Programma van Toetsing en Afsluiting. Algemeen Deel. 1 Toetsorganisatie en toetsrooster

Transcriptie

1 Programma van Toetsing en Afsluiting Algemeen Deel 1 Toetsorganisatie en toetsrooster Alle toetsen in T3 en T4 tellen mee voor het schoolexamencijfer. Grotere toetsen worden opgenomen in de toetsweken waarmee elke periode wordt afgesloten. Na afloop van zo n periode krijg je ook een cijferrapport. Hoe het cijfer voor dat rapport wordt berekend, kun je per vak in dit PTA nalezen. 2 Sectorwerkstuk Een van de onderdelen van het examendossier is het sectorwerkstuk. Je moet hierin een zinvol onderwerp behandelen dat betrekking heeft op de sector, waarin je straks een opleiding gaat volgen en/of waarin je later je beroep wilt uitoefenen. Je dient hieraan minstens 20 klokuren te werken. Op onze school wordt het sectorwerkstuk door twee of drie leerlingen tezamen gemaakt om het belang van de vaardigheid samenwerken in het examendossier extra te benadrukken. Vrijstellingen Vrijstellingen voor onderdelen van het schoolexamen kunnen alleen door de examencommissie worden verleend. Deze vrijstellingen worden doorgaans verleend voor: A het vak CKV, indien je dit vak al eerder hebt gevolgd voor minimaal veertig lesuren en je de toets(en) met voldoende of goed heeft afgesloten; B Leerlingen uit onze eigen havo-3 of instromers van elders. Deze bouwen hun SE-cijfer uitsluitend op in T4 en hoeven dus de toetsen uit T3 niet in te halen. C Het sectorwerkstuk, indien je dit vorig jaar voldoende hebt afgesloten. Inlevertermijn en deadlines Voor bepaalde activiteiten worden inleverdata of deadlines vastgesteld. Het gaat bijvoorbeeld om werkstukken, presentaties, inleveren van leesdossiers en dergelijke. Inlevertermijnen en deadlines worden altijd schriftelijk bekend gemaakt, doorgaans in de toetskalender, soms ook via overzichten van docenten.

2 Belangrijk Het missen van een toets en/of deadline voor een opdracht resulteert automatisch in het toekennen van het cijfer 1.0 in afwachting van een mogelijke herkansing. Wanneer een leerling een inlevertermijn of deadline overschrijdt, wordt aan de betreffende activiteit het cijfer 1 of (bij een handelingsdeel) de kwalificatie onvoldoende toegekend. De leerling kan dit herstellen door op een nader vast te stellen tijdstip alsnog de gevraagde activiteit te verrichten. Hij verliest hierdoor wel het recht op een herkansing in de eerstvolgende herkansingsronde. Is het werk ook in tweede termijn niet naar behoren verricht, dan treedt Artikel 1.5. van het Examenreglement in werking. 3 Examendossier en schoolexamen De komende twee jaar bestaat uit zes periodes. In iedere periodes maak je allerlei toetsen in de vorm van proefwerken, tentamens en praktische opdrachten, die allemaal meetellen voor het schoolexamen (SE). Alle gegevens betreffende het schoolexamen dienen op de een of andere manier opgeslagen te worden in het examendossier. In jouw examendossier worden opgeslagen: 1 De cijfers van de rapporten in T-3 en T4. 2 Het overgangscijfer, respectievelijk beoordeling voor de vakken die je afsluit in de derde klas en die je niet kiest in je vakkenpakket voor de vierde klas. 3 De cijfers van alle toetsen die je maakt in de vierde klas. De aan jou teruggegeven toetsen en werkstukken moet je bewaren tot op het moment dat jouw ouder(s) het rapport getekend hebben, waarin de cijfers voor die toetsen in het periodecijfer voor het betreffende vak verwerkt zijn. Zit er namelijk een fout in de cijferberekening dan kun je dat met de betreffende documenten aantonen en melden bij je afdelingsleider de heer Van den Ende te bereiken op kamer 409. Tip: overleg eerst even met je docent of je cijfer echt niet klopt.

