Tweede Kamer der Staten Generaal

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tweede Kamer der Staten Generaal"

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten Generaal 2 Vergaderjaar Wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen tot aanpassing van de administratieve verplichtingen ten dienste van de belastingheffing en in verband daarmee wijziging van enige andere wetten (aanpassing van administratieve verplichtingen) Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 2 Uitgangspunten van het wetsvoorstel 3 3 Hoofdlijnen van het wetsvoorstel 4 4 Materieelrechtelijke wijzigingen in het wetsvoorstel Aanpassing «boeken en andere bescheiden» De administratieverplichting De kring van administratieplichtigen Het begrip administratie voor de belastingheffing De controleerbaarheid van de administratie De bewaarverplichting De medewerking bij de controle Toepassingsgebied Algemene wet Dereguleringsaspecten Toelichting op de artikelen F ISSN SDU uitgeverij s Gravenhage 1989 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 3

2 1. Inleiding De bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik op het gebied van overheidsregelingen in het algemeen en op dat van belastingen in het bijzonder vormt een belangrijk onderdeel van het regeringsbeleid. Met betrekking tot de belastingheffing zijn daartoe in de afgelopen jaren diverse maatregelen zowel in de sfeer van de uitvoering als op het terrein van de wetgeving genomen. Wat betreft de formele belastingwetgeving vervat in de Algemene wet inzake rijksbelastingen - in het vervolg van deze memorie aangeduid als Algemene wet -, kan worden gewezen op drie wetsvoorstellen, die in dit kader zijn ingediend en inmiddels kracht van wet hebben verkregen: de Wet van 24 april 1986 op de internationale bijstandverlening bij de heffing van belastingen (Stb. 249), de Wet van 26 november 1987 tot uitbreiding van informatieverplichtingen en invoering van een boekhoudverplichting (Stb. 536) en de Wet van 19 mei 1988 tot aanscherping van sancties op het gebied van belastingen (Stb. 251). Genoemde wetten en het onderhavige wetsvoorstel vormen gezamenlijk het vierluik van wettelijke maatregelen op het terrein van bestrijding en voorkoming van misbruik en oneigenlijk gebruik op het gebied van belastingen, zoals dat in een tweetal Uitgebreide commissievergaderingen van 30 mei en 13 juni 1983 door mij is geschilderd. Deze wettelijke maatregelen vinden hun oorsprong in het interimrapport van de Interdepartementale Stuurgroep Misbruik en Oneigenlijk gebruik (ISMO; Kamerstukken II, 1981/82, , nr. 1) en de Nota fraudebestrijding in de directe belastingen en de omzetbelasting (Kamerstukken II, 1981/82, , nr. 2). Daarin komt tot uitdrukking dat de wetgeving leemten vertoont die moeten worden weggenomen om tot een doeltreffende bestrijding van deze verschijnselen te kunnen komen. Het onderhavige wetsvoorstel betekent de voltooiing van het bovenvermelde vierluik. Met de hiervoor gemelde leemten in de wetgeving werd onder meer gedoeld op de omstandigheid dat er op dat moment nog geen uitdrukkelijke bepaling in de Algemene wet was opgenomen welke de ondernemer (of degene die een zelfstandig beroep uitoefent) verplicht tot het bijhouden van een boekhouding of het houden van aantekeningen, ook al werd er impliciet van uitgegaan dat zodanige verplichting ook ingevolge de Algemene Wet bestond. Dit werd onder meer afgeleid uit de in de artikelen 47 e.v. van die wet opgenomen verplichting van de belastingplichtige om gegevens en inlichtingen te verstrekken aan de inspecteur, waarvan de kennisneming van belang kan zijn voor de vaststelling van feiten welke invloed kunnen uitoefenen op de belastingheffing te zijnen aanzien. Overigens is de ondernemer ook in het algemeen reeds ingevolge artikel 6 van het Wetboek van Koophandel en is ook een rechtspersoon ingevolge de artikelen 14 (en 24) van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, verplicht tot het voeren van een boekhouding, terwijl bovendien de specifieke verplichtingen van de artikelen 34 e.v. van de Wet op de omzetbelasting 1968 daartoe verplichten. De omstandigheid dat vóór de opneming van artikel 53a in de Algemene wet geen uitdrukkelijke verplichting tot het voeren van een boekhouding voor een ondernemer c.q. een beoefenaar van een zelfstandig beroep was opgenomen had echter, zoals uit de fiscale jurisprudentie kan worden afgeleid, tot gevolg dat de fiscus ten behoeve van de belastingheffing niet met vrucht kon verwijzen naar andere wetten dan belastingwetten om nakoming van de daarin opgenomen verplichtingen, met name de verplichting om een boekhouding te voeren, te eisen, en dat de fiscus evenmin bij niet nakoming ervan, een beroep kon doen op in de belastingwetgeving opgenomen sancties. Indien de desbe- Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 3 2

3 treffende verplichtingen waren nageleefd, werd overigens wèl aanvaard dat de belastingdienst bij controle gebruik kon maken van de produkten van die naleving, hetgeen wilde zeggen dat de fiscus de aanwezige administratieve bescheiden ter inzage kon vragen 1. Mede naar aanleiding van deze vaststelling werd in genoemde Uitgebreide Commissievergaderingen aangekondigd dat in de geconstateerde wettelijke leemten zou worden voorzien en dat tevens een nadere (uitvoerings)regeling voor administratieve verplichtingen zou worden ontworpen. Inmiddels werd ten gevolge van de aanvaarding van een amendement van het Tweede-Kamerlid Kombrink bij de behandeling van het voorstel van wet tot uitbreiding van informatieverplichtingen en invoering van een boekhoudverplichting (Kamerstukken II, 1986/87, , nr. 10) reeds een boekhoudverplichting opgenomen in artikel 53a van de Algemene wet. 2. Uitgangspunten van het wetsvoorstel 1 HR 26 oktober 1917, B. nr. 1826; HR 24 mei 1922, B. nr. 2962; HR 16 april 1919, B. nr. 2244; HR 3 november 1926, B nr. 3917; HR 2 mei 1956, BNB 1956/193 en HR 14 september 1977, BNB 1977/238 2 Algemeen deel, blz. 19 e.v. Algemeen uitgangspunt voor dit wetsvoorstel is het streven het geheel van administratieve verplichtingen ten dienste van de belastingheffing te ordenen en opnieuw te formuleren, zodat een sluitend geheel ontstaat dat tevens voldoende duidelijkheid biedt om een nauwgezette naleving van de heffingswetten te waarborgen. Daarbij is de wettelijke omschrijving van die verplichtingen zo gekozen dat zij aansluit bij de ontwikkelingen in de techniek van de administratie. Een belangrijke nevengedachte van het wetsvoorstel is dat het beoogt de ondernemer, de inhoudingsplichtige of het lichaam dat anderszins is verplicht tot het voeren van een administratie (hierna te noemen: de administratieplichtige) voor de belastingheffing met niet meer administratieve verplichtingen te confronteren dan die welke nodig zijn voor een verantwoorde controle door de fiscus en voor een goed en rechtvaardig verloop van de belastingheffing. Dit is in overeenstemming met de gedachte die is verwoord in het rapport Heerendiensten van de Commissie tot verlichting van administratieve verplichtingen voor het bedrijfsleven (Commissie Grapperhaus) 2. De voorgestelde verplichtingen sluiten zo veel mogelijk aan bij hetgeen in het maatschappelijk leven - ook uit overwegingen van interne controle en van doelmatig ondernemingsbeleid - reeds gebeurt. Zij richten zich dan ook op hetgeen reeds aanwezig mag worden verondersteld bij personen en lichamen, die door de aard van hun activiteiten deelnemen aan het economisch verkeer of die om andere redenen een administratie moeten bijhouden. Anders gezegd: het wetsvoorstel beoogt niet tot andere administratieve handelingen te verplichten dan die welke in het algemeen reeds moeten worden verricht en dientengevolge als «algemeen» worden beschouwd. De administratieplichtige blijft daarbij, vooropgesteld dat aan de algemene eisen van juistheid, volledigheid en controleerbaarheid van de administratie is voldaan, in beginsel vrij om te kiezen op welke wijze hij de administratie wenst in te richten en te voeren. De voorschriften op dit gebied zijn dan ook zodanig dat iedere administratieplichtige, ongeacht de aard en omvang van zijn activiteiten, zich aan de gestelde regels kan houden. Wat in concreto van een justitiabele kan worden gevergd hangt mede af van de aard en de omvang van het bedrijf, het beroep of de werkzaamheid van de betrokkene. Hier tegenover staat dat van de administratieplichtige mag worden verwacht dat hij door medewerking van zijn kant de fiscus inzicht verschaft in het gehanteerde administratiesysteem, zodat deze in de gelegenheid wordt gesteld binnen redelijke termijn een controle uit te voeren. Hoewel in het huidige, onlangs ingevoerde, artikel 53a het object van Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 3 3

