Een blik achter het impressiemanagement: een onderzoek naar de succesvolle psychopathietrekken op de werkvloer.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Een blik achter het impressiemanagement: een onderzoek naar de succesvolle psychopathietrekken op de werkvloer."

Transcriptie

1 Academiejaar Tweedesemesterexamenperiode Een blik achter het impressiemanagement: een onderzoek naar de succesvolle psychopathietrekken op de werkvloer. Masterproef II neergelegd tot het behalen van de graad van Master of Science in de Psychologie, afstudeerrichting Klinische Psychologie Promotor: Dr. Mieke Decuyper Tatjana Gauwloos I

2 Voorwoord Dit twee jaar durende project was voor mij een enorm leerrijke ervaring en gaf een goede inkijk in wetenschappelijk denken en handelen. Ik blik terug op een periode met het nodige bloed, zweet en tranen, waarbij ik het absoluut niet kan nalaten enkele personen te bedanken. Eerst en vooral wens ik Dr. Mieke Decuyper te bedanken voor haar topbegeleiding. Ondanks haar drukke schema was zij steeds bereikbaar voor vragen en kon ik bij haar terecht voor de bespreking van mijn masterproef. Zonder haar had dit project niet gelukt en ik ben haar hier dan ook enorm dankbaar voor. Verder wens ik Gregg Delforge te bedanken voor het nalezen van mijn masterproef en om mij technische ondersteuning te bieden wanneer nodig. Tenslotte wens ik mijn oprechte dank te uiten aan al wie mij geholpen heeft bij het verzamelen van mijn steekproef en uiteraard ook aan zij die participeerden aan mijn onderzoek. II

3 Abstract Dit onderzoek ging op verschillende vlakken na of psychopathische trekken effectief geassocieerd zijn met positieve uitkomsten op het beroepsmatig functioneren. Hierbij werd gebruik gemaakt van zelfrapportage en peerbeoordelingen door collega's. De steekproef bestaat uit 305 werkende, Nederlandstalige participanten, waaronder 165 mannen en 140 vrouwen (54.1% mannen, 45.9% vrouwen) met een leeftijd die varieert van 20 tot 64 (M=43.65, SD=10.13). Tweehonderdzevenentwintig als eerste opgegeven collega's vulden de testbatterij in, waaronder 84 mannen (37.0%) en 143 vrouwen (63.0%) met een gemiddelde leeftijd van jaar. Van het totaal aantal als tweede opgegeven collega's hebben uiteindelijk 226 personen deelgenomen, waaronder 95 mannen (42.0%) en 131 vrouwen (58.0%) met een gemiddelde leeftijd van jaar. De participanten vulden de Psychopathic Personality Inventory-Revised (PPI-R; Lilienfeld & Widows, 2005; Uzieblo et al., 2010) en de NEO-Five Factor Inventory (NEO-FFI; Costa & McCrae, 1992) in. De collega's beoordeelden de participanten op vlak van communicatieve vaardigheden, creatieve/innovatieve vaardigheden en leiderschapsvaardigheden. Psychopathische trekken bleken over het algemeen eerder een negatieve samenhang te vertonen met deze vaardigheden. Enkel de hogere orde factor Onbevreesde dominantie en zijn lagere orde factoren vertoonden een positieve samenhang met creatieve/innovatieve vaardigheden en leiderschapsvaardigheden. Daarnaast bleken individuen met een hogere psychopathiescore minder vaak een hoge positie te bekleden, vaker in profit in plaats van non-profit sectoren te werken en vaker op eigen initiatief van job te veranderen. Ondanks de positieve correlaties tussen de hogere orde factor Onbevreesde dominantie en de criteriumvariabelen, lijkt psychopathie op de werkvloer voornamelijk negatieve effecten met zich mee te brengen. III

4 INHOUDSTAFEL INLEIDING 1 DEFINIËRING VAN HET CONCEPT PSYCHOPATHIE 1 ONDERLIGGENDE STRUCTUUR 2 MEETINSTRUMENTEN 4 DIFFERENTIAALDIAGNOSTIEK 6 PREVALENTIE EN PREDICTIEVE WAARDE 7 SUCCESVOLLE PSYCHOPATHIE 8 NEUROLOGISCHE BEVINDINGEN 10 RELEVANTE ONDERZOEKSBEVINDINGEN 12 HUIDIGE STUDIE 16 METHODE 18 STEEKPROEF EN PROCEDURE 18 MATERIAAL 19 DEMOGRAFISCHE LIJST. 19 PSYCHOPATHIC PERSONALITY INVENTORY-REVISED 19 NEO-FIVE FACTOR INVENTORY 20 LEADER BEHAVIOR SCALE 20 CONGER-KANUNGO SCALE 21 INNOVATIVE WORK BEHAVIOUR 21 PERSONALITY FOR PROFESSIONALS INVENTORY 22 COMMUNICATIEVE VAARDIGHEDEN. 22 RESULTATEN 22 BESCHRIJVENDE ANALYSES 22 PSYCHOPATHIE EN TRANSFORMATIONEEL LEIDERSCHAP, CREATIVITEIT EN COMMUNICATIEVE VAARDIGHEDEN 27 ALGEMENE PERSOONLIJKHEIDSTREKKEN EN TRANSFORMATIONEEL LEIDERSCHAP, CREATIVITEIT EN COMMUNICATIEVE VAARDIGHEDEN 36 PSYCHOPATHIE EN OBJECTIEVE JOBKENMERKEN 43 DISCUSSIE 48 PREVALENTIE VAN PSYCHOPATHIE BINNEN HET BEDRIJFSLEVEN 48 ALGEMEEN TREKPROFIEL NEO-FFI 49 COMMUNICATIEVE EN CREATIEVE/INNOVATIEVE VAARDIGHEDEN 50 VERANDERING VAN JOB 51 POSITIE BINNEN HET BEDRIJF 51 ORGANISATIETYPE 52 TRANSFORMATIONEEL LEIDERSCHAP 52 IMPLICATIES VAN DE STUDIE 53 BEPERKINGEN EN STERKTES VAN HET ONDERZOEK 53 IV

5 SUGGESTIES VOOR VERDER ONDERZOEK 54 CONCLUSIE 55 REFERENTIES 56 BIJLAGEN 64 BIJLAGE 1 64 BIJLAGE 2 67 V

6 Definiëring van het Concept Psychopathie Teneinde een goed begrip van deze studie te bekomen, is het essentieel de kernbegrippen grondig te definiëren en te conceptualiseren. Bijgevolg is het vooreerst van belang tot een heldere omschrijving van het begrip psychopathie te komen. Eén van de meest invloedrijke personen binnen de literatuur inzake psychopathie is zonder twijfel Hervey Cleckley. Met zijn boek The mask of sanity (1988) schiep deze auteur, na jaren van vage definities en conceptualiseringen, een duidelijk beeld van de psychopaat (Babiak & Hare, 2006). In dit boek geeft Cleckley (1988) 16, volgens hem typerende, kenmerken weer. Ten eerste is er volgens Cleckley (1988) sprake van een oppervlakkige charme en een goede intelligentie. Wanneer men een psychopaat ontmoet, zal men als snel het gevoel hebben dat men met een oprecht, goed aangepast en intelligent persoon te maken heeft. Eveneens wordt de psychopaat volgens deze auteur gekenmerkt door een afwezigheid van wanen of andere signalen die wijzen op irrationele denkpatronen. Psychiatrische testen zullen niet wijzen op een bepaalde psychopathologie en hij lijkt te reageren met, volgens maatschappelijke normen, adaptieve emoties. Bovendien is de psychopaat volgens Cleckley onbetrouwbaar en dit ongeacht de ernst, urgentie of het belang van de aangelegenheid. Naast de onbetrouwbaarheid heeft deze auteur het ook over de leugenachtigheid, de onoprechtheid en het gebrek aan wroeging of schaamte. Verder is volgens Cleckley de afwezigheid van nervositeit of psychoneurotische manifestaties een belangrijk kenmerk. Zo lijkt er bij deze individuen geen sprake te zijn van een abnormale angst of spanning die vaak wel aanwezig is bij verschillende vormen van psychopathologie. Daarenboven poneert deze auteur dat de psychopaat inadequaat gemotiveerd antisociaal gedrag stelt. Hij zal stelen, frauderen, liegen en overspel plegen zonder dat hij daarbij een duidelijk doel voor ogen heeft. Vaak is de mogelijke winst klein en de kans dat hij betrapt wordt groot. Er is volgens Cleckley eveneens sprake van een gebrekkige oordeelsvorming, een gebrek aan leren door ervaring, een pathologische egocentriciteit en een onvermogen tot liefhebben. Daarnaast wijst Cleckley op de aanwezigheid van een algemene affectieve armoede. Zo zijn de emoties die door de psychopaat geuit worden oppervlakkig en alles behalve diepgaand. Bovendien wordt de psychopaat volgens deze auteur gekenmerkt door een gebrek aan zelfinzicht en een gebrek aan responsiviteit in algemene interpersoonlijke relaties, ongeacht hoe goed men hem behandelt of hoe intens hij een individu doet lijden. Wanneer de psychopaat alcohol drinkt, en bij gelegenheid ook wanneer hij dit niet doet, zal hij vaak waanzinnig en choquerend gedrag vertonen dat relatief onverklaarbaar is. Het lijkt alsof alcohol bepaalde uitingen van de stoornis faciliteert, ook wanneer de hoeveelheid die gedronken 1

7 wordt klein is. Tevens vermeldt Cleckley dat de psychopaat zeer zelden aan zelfdoding zal doen, ondanks de vaststelling dat ze zich relatief vaak in situaties bevinden die dit soort gedrag bij nietpsychopathische individuen wel uitlokt. Over het seksleven van de psychopaat stelt Cleckley dat het onpersoonlijk, triviaal en slecht geïntegreerd is. Seks bestaat bij hen uitsluitend uit de fysieke daad op zich, zonder dat daar een emotioneel aspect bij komt kijken. Tenslotte stelt deze auteur dat de psychopaat steevast mislukt in het consistent volgen van een bepaald levensplan. Cleckley (1988) heeft deze kenmerken opgelijst zonder dat hij daarbij de bedoeling had een diagnostisch instrument op te stellen (Babiak & Hare, 2006). Ook heeft hij zijn model nooit statistisch getest (Babiak & Hare, 2006). Robert D. Hare wou onderzoek doen naar dit door Cleckley beschreven construct, maar bij gebrek aan een betrouwbaar en valide instrument was dit praktisch onmogelijk (Babiak & Hare, 2006). Bijgevolg ontwierp Hare, gebaseerd op de door Cleckley beschreven kenmerken, de Psychopathy Checklist (PCL; Hare, 1980). Deze werd later licht herzien en werd bijgevolg de Psychopathy Checklist-Revised (PCL-R; Hare, 1999) genoemd. Dit instrument geldt momenteel als gouden standaard voor de assessment van psychopathie (Babiak & Hare, 2006). De PCL-R is vooral geschikt voor gebruik binnen een criminele populatie (Hart & Hare, 1996). Onderliggende Structuur Reeds lange tijd onderzoeken verschillende auteurs de factorstructuur die het best bij het psychopathieconstruct past. Dit onderzoek gebeurt vaak aan de hand van de PCL-R (Hare, 1999). Hare, Hart en Harpur (1991) vonden evidentie voor het feit dat de items van de PCL-R onderverdeeld kunnen worden in twee stabiele factoren. De eerste factor omvat de interpersoonlijke en affectieve kenmerken en noemt bijgevolg The selfish, callous, and remorseless use of other factor (Hare, 1991). De tweede factor, namelijk The chronically unstable and antisocial lifestyle; social deviance factor, omvat de gedragsmatige items (Hare, 1991). Uit de studie van Cooke en Michie (2001) bleek echter dat de oorspronkelijke eerste factor van het twee factorenmodel, namelijk The selfish, callous, and remorseless use of other factor, kan worden opgesplitst in twee itemclusters (Cooke & Michie, 2001). Het resultaat was een drie factoren model, bestaande uit de factoren Arrogante en bedrieglijke interpersoonlijke stijl (ADI), Gebrekkige affectieve ervaring (DAE) en Impulsieve en onverantwoordelijke levensstijl (IIL) (Vitacco, Rogers, Neumann, Harrison, & Vincent, 2005). Deze factoren zijn volgens Cooke en Michie genest onder een hogere orde factor, namelijk Psychopathie. Vitacco et al. (2005) merkten echter op dat Cooke en Michie bij 2