3 4 Overgangsregeling van T-3 naar T-4 In principe kun je in T-3 niet blijven zitten, wanneer je aan volgende voorwaarden hebt voldaan: Je hebt de handelingsopdrachten voor het vakken- en sectorkeuzeproject voldoende afgesloten. Je hebt voor alle vakken een eindcijfer op je lijst staan De vakken die je niet kiest in het vierde leerjaar, moeten naar behoren zijn afgesloten. Het kernteam kan adviseren het derde leerjaar over te doen, als de basis om te slagen in het vierde leerjaar onvoldoende is. Voor externe instromers is het besluit van het kernteam bindend. 5 Naar behoren afgesloten Je hebt het vak naar behoren afgesloten als je: 1. alle opgedragen toetsen verricht hebt en bovendien 2. het cijfer 5.5 of hoger op het juni-rapport hebt staan Indien je niet aan het eerste criterium hebt voldaan, dan maak je de ontbrekende toets(en) alsnog. Voldoe je niet aan het tweede criterium dan kan je dat compenseren door te voldoen aan een tweetal zaken: 1. je laat zien dat het werkboek of het schrift over het laatste kwartaal of trimester in orde is en indien van toepassing 2. je laat zien dat voor alle praktische opdrachten een voldoende is gehaald (5.5 of hoger) Indien je hier niet aan voldoet, krijg je van de betreffende docent bij het uitreiken van zijn laatste rapport een opdracht van 8 uur die je in de periode voor de grote vakantie op school verricht. Het is aan de docent om de inhoud van die opdracht te bepalen. Mocht dit alles nog steeds niet leiden tot een voldoende afsluiting dan volgt een traditionele taak waar in de vakantie aan gewerkt wordt en die aan het begin van het nieuwe leerjaar ingeleverd of gemaakt wordt.

4 6 Slaag- en zakregeling T4 Binnen het eindexamen bestaan drie aparte deelexamens: Schoolexamen (SE) en het Centraal Examen (CE) en de verplichte rekentoets. Niet alle vakken hebben zowel een SE als een CE. Er zijn drie groepen van vakken te onderscheiden: MAS (maatschappijleer) CKV LOP sectorwerkstuk alle andere vakken wel SE (met cijfer), geen CE SE-eindcijfer = examencijfer wel SE (zonder cijfer), geen CE SE moet minimaal "voldoende" zijn wel SE en wel CE SE en CE vormen elk 50% van het eindcijfer Om het diploma vmbo-theoretische leerweg in bezit te krijgen moet je aan de volgende voorwaarden voldoen: Je moet voldoen aan de cijfernorm, dat wil zeggen - alle eindcijfers zijn 6 of hoger; - of: je hebt 1 x 5 en de overige cijfers 6 of hoger; - of: je hebt 2 x 5 en de overige cijfers 6 of hoger, waaronder tenminste 1 x 7; - of: je hebt 1 x 4 en de overige cijfers 6 of hoger, waaronder tenminste 1 x 7. De beoordelingen voor CKV, LOP en het sectorwerkstuk moeten minimaal "voldoende" zijn. Het gemiddelde van het centraalexamencijfer bedraagt minimaal 5.50 Je hebt voor Nederlands tenminste het cijfer 5 Je hebt deelgenomen aan de verplichte rekentoets Het Schoolexamen (SE) Het Schoolexamen bestaat uit een reeks handelingen, toetsen, opdrachten en het sectorwerkstuk, die door de school worden bepaald. Het gewicht van SE-toetsen en SE-opdrachten wordt in het PTA vermeld in de kolom "Gew". De tijdsduur van de schriftelijke SE-toetsen is meestal in de kolom Toets aangegeven: S 50 betekent schriftelijke toets van 50 minuten. Het Centraal Examen (CE) Het Centraal Examen bestaat uit een afsluitende reeks toetsen voor de CE-vakken in vmbo-t-4 gedurende ongeveer tien dagen in de tweede helft van mei. De CE-toetsen hebben een tijdsduur van 120 minuten. De opgaven zijn voor alle leerlingen in heel Nederland hetzelfde.

