Masterscriptie Rechtsgeleerdheid accent strafrecht De rechten van slachtoffers in het straf(proces)recht

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Masterscriptie Rechtsgeleerdheid accent strafrecht De rechten van slachtoffers in het straf(proces)recht"

Transcriptie

1 Masterscriptie Rechtsgeleerdheid accent strafrecht De rechten van slachtoffers in het straf(proces)recht Een rechtsvergelijkend onderzoek naar de rechten van slachtoffers in het straf(proces)recht voor de Nederlandse gerechten, voor het Internationaal Strafhof en de ECCC Auteur: Thijs van Liempd ANR: Begeleidster: dr. mr. A.L.M. de Brouwer Plaats en datum afstudeerzitting: Tilburg, 21 september 2011

2 Voorwoord Voor u ligt mijn scriptie ter afsluiting van de master Rechtsgeleerdheid accent strafrecht aan de Universiteit van Tilburg. Het onderwerp van deze scriptie is de rechten van slachtoffers in het straf(proces)recht. Na enige research gedaan te hebben leek mij dit onderwerp interessant, omdat de belangen van slachtoffers lange tijd zijn ondergewaardeerd. Met dit onderzoek hoop ik een bijdrage te leveren aan de vergrootte aandacht voor het slachtoffer. Als eerste wil ik mijn ouders bedanken voor de mogelijkheid die zij mij hebben geboden om door te studeren aan de universiteit. Zonder hen was dit niet mogelijk geweest. Als tweede wil ik graag Ninke Dekkers bedanken voor haar oneindige geduld en vertrouwen. Als derde wil ik Theo de Roos bedanken voor zijn tijd en moeite als tweede lezer van deze scriptie. Als laatste, maar daardoor zeker niet minder belangrijk, wil ik mijn begeleidster Anne-Marie de Brouwer bedanken. Haar vertrouwen, positivisme en expertise hebben mij enorm geholpen om mijn scriptie tot een goed einde te brengen. Daarnaast heeft zij vele uren gestoken in het doorlezen van mijn scriptie en deze voorzien van positieve feedback. Rest mij nog één dingen te zeggen: veel leesplezier! Tilburg, september 2011 Thijs van Liempd

3 Inhoudsopgave 1. Inleiding p Het slachtoffer p Nederland p Joegoslavië- en Rwanda-tribunaal p Internationaal Strafhof p De ECCC p Slachtofferrechten in Nederland p Correcte bejegening p Recht op informatie p Strafdossier p Recht op bijstand p Recht op tolk p Spreekrecht p Bescherming van slachtoffers p Schadevergoeding p De benadeelde partij p Schadevergoedingsmaatregel p Wet schadefonds geweldsmisdrijven p Slachtofferrechten Internationaal Strafhof p Correcte bejegening p Recht op informatie p Strafdossier p Recht op bijstand p Recht op tolk p Participatie in de procedure p Zienswijze over opsporingsonderzoek en vervolging p Artikel 15 Statuut p Artikel 19 Statuut p Voorwaardelijke vrijlating p Manieren van participatie p Artikel 68 lid 3 Statuut p. 62

4 4.6.7 De aanvraag p Bewijs door slachtoffer p Participatie wettelijk vertegenwoordigers p Bescherming van slachtoffers p Herstelbetalingen p ECCC p Correcte bejegening p Recht op informatie p Strafdossier p Recht op bijstand p Recht op tolk p Participatie als civiele partij p Twee doelen van de participatie p Verplichte vertegenwoordiging p De aanvraag p Effecten toelating als civiele partij p Klachten p Verzoek tot bezoeken locatie p Cambodjaans recht p Bescherming van slachtoffers p Herstelbetalingen p Toets p Definitie slachtoffer p Overeenkomsten p Verschillen p Lessen p Correcte bejegening p Overeenkomsten p Verschillen p Lessen p Recht op informatie p Overeenkomsten p. 105

5 6.3.2 Verschillen p Lessen p Strafdossier p Overeenkomsten p Verschillen p Lessen p Recht op bijstand p Overeenkomsten p Verschillen p Lessen p Recht op tolk p Overeenkomsten p Verschillen p Lessen p Participatie in de procedure p Overeenkomsten p Verschillen p Lessen p Bescherming van slachtoffers p Overeenkomsten p Verschillen p Lessen p Schadevergoeding/herstelbetalingen p Overeenkomsten p Verschillen p Lessen p Conclusies en aanbevelingen p Conclusies p Aanbevelingen p. 136 Literatuurlijst p. 141

6 1. Inleiding Eindelijk. De rechten van slachtoffers in het Nederlandse strafrecht worden verder uitgebreid. Na lange tijd van onderwaardering van het slachtoffer in het strafproces, wordt door een wetswijziging deze positie verbeterd. Op 1 januari 2011 is namelijk de Wet Versterking positie slachtoffers in het strafrecht in werking getreden. 1 Kort gezegd zijn de volgende rechten uit de wetswijziging gecodificeerd 2 : het recht op informatie tijdens de strafrechtprocedure, correcte bejegening van het slachtoffer, informatie over de mogelijkheden tot schadevergoeding, inzage in processtukken, toevoeging van processtukken aan het strafdossier, recht op bijstand door een raadsman en het recht op een tolk. Daarbij moet de opmerking worden geplaatst dat de wet nog een aantal andere bepalingen wijzigt, maar dit zijn geen rechten die aan slachtoffers worden toegekend; het zijn bepalingen die de gerechtigdenkring van het slachtoffer uitbreidt of het zijn technische wijzigingen die bepalingen schrappen. 3 Deze bepalingen zijn overbodig geworden door de invoering van de Wet Versterking positie slachtoffers in het strafrecht. Om de rechten van slachtoffers in het strafproces in Nederland in een breder verband te zien zal het internationale recht van het Joegoslavië- en Rwanda-tribunaal, de Extraordinary Chambers in the Courts of Cambodia en het Internationale Strafhof bekeken worden. Hier is voor gekozen, omdat nog weinig vergelijking is gemaakt tussen de Nederlandse rechten van slachtoffers en die van het Strafhof en de tribunalen en of zij van elkaar kunnen leren. In 1993 is het Joegoslavië-tribunaal opgericht. 4 In het Statuut van het tribunaal en het Reglement van proces- en bewijsvoering van dit tribunaal zijn rechten van slachtoffers neergelegd. Echter deze zijn niet zo uitgebreid als de rechten van slachtoffers in de Nederlandse situatie. De rechten voor het tribunaal van Joegoslavië zien vooral op de bescherming van het slachtoffers als getuige. De slachtoffers treden dus alleen op als getuige, ter ondersteuning van de zaak voor de aanklager. In 1994 is het tweede tribunaal opgericht, namelijk het Rwanda-tribunaal. 5 Voor dit tribunaal hebben slachtoffers dezelfde rechten als voor het Joegoslavië-tribunaal. In 2002 is het permanente Internationale Strafhof haar werkzaamheden begonnen. 6 Uit het Statuut van Rome en het Reglement van proces- en bewijsvoering voor het Internationale 1 Stb. 2010,1. 2 Zie artikelen 51a tot en met 51h Wetboek van Strafvordering. 3 Zie artikel 51d Wetboek van Strafvordering februari 1993, Resolution november 1994, Resolution Het internationale Strafhof is opgericht door ratificatie van het Statuut van Rome uit

