het geval tezamen het slachtoffer van die daden [...] onmiskenbaar verhinderen in zijn land van herkomst te wonen.. Daden van vervolging als bedoeld in lid kunnen onder meer de vorm aannemen van : (a) daden van lichamelijk of geestelijk geweld; (b) wettelijke, administratieve, politiële en/of gerechtelijke maatregelen die zodanig worden uitgevoerd dat zij resulteren in discriminatie ; (c) onevenredige of discriminerende vervolging of bestraffing; (d) ontzegging van rechtsmiddelen, zodat een onevenredig zware of discriminerende straf wordt opgelegd, (e) vervolging of bestraffing van daden die voor de verzoeker noodzakelijk zijn om in zijn levensonderhoud te voorzien of zijn fysieke integriteit te bewaren; D: studievoorbehoud. Wenst de schrapping van "fysieke integriteit" en van "het slachtoffer verhinderen in zijn land van herkomst te wonen". E: punt a) moet in de aanhef van lid worden ingevoegd. 99/0 eek/gra/td 3

14 (f) vervolging of bestraffing wegens het niet-vervullen van militaire dienst tijdens een conflict, hetgeen door de relevante organen van de Verenigde Naties is veroordeeld, of wanneer het vervullen van militaire dienst handelingen inhoudt die onder de uitsluitingsclausule van deze richtlijn vallen ; (g) daden van genderspecifieke of kindspecifieke aard, inclusief seksueel geweld. Artikel Gronden van vervolging. Bij de beoordeling van de gronden van vervolging houden de lidstaten rekening met de volgende elementen: (a) het begrip "ras" omvat onder meer de aspecten huidskleur, afkomst of het behoren tot een bepaalde etnische groep ; (b) het begrip "godsdienst" omvat onder meer theïstische, niet-theïstische en atheïstische geloofsovertuigingen, het deelnemen aan of het zich onthouden van formele erediensten in de particuliere of openbare sfeer, hetzij alleen of in gemeenschap met anderen, andere religieuze activiteiten of uitingen, dan wel vormen van persoonlijk of gemeenschappelijk gedrag die op een godsdienstige overtuiging zijn gebaseerd of daardoor worden bepaald; (c) het begrip "nationaliteit" is niet beperkt tot staatsburgerschap of het ontbreken daarvan, maar omvat onder meer ook het behoren tot een groep die wordt bepaald door haar culturele, etnische of linguïstische identiteit, door een gemeenschappelijke geografische of politieke oorsprong of door verwantschap met de bevolking van een andere staat; GR/UK: studievoorbehoud. : de teksten onder a) en c) kunnen samengevoegd worden. Er moeten definities worden opgenomen van "ras" en "nationaliteit". Het voorzitterschap vroeg met een tekst te komen. 99/0 eek/gra/td 4

15 (d) Een groep kan worden geacht een specifieke sociale groep te vormen als onder meer: - leden van de groep een aangeboren kenmerk vertonen, zoals seksuele gerichtheid, leeftijd en geslacht 3, of een gemeenschappelijke achtergrond hebben die niet gewijzigd kan worden, of een kenmerk of geloof delen dat voor de identiteit of de morele integriteit van de betrokkenen dermate fundamenteel is, dat van de betrokkenen niet mag worden geëist dat zij dit opgeven, en - de groep in het betrokken land een eigen identiteit heeft, omdat zij anders wordt behandeld of door de rest van de maatschappij als anders gezien wordt; (e) het begrip "politieke overtuiging" houdt onder meer in dat de betrokkene een opvatting heeft, [...], betreffende een aangelegenheid die verband houdt met de staat, de regering of 4 het regeringsbeleid, ongeacht de vraag of de verzoeker zich in zijn handelen door deze overtuiging heeft laten leiden 5.. Bij het beoordelen of de vrees van de verzoeker voor vervolging gegrond is, doet het niet ter zake of de verzoeker in werkelijkheid de raciale, godsdienstige, nationale, sociale of politieke kenmerken vertoont die aanleiding geven tot de vervolging indien deze kenmerken hem of haar door de actor van de vervolging worden toegeschreven. D/GR/E/F: "seksuele gerichtheid" schrappen als kenmerk van een sociale groep. B/FIN/IRL/I//S/UK : tegen schrapping. A: studievoorbehoud bij de schrapping. B/GR/F/IRL : "leeftijd" schrappen als kenmerk van een sociale groep. I//S/UK : tegen schrapping. A/FIN : studievoorbehoud bij schrapping. 3. GR/E/F/ : "geslacht" schrappen als kenmerk van een sociale groep. B/D/IRL/I/S/UK : tegen schrapping. A/FIN : studievoorbehoud bij de schrapping. 4 : toevoegen "lichamen die het grondgebied van de staat of een aanzienlijk deel daarvan controleren, alsook het regeringsbeleid". 5 UK: stelt voor het volgende lid toe te voegen: () Van vervolging "op grond van" een of meer van de rubrieken a) tot en met e) in lid is sprake wanneer er een significant verband bestaat tussen deze categorie of categorieën en de vrees voor vervolging. 99/0 eek/gra/td 5

16 Artikel 3 Beëindiging [...]. [...] Een onderdaan van een derde land of staatloze houdt op een vluchteling te zijn wanneer hij: (a) vrijwillig opnieuw de bescherming inroept van het land van zijn nationaliteit; of (b) na verlies van zijn nationaliteit deze vrijwillig opnieuw heeft verworven; of (c) een nieuwe nationaliteit heeft verworven en de bescherming geniet van het land van zijn nieuwe nationaliteit; of (d) zich vrijwillig opnieuw gevestigd heeft in het land dat hij had verlaten of waarbuiten hij zich bevond uit vrees voor vervolging; of (e) omdat de omstandigheden in verband waarmee hij als vluchteling werd erkend, hebben opgehouden te bestaan, niet langer kan weigeren zich onder de bescherming te stellen van het land van zijn nationaliteit, tenzij er als gevolg van eerdere vervolging dwingende redenen zijn om te weigeren zich onder de bescherming te stellen van het land van zijn nationaliteit; (f) indien hij geen nationaliteit bezit, kan terugkeren naar het land waar hij vroeger zijn gewone verblijfplaats had, omdat de omstandigheden in verband waarmee hij als vluchteling werd erkend, hebben opgehouden te bestaan, tenzij er als gevolg van eerdere vervolging dwingende redenen zijn om te weigeren terug te keren naar het land waar hij vroeger zijn gewone verblijfplaats had. Bij de toepassing van punt e) dienen de lidstaten na te gaan of de verandering van de omstandigheden voldoende ingrijpend en duurzaam is om de gegronde vrees van de vluchteling voor vervolging weg te nemen.. (geschrapt) 99/0 eek/gra/td 6

17 Artikel 4 Uitsluiting. Een onderdaan van een derde land of staatloze wordt uitgesloten van de vluchtelingenstatus wanneer : (a) hij thans bescherming of bijstand ontvangt van andere organen of organisaties van de Verenigde Naties dan het Hoog Commissariaat van de Verenigde Naties voor vluchtelingen. Wordt een dergelijke bescherming of bijstand om enigerlei reden niet langer toegekend, zonder dat de situatie van de betrokkene overeenkomstig de desbetreffende resoluties van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties definitief geregeld is, dan kan de betrokkene zich ipso facto op deze richtlijn beroepen; (b) hij door de bevoegde autoriteiten van het land waarin hij zich heeft gevestigd, wordt erkend als drager van de rechten en verplichtingen welke met het bezit van de nationaliteit van dat land verbonden zijn;. Een onderdaan van een derde land of staatloze wordt uitgesloten van de vluchtelingenstatus wanneer er ernstige redenen zijn om aan te nemen dat: (a) hij een misdrijf tegen de vrede, een oorlogsmisdrijf of een misdrijf tegen de menselijkheid 3 heeft gepleegd of daartoe heeft aangezet, zoals gedefinieerd in de internationale instrumenten waarmee wordt beoogd regelingen te treffen ten aanzien van dergelijke misdrijven; (b) hij een ernstig niet-politiek misdrijf heeft gepleegd of daartoe heeft aangezet alvorens als vluchteling te zijn toegelaten; bijzonder wrede handelingen kunnen, zelfs indien zij met een beweerd politiek oogmerk zijn uitgevoerd, als ernstige, niet-politieke misdrijven aangemerkt worden; D: situaties waarin de verzoeker, sedert hij zijn land van herkomst heeft verlaten, betrokken is bij activiteiten die uitsluitend ten doel hebben de nodige voorwaarden te scheppen om een verzoek om internationale bescherming te kunnen indienen, moeten hier worden opgenomen, en niet in artikel 8, lid. : "thans" schrappen. IRL: deze begrippen moeten gedefinieerd of toegelicht worden. S: tegen toevoeging van "bijzonder wrede handelingen... worden". E: toevoegen: "Dit geldt zowel voor degenen die aan het misdrijf hebben deelgenomen als voor degenen die ertoe hebben aangezet" zoals staat in het Gemeenschappelijk standpunt van de Raad betreffende de definitie van de term "vluchteling". 99/0 eek/gra/td 7

