1. Pad door het water. < 40 jaar >

Transcriptie

1 Jozua 4

2

3 1. Pad door het water Mozes (Ex. 14) Jozua (Joz. 3-4) < 40 jaar >

4 1. Pad door het water Mozes (Ex. 14) Jozua (Joz. 3-4) Verlossing Overwinningsleven

5 En zodra de dragers van de ark tot aan de Jordaan kwamen, en de voeten van de priesters die de ark droegen, in het water gedompeld waren, aan de rand van het water de Jordaan was helemaal buiten zijn oevers getreden al de dagen van de oogst (Joz. 3:15)

6 bleef het water dat van bovenaf kwam, staan. Het bleef staan als een dam heel ver weg bij de stad Adam, die naast Sarthan ligt. En het water dat naar de zee van de Vlakte, de Zoutzee, stroomde, verdween; het werd afgesneden. (Joz. 3:16). Hermon 1 Kron. 12

7 Psalm 114 Toen Israël uit Egypte trok, het huis van Jakob uit een volk met een vreemde taal, 2 werd Juda Zijn heiligdom, Israël Zijn koninklijk bezit. 3 De zee zag het en vluchtte, de Jordaan deinsde achteruit, 4 de bergen sprongen op als rammen, de heuvels als lammeren. 5 Wat was er, zee, dat u vluchtte, Jordaan, dat u achteruit deinsde? 6 Wat was er, bergen, dat u opsprong als rammen, en u, heuvels, als lammeren? 7 Beef, aarde, voor het aangezicht van de Heere, voor het aangezicht van de God van Jakob, 8 Die de rots veranderde in een waterplas, hard gesteente in een waterbron.

8 En ik wil niet, broeders, dat u er geen weet van hebt dat onze vaderen allen onder de wolk waren en allen door de zee zijn gegaan, 2 en dat allen in Mozes gedoopt zijn in de wolk en in de zee, (1 Kor. 10:1,2).

9 3 Of weet u niet dat wij allen die in Christus Jezus gedoopt zijn, in Zijn dood gedoopt zijn? 4 Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood, opdat evenals Christus uit de doden is opgewekt tot de heerlijkheid van de Vader, zo ook wij in een nieuw leven zouden wandelen. (Rom. 6:3, 4) 12 U bent immers met Hem begraven in de doop, waarin u ook met Hem bent opgewekt, door het geloof van de werking van God, Die Hem uit de doden heeft opgewekt. 13 En Hij heeft u, toen u dood was in de overtredingen en het onbesneden zijn van uw vlees, samen met Hem levend gemaakt door u al uw overtredingen te vergeven, (Kol. 2:12, 13).

10 Johannes de Doper 3 En hij kwam in heel de omgeving van de Jordaan en predikte een doop van bekering tot vergeving van zonden, (Luk. 3:3).

11

12 2. Erkennen van het leiderschap Mozes Toen zag Israël de machtige hand die de HEERE tegen de Egyptenaren gekeerd had, en het volk vreesde de HEERE en geloofde in de HEERE en in Mozes, Zijn dienaar. (Exod. 14:31). Jozua Op die dag maakte de HEERE Jozua groot voor de ogen van heel Israël en zij hadden ontzag voor hem, zoals zij voor Mozes ontzag hadden gehad, alle dagen van zijn leven. (Joz. 4:14).

13 2. Erkennen van het leiderschap Mozes Toen zag Israël de machtige hand die de HEERE tegen de Egyptenaren gekeerd had, en het volk vreesde de HEERE en geloofde in de HEERE en in Mozes, Zijn dienaar. (Exod. 14:31). Jozua Op die dag maakte de HEERE Jozua groot voor de ogen van heel Israël en zij hadden ontzag voor hem, zoals zij voor Mozes ontzag hadden gehad, alle dagen van zijn leven. (Joz. 4:14). Heere Jezus Deze is Mijn geliefde Zoon, in Wie ik Mijn welbehagen heb! (Matt. 3:17).

