dat na het toegangstijdstip geen bezoekers meer mogen worden toegelaten tot het horecabedrijf;

Transcriptie

1 De burgemeester van Medemblik, overwegende: dat de gemeenteraad in de artikelen 2:29 en 2:30 van de Algemene plaatselijke verordening Medemblik (Apv) het kader heeft bepaald voor het sluitingsuur voor horecabedrijven; dat als hoofdregel in artikel 2:29 Apv is opgenomen dat het de exploitant van het horecabedrijf is verboden deze voor bezoekers geopend te hebben, of bezoekers in het horecabedrijf toe te laten of te laten verblijven op maandag tot en met zondag tussen en uur; dat het wenselijk is dat de toegang- en sluitingstijd voor de verschillende categorieën horecabedrijven in een beleidsregel worden vastgelegd; dat in het belang van het waarborgen van de openbare orde, het verminderen van overlast, een veiliger woon- en leefomgeving en de volksgezondheid voor de verschillende categorieën horecabedrijven verschillende toegang- en sluitingstijden gelden; dat, om het indrinken te beperken en ter bevordering van het vroeger stappen en het beperken van overlast en agressie door horecabezoekers (met name jongeren), het wenselijk is om de toegangstijden voor discotheken/dancings, dancings, bars en (eet)cafés in het weekend te vervroegen; dat na het toegangstijdstip geen bezoekers meer mogen worden toegelaten tot het horecabedrijf; dat de raad in haar vergadering van 6 maart 2014 een motie heeft aangenomen waarin een verhoging van de toegangstijd voor de categorie café, eetcafé, bar en discoheken/dancing in de nacht van vrijdag op zaterdag en zaterdag op zondag van naar uur wordt voorgesteld; dat maatregelen van de horeca exploitanten zelf, met name toezicht aan de deur, toepassen van de horecatoegang ontzegging, door een cooling down en in te spelen op het gespreid vertrekken van bezoekers, bijdragen aan de vermindering van het geweld en de overlast in de openbare ruimte; Gelet op: Titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht De artikelen 2:29 en 2:30 van de Algemene Plaatselijke Verordening Medemblik b e s l u i t vast te stellen de volgende beleidsregel: Artikel 1 Begripsomschrijvingen In deze beleidsregel wordt verstaan onder: a. Horecabedrijf: 1

2 1º. een hotel, restaurant, pension, café, eetcafé, bar, cafetaria, snackbar, discotheek/dancing, dorps-, buurt- en gemeenschapshuis of clubhuis, alsmede 2º. elke andere voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie worden bereid of verstrekt. b. Café/eetcafé/bar: een horecabedrijf, niet zijnde een discotheek/bar-dancing, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van alcoholhoudende en alcoholvrije dranken voor consumptie ter plaatse, met als mogelijke nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren al dan niet ter plaatse bereid. c. Restaurant: een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholhoudende en alcoholvrije dranken. d. Cafetaria/snackbar: een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van al dan niet voor consumptie ter plaatse bereide etenswaren, met als nevenactiviteit het verstrekken van zwakalcoholhoudende en/of alcoholvrije dranken. e. Discotheek/dancing: een inrichting die tot hoofddoel heeft het verstrekken van alcoholhoudende en alcoholvrije danken voor gebruik ter plaatse, waarbij het doen beluisteren van overwegend mechanische muziek en het gelegenheid geven tot dansen een wezenlijk onderdeel vormen. f. Ondersteunende horeca: een inrichting waarbij de horeca-activiteit bestaat uit het verstrekken