18 (c) hij zich schuldig heeft gemaakt aan of heeft aangezet tot handelingen die in strijd zijn met de doelstellingen en beginselen van de Verenigde Naties als vervat in de preambule en de artikelen en van het Handvest van de Verenigde Naties. 3. De gronden voor uitsluiting bedoeld in punt zijn uitsluitend gebaseerd op het persoonlijke en intentionele gedrag van de betrokkene. [...] 4. (geschrapt) S: tegen de schrapping van dit lid, dat als volgt was geformuleerd: "De uitsluiting tast de krachtens het internationaal recht op de lidstaten rustende verplichtingen op geen enkele wijze aan." 99/0 eek/gra/td 8

19 HOOFDSTUK IV Vluchtelingenstatus Artikel 4 bis Toekenning van de vluchtelingenstatus De lidstaten verlenen de vluchtelingenstatus aan een onderdaan van een derde land of staatloze die overeenkomstig hoofdstuk III als vluchteling wordt erkend. Artikel 4 ter Intrekking [of weigering tot verlenging] van de vluchtelingenstatus. De lidstaten mogen de vluchtelingenstatus van een onderdaan van een derde land of een staatloze intrekken [of weigeren te verlengen] indien hij: (a) volgens de criteria van artikel 3 geen vluchteling meer is; (b) hem de vluchtelingenstatus alleen is toegekend omdat hij feiten verkeerd heeft weergegeven of heeft achtergehouden. Onverminderd de plicht van de vluchteling om melding te maken van alle relevante feiten en alle relevante documenten waarover hij beschikt over te leggen, dient de lidstaat die de vluchtelingenstatus heeft verleend per geval aan te tonen dat de betrokken persoon geen vluchteling meer is of dat nooit geweest is, overeenkomstig lid.. De lidstaten trekken de vluchtelingenstatus van een onderdaan van een derde land of staatloze in [of weigeren deze te verlengen] indien nadat hem de vluchtelingenstatus is toegekend, door de betrokken lidstaten wordt vastgesteld dat hij op grond van artikel 4 van de vluchtelingenstatus is uitgesloten. 3. In de in de leden en bedoelde gevallen mogen de lidstaten de verblijfstitel van de betrokken onderdaan van een derde land of staatloze intrekken of weigeren te verlengen. 99/0 eek/gra/td 9

20 HOOFDSTUK V Voorwaarden om in aanmerking te komen voor subsidiaire bescherming Artikel 5 Ernstige en ongerechtvaardigde schade [...] Ernstige en ongerechtvaardigde schade behelst : (a) doodstraf of executie; of (b) foltering of onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing van een verzoeker in zijn land van herkomst, of, in het geval van staatlozen, het land waar hij vroeger zijn gewone verblijfplaats had; of 3 : (c) ernstige en individuele bedreiging 4 van het leven of de fysieke integriteit 5 van een burger 6 als gevolg van willekeurig 7 geweld in het kader van een internationaal of binnenlands gewapend conflict 8 ; of Zelfde opmerkingen bij "ongerechtvaardigde schade" als bij artikel, onder e). E: voorbehoud bij de punten a), c) en e). De formulering moet restrictiever. B: idee van afzonderlijk onderzoek per aanvraag weer opnemen en toevoegen dat "bescherming wordt verleend in de volgende gevallen" (punten a) tot en met d). D: studievoorbehoud in verband met artikel 7 (uitsluiting van de subsidiairebeschermingsstatus. A: studievoorbehoud. B/IRL/UK : studievoorbehoud bij "individuele bedreiging". D: "ernstige reële bedreiging" in plaats van "ernstige en individuele bedreiging". D/FIN/Cie : "vrijheid" toevoegen, zoals in het Commissievoorstel stond. Het voorzitterschap legde uit dat het woord vrijheid weggelaten was om ongewenste oprekking van de draagwijdte te voorkomen. Cie: "van een burger" weglaten (de toevoeging was een voorstel van ). Oud-strijders moeten ook onder de bepaling vallen. GR/F: studievoorbehoud bij "willekeurig". F: studievoorbehoud bij "internationaal of binnenlands gewapend conflict", dat de mogelijkheid schept van subsidiaire bescherming voor de gehele bevolking van landen die in conflicten verwikkeld zijn. FIN: Het begrip "gewapend conflict" moet worden verduidelijkt. 99/0 eek/gra/td 0

21 (d) daden of behandelingen anders dan bedoeld onder a) tot en met c) in het land van een verzoeker, of, in het geval van een staatloze, het land waar hij vroeger zijn gewone verblijfplaats had, wanneer dergelijke daden of behandelingen dusdanig ernstig zijn dat de verzoeker recht heeft op bescherming tegen terugleiding in overeenstemming met de internationale verplichtingen van de lidstaten. Artikel 6 Beëindiging. Een onderdaan van een derde land of staatloze komt niet meer in aanmerking voor subsidiaire bescherming wanneer deze bescherming niet langer nodig is 3.. Bij de toepassing van lid, in gevallen 4 waarin de omstandigheden in het land van herkomst, of, in het geval van staatlozen, het land waar zij vroeger hun gewone verblijfplaats hadden, op grond waarvan de subsidiaire bescherming is toegekend, niet langer bestaan, nemen de lidstaten in aanmerking of de wijziging van de omstandigheden zo ingrijpend en duurzaam is dat de persoon die in aanmerking komt voor subsidiaire bescherming niet langer een reëel risico op ernstige en ongerechtvaardige schade loopt B/D/E/F: voorbehouden. Formulering van deze alinea is te vaag en dus te ruim interpreteerbaar. S: studievoorbehoud. B: toevoegen dat in deze gevallen de verblijfstitel kan worden ingetrokken; ook nietverlenging van verblijfstitels opnemen. UK: "onder andere" toevoegen. A/D/FIN/P : bepaling nader uitwerken, naar het voorbeeld van artikel 3, lid. B: meer specifiek de positie van de betrokkene in verband met de situatie in het land van herkomst vermelden. 99/0 eek/gra/td

22 Artikel 7 Uitsluiting. Een onderdaan van een derde land of staatloze wordt uitgesloten van de susidiairebeschermingsstatus wanneer : (a) hij een misdrijf tegen de vrede, een oorlogsmisdrijf of een misdrijf tegen de menselijkheid heeft gepleegd of daartoe heeft aangezet, zoals gedefinieerd in de internationale instrumenten waarmee wordt beoogd regelingen te treffen ten aanzien van dergelijke misdrijven; (b) hij een ernstig niet-politiek misdrijf heeft gepleegd of daartoe heeft aangezet alvorens als houder van de subsidiaire-beschermingsstatus tot het land te zijn toegelaten; bijzonder wrede acties kunnen, zelfs indien zij met een beweerd politiek oogmerk zijn uitgevoerd, als ernstige, niet-politieke misdrijven aangemerkt worden 3 ; (c) hij zich schuldig heeft gemaakt aan of heeft aangezet tot handelingen die in strijd zijn met de doelstellingen en beginselen van de Verenigde Naties als vervat in de preambule en de artikelen en van het Handvest van de Verenigde Naties.. De lidstaten mogen een onderdaan van een derde land of staatloze uitsluiten als persoon die voor subsidiaire bescherming in aanmerking komt, indien hij voordat hij tot de betrokken lidstaat werd toegelaten een of meer andere dan de in artikel 7 bedoelde misdrijven heeft gepleegd, die strafbaar zouden zijn indien zij in de betrokken lidstaat waren gepleegd, en hij zijn land van herkomst alleen heeft verlaten om ernstige en ongerechtvaardigde schade als gevolg van deze misdrijven te ontlopen. 3 D/S: lidstaten moeten de mogelijkheid hebben om in sommige gevallen verblijfstitels te verlenen (bv. als de persoon het risico loopt in het land van herkomst te worden gefolterd). IRL: deze begrippen moeten gedefinieerd of toegelicht worden. S: tegen toevoeging van "bijzonder wrede handelingen... worden". E: toevoegen: "Dit geldt zowel voor degenen die aan het misdrijf hebben deelgenomen als voor degenen die ertoe hebben aangezet" zoals staat in het Gemeenschappelijk standpunt van de Raad betreffende de definitie van de term "vluchteling". 99/0 eek/gra/td

23 3. De gronden voor uitsluiting zijn uitsluitend gebaseerd op het persoonlijke en intentionele gedrag van de betrokkene. [...] 4. (geschrapt) IRL/: "voornamelijk" in plaats van "uitsluitend". 99/0 eek/gra/td 3

