Vergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 19d Natuurbeschermingswet Dam en duiker te Slenaken. Zaaknummer:

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Vergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 19d Natuurbeschermingswet Dam en duiker te Slenaken. Zaaknummer:"

Transcriptie

1 Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Vergunning Artikel 19d Natuurbeschermingswet 1998 Dam en duiker te Slenaken Zaaknummer: Kenmerk: d.d. 12 mei 2016 Verzonden:

2 Inhoud 1. Aanvraag 3 2. Procedure en zienswijze Procedure Zienswijzen ten aanzien van de aanvraag Zienswijzen ten aanzien van het ontwerpbesluit Nader onderzoek in opdracht GS Beoordelingskader en de beschermde gebieden Natuurbeschermingswet 1998 en artikel 6, derde lid, Habitatrichtlijn De kenmerken van het beschermde Natura 2000-gebied Geuldal Overwegingen Bronnen Documenten aanvraag Nader onderzoek Omschrijving aanvraag Effecten aanleg dam en duiker op het N2000-gebied Geuldal Effecten invloedsgebied dam en duiker Effecten ter plaatse dam/duiker Effecten uitvoeringswijze werkzaamheden bij aanleg dam en duiker Effecten België Reactie op de ingekomen zienswijzen Zienswijze z Zienswijze z Zienswijze rapport omgeving, z3 t/m z9 en z Zienswijze Stichting Natuur en Milieufederatie Limburg, z Zienswijze Staatsbosbeheer, z Aanvullende informatie over tijdelijk karakter van de dam Conclusie Besluit Voorschriften Afschriften 36 2

3 1. Aanvraag Bij schrijven d.d. 25 november 2014 (kenmerk ), ingekomen 27 november 2014, heeft het Waterschap Roer en Overmaas, Postbus 185, 6130 AD, Sittard, een vergunning ex artikel 19d van de Natuurbeschermingswet 1998 (Nbw 1998) aangevraagd voor het zuidelijk van Slenaken in de gemeente Gulpen-Wittem realiseren van een dam en duiker in de Gulp, en het uitvoeren van gerelateerde kleine werken ter plaatse: het amoveren van een bruggetje over de Gulp, het afwerken van de in- en uitstroomopening van de duiker met stapelstenen van Ardenner gres, het aanbrengen van een palenrij aan de bovenstroomse zijde in de Gulp en het aanleggen van een laag walletje aan de noordzijde van een poel. Het ruimtebeslag van de dam en duiker inclusief genoemde werkzaamheden kruist/overlapt een klein deel van het Natura 2000-gebied Geuldal. De aanvraag is geregistreerd onder nummer 2014/ Procedure en zienswijze 2.1. Procedure De aanvraag wordt afgehandeld met toepassing van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. De aanvraag om vergunning en een ontwerp van dit besluit hebben van 18 februari 2015 tot en met 31 maart 2015 voor een ieder ter inzage gelegen in het gouvernement te Maastricht (bibliotheek) en het gemeentehuis van de gemeente Gulpen-Wittem. Gedurende deze termijn kon een ieder bij het bestuursorgaan schriftelijk dan wel mondeling zienswijzen inbrengen. Het ontwerpbesluit en de kennisgeving konden in genoemde periode tevens worden geraadpleegd via de internetsite van de Provincie Limburg ( Zienswijzen ten aanzien van de aanvraag Ter voldoening aan het bepaalde in artikel 44, tweede en derde lid, van de Nbw 1998 hebben wij het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Gulpen-Wittem in de gelegenheid gesteld hun zienswijze naar voren te brengen over de aanvraag. Burgemeester en Wethouders van de gemeente Gulpen-Wittem hebben geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om een zienswijze naar voren te brengen met betrekking tot deze aanvraag Zienswijzen ten aanzien van het ontwerpbesluit Naar aanleiding van het ontwerpbesluit zijn de volgende zienswijzen ingekomen. z 1. Ir. P.G.H.M. Lemmerlijn, Waterstraat 4, 6277 NH Slenaken, brief d.d. 30 maart 2015;

4 z 2. M. Lucassen, Klein-Haasdal 76A, 6333 AL Schimmert, brief d.d. 30 maart 2015 plus bijlage: kopie ingediende zienswijze door Staatsbosbeheer (zie z 12); z 3. Dhr. mr. M. van Hoorne, jurist bestuurs- en civiel recht ARAG SE Nederland, Postbus 230, 3830 AE Leusden, namens mevrouw M.H.G. Gijzen, eigenaresse van de woning gelegen te Hees 5, 6277 NB Slenaken, brief d.d. 30 maart 2015, kenmerk /mhoo, Zienswijze ontwerp- Nbw-besluit Dam en duiker te Slenaken, plus bijlage 30 maart 2015, Bezorgde eigenaars van een hotel en woningen aan de Grensweg en Hees, Onderbouwing Zienswijze NBW-besluit Dam en duiker te Slenaken, rapport, 35 pagina s inbegrepen 6 bijlagen (verder: Zienswijze rapport omgeving) ; z 4. M.F. Winkler en E.C. Winkler-de Beer, Hees 8, 6277 NB Slenaken, brief d.d. 30 maart 2015 plus bijlage Zienswijze rapport omgeving (zie z 3); z 5. S.M.G. Lemmerlijn, Hees 1, 6277 NB Slenaken, brief d.d. 30 maart 2015 plus bijlage Zienswijze rapport omgeving (zie z 3); z 6. H.W.G.P. Broun, Grensweg 5A, 6277 NA Slenaken, brief d.d. 30 maart 2015 plus bijlage Zienswijze rapport omgeving (zie z 3); z 7. J. Clermont en C. Clermont, Hees 3, 6277 NB Slenaken, brief d.d. 30 maart 2015 plus bijlage Zienswijze rapport omgeving (zie z 3); z 8. mr. E.T. Stevens Stichting Achmea Rechtsbijstand, Postbus 4116, 7320 AC Apeldoorn, namens de heer R.J. Smulders en mevrouw E.M. Smulders, eigenaars van de woning gelegen aan de Grensweg 5, 6277 NA Slenaken, brief d.d. 30 maart 2015, kenmerk R , zienswijze ontwerpbesluit Nb-wet Dam en duiker te Slenaken, plus bijlage Zienswijze rapport omgeving (zie z 3); z 9. Dhr. mr. M. van Hoorne, jurist bestuurs- en civiel recht ARAG SE Nederland, namens Hotel De Zevende Heerlijkheid, in persoon vertegenwoordigd door mevrouw I.M.H. Muller-Franssen, gevestigd -en wonende- te Grensweg 9, 6277 NA Slenaken, brief d.d. 30 maart 2015, kenmerk /mhoo, Zienswijze ontwerp-nbw-besluit Dam en duiker te Slenaken, plus bijlage Zienswijze rapport omgeving (zie z 3); z 10. Ir. J.H. Heijnen, directeur Stichting Natuur en Milieufederatie Limburg, namens Natuur en Milieufederatie Limburg, brief d.d. 27 maart 2015, kenmerk 15.47/BC/ , Zienswijze ontwerpbesluit Natuurbeschermingswet 1998 dam en duiker in de Gulp bij Slenaken, van Dhr. B.N.J. Cobben; z 11. Dhr. mr. M. van Hoorne, jurist bestuurs- en civiel recht ARAG SE Nederland, Postbus 230, 3830 AE Leusden, namens de heer E.A. Mantz en mevrouw E.L. Mantz-Thijssen, eigenaren van de woning gelegen te Hees 7, 6277 NB Slenaken, brief d.d. 30 maart 2015, kenmerk /mhoo, Zienswijze ontwerp-nbw-besluit Dam en duiker te Slenaken, plus bijlage Zienswijze rapport omgeving (zie z 3); z 12. D.M.J. Kamphuis MBA, divisiedirecteur Beleven & Benutten Staatsbosbeheer, namens Staatsbosbeer Postbus 330, 5000 AH Tilburg, Zienswijze Natuurbeschermingswet 1998 dam en duiker Slenaken, kenmerk T , behandeld door mr. A.J. Durville. In paragraaf 4.4 wordt door ons college inhoudelijk op deze zienswijzen ingegaan.

5 2.4. Nader onderzoek in opdracht GS Na de ter visielegging van het ontwerpbesluit heeft ons college opdracht gegeven voor nader ecologisch onderzoek naar de effecten van het aangevraagde project op de beschermde natuur van het Natura 2000-gebied Geuldal. Zie bronverwijzing [5.] in paragraaf voor de onderzoeksresultaten. 3. Beoordelingskader en de beschermde gebieden 3.1. Natuurbeschermingswet 1998 en artikel 6, derde lid, Habitatrichtlijn Artikel 19d van de Nbw 1998 heeft betrekking op de vergunningplicht in verband met Natura gebieden (Habitatrichtlijn- en Vogelrichtlijngebieden). Op grond van artikel 19d, eerste lid, van de Nbw 1998 is een vergunning van Gedeputeerde Staten vereist voor de uitvoering van projecten of andere handelingen die de kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten in een Natura gebied kunnen verslechteren of een significant verstorend effect kunnen hebben op de soorten waarvoor het gebied is aangewezen. Het gaat dan in ieder geval om projecten en handelingen die de natuurlijke kenmerken van het gebied kunnen aantasten. Bij het beslissen op een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Nbw 1998 moet rekening worden gehouden met de gevolgen die een project of andere handeling kan hebben gelet op de instandhoudingsdoelstellingen van het betrokken Natura 2000-gebied (artikel 19e Nbw 1998). Tevens kan rekening worden gehouden met vereisten op economisch, sociaal en cultureel gebied, alsmede met regionale en lokale bijzonderheden. Buitenlandse Natura 2000-gebieden vallen met de inwerkingtreding van de PAS per 1 juli 2015 onder de reikwijdte van artikel 19d Nbw Zo is in artikel 2, zesde lid, van de Nbw 1998 thans expliciet bepaald dat gedeputeerde staten bij een besluit op een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Nbw 1998 tevens de gevolgen betrekken die een project of andere handeling kan hebben in een buiten Nederland gelegen Natura 2000-gebied. Daarbij gaat het om alle denkbare (negatieve) gevolgen van een project of andere handeling die de natuurlijke kenmerken van een buitenlands Natura 2000-gebied kunnen aantasten De kenmerken van het beschermde Natura 2000-gebied Geuldal. Natura 2000 Landschap Status Beschermd Natuurmonument Gemeenten Oppervlakte : Heuvelland : Habitatrichtlijn : Meertensgroeve : Gulpen-Wittem, Maastricht, Eijsden-Margraten, Meerssen, Nuth, Vaals, Valkenburg a/d Geul, Voerendaal : circa ha.

6 Gebiedsbeschrijving Bij brief van 19 mei 2003 heeft de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit het natuurgebied Geuldal aangemeld bij de Europese Commissie als speciale beschermingszone in het kader van de Habitatrichtlijn 92/43/EEG. Bij besluit op 22 juni 2015 heeft De Staatssecretaris van Economische Zaken het Natura 2000-gebied Geuldal definitief aangewezen. Het Geuldal is met een oppervlakte van bijna 2500 hectaren een van de omvangrijkste Natura gebieden in ons land. Het Geuldal bestaat uit grote delen van het beekdal van de Geul, de Gulp en een aantal zijbeken met enkele aangrenzende hellingen en plateaudelen. Het gebied wordt gekenmerkt door grote hoogteverschillen en is mede daardoor bijzonder gradiëntrijk. Op de plateaus en hellingbossen zijn door afstromend waterdiepe grubben uitgesleten. In het dal bevinden zich betrekkelijk voedselrijke en natte tot vochtige gronden met een afwisseling van hooilanden en diverse bosgemeenschappen. De hoger gelegen, droge hellingen bestaan uit een voedselarme en kalkarme bovenste helft en een wat voedselrijkere onderste helft, waarbij kalkgesteente soms dagzoomt (in groeven). Op veel plaatsen komen bronnen voor op de hellingen, waaruit smalle beekjes ontspringen. De graslanden en bossen die hier voorkomen bevatten orchideeënrijke hellingbossen, kalkgraslanden, heischrale graslanden en begroeiingen op rotsranden. In het zuidoosten komen op het plateau uitgestrekte beukenbossen voor waarvan de Veldbies-beukenbossen (Luzulo-Fagetum), voor Nederlandse begrippen, bijzonder zijn. Het Geuldal is belangrijk voor Ingekorven en vale vleermuis, daarnaast Vliegend hert, Geelbuikvuurpad en Spaanse vlag. Aangewezen habitattypen en soorten en bijbehorende instandhoudingsdoelen Het Geuldal is aangewezen voor de volgende natuurlijke habitattypen zoals opgenomen in bijlage I van Richtlijn 92/43/EEG; prioritaire habitattypen zijn aangeduid met een sterretje (*): H3260A Beken en rivieren met waterplanten: uitbreiding oppervlakte en verbetering kwaliteit. H6110 *Pionierbegroeiingen op rotsbodem: uitbreiding oppervlakte en verbetering kwaliteit. H6130 *Zinkweiden: uitbreiding oppervlakte en verbetering kwaliteit. H6210 *Kalkgraslanden: uitbreiding oppervlakte en verbetering kwaliteit. H6230 *Heischrale graslanden: uitbreiding oppervlakte en verbetering kwaliteit. H6430C Ruigten en zomen: uitbreiding oppervlakte en verbetering kwaliteit. H6510A Glanshaver- en vossenstaarthooilanden: uitbreiding oppervlakte en verbetering kwaliteit. H7220 *Kalktufbronnen: behoud oppervlakte en kwaliteit. H7230 Kalkmoerassen: uitbreiding oppervlakte en verbetering kwaliteit. H9110 Veldbies-beukenbossen: uitbreiding oppervlakte en verbetering kwaliteit. H9120 Beuken-eikenbossen met hulst: behoud oppervlakte en verbetering kwaliteit. H9160B Eiken-haagbeukenbossen: behoud oppervlakte en verbetering kwaliteit. H91E0C *Vochtige alluviale bossen: behoud oppervlakte (was uitbreiding oppervlakte in het ontwerp aanwijzingsbesluit) en verbetering kwaliteit. Geuldal is aangewezen voor de volgende soorten zoals opgenomen in bijlage II van Richtlijn 92/43/EEG; prioritaire soorten zijn aangeduid met een sterretje (*); Habitatsoorten met een plusje (+) aangeduid zijn als complementair doel aan het Habitatrichtlijngebied toegevoegd:

7 H1037 +Gaffellibel: behoud omvang en verbetering kwaliteit leefgebied voor vestiging duurzame populatie. H1078 *Spaanse vlag: behoud omvang en kwaliteit leefgebied voor behoud populatie. H1083 Vliegend hert: uitbreiding omvang en verbetering kwaliteit van het leefgebied voor uitbreiding populatie. H1096 Beekprik: uitbreiding verspreiding, omvang en verbetering kwaliteit leefgebied voor uitbreiding populatie. H1163 Rivierdonderpad: uitbreiding verspreiding, omvang en verbetering kwaliteit leefgebied voor uitbreiding populatie. H1166 Kamsalamander: behoud omvang en kwaliteit leefgebied voor behoud populatie. H1193 Geelbuikvuurpad: uitbreiding verspreiding, omvang en verbetering kwaliteit leefgebied voor uitbreiding populatie. H1318 Meervleermuis: behoud omvang en kwaliteit leefgebied voor behoud populatie. H1321 Ingekorven vleermuis: behoud omvang en kwaliteit leefgebied voor behoud populatie. H1324 Vale vleermuis: uitbreiding omvang en verbetering kwaliteit leefgebied voor uitbreiding populatie. 4. Overwegingen 4.1. Bronnen Documenten aanvraag Onderhavige aanvraag voor de aanleg van een dam en duiker in het Gulpdal ten zuiden van de brug in Slenaken is door aanvrager onderbouwd met de volgende documenten: [1.] Brief d.d. 25 november 2014, ingekomen 27 november 2014, van Waterschap Roer en Overmaas, kenmerk: , onderwerp: aanvraag vergunning Natuurbeschermingswet ten behoeve aanleg dam in kader van hoogwaterbescherming Slenaken, ondertekend door ing. J.M.G. In Den Kleef, secretaris/directeur; [2.] Ingevuld Aanvraagformulier vergunning Natuurbeschermingswet, d.d. 21 november 2014 ondertekend namens het Waterschap Roer en Overmaas door dhr. W. Coenen; [3.] Bureau Verbeek, in opdracht van Gemeente Gulpen-Wittem, Provincie Limburg en Waterschap Roer en Overmaas, 19 november 2014, Verslechterings- en verstoringstoets t.b.v. Retentiebekken Slenaken, projectnummer GW (verder: Natuurtoets), met, - twee kaartbijlagen: a. Bureau Verbeek in opdracht Waterschap Roer en Overmaas, , kaart Projectplan dam Slenaken, vorm kromme dam, (verder: 3D ontwerp); b. Bureau Verbeek in opdracht Waterschap Roer en Overmaas, , kaart Projectplan dam Slenaken, plan-/werkgrens, ( verder: plan-/werkgrenskaart); - losse rapportbijlage:

8 [4.] Bureau Verbeek in opdracht van Gemeente Gulpen-Wittem, 8 september 2014, Verkennend natuurwaardenonderzoek voor: Retentiebekken Slenaken, projectnummer GW / ; Nader onderzoek Zoals in paragraaf 2.4 aangegeven heeft ons college na de ter visie termijn van de ontwerpbeschikking opdracht gegeven voor het uitvoeren van nader onderzoek naar de effecten van het aangevraagd project op de beschermde natuur van het Natura 2000-gebied Geuldal. Naar aanleiding daarvan is op 12 januari 2016 het volgende ingekomen: [5.] Brief van Bureau Verbeek, 6271 CH Gulpen, d.d. 11 januari 2016, onderwerp: Oplevering rapportages aanvullend onderzoek bergingslocatie Slenaken, kenmerk GW , ingekomen 12 januari 2016, ingekomen kenmerk provincie: 2016/2394, met bijgevoegde rapportages: a. Bureau Verbeek, 17 december 2015, Notitie conclusies in relatie tot conclusies verslechteringsen verstoringstoets, Projectnummer: GW , Status: Definitief (verder: Conclusies nader onderzoek) b. Natuurbalans Limes Divergens BV, Nijmegen, in opdracht van bureau Verbeek, 18 december 2015, Natuurwaardenonderzoek beschermde habitats en soorten in de Gulp bij Slenaken; aanvullende gegevens ten behoeve van een vergunningaanvraag Natuurbeschermingswet 1998, Rapportnr (verder: Natuurwaardenonderzoek) c. Bureau Verbeek, 17 december 2015, Vegetatiekartering graslanden Gulpdal voor: Retentiebekken Slenaken, Projectnummer: GW , (verder: Vegetatiekartering) 4.2. Omschrijving aanvraag Op zaterdagavond 28 juli 2012 heeft een onverwachtse 'flash flood' ervoor gezorgd dat delen van de woonkernen Slenaken, Beutenaken en Pesaken in de gemeente Gulpen-Wittem korte tijd blank stonden met veel wateroverlast en -schade voor diverse woningen en bedrijven in de nabijheid van de Gulp. Als gevolg van deze overstroming is de gemeente Gulpen-Wittem in overleg getreden met Waterschap Roer en Overmaas en Provincie Limburg om te komen tot een duurzame oplossing om dit soort onverwachtse calamiteiten in de toekomst te voorkomen. Op basis van een verkenning van de mogelijkheden is besloten om bovenstrooms van Slenaken op Nederlands grondgebied een dam te realiseren dwars op de Gulp, met in de dam een duiker ter vervanging van de Gulp ter plaatse. De dam en duiker-constructie zorgen ervoor dat pieken in de Gulpafvoer afgevlakt worden en calamiteiten benedenstrooms worden voorkomen. Om te komen tot een ontwerp van de dam en duiker-constructie met een zo n gering mogelijk effect op de omringende beschermde natuur is uitvoerig optimalisatieonderzoek verricht. Het uiteindelijk gekozen dam en duiker-constructie ontwerp dat voorligt in deze aanvraag staat beschreven in paragraaf 1.3 en 1.4 in de Natuurtoets ([3.]) en is ruimtelijk vastgelegd in de kaartbijlagen 3D ontwerp ([3.a]) en plan- /werkgrenskaart ([3.b]).

9 In navolgend Figuur 1 is vanuit zuidoostelijke richting een gesimuleerd (virtueel) beeld van de dam in het Gulpdal vanuit vogelvluchtperspectief te zien. Figuur 1 Kopie Figuur 21 uit de Natuurtoets [3.]. Vogelvluchtperspectief van de dam gezien vanuit zuidoostelijke richting Effecten aanleg dam en duiker op het N2000-gebied Geuldal In beginsel kan de aanleg van een dam en duiker in en in de nabijheid van een N2000-gebied effecten hebben op de beschermde natuur in dat gebied. De kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten in het betreffend Natura 2000-gebied kunnen verslechteren door de aanleg van de dam en duiker of de aanleg kan een significant verstorend effect hebben op de soorten waarvoor het betreffend Natura 2000-gebied is aangewezen. In de Natuurtoets ([3.]) zijn in paragraaf 3.1 alle mogelijke verstoringen opgesomd die door de aanleg van de voorliggende dam/duiker constructie via wijziging van het afvoer- en inundatieregime van de Gulp kunnen optreden op de in de omgeving mogelijk voorkomende beschermde habitattypen en soorten van het Natura2000-gebied Geuldal, zie onderstaand Figuur 2; deze figuur is overgenomen van de figuur op blz. 32 in de Natuurtoets [3.]. Er worden 19 storingsfactoren onderscheiden, 6 beschermde habitattypen en 5 beschermde soorten.

10 Figuur 2 Kopie van Tabel 10 Effectenindicator Geuldal uit de Natuurtoets [3.] Op voornoemde, gezien de aard van het voorliggend project (aanleg van een dam en duiker) en gezien de in de omgeving voorkomende beschermde habitattypen en soorten in het Natura 2000-gebied Geuldal mogelijk voorkomende verstoringen of effecten wordt in de navolgende paragrafen t/m nader ingegaan. De effecten zijn als volgt gegroepeerd: - effecten die kunnen optreden buiten het ruimtebeslag van de dam/duiker, namelijk boven- en/of benedenstrooms van de dam/duiker waar als gevolg van de dam/duiker het afvoerregime in de Gulp en/of het overstromings- of inundatieregime langs de Gulp mogelijk verandert (verder: invloedsgebied), zie paragraaf ; - effecten die kunnen optreden ter plaatse van het ruimtebeslag van de dam/duiker in het N2000-gebied Geuldal, zie paragraaf 4.3.2; - effecten als gevolg van het uitvoeren van werkzaamheden voor de aanleg van de dam/duiker, zie paragraaf

11 Effecten invloedsgebied dam en duiker De beoogde aanleg van de dam/duiker in het Gulpdal op een locatie bovenstrooms van de brug over de Gulp in de kern van Slenaken is erop gericht afvoeren die onder deze Gulp-brug doorstromen beperkt te houden tot maximaal 8 m 3 /s. Bij afvoeren onder de brug tot 8 m 3 /s zijn er in Slenaken geen waterproblemen; zie bijlage 3 Optimalisatie dam Slenaken in de Natuurtoets [3.]. Het aftoppen van de afvoer van de Gulp tot maximaal 8 m 3 /s ter plaatse van de brug wordt bereikt door bovenstrooms van de brug de waterloop van de Gulp te vervangen door een duiker. De dam wordt dwars op de Gulp over de duiker heen gerealiseerd. Gangbare, kleine afvoeren kunnen dan nog steeds vrijwel ongehinderd door de duiker stromen, incidentele grotere afvoeren niet. Bij grotere afvoeren gaat de duiker de waterafvoer als het ware knijpen ; het water kan dan niet meer ongehinderd door de duiker stromen en wordt bovenstrooms van de duiker opgestuwd waardoor het Gulppeil daar stijgt. De Gulp overstroomt de belendende oevers en water verzamelt zich tijdelijk in het gebied bovenstrooms van de dam in het Gulpdal. De dam met het bovenstroomse overstromings- of inundatiegebied vormt een zogenaamd retentiebekken. Wanneer de afvoer en het peil in de Gulp voldoende daalt kan het in het retentiebekken geborgen water terugstromen in de Gulp en wordt het water door de Gulp uit het gebied afgevoerd. In de paragrafen 3.2 en 3.3 in de Natuurtoets ([3.]) zijn respectievelijk voor het bovenstroomse en benedenstroomse invloedsgebied van de dam en duiker voor alle mogelijke 19 verstoringsfactoren en alle voorkomende beschermde habitattypen en soorten onderbouwingen gegeven op grond van literatuur en lokaal uitgevoerd (vegetatie)onderzoek op basis waarvan mag worden geconcludeerd dat als gevolg van de aanleg van de dam en duiker zoals aangevraagd geen significant negatieve effecten optreden op de beschermde natuur ter plaatse van Natura 2000-gebied Geuldal. Wel treedt er op één locatie in het invloedsgebied bovenstrooms van de dam met het habitattype Vochtige alluviale bossen mogelijk een beperkt negatief effect op als gevolg van vermesting. Dit is uitdrukkelijk niet een significant negatief effect (zie blz. 39 en 40 in de Natuurtoets [3.]). Verder is van belang dat bij besluit van de staatssecretaris van Economische Zaken op 22 juni 2015 het Natura 2000-gebied Geuldal definitief is aangewezen. In dit definitief aanwijzingsbesluit is voor het habitattype Vochtige alluviale bossen (H91E0C) het instandhoudingsdoel uitbreiding oppervlakte zoals opgenomen in het ontwerp aanwijzingsbesluit aangepast/ verlaagd naar behoud oppervlakte. Ook van belang is, zoals reeds aangegeven in paragraaf 3.1 van dit besluit, dat per 1 juli 2015, dus na 12 februari 2015, de datum waarop het ontwerpbesluit is genomen, buitenlandse Natura 2000-gebieden rechtstreeks vallen onder de reikwijdte van artikel 19d Nbw Effecten ter plaatse dam/duiker Effecten door ruimtebeslag dam ter plaatse N2000-gebied Geuldal De aangevraagde ontwerpvariant (zie figuur [3.a] en [3.b]) bestaat uit een licht gekromde dam van circa 180 meter lengte met een maximale hoogte van ca. 3,8 meter boven maaiveld. Aan de voet is de dam circa 22 meter breed. De richting van de lengteas van de dam staat dwars op de richting van de Gulp. Ter hoogte van het kruisvlak tussen dam en waterloop van de Gulp bestaat het Natura 2000-gebied Geuldal uit een vrij smalle strook van circa 20 à 30 meter breed.

12 Er komen in dit deel van het N2000-gebied geen kwalificerende habitattypen voor. Gezien het kleine kruisende oppervlak tussen dam en N2000-gebied en gezien de afwezigheid van kwalificerende habitattypen ter plaatse kan veilig worden gesteld dat de aanleg van de dam en duiker via de verstoringsfactor ruimtebeslag geen negatief effect heeft op de beschermde habitattypen van het Natura-2000 gebied Geuldal. In eerder aangehaalde nader onderzoeken, het Natuurwaardenonderzoek [5.]-b en de vegetatiekartering [5.]-c, wordt verslag gedaan over verricht aanvullend onderzoek naar het effectvan het project, onder meer via ruimbeslag, op de habitattypen H3260 A Beken en rivieren met waterplanten en H6510 A Glanshaver- en vossenstaarthooiland. In de Conclusies nader onderzoek [5.]-a wordt dit onder de punten 1 respectievelijk 2 als volgt samengevat: 1. H3260_A Beken en rivieren met waterplanten : Het habitattype is op dit moment niet aanwezig in het beektraject van 75 meter benedenstrooms van de geprojecteerde dam tot aan de Belgische grens. De potentie voor dit habitattype is gering. Dit wordt voornamelijk bepaald door schaduwwerking van de beekbegeleidende beplantingen. Het creëren van realistische potenties voor de ontwikkeling van het habitattype H3260_A is daarom niet haalbaar binnen het ruimtebeslag van het retentiebekken en het direct benedenstrooms gelegen beekgedeelte. Het ontstaan van significant negatieve effecten tan aanzien van H3260_A door de aanleg van het retentiebekken is dan ook nihil. en 2. H6510_A Glanshaver- en vossenstaarthooiland : Ten aanzien van de basisgegevens zoals gebruikt voor de Verslechterings- en verstoringstoets is met de voorliggende vegetatiekartering bevestigd dat het habitattype H6510_A op dit moment niet voorkomt binnen het studiegebied voor het retentiebekken Slenaken, voor zover gelegen binnen de begrenzing van het Natura2000-gebied. Op basis van de vegetatiekartering van de graslanden binnen de begrenzing van het Natura2000- gebied en binnen het ruimtebeslag van het retentiebekken zijn drie locaties gedefinieerd waar de huidige vegetaties potentie bieden voor doorontwikkeling tot voor het habitattype kwalificerende vegetatietypen. De wijziging van de inundatiefrequentie als gevolg van de dam en de bijbehorende korte inundatieduur leiden niet tot significant negatieve effecten op de potenties voor de ontwikkeling van het habitattype H6510_A. Effecten op beschermde soorten Beekdonderpad en Beekprik De huidige waterloop van de Gulp heeft ter plaatse van de voorgenomen dam de vorm van een flauwe meander. Deze wordt met het voorliggende project voor aanleg van dam en duiker over een lengte van 35 meter (gemeten langs de gekromde Gulpmeander) vervangen door een rechte buis/duiker met een diameter van circa 1500 mm en een lengte van 22 meter (inclusief in- en uitstroomvoorziening). Bij de aanleg wordt specifiek rekening gehouden met de beschermde soorten Beekprik en Beekdonderpad. Dit door de duiker met een overdiepte van 45 cm aan te leggen. Een overdiepte van 45 cm betekent dat het laagste punt van de buis/duiker 45 cm dieper wordt geplaatst dan de oorspronkelijk bodem van de beek. Door de overdiepte van 45 cm kan zich in de duiker een waterbodem vormen die bijdraagt aan het creëren van leefgebied in de duiker voor Beekdonderpad. Bovendien geeft het schuilmogelijkheden voor de Beekprik tijdens haar migratie. De waterbodem uit de te dempen meander wordt verwerkt in de waterbodem in de duiker.