14 3. Getuigenis naar de volken Lofzang van Mozes 11 Wie is als U onder de goden, HEERE? Wie is als U, verheerlijkt in heiligheid, ontzagwekkend in lofzangen, U Die wonderen doet? 14 De volken hebben het gehoord, zij sidderden, angst heeft de inwoners van Filistea aangegrepen. 15 Toen werden door schrik overmand de stamhoofden van Edom. De machthebbers van Moab greep huivering aan. Al de inwoners van Kanaän smolten weg van angst. 16 Op hen viel verschrikking en angst. Door de grootheid van Uw arm verstomden zij als een steen, terwijl Uw volk, HEERE, erdoorheen trok, terwijl dit volk, dat U verworven hebt, erdoorheen trok. (Ex. 15:11, 14-16; Rachab refereert daar ook aan in Joz. 2:10,11).

15 Jozua Toen al de koningen van de Amorieten aan deze zijde van de Jordaan, namelijk ten westen daarvan, en al de koningen van de Kanaänieten aan de zee hoorden dat de HEERE het water van de Jordaan had doen opdrogen voor de ogen van de Israëlieten, totdat wij overgestoken waren, gebeurde het dat hun hart smolt van angst, en er was geen moed meer in hen vanwege de Israëlieten. (Joz. 5:1). Paulus Mijn genade is voor u genoeg, want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. Daarom zal ik veel liever roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij komt wonen. Want wanneer ik zwak ben, dan ben ik machtig. (2 Kor. 12:9, 10)

16 Spreuken Welzalig is een mens die voortdurend diep ontzag heeft voor de HEERE, maar wie zijn hart verhardt, valt in het kwaad. (Spr. 28:14), Wie op zijn hart vertrouwt, die is een dwaas, maar wie in wijsheid zijn weg gaat, die zal ontkomen. (Spr. 28:26)

17 4. Beiden vieren het Pascha Mozes Mozes viert het Pascha vlak voordat ze Egypte uitgaan (Exod. 12). Gilgal > (af)wentelen Jozua Jozua viert het Pascha vlak voordat ze het beloofde land binnengaan. Terwijl de Israëlieten in Gilgal hun kamp hadden opgeslagen, hielden zij het Pascha op de veertiende dag van die maand, in de avond, op de vlakten van Jericho. (Joz. 5:10).

18 5. Zowel Mozes als Jozua ondervinden weerstand, verleidingen en beproevingen na hun doortocht door de Schelfzee/ Jordaan Mozes > Mara > Amelek (geestelijke strijd) > Gouden kalf Jozua > Jericho, Achan > Nederlaag Ai > List van de Gibeonieten Leren standhouden tegen: > De geestelijke machten (Ef. 6) > Wereld van leugen en bedrog > Tijdens beproevingen

19 6. Zowel Mozes als Jozua hebben hun momenten van eigenmachtig optreden. Mozes Mozes moest tegen de rots spreken, maar sloeg er twee keer op. Hij mocht daardoor het beloofde land wel zien, maar niet betreden (Num. 20:12). Jozua Jozua raadpleegt niet de Heere als ze Ai willen innemen wat leidt tot een grote nederlaag (Joz. 7). Toen scheurde Jozua zijn kleren en hij wierp zich met het gezicht ter aarde, voor de ark van de HEERE, tot de avond, hij en de oudsten van Israël; en zij wierpen stof op hun hoofd. (Joz. 7:6)

20 7. Beide hebben een lange voorbereidingstijd Mozes > 40 jaar aan het hof; > 40 jaar bij Jetro (Hand. 7:30) Jozua > Diende Mozes van jong af aan (Num. 11:28); > Heeft de Egypte-generatie (van 20 jaar en ouder) zien sterven in de 40-jarige woestijnreis Jozua groeide van de dienaar van Mozes (Joz. 1:1) tot een dienaar van de HEERE (Joz. 24:29).

