Informatiebrief ADEF

Transcriptie

1 Informatiebrief ADEF Maatregelen tegengaan onbevoegd lesgeven juni 2017 Op 29 februari 2016 heeft staatssecretaris Sander Dekker, mede namens de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap een plan van aanpak gepresenteerd om het onbevoegd lesgeven in het vo tegen te gaan. Deze brief met plan van aanpak heeft geleid tot diverse ontwikkelingen in de lerarenopleidingen. Middels deze brief geven we een overzicht van de ontwikkelingen, de scholingstrajecten die hieruit zijn voortgevloeid en de bijbehorende (nieuwe) subsidieregelingen. Achtereenvolgens komt aan bod: 1. Plan van aanpak tegengaan onbevoegd lesgeven Maatwerk & flexibilisering en bijbehorende subsidieregelingen Subsidieregelingen voor scholing van leraren Scholingstrajecten voor pabo-afgestudeerden Bacheloropleiding tot leraar in de 2 de graad Zij-instroomtraject Opscholingstraject groepsleerkracht onderbouw vmbo basis-kader Optimaliseren samenwerking tussen lerarenopleidingen en scholen Verbetering proces bepalen bevoegdheid (nieuwe) vakken vo Heldere diploma s en informatie over bevoegdheden

2 1. Plan van aanpak tegengaan onbevoegd lesgeven Terug naar waar het mee begonnen is: in het plan van aanpak tegengaan onbevoegd lesgeven is de ambitie uitgesproken dat in het najaar van 2017 alle lessen in het vo gegeven worden door bevoegde leraren. In dit plan van aanpak is een aantal acties opgenomen waarin de Vereniging Hogescholen (en VSNU) met de lerarenopleidingen verantwoordelijkheid voor dragen of bij betrokken zijn. Stand van zaken m.b.t. deze acties zullen we in deze brief nader toelichten: - Maatwerk en flexibilisering - Opscholingstrajecten voor pabo-afgestudeerden in onderbouw vmbo basis-kader - Optimaliseren samenwerking tussen lerarenopleidingen en scholen - Verbetering procedures nieuwe vakken in het vo - Heldere diploma s en informatie over bevoegdheden In het Nationaal Onderwijsakkoord hebben we de ambitie neergelegd dat vanaf het najaar van 2017 alle lessen in het vo worden gegeven door bevoegde leraren. Sander Dekker in het plan van aanpak tegengaan onbevoegd lesgeven: Daarnaast zorgt de vo-raad samen met OCW bijvoorbeeld voor meer inzicht in het aantal onbevoegd gegeven lessen, wordt onduidelijkheid in de wet- en regelgeving weggenomen en zal bijvoorbeeld de inspectie van het onderwijs onderzoeken of schoolbesturen voldoen aan de wettelijke benoembaarheidseisen. Zie voor meer informatie Kamerbrief Plan van Aanpak tegengaan onbevoegd lesgeven voortgezet onderwijs 2. Maatwerk & flexibilisering en bijbehorende subsidieregelingen Voor onbevoegde leraren bieden we als lerarenopleidingen opleidingstrajecten aan waarin we zoveel mogelijk maatwerk leveren. Vanuit het werkveld is een sterke behoefte aan maatwerktrajecten die niet alleen recht doen aan eerder behaalde diploma s, maar ook aan bijvoorbeeld werkervaring die een leraar mogelijk al heeft opgedaan. Alle opleidingen zijn naar aanleiding van het rapport van Flexibel Onderwijs Voor Volwassenen (Adviescommissie Flexibel hoger onderwijs voor werkenden, 2014) bezig met flexibilisering van de deeltijdopleidingen. Verschillende lerarenopleidingen doen mee in het experiment leeruitkomsten (pilots flexibilisering, klik hier voor meer informatie). 2.1 Subsidieregelingen voor scholing van leraren Naast flexibilisering van opleidingstrajecten heeft OCW, om de instroom van onbevoegde leraren in een lerarenopleiding te bevorderen, verschillende subsidieregelingen. In deze informatiebrief toegespitst op leraren die onbevoegd lesgeven in het vo: 2

