Gemeente Den Haag RIS152175_12-FEB-2008

Transcriptie

1 Gemeente Den Haag RIS152175_12-FEB-2008 Ons kenmerk BSD/ B RIS UITVOERINGSVOORSCHRIFTEN SUBSIDIEVERSTREKKING VOOR HET EXPLOITEREN VAN AARDGASVULPUNTEN ALSMEDE HET AANSCHAFFEN VAN MOTORVOERTUIGEN MET AARDGASMOTOR. HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, gelet op: hoofdstuk 4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb); de Haagse Kaderverordening Subsidieverstrekking; gezien: het Plan van aanpak verduurzaming van het wegverkeer in Den Haag (collegebesluit 28 februari 2006, DB ); MilieuProjectPlan ; overwegende dat het wenselijk is dat het college op eenduidige wijze omgaat met subsidieverstrekking voor het exploiteren van aardgasvulpunten door een vijftal nog aan te wijzen tankstations. Besluit om het volgende vast te stellen: UITVOERINGSVOORSCHRIFTEN subsidieverstrekking voor het exploiteren van aardgasvulpunten. HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen Postadres: Postbus , 2500 DJ Den Haag Telefoon: Bezoekadres: Spui 70, Den Haag Fax: Internetadres:

2 DSB/ B 2 Artikel 1 Doel van de subsidie De subsidie wordt verstrekt om verduurzaming van het wegverkeer in Den Haag te bereiken door het stimuleren van het gebruik van aardgas als motorbrandstof waardoor vermindering van de uitstoot van NO x9, fijn stof (PM 10) en CO 2 optreedt. Om dit doel te bereiken worden subsidiebedragen verstrekt voor de exploitatie van aardgasvulpunten. Artikel 2 Begripsomschrijvingen In deze beleidsregel wordt verstaan onder: a. Gemeente: de Gemeente Den Haag. b. College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente. c. Aardgasvulpunt: een vulpunt bij een tankstation, dat geschikt is om aardgas als brandstof te gebruiken. d. Tankstation: een bestaand of nog op te richten openbaar commercieel aardgasvulpunt, al dan niet in combinatie met reguliere motorbrandstoffen, dat voldoet aan de daarvoor geldende technische specificaties, (veiligheids)voorschriften, toepasselijke regelgeving en vergunningen en is goedgekeurd door een notified body. e. Aangewezen tankstation: een tankstation dat na indiening van een subsidieaanvraag, door de gemeente wordt aangewezen als een tankstation dat belast is met de uitvoering van een dienst van algemeen economisch belang en daartoe voor tenminste vijf jaar een aardgasvulpunt exploiteert. f. Activiteit: het exploiteren van een aardgasvulpunt door een aangewezen tankstation. g. Overige activiteiten: alle overige bedrijfsactiviteiten van een tankstation. h. Subsidie(bedrag) voor aardgasvulpunten: een door de gemeente eenmalig, voor een aangewezen tankstation beschikbaar gestelde investeringsbijdrage voor het realiseren van een aardgasvulpunt en een exploitatiebijdrage voor nieuwe en bestaande aardgasvulpunten. i. Subsidietijdvak: periode waarvoor de subsidie geldt en die voor aangewezen tankstations 3 jaar bedraagt. j. Dienst van algemeen economisch belang: het exploiteren van een aardgasvulpunt. k. Aanwijzingsbesluit: het collegebesluit door middel waarvan het exploiteren van aardgasvulpunten wordt aangemerkt als een dienst van algemeen economisch belang. l. Overcompensatie: het gedeelte van een compensatie voor een te verrichten dienst van algemeen economisch belang dat hoger is dan de kosten die een gemiddelde, goed beheerde onderneming zou hebben gemaakt om deze dienst te verrichten, inclusief een redelijke winstmarge.