21 Overeenkomsten 8. Beide ontvangen Gods Geest. (Num. 11:17;Deut. 34:9 vgl. Num. 27:18). 9. Beide moeten hun schoenen van de voeten doen. (Ex. 3; Joz. 5:13-15). 10. Beide zijn betrokken bij de verbondssluiting. (Deut. 29; Joz. 24). 11. De HEERE maakt aan zowel Mozes als Jozua de afval bekend in de tent der samenkomst (Deut. 31:14-23). Beide waarschuwen vervolgens het volk. Mozes roept het wetboek als getuigen tegen het volk, Jozua richt een steen op als getuige (Deut. 31:26; Joz. 24:26, 27). 12 Beide krijgen van God de opdracht om de gebeurtenissen en wetten op te schrijven (zie o.a. Deut. 31:24-26; Joz. 24:26) 13. Beide heffen tijdens een oorlog hun hand(en) omhoog. (Exod. 17:9; Joz. 8:26). 14. Beide sturen eerst verkenners naar Kanaa n (Num. 13:2; Joz. 2:1) 15. Vlak voor hun sterven wordt het volk verzameld en door hen toegesproken (Deut. 31:30; 32:44; Joz. 24:1).

22 Gedenken Jozua Daarom zullen deze stenen voor de Israëlieten tot een gedenkteken zijn tot in eeuwigheid. (Joz. 4:7) w.w. zakar Noach 14 Het zal gebeuren, als Ik wolken boven de aarde breng en de boog in de wolken gezien wordt, 15 dat Ik aan Mijn verbond zal denken (zakar, gedenken), dat er is tussen Mij en u en alle levende wezens van alle vlees. Het water zal niet meer tot een vloed worden om alle vlees te gronde te richten. Als deze boog in de wolken is, zal Ik hem zien, en denken (zakar, gedenken) aan het eeuwig verbond tussen God en alle levende wezens van alle vlees dat op de aarde is. (Gen. 9:14-16).

23 Gedenken A. Feesten (gedenkdag, Pascha (Ex. 12:14) B. Psalmen (Ps. 78, 105, 106, 135 etc.) C. Gedenkstenen > 1. Jakob > Bethel (Gen. 28, 35) > Jakob en Laban (Gen. 31). 2. Twee stenen tafelen (Ex. 20:25; 24:12)

24 3. Mozes en Jozua (verbond) > Mozes bij de berg Sinaï (Ex. 24:4) > Jozua bij Sichem (Joz. 24). 4. Priesterkleding (Ex. 28:12, 21, 29) > Schouders > Borstschild, 12 stammen 5. Samuël Toen nam Samuel een steen en plaatste die tussen Mizpa en Sen; hij gaf hem de naam Eben- Haëzer en zei: Tot hiertoe heeft de HEERE ons geholpen. (1 Sam. 7:12)

25 Gedenkstenen 6 zodat dit een teken is onder u. Wanneer uw kinderen morgen vragen zullen: Wat betekenen deze stenen voor u? 7 dan moet u tegen hen zeggen dat het water van de Jordaan werd afgesneden voor de ark van het verbond van de HEERE. Toen hij door de Jordaan ging, werd het water van de Jordaan afgesneden. Daarom zullen deze stenen voor de Israëlieten tot een gedenkteken zijn tot in eeuwigheid. (Joz. 4:5-7)

26 Kinderen U moet ze uw kinderen inprenten en erover spreken, als u in uw huis zit en als u over de weg gaat, als u neerligt en als u opstaat. (Deut. 6:7) Alleen, wees op uw hoede en neem uzelf zeer in acht! Anders vergeet u de dingen die uw ogen gezien hebben, en anders wijken ze uit uw hart alle dagen van uw leven. U moet ze uw kinderen en uw kleinkinderen bekendmaken. (Deut. 4:9) Nieuwe generatie die de Heere niet kende en ook heel die generatie met zijn vaderen verenigd was, stond er na hen een andere generatie op, die de HEERE niet kende, en evenmin de daden die Hij voor Israël verricht had. (Richt. 2:10)

27 Vooruit kijken < > vergeten hetgeen achter is, en mij uitstrekken naar wat voor mij is, jaag ik naar het Gedenken Tot hiertoe heeft de HEERE ons geholpen. (1 Sam. 7:12) doel.. (Fil. 3:14)