ZWAKKE SCHAKELS NOORD-HOLLAND ADDENDUM OP PLANPRODUCTEN

Transcriptie

1 ZWAKKE SCHAKELS NOORD-HOLLAND ADDENDUM OP PLANPRODUCTEN HOOGHEEMRAADSCHAP HOLLANDS NOORDERKWARTIER 12 augustus :B.4 - Concept C

2

3 Inhoud 1 Inleiding Zienswijzen Toetsingsadvies Commissie m.e.r Toetsing programmabureau HWBP Leeswijzer Aanvulling per planproduct Brugnotitie Vanuit de zienswijzen Vanuit de toetsing door het HWBP Ruimtelijke Onderbouwing Vanuit de zienswijzen Vanuit de toetsing door het HWBP Toetsing Flora- en faunawet Vanuit de toetsing door het HWBP Aanpassing per planproduct Projectplan Vanuit de zienswijzen Vanuit de toetsing door het HBWP Passende beoordeling Vanuit de zienswijzen Vanuit het advies van de Commissie m.e.r Mitigatie- en Monitoringsplan Vanuit het advies van de Commissie m.e.r Bijlage 1 Brief Gedeputeerde Staten van Noord-Holland Bijlage 2 Begrippenlijst Bijlage 3 Toponiemenkaart Bijlage 4 Verificatie Colofon :B.5 - Concept ARCADIS 1

4

5 :B.5 - Concept ARCADIS 3

6 1 Inleiding Het voor u liggende document is geschreven in het kader van het planproces van het project Zwakke Schakels Noord-Holland, als addendum op diverse planproducten. Deze planproducten hebben van 25 april 2013 tot 6 juni 2013 op de diverse geëigende locaties voor een ieder ter inzage gelegen. Verschillende opmerkingen uit de zienswijzen hebben tot aanpassing van de planproducten geleid en op alle zienswijzen wordt gereageerd middels een Nota Beantwoording Zienswijzen (NBZ). In de NBZ wordt tevens aangegeven of de zienswijze heeft geleid tot een aanpassing van de planproducten. Naast de terinzagelegging zijn de planproducten op hetzelfde moment voor advies voorgelegd aan de Commissie voor de m.e.r. en het Programmabureau HWBP (Hoogwaterbeschermingsprogramma). Het betreft concreet de volgende planproducten en ontwerp beschikkingen: Milieueffectrapportages (MER): MER kustversterking Duinen Kop van Noord-Holland; MER kustversterking Hondsbossche en Pettemer Zeewering; Bijlagenrapport: MER Hondsbossche en Pettemer Zeewering; Brugnotitie tussen MER DKNH, MER HPZ en Projectplan; MER zandwinning Zwakke Schakels Noord-Holland; Ontwerp omgevingsvergunning Zwakke Schakels; Ontwerp verklaring van geen bedenkingen Zwakke Schakels Noord-Holland; Ontwerp ontgrondingenvergunning voor het winnen van zand in de Noordzee van het ministerie van Infrastructuur en Milieu; Ontwerp watervergunning voor een kustversterking bij het dijklichaam Hondsbossche en Pettemer Zeewering en aansluitingen bij Petten en Camperduin door zandsuppletie voor de kust van het ministerie van Infrastructuur en Milieu; Ontwerp vergunningen Natuurbeschermingswet 1998: Ontwerp vergunning Natuurbeschermingswet 1998 voor zandwinning, zandtransport en zandsuppletie Zwakke Schakels Noord-Holland van het ministerie van Economische Zaken; Ontwerp vergunning Natuurbeschermingswet 1998 voor inpassingsmaatregelen. Opruimwerkzaamheden en overige activiteiten binnendijks van Gedeputeerde Staten van Noord- Holland inzake het project Kustversterking Zwakke Schakels Noord-Holland; Ontwerp ontheffing Flora- en Faunawet Zwakke Schakels Noord-Holland; Ontwerp besluit Flora- en Faunawet Zwakke Schakels Noord-Holland; Ontwerp legger Kustvak Zwakke Schakels Noord-Holland; Aanvraag Natuurbeschermingswet vergunning voor winning, transport en aanleg ZS NH; Passende Beoordeling Zandwinning; Aanvraag ontheffing artikel 75 Flora- en Faunawet; Toetsing Flora en faunawet; Aanvraag vergunning ontgrondingswet; 4 ARCADIS :B.5 - Concept