24 HOOFDSTUK VI Subsidiaire-beschermingsstatus Artikel 7 bis Toekenning van de subsidiaire-beschermingsstatus De lidstaten verlenen de subsidiaire-beschermingsstatus aan een onderdaan van een derde land of staatloze die overeenkomstig hoofdstuk V wordt erkend als persoon die in aanmerking komt voor subsidiaire bescherming. Artikel 7 ter Intrekking [of weigering tot verlenging] van de subsidiaire-beschermingsstatus. De lidstaten mogen de subsidiaire-beschermingsstatus van een onderdaan van een derde land of een staatloze intrekken [of weigeren te verlengen] indien hij: (a) volgens de criteria van artikel 6 niet langer in aanmerking komt voor subsidiaire bescherming; (b) hem de subsidiaire-beschermingsstatus alleen is toegekend omdat hij feiten verkeerd heeft weergegeven of heeft achtergehouden.. De lidstaten trekken de subsidiaire-beschermingsstatus van een onderdaan van een derde land of staatloze in [of weigeren deze te verlengen] indien hij, nadat hem de subsidiaire-beschermingsstatus is toegekend, op grond van artikel 7, lid, van de subsidiaire-beschermingsstatus is uitgesloten. 3. De lidstaten mogen de subsidiaire-beschermingsstatus van een onderdaan van een derde land of staatloze intrekken [of weigeren te verlengen] indien hij, nadat hem de subsidiaire-beschermingsstatus is toegekend, op grond van artikel 7, lid, van de subsidiaire-beschermingsstatus is uitgesloten. 99/0 eek/gra/td 4

25 4. Onverminderd de plicht van de onderdaan van een derde land of staatloze om melding te maken van alle relevante feiten en alle relevante documenten waarover hij beschikt over te leggen, dient de lidstaat die de subsidiaire-beschermingsstatus heeft verleend per geval aan te tonen dat de betrokken persoon niet of niet langer in aanmerking komt voor subsidiaire bescherming, overeenkomstig de leden, en In de in de leden, en 3 bedoelde gevallen mogen de lidstaten de verblijfstitel van de betrokken onderdaan van een derde land of staatloze intrekken of weigeren te verlengen. 6. De lidstaten dragen er zorg voor dat een onderdaan van een derde land of staatloze het recht heeft bij een rechterlijke instantie in beroep te gaan tegen of een herziening te vragen van een besluit tot intrekking of weigering van verlenging van een subsidiairebeschermingsstatus. 99/0 eek/gra/td 5

26 HOOFDSTUK VII De vluchtelingenstatus en de subsidiaire-beschermingsstatus Artikel 8 Kenmerken van de internationale bescherming. De in dit hoofdstuk vervatte bepalingen gelden onverminderd de in het Verdrag van Genève neergelegde rechten.. De in dit hoofdstuk vervatte bepalingen gelden zowel voor vluchtelingen als voor personen die voor subsidiaire bescherming in aanmerking komen, tenzij anders is bepaald. 3. De aan een vluchteling of een persoon die in aanmerking komt voor subsidiaire bescherming verleende rechten zijn niet geringer dan die welke de verzoekers gedurende de behandelingsprocedure genieten [...]. 4. Bij de toepassing van dit hoofdstuk houden de lidstaten rekening met de specifieke situatie van kwetsbare personen zoals minderjarigen, alleenstaande minderjarigen, personen met een handicap, ouderen, zwangere vrouwen, alleenstaande ouders met minderjarige kinderen en personen die folteringen hebben ondergaan, zijn verkracht of aan andere ernstige vormen van psychologisch, fysiek of seksueel geweld zijn blootgesteld. 5. Binnen de beperkingen die het Verdrag van Genève stelt, mogen de lidstaten de voorzieningen van hoofdstuk VII beperken voor vluchtelingen die hun vluchtelingenstatus overeenkomstig artikel 8, lid 3, hebben verkregen. Tekst van artikel 7, lid, van de ontwerp-richtlijn inzake de voorwaarden voor de opvang van asielzoekers (9098/0 ASILE 8). S/Cie: laatste zin opnieuw toevoegen: "De lidstaten houden tevens rekening met de specifieke situatie van [...] vrouwen die in hun land van herkomst aan ernstige discriminatie op grond van het geslacht zijn blootgesteld." Voorzitterschap: stelde voor het mogelijk te maken de rechten te verminderen in gevallen van valse verzoeken. 99/0 eek/gra/td 6

27 6. Binnen de beperkingen ingevolge de internationale verplichtingen van de lidstaten, mogen de lidstaten de voorzieningen van hoofdstuk VII beperken voor personen die in aanmerking komen voor subsidiaire bescherming en hun subsidiairebeschermingsstatus overeenkomstig artikel 8, lid 3, hebben verkregen. Artikel 9 Bescherming tegen terugleiding [...]. De lidstaten eerbiedigen het verbod tot terugleiding met inachtneming van hun internationale verplichtingen.. Onverminderd lid mag een lidstaat een vluchteling of een persoon die in aanmerking komt voor subsidiaire bescherming terugleiden indien rederlijkerwijs kan worden aangenomen dat: (a) hij een gevaar vormt voor de veiligheid van het land waar hij zich bevindt; of (b) hij een gevaar vormt voor de samenleving van dat land, omdat hij bij uitvoerbare beslissing veroordeeld is voor een bijzonder ernstig misdrijf. 3. De lidstaten mogen de verblijfstitel van een vluchteling of een persoon die in aanmerking komt voor subsidiaire bescherming, waarop lid van toepassing is, intrekken of weigeren te verlengen. 99/0 eek/gra/td 7

28 Artikel 0 informatie De lidstaten verstrekken personen ten aanzien van wie is erkend dat zij internationale bescherming behoeven onmiddellijk nadat hun de beschermingsstatus is toegekend in een voor hen begrijpelijke taal duidelijke voorlichting betreffende de respectieve beschermingsstelsels. 3 Artikel Verblijfstitels. Zodra hun de vluchtelingenstatus is toegekend, verstrekken de lidstaten vluchtelingen en gezinsleden die hen vergezellen 4 een verblijfstitel die ten minste vijf jaar 5 geldig is en die automatisch kan worden verlengd. 6. Zodra hun de subsidiaire-beschermingsstatus is toegekend, verstrekken de lidstaten de begunstigden van subsidiaire bescherming en gezinsleden die hen vergezellen 7 een verblijfstitel die ten minste één jaar 8 geldig is. Deze verblijfstitel wordt met tussenpozen van ten minste één jaar automatisch verlengd 9, totdat de betrokken instanties vaststellen dat deze bescherming niet langer vereist is /P/S/UK: niet "onmiddellijk", maar "zo spoedig mogelijk" of "binnen een redelijke termijn". FIN: soort voorlichting specificeren. E: specificeren dat deze voorlichting moet gaan over de rechten en plichten van de betrokkenen. D: studievoorbehoud. FIN: studievoorbehoud ten aanzien van gezinsleden. : liever drie jaar. E/FIN/L/: "automatisch" schrappen. L: "die van rechtswege kan worden verlengd". FIN: studievoorbehoud ten aanzien van gezinsleden. S: "of, in specifieke gevallen, zes maanden" toevoegen. Zelfde opmerkingen als bij lid. D: studievoorbehoud. FIN: tweede zin schrappen. 99/0 eek/gra/td 8

29 Artikel bis Instandhouding van het gezin. De lidstaten waarborgen dat gezinsleden van dezelfde nationaliteit als degene aan wie de vluchtelingen- of subsidiaire-beschermingsstatus is verleend, aanspraak kunnen maken op een status die hun het recht geeft te verblijven bij degene aan wie de [...] bescherming is verleend. Deze status mag niet minder gunstig zijn dan die welke wordt verleend aan gezinsleden die met een persoon aan wie de vluchtelingen- of subsidiaire-beschermingsstatus is verleend, zijn herenigd in overeenstemming met gezinsherenigingsvoorschriften.. Lid is niet van toepassing wanneer het gezinslid op grond van het bepaalde in de hoofdstukken III en IV van de vluchtelingen- of subsidiaire-beschermingsstatus uitgesloten is. Artikel Status van langdurig ingezetene Onverminderd het bepaalde in artikel 3, lid, onder b) van Richtlijn / EG [betreffende de status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen] kennen de lidstaten de begunstigden van subsidiaire bescherming onder dezelfde voorwaarden als die welke krachtens genoemde richtlijn voor vluchtelingen gelden, de status van langdurig ingezetene toe 3. 3 FIN: stelt de volgende tekst voor: "Noodzaak van bescherming op grond van familiebanden Indien een vreemdeling met een gezin de vluchtelingenstatus of een verblijfstitel ontvangt op basis van subsidiaire bescherming, wordt aan een lid van zijn gezin als bedoeld in artikel dat het land is binnengekomen en dat zelf niet voor bescherming in aanmerking komt, dezelfde status toegekend, tenzij de noodzaak om hem te beschermen afzonderlijk dient te worden onderzocht in verband met een andere achtergrond of nationaliteit." PB L van, blz... IRL/UK: wijzen erop dat zij niet willen deelnemen aan de aanneming van het richtlijnvoorstel waarnaar in dit artikel wordt verwezen en vragen de Juridische dienst van de Raad om advies in dezen. A/D/E/FIN: niet verwijzen naar "status van langdurig ingezetene". : studievoorbehoud. 99/0 eek/gra/td 9