8 de toetsing van hun driefactorenmodel vier items gerelateerd aan antisociaal gedrag verwijderd hadden, met de bedoeling zo een adequate model fit te bekomen. Deze items leken echter belangrijk te zijn voor Hare's (1991) theoretische conceptualisatie van psychopathie (Vitacco et al., 2005). Bijgevolg stelden Vitacco et al. een antisociale factor (ANT) voor, bestaande uit de vier verwijderde items en één item uit de impulsieve en onverantwoordelijke levensstijl (ILL) factor. Dit vier factoren model werd getoetst en bleek een excellente fit te hebben met de data in deze studie. De factoren Arrogante en bedrieglijke interpersoonlijke stijl (ADI) en Gebrekkige affectieve ervaring (DAE) bleken positief te laden op een persoonlijkheidsdimensie en de factoren Impulsieve en onverantwoordelijke levensstijl (IIL) en Antisociaal gedrag (ANT) op een dimensie voor antisociaal gedrag. Het twee- en vierfactorenmodel bevatten directe verwijzingen naar crimineel gedrag, terwijl het driefactorenmodel vooral focust op persoonlijkheidstrekken (Skeem & Cooke, 2010a). Verschillende auteurs wijzen op de mogelijke fout die wordt gemaakt bij het gelijkstellen van de diagnose psychopathie aan datgene wat de PCL-R meet (vb., Lynam & Widiger, 2007; Skeem & Cooke, 2010b). Bijgevolg onderzochten Lynam en Widiger (2007) de basisconcepten van psychopathie aan de hand van het five-factor model of personality (FFM; McCrae & Costa, 1990) dat gemeten werd door middel van de Revised NEO Personality Inventory (NEO-PI-R; Costa & McCrae, 1992). Voor de conceptualisatie van psychopathie maakten deze onderzoekers gebruik van expertbeoordelingen, empirische toetsing en de PCL-R. Over deze drie methoden heen werden 12 gemeenschappelijke persoonlijkheidstrekken teruggevonden, die vervolgens door de onderzoekers werden gezien als de kernelementen van psychopathie. De prototypische psychopaat scoort volgens deze aanpak laag op de facetten Oprechtheid (A2), Zorgzaamheid (A3), Inschikkelijkheid (A4), Bescheidenheid (A5) en Medeleven (A6) (Lynam & Widiger, 2007). Ook scoort hij volgens de studie van Lynam en Widiger laag op de facetten Betrouwbaarheid (C3), Zelfdiscipline (C5), Bedachtzaamheid (C6), Schaamte (N4) en Hartelijkheid (E1). Impulsiviteit (N5) en Avonturisme (E5) waren volgens de studie van Lynam en Widiger de enige twee facetten waar de psychopaat hoog op scoorde. Wanneer deze onderzoekers echter uitsluitend keken naar consensus tussen de expertbeoordelingen en de empirische toetsing, zonder daarbij de PCL-R in rekening te brengen, werden er nog acht additionele trekken teruggevonden. In dit geval rapporteerden Lynam en Widiger een positieve samenhang met de facetten Dominantie (E3), Ergernis (N2) en Openheid voor acties (O4). De facetten Angst (N1), Depressie (N3) en Kwetsbaarheid (N6) werden dan weer gekenmerkt door een negatieve correlatie met het psychopathieconstruct. Ook de facetten Vertrouwen (A1) en Openheid voor gevoelens (O3) vertoonden een negatieve samenhang met de prototypische psychopaat. 3

9 Patrick, Fowles en Krueger (2009) stellen op hun beurt dan weer een triarchisch model van psychopathie voor, bestaande uit de concepten Disinhibition, Boldness en Meanness. Het Disinhibition concept verwijst volgens deze onderzoekers naar een algemeen tekort in de impulscontrole, waardoor psychopaten onder andere gekenmerkt worden door een behoefte aan onmiddellijke beloning, een beperkte affectregulatie en vooruitziendheid. Het Boldness concept verwijst volgens Patrick et al. naar de vaardigheid om kalm te blijven in stressvolle situaties, alsook snel herstel te vertonen na een stressvolle gebeurtenis. Daarnaast vallen ook een grote mate van zelfzekerheid, sociale effectiviteit en tolerantie voor onbekende en gevaarlijke situaties volgens deze onderzoekers onder het Boldness concept. Dit concept is volgens Patrick et al. vooral belangrijk voor de conceptualisatie van succesvolle psychopathie. Het laatste concept, namelijk Meanness, omvat volgens Patrick et al. een gebrek aan empathie, het minachten van en eveneens een gebrek aan hechte sociale banden, opstandigheid, avonturisme, uitbuiting en het op een wrede manier verwerven van macht. Dit laatste concept staat dan weer centraal bij de conceptualisering van criminele psychopathie (Patrick et al., 2009). Het boldness concept is momenteel echter onderwerp van discussie, aangezien bepaalde onderzoekers van mening zijn dat deze factor geen psychopathische kerneigenschappen meet (Miller & Lynam, 2012; voor een andere visie zie Lilienfeld, Patrick, Benning, Berg, Sellbom, & Edens, 2012). Meetinstrumenten Zoals hierboven reeds vermeld, wordt de PCL-R (Hare, 1999) gezien als de gouden standaard voor het meten van psychopathie binnen een criminele populatie (Babiak & Hare, 2006). Net zoals er meetinstrumenten ontworpen zijn voor gebruik binnen een criminele populatie, zijn er ook meetinstrumenten ontworpen voor gebruik binnen een niet-criminele populatie (Smith & Lilienfeld, 2013). De PCL-R kan in principe gebruikt worden binnen een niet-criminele steekproef, maar dit bemoeilijkt de scoring van bepaalde items (Hart & Hare, 1996). Bijgevolg wordt aangeraden binnen een niet-criminele steekproef gebruik te maken van alternatieve meetinstrumenten, zoals bijvoorbeeld de Psychopathy Checklist-Screening Version (PCL-SV; Hart, Cox, & Hare, 1995). Dit instrument werd ontwikkeld voor gebruik in een forensische en nietforensische context en het bezit goede psychometrische kwaliteiten, net zoals de PCL-R (Hart & Hare, 1996). Toch wijzen Patrick et al. (2009) op een tekortkoming die terug te vinden is bij zowel de PCL-R als de PCL-SV. De items in deze twee meetinstrumenten vatten het Boldness construct, zoals beschreven in het triarchisch model (Patrick et al., 2009) Dit construct is echter, zoals eerder 4

10 reeds vermeld, van groot belang om tot een goed begrip te komen van niet-criminele psychopathie (Patrick et al., 2009). Een ander meetinstrument dat mogelijk gebruikt kan worden binnen een niet-criminele populatie is de Psychopathic Personality Inventory-Revised (PPI-R; Lilienfeld & Widows, 2005). Volgens Smith en Lilienfeld (2013) is de PPI-R eveneens geschikt voor gebruik binnen een organisatorische context en meer specifiek binnen organisaties waar er sprake is van individuen die bovengemiddeld functioneren. Lilienfeld en Andrews ontwierpen in 1996 in eerste instantie de PPI, maar pasten deze later aan met als bedoeling de cross-culturele generaliseerbaarheid te verhogen, psychometrisch problematische items te verwijderen en het leesniveau te verlagen (Smith & Lilienfeld, 2013). De PPI-R poogt het psychopathieconstruct te vatten aan de hand van de door Cleckley (1988) beschreven kenmerken (Patrick et al., 2009) en bestaat uit acht factoren, drie hogere orde factoren en drie validiteitsschalen (Anderson, Sellbom, Wygant, & Edens, 2013). De eerste hogere ordefactor, Onbevreesde dominantie (PPI-R-I), bestaat uit de factoren Sociale invloed (SOI), Onbevreesdheid (F) en Ongevoeligheid voor stress (STI) (Smith & Lilienfeld, 2013). Egocentrische impulsiviteit (PPI-R-II), de tweede hogere ordefactor, bestaat uit de factoren Machiavellistisch egocentrisme (ME), Opstandig non-conformisme (RN), Externalisatie van schuld (BE) en Onverschilligheid en gebrek aan doelgerichtheid (CN) (Smith & Lilienfeld, 2013). De derde hogere ordefactor tenslotte, genaamd Ongevoeligheid (PPI-R-III), bestaat uitsluitend uit de factor Ongevoeligheid (C) zelf (Smith & Lilienfeld, 2013). Deze laatste hogere ordefactor wordt vaak aan het model toegevoegd doordat de factor Ongevoeligheid (C) op geen enkele van de eerste twee hoge ordefactoren laadt (Patrick et al., 2009; Smith & Lilienfeld, 2013). Onderzoek wees ook uit dat de eerste twee hogere ordefactoren, namelijk Onbevreesde dominantie (PPI-R-I) en Egocentrische impulsiviteit (PPI-R-II), niet met elkaar correleren (Patrick et al., 2009). Dit stemt overeen met het duaal-proces perspectief op psychopathie (Fowles & Dindo, 2009), dat stelt dat de interpersoonlijke/affectieve component en de antisociale component niet even sterk aanwezig dienen te zijn (Poythress & Hall, 2011). Dit volgt uit de assumptie dat ze elk een andere oorsprong kennen (Poythress & Hall, 2011). De drie validiteitsschalen, namelijk Positieve zelfpresentatie, Afwijkende beantwoording en Inconsistente beantwoording, zijn bedoeld om afwijkende antwoordpatronen op te sporen (Smith & Lilienfeld, 2013). Een nadeel verbonden aan het gebruik van dit meetinstrument is de lengte ervan; de PPI-R bestaat maar liefst uit 154 items (Smith & Lilienfeld, 2013). Positief aan de factoren van de PPI-R is ze de constructen zoals voorgesteld in het triarchisch model van psychopathie (Patrick et al., 2009) vatten. Zo reflecteert de hogere orde factor Onbevreesde dominantie (PPI-R-I) grotendeels het Boldness concept, terwijl de andere hogere orde 5