3 DSB/ B 3 m. Uitvoeringsovereenkomst: een overeenkomst gebaseerd op artikel 4:36 Awb die tot doel heeft dat de als dienst van algemeen economisch belang omschreven activiteit ook daadwerkelijk worden uitgevoerd. HOOFDSTUK 2 Verdeling subsidiebudget, aanvragen subsidie, subsidieverlening, verplichtingen om staatsteun te voorkomen Artikel 3 Verdeling subsidiebudget 1. Het totale beschikbare subsidiebedrag voor een vijftal aardgasvulpunten is maximaal De subsidie bedraagt maximaal 50% van de kosten van het oprichten en exploiteren van het aardgasvulpunt met een maximum van per aangewezen tankstation. 3. De subsidie voor een aardgasvulpunt wordt toegekend in de volgorde van ontvangst van de subsidieaanvragen. Voor aardgasvulpunten wordt hierbij de geografische spreiding zoals omschreven in artikel 4 gehanteerd. 4. De in het zevende lid genoemde volgorde wordt vastgesteld aan de hand van de ontvangstdatum van de volledige subsidieaanvragen. Bij gelijktijdige ontvangst van subsidieaanvragen vindt verstrekking van de subsidie plaats door middel van loting. Artikel 4 Geografische spreiding aardgasvulpunten en capaciteit 1. Het aangewezen tankstation dient gelegen te zijn in de door het college vastgestelde kwadranten binnen de gemeente, zoals aangegeven op de bijgevoegde kaart. a. Kwadrant centrum: het binnen de centrumring gelegen gebied. b. Kwadrant kust zuid : Het gebied ten zuiden van de Houtrustweg, Conradkade en Groot Hertoginnelaan aansluitend op de Centrumring en ten westen van de Hobbema-, Kemp-, Terlet-, en Schaarsbergen via de Vreeswijkstraat en Meppelweg tot aan de zuidelijke gemeentegrens. c. Kwadrant III kust noord : Het gebied ten Noorden van de Houtrustweg, Conradkade, ten westen van de Groot Hertoginnelaan aansluitend op de Centrumring, vervolgens via de spoorlijn, annex oostelijke gemeentegrens tot de noordelijke gemeentegrens. d. Kwadrant IV : zuid-oost : Het gebied ten Oosten van de Meppelweg, Vreeswijk-, Schaarsbergen-, Terlet- en Kempstraat en via het Hobemaplein en Hobbemastraat, de centrumring en vervolgens ten westen van de Neherkade naar het Hildebrandplein langs het spoor naar de oostelijke gemeentegrens. Langs de oostelijke gemeentegrens bij de Lozerlaan naar het westen tot aan de Meppelweg. e. Kwadrant V : noord-oost : Het gebied ten oosten van de centrumring vervolgens via de spoorlijn, annex oostelijke gemeentegrens tot de noordelijke gemeentegrens. 2. Maximaal één tankstation per kwadrant komt in aanmerking voor subsidie. 3. Het aardgasvulpunt moet beschikken over minimaal twee vulslangen. Eén voor een motorvoertuig personen en één voor een motorvoertuig vracht.

4 DSB/ B 4 4. Het aardgasvulpunt moet voldoende capaciteit hebben voor minimaal 50 personenvoertuigen 1 per dag (12 uur). Tevens er voldoende capaciteit te zijn om één vrachtwagen 2 binnen 10 minuten af te tanken. 5. Het tankstation dient alle reguliere betaalwijzen waaronder bankpassen en creditcards te accepteren. Artikel 5 Aanvragen subsidie 1. De subsidieaanvraag wordt ingediend bij het college. 2. De subsidieaanvraag voor een aardgasvulpunt dient te worden ingediend binnen acht weken na bekendmaking van deze Uitvoeringsvoorschriften. 3. De subsidieaanvraag wordt alleen in behandeling genomen als: a. de subsidieaanvrager gebruik maakt van het door de gemeente beschikbaar gestelde subsidieaanvraagformulier en; b. het subsidieaanvraagformulier volledig is ingevuld en; c. alle benodigde gegevens en bescheiden, waaronder die als opgenomen in het subsidieaanvraagformulier, zijn bijgevoegd; 4. Pas indien voldaan is aan het vierde lid, wordt de subsidieaanvraag als volledig aangemerkt. 5. Nadat de subsidieaanvragen als volledig zijn aangemerkt vindt rangschikking plaats op volgorde van binnenkomst. Artikel 6 Subsidieverlening 1. Subsidies worden verstrekt voor de financiering van een activiteit. 2. Voor de realisatie en exploitatie van aardgasvulpunten wordt per aangewezen tankstation een subsidiebedrag verstrekt in de vorm van een bedrag ineens ter grootte van maximaal en een bedrag ter grootte van maximaal verdeeld over drie jaar. 3. Het bedrag ter grootte van maximaal is een investeringsbijdrage in de kosten voor de oprichting van een nieuw te realiseren aardgasvulpunt. 