Archeologische Rapporten Oranjewoud 2009/31
|
|
- Christina van der Zee
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Archeologische Rapporten Oranjewoud 2009/31 Bureauonderzoek ten behoeve van de herinrichting van de Westerterpweg/N240 tussen Slootdorp en Wieringerwerf, gemeente Wieringermeer projectnr revisie 00 maart 2009 Auteur(s) I. Kaptein A. Spoelstra Opdrachtgever Provincie Noord-Holland Directie B&U, Unit ACR Postbus AE Overveen datum vrijgave beschrijving revisie 00 goedkeuring vrijgave Archeologisch rapport A. Spoelstra I. Vossen
2 Colofon Titel: Archeologische Rapporten Oranjewoud 2009/31. Bureauonderzoek ten behoeve de herinrichting van de Westerterpweg/N240 tussen Slootdorp en Wieringerwerf, gemeente Wieringermeer Auteur(s): I. Kaptein, A. Spoelstra ISSN: Oranjewoud B.V. Postbus AA Heerenveen
3 maart 2009, revisie 00 Bureauonderzoek ten behoeve van de herinrichting de Westerterpweg/N240 Slootdorp - Wieringerwerf Inhoud Blz. Samenvatting 4 Administratieve gegevens 5 1 Inleiding 7 2 Beschrijving onderzoekslocatie Begrenzing onderzoeks- en plangebied Landschappelijke situatie Bewoningsgeschiedenis en historische situatie Huidig en toekomstig gebruik Huidig gebruik plangebied en mogelijke verstoringen Consequenties toekomstig gebruik 17 3 Bekende archeologische waarden 18 4 Archeologische verwachting IKAW Cultuurhistorische Waardenkaart Provincie Noord-Holland Gespecificeerde archeologische verwachting 20 5 Conclusies en advies 23 Literatuur en geraadpleegde bronnen 25 Bijlagen 1 Archeologische perioden 2 AMZ-cyclus 3a ARCHIS: terreinen met archeologisch status 3b ARCHIS: archeologische waarnemingen Kaarten RACM Noordwestelijk gedeelte : Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW), Archeologische Monumentenkaart (AMK) en Waarnemingen blad 3 van 26
4 maart 2009, revisie 00 Bureauonderzoek ten behoeve van de herinrichting de Westerterpweg/N240 Slootdorp - Wieringerwerf blad 4 van 26
5 maart 2009, revisie 00 Bureauonderzoek ten behoeve van de herinrichting de Westerterpweg/N240 Slootdorp - Wieringerwerf Samenvatting In de periode februari/maart 2009 is in opdracht van de provincie Noord-Holland door Ingenieursbureau Oranjewoud BV een bureauonderzoek uitgevoerd ten behoeve van de herinrichting van de Westerterpweg en de aanleg van een rotonde aan de Den Oeverseweg in de gemeente Wieringermeer (Noord-Holland). De aanleiding voor dit archeologisch onderzoek is de wijziging van het bestemmingsplan. Het archeologisch onderzoek is één van de deelonderzoeken die in het kader van de bestemmingsplanwijziging worden uitgevoerd. Het archeologisch onderzoek heeft de vorm van een bureauonderzoek. Doel van het onderzoek is het opstellen van een gespecificeerd verwachtingsmodel en het formuleren van adviezen voor een eventueel vervolgonderzoek. Op basis van het onderhavige bureauonderzoek is geconcludeerd dat het plangebied een middelhoge - tot hoge archeologische algemene verwachting kent. De archeologische verwachting betreft een ruime variatie aan mogelijkheden, van Paleolithicum tot de Nieuwe tijd. De verwachte archeologische resten zijn in de eerste plaats sterk afhankelijk van de geomorfologische locatie en het paleo-reliëf. De ondiepe ondergrond bestaat uit een glooiend dekzandgebied, bestaande uit ruggen en koppen en mogelijk keileemopduikingen. Op hogere gedeelten in het dekzand worden met name kampjes en nederzettingen verwacht. Vanaf de Bronstijd focust de bewoning zich in dit gebied voornamelijk op kreekruggen en oeverwallen van veenstroompjes. Indien deze aanwezig zijn, dan kunnen hier nederzettingen worden aangetroffen. In de lagere delen worden in de periode Laat-Neolithicum - IJzertijd vooral rituele deposities verwacht. Deze resten hebben echter een zeer klein oppervlakte, waardoor de vindkans klein is. Ten tweede is de archeologische verwachting sterk afhankelijk van de mate van verstoring: in het gebied vindt vanaf de ontginning intensieve landbouw plaats. Door diepploegen kan de bodem tot in het dekzand verstoord zijn, waardoor de kans op het aantreffen van intacte vindplaatsen laag is. De vondsten liggen hierdoor niet meer op de oorspronkelijke plaats, waardoor de informatiewaarde van de vindplaatsen zeer klein is. Door middel van dit bureauonderzoek kan de specifieke geomorfologische situatie en de mate van verstoring echter niet tot in het gewenste detail worden vastgesteld. Hierdoor kunnen in dit stadium nog geen concrete adviezen worden uitgebracht over randvoorwaarden bij de inrichtingsplannen op basis van de archeologische situatie. Er wordt daarom een vervolgonderzoek geadviseerd. Op basis van de conclusies van het bureauonderzoek wordt geadviseerd de mate van verstoring in het gebied vast te stellen en het pleistocene reliëf, in het bijzonder dekzandruggen en -koppen en kreekruggen in kaart te brengen. Op basis hiervan kunnen kansarme en kansrijke zones worden onderscheiden. Teneinde het bovenstaande gespecificeerde verwachtingsmodel te toetsen is een verkennend booronderzoek een geschikte methode. Het doel van verkennend bodemonderzoek is het vaststellen van de mate waarin het bodemprofiel intact is, en het onderscheiden van kansrijkeen kansarme zones als verdere verfijning van de bestaande verwachtingkaarten. Voor het verkennend booronderzoek dienen 6 boringen per hectare te worden verricht tot een diepte van maximaal 2,0 m -mv of, binnen een wegtracé, elke 50 m een boring. Indien een intact bodemprofiel wordt aangetroffen en/of dekzandkoppen/-ruggen dan wel kreekruggen, dan zal uit nader (karterend) onderzoek moeten blijken of er vindplaatsen aanwezig zijn. De resultaten van het verkennend onderzoek kunnen ook uitwijzen dat de voorgenomen ingreep niet bezwaarlijk is of met welke randvoorwaarden in het plan rekening dient te worden gehouden. blad 5 van 26
6 maart 2009, revisie 00 Bureauonderzoek ten behoeve van de herinrichting de Westerterpweg/N240 Slootdorp - Wieringerwerf Administratieve gegevens OW Projectnummer OM-nummer Provincie Noord-Holland Gemeente Wieringermeer Plaats Slootdorp Toponiem Westerterpweg tussen Slootdorp en Wieringerwerf Kaartblad 14E Coördinaten West: /539900; Midden: /539765; Oost: / Centrum: / Opdrachtgever Provincie Noord-Holland Uitvoerder Oranjewoud Datum uitvoering maart 2008 Projectteam A. Spoelstra (archeoloog) I. Kaptein (KNA-archeoloog) I. Vossen (Senior-KNA-archeoloog) Beheer documentatie Oranjewoud Heerenveen Afbeelding 1 Locatie plangebied (stippellijn) (Topografische Kaart 1: Topografische Dienst Kadaster, Emmen) blad 6 van 26
7 maart 2009, revisie 00 Bureauonderzoek ten behoeve van de herinrichting de Westerterpweg/N240 Slootdorp - Wieringerwerf 1 Inleiding In de periode februari/maart 2009 is in opdracht van de provincie Noord-Holland door Ingenieursbureau Oranjewoud BV een bureauonderzoek uitgevoerd ten behoeve van de herinrichting van de Westerterpweg en de aanleg van een rotonde aan de Den Oeverseweg in de gemeente Wieringermeer (Noord-Holland). De aanleiding voor dit archeologisch onderzoek is de wijziging van het bestemmingsplan. De huidige N240 en de bijbehorende watergangen hebben de bestemming verkeer. De aangrenzende gebieden hebben een agrarische bestemming. De uitbreiding van de wegen, bermen en watergangen vallen buiten de huidige agrarische bestemming en kan derhalve niet binnen het vigerende bestemmingsplan worden gerealiseerd. Om de reconstructie mogelijk te maken dient er een partiële herziening van het bestemmingsplan worden opgesteld. Voorafgaand aan de herziening van het bestemmingsplan dienen diverse omgevingsonderzoeken te worden uitgevoerd. Het onderhavige archeologisch onderzoek is onderdeel van deze omgevingsonderzoeken. Een archeologisch onderzoek dat in het kader van bestemmingsplanwijziging plaatsvindt, past als onderzoeksstrategie binnen de cyclus van de Archeologische Monumentenzorg (AMZ). Deze cyclus wordt toegelicht in bijlage 2. Het archeologisch onderzoek in het kader van de herstructurering van de N240/Westerterpweg bestaat uit een bureauonderzoek. Het doel van het uitvoeren van een archeologisch bureauonderzoek is het opstellen van een gespecificeerde archeologische verwachting voor het plangebied. Waar kunnen we wat verwachten? Voor het opstellen van een dergelijke verwachting wordt gebruik gemaakt van reeds bekende archeologische waarnemingen, historische kaarten, geologische kaarten, bodemkaarten, luchtfoto's, relevante literatuur en internetsites. Op basis van bovenstaande bevindingen kan een beredeneerde inschatting worden gemaakt of er in het onderzoeksgebied archeologische waarden zijn te verwachten en, zo ja, of deze archeologische waarden van dien aard zijn (dat wil zeggen behoudenswaardig) dat een vervolgtraject in de vorm van een inventariserend veldonderzoek moet worden afgelegd. Een gespecificeerd verwachtingsmodel gaat in op de aanwezigheid, het karakter, de omvang, datering en verstoring van archeologische waarden. Op basis van het gespecificeerde verwachtingsmodel kan een beredeneerde inschatting worden gemaakt van een eventueel vervolgtraject door middel van veldwerk. Daarnaast worden adviezen geformuleerd voor de wijze waarop met eventueel aanwezige archeologische waarden dient te worden omgegaan in het licht van de toekomstige bestemming van het gebied. In het bijzonder wordt ingegaan op de effecten van de toekomstige inrichtingsplannen op de in het gebied aanwezige archeologische waarden. In dit rapport is uitgegaan van de bestaande inrichtingschetsen. Dit bureauonderzoek is uitgevoerd conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 3.1. blad 7 van 26
8 maart 2009, revisie 00 Bureauonderzoek ten behoeve van de herinrichting de Westerterpweg/N240 Slootdorp - Wieringerwerf blad 8 van 26