5 De cijfers van het CE bepalen voor 50% de eindcijfers van de vakken. 7 Herkansingen en herexamens Voor het derde en het vierde leerjaar geldt de volgende herkansingsregeling: Je mag na het eerste en tweede periode één in het PTA als herkansbaar aangeduide toets herkansen. Per periode mag je aan slechts één herkansing deelnemen, de keuze is geheel aan jou en is niet aan een vak of cijfer gebonden. Het hoogst behaalde cijfer telt. Herexamen maatschappijleer Voor het vak maatschappijleer in T4 geldt een bijzondere herkansingsregeling aangezien het cijfer meetelt voor je diploma, maar het vak geen centraal schriftelijk kent. Bij een gemiddeld cijfer van minder dan 5,45 komt er na de derde SE-periode een herexamen. Je kunt na afloop van het CE voor één vak aan een CE-herexamen deelnemen. Het hoogst behaalde cijfer telt.

6 Hieronder tref je in wat officiëlere taal een samenvatting van het examenreglement aan. Voor de volledige versie verwijzen we je naar het officiële examenreglement op de site van de NSG. EINDEXAMENREGLEMENT VMBO-T INLEIDING Uitgaande van het Eindexamenbesluit dagscholen VWO-HAVO-VMBO, heeft het bevoegd gezag van de Nijmeegse Scholengemeenschap Groenewoud het eindexamenreglement vastgesteld. Dit reglement wordt elk cursusjaar via de NSG-website aan alle eindexamenkandidaten 1 kenbaar gemaakt samen met het jaarlijkse programma van toetsing en afsluiting (PTA). Hoofdstuk 1 van de examenregeling bevat algemene bepalingen die gelden voor het schoolexamen én het centraal examen. In hoofdstuk 2 staat te lezen hoe het schoolexamen is geregeld. Hoofdstuk 3 bevat de belangrijkste informatie over het centraal examen. Voor iedere kandidaat is het van belang kennis te nemen van de inhoud van dit reglement. 1 Omwille van de leesbaarheid is overal de mannelijke vorm van het woord gehanteerd. Vanzelfsprekend heeft de tekst evenzeer betrekking op vrouwelijke personen.

7 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Begrippen In deze regeling wordt verstaan onder "kandidaat": elke leerling van het eindexamenjaar, die zich voor 1 oktober van het betreffende cursusjaar heeft aangemeld voor het eindexamen; "examinator": de leraar die de kandidaat les geeft in een voor deze kandidaat geldend examenvak; examendossier : het geheel aan resultaten voor het schoolexamen behaald door de kandidaat op grond van verplichte handelingen, mondelinge en schriftelijke eindtoetsen, praktische opdrachten en het profielwerkstuk; de kern van het examendossier wordt gevormd door de cijferlijst; "Commissie beoordelingsgeschillen": zie hoofdstuk 2, artikel 6; "Commissie van Beroep", zie hoofdstuk 1, artikel 4.4; "secretaris van het eindexamen": de functionaris die voor de rector de uitvoering en de administratie van de eindexamens behartigt. Dit zijn voor het actuele examenjaar de heren J. van Driel en H. Schut. Artikel 2 De rector en de examinatoren nemen onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag het eindexamen af. Artikel 3 Het eindexamen bestaat voor sommige vakken uitsluitend uit een schoolexamen (de zogeheten SE-vakken ), voor andere vakken uit een gelijkwaardige combinatie van schoolexamen + centraal examen (de zogeheten CE-vakken ). Een overzicht van deze categorieën is opgenomen in het PTA.

