D l : Q O3' 7 DIEREN GEBRUIKEN FAUNAPASSAGES ONDER DE A6 IN FLEVOLAND. G.F.J. Smit G.J. Brandjes
|
|
- Christa Verstraeten
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 D l : Q O3' 7 DIEREN GEBRUIKEN FAUNAPASSAGES ONDER DE A6 IN FLEVOLAND G.F.J. Smit G.J. Brandjes w Bureau Waardenburg bv 6400
2
3 DIEREN GEBRUIKEN FAUNAPASSAGES ONDER DE A6 IN FLEVOLAND G.F.J. Smit G.J. Brandjes A~\ Bureau Waardenburg bv Adviseurs voor ecologie & milieu Postbus 365, 4100 AJ Culemborg Telefoon , Fax opdrachtgever: Rijkswaterstaat Dienstkri ng Lelystad - Randmeren mei 1998 rapport nr
4 Uitleenbon RWS Adviesdienst Verkeer en Vervoer Bibliotheek Postbus BA Rotterdam Leennummer: Signatuur: b Omschrijving: dieren gebruiken faunapassages onder de A6 in Flevoland Vervaldatum : Voor verlenging van de uitleentermijn dient u tijdig contact op te nemen met de bibliotheek. Bibliotheek Kamer Rijkswaterstaat Directie IJsselmeergebied Postbus AP Lelystad
5 Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal RijkswateTstaat 4~ directie lisselmeergebied Aan Bibliotheek RDIJ Kamer 468 Van A.Blaak Datum 25mei1999 Onderwerp Toezending rapporten Doorkiesnummer Bijlage(n) 2 Het bijgaande wordt u toegezonden conform afspraak gaarne reactie voor met verwijzing naar om te behouden met verzoek de behandeling over te nemen gaarne retour voor met verzoek om advies met dank voor inzage met verzoek om commentaar - conform verzoek retour te uwer informatie Bij deze 2 rapporten over het gebruik van faunapassages onder de A6 in Flevoland. Deze rapporten zijn verschenen naar aanleiding van onderzoek dat door de Dienstkring WVL is opgedragen aan Bureau Waardenburg. Het lijkt mij van belang dat dit in de bib.aanwezig is. Vriendelijke groet, ç7 Dienstkring Lelystad-Randmeren Telefoon Postadres Postbus 600, 8200 AP Lelystad Telefax Bezoekadres Zuiderwagenplein 2 ("Smedinghuis") Bereikbaar vanaf NS-station treintaxi of buslijnen 3,4,7, 13, 14, 17, 143, 154 (halte Noorderwagenplein)
6 Bureau Waardenburg bv rapport Rapport nr.: Status rapport: eindrapport, Datum uitgave: 13 mei 1998 Titel: Auteurs: DIEREN GEBRUIKEN FAUNAPASSAGES ONDER DE A6 IN FLEVOLAND drs. G.F.J. Smit, drs. G.J. Brandjes Aantal pagina s totaal: 31 Aantal tabellen: - Aantal figuren: 14 Aantal bijlagen: Aantal kaarten: - Project nr.: Projectleider: Naam en adres opdrachtgever: drs. G.F.J. Smit Rijkswaterstaat Dienstkring Lelystad - Randmeren postbus 600, 8200 AP, Lelystad Referentie opdrachtgever: , 15 oktober 1997 Akkoord: Handtekening: Directeur Bureau Waardenburg bv drs. A.J.M. Meijer Datum: 13 mei 1998 Bureau Waardenburg bv is niet aansprakelijk voor gevolgschade, alsmede voor schade welke voortvloeit uit toepassingen van de resultaten van werkzaamheden of andere gegevens verkregen van Bureau Waardenburg bv; opdrachtgever vrijwaart Bureau Waardenburg bv voor aanspraken van derden in verband met deze toepassing. Bureau Waardenburg bv / Ri/kswaterstaat Dienstkring Le! ystad-randmeren Dit rapport is vervaardigd op verzoek van opdrachtgever hierboven aangegeven en is zijn eigendom. Niets uit dit rapport mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden d.m.v. druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de opdrachtgever hierboven aangegeven en Bureau Waardenburg bv, noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. LL Bureau Waardenburg bv Adviseurs voor ecologie & milieu \ Postbus365, 4100AJ Culemborg Telefoon , Fax
7 VOORWOORD De Dienstkring Lelystad - Randmeren van Rijkswaterstaat heeft onder rijkswegen in Flevoland een aantal faunapassages aangelegd. De Directie lisselmeergebied heeft het voornemen het aantal faunavoorzieningen verder uit te breiden. De Directie wil daarvoor inzicht krijgen in het gebruik van de aangelegde passages door dieren. Op verzoek van Rijkswaterstaat Directie lisselmeergebied heeft Bureau Waardenburg een studie uitgevoerd naar het gebruik van vier faunapassages door dieren. Het gaat om passages die onder de A6 zijn aangebracht, twee fietstunnels met stobbenwallen en twee faunabuizen. De studie is uitgevoerd door G.F.J. Smit (rapportage en veidwerk) en G.J. Brandjes (verwerking gegevens en rapportage). Vanuit de opdrachtgever is het project begeleid door de heer A. Blaak. Met dank aan J. van der Winden voor hulp bij het determineren van sporen en R. Lucassen (Lucassen Electronics) voor het uitlezen van de elektronische tellers. 5
8 SAMENVATTING De Directie lisselmeergebied heeft het voornemen in Flevoland het aantal faunavoorzieningen onder rijkswegen uit te breiden en wil daarvoor inzicht krijgen in het gebruik van de aangelegde passages door dieren. Het voorliggende rapport geeft de resultaten van een studie naar het gebruik van vier recent aangelegde passages onder de A6, twee locaties met stobbenwallen en twee locaties met faunabuizen. Het veldwerk is uitgevoerd in de periode oktober maart In totaal zijn de onderzochte voorzieningen door minimaal acht soorten zoogdieren, twee soorten amfibieën en minimaal één soort vogel gebruikt. Woelmuizen en katten vormen de frequentste gebruikers. Stobbenwallen worden behalve door woelmuizen door andere soorten gebruikt dan de faunabuizen; konijnen houden zich veel bij de stobbewallen op en (nacht)roofvogels bijvoorbeeld gebruiken stobbenwallen als zitplaats. Het is voor de meeste soorten onbekend in hoeverre ze de faunabuizen ook daadwerkelijk passeren in plaats van slechts in- en uit lopen. Van kat en wezel is in ieder geval vastgesteld dat ze een buis geheel doorlopen hebben. De elektronische tellers hebben geen éénduidig beeld gegeven. Het verschil tussen twee telresultaten op één locatie kan niet goed verklaard worden. Bij alle voorzieningen is het aantal registraties beduidend hoger dan het aantal vastgestelde sporen. 19
9 INHOUD SAMENVATTING.7 INLEIDING Aanleiding voor deze studie Onderzochte locaties...15 Locatie 1: fietstunnel met stobbenwal km Locatie 2: fietstunnel met stobbenwal, Knardijk - km Locatie 3: faunabuis Kuindervaart - km Locatie 4: faunabuis Schotertocht - km Doelstelling METHODE RESULTATEN Algemeen Locatie 1: fietstunnel met stobbenwal - km Locatie 2: fietstunnel met stobbenwal Knardijk - km Locatie 3: faunabuis Kuindervaart - km Locatie 4: faunabuis Schotertocht - km DISCUSSIE Algemeen Stobbenwallen Kuindervaart Schotertocht CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN Conclusies Aanbevelingen LITERATUUR
10 : :' i 1:ii1L. Foto 1 Locatie 1, tohbewal in de fietstunnel onder de A6 - km 60. Foto 2 Locatie 1, stobbewal in de middenberm van de A6 - km 60.
