Datum van inontvangstneming : 13/12/2012

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Datum van inontvangstneming : 13/12/2012"

Transcriptie

1 Datum van inontvangstneming : 13/12/2012

2 Samenvatting C-509/12-1 Zaak C-509/12 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof van Justitie Datum van indiening: Verwijzende rechter: 9 november 2012 Tribunal Central Administrativo Norte (Portugal) Datum van de verwijzingsbeslissing: Appellant: Geïntimeerden: 5 juli 2012 IPTM Instituto Portuário e dos Transportes Marítimos Navileme Consultadoria Náutica, Lda Nautizende Consultadoria Náutica Lda Voorwerp van het hoofdgeding Gewoon administratief beroep waarbij verzoeksters in eerste aanleg, thans geïntimeerden, de rechtbank hebben verzocht verweerder in eerste aanleg, thans appellant I) te verbieden gemeenschapsburgers de toelating te weigeren tot het examen [voor het behalen van een vaarbewijs voor pleziervaartuigen] op grond van het feit dat zij niet het bewijs hebben geleverd dat zij op Portugees grondgebied wonen, om hem te gelasten de kandidaten toe te staan om te varen met de vaartuigen waarvoor zij het examen met succes hebben afgelegd, en II) om hem te veroordelen tot een schadevergoeding Verenigbaarheid met de artikelen 18, 45, lid 3, 52 en 62 VWEU van een nationale wettelijke regeling volgens welke een vaarbewijs voor pleziervaartuigen slechts kan worden uitgereikt aan personen die op het nationale grondgebied wonen. NL

3 SAMENVATTING VAN HET VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING ZAAK C-509/12 Voorwerp en rechtsgrondslag van het verzoek om een prejudiciële beslissing Uitlegging van de artikelen 18, 45, lid 3, 52 en 62 VWEU Artikel 267 VWEU Prejudiciële vraag Moet het recht van de Europese Unie, gelet op het verbod van discriminatie tussen burgers van verschillende lidstaten [artikel 18 VWEU, voorheen artikel 12 EG], op het vrije verkeer van personen binnen de Europese Unie en de uitzonderingen hierop [artikel 45, lid 3, VWEU, voorheen artikel 39 EG], en op de vrijheid van dienstverrichting en de mogelijke beperkingen daarvan [artikel 52 VWEU, voorheen artikel 46 EG, dat toepasselijk is krachtens artikel 62 VWEU, voorheen artikel 55 EG], aldus worden uitgelegd dat het in de weg staat aan een bepaling van nationaal recht volgens welke slechts een vaarbewijs voor pleziervaartuigen kan worden uitgereikt aan personen die op het nationale grondgebied wonen? Aangevoerde Unierechtelijke bepalingen Artikelen 18, 45, lid 3, 52 en 62 VWEU Aangevoerde bepalingen van nationaal recht Artikel 29, lid 1, van decreto-lei nr. 124/2004 van 25 mei 2004 houdende goedkeuring van de verordening inzake pleziervaart. Korte uiteenzetting van de feiten en de procedure in het hoofdgeding 1 In Portugal kunnen pleziervaartuigen slechts worden bestuurd door houders van een vaarbewijs voor pleziervaartuigen. Dit vaarbewijs wordt uitgereikt door het IPTM Instituto Portuário e dos Transportes Marítimos (hierna: IPTM ), appellante, aan personen die de cursus pleziervaart met succes afronden. Het IPTM staat in voor de organisatie van de examens en voor het uitreiken van de vaarbewijzen voor pleziervaartuigen. 2 Het IPTM maakt deel uit van het Ministério das Obras Públicas, Transportes e Comunicações [Ministerie van Openbare Werken, Transport en Communicatie] en haar activiteiten, namelijk de regulering van zeevaartactiviteiten, het verlenen van vergunningen voor dergelijke activiteiten en het toezicht hierop, het uitreiken van certificaten voor vaartuigen en de bemanning ervan en het uitreiken van vaarbewijzen voor pleziervaartuigen, vormen openbare bestuurshandelingen, aangezien het gaat om de uitvoering van een openbare taak, die oorspronkelijk toekwam aan de staat. 2

4 3 Het vaarbewijs voor pleziervaartuigen, dat wordt uitgereikt door het IPTM, kan worden behaald via opleidingsinstituten zoals die van geïntimeerden. 4 Geïntimeerden zijn zeevaartscholen, waarvan het maatschappelijk doel onder meer bestaat in raadgeving, opleiding, onderhoud en installatie van scheepvaartinfrastructuur. 5 In het kader van hun opleidingsactiviteit zijn geïntimeerden bevoegd om de opleiding te verzorgen voor het verkrijgen van het vaarbewijs voor pleziervaartuigen en kunnen zij de kandidaten voor het examen opgeven. Sinds 1997 geven zij zowel aan Portugese burgers als aan Spaanse en Franse gemeenschapsburgers de opleiding die toegang geeft tot het examen voor het verkrijgen van een vaarbewijs voor pleziervaartuigen. 6 De opleiding pleziervaart in Portugal wordt vooral gevolgd door Portugese en Spaanse burgers. Tot op heden is er een grote vraag van Spaanse burgers naar deze Portugese opleiding. 7 Decreto-lei nr. 124/2004 van 25 mei 2004 houdende goedkeuring van de huidige verordening inzake pleziervaart (hierna: VPV ) bepaalt in artikel 29, lid 1, dat [...] vaarbewijzen voor de pleziervaart worden uitgereikt door het IPTM aan eenieder die een woonplaats heeft op het nationale grondgebied en een schriftelijk bewijs verstrekt dat hij met succes heeft deelgenomen aan een cursus die hij daartoe heeft gevolgd [...]. 8 Van 1 januari 2004 tot 31 juli 2004 werden examens afgenomen van Spaanse burgers die de verplichte opleiding bij geïntimeerden hadden gevolgd. 9 Op 25 juni 2004 heeft het IPTM meegedeeld dat het overeenkomstig artikel 29, lid 1, [VPV] na de inwerkingtreding van deze verordening slechts vaarbewijzen voor de pleziervaart [zou] uitreiken aan personen die een woonplaats hebben op het nationale grondgebied en een schriftelijk bewijs verstrekken dat zij met succes hebben deelgenomen aan een cursus die zij daartoe hebben gevolgd [...]. 10 Van 1 augustus tot 12 december 2004 hebben door geïntimeerden opgegeven cursisten van Spaanse nationaliteit het examen afgelegd. Het IPTM was van mening dat het verzoek om de examens van de kandidaten, burgers van de Europese Unie, te beoordelen voldeed aan de geldende normen, aangezien de plaats op het nationale grondgebied waar zij tijdelijk verbleven om het betrokken examen af te leggen, op de inschrijvingsformulieren was vermeld. 11 Vanaf december 2004 heeft het IPTM op grond van artikel 29, lid l, VPV geweigerd om gemeenschapsburgers toe te laten tot het examen voor het verkrijgen van het vaarbewijs voor pleziervaartuigen. Van 9 december 2004 tot 18 december 2005 heeft het IPTM geweigerd om examens af te nemen van verschillende gemeenschapsburgers, omdat zij niet het bewijs hadden geleverd dat zij een woonplaats op het nationale grondgebied bezaten. 3