7 Onderbouwing vergunningsaanvraag ontgrondingenwet; Aanbiedingsbrief GS; Ruimtelijke onderbouwing. Tevens hebben ter inzage gelegen: Ontwerp projectplan Zwakke Schakels Noord-Holland; Passende Beoordeling; Plan voor mitigerende natuurmaatregelen en aanzet tot integrale monitoringsmaatregelen (Mitigatieen Monitoringsplan). Voor deze drie laatstgenoemde planproducten zijn gereviseerde rapporten opgesteld. Dit addendum geeft voor deze drie producten alleen aan waar teksten zijn gewijzigd en bevat niet de gewijzigde teksten. Vanwege de leesbaarheid wordt voor de exacte wijzigingen verwezen naar de betreffende producten. 1.1 ZIENSWIJZEN Op de planproducten is een 45-tal zienswijzen ontvangen, waarvan er uiteindelijk één niet ontvankelijk is verklaard (buiten de gestelde terinzageleggingstermijn ontvangen). Een aantal opmerkingen uit de zienswijzen leidt tot een aanpassing in planproducten, namelijk; de brugnotitie; de ruimtelijke onderbouwing; de toetsing Flora- en faunawet; Deze aanvullingen/aanpassingen hebben een plaats gekregen in dit addendum. Een aantal zienswijzen leidt daarnaast tot een meer omvangrijke aanvulling/aanpassing van een aantal van de hiervoor genoemde planproducten, namelijk; het ontwerp Projectplan; de Passende beoordeling; het Mitigatie- en Monitoringsplan. Deze aanvullingen/aanpassingen leiden tot een dusdanige ingreep in de opbouw van deze planproducten dat, met name voor (het behoud van) de leesbaarheid, besloten is tot een revisie hiervan. De volledige reactie van de initiatiefnemer op de zienswijzen heeft een plek gekregen in de Nota Beantwoording Zienswijzen. 1.2 TOETSINGSADVIES COMMISSIE M.E.R. De milieueffectrapportages zijn voorgelegd voor advies aan de Commissie voor de m.e.r.. De Commissie voor de m.e.r. is een bij wet ingesteld onafhankelijk adviseur bij m.e.r.-procedures. Zij adviseert de overheid (het bevoegd gezag) over de inhoud en kwaliteit van milieueffectrapporten (MER). De Commissie bemoeit zich niet met besluitvorming rond een project of plan. Dit doet het bevoegd gezag. Zelf schrijft de Commissie geen MER. Dit doet de initiatiefnemer van een m.e.r.-plichtige activiteit. Wettelijk is vastgelegd dat een advies door de Commissie verplicht is bij de toetsing van een MER in de uitgebreide procedure, zoals in dit project het geval is. De commissie heeft het hoogheemraadschap begin juli 2013 een tweetal concept toetsingsadviezen gestuurd; één voor het totale MER voor de kustversterking (nr d.d. 2 juli 2013) en één voor het MER zandwinning (nr d.d. 2 juli 2013). Op basis van deze concept toetsingsadviezen heeft een gesprek plaatsgevonden met de werkgroep van de Commissie voor de m.e.r. die deze concept adviezen :B.5 - Concept ARCADIS 5

8 heeft geformuleerd. Naar aanleiding van dit gesprek is geconcludeerd dat er een aanvulling op het MER voor de kustversterking moet worden opgesteld; de milieueffectrapporten en de brugnotitie worden dus NIET aangepast. 1.3 TOETSING PROGRAMMABUREAU HWBP In 2007 is het tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP-2) gestart. Dit is een programma waarin de Rijksoverheid en 22 beheerders van waterkeringen (waterschappen, hoogheemraadschappen, Provincie Groningen en Rijkswaterstaat) intensief samenwerken om Nederland te beschermen tegen overstromingen. Zij werken samen om op 89 plekken in het land de afgekeurde waterkeringen te versterken. Het gaat daarbij om bijna 370 km aan dijken, dammen, duinen en 18 kunstwerken. De Zwakke Schakels Noord-Holland vallen onder dit programma. Het rijk toetst binnen HWBP-2 of de projecten aan de subsidiecriteria sober, robuust en doelmatig voldoen. Bij het rijk is hiervoor een programmabureau ingesteld dat bij Rijkswaterstaat is ondergebracht. Het programmabureau heeft de planproducten getoetst en haar bevindingen in deze fase van het project neergelegd in een toetsverslag CZ2a Zwakke Schakels Noord-Holland Het doel van deze toets is een kwaliteits-check op planproduct stukken en het resultaat, advisering vanuit het programmabureau HWBP op de planproducten, ontwerp projectplan, MER en concept vergunningen die in de procedure worden gebracht Voorliggend addendum gaat in op de planproducten waarop een aanvulling/aanpassing wordt geadviseerd vanuit het programmabureau (de brugnotitie, de ruimtelijke onderbouwing en de toetsing Flora- en faunawet). De overige geadviseerde aanvullingen/aanpassingen betreffen het Ontwerp- Projectplan, de Passende beoordeling en het Mitigatie- en Monitoringsplan; deze worden zoals eerder vermeld verwerkt in een revisie van deze planproducten. 1.4 LEESWIJZER Wij hebben ons best gedaan om zo helder en transparant als mogelijk de zienswijzen en de adviezen en de doorwerking daarvan op de verschillende planproducten weer te geven. Hoofdstuk 2 geeft dan ook per planproduct, steeds in een separate paragraaf, de eventuele aanvullingen/aanpassingen weer en hoe daarmee het planproduct uiteindelijk moet worden gelezen. Hoofdstuk 3 geeft per planproduct aan waar teksten zijn gewijzigd. 6 ARCADIS :B.5 - Concept