11 Foto 3 Locatie 3, lichtbak in de middenberm van de A6 bi/ de faunapassage KuindervaarL FoLo 4 Locatie 3, ligging van de taunabuis onaer de A6 aan de kant van de Kuindervaart. 12
12 SM.4... Foto 5 Locatie 3, ligging van de faunabuis onder de A6 met greppel, aan de kant van de Lemstervaart. Foto 6 Locatie 4, situatie middenberm van de A6 b// de Schotertocht. De faunabuizen komen uit op de ingerasterde oever. 13
13 Figuur 1. Ligging van de vier onderzoekslocaties in Flevoland. 14
14 1 INLEIDING 1.1 Aanleiding voor deze studie De Dienstkring Lelystad Randmeren heeft onder rijkswegen in Flevoland een aantal faunapassages aangelegd. De aangebrachte voorzieningen variëren van specifieke faunatunnels tot stobbenwallen bij 'droge onderdoorgangen en loopplanken/drijvende vlonders bij 'natte' onderdoorgangen. De Directie lisselmeergebied heeft het voornemen het aantal faunavoorzieningen uit te breiden en wil daarvoor inzicht krijgen in het gebruik van de aangelegde passages door dieren. Het voorliggende rapport geeft de resultaten van een studie naar het gebruik van vier recent aangelegde passages onder de A6, twee locaties met stobbenwallen en twee locaties met faunabuizen. Het veldwerk is uitgevoerd in de periode oktober maart Het gebruik van loopplan ken en drijvende vlonders die bij 'natte' onderdoorgangen onder de N27 en A6 zijn aangebracht, is in 1997 onderzocht door de Dienst Weg- en Waterbouwkunde als onderdeel van een landelijke studie (Brandjes & Veenbaas, 1998), 1.2 Onderzochte locaties De onderzochte locaties liggen onder de A6. De twee fietstunnels met stobbenwallen liggen in Zuidelijk Flevoland, de voorzieningen met faunabuizen liggen in de Noordoostpolder. Op alle locaties zijn de rijbanen gescheiden door een brede middenberm. De ligging van de onderzoekslocaties is weergegeven op de kaart (figuur 1). Locatie 1: fietstunnel met stobbenwal km 60 Beide rijbanen zijn voorzien van een viaduct met fietspad en stobbenwal. Het fietspad bestaat uit een klinkerpad. Aan één zijde van het fietspad is een stobbenwal aangebracht. De stobbenwal loopt door over de middenberm en is onder beide viaducten op de betonnen ondergrond gelegd (zie foto 1 en 2). De middenberm is grazig en niet uitgerasterd. Het deel van de stobbenwal dat op de middenberm ligt, is begroeid met riet en kruiden; het deel onder de viaducten is onbegroeid. Op de bermen in de directe omgeving van de voorziening zijn veel sporen aangetroffen van veldmuis, konijn en mol. De locatie betreft knelpuntnr. 4 uit de knelpuntenstudie van Reitsma & Smit (1994). De werkzaamheden zijn in begin 1997 uitgevoerd (informatie A. Blaak). 15
15 Locatie 2: fietstunnel met stobbenwal, Knardijk - km 69 Beide rijbanen zijn voorzien van een viaduct met weg en stobbenwal. De weg is geasfalteerd en heeft vooral een functie voor fietsverkeer. In 1994 zijn in de directe omgeving rasters en beplantingsstroken aangelegd. Aan één zijde van het fietspad is in 1995 een stobbenwal aangebracht. De stobbenwal loopt door over de middenberm en is onder beide viaducten op de verharde ondergrond gelegd. De middenberm is grazig met steil oplopende taluds. De berm is uitgerasterd. Het deel van de stobbenwal dat op de middenberm ligt, is begroeid met riet en kruiden; het deel onder de viaducten is onbegroeid. Op de bermen in de directe omgeving van de voorziening zijn veel sporen aangetroffen van veldmuis, konijn en mol. De locatie betreft knelpuntnr. 6 uit de knelpuntenstudie van Reitsma & Smit (1994). De werkzaamheden zijn afgerond in 1995 (Werkgroep BROM-Flevoland, 1996). Locatie 3: faunabuis Kuindervaart - km 286 De Kuindervaart kruist de A6 onder een duiker. Voor de duiker ligt een stuw waar het water met grote snelheid overheen stroomt. De duiker is niet geschikt als faunapassage. Daarom is op korte afstand van de duiker een faunabuis onder de weg geperst die het trekken van dieren tussen de Kuindervaart en Lemstervaart mogelijk moet maken. De Kuindervaart heeft brede rietoevers. De omgeving van de faunabuis bestaat uit grasland en was in de periode van het onderzoek Vrij kaal. De strook langs Lemstervaart en de A6 is beplant. De voorziening bestaat uit een faunabuis met een lichtbak. De lichtbak bestaat uit een bakvormige constructie verzonken in de middenberm. De bak is afgedekt met een rooster (zie foto 3). Onder de beide rijbanen ligt een faunabuis die uitmondt in de lichtbak. De buis aan de kant van de Kuindervaart mondt uit langs een ontwateringsgreppel die een groot deel van het jaar droog staat. De greppel sluit aan op de Kuindervaart. Het talud is verstevigd met een houten constructie (zie foto 4). De wegberm is uitgerasterd. De buis aan de kant van de Lemstervaart sluit aan op een greppel die midden in de beplantingsstrook eindigt (zie foto 5). Er zijn plannen om de greppel door te trekken naar de oever van de Lemstervaart (informatie A. Blaak). De wegberm is uitgerasterd. Een schematisch overzicht van de situatie geeft figuur 2. De locatie betreft knelpuntnr. 11 uit de knelpuntenstudie van Reitsma & Smit (1994). De werkzaamheden zijn uitgevoerd in 1996 (Werkgroep BROM-Flevoland, 1996). 16
16 Figuur 2 Schematisch overzicht van de situatie bil de faunavoorziening Kuindervaart. Locatie 4: faunabuis Schotertocht - km 290 De Schotertocht kruist de beide rijbanen van de A6 onder een duiker. De tocht loopt door in de middenberm. De faunavoorzieningen moeten het trekken van dieren tussen het Kuinderbos en Lemstervaart mogelijk maken. De strook langs Lemstervaart en de A6 is beplant. Op de middenberm is één oever uitgerasterd (zie foto 6). Het raster bevat voorzieningen die het mogelijk maken dat dieren vanaf de middenberm de ingerasterde oever kunnen bereiken. Het ingerasterde deel kan verlaten worden via een faunabuis die onder beide rijbanen is aangebracht. De beide buizen monden uit langs de Schotertocht. De wegbermen zijn ter hoogte van de buisopeningen uitgerasterd. Een schematisch overzicht van de situatie geeft figuur 3. De locatie betreft knelpuntnr. 12 uit de knelpuntenstudie van Reitsma & Smit (1994). De werkzaamheden zijn uitgevoerd in 1995 (Werkgroep BROM-Flevoland, 1996). 17
17 bos bos bos raster - Schotertocht _1b05 A6 middenberm A6 Figuur 3 Schematisch overzicht van de situatie bil de faunavoorziening Schotertocht. 1.3 Doelstelling Doel van de studie is vast te stellen of de passages gebruikt worden, welke diersoorten van de passages gebruik maken en of de passages incidenteel dan wel frequent worden gebruikt. Tevens moet de studie inzicht geven in welke doelsoorten die in de omgeving voorkomen géén gebruik maken van de voorziening. ie3
18 2 METHODE De vier passages zijn recent aangelegd en worden daardoor mogelijk nog slechts incidenteel door dieren gebruikt. Teneinde de kans op het registreren van passanten zo groot mogelijk te maken, is gekozen voor een lange onderzoeksperiode waarbij de locaties eens in de twee â drie weken zijn bezocht. De onderzoeksperiode liep van 23 oktober 1997 tot en met 12 maart De veidmethodiek is afgestemd op de methode die door DWW is toegepast bij een studie naar het gebruik van natte onderdoorgangen, onder andere onder de A6 (Burchtkamp en Kuinderbos). Dit om een vergelijking met het gebruik van deze passages mogelijk te maken. De methode is ontleend aan het 'Overzicht onderzoeksmethoden gebruik faunapassages' (Brandjes & Smit, 1996a). De methode bestaat uit vier onderdelen: 1 (sporen)inventarisatie van de directe omgeving; 2 registratie van het gebruik van de passage met behulp van diersporen; 3 registratie door elektronische tellers; 4 beschrijving/beoordeling van de huidige toestand van de voorziening. De inventarisatie van directe omgeving van de faunapassage geeft een eerste indruk van de verschillende soorten die van de voorziening gebruik kunnen maken. Het sporenonderzoek is uitgevoerd door middel van het plaatsen van zogenaamde inktbedden met sporenplaten en sporenbuizen. Sporenbuizen zijn vooral bedoeld voor registratie van kleine zoogdieren. Deze zijn op alle vier de locaties geplaatst. Bij de beide stobbenwallen zijn steeds drie buizen geplaatst, één onder elk viaduct en één in de middenberm bij de stobbenwal. Na elke controle zijn de buizen steeds verplaatst. Bij de Kuindervaart zijn twee sporenbuizen geplaatst: één in de faunabuis aan de kant van de Kuindervaart en één in de buis aan de kant van de Lemstervaart. Bij de Schotertocht zijn vier buizen geplaatst: één bij elke buisopening. Sporenplaten zijn geplaatst in de faunabuizen bij de Kuindervaart en Schotertocht (foto 4 en 6; figuur 4 en 5). Elektronische tellers zijn geplaatst bij de Kuindervaart en de Schotertocht (figuur 4 en 5). Bij het Kuindervaart zijn twee tellers in de lichtbak geplaatst, één aan de wand en één in de buisopening. Bij de Schotertocht is een teller in de beide buisopeningen in de middenberm geplaatst. Bij de beide fietstunnels zijn geen tellers geplaatst. Tellers kunnen hier niet verdekt worden geplaatst zodat de kans dat ze hier worden weggehaald groot is. 19
19 Bij elk bezoek is de toestand van de voorziening gecontroleerd. Eventuele storingen die het onderzoek kunnen beïnvloeden zijn genoteerd en gemeld bij de opdrachtgever. Figuur 4 Schematisch overzicht van de opstelling bil de faunavoorziening Kuinde,vaart. Figuur 5 Schematisch overzicht van de opstelling bil de faunavoorziening Schotertocht. 20
20 3 RESULTATEN 3.1 Algemeen De elektronische tellers zijn zodanig ingesteld dat het mechanisme na een registratie een viertal minuten in rust gaat. Hierdoor wordt een passerend dier in de gelegenheid gesteld om buiten het detectiebereik van de teller te geraken zonder direct opnieuw geregistreerd te worden. Het lijkt er echter op dat - op grond van het verschijnsel veel dagen zonder registraties en enkele dagen met zeer veel registraties' - vooral in de lichtbak dieren toch meermalen geregistreerd worden, vermoedelijk doordat ze zich langdurig bij de teller in de buurt ophouden. De inktmethode levert duidelijke inktprenten op (figuur 6) waarvan het grote voordeel is dat de resultaten (in tegenstelling tot bijvoorbeeld sporen in zand bedden) meeneem baar zijn. Hierdoor is determinatie achteraf mogelijk. '.. S Figuur 6 Voorbeeld van inktprenten (links: muis; rechts: wezel). 21