30 Artikel 3 Reisdocumenten. De lidstaten verstrekken personen aan wie zij de vluchtelingenstatus hebben toegekend, reisdocumenten in de in de Bijlage bij het Verdrag van Genève vermelde vorm voor reizen buiten hun grondgebied, tenzij dwingende redenen van nationale veiligheid of openbare orde zich daartegen verzetten.. De lidstaten verstrekken reisdocumenten aan begunstigden van de subsidiaire-beschermingsstatus die geen nationaal paspoort kunnen verkrijgen. Artikel 4 Toegang tot werkgelegenheid. De lidstaten machtigen vluchtelingen onmiddellijk nadat hun de vluchtelingenstatus is toegekend onder dezelfde voorwaarden als eigen onderdanen, beroepsactiviteiten als werknemer of zelfstandige op te nemen.. De lidstaten zorgen ervoor dat vluchtelingen onder dezelfde voorwaarden als eigen onderdanen gebruik kunnen maken van de voorzieningen op het gebied van het werkgebonden onderwijsaanbod voor volwassenen, beroepsopleidingsmaatregelen en praktische werkervaring op de arbeidsplaats. A/D: studievoorbehoud. GR/E: in lid "tenzij dwingende redenenen van nationale veiligheid of openbare orde zich daartegen verzetten" toevoegen. FIN: het moet mogelijk zijn om minder stringente nationale praktijken toe te passen. D: duidelijker onderscheid maken tussen de voorschriften voor de vluchtelingenstatus en die voor de subsidiaire bescherming. FIN/P: studievoorbehoud. 99/0 eek/gra/td 30

31 3. Uiterlijk zes maanden na toekenning van de subsidiaire-beschermingsstatus machtigen de lidstaten degenen wie deze status is toegekend, onder dezelfde voorwaarden als eigen onderdanen een beroepsactiviteit als werknemer of zelfstandige op te nemen. 4. De lidstaten zorgen ervoor dat de begunstigden van de subsidiaire-beschermingsstatus uiterlijk één jaar nadat deze status is toegekend, onder dezelfde voorwaarden als eigen onderdanen toegang krijgen tot voorzieningen zoals het werkgebonden onderwijsaanbod voor volwassenen, beroepsopleiding en praktische werkervaring op de arbeidsplaats. 5. Vluchtelingen en begunstigden van subsidiaire bescherming hebben, nadat hun overeenkomstig de leden en 3 toegang tot de arbeidsmarkt is verleend, recht op dezelfde behandeling als eigen onderdanen wat de beloning, de toegang tot sociale-zekerheidsstelsels in verband met beroepsactiviteiten als werknemer of zelfstandige en de andere arbeidsvoorwaarden betreft 3. 3 A/I: studievoorbehoud. D: voorbehoud. Elk verband tussen duur van het verblijf en toegang tot de arbeidsmarkt vermijden. GR: studievoorbehoud bij zes maanden; wil langere termijn. FIN: is hier wel een termijn nodig? /S: zelfde termijn voor beide statussen. A/I: studievoorbehoud. D: voorbehoud. FIN: is hier wel een termijn nodig? Verwijzen naar "EU-onderdanen". : in de praktijk zal het moeilijk zijn deze personen op dezelfde manier te behandelen als eigen onderdanen. GR/A: voorbehouden; GR vroeg zich af deze bepaling verenigbaar is met artikel 37 VEG. 99/0 eek/gra/td 3

32 Artikel 5 Toegang tot onderwijs. De lidstaten bieden alle minderjarigen die internationale bescherming genieten, onder dezelfde voorwaarden als eigen onderdanen onbeperkt toegang tot het onderwijsstelsel.. De lidstaten bieden volwassenen die internationale bescherming genieten onder dezelfde omstandigheden als eigen onderdanen toegang tot het algemene onderwijsstelsel, tot voortgezette opleidingsvoorzieningen en tot om- en herscholingsmaatregelen De lidstaten zorgen ervoor dat personen die internationale bescherming genieten, dezelfde behandeling krijgen als de eigen onderdanen, wat de erkenning van diploma's, getuigschriften en andere door bevoegde instanties afgegeven kwalificaties betreft 4. Artikel 6 Sociale voorzieningen De lidstaten zorgen ervoor dat personen die internationale bescherming genieten onder dezelfde voorwaarden als onderdanen van de betrokken lidstaat de nodige bijstand ontvangen op het gebied van de sociale voorzieningen en bestaansmiddelen A/D/E/FIN//P: studievoorbehoud. A: tegen gelijke behandeling voor beide statussen. E: "EU-onderdanen" i.p.v. "eigen onderdanen". FIN: specificeren of het gaat om toegang tot scholen of tot kleuteronderwijs. S: studievoorbehoud. A/E/IRL/I/UK: studievoorbehoud. A/D/P/S/UK: studievoorbehoud. F: studievoorbehoud bij gelijke behandeling van personen die internationale bescherming genieten en eigen onderdanen. Verder moet "sociale voorzieningen" worden verduidelijkt. FIN: deze bepaling spoort niet met de "Toelichting op de artikelen" van de Commissie. 99/0 eek/gra/td 3

33 Artikel 7 Gezondheids- en psychologische zorg. De lidstaten zorgen ervoor dat personen die internationale bescherming genieten, onder dezelfde voorwaarden als de onderdanen van de lidstaat die de status heeft toegekend, toegang tot gezondheids- en psychologische zorg hebben.. De lidstaten verstrekken personen die internationale bescherming genieten en bijzondere behoeften hebben, zoals begeleide of alleenstaande minderjarigen of personen die folteringen, verkrachting of andere ernstige vormen van psychologisch, fysiek of seksueel geweld hebben ondergaan, de nodige medische en psychologische verzorging De lidstaten zorgen ervoor dat minderjarigen die aan enigerlei vorm van mishandeling, verwaarlozing, uitbuiting, foltering, wrede, onmenselijke of vernederende behandeling blootgesteld zijn geweest, of die onder de gevolgen van gewapende conflicten hebben geleden, toegang tot revalidatiediensten hebben. Om herstel en herintegratie te vergemakkelijken, wordt voor een passende geestelijke gezondheidszorg en gekwalificeerde psychosociale begeleiding gezorgd S: studievoorbehoud. vraagt zich af hoe personen moeten worden behandeld die van een internationale-beschermingsstatus zijn uitgesloten, maar niet kunnen worden verwijderd om redenen i.v.m. artikel 3 van het Mensenrechtenverdrag. D: niet dezelfde toegang voor verschillende statussen (vluchteling en subsidiaire bescherming). D/L/P: deze bepaling moet geënt worden op de desbetreffende bepaling in de ontwerprichtlijn opvang van asielzoekers. L: volgende formulering: "De lidstaten zorgen er in de mate van het mogelijke voor dat.. (rest ongewijzigd)". IRL: volgende zin toevoegen: "Voor zover dergelijke diensten niet voorhanden zijn, streven de lidstaten ernaar daarin te voorzien.". : leden en 3 samenvoegen. Zelfde opmerkingen als voor lid. 99/0 eek/gra/td 33

34 Artikel 8 Alleenstaande minderjarigen. De lidstaten nemen zo spoedig mogelijk de nodige maatregelen om te verzekeren dat alleenstaande minderjarigen die internationale bescherming genieten, worden vertegenwoordigd door een wettelijke voogd, dan wel door een organisatie die voor de verzorging en het welzijn van minderjarigen verantwoordelijk is, of op een andere passende wijze worden vertegenwoordigd.. De lidstaten zorgen ervoor dat de voor elke alleenstaande minderjarige aangewezen voogd in verband met de toepassing van het bepaalde in deze richtlijn naar behoren in de behoeften van de minderjarige voorziet 3. De desbetreffende instanties evalueren zulks regelmatig De lidstaten zorgen ervoor dat alleenstaande minderjarigen worden geplaatst 5 : (a) bij volwassen familieleden, of (b) in een pleeggezin, of (c) in speciale centra voor minderjarigen, of (d) in andere voor minderjarigen geschikte tehuizen. 4. De lidstaten zorgen ervoor 6 dat broers en zusters bijeen blijven. Verhuizingen van alleenstaande minderjarigen worden tot een minimum beperkt FIN/IRL: studievoorbehoud. FIN: de geboden bescherming moet minstens van hetzelfde niveau zijn als de verzorging van eigen minderjarige onderdanen. I: "rekening houdend met het belang van het kind" toevoegen. IRL: "of vertegenwoordiger" toevoegen. : tweede zin van dit lid overhevelen naar artikel 36. D/S: erop toezien dat in géén van de taalversies deze lijst van mogelijkheden als een volgorde van voorkeur wordt voorgesteld. I/: "zorgen er in de mate van het mogelijke voor". 99/0 eek/gra/td 34

De Groep Asiel heeft op 12 december 2002 de bespreking van bovengenoemd voorstel voortgezet (artikelen 20 tot en met 25).