7 Strafhof blijkt dat de rechten van slachtoffers uitgebreider zijn dan die van het Joegoslavië- en Rwanda- tribunaal. 7 Voor het Internationale Strafhof treden slachtoffers niet alleen op als getuige, maar zij kunnen ook deelnemen aan het proces en onder voorwaarden herstelbetalingen krijgen. Op 6 juni 2003 is de Extraordinary Chambers in the Courts of Cambodia (hierna: ECCC) opgericht door een overeenkomst tussen Cambodja en de Verenigde Naties. Het opmerkelijke aan dit tribunaal is dat het onafhankelijk opereert van de VN. De ECCC is een onderdeel van de Cambodjaanse rechterlijke macht. De ECCC laat de VN wel assisteren en zal de internationale standaarden van de VN toepassen. 8 In de interne regels van de ECCC zijn de rechten van slachtoffers opgenomen. 9 Voor dit onafhankelijke tribunaal kunnen slachtoffers een klacht bij de aanklager indienen en participeren in de zaak als een civiele partij. Daarnaast hebben zij recht op herstelbetalingen. Er zijn, zoals gezegd, niet veel rechten die slachtoffers voor het Joegoslavië- en Rwanda tribunaal kunnen uitoefenen. Daarom zal in dit onderzoek alleen naar de definitie van het slachtofferbegrip voor deze tribunalen gekeken worden, zodat de ontwikkeling van het slachtofferbegrip in beeld gebracht kan worden. Zoals hierboven omschreven zijn, door de recente wijziging van de wet op 1 januari 2011, de rechten van slachtoffers uitgebreid in Nederland. De rechten van slachtoffers in het internationale recht, meer specifiek voor de tribunalen en het Internationaal Strafhof, zijn ook steeds verder uitgebreid. Ondanks de wetswijziging met de uitbreiding van rechten van slachtoffers in zowel het nationale als en internationale recht is het maar de vraag of deze rechten ver genoeg gaan. Daarom kom ik tot de volgende onderzoeksvraag: wat zijn de overeenkomsten en de verschillen tussen enerzijds de rechten van slachtoffers voor de Nederlandse gerechten en anderzijds de rechten van slachtoffers voor het Internationale Strafhof en de ECCC in het strafproces en kunnen zij van elkaar leren? Rechten van slachtoffers in het strafrecht is een breed begrip. Voor dit onderzoek neem ik alleen de rechten mee die een slachtoffer kan uitoefenen van het moment van het instellen van het 7 A. de Brouwer & R. Letschert, Deelname van slachtoffers in de procedure voor het Internationaal Strafhof: een papieren tijger?, DD , p Agreement between the United Nations and the Royal Government of Cambodia concerning the prosecution under Cambodian Law of Crimes committed during the period of Democratic Kampuchea. Te vinden op < Geraadpleegd op 24 maart februari 2011, Internal Rules (Rev 7.). 7

8 onderzoek tot de einduitspraak. Het hoger beroep dat slachtoffers mogelijk in kunnen stellen, wordt buiten beschouwing gelaten. Allereerst moet er gekeken worden wie er slachtoffer is in Nederland, voor de tribunalen, voor het Strafhof en de ECCC. Daarna wordt een beeld geschetst van de rechten van slachtoffers en een eventuele schadevergoeding in de Nederlandse situatie, het Strafhof en daarna voor de ECCC. Wanneer dit is gebeurd, dan toets ik de Nederlandse situatie aan die van de ECCC en het Strafhof. Vervolgens beantwoord ik de vraag wat de overeenkomsten en verschillen zijn tussen de Nederlandse situatie en die van de ECCC en het Strafhof en of zij iets van elkaar kunnen leren. Als laatste volgen de conclusies en eventuele aanbevelingen. Een algemene opmerking vooraf is op zijn plaats met betrekking tot het aantal slachtoffers van de misdrijven. De misdrijven die voor het Internationaal Strafhof en de ECCC berecht worden, hebben meestal een groot aantal slachtoffers. De misdrijven in Nederland worden gekenmerkt door een kleiner aantal slachtoffers. In de meeste gevallen zal er zelfs maar één slachtoffer in het geding zijn. Wetenschappelijke relevantie Aangezien Nederland steeds meer aandacht heeft gekregen voor de rechten van slachtoffers is het goed om een vergelijking te maken met het Internationale Strafhof en de ECCC. Het Internationale Strafhof en de ECCC hebben namelijk ook steeds meer aandacht gekregen voor de rechten van slachtoffers in het strafrecht. Daarbij komt dat de Nederlandse rechten voor slachtoffers nog amper getoetst zijn aan die van het Internationale Strafhof en de ECCC. Een vergelijkend onderzoek naar de slachtofferrechten van Nederland, het Strafhof en de ECCC is dus wetenschappelijk relevant, omdat gekeken gaat worden of deze amper aan elkaar getoetste stelsels iets van elkaar kunnen leren. Daarnaast kan de wetenschappelijke discussie over rechten van slachtoffers in het strafrecht op een breder en dieper niveau worden gevoerd, omdat een vergelijking wordt gemaakt tussen nog amper aan elkaar getoetste stelsels. Maatschappelijke relevantie Dit onderzoek kan leiden tot een beter inzicht in de mogelijkheden die er nog zijn voor de uitbreiding van slachtofferrechten. Het kan ook zo zijn dat de Nederlandse of internationale situatie op dit moment geen aanpassing behoeft. Dit onderzoek is dus maatschappelijk relevant, 8

9 omdat de praktijk aan de slag kan met de bevindingen die volgen uit het onderzoek. Onder de praktijk vallen de rechtswetenschap en de wetgevende macht. Afkortingen Burgerlijk Wetboek Centraal Justitieel Incassobureau Extraordinary Chambers in the Courts of Cambodia Internationaal Strafhof International Criminal Court Memorie van Toelichting Office of Public Counsel for Victims Statuut van Rome Wetboek van Strafvordering Wetboek van Strafrecht Victims and Witnesses Unit Victims Participation and Reparations Section Victims Support Section BW CJIB ECCC het Hof/Strafhof ICC MvT OPCV Statuut WvSv WvSr VWU VPRS VSS 9

10 2. Het slachtoffer In dit hoofdstuk zal het slachtofferbegrip worden uitgewerkt. Allereerst wordt gekeken wie onder het slachtofferbegrip in Nederland vallen. Daarna wie gezien kunnen worden als slachtoffer voor het Joegoslavië- en Rwanda tribunaal. Vervolgens naar de definitie van het slachtoffer voor de het Internationaal Strafhof. Als laatste zal bekeken worden wie als slachtoffer rechten kan uitoefenen voor de ECCC. 2.1 Nederland In artikel 1 sub a van het EU-kaderbesluit van 15 maart 2001 inzake de status van het slachtoffer in de strafprocedure is een definitie opgenomen van het slachtoffer. Aangezien kaderbesluiten van de EU sinds het Pupino-arrest door de nationale rechtsstaat kaderbesluitconform geïnterpreteerd moeten worden, moet hier gekeken worden naar voornoemd EU-kaderbesluit. 10 In artikel 1 sub a van het EU-kaderbesluit van 15 maart 2001 staat dat onder slachtoffer moet worden verstaan: de natuurlijke persoon die als direct gevolg van het handelen of nalaten dat in strijd is met de strafwetgeving van een lidstaat schade, met inbegrip van lichamelijk of geestelijk letsel, geestelijke pijn en economische schade, heeft geleden. De rechtspersoon valt hier dus niet onder. 11 Ook nabestaanden hebben geen rechten ingevolge dit EU-kaderbesluit. Sinds de wetswijziging van 1 januari 2011 is het slachtofferbegrip in ons WvSv opgenomen. Artikel 51a lid 1 van dit wetboek bepaalt dat onder slachtoffer wordt verstaan degene die als rechtstreeks gevolg van een strafbaar feit vermogensschade of ander nadeel heeft geleden. Het slachtoffer uit artikel 51a lid 1 WvSv omvat niet alleen de natuurlijke persoon, maar ook de rechtspersoon. Voor de rechtspersoon geldt ook dat zij slachtoffer zijn indien zij als rechtstreeks gevolg van een strafbaar feit vermogensschade of ander nadeel heeft geleden. Dit is dus een uitbreiding ten opzichte van het EU-kaderbesluit zoals hierboven beschreven. Dat is ook niet onbegrijpelijk, want het EU-kaderbesluit van 15 maart 2001 bevat minimumnormen. Artikel 51d WvSv breidt het begrip slachtoffer nog verder uit. In dit artikel worden de rechten voor slachtoffers op de nabestaanden van overeenkomstige toepassing verklaard. Dit betekent dat zij dezelfde rechten als slachtoffers toekomen en dus met het slachtoffer gelijk worden gesteld. De nabestaanden vertegenwoordigen het overleden slachtoffer. Onder nabestaanden vallen, 10 HvJ EG 16 juni 2005, zaak C-105/03 (Pupino). 11 HvJ EG 28 juni 2007, zaak C-467/05. 10