van alcoholhoudende en/of alcoholvrije dranken voor gebruik ter plaatse, al of niet gepaard gaande met het verstrekken van kleine eetwaren en/of maaltijden, niet het hoofdaandeel van de exploitatie uitmaakt en altijd ondergeschikt is aan een andere hoofdactiviteit, een georganiseerde activiteit of statutaire doelstelling. Hieronder vallen in ieder geval verstaan horeca in wijkgebouwen, sporthallen/-kantines, kantines op campings en recreatieparken en musea. Horeca in winkels valt voor de toepassing van deze beleidsregel niet onder het begrip Ondersteunende horeca. Op deze winkels zijn de tijden uit de Winkeltijdenwet van toepassing. g. Dorps-, buurt- en gemeenschapshuis: een algemeen toegankelijke inrichting met een sociaal-culturele functie, waarin de ontmoetingsfunctie centraal staat en dat voorziet in de behoefte aan ruimten voor activiteiten en dienstverlening op maatschappelijk en aanverwante terreinen ten dienste van de bewoners en bezoekers van een woonkern. Naast deze activiteiten worden, al dan niet bedrijfsmatig, alcoholhoudende en/of alcoholvrije dranken en/of kleine etenswaren en/of maaltijden voor gebruik ter plaatse verstrekt. De barexploitatie is volgens de statuten niet de (hoofd)doelstelling van de organisatie. h. Jongerencentrum: een inrichting met een sociaal-cultureel doel specifiek ten behoeve van jongeren, waarin naast sociaal-culturele activiteiten, al dan niet bedrijfsmatig, alcoholhoudende en/of alcoholvrije dranken en kleine etenswaren en/of maaltijden voor gebruik ter plaatse worden verstrekt (hieronder valt een poppodium). i. Terras: wat daaronder wordt verstaan in artikel 2:27 aanhef en onder a. j. Cooling down: een periode van 30 minuten voorafgaand aan het sluitingstijdstip waarin de horecaexploitant maatregelen neemt gericht op het rustig vertrekken van de bezoekers die nog aanwezig zijn in het horecabedrijf. Artikel 2 Ontheffing sluitingsuur tot uur Voor een café, eetcafé, bar en discotheek/dancing kan de burgemeester een ontheffing van het sluitingsuur verlenen tot maximaal uur. Hierbij gelden in ieder geval de volgende voorschriften: 1. De ontheffing geldt van maximaal maandag tot en met 2

3 2. De exploitant hangt in de inrichting op een voor iedereen zichtbare plek de huisregels op zoals die zijn opgesteld door Koninklijke Horeca Nederland of huisregels die hieraan minimaal voldoen. 3. De exploitant is verplicht alle noodzakelijke maatregelen te nemen om te voorkomen dat er zich in zijn horecabedrijf feiten voordoen die gevaar opleveren voor de volksgezondheid van bezoekers, voor verstoring van de openbare orde en kunnen leiden tot overlast voor de woon- en leefomgeving. 4. De exploitant ziet erop toe dat komende en vertrekkende bezoekers rustig het horecabedrijf betreden en rustig het horecabedrijf verlaten waardoor overlast voor de omgeving tot een minimum wordt beperkt; de exploitant zorgt voor een cooling down periode voorafgaand aan het uiteindelijke sluitingstijdstip van het horecabedrijf, gericht op het ordelijk laten verlopen van vertrekkend publiek. 5. De exploitant neemt alle maatregelen ter voorkoming of ter wering van criminele activiteiten in en buiten de (directe nabijheid van de) inrichting, die gericht zijn op handel in of gebruik van drugs, geweldpleging en vernielingen. 6. De exploitant zorgt voor directe melding bij de politie van ongewenste en/of dreigende situaties in het horecabedrijf of in de directe omgeving van het horecabedrijf. Hieronder vallen in elk geval: a. De aanwezigheid van- of de handel in drugs; b. De aanwezigheid van (vuur)wapens; c. Vernielingen of vandalisme; d. Geweldpleging. 