3 Tabel 1: subsidieregeling voor scholing van leraren Welke regeling Voor wie? Wat voor opleidingstraject? Wie vraagt subsidie aan? Lerarenbeurs Voor mensen met een onderwijsbevoegdheid en Tweedegraads (of eerstegraads) opleidingstraject De leraar zelf, de baan in het onderwijs. Bijvoorbeeld voor... (regulier opleidingstraject of maatwerktraject). school ondertekent - een leraar met een pabo-diploma die werkt wel en vraagt in het voortgezet onderwijs en zijn studieverlofuren aan. tweedegraads bevoegdheid aardrijkskunde wil halen aan de lerarenopleiding. - een leraar die bevoegd is om aardrijkskunde te geven en werkt op een vo school. Vanwege krimp wil de school dat hij ook geschiedenis gaat geven en daar moet hij zijn bevoegdheid geschiedenis voor halen aan een tweedegraads lerarenopleiding. Meer informatie? Informatie over de lerarenbeurs op DUO Zijinstroomregeling Voor... - Mensen die nog geen onderwijsbevoegdheid hebben - Een leraar die een pabo-diploma heeft en als onbevoegd docent (gaat) werken in het vo of mbo. Deze doelgroep is in april 2017 nieuw toegevoegd aan de subsidieregeling zij-instroom. Het schoolbestuur waar de zijinstromer komt te werken doet een aanvraag voor subsidie bij DUO. De leraren schrijven zich in op de lerarenopleiding als zij-instromer, het zij-instroomtraject moet de zijinstromer in principe in staat stellen binnen twee jaar zijn/haar bevoegdheid te halen. Zij-instroomtraject bestaande uit - een geschiktheidsonderzoek waaruit moet blijken o of de zij-instromer voldoende bekwaam is om direct voor de klas te staan; o of de zij-instromer binnen 2 jaar een o bevoegdheid kan halen; welke aanvullende scholing en begeleiding de zij-instromer nodig heeft. - een passend opleidingstraject van maximaal twee jaar dat leidt tot een getuigschrift zijinstroom waaraan een eerste- of tweedegraads bevoegdheid is gekoppeld (geen bachelordiploma). Het bevoegd gezag van de school waar de leraar werkzaam is (of gaat werken) Regeling voor het verstrekken van subsidie voor zijinstroomtrajecten Staatscourant Informatie over het besluit zijinstroom Let op: als een leraar twee jaar voorafgaand aan het zij-instroomtraject ingeschreven heeft gestaan bij de lerarenopleiding, kan hij/zij geen subsidie ontvangen. 3

4 Beleidskader subsidies korte opleidingstrajecten vmbo-leraren 2017 Let op: tijdelijk kader, zal vervangen worden door een structurele subsidieregeling Voor leraren 1. die lesgeven in beroepsgerichte vakken in het vmbo (zonder passende bevoegdheid). Deze leraren kunnen de subsidie aanvragen voor korte opleidingstrajecten (bijscholing) om bekwaam les te kunnen geven on de nieuwe profielen óf om bevoegd les te kunnen heven in de nieuwe profielen. In de conversietabel wordt vereiste nascholing bij de nieuwe vakken weergegeven. 2. met een pabo-diploma die lesgeven in het vmbo. Deze leraren kunnen de subsidie inzetten voor - het opscholingstraject groepsleerkracht onderbouw vmbo basis-kader, gericht op de vakken Nederlands, Rekenen-wiskunde en de vakken binnen een van de keuzeprofielen Mens en Maatschappij/Mens en Natuur/Engels. Hiervoor geldt de eis dat de leraar werkzaam is in de onderbouw vmbo basis/kader. De bevoegdheid die hoort bij dit opscholingstraject wordt op dit moment opgepakt in de vorm van een wetswijziging. - een maatwerktraject van maximaal 120 studiepunten dat leidt tot een tweedegraads bevoegdheid. Opleidingstrajecten van maximaal 120 studiepunten, waaronder (zie tabel 1): - maatwerktrajecten voor die leiden tot bachelordiploma met daaraan verbonden een 2 de graads bevoegdheid. - bij- en nascholingstrajecten voor de beroepsgerichte profielvakken, zoals geformuleerd in de conversietabel (klik hier) - opscholingstrajecten groepsleerkracht onderbouw vmbo basis-kader voor paboafgestudeerden. Zie onderstaande afbeelding (afkomstig van Het bevoegd gezag van de school waar de leraar werkzaam is Beleidskader subsidies korte opleidingstrajecte n vmbo-leraren LET OP: het betreft een tijdelijk (tot uiterlijk 1 januari 2018) beleidskader specifiek voor vmbo-leraren. Er wordt gewerkt aan een structurele regeling subsidie korte scholingstrajecten vo. zodra de nieuwe regeling korte scholingstrajecten er is, vervalt het beleidskader. De nieuwe regeling die in ontwikkeling is, wordt hieronder nader toegelicht. Let wel; de regeling is nog niet definitief. 4