5 SAMENVATTING VAN HET VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING ZAAK C-509/12 12 Bepaalde Spaanse klanten van geïntimeerden die reeds examens hadden afgelegd voor het verkrijgen van een carta de marinheiro [vaarbewijs dat het recht verleent om overdag tot op een afstand van drie mijl van de kust en zes mijl van een veilige haven te varen met een pleziervaartuig met een lengte tot 7 meter] en een carta de patrão local [vaarbewijs dat het recht verleent om in het zicht van de kust te varen tot op een afstand van 10 mijl van een veilige haven en 5 mijl van de kust], werden geconfronteerd met het feit dat indien zij een opleiding volgden voor het verkrijgen van de carta de patrão de costa [waarmee tot op een afstand van 25 mijl van de kust mag worden gevaren] of de carta de patrão de alto mar [waarmee zonder beperking op volle zee mag worden gevaren], hun enkel een voorlopige vergunning ter bevestiging van hun bekwaamheid zou worden verleend. 13 Geïntimeerden hebben materiële en immateriële schade geleden door het feit dat appellant van 25 juni 2004 tot december 2005 heeft geweigerd om gemeenschapsburgers zonder woonplaats op het nationale grondgebied tot de examens toe te laten, en vanaf die datum enkel voorlopige vergunningen aan deze burgers heeft verleend. Meer bepaald is het aantal Spaanse studenten die in hun scholen een opleiding komen volgen, gedaald. 14 De huidige geïntimeerden hebben bij het Tribunal Administrativo e Fiscal (hierna: TAF ) te Porto een gewoon administratief beroep tegen de huidige appellant ingesteld. Zij verzochten het TAF om a) het IPTM definitief te verbieden gemeenschapsburgers de toelating tot het examen te weigeren op grond van het feit dat zij niet het schriftelijke bewijs hebben geleverd dat zij in Portugal wonen, om het IPTM te gelasten deze burgers toe te staan om te varen met de vaartuigen die overeenstemmen met het vaarbewijs waarvoor zij met succes het examen hadden afgelegd, en b) om het IPTM te veroordelen om huidige geïntimeerden op grond van zijn buitencontractuele aansprakelijkheid een vergoeding te betalen voor de materiële en immateriële schade die zij door het onrechtmatige gedrag van het IPTM hebben geleden. 15 Bij vonnis van 5 november 2010 heeft het TAF te Porto het IPTM: I) verboden om gemeenschapsburgers de toelating tot het examen te weigeren op grond van het feit dat zij niet het bewijs hebben geleverd dat zij op Portugees grondgebied wonen en hem gelast de kandidaten toe te staan om te varen met de vaartuigen waarvoor zij het examen met succes hebben afgelegd, en II) veroordeeld tot vergoeding van de materiële en immateriële schade die huidige geïntimeerden hebben geleden door het feit dat het IPTM op onrechtmatige wijze heeft geweigerd om gemeenschapsburgers die niet op Portugees grondgebied wonen toe te laten tot het examen voor het verkrijgen van het vaarbewijs voor pleziervaartuigen en hun dit vaarbewijs dus niet heeft uitgereikt. 16 HET IPTM heeft bij het Tribunal Central Administrativo Norte beroep tot vernietiging van dit vonnis ingesteld. Geïntimeerden hebben verzocht om het hoger beroep te verwerpen en het bestreden vonnis te bevestigen. 4

6 Voornaamste argumenten van partijen in het hoofdgeding 17 Geïntimeerden betogen dat het IPTM sinds 9 december 2004 op grond van artikel 29, lid l, VPV gemeenschapsburgers zonder woonplaats op het Portugese grondgebied de toelating weigert tot het examen voor het verkrijgen van het vaarbewijs voor pleziervaartuigen en dat vaststaat dat zij hierdoor materiële en immateriële schade hebben geleden. 18 Zij stellen dat dit nationale voorschrift, dat ter rechtvaardiging van deze weigering wordt aangevoerd, onwettig is en in strijd is met de regels van gemeenschapsrecht, zodat het IPTM deze norm eenvoudigweg buiten toepassing moet laten. 19 Zij hebben ernstige twijfels over de wettigheid van dit voorschrift, voor zover het uitreiken van een vaarbewijs voor pleziervaartuigen hierin afhankelijk wordt gesteld van de voorwaarde dat de betrokkene op Portugees grondgebied woont, om te beginnen omdat dit voorschrift incoherent is. Het komt er immers op neer dat een Portugese burger die niet op Portugees grondgebied woont, geen vaarbewijs voor pleziervaartuigen in Portugal kan verkrijgen, terwijl de regeling waarvan dit voorschrift deel uitmaakt, voorziet in de automatische erkenning van dergelijke vaarbewijzen indien zij door een andere lidstaat van de Europese Unie zijn uitgereikt, en de mogelijkheid biedt om zonder onderzoek een dergelijk vaarbewijs uit te reiken aan houders van een gelijkwaardig vaarbewijs van een andere lidstaat. 20 Volgens hen is deze regel van nationaal recht onverenigbaar met het recht van de Unie, met name met de artikelen 12 EG, 49 EG en 50 EG, en met de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie volgens welke beperkingen van de vrijheid van dienstverrichting die gebaseerd zijn op de nationaliteit en op criteria zoals de woonplaats die tot hetzelfde resultaat leiden, verboden zijn, omdat hij leidt tot een beperking van de vrijheid van personen die een opleiding willen volgen en examens willen afleggen om een vaarbewijs voor pleziervaartuigen te behalen, namelijk om zich naar Portugal te begeven om daar deze diensten in ontvangst te nemen. Deze beperking is niet gerechtvaardigd, gelet op bovengenoemd artikel 12 EG. 21 Zij voegen hieraan toe dat het IPTM in strijd met artikel 29, lid l, van decreto-lei nr. 124/2004 van 25 mei 2004 niet alleen heeft geweigerd om een vaarbewijs voor pleziervaartuigen uit te reiken, maar zelfs de toelating tot het betrokken examen heeft geweigerd. 22 Zij achten het IPTM dus aansprakelijk voor zijn onrechtmatig en schuldig gedrag, namelijk voor zijn onrechtmatige, met het gemeenschapsrecht onverenigbare weigering om gemeenschapsburgers toe te laten tot de examens voor het verkrijgen van het vaarbewijs voor pleziervaartuigen, en eisen vergoeding van de door hen geleden materiële en immateriële schade. 5