4. Het bedrag ter grootte van maximaal is een exploitatiebijdrage verdeeld over de eerste drie jaar na aanvang van de exploitatie of voor bestaande aardgasvulpunten verdeeld over drie jaar na de verlening van subsidie volgens artikel Er bestaat geen recht op een subsidie voor aardgasvulpunten als het aangewezen tankstation niet instemt met de inhoud van de uitvoeringsovereenkomst bij het subsidieverleningsbesluit. 6. Naast hetgeen daaromtrent is bepaald in de Awb bevat het besluit tot verlening van een subsidie voor aardgasvulpunten in ieder geval hetgeen is bepaald in de artikelen 8 en 12 van deze uitvoeringsvoorschriften. Artikel 7 Subsidieverleningsbesluit aardgasvulpunt In het subsidieverleningsbesluit voor de exploitatie van een aardgasvulpunt wordt in ieder geval het volgende opgenomen: 1. Een nadere omschrijving van de activiteit. De omschrijving dient aan te sluiten bij de algemene omschrijving uit het aanwijzingsbesluit. 2. De vermelding van het feit dat het aangewezen tankstation door het exploiteren van een aardgasvulpunt een dienst van algemeen economisch belang uitvoert. 3. De duur van de als dienst van algemeen economisch belang aangemerkte activiteit. 1 Uitgaande van een tankbeurt van 20 nm 3 aardgas per voertuig. 2 Uitgaande van 250 nm 3 aardgas per vrachtwagen

5 DSB/ B 5 4. De geografische locatie waar de activiteiten plaatsvinden. 5. Verder bevat het besluit: a. het maximumbedrag van de subsidie; b. de datum waarop het aangewezen tankstation de aanvraag om subsidievaststelling uiterlijk moet hebben ingediend; c. de berekeningswijze van de subsidie; d. de verplichtingen waaronder de subsidie wordt verleend; e. de wijze van betaling. 6. Tot de verplichtingen, bedoeld in het vorige lid, onder d, behoren in ieder geval: a. de termijn waarbinnen met de uitvoering van de activiteit begonnen moet zijn; b. de wijze waarop en welke informatie over de activiteit aan de gemeente beschikbaar wordt gesteld; c. de wijze waarop en de termijn waarbinnen over de voortgang van de activiteit moet worden gerapporteerd. d. de wijze waarop rekening en verantwoording wordt afgelegd. 7. Bij de subsidieverlening voor de exploitatie van aardgasvulpunten wordt gebruik gemaakt van een uitvoeringsovereenkomst. Artikel 8 Verplichtingen ter voorkoming van overcompensatie In het subsidieverleningsbesluit voor de exploitatie van aardgasvulpunten worden voor het aangewezen tankstation de volgende verplichtingen opgenomen in verband met het voorkomen van staatssteun: 1. het voorkomen van overcompensatie voor zowel de in artikel 6 lid 3 genoemde investeringsbijdrage als de in artikel 6 lid 4 genoemde exploitatiebijdrage; 2. het aangewezen tankstation stemt in met controle op eventuele overcompensatie; 3. het aangewezen tankstation stemt in met terugvordering van geconstateerde overcompensatie; 4. het aangewezen tankstation werkt conform de Transparantierichtlijn (van de Europese Commissie) en houdt een gescheiden boekhouding bij indien er tevens overige (commerciële) activiteiten worden verricht; 5. lasten en baten van de exploitatie van een aardgasvulpunt blijken helder uit de administratie; 6. het aangewezen tankstation hanteert marktconforme tarieven aan gebruikers. Artikel 9 BTW 1. De BTW over gesubsidieerde kosten komt alleen voor vergoeding in aanmerking als deze BTW niet teruggevorderd, verrekend of anderszins in mindering gebracht kan worden door de subsidieontvanger. 2. De BTW wordt zichtbaar in de financiële verantwoording opgenomen. 3. De BTW verantwoording blijkt expliciet uit de afgegeven accountantsverklaring. HOOFDSTUK 3 Overige verplichtingen en subsidievaststelling Artikel 10 Verplichting tot verzekeren voor een aangewezen tankstation Het aangewezen tankstation is verplicht haar roerende en onroerende zaken met betrekking tot het aardgasvulpunt te verzekeren en verzekerd te houden op basis van herbouw of vervangingswaarde tegen de schade als gevolg van brand, storm, braak of vernieling.