11 ingevolge artikel 51e lid 2 WvSv, de echtgenoot of de geregistreerde partner of levensgezel. Bij afwezigheid van een van deze personen komen de bloedverwanten in de rechte lijn in de eerste graad in aanmerking voor uitoefening van de rechten uit Titel IIIa WvSv; dit zijn de ouders en het kind. 12 Indien deze ook afwezig zijn dan wel niet bereid zijn om de rechten uit te oefenen, dan komen de bloedverwanten in de zijlijn in de tweede graad in aanmerking voor uitoefening van de rechten. Hieronder vallen eventuele broers en zussen van het slachtoffer. 13 Zoals uit de definitie van het slachtoffer in het WvSv blijkt moet er sprake zijn van vermogensschade of ander nadeel. Uit de MvT op de Wet ter versterking van de positie van het slachtoffer in het strafrecht blijkt dat hier aansluiting is gezocht bij het schadebegrip uit artikel 6:95 BW. 14 Dit schadebegrip reikt bijvoorbeeld niet zover dat alle schade als gevolg van een verkeersongeval onder het slachtofferbegrip van artikel 51a lid 1 WvSv kan worden gebracht. 15 De MvT op de Wet ter versterking van de positie van het slachtoffer in het strafrecht noemt als voorbeelden verkeersongevallen die ontstaan door glad wegdek of door eigen toedoen; deze vallen er niet onder. 16 Artikel 6:106 BW bepaalt dat onder ander nadeel mede valt lichamelijk letsel, aantasting van de goede naam of op een andere wijze in zijn persoon is aangetast. Ook de aantasting van de nagedachtenis aan een overledene indien deze als zij nog geleefd had recht op schadevergoeding had gehad, valt eronder. Onder de overledene vallen de personen die als nabestaande kunnen worden aangemerkt. 2.2 Joegoslavië- en Rwanda-tribunaal Artikel 2 sub a van het Reglement van proces- en bewijsvoering bepaalt wanneer iemand als slachtoffer kan worden aangemerkt voor het Rwanda-tribunaal. In dit artikel staat dat als slachtoffer wordt aangemerkt een persoon tegen wie naar verluidt een misdrijf is gepleegd waarover het tribunaal rechtsmacht heeft. In artikel 2 sub a van het Reglement van proces- en bewijsvoering wordt het slachtofferbegrip voor het Joegoslavië-tribunaal uitgewerkt. Voor het Joegoslavië-tribunaal geldt eenzelfde uitgangspunt als voor het Rwanda-tribunaal. 12 M.J.A. van Mourik & A.J.M. Nuytink, Personen- en familierecht, huwelijksvermogensrecht en erfrecht, Deventer: Kluwer 2009, p M.J.A. van Mourik & A.J.M. Nuytink, Personen- en familierecht, huwelijksvermogensrecht en erfrecht, Deventer: Kluwer 2009, p Kamerstukken II 2004/2005, , nr.3, p Kamerstukken II 2004/2005, , nr.3, p Kamerstukken II 2004/2005, , nr.3, p. 4 en 5. 11

12 In de definitie staat dat tegen een persoon naar verluidt een misdrijf moet zijn gepleegd. Naar verluidt is een breed begrip. Het misdrijf hoeft dus niet vast te staan om als slachtoffer te worden aangemerkt. Het is ook begrijpelijk dat een slachtoffer dit niet hoeft aan te tonen, omdat genocide, misdrijven tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden een veeltal aan slachtoffers met zich mee brengen. In paragraaf 39 ICTY Manual on Developed Practices wordt gesproken over directe slachtoffers die hebben geleden onder het geweld in Joegoslavië en waarvan de eigendommen zijn vernietigd of verloren. 17 In het rapport Supporting the Transition Process: Lessons Learned and Best Practices in Knowledge Transfer, Final Report wordt ook een definitie gegeven van het slachtoffer. 18 Deze definitie houdt in dat onder slachtoffer wordt verstaan slachtoffers van misdrijven waarover het Joegoslavië-tribunaal rechtsmacht heeft in vergelijking met de klassieke misdaden. In aanvulling op de ernst van de toegebrachte schade (deze is groot), zijn de slachtoffers als gevolg van hun nationaliteit, geslacht en religie slachtoffer geworden. 19 Voor het Joegoslavië- en Rwanda-tribunaal kunnen slachtoffers slechts als getuigen optreden. De definitie om als slachtoffer aangewezen te worden is dan ook alleen belangrijk voor de getuigenis van dit slachtoffer. Het slachtofferbegrip is daarnaast niet specifiek gedefinieerd; naar mijn mening omdat het slachtoffer enkel bescherming als getuige kan genieten en daarnaast geen verdere specifieke rechten aan het begrip zijn verbonden. 2.3 Internationaal Strafhof Regel 85 van het Reglement van proces- en bewijsvoering van het Internationaal Strafhof definieert twee soorten slachtoffers. In sub a worden natuurlijke personen als slachtoffers aangemerkt, indien zij schade hebben geleden als gevolg van een misdrijf dat onder de bevoegdheid van het Internationale Strafhof valt. In sub b worden als slachtoffer aangemerkt: organisaties of instellingen die directe schade aan haar eigendom hebben geleden, mits het eigendom een relatie heeft met religie, onderwijs, kunst of wetenschap of liefdadigheid doeleinden. Ook indien hun historische monumenten, ziekenhuizen en andere plaatsen en objecten voor humanitaire doeleinden worden beschadigd, vallen zij onder het regime van sub b. 17 ICTY/UNICRI, ICTY Manual on Developed Practices, Turin: UNICRI publisher 2009, p Het rapport is niet juridisch bindend, maar kan wel dienen ter aanvulling. 19 OSCE Office for Democratic Institutions and Human Rights, Supporting the Transition Process: Lessons Learned and Best Practices in Knowledge Transfer, Final Report, Warsaw: OSCE/ODIHR 2009, p