7 SAMENVATTING VAN HET VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING ZAAK C-509/12 23 Het IPTM betoogt dat artikel 29, lid 1, VPV, op basis waarvan het heeft besloten om cursisten die niet het bewijs leveren dat zij in Portugal wonen, niet langer tot het examen voor het verkrijgen van het vaarbewijs voor pleziervaartuigen toe te laten, niet in strijd is met het recht van de Unie noch met artikel 56 VWEU, noch met enig ander artikel. 24 Het IPTM stelt dat het gaat om staatsexamens en dat het uitsluitend aan de openbare instellingen staat om dergelijke examens te organiseren en er toezicht op uit oefenen, zodat zij aan het particulier initiatief zijn onttrokken en deel uitmaken van de uitoefening van het openbaar gezag. De regels van de Europese Unie betreffende het vrije verkeer van diensten zijn dus ingevolge de artikelen 51 en 62 VWEU niet van toepassing op deze examens. 25 Het gaat volgens het IPTM duidelijk om een aangelegenheid van openbaar belang die de openbare orde raakt, gelet op de noodzaak om de veiligheid op zee te waarborgen en het zeeleven te beschermen, wat vereist dat de houders van een vaarbewijs voor pleziervaartuigen effectief worden gecontroleerd. 26 Het IPTM stelt dat geen afbreuk wordt gedaan aan de vrijheid van geïntimeerden om een zeevaartopleiding te verstrekken. Hun maatschappelijk doel behelst onder meer dit soort opleidingen, maar niet de organisatie van examens voor het verkrijgen van het vaarbewijs voor pleziervaartuigen, waarvoor de staat bij uitsluiting bevoegd is. 27 Voorts is het IPTM van mening dat de rechter in eerste aanleg de wet verkeerd heeft uitgelegd en toegepast, voor zover hij heeft vastgesteld dat artikel 29, lid 1, VPV in strijd is met het gemeenschapsrecht (artikel 49 EG of enig ander artikel van het Verdrag). 28 Appellant voegt hieraan toe dat hem hoe dan ook geen onrechtmatig gedrag ten laste kan worden gelegd dat zou leiden tot zijn buitencontractuele aansprakelijkheid voor de veroorzaakte schade, gelet op het feit dat een eventueel en hypothetisch onrechtmatig gedrag slechts zijn oorsprong kan vinden in de uitoefening van de wetgevende functie, dat wil zeggen in de onverenigbaarheid van de wet met het gemeenschapsrecht. 29 Volgens het IPTM staat vast dat de administratie een wet niet wegens de ongrondwettigheid of de onwettigheid ervan buiten toepassing kan laten, tenzij de rechter deze wet ongrondwettig of onwettig heeft verklaard. Aangezien de activiteit van het IPTM van louter administratieve aard is, was het verplicht om de houding aan te nemen die het de facto heeft aangenomen, en kon het een geldende regel van nationaal recht niet buiten toepassing laten. 6

8 Korte uiteenzetting van de motivering van de verwijzing 30 De verwijzende rechter verwijst naar het vonnis van het TAF te Porto, waarin de in het onderhavige geding gerezen rechtsvragen worden samengevat als volgt: I) Is artikel 29, lid l, van de bijlage bij de VPV, volgens hetwelk een vaarbewijs voor pleziervaartuigen slechts kan worden uitgereikt aan personen die op het nationale grondgebied wonen, in strijd met de regels en beginselen van Unierecht die discriminatie tussen nationale burgers en vreemdelingen verbieden en stelt deze bepaling beperkingen aan de vrijheid van dienstverrichting die berusten op discriminatie op grond van nationaliteit en op criteria, zoals de woonplaats, die tot soortgelijke resultaten leiden, en moet het IPTM bijgevolg worden verboden om gemeenschapsburgers de toelating tot het examen te weigeren op grond van het feit dat zij niet hebben bewezen dat zij op het nationale grondgebied wonen, en worden gelast om kandidaten toe te staan om te varen met de vaartuigen waarvoor zij het examen met succes hebben afgelegd? II) Hebben de huidige geïntimeerden recht op vergoeding van de materiële en immateriële schade die zij naar eigen zeggen hebben geleden door de weigering van het IPTM om hun cursisten, die burgers van lidstaten van de Europese Unie zijn, toe te laten tot het examen voor het verkrijgen van het vaarbewijs voor pleziervaartuigen? 31 Volgens het TAF dient de verenigbaarheid van artikel 29, lid l, VPV met de status van burger van de Europese Unie, het vrije verkeer van Europese burgers en het beginsel van vrije dienstverrichting te worden beoordeeld aan de hand van de volgende regels en de volgende arresten van het Hof: artikel 20 VWEU (voorheen artikel 17 EG), volgens hetwelk eenieder die de nationaliteit van een lidstaat bezit burger van de Europese Unie is (het TAF verwijst dienaangaande naar de arresten van het Hof van 5 februari 1963, Van Gend en Loos, 26/62, Jurispr. blz. 3, en 11 juli 2002, D Hoop, C-224/98, Jurispr. blz. 6191); artikel 18 VWEU (voorheen artikel 12 EG), volgens hetwelk binnen de werkingssfeer van de Verdragen en onverminderd de bijzondere bepalingen, daarin gesteld, elke discriminatie op grond van nationaliteit verboden is; artikel 45, lid 3, VWEU (voorheen artikel 39 EG), waaruit blijkt dat beperkingen van het vrije verkeer van personen binnen de lidstaten evenredig en niet-discriminerend moeten zijn en, wat bijvoorbeeld het vrije verkeer van werknemers betreft, slechts gerechtvaardigd zijn om redenen van openbare orde, openbare veiligheid en volksgezondheid. Het TAF wijst niet alleen op het vrije verkeer en het verblijfsrecht van burgers van de lidstaten van de Europese Unie (artikel 21 VWEU, voorheen artikel 18 EG), maar ook op het feit dat het Hof de draagwijdte van het Europese 7