9 maart 2009, revisie 00 Bureauonderzoek ten behoeve van de herinrichting de Westerterpweg/N240 Slootdorp - Wieringerwerf 2 Beschrijving onderzoekslocatie 2.1 Begrenzing onderzoeks- en plangebied Het is van belang een onderscheid te maken tussen onderzoeksgebied enerzijds en plangebied anderzijds. Met plangebied wordt het gebied bedoeld waarop de in de inleiding genoemde plannen en/of werkzaamheden betrekking hebben. Binnen dit gebied kunnen eventueel aanwezige archeologische waarden worden verstoord. Het onderzoeksgebied omvat het gebied waarover informatie is verzameld om een goed beeld te krijgen van de archeologische waarden in de omgeving van het plangebied. Dit gebied is veelal groter dan het plangebied en verschilt al naar gelang het te onderzoeken aspect. Het plangebied omvat de Westerterpweg tussen Slootdorp en Wieringerwerf. De te wijzigen gedeelten liggen tussen de Koningin Emmaweg en de N248 (zie afbeelding 1). 2.2 Landschappelijke situatie Het onderzoeksgebied ligt in fysisch-geografisch opzicht in het voormalige Zuiderzeegebied. Meer specifiek ligt het in de polder Wieringermeer, die in 1930 is drooggelegd. De ondergrond van het polderlandschap is ontstaan in de laatste perioden van het Pleistoceen, (2,7 miljoen jaar voor heden). Het Pleistoceen wordt gekenmerkt door een afwisseling van zeer koude perioden (ijstijden) met perioden waarin het klimaat vergelijkbaar is met het tegenwoordige. Tijdens ijstijden daalde de gemiddelde jaartemperatuur zodanig dat de poolijskappen tot enorme omvang konden groeien. Doordat het water in de ijskappen zat opgeslagen lag de Noordzee droog. Gedurende de voorlaatste ijstijd, het Saalien ( jaar voor heden) waren de ijskappen zodanig gegroeid dat het landijs Nederland bereikte. Het landijs bereikte Nederland aanvankelijk als een breed front. Onder het ijsfront werd een grondmorene afgezet, bestaande uit leem, grind, keien en zandresten die uit de gletsjers smolten. Dit is de keileem. In verschillende fasen van groei en afsmelten werd het keileem gestuwd en overreden, waardoor er ruggen ontstonden. De ondergrond van het voormalige eiland Wieringen bestaat uit een dergelijk keileempakket. Ook ten oosten van Wieringerwerf bevindt zich een dergelijke keileembult (Berendsen, 2000 & 2004; De Mulder et al, 2003). Na het Saalien volgde een warme periode, het Eemien ( jaar voor heden). Door de stijgende temperatuur steeg de zeespiegel, waardoor de door het landijs achtergelaten laagten in het landschap, met name de voormalige gletsjerbekkens, gevuld met raakten met mariene kleien en veenlaagjes. De keileem onderging in deze periode een sterke verwering. Met het Weichselien ( jaar voor heden) trad opnieuw een koude periode in. Het landijs bereikte Nederland deze keer niet, maar er heersten wel periglaciale blad 9 van 26
10 maart 2009, revisie 00 Bureauonderzoek ten behoeve van de herinrichting de Westerterpweg/N240 Slootdorp - Wieringerwerf omstandigheden. Tijdens het Midden Weichselien of pleniglaciaal ( jaar voor heden) bereikten deze omstandigheden hun hoogtepunt, waardoor het landschap het karakter van een poolwoestijn kreeg (Vos & Kiden, 2005). Door het gebrek aan begroeiing konden rivierafzettingen gaan stuiven. Als gevolg hiervan is gedurende het Weichselien door de wind direct op het keileem een dik, golvend pakket dekzand afgezet. De laatste geologische periode, het Holoceen, begon circa jaar voor heden en duurt nog steeds voort. Het begin van het Holoceen wordt gekenmerkt door een geleidelijke stijging van de temperatuur. Hierdoor raakte het landschap begroeid, eerst met naaldbos en later met een dicht loofbos. De zeespiegel steeg in deze periode weer, samen met de grondwaterspiegel. Door de hoge grondwaterspiegel konden plantenresten minder goed worden afgebroken, waardoor met name in de lage delen van landschap direct op het dekzand een laag veen ontstond (Basisveen). Vanaf het Atlanticum ( v. Chr.) nam de invloed van de zee in dit gebied toe, waardoor er op het Basisveen mariene zanden en kleien werden afgezet. Bij deze inbraken van de zee erodeerde het veen, waardoor er plaatselijk lagen verslagen veen of detritus voorkomen. In het Subbboreaal ( v. Chr.) ontstond langs de gehele westelijke kust een gesloten kustlijn als gevolg van de vorming van strandwallen. De directe invloed van de zee was nu afwezig. Door de verslechterde afwatering ontstond in geheel West-Nederland een veenmoeras (Hollandveen). Dit moeras werd doorsneden door rivieren zoals de IJssel en de Vecht. Via enkele zeegaten, zoals het Zeegat van Bergen en het Oer-IJ bij Castricum, kon de zee herhaaldelijk in het veengebied binnendringen, waarbij wederom veel veen werd geërodeerd. Dit verslagen veen wordt tegenwoordig op de bodems van de zeeboezems aangetroffen. De nauwe verbindingen met de zee (getijdekreken) slibden in rustige perioden geleidelijk aan weer dicht. De kreken zijn echter tegenwoordig nog als ruggen in het landschap te herkennen, omdat het omliggende klei- en veenlandschap door inklinking lager is komen te liggen (inversieruggen - zie afbeelding 2). In het veengebied bleven enkele meren bestaan die uiteindelijk gedeeltelijk verzoetten. Het landschap raakte in dergelijke rustige perioden dicht begroeid. Rond het begin van de jaartelling lag tussen het huidig waddengebied en de tegenwoordige Flevopolders een uitgestrekt woud (het Creiler Woud). Het dorp Kreileroord ten oosten van Wieringerwerf is hiernaar vernoemd. blad 10 van 26
11 maart 2009, revisie 00 Bureauonderzoek ten behoeve van de herinrichting de Westerterpweg/N240 Slootdorp - Wieringerwerf inversierug getijdenafzettingen Zuiderzee Afbeelding 2. Uitsnede uit de geomorfologische kaart, plangebied aangegeven met stippellijn. Het plangebied ligt in getijde-afzettingen van de Zuiderzee. Ten oosten van het plangebied loopt een getijdegeul die tegenwoordig als een rug in het landschap ligt (bron: ARCHIS/Alterra - niet op schaal) Door voortdurende zeespiegelstijging bleef het gebied vernatten. Hierdoor erodeerden de oevers van de meren in het veengebied, waardoor in de Romeinse tijd het meer Flevo ontstond. In deze periode werd op de niet-geërodeerde veenzones in de omgeving een kleidek afgezet. Deze afzettingen waren in de vroege middeleeuwen nog vrij intensief bewoond. In de loop van de Middeleeuwen breidde dit meer zich uit en ontstond tevens een groot zoetwatermeer nabij Wieringerwerf. Het Creiler woud werd tijdens een storm van 1 op 2 november 1170 verzwolgen door het water. De resten ervan kunnen tegenwoordig nog worden aangetroffen in de holocene afzettingen in het IJsselmeer. Het Flevomeer breidde zich in de Middeleeuwen uit tot het Almere, dat tot circa 1250 na Chr. bestond. Dit meer stond via de IJ-boezem in contact met de Noordzee, waardoor er een brak milieu aanwezig was. Na 900 nam de invloed van de zee opnieuw toe. De hernieuwde invloed verliep in het begin zeer geleidelijk. Rond 1250 werd de invloed van de zee dusdanig dat de al dan niet door klei bedekte veenafzettingen werden afgebroken. Vanaf deze periode vormde zich door voortdurende afbraak een binnenzee. De inbraakgeulen van het Ulkediep en het Amsteldiep liepen door de huidige polder (afbeelding 3). In de 14 e eeuw ontstond uiteindelijk een nieuwe inbraakgeul bij Texel, die de Noordzee via de Waddenzee met het Almere verbond. Hierdoor werd het milieu weer zout, en ontstond de Zuiderzee. Het Wieringermeer werd onderdeel van deze binnenzee. In de Zuiderzee werd een laag jonge zeeklei afgezet. blad 11 van 26
12 maart 2009, revisie 00 Bureauonderzoek ten behoeve van de herinrichting de Westerterpweg/N240 Slootdorp - Wieringerwerf Amsteldiep Ulkediep Afbeelding 3. Inbraakgeulen in het Wieringermeer: Het Amsteldiep en het Ulkediep. Situatie in 1907 voorafgaand aan de Zuiderzeewerken. De Zuiderzeewerken: landschapsvorming door de mens De Zuiderzee lag temidden van slappe afzettingen zoals klei en veen, en bij elke storm werden er stukken land afgeslagen. De dijken waren eveneens op deze slappe afzettingen opgeworpen en verzakten voortdurend, waardoor ze weinig bescherming boden. Al in de 17 e eeuw werden er plannen gemaakt op de Zuiderzee droog te maken. Het definitieve plan dateert uit 1886 en na de stormvloed in 1916, waarbij veel land en levens verloren gingen, is een begin gemaakt met de Zuiderzeewerken. In 1927 werd het Amsteldiep afgesloten met een dijk, waardoor het eiland Wieringen in het westen met het vasteland van Noord-Holland werd verbonden. Het water achter de dijk wordt sindsdien Amstelmeer genoemd. Vanaf 1920 werd ook een dijk aangelegd tussen Den Oever in het oosten van Wieringen en het vasteland van Noord-Holland te Medemblik: de Wieringermeerdijk. In 1930 werd de Wieringermeerpolder drooggemalen, nog vóór de afsluiting van de Zuiderzee (zie foto 1). Voor de veiligheid van de bewoners is om deze reden ten zuiden van Wieringerwerf een vluchtheuvel gebouwd: de Terp. In 1932 is de Zuiderzee afgesloten van de Waddenzee door het leggen van de Afsluitdijk, waarna het IJsselmeer verzoette door de toevoer van water via de IJssel (Bosman & Bosman, 1995). blad 12 van 26
13 maart 2009, revisie 00 Bureauonderzoek ten behoeve van de herinrichting de Westerterpweg/N240 Slootdorp - Wieringerwerf foto 1. De sluiting van de Wieringermeerdijk in 1929 (bron: Bodem en grondwater In het gehele plangebied liggen zeekleigonden aan de oppervlakte. Deze gronden zijn opgebouwd uit materiaal dat is afgezet onder invloed van het Almere en zijn opvolger, de Zuiderzee. Op de Bodemkaart van Nederland (schaal 1:50.000, kaartblad 14 Oost, Stiboka 1988) staan in het plangebied overwegend de zogenaamde Wieringermeergronden aangegeven, bestaande uit een associatie van kalkarme en kalkrijke zeekleigronden in zware zavel en klei. Tussen 0,4 en 0,8 m -mv bevindt zich een moerige tussenlaag van meer dan 15 cm. De pleistocene ondergrond bevindt zich binnen 1,2 m -mv (code: AZW7A). In het uiterst westelijk gedeelte van het plangebied, nabij Slootdorp, liggen kalkrijke poldervaaggronden in zware zavel (code: Mn25A). De smalle kreekruggen bestaan uit uit fijn zand en lichte zavel en liggen hoger dan het omliggende landschap (zie afbeelding 4). inversierug: fijn zand kalkrijke poldervaaggronden Wieringermeergronden (associatie kalkrijke/-arme zeekleigronden in lichte zavel tot zware klei) Afbeelding 4. Uitsnede uit de Bodemkaart, plangebied aangegeven met stippellijn. Het plangebied ligt in afzettingen van de Zuiderzee: Wieringermeergronden en kalkrijke poldervaaggronden (bron: ARCHIS/Alterra - niet op schaal) blad 13 van 26
14 maart 2009, revisie 00 Bureauonderzoek ten behoeve van de herinrichting de Westerterpweg/N240 Slootdorp - Wieringerwerf In het gebied staat grondwatertrap IV aangegeven, hetgeen betekend dat de hoogste grondwaterstand (winter) zich ondieper dan 40 cm -mv bevindt. De laagste grondwaterstand (zomer) ligt tussen 80 dan 120 cm - mv. Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) In het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) worden de hoogteverschillen ten opzichte van NAP gevisualiseerd. Omdat de hoogteligging in het verleden een belangrijk criterium vormde voor eventuele vestiging van mensen, vormt de AHN een belangrijk hulpmiddel met betrekking tot het formuleren van een archeologische verwachting. In de omgeving van het plangebied kunnen hoogteverschillen wijzen op glooiingen in het dekzand en op kreekruggen. Volgens de AHN ligt het plangebied gemiddeld op een hoogte van circa 4,5 m - NAP. Het plangebied helt van west naar oost af. Er komen geen geprononceerde hoogteverschillen voor: de hoogste zones ligt bij Slootdorp op circa 3,0 m - NAP (zie afbeelding 5). Afbeelding 5. Het plangebied (stippellijn) op de AHN. Het plangebied helt van west naar oost geleidelijk af van - 3,0 NAP naar -4,6 NAP. (bron: Bewoningsgeschiedenis en historische situatie Hoewel de geschiedenis van dit deel van de Wieringermeerpolder pas in de 20 e eeuw begint, kent de omgeving van dit gebied een lange bewoningsgeschiedenis, die reeds in het Paleolithicum ( v. Chr.) begon en zich vermoedelijk ook voortzette in het Mesolithicum ( v. Chr.) De hooggelegen keileemopduikingen, dekzandruggen en kopjes vormden een aantrekkelijke verblijfplaats voor de mobiele jager-verzamelaars (Satpert, 2005; Deeben & Arts, 2005; Peeters & Niekus, 2005). In het Neolithicum ( v. Chr.) raakte de regio voor het eerst permanent bewoond, waarbij men akkerbouw bedreef op de hooggelegen, goed ontwaterde dekzandruggen. De overgang van de mobiele levenswijze naar een sedentair bestaan gebaseerd op landbouw was een geleidelijk en complex proces, waarin verschillende tussenvormen zijn waar te nemen (Raemaekers, 2005). Ondanks de voortdurende vernatting is het dynamische landschap vanaf het Neolithicum regelmatig bewoond en bezocht door mensen en dieren. Ook in de Bronstijd en de IJzertijd/Romeinse tijd zette deze bewoning zich voort, waarbij men zich eveneens op dekzandkoppen, keileemruggen zandige rivierduinen en kreekruggen vestigde. Natuurlijke hoogten zoals Wieringen en kleinere keileemruggen moeten destijds reeds blad 14 van 26