13 Voor de vraag of het slachtoffer aan de criteria uit regel 85 in de onderzoeksfase voldoet, moet het Hof gronden hebben om te geloven dat het slachtoffer aan de criteria voldoet. 20 Het Internationale Strafhof onderscheidt verder een slachtoffer van een situatie of van een specifiek misdrijf. 21 Dit onderscheid is van belang, omdat een slachtoffer van een situatie enkel rechten heeft in de onderzoeksfase en een slachtoffer van een specifiek misdrijf in de onderzoeksfase en tijdens het proces. 22 Er is sprake van een zaak indien een verdachte is geïdentificeerd en een arrestatiebevel of dagvaarding is uitgevaardigd. 23 In paragraaf 87 tot en met 92 van de beslissing van 18 januari 2008 legt de Kamer van Vooronderzoek I in de zaak tegen Thomas Lubanga Dyilo uit wanneer sprake is van een slachtoffer van een specifiek misdrijf als bedoeld in regel 85 van het Reglement van proces- en bewijsvoering. 24 Ten eerste moet worden vastgesteld of sprake is van een natuurlijk persoon of een rechtspersoon. 25 De Kamer geeft aan dat bij natuurlijke personen rekening moet worden gehouden met de moeilijkheden die deze personen kunnen hebben bij het verkrijgen van een officieel document of een kopie daarvan om hun identiteit te bewijzen. 26 Daarom kunnen de volgende documenten tot de vaststelling van de identiteit van natuurlijke personen leiden: - officiële identificatiedocumenten; hieronder vallen de identiteitskaart, een paspoort, een geboorteakte, een overlijdensakte, een huwelijksakte, een gezin registratie boek, een testament, een rijbewijs of een kaart van een humanitaire organisatie. - Niet-officiële identificatie documenten; onder deze categorie vallen de stemkaart, een studentenpas, een leerlingenpas, een brief van de lokale autoriteit, een kamp registratie kaart, documenten met betrekking tot de medische behandeling, een werknemerskaart of een doop-kaart. - Andere documenten; deze restcategorie bevat een certificaat van verlies van officiële documenten, schooldocumenten, een kaart die lidmaatschap bij de kerk aantoont, een verenigingskaart, een politieke partijkaart, documenten afgegeven in revalidatiecentra 20 ICC 17 januari 2006, ICC-01/ Corr (Aanklager t. Thomas Lubanga Dyilo), par ICC 17 januari 2006, ICC-01/ Corr (Aanklager t. Thomas Lubanga Dyilo), par ICC 29 juni 2006, ICC-01/04-01/ tEN (Aanklager t. Thomas Lubanga Dyilo) p M.S. Groenhuijsen & A.L.M. de Brouwer, The role of victims in international criminal proceedings, in: S. Vasiliev & G. Sluiter, International criminal procedure. Towards a coherent body of law, CMP Publishing Ltd 2009, p ICC 18 januari 2008, ICC-01/04-01/ (Aanklager t. Thomas Lubanga Dyilo), par ICC 18 januari 2008, ICC-01/04-01/ (Aanklager t. Thomas Lubanga Dyilo), par ICC 18 januari 2008, ICC-01/04-01/ (Aanklager t. Thomas Lubanga Dyilo), par

14 voor kinderen verbonden aan gewapende groepen, certificaten van nationaliteit of een pensioenboek. 27 Mocht een slachtoffer geen van bovenstaande documenten in zijn/haar bezit hebben, dan mag hij/zij een document aandragen waarin twee geloofwaardige getuigen de identiteit van het slachtoffer kunnen bevestigen. De identiteit van de getuigen moet bekend zijn om in aanmerking te komen voor het ondertekenen van het document. Voor de geloofwaardigheid neemt de Kamer de aard en lengte van de relatie tussen de getuige en het slachtoffer, het bewijs van de identiteit van de getuigen en hun plaats in de maatschappij mee in overweging. 28 Voor de rechtspersoon is de regel anders. Om als rechtspersoon te worden aangemerkt kan volgens de Kamer een organisatie of instelling een document, dat in overeenstemming met het recht van dat land is gemaakt, overleggen. Daarnaast moet een document overlegd worden dat de schade aan hun eigendommen zoals beschreven in sub b van regel 85 het Reglement van proces- en bewijsvoering aantoont. 29 Indien vaststaat dat het slachtoffer een natuurlijk persoon of rechtspersoon is, gaat de Kamer ten tweede na of er bewijs is dat het slachtoffer schade heeft geleden als gevolg van een misdrijf waar het Internationaal Strafhof rechtsmacht over heeft. Omdat sub a van regel 85 niet de bepaling bevat dat sprake moet zijn van directe schade, kan een natuurlijk persoon direct of indirect slachtoffer zijn van een strafbaar feit onder de bevoegdheid van het Internationaal Strafhof, aldus de Kamer. 30 Het Hof merkt daarbij op dat schade geleden door een natuurlijk persoon als persoonlijke schade wordt aangemerkt. Dit impliceert dat persoonlijke schade noodzakelijk is voor de status van slachtoffer, maar het betekent niet dat de schade direct moet zijn. 31 De vraag is wat onder de schade zoals bedoeld in regel 85 wordt verstaan? De Kamer somt een aantal vormen op. Een slachtoffer kan - individueel of collectief - lichamelijk of geestelijk letsel hebben, geestelijk lijden, economisch verlies hebben geleden of aanzienlijk zijn 27 ICC 18 januari 2008, ICC-01/04-01/ (Aanklager t. Thomas Lubanga Dyilo), par ICC 18 januari 2008, ICC-01/04-01/ (Aanklager t. Thomas Lubanga Dyilo), par ICC 18 januari 2008, ICC-01/04-01/ (Aanklager t. Thomas Lubanga Dyilo), par ICC 18 januari 2008, ICC-01/04-01/ (Aanklager t. Thomas Lubanga Dyilo), par. 91. Dit punt is bevestigd in hoger beroep, zie ICC 11 juli 2008, ICC-01/04-01/ (Hoger beroep Aanklager t. Thomas Lubang Dyilo), par ICC 11 juli 2008, ICC-01/04-01/ (Hoger beroep Aanklager t. Thomas Lubang Dyilo), par. 38 en

15 aangetast in zijn of haar fundamentele rechten. 32 Dat de schade individueel of collectief geleden kan worden, is overigens niet relevant voor de vaststelling van de status als slachtoffer. 33 De derde voorwaarde is dat het ten laste gelegde misdrijf onder de jurisdictie van het Hof valt. De vraag of het misdrijf onder de jurisdictie van het Hof valt moet worden beantwoord met behulp van de artikelen 5, 11 en 12 van het Statuut. Artikel 5 bevat de inhoudelijke misdrijven; deze zijn genocide, misdrijven tegen de menselijkheid, oorlogsmisdrijven en het misdrijf agressie. In artikel 11 Statuut staat dat het Hof rechtsmacht heeft over misdrijven die zijn begaan na de inwerkingtreding van het Statuut (1 juli 2002). Ook moet het misdrijf aan één van de twee voorwaarden uit artikel 12 Statuut voldoen. De voorwaarden zijn dat het Hof rechtsmacht kan uitoefenen over misdrijven die hebben plaatsgevonden op het grondgebied van een staat die partij is van het Statuut of anderszins de rechtsmacht van het Hof heeft aanvaard of de persoon die het misdrijf heeft begaan onderdaan is van de staat. 34. Als vierde voorwaarde geldt dat een causaal verband moet bestaan tussen de misdrijven en de geleden schade; dit causale verband hoeft niet in detail vastgesteld te worden. 35 Volgens de Kamer is sprake van een causaal verband indien de omstandigheden van de schade naar tijd en plaats en het ontstaan van het misdrijf overlappen of wanneer ze verenigbaar of niet inconsistent zijn De ECCC In de interne regels van de ECCC (hierna: interne regels) staat de definitie van het slachtoffer. Voordat ingegaan kan worden op dit begrip moet eerst een onderscheid worden gemaakt. In de interne regels is een algemeen slachtofferbegrip opgenomen in de woordenlijst. Voor de ECCC kan een slachtoffer ook als civiele partij optreden in de procedure. De inhoud van dit recht wordt in hoofdstuk 5 besproken, maar om als civiele partij te worden aangemerkt gelden ook bepaalde 32 ICC 18 januari 2008, ICC-01/04-01/ (Aanklager t. Thomas Lubanga Dyilo), par ICC 11 juli 2008, ICC-01/04-01/ (Hoger beroep Aanklager t. Thomas Lubang Dyilo), par ICC 17 januari 2006, ICC-01/ Corr (Aanklager t. Thomas Lubanga Dyilo), par ICC 17 januari 2006, ICC-01/ Corr (Aanklager t. Thomas Lubanga Dyilo), par. 79 en 94 voor de onderzoeksfase en ICC 18 januari 2008, ICC-01/04-01/ (Aanklager t. Thomas Lubanga Dyilo), par. 93 voor de zaak. De uitspraak is in hoger beroep bevestigd, zie ICC 11 juli 2008, ICC-01/04-01/ (Hoger beroep Aanklager t. Thomas Lubang Dyilo), par ICC 10 augustus 2007, ICC-02/ (Situatie in Uganda) 15