7. Door of namens de exploitant wordt toezicht uitgeoefend aan de toegangsdeur(en) van het horecabedrijf. Indien aspecten aangaande de openbare orde en leefbaarheid in de omgeving van het horecabedrijf daartoe aanleiding geven, kan het aanwezig hebben van een gecertificeerde horecaportier, worden voorgeschreven. 8. De exploitant geeft uitvoering aan het Ontzeggingenbeleid West-Friesland. 9. De exploitant zorgt ervoor dat een persoon met een toegangontzegging niet tot het horecabedrijf wordt toegelaten gedurende de ontzeggingtermijn. 10. De exploitant en of het personeel van het horecabedrijf ziet er op toe dat het publiek de huisregels naleeft. 11. Alle door of namens de burgemeester te geven aanwijzingen worden direct opgevolgd. Artikel 3 Verlenging ontheffing sluitingsuur c.q. ontheffing sluitingsuur na uur Voor een café, eetcafé, bar en een discotheek/dancing kan de burgemeester een ontheffing van het sluitingsuur verlenen tot maximaal uur. Hierbij gelden de volgende voorschriften: 2. De ontheffing geldt voor de overige dagen tot maximaal uur. 3. In de nacht van vrijdag op zaterdag en zaterdag op zondag wordt na uur geen publiek meer tot het horecabedrijf toegelaten. 4. Op de ontheffing zijn de voorschriften 3 tot en met 12 uit artikel 2 van overeenkomstige toepassing. Artikel 4 Restaurants Voor een restaurant kan door de burgemeester een ontheffing van het sluitingsuur worden verleend tot maximaal uur. Hierbij gelden de volgende voorschriften: 1. De ontheffing geldt van maximaal maandag tot en met zondag 2. Alle door of namens de burgemeester gegeven aanwijzingen worden direct opgevolgd. Artikel 5 Jongerencentra Voor een jongerencentrum kan door de burgemeester een ontheffing van het sluitingsuur worden verleend tot maximaal uur. Hierbij gelden in ieder geval de volgende voorschriften: 2. De ontheffing geldt voor de overige dagen tot maximaal uur. 3. In de nacht van vrijdag op zaterdag en zaterdag op zondag wordt na uur geen publiek meer tot het horecabedrijf toegelaten. 4. Op de ontheffing zijn de voorschriften 3 tot en met 12 uit artikel 2 van overeenkomstige 3

4 toepassing. Artikel 6 Cafetaria s/snackbars Voor een cafetaria/snackbar kan de burgemeester een ontheffing van het sluitingsuur verlenen tot maximaal uur. Hierbij dient het volgende voorschrift te worden nageleefd: Verstrekking van alcoholhoudende drank, in welke vorm- en op welke wijze dan ook, is na uur niet toegestaan. Artikel 7 Ondersteunende horeca Voor ondersteunende horeca kan de burgemeester maximaal acht keer per kalenderjaar ontheffing verlenen van het in artikel 2:29 van de Apv genoemde sluitingstijd tot uiterlijk uur. Hierbij gelden in ieder geval de volgende voorschriften: 1. Na uur wordt geen publiek meer in het horecabedrijf toegelaten. 2. Alle door of namens de burgemeester te geven aanwijzingen worden direct opgevolgd. Artikel 8 Dorps-, buurt- en gemeenschapshuizen Voor dorps-, buurt of gemeenschapshuizen kan de burgemeester een ontheffing van het sluitingsuur verlenen tot maximaal uur. Hierbij gelden in ieder geval de volgende voorschriften: 2. De ontheffing geldt voor de overige dagen tot maximaal uur. 3. Na uur wordt geen publiek meer tot het horecabedrijf toegelaten; 4. Voor maximaal vijftien keer per kalenderjaar kan een melding sluitingsuur tot uur worden gedaan. 