13 Om te borgen dat de duiker daadwerkelijk met een overdiepte van 45 cm wordt gerealiseerd en de waterbodem uit de te dempen meander daadwerkelijk wordt verwerkt (in de overdiepte van) de duiker is voorschrift 1 opgenomen in dit besluit; zie Hoofdstuk 6 Voorschriften. Zoals uitvoerig onderbouwd en beschreven in paragraaf 3.2 van de Natuurtoets ([3.]) ontstaat ter plaatse van de duiker als gevolg van de potentiële verstoringen oppervlakteverlies en versnippering geen negatief effect op de Beekprik en Beekdonderpad. Ook andere verstoringen op de Beekdonderpad en Beekprik zijn blijkens paragraaf 3.2 ter plaatse van de duiker niet aan de orde. In eerder aangehaald nader onderzoek, met name in het Natuurwaardenonderzoek [5.]-b, wordt verslag gedaan over verricht aanvullend onderzoek naar het effect van het project op de Beekprik en vooral Beekdonderpad. In de Conclusies nader onderzoek [5.]-a wordt dit onder punt 3. als volgt samengevat: 3. H1096 en H1163 Beekprik en Beekdonderpad : Beekprik is niet aangetroffen in de Gulp. Historische waarneming van de soort zijn evenmin bekend voor de Gulp. De Beekdonderpad is sterk vertegenwoordigd in de Gulp en laat ten opzichte van 2005 en 2010 wederom een stijging in aantallen zien. Voor de Gulp geldt de doelstelling ten aanzien van het Natura-2000-gebied voor het herbergen van een levensvatbare populatie van minimaal 500 exemplaren nog steeds als behaald. Ten aanzien van de realisatie van het retentiebekken concludeert Natuurbalans - Limes Divergens dat de kans op negatieve effecten voor de visfauna zeer beperkt tot nihil is, indien: De duiker wordt voorzien van Gulp-eigen bodemmateriaal. In de voorgenomen ingreep was reeds voorzien in het benutten van bodemmateriaal uit de te dempen meander voor het creëren van een waterbodem in de duiker; De duiker voldoende groot is (1500mm) waardoor lichtinval en een luchtlaag boven het water aanwezig blijven. Dit is het geval; De uitstroomopening aan de benedenstroomse zijde voldoende groot is om het inzwemmen van de duiker niet te belemmeren. Hier is in het ontwerp rekening mee gehouden; De duikerconstructie bij piekafvoeren geobserveerd wordt. Doel van deze monitoring is te bepalen of na een afvoerpiek herstelmaatregelen nodig zijn aan de waterbodem in de duiker. In de duiker zelf worden bij aanleg reeds voorzieningen getroffen die uitspoeling van de waterbodem zoveel mogelijk dienen te voorkomen. Op basis van bovenstaande conclusies blijft de eindconclusie uit de Verslechterings- en verstoringstoets overeind. Als gevolg van de aanleg van de dam en het creëren van het retentiebekken ontstaan geen significant negatieve gevolgen voor de (potentieel) aanwezige habitattypen. Ten aanzien van de doelsoorten Beekdonderpad en Beekprik blijft de eindconclusie eveneens onverminderd gehandhaafd. Als aanvulling kan toegevoegd worden dat het wenselijk is na aanleg van de dam de situatie te monitoren, zodat waar nodig via beheer en onderhoud bijgestuurd kan worden op de ontwikkeling van de habitattypen en doelsoorten. Om te borgen dat het aangevraagde project inderdaad geen negatieve gevolgen heeft voor de doelsoorten Beekdonderpad en Beekprik is in het onderhavig besluit ten opzichte van het ontwerpbesluit bovenstaand advies in voorschrift 1 overgenomen.

14 Effecten uitvoeringswijze werkzaamheden bij aanleg dam en duiker Zie voor een overzicht van locaties van werkzaamheden kaart plan- /werkgrens [3.b], en/of bijlage 1b bij dit besluit. De werkzaamheden voor aanleg van dam en duiker zullen worden uitgevoerd ter plekke van de dam en in een zo beperkt mogelijke zone rondom de dam. Ter plekke van de Gulp wordt de werkzone zo krap mogelijk gehouden in verband met het Natura2000-gebied en het direct noordelijk van de dam gelegen Elzenbroekbos met de beide waterloopjes van de Nieuwheesbohn. Bij uitvoering van de werkzaamheden zal gewerkt worden op basis van de Gedragscode Flora- en faunawet voor Waterschappen en aanvullende werkvoorschriften zoals die in het projectplan bij de ontheffingaanvraag ex artikel 75 van de Flora- en faunawet staan beschreven. Als eerste zal de duikerconstructie worden aangelegd. De in- en uitstroomopening van de duiker worden afgewerkt met stapelstenen van Ardenner gres. Ook wordt aan de bovenstroomse zijde een palenrij aangebracht in de Gulp, zodat met de Gulp meegevoerde takken en ander drijfafval niet in de duiker klem komen te zitten. Ter afronding van de werkzaamheden wordt het huidige, ter plaatse aanwezige bruggetje over de Gulp gesloopt, zodat deze geen belemmering meer vormt voor pieken in de Gulp. De Gulp kan daardoor tevens direct benedenstrooms van de duiker beginnen te meanderen. Gelijktijdig met de aanleg van de dam wordt aan de noordzijde van de poel op de dalvlakte in het zuidelijke deel van het studiegebied een laag walletje aangelegd, om de aanwezige populatie amfibieën te vrijwaren van de introductie van vis bij een inundatie. Dit walletje krijgt een zodanige hoogte dat de poel tot en met een T=25 (overstromingsfrequentie met een waarschijnlijkheid van eens in de 25 jaar) vrij blijft van inundatie. Om te borgen dat bovenstaande door de aanvrager genoemde wijze van uitvoeren van de werkzaamheden voor de aanleg van de dam en duiker daadwerkelijk plaatsvindt, is voorschrift 2 aan dit besluit verbonden; zie Hoofdstuk 6 Voorschriften Effecten België De aangevraagde aanleg van dam en duiker leiden zeker niet tot effecten die reiken en/of strekken tot aantasting van de natuurlijke kenmerken van beschermde Natura 2000 natuur in België Reactie op de ingekomen zienswijzen Onderstaand wordt ingegaan op de 12 in paragraaf 2.3 genoemde ingekomen zienswijzen die zijn genummerd van z1 tot z Zienswijze z1 Appellant ir. P.G.H.M. Lemmerlijn geeft in zienswijze z1 aan: Kort en krachtig: de voorgestelde dam is in mijn ogen een uiterst ingrijpende en fundamentele aantasting (platvloers gesteld 'verkrachting*) van de hoge landschappelijke waarde van dit deel van het Gulpdal.

15 Reactie van ons college Onderhavig besluit ziet op de effecten van het aangevraagde project op de beschermde natuur van het Natura 2000-gebied Geuldal Zienswijze z2 Appellant M. Lucassen geeft in zienswijze z2 aan: Ondergetekende conformeert zich met de bijgevoegde zienswijze ingediend door Staatbosbeheer. Verder is het in dit stadium onduidelijk en niet volledig onderzocht wat de gevolgen zijn voor de eigendommen, natuurwaarde en verplichtingen van ondergetekende. Reactie van ons college In navolgende paragraaf gaat ons college in op de zienswijzen van Staatbosbeheer. Verder zijn in dit besluit de eigendommen, natuurwaarde en verplichtingen van appellant alleen aan de orde voor zover ze samenvallen met het Natura 2000-gebied Geuldal Zienswijze rapport omgeving, z3 t/m z9 en z11 De 8 zienswijzen z3 t/m z9 en z11, zie paragraaf 2.3 in dit besluit, verwijzen naar hetzelfde zienswijze rapport omgeving ; namelijk het rapport 30 maart 2015, Bezorgde eigenaars van een hotel en woningen aan de Grensweg en Hees, Onderbouwing Zienswijze NBW-besluit Dam en duiker te Slenaken, rapport, 35 pagina s inbegrepen 6 bijlagen. Onderstaand geeft ons college een reactie op de 8 achtereenvolgende hoofdstukken van het rapport. Letterlijke teksten uit het rapport zijn daarbij cursief tussen -tekens aangegeven. Hoofdstuk 1. Voorwoord en Hoofdstuk 2. Toetsingskader Aanvraag In de hoofdstukken 1 en 2 geven de auteurs van het rapport (verder: appellanten) hun visie op de aanleiding van het voorliggend project en het toetsingskader van de aanvraag.

16 Hoofdstuk 3. Verslechteringstoets In dit hoofdstuk verwoorden appelanten kritiek op het door aanvrager ingediende rapport 19 november 2014, Bureau Verbeek, Verslechterings- en verstoringstoets t.b.v. Retentiebekken Slenaken ; zie bron [3.] in paragraaf van dit besluit, (eerder en verder genoemd: Natuurtoets). De volgende tekstdelen zijn daarbij door appellanten met een dubbele lijn onderstreept: In paragraaf 3.1. Er is gebruik gemaakt van kaartmateriaal van het Natura 2000 gebied dat een te indicatief karakter heeft. ; In paragraaf 3.2. Alle echt belangrijke kaarten, tabellen en foto s in de Verslechteringstoets en het Verkennend Natuurwaardenonderzoek zijn nauwelijks tot niet leesbaar, wat toetsing van de rapporten bemoeilijkt. ; In paragraaf 3.3. De hoogte van de dam in de tekst van de ontwerpbeschikking (maximaal 3, 8 meter) is lager dan die op de kaart in bijlage 1 (> 4 meter t.o.v. gewone maaiveld; > 6 meter t.o.v. onderkant duiker).. Reactie van ons college De Natuurtoets gebruikt bij de aanvraag is gebaseerd op de op moment van indiening beschikbare meest actuele en concrete informatie ten aanzien van het N2000-gebied Geuldal; in casu het op dat moment vigerende (ontwerp) aanwijzingsbesluit voor het N2000-gebied Geuldal. De aanvraag en alle aanvraag onderbouwende documenten zijn volgens de regels en op de voor de provincie Limburg gebruikelijke wijze gepubliceerd. Reproductie van documenten (scannen, weer printen, etc.) kan mogelijk hebben geleid tot (enig) kwaliteitsverlies maar, onder meer blijkend uit voorliggend zienswijze rapport omgeving, niet zodanig dat lezers/appellanten niet in staat zijn geweest de aanvraag en onderbouwende documenten grondig en volledig te toetsen. De maximale hoogte van de dam kan voor wat betreft eenduidigheid misschien het best ten opzichte van het absoluut referentie niveau NAP worden uitgedrukt. In het onderhavig geval circa 143,15 m +NAP. Aangezien de maaiveldhoogte in het Gulpdal varieert, de definitie van maaiveld subjectief is (hoort strooisel/gras er bijvoorbeeld wel/niet bij?) en de waking (extra hoogte van de dam in verband met veiligheid en onzekerheid hoogste waterstand ) wel of niet wordt meegerekend, kan er in de praktijk een verschil ontstaan in een raming voor de maximale damhoogte wanneer deze wordt uitgedrukt in hoogte ten opzichte van maaiveld. Hoofdstuk 4. Effecten Project In hoofdstuk 4 wordt door appellanten ingegaan op de effecten van het voorliggend project zoals beschreven in de Natuurtoets en in het bestreden besluit. Onderstaande 5 effecten zijn in de bijlagen van het rapport verder uitgewerkt en zijn aan het eind van hoofdstuk 4 dubbel onderstreept weergegeven. 1. Het project heeft significante effecten op de landschappelijke samenhang en interne compleetheid van het Heuvelland. Het is ook evident dat een dam tussen de Gulp en de graft significante effecten heeft op Herstel van volledige gradiënten met kleinschalige afwisseling van nat naar droog. (zie bijlage 1)

17 Reactie van ons college Appellanten baseren en onderbouwen hun stelling dat de dam significante effecten op de landschappelijke samenhang en interne compleetheid van het Heuvelland met de volgende tekst in de essentietabel Natura 2000-gebied 157 (zie bijlage 1 Zienswijze rapport omgeving) : Opgave landschappelijke samenhang en interne compleetheid (Heuvelland): Herstel van volledige gradiënten met kleinschalige afwisseling van nat naar droog en van kalkrijk naar kalkarm. Versterken samenhang van het netwerk, van grotere gradiëntrijke complexen met tussenliggende stapstenen, met name ten behoeve van fauna. Herstel van samenhang van bron via beek naar rivier.. Appellanten verzuimen aan te geven hoe zij zien dat de aanleg op één locatie in het Gulpdal van een dam loodrecht op de Gulp met een lengte van ongeveer 180 meter vanuit perspectief van landschappelijke samenhang en interne compleetheid van het Heuvelland (met een totaal oppervlak van vele tientallen kilometers, dus miljoenen vierkante meters) volledige gradiënten met kleinschalige afwisseling van nat naar droog en van kalkrijk naar kalkarm zou aantasten. De dam heeft geen invloed op de landschappelijke gradiënt van nat naar droog, ook niet op de landschappelijk gradiënt van kalkrijk naar kalkarm. Ook ziet ons college niet hoe de aanleg van de dam grotere gradiëntrijke complexen met tussenliggende stapstenen in de weg zou staan, noch hoe met de aanleg van de dam herstel van de samenhang van bron naar beek wordt bemoeilijkt. 2. Onderzoek dient te worden gedaan naar effecten van de voorbereidende werkzaamheden en effecten in de exploitatiefase. (zie Bijlagen 2 en 3). In Bijlage 2 verwijten appelanten ons college met name dat in de effectbeoordeling niet is meegenomen: (1) het kappen van bomen; appellanten spreken van 1 grote zwarte els en grote 7 schietwilgen, en (2) het aanleggen van een weg voor grondtransporten en later een onderhoudsweg/ -pad. Verder schrijven appellanten Voor het plaatsen van het amfibieënscherm en de verbinding met de openbare weg is géén vergunning aangevraagd. In Bijlage 3 schrijven appellanten ten aanzien van effecten van het project in exploitatiefase: Het gebied tussen de Gulp en de hoger gelegen delen ter hoogte van de graft is nu niet toegankelijk door de drassigheid, de hekken die er staan en door het ontbreken van paden. Vanwege de grote landschappelijke waarden is de potentiele druk op het gebied om hier projecten te ontwikkelen en activiteiten te verrichten groot. Zo is even verderop richting Slenakerbrug zoeklocatie recreatieve verbinding (voetgangers) ingetekend op een tekening - opgenomen in bijlage 1 Ruimtelijke Onderbouwing 5 levensloopbestendige woningen en een praktijkruimte te Slenaken bij de Toelichting Bestemmingsplan kern Slenaken (eveneens opgesteld door landschapsarchitectuurbureau Verbeek uit Gulpen). Voor het onderhoud van de dam wordt een onderhoudspad/-weg van 3 à 4 meter breed over de dam aangelegd met een verbinding naar de openbare weg. De ligging is nog niet bekend. Deze twee ontwikkelingen aan elkaar koppelend, kan de conclusie niet anders zijn dan dat niet valt uit te sluiten dat met de dam andere ontwikkelingen in gang worden gezet. De minst ingrijpende daarvan is dat geleidelijk aan een wandelpad ontstaat naar de slijpsteen van Slenaken, een zichtbaar overblijfsel uit de prehistorie.