16 eisen. Allereerst het algemene slachtofferbegrip. 37 Als slachtoffer heeft te gelden een natuurlijk persoon of rechtspersoon die schade heeft geleden als gevolg van een misdrijf waarover de ECCC rechtsmacht heeft, een ruim bereik dus (artikel 3 lid 2 sub a Practice direction on victim participation). Artikel 2 van de ECCC-law bepaalt waarover de ECCC rechtsmacht heeft. De ECCC heeft de bevoegdheid om senior leiders van de Democratic Kampuchea en degene die het meest verantwoordelijk zijn voor de misdaden en ernstige schendingen van de Cambodjaanse wetgeving gerelateerd aan misdrijven, internationaal humanitair recht, de gewoonte en internationale verdragen die door Cambodja zijn erkend en die zijn gepleegd in de periode van 17 april 1975 tot 6 januari 1979 te vervolgen. Onder misdrijven vallen onder meer genocide, misdrijven tegen de menselijkheid, en ernstige schendingen van de Geneve Conventies van 12 augustus Om als slachtoffer te participeren als civiele partij gelden strengere eisen. Regel 23bis lid 1 sub a bepaalt dat de identiteit van de aanvrager duidelijk moet zijn; hierbij neemt de Kamer een flexibele houding in. Een verklaring van een dorp oudere of een gemeentelijke leider behoort tot de mogelijkheden om de identiteit aan te tonen. 38 Daarnaast bevat regel 23bis lid 1 sub b nog een tweetal eisen. De eerste eis is dat de schade een direct gevolg is van een delict waarvoor de persoon is aangeklaagd; daar komt bij dat het slachtoffer alleen in een lopende procedure mag participeren als civiele partij. 39 De tweede eis is dat de schade van fysieke, materiële of psychologische aard moet zijn en de herstelbetalingen op één van deze eisen kan worden gebaseerd. 40 De onderzoekende rechters merken op dat de civiele partij moet aantonen dat de facto schade is geleden als gevolg van een misdrijf dat onder de jurisdictie van de ECCC valt. 41 Ingevolge artikel 3 lid 2 sub c Practice on victim participation valt onder psychologische schade de dood van familie als gevolg van de misdrijven; er is een vermoeden van psychologische schade bij de familieleden van het directe slachtoffer. Onder familieleden wordt verstaan de 37 Gebaseerd op de woordenlijst bij de Interne Regels (rev. 7), zie ook: onderzoekende rechters ECCC 14 september 2010, ECCC 002/ ECCC/OCIJ (Order on the admissibility of civil part applicants from current residents of Kampong Thom Province), par ECCC 24 juni 2011, ECCC 002/ ECCC/OCIJ (Decision on appeals against orders of the coinvestigating judges on the admissibility of civil party applications), par onderzoekende rechters ECCC 14 september 2010, ECCC 002/ ECCC/OCIJ (Order on the admissibility of civil part applicants from current residents of Kampong Thom Province), par Zie ook ECCC 24 juni 2011, ECCC 002/ ECCC/OCIJ (Decision on appeals against orders of the coinvestigating judges on the admissibility of civil party applications), par onderzoekende rechters ECCC 14 september 2010, ECCC 002/ ECCC/OCIJ (Order on the admissibility of civil part applicants from current residents of Kampong Thom Province), par

17 ouders, het kind en eventueel broers en zussen. 42 De Kamer merkt daarnaast op dat er geen beperkingen in de wet- en regelgeving zijn te vinden met betrekking tot de term psychologische schade. 43 Voorts is de Kamer van mening dat bij een grotere groep mensen een vermoeden van psychologische schade zou moeten bestaan. 44 Onder psychologische schade vallen ook psychische stoornissen en trauma s. Bij het vaststellen van de psychologische schade neemt de Kamer de sociale en culturele context van de schade mee. 45 Daarnaast bevat artikel 3 lid 2 nog een aantal eisen, namelijk dat het slachtoffer persoonlijk is geraakt door het delict en de schade daadwerkelijk tot stand is gekomen; er moet dus sprake zijn van een slachtoffer, zoals in de definitie hierboven omschreven, zonder onderscheid naar nationaliteit of huidige woonplaats. Linton is van mening dat de eis dat de schade daadwerkelijk tot stand is gekomen nutteloos is, want wanneer is de geleden schade daadwerkelijk tot stand gekomen? 46 De onderzoekende rechters merken hierover op dat zij niet de schade van het slachtoffer vaststellen. Dit moet de Kamer van berechting doen wanneer al het bewijs is overgelegd. Het slachtoffer kan als civiele partij worden aangemerkt, indien er geloofwaardige gronden zijn dat het slachtoffer schade heeft geleden. De schade van het slachtoffer moet persoonlijk zijn. 47 De ECCC merkt op dat de schade niet direct hoeft te zijn. 48 De Kamer van berechting merkt hierover op dat de schade betrekking moet hebben op een misdrijf dat in de aanklacht staat en niet over de feiten die daadwerkelijk naar boven zijn gekomen in het onderzoek. 49 In een verklaring van the Victim Unit staat ook dat een slachtoffer zich als civiele partij kan voegen, indien hij/zij schade heeft geleden van één van de misdrijven waarover de ECCC rechtsmacht heeft onderzoekende rechters ECCC 14 september 2010, ECCC 002/ ECCC/OCIJ (Order on the admissibility of civil part applicants from current residents of Kampong Thom Province), par ECCC 24 juni 2011, ECCC 002/ ECCC/OCIJ (Decision on appeals against orders of the coinvestigating judges on the admissibility of civil party applications), par ECCC 24 juni 2011, ECCC 002/ ECCC/OCIJ (Decision on appeals against orders of the coinvestigating judges on the admissibility of civil party applications), par ECCC 24 juni 2011, ECCC 002/ ECCC/OCIJ (Decision on appeals against orders of the coinvestigating judges on the admissibility of civil party applications), par S. Linton, Putting Cambodia s extraordinary chambers into context, Singapore Year book of International Law and Contributions 2007, p onderzoekende rechters ECCC 14 september 2010, ECCC 002/ ECCC/OCIJ (Order on the admissibility of civil part applicants from current residents of Kampong Thom Province), par ECCC 24 juni 2011, ECCC 002/ ECCC/OCIJ (Decision on appeals against orders of the coinvestigating judges on the admissibility of civil party applications), par ECCC 24 juni 2011, ECCC 002/ ECCC/OCIJ (Decision on appeals against orders of the coinvestigating judges on the admissibility of civil party applications), par STATEMENT OF THE VICTIM UNIT van 21 januari 2009, p