6 DSB/ B 6 Artikel 11 Verplichting bij faillissement/liquidatie voor een aangewezen tankstation Bij faillissement/liquidatie van het aangewezen tankstation wordt het subsidiebedrag teruggevorderd. Artikel 12 Verplichtingen met betrekking tot verantwoording voor een aangewezen tankstation Ten behoeve van de verantwoording worden in het subsidieverleningsbesluit de volgende verplichtingen opgenomen: 1. Het aangewezen tankstation maakt ten behoeve van de vaststelling van de subsidie een overzicht van alle exploitatiekosten voor het uitvoeren van de activiteit. 2. Bij verlening van subsidiebedragen groter dan dient een door een geregistreerde accountant een verklaring te worden overgelegd waaruit blijkt dat de toepasselijke subsidiebepalingen en subsidievoorschriften zijn nageleefd en of de subsidie is aangewend voor het doel waarvoor deze ter beschikking is gesteld. 3. Voor een goedkeurende accountantsverkaring dient het door de gemeente gestelde format te worden gebruikt. 4. Indien geen sprake is van een goedkeurende accountantsverklaring, dan dient de accountant duidelijk te omschrijven wat de bedenkingen of tekortkomingen zijn. 5. De administratie van het aangewezen tankstation wordt zodanig ingericht dat te allen tijde een overzicht kan worden verkregen van de jaarlijkse opbrengst in verkochte kilo s aardgas na aanvang van het subsidietijdvak. 6. Jaarlijks overlegt het aangewezen tankstation aan de gemeente een door een geregistreerde accountant afgegeven verklaring over de kosten, opbrengsten en verkochte kilo s aardgas. 7. Door het college aangewezen ambtenaren of derden hebben desgevraagd inzage in de boeken en bescheiden, daaronder begrepen adviezen van externe deskundigen. Zij ontvangen alle inlichtingen welke voor een juiste uitoefening van hun functie in het algemeen en voor de beoordeling van de uitvoering van de activiteiten in het bijzonder nodig zijn. 8. De door het college aangewezen ambtenaren of derden hebben de bevoegdheid tot review op de verrichte werkzaamheden van de controlerend accountant van het aangewezen tankstation. 9. Het aangewezen tankstation draagt er zorg voor dat haar accountant hiermee instemt. 10. Het aangewezen tankstation houdt de administratieve gegevens gedurende tenminste twee jaar na beëindiging van het subsidietijdvak beschikbaar. 11. Het aangewezen tankstation overlegt twee jaar na beëindiging van het subsidietijdvak (investeringsbijdrage en/of exploitatiebijdrage) een accountantsverklaring dat gedurende tenminste twee jaar volgend op het subsidietijdvak, de exploitatie van het aardgasvulpunt is gecontinueerd. 12. Het college is gerechtigd nadere voorwaarden of regels stellen aan de inhoud of uitvoering van de accountantscontrole of de controle daarop door de gemeente. Artikel 13 Verplichtingen inzake installatiewerkzaamheden en exploitatie voor aardgasvulpunten In het subsidieverleningsbesluit worden, indien installatiewerkzaamheden dienen te worden verricht voordat met de exploitatie van een aardgasvulpunt begonnen kan worden, de hieronder genoemde verplichtingen opgenomen. a. De installatiewerkzaamheden voor een nieuw op te zetten aardgasvulpunt dienen te zijn begonnen binnen 6 maanden na verzending van het subsidieverleningsbesluit, tenzij het bestemmingsplan gewijzigd moet worden.