8 Artikel 4 Onregelmatigheden tijdens het examen 4.1 Indien een kandidaat zich ten aanzien van enig deel van het schoolexamen of van het centraal examen aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt, kan de rector maatregelen nemen. 4.2 De maatregelen bedoeld in het eerste lid, die al dan niet in combinatie met elkaar genomen kunnen worden, zijn: a. het toekennen van het cijfer 1 voor een toets van het schoolexamen of het centraal examen, b. het ontzeggen van de deelname of de verdere deelname aan een of meer zittingen van het schoolexamen of het centraal examen, c. het ongeldig verklaren van een of meer toetsen van het reeds afgelegde deel van het schoolexamen of het centraal examen, d. het bepalen dat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd examen in door de rector aan te wijzen onderdelen. Indien het hernieuwd examen bedoeld in de vorige volzin betrekking heeft op een of meer onderdelen van het centraal examen legt de kandidaat dat examen af in het volgende tijdvak van het centraal examen, dan wel ten overstaan van de staatsexamencommissie. 4.3 Alvorens een beslissing ingevolge het tweede lid wordt genomen, hoort de rector de kandidaat. De kandidaat kan zich door een door hem aan te wijzen meerderjarige laten bijstaan. De rector deelt zijn beslissing mee aan de kandidaat, zo mogelijk mondeling en in ieder geval schriftelijk. De schriftelijke mededeling wordt tegelijker- tijd in afschrift toegezonden aan de ouders, voogden of verzorgers van de kandidaat, indien deze minderjarig is, alsmede aan de inspectie. 4.4 De kandidaat kan tegen een beslissing van de rector in beroep gaan bij de Centrale Commissie van Beroep voor de regio Nijmegen. Adres: Postbus 40020, 6504 AA Nijmegen Het beroep wordt binnen drie dagen nadat de beslissing schriftelijk ter kennis van de kandidaat is gebracht, schriftelijk bij de commissie van beroep ingesteld. Het volledige reglement van deze commissie van beroep ligt ter inzage, c.q. kan worden opgevraagd bij de secretaris van het eindexamen.

9 Artikel 5 Geheimhouding Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van dit reglement en daarbij de beschikking krijgt over gegevens, waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs kan vermoeden, is verplicht tot geheimhouding daarvan. Artikel 6 Bewaartermijnen Schriftelijke eindtoetsen voor het schoolexamen worden door de leerling bewaard tot en met het afsluiten (inclusief publicatie van de uitslag) van de eerstvolgende herkansingsronde. Materiële eindproducten van praktische opdrachten voor het schoolexamen (werkstukken, verslagen, audiovisueel materiaal en dergelijke), alsmede het sectorwerkstuk worden door de kandidaat bewaard tot de eerstvolgende rapportage, waarin de beoordeling van het betrokken product is verwerkt. Hetzelfde geldt voor producten van verplichte handelingen die van doorslaggevende betekenis zijn voor de eindbeoordeling van die handelingen (bijvoorbeeld leesdossier, schrijfdossier, kunstdossier). De docent kan echter bepalen dat de hiervoor bedoelde producten/toetsen gedurende de genoemde termijn niet door de kandidaat, maar door hemzelf worden bewaard. De gemaakte en gecorrigeerde werken van het centraal examen dienen door de examinator bewaard te worden tot 1 januari van het kalenderjaar volgend op het afgelegde centraal examen. Docenten en kandidaten moeten desgevraagd gedurende de vastgestelde bewaartermijnen de genoemde toetsen en producten kunnen tonen. Docenten moeten daarnaast ook de correctiemodellen en de normering bewaren tot de eerstvolgende rapportage. Artikel 7 Het examen voor kandidaten met een fysieke of psychische handicap 7.1 Indien een kandidaat in enig onderdeel van enig vak hinder ondervindt van een duidelijk aanwezige fysieke of psychische handicap, kan deze zich wenden tot de teamleider van de afdeling met het verzoek om voor dit onderdeel/deze onderdelen in aanmerking te komen voor een afwijkende regeling. 7.2 Verzoeken om in aanmerking te komen voor een afwijkende regeling (zoals bedoeld in 7.1 hierboven) dienen vóór 25 oktober 2013 te worden ingediend bij de afdelingsleider. Artikel 8 In gevallen waarin de examenregeling niet voorziet, beslist de rector.