18 3. Rechten van slachtoffers in Nederland In dit hoofdstuk zullen de rechten van slachtoffers in Nederland worden besproken. Zoals in de inleiding aangegeven zal hierbij gekeken worden naar het moment van het instellen van een onderzoek tot en met de eindbeslissing. Met het onderzoek wordt vooral gedoeld op het vooronderzoek onder leiding van de officier van justitie. Voordat inhoudelijk op de rechten van slachtoffers wordt ingegaan, moet eerst een aantal algemene opmerkingen worden geplaatst. Een slachtoffer kan in Nederland in verschillende hoedanigheden zijn rechten uitoefenen. Ten eerste als slachtoffer, zoals bedoeld in het vorige hoofdstuk. Ten tweede als benadeelde partij (artikel 51f WvSv); deze mogelijkheid zal in paragraaf 7 worden besproken. Ten derde als aangever van een strafbaar feit. Een vierde mogelijkheid is als getuige in de procedure. De laatste mogelijkheid is als klager ingevolge artikel 12 WvSv. 51 Het kan voorkomen dat een slachtoffer en een benadeelde partij dezelfde persoon zijn. Maar wat moet er gebeuren indien het slachtoffer ter zitting verschijnt om alleen zijn spreekrecht uit te oefenen en niet om als getuige op te treden? Van Bemmelen & Van Veen schrijven dat voor de samenloop van de procesposities van een slachtoffer geen uitdrukkelijke regeling is opgesteld. 52 Volgens de auteurs wijst dit erop dat regels die van toepassing zijn op elk van de rollen, in volle omvang van toepassing zijn; dit betekent dat een slachtoffer die ter terechtzitting verschijnt ook als getuige gehoord kan worden. 53 In het vervolg van dit hoofdstuk komen de rechten van titel IIIa WvSv aan bod. Er zal af en toe een uitstapje buiten deze titel IIIa van het WvSv worden gemaakt. Dit is onvermijdbaar, omdat sommige rechten van slachtoffers in een ander deel van het WvSv staan dan wel in het WvSr. 3.1 Correcte bejegening Artikel 51a lid 2 WvSv bepaalt dat de officier van justitie zorg draagt voor een correcte bejegening van het slachtoffer. Dit artikellid is een uitwerking van artikel 2 van het EUkaderbesluit; hierin staat dat het slachtoffer tijdens de procedure met gepast respect voor zijn persoonlijkheid wordt bejegend. 51 M.S. Groenhuijsen & N.J.M. Kwakman, Het slachtoffer in het vooronderzoek, in: M.S. Groenhuijsen & G. Knigge, Dwangmiddelen en rechtsmiddelen. Derde interimrapport onderzoeksproject strafvordering 2001, Deventer: Gouda Quint, p Zie ook: G.J.M. Corstens, Het Nederlands strafprocesrecht, Deventer: Kluwer 2008, p Verder: J.M. van Bemmelen & Th.W. van Veen, Strafprocesrecht, Deventer: Kluwer 2010, p J.M. van Bemmelen & Th.W. van Veen, Strafprocesrecht, Deventer: Kluwer 2010, p J.M. van Bemmelen & Th.W. van Veen, Strafprocesrecht, Deventer: Kluwer 2010, p

19 Volgens Groenhuijsen en Kwakman is het recht op een correcte bejegening het belangrijkste recht van een slachtoffer in het strafproces. 54 Zij onderscheiden dit in een kwantitatief en een kwalitatief deel. Het kwantitatieve deel houdt in dat de interactie met de betreffende functionarissen de leedverwerking ten goede komt en ook secundaire victimisatie 55 kan voorkomen. Het kwalitatieve deel houdt in dat het recht op correcte bejegening als containerrecht of kapstokartikel wordt gezien. Dit betekent dat uit het recht op correcte bejegening de andere slachtofferrechten kunnen worden afgeleid. 56 De wettelijke vastlegging van correcte bejegening is echter niet meer dan een uitgangspunt; de uitwerking van de correcte bejegening moet gebeuren in ciruclaires. 57 In de MvT op het wetsvoorstel Wet ter versterking positie slachtoffers in het strafrecht staat ook dat de correcte bejegening van het slachtoffer niet als recht is geformuleerd, maar als instructienorm voor de officier van justitie. De correcte bejegening is een verplichting aan de officier van justitie en kan daarom, volgens de wetgever, niet via een rechtsmiddel worden afgedwongen. 58 Het slachtoffer is dus afhankelijk van de bereidheid van functionarissen die het slachtoffer correct dienen te bejegenen. 59 Artikel 51a WvSv geldt ook voor de bejegening van het slachtoffer door de politie en medewerkers van het parket die belast zijn met de uitvoering van slachtofferhulp. 60 Erkenning door die functionarissen leidt tot correcte bejegening; het slachtoffer zoekt bevestiging van de eigen woede in de bejegening door de functionarissen. 61 Maar wat houdt de instructienorm op correcte bejegening van het slachtoffer nu in? Uit de MvT op het wetsvoorstel Wet ter versterking positie slachtoffers in het strafrecht blijkt dat een gesprek 54 M.S. Groenhuijsen & N.J.M. Kwakman, Het slachtoffer in het vooronderzoek, in: M.S. Groenhuijsen & G. Knigge, Dwangmiddelen en rechtsmiddelen. Derde interimrapport onderzoeksproject strafvordering 2001, Deventer: Gouda Quint, p Secundaire victimisatie houdt in dat een slachtoffer nogmaals slachtoffer wordt als gevolg van de strafprocedure. 56 M.S. Groenhuijsen & N.J.M. Kwakman, Het slachtoffer in het vooronderzoek, in: M.S. Groenhuijsen & G. Knigge, Dwangmiddelen en rechtsmiddelen. Derde interimrapport onderzoeksproject strafvordering 2001, Deventer: Gouda Quint, p. 971 en M.S. Groenhuijsen & N.J.M. Kwakman, Het slachtoffer in het vooronderzoek, in: M.S. Groenhuijsen & G. Knigge, Dwangmiddelen en rechtsmiddelen. Derde interimrapport onderzoeksproject strafvordering 2001, Deventer: Gouda Quint, p Kamerstukken II 2004/2005, , nr.3, p M.S. Groenhuijsen & N.J.M. Kwakman, Het slachtoffer in het vooronderzoek, in: M.S. Groenhuijsen & G. Knigge, Dwangmiddelen en rechtsmiddelen. Derde interimrapport onderzoeksproject strafvordering 2001, Deventer: Gouda Quint, p Kamerstukken II 2004/2005, , nr.3, p J.J.M. van Dijk, De komende emancipatie van het slachtoffer: Naar een verbeterde rechtspositie voor gedupeerden van misdrijven, Tijdschrift voor herstelrecht , p