De Groep Asiel heeft op 12 december 2002 de bespreking van bovengenoemd voorstel voortgezet (artikelen 20 tot en met 25). Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 9 december 00 (5.0) PUBLIC 567/0 Interinstitutioneel dossier: 00/007 (CNS) LIMITE ASILE 8 RESULTAAT BESPREKINGEN van: de Groep Asiel d.d.: december 00 nr.

Nadere informatie

dergelijke bescherming behoeft een passende status verlenen.

dergelijke bescherming behoeft een passende status verlenen. L 304/12 30.9.2004 RICHTLIJN 2004/83/EG VAN DE RAAD van 29 april 2004 inzake minimumnormen voor de erkenning van onderdanen van derde landen en staatlozen als vluchteling of als persoon die anderszins

Nadere informatie

(3) Het Verdrag van Genève en het Protocol vormen de hoeksteen van het internationale rechtsstelsel ter bescherming van vluchtelingen.

(3) Het Verdrag van Genève en het Protocol vormen de hoeksteen van het internationale rechtsstelsel ter bescherming van vluchtelingen. pagina 1 van 20 Avis juridique important 32004L0083 Richtlijn 2004/83/EG van de Raad van 29 april 2004 inzake minimumnormen voor de erkenning van onderdanen van derde landen en staatlozen als vluchteling

Nadere informatie

- in bijlage II: de tekst van de ontwerp-verklaringen voor de Raadsnotulen.

- in bijlage II: de tekst van de ontwerp-verklaringen voor de Raadsnotulen. RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 31 maart 2004 (02.04) (OR. en) 7944/04 Interinstitutioneel dossier: 2001/0207 (CNS) LIMITE ASILE 21 OC 310 RESULTAAT BESPREKINGEN van: de Raad d.d.: 30 maart 2004 nr.

Nadere informatie

De Groep asiel heeft op 8 april 2002 een aanvang gemaakt met de bestudering van het bovengenoemde

De Groep asiel heeft op 8 april 2002 een aanvang gemaakt met de bestudering van het bovengenoemde Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, april 00 (0.05) (OR. en) PUBLIC 788/0 Interinstitutioneel dossier: 00/007 (CNS) LIMITE ASILE 0 RESULTAAT BESPREKINGEN van: de Groep asiel d.d.: 8 april 00

Nadere informatie

RICHTLIJN 2011/95/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

RICHTLIJN 2011/95/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD 20.12.2011 Publicatieblad van de Europese Unie L 337/9 RICHTLIJNEN RICHTLIJN 2011/95/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 13 december 2011 inzake normen voor de erkenning van onderdanen van derde

Nadere informatie

PUBLIC. Brussel, 1 november 2003 (05.11) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 14190/03 LIMITE MIGR 90. NOTA het voorzitterschap

PUBLIC. Brussel, 1 november 2003 (05.11) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 14190/03 LIMITE MIGR 90. NOTA het voorzitterschap Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, november 2003 (05.) (OR. en) 490/03 PUBLIC LIMITE MIGR 90 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Raad nr. vorig doc. 3875//03 MIGR 88 REV Betreft: Voorstel

Nadere informatie

gelet op artikel 63, eerste alinea punt 3 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 63, eerste alinea punt 3 van het EG-Verdrag, P5_TA(2002)0591 Verblijfstitel met een korte geldigheidsduur * Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende de verblijfstitel met een korte

Nadere informatie

BEOORDELING VAN DE ASIELAANVRAAG. De beoordeling van een asielaanvraag DATUM:12/05/2015

BEOORDELING VAN DE ASIELAANVRAAG. De beoordeling van een asielaanvraag DATUM:12/05/2015 BEOORDELING VAN DE ASIELAANVRAAG DATUM:12/05/2015 De beoordeling van een asielaanvraag De commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen onderzoekt elke asielaanvraag individueel. Hij baseert

Nadere informatie

Status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen *

Status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen * P5_TA(2002)0030 Status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen * Voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende de status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen (COM(2001)

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap het Comité van permanente vertegenwoordigers Initiatief

Nadere informatie

Bijlage C 37 Uittreksel uit het Vluchtelingenverdrag en uit het Protocol van 31 januari 1967 met artikelsgewijze toelichtinq

Bijlage C 37 Uittreksel uit het Vluchtelingenverdrag en uit het Protocol van 31 januari 1967 met artikelsgewijze toelichtinq Bijlage C 37 Uittreksel uit het Vluchtelingenverdrag en uit het Protocol van 31 januari 1967 met artikelsgewijze toelichtinq Artikel 1 (Verdrag) Definitie van de term 'vluchteling' A, Voor de toepassing

Nadere informatie

14708/16 eer/pau/sl 1 DGD 1B

14708/16 eer/pau/sl 1 DGD 1B Raad van de Europese Unie Brussel, 28 november 2016 (OR. en) Interinstitutionele dossiers: 2016/0133 (COD) 2016/0222 (COD) 2016/0223 (COD) 2016/0224 (COD) 2016/0225 (COD) 14708/16 ASILE 80 ASIM 157 RELEX

Nadere informatie

Verdrag van Genhve betreffende de status van vluchtelingen van 1951 en het daarbij behorende Protocol (uittreksel)

Verdrag van Genhve betreffende de status van vluchtelingen van 1951 en het daarbij behorende Protocol (uittreksel) Verdrag van Geneve en Protocol C17 C17 Verdrag van Genhve betreffende de status van vluchtelingen van 1951 en het daarbij behorende Protocol (uittreksel) Verdrag van 28 juli 1951, Trb. 1954,88. In werkingtreding

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785 NOTA van: aan: Betreft: het Voorzitterschap het Strategisch Comité immigratie, grenzen en asiel initiatief

Nadere informatie

C18-4 Uitvoeringsovereenkomst bij het Akkoord van Schengen (excerpt: Titel II, Hoofdstuk 7, artt. 28 t/m 381

C18-4 Uitvoeringsovereenkomst bij het Akkoord van Schengen (excerpt: Titel II, Hoofdstuk 7, artt. 28 t/m 381 Uitvoeringsovereenkomst bij het Akkoord van Schengen c1 8-4 C18-4 Uitvoeringsovereenkomst bij het Akkoord van Schengen (excerpt: Titel II, Hoofdstuk 7, artt. 28 t/m 381 Overeenkomst ter uitvoering van

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 maart 2007 (13.04) (OR.en) ST 8028/07 Interinstitutioneel dossier: 2006/0135(CNS) LIMITE JUSTCIV 75

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 maart 2007 (13.04) (OR.en) ST 8028/07 Interinstitutioneel dossier: 2006/0135(CNS) LIMITE JUSTCIV 75 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 30 maart 2007 (13.04) (OR.en) PUBLIC ST 8028/07 Interinstitutioneel dossier: 2006/0135(CNS) LIMITE JUSTCIV 75 NOTA van: het voorzitterschap aan: het Coreper/de

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 10 juni 2003 (05.06) (OR. en) 10235/03. Interinstitutioneel dossier: 2000/0238 (CNS) LIMITE ASILE 35

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 10 juni 2003 (05.06) (OR. en) 10235/03. Interinstitutioneel dossier: 2000/0238 (CNS) LIMITE ASILE 35 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 10 juni 2003 (05.06) (OR. en) PUBLIC 10235/03 Interinstitutioneel dossier: 2000/0238 (CNS) LIMITE ASILE 35 RESULTAAT BESPREKINGEN van de Raad (Justitie en

Nadere informatie

Datum 26 november 2015 Onderwerp De geldigheidsduur van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd

Datum 26 november 2015 Onderwerp De geldigheidsduur van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 september 2001 (25.09) (OR. fr) 11881/01 Interinstitutioneel dossier: 1999/0258 (CNS) LIMITE MIGR 74

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 september 2001 (25.09) (OR. fr) 11881/01 Interinstitutioneel dossier: 1999/0258 (CNS) LIMITE MIGR 74 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 17 september 2001 (25.09) (OR. fr) PUBLIC 11881/01 Interinstitutioneel dossier: 1999/0258 (CNS) LIMITE MIGR 74 NOTA van: het voorzitterschap aan: het Comité

Nadere informatie

Richtlijn van de Raad d.d. 21 mei 1973, nr. 73/148/EEG, Pb EG 1973, nr. L1 72.