4 de administratieverplichting zodanig is omlijnd dat in beginsel alle gegevens welke voor de belastingheffing van belang zijn, dienen te worden geadministreerd en bewaard, is in de praktijk niet in alle gevallen duidelijk wat degene die verplicht is inzage te verlenen in zijn boeken en bescheiden tijdens een belastingcontrole dient ^ver te leggen aan de controlerende ambtenaar. Daardoor kunnen tijdens controlebezoeken tussen de (vertegenwoordigers van de) ondernemer en de ambtenaar soms fricties ontstaan, die niet bevorderlijk zijn voor een goede verstandhouding tussen belastingplichtigen en fiscus, en derhalve evenmin voor een efficiënte controle. Zo bestaat bij voorbeeld onduidelijkheid over het antwoord op de vraag of krachtens de Wet op de omzetbelasting 1968 opgemaakte facturen als controlemiddel mogen worden gebruikt ten behoeve van een controle voor de inkomstenbelasting of de vennootschapsbelasting. Dit wetsvoorstel beoogt dergelijke onduidelijkheden op te heffen door hetgeen ingevolge de verschillende heffingswetten wordt bijgehouden, aangetekend of opgemaakt jitdrukkelijk te rekenen tot de administratie, die bij een controle aan de fiscus desgevraagd voor raadpleging beschikbaar moet worden gesteld. In zoverre hebben de bepalingen in de Algemene wet inzake de administratieve verplichtingen een voor de belastingheffing overkoepelende functie, waarbij de specifieke bepalingen op het gebied van administratieve verplichtingen in de verschillende heffingswetten ongemoeid blijven. Ten slotte is overwogen dat de regeling van het onderdeel administratieve verplichtingen zodanig van opzet moet zijn dat voldoende ruimte aanwezig is om rekening te houden met toekomstige ontwikkelingen op het gebied van geautomatiseerde administratietechnieken, zoals bij voorbeeld het elektronisch factureren. De bestaande bepalingen dienen daartoe in ieder geval te worden afgestemd op de huidige stand van zaken op dit gebied. Wat betreft de zogenaamde bewaarverplichting wordt het bestaande uitgangspunt gehandhaafd dat boeken, bescheiden en andere informatiedragers gedurende een periode van tien jaren moeten worden bewaard. Daarbij wordt aangesloten bij de bewaarverplichting zoals deze in het handelsrecht en het burgerlijk recht geldt. Wel wordt voorzien in de mogelijkheid van een verlichting van de bewaarverplichting naar vorm en omvang, welke verlichting gestalte zal krijgen in bij of krachtens algemene maatregel van bestuur nader te stellen regels. Hierbij zal een afstemming plaatsvinden op beoogde wijzigingen van de desbetreffende bewaarverplichting in het handelsrecht en het civiele recht. 3. Hoofdlijnen van het wetsvoorstel De kern van het wetsvoorstel wordt gevormd door de verplichtingen, neergelegd in het voorgestelde artikel 52. Hoewel de Algemene wet sinds kort een boekhoudverplichting bevat (artikel 53a), is toch besloten om riezt te vervangen door de verplichting om een administratie te voeren - de administratieverplichting -, enerzijds omdat de term boekhouding veelal wordt opgevat als het strikt financiële gedeelte van de administratie en anderzijds, omdat de gebezigde terminologie niet goed lijkt aan te sluiten bij de moderne, elektronische verwerking van administratieve gegevens tot een administratie. In een omvangrijk deel van het bedrijfsleven wordt immers niet meer (alleen) met traditionele boeken en bescheiden gewerkt. Bovendien omvat het voeren van een administratie meer dan het te boek stellen van de financiële resultaten van het reilen en zeilen van de administratieplichtige, indien de organisatie van de administratieplichtige enige omvang aanneemt. Dan ziet het begrip administratie ook op de vastlegging en toetsing van bestuurs- en beheersdaden, op de interne organisatie in het algemeen, het interne berichtenverkeer e.d. Kortom, er groeit dan een administratie waarvan, Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 3 4

5 beoordeeld naar de opvattingen in het accountantsberoep en naar de maatstaven die in de daarvoor in aanmerking komende gevallen rechtens worden gesteld aan de jaarrekening, de opzet en de werking met zodanige waarborgen dienen te zijn omgeven dat de juistheid en volledigheid van de door de administratieplichtige af te leggen verantwoordingen zijn veilig gesteld. Wat de opzet van de administratie betreft zijn de procedures voor de besluitvorming en de toepassing van administratieve technieken van groot belang. Wat de werking van een en ander betreft, is de uitoefening van controle op de correcte naleving van de voorgeschreven procedures van wezenlijk belang. Deze aan het accountantsberoep ontleende inzichten hebben, voor zover zij passen in het kader van de Algemene wet geformuleerde verplichtingen, ook betekenis voor de interpretatie van de fiscale administratieverplichting, overeenkomstig het voorgestelde artikel 52 van de Algemene wet en, in samenhang daarmee, van de verplichting tot het verlenen van medewerking bij de controle en de verplichtingen tot het verstrekken van inlichtingen en het voor raadpleging beschikbaar stellen van boeken, bescheiden en andere informatiedragers op de voet van de voorgestelde artikelen 47 en 53 van de Algemene wet. In vorengenoemde artikelen 47, 52 en 53 van de Algemene wet is, overeenkomstig het stelsel dat aan deze wet ten grondslag ligt, aan hetgeen door de fiscus verlangd kan worden, de materieelrechtelijke beperking verbonden dat het alleen mag gaan om de gegevens die van belang kunnen zijn voor de belastingheffing. Zo kunnen onder de in artikel 47, eerste lid, onder b genoemde «bescheiden» en andere informatiedragers ook begrepen worden de boekhouding, de kladboekhouding, de kassarol, nota's en kwitanties, akten, brieven, notulen, microfilms, magneetbanden, enz. mits zij van belang kunnen zijn voor de vaststelling van fiscaal relevante feiten. Ook de bescheiden waarop de jaarstukken of de winst- en verliesrekening gebaseerd zijn, kunnen daaronder begrepen worden geacht. Daarbij is het van belang er op te wijzen dat uit de bewoordingen van dit artikel blijkt dat bij de uitvoering van de controletaak respectievelijk het voldoen aan de verplichting tot beschikbaarstelling van bescheiden etc. niet beslissend is of de kennisneming van deze bescheiden van belang is, maar of zij van belang kan zijn voor de belastingheffing. Zoals blijkt uit de jurisprudentie op de bestaande fiscale wetgeving, behoort ook bij de toepassing van artikel 47 elk van de betrokken partijen te doen al wat juist van haar redelijkerwijs verlangd kan worden. Dit betekent dat de belastingplichtige die lichtvaardig beschikbaarsteling van bepaalde bescheiden weigert of lichtvaardig in gebreke blijft deze ter beschikking te stellen, groot risico loopt dat een aanslag door de inspecteur zal worden vastgesteld en dat hij vervolgens in de daarop volgende bezwaarschrift" of beroepsprocedure ingevolge respectievelijk artikel 25 of artikel 29 zal worden geconfronteerd met de daarin neergelegde omkering van de bewijslast. Anderzijds houdt een juiste vervulling van de controletaak ook in dat de inspecteur - in concreto - in redelijkheid tot zijn oordeel heeft kunnen komen dat de ter inzage gevraagde bescheiden etc. van belang kunnen zijn voor de belastingheffing. In voorkomende gevallen kan de vraag wat uit controle oogpunt van belang kan zijn, beantwoord worden met behulp van de inzichten die ontwikkeld zijn in het accountantsberoep. Indien daarover verschil blijft bestaan, zal uiteindelijk de rechter hebben te beslissen of het wettelijke criterium dat de verzochte gegevens of de ter inzage gevraagde gegevens van belang kunnen zijn voor c.q. betrekking hebben op feiten welke invloed kunnen uitoefenen op de belastingheffing, in concreto juist is toegepast. De op basis van de bestaande jurisprudentie tot stand gekomen uitwerking van het in artikel 47 neergelegde wettelijke criterium behoudt derhalve volledig zijn gelding. Omtrent de verhouding tussen de administratieverplichting in artikel Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 3 5

6 52, eerste lid, enerzijds en de inlichtingen- en inzageverplichting op de voet van de artikelen 47 en 53 anderzijds, zij nog opgemerkt dat de reikwijdte van laatstgenoemde verplichtingen ruimer is dan de administratieverplichting van artikel 52, hoewel ook deze verplichtingen hun begrenzing kennen in de wettelijke omschrijving dat de inlichtingen en gegevens van belang moeten zijn voor de belastingheffing enz. Voor de «gewone» particulier geldt geen administratieverplichting, wél een inlichtingen- en inzageverleningsverplichting met betrekking tot zijn eigen belastingaangelegenheden. Voor de administratieplichtige geldt, zowel voor zijn eigen belastingaangelegenheden als voor de heffing van de belasting waarvan de inhouding aan hem is opgedragen alsmede voor de heffing van de belasting van derden, de verplichting desgevraagd inlichtingen te verschaffen respectievelijk informatiedragers voor raadpleging ter beschikking te stellen óók als hij zijn administratieverplichting en zijn bewaarverplichting niet of niet volledig heeft nageleefd. Ten slotte is het van belang dat ook in de gevallen waarin op voorbeeldige wijze een administratie is gevoerd en bewaard, stukken of informatiedragers welke de administratieplichtige daarbuiten nog mocht bezitten, door de fiscus op de voet van artikel 47 (of 53) voor raadpleging kunnen worden opgevraagd, mits voldaan wordt aan het criterium dat ze van belang kunnen zijn voor de belastingheffing. Voor de wettelijke formulering van de administratieverplichting is ter wille van de uniformiteit aansluiting gezocht bij civielrechtelijke bepalingen op overeenkomstig gebied. Dit is in het huidige artikel 53a van de Algemene wet overigens ook reeds het geval. Ik wijs met name op de artikelen 6 van het Wetboek van Koophandel en 14 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, welke artikelen, globaal samengevat, de ondernemer respectievelijk de rechtspersoon, verplichten zodanig aantekening te houden van hun vermogenstoestand en (voor wat betreft de ondernemer) van alles wat zijn bedrijf betreft dat te allen tijde hun rechten en verplichtingen gekend kunnen worden. Ter zake van de administratieverplichting in de Algemene wet is, conform het huidige artikel 53a, daarnaast de verplichting opgenomen dat uit de administratie ook voor de heffing van belasting overigens van belang zijnde gegevens duidelijk moeten blijken. Tegelijkertijd wordt, overeenkomstig voornoemd artikel 6 van het Wetboek van Koophandel, de inhoud van de administratieverplichting nader genormeerd door te bepalen dat deze naar de eisen van het bedrijf, het beroep of de werkzaamheid van de betrokkene wordt gevoerd. Om misverstanden te voorkomen, is ook hetgeen ingevolge andere belastingwetten wordt bijgehouden, aangetekend of opgemaakt in de vorm van nota's, facturen, registers e.d. tot de administratie gerekend. Het voorgestelde artikel 52, tweede lid, van de Algemene wet bevat de aanduiding van de personen en lichamen voor wie een administratieverplichting geldt. Het betreft in beginsel die personen en lichamen die ook thans reeds gegevens en inlichtingen moeten verschaffen en hun boeken en bescheiden ter.nzage moeten verstrekken. Zij worden in het eerste lid van deze bepaling gedefinieerd als «administratieplichtigen». In genoemd artikel is voorts bepaald welke de randvoorwaarden zijn voor het inrichten en voeren van een administratie en voor het bewaren van informatiedragers om een goed verloop van de controle te kunnen waarborgen. Dit zijn eisen die thans naar algemene opvatting reeds gelden voor het administreren van de gang van zaken van een onderneming of activiteit. Ter wille van de duidelijkheid zijn deze eisen nu in de wet neergelegd. Vooral met het oog op elektronisch gevoerde administraties is voorts de medewerking van de administratieplichtige gestipuleerd ten behoeve van de controle door de fiscus. In het wetsvoorstel is een enigszins andere systematiek aangebracht in Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 3 6