20 met een slachtoffer daaronder valt. 62 In de aanwijzing slachtofferzorg van het college van procureurs-generaal staat wanneer een dergelijk gesprek aangewend moet worden. Een dergelijk gesprek is verplicht bij spreekrechtwaardige delicten die in aanmerking komen voor behandeling door de meervoudige kamer. Indien de officier van justitie van plan is om een ernstig geweldsof zedendelict te seponeren, dan is hij ook verplicht om een gesprek met het slachtoffer aan te gaan. 63 Onder correcte bejegening valt ook het verstrekken van relevante informatie en het behartigen van belangen van slachtoffers door het OM. 64 Verder houdt correcte bejegening in dat de bejegening op de aard van het ondergane leed wordt afgestemd; een goede opvang is daarbij van belang. Verder is het niet onnodig blootstellen aan pijnlijke ondervragingen en geen onnodige confrontaties met de dader een onderdeel van het recht op correcte bejegening. 65 Correcte bejegening houdt voorts in dat een beschermingsregime voor kwetsbare slachtoffers wordt opgesteld. Onder kwetsbare slachtoffers wordt verstaan jeugdige slachtoffers, slachtoffers van zedendelicten, slachtoffers in de familiesfeer of in andere afhankelijke situaties of slachtoffers die forensisch medische of psychologische onderzoeken moeten ondergaan. Ook zal een beschermingsregime voor de privacy van het slachtoffer moeten worden opgesteld. 66 Het recht op correcte bejegening is, zoals geadviseerd door Groenhuijsen en Kwakman, in richtlijnen/circulaires van het OM uitgewerkt. Er zullen twee richtlijnen de revue passeren, namelijk de Aanwijzing slachtofferzorg en de Aanwijzing opsporing en vervolging inzake seksueel misbruik. 67 Uit deze richtlijnen zullen de hoofdlijnen voor de correcte bejegening worden geschetst. In de Aanwijzing slachtofferzorg wordt het recht op correcte bejegening tijdens de strafrechtprocedure nogmaals aangehaald. Daarna wordt een differentiatie in het handelen van het OM naar de ernst van het delict gemaakt. Hoe ernstiger het delict, hoe meer persoongebonden het OM handelt. Bij deze differentiatie zet ik mijn vraagtekens. Lamet en 62 Kamerstukken II 2004/2005, , nr.3, p. 18 en J.M. van Bemmelen & Th.W. van Veen, Strafprocesrecht, Deventer: Kluwer 2010, p. 243 en J.C.A.M. Claassens, Het wetsvoorstel : versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces, VK /8, p College van procureurs-generaal, Aanwijzing slachtofferzorg 2010, Stb. 2010, nr , punt M.S. Groenhuijsen & A.S. Penders, De positie van slachtoffers van delicten in het strafrecht, in: M.L.M. Renckens, Schaderegeling voor slachtoffers, Alphen aan de Rijn: Samsom H.D. Tjeenk Willink, 1993, p M.S. Groenhuijsen & N.J.M. Kwakman, Het slachtoffer in het vooronderzoek, in: M.S. Groenhuijsen & G. Knigge,Dwangmiddelen en rechtsmiddelen. Derde interimrapport onderzoeksproject strafvordering 2001, Deventer: Gouda Quint, p M.S. Groenhuijsen & N.J.M. Kwakman, Het slachtoffer in het vooronderzoek, in: M.S. Groenhuijsen & G. Knigge,Dwangmiddelen en rechtsmiddelen. Derde interimrapport onderzoeksproject strafvordering 2001, Deventer: Gouda Quint, p. 972 en College van procureurs-generaal, Aanwijzing slachtofferzorg 2010, Stb. 2010, nr en College van procureurs-generaal, Aanwijzing opsporing en vervolging inzake seksueel misbruik, Stb. 2010, nr

21 Wittebrood concluderen dat juridisch ernstige misdrijven niet altijd ernstige gevolgen hebben en juridisch niet-ernstige misdrijven dit soms juist wel kunnen hebben. De gevolgen van de misdrijven treden het vaakst op bij delicten met geweld, maar ook relatief vaak bij slachtoffers van inbraak of autodiefstal, aldus Lamet en Wittebrood. Daarnaast komt naar voren dat de gevolgen van een delict met weinig of geen lichamelijk letsel (de inbraak en de autodiefstal) toch als ernstig worden ervaren. 68 Daarnaast zou naar mijn mening geen discriminatie plaats moeten vinden, enkel op de grond dat een delict ernstiger is. Vervolgens wordt in de aanwijzing vermeld dat de aangifte van het slachtoffer zorgvuldig moet worden opgenomen. 69 Ook moet het OM zorgvuldig handelen bij overdrachtsmomenten van het strafdossier. De aanwijzing opsporing en vervolging inzake seksueel misbruik spreekt over professionele bejegening van de aangevers. In deze aanwijzing staat dat bewust niet is gekozen voor de term slachtoffer, omdat deze term impliciet partij zou kiezen voor het slachtoffer. De bejegening van de aangevers vergt specifieke deskundigheid. Dit betekent dat opsporingsambtenaren ervaren moeten zijn, sociale- en verhoorvaardigheden moeten hebben, rechercheonderzoek moeten hebben verricht, kennis hebben van slachtofferproblematiek en inzicht hebben in het netwerk van hulpverleningsinstanties. Het onderzoek naar het delict moet aan een kwaliteitsnorm voldoen. De opsporingsambtenaar moet aan de proeve van bekwaamheid voldoen. 70 De aangever moet ook kunnen kiezen tussen een mannelijke of vrouwelijke zedenrechercheur. 71 Als laatste moet het verhoor van het slachtoffer auditief worden vastgelegd, tenzij de aangever daarmee niet instemt. Indien er geen instemming is, dan moet de verklaring schriftelijk worden opgesteld. Artikel 288a WvSv bevat de instructienorm van correcte bejegening van het slachtoffer door de rechter. De achterliggende gedachte is dat het slachtoffer aanspraak kan maken op een behoorlijke behandeling tijdens het gehele proces. 72 Vellinga vindt het recht op correcte bejegening een fatsoensnorm en daarom overbodig W. Lamet & K. Wittebrood, Nooit meer dezelfde, Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau 2009, p J.J.M. van Dijk, Slachtoffer van misdrijven: Kenmerken, hulpbehoeften en rechten, in: E.R. Muller e.a. Criminaliteit: Ciminaliteit en criminaliteitsbestrijding in Nederland, Deventer: Kluwer 2010, p Voor de inhoud van dit begrip verwijs ik naar de Aanwijzing opsporing en vervolging inzake seksueel misbruik. 71 J.J.M. van Dijk, Slachtoffer van misdrijven: Kenmerken, hulpbehoeften en rechten, in: E.R. Muller e.a. Criminaliteit: Ciminaliteit en criminaliteitsbestrijding in Nederland, Deventer: Kluwer 2010, p G.J.M. Corstens, Het Nederlands strafprocesrecht, Deventer: Kluwer 2008, p. 77 en W.H. Vellinga, De positie van het slachtoffer in het strafproces: een nieuwe wet, VK , p