11 factor, Egocentrische impulsiviteit (PPI-R-II), Disinhibition en in mindere mate ook het Meanness concept reflecteert (Patrick et al., 2009). Dit wil eveneens zeggen dat vooral de hogere orde factor Onbevreesde dominantie (PPI-R-I) het succesvolle psychopathie aspect omvat. Onderzoek van Ross, Benning, Patrick, Thompson en Thurston (2009) wijst op de mogelijkheid van een conceptualisatie van de PPI-R (Lilienfeld & Widows, 2005) aan de hand van het FFM (McCrae & Costa, 1990). Deze onderzoekers vonden dat de eerste hogere orde factor van de PPI-R, namelijk Onbevreesde dominantie (PPI-R-I), een samenhang vertoont met hoge scores op de factoren Extraversie (E) en Openheid voor ervaringen (O) en met lage scores op de factoren Neuroticisme (N) en Altruïsme (A). De tweede hogere orde factor, Egocentrische impulsiviteit (PPI-R-II), gaat op zijn beurt dan weer samen met een hoge score op Neuroticisme (N) en een lage score op Altruïsme (A) en Consciëntieusheid (C). Ook de derde hogere orde factor vertoont een samenhang met het FFM. Ross et al. vonden dat Ongevoeligheid (PPI-R-III) een associatie vertoonde met lage scores op de factoren Neuroticisme (N), Openheid voor ervaringen (O), Altruïsme (A) en Extraversie (E). Babiak en Hare (2012) ontwikkelden recentelijk de Business Scan 360 (B-Scan; Babiak & Hare, 2012), specifiek voor de meting van psychopathie binnen een organisatorische context (Smith & Lilienfeld, 2013). Dit instrument bestaat uit slechts 20 items die genest zijn onder vier factoren, namelijk een Manipulatieve/onethische factor, een Hardvochtige/ongevoelige factor, een Onbetrouwbare/ongerichte factor en tenslotte een Intimiderende/agressieve factor (Smith & Lilienfeld, 2013). Factoranalytisch onderzoek vond dat dit vier factorenmodel nauwe samenhang vertoont met het vier factorenmodel van de PCL-R, zoals voorgesteld door Hare (2003) (Smith & Lilienfeld, 2013). Differentiaaldiagnostiek Psychopathie wordt in de literatuur vaak vereenzelvigd met sociopathie (Pemment, 2013) en de antisociale persoonlijkheidsstoornis (Babiak & Hare, 2006). Psychopathie en sociopathie vallen in de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, 5th edition (DSM-5; American Psychiatric Association, 2013) beiden onder de categorie Antisociale persoonlijkheidsstoornis, wat echter niet wil zeggen dat het twee verschillende benamingen zijn voor hetzelfde construct (Babiak & Hare, 2006; Pemment, 2013). Babiak en Hare (2006) definiëren de sociopaat als iemand die gedrag stelt dat door de algemene populatie wordt verworpen, maar dat wel aanvaardbaar is voor de subcultuur waartoe de persoon behoort of door de omgeving waarin hij opgegroeid is. Volgens deze 6

12 auteurs zijn er vooral op vlak van empathie, gewetensvolheid en schuld verschillen terug te vinden tussen de psychopaat en de sociopaat. Deze laatste kenmerken zijn afwezig bij de psychopaat, maar aanwezig bij de sociopaat (Babiak & Hare, 2006). Lykken (1995) onderscheidt deze twee concepten op basis van de oorzaak van het psychopathische gedrag. Zo is er volgens deze auteur bij de psychopaat sprake van een moeilijk temperament waardoor het normale socialisatieproces gefaald heeft, terwijl het gedrag bij de sociopaat het gevolg zou zijn van inadequaat ouderschap. De kwestie omtrent het eventuele onderscheid dat gemaakt dient te worden tussen psychopathie en de antisociale persoonlijkheidsstoornis is minder eenvoudig op te lossen. De DSM- IV-TR (American Psychiatric Association, 2000) vermeldt expliciet de antisociale persoonlijkheidsstoornis, maar niet de psychopathische stoornis. Bij de intrede van de DSM-5 (American Psychiatric Association, 2013) heeft de American Psychiatric Association (APA, 2013) ervoor gekozen het oorspronkelijke model omtrent persoonlijkheidsstoornissen, zoals beschreven in de DSM-IV-TR (APA, 2000), te combineren met een alternatief model dat terug te vinden is in Sectie 3 van de DSM-5 (APA, 2013). Dit alternatief model beschrijft eveneens de psychopathische stoornis (APA, 2013). De ontwikkeling van dit alternatief model heeft als doel tegemoet te komen aan de gebreken van het in de DSM-IV-TR (APA, 2000) voorgestelde model. Persoonlijkheidsstoornissen worden in deze alternatieve aanpak beschreven aan de hand van tekortkomingen in persoonlijkheidsfunctioneren en karakteristieke pathologische persoonlijkheidstrekken. Van belang voor het psychopathieconstruct is de toevoeging van de specifier met psychopathische kenmerken. Deze specifier kan worden toegevoegd aan de diagnose Antisociale persoonlijkheidsstoornis wanneer er bij het individu, naast de typische trekken nodig voor het stellen van de antisociale persoonlijkheidsstoornis, sprake is van lage niveaus van Angst (domein Negatieve Emotionaliteit) en Teruggetrokkenheid (domein Onthechting) en een hoge mate van Aandachtszoeken (domein Antagonisme). De hoge mate van Aandachtszoeken en de lage mate van Teruggetrokkenheid omvatten de social potency of de assertief dominante component van psychopathie, terwijl de lage mate van Angst de stress immunity of de veerkrachtige, emotioneel stabiele component omvat. Prevalentie en Predictieve Waarde Onderzoek naar psychopathie binnen gevangenispopulaties in Engeland en Wales vond een prevalentie van 7.7% bij mannen en 1.9% bij vrouwen (Coid, Yang, Ullrich, Roberts, & Hare, 2009), al wijzen deze auteurs wel op het feit dat verschillende studies in verschillende landen 7

13 uiteenlopende prevalenties rapporteren. Extensief onderzoek wijst op een positieve samenhang tussen psychopathie en recidivisme bij individuen die reeds criminele feiten gepleegd hebben (vb., Hemphill, Hare, & Wong, 1998; Laurell & Daderman, 2005; Olver & Wong, 2006), ook wel nietsuccesvolle psychopaten genoemd (Hall & Benning, 2006; Lykken, 1995). Meer specifiek blijkt psychopathie eveneens een goede voorspeller te zijn van gewelddadig recidivisme (Harris, Rice, & Cormier, 1991; Serin, 1996). Onderzoek toont daarnaast ook aan dat er verschillen terug te vinden zijn in de aard van het geweld dat gebruikt wordt. Zo vonden Porter, Woodworth, Earle, Drugge en Boer (2003) dat psychopaten, in vergelijking met niet-psychopaten, bij seksuele moorden meer gebruik maken van gratuit en sadistisch geweld. Psychopaten zouden ook meer gebruik maken van instrumenteel geweld, terwijl niet-psychopathische individuen meer reactief geweld zouden gebruiken (Cornell, Warren, Hawk, Stafford, Oram, & Pine, 1996). Hierbij aansluitend toonde onderzoek reeds aan dat moorden gepleegd door psychopaten vaker instrumenteel van aard zijn, in vergelijking met de reactieve aard van de moorden gepleegd door niet-psychopathische individuen (Woodworth & Porter, 2002). De predictieve waarde van het psychopathieconcept reikt echter verder. Zo vonden Porter, ten Brinke en Wilson (2009) in hun studie dat psychopaten, in vergelijking met niet-psychopathische individuen, significant meer kans hadden op een vrijlating onder voorwaarden. Bovendien vond onderzoek eveneens dat psychopaten in vergelijking met nietpsychopaten meer gepleegde misdrijven rapporteren, alsook een vroegere start van hun criminele carrière (Rasmussen, Storsaeter, & Levander, 1999). Succesvolle psychopathie Bovenstaande studies werden uitgevoerd bij psychopaten in de gevangenispopulatie, terwijl het van belang is te onderkennen dat er ook in de algemene populatie psychopaten aanwezig zijn (DeMatteo, Heilbrun, & Marczyk, 2006). Zo is de prevalentie van psychopathie in de algemene populatie in Groot-Brittannië ongeveer 0.6%, met een man-vrouw ratio van 4:1 (Coid et al., 2009). Verschillende studies toonden reeds aan dat psychopathie een goede voorspeller is voor het plegen van toekomstige criminele feiten (vb., Gretton, Catchpole, & Hare, 2004; Vitacco, Neumann, & Pardini, 2014). Deze relatie is echter niet absoluut, aangezien er eveneens psychopaten zijn die zich onthouden van het stellen van crimineel gedrag (Cleckley, 1988). Individuen in de algemene populatie die zonder enige veroordeling door het leven gaan, worden in de onderzoeksliteratuur vaak succesvolle psychopaten genoemd (Neumann & Hare, 2008). Volgens sommige auteurs hebben deze individuen geen veroordeling opgelopen omdat ze geen ernstig antisociaal gedrag 8

14 hebben gesteld (Hall & Benning, 2006), terwijl dit volgens andere auteurs het gevolg is van het succesvol ontsnappen aan deze veroordeling wanneer er wel sprake is van een strafbare daad (Ishikawa, Raine, Lencz, Bihrle, & Lacasse, 2001). Lykken (1995) combineert beide definiëringen en stelt bijgevolg dat het hier gaat om "the individual with the psychopathic personality who does not appear in prison populations because he manages to stay within the law or, at least, to avoid criminal conviction" (p. 127). Lynam en Widiger (2007) bereikten reeds een consensus omtrent de beschrijving van het klassieke psychopathieconcept aan de hand van het FFM (McCrae & Costa, 1990). Mullins-Sweatt, Glover, Derefinko, Miller en Widiger (2010) poogden hetzelfde te doen met het succesvolle psychopathieconcept, maar maakten hierbij enkel gebruik van persoonsbeschrijvingen. Deze onderzoekers vroegen aan psychologen, advocaten en professoren om, indien ze reeds met een succesvolle psychopaat in contact gekomen waren, deze te beschrijven aan de hand van het FFM. Mullins-Sweatt et al. definieerden succesvolle psychopathie als zijnde die individuen die voldoen aan de criteria van een psychopaat, maar grotendeels slagen in hun uitbuiting. Uit deze persoonsbeschrijvingen bleek dat succesvolle psychopaten hoog scoren op Dominantie (E3), Energie (E4), en Avonturisme (E5). Ook scoren deze individuen volgens deze persoonsbeschrijvingen hoog op Doelmatigheid (C1), Ordelijkheid (C2), Ambitie (C4) en Zelfdiscipline (C5). Naast deze eigenschappen die vooral gelinkt zijn aan het succesvolle aspect, vonden deze onderzoekers bovendien dat de succesvolle psychopaat laag scoort op de facetten Oprechtheid (A2), Zorgzaamheid (A3), Inschikkelijkheid (A4), en Bescheidenheid (A5). De resultaten van Mullins-Sweatt et al. suggereren bijgevolg dat succesvolle en niet-succesvolle psychopathie vooral te onderscheiden is op vlak van Consciëntieusheid (C), waarbij de succesvolle psychopaat hoog lijkt te scoren en de niet-succesvolle psychopaat laag. Net zoals in het onderzoek van Mullins-Sweatt et al. (2010) positieve alsook negatieve kenmerken gelinkt werden aan het succesvolle psychopathieconcept, zo haalden Hall en Benning (2006) eveneens aan dat een psychopaat die succesvol is in één levensdomein, dit mogelijk niet is in andere levensdomeinen. Bijgevolg prefereren zij de term niet-criminele psychopathie boven de term succesvolle psychopathie. De studie van Neumann en Hare (2008) biedt enige evidentie voor een gebrek aan louter adaptief functioneren binnen deze groep. Deze onderzoekers vonden dat psychopathie in de algemene populatie een positieve samenhang vertoont met alcoholgebruik en gewelddadig gedrag. Daarnaast vonden Nathanson, Paulhus en Williams (2006) dat subklinische psychopathie bij studenten een samenhang vertoont met meer academisch spiekgedrag en bedrog. Ook De Oliveira-Souza, Moll, Ignacio en Hare (2008) zijn van mening dat het niet gepast is om 9