21 3.2 Locatie 1: fietstunnel met stobbenwal - km 60 Deze onderdoorgang wordt veel gebruikt door woelmuizen (waarschijnlijk veldmuizen op grond van het omliggende habitat); de sporenbuizen zijn zowel onder het oostelijke als het westelijke viaduct regelmatig belopen. Rond en tussen de boomstobben in de beide tunnels zijn zeer veel uitwerpselen van konijnen aangetroffen. Tijdens de controlebezoeken is éénmaal een konijn gezien die de fietstunnel passeerde en de middenberm op vluchtte. In de oostelijke tunnel is naast een boomstobbe een vossendrol gevonden. Op de boomstobben onder de tunnels waren veel uitwerpselen van vogels te zien. Op zandige plekken naast de stobben waren ook regelmatig pootafdrukken van vogels zichtbaar. Tweemaal werd een braakbal van een ransuil gevonden op de boomstobben onder het oostelijke viaduct. 3.3 Locatie 2: fietstunnel met stobbenwal Knardijk - km 69 Ook langs deze stobbenwal is - onder het oostelijke viaduct - een vossendrol gevonden. Eveneens onder het oostelijke viaduct werd éénmalig een mollengang aangetroffen in het zand dat zich hier langs de stobbenwal heeft opgehoopt. De sporenbuizen onder zowel onder het oostelijke als het westelijke viaduct zijn regelmatig belopen door woelmuizen. Het gaat waarschijnlijk om veldmuizen waarvan mag worden aangenomen dat deze op de aanliggende, grazige bermen talrijk voorkomen. 3.4 Locatie 3: faunabuis Kuindervaart - km 286 Faunabuis Kuindervaart is minder frequent en door minder soorten belopen dan faunabuis Schotertocht. Van drie soorten zijn pootafdrukken gevonden: woelmuis (waarschijnlijk veldmuis op grond van het omliggende habitat), bruine rat en j. Alleen woelmuizen hebben de buis regelmatig gebruikt, bruine rat en kat slechts incidenteel. Ook in de omgeving is de aanwezigheid van woelmuizen aangetoond met de sporenbuizen. Het aantal elektronische registraties in de bak ligt gedurende de nachtelijke uren ongeveer een factor 3 hoger dan in de buis. Verder blijft overdag het aantal registraties in de bak onverminderd hoog, terwijl in de buis tussen 7.00 en uur vrijwel geen registraties gedaan zijn (een bekend beeld; zie discussie). Het totaal aantal registraties in de buis is voor de gehele onderzoeksperiode (ingedeeld per uur van het etmaal) weergegeven in figuur 7. 22
22 A6 Kuindervaart, aantal registraties per uur van de dag ç m in N - m in N O - m r r v r r N fl9 uur van de dag Figuur 7 Kuindervaart, aantal registraties per dagdeel door een elektronische te/ier. Alle registraties in de bak zijn op een relatief beperkt aantal dagen gedaan (32%). Op zes dagen zijn daarentegen wèl meer dan 50 bewegingen geregistreerd! In de buis zijn registraties verricht op 47% van het totaal aantal dagen (figuur 8). Het maximum aantal bewegingen per dag was echter bij de buis slechts 18. De westelijke opening van de buis raakt snel vol met bladafval. Dit blad moet regelmatig worden verwijderd om registratie voort te kunnen zetten. Eénmaal is na het verwijderen van het blad in de buis een kleine zaadvoorraad met tientallen esdoornzaadjes aangetroffen. Mogelijk is deze afkomstig van een eekhoorn. Eekhoorns komen voor in het Kuinderbos. Na zware regenval in november en januari bleek in zowel de westelijke buisopening als de lichtbak water te staan. Bij een volgende controle een week later was dit water weer weggezakt. 23
23 A6 Kuindervaart, aantal registraties per dag december maart c2 LII N. N N N N r- N N c co co c c O C C\ C C C C m C O C\ C C O C O O O O C O Q 999 O 0 CN O 0 m N L 0, rn N c' N m e. r' m ri CN r 0 0 datum Figuur 8 Kuindervaart, aantal registraties per dag door een elektronische te/ier. 3.5 Locatie 4: faunabuis Schotertocht - km 290 De voorziening is door zeven soorten gebruikt. De meest frequente gebruiker was de kat. Waarschijnlijk betreft dit slechts één exemplaar dat het gehele traject met beide buizen in zijn route heeft opgenomen. Ook woelmuizen (veldmuizen, rosse woel- en/of aardmuizen op grond van het omliggende habitat) belopen de buis regelmatig. Bruine rat en wezel hebben de faunabuis slechts enkele malen aangedaan. De wezel leek hierbij twee keer de gehele westelijke buis doorlopen te hebben. Incidenteel is de buis gebruikt door de bosmuis. Ook amfibieën hebben deze passage gebruikt. De prenten van (kleine) watersalamander en (gewone) pad zijn incidenteel in de oostelijke buis gevonden. Ook in de omgeving is de aanwezigheid van woelmuizen aangetoond met de sporenbuizen. De elektronische teller bij de Schotertocht heeft gemiddeld nog geen twee bewegingen per dag geregistreerd (altijd nul tot drie). De bewegingen vinden gedurende de gehele dag plaats zonder duidelijke piek in de nacht of op de dag. Ook het aantal dagen waarop registraties gedaan zijn (28% van het totaal aantal onderzoeksdagen) is gelijkmatig verdeeld over de onderzoeksperiode. 24
24 4 DISCUSSIE 4.1 Algemeen Van sommige soorten is niet duidelijk of ze een faunabuis geheel doorlopen, oftewel of ze daadwerkelijk de weg passeren, of dat ze de buis alleen maar in- en uitlopen. Gezien het gedragspatroon op grond van de aangetroffen sporen, lijken in ieder geval wezel en kat (één weghelft van) de A6 via de buizen te passeren. Bij de stobbenwallen komt daar het konijn nog bij. Hoewel niet ondersteund door duidelijke waarnemingen van sporen, maakt de aanwezigheid van uitwerpselen en kennis over het gebruikelijke gedrag van vossen aannemelijk dat vossen de onderdoorgangen met stobbenwallen regelmatig over de volle lengte passeren. Muizen, padden en salamanders lopen de buizen wel in, maar of ze de gehele voorziening passeren is twijfelachtig. Het microklimaat in de buizen (koude in combinatie met tocht) is ongunstig. De omstandigheden bij de onderdoorgangen met stobbenwallen komen onder het kunstwerk wat betreft ruimte, lichtintensiteit, temperatuur, luchtvochtigheid, dekking, geur, etc. méér overeen met de natuurlijke omgeving dan in de faunabuizen. Voor werkelijke passage door muizen en amfibieën is dit type voorziening waarschijnlijk meer geschikt. Van kleine marterachtigen zijn alleen sporen van wezel gevonden. Op de door Brandjes en Veenbaas in Flevoland onderzochte locaties zijn geen sporen van kleine marterachtigen gevonden. De locaties bij Kuindervaart en Schotertocht lijken in principe wèl geschikt voor wezel, hermelijn en bunzing. Bij vergelijkbare passages elders in het land - waar gebruik door deze soorten is vastgesteld - worden sporen van kleine marterachtigen met opvallende regelmaat gevonden (Brandjes en Veenbaas, 1998). De onderzochte voorzieningen worden daarom waarschijnlijk niet of slechts incidenteel door kleine marterachtigen gebruikt. Doordat het onderzoek in het winterhalfjaar is uitgevoerd zal de kans op het registreren van sporen van een algemeen voorkomende soort als de egel klein zijn geweest. De dieren zijn deze periode in winterrust. Ook verkeersslachtoffers worden in de winter slechts incidenteel gevonden (Meijer et al., 1997). De aangetroffen sporen van woelmuizen zullen in de meeste gevallen en in ieder geval in Zuidelijk en Oostelijk Flevoland betrekking hebben op de lokaal talrijke veldmuis (Broekhuizen et al., 1992). Een soort woelmuis die daarnaast nog in de Noordoostpolder te verwachten is, is de aardmuis die echter bij voorkeur een drielagige vegetatiestructuur bewoont; de veldmuis prefereert een éénlagige structuur (Lange et al., 1994). In geval van een tweelagige vegetatiestructuur bepaalt de vochtigheidsgraad de dominantie. In vochtige milieus domineert de aardmuis, in droge milieus de veldmuis. In 25
25 delen van het Kuinderbos met weelderige ondergroei komt nog een derde soort woelmuis voor, namelijk de rosse woelmuis. Op grond van het bovenstaande en de specifieke situaties in het veld mag aangenomen worden dat de sporen van woelmuizen bij de Schotertocht betrekking kunnen hebben op veld-, aard of rosse woelmuizen en dat sporen op overige drie locaties veldmuizen betreffen. De aangetroffen sporen van salamanders zullen betrekking hebben op de kleine watersalamander. Deze is algemeen in Nederland en (waarschijnlijk) de enige soort die in Flevoland voorkomt (Bergmans & Zuiderwijk, 1986). 4.2 Stobbenwallen Stobbenwallen worden gebruikt door enkele soorten die niet zijn aangetoond voor de buizen, zoals Vos en konijn. Toch is van zowel vossen als konijnen bekend dat ze ook faunabuizen gebruiken (Nieuwenhuizen & Van Apeldoorn, 1994). Voor mollen is het zeer onwaarschijnlijk dat ze ooit baat zullen hebben bij faunabuizen. Dat regelmatig gebruik van de onderdoorgang niet altijd betrekking heeft op het passeren van barrière A6 blijkt uit de vondsten van braakballen op boom stobben. Het spreekt vanzelf dat de aantrekkelijke nevenfunctie van een stobbenwal als zitplaats voor roofvogels niet aan een faunabuis beschoren is. Bij beide locaties met stobbenwallen zijn geen sporen van soorten als egels, kleine marterachtigen en reeën aangetroffen. Bij de stobbenwallen zijn echter geen sporenplaten of zandbedden geplaatst. Het mag worden aangenomen dat deze soorten in de omgeving van de passages voorkomen. De stobbenwallen geven schuilgelegenheid aan deze dieren en bieden foerageermogelijkheden voor kleine marterachtigen. De ruime afmetingen van de fietstunnels en de afgelegen ligging maken beide passages in principe geschikt voor alle genoemde diersoorten inclusief reeën. 4.3 Kuindervaart Het grote verschil in het aantal registraties per dag en het aantal dagen dat bewegingen geregistreerd zijn tussen de teller van de bak en de teller van de buis bij de Kuindervaart is moeilijk te verklaren. Het uitblijven van registraties gedurende de dag bij de buis is een patroon dat veelvuldig gevonden wordt bij faunavoorzieningen (Brandjes & Veenbaas, 1998) evenals het regelmatige patroon over de gehele onderzoeksperiode. Het gelijktijdig optredende grote aantal registraties van de teller in de bak gedurende een relatief klein aantal dagen, wijst op incidentele, maar in dat geval urenlange presentie van een dier hier. Mogelijk vallen nu en dan kleine dieren (veldmuizen?) vanuit de middenberm in de bak, die hier 26