7 DSB/ B 7 b. De installatiewerkzaamheden voor een nieuw op te zetten aardgasvulpunt dienen te zijn afgerond binnen 6 maanden na aanvang van de installatiewerkzaamheden, tenzij dit de subsidieaanvrager in redelijkheid niet kan worden verweten (overmacht). In geval van overmacht geldt een maximale termijn van 12 maanden. c. na afronding van de installatiewerkzaamheden voor een nieuw op te zetten aardgasvulpunt dient binnen twee maanden een verklaring te worden overgelegd van een notified body dat aan de in Nederland geldende (veiligheids)voorschriften en wettelijke regelgeving voor tankstations en aardgasvulpunten is voldaan. d. de exploitatie voor nieuw te realiseren aardgasvulpunten dient te beginnen binnen twee maanden na beëindiging van de installatiewerkzaamheden. Artikel 14 Aanvraag subsidievaststelling voor een aardgasvulpunt 1. In het subsidieverleningsbesluit wordt de datum vermeld waarvoor het aangewezen tankstation uiterlijk een aanvraag tot vaststelling van de subsidie moet doen. 2. De stukken die in ieder geval bij de aanvraag tot vaststelling moeten worden overgelegd, worden vermeld in het subsidieverleningsbesluit. 3. Naast de stukken als genoemd in het tweede lid, wordt zonodig aanvullende informatie gevraagd indien dit wenselijk is voor de vaststelling. Artikel 15 Subsidievaststelling voor een aardgasvulpunt 1. Het college neemt binnen 12 weken na ontvangst een beslissing op de aanvraag tot vaststelling van de subsidie van het aangewezen tankstation. 2. Indien de beslissing niet binnen 12 weken kan worden gegeven, stelt het college de subsidieaanvrager daarvan in kennis en noemt een redelijke termijn waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden gezien. 3. Het subsidiebedrag wordt binnen 4 weken na vaststelling betaald, onder verrekening van een eventueel betaald voorschot. 4. Indien niet wordt voldaan aan het gestelde in het subsidieverleningsbesluit, kan het college de subsidie op een lager bedrag of op nihil vaststellen. 5. Als voor een deel bij andere overheden of het college (via andere gemeentelijke diensten) subsidie is aangevraagd danwel is verleend, is cofinanciering (co-subsidiëring) van het resterende deel mogelijk. Bij cofinanciering geldt dat de totale som aan subsidiebedragen nooit hoger is dan het totale subsidiebedrag volgens deze Uitvoeringsvoorschriften. Als sprake is van cofinanciering dient dit bij de subsidieaanvraag te worden gemeld. 6. De subsidie wordt eveneens op nihil vastgesteld als de bedrijfsvoering van het aangewezen tankstation of de exploitatie van het aardgasvulpunt tussentijds voor afloop van de terugbetalingstermijn wordt gestaakt of beëindigd. Artikel 16 Investeringsbijdrage voor op te richten aardgasvulpunt De investeringsbijdrage overeenkomstig artikel 6, derde lid wordt vastgesteld en uitgekeerd indien door of namens de Gemeente is bepaald dat aan de verplichtingen volgens de artikelen 12, 13 en 15 is voldaan.