7 de afdeling, welke de verplichtingen ten dienste van de belastingheffing bevat. De nieuwe systematiek beoogt de overzichtelijkheid te verbeteren. Allereerst zijn de bepalingen opgenomen die verplichtingen bevatten welke in beginsel voor een ieder gelden, en wel voor de «eigen» belastingheffing. Daarna heeft de administratieverplichting een plaats gekregen; in dezelfde bepaling is de bewaarverplichting vervat. Vervolgens is bepaald dat administratieplichtigen aan verzoeken om inlichtingen of raadpleging van de (inhoud van) informatiedragers moeten voldoen ten behoeve van de heffing van belasting van derden en van die waarvan de inhouding aan hen is opgedragen. Ten slotte wordt een regeling gegeven voor de verstrekking van informatie door (semi-(overheidsorganen. In aansluiting op de hierboven weergegeven aanpassing van het onderdeel administratieve verplichtingen wordt in plaats van het huidige artikel 55 een nieuw artikel 54 ingevoerd dat een wettelijk vermoeden van de niet-naleving van een der in artikel 52 omschreven verplichtingen en daaraan te verbinden administratiefrechtelijke gevolgen behelst. Voorts worden de in de artikelen 68 en 69 van de Algemene wet opgenomen strafrechtelijke bepalingen in overeenstemming gebracht met de gewijzigde regeling van de verplichtingen ten dienste van de belastingheffing. In de eerste plaats wordt de strafrechtelijke sanctie die thans reeds is gesteld op het niet nakomen van de boekhoudverplichting verbonden aan het niet voldoen aan de administratieverplichting. In de tweede plaats worden de strafrechtelijke bepalingen inzake administratieve verplichtingen welke thans zijn opgenomen in de verschillende heffingswetten overgebracht naar de Algemene wet, omdat ook de desbetreffende verplichtingen, door middel van artikel 52, onder de paraplu van de Algemene wet worden gebracht. 4. Materieelrechtelijke wijzigingen in het wetsvoorstel Het wetsvoorstel brengt de volgende wijzigingen van materieelrechtelijke aard in de Algemene wet aan. Allereerst vindt aanpassing van het begrip «boeken en andere bescheiden» plaats aan de steeds verder voortschrijdende ontwikkeling op het gebied van administratieve gegevensverwerkings- en vastleggingstechnieken. Deze aanpassing maakt tevens een redactionele wijziging noodzakelijk van de bepalingen in de Algemene wet betreffende de informatieverplichtingen in de artikelen 47 tot en met 50. Voorts wordt de in het bestaande artikel 53a omschreven boekhoudverplichting vervangen door een voor de belastingheffing in het algemeen geldende administratieverplichting. De bepalingen inzake deze administratieverplichting bevatten regels omtrent: - de kring van administratieplichtigen; - de randvoorwaarden waaraan een administratie voor de belastingheffing moet voldoen; - het bewaren van de administratie; - het verlenen van medewerking van de belastingplichtige in geval van controle van de administratie door de Belastingdienst; - het bij of krachtens algemene maatregel van bestuur ten behoeve van de belastingheffing geven van nadere regels omtrent de wijze waarop aan de verschillende verplichtingen moet worden voldaan dan wel omtrent het verlenen van ontheffing van bepaalde verplichtingen. Bovenstaande wijzigingen nopen tot aanpassing van de strafrechtelijke bepalingen in de Algemene wet. Zo zal bij voorbeeld het niet verlenen van medewerking aan een controlerend ambtenaar, anders dan volgens de huidige wet, voortaan strafbaar zijn. Achtereenvolgens wordt in deze memorie nader ingegaan op de verschillende wijzigingen. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 3 7

8 4.1. Aanpassing «boeken en andere bescheiden» Krachtens de huidige artikelen 47 tot en met 49 van de Algemene wet dienen aan de inspecteur desgevraagd «boeken en andere bescheiden» ter inzage te worden verstrekt waarvan de kennisneming van belang kan zijn voor de belastingheffing van de belastingplichtige zelf, voor de inhouding van belastingen, zoals de loonbelasting, dividendbelasting e.d., alsmede voor de belastingheffing van derden. Volgens de heersende opvatting dient het begrip «boeken en andere bescheiden» niet eng te worden opgevat. Het omvat alle stukken waarvan de kennisneming van belang kan zijn voor de vaststelling van de feiten welke invloed kunnen uitoefenen op de belastingheffing. Hoewel men bij lezing van de woorden «boeken en andere bescheiden» in eerste aanleg de neiging heeft slechts te denken aan schriftelijke stukken, zoals de boekhouding, de kladboekhouding, de kassarol, nota's en kwitanties, akten, brieven, notulen e.d., moeten blijkens de heersende opvatting ook tot de boeken en bescheiden in de zin van de Algemene wet worden gerekend microfiches, microfilms, magnetische banden, magneetschijven en optische schijven, waarop informatie is vastgelegd. In feite kunnen onder de term «boeken en andere bescheiden» dan ook alle dragers van informatie worden begrepen. Ten einde dit duidelijk in de wet tot uiting te laten komen wordt de term «boeken en andere bescheiden» vervangen door «boeken, bescheiden en andere informatiedragers». Met deze term wordt te kennen gegeven dat elke drager van «gegevens» - welke fysieke verschijningsvorm de drager ook aanneemt (papier, celluloid, magnetisch materiaal) en welk «schrift» ook is toegepast - als informatiebron ter raadpleging kan worden opgevraagd. Een informatiedrager kan immers alle denkbare vormen van schriftelijke en niet schriftelijke gegevens bevatten die van belang kunnen zijn voor de belastingheffing. Tevens biedt deze term, gezien zijn ruime betekenis, de mogelijkheid om bij voortduring te anticiperen op nieuwe ontwikkelingen op het gebied van administratieve gegevensverwerkings- en vastleggingstechnieken De administratieverplichting In de belastingwetgeving is momenteel geen aparte, alomvattende en overkoepelende regeling opgenomen voor het geheel van administratieve verplichtingen ten behoeve van de belastingheffing. De verschillende verplichtingen zijn verdeeld over diverse wetten, zowel op het gebied van de materiële als op dat van de formele belastingwetgeving. Met betrekking tot de heffing van de rijksbelastingen kunnen de volgende regelingen worden genoemd: - de «algemene» boekhoudverplichting (artikel 53a van de Algemene wet); - de verplichting aantekening te houden van leveringen en diensten (artikel 34 van de Wet op de omzetbelasting 1968); - de verplichting een loonboekhouding te voeren (artikel 28, onderdeel c, van de Wet op de loonbelasting 1964); - de factureringsverplichting (artikel 35 van de Wet op de omzetbelasting 1968); - de verplichting een boekhouding te voeren waaruit van de uitbetaling van dividend blijkt en de verplichting nota's uit te reiken (artikelen 8 en 9 van de Wet op de dividendbelasting 1965); - de verplichting een register te houden en nota's uit te reiken (artikelen 5b en 7 van de Wet op de kansspelbelasting); - de bewaarverplichting (artikel 54 van de Algemene wet; artikel 31, Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 3 8

9 vierde lid, van de Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968; artikel 49, eerste lid, van de Wet op belastingen van rechtsverkeer). Bij de vormgeving van het voorgestelde artikel 52 van de Algemene wet is het niet de opzet geweest de buiten deze wet in andere belastingwetten vervatte verplichtingen op administratief gebied over te brengen naar de Algemene wet. De desbetreffende bepalingen lenen zich daar in het algemeen niet voor, omdat zij elk voor zich zijn toegesneden op de heffing van een bepaalde belasting en derhalve ook doelmatiger in de desbetreffende belastingwet kunnen blijven vervat. Wel wordt in de Algemene wet bepaald dat al hetgeen conform artikel 52, derde lid, ingevolge andere belastingwetten dient te worden opgemaakt tot de administratie in de zin van deze wet behoort. Hierdoor kunnen er geen misverstanden ontstaan met betrekking tot hetgeen desgevraagd aan de controlerend ambtenaar voor raadpleging beschikbaar moet worden gesteld bij de controle in het kader van welke belasting dan ook. Hierbij moet met name worden gedacht aan facturen, welke voor de omzetbelasting worden opgemaakt en bewaard. Een ondernemer kan zich dientengevolge in de toekomst niet meer op het standpunt stellen - daargelaten of dit standpunt thans gerechtvaardigd zou zijn - dat dergelijke facturen niet voor raadpleging beschikbaar behoeven te worden gesteld ten behoeve van bij voorbeeld een controle voor de inkomstenbelasting. Overigens mag worden verwacht dat het door de voorgenomen herstructurering van de Belastingdienst in de toekomst steeds minder vaak zal voorkomen dat de controle zich beperkt tot de heffing van een enkele belasting (bij voorbeeld loonbelasting, omzetbelasting). Naast een doelmatige aanwending van de controlecapaciteit door de fiscus levert dit voor de betrokken ondernemers het voordeel op dat het aantal malen dat zij worden «lastig gevallen» voor controle van voor hen relevante belastingen, wordt beperkt. De controle voor de verschillende bijzondere heffingswetten dient te steunen op een onderzoek naar de betrouwbaarheid van het gemeenschappelijk fundament, de administratie. Bij de interpretatie van het begrip administratie kan daarom mede worden gesteund op hetgeen in het accountantsberoep daaronder wordt verstaan. In dat beroep wordt onder administratie verstaan hetgeen door R.W. Starreveld thans wordt aangeduid als «bestuurlijke informatieverzorging» en door hem wordt gedefinieerd als: «het systematisch verzamelen, vastleggen en verwerken van gegevens, gericht op het verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen-in-engere-zin (kiezen uit alternatieve mogelijkheden), het doen functioneren en het beheersen van een huishouding en ten behoeve van de verantwoordingen die daarover moeten worden afgelegd». 1 Zoals reeds is vermeld, kan het begrip «administratie» in artikel 52, eerste lid, echter niet worden vereenzelvigd met de daaromtrent in het accountantsberoep heersende opvattingen. Daarin wordt onder omstandigheden een ruimere reikwijdte aan het begrip administratie toegekend dan in artikel 52, eerste lid, het geval is. De in deze bepaling neergelegde administratieverplichting heeft immers betrekking op voor de belastingheffing van belang zijnde gegevens. Voorts hangt het gegeven dat het in het accountantsberoep gehanteerde administratiebegrip niet kan worden vereenzelvigd met de in artikel 52 neergelegde administratieverplichting ook samen met de omstandigheid dat op de voet van artikel 52 specifiek op de (controle van de) belastingheffing toegespitste eisen kunnen worden gesteld die ' R.w. starreveld. Bestuurlijke informatie- niet zonder meer herkenbaar zijn in de accountantsdefinitie. Dat laatste verzorging en de mede daarop gerichte ge dt ook voor de nuance ring van de aan een administratie te stellen administratieve organisatie, Deel 1:.... Algemene grondslagen. Alphen aan den eisen, welke wordt aangeduid met de woorden «naar de eisen van dat Rijn/Brussel, 1981, biz. 7. bedrijf, dat zelfstandig beroep of die werkzaamheid» in artikel 52, eerste Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 3 9