26 vervolgens niet direct (kunnen) verdwijnen. Het in verhouding geringe aantal sporen op de sporenplaten ondersteunt dit. Het is een algemeen beeld dat er meer bewegingen door de tellers dan sporen op de sporenplaten vastgesteld worden (Brandjes & Veenbaas, 1998). Een overschatting van het aantal passanten door de tellers kan veroorzaakt worden door aarzelende of omkerende dieren die meermalen geregistreerd worden. In september 1997 is een doodgereden egel gevonden op de vluchtstrook boven de faunabuis, aan de kant van de Lemstervaart. De toegang tot de buis was destijds door overhangend gras en kleefkruid niet zichtbaar. De wegberm was eveneens nog niet uitgerasterd. Vlakbij faunabuis Kuindervaart is een gewone pad waargenomen. Deze soort - waarvan prenten zijn gevonden in faunabuis Schoterpad - is dan ook een potentiële gebruiker van de voorziening. De omgeving van de Kuindervaart behoort tot het leefgebied van de ringslang die hierdoor als potentiële soort geldt voor de voorziening. Sporen van reptielen worden echter zeer sporadisch op loopstroken van faunapassages gevonden. Het passeren van faunabuizen door reptielen is tot nu toe zelfs nog nooit vastgesteld. 4.4 Schotertocht De elektronische teller in faunabuis Schotertocht heeft regelmatig over het etmaal en gelijkmatig over de onderzoeksperiode (100 dagen) geregistreerd. Dit beeld komt overeen met de resultaten van onderzoek aan de loopplank in de iets noordelijker gelegen duiker Schoterpad D Tocht (Brandjes & Veenbaas, 1998). Voor beide voorzieningen wordt het regelmatige waarnemingspatroon verklaard door het gebruik door een kat. Faunabuis Schotertocht is behalve door de kat nog door zes andere soorten gebruikt (Schoterpad D Tocht is behalve door de kat alleen incidenteel nog door bruine rat en 'muis' gebruikt). De sporenplaten van faunabuis Schotertocht zijn hiermee van de vier voorzieningen door het grootste aantal soorten belopen. Dit is vermoedelijk te verklaren door de geschiktheid van het achterland. De direct aangrenzende bosrand van het Kuinderbos vormt een geschikt habitat voor veel soorten (zoog)dieren, bijvoorbeeld kleine marterachtigen, zoals de vastgestelde wezel. Ook vormt het waterrijke en van veel dekking voorziene Kuinderbos een goed landhabitat voor salamanders en padden waarvan prenten op de sporenplaten zijn aangetroffen. De ringslang kan 66k voor faunabuis Schoterpad genoemd worden als potentiële gebruiker. De soort komt voor in het gehele Kuinderbos. Verder zijn uit de omgeving van het Kuinderbos recentelijk twee meldingen van in 1995 doodgereden boommarters bekend geworden. Deze soort 27
27 staat bekend om zijn nachtelijke zwerftochten waarbij tot 20 kilometer per nacht afgelegd kan worden. Rijkswegen worden hierbij als grote barrières beschouwd. De aan het leven in bomen gebonden boommarters zullen helaas weinig baat hebben bij de onderzochte faunabuizen. De enige waarneming van een boommarter in Nederland die een faunavoorziening gebruikte en waarbij steenmarter met zekerheid uitgesloten kon worden, stamt van één van de ecoducten op de Veluwe, waar het exemplaar passeerde via de boomaan plant op het ecoduct. Een maatregel die vermoedelijk door boom marters geaccepteerd wordt, is de eekhoorn brug (die lijkt op een horizontale touwladder en gespannen kan worden tussen twee bo(o)m(kron)en aan weerszijden van de rijksweg).
28 5 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN 5.1 Conclusies locatie vastgestelde soorten functioneren optimalisering fietstunnel km 60 woelmuis, vos, konijn goed n.v.t. en ransuil fietstunnel woelmuis, vos en mol goed n.v.t. K nardij k faunabuis woelmuis, bruine rat beperkt zie aanbeveling Kuindervaart en kat voor inrichting faunabuis woelmuis, bosmuis, goed zie aanbeveling Schotertocht bruine rat, wezel, kat, voor beheer pad en salamander In totaal zijn de onderzochte voorzieningen door minimaal elf gewervelde diersoorten gebruikt (acht soorten zoogdieren, twee soorten amfibieën en minimaal één soort vogel). Woelmuizen (alle locaties) en katten (beide buizen) vormen de frequentste gebruikers. Bij de Schotertocht is gebruik door zeven soorten vastgesteld: woelmuis, bosmuis, bruine rat, wezel, kat, pad en salamander. Bij de Kuindervaart is gebruik door drie soorten vastgesteld: woelmuis, bruine rat en kat. Het verschil met de Schotertocht wordt verklaard door het geschiktere aangrenzende habitat (Kuinderbos). Gebruik van de stobbenwallen is aangetoond voor vier (km 60: woelmuis, vos, konijn en ransuil) en drie soorten (Knardijk: woelmuis, vos en mol). Het betreft behalve woelmuizen andere soorten dan de faunabuizen. Aangenomen mag worden dat het aantal soorten, dat de relatief zeer ruime fietstunnels met stobbenwallen gebruikt, vergeleken met de faunabuizen groter is. Ook hebben stobbenwallen meer functies. Voor (nacht)roofvogels bijvoorbeeld hebben de stobben een betekenis als zitplaats en voor muizen (en dus hun predatoren kleine marterachtigen) als habitat. Stobbewallen zijn een relatief goedkope voorziening die het gebruik van een onderdoorgang door dieren duidelijk versterkt. 29
29 De elektronische tellers hebben geen éénduidig beeld gegeven. Het verschil tussen de telresultaten van de detector bij de lichtbak en bij de buis Kuindervaart kan niet goed verklaard worden. Het aantal registraties door de tellers is bij alle voorzieningen beduidend hoger dan het aantal vastgestelde sporen. Het is voor de meeste soorten onbekend in hoeverre ze de voorzieningen ook daadwerkelijk passeren in plaats van slechts in- en uit lopen. Van kat en wezel is vastgesteld dat ze een buis geheel doorlopen hebben. 5.2 Aanbevelingen Bij de Kuindervaart wordt aanbevolen om tussen het achterland en het huidige raster (dat parallel aan de weg ligt) een beplantingsstrook aan te leggen om geleiding vanuit de berm en het achterland naar de passage te bevorderen. Regelmatig onderhoud van de faunabuizen wordt aanbevolen om de ingang vrij te houden van overwoekering door kruiden en inwaaiend bladafval. Periodiek kunnen de buizen onder water staan, maar dit is vanwege de relatief korte duur van ondergeschikt belang. Stobbenwallen zij relatief goedkope aanpassingen aan bestaande kunstwerken die altijd lijken te werken (multifunctionele betekenis). Waar de ruimte het toelaat worden stobbenwallen daarom aanbevolen voor alle (relatief rustige) bestaande onderdoorgangen. Om een meer compleet beeld te krijgen van het aantal (soorten) gebruikers dienen de faunapassages een jaar lang lang onderzocht te worden. Diersoorten waarvan de activiteiten seizoensgebonden zijn, zoals egel en amfibieën, maken dan een grotere kans om vastgesteld te worden. Ook van soorten die mogelijk slechts incidenteel gebruik maken van de passages, zoals vossen, ontstaat een nauwkeuriger beeld. Voor vervolgonderzoek (met de in het huidige onderzoek gehanteerde methoden) wordt aanbevolen ook andere typen passages (bijvoorbeeld loopplanken in duikers) te betrekken. Bepaalde voorkeuren van dieren kunnen hierdoor naar voren komen. WE
30 6 LITERATUUR Bergmans W., & A. Zuiderwijk, Atlas van de Nederlandse amfibleën en reptielen. KNNV, Utrecht. Brandjes, G.J. & G.F.J. Smit, 1996a. Overzicht onderzoeksmethoden gebruik faunapassages. DWW Versnipperingsreeks deel 30/ BW rapport 96.48, DWW/ Bureau Waardenburg, Culemborg. Brandjes, G.J. & G.F.J. Smit, 1996b. Oriënterend onderzoek naar het gebruik door de fauna van het viaduct 'Mauritskamp' over de A28. Rapport 96.63, Bureau Waardenburg, Culemborg. Brandjes, G.J. & G. Veenbaas, Onderzoek faunapassages langs watergangen onder rijkswegen in Nederland. DWW Versnipperingsreeks in druk. DWW, Delft. Broekhuizen, S., B. Hoekstra, V. van Laar, C. Smeenk & J.B.M. Thissen, Atlas van de Nederlandse zoogdieren. KNNV, Utrecht. BROM-Flevoland, Jaarverslag 1994 van de Werkgroep BROM- Flevoland. Rijkswaterstaat Directie lisselemeergebied, Lelystad. BROM-Flevoland, Verslag van de jaren 1995 en 1996 van de Werkgroep BROM-Flevoland. Rijkswaterstaat Directie lisselmeergebied, Lelystad. Lange, R., P. Iwisk, A. van Winden & A. van Diepenbeek, Zoogdieren van West-Europa. KNNV, Utrecht. Meijer, A.J.M. G.F.J. Smit & A. Bak, Monitoring Faunaverkeersslachtoffers Rijkswegen Zeeland, rapportage t/m Rapport 97.16, Bureau Waardenburg, Culemborg. Nieuwenhuizen W. & R.C. van Apeldoorn, Het gebruik van faunapassages door zoogdieren bij rijksweg Al ter hoogte van Oldenzaal. Rapport nr. P-DWW , DWW, Delft. Reitsma, J.M. & G.F.J. Smit, Versnippering door rijkswegen in Flevoland. Rapport 94.13, Bureau Waardenburg, Culemborg. Sips, H.J.J., Bestaande faunapassages van de rijksweg A7 in het Robbenoordbos. Rapport 94.48, Bureau Waardenburg, Culemborg. Smit, G.F.J Gebruik van faunapassages bij rijkswegen. Overzicht en Onderzoeksplan. DWW Versnipperingsreeks deel 29/ BW rapport 96.47, DWW/ Bureau Waardenburg, Culemborg. 31
31
Amfibieën op loopstroken onder rijkswegen
1 Amfibieën op loopstroken onder rijkswegen Jeroen Brandjes, Geesje Veenbaas & Gerard Smit Een faunapassage is een bouwkundige constructie die is aangelegd om passage van dieren over of onder een (spoor)weg
Nadere informatieHet gebruik door dieren van faunapassages bij de Elfenbaan.