8 DSB/ B 8 Artikel 17 Exploitatiebijdrage voor nieuw opgerichte of bestaande aardgasvulpunten 1. Subsidie vindt plaats verdeeld over de eerste drie jaar van exploitatie bij een nieuw aardgasvulpunt of of verdeeld over drie jaar na de subsidieverlening voor een al bestaand aardgasvulpunt. 2. De vergoeding bedraagt maximaal Uiterlijk één maand na afloop van ieder kalenderjaar wordt voor 1 februari schriftelijk opgave gedaan van de kosten, opbrengsten en verkochte kilo s aardgas in het voorafgaande kalenderjaar voor de jaren dat aanspraak bestaat op de exploitatiebijdrage. 4. Vergoeding vindt jaarlijks plaats op basis van een accountantsverklaring als bedoeld in artikel Indien de gevraagde gegevens niet kunnen worden verstrekt of geen goedkeurende accountantsverklaring kan worden overgelegd, dan bestaat geen recht op subsidie. HOOFDSTUK 4 Overgangs- en slotbepalingen. Artikel 18 Hardheidsclausule Het college kan in bijzondere gevallen van het bepaalde in deze beleidsregel afwijken of bepalingen buiten toepassing laten, voor zover toepassing ervan leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard. Artikel 19 Inwerkingtreding Deze beleidsregel treedt in werking op de eerste dag na datum van uitgifte van de Posthoorn waarin deze wordt geplaatst en werkt terug tot 1 januari Artikel 20 Citeertitel Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Uitvoeringsvoorschriften subsidieverstrekking aardgasvulpunten (USA). Den Haag, 5 februari 2008 Het college van burgemeester en wethouders, de secretaris, de locoburgemeester, mw. A.W.H. Bertram mw. J. Klijnsma

9 DSB/ B 9 Toelichting Het college heeft op 28 februari 2006 ingestemd met het plan van aanpak verduurzaming wegverkeer in Den Haag (DB/ ). De projecten in dit plan zijn gericht op het bevorderen van duurzame mobiliteit in Den Haag en omgeving door zowel de vraag als de aanbodkant van schonere brandstoffen te stimuleren. De ontwikkeling van een subsidieregeling voor de oprichting en exploitatie van aardgasvulpunten is één van die projecten. Financiële ondersteuning van bedrijven kan als ongeoorloofde staatssteun worden beschouwd. Door een dienst aan te wijzen als dienst van algemeen economisch belang mogen overheden onder voorwaarden compensatie aanbieden voor deze diensten. Voorwaarde is dat er geen communautaire regelgeving over de aan te wijzen activiteit bestaat. Dat is het geval. Vervolgens moet de dienst een onderscheidend economisch belang dienen, waarmee een algemeen -en fundamenteel- belang wordt vervuld. Aardgas als motorbrandstof is aanzienlijk schoner dan andere fossiele brandstoffen. Het verbetert de luchtkwaliteit en levert een bijdrage aan de vermindering van de klimaatproblematiek. Hiervoor moet aardgas wel als motorbrandstof beschikbaar zijn. Ondersteuning door subsidiëring van de aanleg en exploitatie van aardgasvulpunten leidt tot een lagere drempel voor het gebruik van aardgas als motorbrandstof. De aanwijzing van deze activiteit als dienst van algemeen economisch belang is daarmee gerechtvaardigd. De activiteit bestaat uit het laten oprichten en/of exploiteren van vijf geografisch over de gemeente verspreide aardgasvulpunten door middel van een subsidie aan tankstations, waarmee reductie van de uitstoot aan NO x, fijn stof (PM 10 )en CO 2 wordt gestimuleerd. De kosten voor de oprichting van een vulpunt variëren tussen en In de aanloopjaren, moet de vraag naar aardgas als motorbrandstof nog groeien. De opbrengsten zijn in de eerste jaren waarin het tankstation wordt geëxploiteerd niet terug te verdienen. De onderhavige regeling voorziet in subsidie van maximaal per vulpunt. Doel is in totaal vijf geografisch over Den Haag verspreide aardgasvulpunten voor motorvoertuigen te realiseren. De subsidie voorziet in een eenmalige subsidie van na oprichting van het vulpunt. Als tweede wordt de verkoop van aardgas in de eerste drie exploitatiejaren gestimuleerd met een exploitatiebijdrage van Het maximale subsidiebedrag bedraagt daarmee maximaal per vulpunt. Met de exploitatiebijdrage wordt de betrokkenheid van de exploitanten en daarmee de kans op succes vergroot en is het tevens mogelijk om bestaande aardgasvulpunten te subsidiëren zonder in strijd te handelen met staatssteunregels. In totaal is met de regeling een bedrag gemoeid van maximaal , verdeeld over 5 tankstations. De kosten worden gefinancierd uit de 4 miljoen die in de programma begroting is gereserveerd voor de schoner maatregelen uit het actieplan luchtkwaliteit. Met de regeling wordt een forse inspanning geleverd om een goede uitgangspositie te creëren die de grootschalige transitie naar rijden op het milieuvriendelijke aardgas en biogas in Den Haag mogelijk moet