15 psychopaten succesvol te noemen, louter en alleen omdat ze er in slagen gevangenschap te ontlopen. Volgens deze onderzoekers miskent deze definitie de negatieve impact die deze zogenaamd succesvolle psychopaten mogelijk hebben op hun omgeving. Zo vonden Schmeelk, Sylvers en Lilienfeld (2008) in een steekproef van studenten dat psychopathie een positieve samenhang vertoont met relationeel geweld. Ook DeMatteo, Heilbrun en Marczyk (2006) vonden in hun studie evidentie voor de stelling van De Oliveira-Souza et al.. Deze onderzoekers vonden dat in de door hen onderzochte steekproef één derde van de zogenaamd niet-criminele psychopaten in het verleden reeds gewelddadig gedrag vertoond had. Hall en Benning (2006) stellen dat er in de literatuur verschillende conceptualisaties van het niet-criminele psychopathieconcept beschreven worden en hebben deze bijgevolg samengevat in de vorm van drie mogelijke benaderingen. De eerste benadering stelt dat niet-criminele psychopathie een subklinische manifestatie is van de stoornis. Criminele en niet-criminele psychopaten delen volgens deze visie bijgevolg dezelfde etiologie, maar de ernst van de stoornis is bij niet-criminele psychopaten van een lager niveau. De tweede benadering die Hall en Benning beschrijven stelt dat niet-criminele psychopathie een gematigde uiting is van de stoornis. Volgens deze benadering is de etiologie en de ernst van deze twee concepten identiek, maar verschilt de uiting ten gevolge van de inwerking van modererende variabelen (vb. intelligentie, talent, socio-economische status) op de etiologie. Niet-criminele psychopaten gaan zo mogelijk hun psychopathische trekken uiten binnen een alternatieve setting, zoals het bedrijfsleven of het politieke veld, op een manier die sociaal bestraft wordt in plaats van gerechtelijk. De derde benadering bekijkt het niet-criminele psychopathieconcept vanuit het duaal-proces perspectief van psychopathie (Fowles & Dindo, 2009). Dit model veronderstelt, zoals hierboven reeds vermeld, dat de interpersoonlijke/affectieve component van psychopathie een andere oorsprong kent dan de antisociale gedragscomponent, waardoor deze twee componenten ook met een verschillende intensiteit op de voorgrond kunnen treden. Bijgevolg zou het niet-criminele psychopathieconcept volgens dit model vooral gepaard gaan met de uiting van trekken geassocieerd met de interpersoonlijke/affectieve component en minder met de uiting van trekken geassocieerd met de antisociale gedragscomponent. Voor dit laatste werd evidentie gevonden in de studie van DeMatteo, Heilbrun en Marczyk (2006). Neurologische Bevindingen Belangrijk voor de validering van het gemaakte onderscheid tussen succesvolle en nietsuccesvolle psychopathie, is de bevinding dat er verschillen terug te vinden zijn in de neurologische 10

16 structuur. Raine et al. (2004) vonden dat er bij niet-succesvolle psychopaten, in vergelijking met succesvolle psychopaten en controlesubjecten, sprake was van een grotere structurele asymmetrie (rechts > links) in de anterieure hippocampus. Een succesvolle psychopaat werd in deze studie gedefinieerd als zijnde een psychopaat zonder veroordeling voor zijn daden. Een niet-succesvolle psychopaat was in deze studie wel reeds in het bezit van een veroordeling ten gevolge van het stellen van een criminele daad. Yang, Raine, Colletti, Toga en Narr (2010) vonden op hun beurt dat het volume van de amygdala bij niet-succesvolle psychopaten, in vergelijking met succesvolle psychopaten en controlesubjecten, significant kleiner was. Yang et al. (2005) vonden dan weer dat het prefrontaal volume grijze stof significant kleiner was bij niet-succesvolle psychopaten in vergelijking met succesvolle psychopaten en controlesubjecten. De definiëring van de concepten succesvolle en niet-succesvolle psychopathie gebeurde in de studie van Yang et al. (2005) en Yang et al. (2010) op dezelfde manier als in de studie van Raine et al. (2004). Onderzoek wijst eveneens op neuropsychologische verschillen tussen succesvolle en nietsuccesvolle psychopaten. In de studie van Ishikawa et al. (2001) werd gevonden dat nietsuccesvolle psychopaten een verminderde stressreactiviteit vertoonden in vergelijking met succesvolle psychopaten en controlesubjecten. Succesvolle psychopaten daarentegen vertoonden, in vergelijking met controlesubjecten, een verhoogde stressreactiviteit. Ishikawa et al. vonden eveneens verschillen op vlak van executief functioneren; succesvolle psychopaten gaven in vergelijking met niet-succesvolle psychopaten en controlesubjecten blijk van een beter executief functioneren. Deze onderzoekers definiëren niet-succesvolle psychopaten als zijnde psychopaten die criminele feiten gepleegd hebben en daar ook voor gevat zijn. Succesvolle psychopaten daarentegen hadden in vergelijking met de niet-succesvolle psychopaten evenveel criminele feiten gepleegd, maar zijn daar nooit voor gevat. Gao, Raine en Schug (2011) vonden dat niet-succesvolle psychopaten, in vergelijking met controlesubjecten, een verminderde pariëtale P 300 amplitude vertoonden in reactie op taakrelevante stimuli. Deze onderzoekers vonden eveneens dat succesvolle psychopaten in vergelijking met niet-succesvolle psychopaten een grotere pariëtale P 300 amplitude vertoonden in reactie op irrelevante stimuli. Ook in de studie van Gao et al. werden succesvolle psychopaten gedefinieerd als zijnde psychopaten zonder enige opgelopen veroordeling, terwijl de groep niet-succesvolle psychopaten bestond uit psychopaten die wel reeds een veroordeling opgelopen hadden. 11

17 Relevante Onderzoeksbevindingen In de onderzoeksliteratuur is eveneens een groep onderzoekers terug te vinden die succesvolle psychopathie niet louter definieert als het ontlopen van enige veroordeling (Smith & Lilienfeld, 2013). Zij definiëren succesvolle psychopathie als zijnde die individuen die vrij in de maatschappij leven en er daarnaast ook in slagen een succesvolle carrière uit te bouwen (vb., Hall & Benning, 2006; Lykken, 1995). In de onderzoeksliteratuur duiken verschillende benamingen op voor dit soort succesvolle psychopaten, zoals de corporate psychopath, de industrial psychopath, de organisational psychopath, de workplace psychopath, de business psychopath en de executive psychopath (Boddy, 2014; Smith & Lilienfeld, 2013). Boddy (2006) stelt dat de prevalentie van psychopathie in het management hoger is dan aan de onderkant van de organisatie, net doordat ze beschikken over die oppervlakkige charme waar Cleckley (1988) het reeds over had. Zo vonden Babiak, Neumann en Hare (2010) bij managers en executives een prevalentie van 3.9%, wat hoger is dan de prevalentie die gevonden wordt in de algemene populatie (Coid et al., 2009). Het is echter niet evident om de exacte prevalentie van psychopathie in het bedrijfsleven te achterhalen, aangezien succesvolle psychopaten vaak moeilijk te bereiken zijn (Gao & Raine, 2010). Ondanks de vrij recente start van het onderzoek naar psychopathie op de werkvloer (Smith & Lilienfeld, 2013), zijn er toch reeds verschillende studies voorhanden die wijzen op de negatieve impact van deze specifieke persoonlijkheidsstructuur. Zo vonden Boddy, Ladyshewski en Galvin (2010) in hun studie dat wanneer er sprake was van psychopathie in het management, de werknemers van oordeel waren dat het bedrijf minder ethisch gedrag stelde en minder verantwoordelijkheid opnam voor de gevolgen van hun acties op de samenleving. Dit kan samengevat worden onder de noemer corporate social responsibility (Boddy et al., 2010). Boddy et al. (2010) vonden eveneens dat wanneer er geen sprake was van psychopathie in het management, bijna 80% van de werknemers van oordeel was dat het bedrijf zaken deed op een manier die bewees dat het bedrijf zich engageerde voor zijn werknemers. Eveneens was 82% van de werknemers in deze situatie van oordeel dat ze gewaardeerd werden voor het werk dat ze verrichtten. Wanneer er echter wel sprake was van psychopathie in het management, vonden Boddy et al. (2010) dat slechts 23.7% van de werknemers van oordeel was dat het bedrijf engagement toonde ten opzichte van zijn werknemers. Ook voelde slechts 24.8% van de werknemers zich in deze situatie gewaardeerd voor zijn prestaties. Boddy deed in 2014 eveneens onderzoek naar de impact van psychopathie in het management, maar deze keer onderzocht hij de impact van deze aanwezigheid op het pestgedrag, conflict, contraproductief werkgedrag en het affectief welzijn van de werknemers. Deze 12