5 In ontwikkeling: Regeling subsidie korte scholingstrajecten vo OCW werkt aan een structurele subsidieregeling ter vervanging van het beleidskader subsidies korte opleidingstrajecten vmbo-leraren 2017: regeling subsidie korte scholingstrajecten vo. Onder voorbehoud van mogelijke politieke ontwikkelingen, juridische toetsing en uitvoerbaarheid door DUO, geven we wel alvast wat informatie over hoe deze regeling eruit komt te zien. De regeling is nog niet gepubliceerd en aan de informatie zijn nog geen rechten te ontlenen Het doel van de regeling is om (toekomstige) leraren financieel te ondersteunen om korte opleidingstrajecten te volgen, die ertoe kunnen leiden dat leraren met een passende bevoegdheid voor de klas staan of die hun bestaande bevoegdheid uitbreiden.. Het subsidiebedrag is gelijk aan 80 procent van de kosten van het scholingstraject. Het overige deel van de kosten kan mogelijk worden vergoed door het schoolbestuur, indien deze bij de scholing betrokken is. De regeling subsidieert het volgen van scholing van de volgende trajecten: - maatwerktrajecten voor pabo-afgestudeerden (ook PA) naar een tweedegraads vakbevoegdheid; - bijscholingstrajecten voor pabo-afgestudeerden (ook PA) die gericht zijn op de bekwaamheid voor het lesgeven in de basis- en kaderberoepsgerichte leerwegen van de onderbouw van het vmbo (als groepsdocent); - maatwerktrajecten voor personen die op dit moment onbevoegde lessen geven en via maximaal 120 EC een passende bevoegdheid kunnen halen de volgende tekortvakken: Nederlands, Frans, Duits, Engels, Klassieke talen, Natuurkunde, Scheikunde, Wiskunde, Informatica, Informatiekunde, Informatietechnologie, Informatietechnologie in de gemengde leerweg, informatie- en communicatietechnologie, Techniek, Media, Vormgeving en ICT, Produceren, Installeren en Energie; Economie, Economie & Ondernemen; NB: voor deze categorie geldt dat de aanvrager in de twee jaar voorafgaand aan de subsidieaanvraag niet ingeschreven mag hebben gestaan aan een lerarenopleiding. - scholingstrajecten zoals genoemd in kolom I en kolom II van de Beleidsregel ontheffing bekwaamheidseisen en bekwaamheidserkenning vo, voor zover het geen initiële pabo-, mbo- of hbo-opleiding betreft; - scholingstrajecten zoals genoemd in kolom V van de conversietabel; - de educatieve module, na afronding van een verwante bachelor. De leraar hoeft niet in dienst te zijn bij een vo-school om in aanmerking te komen voor de subsidie. Het is mogelijk om meerdere keren in aanmerking te komen voor een subsidie op grond van deze regeling en dus om meerdere scholingstrajecten te volgen. De leraar zelf dient bij DUO een subsidieaanvraag in. In het geval van incompany-trajecten wordt de aanvraag ingediend door het bevoegd gezag. 5