9 SAMENVATTING VAN HET VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING ZAAK C-509/12 8 burgerschap verder heeft ontwikkeld en uitgebreid in de arresten van 24 november 1998, Bickel en Franz, C-274/96, Jurispr. blz. I-7637, en 9 november 2006, Turpeinen, C-520/04, Jurispr. blz. I-10685, en 29 april 2004, Pusa, C-224/02, Jurispr. blz. I-5763, en dat beperkingen op basis van de woonplaats volgens deze rechtspraak automatisch in strijd zijn met de bepalingen van het Verdrag (arresten van 18 juli 2006, De Cuyper, C-406/04, Jurispr. blz. I-6947, en 19 september 2006, Tas-Hagen, C-193/05, Jurispr. blz. I-8673); artikel 56 VWEU (voorheen artikel 49 EG), volgens hetwelk beperkingen op het vrij verrichten van diensten binnen de Unie verboden zijn ten aanzien van de burgers van de lidstaten die in een andere lidstaat zijn gevestigd dan die waarin degene is gevestigd te wiens behoeve de dienst wordt verricht (het TAF verwijst dienaangaande naar de arresten van 31 januari 1984, Luisi en Carnone, 286/82 en 26/83, Jurispr. blz. 377, en 3 december 1974, Van Binsbergen, 33/74, Jurispr. blz. 1299); de in artikel 52 VWEU (voorheen artikel 46 EG) neergelegde beperkingen van openbare orde, openbare veiligheid en volksgezondheid zijn krachtens artikel 62 VWEU (voorheen artikel 55 EG) van toepassing op het vrij verrichten van diensten het TAF verwijst dienaangaande naar de arresten van 3 december 1974, Van Binsberg, 33/74, Jurispr. blz. 1299, 25 oktober 2001, Finalarte, C-49/98, Jurispr. blz. I-7831, en 11 juli 2002, Carpenter, C-60/00, Jurispr. blz. I Gelet op deze regels en deze rechtspraak is het TAF van oordeel dat de cursisten van huidige geïntimeerden, die burgers van andere lidstaten zijn, burgers van de Unie zijn, wat impliceert dat zij het recht hebben om niet op grond van hun nationaliteit of woonplaats te worden gediscrimineerd, en dat hun geval dus binnen de personele en materiële werkingssfeer van de Verdragen valt. 33 In het licht hiervan is het TAF tot de conclusie gekomen dat afbreuk wordt gedaan aan de mogelijkheid voor burgers van andere lidstaten om zich naar Portugal te begeven om daar onder dezelfde voorwaarden als de inwoners van deze lidstaat het vaarbewijs voor pleziervaartuigen te behalen, indien dit vaarbewijs slechts wordt uitgereikt aan personen die aldaar wonen, aangezien het Verdrag rechtstreekse en indirecte discriminatie verbiedt (dienaangaande verwijst het TAF naar het arrest van 23 mei 1996, O Flynn, C-237/94, blz. I-2617). 34 Volgens het TAF is deze discriminatie in het licht van het recht van de Unie niet gerechtvaardigd. Het is meer bepaald van oordeel dat de argumenten van het IPTM dienaangaande dat het in casu gaat om de veiligheid op zee en de bescherming van het zeeleven, een aangelegenheid die van openbaar belang is en het openbaar belang raakt, dat de Portugese Staat erop moet toezien dat de zeevaartopleiding op zorgvuldige wijze wordt gegeven en dat het IPTM slechts een dienst hoeft te verzekeren die evenredig is aan de nationale behoefte en aan de gangbare en normale vraag geen discriminatie kunnen rechtvaardigen, aangezien de opleidingsinstituten aan een strikt systeem van accreditatie en toezicht,

10 uitgaande van het IPTM, zijn onderworpen en de inhoud van hun opleidingsprogramma s en de desbetreffende examens bij verordening zijn geregeld, waarbij het aan het IPTM staat om de examens te organiseren en te evalueren. 35 Het TAF is dan ook van oordeel dat het woonplaatsvereiste van artikel 29, lid l, VPV niet kan worden gerechtvaardigd op grond van de openbare orde en veiligheid en dat, zelfs indien dit wel het geval was, het zou gaan om een onevenredige beperking, omdat niet valt in te zien hoe dit vereiste passend en noodzakelijk kan zijn ter verzekering van de veiligheid op zee, wanneer nietingezeten burgers dezelfde opleiding moeten volgen en aan hetzelfde beoordelingssysteem zijn onderworpen als ingezeten burgers. 36 Het TAF is tot de conclusie gekomen dat artikel 29, lid l, VPV, voor zover het bepaalt dat het vaarbewijs voor pleziervaartuigen slechts kan worden uitgereikt aan personen die op het nationale grondgebied wonen, in strijd is met het verbod van discriminatie tussen eigen burgers en burgers van andere lidstaten (artikel 18 VWEU, voorheen artikel 12 EG), omdat eigen burgers gemakkelijker aan dit vereiste kunnen voldoen dan burgers van andere lidstaten en dit criterium afbreuk doet aan het vrije verkeer van personen binnen de Europese Unie en niet valt onder de uitzonderingen die zijn gerechtvaardigd op grond van de openbare orde, de openbare veiligheid en de volksgezondheid (artikel 45, lid 3, VWEU, voorheen artikel 39 EG). 37 Volgens het TAF is artikel 29, lid l, VPV ook in strijd met het beginsel van vrije dienstverrichting. De door huidige geïntimeerden verstrekte opleiding die toegang geeft tot het examen voor het verkrijgen van het vaarbewijs voor pleziervaartuigen, enerzijds, en de organisatie van dit examen en het uitreiken van het vaarbewijs, anderzijds, waarvoor het IPTM bevoegd is, vormen immers één ondeelbaar geheel, zodat beperkingen die aan deze laatste activiteit worden gesteld indirect gevolgen hebben voor eerstgenoemde activiteit. Kortom, door burgers van de Unie die geen woonplaats hebben op het Portugese grondgebied te beletten een vaarbewijs voor pleziervaartuigen in Portugal te behalen, beperkt het IPTM, zij het indirect, de mogelijkheid voor Portugese opleidingsinstituten om deze burgers een opleiding te verstrekken, alsook de toegang van deze burgers tot de door deze instituten verrichte diensten. Volgens het TAF vindt het betrokken voorschrift geen rechtvaardiging in een van de uitzonderingen van artikel 52 VWEU (voorheen artikel 46 EG), aangezien het niet dient ter bescherming van de openbare orde of veiligheid. 38 Aangezien de in artikel 29, lid l, VPV gestelde voorwaarde, volgens welke het vaarbewijs voor pleziervaartuigen slechts kan worden uitgereikt aan personen die op het nationale grondgebied wonen, dus in strijd is met de Verdragsbepalingen inzake het Europese burgerschap, het vrije verkeer van personen, het vrij verrichten van diensten, het verbod van discriminatie op grond van nationaliteit en het gelijkheidsbeginsel, heeft het TAF, overeenkomstig zijn verplichtingen die 9