9 2 Aanvulling per planproduct 2.1 BRUGNOTITIE VANUIT DE ZIENSWIJZEN Aan de brugnotitie is de daarin genoemde brief van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland aan de minister van 2006 toegevoegd waarin zij aangeven akkoord te gaan met de aanbevelingen uit de integrale beoordeling (Bijlage 1 bij dit addendum) VANUIT DE TOETSING DOOR HET HWBP Het programmabureau plaatst een opmerking bij de schrijfstijl in de paragrafen en De betreffende zin in paragraaf Slechts een beperkt aantal personen partijen in de omgeving is geen voorstander van een zandige oplossing, voornamelijk vanwege de in hun ogen ongewenste toename van toerisme en recreatie en het verlies aan bestaande natuurwaarden die is gekoppeld aan de strandhoofden is aangepast en moet als volgt worden gelezen Een aantal personen partijen in de omgeving is geen voorstander van een zandige oplossing, voornamelijk vanwege de in hun ogen ongewenste toename van toerisme en recreatie en het verlies aan bestaande natuurwaarden die is gekoppeld aan de strandhoofden In de opsomming in paragraaf is de tekst bij het tweede punt aangepast en moet als volgt worden gelezen ij dit alternatief verslechtert het foerageerhabitat voor de scholekster en de steenloper, maar de overige waarden en functies worden bij dit alternatief het beste behouden en hersteld 2.2 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING VANUIT DE ZIENSWIJZEN Om paragraaf 4.2 synchroon te laten lopen met de aanpassingen in de ecologische planproducten wordt verwezen naar de gereviseerde Passende Beoordeling. Het betreft hier ook meer een verduidelijking van de redeneerlijn en geen concrete aanpassing. De tekst in paragraaf 4.10 onder het kopje parkeren is aangepast en moet als volgt worden gelezen Het aantal parkeerplaatsen bij de Hondsbossche en Pettemer Zeewering bedraagt circa Gemiddeld genomen zijn er ruim voldoende parkeerplaatsen nabij de HPZ. Op een beperkt aantal dagen in het hoogseizoen zijn er net als in de bestaande situatie te weinig parkeerplaatsen :B.5 - Concept ARCADIS 7

10 Dit tekort aan parkeerplaatsen blijft zo, maar zal, gezien de geringe toename van het aantal bezoekers, niet wezenlijk veranderen Op zo n drukke dag in het hoogseizoen zal er net als in de bestaande situatie een veld worden open gesteld om te parkeren om zo hinder in de omgeving te voorkomen. De tekst in paragraaf 4.13 op de bladzijden 79/80 onder het kopje bereikbaarheid is aangepast en moet als volgt worden gelezen Het kustvak is bereikbaar voor fietsers wandelaars en auto s Op de plaatsen waar de weg van de zeewering afloopt, is op de berm van de zeewering een fiets- c.q. wandelpad aanwezig. De totale capaciteit van beschikbare parkeerplaatsen wordt in de huidige situatie geschat op circa auto s Deze capaciteit bestaat uit drie kleine parkeerplaatsen aan de landzijde van de zeewering tussen Petten en Camperduin (gezamenlijke capaciteit van ongeveer auto s één parkeerplaats in Camperduin capaciteit ongeveer auto s op de verharde ondergrond; wordt geëxploiteerd voor circa plaatsen bij gebruik van achterliggend weiland); vier parkeerplaatsen in Petten gezamenlijke capaciteit van ongeveer auto s Verwerken controleren met laatste versie van de Nota van Beantwoording zienswijzen VANUIT DE TOETSING DOOR HET HWBP Is er een autonome toename van het autoverkeer? Besteed dan bij de berekeningen van de stikstofdepositie ook aandacht aan de toename van de vervoersbewegingen, door toename van het autoverkeer. Op bladzijde 67 wordt aandacht besteed aan de tijdelijke effecten van stikstofdepositie als gevolg van de aanleg. Hier worden significante effecten uitgesloten, omdat de depositie t.o.v. de huidige situatie afneemt. In paragraaf 4.10 wordt aandacht gegeven aan de verwachte verkeerstoename na uitvoering van de versterking; dit is naar verwachting 3 à 3,5% in het hoogseizoen, buiten het seizoen <2%. Aan deze alinea wordt de volgende conclusie toegevoegd Milieutechnisch zijn er geen significante verslechteringen gevonden ten gevolge van het project Goed om apart aandacht te besteden aan de Ecologische Hoofd Structuur (EHS). Op bladzijde 68 wordt apart aandacht besteed aan de EHS. Er is echter wel sprake van een verkeerde verwijzing naar een afbeelding. De tweede zin onder de alinea met de kop Ecologische Hoofdstructuur is daarom aangepast en moet als volgt worden gelezen Zie afbeelding voor de ligging van de EHS 2.3 TOETSING FLORA- EN FAUNAWET VANUIT DE TOETSING DOOR HET HWBP Maak de rapporten beter leesbaar voor een leek. Hiertoe zijn de natuurrapporten aangevuld met de begrippenlijst uit het projectplan (Bijlage 2 bij dit addendum) waarin rijke dijken Utopia en courtship feeding zijn opgenomen, en een toponiemenkaart (Bijlage 3 bij dit addendum). 8 ARCADIS :B.5 - Concept