10 lid. Met andere woorden: aard, omvang, complexiteit e.d. van een bedrijf of andere activiteit zijn medebepalend voor de eisen die worden gesteld aan het administratiesysteem of aan de wijze waarop een zodanig systeem zal worden opgezet. Voor een eenmanszaak zal dit systeem vrij beperkt kunnen zijn en in feite niet meer behoeven te omvatten dan een boekhouding gebaseerd op de methode van het enkel boekhouden, waarbij in principe slechts de mutaties in enkele bezittingen en schulden regelmatig worden geregistreerd (bij voorbeeld kas, debiteuren en crediteuren), terwijl de overige activa en passiva op de balansdatum door inventarisatie worden bepaald. Naarmate de structuur van een bedrijf evenwel ingewikkelder wordt, wordt het informatieverzorgingssysteem ook complexer. Het aantal economische handelingen - zoals gesloten transacties, de verwerking ervan binnen een onderneming, de interne en externe verantwoording ervan e.d. - is groter en om uiteenlopende redenen worden deze handelingen en de hieraan verbonden gevolgen niet alle in de boekhouding in enge zin verwerkt. Veel informatie wordt extra-comptabel, dat wil zeggen buiten het cijfermatige deel van de boekhouding, vastgelegd. In alle gevallen moet de administratie evenwel zodanig worden ingericht en voor controle door de fiscus toegankelijk zijn dat binnen redelijke termijn conclusies kunnen worden getrokken omtrent de aard en omvang van de fiscale verplichtingen. Deze eis en de eis dat medewerking moet worden verleend gelden te meer wanneer gebruik wordt gemaakt van automatische informatieverwerkende apparatuur en vooral wanneer geen standaardprogrammatuur op het gebied van administratieve gegevensverwerking wordt toegepast. Op het probleem van de toegankelijkheid van de administratie voor buitenstaanders, waartoe de fiscus dient te worden gerekend, zal in het vervolg van deze memorie nog nader worden ingegaan. Uit bovenstaande uiteenzetting moge duidelijk zijn geworden dat - en waarom - het voorliggende wetsvoorstel geen nader uitgewerkte voorschriften geeft omtrent de wijze waarop een administratie dient te worden ingericht ter voldoening aan het vereiste dat de administratie naar de eisen van het bedrijf, het zelfstandig beroep of de werkzaamheid moet zijn ingericht. Evenzo worden ook de eisen welke aan de administratie worden gesteld ten behoeve van de controle in algemene zin genormeerd, opdat de juiste naleving van de verschillende bij of krachtens de belastingwet voorziene materieelrechtelijke verplichtingen kan worden vastgesteld De kring van administratieplichtigen Natuurlijke personen of lichamen die een onderneming drijven of inhoudingsplichtige zijn zullen in het algemeen de aangifteverplichtingen ingevolge de artikelen 8 en 10 van de Algemene wet, de verplichting tot het verstrekken van inlichtingen onderscheidenlijk die tot het verlenen van inzage ingevolge de artikelen 47 en 48 en - wat lichamen betreft - de overeenkomstige in artikel 49 geregelde verplichtingen slechts naar behoren kunnen nakomen, indien zij kunnen steunen op een behoorlijk ingerichte administratie. Zonder een dergelijke administratie is er ook meestal geen doeltreffende controle mogelijk. Derhalve moeten alle rechtssubjecten waarop ingevolge de Algemene wet een inzageverplichting rust, betrokken worden in de (nieuwe) administratieverplichting. Dat wil zeggen: alle natuurlijke personen en lichamen waarop de huidige artikelen 47, 48 en 49 van de Algemene wet van toepassing zijn. Voor niet-ondernemende particulieren, daaronder begrepen particulieren die niet zelfstandig een beroep uitoefenen, die voor hun «eigen» belastingaangelegenheden onder het huidige artikel 47 vallen, zou dit echter te ver voeren: aan hen dient geen administratieverplichting te Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 3 10

11 worden opgelegd. Voor die gevallen waarin particulieren een beroep doen op een voor hen gunstige regeling, zijn zij toch reeds verplicht bescheiden ter staving over te leggen. Voorts beschikt de fiscus ook anderszins, bij voorbeeld door middel van loonbelastingkaarten, door opgaven van verzekeringsmaatschappijen of uit door banken verstrekte rentegegevens, over relevante informatie. Een fiscale administratieverplichting voor particulieren zou overigens ook in brede kring worden ervaren als een onaanvaardbare aantasting van de privacy. Ten slotte is een niet onbelangrijke reden om af te zien van een administratieverplichting voor niet-ondernemende particulieren de omstandigheid dat de nakoming van een dergelijke verplichting noch afdwingbaar noch controleerbaar zou zijn. De kring van administratieplichtigen in het wetsvoorstel is in wezen dezelfde als de kring van lichamen en personen die ingevolge het onlangs ingevoerde artikel 53a van de Algemene wet zijn gehouden tot het voeren van een boekhouding, zij het dat de redactie ter zake is gewijzigd. Slechts voor een kleine groep belastingplichtigen lijkt het wetsvoorstel in vergelijking tot de huidige tekst van artikel 53a een materiële wijziging te bevatten, namelijk voor de natuurlijke personen die, niet een bedrijf of zelfstandig een beroep uitoefenend, inhoudingsplichtig zijn, te weten particulieren met huispersoneel. Aangezien de desbetreffende personen reeds op grond van de Wet op de loonbelasting 1964 een loonboekhouding moeten bijhouden is hier niet sprake van een materiële wijziging. De administratieverplichting omvat voor deze personen namelijk niet meer dan de verplichting tot het voeren van een dergelijke boekhouding. De «gewone» particulier, waarop thans geen boekhoudverplichting rust, blijft, zoals hiervoor is aangegeven, buiten de kring van administratieplichtigen als bedoeld in het voorgestelde artikel 52, tweede lid. Het aldus afbakenen van de kring van administratieplichtigen schept in feite geen nieuwe werkzaamheden voor de tot deze kring behorende lichamen en personen, omdat ieder die een bedrijf of beroep uitoefent c.q. iedere rechtspersoon reeds op grond van artikel 53a van de Algemene wet, van artikel 6 van het Wetboek van Koophandel of van artikel 14 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek verplicht is tot het voeren van een boekhouding, alsmede aantekening te houden betreffende zijn bedrijf, beroep of werkzaamheid zodanig dat daaruit te allen tijde de rechten en verplichtingen c.q. de overige voor de belastingheffing van belang zijnde gegevens kunnen blijken Het begrip administratie voor de belastingheffing In het wetsvoorstel is geen definitie van het begrip administratie opgenomen, omdat het voor iedere administratieplichtige mogelijk moet zijn zich binnen de gestelde randvoorwaarden te houden aan de administratieverplichting zonder dat inbreuk wordt gemaakt op diens vrijheid de administratie naar eigen inzicht in te richten en te voeren. Overigens wordt het ook onwenselijk geacht in de wet zelf uitgebreide en gedetailleerde voorschriften te geven omtrent de inrichting van een administratie. Hiervan zou een verstarrende werking kunnen uitgaan. Dergelijke voorschriften zullen, waar deze nodig blijken, kunnen worden opgenomen in een regeling bij of krachtens algemene maatregel van bestuur. De term «boekhouding» wordt, in tegenstelling tot de tekst van het huidige artikel 53a, vermeden omdat de term «administratie», zoals hiervoor in deze memorie reeds is uiteengezet, in het algemeen ruimer wordt opgevat dan de term «boekhouding». Ook al mag naar huidig recht het begrip boekhouding niet eng worden opgevat, het is niet altijd duidelijk waar de grens ligt. Zo zou men kunnen twijfelen of bij voorbeeld Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 3 11