Het gebruik door dieren van faunapassages bij de Elfenbaan. N11, Traject Alphen a/d Rijn Zoeterwoude-Rijndijk R. van Eekelen Het gebruik door dieren van faunapassages bij De Elfenbaan. N11, Traject Alphen
Nadere informatieMonitoring Faunapassages Noord-Brabant pilot 2006
Monitoring Faunapassages Noord-Brabant pilot 2006 Monitoring van het gebruik van 47 faunapassages onder provinciale wegen G.F.J. Smit Monitoring Faunapassages Noord-Brabant pilot 2006 Monitoring van het
Nadere informatieFAUNAMONITORING IN DE PROVINCIE ZEELAND Provincie Zeeland & Rijkswaterstaat Zee en Delta 1 FEBRUARI 2019
FAUNAMONITORING IN DE PROVINCIE ZEELAND Provincie Zeeland & Rijkswaterstaat Zee en Delta 1 FEBRUARI 2019 Contactpersoon BAS VAN DEN DRIES Arcadis Nederland B.V. Postbus 264 6800 AG Arnhem Nederland 2 van
Nadere informatieErvaringen met verkeersslachtoffertellingen G.F.J. Smit, A.J.M. Meijer Bureau Waardenburg bv
Ervaringen met verkeersslachtoffertellingen G.F.J. Smit, A.J.M. Meijer Bureau Waardenburg bv Inleiding Jaarlijks worden vele dieren in ons land slachtoffer van het verkeer. Het aantal slachtoffers onder
Nadere informatieMonitoring gebruik faunapassages Rijkswaterstaat Utrecht
Monitoring gebruik faunapassages Rijkswaterstaat Utrecht Onderzoek op 13 locaties langs rijkswegen A12, A27 en A28 G.J. Brandjes F. van Vliet Monitoring gebruik faunapassages Rijkswaterstaat Utrecht Onderzoek
Nadere informatieTxt L.,t6bS. Monitoring gebruik faunapassages Rijkswaterstaat Utrecht. Bureau Waardenburg bv Adviseurs voor ecojoge & miheu
Txt L.,t6bS Monitoring gebruik faunapassages Rijkswaterstaat Utrecht Onderzoek op 19 locaties langs rijkswegen A2, Al2, A27 en A28 F. van Vliet G.J. Brandjes Bureau Waardenburg bv Adviseurs voor ecojoge
Nadere informatieNatuurtoets innamepunt Epe
NOTITIE Vitens watertechnologie NV dhr. H. Hunneman Postbus 1090 8200 BB Lelystad DATUM: 20 december 2011 ONS KENMERK: 11-614/11.14032/DimEm UW KENMERK: e-mail d.d. 14-10-2011 AUTEUR: PROJECTLEIDER: CONTROLE:
Nadere informatieRapport monitoring gebruik faunapassages
www.rijkswaterstaat.nl Bijlage(n) Rapport monitoring gebruik faunapassages De Wiericke, Karitaatmolensloot, Rietveldsche wetering en Hoogeveensche vaart Pagina 1 van 48 Pagina 2 van 48 Rapport monitoring
Nadere informatieGemeente s-hertogenbosch Dhr. T. van Tol Postbus 12345 5200 GZ s-hertogenbosch
Ecologie & landschap NOTITIE Gemeente s-hertogenbosch Dhr. T. van Tol Postbus 12345 5200 GZ s-hertogenbosch DATUM: 21-04-2015 ONS KENMERK: UW KENMERK: - AUTEUR: PROJECTLEIDER: 15-143/15.02500/DirKr D.B.
Nadere informatieNOTITIE. Methodiek. Plangebied en ingreep
NOTITIE Mevr. T. Martens Gemeente Nijmegen Postbus 9105 6500 HG Nijmegen DATUM: 08-04-2016 ONS KENMERK: 16-188/16.02404/DirKr UW KENMERK: VPL nr. 236970 AUTEUR: PROJECTLEIDER: D.B. Kruijt D.B. Kruijt STATUS:
Nadere informatieons kenmerk / /GerSm datum 12 januari 2018 onderwerp Advisering faunaverkeerslachtoffers fietspad uw kenmerk - aantal blz.
Gemeente Berg en Dal Afdeling Openbare Werken C. van der Ree Postbus 20 6560 AA Groesbeek ons kenmerk 15-091/17.06505/GerSm datum 12 januari 2018 onderwerp Advisering faunaverkeerslachtoffers fietspad
Nadere informatieGemeente Nijmegen T. Martens Postbus HG Nijmegen. Quick scan Flora- en faunawet Mesdagstraat te Nijmegen
Ecologie & landschap NOTITIE Gemeente Nijmegen T. Martens Postbus 9105 6500 HG Nijmegen DATUM: 29 januari 2016 ONS KENMERK: UW KENMERK: -- AUTEUR: PROJECTLEIDER: 15-879/16.00623/RalSm R.R. Smits G. Hoefsloot
Nadere informatieNOTITIE. Quickscan perceel Veldstraat 4 te Nijmegen. Methodiek. Plangebied en ingreep
NOTITIE Mevr. T. Martens Gemeente Nijmegen Postbus 9105 6500 HG Nijmegen DATUM: 15-04-2016 ONS KENMERK: 16-109/16.01207/DirKr UW KENMERK: VPL 235792 AUTEUR: PROJECTLEIDER: D.B. Kruijt D.B. Kruijt STATUS:
Nadere informatieOnderzoek naar het voorkomen van de waterspitsmuis in een herinrichtingsgebied in Polder de Peizer- en Eeldermaden in 2009
Onderzoek naar het voorkomen van de waterspitsmuis in een herinrichtingsgebied in Polder de Peizer- en Eeldermaden in 2009 November 2009 Rapport van de Zoogdiervereniging In opdracht van ARCADIS Nederland
Nadere informatieBron: Goois Natuurreservaat Natuurbrug Zanderij Crailoo: verbinding voor mens en dier
uit de wetenschap Bron: Goois Natuurreservaat Natuurbrug Zanderij Crailoo: verbinding voor mens en dier In 2006 is Natuurbrug Zanderij Crailoo feestelijk door de koningin geopend. Met een lengte van achthonderd
Nadere informatieVleermuisonderzoek Prins Mauritsschool Nijmegen
Ecologie & landschap NOTITIE Gemeente Nijmegen T. Martens Postbus 9105 6500 HG Nijmegen DATUM: 7 november 2014 ONS KENMERK: 14-577/1405584/LieAn UW KENMERK: VPL 213937 PROJECTLEIDER: INVENTARISATIE: G.