Richtlijn van de Raad d.d. 21 mei 1973, nr. 73/148/EEG, Pb EG 1973, nr. L1 72. C14-6 Richtlijn inzake de opheffing van de beperkingen van de verplaatsing en het verblijf van onderdanen van de Lid-Staten binnen de Gemeenschap ter zake van vestiging en verrichten van diensten (73/148/EEG)

Nadere informatie

Is het statuut van vluchteling verenigbaar met het statuut van terrorist? 20 september 2016

Is het statuut van vluchteling verenigbaar met het statuut van terrorist? 20 september 2016 Is het statuut van vluchteling verenigbaar met het statuut van terrorist? 20 september 2016 Inleiding Is het statuut van vluchteling verenigbaar met het statuut van een terrorist? > NEE, maar praktijk

Nadere informatie

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op:

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op: Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 juni 2002 (26.06) (OR. fr) PUBLIC 9893/02 Interinstitutioneel dossier: 2001/0111 (COD) LIMITE 211 MI 108 JAI 133 SOC 309 CODEC 752 BIJDRAGE VAN DE IDISCHE

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 september 2002 (17.10) (OR. en) 11787/02 Interinstitutioneel dossier: 1999/0258 (CNS) LIMITE MIGR 76

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 september 2002 (17.10) (OR. en) 11787/02 Interinstitutioneel dossier: 1999/0258 (CNS) LIMITE MIGR 76 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 30 september 00 (7.0) (OR. en) PUBLIC 787/0 Interinstitutioneel dossier: 999/058 (CNS) LIMITE MIGR 76 RESULTAAT BESPREKINGEN van: de Groep migratie en verwijdering

Nadere informatie

BEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE OUDERLIJKE VERANTWOORDELIJKHEID

BEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE OUDERLIJKE VERANTWOORDELIJKHEID BEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE OUDERLIJKE VERANTWOORDELIJKHEID PREAMBULE Erkennende dat ondanks de bestaande verschillen in de nationale familierechten er evenwel een toenemende convergentie

Nadere informatie

Kwetsbare minderheidsgroep

Kwetsbare minderheidsgroep IND-werkinstructie nr. 2013/14 (AUA) Openbaar/ Extern Aan Directeur klantdirectie Asiel c.c. DDMB Van Hoofddirecteur IND Datum 26 juni 2013 Geldig vanaf 26 juni 2013 Geldig tot Onderwerp Vindplaats Bijlage(n)

Nadere informatie

9317/17 pro/gra/sl 1 D 2A

9317/17 pro/gra/sl 1 D 2A Raad van de Europese Unie Brussel, 19 mei 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0190 (CNS) 9317/17 JUSTCIV 113 NOTA van: aan: het voorzitterschap nr. vorig doc.: WK 5263/17 Nr. Comdoc.: 10767/16

Nadere informatie

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 november 2006 (01.12) (OR. en) 15445/1/06 REV 1 COPEN 119 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Raad nr. vorig doc.: 15115/06 COPEN 114 nr. Comv.: COM(2005) 91 def.

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 ter implementatie van Richtlijn 2011/51/EU van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2011 tot wijziging van Richtlijn 2003/109/EG van de Raad teneinde haar

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en) Conseil UE Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0399 (COD) 6932/18 LIMITE NOTA I/A-PUNT van: aan: het voorzitterschap INST 96 JUR 109 CODEC 343 JUSTCIV

Nadere informatie

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken. van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken. van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken 27.10.2010 2010/0067(CNS) ONTWERPADVIES van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

Nadere informatie

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.10.2017 COM(2017) 605 final Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD houdende machtiging tot opening van onderhandelingen over een overeenkomst tussen de Europese Unie en

Nadere informatie

Brussel, 9 december 2010 (OR. fr) ASSOCIATIE TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN MAROKKO UE-MA 2706/10

Brussel, 9 december 2010 (OR. fr) ASSOCIATIE TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN MAROKKO UE-MA 2706/10 ASSOCIATIE TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN MAROKKO De Associatieraad Brussel, 9 december 2010 (OR. fr) UE-MA 2706/10 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE ASSOCIATIERAAD EU-MAROKKO

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie

Publicatieblad van de Europese Unie 6.8.2004 L 261/19 RICHTLIJN 2004/81/EG VAN DE RAAD van 29 april 2004 betreffende de verblijfstitel die in ruil voor samenwerking met de bevoegde autoriteiten wordt afgegeven aan onderdanen van derde landen

Nadere informatie

Het onderzoek van de IND richt zich op de vraag of de asielzoeker inderdaad gegronde(serieuze) redenen heeft.

Het onderzoek van de IND richt zich op de vraag of de asielzoeker inderdaad gegronde(serieuze) redenen heeft. Sociale kaart en sociale zekerheid Samenvatting door Sharon.D 20-10-16 Lesstof samengevat uit 24Boost.nl H5 Asielzoekers Asielzoekers/vluchtelingen zijn vreemdelingen die toelating tot ons land vragen

Nadere informatie

9011/1/15 REV 1 jwe/van/sl 1 DG B 3A

9011/1/15 REV 1 jwe/van/sl 1 DG B 3A Raad van de Europese Unie Brussel, 11 juni 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2008/0140 (CNS) 9011/1/15 REV 1 VERSLAG van: aan: het voorzitterschap SOC 330 ANTIDISCRIM 6 JAI 338 MI 326 FREMP 114

Nadere informatie

Verbetering van de toegang tot de rechter bij grensoverschrijdende zaken *

Verbetering van de toegang tot de rechter bij grensoverschrijdende zaken * P5_TA(2002)0441 Verbetering van de toegang tot de rechter bij grensoverschrijdende zaken * Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel van de Commissie met het oog op de aanneming

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 32 420 Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 ter implementatie van de richtlijn nr. 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december

Nadere informatie

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: 200904515/1/V1. Datum uitspraak: 13 januari 2010 RAAD VAN STATE AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 juni 2013 (07.06) (OR. en) 14654/2/12 REV 2 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2008/0244 (COD)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 juni 2013 (07.06) (OR. en) 14654/2/12 REV 2 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2008/0244 (COD) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 6 juni 2013 (07.06) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2008/0244 (COD) 14654/2/12 REV 2 ADD 1 ASILE 124 CODEC 2311 PARLNAT 403 MOTIVERING VAN DE RAAD Betreft: Standpunt

Nadere informatie

Het Europees Parlement en het Economisch en Sociaal Comité hebben respectievelijk op 20 april 1994 en op 30 juni 1993 advies uitgebracht.

Het Europees Parlement en het Economisch en Sociaal Comité hebben respectievelijk op 20 april 1994 en op 30 juni 1993 advies uitgebracht. Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 9 november 2004 (16.11) (OR. en) PUBLIC 14287/04 Interinstitutioneel dossier: 1992/0449/B (COD) LIMITE SOC 523 CODEC 1208 VERSLAG van: de Groep sociale vraagstukken

Nadere informatie

14956/15 ADD 1 mou/gra/mt 1 DG D 2A

14956/15 ADD 1 mou/gra/mt 1 DG D 2A Raad van de Europese Unie Brussel, 26 februari 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2013/0119 (COD) 14956/15 ADD 1 JUSTCIV 286 FREMP 291 CODEC 1654 ONTWERP-MOTIVERING VAN DE RAAD Betreft: Standpunt

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 ter implementatie van Richtlijn 2011/51/EU van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2011 tot wijziging van Richtlijn 2003/109/EG van de Raad teneinde haar

Nadere informatie

De gevolgen van een strafrechtelijke afdoening voor de verblijfsrechtelijke positie van jongeren

De gevolgen van een strafrechtelijke afdoening voor de verblijfsrechtelijke positie van jongeren De gevolgen van een strafrechtelijke afdoening voor de verblijfsrechtelijke positie van jongeren Dit document beoogt de strafrechtelijke consequenties voor de verblijfsrechtelijke positie van een vreemdeling

Nadere informatie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT. overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT. overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie EUROPESE COMMISSIE Brussel, 10.6.2013 COM(2013) 415 final 2008/0244 (COD) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking

Nadere informatie

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS ASIELZOEKERS Jaarlijkse statistieken 28-216 Dienst Vreemdelingenzaken : jaarlijkse statistieken asiel, 28-216 1. Inkomende aanvragen Tabel 1. Aantal asielzoekers 1 per type aanvraag, 28-216 Jaar Eerste

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken. Voorstel voor een richtlijn (COM(2002) 548 C5-2002/ /0242(CNS))

EUROPEES PARLEMENT. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken. Voorstel voor een richtlijn (COM(2002) 548 C5-2002/ /0242(CNS)) EUROPEES PARLEMENT 1999 2004 Commissie werkgelegenheid en sociale zaken 16 december 2002 PE 316.394/10-24 AMENDEMENTEN 10-24 Ontwerpadvies (PE 316.394) Luciana Sbarbati inzake het voorstel voor een richtlijn

Nadere informatie

P7_TA(2010)0160 Europees Vluchtelingenfonds voor de periode (wijziging van Beschikking nr. 573/2007/EG) ***I

P7_TA(2010)0160 Europees Vluchtelingenfonds voor de periode (wijziging van Beschikking nr. 573/2007/EG) ***I P7_TA(2010)0160 Europees Vluchtelingenfonds voor de periode 2008-2013 (wijziging van Beschikking nr. 573/2007/EG) ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 18 mei 2010 over het voorstel voor

Nadere informatie

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS ASIELZOEKERS Jaarlijkse statistieken 29-217 Dienst Vreemdelingenzaken : jaarlijkse statistieken asiel, 29-217 1. Inkomende aanvragen Tabel 1. Aantal asielzoekers 1 per type aanvraag, 29-217 Jaar Eerste

Nadere informatie

Voor de delegaties gaat hierbij de ontwerp-verordening zoals deze er na de vergadering van de Groep visa van 20 februari 2003 uitziet.