12 bij een transportbedrijf de tachograafkaarten van de vrachtauto's tot de boekhouding behoren. Met het hiervoor toegelichte ruimere begrip administratie is deze twijfel in ieder geval weggenomen. Gebruik van de term «administratie» biedt bovendien de mogelijkheid rekening te houden met het feit dat veel administratieve gegevens worden vastgelegd op niet-papieren informatiedragers. Het begrip administratie heeft in feite een tweeledig karakter. Enerzijds kan onder administratie worden verstaan het geheel van procedures en technieken, dat gericht is op het verkrijgen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie. Hiermee wordt aangegeven dat de administratie een proces is dat wordt gevoerd volgens een hieraan ten grondslag liggende systematiek. Deze systematiek behoort als zodanig tot de administratie. Anderzijds is de administratie het produkt van het administratieproces: de informatie over afzonderlijke transacties, bewerkingen, verwerkingen e.d., zoals deze uiteindelijk wordt samengebracht in bij voorbeeld de balans, het grootboek, de verzameling bijgewerkte voorraadkaarten, de verlies- en winstrekening. De administratie is aldus bezien de weergave van het gevoerde proces in boeken of bescheiden, alsmede op magneetschijven, optische schijven, microfilm e.d. Deze weergave is niet te begrijpen zonder dat men kennis heeft van het administratieproces. Het proces en het produkt zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Dit is te meer het geval wanneer de weergave plaatsvindt in een sterk gecomprimeerde vorm; hierbij kan met name worden gedacht aan de zogenaamde verdichtingen, bij voorbeeld het in één post verantwoorden van kastransacties van een dag of een week. Voor het overige moge verwezen worden naar hetgeen in paragraaf 3 en paragraaf 4.2 van deze memorie reeds omtrent de betekenis van de in artikel 52, eerste lid, neergelegde administratieverplichting is opgemerkt De controleerbaarheid van de administratie Hoewel de controleerbaarheid van de administratie voor de fiscus van wezenlijk belang is voor de vaststelling van de juiste belastingschuld, moeten toch ook uit een oogpunt van doelmatigheid en van «belasting» voor de gecontroleerden grenzen aan de controle worden gesteld. Daarom geldt de eis dat controle van de administratie binnen een redelijke termijn mogelijk moet zijn. Tevens moet de administratie door de administratieplichtigen zodanig worden gevoerd en dienen de informatiedragers zodanig te worden bewaard dat te allen tijde hun rechten en verplichtingen alsmede de voor de heffing van belasting overigens van belang zijnde gegevens duidelijk uit de administratie blijken. Deze eisen zijn met zoveel woorden in het nieuwe artikel 52 neergelegd. Zij vormden ook reeds een onderdeel van het bestaande artikel 53a. Laatstgenoemde eis houdt onder meer in dat de administratie regelmatig moet worden bijgewerkt. Voorts stelt het wetsvoorstel als eis dat de administratieplichtige in geval van controle de benodigde medewerking moet verlenen om de controlerend ambtenaar inzicht te geven in het administratieve systeem. Deze eis tot medewerking moet voorkomen dat de controlerend ambtenaar wordt geconfronteerd met een hoeveelheid niet direct leesbare administratieve gegevens en dat dus bewust de «raadpleging» waar het om gaat feitelijk onmogelijk wordt gemaakt. Naarmate de automatisering van de informatieverwerking verder voortschrijdt, klemt dit te meer. De administratieplichtige kan derhalve niet volstaan met het beschikbaar stellen van op zichzelf voor een derde onbegrijpelijke en niet te verifiëren gegevens. Indien de administratieplichtige zijn medewerking weigert en derhalve controle binnen redelijke termijn onmogelijk maakt, is sprake van niet-nakoming van de verplichting van artikel 52, vijfde lid. Dit leidt in Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 3 12

13 beginsel tot de in artikel 25, derde lid, en in artikel 29, eerste lid, voorziene omkering van de bewijslast. Daarnaast voorziet artikel 68 in een strafrechtelijke sanctie. Wat in dit verband onder «controle binnen een redelijke termijn» moet worden verstaan valt moeilijk in algemene termen aan te geven. Dit hangt ten nauwste samen met de aard en de omvang van de te controleren activiteiten en met het al dan niet gebruik maken van allerlei geautomatiseerde administratietechnieken. Ter illustratie moge dienen dat in de huidige praktijk de duur van een controle afhankelijk is van de omvang van de onderneming: in een betrekkelijk kleine onderneming met een eveneens betrekkelijk eenvoudige administratie neemt een controle één tot enkele dagen in beslag, terwijl een controle bij een grote onderneming met een dienovereenkomstige administratie al snel enkele weken tot enkele maanden kan duren. In twijfelgevallen zal de rechter om een uitspraak kunnen worden gevraagd. Voor de administratieplichtige houdt hetgeen in artikel 52, vijfde lid, is bepaald met het oog op de controle, onder meer een aanvulling in op hetgeen reeds voortvloeit uit de verplichting tot het voor raadpleging beschikbaar stellen van informatiedragers overeenkomstig artikel 47, eerste lid, onderdeel b. Dit om te bereiken dat het gezamenlijke effect van deze bepalingen het daadwerkelijk mogelijk maakt de handhaving van de heffingswetten doeltreffend en tevens zo doelmatig mogelijk te doen plaatsvinden. Met betrekking tot geautomatiseerde administraties zal dit in de praktijk onder meer het volgende inhouden. - De informatie moet voor de controle-ambtenaar toegankelijk worden gemaakt, bij voorbeeld door deze desgevraagd te visualiseren in voor hem leesbare vorm (op een beeldscherm of op papier). - Bij vervanging van apparatuur en/of programmatuur moeten zodanige voorzieningen worden getroffen dat toegang tot oude gegevens mogelijk blijft. - De opzet en de werking van het administratiesysteem moet de controle-ambtenaar duidelijk kunnen worden gemaakt bij voorbeeld aan de hand van een behoorlijke systeemdocumentatie. Voorts zal het de controle-ambtenaar mogelijk gemaakt moeten worden het systeem te toetsen onder meer door gebruikmaking van geautomatiseerde hulpmiddelen. - Primaire gegevens, zoals kassa- of magazijnbonnen, en primaire verwerkingen zullen in beginsel bewaard moeten blijven. Zij mogen pas door getotaliseerde of anders luidende nieuwe gegevens worden vervangen, nadat zij op andere - toegestane - wijze (bij voorbeeld op microfilm) zijn vastgelegd. Met betrekking tot de toegankelijkheid van de administratie zullen in de uitvoeringssfeer wellicht regels moeten worden gesteld omtrent de taal waarin de gegevens aan de controlerend ambtenaar ter beschikking dienen te worden gesteld De bewaarverplichting De verplichting om de administratie, in haar betekenis van de neerslag van het administratieve proces op informatiedragers, te bewaren is een onderdeel van het geheel van de administratieve verplichtingen. De bewaarverplichting is thans neergelegd in artikel 54 van de Algemene wet, waar een bewaartermijn wordt voorgeschreven van tien jaren. Deze termijn komt overeen met die welke is opgenomen in artikel 6, derde lid, van het Wetboek van Koophandel en artikel 14, derde lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Voor wat betreft de inhoud van de bewaarverplichting kan thans, afgezien van de hierna nog te bespreken Resolutie van 26 augustus 1981, nr , een onderscheid gemaakt worden naar drie categorieën informatiedragers: Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 3 13

14 1. ontvangen documenten of andere informatiedragers; 2. afschriften dan wel reprodukties of andere vormen van vastlegging van de inhoud van (aan derden) verzonden documenten en andere informatiedragers; 3. intern opgemaakte aantekeningen en andere interne vastleggingen van gegevens en van inkomende en uitgaande berichten voorzover niet reeds vallend onder de onder 1 en 2 genoemde categorieën. Wat de vorm betreft waarin de hier bedoelde informatiedragers moeten worden bewaard, kan worden aangeknoopt bij hetgeen thans reeds op grond van het huidige artikel 53a als geldend recht kan worden aangenomen. Bewaard moet worden in de vorm waarin de informatiedragers deel zijn gaan uitmaken van de administratie. Ontvangen documenten, brieven, telegrammen en andere soortgelijke documenten derhalve in originali. Voor zover deze regel naar analogie toepasbaar is op andere vormen van ontvangen informatiedragers, zoals tapes, diskettes en dergelijke, kan reeds volgens huidig recht worden aangenomen dat daarvoor hetzelfde geldt. Van verzonden documenten dienen afschriften, al dan niet in doorslagvorm, bewaard te blijven. Indien op analoge wijze een «afschrift» is tot stand gebracht, een fotokopie bij voorbeeld of een mechanische of elektronische vorm van vastlegging van de inhoud van intern vervaardigde en aan derden verzonden documenten of andere informatiedragers, dient die vastlegging bewaard te worden. Daarbij kan de vastlegging van een elektronisch verzonden bericht ook worden aangemerkt als «afschrift». Voor wat betreft de hiervoor genoemde intern opgemaakte aantekeningen en vastleggingen welke géén betrekking hebben op de hiervoor besproken twee catagorieën van informatiedragers, geldt dat deze in beginsel in iedere door de administratieplichtige gewenste vorm - op papier dan wel door middel van mechanische of elektronische methoden - kunnen worden gemaakt of vastgelegd en bewaard, mits daarbij maar wordt voldaan aan de in artikel 52 neergelegde vereisten. Voor zoveel nodig, zullen de regels betreffende de wijze van bewaring bij of krachtens de in artikel 52, zesde lid, in het vooruitzicht gestelde algemene maatregel van bestuur nader worden uitgewerkt. In het voorgestelde artikel 52, vierde lid, wordt de termijn voor het bewaren van informatiedragers, overeenkomstig de thans geldende termijn, op tien jaren gesteld. Handhaving van deze termijn op tien jaren is voor de belastingheffing noodzakelijk omdat de termijn voor het doen van aangifte gevoegd bij die van een eventueel verleend uitstel en bij de vijfjaarstermijn voor navordering of naheffing, juist bij die middelen waarbij de aanslagregeling tamelijk tijdrovend is, in het algemeen zodanig ruim moet zijn dat een controle nog kan worden uitgevoerd. Daar komt bij dat de rechter op grond van artikel 15, eerste lid, van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken, ook nog in de gelegenheid moet zijn om door hem aangewezen deskundigen een boekenonderzoek te doen instellen. Bij de venno^~ schapsbelasting is het voor ingewikkelde aangiften niet ongewoon dat voor het doen van aangifte, waarvoor een termijn van een half jaar geldt, enkele jaren uitstel wordt genoten. Daardoor wordt zowel de termijn voor het opleggen van de primitieve aanslag als de navorderingstermijn met enkele jaren verlengd, zodat niet zelden circa acht jaren na afloop van het desbetreffende boekjaar nog behoefte kan bestaan aan het instellen van een controle. Rekening houdend met de lengte van het boekjaar en de bevoegdheid van de rechter om onderzoek te (laten) verrichten, is een totale bewaarperiode van tien jaren, als uitgangspunt, dan ook zeker niet te lang. Vanuit het bedrijfsleven is de wens geuit originele «papieren» boeken en bescheiden, afschriften van uitgaande stukken en interne aantekeningen, in geval van vastlegging van de betreffende gegevens op Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 3 14

artikel 40, eerste en tweede lid van de Archiefwet 1995 en artikel 36 van de gemeenschappelijke regeling RUD Utrecht

artikel 40, eerste en tweede lid van de Archiefwet 1995 en artikel 36 van de gemeenschappelijke regeling RUD Utrecht Archiefverordening RUD Utrecht 2014 Het algemeen bestuur van de RUD Utrecht gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van RUD Utrecht Gelet op: artikel 40, eerste en tweede lid van de Archiefwet 1995