11 SAMENVATTING VAN HET VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING ZAAK C-509/12 voortvloeien uit de voorrang van het Unierecht, het IPTM definitief verboden om burgers van de lidstaten van de Europese Unie de toelating tot het examen voor het verkrijgen van het vaarbewijs voor pleziervaartuigen te weigeren op grond van het feit dat zij geen woonplaats in Portugal hebben, en het IPTM gelast om dit vaarbewijs uit te reiken aan personen die voor dit examen geslaagd zijn. Op die grond heeft het TAF het verzoek van huidige geïntimeerden tot schadevergoeding gedeeltelijk toegewezen. 39 Voorts merkt de verwijzende rechter op dat het antwoord op de vraag of artikel 29, lid 1, VPV verenigbaar is met het recht van de Unie relevant is voor de beoordeling van de vraag of het TAF in het bestreden vonnis blijkt heeft gegeven van een onjuiste rechtsopvatting, zoals het IPTM aanvoert. Zodra de feiten zijn vastgesteld, hangt volgens de verwijzende rechter bijna al het overige af van de beoordeling van de vraag of het door artikel 29, lid l, VPV gestelde woonplaatsvereiste al dan niet verenigbaar is met de in het bestreden vonnis genoemde voorschriften van Unierecht. 40 Gelet op de bewoordingen van artikel 267 VWEU (voorheen artikel 234 EG) en op het feit dat het beroep tot herziening door het Supremo Tribunal Administrativo in de nationale rechtsorde als een buitengewoon rechtsmiddel wordt beschouwd, waardoor de beslissing van het Tribunal Central Administrativo gewoonlijk de definitieve uitspraak ten gronde vormt ten aanzien van kwesties die in het kader van gerechtelijke gedingen aan de orde zijn, is de verwijzende rechter van oordeel dat het Tribunal Central Administrativo weliswaar niet verplicht is om een verzoek om een prejudiciële beslissing in te dienen, maar dat het ten minste sterk aangewezen is om een dergelijk verzoek in te dienen. 41 Voorts is de verwijzende rechter van oordeel dat de voorrang van het Unierecht boven het nationale recht, zoals het Hof heeft vastgesteld, tot gevolg heeft dat de rechter moet weigeren om het nationale recht toe te passen wanneer dit onverenigbaar is met het recht van de Unie, dat het antwoord op de vraag die in casu is gerezen over de uitlegging van de toepasselijke Unierechtelijke bepalingen noodzakelijk is ter beslechting van het geding, en dat de juiste toepassing van deze bepalingen niet dermate voor de hand ligt dat er geen ruimte blijft voor enige redelijke twijfel (acte clair-leer, gebaseerd op het arrest Hof van 6 oktober 1982, CILFIT, 283/81). 42 De verwijzende rechter verwijst tevens naar het standpunt van het Hof dat [...] het Hof zich in het kader van artikel 234 EG [thans artikel 267 VWEU] niet kan uitspreken over de uitlegging van nationale wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen of over de verenigbaarheid daarvan met het gemeenschapsrecht. Wel kan het Hof de nationale rechter alle gegevens betreffende de uitlegging van het gemeenschapsrecht verschaffen welke deze in staat kunnen stellen de voor hem gerezen rechtsvraag op te lossen (zie met name arresten van 18 november 1999, Teckal, C-107/98, en 23 januari 2003, Makedoniko Metro en Michaniki, C-57/01). Het Hof heeft dit standpunt herhaald in het arrest van 4 maart 2004, 10

12 Istituto nazionale della previdenza sociale (INPS), C-19/01, C-50/01 en C-84/01, Jurispr. blz. I Voorts stelt de verwijzende rechter vast dat hij, ondanks het onderzoek dat hij dienaangaande heeft verricht, niet op de hoogte is van rechtspraak van het Hof die specifiek betrekking heeft op de in het onderhavige geding gerezen vraag, en zelfs niet van nationale rechtspraak op dit gebied. 44 De verwijzende rechter komt dan ook tot de conclusie dat is voldaan aan alle formele voorwaarden om een verzoek om een prejudiciële beslissing in te dienen, en dat de noodzaak om een uitspraak te doen die voldoet aan het beginsel dat de gegeven uitlegging in overeenstemming of verenigbaar moet zijn met het recht van de Unie en aldus de volle werking ervan moet verzekeren, in casu met zich brengt dat een verzoek om een prejudiciële beslissing bij het Hof moet worden ingediend zodat wordt opgehelderd en vastgesteld op welke wijze de betrokken regels van Unierecht dienen te worden uitgelegd. 11

Datum van inontvangstneming : 28/06/2012

Datum van inontvangstneming : 28/06/2012 Datum van inontvangstneming : 28/06/2012 Resumé C-233/12-1 Zaak C-233/12 Resumé van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 104, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 14/06/2013

Datum van inontvangstneming : 14/06/2013 Datum van inontvangstneming : 14/06/2013 Vertaling C-258/13-1 Zaak C-258/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 13 mei 2013 Verwijzende rechter: Varas Cíveis de Lisboa (Portugal)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 09/10/2015

Datum van inontvangstneming : 09/10/2015 Datum van inontvangstneming : 09/10/2015 Vertaling C-478/15-1 Zaak C-478/15 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 22/08/2017

Datum van inontvangstneming : 22/08/2017 Datum van inontvangstneming : 22/08/2017 Samenvatting C-438/17-1 Zaak C-438/17 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 08/05/2017

Datum van inontvangstneming : 08/05/2017 Datum van inontvangstneming : 08/05/2017 Samenvatting C-159/17-1 Zaak C-159/17 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Date de réception : 10/01/2012

Date de réception : 10/01/2012 Date de réception : 10/01/2012 Resumé C-619/11-1 Zaak C-619/11 Resumé van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 104, lid 1, van het reglement voor de procesvoering van het Hof

Nadere informatie

Date de réception : 01/12/2011

Date de réception : 01/12/2011 Date de réception : 01/12/2011 Resumé C-544/11-1 Zaak C-544/11 Resumé van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 104, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 09/06/2015

Datum van inontvangstneming : 09/06/2015 Datum van inontvangstneming : 09/06/2015 Vertaling C-204/15-1 Datum van indiening: 4 mei 2015 Verwijzende rechter: Zaak C-204/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Augstākā tiesa (Letland) Datum van

Nadere informatie

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op:

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op: Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 juni 2002 (26.06) (OR. fr) PUBLIC 9893/02 Interinstitutioneel dossier: 2001/0111 (COD) LIMITE 211 MI 108 JAI 133 SOC 309 CODEC 752 BIJDRAGE VAN DE IDISCHE

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 25/10/2013

Datum van inontvangstneming : 25/10/2013 Datum van inontvangstneming : 25/10/2013 Vertaling C-515/13-1 Zaak C-515/13 Samenvatting van een verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 14/09/2012

Datum van inontvangstneming : 14/09/2012 Datum van inontvangstneming : 14/09/2012 Resumé C-371/12-1 Zaak C-371/12 Resumé van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 104, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 8 juli 1999 *

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 8 juli 1999 * ARREST VAN 8. 7. 1999 ZAAK C-186/98 ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 8 juli 1999 * In zaak C- 186/98, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van het

Nadere informatie

Date de réception : 18/10/2011

Date de réception : 18/10/2011 Date de réception : 18/10/2011 Resumé C-463/11-1 Zaak C-463/11 Resumé van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 104, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/07/2017

Datum van inontvangstneming : 07/07/2017 Datum van inontvangstneming : 07/07/2017 Vertaling C-322/17-1 Zaak C-322/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 mei 2017 Verwijzende rechter: High Court (Ierland) Datum van de

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF VAN 12 DECEMBER 1974.