18 onderzoeker vond dat wanneer er sprake was van psychopathie in het management er meer pestgedrag, conflict en contraproductief werkgedrag aanwezig was binnen het bedrijf. Ook het affectief welzijn van de werknemers was in dit geval lager. O Boyle, Forsyth, Banks en McDaniel (2012) vonden in hun meta-analyse evenzeer een positieve samenhang tussen psychopathie en contraproductief werkgedrag terug. Additioneel vonden deze onderzoekers echter ook dat psychopathie en werkprestaties gekenmerkt werden door een negatieve associatie. O Boyle et al. (2012) stellen echter dat de door psychopathie verklaarde variantie in deze twee constructen eerder klein is, waardoor psychopathie volgens deze meta-analyse geen sterke predictor is van contraproductief gedrag alsook werkprestaties. In de studie van Boddy (2011a) werd er additionele evidentie gevonden voor de aanwezigheid van een positieve samenhang tussen psychopathie en pesten. Ook werd er in deze studie gevonden dat wanneer er sprake was van psychopathie in het management, leidinggevenden zich onrechtvaardiger opstelden ten opzichte van hun werknemers. Tevens rapporteerden de werknemers dat de leidinggevenden in dit geval minder interesse vertoonden in hun gevoelens. Een belangrijke beperking van de studies van Boddy et al. (2010), Boddy (2011a) en Boddy (2014) is het gebruik van ongevalideerde vragenlijsten die ingevuld werden door slechts één observator (Smith & Lilienfeld, 2013). Bijgevolg zijn de scores op deze vragenlijsten onderhevig aan specifieke methode- en persoonseffecten (Smith & Lilienfeld, 2013). Er is echter ook onderzoek gebeurd dat wel gebruik maakte van gevalideerde vragenlijsten. Stevens, Deuling en Armenakis (2012) vonden in hun studie bijvoorbeeld dat individuen met een hoge psychopathiescore meer geneigd waren onethische beslissingen te nemen in een werkcontext. Een beperking in deze studie echter is de uitvoering ervan bij studenten, alsook het gebruik van fictieve situaties, waardoor de veralgemeenbaarheid naar het echte bedrijfsleven betwijfelbaar is. Tenslotte toonde onderzoek van Mathieu, Neumann, Hare en Babiak (2014) aan dat wanneer er sprake was van een leidinggevende met een hoge psychopathiescore, de werktevredenheid van de werknemers daalde. Onderzoek dat evidentie biedt voor de adaptieve kant van psychopathie is eerder schaars. Osumi en Ohira (2010) deden onderzoek naar het effect van psychopathie op de keuze tussen economisch nut en rechtvaardigheid. Deze onderzoekers maakten gebruik van een opzet waarbij individuen die onderscheiden werden op basis van hun psychopathiescore verplicht werden een organisatorische beslissing te maken. Osumi en Ohira (2010) vonden dat individuen met een hoge psychopathiescore, in vergelijking met individuen met een lage psychopathiescore, vaker economisch nut verkozen boven de rechtvaardigheid van het voorstel. Bijgevolg concluderen Osumi en Ohira (2010) dat het affectieve tekort dat kenmerkend is voor psychopathie in sommige 13

19 situaties adaptief kan zijn, aangezien het mogelijk kan leiden tot het maken van meer rationele beslissingen. Het is echter belangrijk op te merken dat de steekproef in deze studie bestond uit studenten die beslissingen dienden te maken in fictieve situaties, wat de generaliseerbaarheid van de resultaten naar het echte bedrijfsleven in vraag stelt. Een ander onderzoek is dat van Poythress en Hall (2011), waarvan de resultaten lijken te wijzen op de adaptiviteit van de hoge orde factor Onbevreesde dominantie, zoals gemeten met de PPI-R (Lilienfeld & Widows, 2005). Deze factor kent een associatie met het Boldness concept, zoals voorgesteld in het triarchisch model van Patrick et al. (2009). Poythress en Hall (2011) vonden dat Onbevreesde dominantie een positieve samenhang vertoonde met functionele impulsiviteit. Functionele impulsiviteit kan gedefinieerd worden als "the tendency to act with relatively little forethought when such a style is optimal (Dickman, 1990, p. 95). Ook Lykken (1995) stelt dat bepaalde psychopathische trekken voordeel kunnen opleveren en meer specifiek in bepaalde beroepsgroepen. Babiak en Hare (2006) erkennen dit, maar wijzen er ook op dat het mogelijk is dat het samenlopen van verschillende psychopathische trekken eerder leidt tot een goed impressiemanagement dan tot een goede werkprestatie. De studie van Babiak et al. (2010) levert tot op zekere hoogte evidentie voor deze stelling. Deze onderzoekers vonden namelijk dat managers en executives met een hoge PCL-R score aan de hand van 360 beoordelingen door hun directe baas zowel positieve als negatieve kenmerken toegeschreven kregen. Zo hing een hoge psychopathiescore volgens deze beoordelingen samen met goede communicatieve vaardigheden, creatieve/innovatieve vaardigheden en strategisch denken. Deze kenmerken zijn allen genest onder de eerste factor van de 360 beoordelingen, namelijk presentatie en charismatische stijl (Babiak et al., 2010). Babiak et al. vonden eveneens dat de interpersoonlijke psychopathiefactor verhoogde scores op de factor presentatie en charismatische stijl voorspelde, waardoor deze onderzoekers de veronderstelling maken dat vooral deze factor samenhangt met de vaardigheid om anderen te bedriegen en te manipuleren. Babiak et al. vonden echter ook dat een hoge psychopathiescore samenhing met een slechte managementstijl, slechte prestatiebeoordelingen door hun leidinggevende en een onvermogen om zich op te stellen als groepsspeler. Deze kenmerken vallen onder de tweede factor van de 360 beoordelingen, namelijk verantwoordelijkheid/prestatie (Babiak et al., 2010). Een opmerkelijke bevinding in deze studie is dat individuen die in het bezit waren van een hoge mate van psychopathische trekken, ondanks de slechte prestatiebeoordelingen en de slechte managementstijl, vaker werden gezien als potentiële kandidaten voor leiderschapsposities alsook vaker een hoge positie bekleedden. Babiak et al. vermoeden bijgevolg dat hun goede communicatieve en manipulatieve vaardigheden ertoe 14

20 bijdragen dat deze individuen sneller carrière maken en zich bijgevolg op hogere posities bevinden. Deze studie van Babiak et al. toont aan dat de psychopathische trekken voor de psychopaat zelf adaptief kunnen zijn, aangezien ze ertoe kunnen leiden dat de persoon een hogere positie verwerft. De studies van Boddy et al. (2010), Boddy (2011a), Boddy (2014) en Mathieu et al. (2014) wijzen echter op de negatieve effecten van deze persoonlijkheidstrekken op het bedrijf en zijn werknemers. Bijgevolg kunnen we veronderstellen dat de mate waarin psychopathische trekken adaptief zijn, vooral afhankelijk is van het perspectief dat ingenomen wordt en van de gebruikte criteria om die adaptiviteit in kaart te brengen. Een studie van Ullrich, Farrington en Coid (2007) voorziet tegenevidentie voor de resultaten van Babiak et al. (2010). Zo deden Ullrich et al. onderzoek naar de samenhang tussen de vier psychopathiedomeinen (i.e., impulsief, antisociaal, affectief, en interpersoonlijk) en indicatoren van een succesvol leven. Deze onderzoekers vonden dat het interpersoonlijke domein niet gerelateerd was aan status en rijkdom of aan succesvolle intieme relaties, terwijl impulsiviteit en antisociaal gedrag een negatieve samenhang met status en rijkdom vertoonde. Ook affectief tekort vertoonde in deze studie een negatieve associatie met zowel status en rijkdom als succesvolle intieme relaties (Ullrich et al., 2007). De resultaten van deze studie doen bijgevolg tot op zekere hoogte twijfel rijzen omtrent het bestaan van het succesvolle psychopathieconcept. De vaststelling dat de aanwezigheid van psychopathie groter is aan de bovenkant dan aan de onderkant van een organisatie (Boddy, 2006), kan mogelijk wijzen op de aanwezigheid van psychopathische leiders. Dit zou volgens Babiak en Hare (2006) te maken hebben met het charisma waar de meeste psychopaten typisch over beschikken (Cleckley, 1988). Het onderzoek van Babiak et al. (2010) dat hierboven reeds beschreven werd biedt reeds evidentie voor de aanwezigheid van een slechte managementstijl. Westerlaken en Woods (2013) onderzochten de leiderschapsstijl van psychopaten op een meer specifieke manier, namelijk aan de hand van het Full Range Leadership Model (FRLM; Avolio & Bass, 1991) dat bestaat uit transformationele, transactionele en passieve leiderschapscomponenten (Westerlaken & Woods, 2013). Charisma zou onderliggend zijn aan de vier transformationele gedragingen die gemeten worden door het FRLM (Westerlaken & Woods, 2013) en ook de typische manipulatie en bedrieglijkheid van een psychopaat zou mogelijk verward kunnen worden met transformationele eigenschappen (Babiak & Hare, 2006). Er is eveneens verwarring mogelijk tussen bepaalde psychopathische gedragingen en passieve leiderschapskenmerken (Avolio, Bass, & Jung, 1999). Westerlaken en Woods vonden in hun onderzoek dat psychopathie een negatieve samenhang vertoont met transformationeel leiderschap en een positieve samenhang met passief leiderschap. Ook vonden deze onderzoekers dat vooral 15

21 hardvochtigheid, wat een kenmerk is van psychopathie, een negatieve correlatie vertoont met het geven van contingente beloningen bij door de werknemers behaalde successen. Het geven van contingente beloningen is een aspect van transactioneel leiderschap (Westerlaken & Woods, 2013). Niettegenstaande de studenten die deel uitmaakten van de steekproef managementervaring rapporteerden, blijft het een nadeel dat de studie niet uitgevoerd werd binnen een bestaande organisatie. Huidige studie Het huidige onderzoek gaat op verschillende vlakken na of psychopathische trekken effectief geassocieerd zijn met positieve uitkomsten op het beroepsmatig functioneren. Onderzoek richt zich voornamelijk op de meer negatieve aspecten van psychopathie, maar bepaalde onderzoekers wezen ook reeds op de mogelijk positieve effecten van bepaalde psychopathische trekken, zoals de hogere orde factor Onbevreesde dominantie (vb., Benning, Patrick, Hicks, Blonigen, & Krueger, 2003; Patrick, Edens, Poythress, & Lilienfeld, 2006). De prevalentie van psychopathie binnen onze steekproef wordt vergeleken met diegene die Babiak; Neumann en Hare (2010) vonden. Zij vonden bij managers en executives een prevalentie van psychopathie die gelijk is aan 3.9%, wat hoger is dan de 0.6% die teruggevonden wordt in de algemene populatie (Coid, Yang, Ullrich, Roberts, & Hare, 2009). Ondanks het feit dat de huidige steekproef niet uitsluitend bestaat uit managers en executives kunnen we toch de hypothese naar voor schuiven dat ook in deze studie een verhoogde prevalentie wordt teruggevonden. Daarnaast wordt het correlationeel patroon tussen psychopathie en algemene persoonlijkheidstrekken in kaart gebracht. In de studie van Mullins-Sweatt et al. (2010) werd bij succesvolle psychopaten een specifieke constellatie aan persoonlijkheidstrekken teruggevonden. Bijgevolg kan de hypothese geformuleerd worden dat in de huidige studie dezelfde algemeen persoonlijkheidsprofiel teruggevonden zal worden. Bovendien wordt het verband tussen psychopathie en zowel communicatieve als creatieve vaarigheden onderzocht. Babiak et al. (2010) vonden in hun studie dat psychopathie op de werkvloer een positieve samenhang vertoont met communicatieve vaardigheden, creatieve/innovatieve vaardigheden en strategisch denken. Daarnaast vonden Akhtar, Ahmetoglu en Chamorro-Premuzic (2013) een positieve samenhang tussen subklinische primaire psychopathie 1 1 Primaire psychopathie wordt voornamelijk gekenmerkt door manipulatie, narcisme, oppervlakkigheid, hardvochtigheid en empathie of schuld gebrek aan, terwijl bij secundaire 16

Psychopathische trekken op de werkvloer: succesvol volgens welke criteria?