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1990-1991 21 287 Wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen tot aanpassing van de administratieve verplichtingen ten dienste van de belastingheffing

Nadere informatie

BRONNEN ADMINISTRATIEVE VERPLICHTINGEN

BRONNEN ADMINISTRATIEVE VERPLICHTINGEN BRONNEN ADMINISTRATIEVE VERPLICHTINGEN Inhoud van dit E-book: Bron inschrijvingsplicht handelsregister Bron aanmeldingsplicht belastingdienst Bron administratieplicht algemeen Bron verplichtingen jaarverslaggeving

Nadere informatie

In deze verordening en de daarop berustende voorschriften wordt verstaan onder:

In deze verordening en de daarop berustende voorschriften wordt verstaan onder: Het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Brabant-Noord; AGP 15 Gezien het voorstel van het Dagelijks Bestuur van 19 oktober 2011; Gelet op artikel 30, eerste lid en 32 van de Archiefwet, alsmede artikel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 071 Wijziging van de Mededingingswet als gevolg van de evaluatie van die wet Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 10 oktober 2005 Het voorstel

Nadere informatie

Begripsomschrijvingen Persoonsgegevens Persoonsregistratie Patiënt Verantwoordelijke Hulpverlener Personeel Bewerker Derde Verstrekken van

Begripsomschrijvingen Persoonsgegevens Persoonsregistratie Patiënt Verantwoordelijke Hulpverlener Personeel Bewerker Derde Verstrekken van Privacyreglement B.V. Vicino Noord-Holland Noord (hierna: Vicino) en de aan haar verbonden hulpverleners zijn wettelijk verplicht om een medisch dossier met betrekking tot de behandeling van de patiënt

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 217 Regels over de documentatie van vennootschappen (Wet documentatie vennootschappen) A OORSPRONKELIJKE TEKST VAN HET VOORSTEL VAN WET EN DE

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 606 Wet van 6 december 1995 tot wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en van enige andere wetten in verband met de invoering

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 275 Besluit van 18 mei 1995, houdende vaststelling van maatstaven die bij het in artikel 7a, eerste lid, van de Wet opneming buitenlandse pleegkinderen

Nadere informatie

Archiefverordening. Bedrijfsvoeringsorganisatie Havenschap Moerdijk

Archiefverordening. Bedrijfsvoeringsorganisatie Havenschap Moerdijk Archiefverordening Bedrijfsvoeringsorganisatie Havenschap Moerdijk 2017 Vastgesteld door de Raad van Bestuur van Havenschap Moerdijk In de vergadering van 21 december 2016 Mij bekend, De secretaris F.J.

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 30 Besluit van 16 januari 1997, houdende uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken (Uitvoeringsbesluit Wet waardering onroerende zaken)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1992-1993 21 287 Wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen tot aanpassing van de administratieve verplichtingen ten dienste van de belastingheffing

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 25 816 Regels inzake een regulerende heffing op het gebruik van wegen in de Randstad tijdens spitsuren (Wet op het rekeningrijden) Nr. 8 NOTA VAN

Nadere informatie

COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT

COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT Datum: Kenmerk: De Minister van Justitie, mr A.H. Korthals Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Excellentie, inzake: Adviesaanvraag commissie vennootschapsrecht over het wetsvoorstel

Nadere informatie

D E H O O G E R A A D D E R N E D E R L A N D E N,

D E H O O G E R A A D D E R N E D E R L A N D E N, 21 October 1959. F. No. 14043. D E H O O G E R A A D D E R N E D E R L A N D E N, Gezien het beroepschrift in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te s-hertogenbosch van 6 Maart 1959

Nadere informatie

Artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen

Artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen Memo Van prof. Mr. Ch.P.A. Geppaart Onderwerp Artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen 1. Via het hoofd van de afdeling Directe belastingen van het Ministerie van Financiën ontving ik Uw

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 505 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2011) Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 26 oktober

Nadere informatie

PRIVACY REGLEMENT MIND-KRACHT

PRIVACY REGLEMENT MIND-KRACHT PRIVACY REGLEMENT MIND-KRACHT Mind-Kracht en de aan haar verbonden hulpverleners zijn wettelijk verplicht om een dossier met betrekking tot de behandeling van de cliënt in te richten. In dit dossier zijn

Nadere informatie

De Administratieplicht

De Administratieplicht De Administratieplicht 13 april 2010 Karen Harmsen Inleiding Aandacht voor administratieplicht in de zin dat wordt gekeken naar de vraag wat daaronder (minimaal) moet worden verstaan Relevant in verband

Nadere informatie

Het voorstel van rijkswet wordt als volgt gewijzigd: a. In onderdeel b, aanhef, wordt de komma aan het slot vervangen door een dubbele punt.

Het voorstel van rijkswet wordt als volgt gewijzigd: a. In onderdeel b, aanhef, wordt de komma aan het slot vervangen door een dubbele punt. 33 955 Regeling voor Nederland en Curaçao tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en een woonplaatsfictie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 887 Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 in verband met de in beginsel tijdelijke invoering van een omzetbelastingregeling voor elektronische

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 754 Wijziging van enkele wetten met het oog op de bestrijding van fraude in de toeslagen en fiscaliteit (Wet aanpak fraude toeslagen en fiscaliteit)

Nadere informatie

Controleverordening DCMR Milieudienst Rijnmond 2014

Controleverordening DCMR Milieudienst Rijnmond 2014 Controleverordening DCMR Milieudienst Rijnmond 2014 DCMR Milieudienst Rijnmond Parallelweg 1 3112 NA Schiedam telefoon: (010) 2468 000 telefax : (010) 2468 283 Web: http://www.dcmr.nl/ 1 van 5 Het algemeen

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2005 2006 30 312 Algemene bepalingen betreffende de toekenning, het beheer en het gebruik van het burgerservicenummer (Wet algemene bepalingen burgerservicenummer)

Nadere informatie

Privacyreglement Praktijk Denge Conform GGZ Praktijk

Privacyreglement Praktijk Denge Conform GGZ Praktijk Privacyreglement Praktijk Denge Conform GGZ Praktijk Paragraaf 1 Begripsomschrijvingen In dit reglement wordt onder de hierna aangegeven begrippen en termen het volgende verstaan: a. persoonsgegevens:een

Nadere informatie

Controleverordening voor de Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Groningen

Controleverordening voor de Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Groningen Controleverordening voor de Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Groningen Het algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Groningen gelet op: - artikel 213 Gemeentewet;

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 403 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2013) Nr. 12 TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1990-1991 21221 Algemene regels van bestuursrecht (Algemene wet bestuursrecht) Nr. 6 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 17 december 1990 Het voorstel van wet wordt

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2002 2003 Nr. 185 28 217 Regels over de documentatie van vennootschappen (Wet documentatie vennootschappen) GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 3 april 2003 Wij Beatrix,

Nadere informatie

Privacyreglement van Stichting 070Watt;

Privacyreglement van Stichting 070Watt; Privacyreglement van Stichting 070Watt; Stichting 070Watt treft hierbij een schriftelijke regeling conform de Wet Bescherming Persoonsgegevens voor de verwerking van cliëntgegevens. Vastgelegd zijn hiermee

Nadere informatie

Vergadering: Algemeen bestuur. Datum: 7 juli 2015. Agendapunt: 5. Rapporteur. A. J. Borgdorff

Vergadering: Algemeen bestuur. Datum: 7 juli 2015. Agendapunt: 5. Rapporteur. A. J. Borgdorff Vergadering: Algemeen bestuur Datum: 7 juli 215 Agendapunt: 5 Rapporteur A. J. Borgdorff Onderwerp: Zorg en beheer archief Voorstel/Besluit: 1. de archiefverordening vast te stellen. Toelichting In hoofdstuk

Nadere informatie

1.1 persoonsgegeven: elk gegeven betreffende een geïdentificeerd of identificeerbaar persoon.