Nadere informatieEvaluatie tien faunapassages Zeeuws- Vlaanderen 2008
Evaluatie tien faunapassages Zeeuws- Vlaanderen 2008 D. Emond F. van Vliet Evaluatie tien faunapassages Zeeuws-Vlaanderen 2008 D. Emond F. van Vliet opdrachtgever: Rijkswaterstaat Zeeland en Provincie
Nadere informatieNatuurtoets Haarweg 127 te Gorinchem
NOTITIE Van den Heuvel Ontwikkeling & Beheer B.V. dhr. E. van den Heuvel Lekdijk 44 2967 GL Langerak (ZH) DATUM: 1 mei 2012 ONS KENMERK: AUTEUR: PROJECTLEIDER: STATUS: versie 1 CONTROLE: 12-244/12.02267/DimEm
Nadere informatieInventarisatie grote bosmuis Ruiten Aa, Groningen 2011
Inventarisatie grote bosmuis Ruiten Aa, Groningen 2011 D.L. Bekker Oktober 2011 Rapport van de Zoogdiervereniging Inventarisatie grote bosmuis Ruiten Aa, Groningen 2011 D.L. Bekker Rapport nr.: 2011.33
Nadere informatieQuick scan beschermde soorten zonneweide Ceresweg, Tholen
Ecologie & landschap NOTITIE DELTA Energy BV R. Wisse Postbus 5048 4330 KA Middelburg DATUM: 28 november 2014 ONS KENMERK: UW KENMERK: AUTEUR: PROJECTLEIDER: STATUS: CONTROLE: 14-838/14.06963/AnnKo email
Nadere informatieMonitoring wildwaarschuwingssysteem. 2012 in Overijssel
Monitoring wildwaarschuwingssysteem 2012 in Overijssel Opdrachtgever: Projectleiding: Onderzoeksperiode: Onderzoekslocaties: Veldwerk: Auteurs: Datum: Provincie Overijssel, Bert Dijkstra en Marc Wilborts
Nadere informatieEindrapport VELDONDERZOEK KLEINE MARTERS IN DE ZWAAIKOM TE OOSTERHOUT
Eindrapport VELDONDERZOEK KLEINE MARTERS IN DE ZWAAIKOM TE OOSTERHOUT Eindrapport VELDONDERZOEK KLEINE MARTERS IN DE ZWAAIKOM TE OOSTERHOUT rapportnr. 2017.2494 juni 2017 In opdracht van: Gemeente Oosterhout
Nadere informatieOnderzoek naar het voorkomen van grote bosmuis bij Ter Apel 2014
Onderzoek naar het voorkomen van grote bosmuis bij Ter Apel 2014 D.L. Bekker Augustus 2014 Rapport van het Bureau van de Zoogdiervereniging In opdracht van Antea Group Onderzoek naar het voorkomen van
Nadere informatieOrdito Gilze B.V. t.a.v. dhr. C. van Kuijk Postbus ZH GILZE
Postadres: Postbus 1015 6040 KA Roermond Bezoekadres: Zuidhoven 9m 6042 PB Roermond telefoon 0475 32 00 00 - fax 0475 32 19 67 - email info@aeres-milieu.nl - internet www.aeres-milieu.nl IBAN NL70 INGB
Nadere informatieGemeente s Hertogenbosch Dhr. J. Winter Postbus GZ s-hertogenbosch
Ecologie & landschap NOTITIE Gemeente s Hertogenbosch Dhr. J. Winter Postbus 12345 5200 GZ s-hertogenbosch DATUM: 18 april 2018 ONS KENMERK: UW KENMERK: - AUTEUR: PROJECTLEIDER: STATUS: CONTROLE: 18-0049/18.03871/MarBo
Nadere informatieOnderzoek flora en fauna Landschapspark Susteren
Onderzoek flora en fauna Landschapspark Susteren Monitoring faunapassages en inventarisatie ecologische zones bij de N297 G.J. Brandjes F. van Vliet G. Hoefsloot Onderzoek flora en fauna Landschapspark
Nadere informatieP.W. Pastoor Blauwverversteeg 1 3841 DX Harderwijk. Notitie veldbezoek perceel Blauwverversteeg 3 te Harderwijk
NOTITIE P.W. Pastoor Blauwverversteeg 1 3841 DX Harderwijk DATUM: 10 januari 2013 ONS KENMERK: 10-719/12.06097/IngHR UW KENMERK: uw mail dd. 18 december 2012 AUTEUR: PROJECTLEIDER: STATUS: versie 1.0 CONTROLE:
Nadere informatie~J 'J ~_; JJj_;1 -~-L'._j_f J~-- _;J (j) VJ ~_;J~ N l'- O"l. !'- co. (V) O"l
~J 'J ~_; JJj_;1 -~-L'._j_f J~-- _;J (j) VJ ~_;J~ (V) O"l 0 st N l'- O"l co!'- co 1 i ~-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Nadere informatieIn opdracht van: Gemeente Utrecht
In opdracht van: Gemeente Utrecht 2 Monitoring faunapassages Gemeente Utrecht RA14076-01 Tekst, foto's en samenstelling In opdracht van Naam opdrachtgever Rapportnummer Status rapport P.T. Twisk Gemeente
Nadere informatieWaterbodemsanering Biesbosch
Waterbodemsanering Biesbosch Ligging van beverburchten en beverholen winter 2008/2009 Ir. V. Dijkstra Datum: 17 maart 2009 Rapport: 2009.06 van Zoogdiervereniging VZZ In opdracht van: Rijkswaterstaat Zuid-Holland
Nadere informatiemmmm:?-:- B \ D O C (bibliotheek en documentatie) 89 2001 (2) Dienst Weg-en Waterbouwkunde Postbus 5044, 2600 GA DELFT Tol.
mmmm:?-:- B \ D O C (bibliotheek en documentatie) Dienst Weg-en Waterbouwkunde Postbus 5044, 2600 GA DELFT Tol. 015-2518 363/364 89 2001 (2) loof Cx) 1. Rapportnummer DWW-2002-155 2. Serienummer 3. Ontvanger
Nadere informatieVLEERMUIZEN ONDERZOEK HELLEVOETSLUIS 2008
VLEERMUIZEN ONDERZOEK MOLSHOEK HELLEVOETSLUIS 2008 K. Mostert & E. Thomassen Stichting Zoogdierenwerkgroep Zuid-Holland In opdracht van gemeente Hellevoetsluis 1 INHOUD Inleiding... 3 Gebiedsbeschrijving...
Nadere informatieRegistreren van het gebruik van
Levende Natuur Registreren van het gebruik van Rijkswaterstaat heeft de laatste jaren steeds meer faunapassages bij wegen aangelegd, waaronder loopplanken en zogenoemde doorgetrokken oevers onder bruggen
Nadere informatieOnderzoek naar het voorkomen van noordse woelmuis & waterspitsmuis De Hulk & Etersheim 2014
Onderzoek naar het voorkomen van noordse woelmuis & waterspitsmuis De Hulk & Etersheim 2014 D.L. Bekker September 2014 Rapport van het Bureau van de Zoogdiervereniging In opdracht van ARCADIS Nederland
Nadere informatieQuickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde.
Quickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde. Quickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde. Status Definitief Datum 7 april 2015 Handtekening Matthijs
Nadere informatieNotitie veldbezoek Middelweg 12 te Moordrecht
NOTITIE R. Stout Middelweg 12 2841 LA Moordrecht DATUM: 16 april 2012 ONS KENMERK: 12-200/12.01680/DirSt UW KENMERK: Gunning 22-03-2012 AUTEUR: PROJECTLEIDER: STATUS: ing. K.D. van Straalen drs. I. Hille
Nadere informatieUitvoering mitigerende maatregelen Ruusbroeckstraat en omgeving
NOTITIE Gemeente Nijmegen Mevr. T. Martens Postbus 9105 6500 HG Nijmegen DATUM: 15 november 2011 ONS KENMERK: UW KENMERK: AUTEUR: PROJECTLEIDER: pm G771/11.0016099 G. Hoefsloot G. Hoefsloot STATUS: versie
Nadere informatieQuick scan ecologie. terrein hoek Bladstraat Bogtmanweg Tuitjenhorn. 21 februari 2018
Quick scan ecologie terrein hoek Bladstraat Bogtmanweg Tuitjenhorn 21 februari 2018 1 Quick scan ecologie terrein hoek Bladstraat Bogtmanweg te Tuitjenhorn Auteur Opdrachtgever Foto omslag Philippine Brouwer-Stam,
Nadere informatieFLORA- EN FAUNASCAN Fietsbrug over de A9
FLORA- EN FAUNASCAN Fietsbrug over de A9 Opdrachtgever: SD+P management en Advies BV Projectnummer : P12039 Datum : Auteur : M. Kuiper Controle : P.M.A. van der Wielen Paraaf : Postbus 36233 1020 ME AMSTERDAM
Nadere informatieRugstreeppad Hoogstede deelverslag veldcheck te zeven gebieden
Rugstreeppad Hoogstede deelverslag veldcheck te zeven gebieden Colofon Titel Rugstreeppad Hoogstede - deelverslag veldcheck te zeven gebieden Projectnummer 08890-14 Opdrachtgever Gemeente Arnhem Dienst
Nadere informatieQuickscan natuur terrein aan de Bosruiter in Zeewolde
Quickscan natuur terrein aan de Bosruiter in Zeewolde 22 december 2011 Zoon buro voor ecologie Colofon Project: Quickscan natuur terrein aan de Bosruiter in Zeewolde Opdrachtgever: mro Uitvoerder Zoon
Nadere informatieNOTITIE Gemeente 's-hertogenbosch T. van Tol Postbus 12345 5200 GZ s-hertogenbosch
Ecologie & landschap NOTITIE Gemeente 's-hertogenbosch T. van Tol Postbus 12345 5200 GZ s-hertogenbosch DATUM: 15 april 2015 ONS KENMERK: UW KENMERK: PROJECTLEIDER: VELDBEZOEK: STATUS: 15-096/15.02410/PauBo
Nadere informatieNotitie Flora en faunawet bestemmingsplan Centrum Best; Locatie ten noorden van begraafplaats
Ecologica BV Rondven 22 6026 PX Maarheeze 0495-46 20 70 0495-46 20 79 info@ecologica.eu www.ecologica.eu Gemeente Best T.a.v. dhr. P. van den Broek Raadhuisplein 1 Postbus 50 5680 AB Best Datum: 2 april
Nadere informatieQUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM
QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM Colofon Opdrachtgever: Tulp-Bijl B.V. Titel: Quickscan Edeseweg 51 Wekerom Status: Definitief Datum: Februari 2013 Auteur(s): Ir. M. van Os Foto s: M. van Os Kaartmateriaal:
Nadere informatiede heer A. van Straalen Zwaansweg 2B 4247 EX Kedichem Quick scan beschermde soorten Zwaansweg 2B, Kedichem
Ecologie & landschap NOTITIE de heer A. van Straalen Zwaansweg 2B 4247 EX Kedichem DATUM: 17 mei 2016 ONS KENMERK: 16-178/16.03517/JanBu UW KENMERK: gunning dd. 11 mei 2016 AUTEUR: PROJECTLEIDER: J.D.