ARREST VAN HET HOF VAN 12 DECEMBER 1974. ARREST VAN HET HOF VAN 12 DECEMBER 1974. B. N. O. WALRAVE, L. J. N. KOCH TEGEN ASSOCIATION UNION CYCLISTE INTERNATIONALE, KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE WIELREN UNIE EN FEDERATION ESPANOLA CICLISMO. (VERZOEK

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 23/01/2019

Datum van inontvangstneming : 23/01/2019 Datum van inontvangstneming : 23/01/2019 Samenvatting C-759/18-1 Zaak C-759/18 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Vertaling C-45/17-1 Zaak C-45/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 januari 2017 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 28/12/2017

Datum van inontvangstneming : 28/12/2017 Datum van inontvangstneming : 28/12/2017 Samenvatting C-619/17-1 Zaak C-619/17 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

ECLI:NL:RBBRE:2011:5319

ECLI:NL:RBBRE:2011:5319 ECLI:NL:RBBRE:2011:5319 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 06-12-2011 Datum publicatie 22-05-2017 Zaaknummer AWB- 11_1954 Formele relaties Hoger beroep: ECLI:NL:CRVB:2013:BZ2178, Bekrachtiging/bevestiging

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 11/12/2012

Datum van inontvangstneming : 11/12/2012 Datum van inontvangstneming : 11/12/2012 Vertaling C-508/12-1 Zaak C-508/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 november 2012 Verwijzende rechter: Landesgericht Salzburg (Oostenrijk)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 05/06/2015

Datum van inontvangstneming : 05/06/2015 Datum van inontvangstneming : 05/06/2015 Samenvatting C-189/15-1 Zaak C-189/15 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 15/09/2017

Datum van inontvangstneming : 15/09/2017 Datum van inontvangstneming : 15/09/2017 Samenvatting C-480/17-1 Zaak C-480/17 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 18/09/2017

Datum van inontvangstneming : 18/09/2017 Datum van inontvangstneming : 18/09/2017 Vertaling C-478/17-1 Zaak C-478/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 augustus 2017 Verwijzende rechter: Tribunalul Cluj (Roemenië) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 25/07/2014

Datum van inontvangstneming : 25/07/2014 Datum van inontvangstneming : 25/07/2014 Vertaling C-304/14-1 Datum van indiening: 24 juni 2014 Verwijzende rechter: Zaak C-304/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Upper Tribunal (Immigration and

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 16/09/2013

Datum van inontvangstneming : 16/09/2013 Datum van inontvangstneming : 16/09/2013 Vertaling C-442/13-1 Zaak C-442/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 6 augustus 2013 Verwijzende rechter: Oberster Gerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 16/05/2014

Datum van inontvangstneming : 16/05/2014 Datum van inontvangstneming : 16/05/2014 Vertaling C-165/14-1 Zaak C-165/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 7 april 2014 Verwijzende rechter: Tribunal Supremo (Spanje) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/09/2015

Datum van inontvangstneming : 07/09/2015 Datum van inontvangstneming : 07/09/2015 Vertaling C-429/15-1 Zaak C-429/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 5 augustus 2015 Verwijzende rechter: Court of Appeal (Ierland) Datum

Nadere informatie

De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging

De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL ONDERNEMINGEN EN INDUSTRIE Leidraad 1 Brussel, 1.2.2010 - De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 27/01/2014

Datum van inontvangstneming : 27/01/2014 Datum van inontvangstneming : 27/01/2014 Vertaling C-664/13-1 Zaak C-664/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 13 december 2013 Verwijzende rechter: Administratīvā apgabaltiesa

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 13/08/2015

Datum van inontvangstneming : 13/08/2015 Datum van inontvangstneming : 13/08/2015 Vertaling C-365/15-1 Zaak C-365/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 14 juli 2015 Verwijzende rechter: Finanzgericht Düsseldorf (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 31/01/2013

Datum van inontvangstneming : 31/01/2013 Datum van inontvangstneming : 31/01/2013 Vertaling C-1/13-1 Datum van indiening: Zaak C-1/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing 2 januari 2013 Verwijzende rechter: Cour de cassation (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/09/2018

Datum van inontvangstneming : 07/09/2018 Datum van inontvangstneming : 07/09/2018 Samenvatting C-488/18-1 Zaak C-488/18 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 21/01/2013

Datum van inontvangstneming : 21/01/2013 Datum van inontvangstneming : 21/01/2013 Vertaling C-577/12-1 Zaak C-577/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 10 december 2012 Verwijzende rechter: Unabhängiger Finanzsenat, Außenstelle

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/06/2015

Datum van inontvangstneming : 19/06/2015 Datum van inontvangstneming : 19/06/2015 Vertaling C-222/15-1 Zaak C-222/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 15 mei 2015 Verwijzende rechter: Pécsi Törvényszék (Hongarije) Datum

Nadere informatie

Date de réception : 01/03/2012

Date de réception : 01/03/2012 Date de réception : 01/03/2012 Vertaling C-44/12-1 Zaak C-44/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 januari 2012 Verwijzende rechter: Court of Session, Scotland (Verenigd Koninkrijk)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 10/01/2014

Datum van inontvangstneming : 10/01/2014 Datum van inontvangstneming : 10/01/2014 Vertaling C-593/13-1 Zaak C-593/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 20 november 2013 Verwijzende rechter: Consiglio di Stato (Italië)

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:9685

ECLI:NL:RBAMS:2015:9685 ECLI:NL:RBAMS:2015:9685 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 29-12-2015 Datum publicatie 27-01-2016 Zaaknummer AMS 13/6214 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/06/2012

Datum van inontvangstneming : 19/06/2012 Datum van inontvangstneming : 19/06/2012 Vertaling C-218/12-1 Zaak C-218/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 10 mei 2012 Verwijzende rechter: Landgericht Saarbrücken (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 23/07/2013

Datum van inontvangstneming : 23/07/2013 Datum van inontvangstneming : 23/07/2013 Vertaling C-338/13-1 Zaak C-338/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 20 juni 2013 Verwijzende rechter: Verwaltungsgerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 02/06/2015

Datum van inontvangstneming : 02/06/2015 Datum van inontvangstneming : 02/06/2015 Samenvatting C-186/15 1 Zaak C-186/15 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 05/03/2018

Datum van inontvangstneming : 05/03/2018 Datum van inontvangstneming : 05/03/2018 Samenvatting C-692/17-1 Zaak C-692/17 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 22/05/2014

Datum van inontvangstneming : 22/05/2014 Datum van inontvangstneming : 22/05/2014 Vertaling C-184/14-1 Zaak C-184/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 14 april 2014 Verwijzende rechter: Corte Suprema di Cassazione (Italië)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 03/07/2017

Datum van inontvangstneming : 03/07/2017 Datum van inontvangstneming : 03/07/2017 Vertaling C-320/17-1 Zaak C-320/17. Verzoek om prejudiciële beslissing Datum van indiening 29 mei 2017 Verwijzende rechter Conseil d État (Frankrijk) Datum van

Nadere informatie

Vertaling C-441/13-1. Zaak C-441/13. Verzoek om een prejudiciële beslissing

Vertaling C-441/13-1. Zaak C-441/13. Verzoek om een prejudiciële beslissing Vertaling C-441/13-1 Zaak C-441/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 5 augustus 2013 Verwijzende rechter: Handelsgericht Wien (Oostenrijk) Datum van de verwijzingsbeslissing:

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/08/2014

Datum van inontvangstneming : 07/08/2014 Datum van inontvangstneming : 07/08/2014 Vertaling C-334/14-1 Zaak C-334/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 juli 2014 Verwijzende rechter: Hof van beroep te Bergen (België)

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2014-2019 Commissie verzoekschriften 16.12.2014 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift nr. 0171/2012, ingediend door Klaus Träger (Duitse nationaliteit), over verschillende

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 26/01/2016

Datum van inontvangstneming : 26/01/2016 Datum van inontvangstneming : 26/01/2016 Samenvatting C-668/15-1 Zaak C-668/15 Samenvatting van een verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 25/06/2012

Datum van inontvangstneming : 25/06/2012 Datum van inontvangstneming : 25/06/2012 Resumé C-234/12-1 Zaak C-234/12 Resumé van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 104, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 28/02/2013

Datum van inontvangstneming : 28/02/2013 Datum van inontvangstneming : 28/02/2013 Vertaling C-45/13-1 Datum van indiening: Zaak C-45/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing 28 januari 2013 Verwijzende rechter: Oberste Gerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 01/02/2013

Datum van inontvangstneming : 01/02/2013 Datum van inontvangstneming : 01/02/2013 Vertaling C-603/12-1 Zaak C-603/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 21 december 2012 Verwijzende rechter: Verwaltungsgericht Hannover

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/11/2015

Datum van inontvangstneming : 19/11/2015 Datum van inontvangstneming : 19/11/2015 Vertaling C-538/15-1 Zaak C-538/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 15 oktober 2015 Verwijzende rechter: Juzgado de Primera Instancia

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 11/06/2013

Datum van inontvangstneming : 11/06/2013 Datum van inontvangstneming : 11/06/2013 Vertaling C-250/13-1 Zaak C-250/13 Samenvatting van een verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 04/11/2013

Datum van inontvangstneming : 04/11/2013 Datum van inontvangstneming : 04/11/2013 Vertaling C-524/13-1 Zaak C-524/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 3 oktober 2013 Verwijzende rechter: Amtsgericht Karlsruhe (Duitsland)

Nadere informatie

Vertaling C-23/14-1. Zaak C-23/14

Vertaling C-23/14-1. Zaak C-23/14 Vertaling C-23/14-1 Zaak C-23/14 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof van Justitie Datum van

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/02/2017

Datum van inontvangstneming : 06/02/2017 Datum van inontvangstneming : 06/02/2017 Vertaling C-684/16-1 Zaak C-684/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 27 december 2016 Verwijzende rechter: Bundesarbeitsgericht (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 12/07/2013

Datum van inontvangstneming : 12/07/2013 Datum van inontvangstneming : 12/07/2013 Vertaling C-319/13-1 Zaak C-319/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 11 juni 2013 Verwijzende rechter: Thüringer Oberlandesgericht (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 10/01/2018

Datum van inontvangstneming : 10/01/2018 Datum van inontvangstneming : 10/01/2018 Vertaling C-667/17-1 Zaak C-667/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 24 november 2017 Verwijzende rechter: Commissione tributaria provinciale

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 20/12/2017

Datum van inontvangstneming : 20/12/2017 Datum van inontvangstneming : 20/12/2017 Vertaling C-647/17-1 Zaak C-647/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 20 november 2017 Verwijzende rechter: Högsta förvaltningsdomstolen

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 28/12/2015

Datum van inontvangstneming : 28/12/2015 Datum van inontvangstneming : 28/12/2015 Vertaling C-618/15-1 Zaak C-618/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 23 november 2015 Verwijzende rechter: Cour de cassation (Frankrijk)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 25/04/2016

Datum van inontvangstneming : 25/04/2016 Datum van inontvangstneming : 25/04/2016 Vertaling C-143/16-1 Zaak C-143/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 maart 2015 Verwijzende rechter: Corte suprema di cassazione (Italië)

Nadere informatie

Date de réception : 27/12/2011

Date de réception : 27/12/2011 Date de réception : 27/12/2011 Resumé C-577/11-1 Zaak C-577/11 Resumé van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 104, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 25/08/2014

Datum van inontvangstneming : 25/08/2014 Datum van inontvangstneming : 25/08/2014 Vertaling C-359/14 1 Datum van indiening: 23 juli 2014 Verwijzende rechter: Zaak C-359/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Vilniaus miesto apylinkės teismas

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 30/09/2014

Datum van inontvangstneming : 30/09/2014 Datum van inontvangstneming : 30/09/2014 Samenvatting C-408/14-1 Zaak C-408/14 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve12000040 201102012/1/V2. Datum uitspraak: 13 december 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 23/09/2016

Datum van inontvangstneming : 23/09/2016 Datum van inontvangstneming : 23/09/2016 Samenvatting C-431/16-1 Zaak C-431/16 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 03/09/2012

Datum van inontvangstneming : 03/09/2012 Datum van inontvangstneming : 03/09/2012 Resumé C-356/12-1 Zaak C-356/12 Resumé van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 104, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 02/02/2016

Datum van inontvangstneming : 02/02/2016 Datum van inontvangstneming : 02/02/2016 Vertaling C-690/15-1 Zaak C-690/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 21 december 2015 Verwijzende rechter: Cour administrative d appel

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 27/10/2015

Datum van inontvangstneming : 27/10/2015 Datum van inontvangstneming : 27/10/2015 Vertaling C-513/15-1 Zaak C-513/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 25 september 2015 Verwijzende rechter: Lietuvos vyriausiasis administracinis

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.6.2003 COM(2003) 348 definitief 2003/0127 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de lidstaten worden gemachtigd in het belang van de Europese

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 22/08/2013

Datum van inontvangstneming : 22/08/2013 Datum van inontvangstneming : 22/08/2013 Vertaling C-408/13-1 Zaak C-408/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 18 juli 2013 Verwijzende rechter: Amtsgericht Karlsruhe (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/12/2016

Datum van inontvangstneming : 19/12/2016 Datum van inontvangstneming : 19/12/2016 Vertaling C-569/16-1 Zaak C-569/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 10 november 2016 Verwijzende rechter: Bundesarbeitsgericht (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 12/08/2016

Datum van inontvangstneming : 12/08/2016 Datum van inontvangstneming : 12/08/2016 Vertaling C-381/16-1 Zaak C-381/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 11 juli 2016 Verwijzende rechter: Tribunal Supremo (Spanje) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 15/06/2017

Datum van inontvangstneming : 15/06/2017 Datum van inontvangstneming : 15/06/2017 Samenvatting C-246/17-1 Zaak C-246/17 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 26/05/2014

Datum van inontvangstneming : 26/05/2014 Datum van inontvangstneming : 26/05/2014 Vertaling C-189/14-1 Zaak C-189/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 16 april 2014 Verwijzende rechter: Eparchiako Dikastirio Lefkosias