1.1 persoonsgegeven: elk gegeven betreffende een geïdentificeerd of identificeerbaar persoon. Vastgesteld door de Raad van Bestuur, november 2010 Artikel 1 Begripsbepalingen 1.1 persoonsgegeven: elk gegeven betreffende een geïdentificeerd of identificeerbaar persoon. 1.2 verwerking van persoonsgegevens:

Nadere informatie

a) Persoonsgegeven: elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon.

a) Persoonsgegeven: elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon. Privacyreglement QPPS LIFETIMEDEVELOPMENT QPPS LIFETIMEDEVELOPMENT treft hierbij een schriftelijke regeling conform de Wet Bescherming Persoonsgegevens voor de verwerking van cliëntgegevens. Vastgelegd

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 321 Besluit van 4 juli 2001 tot wijziging van het Besluit tenuitvoerlegging geldboetevonnissen, het Besluit tenuitvoerlegging ontnemings- en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 552 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2017) Nr. 20 DERDE NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 4 november 2016

Nadere informatie

Privacyreglement Werkcontact

Privacyreglement Werkcontact Privacyreglement Werkcontact Privacyreglement cliëntregistratie in het kader van de wet Bescherming Persoonsgegevens. Artikel 1. Begripsbepalingen In dit reglement en de toelichting wordt verstaan onder:

Nadere informatie

Onderwerp: Uitvoeringsregeling informatieverstrekking 2014. De directeur van de gemeenschappelijke regeling Cocensus ;

Onderwerp: Uitvoeringsregeling informatieverstrekking 2014. De directeur van de gemeenschappelijke regeling Cocensus ; Besluit 2013/D007 Onderwerp: Uitvoeringsregeling informatieverstrekking 2014. De directeur van de gemeenschappelijke regeling Cocensus ; gericht op de uitvoering van de werkzaamheden welke op grond van

Nadere informatie

Datum 3 oktober 2014 Onderwerp Berichtgeving over verzamelen gegevens door Belastingdienst en uitwisselen met andere overheidsinstanties

Datum 3 oktober 2014 Onderwerp Berichtgeving over verzamelen gegevens door Belastingdienst en uitwisselen met andere overheidsinstanties 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directie en Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH

Nadere informatie

Datum collegevergadering : Stuurgroep Datum raadsvergadering : 14 februari Portefeuillehouder : B. Huizing Volgnummer : 9B.

Datum collegevergadering : Stuurgroep Datum raadsvergadering : 14 februari Portefeuillehouder : B. Huizing Volgnummer : 9B. *ZEACDDDAD8C* RAADSVOORSTEL Datum collegevergadering : Stuurgroep Datum raadsvergadering : 14 februari 2018 Portefeuillehouder : B. Huizing Volgnummer : 9B. Onderwerp Verordening voor de controle op het

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2002 2003 Nr. 234 28 887 Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 in verband met de in beginsel tijdelijke invoering van een omzetbelastingregeling

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 748 Wijziging van de Kadasterwet en de Organisatiewet Kadaster (aanpassing van doeleinden en taken van de Dienst voor het kadaster en de openbare

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1994 1995 23 470 Wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en van de Invorderingswet 1990 in verband met de herziening van het stelsel van administratieve

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 31 127 Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met aanpassing van de groep met recht op bijstand bij langer verblijf buiten Nederland

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 758 Wijziging van enkele belastingwetten c.a. (Overige Fiscale Maatregelen 2005) Nr. 8 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 21 oktober 2004 Het voorstel

Nadere informatie

Artikel 4 De directeur van de beheerseenheid kan de uitvoering van de bepalingen van dit besluit mandateren aan één of meer medewerkers.

Artikel 4 De directeur van de beheerseenheid kan de uitvoering van de bepalingen van dit besluit mandateren aan één of meer medewerkers. 4C. BESLUIT INFORMATIEBEHEER REGIO TWENTE - besluit dagelijks bestuur van 20 maart 1998 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Dit besluit verstaat onder: a. documenten de in de wet in artikel 1, onder

Nadere informatie

PRIVACY REGLEMENT - 2015

PRIVACY REGLEMENT - 2015 PRIVACY REGLEMENT - 2015 Jasnante re-integratie onderdeel van Jasnante Holding B.V. (kvk nr. 52123669 ) gevestigd aan de Jacob van Lennepkade 32-s, 1053 MK te Amsterdam draagt zorg voor de geheimhoudingsverplichting

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1988-1989 21 228 Goedkeuring van het koninklijk besluit van 17 mei 1989 (Stb. 170) tot wijziging van het Besluit uitsluiting aftrek omzetbelasting 1968 Nr.

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 515 Wet van 26 september 2002 tot wijziging van de Wet op de jeugdhulpverlening in verband met de advies- en meldpunten kindermishandeling Wij

Nadere informatie

Privacyreglement

Privacyreglement Privacyreglement De Verwerking van Persoonsgegevens is aangemeld bij het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) onder nummer m1602696. Persoonsgegevens in een vorm die het mogelijk maakt de Betrokkene

Nadere informatie

Privacyreglement/ Geheimhouding

Privacyreglement/ Geheimhouding / Geheimhouding Autoschadetraining.nl B.V. en Ecarr Inleiding Autoschadetraining.nl B.V. hecht veel waarde aan zorgvuldigheid met betrekking tot klantgegevens, klanten moeten ervan op aan kunnen dat gevoelige,

Nadere informatie

Volksgezondheidswetgeving GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST

Volksgezondheidswetgeving GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST 13 Geneeskundige behandelingsovereenkomst (P.B. 2000, no. 118) Landsverordening van de 23ste oktober 2000 houdende vaststelling van de tekst van Boek 7 van het Burgerlijk

Nadere informatie

Privacyreglement Picos B.V.

Privacyreglement Picos B.V. Privacyreglement Picos B.V. Picos Rietveldenweg 14 5222 AR s-hertogenbosch Internet: www.picosbv.nl Privacyreglement Picos: versie december 2016 Pagina 1 van 5 Privacyreglement Picos B.V. Inleiding Picos

Nadere informatie

Controleverordening gemeente Papendrecht 2015

Controleverordening gemeente Papendrecht 2015 Controleverordening gemeente Papendrecht 2015 Verordening voor de controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Papendrecht Inhoudsopgave Controleverordening

Nadere informatie

Verordening controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële organisatie van Wetterskip Fryslân.

Verordening controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële organisatie van Wetterskip Fryslân. Verordening controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële organisatie van Wetterskip Fryslân. Het algemeen bestuur van Wetterskip Fryslân besluit, gelet op artikel 109 van de

Nadere informatie

van de mondelinge uitspraak op het beroepschrift van X te Z

van de mondelinge uitspraak op het beroepschrift van X te Z Gerechtshof te 's-gravenhage twaalfde enkelvoudige belastingkamer 8 oktober 1999 Nr. BK-97/01395 PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak op het beroepschrift van X te Z tegen de uitspraak van de Inspecteur,

Nadere informatie

Het bestuur van het Noordelijk Belastingkantoor; Gelet op artikel 109 van de Waterschapswet, artikel 213 van de Gemeentewet;

Het bestuur van het Noordelijk Belastingkantoor; Gelet op artikel 109 van de Waterschapswet, artikel 213 van de Gemeentewet; Controlereglement Het bestuur van het Noordelijk Belastingkantoor; Gelet op artikel 109 van de Waterschapswet, artikel 213 van de Gemeentewet; Besluit: Het Reglement voor de controle op het financieel

Nadere informatie

Besluit Algemeen bestuur

Besluit Algemeen bestuur Besluit Algemeen bestuur 07-07-2014 Archiefverordening Gemeenschappelijke regeling Het Waterschapshuis 2014 Opsteller Wytse Kelder Aantal pagina s 6 Behandelend gremium Algemeen bestuur Datum overleg 07-07-2014

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 700 Besluit van 22 december 1995 tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 in verband met de totstandkoming van de Tweede

Nadere informatie

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MAASTRICHT 2015

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MAASTRICHT 2015 ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MAASTRICHT 2015 Algemene subsidieverordening gemeente Maastricht 2015 1 INHOUD Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen... 3 Artikel 1 Definities... 3 Artikel 2 Wettelijke

Nadere informatie

MID 30 oktober 2003 Verordening op basis van artikel 213 Gemeentewet

MID 30 oktober 2003 Verordening op basis van artikel 213 Gemeentewet Verordening op basis van artikel 213 Gemeentewet Heemstede, 21 oktober 2003 Aan de raad, Samenvatting In de Wet dualisering gemeentebestuur is opgenomen dat gemeenteraden drie verordeningen vaststellen

Nadere informatie

Gastouderbureau Alles Kids Zoetermeer Privacyreglement

Gastouderbureau Alles Kids Zoetermeer Privacyreglement Privacyreglement Inhoudsopgave 1. Begripsbepaling... 1 1.1 Persoonsgegevens... 1 1.2 Persoonsregistratie... 1 1.4 Verwerking van persoonsgegevens... 1 1.5 Verstrekken van persoonsgegevens... 1 1.6 Bestand...

Nadere informatie

Besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/6832M, Staatscourant 2010, 20507

Besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/6832M, Staatscourant 2010, 20507 Algemene wet inzake rijksbelastingen. Besluit heffingsrente Directoraat-generaal Belastingdienst, Brieven en beleidsbesluiten Besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/6832M, Staatscourant 2010, 20507

Nadere informatie

Verordening voor de controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële Organisatie van de Omgevingsdienst Veluwe IJssel

Verordening voor de controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële Organisatie van de Omgevingsdienst Veluwe IJssel k ~1"le, 4? Controleverordening Omgevingsdienst Veluwe IJssel Het algemeen bestuur van de Omgevingsdienst Veluwe IJssel, gelet op artikel 213 Gemeentewet; gelet op artikel 217 van de Provinciewet; gelet

Nadere informatie

De Registratiekamer voldoet hierbij gaarne aan uw verzoek.

De Registratiekamer voldoet hierbij gaarne aan uw verzoek. R e g i s t r a t i e k a m e r Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid..'s-Gravenhage, 19 januari 1999.. Onderwerp AMvB informatieplicht banken Bij brief van 8 oktober 1998 heeft u de Registratiekamer

Nadere informatie

ARCHIEFVERORDENING VAN DE PROVINCIE LIMBURG BESLUIT van Provinciale Staten van Limburg d.d. 30 januari 2004 (Prov. Blad 2004, nr. 8).