15 maart 2009, revisie 00 Bureauonderzoek ten behoeve van de herinrichting de Westerterpweg/N240 Slootdorp - Wieringerwerf goed herkenbaar in het landschap herkenbaar zijn geweest. De veenmoerassen en de vele kreken en rivieren die het gebied doorsneden vormden daarnaast een bijzonder rijk jacht- en verzamelgebied. In de omgeving van het plangebied zijn verschillende resten uit deze perioden bekend. Ook in de Vroege Middeleeuwen waren de hoge gebieden in de omgeving nog bewoond. In de late Middeleeuwen en de Nieuwe tijd verdronk het land geleidelijk door het ontstaan van het Flevomeer / Almere. Ten zuiden van Wieringen ontstond een groot meer (zie afbeelding 6). Dit meer maakte deel uit van de gouw (bestuurseenheid) Wiron. Afbeelding 6. Het eiland Wieringen en omgeving omstreeks Ter plaatse van de huidige polder ligt een meer. Plangebied globaal weergegeven met ster (bron: Pas na de drooglegging van de Wieringermeerpolder raakte het gebied weer geschikt voor bewoning. Het primaire doel van de Wieringermeerpolder, samen met de Noordoostpolder, was uitbreiding van het landbouwareaal. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was de import sterk gekrompen. Samen met het verlies van landbouwgrond als gevolg van de stormvloed in 1916 dreigde hierdoor voedseltekort. Deze economische situatie vormde de aanleiding voor de uitvoer van de Zuiderzeewerken, waarvan de plannen al in 1886 door Cornelis Lely waren opgesteld. Tussen 1920 en 1929 werd de Wieringerdijk aangelegd, en tussen 10 februari en 21 augustus 1930 werd de polder drooggemalen. Hierna werden de gronden geschikt gemaakt voor landbouw. In de zomer van 1931 werd de eerste oogst binnengehaald. Slechts 3% van het de Wieringermeer heeft andere doeleinden dan landbouw (recreatie, bos, woningen). Voor de bewoners ging men van het beginsel uit dat de bevolking een afspiegeling moest zijn van de samenstelling van de Nederlandse bevolking. De bewoners van de Wieringmeer zijn dan ook uit alle provincies van Nederland afkomstig. Op 17 april 1945 is de Wieringermeerdijk door de Duitse bezetter opgeblazen, met als doel het tegengaan van geallieerde landingen van parachutisten. Hierdoor kwam de polder snel onder water te staan en werd de bevolking geëvacueerd, met medeneming van alleen het hoognodige. Na de bevrijding is een commissie in het leven geroepen om de polder zo snel mogelijk weer leefbaar te maken. Op 11 december 1945 was de polder blad 15 van 26
16 maart 2009, revisie 00 Bureauonderzoek ten behoeve van de herinrichting de Westerterpweg/N240 Slootdorp - Wieringerwerf weer droog, en in 1946 kon er alweer worden geoogst. Sindsdien is de Wieringermeer een welvarend landbouwgebied. De kern Kreileroord is in 1956 gesticht. Historisch Kaartmateriaal en luchtfoto's De polder Wieringermeer is uiteraard pas zichtbaar op kaarten en foto's vanaf Op de militaire kaart uit deze periode is de pas gewonnen polder te zien (De Pater, 2005). Her en der zijn de eerste boerderijen te zien. De Westerterpweg is ook al onder dezelfde naam aanwezig. De landbouwgrond is verdeeld in grote rechthoekige kavels. De boerderijen liggen aan de wegen. Het landgebruik is vrijwel uitsluitend akkerbouw. Op topografische kaarten uit de periode verandert er weinig. De kernen Slootdorp en Wieringerwerf groeien iets als gevolg van nieuwbouw. De oorspronkelijke vorm en oppervlakte is evenwel nog grotendeels intact. De huidige bebouwing ten noorden van de Westerterpweg in de bebouwde kom van Slootdorp (De Emmahoeve en de Beatrixlaan) dateert van ná Hetzelfde geldt voor het bedrijventerrein 'De Schelphorst' in Wieringerwerf-zuid (vanaf 1970). In het agrarisch gebied verandert er vrijwel niets. Het oostelijke gedeelte van het plangebied is voor het eerst te zien op een luchtfoto uit Hierop is de kern Slootdorp te zien, temidden van de eerste aanplant op de akkers. Langs de Westerterpweg liggen een paar boerderijen. Koninging Emmaweg Den Oeverseweg Brink Westerterpweg Foto 2. Het oostelijk gedeelte van het plangebied (stippellijn) in 1931 (bron: blad 16 van 26
17 maart 2009, revisie 00 Bureauonderzoek ten behoeve van de herinrichting de Westerterpweg/N240 Slootdorp - Wieringerwerf 2.4 Huidig en toekomstig gebruik Huidig gebruik plangebied en mogelijke verstoringen Het huidig gebruik van het plangebied is afgeleid uit recent topografisch kaartmateriaal en uit luchtfoto's. Het grondgebruik is agrarisch, overeenkomstig met de oorspronkelijke situatie na de in gebruikneming van de polder. De kavels zijn vrijwel uitsluitend in gebruik als akkers. De boerderijen en huizen concentreren zich langs de wegen. Het gedeelte tussen de Koningin Emmaweg en de Den Oeverseweg bevindt zich in de bebouwde kom van Slootdorp. Hier is woningbouw aanwezig (zie afbeelding 8). Bij de graafwerkzaamheden in het kader van deze woningbouw is de bodem waarschijnlijk verstoord. Omdat het gebied overwegend in gebruik is als akker worden verstoringen verwacht die zijn veroorzaakt door ontginning en agrarische activiteiten, zoals (diep)ploegen. Waarschijnlijk is de bouwvoor verstoord. Indien de pleistocene ondergrond erg ondiep ligt, is deze mogelijk ook verstoord. Afbeelding 8. Het huidig grondgebruik in het plangebied (bron: GoogleMaps) Consequenties toekomstig gebruik In de toekomst zal het plangebied worden heringericht: de huidige Westerterpweg zal worden uitgebreid en op de kruising met de Den Oeverseweg zal een rotonde worden aangelegd. Ook zullen de bermen en watergangen worden uitgebreid. Bij deze werkzaamheden zullen zal de bodem worden verstoord. De eventueel aanwezige archeologische resten worden hierbij bedreigd. blad 17 van 26
18 maart 2009, revisie 00 Bureauonderzoek ten behoeve van de herinrichting de Westerterpweg/N240 Slootdorp - Wieringerwerf 3 Bekende archeologische waarden In de nabije omgeving van het plangebied heeft Oranjewoud eerder archeologisch onderzoek uitgevoerd. Op een terrein aan het Smedingplein 1 te Wieringerwerf heeft Oranjewoud in 2005 een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek door middel van boringen uitgevoerd (OM-nr ). Geconcludeerd werd dat de omgeving van het plangebied een middelhoge tot hoge archeologische verwachting kent ten aanzien van archeologische resten uit de periode Neolithicum tot en met de Late Middeleeuwen. De verwachting is getoetst door middel van een booronderzoek: er zijn 5 boringen verricht. Er werd een bodemprofiel aangetroffen van Holocene klei op veen op Pleistoceen zand (van boven naar beneden). De overgang van zand naar veen was geleidelijk, hetgeen typerend is voor een snelle vernatting. Op basis hiervan werd geconcludeerd dat het een laaggelegen zone betreft, die niet erg geschikt was voor bewoning. Bovendien was de bodem verstoord door ontginning en ontgronding. Er zijn geen archeologische resten of -indicatoren aangetroffen, waardoor verder onderzoek niet noodzakelijk werd geacht (la Fèber, 2005). In de wijdere omgeving heeft Oranjewoud in 2004 eveneens archeologisch onderzoek uitgevoerd (OM-nr. 9141). Het betreft een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek door middel van boringen op het terrein van de Aquacamping Robbenoordbos in het noorden van de Wieringermeerpolder. Ook hier werden archeologische resten uit de periode Neolithicum - Late Middeleeuwen verwacht. In het booronderzoek werd een natuurlijk bodemprofiel aangetroffen, bestaande uit Holocene klei- en zandafzettingen op Pleistoceen dekzand. Er werden geen sporen van bodemvorming aangetroffen, hetgeen erop wijst dat het een laaggelegen, nat gebied betreft. Er zijn geen archeologische resten aangetroffen, waardoor verder onderzoek niet noodzakelijk werd geacht (Koopmanschap, 2004). Een belangrijke informatiebron is het landelijke Archeologisch Informatie Systeem (ARCHIS) dat beheerd wordt door de Rijksdienst Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM). In dit systeem worden alle vondst- en onderzoeksmeldingen verzameld en via internet voor bevoegden ter beschikking gesteld. Er zijn twee archieven digitaal beschikbaar: het Centraal Archeologisch Archief (CAA) en het Centraal Monumenten Archief (CMA; in kaartvorm: Archeologische Monumentenkaart, AMK). In het CAA zijn eerder gedane archeologische vondsten en waarnemingen opgenomen, in de AMK staan terreinen die op basis van de archeologische kennis op dit moment van archeologisch belang worden geacht en waaraan een bepaalde status is toegekend. We kennen terreinen van 'archeologische betekenis', 'archeologische waarde', 'hoge archeologische waarde' en 'zeer hoge archeologische waarde'. Deze laatste categorie omvat de terreinen die een beschermde status hebben. In het plangebied zelf zijn geen terreinen met een archeologische status geregistreerd. Ook in de wijdere omgeving zijn geen terreinen met een archeologische status bekend (tekening RACM). In de wijdere omgeving van het plangebied zijn wel enkele terreinen met een archeologische status aangetroffen. Voor een overzicht van deze terreinen wordt verwezen naar bijlage 3a. In het plangebied en de nabije omgeving zijn een aantal archeologische waarnemingen geregistreerd (zie voor de precieze ligging tekening RACM): blad 18 van 26
19 maart 2009, revisie 00 Bureauonderzoek ten behoeve van de herinrichting de Westerterpweg/N240 Slootdorp - Wieringerwerf Tabel 2 Waarnemingen uit ARCHIS. In kleur: waarnemingen binnen het plangebied Waarnemingsnr Object/complextype Begin periode Eind periode 118 Stenen Hamerbijl, type Baexem Hamerbijl, kwartsiet Aardewerk, slijpsteen Bronstijd, Laat Neolithicum, Laat Middeleeuwen, Laat IJzertijd, Midden Neolithicum, Laat Middeleeuwen, Laat Bijl, diabaas, compleet Neolithicum laat Neolithicum laat Vuurstenen beitel Vlaardingen Neolithicum, midden B Neolithicum, Laat A cultuur Scheepswrak, locatie bij Middeleeuwen laat Nieuwe tijd benadering Vuursteen, bijl & schrabber, Neolithicum, Laat Neolithicum, Laat kwartsiet Aardewerk Middeleeuwen Middeleeuwen Uit bovenstaande tabel blijkt dat er in de directe omgeving materiaal daterend vanaf het Neolithicum ( voor Chr.) is aangetroffen. Verder is veel materiaal uit de Middeleeuwen ( na Chr.) gemeld, met name aardewerk en scheepswrakken. Waarneming 118 ligt direct ten noorden van het plangebied; het is de meest dichtstbijzijnde waarneming. Het betreft een natuurstenen hamerbijl, daterend uit de Bronstijd. Het is een losse vondst, dat wil zeggen geen onderdeel van een samenhangende vindplaats, voor zover bekend. In de omgeving zijn meerdere bijlen aangetroffen (waarneming 18506, 18507, en 22550). Dit wijst erop dat het gebied in de periode laat-neolithicum en Bronstijd in elk geval door mensen is bezocht. De waarnemingen uit de Late Middeleeuwen betreffen losse vondsten. De locatie van het scheepswrak (408415) is slechts bij benadering bekend. Voor een volledig overzicht van alle waarnemingen in de wijdere omgeving wordt derhalve kortheidshalve verwezen naar bijlage 3b. In bijlage 3a is een overzicht opgenomen van alle monumenten. Op basis van de reeds bekende waarnemingen kan worden geconcludeerd dat in het plangebied uitsluitend archeologische resten uit de periode Neolithicum - Bronstijd en de Middeleeuwen zijn aangetroffen. Het betreft uitsluitend losse vondsten, het is niet bekend of deze behoren tot een samenhangende vindplaats. Samenhangende vindplaatsen bestaan uitsluitend uit scheepswrakken en dateren uit de Nieuwe tijd. blad 19 van 26