10 HOOFDSTUK 2 HET SCHOOLEXAMEN VMBO-T Artikel 1 Afname schoolexamen 1.1 Het schoolexamen strekt zich uit over alle vakken waarin een kandidaat examen aflegt en vindt plaats in de twee hoogste leerjaren. Zie hiervoor het PTA van de betreffende leerjaren. Het schoolexamen moet minstens een week voor het begin van het centraal examen zijn afgesloten. 1.2 Het schoolexamen strekt zich uit over de stof, vermeld in de Regeling examenprogramma's algemene eindexamenvakken vmbo - theoretische leerweg. 1.3 Het schoolexamen in een vak bestaat uit het afnemen van twee of meer proeven. Onder een proef wordt verstaan alles wat in het PTA als een proef in het kader van het schoolexamen aangeduid wordt. Deze proeven worden minimaal een week van tevoren aangekondigd. 1.4 Kandidaten die hun schoolexamen niet tijdig hebben afgerond, kunnen niet deelnemen aan het eerste tijdvak van het centraal examen. Artikel 2 Beoordeling van het schoolexamen 2.1 Zo spoedig mogelijk na afloop van elke periode ontvangt de kandidaat een tussentijds overzicht van de tot dan toe behaalde SE-resultaten. In het hoogste leerjaar geschiedt deze rapportage na elke periode. Na voltooiing van het schoolexamen ontvangt de kandidaat een eindoverzicht van zijn SE-resultaten, zoals deze gehanteerd zullen worden bij de vaststelling van de examenuitslag. 2.2 De beoordeling van de toetsen voor het schoolexamen wordt vastgesteld door de examinator. Bij de meeste vakken gebruikt hij daarvoor een cijferschaal lopende van 1 tot en met 10 met de daartussen liggende cijfers met één decimaal. Aan de cijfers wordt de volgende betekenis toegekend: 1 zeer slecht 2 slecht

11 3 zeer onvoldoende 4 onvoldoende 5 bijna voldoende 6 voldoende 7 ruim voldoende 8 goed 9 zeer goed 10 uitmuntend 2.3 In afwijking van de onder artikel 2.2 geschetste werkwijze worden de verplichte handelingen beoordeeld met de kwalificaties onvoldoende, voldoende of goed. Dit geldt dus met name voor de tussen- en eindbeoordelingen bij de vakken CKV 1, LOP en het sectorwerkstuk. 2.4 Bij de onder artikel 2.2 bedoelde vakken wordt het eindcijfer voor het schoolexamen (= SE-eindcijfer) vastgesteld op basis van het gewogen gemiddelde van alle meetellende cijfers. De weegfactoren zijn per vak opgenomen in het PTA. Wanneer dit gemiddelde een cijfer is met meer dan één decimaal, dan wordt het cijfer op één decimaal afgerond; indien de tweede decimaal 5 of hoger is, geschiedt deze afronding naar boven, als deze 4 of lager is wordt naar beneden afgerond (dus: 5,45 wordt 5,5). Zie voor de bepaling van eindcijfers CE-vakken (gemiddelde SE + CE) hoofdstuk De kandidaat dient de juistheid van zijn cijfers zelf te controleren na elke schriftelijke rapportage die hij ontvangt. Wanneer een cijfer naar zijn mening niet correct is, stelt hij de vakdocent en de teamleider binnen twee dagen op de hoogte. Deze stelt een onderzoek in en deelt de uitkomst daarvan mee aan de kandidaat. Na dit tijdstip zijn de gerapporteerde cijfers definitief. Artikel 3 Inlevertermijnen en deadlines Voor bepaalde activiteiten binnen het schoolexamen wordt een inlevertermijn of deadline vastgesteld (werkstukken, presentaties, leesdossiers en dergelijke). Welke procedure gevolgd wordt wanneer een kandidaat deze termijn overschrijdt, staat nader uitgewerkt in het algemene deel van het PTA.