5. Alle door of namens de burgemeester te geven aanwijzingen worden direct opgevolgd. Artikel 9 Sluitingsuur terras Voor een bij een horecabedrijf behorend terras geldt een uiterlijk sluitingsuur van uur. Met uitzondering van de evenementen genoemd in artikel 10, lid 2 als deze plaatsvinden in de nacht van vrijdag op zaterdag en van zaterdag op Dan geldt een sluitingstijd van maximaal uur. Artikel 10 Jaarwisseling en evenementen 1. Voor de nacht van 31 december op 1 januari van ieder jaar geldt voor de horecabedrijven als bedoeld in artikel 2, 3, 5, 7 en 8 in afwijking van het gestelde in artikel 2, 3, 5, 7 en 8 geen toegangs- en sluitingstijd. De horecaondernemer is verplicht om zo veel als mogelijk is de veiligheid van de bezoekers te garanderen en het sluitingstijdstip zodanig rustig te laten verlopen, dat overlast voor de omgeving tot een minimum wordt beperkt en hiertoe aantoonbare maatregelen te nemen. 2. Het voorschrift zoals genoemd in artikel 2, lid 2, artikel 3, lid 3, artikel 5, lid 3, artikel 7 lid 1 en artikel 8, lid 3 is niet van toepassing tijdens de hierna genoemde evenementen: a. Kermis en het jaarlijks terugkerende carnaval (februari/maart): per kern voor de horecabedrijven in deze kern. Per kern wordt gedoeld op de dorpskernen van Abbekerk, Andijk, Benningbroek, Hauwert, stadskern Medemblik, Midwoud, Nibbixwoud, Onderdijk, Oostwoud, Opperdoes, Sijbekarspel, Twisk, Wervershoof, Wognum, Zwaagdijk-Oost en Zwaagdijk-West; b. het rondomweekend in de stadskern Medemblik; c. de 24-uurs race in de stadskern Medemblik; d. het paalzitevenement in Lambertschaag; e. de dag waarop Koningsdag wordt gevierd. Artikel 11 Handhaving 1. Bij eerste overtreding van een bij of krachtens deze beleidsregels gegeven voorschrift wordt de horecaondernemer schriftelijk gewaarschuwd. 2. Bij een tweede overtreding binnen één jaar na de eerste overtreding dient het horecabedrijf op één vrijdag- en de daaropvolgende zaterdagavond om uur te sluiten. 3. Bij een derde overtreding binnen één jaar na de eerste overtreding dient het horecabedrijf op vier achtereenvolgende vrijdag- en zaterdagavonden om uur te sluiten. 4

5 4. Bij elke vierde en volgende overtreding binnen één jaar na de eerste overtreding dient het horecabedrijf tijdens een door de burgemeester vast te stellen aantal weken, op vrijdag- en op zaterdagavond om uur te sluiten. Het door de burgemeester vast te stellen aantal weken kan maximaal 26 weken bedragen. 5. Onverlet het bepaalde in het vierde lid komt een horecabedrijf waaraan ingevolge artikel 3 van deze beleidsregels een sluitingsuur tot uur is vergund, na een derde overtreding binnen één jaar na de eerste overtreding, gedurende een jaar niet meer in aanmerking voor een ontheffing sluitingsuur tot uur. Artikel 12 Intrekking oude regeling De 'Beleidsregel sluitingstijden horeca Medemblik 2013, vastgesteld op 30 augustus 2013, wordt ingetrokken. Artikel 13 Overgangsrecht 1. Een krachtens de Beleidsregel sluitingstijden horeca Medemblik 2013 verleende ontheffing geldt als ontheffing verleend krachtens deze beleidsregel. 2. Aanvragen om ontheffing die zijn ingediend onder de 'Beleidsregel sluitingstijden horeca Medemblik 2013 maar waarop nog niet is beschikt bij het in werking treden van deze beleidsregel, worden afgehandeld overeenkomstig deze beleidsregel. Artikel 14 Inwerkingtreding Deze beleidsregel treedt in werking op 1 april Artikel 15 Citeertitel Deze beleidsregel wordt aangehaald als. Aldus vastgesteld op 25 maart 2014 De burgemeester van Medemblik, F.R. Streng Bekendgemaakt: 27 maart