20 maart 2009, revisie 00 Bureauonderzoek ten behoeve van de herinrichting de Westerterpweg/N240 Slootdorp - Wieringerwerf 4 Archeologische verwachting 4.1 IKAW De Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) is een door de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM) opgestelde kaart waarop aan de hand van eerder gedane archeologische waarnemingen en de bodemkundige gegevens is aangegeven wat de kans is in een bepaald gebied archeologie aan te treffen: laag, middelhoog of hoog. Zoals de naam al aangeeft gaat het hier - vanwege schaal en extrapolatie - slechts om een ruwe indicatie. De archeologische verwachting volgens de IKAW is weergegeven op tekening RACM (zie tekeningenbijlage). Het plangebied heeft een overwegend middelhoge- en hoge archeologische verwachting. Het meest westelijke gedeelte van het plangebied, ter hoogte van Slootdorp, heeft een lage archeologische verwachting. 4.2 Cultuurhistorische Waardenkaart Provincie Noord-Holland Op de cultuurhistorische waardenkaart van de provincie Noord-Holland staan in het plangebied en wijde omgeving geen vlakken, lijnen of puntobjecten van archeologische waarde geregistreerd. Op de CHW van Noord-Holland zijn geen zones met archeologische verwachtingswaarden opgenomen. 4.3 Gespecificeerde archeologische verwachting De onderstaande gespecificeerde archeologische verwachting heeft als uitgangspunt dat het bodemprofiel intact is. In dit geval kunnen vindplaatsen uit diverse perioden worden aangetroffen. Er bestaat echter een vrij grote kans dat het bodemprofiel sterk is verstoord door diepploegen. datering Het plangebied ligt in een dekzandgebied met daarop een dun pakket holocene afzettingen. Ook komen kreekruggen voor. In het plangebied worden archeologische resten uit het Laat-Paleolithicum tot en met de Nieuwe tijd worden verwacht. complextype Uit het Laat-Paleolithicum tot en met het Laat Neolithicum kunnen in deze regio resten worden aangetroffen die samenhangen met de mobiele leefwijze van de mens, zoals kleine kampementen die slechts tijdelijk werden bewoond. Deze vindplaatsen zijn te herkennen aan vuursteenconcentraties en haardkuilen. Vanaf het Laat Neolithicum tot en met de Romeinse tijd kunnen resten van grotere huizen/nederzettingen worden verwacht, alsmede schuren, spiekers en opstallen. Verder kunnen sporen van agrarische activiteit worden aangetroffen, zoals erfafscheidingen. Daarnaast kunnen ook menselijke begravingen/crematies worden aangetroffen, afhankelijk van de datering variërend van vlakgraven tot crematiegraven. Tenslotte kunnen resten die duiden op religieuze/rituele activiteit worden aangetroffen, zoals blad 20 van 26
21 maart 2009, revisie 00 Bureauonderzoek ten behoeve van de herinrichting de Westerterpweg/N240 Slootdorp - Wieringerwerf rituele deposities. Uit de Middeleeuwen en de Nieuwe tijd kunnen eveneens nederzettingen en resten van agrarische activiteit worden verwacht. Daarnaast worden uit deze perioden scheepswrakken verwacht. Er is dus een ruime variatie aan complextypen mogelijk, verdere specificatie is niet mogelijk. Wel hangen de verwachte complextypen sterk samen met de geomorfologische locatie (dekzandreliëf, kreekruggen). omvang Er wordt een ruime variatie aan omvang van de vindplaatsen verwacht, variërend tussen 1 m² en 2000 m². diepteligging Archeologische resten kunnen vanaf het maaiveld tot een diepte van circa 1,5 m -mv worden aangetroffen. Resten uit het Paleolithicum tot en met de het laat-neolithicum worden onder het holocene dek verwacht. Resten vanaf de Bronstijd worden onderin de holocene afzettingen verwacht. De dikte van het holocene dek is ter plaatse 0 tot maximaal 200 cm. In de directe omgeving is het Pleistocene dekzand aangetroffen tussen 100 en 180 cm -mv (Stiboka, 1988; La Fèber, 2005). Resten uit de Middeleeuwen en de Nieuwe tijd worden met name aan het oppervlakte en binnen het mariene kleidek verwacht. locatie De archeologische verwachting is sterk afhankelijk van de locatie: In de periode Paleolithicum - Laat-Neolithicum vond bewoning op het Pleistocene zand voornamelijk plaats op de hoger gelegen gedeelten, zoals (keileem-)ruggen en kopjes. Indien deze aanwezig zijn, dan geldt een middelhoge- tot hoge verwachting ten aanzien van tijdelijke nederzettingen (kampen). Vanaf de Bronstijd worden met name bewoningssporen verwacht op kreekruggen en oeverwallen van oude geulen en veenstroompjes. Lager gelegen gedeelten hebben met betrekking tot deze periode uitsluitend een hoge verwachting ten aanzien van rituele deposities: hier worden geen nederzettingssporen verwacht. Omdat rituele deposities puntlocaties zijn -met een zeer geringe oppervlakte-, geldt een zeer lage trefkans op het aantreffen van archeologische resten (Fontijn, 2004). uiterlijke kenmerken Paleolithicum tot Laat Neolithicum: vuursteenverspreiding, indicaties van bewerking van vuursteen, halffabrikaten, productieafval, productiegereedschap o.a. geweiknoppen en klopstenen. Indicatie van kortdurende nederzetting/kamp: haardkuilen, verbrand vuursteen. Indicaties van jacht/voedselverzameling en -bereiding: werktuigen, spitsen, bijlen, schrabbers, stekers. Tevens visfuiken, vishaken, kano's, peddels et cetera. Laat Neolithicum tot en met late Middeleeuwen: resten en structuren die wijzen op een sedentair, agrarisch bestaan. Nederzettingen: paalgaten (huizen, spiekers, opstallen, schuren), greppels, waterputten met houten beschoeiingen, afvalkuilen. Tussen het Laat Neolithicum en de IJzertijd periode-specifieke wijze van het begraven / cremeren van de doden. Ook: rituele deposities van waardevolle objecten, zoals (ceremoniële) wapens en werktuigen, zoals bijlen en zwaarden en sierraden. Middeleeuwen en Nieuwe tijd: resten die wijzen op scheepsvaart. Scheepswrakken, resten van de inventaris/lading van schepen: vaatwerk, glas, kruiken, voorraadvaten mogelijke verstoringen Het plangebied is grotendeels in gebruik als akker. In het gehele plangebied is de bovengrond daarom verstoord als gevolg van ontginning en (diep-) ploegen. Het blad 21 van 26
22 maart 2009, revisie 00 Bureauonderzoek ten behoeve van de herinrichting de Westerterpweg/N240 Slootdorp - Wieringerwerf aanwezige reliëf in het dekzand en de holocene afzettingen kan daardoor zijn geëgaliseerd. Het is afhankelijk van de dikte van het holocene kleidek, met name de Zuiderzee-afzettingen, in welke mate de onderliggende pleistocene ondergrond, waarop de archeologische resten liggen, verstoord is. blad 22 van 26
23 maart 2009, revisie 00 Bureauonderzoek ten behoeve van de herinrichting de Westerterpweg/N240 Slootdorp - Wieringerwerf 5 Conclusies en advies Op basis van het onderhavige bureauonderzoek kan worden geconcludeerd dat het plangebied een middelhoge - tot hoge archeologische algemene verwachting kent. De archeologische verwachting betreft een ruime variatie aan mogelijkheden, van Laat- Paleolithicum tot de Nieuwe tijd. De verwachte archeologische resten zijn in de eerste plaats sterk afhankelijk van de geomorfologische locatie en het paleo-reliëf. De ondiepe ondergrond bestaat uit een glooiend dekzandgebied, bestaande uit dekzandruggen en - koppen en mogelijk keileemopduikingen. Op hogere gedeelten in het dekzand worden met name kampjes en nederzettingen verwacht. Vanaf de Bronstijd focust de bewoning zich in dit gebied voornamelijk op kreekruggen en oeverwallen van veenstroompjes. Indien deze aanwezig zijn, dan kunnen hier nederzettingen worden aangetroffen. In de lagere delen worden in de periode Laat-Neolithicum - IJzertijd vooral rituele deposities verwacht. Deze resten hebben echter een zeer klein oppervlakte, waardoor de vindkans laag is. Ten tweede is de archeologische verwachting sterk afhankelijk van de mate van verstoring: in het gebied vindt vanaf de ontginning intensieve landbouw plaats. Door diepploegen kan de bodem tot in het dekzand verstoord zijn, waardoor de kans op het aantreffen van intacte vindplaatsen nihil is. De vondsten liggen hierdoor niet meer op de oorspronkelijke plaats, waardoor de informatiewaarde van de vindplaatsen zeer klein is. Door middel van dit bureauonderzoek kan de specifieke geomorfologische situatie en de mate van verstoring echter niet tot in het gewenste detail worden vastgesteld. Hierdoor kunnen in dit stadium nog geen concrete adviezen worden uitgebracht over randvoorwaarden bij de inrichtingsplannen op basis van de archeologische situatie. Er wordt daarom een vervolgonderzoek geadviseerd. Op basis van de conclusies van het bureauonderzoek wordt geadviseerd de mate van verstoring in het gebied vast te stellen en het pleistocene reliëf, in het bijzonder dekzandruggen en -koppen, en kreekruggen in kaart te brengen. Op basis hiervan kunnen kansarme en kansrijke zones worden onderscheiden. Teneinde het bovenstaande gespecificeerde verwachtingsmodel te toetsen is een verkennend booronderzoek een geschikte methode. Het doel van verkennend bodemonderzoek is het vaststellen van de mate waarin het bodemprofiel intact is, en het onderscheiden van kansrijke- en kansarme zones als verdere verfijning van de bestaande verwachtingkaarten. Voor het verkennend booronderzoek dienen 6 boringen per hectare te worden verricht tot een diepte van maximaal 2,0 m -mv. Binnen een wegtracé worden de boringen elke 50 m geplaatst over de as van het tracé. Indien een intact bodemprofiel en/of dekzandkoppen/-ruggen dan wel kreekruggen worden aangetroffen, dan zal uit nader (karterend) onderzoek moeten blijken of er vindplaatsen aanwezig zijn. De resultaten van het verkennend onderzoek kunnen ook uitwijzen dat de voorgenomen ingreep niet bezwaarlijk is of met welke randvoorwaarden in het plan rekening dient te worden gehouden. blad 23 van 26
24 maart 2009, revisie 00 Bureauonderzoek ten behoeve van de herinrichting de Westerterpweg/N240 Slootdorp - Wieringerwerf Advies voor vervolgonderzoek Verkennend booronderzoek teneinde de mate van bodemverstoring te bepalen, het paleoreliëf in kaart te brengen en om kansrijke- en kansarme zones in kaart te brengen. Doel: Toetsing van het bureauonderzoek en advies over (eventueel) vervolgonderzoek in het licht van de toekomstige inrichtingsplannen. Heerenveen, maart 2009 blad 24 van 26