11 3 Aanpassing per planproduct 3.1 PROJECTPLAN VANUIT DE ZIENSWIJZEN In paragraaf 7.3 van het ontwerp-projectplan is de volgende tekst opgenomen Nabij de bestaande strandpaviljoens vinden de werkzaamheden alleen buiten het recreatieseizoen plaats (15 april 15 oktober). De bestaande dijk en het strand zijn tijdens de werkzaamheden voor de aanleg van de kustversterking om veiligheidsredenen afgesloten De tweede zin kan zo worden opgevat dat tijdens de gehele aanlegperiode de hele dijk en het hele strand afgesloten zijn. Dat is niet de bedoeling. Daar waar werkzaamheden worden uitgevoerd kan de dijk en/of het strand uit veiligheidsoverwegingen tijdelijk worden afgesloten. Verder is het de bedoeling dat het strand rond de strandpaviljoens in ieder geval in de zomerperiode open blijft. In het projectplan is dit duidelijker opgeschreven. De twee geciteerde zinnen zijn vervangen door de volgende twee zinnen: "De bestaande dijk en het huidige strand kunnen tijdens de aanlegwerkzaamheden voor de kustversterking ter plaatse van die werkzaamheden om veiligheidsredenen tijdelijk worden afgesloten. Rondom de bestaande strandpaviljoens zal in de zomerperiode (15 april- 15 oktober) in een zone van 250 meter niet op het strand gewerkt worden. Aan paragraaf 8.4 over waterkwaliteit is de volgende zin toegevoegd De effecten worden gemonitord. Als uit het onderzoek blijkt dat schadelijke gevolgen optreden voor de van het brakke grondwater afhankelijke vegetaties, zullen alsnog maatregelen worden getroffen In navolging op de gewijzigde Passende beoordeling en het gewijzigde Mitigatie- en Monitoringsplan zijn in hoofdstuk 9 de teksten over zeevissoorten, stikstofdepositie, het verlies van hard substraat, effectbeoordeling en ecologische hoofdstructuur gewijzigd. In paragraaf 9.5 zijn de aantallen parkeerplaatsen gewijzigd. In het aangepaste ontwerp-projectplan staat nu Het aantal beschikbare parkeerplaatsen bij de Hondsbossche en Pettemer Zeewering is geraamd op meer dan Bij drie personen per auto en de aanname dat iedereen met de auto komt, is de capaciteit meer dan personen In hoofdstuk is onder de kop Exploitanten van strandbebouwing de volgende zin toegevoegd Zodra het inzicht in de wijze en tijdstippen van uitvoering er is, wordt tijdig overleg met de betrokken exploitanten of diens paviljoens (tijdelijk) moeten worden verplaatst of tijdelijk moet worden gesloten. In die gesprekken komt ook aan de orde de tegemoetkoming in de vorm van nadeelcompensatie Onder de kop Kleinschalige Zeevisserij is opgenomen dat Vissers die als gevolg van de uitvoering van het Projectplan nadeel ondervinden, kunnen een beroep doen op de nadeelcompensatieregeling. In een eerdere informatieve bijeenkomt voor de gehele doelgroep (juni 2012) is uitgebreid gesproken over de :B.5 - Concept ARCADIS 9

12 mogelijkheden van nadeelcompensatie, deze gesprekken zullen in 2013 op individueel niveau worden voortgezet In hoofdstuk 10.4 is de tekst over het herplaatsen van paviljoens en aanverwante opstallen gewijzigd waarbij als uitgangspunt geldt dat de paviljoens in een rechte lijn richting zee verplaatst worden. Indien dat niet mogelijk is, wordt in nauw overleg met de exploitanten gezocht naar een maatwerkoplossing. De bereikbaarheid van de paviljoens blijft ook tijdens de uitvoering van het project gewaarborgd. Daarnaast zijn in hoofdstuk 11 diverse wijzigingen doorgevoerd als gevolg van het gewijzigde Mitigatie- en Monitoringsplan. De wijzigingen hebben met name betrekking op de mitigerende maatregelen die volgen uit de Natuurbeschermingswet. Nog niet verwerkte opmerkingen uit de zienswijzen Bij het opstellen van dit document was een aantal zienswijzen nog niet (volledig) beantwoord. Daarom worden onderstaande wijzigingen nog meegenomen: Het toevoegen van een rapport met veiligheidsberekeningen waardoor meer inzicht wordt geboden in de veiligheidsberekeningen (zienswijze 9/23/24, opmerking 9). Het aanpassen van de begrenzing op de basistekening. De begrenzing dient zo te lopen dat het betreffende paviljoen binnen de zone valt (zienswijze 13, opmerking C). Een verduidelijking ten behoeve van de nadeelcompensatie, waarin wordt aangegeven dat het HHNK tijdig overleg voert met de exploitanten zodra duidelijk is dat een paviljoen (tijdelijk) verplaatst dient te worden. In die gesprekken komt ook de tegemoetkoming in de vorm van nadeelcompensatie aan de orde (zienswijze 13, opmerking J). Een verduidelijking dat een exploitant zijn paviljoen pas hoeft te verplaatsen nadat het strand is verbreed (zienswijze 29, opmerking B). Een betere beschrijving van de huidige waarden met betrekking tot de surfcondities (zienswijze 33/37, opmerking A, B en C). Deze opmerkingen zullen in de definitieve producten verwerkt worden VANUIT DE TOETSING DOOR HET HBWP De volgende zin in paragraaf 7.3 In de gebieden met een recreatiefunctie vindt het onderhoud in principe alleen plaats buiten het recreatieseizoen (15 april- oktober is als volgt aangepast In de gebieden met een recreatiefunctie worden de onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd overeenkomstig de wijze waarop Rijkswaterstaat uitvoering geeft aan het Rijksbeleid voor het kustonderhoud Onduidelijk is hoeveel Nb-wet vergunningen worden aangevraagd. Tabel 14.1 op bladzijde 88 van het ontwerp projectplan biedt daarin onvoldoende duidelijkheid. De middelste cel in de laatste rij van deze tabel is daarom als volgt aangepast Ministerie van Economische Zaken voor zandwinning zandtransport en zandsuppletie en Gedeputeerde Staten van Noord-Holland voor inpassingsmaatregelen, opruimwerkzaamheden en overige activiteiten binnendijks Nog niet verwerkte opmerking vanuit de toetsing door het HWBP HWBP geeft aan dat de legger ontbreekt in de opsomming van vergunningen vallend binnen de projectprocedure. Daarnaast lijkt er sprake van inconsistentie tussen coördinatiebrief PNH en het aanvraagformulier omgevingsvergunning. Deze opmerkingen zullen in de definitieve producten verwerkt worden. 10 ARCADIS :B.5 - Concept