18 De natuur- en landschappelijke waarden worden hoe dan ook aangetast door de dam, ten gevolge waarvan het risico levensgroot is dat de waarden door betreding en andere activiteiten verder verslechteren, met als gevolg dat het gebied op termijn mogelijk zijn bijzondere status verliest en de deur open komt te staan voor allerlei ontwikkelingen, waardoor de waarden van het gebied nog verder verloren zullen gaan. Deze gevolgen zijn niet meegenomen in de Verslechteringstoets. Reactie van ons college In paragraaf van het bestreden besluit wordt expliciet ingegaan op de effecten van de werkzaamheden in verband met aanleg van de dam en duiker. Verder is niet duidelijk of, en zo ja, gebaseerd op welke gronden, appellanten menen dat bedoelde verbinding met de openbare weg, het kappen van bedoelde bomen en het plaatsen van een amfibieënscherm, die overigens grotendeels buiten het Natura 2000-gebied Geuldal liggen/plaatsvinden, significant negatieve effecten zouden kunnen hebben op de beschermde Natura 2000-natuur. Ook verzuimen appellanten aan te geven waarom in de exploitatiefase van de dam er significant negatieve effecten verwacht zouden moeten worden. De genoemde Slenakerbrug zoeklocatie recreatieve verbinding (voetgangers) is geen onderdeel van de voorliggende aanvraag. 3. Effecten van project op habitats (zie bijlage 4): Met het dempen van de Gulp over een lengte van 35 meter verdwijnt een stuk van habitattype H3260A. Voor habitattype H6510 Glanshaverhooiland en prioritair habitattype H91E0_C Vochtige alluviale bossen kan niet worden geconcludeerd dat er geen significante effecten zijn. Reactie van ons college Habitattype H3260A Beken en rivieren met waterplanten Ter plaatse van de kruising met enerzijds het werkvlak van dam en duiker en in het bijzonder ter plaatse van de stroomgeul van de Gulp met anderzijds het N2000-gebied Geuldal komt geen kwalificerend habitattype H3260A Beken en rivieren met waterplanten voor. Dit wordt bevestigd door habitattypekaarten horend bij het concept beheerplan Geuldal en door veldonderzoek ter plaatse ([5.]-b Natuurwaardenonderzoek). De tegenwerping en bewering van appellanten dat het habitattype H3260A blijkens onder meer het Ontwerpbesluit Geuldal en de Knelpuntenanalyse en kansenanalyse Natura 2000-gebied 157 Geuldal in beginsel wel in de Geul en Gulp voorkomt doet daar niets aan af. Elders in de Geul en/of Gulp in het Natura 2000-gebied Geuldal komt het dus wel voor, niet ter plaatse van dam en duiker.

19 Habitattype H6510 Glanshaverhooiland Uit het rapport Vegetatiekartering, waarbij in de graslanden van het Gulpdal tussen de geplande dam en de landsgrens met België, voor zover gelegen binnen de begrenzing van het Natura2000-gebied, een vlakdekkende vegetatiekartering is uitgevoerd, blijkt: dat ten aanzien van de basisgegevens zoals gebruikt voor de Verslechterings- en verstoringstoets met de vegetatiekartering bevestigd wordt dat het habitattype H6510_A op dit moment niet voorkomt binnen het studiegebied voor het retentiebekken Slenaken, voor zover gelegen binnen de begrenzing van het Natura2000-gebied; dat op basis van de vegetatiekartering van de graslanden binnen de begrenzing van het Natura2000- gebied en binnen het ruimtebeslag van het retentiebekken, drie locaties zijn gedefinieerd, waar de huidige vegetaties potentie bieden voor doorontwikkeling tot voor het habitattype H6510_A kwalificerende vegetatietypen; dat de wijziging van de inundatiefrequentie als gevolg van de dam en de bijbehorende korte inundatieduur niet leiden tot significant negatieve effecten op de potenties voor de ontwikkeling van het habitattype H6510_A. Habitattype H91E0_C *Vochtige alluviale bossen. Zoals reeds in dit besluit in paragraaf 3.2 is opgemerkt is in het definitief aanwijzingsbesluit Geuldal voor het habitattype H91E0 Vochtige alluviale bossen, anders dan in het ontwerp aanwijzingsbesluit Geuldal waar appellanten naar verwijzen, geen uitbreidingsdoelstelling opgenomen. Nu ter plaatse van het werkvlak van de dam en duiker geen kwalificerend habitattype H91E0_C *Vochtige alluviale bossen voorkomt, en er geen uitbreidingsdoelstelling (meer) geldt, en bovendien de wijziging van de inundatiefrequentie als gevolg van de dam en de bijbehorende korte inundatieduur niet leiden tot significant negatieve effecten op het in het studiegebied aanwezige habitattype H91E0_C * Vochtige alluviale bossen, kan de stelling van appellanten geen stand houden dat Uit dit samenstel van informatie moet worden opgemaakt dat met het project significante effecten op dit habitattype H91E0_C niet kunnen worden uitgesloten. 4. Effecten op soorten (zie Bijlage 5): Voor prioritaire habitatsoort H1078 Spaanse vlag en de habitatsoorten H1096 Beekprik en H1163 Rivierdonderpad kunnen significante effecten ten gevolge van het project niet worden uitgesloten. Voor de habitatsoorten H1321 Ingekorven Vleermuis en H1324 Vale vleermuis zijn significante effecten ten gevolge van het kappen van de bomen op de geplande locatie van de dam eveneens niet uit te sluiten. Reactie van ons college Habitatsoort H1078 Spaanse vlag In de Verslechterings- en verstoringstoets (Natuurtoets, bron [3.]) wordt m.b.t. de prioritaire habitatsoort H1078 Spaanse vlag het volgende opgemerkt: De Spaanse vlag komt binnen het onderzoeksgebied niet voor. Volwassen dieren van de Spaanse vlag zijn wel bekend van het buiten het Natura2000 gebied gelegen Roebelsbosch.

20 De volwassen vlinders en de rupsen van de Spaanse vlag prefereren ieder een verschillende habitat. De vlinders leven op warme, liefst kalkrijke hellingen, waar ze min of meer gebonden zijn aan bosranden, struwelen, zomen en ruigten. De nachtactieve rupsen leven op vochtige, schaduwrijke plaatsen, meestal langs beken, waar ze worden aangetroffen op zowel lage kruiden als hoog opschietende ruigteplanten. Vochtige ruigtes komen in het onderzoeksgebied in beperkte mate voor langs de Gulp en in theorie zouden rupsen van de Spaanse vlag daar kunnen voorkomen. Omdat de rupsen van de Spaanse vlag gevoelig zijn voor overstromingen kan echter van een duurzame aanwezigheid in de beekbegeleidende ruigtes langs de Gulp geen sprake zijn. Als gevolg van de aanleg van de dam zal het oppervlakte vochtige ruigtes langs de Gulp min of meer het zelfde blijven. Bovenstrooms zullen deze vochtige ruigtes iets vaker overstromen en benedenstrooms iets minder vaak. Deze kleine verandering in de mate van overstroming heeft geen effect op de eventueel in deze vochtige ruigtes aanwezige rupsen. Significante negatieve effecten op het voorkomen van de buiten het onderzoeksgebied voorkomende Spaanse vlag of op potentieel leefgebied van de Spaanse vlag binnen het onderzoeksgebied zijn dan ook uitgesloten. Habitatsoorten H1096 Beekprik en H1163 Rivierdonderpad Ten aanzien van de habitatsoorten H1096 Beekprik en H1163 Rivierdonderpad bevestigt het nader onderzoek de conclusies in de Verslechterings- en verstoringstoets (Natuurtoets, bron [3.]). Met name in het Natuurwaardenonderzoek [5.]-b, wordt verslag gedaan over verricht aanvullend onderzoek naar het effect van het project op de Beekprik en vooral Beekdonderpad. Zoals reeds aangegeven in paragraaf in dit besluit wordt dit als volgt onder punt 3 in de Conclusies nader onderzoek [5.]-a samengevat: 3. H1096 en H1163 Beekprik en Beekdonderpad : Beekprik is niet aangetroffen in de Gulp. Historische waarneming van de soort zijn evenmin bekend voor de Gulp. De Beekdonderpad is sterk vertegenwoordigd in de Gulp en laat ten opzichte van 2005 en 2010 wederom een stijging in aantallen zien. Voor de Gulp geldt de doelstelling ten aanzien van het Natura-2000-gebied voor het herbergen van een levensvatbare populatie van minimaal 500 exemplaren nog steeds als behaald. Ten aanzien van de realisatie van het retentiebekken concludeert Natuurbalans - Limes Divergens dat de kans op negatieve effecten voor de visfauna zeer beperkt tot nihil is, indien: De duiker wordt voorzien van Gulp-eigen bodemmateriaal. In de voorgenomen ingreep was reeds voorzien in het benutten van bodemmateriaal uit de te dempen meander voor het creëren van een waterbodem in de duiker; De duiker voldoende groot is (1500mm) waardoor lichtinval en een luchtlaag boven het water aanwezig blijven. Dit is het geval; De uitstroomopening aan de benedenstroomse zijde voldoende groot is om het inzwemmen van de duiker niet te belemmeren. Hier is in het ontwerp rekening mee gehouden; De duikerconstructie bij piekafvoeren geobserveerd wordt. Doel van deze monitoring is te bepalen of na een afvoerpiek herstelmaatregelen nodig zijn aan de waterbodem in de duiker. In de duiker zelf worden bij aanleg reeds voorzieningen getroffen die uitspoeling van de waterbodem zoveel mogelijk dienen te voorkomen. Op basis van bovenstaande conclusies blijft de eindconclusie uit de Verslechterings- en verstoringstoets (Natuurtoets [3.]) overeind. Als gevolg van de aanleg van de dam en het creëren van het retentiebekken ontstaan geen significant negatieve gevolgen voor de doelsoorten Beekdonderpad en Beekprik.

21 Habitatsoorten H1321 Ingekorven Vleermuis en H1324 Vale vleermuis In de Verslechterings- en verstoringstoets (Natuurtoets [3.]) is aangegeven dat de habitatsoorten H1321 Ingekorven Vleermuis en H1324 Vale vleermuis mogelijk in het onderzoeksgebied te verwachten zijn waarbij uitsluitend te rekenen valt met een beperkte functie als foerageergebied. De Vale en Ingekorven vleermuis zijn kolonievormende vleermuissoorten die in Limburg overwinteren in de mergelgroeven en als zomerverblijf zolders en schuren gebruiken. Beide soorten maken geen gebruik van holle bomen als zomer- of paarverblijf en zijn dan ook geen boombewonende vleermuissoorten. Significante negatieve effecten op het voorkomen van de Vale en Ingekorven vleermuis ten gevolge van het kappen van de bomen op de geplande locatie van de dam zijn uitgesloten. 5. Significante effecten op het Natura 2000 gebied in België kunnen niet worden uitgesloten. (zie Bijlage 6) Reactie van ons college Volgens de berekeningen van het Waterschap Roer en Overmaas (zie Bijlage 7 Overstromingskarakteristiek Gulp studiegebied in de Natuurtoets [3.]) reikt het gebied met inundatieverandering als gevolg van realisatie van de aangevraagde gekozen optimalisatie van de dam bij een herhalingstijd van eens in de 25 jaar (T=25) bij lange na niet tot aan de Belgische grens. Bij een herhalingstijd van eens in de 100 jaar tikt het inundatieveranderingsgebied de Belgische grens nipt aan. Mogelijk leidt de dam dus zeer incidenteel (eens in de 100 jaar) tot extra inundatie gedurende enkele uren (zie Bijlage 3 Optimalisatie dam Slenaken in de Natuurtoets [3.]) over een zeer minimaal oppervlak. Nu bij de (veel) frequentere inundatieveranderingen over een (veel) groter oppervlak op Nederlands grondgebied in verder vergelijkbare eco(hydro)logische omstandigheden de natuurlijke kenmerken zeker niet worden aangetast, kan veilig worden gesteld dat dit ook geldt voor Belgisch grondgebied. Dit voor zover er in het minimale inundatieveranderingsgebiedje ter plaatse überhaupt kwalificerende Natura 2000 habitattypen voorkomen. Hoofdstuk 5 Passende beoordeling, Hoofdstuk 6 Dwingende redenen van groot openbaar belang en ontwerp en plaats van dam, en Hoofdstuk 7 Alternatieve oplossingen. In de hoofdstukken 5, 6 en 7 betogen appellanten dat een Passende Beoordeling ten onrechte achterwege is gelaten, een dwingende reden van openbaar belang geenszins is aangetoond, de dam te hoog en te breed is gedimensioneerd, op de verkeerde piekafvoer is afgestemd en voor de verkeerde plaats is ontworpen. Ook stellen appellanten dat geen sprake kan zijn van ontstentenis van alternatieve oplossingen omdat er goede alternatieven voor het project zijn. Reactie van ons college De presumptie van appelanten voor de zienswijzen in hoofdstuk 5, 6 en 7 is dat het project significant negatieve gevolgen zou hebben. Nu ons college van mening is dat significant negatieve gevolgen kunnen worden uitgesloten is een zogenaamde ADC-toets (ADC-toets: zijn er Alternatieven?, is er sprake van Dwingende redenen van groot openbaar belang?, is Compensatie mogelijk?) niet aan de orde en treffen de zienswijzen derhalve geen doel.