Nadere informatieOntwikkeling Vleermuisverblijf Lindostraat, Utrecht. M. Boonman
Ontwikkeling Vleermuisverblijf Lindostraat, Utrecht M. Boonman Ontwikkeling Vleermuisverblijf Lindostraat, Utrecht M. Boonman opdrachtgever: Sint Dominicus bv 26 augustus 2010 rapport nr. 10-126 Status
Nadere informatieBILAN. RAPPORT 2006 Nijmegen - (GLD) - Nijmegen, Winckelsteegh DEFINITIEF CONCEPT. Veldonderzoek naar rode eekhoorn
BILAN RAPPORT 2006 Nijmegen - (GLD) - Nijmegen, Winckelsteegh Veldonderzoek naar rode eekhoorn DEFINITIEF CONCEPT in opdracht van Pluryn Werkenrode Groep Rapport-ID Titel Nijmegen (GLD) - Nijmegen, Winckelsteegh
Nadere informatieVliegroute vleermuizen Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Beoordeling van de effectiviteit van een tijdelijke vliegroute voor vleermuizen in juli 2008
Vliegroute vleermuizen Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Beoordeling van de effectiviteit van een tijdelijke vliegroute voor vleermuizen in juli 2008 R.M. Koelman Juli 2008 Rapport van de Zoogdiervereniging
Nadere informatieRapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins. Quickscan. Spankerenseweg 20 Dieren
Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins Quickscan Spankerenseweg 20 Dieren februari 2011 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 2 2 Gegevens plangebied... 2 3 Methode... 3 4 Resultaten... 3 4.1 Bureaustudie...
Nadere informatieVos. De kop-romplengte van 58 tot 90 cm met een staart van 32 tot 48 cm.
Inheemse Roofdieren Vos De kop-romplengte van 58 tot 90 cm met een staart van 32 tot 48 cm. vos kan zich makkelijk aanpassen aan een leefgebied maar zijn favoriet is toch wel een bos met open gebieden.
Nadere informatieNatuuronderzoek Pauwhof in Zwaanshoek
Natuuronderzoek 2017-2018 Pauwhof in Zwaanshoek Opdrachtgever: Vink + Veenman Groot Eco Advies 2018-054 Concept 21-08-2018 Definitief 22-08-2018 2 Inhoudsopgave 1 Inleiding 4 2 Methode en veldbezoeken
Nadere informatieNATUURWAARDENONDERZOEK LOCATIE THEATER EINDRAPPORTAGE GEMEENTE SCHIJNDEL. 28 oktober /CE4/OKO/ & ARCAD1S
NATUURWAARDENONDERZOEK LOCATIE THEATER EINDRAPPORTAGE GEMEENTE SCHIJNDEL 28 oktober 2004 110632/CE4/OKO/000217 & ARCAD1S NATUURWAARDENONDERZOEK LOCATIE THEATERI Inhoud 1 Inleiding 2 Algemene beschrijving
Nadere informatieResultaten telling slaapplaats grutto en andere vogelsoorten 't Broek, Waardenburg
NOTITIE Bosch & Van Rijn A. Schipper Groenmarkstraat 56 3521 AV Utrecht DATUM: 8 mei 2017 ONS KENMERK: 17.02976/RogVe UW KENMERK: gunning per email dd 6 februari 2017 AUTEUR: PROJECTLEIDER: STATUS: CONTROLE:
Nadere informatieMonitoring gebruik faunapassages Rijkswaterstaat Utrecht
Monitoring gebruik faunapassages Rijkswaterstaat Utrecht Onderzoek boommarterbrug (A12) en Ecoduct Leusderheide (A28) G.J. Brandjes F. van Vliet H.J.J. Sips R. van Beurden Monitoring gebruik faunapassages
Nadere informatieKnelpunten van de Natuurzoom.
Knelpunten van de Natuurzoom. Deze knelpunten komen voort uit het eindrapport van oktober 2014 Uitvoeringsplan Natuurboog Amsterdam ZuidOost van Dienstlandelijk Gebied Ministerie van Economische Zaken.
Nadere informatieMUIZENINVENTARISATIE KAPPERSBULTEN. Guido Lek & Harold Steendam november 2009
MUIZENINVENTARISATIE KAPPERSBULTEN 2009 Guido Lek & Harold Steendam november 2009 Inleiding In het kader van de nieuwe zoogdierenatlas van Nederland zijn diverse onderzoeken opgestart om zoogdieren in
Nadere informatieEcologisch werkprotocol Corio Glana Highlight 9
Ecologisch werkprotocol Corio Glana Highlight 9 Bijlagen: Quicscan flora en fauna Highlights Corio Glana Notitie inspectie Corio Glana Highlight 9-23 oktober 2013 Bureau Meervelt, Ecologisch onderzoek
Nadere informatieDe weg eist zijn tol: 10 jaar verkeersslachtoffers op de Nijmeegsebaan in Groesbeek
De weg eist zijn tol: 10 jaar verkeersslachtoffers op de Nijmeegsebaan in Groesbeek Kees Schreven NOU-congres, De Hoeve van Nunspeet, 7-9 januari 017 Mac Gillavry D. 1930. De Levende Natuur 3: 10. Mac
Nadere informatieNOTITIE. Ecologie & landschap. Conclusie. Toelichting
Ecologie & landschap NOTITIE Van den Heuvel Ontwikkeling & Beheer B.V. ter attentie van R. de Groot Lekdijk 4 2967GB Langerak DATUM: 11-02-2016 ONS KENMERK: 16-013/16.00823/IngHR UW KENMERK: opdrachtverlening
Nadere informatieNotitie plangebied Hogeweg 85 te Rossum
Postbus 365 4100 AJ Culemborg tel: 0345-512710 fax: 0345-519849 www.buwa.nl ArchitectenConsort de heer E. Bosman Postbus 2855 3000 CW Rotterdam datum: 3 april 2012 uw kenmerk: E-mail met kenmerk: 10.03662
Nadere informatieBureau Waardenburg bv. 0.42a, " Notitie aanvullend onderzoek Valleipark te Leusden
St Bureau Waardenburg bv I r Adviseurs voor ecologie & milieu I 1-11.142-.17, ing!ko;r1, n 14 SEP. 2009 cormd.aki. elp 0.42a, " Postbus 365 4100 Al Culemborg tel: 0345-512710 fax: 0345-519849 vivvw.buwasil
Nadere informatieInventarisatie beschermde vissoorten Vreeland
Inventarisatie beschermde vissoorten Vreeland Rapport: VA2008_11 Opgesteld in opdracht van: Tijhuis Ingenieurs BV Maart, 2008 door: R. Caldenhoven Statuspagina Statuspagina Titel: Inventarisatie beschermde
Nadere informatieNader onderzoek vleermuizen schoolgebouw Anne Franklaan, Montfoort
NOTITIE Cultuurland Advies Dhr. T. Melenhorst Postbus 20 8180 AA Heerde DATUM: 20 september 2011 ONS KENMERK: 11-386/11.13133/JanBu UW KENMERK: telefonische gunning 16 juni 2011 AUTEUR: PROJECTLEIDER:
Nadere informatieBestemmingsplan Wolfheze Natuuronderzoek De Gelderse Roos
Bestemmingsplan Wolfheze Natuuronderzoek De Gelderse Roos Bestemmingsplan Wolfheze Natuuronderzoek De Gelderse Roos Colofon Titel Bestemmingsplan Wolfheze - Natuuronderzoek De Gelderse Roos Projectnummer
Nadere informatieFlora- en faunawet quick scan plangebied Voorzieningenhart Waterkwartier
NOTITIE Gemeente Nijmegen Mevrouw T. Martens Postbus 9105 6500 HG Nijmegen DATUM: 22 februari 2012 ONS KENMERK: UW KENMERK: AUTEUR: PROJECTLEIDER: STATUS: versie 2.0 CONTROLE: 11-711/11.14558/GerHo G572002
Nadere informatieBeoordeling ontwerp openbare verlichting rondweg Ommen
Beoordeling ontwerp openbare verlichting rondweg Ommen Jasja Dekker & Herman Limpens Datum: 8 oktober 2009 Rapport: 2009.031 van de Zoogdiervereniging In opdracht van: Heijmans Techniek en Mobiliteit BV
Nadere informatieNatuurwaarden versterkt rond surfplas, woonwijk en bedrijventerrein
Natuurzones T58-Boschkens Goirle-Tilburg Natuurwaarden versterkt rond surfplas, woonwijk en bedrijventerrein Natuurzones T58-Boschkens Natuurwaarden versterkt rond surfplas, woonwijk en bedrijventerrein
Nadere informatieKleine zoogdieren inventariseren: betrouwbaarheid en ruimtelijke dynamiek
ZOOGDIER 1997 8 (4) 15 Kleine zoogdieren inventariseren: betrouwbaarheid en ruimtelijke dynamiek Piet+J.M. Bergers Onderzoek naar kleine zoogdieren gebeurt in Nederland meer en meer. De steeds ruimere
Nadere informatieJaarverslag Zoogdieren onderzoek Hobokense Polder 2016 Bert Mertens
Jaarverslag Zoogdieren onderzoek Hobokense Polder 2016 Bert Mertens Reegeit met 2 jongen 2017 is al gestart en de temperaturen lopen al langzaam op. Tijd voor een terugblik op 2016 voor onze zoogdieren.
Nadere informatieAntwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 18 april 2017) Nummer 3288
van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 18 april 2017) Nummer 3288 Onderwerp Provinciale vrijstellingen overige diersoorten Wet Natuurbescherming Aan de leden van Provinciale
Nadere informatieNatuurtoets Kop Zuidas
Natuurtoets Kop Zuidas Planteam Groen, ecologie, stedelijke Recreatie en Water Maart 2009 Inhoud Samenvatting... 3 Inleiding... 3 Eerder onderzoek... 3 Begrenzing plangebied... 4 Beschrijving van het gebied...