Voor de delegaties gaat hierbij de ontwerp-verordening zoals deze er na de vergadering van de Groep visa van 20 februari 2003 uitziet. Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 februari 2003 (10.03) (OR. en) PUBLIC 6614/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0027 (CNS) LIMITE VISA 35 COMIX 117 NOTA van: aan: nr. Comv.: Betreft: het

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 november 2001 (22.11) (OR. fr, en) 13835/01 LIMITE VISA 131 COMIX 716

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 november 2001 (22.11) (OR. fr, en) 13835/01 LIMITE VISA 131 COMIX 716 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 14 november 2001 (22.11) (OR. fr, en) 13835/01 LIMITE VISA 131 COMIX 716 NOTA van: aan: Betreft: de Belgische delegatie de Groep Visa Ontwerp-beschikking van de Raad

Nadere informatie

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 91,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 91, 29.4.2014 Publicatieblad van de Europese Unie L 127/129 RICHTLIJN 2014/46/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 3 april 2014 tot wijziging van Richtlijn 1999/37/EG van de Raad inzake de kentekenbewijzen

Nadere informatie

Staatlozen. Reisdocumenten

Staatlozen. Reisdocumenten B8 Staatlozen B8 Staatlozen 1 Het Verdrag betreffende de status van staatlozen 1.1 Personen op wie het Verdrag van toepassing is 1.2 Bewijs staatloosheid 1.3 Praktisch belang van het Verdrag 2 Uitvoering

Nadere informatie

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 235,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 235, C14-7 Richtlijn betreffende het recht van onderdanen van een Lid-Staat op het grondgebied van een andere Lid-Staat verblijf te houden na er een werkzaamheid anders dan in loondienst te hebben uitgeoefend

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 10 mei 2006 (15.05) (OR. en) 9133/06 ADD 2. Interinstitutioneel dossier: 2005/0153 (CNS) LIMITE

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 10 mei 2006 (15.05) (OR. en) 9133/06 ADD 2. Interinstitutioneel dossier: 2005/0153 (CNS) LIMITE Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 0 mei 2006 (5.05) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2005/053 (CNS) 933/06 ADD 2 PUBLIC LIMITE AGRILEG 76 AGRIFIN 35 ADDENDUM BIJ HET VERSLAG van: de Groep

Nadere informatie

6074/15 pro/adw/mt 1 DG B 3A

6074/15 pro/adw/mt 1 DG B 3A Raad van de Europese Unie Brussel, 16 februari 2015 (OR. en) 6074/15 Interinstitutioneel dossier: 2014/0258 (NLE) SOC 55 EMPL 21 MIGR 5 JAI 78 NOTA van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: het Comité

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201108965/1 /VI. Datum uitspraak: 20 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 7.1.2009 COM(2008)897 definitief 2006/0008 (COD) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede

Nadere informatie

TYPEFORMULIER Regularisatieaanvraag

TYPEFORMULIER Regularisatieaanvraag TYPEFORMULIER Regularisatieaanvraag Het gaat om een facultatief formulier dat enkel geldig is in het kader van de indiening van een nieuwe regularisatieaanvraag op basis van artikel 9 bis of van de actualisering

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 september 2003 (03.09) (OR. en) 12057/03. Interinstitutioneel dossier 1996/0198 (CNS) 1996/0190 (CNS)

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 september 2003 (03.09) (OR. en) 12057/03. Interinstitutioneel dossier 1996/0198 (CNS) 1996/0190 (CNS) Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 2 september 2003 (03.09) (OR. en) Interinstitutioneel dossier 1996/0198 (CNS) 1996/0190 (CNS) PUBLIC 12057/03 LIMITE PI 74 VERSLAG van: het voorzitterschap

Nadere informatie

UNIVERSELE VERKLARING van de RECHTEN van de MENS: De 30 artikelen:

UNIVERSELE VERKLARING van de RECHTEN van de MENS: De 30 artikelen: UNIVERSELE VERKLARING van de RECHTEN van de MENS: De 30 artikelen: Artikel 1 Alle mensen worden vrij en gelijk in waardigheid en rechten geboren. Zij zijn begiftigd met verstand en geweten, en behoren

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.6.2003 COM(2003) 348 definitief 2003/0127 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de lidstaten worden gemachtigd in het belang van de Europese

Nadere informatie

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag Publicatieblad Nr. L 225 van 12/08/1998 blz. 0016-0021 DE RAAD VAN

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 1 april 2004 (06.04) (OR. en) 8083/04. Interinstitutioneel dossier: 2003/0193 (CNS) 2003/0194 (CNS) LIMITE

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 1 april 2004 (06.04) (OR. en) 8083/04. Interinstitutioneel dossier: 2003/0193 (CNS) 2003/0194 (CNS) LIMITE Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 1 april 2004 (06.04) (OR. en) PUBLIC Interinstitutioneel dossier: 2003/0193 (CNS) 2003/0194 (CNS) 8083/04 LIMITE VISA 62 COMIX 240 NOTA van: aan: nr. vorig

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 23/07/2013

Datum van inontvangstneming : 23/07/2013 Datum van inontvangstneming : 23/07/2013 Vertaling C-338/13-1 Zaak C-338/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 20 juni 2013 Verwijzende rechter: Verwaltungsgerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 079 Voorstel van wet van het lid Voortman houdende vastlegging in de Vreemdelingenwet 2000 van rechten die vreemdelingen ontlenen aan de Overeenkomst

Nadere informatie

b) de mogelijkheden tot fraude te beperken (model in de vorm van een plastic kaart);

b) de mogelijkheden tot fraude te beperken (model in de vorm van een plastic kaart); Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 10 maart 2006 (14.03) (OR. en) 7192/06 Interinstitutioneel dossier: 2003/0252 (COD) LIMITE PUBLIC TRANS 63 CODEC 233 VERSLAG van: het voorzitterschap aan:

Nadere informatie

Basisopleiding Asielprocedure en opvangwet. Dienst Studie en Beleid 21 oktober

Basisopleiding Asielprocedure en opvangwet. Dienst Studie en Beleid 21 oktober Basisopleiding Asielprocedure en opvangwet Dienst Studie en Beleid 21 oktober ellen.vanvooren@fedasil.be Opbouw van de sessie I. Algemeen II. De asielprocedure III. De opvang IV. Profiel asielzoekers in

Nadere informatie

1. Het Coreper heeft het ontwerp-besluit van de Raad op 1 december 2004 besproken aan de hand van document 15281/04 + COR 1.

1. Het Coreper heeft het ontwerp-besluit van de Raad op 1 december 2004 besproken aan de hand van document 15281/04 + COR 1. RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, december 004 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 004/038 (CNS) 58//04 REV LIMITE COPEN 44 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Raad nr. vorig doc.: 374/04 COPEN 8

Nadere informatie

De EU-lijst van personen, groepen en entiteiten waarvoor specifieke maatregelen ter bestrijding van het terrorisme gelden

De EU-lijst van personen, groepen en entiteiten waarvoor specifieke maatregelen ter bestrijding van het terrorisme gelden EUROPESE UNIE ~OVERZICHT~ De EU-lijst van personen, groepen en entiteiten waarvoor specifieke maatregelen ter bestrijding van het terrorisme gelden PERS 6 februari 2008 In december 2001 heeft de EU voor

Nadere informatie

2003L0086 NL

2003L0086 NL 2003L0086 NL 03.10.2003 000.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B RICHTLIJN 2003/86/EG VAN DE RAAD van 22 september

Nadere informatie

13.12.2005 Publicatieblad van de Europese Unie L 326/13

13.12.2005 Publicatieblad van de Europese Unie L 326/13 13.12.2005 Publicatieblad van de Europese Unie L 326/13 RICHTLIJN 2005/85/EG VAN DE RAAD van 1 december 2005 betreffende minimumnormen voor de procedures in de lidstaten voor de toekenning of intrekking

Nadere informatie

VERZOEKERS OM INTERNATIONALE BESCHERMING

VERZOEKERS OM INTERNATIONALE BESCHERMING VERZOEKERS OM INTERNATIONALE BESCHERMING Maandelijkse statistieken voor het 2019 Dienst Vreemdelingenzaken : maandelijkse statistieken internationale bescherming 2019 1. Ingediende verzoeken 1 Tabel 1.