25 maart 2009, revisie 00 Bureauonderzoek ten behoeve van de herinrichting de Westerterpweg/N240 Slootdorp - Wieringerwerf Literatuur en geraadpleegde bronnen Berendsen, H.J.A (4e druk). De vorming van het land. Inleiding in de geologie en geomorfologie. Assen, Van Gorcum. Bosman, J.J. & P.C. Bosman (red.), De polder onder water. Het verslag van de onderwaterzetting van Wieringermeerpolder in Leeuwarden, Free Media. Deeben, J. en Arts, N., From tundra hunting to forest hunting. Late Upper Palaeolithic en Early Mesolithic. In: Louwe Kooijmans et al (red.), The Prehistory of the Netherlands. Amsterdam University Press, pp Fèber, D.J. la, Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek aan het Smedingplein 1 te Wieringerwerf. Archeologische Rapporten Oranjewoud 2005/66. Heerenveen, Oranjewoud BV. Fontijn, D., 'Schatvondsten' uit de Beekdalen. De interpretatie van metaaldeposities uit de Bronstijd. In: Gerritsen, F. en Rensink, E. (red.). Beekdallandschappen in Archeologisch Perspectief: Een Kwestie van Onderzoek en Monumentenzorg. Nederlandse Archeologische Rapporten 28. Amersfoort, Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek, pp Koopmanschap, H., Inventariserend archeologisch onderzoek Aquacamping Robbenoordbos, gemeente Wieringermeer. Archeologische Rapporten Oranjewoud 2004/38. Heerenveen, Oranjewoud BV. Pater, B.C. de, Schoenmaker, B., Grote Atlas van Nederland Asia Maior, Zierikzee. Peeters, H. & Niekus, M.J.L.Th., Het Mesolithicum in Noord-Nederland. In: Deeben, J., Drenth, E. et al (red.) De Steentijd van Nederland. Archeologie 11/12, Stichting Archeologie, Zutphen, pp Raemaekers, D.C.M., Het Vroeg- en Midden-Neolithicum in Noord-, Midden- en West- Nederland. In: Deeben, J., Drenth, E. et al (red.) De Steentijd van Nederland. Archeologie 11/12, Stichting Archeologie, Zutphen, pp Stapert, D., Het Laat-Paleolithicum in Noord-Nederland. In: Deeben, J., Drenth, E. et al (red.) De Steentijd van Nederland. Archeologie 11/12, Stichting Archeologie, Zutphen, pp STIBOKA, Bodemkaart van Nederland, blad 14 Oost. Vos, P. en Kiden, P., De landschapsvorming tijdens de steentijd. In: Deeben, J., Drenth, E. et al (red.), De Steentijd van Nederland. Archeologie 11/12, Stichting Archeologie, Zutphen, pp Kaarten Topografische kaart 1:25000 ( topografische kaarten , 1970, 1987 Internet ARCHIS: IKAW: CHW Noord-Holland: AHN: historische kaarten: blad 25 van 26
26 maart 2009, revisie 00 Bureauonderzoek ten behoeve van de herinrichting de Westerterpweg/N240 Slootdorp - Wieringerwerf blad 26 van 26
27 Bijlage 1 : Archeologische perioden
28
29 Bijlage 1 : Archeologische perioden Als bijlage op de resultaten en verzamelde gegevens wordt hieronder een algemene ontwikkeling van de bewonersgeschiedenis in Nederland geschetst. Gedurende het Paleolithicum ( voor Chr.) hebben moderne mensen (homo sapiens) onze streken tijdens de warmere perioden wel bezocht, doch sporen uit deze periode zijn zeldzaam en vaak door latere omstandigheden verstoord. De mensen trokken als jager-verzamelaars rond in kleine groepen en maakten gebruik van tijdelijke kampementen. De verschillende groepen jagerverzamelaars exploiteerden kleine territoria, maar verbleven, afhankelijk van het seizoen, steeds op andere locaties. In het Mesolithicum ( voor Chr.) zette aan het begin van het Holoceen een langdurige klimaatsverbetering in. De gemiddelde temperatuur steeg, waardoor geleidelijk een bosvegetatie tot ontwikkeling kwam en de variatie in flora en fauna toenam. Ook in deze periode trokken de mensen als jager-verzamelaars rond. Voorwerpen uit deze periode bestaan voornamelijk uit voor de jacht ontworpen vuurstenen spitsjes. De hierop volgende periode, het Neolithicum ( voor Chr.), wordt gekenmerkt door een overschakeling van jager-verzamelaars naar sedentaire bewoners, met een volledig agrarische levenswijze. Deze omwenteling ging gepaard met een aantal technische en sociale vernieuwingen, zoals huizen, geslepen bijlen en het gebruik van aardewerk. Door de productie van overschot kon de bevolking gaan groeien en die bevolkingsgroei had tot gevolg dat de samenleving steeds complexer werd. Uit het Neolithicum zijn verschillende grafmonumenten bekend, zoals hunebedden en grafheuvels. Het begin van de Bronstijd ( voor Chr.) valt samen met het eerste gebruik van bronzen voorwerpen, zoals bijlen. Het gebruik van vuursteen was hiermee niet direct afgelopen. Vuursteenmateriaal uit de Bronstijd is meestal niet goed te onderscheiden van dat uit andere perioden. Het aardewerk is over het algemeen zeldzaam. De grafheuveltraditie die tijdens het Neolithicum haar intrede deed werd in eerste instantie voortgezet, maar rond 1200 voor Chr. vervangen door begravingen in urnenvelden. Het gaat hier om ingegraven urnen met crematieresten waar overheen kleine heuveltjes werden opgeworpen, eventueel omgeven door een greppel. In de IJzertijd ( voor Chr.) werden de eerste ijzeren voorwerpen gemaakt. Ten opzichte van de Bronstijd traden er in de aardewerktraditie en in het gebruik van vuursteen geen radicale veranderingen op. De mensen woonden in verspreid liggende hoeven of in nederzettingen van enkele huizen. Op de hogere zandgronden ontstonden uitgebreide omwalde akkercomplexen (celtic fields). In deze periode werden de kleigebieden ook in gebruik genomen door mensen afkomstig van de zandgebieden. Opvallend zijn de verschillen in materiële welstand. Er zijn zogenaamde vorstengraven bekend in Zuid-Nederland, maar de meeste begravingen vonden plaats in urnenvelden. Met de Romeinse tijd (12 voor Chr. tot 450 na Chr.) eindigt de prehistorie en begint de geschreven geschiedenis. In 47 na Chr. werd de Rijn definitief als rijksgrens van het Romeinse Rijk ingesteld. Ter controle van deze zogenaamde limes werden langs de Rijn castella (militaire forten) gebouwd. De inheems leefwijze handhaafde zich wel, ook al werd de invloed van de Romeinen steeds duidelijker in soorten aardewerk (o.a. gedraaid) en een betere infrastructuur. Onder meer ten gevolge van invallen van Germaanse stammen ontstond er instabiliteit wat uiteindelijk leidde tot het instorten van de grensverdediging langs de Rijn. Over de Middeleeuwen ( na Chr.), en met name de Vroege Middeleeuwen ( na Chr.), zijn nog veel zaken onbekend. Archeologische overblijfselen zijn betrekkelijk schaars. De politieke macht was na het wegvallen van de Romeinen in handen gekomen van regionale en lokale hoofdlieden. Vanaf de 10e eeuw ontstaat er weer enige stabiliteit en is een toenemende feodalisering zichtbaar. Door bevolkingsgroei en gunstige klimatologische omstandigheden werd in deze periode een begin gemaakt met het ontginnen van bos, heide en veen. Veel van onze huidige steden en dorpen dateren uit deze periode. De hierop volgende periode 1500 heden wordt aangeduid als Nieuwe Tijd.
30
31 Bijlage 2 : AMZ-cyclus
32
33 Bijlage 2 : AMZ-cyclus Het AMZ-proces Archeologisch onderzoek in Nederland wordt in de meeste gevallen uitgevoerd binnen het kader van de zogenaamde Archeologische Monumentenzorg (AMZ). Het gehele traject van de AMZ omvat een aantal stappen die elkaar kunnen opvolgen, afhankelijk van het resultaat van de voorgaande stappen. In de procedure wordt volgens een trechtermodel gewerkt. Het startpunt ligt eigenlijk al bij het bepalen van de onderzoeksplicht. Op diverse provinciale en landelijke archeologische waardenkaarten kan namelijk worden ingezien of het plangebied ligt in een zone met een archeologische verwachting. Indien dit het geval blijkt te zijn, dan zal er in het kader van de planprocedure onderzoek verricht moeten worden om te bepalen of er archeologische waarden binnen het plangebied aanwezig zijn. Hiermee start de zogenaamde AMZ-cyslus (zie afb. 1 en 2) Afbeelding 1: de AMZ-cyclus De eerste fase: bureauonderzoek Uitgangspunt voor het bureauonderzoek is het vaststellen van een gespecificeerd verwachtingsmodel dat op detailniveau voor het plangebied aangeeft wat er aan archeologische vindplaatsen aanwezig kan zijn. Op basis van dit verwachtingsmodel wordt bepaald of er een veldonderzoek nodig is en wat de juiste methode voor dit veldonderzoek zou moeten zijn om deze mogelijk aanwezige archeologische resten te kunnen aantonen.
34 Afbeelding 2: het proces van de AMZ De tweede fase: inventariserend veldonderzoek (IVO) Het inventariserend veldonderzoek kan worden opgesplitst in drie subfases. Fase 1. verkennend onderzoek In sommige gevallen wordt er gestart met een verkennend onderzoek. Een verkennend onderzoek kent een relatief lage onderzoeksintensiteit en word feitelijk uitgevoerd omdat er bij het bureauonderzoek onvoldoende gegevens beschikbaar zijn om dit voldoende te kunnen onderbouwen. Dit is bijvoorbeeld het geval als er te weinig bodemkundige of geologische gegevens zijn om binnen het plangebied de verwachtingswaarden te kunnen onderbouwen of zelfs überhaupt tot een verwachtingswaarde te komen. Met een verkennend onderzoek kan tot in detail de verwachtingswaarde worden aangebracht. Zodoende kan door terugkoppeling een aangescherpt verwachtingsmodel worden gemaakt en kan karterend veldonderzoek in een vervolgfase gerichter en daarmee ook kostenefficiënter worden ingezet. Fase 2. karterend onderzoek In de regel wordt er gestart met een karterend onderzoek. Dit veldonderzoek dient om het verwachtingsmodel uit het bureauonderzoek te toetsen en eventueel aanwezige vindplaatsen op te sporen. Het onderzoek wordt vrijwel altijd vlakdekkend uitgevoerd door middel van boringen en/of oppervlaktekarteringen of proefsleuven. Het resultaat is in de regel een overzichtskaart met de resultaten van het onderzoek. Eventueel aangetoonde vindplaatsen worden daarbij aangegeven. Indien er geen archeologische vindplaatsen worden aangetroffen of wanneer bijvoorbeeld al blijkt dat deze geheel zijn
4 Archeologisch onderzoek
4 Archeologisch onderzoek 99044462 Inhoudsopgave ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK 1 Inleiding... 2 1.1 Algemeen... 2 1.2 Aanleiding en doelstelling... 2 2 Bureauonderzoek... 3 2.1 Werkwijze... 3 2.2 Resultaten
Nadere informatieArcheologie en cultuurhistorie Strijpsche Kampen
Archeologie en cultuurhistorie Strijpsche Kampen Bijlage 3 bij Nota van Uitgangspunten Strijpsche Kampen Definitief Gemeente Oirschot Grontmij Nederland bv Eindhoven, 11 mei 2007 Verantwoording Titel :
Nadere informatieHoofdweg 39 te Slochteren (gemeente Slochteren) Een Archeologisch Bureauonderzoek
Hoofdweg 39 te Slochteren (gemeente Slochteren) Een Archeologisch Bureauonderzoek Administratieve gegevens provincie: gemeente: plaats: Groningen Slochteren Slochteren toponiem: Hoofdweg 39 bevoegd gezag:
Nadere informatieArcheologische Rapporten Oranjewoud 2009/134
Archeologische Rapporten Oranjewoud 29/134 Inventariserend veldonderzoek aan de Westerterpweg (N24), gemeente Wieringermeer (Noord-Holland) projectnr. 194453 revisie november 29 Auteur(s) A. Vissinga J.