ARCHIEFVERORDENING VAN DE PROVINCIE LIMBURG BESLUIT van Provinciale Staten van Limburg d.d. 30 januari 2004 (Prov. Blad 2004, nr. 8). ARCHIEFVERORDENING VAN DE PROVINCIE LIMBURG 2004 BESLUIT van Provinciale Staten van Limburg d.d. 30 januari 2004 (Prov. Blad 2004, nr. 8). Hoofdstuk I Algemene bepalingen Artikel 1 In deze verordening

Nadere informatie

Transparante Vennootschap

Transparante Vennootschap Transparante Vennootschap Er is een Transparante Vennootschap (hierna: TV) ingevoerd. Een TV is een naamloze vennootschap (hierna NV) of een besloten vennootschap (hierna: BV) die verzcht heeft om voor

Nadere informatie

HOEBERT HULSHOF & ROEST

HOEBERT HULSHOF & ROEST Inleiding Artikel 1 Deze standaard voor aan assurance verwante opdrachten heeft ten doel grondslagen en werkzaamheden vast te stellen en aanwijzingen te geven omtrent de vaktechnische verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Privacyreglement Werkvloertaal 26 juli 2015

Privacyreglement Werkvloertaal 26 juli 2015 Privacyreglement Werkvloertaal 26 juli 2015 Algemeen Privacyreglement Werkvloertaal Pagina 1 van 6 Algemeen Privacyreglement Werkvloertaal De directie van Werkvloertaal, overwegende, dat het in verband

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 941 Wijziging van de Wet op de inkomstenbelasting 1964, de Wet op de loonbelasting 1964, de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en de Coördinatiewet

Nadere informatie

Privacyreglement Work4People Privacyreglement

Privacyreglement Work4People Privacyreglement Privacyreglement VERWERKING PERSOONSGEGEVENS $ 1: Algemene bepalingen Artikel 1: Begripsbepaling In dit reglement wordt in aansluiting bij en in aanvulling op de Wet bescherming persoonsgegevens (Staatsblad

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 32 420 Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 ter implementatie van de richtlijn nr. 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december

Nadere informatie

1. In artikel 15a, eerste lid, wordt daartoe toestemming heeft gegeven vervangen door: daartoe uitdrukkelijk toestemming heeft gegeven.

1. In artikel 15a, eerste lid, wordt daartoe toestemming heeft gegeven vervangen door: daartoe uitdrukkelijk toestemming heeft gegeven. 33 509 Wijziging van de Wet cliëntenrechten zorg, de Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg, de Wet marktordening gezondheidszorg en de Zorgverzekeringswet (cliëntenrechten bij elektronische verwerking

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 219 Nieuwe regels voor een basisregistratie personen (Wet basisregistratie personen) Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 26 oktober 2012 Het

Nadere informatie

Verwerking van de verstrekte gegevens door de Politie vindt plaats overeenkomstig de Wet Politie Gegevens.

Verwerking van de verstrekte gegevens door de Politie vindt plaats overeenkomstig de Wet Politie Gegevens. Bijlage 5: GEGEVENSVERWERKING IN HET KADER VAN DEZE HANDREIKING Gegevens die worden verwerkt Onder "signaal" Mensenhandel wordt in deze handreiking verstaan hetgeen daarmee in bijlage 3 van de Aanwijzing

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 33 542 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met de regeling van het vastleggen en bewaren van kentekengegevens door de politie

Nadere informatie

GEDRAGSCODE. Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen

GEDRAGSCODE. Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen GEDRAGSCODE Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen Het College gerechtelijk deskundigen, met inachtneming van artikel 51k, eerste lid van de Wet deskundige in strafzaken (Stb. 2009, 33; hierna de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 0 0 33 079 Aanpassing van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met de wijziging van het recht op inzage, afschrift of uittreksel van bescheiden

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 727 Besluit van 26 oktober 2010, houdende vaststelling van de griffierechten en de bedragen, bedoeld in de artikelen 21, tweede lid, respectievelijk

Nadere informatie

Directoraat-generaal Belastingdienst, Belastingdienst/Caribisch Nederland. Besluit van 19 december 2010, nr. DGB2010/8059M, Staatscourant 2010, 21197

Directoraat-generaal Belastingdienst, Belastingdienst/Caribisch Nederland. Besluit van 19 december 2010, nr. DGB2010/8059M, Staatscourant 2010, 21197 Besluit Wet op de inkomstenbelasting BES. Directoraat-generaal Belastingdienst, Belastingdienst/Caribisch Nederland Besluit van 19 december 2010, nr. DGB2010/8059M, Staatscourant 2010, 21197 De staatssecretaris

Nadere informatie

Bijlage 8a, AB 18 december 2012 Controleverordening Gemeenschappelijke Regeling Meerstad

Bijlage 8a, AB 18 december 2012 Controleverordening Gemeenschappelijke Regeling Meerstad Bijlage 8a, AB 18 december 2012 Controleverordening Gemeenschappelijke Regeling Meerstad Vastgesteld bij besluit van het Algemeen Bestuur van 18 december 2012. Pagina 2 (6) Controleverordening Gemeenschappelijke

Nadere informatie

Besluit tot wijziging van de Nadere voorschriften controleen overige standaarden Vastgesteld 18 december 2008

Besluit tot wijziging van de Nadere voorschriften controleen overige standaarden Vastgesteld 18 december 2008 Besluit tot wijziging van de Nadere voorschriften controleen overige standaarden Vastgesteld 18 december 2008 1 Besluit tot wijziging van de Nadere voorschriften controle- en overige standaarden Vastgesteld

Nadere informatie

Controleprotocol provincie Utrecht

Controleprotocol provincie Utrecht Controleprotocol provincie Utrecht Controleprotocol voor de accountantscontrole bij door de provincie Utrecht gesubsidieerde instellingen Januari 2010 Controleprotocol provincie Utrecht 1 van 7 Controleprotocol

Nadere informatie

PRIVACYREGLEMENT AVAQ GROEP. Allround Security Company B.V., Allround Security Company B.V.B.A. en Vidocq B.V. maken onderdeel uit van AVAQ B.V.

PRIVACYREGLEMENT AVAQ GROEP. Allround Security Company B.V., Allround Security Company B.V.B.A. en Vidocq B.V. maken onderdeel uit van AVAQ B.V. PRIVACYREGLEMENT AVAQ GROEP Allround Security Company B.V., Allround Security Company B.V.B.A. en Vidocq B.V. maken onderdeel uit van AVAQ B.V. Privacyreglement AVAQ Groep versie mei 2018 Pagina 1 van

Nadere informatie

Privacy reglement / Geheimhouding

Privacy reglement / Geheimhouding Privacy reglement / Geheimhouding Frans Hoevenaars / Thea van Zevenbergen Dit document is het privacy reglement van Anchore 2 B.V. Het is een onderdeel van het kwaliteitshandboek.. Anchore 2, Kijk vooruit

Nadere informatie

Het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 wordt als volgt gewijzigd:

Het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 wordt als volgt gewijzigd: Bijlage bij de memorie van antwoord bij het wetsvoorstel Wijziging van enkele belastingwetten en enkele andere wetten ten behoeve van het afschaffen van de Verklaring arbeidsrelatie (Wet deregulering beoordeling

Nadere informatie

Besluit van PM datum tot wijziging van de Belastingregeling voor het land Nederland

Besluit van PM datum tot wijziging van de Belastingregeling voor het land Nederland Besluit van PM datum tot wijziging van de Belastingregeling voor het land Nederland Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van PM; Gelet op artikel 37 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen

Nadere informatie

Privacyreglement. Artikel 1. Bereik

Privacyreglement. Artikel 1. Bereik Privacyreglement Privacyreglement Artikel 1. Bereik 1.1 Dit reglement is van toepassing op de geheel of gedeeltelijk geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens. Het is eveneens van toepassing op

Nadere informatie

Privacyreglement Revalidatiecentrum Haaglanden

Privacyreglement Revalidatiecentrum Haaglanden Privacyreglement Revalidatiecentrum Haaglanden Artikel 1 Begripsbepalingen 1.1 persoonsgegeven: elk gegeven betreffende een geïdentificeerd of identificeerbaar persoon. 1.2 verwerking van persoonsgegevens:

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 667 Besluit van 21 december 1995, houdende wijziging van het Uitvoeringsbesluit Invorderingswet 1990 Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

Privacyreglement. Drive The Care Company b.v. Sint Martinusstraat CK Venlo Telefoon

Privacyreglement. Drive The Care Company b.v. Sint Martinusstraat CK Venlo Telefoon Privacyreglement Drive The Care Company b.v. Sint Martinusstraat 70 5911 CK Venlo Telefoon 077 467 40 33 E-mail: info@mentaalspecialist.nl Privacyreglement Versie : 1.1 Versiedatum: 04-06-2008 Inleiding

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 29 036 Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 met het oog op de vereenvoudiging, modernisering en harmonisering van de ter zake van de

Nadere informatie

Rapport. Datum: 27 mei 1998 Rapportnummer: 1998/191

Rapport. Datum: 27 mei 1998 Rapportnummer: 1998/191 Rapport Datum: 27 mei 1998 Rapportnummer: 1998/191 2 Klacht Op 26 januari 1998 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer B. te Bonn (Duitsland) met een klacht over een gedraging van

Nadere informatie

pagina 1 van 5 ECLI:NL:RBDHA:2014:6145 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 20-05-2014 Datum publicatie 04-06-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden AWB-13_10151 Belastingrecht Bijzondere kenmerken Bodemzaak

Nadere informatie

Bekendmaking Goedkeuring Gedragscode Verwerking Persoonsgegevens Financiële Instellingen

Bekendmaking Goedkeuring Gedragscode Verwerking Persoonsgegevens Financiële Instellingen Bekendmaking Goedkeuring Gedragscode Verwerking Persoonsgegevens Financiële Instellingen Het College bescherming persoonsgegevens (CBP) heeft een aanvraag ontvangen tot het afgeven van een verklaring in

Nadere informatie

Reikwijdte WBP ten aanzien van archiefbescheiden

Reikwijdte WBP ten aanzien van archiefbescheiden R e g i s t r a t i e k a m e r Rijksarchiefdienst..'s-Gravenhage, 8 mei 2000.. Onderwerp Naar aanleiding van uw verzoek om commentaar op het conceptartikel "Archiefdiensten en de Wet bescherming persoonsgegevens"

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 212 Wijziging van de Wet op het notarisambt (Reparatiewet Wet op het notarisambt) Nr. 8 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 9 maart 2004 Ea Het voorstel

Nadere informatie

pagina 1 van 5 15052014 Zoek regelingen op overheid.nl Gemeente Coevorden Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl! Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie

Nadere informatie