13 3.2 PASSENDE BEOORDELING VANUIT DE ZIENSWIJZEN Nog niet verwerkte opmerkingen uit de zienswijzen Beter onderbouwen dat uit morfologisch onderzoek is gebleken dat door de vooroever- en strandsuppleties er geen significante negatieve effecten op Natura 2000-gebieden Waddenzee en Noordzeekustzone op zullen treden (zienswijze 40, opmerking 2). Aanvullen dat het verlies van habitattype 1110B voor het bevoegd gezag geen aanleiding geeft tot het uitvoeren van een ADC-toets (zienswijze 40, opmerking 3). Beter onderbouwen dat door cumulatie van andere activiteiten in de Noordzeekustzone significante effecten niet zijn uit te sluiten, maar dat de effecten van zandsuppleties in het kader van het daartoe opgestelde beheerplan gemitigeerd worden (zienswijze 40, opmerking 4). Deze opmerkingen zullen in de definitieve producten verwerkt worden VANUIT HET ADVIES VAN DE COMMISSIE M.E.R. De beschrijving en beoordeling van de effecten van het verlies van hard substraat op steltlopers (paragrafen , 5.4.3, en 5.4.6) zijn herschreven. De belangrijkste wijzigingen zijn: bij de effectbeschrijving is uitgegaan van de aantallen vogels die in de jaren in het plangebied zijn geteld. Daarbij is een methodiek gebruikt die optimaal aansluit bij de vraagstelling van het effectenonderzoek (dit in tegenstelling tot de gegevens in de vorige versie die in grotere telgebieden zijn verzameld, deels op ongunstige tijdstippen en in een periode die niet meer representatief is voor de huidige situatie ( )); de effecten van de ingreep en van mitigerende maatregelen zijn uitgedrukt in aantallen vogels die verdwijnen uit het plangebied (HPZ en strandhoofden) en waarvoor kans op verhoogde wintersterfte bestaat, c.q. aantallen vogels die ter plaatse van de mitigerende maatregelen kunnen foerageren; de mitigerende maatregelen die worden genomen en de effecten daarvan op de aantallen scholeksters en steenlopers waarvoor vervangend foerageergebied wordt aangeboden (inclusief de extra maatregel die getroffen gaat worden bij Julianadorp, zie ook Mitigatie- en Monitoringsplan). 3.3 MITIGATIE- EN MONITORINGSPLAN VANUIT DE ZIENSWIJZEN Vanwege de effecten op de waterkwaliteit in de Vereenigde Harger en Pettemerpolder is het M&M-plan uitgebreid. In de eerdere versie werd alleen de Leipolder in de monitoring meegenomen. Dit is aangepast, waardoor nu ook de Vereenigde Harger en Pettemerpolder onderdeel uitmaakt van de monitoring VANUIT HET ADVIES VAN DE COMMISSIE M.E.R. De mitigerende maatregelen in Mitigatie- en Monitoringsplan zijn voornamelijk gericht op het creëren van nieuwe foerageermogelijkheden voor steenloper en scholekster ter vervanging van het hard substraat dat verloren gaat. Op basis van een analyse is een aantal kansrijke maatregelen geselecteerd. De effecten van het project Zwakke Schakels èn de mitigerende maatregelen op het voedselaanbod en de aantallen vogels worden gemonitord. Ten opzichte van de vorige versie zijn de belangrijkste aanpassingen: :B.5 - Concept ARCADIS 11