Psychopathische trekken op de werkvloer: succesvol volgens welke criteria? Academiejaar 2014-2015 Eerstesemesterexamenperiode Psychopathische trekken op de werkvloer: succesvol volgens welke criteria? Masterproef II neergelegd tot het behalen van de graad van Master of Science

Nadere informatie

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2012-2013 Eerste Examenperiode. De succesvolle psychopaat: feit of fictie

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2012-2013 Eerste Examenperiode. De succesvolle psychopaat: feit of fictie Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2012-2013 Eerste Examenperiode De succesvolle psychopaat: feit of fictie Masterproef neergelegd tot het behalen van de graad van master

Nadere informatie

General Personality Disorder. A study into the Core Components of Personality Pathology J.G. Berghuis

General Personality Disorder. A study into the Core Components of Personality Pathology J.G. Berghuis General Personality Disorder. A study into the Core Components of Personality Pathology J.G. Berghuis SAMENVATTING General Personality Disorder H. Berghuis Hoofdstuk 1 is de inleiding van dit proefschrift.

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/54850 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Zwaanswijk, W. Title: Psychopathy in 3D : using three dimensions to model psychopathic

Nadere informatie

HTS Report NEO-PI-3. Persoonlijkheidsvragenlijst. Jeroen de Vries ID Datum Basisrapport. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

HTS Report NEO-PI-3. Persoonlijkheidsvragenlijst. Jeroen de Vries ID Datum Basisrapport. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam NEO-PI-3 Persoonlijkheidsvragenlijst HTS Report ID 15890-3155 Datum 18.07.2017 Basisrapport NEO-PI-3 Inleiding 2 / 22 INLEIDING Dit rapport bevat de scores op de NEO-PI-3 persoonlijkheidsvragenlijst. De

Nadere informatie

Bevolking Nederland en Vlaanderen, Mannen en Vrouwen

Bevolking Nederland en Vlaanderen, Mannen en Vrouwen Pagina 2 van 17 Naam: Maarten de Boer Afnamedatum: 16.12.2011 09:28 Normgroep: Bevolking Nederland en Vlaanderen, Mannen en Vrouwen Pagina 3 van 17 NEO-PI-R Uitgebreide interpretatie van de resultaten

Nadere informatie

Samenvatting (summary in Dutch)

Samenvatting (summary in Dutch) Samenvatting (summary in Dutch) 149 Samenvatting (summary in Dutch) Één van de meest voorkomende en slopende ziektes is depressie. De impact op het dagelijks functioneren en op de samenleving is enorm,

Nadere informatie

3/12/2009 PSYCHOPATHIE BIJ VOLWASSENEN. ITEMS PCL-R (Hare, 2001) PSYCHOPATISCHE TREKKEN BIJ JONGEREN: EEN DIMENSIONEEL PERSPECTIEF

3/12/2009 PSYCHOPATHIE BIJ VOLWASSENEN. ITEMS PCL-R (Hare, 2001) PSYCHOPATISCHE TREKKEN BIJ JONGEREN: EEN DIMENSIONEEL PERSPECTIEF PSYCHOPATISCHE TREKKEN BIJ JONGEREN: EEN MIEKE DECUYPER UNIVERSITEIT GENT PSYCHOPATHIE BIJ VOLWASSENEN Definiërende kenmerken PSYCHOPATHIE: - gedragsmatig: impulsief, vaak risico s nemen, betrokken in

Nadere informatie

Persoonlijkheidsstoornissen in DSM-5. M.A. Louter

Persoonlijkheidsstoornissen in DSM-5. M.A. Louter Persoonlijkheidsstoornissen in DSM-5 M.A. Louter 6-9-2016 2 Casusbespreking Ivo Croon, 32 jaar Doorverwezen voor psychisch onderzoek door werkgever Leek bij sollicitatie gekwalificeerd (2 diploma s) Echter:

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nicotine en alcohol kunnen de placenta passeren en zo het risico op nadelige uitkomsten voor het ongeboren kind verhogen. Stoppen met roken en alcoholgebruik tijdens de zwangerschap lijkt vanzelfsprekend,

Nadere informatie

Individuele verschillen in. persoonlijkheidskenmerken. Een genetisch perspectief

Individuele verschillen in. persoonlijkheidskenmerken. Een genetisch perspectief N Individuele verschillen in borderline persoonlijkheidskenmerken Een genetisch perspectief 185 ps marijn distel.indd 185 05/08/09 11:14:26 186 In de gedragsgenetica is relatief weinig onderzoek gedaan

Nadere informatie

Inleiding Deel I. Ontwikkelingsfase

Inleiding Deel I. Ontwikkelingsfase Inleiding Door de toenemende globalisering en bijbehorende concurrentiegroei tussen bedrijven over de hele wereld, de economische recessie in veel landen, en de groeiende behoefte aan duurzame inzetbaarheid,

Nadere informatie

N ederlandse samenvatting

N ederlandse samenvatting N ederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Alle kinderen doen wel eens dingen die niet mogen of waarmee ze anderen benadelen. Maar, sommige kinderen doen dat vaker dan andere. Het is bekend dat

Nadere informatie

The Development of Personality and Problem Behaviour in Adolescence - J. Akse SAMENVATTING. (Summary in Dutch)

The Development of Personality and Problem Behaviour in Adolescence - J. Akse SAMENVATTING. (Summary in Dutch) SAMENVATTING (Summary in Dutch) Ontwikkeling van Persoonlijkheid en Probleemgedrag tijdens de Adolescentie Ieder individu is uniek. Echter, niemand is uniek genoeg om een persoonlijkheidstype te vormen

Nadere informatie

HTS Report NEO-PI-3. Persoonlijkheidsvragenlijst. Stefan Bergmann ID Datum Basisrapport. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

HTS Report NEO-PI-3. Persoonlijkheidsvragenlijst. Stefan Bergmann ID Datum Basisrapport. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam NEO-PI-3 Persoonlijkheidsvragenlijst HTS Report ID 256-1 Datum 05.09.2014 Basisrapport NEO-PI-3 Profielformulier 3 / 41 PROFIELFORMULIER Persoonlijkheidsvragenlijst Basisrapport Neuroticisme 144 6 Neuroticisme

Nadere informatie

PSYCHOPATHISCHE TREKKEN OP DE WERKVLOER

PSYCHOPATHISCHE TREKKEN OP DE WERKVLOER Academiejaar 2013 2014 Tweedesemesterexamenperiode PSYCHOPATHISCHE TREKKEN OP DE WERKVLOER Masterproef II neergelegd tot het behalen van de graad van Master of Science in de Psychologie, afstudeerrichting

Nadere informatie

DAPP-BQ Standaard. Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie. Elizabeth Smit

DAPP-BQ Standaard. Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie. Elizabeth Smit DAPP-BQ Standaard Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie ID 4589-17 Datum 05.11.2014 DAPP-BQ Inleiding 2 / 21 INLEIDING De DAPP-BQ is een dimensionale vragenlijst voor persoonlijkheidsstoornissen.

Nadere informatie

Het verband tussen de PCL-R Score, Index-Delict, en Incidenten in de TBSkliniek

Het verband tussen de PCL-R Score, Index-Delict, en Incidenten in de TBSkliniek Het verband tussen de PCL-R Score, Index-Delict, en Incidenten in de TBSkliniek Kim Broeders (ANR:737406) Begeleider: J.J. Sijtsema Datum: 23-12-2013 Bachelorthesis Forensische Psychologie, Tilburg University

Nadere informatie

COMPULSIEF KOOPGEDRAG

COMPULSIEF KOOPGEDRAG COMPULSIEF KOOPGEDRAG GUIDO VALKENEERS Valkeneers, G. (in press). Compulsief koopgedrag. Een verkennend onderzoek met een nieuwe vragenlijst. Verslaving. *** 1 VERSLAVING AAN KOPEN Historiek en terminologie

Nadere informatie

De PID-5 brengt het DSM-5 persoonlijkheidstrekkenmodel in kaart

De PID-5 brengt het DSM-5 persoonlijkheidstrekkenmodel in kaart DSM-5 whitepaper De PID-5 brengt het DSM-5 persoonlijkheidstrekkenmodel in kaart Prof. dr. Gina Rossi, Vakgroep Klinische en LEvensloopPsychologie (KLEP) aan de Vrije Universiteit Brussel De Personality

Nadere informatie

Kindermishandeling: Prevalentie. Psychopathologie

Kindermishandeling: Prevalentie. Psychopathologie Wereldwijd komt een schrikbarend aantal kinderen in aanraking met kindermishandeling, in de vorm van lichamelijke mishandeling of seksueel misbruik, verwaarlozing, of gebrek aan toezicht. Soms zijn kinderen

Nadere informatie

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van

Nadere informatie

Onderzoek naar fysiologische stress (re)activiteit als een endofenotype voor middelengebruik in de adolescentie

Onderzoek naar fysiologische stress (re)activiteit als een endofenotype voor middelengebruik in de adolescentie Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING Onderzoek naar fysiologische stress (re)activiteit als een endofenotype voor middelengebruik in de adolescentie Stoornissen in het gebruik van middelen

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Pouw, Lucinda Title: Emotion regulation in children with Autism Spectrum Disorder

Nadere informatie

De Convergente en Construct Validiteit van de twee-factorenstructuur van de Psychopathic Personality Inventory Revised in een Vlaamse Steekproef

De Convergente en Construct Validiteit van de twee-factorenstructuur van de Psychopathic Personality Inventory Revised in een Vlaamse Steekproef Faculteit Psychologie en Pedagogische wetenschappen Academiejaar 2007-2008 Eerste examenperiode De Convergente en Construct Validiteit van de twee-factorenstructuur van de Psychopathic Personality Inventory

Nadere informatie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Wouter Pinxten (contact: Wouter.Pinxten@UGent.be) Prof. Dr. John Lievens Achtergrond

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Rond leiderschap: Een studie naar de invloed van individuele eigenschappen op de perceptie van leiderschap Leiderschap is een van de meest bestudeerde onderwerpen in de arbeids-

Nadere informatie

DAPP-BQ. Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum

DAPP-BQ. Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum HTS Report DAPP-BQ Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie ID 5105-7038 Datum 20.07.2017 Screening INLEIDING DAPP-BQ 2/22 Inleiding De DAPP Screening is de verkorte versie van de DAPP-BQ,

Nadere informatie

Psychopathische trekken vanuit een maladaptief trekperspectief bij jeugddelinquenten

Psychopathische trekken vanuit een maladaptief trekperspectief bij jeugddelinquenten Academiejaar 2013-2014 Eerstesemesterexamenperiode Psychopathische trekken vanuit een maladaptief trekperspectief bij jeugddelinquenten Masterproef II neergelegd tot het behalen van de graad van Master

Nadere informatie

8 Diagnostiek van psychopathie

8 Diagnostiek van psychopathie 8 Diagnostiek van psychopathie Sylvia Lammers, Marije Keulen-de Vos, Arjan de Groot en Kasia Uzieblo 1 Inleiding 2 Het concept psychopathie 3 Methoden voor het diagnosticeren van psychopathie 3.1 De Hare

Nadere informatie

Psychopathie, een eenduidig construct of een verhaal met twee kanten?