22 Hoofdstuk 8. Analyse en conclusies Onderstaand wordt het eerste deel van dit hoofdstuk letterlijk geciteerd, waarna een reactie van ons college volgt. Het tweede deel vanaf Conclusies over de Verslechteringstoets bevat geen nieuwe punten en is inhoudelijk hiervoor behandeld. 8. ANALYSE EN CONCLUSIES 8.1. ANALYSE EN ALGEMENE CONCLUSIES De aanleg van een dam en een retentiebekken betreft een complex project met grote gevolgen en betekent derhalve een keerpunt voor (de omgeving van) Slenaken. Het is niet voor niets dat vele wettelijke procedures op verschillende overheidsniveaus dienen te worden doorlopen. Een ingreep van die omvang in een gebied met Europese topnatuur en een natuurlijke beekloop in een vijfsterrenlandschap vraagt een zorgvuldige afweging van mogelijke alternatieven en van alle aan de orde zijnde belangen op basis van een gedegen wetenschappelijk verantwoord onderzoek naar nut en noodzaak, alternatieven en effecten. Het heeft er alle schijn van dat: 1. de realisatie van de geprojecteerde dam in de Gulp als dè oplossing voor incidentele wateroverlast, met bestuurlijke druk wordt geforceerd; 2. het waterschap en het landschapsarchitectuurbureau de vrije hand lijken te hebben gekregen; 3. de incidentele wateroverlast niet is opgevat als een vraagstuk dat integraal dient te worden bekeken, doch als een probleem dat waterstaattechnisch en ontwerptechnisch dient te worden opgelost, met als gevolg dat is toegewerkt naar een dam als dè oplossing; 4. de hoge natuurwaarden van het gebied zijn gezien als een sta in de weg in plaats van als unieke waarden die het waard zijn behouden te blijven en die bij verdere uitbreiding zelfs kunnen bijdragen aan het verminderen van incidentele wateroverlast; 5. de gemeente en de provincie als mede-initiatiefnemers en hoeders van het algemeen belang geen tegenwicht lijken te hebben geboden en de inhoud (waaronder essentiële berekeningen) van de rapporten niet hebben gecontroleerd; 6. de beginselen van behoorlijk bestuur met voeten zijn getreden. In het bijzonder: a. het zorgvuldigheidsbeginsel: zorgvuldig onderzoek naar de feiten en belangen (art. 3:2 Awb); b. het motiveringsbeginsel: de feiten moeten kloppen en de motivering moet logisch en begrijpelijk zijn (art. 3:46 Awb); c. het evenredigheidsbeginsel: de overheid moet ervoor zorgen dat de lasten of nadelige gevolgen van een overheidsbesluit voor een burger niet zwaarder zijn dan het algemeen belang van het besluit (art. 3:4 lid 2 Awb); d. het fair-play-beginsel: de overheid moet de noodzakelijke openheid en eerlijkheid in acht nemen (art. 2:4 Awb); e. het rechtszekerheidsbeginsel: de overheid moet de geldende rechtsregels juist toepassen; f. het verbod op détournement de procédure: er mag geen lichtere procedure worden gevolg om tot een besluit ter komen, wanneer daarvoor een met meer waarborgen omklede procedure openstaat.

23 Het risico is levensgroot dat met deze dam als precedent heel Zuid-Limburg straks met waterstaatkundige kunstwerken wordt volgebouwd en de deur vervolgens komt open te staan voor verdere aantasting van de Goudgroene Natuurzones en het Nationaal Landschap Zuid-Limburg door de magneetwerking op andere projecten en activiteiten rondom deze kunstwerken. Reactie van ons college Met bovenstaande punten 1 t/m 5 geven appellanten uiting aan hun bezwaar tegen de wijze waarop en de belangafweging waarbij voorliggende door aanvrager gekozen ontwerp ter bestrijding van de wateroverlast, met medewerking van provincie en gemeente, tot stand is gekomen. Ook geven zij aan op waterstaat-technische en ontwerptechnische gronden geen fiducie te hebben in het gekozen ontwerp. Onderhavig besluit op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 ziet echter op mogelijke effecten van voorliggend, aangevraagd project op de beschermde natuur van het Natura 2000-gebied Geuldal, niet op waterstaatkundige, hydrologische of andere ontwerptechnische kwaliteiten van het project an sich. Verder concluderen appellanten onder punt 6 dat beginselen van behoorlijk bestuur met voeten zijn getreden, zij noemen daarbij een zestal beginselen, genummerd a t/m f. Appellanten verzuimen te onderbouwen waarom en op welke wijze ons college in onderhavige procedure bedoelde beginselen met voeten zou hebben getreden Zienswijze Stichting Natuur en Milieufederatie Limburg, z10 Als beschermde doelsoorten in het Natura 2000-gebied Geuldal zijn o.a. de Beekprik en de Beekdonderpad aangewezen. Voor beide doelsoorten geldt de doelstelling: vergroten omvang en kwaliteit leefgebied voor uitbreiding populatie. Beide soorten zijn in de Natuurtoets niet geïnventariseerd. Data recenter dan 2010 ontbreken. Reactie van ons college Zie eerder aangehaald nader onderzoek [5.]-b. met betrekking de Beekprik en Beekdonderpad Voor het instandhoudingsdoel Vochtige alluviale bossen geldt volgens de Natuurtoets (blz. 20) de doelstelling: behoud oppervlakte en verbetering kwaliteit. Dit is naar onze mening niet correct; in het ontwerpaanwijzingsbesluit Natura 2000-gebied Geuldal en het concept beheerplan staat als doel: uitbreiding oppervlakte en verbetering kwaliteit van Vochtige alluviale bossen. Dat betekent dat de beoordeling van mogelijke effecten van aanleg van de dam op het hiervoor genoemde habitattype op onjuiste wijze heeft plaatsgevonden.

24 Reactie van ons college In het definitieve aanwijzingsbesluit van 22 juni 2015 is de doelstelling voor Vochtige alluviale bossen behoud oppervlakte. Door het Bureau Verbeek is als onderdeel van de Natuurtoets een onderzoek naar mogelijke alternatieve oplossingen gedaan (Natuurtoets, bijlage 1). Ten aanzien van de gekozen oplossingsrichting (dam + duiker stroomopwaarts van Slenaken) wordt gesteld dat dit kan bijdragen aan wijzigingen in de natuurwaarden en kan leiden tot problemen voor de migratie van aquatische levensvormen (Natuurtoets, blz. 71). Ook wordt opgemerkt dat in een retentiegebied veel meer zeer voedselrijk en vervuild slib wordt afgezet op een groter deel van de dalbodem dan nu het geval is langs de beekloop, wat de natuurlijke begroeiing van de dalbodem belemmert (Natuurtoets, blz. 73). Volgens de Alternatievenoverweging (bijlage 1 Natuurtoets) is een internationale totaaloplossing, waarin verschillende elementen samenkomen zoals retentie, lokale maatregelen, maatregelen op de helling, etc. niet onderzocht, maar moet wel in de overweging worden meegenomen. Dit is niet gebeurd. Uit de alternatievenoverweging (Natuurtoets, bijlage 1) blijkt dat de gekozen oplossing negatief scoort op natuur, landschap en Kaderrichtlijn Water doelen (tabel blz. 74). Reactie van ons college Ons college is gehouden het aangevraagde alternatief te beoordelen, en is van mening dat dit alternatief geen significant negatieve effecten heeft op beschermde Natura 2000 natuur. Op basis van bovenstaande overwegingen komt de Natuur en Milieufederatie Limburg tot de conclusie dat de Natuurtoets van Bureau Verbeek onvoldoende garantie geeft dat er geen significante negatieve effecten zijn te verwachten van aanleg van de dam + duiker in de Gulp bij Slenaken. Als gevolg daarvan dient er naar onze mening alsnog een passende beoordeling gemaakt te worden van de gevolgen van het project voor de instandhoudingsdoelstellingen van het Natura 2000-gebied. Wij verzoeken u dan ook om de gevraagde vergunning niet te verlenen en geen medewerking te verlenen aan het project. Reactie van ons college Ons college is van mening dat op goede gronden, waaronder divers (veld)onderzoek, mag worden geconcludeerd dat het voorliggend, aangevraagde project geen significant negatieve effecten heeft op de beschermde natuur van het Natura 2000-gebied Geuldal.

25 Zienswijze Staatsbosbeheer, z12 Onderstaand worden tekstdelen uit de zienswijzen van Staatsbosbeheer tussen tekens, en cursief, letterlijk geciteerd; gevolgd door een reactie van ons college. Alternatievenoverweging Bijlage 1 bij het rapport Verbeek draagt als naam 'Alternatievenoverweging'. In deze bijlage worden meerdere oplossingsrichtingen ter voorkoming van wateroverlast in Slenaken in de toekomst beschreven. Gelet op het voorgaande is duidelijk dat de Alternatievenoverweging geen basis kan zijn voor een conclusie dat het project geen significante effecten zou kunnen hebben op de Natura 2000-gebieden Gulpdal en Voerstreek. Integendeel: dit document geeft immers duidelijk aan dat effecten te verwachten zijn. Reactie van ons college Ons college is gehouden het uiteindelijk aangevraagde alternatief, het voorliggend project voor realisatie van dam en duiker, te beoordelen. Daarbij komt ons college op goede gronden, waaronder divers (veld)onderzoek, tot de conclusie dat het aangevraagde project geen significant negatieve effecten heeft op de beschermde natuur van het Natura 2000-gebied Geuldal. De tekst in Bijlage 1: Alternatievenoverweging in de Natuurtoets [3.] is door ons college geïnterpreteerd als achtergrondinformatie bij de aanvraag. Instandhoudingsdoel Vochtige alluviale bossen (H91E0*) Het Natura 2000-gebied Geuldal is aangemeld op basis van de Habitatrichtlijn. Er heeft nog geen definitieve aanwijzing plaatsgevonden, maar er is wel een ontwerpaanwijzingsbesluit gepubliceerd. Ook is er een conceptbeheerplan voor het gebied opgesteld. De instandhoudingsdoelen die het rapport Verbeek aangeeft, komen overeen met deze documenten, met uitzondering van het habitattype Vochtige alluviale bossen (H91E0*). Volgens het rapport Verbeek zou hiervoor de doelstelling behoud oppervlakte en verbetering kwaliteit gelden, hetgeen gebaseerd wordt op een van 7 j u l i 2014 van Jaap Goudriaan (provincie) aan Ralf Defaux (gemeente) (p. 20). Staatsbosbeheer kent deze niet en is daarom vooralsnog van mening dat ook uitgegaan moet worden van de uitbreidingsdoelstelling zoals opgenomen in het ontwerpaanwijzingsbesluit. In dat ontwerpbesluit staat bij het habitattype H91E0 als doel: "Uitbreiding oppervlakte en verbetering kwaliteit van vochtige alluviale bossen, beekbegeleidende bossen (subtype C)". Uit de Toelichting op het ontwerpbesluit komt duidelijk naar voren dat landelijk de staat van instandhouding matig ongunstig is. Door de bijzondere kwaliteit levert het Natura 2000-gebied Geuldal een zeer grote bijdrage aan het landelijke doel van het habitattype. Omdat kennelijk in het rapport geen rekening is gehouden met een uitbreidingsdoelstelling, zijn de bevindingen ten aanzien van dit habitattype mogelijk op een onjuist uitgangspunt gebaseerd.

26 Reactie van ons college In het definitieve aanwijzingsbesluit van 22 juni 2015 is de doelstelling voor Vochtige alluviale bossen behoud oppervlakte. Verkennend Natuurwaardenonderzoek Als bijlage bij het rapport Verbeek is gevoegd een Verkennend Natuurwaardenonderzoek retentiebekken Slenaken, in opdracht van de Gemeente Gulpen-Wittem uitgevoerd door Bureau Verbeek (2 oktober 2013, aangevuld 8 september 2014, p. 175 en verder). Kennelijk is dit niet de voortoets waarop gedoeld wordt op p. 4 van het rapport Verbeek. Op p. 35 van het Verkennend Natuurwaardenonderzoek wordt namelijk verwezen naar een 'losse rapportage' met betrekking tot de voortoets. In ieder geval kan op basis van het Verkennend Natuurwaardenonderzoek niet de conclusie getrokken worden dat zich geen significante effecten als bedoeld in artikel 19f van de Natuurbeschermingswet 1998 zouden kunnen voordoen. Daarvoor is het onderzoek onvoldoende, in relatie tot de effecten die verwacht kunnen worden van de ingreep. Reactie van ons college Het oordeel van ons college is niet alleen gebaseerd op bedoeld Verkennend Natuurwaardenonderzoek; het is gebaseerd op diverse bronnen, zoals onder meer de door aanvrager overgelegde documenten, zie paragraaf 4.1.1, en het in opdracht van ons college uitgevoerde nader onderzoek, zie paragraaf 4.1.2, waarin de eerdere conclusies op basis van herhaald en/of aanvullend (veld)onderzoek en op basis van een check / advies van een derde onafhankelijk bureau, Natuurbalans LIMES Divergens BV, worden (her)bevestigd. Te verwachten effecten - algemeen Van de ingreep zijn effecten op het watersysteem te verwachten. Immers, de aanleg van een retentiebekken en een civieltechnische dam beoogt de huidige waterafvoer te veranderen (via de duiker in de dam zal maximaal 8m3/sec water worden doorgevoerd; de bestaande brug te Slenaken is gedimensioneerd op maximaal 12m3/sec). In het kader van Natura 2000-gebied Geuldal heeft de Nederlandse overheid kernopgaven en specifieke doelen geformuleerd. Voorop staat de opgave de landschappelijke samenhang en interne compleetheid (Heuvelland) te versterken, onder andere door de samenhang van bron via beek naar rivier te herstellen. Eén van de opgaven betreft vissen en waterplanten: herstel waterkwaliteit en morfodynamiek voor vissen (rivierdonderpad H1163 en beekprik H1096) en beken en rivieren met waterplanten (waterranonkels) H3260_A; het gaat daarbij om voldoende variatie in samenstelling en structuur bedding met luwe plekken. In de verstorings- en verslechteringstoets blijkt de eerste en belangrijkste opgave, een herstel en versterking van de landschapsecologische samenhang, buiten beschouwing gelaten. Dit is te meer een gebrek omdat sprake is van een van de weinige nog natuurlijke beken in Nederland.