Nadere informatieRMB NOTITIE Quickscan archeologie Uden Eikenheuvelweg/Munterweg. Inleiding
RMB NOTITIE 1015 Quickscan archeologie Uden Eikenheuvelweg/Munterweg Inleiding De gemeente Uden heeft als bevoegde overheid het RMB gevraagd een advies uit te brengen over de een plangebied aan de Eikenheuvelweg
Nadere informatieQuickscan Archeologie Bedrijventerrein Zwanegat te Zevenbergen
Archeologie Quickscan Archeologie Bedrijventerrein Zwanegat te Zevenbergen Gemeente Moerdijk Het plangebied op een kaart uit 1870 (bron: www.watwaswaar.nl) In opdracht van : AGEL adviseurs Auteur : drs.
Nadere informatieGEMEENTE WIERDEN ARCHEOLOGISCHE INVENTARISATIE EN VERWACHTINGSKAART
BAAC rapport GEMEENTE WIERDEN ARCHEOLOGISCHE INVENTARISATIE EN VERWACHTINGSKAART BAAC rapport V-09.0172 januari 2010 Status definitief Auteur(s) drs. A. Buesink drs. M.A. Tolboom H.M.M. Geerts ARCHEOLOGIE
Nadere informatieBuro de Brug Rapporten Quickscan Archeologie Kabeltracé Waarderpolder - Vijfhuizen B09-38
Buro de Brug Rapporten Quickscan Archeologie Kabeltracé Waarderpolder - Vijfhuizen B09-38 Administratieve gegevens 3 1. Inleiding 4 2. De uitgangspunten 4 3. Beschrijving van de historische situatie 4
Nadere informatieQuickscan Inleiding Resultaten quickscan
Quickscan Kenmerk Betreft 1 Inleiding Provincie Noord-Holland heeft het voornemen om de provinciale weg N244 tussen de A7 bij Purmerend en de N247 bij Edam-Volendam op te waarderen tot een regionale weg.
Nadere informatieOMnummer: Datum: Archeologische Quickscan Klaprozenweg (QSnr ) Opdrachtgever (LS01)
OMnummer: 43567 Datum: 21-10-2010 Archeologische Quickscan Klaprozenweg (QSnr.10-122) Opdrachtgever (LS01) Naam / organisatie: Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer Contactpersoon: Mevr. H. van der
Nadere informatieEen Archeologisch Bureauonderzoek voor het bestemmingsplan De Grift 3 in Nieuwleusen (gemeente Dalfsen, Overijssel). Figuur 1.
Een Archeologisch Bureauonderzoek voor het bestemmingsplan De Grift 3 in Nieuwleusen (gemeente Dalfsen, Overijssel). (Steekproef 2006-03/18, ISSN 1871-269X) Inleiding Voor De Lange, Bureau voor Stedebouw
Nadere informatieArcheologisch onderzoek plangebieden Anna Paulowna
Archeologisch onderzoek plangebieden Anna Paulowna Bureauonderzoek GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 746 Archeologisch onderzoek plangebieden Anna Paulowna Bureauonderzoek GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN
Nadere informatieAdviesdocument 768. Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht. Project: Projectcode: HOOM2. Opdrachtgever: Brabants Landschap
Adviesdocument 768 Project: Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht Projectcode: HOOM2 Opdrachtgever: Brabants Landschap Datum: 12 juni 2015 1 ARCHEOLOGIE & DE ORANJERIE MATTEMBURGH Inleiding
Nadere informatieArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies
ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies Q U I C K S C A N B U R E A U O N D E R Z O E K B O O R O N D E R Z O E K A D V I E S Zevenhuizen Dwarshaspel 12 Gemeente Leek Een bureauonderzoek ArGeoBoor
Nadere informatieArcheologisch Rapport 2006/21
Archeologisch Rapport 2006/21 Bureauonderzoek "Waterdunen" te Sluis projectnr. 161911 versie 01 juni 2006 Auteur(s) L. van der Meij H.J.L.C. Koopmanschap P.C. Teekens Opdrachtgever Provincie Zeeland Directie
Nadere informatie8 QUICKSCAN 2017 ARCHEOLOGIE KLAVER Gemeente Horst aan de Maas
QUICKSCAN ARCHEOLOGIE KLAVER 8 QUICKSCAN 2017 ARCHEOLOGIE KLAVER Gemeente 8 2017 Horst aan de Maas Gemeente Horst aan de Maas 20 APRIL 2017 20 APRIL 2017 Contactpersonen KOOS MOL Arcadis Nederland B.V.
Nadere informatieArcheologisch bureauonderzoek Vledderhuizen 28 te Onstwedde, gemeente Stadskanaal (GR)
Archeologisch bureauonderzoek Vledderhuizen 28 te Onstwedde, gemeente Stadskanaal (GR) opdrachtgever de heer E.H.J. Zuidema datum projectleider de heer B. Bijl projectnummer 93103510 status concept ISSN-nummer
Nadere informatieQuick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand
Quick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand 12 augustus 2010 Inleiding Het plangebied ligt in het noorden van de bebouwde kom van Kaatsheuvel in de
Nadere informatieArcheologische Quickscan
Document: Archeologische Quickscan versie 2 Plangebied: Polderpark, Oudesluis, gemeente Schagen Adviesnummer: 16185 Opsteller: drs. C.M. Soonius (senior archeoloog) & drs. S. Gerritsen (senior archeoloog)
Nadere informatieMEMO. Projectgegevens
MEMO Van : W.J. Weerheijm (Vestigia Archeologie & Cultuurhistorie) Aan : Dhr. W. Nouwens (Amerpoort) Onderwerp : Archeologisch onderzoek Mariaoordlaan Baarn Datum : 23 juli 2013 Ons kenmerk : V13-29344/2677/WW
Nadere informatieLibau, 10 augustus 2010. Tracé Aduard - Dorkwerd Een Archeologisch Bureauonderzoek
Tracé Aduard - Dorkwerd Een Archeologisch Bureauonderzoek Administratieve gegevens provincie: gemeenten: plaats: toponiem: bevoegd gezag: opdrachtgever: Groningen Zuidhorn en Groningen Aduard en Dorkwerd
Nadere informatieArcheologisch onderzoek locaties Oranjehof en Appelgaard
Archeologisch onderzoek locaties Oranjehof en Appelgaard Inventariserend veldonderzoek GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 201 Archeologisch onderzoek locaties Oranjehof en Appelgaard Inventariserend veldonderzoek
Nadere informatieArcheologisch onderzoek Geluidswal Spier
Archeologisch onderzoek Geluidswal Spier Bureauonderzoek GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 1081 Archeologisch onderzoek Geluidswal Spier Bureauonderzoek GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 1081 Definitief
Nadere informatieEesterweg 48 te Doezum, gemeente Grootegast. Een Archeologisch Bureauonderzoek
Eesterweg 48 te Doezum, gemeente Grootegast Een Archeologisch Bureauonderzoek Administratieve gegevens provincie: Groningen gemeente: Grootegast plaats: Doezum toponiem: Eesterweg 48 bevoegd gezag: gemeente
Nadere informatieHeesch - Beellandstraat
Archeologische Quickscan Heesch - Beellandstraat Gemeente Bernheze 1 Steller Drs. A.A. Kerkhoven Versie Concept 1.0 Projectcode 12110023 Datum 22-11-2012 Opdrachtgever LWM Ewislaan 12 1852 GN Heiloo Uitvoerder
Nadere informatieBijlage 4 Archeologisch onderzoek
39 Bijlage 4 Archeologisch onderzoek Wijzigingsplan "Emmastraat Pijnacker" (vastgesteld) Wijzigingsplan "Emmastraat Pijnacker" (vastgesteld) 40 Bodemverstoringsvergu nning Archeologie Plangebied: Gemeente:
Nadere informatieArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies
ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies B U R E A U O N D E R Z O E K A R C H E O L O G I E Geesbrug, Geeserraai 4a (Coevorden), bouw werktuigenberging Een Bureauonderzoek Het plangebied op een
Nadere informatieArcheologische Quickscan. Uitbreiding zwembad t Bun Staartweg 30, Urk (gemeente Urk)
Archeologische Quickscan Uitbreiding zwembad t Bun Staartweg 30, Urk (gemeente Urk) 1 Australiëlaan 5-a 3526 AB Utrecht T: 030-7620705 F: 030 7620706 E: informatie@transect.nl Auteur Drs. A.A. Kerkhoven
Nadere informatieArcheologietoets. locatie kerkstraat 57 Riel gemeente Goirle
Archeologietoets locatie kerkstraat 57 Riel gemeente Goirle Archeologietoets Locatie Kerkstraat 57, Riel projectleider: B. van Spréw Datum: 13 oktober 2006 Uitgevoerd in opdracht van SAB Eindhoven contactpersoon:
Nadere informatie4 Conclusies en aanbevelingen
4 Conclusies en aanbevelingen 4.1 Conclusies Uit het bureauonderzoek blijkt dat het plangebied op een hoger gelegen rivierduin ten zuiden van de Maas ligt. Vanwege de aanwezigheid van gradiëntsituaties
Nadere informatieSAMENVATTING GEOLOGIE / BODEM - BODEMKWALITEIT
SAMENVATTING GEOLOGIE / BODEM - BODEMKWALITEIT Geologie Over het algemeen geldt dat de toplaag van 0,0 tot 0,5 m mv. zal bestaan uit opgebrachte zand/grond dat plaatselijk (licht) puinhoudend is. Ter plaatse
Nadere informatieO de steekproef" D H D irciwokipi chi.ndcrzix.-ks
O de steekproef" D H D irciwokipi chi.ndcrzix.-ks Fluitenberg, Pesse & Noordscheschut (Dr.) Een Archeologisch Bureauonderzoek Noordscheschut Steekproef-rapport 2006-10/03C rjbd de steekproef O Fluitenberg,
Nadere informatieKruising van de van Heuven-Goedhartlaan met de Weg om de Noord/Kruisweg te Hoofddorp (gemeente Haarlemmermeer)
Kruising van de van Heuven-Goedhartlaan met de Weg om de Noord/Kruisweg te Hoofddorp (gemeente Haarlemmermeer) een bureauonderzoek I.S.J. Beckers Colofon IVO B Rapport 1404 Kruising van de Van Heuven-Goedhartlaan
Nadere informatieArcheologisch bureauonderzoek ten behoeve van plangebied 'ProRail kavel' aan de Ganzenweg te Zeewolde, gemeente Zeewolde (FL)
Archeologisch bureauonderzoek ten behoeve van plangebied 'ProRail kavel' aan de Ganzenweg te Zeewolde, gemeente Zeewolde (FL) Archeologisch bureauonderzoek ten behoeve van plangebied 'ProRail kavel' aan
Nadere informatiePlangebied naast Warfhuisterweg 12 te Wehe-Den Hoorn (gemeente De Marne) Een Archeologisch Bureauonderzoek
Plangebied naast Warfhuisterweg 12 te Wehe-Den Hoorn (gemeente De Marne) Een Archeologisch Bureauonderzoek Administratieve gegevens provincie: gemeente: plaats: toponiem: bevoegd gezag: opdrachtgever:
Nadere informatieInleiding. Vigerend beleid en bevoegd gezag. Quick scan archeologie: Trajectstudie Bochtverbetering Alphen a/d Rijn. Utrecht, 25 november 2012
Quick scan archeologie: Trajectstudie Bochtverbetering Alphen a/d Rijn Utrecht, 25 november 2012 Inleiding De provincie heeft voornemens om de zuidwestelijke oever van de kruising van de Oude Rijn met
Nadere informatieQuick scan archeologie De Horst Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand
Quick scan archeologie De Horst Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand 18 november 2010 Inleiding Het plangebied ligt ten westen van de bebouwde kom van Kaatsheuvel in de gemeente Loon op Zand (afb. 1). De
Nadere informatieArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies
ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies B U R E A U O N D E R Z O E K Veenhuizen (Dalen) Veenhuizerweg 10 (Gemeente Coevorden) Een bureauonderzoek Veenhuizen op een kaart uit de periode 1830-1850
Nadere informatieBijlage 1: Archeologische perioden
Bijlage 1: Archeologische perioden Bijlage 1: Archeologische perioden Als bijlage op de resultaten en verzamelde gegevens wordt hieronder een algemene ontwikkeling van de bewonersgeschiedenis in Nederland
Nadere informatieQuick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst
Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst Opsteller: B. van Sprew Opdrachtgever: H. de Jongh (H. de Jongh Advies) Datum: 22-8-2012 Aanleiding en doelstelling
Nadere informatieBeulakerweg 127 te Giethoorn, gem. Steenwijkerland (Ov.)