14 bij de onderbouwing van de mitigerende maatregelen (voornamelijk uitgevoerd in de Passende beoordeling) is afgestapt van het berekenen van de mitigatie in hectaren hard substraat. In plaats daarvan is de het mitigerend effect van de maatregelen berekend aan de hand van het verwachte aanvullende voedselaanbod dat gecreëerd wordt en op grond daarvan de aantallen extra vogels die op de locaties waar maatregelen genomen worden kunnen foerageren; opname van een extra mitigerende maatregel voor hard substraat, namelijk het aanbrengen van Elastocoast op 15 strandhoofden ten noorden van Julianadorp; formulering van een aantal aanvullende mitigerende maatregelen dat ingezet kan worden wanneer uit monitoring blijkt dat de uitgevoerde mitigatiemaatregelen onvoldoende bijdragen aan het realiseren van de mitigatie opgave. Daarnaast zijn de mogelijke mitigerende maatregelen in relatie tot het zoutgehalte van de kwel in het binnendijkse gebied aangevuld. 12 ARCADIS :B.5 - Concept

15 Bijlage 1 Brief Gedeputeerde Staten van Noord-Holland 2006 Bijlage 1A: Brief van Gedeputeerde Staten van de Provincie Noord-Holland aan Provinciale Staten van de Provincie Noord-Holland Bijlage 1B: Brief van Gedeputeerde Staten van de Provincie Noord-Holland aan de Commissie voor de Milieueffectrapportage :B.5 - Concept ARCADIS 13

16 Bijlage 2 Begrippenlijst Deze bijlage is bedoeld ter verduidelijking van veel gebruikte begrippen en termen. Aan de daarbij gehanteerde omschrijvingen kan nadrukkelijk geen juridische status worden ontleend. db(a) decibel Bevoegd Gezag (BG) De overheidsinstantie die bevoegd is het Projectplan vast te stellen: HHNK Binnen(-dijks) aan de binnenzijde van een dijk of waterkering Basiskustlijn (BKL) Ligging van de kustlijn die RWS in het kader van de kustlijnzorg handhaaft. BPRW Beheer- en Ontwikkelplan voor de Rijkswateren , waarin o.a. de gebruiksfuncties van de verschillende Rijkswateren, waaronder de Noordzee en kust zijn beschreven. Buiten(-dijks) Aan de waterzijde van een dijk of waterkering B&W Burgemeesters en Wethouders CHI College van hoofdingelanden, het algemeen bestuur van het HHNK. Commissie MER Onafhankelijke commissie die het Bevoegd Gezag adviseert over richtlijnen voor de inhoud van het MER en de beoordeling van de kwaliteit van het MER. Courtship feeding Het extra voedsel geven door een mannetjesvogel aan een vrouwtjesvogel, nadat het vrouwtje erom gebedeld heeft Dijk Een dijk is een door mensen aangelegde waterkering die een gebied beschermt tegen hoog water. Een lage dijk noemt men een kade. Binnen Nederland onderscheidt men twee typen dijken: de primaire waterkeringen en de secundaire waterkeringen. De primaire waterkeringen beschermen ons tegen het buitenwater, het water dat oncontroleerbaar kan stijgen zoals op zee, de rivieren en het IJsselmeer. De secundaire waterkeringen, ook wel boezemkades genoemd, beschermen ons tegen het binnenwater in meren, boezems en kanalen. DKNH Duinen Kop Noord-Holland Dijkring Stelsel van waterkeringen, of hoge gronden, dat een in de Waterwet genoemd dijkringgebied omsluit en beveiligt tegen overstromen. Duinenrij Zandige waterkering parallel aan de kustlijn EHS Ecologische hoofdstructuur (EHS) is een stelsel van natuurgebieden, natuurontwikkelingsgebieden en verbindende zones in Nederland om de duurzaamheid van ecologische waarden te versterken zoals dat is vastgelegd 14 ARCADIS :B.5 - Concept

17 in het Structuurschema Groene Ruimte (SGR, kabinetsstandpunt 1993). Erosie De achteruitgang van de kust als gevolg van verlies van materiaal naar dieper water of een langs de kustlijn toenemend transport van materiaal. EZ Ministerie van Economische Zaken Fauna De dierenwereld (van een gebied). Flora De plantenwereld (van een gebied). Grensprofiel Profiel dat na duinafslag tijdens maatgevende omstandigheden nog minimaal als waterkering aanwezig moet zijn. GS HGM s Gedeputeerde Staten vormen het dagelijks bestuur van de provincie Hydraulische graafmachines HHNK Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier HPZ Hondsbossche en Pettemer Zeewering, waterkerend dijklichaam tussen Petten en Camperduin HR Vigerende Hydraulische Randvoorwaarden uit 2006 (HR2006) HWBP Hoogwaterbeschermingsprogramma, programma dijkversterkingsplannen waarvoor het Rijk financier is en regie voert. Het programmabureau HWBP verzorgt deze taak voor een eenduidige aanpak over de toetsing van de plannen en verzorgt de subsidieverlening. Inpassingsmaatregel Een maatregel voor het behoud en herstel van bestaande waarden en functies. Keur De verordening met gebods- en verbodsbepalingen van het hoogheemraadschap ter bescherming van de door haar beheerde oppervlaktewaterlichamen, beregeningsgebieden, waterkeringen of ondersteunende kunstwerken. Kruin van de dijk Het bovenste vlakke gedeelte van een dijk. Kwel Het aan het oppervlak treden van water ter plaatse van het binnendijks talud van de dijk of in het achterland, dat direct aan de dijk grenst. LAT Lowest Astronomical Tide: het laagste laagwater dat kan optreden, zonder invloed van weersomstandigheden Legger De legger maakt deel uit van de Keur. In de legger is omschreven waaraan waterstaatswerken naar ligging, vorm, afmetingen en constructie moeten voldoen, maar ook wie de onderhoudsplichtigen zijn en wat de bijbehorende onderhoudsverplichtingen zijn :B.5 - Concept ARCADIS 15