Psychopathie, een eenduidig construct of een verhaal met twee kanten? Psychopathie, een eenduidig construct of een verhaal met twee kanten? Naam: Robin Bouma Studentnummer: 10203265 Instelling: Universiteit van Amsterdam Begeleider: Lieke Nentjes Datum: 14-05-14 Aantal woorden

Nadere informatie

TO PCL-R OR NOT TO PCL-R? DE PSYCHODIAGNOSTIEK VAN PSYCHOPATHIE ONDER DE LOEP GENOMEN

TO PCL-R OR NOT TO PCL-R? DE PSYCHODIAGNOSTIEK VAN PSYCHOPATHIE ONDER DE LOEP GENOMEN TO PCL-R OR NOT TO PCL-R? DE PSYCHODIAGNOSTIEK VAN PSYCHOPATHIE ONDER DE LOEP GENOMEN Kasia Uzieblo Thomas More UGent 1 OVERZICHT 1. PCL-R psychopathie 2. De PCL-R in de praktijk 3. Het PCL-R stigma 4.

Nadere informatie

PSYCHOPATHIE EN EMOTIEVERWERKING PSYCHOPATHY AND EMOTIONAL PROCESSING

PSYCHOPATHIE EN EMOTIEVERWERKING PSYCHOPATHY AND EMOTIONAL PROCESSING PSYCHOPATHIE EN EMOTIEVERWERKING PSYCHOPATHY AND EMOTIONAL PROCESSING M.E.Slaats-Gels 836470258 Dr. M. J. Cima-Knijff Eerste scriptiebegeleider Prof. Dr. L. Lechner Tweede scriptiebegeleider Open Universiteit

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

DISFUNCTIONELE PERSOONLIJKHEIDSTENDENSEN EN CONTRAPRODUCTIEF WERKGEDRAG

DISFUNCTIONELE PERSOONLIJKHEIDSTENDENSEN EN CONTRAPRODUCTIEF WERKGEDRAG DISFUNCTIONELE PERSOONLIJKHEIDSTENDENSEN EN CONTRAPRODUCTIEF WERKGEDRAG DE RELATIE TUSSEN VERSCHILLENDE MEETINSTRUMENTEN Aantal woorden: 21.183 Sarah Baele Studentennummer: 01207175 Promotor: Prof. dr.

Nadere informatie

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Eerste examenperiode

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Eerste examenperiode Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2010-2011 Eerste examenperiode PSYCHOPATHISCHE PERSOONLIJKHEIDSKENMERKEN BIJ VROUWELIJKE ADOLESCENTEN IN EEN GEMEENSCHAPSINSTELLING VOOR

Nadere informatie

LPFS SR NL. Instructies: Lees de volgende stellingen aandachtig en omcirkel in welke mate elke uitspraak op u van toepassing is:

LPFS SR NL. Instructies: Lees de volgende stellingen aandachtig en omcirkel in welke mate elke uitspraak op u van toepassing is: LPRS SR NL Pagina1 LPFS SR NL Naam/ID: Instructies: Lees de volgende stellingen aandachtig en omcirkel in welke mate elke uitspraak op u van toepassing is: niet waar Een beetje waar Vaak waar 1 Ik kan

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Eerste Examenperiode

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Eerste Examenperiode Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2007-2008 Eerste Examenperiode Het Interpersoonlijk Functioneren bij Psychopathie: Narcisme, Dominantie en Vriendschappelijke Relaties Scriptie

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

Harteloos of ongeremd?

Harteloos of ongeremd? Harteloos of ongeremd? Juliette van Gent 27-06-2014 Universiteit van Amsterdam Studentnummer: 10014020 Begeleider: Hans Phaf Aantal woorden: 5147 Aantal woorden abstract: 125 Inhoudsopgave Abstract...

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Uit crosscultureel onderzoek is bekend dat de cultuur waarin men opgroeit van jongs af aan invloed heeft op emotie-ervaringen en emotie-uitingen. Veel minder bekend is in welke

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Burnout, een toestand van mentale uitputting door chronische stress in de werksituatie, vormt een ernstig maatschappelijk probleem dat momenteel veel aandacht krijgt. In

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

De PID-5 brengt het DSM-5 persoonlijkheidstrekkenmodel in kaart

De PID-5 brengt het DSM-5 persoonlijkheidstrekkenmodel in kaart DSM-5 whitepaper De PID-5 brengt het DSM-5 persoonlijkheidstrekkenmodel in kaart Prof. dr. Gina Rossi, Vakgroep Klinische en LEvensloopPsychologie (KLEP) aan de Vrije Universiteit Brussel De Personality

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. 1. Wat zijn trauma-gerelateerde stoornissen, dissociatieve stoornissen en

Nederlandse samenvatting. 1. Wat zijn trauma-gerelateerde stoornissen, dissociatieve stoornissen en Nederlandse samenvatting 1. Wat zijn trauma-gerelateerde stoornissen, dissociatieve stoornissen en persoonlijkheidsstoornissen? Van de trauma- en stressorgerelateerde (kortweg trauma-gerelateerde) stoornissen

Nadere informatie

Samenvatting: Summary in Dutch

Samenvatting: Summary in Dutch Samenvatting: Summary in Dutch Hoofdstuk 1: Kindermishandeling en Psychopathologie in een Multi-Culturele Context: Algemene Inleiding Dit proefschrift opent met een korte geschiedenis van de opkomst van

Nadere informatie

One Style Fits All? A Study on the Content, Effects, and Origins of Follower Expectations of Ethical Leadership

One Style Fits All? A Study on the Content, Effects, and Origins of Follower Expectations of Ethical Leadership One Style Fits All? A Study on the Content, Effects, and Origins of Follower Expectations of Ethical Leadership Samenvatting proefschrift Leonie Heres MSc. www.leonieheres.com l.heres@fm.ru.nl Introductie

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Het onderwerp van dit proefschrift is depressieve en angst symptomen in chronische dialyse patiënten en andere patiënten. Het proefschrift bestaat uit twee delen (deel A en deel

Nadere informatie

PERSOONLIJKHEIDSSTOORNISSEN BIJ ADOLESCENTEN

PERSOONLIJKHEIDSSTOORNISSEN BIJ ADOLESCENTEN amenvatting Dit proefschrift gaat over het diagnosticeren van persoonlijkheidsstoornissen (P) in adolescenten, de ziektelast die adolescenten en volwassenen met een (borderline) persoonlijkheidsstoornis

Nadere informatie

GEZOND BEWEGEN.

GEZOND BEWEGEN. GEZOND BEWEGEN maaike@nudgeme.be maaike@koslearning.be want verandering begint bij jezelf We worden geboren als een blanco blad = onze persoonlijkheid, gedrag, waarden, worden gevormd door onze omgeving

Nadere informatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie Samenvatting Gehoor en de relatie met psychosociale gezondheid, werkgerelateerde variabelen en zorggebruik. De Nationale Longitudinale Studie naar Horen Slechthorendheid is een veelvoorkomende chronische

Nadere informatie

6DPHQYDWWLQJ. De studie psychologie aan de Open Universiteit Nederland (OUNL) kent een hoge uitval.

6DPHQYDWWLQJ. De studie psychologie aan de Open Universiteit Nederland (OUNL) kent een hoge uitval. 6DPHQYDWWLQJ De studie psychologie aan de Open Universiteit Nederland (OUNL) kent een hoge uitval. Van de ongeveer 1200 studenten die per jaar instromen, valt de helft binnen drie maanden af. Om een antwoord

Nadere informatie

Scelta is onderdeel van

Scelta is onderdeel van DSM 5 PERSOONLIJKHEIDSSTOORNISSEN Lucas Goessens, psychiater Annika Cornelissen, klinisch psycholoog SECTIE II (categoraal perspectief) Cluster A Paranoïde PS Schizoïde PS Schizotypische PS Cluster B Antisociale

Nadere informatie

Temperamentsprofielen bij verslaving

Temperamentsprofielen bij verslaving 17 februari 2017 Temperamentsprofielen bij verslaving Dr Els Santens Psychiater Team Verslavingszorg Inhoud Kader doctoraatsonderzoek Verslaving Gray s Reinforcement Sensitivity Theory (RST) Temperamentsprofielen

Nadere informatie

Determinanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief. Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit

Determinanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief. Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit SAMENVATTING Determinanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit Leiders zijn belangrijke leden van organisaties. De

Nadere informatie

Ethisch Leiderschap in de zorg

Ethisch Leiderschap in de zorg Ethisch Leiderschap in de zorg Ranking en Toezicht NVLO, 26 september 2014 Drs. Marlies Akemann-vanWerkhoven Adviseur Advies & Beleid, Kennemer Gasthuis Haarlem Introductie Wie heb ik voor me? Leiderschapstijlen

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19103 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Pisanti, Renato Title: Beyond the job demand control (-support) model : explaining

Nadere informatie

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale

Nadere informatie

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Samenvatting 141 Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Hoofdstuk 1 is de inleiding van dit proefschrift. Internetbehandeling voor depressie en angst is bewezen effectief. Dit opent

Nadere informatie

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,

Nadere informatie

COMPULSIEF KOOPGEDRAG

COMPULSIEF KOOPGEDRAG COMPULSIEF KOOPGEDRAG GUIDO VALKENEERS 1 VERSLAVING AAN KOPEN Historiek en terminologie De criteria Antecedenten en consequenties Comorbiditeit en prevalentie Diagnostiek en behandeling Onderzoek Lessius

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Parenting Support in Community Settings: Parental needs and effectiveness of the Home-Start program J.J. Asscher Samenvatting (Dutch summary) Ouders spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van kinderen.