27 De aanleg van de dam betekent het verlies van ca. 35 meter natuurlijke Gulp. In het zogenaamde Verkennend Natuurwaardenonderzoek mankeert een systematische inventarisatie van de huidige hydrobiologische betekenis van de Gulp. Dit is een ernstig gemis, omdat de morfodynamiek dreigt te veranderen (de aanleg van een dam met knijpconstructie bij Slenaken leidt ertoe dat de pieken in de afvoer worden afgevlakt; benedenstrooms zal de inundatiefrequentie in diverse gebieden langs de Gulp omlaag gaan). In dit verband moet nogmaals vermeld worden dat doorgang van het project in strijd zou zijn met de KRW-doelen voor de Gulp. Dit is te meer van belang omdat meerdere Natura 2000-doelen die hier in het geding zijn, aan het watersysteem van de Gulp zijn gebonden, waaronder de vissoorten Beekprik en Beekdonderpad. Reactie van ons college Het toetsen aan KWR doelen is niet aan de orde in dit besluit op grond van de Natuurbeschermingswet De resultaten uit het nader onderzoek, zie met name het Natuurwaardenonderzoek [5.]-b met onder meer recent herhaalde hydrobiologische tellingen, herbevestigen de eerdere conclusies op grond van de door aanvrager overgelegde documenten en onderzoeken, zie paragraaf 4.1.1, dat de realisatie van de dam en duiker geen negatieve effecten hebben op de beschermde soorten Beekprik en Beekdonderpad. Appellant verzuimt de suggesties te onderbouwen hoe en waarom de realisatie van de dam en duiker een belemmering zou vormen voor herstel en versterking van de landschapsecologische samenhang en de opgave de landschappelijke samenhang en interne compleetheid (Heuvelland) te versterken, onder andere door de samenhang van bron via beek naar rivier te herstellen Te verwachten effecten - opmerkingen naar soort en habitat Voor wat betreft de Gulp zijn de Natura 2000-doelen gericht op de volgende habitats en soorten: a. Beken en rivieren met waterplanten (waterranonkels): uitbreiding oppervlakte en verbetering kwaliteit; habitattype H3260-A, omvat die gedeelten van beken en rivieren die, in meer of mindere mate zijn begroeid met waterplanten van het Verbond van Grote waterranonkel óf de Associatie van Doorgroeid fonteinkruid. De vrij diep ingesneden Gulp, met een basisafvoer van gemiddeld 0,5 m3/s en een stroomsnelheid variërend van 0,5 tot 1,0 m3/s, is potentieel geschikt voor het habitattype. Opmerking Staatsbosbeheer: Aan een mogelijke ontwikkeling is in het rapport Verbeek geen aandacht besteed. b. Beekprik: uitbreiding verspreiding, omvang en verbetering kwaliteit leefgebied voor uitbreiding populatie; doelsoort H1096. Opmerking Staatsbosbeheer: de soort is niet geïnventariseerd. c. Beekdonderpad: uitbreiding verspreiding, omvang en verbetering kwaliteit leefgebied voor uitbreiding populatie; doelsoort H1163, Beekdonderpad (Cottus rhenanus); internationaal beschermd (Conventie van Bern); recent beschreven als een van de soorten binnen het complex Rivierdonderpad'. Opmerking Staatsbosbeheer: de soort is niet geïnventariseerd, verwezen wordt naar oude waarnemingen, die met zekerheid betrekking hebben op de directe omgeving.

28 Voor wat betreft de aan de Gulp grenzende gronden zijn de Natura 2000-doelen gericht op de volgende habitats en soorten: a. Glanshaverhooilanden: uitbreiding oppervlakte en verbetering kwaliteit; habitattype H6510_A, op oeverwallen langs beken en op hellingen en droogdalen in het heuvelland; Hoewel enkele kenmerkende en typische soorten zijn aangetroffen, wordt gesteld dat het habitattype niet aanwezig is; de potentie is naar verwachting gering en beperkt tot de hoogst gelegen terreindelen (BUREAU VERBEEK bijlage 6, p. 113). Opmerking Staatsbosbeheer: Deze conclusie en verwachting wordt niet gedeeld. In potentie is Glanshaver-hooiland beperkt tot laag gelegen terreindelen. Helling opwaarts verandert de vegetatie in o.a. een Kamgras-weide, een beweid overgangstype (vrij omvangrijk aanwezig). b. Vochtige alluviale bossen (beekbegeleidende bossen): uitbreiding oppervlakte en verbetering kwaliteit; habitattype H9lEo_C, zowel boven- als benedenstrooms Slenaken aanwezig. Een fraai bronbos ligt even ten zuiden van Slenaken op de westoever van de Gulp (onder andere met Paarbladig goudveil), een ander op de oostoever bij Beutenaken (slecht ontwikkeld, voormalig populierenbos) en verder bij Karsveld. Reactie van ons college H3260_A Beken en rivieren met waterplanten en H1096 en H1163 Beekprik en Beekdonderpad Zie ten aanzien van H3260_A Beken en rivieren met waterplanten en H1096 en H1163 Beekprik en Beekdonderpad onze reactie hierover in paragraaf Zienswijze rapport omgeving, z3 t/m z9 en z11 in dit besluit. H6510_A Glanshaver- en vossenstaarthooiland In eerder aangehaald nader onderzoek Vegetatiekartering [5.]-c wordt verslag gedaan over verricht aanvullend onderzoek naar het effect van het project, onder meer via ruimbeslag, op het habitattype H6510 A Glanshaver- en vossenstaarthooiland. In de Conclusies nader onderzoek [5.]-a wordt dit onder de punt 2 als volgt samengevat: 2. H6510_A Glanshaver- en vossenstaarthooiland : Ten aanzien van de basisgegevens zoals gebruikt voor de Verslechterings- en verstoringstoets is met de uitgevoerde vegetatiekartering bevestigd dat het habitattype H6510_A op dit moment niet voorkomt binnen het studiegebied voor het retentiebekken Slenaken, voor zover gelegen binnen de begrenzing van het Natura2000-gebied. Op basis van de vegetatiekartering van de graslanden binnen de begrenzing van het Natura2000- gebied en binnen het ruimtebeslag van het retentiebekken zijn wel drie locaties gedefinieerd waar de huidige vegetaties potentie bieden voor doorontwikkeling tot voor het habitattype kwalificerende vegetatietypen. De wijziging van de inundatiefrequentie als gevolg van de dam en de bijbehorende korte inundatieduur leiden niet tot significant negatieve effecten op de potenties voor de ontwikkeling van het habitattype H6510_A.

29 Habitattype H91E0_C *Vochtige alluviale bossen. Ons college bevestigt dat het Habitattype H9lE0_C zowel boven- als benedenstrooms van Slenaken aanwezig is. Zoals reeds in dit besluit in paragraaf 3.2 opgemerkt is in het definitief aanwijzingsbesluit Geuldal voor het habitattype H91E0 Vochtige alluviale bossen, anders dan in het ontwerp aanwijzingsbesluit Geuldal waar appellanten naar verwijzen, geen uitbreidingsdoelstelling opgenomen. Ter plaatse van het werkvlak van de dam en duiker komt het Habitattype H9lE0_C * Vochtige alluviale bossen niet voor en effecten op eventuele potenties voor het habitattype H91E0_C * Vochtige alluviale bossen zijn niet aan de orde omdat er geen uitbreidingsdoelstelling (meer) geldt. Bovendien zal de wijziging van de inundatiefrequentie als gevolg van de dam en de bijbehorende korte inundatieduur niet leiden tot significant negatieve effecten op het in het studiegebied aanwezige habitattype H91E0_C *. Mitigerende maatregelen In het rapport Verbeek wordt ervan uitgegaan dat door het project leefgebied voor Beekprik en Beekdonderpad verdwijnt, en eveneens dat er versnippering door het project kan optreden, maar deze effecten kunnen worden opgevangen door het creëren van leefgebied in de duiker (zie o.a. p ). Volgens Staatsbosbeheer is er te veel onzekerheid of deze mitigerende maatregelen het gewenste effect zullen hebben en mag er dus niet om die reden van uit worden gegaan dat zich geen significante effecten kunnen voordoen. Ook als bijvoorbeeld - zoals wordt gesteld op p de Beekdonderpad ook op 'volledig beschaduwde plekken leeft', wil dat nog niet zeggen dat een volledig duistere duiker ook voldoet. Reactie van ons college Zie ten aanzien van H1096 en H1163 Beekprik en Beekdonderpad allereerst onze reactie hierover in paragraaf Zienswijze rapport omgeving, z3 t/m z9 en z11 in dit besluit. Verder het volgende. H1096 Beekprik De Beekprik komt op dit moment niet voor in de Gulp. Door de aanleg van de dam kan er alleen maar potentieel leefgebied van de Beekprik verloren gaan. De maximaal 22 meter duiker op een beeklengte van 8700 meter Gulp is slechts 0,25% van het potentiële leefgebied in de Gulp in Nederland. Dit percentage is nog veel kleiner wanneer daar de overige nog niet door Beekprik gekoloniseerde beken en beekdelen uit het Natura 2000-gebied bij worden gerekend. Bovendien wordt de duiker voorzien van een overdiepte, zodat zich in de duiker een waterbodem kan vormen. Voor de Beekprik is deze waterbodem wenselijk voor schuil en rustgelegenheid tijdens de migratie. Beekprikken migreren richting de paaiplaats stroomopwaarts. Daarbij vormen lange trajecten met een stroomsnelheid van >2 m/sec een potentiële barrière (Maidand, 2003). De stroomsnelheid van de Gulp, die normaal ca. 1,22 m/sec bedraagt, neemt na aanleg van de duiker bovenstrooms af met 0,02-0,05 m/sec. De wijziging van de stroomsnelheid als gevolg van de aanleg van de duiker maakt het potentiële leefgebied aan weerszijden van de buis dus niet onbereikbaar. Evenmin wordt de duiker als een 'vreemd' object beschouwd door de Beekprik en wordt deze bij migratiebewegingen gepasseerd, zeker doordat er in de duiker rust- en schuilmogelijkheden worden gecreëerd. De duiker kan zodoende een positieve bijdrage leveren aan de levenscyclus van de Beekprik. Van een significant negatief effect kan dus in ieder geval geen sprake zijn.

30 H1163 Beekdonderpad De doelstelling ten aanzien van deze soort zoals opgenomen in het conceptbeheerplan luidt dat voor een duurzaam behoud van de soort in Nederland minimaal vijf beken met een levensvatbare populatie van zeker 500 dieren nodig zijn. In het Geuldal wordt daarom gestreefd naar uitbreiding van oppervlakte en kwaliteit van het leefgebied voor uitbreiding van de populatie. De populatie in de Gulp voldoet ruimschoots aan deze doelstelling en voldeed daar ook in 2005 reeds aan met 1163 exemplaren. Een oppervlaktetoename is dus in het Gulpdal niet nodig en het effect van de aanleg van een duiker is dus in ieder geval niet significant. Een kwaliteitsverbetering (water- en waterbodemkwaliteit) kan wel bijdragen aan het nog verder ontwikkelen van een stabiele populatie in het Gulpdal. Een duiker hoeft hierin geen belemmering te vormen. De aanleg van de dam betekent het verlies van ca. 35 meter natuurlijke Gulp en de toevoeging van ca. 22 meter leefgebied in een duiker met een natuurlijke waterbodem die in potentie als leefgebied fungeert. Aangezien de Beekdonderpad geen voorkeur heeft voor zon beschenen wateren en op basis van het 'kennisdocument donderpad' (J.S. Peters, 2009) ook op volledig beschaduwde plekken leeft, is de aanwezigheid van potentieel leefgebied in de duiker reëel. Bovendien is duiker zodanig van grootte dat er lichtinval zal zijn. Van volledige duisternis is geen sprake. Gezien de beperkte afstand waarover de Beekdonderpadden normaal gesproken migreren, kan in eerste instantie na aanleg van de knijpconstructie een scheiding bestaan tussen de populaties aan weerszijden van de duiker. Echter aangezien in de duiker stapstenen en leefgebied voor de soort gecreëerd kunnen worden, de soort meerdere keren per jaar paait (Peters, 2009), de soort dominant aanwezig is in de Gulp, en de soort tussen 2005 en 2010 (via meerdere en ook langere duikers) de Geul en meerdere zijbeken heeft weten te koloniseren, heeft de knijpconstructie geen effect op de migratiemogelijkheden. J.S. Peters (kennisdocument donderpad, 2009) geeft als voorbeeld dat uit onderzoek aan de sifon in de Zwanebeek (35 meter lang) bekend is dat deze geen migratie barrière vormt voor de donderpad. Van versnippering is dus geen sprake Aanvullende informatie over tijdelijk karakter van de dam Het Dagelijks Bestuur van waterschap Roer en Overmaas heeft per brief van 14 april 2016 (ingekomen 15 april 2016, kenmerk van het waterschap: , ingekomen kenmerk provincie: 2016/30240) aanvullende informatie ten aanzien van de dam toegezonden. In deze brief worden de bestuurlijke afspraken die op 8 april 2016 tussen provincie en waterschap zijn gemaakt betreffende de landschappelijke inpasbaarheid van de dam bevestigd. Deze afspraken houden het volgende in: wanneer op termijn door ingrepen in het bovenstroomse Gulpdal de veiligheid van het Gulpdal met een verwijderde of verlaagde dam op gelijk niveau komt als de dam nu zal bieden, dan is het waterschap voornemens de dam hierop aan te passen. Het waterschap zal in samenwerking met de provincie de ontwikkelingen in het Gulpdal eens per twee jaar monitoren en is voornemens de dam aan te passen op het moment dat een substantiële verlaging (ca. 75 centimeter of meer) mogelijk is.

31 4.6. Conclusie Op grond van bovenstaande beoordeling concluderen wij dat het onderhavige door het Waterschap Roer en Overmaas aangevraagde project voor realisatie van een dam en duiker in de Gulp zuidelijk van Slenaken, een en ander conform de door aanvrager aangereikte documenten Natuurtoets ( [3.]), 3Dontwerp ([3.a]), plan-/werkgrenskaart ([3.b]), het Verkennend natuurwaardenonderzoek ([4.]) en het nader onderzoek [5.]-a, b en c, geen significant negatieve effecten zullen veroorzaken op het beschermde natuurgebied Geuldal en de beschermde soorten, mits deze vergunning en de daaraan verbonden voorschriften stipt worden nageleefd.

32 5. Besluit Gelet op het bepaalde in de Natuurbeschermingswet 1998, de Habitatrichtlijn en voorgaande overwegingen, besluiten wij: 1. aan het Waterschap Roer en Overmaas, Postbus 185, 6130 AD, Sittard, een vergunning krachtens artikel 19d van de Nbwet 1998 te verlenen voor het in, en in de nabijheid van het Natura gebied Geuldal, - realiseren van een dam en duiker in de Gulp zuidelijk van Slenaken; - het afwerken van de in- en uitstroomopening van de duiker met stapelstenen van Ardenner gres en het aanbrengen van een palenrij aan de bovenstroomse zijde in de Gulp; - het slopen van het huidige, ter plaatse aanwezige bruggetje over de Gulp; - het aan de noordzijde van de poel op de dalvlakte in het zuidelijke deel van het studiegebied een laag walletje aanleggen om de aanwezige populatie amfibieën te vrijwaren van de introductie van vis bij een inundatie, met een zodanige hoogte dat de poel tot en met een T=25 vrij blijft van inundatie, een en ander conform de door aanvrager aangereikte documenten (zie paragraaf 4.1 in dit besluit): - Bureau Verbeek in opdracht van Gemeente Gulpen-Wittem, 19 november 2014, Verslechteringsen verstoringstoets t.b.v. Retentiebekken Slenaken, projectnummer GW , met kaartbijlagen: - Bureau Verbeek in opdracht Waterschap Roer en Overmaas, , kaart Projectplan dam Slenaken, vorm kromme dam ; - Bureau Verbeek in opdracht Waterschap Roer en Overmaas, , kaart Projectplan dam Slenaken, plan-/werkgrens; - Bureau Verbeek in opdracht van Gemeente Gulpen-Wittem, 8 september 2014, Verkennend natuurwaardenonderzoek voor: Retentiebekken Slenaken, projectnummer GW / ; 2. aan de vergunning de beperkingen te stellen en voorschriften te verbinden, zoals opgenomen onder hoofdstuk 6; 3. dat de aanvraag en de bijbehorende stukken ontvangen op 27 november 2014 genoemd in paragraaf van dit besluit, deel uitmaken van deze vergunning, behoudens en voor zover daarvan bij dit besluit niet wordt afgeweken. Gedeputeerde Staten van Limburg namens dezen, A.T.J. van der Pol Clustermanager Vergunningen

33 Rechtsbescherming Als dit besluit uw belang rechtstreeks raakt en u het met de inhoud van dit besluit niet eens bent, kunt u, tegen betaling van de verschuldigde griffierechten, beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. U moet dan binnen zes weken na de dag waarop dit besluit ter inzage is gelegd een beroepschrift indienen. Op deze procedure is de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Het beroepschrift moet worden ondertekend en ten minste bevatten: de naam en het adres van de indiener; de datum; een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht alsmede de redenen van het beroep (motivering). Het beroepschrift moet worden gericht aan: Raad van State; Afdeling bestuursrechtspraak; Postbus 20019; 2500 EA Den Haag. Als u een beroepschrift heeft ingediend, dan kunt u tevens de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State verzoeken een voorlopige voorziening te treffen. Voor meer informatie verwijzen wij u naar de internetpagina van de Raad van State, Klik op ONZE WERKWIJZE. Klik op Bestuursrechtspraak.