Nadere informatieEcologica BV Rondven PX Maarheeze. Quickscan beschermde flora en fauna Landgoed de Klokkenberg te Breda
Ecologica BV Rondven 22 6026 PX Maarheeze 0495-46 20 70 0495-46 20 79 info@ecologica.eu www.ecologica.eu Landgoed de Klokkenberg BV T.a.v. R. Schul Postbus 4886 4803 EW Breda Bijlage 44 bij besluit Z2018-001757-V1
Nadere informatieAanvullend natuuronderzoek TATA. tbv tijdelijke natuur
Aanvullend natuuronderzoek TATA tbv tijdelijke natuur 2017 Aanvullend natuuronderzoek TATA tbv tijdelijke natuur C. van den Tempel & V. Ronde 2017 Projectleider Afdeling Opdrachtgever Financiering Foto
Nadere informatieT2 - monitoring van het ecoduct Kempengrens over de E34 in Mol
T2 - monitoring van het ecoduct Kempengrens over de E34 in Mol ANKONA 11 februari 2017 Jorg Lambrechts Natuurpunt Studie Teamwerk! Natuurpunt Studie Vleermuizenwerkgroep Zoogdierenwerkgroep ZWG Herpetologische
Nadere informatieSoortenlijst Flora faunawet. Bestendig beheer gemeentelijke groenvoorziening
Soortenlijst Flora faunawet Bestendig beheer gemeentelijke groenvoorziening 25 beschermde soorten zie soortenlijst t.b.v. F&F wet pag. 2: Deze 25 herkennen tijdens het examen. pag 3 t/m 7: Één of enkele
Nadere informatieNotitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk
Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 254564 13 november 2014 254564 Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk 1 Aanleiding en doel De ontwikkelingsmaatschappij Ruimte voor
Nadere informatieQuick scan ecologie. Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel
Quick scan ecologie Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel Samenvatting Inhoud H 01 Aanleiding Voor de Mientweg 5 en Mientweg 29 te Lutjewinkel wordt een ruimtelijke ontwikkeling voorbereidt. Het gaat om de ontwikkeling
Nadere informatieGroene glazenmaker in de provincie Groningen
Groene glazenmaker in de provincie Groningen Groene glazenmaker in de provincie Groningen Groene glazenmaker in de provincie Groningen Tekst: Albert Vliegenthart Met medewerking van: Herman de Heer, Henk
Nadere informatieKastanjelaanschool te Leiderdorp
Kastanjelaanschool te Leiderdorp Onderzoek naar het gebruik van een gebouw door vleermuizen als winterverblijfplaats V. Nederpel J. Groot M. van Straaten 2010 Opdrachtgever Gemeente Leiderdorp Van der
Nadere informatieEvelop BV de heer B. Schulte Postbus RC Utrecht. Notitie
Evelop BV de heer B. Schulte Postbus 8127 3503 RC Utrecht Notitie ons kenmerk 06-353/06.02406/HeiPr datum 6 februari 2007 onderwerp Quick scan Windpark Nieuwegein uw kenmerk EVEL05038/5 aantal blz. 5 Geachte
Nadere informatieEindrapport DAGVLINDERS OP HET ZEEHOSPITIUMTERREIN TE KATWIJK
Eindrapport DAGVLINDERS OP HET ZEEHOSPITIUMTERREIN TE KATWIJK Eindrapport DAGVLINDERS OP HET ZEEHOSPITIUMTERREIN TE KATWIJK rapportnr. 2016.2200 oktober 2016 In opdracht van: Rho adviseurs voor leefruimte
Nadere informatie5 Relatie tussen het voorkomen van de bosmuis en de rosse woelmuis en de structuur en breedte van de verbinding
5 Relatie tussen het voorkomen van de bosmuis en de rosse woelmuis en de structuur en breedte van de verbinding 5.1 Inleiding Vanuit de praktijk komen veel vragen over de optimale breedte en structuur
Nadere informatieDienst Weg- en Waterbouwkunde. Meerjarenprogramma Ontsnippering Jaarverslag 2005
Dienst Weg- en Waterbouwkunde Meerjarenprogramma Ontsnippering Jaarverslag 2005 Meerjarenprogramma Ontsnippering Jaarverslag 2005 30 juni 2006 Jaarverslag 2005 MJPO Colofon...................................................................................................
Nadere informatieACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST
ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST november 2009 In opdracht van: GEM Westeraam Elst CV Postbus 83 6660 AB ELST
Nadere informatieMonitoring Ecocorridor Zwaluwenberg
Monitoring Ecocorridor Zwaluwenberg Nieuwsbrief Versie: januari 2015 Ringslang bij het Wasmeer Inhoud 1. Inleiding 2. Zoogdieren 3. Herpetofauna 4. Erosie 5. Internationaal 6. Colofon Wat dragen de ecoducten
Nadere informatieVrijwilligersbijeenkomst. 30/5/2016 Mundo-B
Vrijwilligersbijeenkomst 30/5/2016 Mundo-B Stand van zaken Reeds verzamelde gegevens BIM/IBGE data 2001-2012 3592 (data ruwweg 2001-2012 => 12 jaar) Data 2013-2016 4753 (ingevoerd tussen 1/1/2013 en 30/4/2016
Nadere informatieDe Uithof, Den Haag. Moutainbike trail - afstand 4,8 km Inventarisatie natuurwaarde punt 1 t/m 13 maart 2015
De Uithof, Den Haag Moutainbike trail - afstand 4,8 km Inventarisatie natuurwaarde punt 1 t/m 13 maart 2015 Plek 1 Jaap Edenweg De groenestrook tussen Volkstuincomplex De Uithof en het fietspad van de
Nadere informatieNotitie ecologische beoordeling ontwerp Esvelderbeekzone
Postbus 365 4100 AJ Culemborg tel: 0345512710 fax: 0345519849 www.buwa.nl Read Advies de heer ir. K.T.M. Gulikers Postbus 148 4100 AC Culemborg datum: Concept, 19 april 2010 uw kenmerk: ons kenmerk: auteur:
Nadere informatie... EcoGroen Advies BV Emmastraat 16 8011 AG Zwolle
Colofon. Titel: Monitoren en inspectie kleine faunatunnels A73 Gelderland 2013-2014 Subtitel: Onderzoek naar het functioneren van vijf kleine faunatunnels onder de A73 tussen km 95 en 98,2 Projectcode:
Nadere informatieRapport. Natuuronderzoek Schateiland. Nader onderzoek naar enkele beschermde soorten. Lelystad, juni 2017 R. Heemskerk
Rapport Lelystad, juni 2017 R. Heemskerk Natuuronderzoek Schateiland Nader onderzoek naar enkele beschermde soorten Landschap verbindt Landschapsbeheer Flevoland streeft naar ontwikkeling, beheer en behoud
Nadere informatieDirectie Zeeland. Doorkiesnummer ~.379. Bijlage(n) Uw kenmerk. Onderwerp Demonstratievakken "kleidijk" van Alsteinpolder en Koningin Emmapolder
Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat -Generaal Rijkswaterstaat Directie Zeeland Aan Waterschap Hulster Ambacht Dagelijks bestuur Postbus 6 4560 AA Hulst Contactpersoon J.W. Slager Datum 3 april
Nadere informatie05-09-2006 Beknopte notitie over varianten Ecologische verbinding over de Utrechtse weg (N417).
05-09-2006 Beknopte notitie over varianten Ecologische verbinding over de Utrechtse weg (N417). Aanleiding Stichting Goois Natuurreservaat, Rijkswaterstaat en de gemeente Hilversum zijn voornemens de Utrechtse
Nadere informatieInventarisatie natuurwaarden Lelystad Airport
Inventarisatie natuurwaarden Lelystad Airport A&W-rapport 996 Inventarisatie natuurwaarden Lelystad Airport 1 2 A&W-rapport 996 Inventarisatie natuurwaarden Lelystad Airport 3 4 A&W-rapport 996 Inventarisatie
Nadere informatieVOORBLAD RAPPORTAGES
VOORBLAD RAPPORTAGES Titel: Vleermuizen op twee locaties langs de N269 Ondertitel: Auteurs: Peter Twisk Status uitgave: eindconcept / ISBN: / NIET aanvragen (doorhalen wat niet van toepassing is) Rapport
Nadere informatieBijlagen. Gemeente Arnhem. Bijlage 1 Natuuronderzoek P&R station Arnhem-Zuid Bijlage 2 Bestemmingsplan Elderveld voorschriften + plankaart
Bijlagen Bijlage 1 Natuuronderzoek P&R station Arnhem-Zuid Bijlage 2 Bestemmingsplan Elderveld voorschriften + plankaart Gemeente Arnhem Datum ontvangst : Zaaknummer : 06 06 2013 2013 06 00450 Bijlage
Nadere informatieOplossingsrichtin gen
Knelpunt 21 (D14) Naam locatie: Savelsbosch-Maas (traject: 265.1-268.0). Prioriteit: 1 PES-status: ecologische verbindingszone en ecologische ontwikkelingszone. Om schrijving locatie: bestaande onderdoorgang,
Nadere informatieOktober Quick scan ecologie terrein naast Sloterweg 1121
Oktober 2015 Quick scan ecologie terrein naast Sloterweg 1121 Quick scan ecologie terrein naast Sloterweg 1121 Auteur Opdrachtgever Foto omslag Pien Brouwer, certificaathouder zorgvuldig handelen Flora-
Nadere informatiePostbus RK Utrecht
Ecologie & landschap NOTITIE Gemeente Utrecht, Dienst Stadsontwikkeling Postbus 8406 3503 RK Utrecht DATUM: 18 maart 2015 ONS KENMERK: 14-793/15.00209/IngHR UW KENMERK: uw aanvraag dd. 12 januari 2015
Nadere informatieRapportage biotoopinschatting en veldonderzoek in verband met de dijkversterking bij Schoonhoven
Rapportage biotoopinschatting en veldonderzoek in verband met de dijkversterking bij Schoonhoven Opdrachtgever Referentie Waterschap Rivierenland Meijer, K. 2014. Rapportage biotoopinschatting en veldonderzoek
Nadere informatie