6 Het is belangrijk dat we als lerarenopleidingen heel duidelijk communiceren hoe een student ingeschreven staat: als zij-instromer in beroep voor het zij-instroomtraject met bijbehorende subsidie of als student die een maatwerktraject volgt. Ook voor de verantwoording van subsidie. 2.2 Scholingstrajecten voor pabo-afgestudeerden Een deel van de onbevoegd gegeven lessen wordt verzorgd door leraren met een pabo-diploma (met name in het vmbo). Voor de leraren met een pabo-diploma die onbevoegd lesgeven in het vo, zijn er drie scholingsmogelijkheden: 1. Het volgen van een bacheloropleiding tot leraar in de 2 de graad, dit leidt tot een bachelorsdiploma en een tweedegraads bevoegdheid voor een van de vakgebieden. 2. Het volgen van een zij-instroomtraject dat leidt tot een tweedegraads bevoegdheid voor een van de vakgebieden. 3. Het volgen van een opscholingstraject groepsleerkracht onderbouw vmbo basis-kader dat leidt tot een beperkte nieuwe bevoegdheid groepsleerkracht onderbouw vmbo basis-kader (wetswijziging hiervoor is nog in ontwikkeling) Bacheloropleiding tot leraar in de 2 de graad Een leraar die met een Pabo-diploma werkzaam is in het vo, kan er voor kiezen in te stromen in een van de bacheloropleidingen tot leraar van de 2 de graad. Als lerarenopleidingen bieden we voor deze groep instromers een passend maatwerktraject, aansluitend bij hun vooropleiding en eventuele werkervaring. Vmbo-leraren kunnen op dit moment al gebruik maken van de subsidieregeling korte scholingstrajecten vmbo-leraren en kunnen deze subsidie dus inzetten voor een maatwerktraject van maximaal 120 studiepunten. Zoals in Tabel 1 (subsidieregeling voor scholing van leraren) vermeld staat, werkt OCW aan een nieuwe subsidieregeling voor korte scholingstrajecten (max. 120 studiepunten) voor een bredere doelgroep dan alleen vmbo-leraren. Doel hiervan is om leraren die onbevoegd lesgeven in het vo te stimuleren een bevoegdheid te halen. Voor bijvoorbeeld pabo-afgestudeerden en leraren die een extra bevoegdheid willen halen is het mogelijk om een passend maatwerktraject van maximaal 120 studiepunten te bekostigen. Dit vraagt van lerarenopleidingen om dergelijk maatwerk te bieden Zij-instroomtraject Het zij-instroomtraject van maximaal twee jaar is sinds dit jaar ook voor een leraar met een pabodiploma die als onbevoegd docent werkt (of gaat werken, aanstelling is voorwaarde voor de subsidie zijinstroom) in het vo (of mbo). Anders aan deze zij-instroomtrajecten t.o.v. de maatwerktrajecten binnen de bacheloropleiding: - Het zij-instroomtraject bevat een officieel geschiktheidsonderzoek waarin de geschiktheid voor het beroep en opleiding wordt vastgesteld. Met OCW is afgesproken dat de Landelijke Kennistoets voor in elk geval de vakgebieden Nederlands, Engels en Wiskunde wordt ingezet als onderdeel van het geschiktheidsonderzoek. 6

7 - Zij-instromers die voldoende geschikt worden geacht voor het beroep van leraar en naar verwachting binnen twee jaar met goed gevolg het opleidingstraject kunnen doorlopen ontvangen een geschiktheidsverklaring. - Een vereiste is dat het scholingsprogramma op maat wordt vastgelegd in een tripartiete overeenkomst tussen de zij-instromer, de school en de lerarenopleiding (tripartiete overeenkomst). - Het zij-instroomtraject wordt afgerond met een bekwaamheidsonderzoek dat, wanneer met goed gevolg afgesloten, leidt tot een getuigschrift zij-instroom met een bijbehorende bevoegdheid. Dit getuigschrift leidt tot hetzelfde civiel effect als het overeenkomstige bachelordiploma, maar leidt niet tot dezelfde titulatuur omdat het doorlopen zij-instroomtraject geen bachelor- of masteropleiding betreft Opscholingstraject groepsleerkracht onderbouw vmbo basis-kader Het opscholingstraject groepsleerkracht onderbouw vmbo basis-kader is een geheel nieuw traject en lichten we hieronder uitgebreider toe. Opbouw en inhoud Alle opscholingstrajecten die worden aangeboden voldoen aan het Landelijk raamwerk voor het verkrijgen van een bevoegdheid groepsleerkracht vmbo onderbouw basis-kader. Hierin staat vast dat het scholingstraject uit vier componenten bestaat: - Kennis en vaardigheden algemeen pedagogisch-didactisch; - Kennis en vaardigheden vakinhoudelijk en vakdidactisch ten aanzien van Nederlands - Kennis en vaardigheden vakinhoudelijk en vakdidactisch ten aanzien van rekenen/wiskunde; - Kennis en vaardigheden vakinhoudelijk en vakdidactisch ten aanzien van drie keuzeprofielen: o Mens en Natuur (biologie, natuurkunde, scheikunde) o Mens en maatschappij (aardrijkskunde, geschiedenis, economie, maatschappijleer) o Engels Inhouden en eindtermen per vakgebied zijn vastgelegd in het landelijke raamwerk. Opleidingen zijn verder vrij hier vorm aan te geven, mogelijk in samenwerking met schoolbesturen in de regio. Uitgangspunten - Aansluiting bij de eigen praktijk en ervaring van de docent; - Aansluiting bij de vooropleiding van de docent (Pabo); - Afgestemd op de inhoudelijke onderwijspraktijk in de onderbouw vmbo Basis/Kader; - Werkbaar, studeerbaar en proportioneel gelet op de bekwaamheid van de docent. Omvang Instroomeisen 30 studiepunten. Invulling qua contacttijd en zelfstudie kan verschillen per onderwijsinstelling. Pabo-diploma én een baan in onderbouw vmbo basis-kader. 7