34 6. Voorschriften Aan deze vergunning worden de volgende voorschriften verbonden: 1. De duiker dient als eerste, en met een overdiepte van 0,45 meter, te worden aangelegd. De aanwezige waterbodem ter plaatse van de bestaande loop van de Gulp ter plekke van de voorgenomen dam dient te worden gebruikt om een waterbodem te creëren in de duiker. Deze in de duiker aangebracht waterbodem dient functioneel minimaal op het aangebrachte ecologische niveau, met name voor de beekdonderpad, te worden onderhouden. Zeker na afvoerpieken dient te worden gecontroleerd of er uitspoeling van bodem uit de duiker heeft plaatsgevonden. Zo ja dan dient dit zo spoedig mogelijk te worden hersteld. Vrijkomende grond op de locatie van de duiker dient te worden gebruikt om de meander van de Gulp die onder de dam terecht komt te dempen; 2. Werkzaamheden in verband met realisatie van de dam, in het bijzonder met realisatie van de duiker, en werkzaamheden in de waterloop van de Gulp zelf, dienen plaats te vinden conform: - Gedragscode Flora- en faunawet voor waterschappen, Goedgekeurd door het Ministerie van Economische zaken, Landbouw en Innovatie op 6 februari 2012 ; een uitgave van Unie van Waterschappen, Koningskade 40, 2596 AA Den Haag, Postbus 93218, 2509 AE Den Haag, Maart 2012; - in verband met de wezenlijk natuurlijke kenmerken van het Natura 2000-gebied Geuldal relevante aanvullende werkvoorschriften zoals die zijn beschreven in hoofdstuk 7 van het voor onderhavige aanleg van dam en duiker bij ontheffingaanvraag ex artikel 75 van de Flora- en faunawet begrepen projectplan: Bureau Verbeek in opdracht van het Waterschap Roer en Overmaas, Projectplan ontheffingaanvraag Flora- en faunawet voor: Retentiebekken Slenaken, 19 november 2014, GW ; Onderstaand is een letterlijke overname van relevante delen uit bovennoemd rapport : (Zie blz. 40:) Beekdonderpad - De werkzaamheden worden uitgevoerd op basis van de gedragscode; - De duiker wordt met een overdiepte van 0,45 meter aangelegd, zodat zich in de duiker een waterbodem kan handhaven; - Na aanleg van de duiker wordt de waterbodem uit de te dempen meander benut om een waterbodem te creëren in de duiker; - De meander wordt als eerste aan de bovenstroomse zijde afgedamd, vervolgens wordt in één beweging gewerkt richting het benedenstroomse einde van de meander.

35 Het dempen van de meander gebeurt onder ecologische begeleiding door deskundigen op het gebied van de waterfauna, zodat met hoge mate van zekerheid gesteld kan worden dat de in de meander aanwezige fauna een veilig heenkomen heeft kunnen vinden in de Gulp. De handelswijze rondom het dempen van de meander wordt nader uitgewerkt in een ecologisch werkprotocol. - Tijdens de visstandbemonstering in 2015 in de Gulp zal een nulsituatie worden vastgesteld in trajecten aan weerszijden van de dam. Vervolgens zal het traject bovenstrooms van de dam voortaan meegenomen worden bij de reguliere visstandbemonstering die eens in de vijf jaar wordt uitgevoerd; (Zie blz. 42 en 43:) 7.2 Algemene maatregelen Naast hetgeen beschreven is in paragraaf 7.1 wordt gewerkt op basis van een door het ministerie van EZ goedgekeurde gedragscode en wel de Gedragscode flora- en faunawet voor waterschappen. Daarmee wordt niet alleen geborgd dat zorgvuldig wordt omgesprongen met de hierboven benoemde soorten, maar ook met bijvoorbeeld de overige mogelijk aan te treffen algemene soorten. Dit houdt onder andere in, dat gewerkt wordt op basis van ecologische werkprotocollen. Deze ecologische werkprotocollen worden opgesteld door een deskundige. De hoofdpunten van het ecologische werkprotocol voor de relevante soorten zijn reeds aan het begin van dit hoofdstuk weergegeven. Het werken op basis van ecologische werkprotocollen dient controleerbaar te zijn, niet alleen door deskundigen, maar ook door de Algemene Inspectiedienst. Daarom dienen de volgende documenten op het bouwterrein aanwezig te zijn: - De rapportage van het flora- en faunaonderzoek waaruit blijkt dat onderzoek is gepleegd naar het voorkomen van wettelijk beschermde soorten. In het bijzonder dus de natuurwaardenonderzoeken die aan dit projectplan vooraf zijn gegaan; - Een kaart met de verspreiding van de beschermde soorten in het plangebied. Deze kaarten bevinden zich verspreid over de voorliggende rapportage; - Een exemplaar van het ecologisch werkprotocol; - Een kopie van de ontheffing; - Het verslag van het overleg met de aannemer over het werken conform de gedragscode en de ecologische werkprotocollen. De door een deskundige uit te voeren schouwen voorafgaande aan de diverse werkzaamheden worden schriftelijk gerapporteerd. Deze rapportages zullen eveneens aanwezig zijn op het werk. Ditzelfde geldt voor rapportages over monitoring van diersoorten. Op basis van de resultaten van schouw en monitoring kan het noodzakelijk zijn om aanpassingen te doen aan ecologische werkprotocollen, de ontheffing en/of de voorgenomen werkzaamheden. Een en ander vindt plaats in overleg met de deskundige, de projectleider en de Provincie Limburg als initiatiefnemer en zal gericht zijn op het voorkomen van overtreding van verbodsartikelen uit de Flora- en faunawet en het voldoen aan de zorgplicht. (Zie blz. 42 en 43) 7.3 De deskundige In voorgaande paragrafen is op diverse plekken aangegeven dat maatregelen door of onder begeleiding van een deskundige dienen te worden uitgevoerd. Deze deskundige dient in ieder geval over een of meerdere van de volgende kwalificaties te bezitten:

36 - op HBO-, dan wel universitair niveau een opleiding heeft genoten met als zwaartepunt (Nederlandse) ecologie; en/of - op MBO niveau een opleiding heeft afgerond met als zwaartepunt de Flora- en faunawet, - soortenherkenning en zorgvuldig handelen ten opzichte van die soorten; en/of - als ecoloog werkzaam is voor een ecologisch adviesbureau, zoals een bureau welke is aangesloten bij het Netwerk Groene Bureaus; en/of - zich aantoonbaar actief inzet op het gebied van de soortenbescherming en is aangesloten bij en werkzaam voor de daarvoor in Nederland bestaande organisaties (zoals Zoogdiervereniging, RAVON, Stichting Das en Boom, Vogelbescherming Nederland, Vlinderstichting, Natuurhistorisch Genootschap, KNNV, NJN, IVN, EIS Nederland, FLORON, SOVON, STONE, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, De Landschappen en Stichting Beheer Natuur en Landelijk gebied) en/of - zich aantoonbaar actief inzet op het gebied van de soortenmonitoring en/of soortenbescherming en aantoonbaar ervaring heeft met de in dit activiteitenplan besproken diersoorten. 7. Afschriften Een afschrift van dit besluit hebben wij verzonden aan: Waterschap Roer en Overmaas, Postbus 185, 6130 AD, SITTARD, als besluit op de aanvraag; Burgemeester en Wethouders van de gemeente Gulpen-Wittem, Postbus 56, 6270 AB, GULPEN, ter kennisname; Bureau Verbeek, t.a.v. dhr. Ir. M. Blaas, Koningin Julianastraat 21a, 6271 CB, GULPEN, ter kennisname; Ministerie van Economische Zaken, DG Natuur en Regio, Directie PD Natura 2000, Postbus 20401, 2500 EK te DEN HAAG, ter kennisname; Ir. P.G.H.M. Lemmerlijn, Waterstraat 4, 6277 NH, Slenaken, ter kennisname; M. Lucassen, Klein-Haasdal 76A, 6333 AL, SCHIMMERT, ter kennisname; M.F. Winkler en E.C. Winkler-de Beer, Hees 8, 6277 NB, SLENAKEN, ter kennisname; S.M.G. Lemmerlijn, Hees 1, 6277 NB, SLENAKEN, ter kennisname; H.W.G.P. Broun, Grensweg 5A, 6277 NA, SLENAKEN, ter kennisname; J. Clermont en C. Clermont, Hees 3, 6277 NB, SLENAKEN, ter kennisname; Stichting Achmea Rechtsbijstand, mr. E.T. Stevens, Postbus 4116, 7320 AC, APELDOORN, ter kennisname; Stichting Natuur en Milieufederatie Limburg, Ir. J.H. Heijnen, directeur, Godsweerderstraat 2, 6041 GH, ROERMOND, ter kennisname; ARAG SE Nederland, Dhr. mr. M. van Hoorne, jurist bestuurs- en civiel recht, Postbus 230, 3830 AE, LEUSDEN, ter kennisname; D.M.J. Kamphuis MBA, Staatsbosbeer Postbus 330, 5000 AH, TILBURG, ter kennisname.

37 Bijlage 1a en 1b Kopieën uit de Natuurtoets (19 november 2014, Bureau Verbeek) kaarten vorm kromme dam en plan- /werkgrens ( [3.a.] en [3.b] ).

38

Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet Café Restaurant Rijstal Venhof V.O.F., te Herkenbosch Zaaknummer:

Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet Café Restaurant Rijstal Venhof V.O.F., te Herkenbosch Zaaknummer: Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Vergunning Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998 Café Restaurant Rijstal Venhof V.O.F., te Herkenbosch Zaaknummer: 2016-600903 Kenmerk: 2016/86141 d.d. 3

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 16 januari 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-015534 - gemeente Ede Activiteit : Verbreding

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 25 maart 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-017295 - gemeente Arnhem Activiteit : Aanpassingen

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 2 juni 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-017295 - gemeente Arnhem Activiteit : Aanpassingen van

Nadere informatie

De Bunte Vastgoed Oost BV T.a.v. dhr. W. van den Top Postbus AA Ede. Geldermalsen, 28 oktober Geachte heer Van den Top,

De Bunte Vastgoed Oost BV T.a.v. dhr. W. van den Top Postbus AA Ede. Geldermalsen, 28 oktober Geachte heer Van den Top, De Bunte Vastgoed Oost BV T.a.v. dhr. W. van den Top Postbus 8029 6710 AA Ede Geldermalsen, 28 oktober 2015 betreft: project: referentie: behandeld door: bijlage(n): Toetsing herinrichting aan NNN en Natura-2000

Nadere informatie

p- iiiiiiniiii uil ii nu ii

p- iiiiiiniiii uil ii nu ii V il Ik M I- ' mam s IN12.03325 p- iiiiiiniiii uil ii nu ii l_yi_l\l_/~vi X L / Bezoekadres Huis der Provincie Markt 11 6811 CG Arnhem Postadres Postbus 9090 6800 GX Arnhem Het college van Burgemeester

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 18 maart 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-012117 - gemeente Ermelo Activiteit : verbreden van het

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum : 21 mei 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2013-018796 - gemeente Beekbergen Activiteit : Sloop en nieuwbouw vakantiewoningen

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 2 juni 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-014232 - gemeente Apeldoorn Activiteit : faunabeheer aan

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum : 8 oktober 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2010-005930- gemeente Harderwijk Activiteit : Uitbreiding

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 14 juli 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-016050 - gemeente Apeldoorn Activiteit : mestverwerkingsinstallatie

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d, 19e en 19kd lid 1 onder b Datum : 19 september 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2014-00078 - gemeente Nunspeet

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 3 oktober 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2016-011430 gemeente Apeldoorn Activiteit : plaatsen

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum : 8 september 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-002524 - gemeente Ede Activiteit : het

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 3 december 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-014232 - gemeente Apeldoorn Activiteit : faunabeheer

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 9 februari 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-010956 - gemeente Voorst Activiteit

Nadere informatie

Natura 2000 gebied Savelsbos

Natura 2000 gebied Savelsbos Natura 2000 gebied 160 - Savelsbos (Zie leeswijzer) Kenschets 160_gebiedendocument_Savelsbos_november 2006 Natura 2000 Landschap: Heuvelland Status: Habitatrichtlijn Site code: NL9801040 Beschermd natuurmonument:

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 30 mei 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2016-002095 - gemeente Ede Activiteit : sloop en bouw van nieuwe

Nadere informatie

website - 47-RO-2009015319-ab.doc Pagina 1

website - 47-RO-2009015319-ab.doc Pagina 1 website - 47-RO-2009015319-ab.doc Pagina 1 Ons kenmerk RO/2009015319 Behandeld door de heer B. Klijs (0592) 36 56 64 Onderwerp: Vergunning artikel 19d van de Natuurbeschermingswet (Nb-wet) 1998 BESLUIT

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 18 juni 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2015-005202 - gemeente Ede Activiteit

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum : 8 oktober 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-005393 - gemeente Barneveld Activiteit :

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum : 21 januari 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-010894 - gemeente Ermelo Activiteit

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 8 september 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2015-008633 - gemeente Voorst Activiteit

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Documentnummer(s). inzagestukken: 02181703 ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND 1 Datum besluit : 24 augustus 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2015-006478

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 30 juni 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-006217 - gemeente Ede Activiteit

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum : 18 november 2013 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2013-011300 - gemeente Aalten Activiteit : het

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum : 27 oktober 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-003821 - gemeente Putten Activiteit : het

Nadere informatie

Vergunning Nb-wet 1998; Project Stroomlijn; Cortenoever

Vergunning Nb-wet 1998; Project Stroomlijn; Cortenoever Inhoudelijke overwegingen Vergunning Nb-wet 1998; Project Stroomlijn; Cortenoever Directoraat-generaal Natuur Behandeld door A. de Noord T 050 750 8333 F 050 750 8399 a.denoord@mineleni.nl Bijlage nummer

Nadere informatie

2 e ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND. Artikelen 19d en 19e

2 e ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND. Artikelen 19d en 19e 2 e ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikelen 19d en 19e Datum : 1 augustus 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2013-018427 - gemeente Dronten Activiteit

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 25 maart 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2016-002095 - gemeente Ede Activiteit : sloop en bouw

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Verbeterd exemplaar BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 4 november 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-008837 - gemeente

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Ons kenmerk C2143628/3626124 op de op 27 februari 2014 door ons ontvangen aanvraag voor een vergunning ingevolge artikel 19d van de Natuurbeschermingswet

Nadere informatie

Maatregelen wateroverlast Gulpdal. Bestuurlijk Overleg 19 maart 2019

Maatregelen wateroverlast Gulpdal. Bestuurlijk Overleg 19 maart 2019 Maatregelen wateroverlast Gulpdal Bestuurlijk Overleg 19 maart 2019 Inleiding Op 28 juli 2012 heeft een flash flood ervoor gezorgd dat delen van Slenaken, Beutenaken en Pesaken onder water hebben gestaan.