Nadere informatie

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting Inleiding Depressie en angst zijn veel voorkomende psychische stoornissen. Het ontstaan van deze stoornissen is gerelateerd aan een breed scala van risicofactoren, zoals genetische kwetsbaarheid, neurofysiologisch

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 hoofdstuk 3 hoofdstuk 4

Hoofdstuk 3 hoofdstuk 3 hoofdstuk 4 Dutch summary Chapter 7 Het concept psychopathie duidt op een complexe problematiek met patholologische afwijkingen op affectief, interpersoonlijk en gedragsmatig gebied. Psychopaten worden beschreven

Nadere informatie

HTS Report STAXI-2. Vragenlijst over boosheid. Jeroen de Vries ID Datum Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

HTS Report STAXI-2. Vragenlijst over boosheid. Jeroen de Vries ID Datum Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam STAXI-2 Vragenlijst over boosheid HTS Report ID 15890-3155 Datum 18.07.2017 Zelfrapportage INLEIDING STAXI-2 2/9 Inleiding De STAXI-2 is een vragenlijst waarmee op basis van zelfrapportage diverse aspecten

Nadere informatie

TOEPASSING VAN HET HEXACO 6-FACTOR PERSOONLIJKHEIDSMODEL. Reinout E. de Vries

TOEPASSING VAN HET HEXACO 6-FACTOR PERSOONLIJKHEIDSMODEL. Reinout E. de Vries TOEPASSING VAN HET HEXACO 6-FACTOR PERSOONLIJKHEIDSMODEL Reinout E. de Vries INTEGRITEIT & PERSOONLIJKHEID 1. Structuur van persoonlijkheid 2. Integriteit 3. Toepassing 2 Toepassing HEXACO Persoonlijkheidsmodel

Nadere informatie

Persoonlijkheidsstoornissen bij ouderen

Persoonlijkheidsstoornissen bij ouderen Persoonlijkheidsstoornissen bij ouderen Prof. Dr. Bas van Alphen b.van.alphen@mondriaan.eu Epidemiologie Beloop Five Factor Model (FFM): Neuroticisme, Extraversie, Openheid nemen af op latere leeftijd,

Nadere informatie

Psychopathie: Geslachtsverschillen en Comorbiditeit met Persoonlijkheidsgerelateerde Kenmerken in een Niet-Klinische Steekproef

Psychopathie: Geslachtsverschillen en Comorbiditeit met Persoonlijkheidsgerelateerde Kenmerken in een Niet-Klinische Steekproef Psychopathie: Geslachtsverschillen en Comorbiditeit met Persoonlijkheidsgerelateerde Kenmerken in een Niet-Klinische Steekproef Master Thesis Forensische Psychologie 2013-2014 Departement Psychologie en

Nadere informatie

VAN ZORG NAAR PREVENTIE

VAN ZORG NAAR PREVENTIE VAN ZORG NAAR PREVENTIE Jaap van der Stel Jaap van der Stel Lector GGz Hogeschool Leiden Brijder-Parnassia GGZ ingeest Legitimatie psychische gezondheidszorg Legitimiteit van de psychische gezondheidszorg

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Op grond van klinische ervaring en wetenschappelijk onderzoek, is bekend dat het gezamenlijk voorkomen van een pervasieve ontwikkelingsstoornis en een verstandelijke beperking tot veel bijkomende

Nadere informatie

Chapter 11. Nederlandse samenvatting

Chapter 11. Nederlandse samenvatting Chapter 11 Nederlandse samenvatting Chapter 11 Reumatoïde artritis (RA) is een chronische aandoening die wordt gekenmerkt door ontstekingen van de gewrichten. Symptomen die optreden zijn onder andere pijn,

Nadere informatie

KWANTITATIEF ONDERZOEK. Outcome- en follow-up onderzoek

KWANTITATIEF ONDERZOEK. Outcome- en follow-up onderzoek KWANTITATIEF ONDERZOEK Outcome- en follow-up onderzoek 15-18 i.s.m. Prof. Dr. Reitske Meganck - UGent Van 1 april 15 tot 31 maart 17 werden patiënten bij hun opname in Rustenburg bevraagd of ze wilden

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 220 Nederlandse Samenvatting Summary in Dutch Teams spelen een belangrijke rol in moderne organisaties (Devine, Clayton, Phillips, Dunford, & Melner, 1999; Mathieu, Marks, & Zaccaro, 2001). Doordat teams

Nadere informatie

Achtergronden bij het instrument

Achtergronden bij het instrument Achtergronden bij het instrument P E O P L E I M P R O V E P E R F O R M A N C E Computerweg 1, 3542 DP Utrecht Postbus 1087, 3600 BB Maarssen tel. 0346-55 90 10 fax 0346-55 90 15 www.picompany.nl servicedesk@picompany.nl

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 179 In dit proefschrift werden de resultaten beschreven van studies die zijn verricht bij volwassen vrouwen met symptomen van bekkenbodem dysfunctie. Deze symptomen komen frequent voor en kunnen de kwaliteit

Nadere informatie

Samenvatting. Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid Samenvatting

Samenvatting. Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid Samenvatting Samenvatting Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid 2 2 3 4 5 6 7 8 Samenvatting 161 162 In de meeste Westerse landen neemt de levensverwachting

Nadere informatie

Pijn-Coping-Inventarisatielijst (PCI) Kraaimaat, Bakker & Evers (1997)

Pijn-Coping-Inventarisatielijst (PCI) Kraaimaat, Bakker & Evers (1997) Pijn-Coping-Inventarisatielijst (PCI) Kraaimaat, Bakker & Evers (1997) Achtergrond In de literatuur over (chronische)pijn wordt veel aandacht besteed aan de invloed van pijncoping strategieën op pijn.

Nadere informatie

De Constructvaliditeit van Psychopathie in de Normale Populatie, een Vragenlijststudie

De Constructvaliditeit van Psychopathie in de Normale Populatie, een Vragenlijststudie UNIVERSITEIT GENT Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2007 2008 Eerste Examenperiode De Constructvaliditeit van Psychopathie in de Normale Populatie, een Vragenlijststudie

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

DAPP-BQ. Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum

DAPP-BQ. Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum HTS Report DAPP-BQ Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie ID 5105-7038 Datum 19.07.2017 Standaard INLEIDING DAPP-BQ 2/29 Inleiding De DAPP-BQ is een dimensionale vragenlijst voor persoonlijkheidsstoornissen.

Nadere informatie

Samenhang tussen psychopathie en het gebruik van cognitieve. distorsies bij adolescenten

Samenhang tussen psychopathie en het gebruik van cognitieve. distorsies bij adolescenten Samenhang tussen psychopathie en het gebruik van cognitieve distorsies bij adolescenten Bachelorthesis Forensische Psychologie Departement Psychologie en Gezondheid Forensische Psychologie - Universiteit

Nadere informatie

Workshopavond 1 Persoonlijkheid & Motivatie 16/01/2017

Workshopavond 1 Persoonlijkheid & Motivatie 16/01/2017 Workshopavond 1 Persoonlijkheid & Motivatie 16/01/2017 -> voorstelling 1 e week februari 2017 + 1 contact / maand GEZOND BEWEGEN maaike@nudgeme.be maaike@koslearning.be want verandering begint bij jezelf

Nadere informatie

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Tweede Examenperiode

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Tweede Examenperiode Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2010-11 Tweede Examenperiode PSYCHOPATIE BIJ FORENSISCH-PSYCHIATRISCHE PATIËNTEN: EEN CLUSTERANALYSE Masterproef neergelegd tot het behalen

Nadere informatie

Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology NEDERLANDSE SAMENVATTING

Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology NEDERLANDSE SAMENVATTING Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology EDERLADSE SAMEVATTIG 157 Het komt regelmatig voor dat psychiatrische klachten clusteren in families. Met andere woorden, familieleden

Nadere informatie

A. Business en Management Onderzoek

A. Business en Management Onderzoek A. Business en Management Onderzoek Concepten definiëren Een concept (concept) is een algemeen geaccepteerde verzameling van betekenissen of kenmerken die geassocieerd worden met gebeurtenissen, situaties

Nadere informatie

KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN

KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN FACULTEIT PSYCHOLOGIE EN PEDAGOGISCHE WETENSCHAPPEN Onderzoekscentrum Klinische Psychologie PSYCHOPATHIE IN TERMEN VAN PERSOONLIJKHEID Een onderzoek bij adolescenten Masterproef

Nadere informatie

SEKSUEEL GRENSOVERSCHRIJDEND GEDRAG SABINE HELLEMANS PROF. DR. ANN BUYSSE

SEKSUEEL GRENSOVERSCHRIJDEND GEDRAG SABINE HELLEMANS PROF. DR. ANN BUYSSE SEKSUEEL GRENSOVERSCHRIJDEND GEDRAG SABINE HELLEMANS PROF. DR. ANN BUYSSE Seksuele gezondheid (WHO, 2002) Een staat van fysiek, emotioneel en mentaal welbevinden met betrekking tot seksualiteit Het is

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Interactionistische perspectieven benadrukken dat de persoon en zijn of haar omgeving voortdurend in interactie zijn en samen een systeem vormen. Dit idee van integratie

Nadere informatie

HTS Report STAXI-2. Vragenlijst over boosheid. Simon Janzen ID Datum Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

HTS Report STAXI-2. Vragenlijst over boosheid. Simon Janzen ID Datum Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam STAXI-2 Vragenlijst over boosheid HTS Report ID 255-237 Datum 16.11.2015 Zelfrapportage STAXI-2 Inleiding 2 / 11 INLEIDING De STAXI-2 is een vragenlijst waarmee op basis van zelfrapportage diverse aspecten

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Titel: Cognitieve Kwetsbaarheid voor Depressie: Genetische en Omgevingsinvloeden Het onderwerp van dit proefschrift is cognitieve kwetsbaarheid voor depressie en de wisselwerking

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Introductie In dit proefschrift evalueer ik de effectiviteit van de academische discussie over de ethiek van documentaire maken. In hoeverre stellen wetenschappers de juiste

Nadere informatie

Psychopathie en Persoonlijkheidsproblematiek De Samenhang tussen LSRP, PPI-R en DSM-IV As II Persoonlijkheidsstoornissen

Psychopathie en Persoonlijkheidsproblematiek De Samenhang tussen LSRP, PPI-R en DSM-IV As II Persoonlijkheidsstoornissen Psychopathie en Persoonlijkheidsproblematiek De Samenhang tussen LSRP, PPI-R en DSM-IV As II Persoonlijkheidsstoornissen Masterthese Jamie de Jong 5804809 Klinische Forensische Psychologie Master Gezondheidspsychologie

Nadere informatie

SUMMARY IN DUTCH. Summary in Dutch

SUMMARY IN DUTCH. Summary in Dutch SUMMARY IN DUTCH Summary in Dutch Summary in Dutch Introductie Dit proefschrift richt zich met name op het voorspellen van de behandeluitkomst bij kinderen met angststoornissen. Een selectie aan variabelen

Nadere informatie

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken)

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) 101 102 Hoofdstuk 1. Algemene introductie Het belangrijkste doel van dit proefschrift was het ontwikkelen van de Interactieve Tekentest (IDT), een nieuwe test

Nadere informatie

WORK EXPERIENCE PROFILE

WORK EXPERIENCE PROFILE WORK EXPERIENCE PROFILE VANDERHEK METHODOLOGISCH ADVIESBUREAU Werkstress is een verschijnsel dat al jaren sterk de aandacht trekt. Statistieken van ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid geven aan dat

Nadere informatie

PSYCHOPATHIE BINNEN DE PARTNERRELATIE: DE RELATIE TUSSEN PSYCHOPATHISCHE TREKKEN, COMMUNICATIESTIJL EN RELATIEKWALITEIT

PSYCHOPATHIE BINNEN DE PARTNERRELATIE: DE RELATIE TUSSEN PSYCHOPATHISCHE TREKKEN, COMMUNICATIESTIJL EN RELATIEKWALITEIT PSYCHOPATHIE BINNEN DE PARTNERRELATIE: DE RELATIE TUSSEN PSYCHOPATHISCHE TREKKEN, COMMUNICATIESTIJL EN RELATIEKWALITEIT Freija Vanneste Studentennummer: 20041311 Promotor: Prof. dr. Kasia Uzieblo Masterproef

Nadere informatie