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/12/2016

Datum van inontvangstneming : 19/12/2016 Datum van inontvangstneming : 19/12/2016 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN 18. 10. 2016 ZAAK C-570/16 [OMISSIS] Wuppertal, verzoekster, verweerster in hoger beroep en verzoekster in Revision,

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/02/2017

Datum van inontvangstneming : 07/02/2017 Datum van inontvangstneming : 07/02/2017 Samenvatting C-683/16-1 Zaak C-683/16 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 * ARREST VAN 25. 5.1993 ZAAK C-193/91 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 * In zaak C-193/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Bundesfinanzhof, in het

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 15/09/2014

Datum van inontvangstneming : 15/09/2014 Datum van inontvangstneming : 15/09/2014 Vertaling C-386/14-1 Zaak C-386/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 13 augustus 2014 Verwijzende rechter: Cour administrative d appel

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 18/06/2012

Datum van inontvangstneming : 18/06/2012 Datum van inontvangstneming : 18/06/2012 C-211/12-1 Zaak C-211/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 3 mei 2012 Verwijzende rechter: Corte d'appello di Roma (Prima Sezione civile)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 juni 1988*

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 juni 1988* ARREST VAN 29. 6. 1988 ZAAK 240/87 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 juni 1988* In zaak 240/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het tribunal de grande instance

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/07/2016

Datum van inontvangstneming : 19/07/2016 Datum van inontvangstneming : 19/07/2016 Vertaling C-341/16-1 Zaak C-341/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 16 juni 2016 Verwijzende rechter: Oberlandesgericht Düsseldorf (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 09/02/2015

Datum van inontvangstneming : 09/02/2015 Datum van inontvangstneming : 09/02/2015 Vertaling C-3/15 1 Zaak C-3/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 8 januari 2015 Verwijzende rechter: Amtsgericht Hannover (Duitsland)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 30 april 2002 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 30 april 2002 * CLUB-TOUR ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 30 april 2002 * In zaak C-400/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Tribunal Judicial da Comarca do Porto (Portugal), in het

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 * ARREST VAN 10. 5. 2001 ZAAK C-144/99 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 * In zaak C-144/99, Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door P. van Nuffel als gemachtigde, bijgestaan

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 20/01/2017

Datum van inontvangstneming : 20/01/2017 Datum van inontvangstneming : 20/01/2017 Vertaling C-636/16-1 Zaak C-636/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 december 2016 Verwijzende rechter: Juzgado de lo Contencioso-Administrativo

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 09/09/2013

Datum van inontvangstneming : 09/09/2013 Datum van inontvangstneming : 09/09/2013 Vertaling C-354/13-1 Zaak C-354/13 Samenvatting van een verzoek om een prejudiciële beslissing in zaak C-354/13 overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 29/01/2019

Datum van inontvangstneming : 29/01/2019 Datum van inontvangstneming : 29/01/2019 Samenvatting C-777/18 1 Zaak C-777/18 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

het College van Beroep voor de Examens van de Hogeschool Utrecht (hierna: het CBE), verweerder.

het College van Beroep voor de Examens van de Hogeschool Utrecht (hierna: het CBE), verweerder. Zaaknummer : 2013/068 Rechter(s) : mrs. Nijenhof, Olivier, Borman Datum uitspraak : 6 november 2013 Partijen : Appellante tegen CBE Hogeschool Utrecht Trefwoorden : Beleidsvrijheid, in stand laten rechtsgevolgen,

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2004 Commissie verzoekschriften 2009 29.03.2011 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift 1609/2008, ingediend door D. A. L. (Britse nationaliteit), over vermeende discriminatie

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 01/09/2015

Datum van inontvangstneming : 01/09/2015 Datum van inontvangstneming : 01/09/2015 Vertaling C-419/15-1 Zaak C-419/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 juli 2015 Verwijzende rechter: Oberlandesgericht Düsseldorf (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 01/08/2016

Datum van inontvangstneming : 01/08/2016 Datum van inontvangstneming : 01/08/2016 Vertaling C-355/16-1 Zaak C-355/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 28 juni 2016 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 *

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * WELTHGROVE BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * In zaak C-102/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangige

Nadere informatie

Datum van inontvangstne ming : 24/05/2012

Datum van inontvangstne ming : 24/05/2012 Datum van inontvangstne ming : 24/05/2012 C-181/12-1 Zaak C-181/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 18 april 2012 Verwijzende rechter: Finanzgericht Düsseldorf (Duitsland) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 04/04/2016

Datum van inontvangstneming : 04/04/2016 Datum van inontvangstneming : 04/04/2016 Vertaling C-99/16-1 Zaak C-99/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 19 februari 2016 Verwijzende rechter: Tribunal de grande instance de

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 27/09/2013

Datum van inontvangstneming : 27/09/2013 Datum van inontvangstneming : 27/09/2013 Samenvatting C-440/13-1 Zaak C-440/13 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Jurisprudentie. BESCHIKKING VAN HET HOF (Zesde kamer) 14 juni 2017 *

Jurisprudentie. BESCHIKKING VAN HET HOF (Zesde kamer) 14 juni 2017 * Jurisprudentie BESCHIKKING VAN HET HOF (Zesde kamer) 14 juni 2017 * Prejudiciële verwijzing Artikel 99 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken Verordening

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 23/03/2017

Datum van inontvangstneming : 23/03/2017 Datum van inontvangstneming : 23/03/2017 Vertaling C-83/17-1 Zaak C-83/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 15 februari 2017 Verwijzende rechter: Oberster Gerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

Vertaling C-125/14-1. Zaak C-125/14. Verzoek om een prejudiciële beslissing. Fővárosi Törvényszék (Hongarije)

Vertaling C-125/14-1. Zaak C-125/14. Verzoek om een prejudiciële beslissing. Fővárosi Törvényszék (Hongarije) Vertaling C-125/14-1 Zaak C-125/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 18 maart 2014 Verwijzende rechter: Fővárosi Törvényszék (Hongarije) Datum van de verwijzingsbeslissing: 10

Nadere informatie

Vertaling C-291/13-1. Zaak C-291/13. Verzoek om een prejudiciële beslissing. Eparchiako Dikastirio Lefkosias (Cyprus)

Vertaling C-291/13-1. Zaak C-291/13. Verzoek om een prejudiciële beslissing. Eparchiako Dikastirio Lefkosias (Cyprus) Vertaling C-291/13-1 Zaak C-291/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 27 mei 2013 Verwijzende rechter: Eparchiako Dikastirio Lefkosias (Cyprus) Datum van de verwijzingsbeslissing:

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/02/2014

Datum van inontvangstneming : 06/02/2014 Datum van inontvangstneming : 06/02/2014 Vertaling C-672/13-1 Zaak C-672/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 17 december 2013 Verwijzende rechter: Fővárosi Törvényszék (Hongarije)

Nadere informatie