Laagland Archeologie Rapport 11 Inventariserend veldonderzoek karterende fase Beulakerweg 127 te Giethoorn, gem. Steenwijkerland (Ov.) Opdrachtgever: gemeente Steenwijkerland april 2016 Versie 1 Inventariserend
Nadere informatieRAAP België - Rapport 027 Rupelmonde Kleine Gaanweg, aanleg visvijver (gemeente Kruibeke)
RAAP België - Rapport 027 Rupelmonde Kleine Gaanweg, aanleg visvijver (gemeente Kruibeke) Bureauonderzoek 2016I81 Landschappelijk booronderzoek 2016I121 Nazareth 2016 Colofon Opdrachtgever: Waterwegen
Nadere informatieBurgwerd, De Hemert 13 Gem. Wûnseradiel (Frl.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek. Steekproefrapport /02
Burgwerd, De Hemert 13 Gem. Wûnseradiel (Frl.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek Steekproefrapport 2010-05/02 Burgwerd, De Hemert 13 Gem. Wûnseradiel (Frl.) Een Inventariserend Archeologisch
Nadere informatieQuickscan Archeologie. Forellenvisvijvers De Huif Aan de Uilenweg 2 Lelystad, gemeente Lelystad
Quickscan Archeologie Forellenvisvijvers De Huif Aan de Uilenweg 2 Lelystad, gemeente Lelystad Steller Versie Drs. A.A. Kerkhoven Definitief-2 Projectcode 12110029 Datum 04-02-2013 Opdrachtgever Uitvoerder
Nadere informatieArcheologische Rapporten Oranjewoud 2011/10
Archeologische Rapporten Oranjewoud 2011/10 Bureauonderzoek ten behoeve van het MER 'Recreatiegebied Voorland Stichtsebrug' te Blaricum/Huizen, gemeente Blaricum (N.-H.) projectnr. 217663 revisie 00 februari
Nadere informatieQuickscan Archeologie Maasbree-Maasbreeseweg (gem. Peel en Maas) Quickscan en Advies Archeologie Maasbree-Maasbreeseweg gemeente Peel en Maas
Quickscan en Advies Archeologie Maasbree-Maasbreeseweg gemeente Peel en Maas Pagina 1 van 7 Projectnummer: P11155 Datum: 5 augustus 2011 Plan: bouwplan voor de uitbreiding van een varkensbedrijf op het
Nadere informatieBijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden
Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden 0 SOB Research, 26 juni 2014 1 1. Archeologisch onderzoek 1.1 Inleiding
Nadere informatieOpdrachtgever TenneT TSO B.V. Postbus AS Arnhem. auteurs M. Arkema J. Tolsma. projectnr revisie februari 2012
Archeologische Rapporten Oranjewoud 2012/117 Archeologisch bureauonderzoek verdubbeling verbinding ZS-VLH110 tussen Vollenhove en Zwartsluis: 110kV Schakelstation Zwartsluis (gemeente Zwartewaterland (Overijssel)
Nadere informatieArcheologische Quickscan Eerste Oosterparkstraat 88-126 (QSnr 14-036) Stadsdeel: Centrum Adres: Eerste Oosterparkstraat 88-126
OMnummer: 61324 Datum: 23-04-2014 Archeologische Quickscan Eerste Oosterparkstraat 88-126 (QSnr 14-036) Opdrachtgever (LS01) Naam / organisatie: Stadsdeel Oost Contactpersoon: Robbert Leenstra Postbus:
Nadere informatieCultuurhistorische inventarisatiescan nieuwe scoutingterrein Broekpolder
Cultuurhistorische inventarisatiescan nieuwe scoutingterrein Broekpolder Adviescode: 2015.020 Auteur: R. Terluin, archeoloog gemeente Vlaardingen Oktober 2017 Inleiding Scoutinggroepen worden verplaatst
Nadere informatie-Rapporten. Een archeologisch bureau-onderzoek aan de Broekermeerdijk 30 te Watergang, gemeente Waterland (NH) ARC-Rapporten 2012-19
Een archeologisch bureau-onderzoek aan de Broekermeerdijk 30 te Watergang, gemeente Waterland (NH) -Rapporten M. Verboom-Jansen & A.J. Wullink ARC-Rapporten 2012-19 Geldermalsen 2012 ISSN 1574-6887 Colofon
Nadere informatie.txl. Advies: - Noordelijk deel Monitoring werkzaamheden (kosteloos) - Zuidelijk deel Monitoring werkzaamheden (kosteloos)
Archeologie Texel.txl Document: Archeologische Quickscan Plangebied: Planlocatie Pelgrim, Den Burg, gemeente Texel Adviesnummer: 16192 Opsteller: H. de Weerd (archeoloog) en M.H. Bartels (senior-archeoloog)
Nadere informatieEen Archeologisch Bureauonderzoek voor plangebied De Grift te Nieuwleusen (gemeente Dalfsen, Overijssel) Steekproef /17, ISSN X)
Een Archeologisch Bureauonderzoek voor plangebied De Grift te Nieuwleusen (gemeente Dalfsen, Overijssel) Steekproef 2007-03/17, ISSN 1871-269X) Samenvatting Voor plangebied De Grift is in 2006 een bureauonderzoek
Nadere informatieBijlage 4 Bepaling archeologische verwachtingswaarden
Bijlage 4 Bepaling archeologische verwachtingswaarden Hieronder worden de resultaten van de archeologische toets per deelgebied weergegeven. Drieschouwen Binnen de grenzen van het deelgebied Drieschouwen
Nadere informatieBUREAUONDERZOEK ARCHEOLOGIE MENALDUMERVAART OEVER EN KADE PROJECT
BUREAUONDERZOEK ARCHEOLOGIE MENALDUMERVAART OEVER EN KADE PROJECT WETTERSKIP FRYSLÂN 27 mei 2009 074150827:0.1 C01022.100034 Inhoud 1 Inleiding en onderzoekskader 3 1.1 Aanleiding en doel onderzoek 3 1.2
Nadere informatieBijlage 3. Vrijstellingen
Bijlage 3. Vrijstellingen Terreinen van hoge archeologische waarde: provinciaal monument (AWG categorie 1) De West-Friese Omringdijk is een provinciaal monument. Vergunning verloopt via de provincie Noord-
Nadere informatieADVIES ARCHEOLOGIE 16 dec 2013
NAW plan: Plan: Opp plangebied: RO-procedure: Opsteller: Aanvrager: Inrichting openbare ruimte plangebied Pantarhei aanleg ontsluitingsweg, parkeergelegenheid, openbaar groen ca. 5000 m² (locatie Pantarhei);
Nadere informatieArcheologische MonumentenZorg
Provincie NoordBrabant Archeologische MonumentenZorg 1. EINDOORDEEL ADVIES Onderwerp Waalwijk, Sprang, Plangebied Aansluiting Bevrijdingsweg, N261 locatie B te Sprang, N261 archeologisch onderzoek. Aan
Nadere informatieArcheologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494)
Archeologie Deventer Briefrapport 27 November 2013 Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494) Briefrapport Controleboringen Cellarius / De Hullu, Colmschate (project 494) Behorende bij bureaustudie
Nadere informatieAdviesnotitie (Quickscan) Middenweg te Horssen
Adviesnotitie (Quickscan) Middenweg te Horssen (gemeente Druten) Colofon Opdrachtgever: HSRO bv Contactpersoon: Dhr. J. van Lierop Hoogstraat 1 6654 BA AFFERDEN Projectnummer: S090135 Titel: Adviesnotitie
Nadere informatiePagina 1 van 7. Archeologie West-Friesland Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn Postbus 603, 1620 AR Hoorn
Document: Archeologisch Advies Plangebied: Witte Kool, Sint Maarten, gemeente Schagen Adviesnummer: 17024 Opsteller: drs. C.M. Soonius (senior archeoloog) Datum: 01-02-2017 Advies Vervolgtraject Geen.