12 Artikel 4 Herkansen en inhalen van toetsen voor het schoolexamen Kandidaten kunnen op beperkte schaal (gemiddeld 2 x een eindtoets per jaar) opnieuw dan wel alsnog deelnemen aan eindtoetsen voor het schoolexamen. Deze herkansingsregeling staat nader uitgewerkt in het algemene deel van het PTA. Artikel 5 SE-herexamen Kandidaten kunnen na afsluiting van het vak maatschappijleer(eventuele herkansingen inbegrepen), bij een onvoldoende eindresultaat (< 5,5) deelnemen aan een SE-herexamen voor dat vak. Artikel 6 Commissie Beoordelingsgeschillen 6.1 Wanneer een kandidaat van mening is dat de aan hem toegekende beoordeling van een onderdeel van het schoolexamen niet in overeenstemming is met de door hem bij dat onderdeel geleverde prestatie en nadat de kandidaat hierover met de examinator geen overeenstemming heeft kunnen bereiken, kan hij zich wenden tot de commissie beoordelingsgeschillen met het verzoek deze beoordeling alsnog te wijzigen. Dit verzoek dient uiterlijk drie dagen na bekendmaking van de betreffende beoordeling schriftelijk en gemotiveerd te worden ingeleverd bij de afdelingsconrector. 6.2 De commissie beoordelingsgeschillen bestaat uit de sectorrector, de afdelingsconrector en een of twee docenten van het betreffende vak. Bedoelde docent(en) worden daartoe door de sectie aangewezen; onder hen is niet de examinator in kwestie. 6.3 De commissie hoort de kandidaat en de examinator en neemt binnen een week na indiening van het bezwaarschrift een beslissing die terstond aan betrokkenen wordt meegedeeld. Tegen deze beslissing is geen beroep mogelijk. Artikel 7 Ziekte en afwezigheid 7.1 Een kandidaat die door ziekte of om een andere dringende reden is verhinderd aan een toetsonderdeel van het schoolexamen deel te nemen, laat dit vóór aanvang van dit toetsonderdeel weten aan de teamleider. Wanneer een dergelijke melding door nalatigheid achterwege blijft kan het cijfer 1, dan wel de kwalificatie onvoldoende aan het betreffende toets-onderdeel worden toegekend.

13 7.2 Herkansbare toetsen die om een geldige reden worden gemist moeten als regel ingehaald worden bij de eerstvolgende herkansingsronde. Bij de overige gemiste toetsonderdelen maakt de kandidaat zo spoedig mogelijk een afspraak met zijn examinator over het inhalen van het betreffende onderdeel. Onder bepaalde omstandigheden, ter beoordeling van de examinator en de afdelingsleider, kan gekozen worden voor een andere vorm van het in te halen toetsonderdeel. 7.3 De rector en de afdelingsleider kunnen een onderzoek laten instellen naar de rechtmatigheid van de afwezigheid. Wanneer blijkt dat de kandidaat zonder geldige reden verstek heeft laten gaan, zal de rector als regel het cijfer 1 toekennen aan de gemiste toets. 7.3 Een kandidaat die bij een toetsonderdeel te laat op de zitting verschijnt, dient als regel toch aan de zitting deel te nemen en zijn werk op het vastgestelde tijdstip in te leveren.