Nadere informatie

30 sept OU

30 sept OU VERKLARING VAN GEEN BEDENKINGEN NATUURBESCHERMINGSWET 1998 Behoort bij besluit van burgemeester en wethouders van Berkelland datum: zaaknr: nr: 30 sept 2014 65848 OU2010006 Aanvrager : Het college van

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum : 21 januari 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2013-014115 - gemeente Putten Activiteit : het

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 27 januari 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2016-001222 - gemeente Woudenberg

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 22 juni 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-005160 - gemeente Putten Activiteit

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 4 maart 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-016268 - gemeente Winterswijk

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum : 20 april 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-001015 - gemeente Berkelland Activiteit

Nadere informatie

BIJLAGE 1 BIJ BESLUIT DRZZ/ , D.D Voor herstelwerkzaamheden aan het stortebed van de stuw van Borgharen. Inhoudelijke overwegingen

BIJLAGE 1 BIJ BESLUIT DRZZ/ , D.D Voor herstelwerkzaamheden aan het stortebed van de stuw van Borgharen. Inhoudelijke overwegingen BIJLAGE 1 BIJ BESLUIT DRZZ/2010-3163, D.D. 31-08-2010 Voor herstelwerkzaamheden aan het stortebed van de stuw van Borgharen Inhoudelijke overwegingen DE AANVRAAG De aanvrager verzoekt om een vergunning

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 23 juni 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-017309 - gemeente Ermelo Activiteit

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 14 september 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-009988 - gemeente Ede Activiteit : realiseren

Nadere informatie

BESCHIKKING D.D. 1 OKTOBER 2012 - ZAAKNUMMER 2012-002786 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESCHIKKING D.D. 1 OKTOBER 2012 - ZAAKNUMMER 2012-002786 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESCHIKKING D.D. 1 OKTOBER 2012 - ZAAKNUMMER 2012-002786 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Natuurbeschermingswet 1998 Artikel 19d en 19e Betreft een melkveehouderij aan de Weusdijk 2,4 & 6 te Ruurlo,

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum: 27 juni 2014 Onderwerp: Natuurbeschermingswet 1998 2012-016550 - gemeente Ede Activiteit: Wijziging mitigerende maatregel

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum : 6 november 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2014-010581 - gemeente Barneveld Activiteit

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d, 19e en 19kd lid 1 onder b Datum : 17 maart 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-013911 - gemeente Ede

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 21 augustus 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2015-004219 - gemeente Ede Activiteit

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 30 april 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-006073 gemeente Brummen Activiteit : het in bedrijf

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum : 16 december 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2013-011629 - gemeente Rheden Activiteit : Bouw woning in Natura

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 14 juli 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2015-008721 - gemeente Apeldoorn

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 27 november 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2015-009212 - gemeente Amersfoort Activiteit

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 5 april 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2016-002289 - gemeente Leusden Activiteit

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 30 juni 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-007675 - gemeente Almere Activiteit

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 16 juni 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-003086 - gemeente Hof van Twente

Nadere informatie

Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998

Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998 Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Vergunning Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998 Pascal Haumann B.V., Halve Maan 3 te Well Zaaknummer: 2015-0351 Kenmerk: 2016/98662 d.d. 15 december

Nadere informatie

Besluit Intrekking Watervergunning

Besluit Intrekking Watervergunning Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Besluit Intrekking Watervergunning Waterwet en Omgevingsverordening Limburg WO 678 Parkwoningen Belvédère te Maastricht Zaaknummer: 2013-0231 Kenmerk: 2013/35038

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 14 juli 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2014-016928 - gemeente Hof van Twente Activiteit

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 17 maart 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-013738 - gemeente Oldebroek Activiteit

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d, 19e en 19kd lid 1 onder b Datum : 23 januari 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2014-010547 - gemeente Haaksbergen

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 2 december 2016 door ons ontvangen aanvraag voor een vergunning ingevolge artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming van R. Verburgt

Nadere informatie

BESCHIKKING D.D. 15 APRIL 2013 - ZAAKNUMMER 2013-001167 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESCHIKKING D.D. 15 APRIL 2013 - ZAAKNUMMER 2013-001167 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESCHIKKING D.D. 15 APRIL 2013 - ZAAKNUMMER 2013-001167 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Natuurbeschermingswet 1998 Drempelwaarden op grond van beleidsregels stikstof Gelderland 2013-001167 - gemeente

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 11 december 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-012145 - gemeente Oude IJsselstreek

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d, 19e en 19kd lid 1 onder b Datum : 14 oktober 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2014-008334 - gemeente Aalten

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 13 april 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-012686 - gemeente Bronckhorst Activiteit

Nadere informatie

Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998

Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998 Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Vergunning Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998 Maatschap Vissers-Gommans, Vosberg 11 a te Panningen Zaaknummer: 2014-1047 Kenmerk: 2016/63042 d.d.

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 27 februari 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-012145 - gemeente Oude IJsselstreek

Nadere informatie

BESCHIKKING D.D. 1 OKTOBER ZAAKNUMMER VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESCHIKKING D.D. 1 OKTOBER ZAAKNUMMER VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESCHIKKING D.D. 1 OKTOBER 2012 - ZAAKNUMMER 2012-004562 - VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Natuurbeschermingswet 1998 Drempelwaarden op grond van beleidsregels stikstof Gelderland Rundveehouderij

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 24 juli 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-000028 - gemeente Maasdriel Activiteit

Nadere informatie

Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998

Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998 Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Vergunning Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998 Van der Cruijsen, Stevensbeekseweg 12 te Overloon Zaaknummer: 2013-0382 Kenmerk: 2016/91355 d.d.

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 31 maart 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-013646 - gemeente Barneveld Activiteit

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 8 oktober 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-009184 - gemeente Apeldoorn Activiteit : aanpassing

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 19 november 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-009988 - gemeente Ede Activiteit : realiseren van

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 22 september 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2015-006833 - gemeente Woudrichem Activiteit

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19f/g Datum besluit : 21 juni 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2016-002229 - gemeente Woudenberg Activiteit

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d, 19e en 19kd, lid 1, onder b Datum : 23 januari 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2014-010311 - gemeente

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19f/g Datum besluit : 31 maart 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2016-002238 - gemeente Bunschoten-

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 22 juni 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2015-006005 - gemeente Apeldoorn

Nadere informatie

De aanvraag wordt afgehandeld met toepassing van de titel 4.1 procedure van de Algemene wet bestuursrecht.

De aanvraag wordt afgehandeld met toepassing van de titel 4.1 procedure van de Algemene wet bestuursrecht. Zaaknummer 2016-0273 Maastricht 7 april 2016 Ons kenmerk 2016/26563 Bijlage(n) Verzonden Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg 1. Aanvraag Op 26 februari 2016 is een verzoek binnengekomen van ARK

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Verbeterd exemplaar BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 30 april 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-013269 - gemeente

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 10 juli 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-008540 - gemeente Oldebroek

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 5 februari 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2014-012666 - gemeente Epe Activiteit

Nadere informatie

Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998

Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998 Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Vergunning Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998 Stille Maatschap L.L.E. Hupperichs en R.A.M. Hupperichs-Coenjaerts te Wijlre Zaaknummer: 2015-0271

Nadere informatie

Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet Luttikhuisen, Broekhuizerdijk 38 te Melderslo Zaaknummer:

Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet Luttikhuisen, Broekhuizerdijk 38 te Melderslo Zaaknummer: Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Vergunning Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998 Luttikhuisen, Broekhuizerdijk 38 te Melderslo Zaaknummer: 2015-0862 Kenmerk: 2016/93247 d.d. 24 november

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Weigering agrarische activiteit, artikelen 19 d en f Datum besluit : 27 januari 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2013-007493

Nadere informatie

De aanvraag wordt afgehandeld met toepassing van de titel 4.1 procedure van de Algemene wet bestuursrecht.

De aanvraag wordt afgehandeld met toepassing van de titel 4.1 procedure van de Algemene wet bestuursrecht. Zaaknummer 2016-0411 Maastricht 28 april 2016 Ons kenmerk 2016/31637 Bijlage(n) Verzonden Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg 1. Aanvraag Op 26 februari 2016 is een verzoek binnengekomen van ARK

Nadere informatie

Aanvulling op de effectbeoordeling Regelwerk Pannerden [R SIH-evp-V03-NL] ten behoeve van de beoordeling voor een NB-wet vergunning

Aanvulling op de effectbeoordeling Regelwerk Pannerden [R SIH-evp-V03-NL] ten behoeve van de beoordeling voor een NB-wet vergunning Notitie Contactpersoon Hanneke Oudega (telefoon: +31 65 46 80 79 5 / email: hanneke.oudega@tauw.nl) Datum 21 februari 2012 Kenmerk N002-4798963OJT-evp-V03-NL Aanvulling op de effectbeoordeling Regelwerk

Nadere informatie

VERKLARING VAN GEEN BEDENKINGEN NATUURBESCHERMINGSWET 1998

VERKLARING VAN GEEN BEDENKINGEN NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VERKLARING VAN GEEN BEDENKINGEN NATUURBESCHERMINGSWET 1998 Aanvrager : Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Oost Gelre Datum besluit : 16 december 2015 Onderwerp : I.M. Klein Avinck-Reijerink

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 18 mei 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-016957 gemeente Cuijk Activiteit : aanpassen processen

Nadere informatie

GELDERLAND. provincie. De heer F. Spangenberg Noorderstraat 80 1017 TW AMSTERDAM. 14februari2011 2010-019510. Geachte heer Spangenberg,

GELDERLAND. provincie. De heer F. Spangenberg Noorderstraat 80 1017 TW AMSTERDAM. 14februari2011 2010-019510. Geachte heer Spangenberg, Gedeputeerde Staten S provincie Bezoekadres Huis tier Provincie Markt11 6811 CGArnhem Postadres Postbus 9090 6800 GX Arnhem De heer F. Spangenberg Noorderstraat 80 1017 TW AMSTERDAM telefoonnummer (026)

Nadere informatie

Natura 2000 gebied Geuldal

Natura 2000 gebied Geuldal Natura 2000 gebied 157 - Geuldal CONCEPT GEBIEDENDOCUMENT Kenschets Natura 2000 Landschap: Heuvelland Status: Habitatrichtlijn Site code: NL9801041 Beschermd natuurmonument: Meertensgroeve BN Beheerder:

Nadere informatie

Overwegingen bij definitief besluit vergunning Wet natuurbescherming project Stroomlijn fase 3, tranche 7, perceel 1 en 2

Overwegingen bij definitief besluit vergunning Wet natuurbescherming project Stroomlijn fase 3, tranche 7, perceel 1 en 2 Overwegingen bij definitief besluit vergunning Wet natuurbescherming project Stroomlijn fase 3, tranche 7, perceel 1 en 2 Directie en Biodiversiteit Behandeld door T 070 379 7976 F 088 223 3334 Datum 20

Nadere informatie

Procedurewijzer. Voor het wijzigingsbesluit Solleveld & Kapittelduinen. #99 Solleveld & Kapittelduinen

Procedurewijzer. Voor het wijzigingsbesluit Solleveld & Kapittelduinen. #99 Solleveld & Kapittelduinen Procedurewijzer Voor het wijzigingsbesluit Solleveld & Kapittelduinen #99 Solleveld & Kapittelduinen Inhoudsopgave Procedurewijzer - 2 Wat is Natura 2000? - 2 Wijzigingsbesluit - 2 In beroep gaan (wijzigingsbesluit

Nadere informatie

Procedurewijzer. Voor het ontwerpwijzigingsbesluit Solleveld & Kapittelduinen. #99 Solleveld & Kapittelduinen

Procedurewijzer. Voor het ontwerpwijzigingsbesluit Solleveld & Kapittelduinen. #99 Solleveld & Kapittelduinen Procedurewijzer Voor het ontwerpwijzigingsbesluit Solleveld & Kapittelduinen #99 Solleveld & Kapittelduinen Inhoud Procedurewijzer 2 Wat is Natura 2000? 2 Aanwijzingsbesluit 3 Zienswijze indienen (ontwerpwijzigingsbesluit

Nadere informatie

Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998

Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998 Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Vergunning Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998 Maatschap C.M.A.J. & H.M.H.M. Linders-Janssen, Horreweg 4 te Broekhuizenvorst Zaaknummer: 2015-0299 Kenmerk:

Nadere informatie

Vergunning. Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 19d Natuurbeschermingswet Hollands V.O.F.

Vergunning. Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 19d Natuurbeschermingswet Hollands V.O.F. Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Vergunning Artikel 19d Natuurbeschermingswet 1998 Hollands V.O.F. te Meerssen Zaaknummer: 2016-602788 Kenmerk: 2016/98655 d.d. 15 december 2016 Verzonden:

Nadere informatie

BESCHIKKING D.D. 13 AUGUSTUS ZAAKNUMMER VAN GEDEPUTEERDE STATEN

BESCHIKKING D.D. 13 AUGUSTUS ZAAKNUMMER VAN GEDEPUTEERDE STATEN BESCHIKKING D.D. 13 AUGUSTUS 2012 - ZAAKNUMMER 2011-020492 VAN GEDEPUTEERDE STATEN Natuurbeschermingswet 1998 Betreft een varkenshouderij aan de Bemerdweg 9 te Dreumel, gemeente West Maas en Waal Aanvraag

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 7 september 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-005866 - gemeente Montferland Activiteit

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 22 januari 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-002286- gemeente Aalten Activiteit

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 28 juli 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2015-002219 - gemeente Bronckhorst Activiteit

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Consortium Grensmaas B.V. te Born. Zaaknummer:

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Consortium Grensmaas B.V. te Born. Zaaknummer: Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Omgevingsvergunning voor de activiteit vellen en/of doen vellen van een houtopstand Consortium Grensmaas B.V. te Born Zaaknummer: 2016-602653 Kenmerk: 2017/3657

Nadere informatie