Nadere informatie

VERZOEKERS OM INTERNATIONALE BESCHERMING

VERZOEKERS OM INTERNATIONALE BESCHERMING VERZOEKERS OM INTERNATIONALE BESCHERMING Jaarlijkse statistieken 2010-2018 Dienst Vreemdelingenzaken : jaarlijkse statistieken internationale bescherming, 2010-2018 1. Ingediende verzoeken 1 Tabel 1. Aantal

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 september 2004 (22.09) (OR. en) 12294/04 Interinstitutioneel dossier: 2003/0252 (COD) LIMITE

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 september 2004 (22.09) (OR. en) 12294/04 Interinstitutioneel dossier: 2003/0252 (COD) LIMITE Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 20 september 2004 (22.09) (OR. en) 12294/04 Interinstitutioneel dossier: 2003/0252 (COD) LIMITE PUBLIC TRANS 282 CODEC 989 VERSLAG van: het secretariaat-generaal

Nadere informatie

Centrum voor Migratierecht. De asielprocedure in Nederland

Centrum voor Migratierecht. De asielprocedure in Nederland Centrum voor Migratierecht De asielprocedure in Nederland Begrippen Migrant: iemand die voor langere tijd naar een ander land verhuist Asielzoeker: iemand die een aanvraag om bescherming heeft ingediend

Nadere informatie

6424/15 rts/sv 1 DG B 3A

6424/15 rts/sv 1 DG B 3A Raad van de Europese Unie Brussel, 26 februari 2015 (OR. en) 6424/15 Interinstitutioneel dossier: 2014/0258 (E) SOC 89 EMPL 41 MIGR 9 JAI 101 NOTA van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: de Raad

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. tot wijziging van

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. tot wijziging van COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 22.12.2006 COM(2006) 909 definitief 2006/0282 (COD) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 2004/109/EG

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 10 januari 2000 (18.01) (OR.en) 5168/00 Interinstitutioneel dossier: 97/0359 (COD) LIMITE PI 3 CULTURE 2 CODEC 12

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 10 januari 2000 (18.01) (OR.en) 5168/00 Interinstitutioneel dossier: 97/0359 (COD) LIMITE PI 3 CULTURE 2 CODEC 12 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 10 januari 2000 (18.01) (OR.en) 5168/00 Interinstitutioneel dossier: 97/0359 (COD) LIMITE PI 3 CULTURE 2 CODEC 12 SAMENVATTING BESPREKINGEN van: de groep Intellectuele

Nadere informatie

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, l EGIRichtiijn 681360 c1 4-3 C14-3 Richtlijn inzake de opheffing van de beperkingen van de verplaatsing en het verblijf van de werknemers der Lid-Staten en van hun familie binnen de Gemeenschap [68/360/EEG)

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid 1 Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZG/18/099 BERAADSLAGING NR. 18/057 VAN 8 MEI 2018 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 maart 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 maart 2017 (OR. en) Conseil UE Raad van de Europese Unie Brussel, 10 maart 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0406 (CNS) 7120/17 LIMITE PUBLIC FISC 62 ECOFIN 188 NOTA van: aan: het secretariaat-generaal van de

Nadere informatie

VERZOEKERS OM INTERNATIONALE BESCHERMING

VERZOEKERS OM INTERNATIONALE BESCHERMING VERZOEKERS OM INTERNATIONALE BESCHERMING Maandelijkse statistieken voor het 2019 Dienst Vreemdelingenzaken : maandelijkse statistieken internationale bescherming 2019 1. Ingediende verzoeken 1 Tabel 1.

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 april 2002 (02.05) (OR. en) 8318/02 LIMITE PROCIV 16 FSTR 3

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 april 2002 (02.05) (OR. en) 8318/02 LIMITE PROCIV 16 FSTR 3 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 april 2002 (02.05) (OR. en) 8318/02 LIMITE PROCIV 16 FSTR 3 RESULTAAT BESPREKINGEN van: Groep civiele bescherming d.d.: 16 april 2002 nr. vorig doc.: 7573/02 prociv

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/05/2015

Datum van inontvangstneming : 07/05/2015 Datum van inontvangstneming : 07/05/2015 Vertaling C-155/15-1 Zaak C-155/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 1 april 2015 Verwijzende rechter: Kammarrätten i Stockholm (Zweden)

Nadere informatie

De tekst zoals die er nu uitziet, staat in document 12932/99 CONSOM 70 ECOFIN 238 CODEC 684.

De tekst zoals die er nu uitziet, staat in document 12932/99 CONSOM 70 ECOFIN 238 CODEC 684. RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 19 november 1999 (21.12) (OR. en) 12931/99 Interinstitutioneel dossier: 98/0245 (COD) LIMITE CONSOM 69 ECOFIN 237 CODEC 683 INLEIDENDE NOTA van: het secretariaat-generaal

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 maart 2002 (18.03) (OR. fr) 7244/02. Interinstitutioneel dossier: 2002/0068 (ACC) LIMITE UD 17

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 maart 2002 (18.03) (OR. fr) 7244/02. Interinstitutioneel dossier: 2002/0068 (ACC) LIMITE UD 17 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 15 maart 2002 (18.03) (OR. fr) PUBLIC Interinstitutioneel dossier: 2002/0068 (ACC) 7244/02 LIMITE UD 17 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Sylvain BISARRE, directeur

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 juni 2009 (08.06) (OR. en) 10523/2/09 REV 2

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 juni 2009 (08.06) (OR. en) 10523/2/09 REV 2 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 4 juni 2009 (08.06) (OR. en) 10523/2/09 REV 2 JAI 346 COMIX 469 COTER 60 ENFOPOL 159 USA 39 ASIM 57 COHOM 126 COJUR 15 POLGEN 97 RESULTAAT BESPREKINGEN van: de Raad datum:

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE 10.11.2015 L 293/15 GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE van 8 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad met specifieke bepalingen

Nadere informatie

Bijlage bij het rapport Fase I Studie Kwetsbare personen met specifieke opvangnoden. Synthese van de voornaamste vaststellingen.

Bijlage bij het rapport Fase I Studie Kwetsbare personen met specifieke opvangnoden. Synthese van de voornaamste vaststellingen. Bijlage II Juridische analyse Bijlage bij het rapport Fase I Studie Kwetsbare personen met specifieke opvangnoden. Synthese van de voornaamste vaststellingen. Dienst Studie en Beleid Directie Beleidsondersteuning

Nadere informatie

jurisprudentiële fundamenten meer dan veertig jaar geleden zijn gelegd 2, bevestigd en versterkt.

jurisprudentiële fundamenten meer dan veertig jaar geleden zijn gelegd 2, bevestigd en versterkt. Discussienota van het Hof van Justitie van de Europese Unie over bepaalde aspecten van de toetreding van de Europese Unie tot het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 475 Herziening van de Wet arbeid vreemdelingen Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 4 april 209 (OR. en) 208/0390 (COD) PE-CONS 7/9 VISA 49 COMIX 36 PREP-BXT 77 CODEC 572 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: VERORDENING

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 april 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 april 2016 (OR. en) Conseil UE Raad van de Europese Unie Brussel, 29 april 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2012/0102 (CNS) 8333/16 LIMITE PUBLIC FISC 59 ECOFIN 326 NOTA van: aan: het voorzitterschap het Comité

Nadere informatie

Zaak C-540/03. Europees Parlement tegen Raad van de Europese Unie

Zaak C-540/03. Europees Parlement tegen Raad van de Europese Unie Zaak C-540/03 Europees Parlement tegen Raad van de Europese Unie Immigratiebeleid - Recht van minderjarige kinderen van onderdanen van derde landen op gezinshereniging - Richtlijn 2003/86/EG - Bescherming

Nadere informatie

VERZOEKERS OM INTERNATIONALE BESCHERMING

VERZOEKERS OM INTERNATIONALE BESCHERMING VERZOEKERS OM INTERNATIONALE BESCHERMING Maandelijkse statistieken voor het 2018 Dienst Vreemdelingenzaken : maandelijkse statistieken internationale bescherming 2018 1. Ingediende verzoeken 1 Tabel 1.

Nadere informatie

***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0245/

***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0245/ Europees Parlement 2014-2019 Zittingsdocument A8-0245/2017 28.6.2017 ***I VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake normen voor de erkenning van onderdanen

Nadere informatie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0423/4. Amendement. Marek Jurek, Jussi Halla-aho, Branislav Škripek namens de ECR-Fractie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0423/4. Amendement. Marek Jurek, Jussi Halla-aho, Branislav Škripek namens de ECR-Fractie 7.12.2018 A8-0423/4 4 Overweging A A. overwegende dat er, ondanks talrijke aankondigingen van en verzoeken om veilige en legale trajecten die toegang bieden tot Europees grondgebied voor personen die een

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 9 juli 2004 (14.07) (OR. en) 11091/04 Interinstitutioneel dossier: 2004/001 (COD) LIMITE

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 9 juli 2004 (14.07) (OR. en) 11091/04 Interinstitutioneel dossier: 2004/001 (COD) LIMITE Conseil UE RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 9 juli 2004 (4.07) (OR. en) PUBLIC 09/04 Interinstitutioneel dossier: 2004/00 (COD) LIMITE JUSTCIV 99 COMPET 3 SOC 337 CODEC 874 OTA van: het voorzitterschap

Nadere informatie

P5_TA(2002)0202. Opvang van asielzoekers in de lidstaten *

P5_TA(2002)0202. Opvang van asielzoekers in de lidstaten * P5_TA(2002)0202 Opvang van asielzoekers in de lidstaten * Voorstel voor een richtlijn van de Raad tot vaststelling van minimumnormen voor de opvang van asielzoekers in de lidstaten (COM(2001) 181 C5-0248/2001

Nadere informatie