Nadere informatiePagina 1 van 7 Archeologie West-Friesland, Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn, Postbus 603, 1620 AR Hoorn
Document: Archeologische Quickscan Plangebied: Oosterdijk 54, Oosterdijk, gemeente Enkhuizen Adviesnummer: 16078 Opsteller: F.C. Schinning (archeoloog) & C.M. Soonius (regio-archeoloog) Datum: 09-05-2016
Nadere informatieBUREAUONDERZOEK NAAR DE ARCHEOLOGISCHE WAARDE VAN HET PLANGEBIED ELSHOF TE KLEINE SLUIS GEMEENTE ANNA PAULOWNA
BUREAUONDERZOEK NAAR DE ARCHEOLOGISCHE WAARDE VAN HET PLANGEBIED ELSHOF TE KLEINE SLUIS GEMEENTE ANNA PAULOWNA Colofon SCENH-rapport cultuurhistorie 62 Opdrachtgever: Bügel Hajema Adviseurs Titel: Bureauonderzoek
Nadere informatieBureauonderzoek plangebied. De Plantage te Barneveld, gemeente Barneveld
Bureauonderzoek plangebied De Plantage te Barneveld, gemeente Barneveld 1 Gegevens Datum: 08-02-18 Opdrachtgever: Gemeente Barneveld Uitvoerder: Gemeente Barneveld Bevoegde overheid: Gemeente Barneveld
Nadere informatieRAAP-NOTITIE 2891. Plangebied Burloseweg Gemeente Winterswijk Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek
RAAP-NOTITIE 2891 Plangebied Burloseweg Gemeente Winterswijk Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek Colofon Opdrachtgever: NIBAG Milieu Advies Titel: Plangebied Burloseweg,
Nadere informatieArcheologisch onderzoek Trambaan Winkel fase 1C
Archeologisch onderzoek Trambaan Winkel fase Inventariserend veldonderzoek GRONTMIJ ARHEOLOGISHE RAPPORTEN Archeologisch onderzoek Trambaan Winkel fase Inventariserend Veldonderzoek GRONTMIJ ARHEOLOGISHE
Nadere informatiePlan van Aanpak. PvA A I / Johan de Wittlaan 13 te Woerden (gemeente Woerden) 1
Plan van Aanpak Johan de Wittlaan 13 te Woerden (gemeente Woerden) Projectnr. A16-085-I, september 2016, versie: 1 Auteur: dr. P.T.A. de Rijk Verkennend booronderzoek Veldwerk Inleiding: Onderzoeksvragen:
Nadere informatieEde, Roekelse Bos (gem. Ede)
(gem. Ede) Een Inventariserend Veldonderzoek door middel van een veldverkenning en karterend booronderzoek J. Walstra R. van Lil Colofon ADC Rapport 930 (gem. Ede) Een Inventariserend Veldonderzoek door
Nadere informatieArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies
ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies V E R K E N N E N D B O O R O N D E R Z O E K Gieterveen, Streek 17 (Gemeente Aa en Hunze) Een verkennend booronderzoek. Plangebied (paars) op een topografische
Nadere informatieAdviesdocument 434. Project: Adviesdocument, N.C.B.-laan te Veghel, gemeente Veghel. Projectcode: 14714VENCB. Opdrachtgever: Aveco de Bondt
Adviesdocument 434 Project: Adviesdocument, N.C.B.-laan te Veghel, gemeente Veghel Projectcode: 14714VENCB Opdrachtgever: Aveco de Bondt Initiatiefnemer: G. van Hemert Onroerend Goed BV Datum: 6 mei 2010
Nadere informatieSportpark en scoutingterrein aan de Boerhaavestraat en Berkenstraat te Stadskanaal, gemeente Stadskanaal Een Archeologisch Bureauonderzoek
Sportpark en scoutingterrein aan de Boerhaavestraat en Berkenstraat te Stadskanaal, gemeente Stadskanaal Een Archeologisch Bureauonderzoek Het plangebied en omgeving in 1852 Administratieve gegevens provincie:
Nadere informatieBijlage 7: Archeologisch onderzoek
Bijlage 7: Archeologisch onderzoek Windturbine aan het Coevorderkanaal (gemeente Coevorden) Een Archeologisch Bureauonderzoek r. Libau, 5 november 2012 - rapport 12-245 Administratieve gegevens provincie:
Nadere informatieBedrijfsverplaatsing Nieuwlandseweg (westzijde) Midwolda (gemeente Oldambt) Een Archeologisch Bureauonderzoek
Bedrijfsverplaatsing Nieuwlandseweg (westzijde) Midwolda (gemeente Oldambt) Een Archeologisch Bureauonderzoek Administratieve gegevens provincie: gemeente: plaats: toponiem: bevoegd gezag: opdrachtgever:
Nadere informatieTracé wegomlegging N355 Noordhorn / Zuidhorn Een Archeologisch Bureauonderzoek
Tracé wegomlegging N355 Noordhorn / Zuidhorn Een Archeologisch Bureauonderzoek Planvoornemen In opdracht van de provincie Groningen, vertegenwoordigd door dhr. B. Koster, is een archeologisch bureauonderzoek
Nadere informatieHeenvliet, Steenhoeck-Welleweg Gem. Bernisse (ZH.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek. Steekproefrapport /11Z
Heenvliet, Steenhoeck-Welleweg Gem. Bernisse (ZH.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek Steekproefrapport 2013-05/11Z Heenvliet, Steenhoeck-Welleweg Gem. Bernisse (ZH.) Een Inventariserend Archeologisch
Nadere informatieBureau voor Archeologie. Plan van Aanpak booronderzoek Achterdijk 2-1, Arkel, gemeente Giessenlanden
1 Plan van Aanpak booronderzoek Achterdijk 2-1, Arkel, gemeente Giessenlanden 2 1 Administratieve gegevens projectleiding uitvoering soort onderzoek opstellers Arjan de Boer Verkennend en eventueel karterend
Nadere informatieBijlage 1: Archeologische perioden
Bijlage 1: Archeologische perioden Bijlage 1: Archeologische perioden Als bijlage op de resultaten en verzamelde gegevens wordt hieronder een algemene ontwikkeling van de bewonersgeschiedenis in Nederland
Nadere informatieJoure, De Woudfennen Gem. Skarsterlân (Frl.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek. Steekproefrapport /23
Joure, De Woudfennen Gem. Skarsterlân (Frl.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek Steekproefrapport 2009-03/23 Joure, De Woudfennen Gem. Skarsterlân (Frl.) Een Inventariserend Archeologisch
Nadere informatieTzummarum, Buorren Gem. Franekeradeel (Frl.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek. Steekproefrapport /10
Tzummarum, Buorren 40-44 Gem. Franekeradeel (Frl.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek Steekproefrapport 2010-04/10 Tzummarum, Buorren 40-44 Gem. Franekeradeel (Frl.) Een Inventariserend Archeologisch
Nadere informatieArcheologische Rapporten Oranjewoud 2012/166 Bureauonderzoek locatie Piekberging Haarlemmermeer (gemeente Haarlemmermeer)
Archeologische Rapporten Oranjewoud 2012/166 Bureauonderzoek locatie Piekberging Haarlemmermeer (gemeente Haarlemmermeer) projectnr. 231824.13 revisie 00 28 januari 2013 auteur J. Tolsma Opdrachtgever
Nadere informatieFietspad Oldehove-Aalsum, Gemeente Zuidhorn (Gr.) Een Archeologische Begeleiding. Steekproefrapport /11
Fietspad Oldehove-Aalsum, Gemeente Zuidhorn (Gr.) Een Archeologische Begeleiding Steekproefrapport 2008-06/11 Fietspad Oldehove-Aalsum, Gemeente Zuidhorn (Gr.) Een Archeologische Begeleiding Een onderzoek
Nadere informatieArcheoPro Archeologische rapporten nr Archeologische bouwbegeleiding Klimmen gemeente Voerendaal. Souterrains Partner of ArcheoPro
ArcheoPro Archeologische rapporten nr. 602 Archeologische bouwbegeleiding Klimmen gemeente Voerendaal Souterrains Partner of ArcheoPro Joep Orbons Richard Exaltus juni 2006 ArcheoPro Archeologische bouwbegeleiding
Nadere informatieFiguur 4.1 Stroomschema archeologie gemeente Terneuzen
Gemeentelijk beleid Algemeen Op 27 januari 2011 is door de gemeenteraad van Terneuzen het interim beleid archeologie vastgesteld. De insteek van dit beleid is het regelen van archeologie in ruimtelijke
Nadere informatiePLAN VAN AANPAK Waarderend booronderzoek
11-8-2010 Pagina 1 van 5 PLAN VAN AANPAK Waarderend booronderzoek LOCATIE Haelen, Wienboomweg PROJECT 2010/383 OPSTELLER Projectleider Medeopstellers drs. A.J. Wullink Postbus 66, 4190 CB Geldermalsen
Nadere informatieArcheologische Waarden in de Gemeente Emmen. Een Archeologisch en Historisch Bureauonderzoek. Steekproefrapport 2005-6/3
Archeologische Waarden in de Gemeente Emmen Een Archeologisch en Historisch Bureauonderzoek Steekproefrapport 2005-6/3 1 Archeologische Waarden in de Gemeente Emmen Een Archeologisch en Historisch Bureauonderzoek
Nadere informatieHippolytushoef Gemeente Wieringen (N.H.) Een Archeologisch Bureauonderzoek Steekproefrapport 2009-06/10
Hippolytushoef Gemeente Wieringen (N.H.) Een Archeologisch Bureauonderzoek Steekproefrapport 2009-06/10 Hippolytushoef Gemeente Wieringen (N.H.) Een Archeologisch Bureauonderzoek Een onderzoek in opdracht
Nadere informatie-Rapporten. Een archeologisch bureau-onderzoek voor de locatie Stadhouderslaan te Leersum, gemeente Utrechtse Heuvelrug (U.
Een archeologisch bureau-onderzoek voor de locatie Stadhouderslaan te Leersum, gemeente Utrechtse Heuvelrug (U.) concept versie -Rapporten W.J.F. Thijs & A.J. Wullink ARC-Rapporten 2008-61 Geldermalsen
Nadere informatieB i j l a g e 5. A r c h e o l o g i s c h e q u i c k s c a n
B i j l a g e 5. A r c h e o l o g i s c h e q u i c k s c a n Document: Archeologisch Advies Plangebied: Herenweg 28a, Hoogwoud, gemeente Opmeer Adviesnummer: 15048 Opsteller: J. van Leeuwen (archeoloog)
Nadere informatieQUICKSCAN N69 BRAAMBOSCHROTONDE, GEMEENTE BERGEIJK Arcadis Archeologisch Rapport 75 5 JANUARI 2016
QUICKSCAN N69 BRAAMBOSCHROTONDE, GEMEENTE Arcadis Archeologisch Rapport 75 5 JANUARI 2016 Arcadis Nederland B.V. Postbus 1018 5200 BA 's-hertogenbosch Nederland +31 (0)88 4261 261 www.arcadis.com 2 Contactpersonen
Nadere informatieLibau, 4 januari Plangebied kampeerterrein aan de Pageplas te Stadskanaal Een Archeologisch Bureauonderzoek
Plangebied kampeerterrein aan de Pageplas te Stadskanaal Een Archeologisch Bureauonderzoek Administratieve gegevens provincie: gemeenten: plaats: toponiem: bevoegd gezag: opdrachtgever: Groningen Stadskanaal
Nadere informatieDeel 1 Toen en nu 13
Deel 1 Toen en nu 13 14 Historie Het huidige typisch Nederlandse landschap met polders en dijken kent een lange historie. Na de laatste grote ijstijd, ongeveer 10.000 jaar geleden, werd door een stijgende
Nadere informatieHeerenveen, Bloemenbuurt Gem. Heerenveen (Frl.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek. Steekproefrapport 2011-10/07
Heerenveen, Bloemenbuurt Gem. Heerenveen (Frl.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek Steekproefrapport 2011-10/07 Heerenveen, Bloemenbuurt Gem. Heerenveen (Frl.) Een Inventariserend Archeologisch
Nadere informatieQuickscan Archeologie. Bedrijfsunits te Deil. Gemeente Geldermalsen
Quickscan Archeologie Bedrijfsunits te Deil Opdrachtgever: Van Es architecten Hazenberg AMZ-publicaties 2009-12 Auteur Datum Versie Status dr. W.K. Vos 24 juli 2009 1.1 Definitief Contactgegevens Hazenberg
Nadere informatieArcheologisch onderzoek N242 Westtangent gem. Heerhugowaard
Archeologisch onderzoek N242 Westtangent gem. Heerhugowaard Bureauonderzoek GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 1025 Archeologisch onderzoek N242 Westtangent gem. Heerhugowaard Bureauonderzoek GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE
Nadere informatieArcheologisch Rapport
Archeologisch Rapport Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek ten behoeve van het gasleidingtracé Vierhuizen- Munnekezijl, provincie Groningen projectnr. 11191-155705 revisie 00 26 oktober 2005
Nadere informatieArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies
ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies B U R E A U O N D E R Z O E K A R C H E O L O G I E Erm, Deutlanden 1 (Coevorden) Bouw werktuigenberging Een archeologisch bureauonderzoek Het plangebied
Nadere informatiePlan van Aanpak. Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek. gemeente Nieuwkoop
Plan van Aanpak Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek Opdrachtgever: Van Wengerden en Visser B.V. Plangebied: Dorpsstraat 63 / Vijverhofpad 4 in Nieuwkoop, gemeente Nieuwkoop
Nadere informatieArcheologische Quickscan
Document Archeologische Quickscan Plangebied Bestemmingsplan Burgerfarm, Middenweg 56, Dirkshorn, gemeente Schagen Adviesnummer 17059 Opsteller drs. C.M. Soonius (regio-archeoloog) Datum 31-03-2017 Advies
Nadere informatie.txl. Archeologie Texel. Archeologische Quickscan
.txl Archeologie Texel (concept) Document: Archeologische Quickscan Plangebied: Uitbreiding Texelse Bierbrouwerij, Laagwaalderweg/Vliegwiel Oudeschild, gemeente Texel Adviesnummer: 16159 Opsteller: Datum:
Nadere informatieArcheologische Rapporten Oranjewoud 2009/64
Archeologische Rapporten Oranjewoud 2009/64 Bureauonderzoek ten behoeve van de geplande aanleg van 3 rotondes in Putten en Huinen, gemeente Putten (Gld.) projectnr. 198611 revisie 00 juni 2009 Auteur(s)
Nadere informatie