14 SUPPLEMENT BIJ HOOFDSTUK 2 Algemene gedragsregels bij schriftelijke eindtoetsen en andere onderdelen van het schoolexamen. 1. De schriftelijke toetsen voor het schoolexamen zullen plaatsvinden in een gymzaal of leslokaal, waar ook de opgaven, examenpapier, enzovoorts aanwezig zijn. Vaak zal er sprake zijn van meerdere groepen met verschillende toetsen in één ruimte. Je draagt er mede verantwoordelijkheid voor dat je de juiste opgaven in ontvangst neemt en na afloop het gemaakte werk op de juiste stapel (jouw vak en jouw docent) inlevert. 2. Laat geen eigen materiaal liggen in de examenruimte, maar ontruim je tafeltje na iedere zitting. 3. Je mag tijdens schriftelijke zittingen je plaats niet verlaten zonder toestemming van een surveillant, tenzij om het werk in te leveren en weg te gaan. Steek voor alle verzoeken je hand op. De surveillant komt dan naar jou toe en niet omgekeerd. Toezichthouders mogen geen inlichtingen verstrekken over de toetsopgaven. 4. Vanaf het moment dat de schriftelijke toets is begonnen, dient er volkomen rust in de examenruimte te heersen. 5. Tassen, jassen, telefoons, geluidsdragers, geluidproducerende rekenmachines worden niet toegelaten in de examenruimte. Berg ze tevoren op in je garderobekastje. 6. Denk eraan dat je alle papier dat je inlevert voorziet van je naam en de naam (of afkorting) van je docent. 7. Zorg ervoor dat je alle gemaakte werk inlevert, ook bijlagen en dergelijke. Maak nooit werk op de opgaven zelf, tenzij dat is voorgeschreven. Lever niet per ongeluk je kladwerk in. Als je te laat ontdekt dat je je netwerk hebt meegenomen, is de toets ongeldig. 8. Er wordt alleen papier gebruikt dat door de school is verstrekt. Dit geldt voor zowel netpapier als kladpapier. Je mag dus zelf geen papier meenemen naar de examenruimte. 9. Je moet zelf zorgen voor andere schrijfmaterialen die je nodig hebt: pen, potlood, gum, passer, lineaal en geodriehoek. Het gebruik van corrigeervloeistof als typex is niet toegestaan. Bovendien moet je bij sommige vakken zelf je tabellenboekje, woordenboek, atlas of rekenmachine meebrengen. 10. Je mag schriftelijk werk niet met potlood maken, met uitzondering van grafieken en tekeningen. 11. Neem bij ziekte tijdig contact op met je afdelingsleider. Dit geldt ook bij zeer bijzondere omstandigheden (bijvoorbeeld ernstige ziekte of overlijden in je familie). Vóór aanvang van een examenonderdeel moet afgewogen worden of je deelneemt of je deelname uitstelt. Is het examenonderdeel eenmaal verricht, dan kan het achteraf niet ongeldig worden verklaard. 12. Wanneer je om geldige redenen afspraken niet kunt nakomen of deadlines mist met betrekking tot verplichte handelingen, praktische opdrachten of het sectorwerkstuk, moet jij het initiatief nemen om een nieuwe afspraak met je examinator te maken, niet

15 andersom. Als je dit niet doet, kan jou nalatigheid verweten worden, hetgeen ook in de beoordeling van de betreffende activiteit kan worden verrekend.

16 HOOFDSTUK 3 HET CENTRAAL EXAMEN VMBO-T: DE BELANGRIJKSTE GEGEVENS 1 Het centraal examen vindt voor alle leerlingen in het gehele land in dezelfde periode plaats. 2 Voor elk vak wordt het eindcijfer bepaald door het gemiddelde te nemen van het schoolexamencijfer en het centraal examencijfer. De manier waarop het schoolexamencijfer wordt bepaald, is per vak vermeld in de voor onze school geldende regeling (PTA). Het gemiddelde van de twee cijfers wordt afgerond op een geheel getal; is de eerste decimaal van het gemiddelde een 5 of hoger, dan wordt het naar boven afgerond, anders naar beneden. 3 Slagen of niet slagen wordt bepaald aan de hand van de slaag- en zakregeling die in het inleidende gedeelte van het PTA gepubliceerd staat. 4 Er kan door elke kandidaat in één vak worden herkanst. Een kandidaat dient daartoe een schriftelijk verzoek in te dienen bij de afdelingsleider. 5 Na herkansing in een vak wordt het eindcijfer bepaald op het gemiddelde van: a het schoolexamencijfer; b het hoogste van de beide behaalde centraal examencijfers. 6 Enkele weken voor de aanvang van het centraal examen ontvangen de kandidaten uitvoerige informatie over de gang van zaken in de beide tijdvakken van het centraal examen. 7 Kandidaten met één of meer extra vakken, kunnen zich voor het extra vak (de extra vakken) terugtrekken in de loop van het examenjaar. 8 Indien het nodig is om een kandidaat met één of meer extra vakken te laten slagen wordt het eindcijfer van één of meerdere vakken niet betrokken bij de bepaling van de uitslag, tenzij de overgebleven vakken tezamen geen toegestaan eindexamenpakket meer vormen (Nederlands en Engels en twee sectorgebonden vakken zijn verplicht).