8 Intake Bevoegdheid Er vindt een persoonlijke intake plaats waardoor een zo passend mogelijk traject met de docent kan worden afgesproken. Na het opscholingstraject mag je in de onderbouw vmbo basis-kader de lessen Nederlands, rekenen-wiskunde en de profielvakken horende bij het gekozen profiel bevoegd verzorgen. Een leraar is daarmee breder inzetbaar in de onderbouw vmbo-basis kader dan met een tweedegraads bevoegdheid. Op dit moment is er een wetswijziging in de maak, de verwachting is dat deze wijziging ook gerealiseerd gaat worden. Aanleiding voor de wetswijziging is een motie van de Tweede Kamer die de minister opdracht geeft om een bevoegdheid te regelen voor pabo-gediplomeerden die les geven in het vmbo. Termijn/looptijd Welke hogescholen gaan deze opscholing aanbieden? Kosten Subsidiemogelijkheid Alle leraren moeten binnen de termijn van 5 jaar zijn opgeleid. De wettelijke termijnen zijn van toepassing. Het opscholingstraject is vooralsnog een tijdelijke maatregel. De Hogeschool Utrecht is in februari 2017 met een eerste groep leraren gestart. Hogeschool van Amsterdam, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, Driestar Hogeschool, Hogeschool Windesheim, Fontys Lerarenopleidingen Tilburg, de Hogeschool Rotterdam en de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden bieden de trajecten vanaf september 2017 aan bij voldoende aanmeldingen. De kosten voor de opscholingstraject liggen tussen de 4000 en 5000 euro. Huidige situatie: De overheid heeft voor docenten die dit opleidingstraject willen doen de subsidie gekoppeld aan het beleidskader subsidie korte opleidingstrajecten vmbo-leraren Subsidiebedrag per deelnemer is maximaal 5000 euro. Het bevoegd gezag van de leraar die zich heeft ingeschreven voor één van bovengenoemde trajecten kan de subsidie aanvragen. De aanvraag kan worden ingediend bij de Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen (DUS-I) met gebruikmaking van het formulier dat hiervoor beschikbaar is gesteld op Zie voor meer informatie over de subsidieregeling: Toekomstige situatie (nog in ontwikkeling): Bij de inwerktreding van de nieuwe regeling subsidie korte scholingstrajecten vo, komt de beleidsregel subsidie korte opleidingstrajecten vmbo-leraren 2017 te vervallen. Leraren kunnen dan gebruik maken van de nieuwe regeling. Er wordt dan 80% van de scholingskosten vergoed. OCW heeft toegezegd dat leraren die in 2017 starten met het opscholingstraject, nog wel 100% vergoed krijgen. 8