18 Maatgevende omstandigheden De omstandigheid (situatie) die als uitgangspunt wordt genomen voor het toetsen en ontwerpen van de versterking van primaire waterkeringen gegeven een veiligheidsnorm of normfrequentie. MER Milieueffectrapport, het document waarin milieu- en andere aspecten, zoals dijkontwerp, geotechniek, kosten en beheer, van dijkversterkingsalternatieven integraal worden behandeld. m.e.r. Milieueffectrapportage, de procedure. Mitigerende maatregelen Maatregelen om de nadelige gevolgen van de voorgenomen activiteit op bestaande natuurwaarden en het milieu te voorkomen of te beperken. NAP Normaal Amsterdams Peil, referentievlak ten behoeve van hoogteligging. Natura 2000 Natura 2000 is de benaming voor een Europees netwerk van natuurgebieden waarin belangrijke flora en fauna voorkomen, gezien vanuit een Europees perspectief. NGE Niet gesprongen explosieven. NKL Nadeelcompensatieregeling verleggen kabels en leidingen in en buiten Rijkswaterstaatwerken en Spoorwerken 1999 NOx stikstofoxiden Onderhoudszand Het is cruciaal voor de veiligheid dat de kust in stand wordt gehouden. Om aan de veiligheidsnorm te voldoen dient de minimale zandhoeveelheid te worden gewaarborgd door periodiek kustlijnonderhoud. De compensatie van zandverliezen wordt aangeduid als onderhoudszand Ontwerpomstandigheden PAK Gelijkgesteld aan maatgevende omstandigheden: het ontwerp is bestand tegen de maatgevende omstandigheden. Polycyclische aromatische koolwaterstoffen PB Passende Beoordeling PM10 Fijn stof PMV Provinciale milieuverordening RCE Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Recreatieseizoen Periode van 15 oktober tot 15 maart waarin geen werkzaamheden in de zin van ontgraven/opbreken verdedigingswerken aan de primaire waterkering mogen plaatsvinden. Rijke Dijken Het Rijke Dijken concept is gebaseerd op het idee om harde kustinfrastructuur te verrijken. Het is namelijk bekend dat harde structuren in de kust, zoals 16 ARCADIS :B.5 - Concept

19 dijken en dammen, in principe waardevolle leefgebieden bieden voor brak- en zoutwatersoorten. De Rijke Dijk wil langs de kust aanwezige harde infrastructuur beter benutten voor ecologische en recreatieve waarden. Daarmee wordt de kwaliteit van het (aangrenzende) ecosysteem verbeterd, door verhoogde diversiteit en kwaliteit van habitats. RSP / RSP-lijn Iedere 250 meter staan op het strand (Rijks)StrandPalen, als referentie meetlijn langs de kust. Ruimtelijke kwaliteit Beoordelingscriterium voor plantoetsing, door de commissie Boertien gedefinieerd als: de samenhang tussen aspecten die het gebruik, de schoonheid en de duurzaamheid van het landschap betreffen. RVOB Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf Strandhoofd Een dwars op de kust staande stenen constructie, meestal aangelegd om de stroming uit de kust te houden om daarmee de erosie van de stranden tegen te gaan. SOK SamenwerkingsOvereenKomst SVIR Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte Talud van de dijk hellingen van de dijk aan binnen- en buitenzijde TAW Technische Adviescommissie voor de Waterkeringen, Oorspronkelijke benaming van het huidige Expertise Netwerk Waterveiligheid (ENW) en ingesteld door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu TBT Tributyltin Toetsomstandigheden Ontwerpomstandigheden exclusief toeslagen voor toekomstige verandering van waterstand en golfcondities TRDA Vigerende Technisch Rapport Duinafslag uit 2006 (TRDA2006) Utopia Utopia is een veilige broedplaats voor kustbroedvogels op Texel. In Utopia zijn waterpartijen en eilandjes aangelegd die het gebied bij hoogwater tot een aantrekkelijke uitwijkmogelijkheid maken voor steltlopers. Utopia is een zogenaamde binnendijkse natuurparel die als één van de binnendijkse brakke kweldergebieden als een parelsnoer langs de Waddendijk te zien is Het gebied is een groot succes voor de natuur, er broeden nu al 60 paar kluten. Veiligheidszand Het veiligheidszand omvat de minimaal noodzakelijke hoeveelheid voor een veilige waterkering. Dit zand wordt aangebracht als een onderwateroever, een strand en/of een duinregel. Veiligheidsduin Duinregel met een primaire waterkerende functie, welke onderdeel uitmaakt van het minimaal te onderhouden veiligheidszand :B.5 - Concept ARCADIS 17