9 3. Optimaliseren samenwerking tussen lerarenopleidingen en scholen Naast de intensieve samenwerking in bestaande samenwerkingsverbanden die er zijn tussen lerarenopleidingen en scholen, zijn er vanuit de samenwerkende partners VO-raad, Onderwijscoöperatie VH en VSNU onder begeleiding van Voion regionale matchingsbijeenkomsten georganiseerd in de tien regio s waarin veel lessen onbevoegd gegeven worden. Na verkennende regiogesprekken tussen betrokken lerarenopleidingen en schoolbesturen, zijn een matchingsbijeenkomsten georganiseerd waarin op regionaal niveau onbevoegde docenten in contact zijn gebracht met de verschillende lerarenopleidingen om individuele opleidingswensen en mogelijkheden in kaart te brengen. Veel lerarenopleidingen zijn betrokken geweest bij deze matchingsbijeenkomsten en hebben kunnen vertellen hoe een opleidingstraject er mogelijk uit kan zien. Tevens zijn door o.a. Voion mogelijkheden ten aanzien van financiering/subsidieregelingen toegelicht. Voor het opscholingstraject groepsleerkracht onderbouw vmbo basis-kader worden in diverse regio s in incompany-trajecten voor scholen of schoolbesturen ontwikkeld. Daarnaast vindt flexibilisering van de deeltijdopleidingen plaats om meer maatwerk te bieden aan leraren die zich willen op- of omscholen. Dit gebeurt vaak in co-creatie met het werkveld in de regio. 4. Verbetering proces bepalen bevoegdheid (nieuwe) vakken vo OCW heeft in samenwerking met betrokken partijen het proces bepalen bevoegdheid (nieuwe) vakken in het vo herzien. Dit proces is onder andere tot stand gekomen omdat bijvoorbeeld lerarenopleidingen nog onvoldoende betrokken waren als er nieuwe vakken in het vo werden geïntroduceerd waardoor onduidelijkheid ontstaat over welke bevoegdheid bij een bepaald vak van toepassing is. In 2017 zal het herziene proces als pilot gaan draaien om aan de hand daarvan de we werkwijze nader aan te scherpen. In het kort de stappen: - Stap 1: Ontvangen rooster / opstellen lijst met vakken Centerdata ontvangt jaarlijks alle roosters en filtert daaruit de nieuwe vakken. Denk daarbij aan een vak als mediawijsheid. Op basis van vastgestelde selectiecriteria wordt dan bepaald of zo n nieuw vak in aanmerking komt om voor te leggen aan de commissie. - Stap 2: Commissie selecteert benodigde vakverenigingen - Stap 3: Het cluster vakverenigingen maakt een voorstel m.b.t. de bevoegdheidseisen en stuurt deze naar de commissie. - Stap 4: De commissie keurt het voorstel goed of bepaalt aanvullende eisen. - Stap 5: Definitief advies aan OCW en toezending aan belanghebbenden. De commissie bestaat uit een vaste kern van vertegenwoordigers van de leraren, vakverenigingen, besturen en lerarenopleiders. De commissieleden zorgen ervoor dat de juiste personen uit de praktijk aanschuiven bij de te bespreken casus. Als lerarenopleidingen zien we deze nieuwe werkwijze als positieve ontwikkeling. De afgelopen jaren hebben we bijvoorbeeld bij de invoering van de nieuwe vmbo-profielen ervaren dat de lerarenopleidingen vaak niet of te laat betrokken waren bij de invoering van nieuwe vakken. Dit heeft geresulteerd in dat er een aantal nieuwe vakken onbevoegd gegeven worden omdat er nog geen passende lerarenopleiding of nascholingstrajecten voor zijn. Door dit nieuwe proces worden 9

10 lerarenopleidingen beter betrokken bij vakontwikkelingen in het vo, waardoor er een passend opleidingsaanbod gecreëerd kan worden. 5. Heldere diploma s en informatie over bevoegdheden In het plan van aanpak is het volgende actiepunt opgenomen: De Minister en ik verwachten van lerarenopleidingen dat zij correct en duidelijk op diploma s vermelden voor welke landelijk vastgestelde vakken een leraar bevoegd wordt, aansluitend op de vakken die op dat moment in de praktijk gegeven worden. Zo wordt onduidelijkheid over bevoegdheid zoveel mogelijk voorkomen. Vanuit de landelijke werkgroep tegengaan onbevoegd lesgeven is gestart met een probleemanalyse en worden mogelijke oplossingen verkend. Uit analyse van de huidige diploma s die we als lerarenopleidingen afgeven, kwam naar voren dat de wettelijke basis voor bekwaamheid of bevoegdheid, waarnaar het getuigschrift verwijst, verschilt (soms wordt er helemaal niet verwezen); 2. het ene getuigschrift verwijst naar bekwaamheid het andere verwijst naar bevoegdheid; 3. de CROHO naam van de opleiding lijkt niet altijd volledig genoemd te worden; 4. de verwijzingen naar de WHW verschillen en 5. er onduidelijkheid is over de koppeling tussen getuigschriften en vakken. Naar aanleiding van deze analyse is vanuit de landelijke werkgroep tegengaan onbevoegd lesgeven geadviseerd op elk diploma te vermelden: - Titel opleiding conform de registratie in CROHO. - Verwijzing naar de WHW op basis waarvan het getuigschrift wordt afgegeven. - Verwijzing naar het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel, (bij tweedegraads alleen) hoofdstuk 2, titel 3, bij eerstegraads hoofdstuk 2, titel 4 De koppeling tussen getuigschriften en vakken is een lastig punt: soms gaat het om veel verschillende vakken gekoppeld aan één lerarenopleiding en vakken (of namen van vakken) veranderen geregeld. Belangrijk is in elk geval dat er een helder overzicht komt van met welk getuigschrift je welke vakken bevoegd mag geven. Hierover vinden voor de zomer nog vervolgafspraken plaats. 10