20 Voorkeursalternatief (VKA) Het alternatief dat op basis van de uitkomsten van het MER als voorkeur van de initiatiefnemer wordt vastgesteld en vertaald in het Projectplan. Voorduin Extra duinregel, zeewaarts van het Veiligheidsduin. Vorm van de dijk De vorm van het dwarsprofiel van de dijk. VTV Vigerende Voorschrift Toetsen op Veiligheid uit 2006 (VTV2006) Wabo Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Wamz Wet op de archeologische monumentenzorg Waterstaatswerk Waterkeringen (of oppervlaktewateren) met inbegrip van de daartoe behorende kunstwerken en hetgeen verder naar hun aard daartoe behoort. Wbb Wet bodembescherming Zandige waterkering Kustwering bestaande uit (zandige) duinregel Zetting Bodemdaling als gevolg van inklinking, krimp, verlaging van de grondwaterstand of een aangebrachte verhoging ZSNH Zwakke Schakels Noord-Holland Zwakke Schakels Uit onderzoek blijkt dat een groot aantal kustvakken in Nederland versterkt moet worden, we noemen dit Zwakke Schakels. 18 ARCADIS :B.5 - Concept

21 Bijlage 3 Toponiemenkaart :B.5 - Concept ARCADIS 19

22 Bijlage 4 Verificatie In de zienswijzen zijn verschillende opmerkingen gemaakt die tot aanpassing van planproducten hebben geleid. In onderstaand tabel is aangegeven voor welke opmerking uit welke zienswijzen dat geld. Per opmerking is aangegeven op welk product de opmerking betrekking heeft, of deze opmerking verwerkt is en op welke datum de verwerking is gecontroleerd. 20 ARCADIS :B.5 - Concept

23 Zienswijzen letter Verwerkt Controle Brug-notitie Projectplan Passende beoordeling Mitigatie en Monitoringsplan FF-wetvergunning Ruimtelijke onderbouwing Zienswijze 1 A ja Zienswijze 2A A nee B nee C nee Zienswijze 7A A nee C nee Zienswijze 9 A ja CM ja CN ja nee Zienswijze 10 B ja Zienswijze 11 A ja Zienswijze 12 B ja Zienswijze 13 I nee J nee Zienswijze 14 B ja Zienswijze 15 B ja Zienswijze 18 B ja E ja Zienswijze 21 B ja C nee Zienswijze 24 G ja nee Zienswijze 29 A nee Zienswijze :B.5 - Concept ARCADIS 21

24 B ja Zienswijze 32 D2 ja nee Zienswijze 33 en 37 A nee B nee C nee Zienswijze nee nee ja ja nee Zienswijze 41 1 nee ja ja ja ja ja ja ja ja ja Zienswijze 43 B ja ARCADIS :B.5 - Concept

25 CZ2a letter Brugnotitie Projectplan Passende beoordeling Mitigatie- en Monitoringsplan FF-wetvergunning Ruimtelijke onderbouwing Verwerkt Controle Aan begrippenlijst LAT toevoegen (4.1) Vergunningen strategie goed verwoorden (projectplan vs. brief provincie) (5.2) Meer noteren over EHS (ruimtelijke onderbouwing) (9) Kaart met toponiemen en begrippenlijst (natuurrapporten) (9) Expliciet maken initiële effecten (MM) (9) ja nee ja ja, ja nee Integrale beoordeling (PB aanleg) (9.1) nee Integratie van de 2 passende beoordelingen (PB aanleg) (9.1) nee Herstel oppervlakte hard substraat (PB aanleg) (9.2) nee Verkeer en stikstofdepositie (PB en RO) (9.4) nee, ja Expliciet maken initieel effect (PB) (9.6) nee Slordigheidsfouten (PB) (9.7) nee en (brugnotitie) (9.8) ja :B.5 - Concept ARCADIS 23

26 24 ARCADIS :B.5 - Concept

27 Colofon ZWAKKE SCHAKELS NOORD-HOLLAND ADDENDUM OP PLANPRODUCTEN OPDRACHTGEVER: Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier STATUS: Concept AUTEUR: ir N Reichart Aletta Lüchtenborg Marjolein Fick Joric van der Kolk GECONTROLEERD DOOR: Joric van der Kolk VRIJGEGEVEN DOOR: Niek Reichart bij afwezigheid van Aletta Lüchtenborg 12 augustus :B.4 ARCADIS NEDERLAND BV Polarisavenue 15 Postbus AK Hoofddorp Tel Fax Handelsregister ARCADIS. Alle rechten voorbehouden. Behoudens uitzonderingen door de wet gesteld, mag zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbenden niets uit dit document worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, digitale reproductie of anderszins :B.5 - Concept ARCADIS 25