22 Uit het bovenstaande bleek dat de invulling van een correcte bejegening wordt ingevuld door de rechten, die hieronder nog worden besproken. 3.2 Recht op informatie Artikel 51a lid 3 WvSv bepaalt dat het slachtoffer recht heeft op informatie over de aanvang en voortgang in de zaak tegen de verdachte. De achterliggende gedachte bij het recht op informatie is dat wanneer het slachtoffer niets verneemt van de overheid, het slachtoffer daar aantoonbaar slechter van wordt. Het slachtoffer voelt zich dan buitengesloten, niet erkend en vervreemdt van het systeem. 74 Het slachtoffer moet wel om de informatie uit lid 3 verzoeken, zodat het slachtoffer de bewuste keuze kan maken om wel of geen informatie te ontvangen. Het slachtoffer kan immers de wens hebben om niet aan het delict te worden herinnerd. 75 De politie zal bij het eerste contact moeten vragen of het slachtoffer de informatie wil ontvangen. 76 Het slachtoffer moet ook geïnformeerd worden over de mogelijkheden van de vormen van bijstand door bijvoorbeeld het bureau slachtofferhulp. 77 In het vervolg van artikel 51a lid 3 WvSv worden aan de politie en het OM bijzondere plichten opgelegd. Voor de politie geldt dat zij schriftelijk aan het slachtoffer mededelen indien zij afzien van opsporing of wanneer het proces-verbaal tegen de verdachte wordt ingezonden. 78 Alvorens de plichten van de officier van justitie aan bod komen, moet worden opgemerkt dat wanneer het proces-verbaal naar de officier wordt doorgestuurd hij bij het slachtoffer moet informeren of deze nog steeds de informatie wil ontvangen over de strafzaak. 79 Wanneer het slachtoffer de informatie wenst moet de officier van justitie schriftelijk mededelen indien de vervolging aanvangt of wordt voortgezet (hieronder valt ook het afzien van vervolging 80 ), de datum en het tijdstip van de terechtzitting en van de einduitspraak tegen de 74 M.S. Groenhuijsen & N.J.M. Kwakman, Het slachtoffer in het vooronderzoek, in: M.S. Groenhuijsen & G. Knigge, Dwangmiddelen en rechtsmiddelen. Derde interimrapport onderzoeksproject strafvordering 2001, Deventer: Gouda Quint, p Kamerstukken II 2004/2005, , nr.3, p Kamerstukken II 2004/2005, , nr.3, p M.S. Groenhuijsen & N.J.M. Kwakman, Het slachtoffer in het vooronderzoek, in: M.S. Groenhuijsen & G. Knigge,Dwangmiddelen en rechtsmiddelen. Derde interimrapport onderzoeksproject strafvordering 2001, Deventer: Gouda Quint, p. 870 en J.J.M. van Dijk, Slachtoffer van misdrijven: Kenmerken, hulpbehoeften en rechten, in: E.R. Muller e.a. Criminaliteit: Ciminaliteit en criminaliteitsbestrijding in Nederland, Deventer: Kluwer 2010, p M.S. Groenhuijsen & N.J.M. Kwakman, Het slachtoffer in het vooronderzoek, in: M.S. Groenhuijsen & G. Knigge, Dwangmiddelen en rechtsmiddelen. Derde interimrapport onderzoeksproject strafvordering 2001, Deventer: Gouda Quint, p Kamerstukken II 2004/2005, , nr.3, p Kamerstukken II 2004/2005, , nr.3, p

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 143 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Nadere informatie

Het opschrift van de Eerste afdeling van Titel IIIA van het Eerste Boek komt te luiden: EERSTE AFDELING Definities

Het opschrift van de Eerste afdeling van Titel IIIA van het Eerste Boek komt te luiden: EERSTE AFDELING Definities [2 juni 2015] Implementatie van richtlijn 2012/29/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van minimumnormen voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van

Nadere informatie

Recht en bijstand bij juridische procedures

Recht en bijstand bij juridische procedures Recht en bijstand bij juridische procedures In deze folder leest u meer 0900-0101 (lokaal tarief) over de juridische bijstand door Slachtofferhulp Nederland en de rechten van slachtoffers. Een wirwar van

Nadere informatie

Het kind als benadeelde partij in het Nederlandse en Internationale Strafrecht

Het kind als benadeelde partij in het Nederlandse en Internationale Strafrecht Het kind als benadeelde partij in het Nederlandse en Internationale Strafrecht Universiteit Leiden, bachelorscriptie BA III Naam: Chloé Simonis Datum: 25 mei 2012 Studentnummer: 0920711 Studierichting:

Nadere informatie

De positie van het slachtoffer in het strafproces. 2.1. Definitie slachtoffer. 2.2. Correcte bejegening. 2. De rechten van het slachtoffer

De positie van het slachtoffer in het strafproces. 2.1. Definitie slachtoffer. 2.2. Correcte bejegening. 2. De rechten van het slachtoffer 2. De rechten van het slachtoffer 2.1. Definitie slachtoffer In de wet is een definitie van het begrip slachtoffer opgenomen: degene die als rechtstreeks gevolg van een strafbaar feit vermogensschade of

Nadere informatie

CONCEPT AMvB Besluit slachtoffers van strafbare feiten

CONCEPT AMvB Besluit slachtoffers van strafbare feiten CONCEPT AMvB Besluit slachtoffers van strafbare feiten Besluit van..., houdende regels voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten (Besluit slachtoffers van

Nadere informatie

Verruiming spreekrecht in rechtszaal van kracht

Verruiming spreekrecht in rechtszaal van kracht Regelingen en voorzieningen CODE 6.5.6.28 Verruiming spreekrecht in rechtszaal 1.9.2012 van kracht tekst bronnen Nieuwsbericht ministerie van Veiligheid en Justitie 10.7.2012; www.rijksoverheid.nl Wet

Nadere informatie

Aanwijzing. Slachtofferzorg. Parket Curaçao

Aanwijzing. Slachtofferzorg. Parket Curaçao Aanwijzing Slachtofferzorg Parket Curaçao Samenvatting Deze aanwijzing stelt regels betreffende de bejegening van slachtoffers van misdrijven, zoals zeden, geweld- en verkeersmisdrijven. Daarbij worden

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 1 Wet van 17 december 2009 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering, het Wetboek van Strafrecht en de Wet schadefonds geweldsmisdrijven

Nadere informatie

De uitbreiding van de positie van slachtoffers en nabestaanden in het Nederlandse strafproces.

De uitbreiding van de positie van slachtoffers en nabestaanden in het Nederlandse strafproces. De uitbreiding van de positie van slachtoffers en nabestaanden in het Nederlandse strafproces. Van spreekrecht naar adviesrecht? Naam: Steffi de Rijck ANR: S645765 Afstudeerrichting: Strafrecht Afstudeerdatum:

Nadere informatie

Enkele achtergronden bij de beslissing om geen onderzoek in te stellen tegen Jorge Zorreguieta. Voorgeschiedenis. Aangifte 2001

Enkele achtergronden bij de beslissing om geen onderzoek in te stellen tegen Jorge Zorreguieta. Voorgeschiedenis. Aangifte 2001 Enkele achtergronden bij de beslissing om geen onderzoek in te stellen tegen Jorge Zorreguieta Voorgeschiedenis Aangifte 2001 Eerder werd aangifte gedaan tegen Jorge Zorreguieta in 2001 ter zake van foltering

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 44630 31 december 2015 Besluit van de Minister van Veiligheid en Justitie van 2 december 2015, kenmerk 708251, tot vaststelling

Nadere informatie

De concrete voorstellen in dit pamflet dragen in de optiek van de VVD bij aan het verwezenlijken van deze doelstellingen.

De concrete voorstellen in dit pamflet dragen in de optiek van de VVD bij aan het verwezenlijken van deze doelstellingen. Slachtoffer zijn van een misdrijf is ingrijpend. Het draagt bij aan de verwerking van dit leed als slachtoffers het gevoel hebben dat zij de aandacht krijgen die zij verdienen. Dat zij zo goed mogelijk

Nadere informatie

Rapport. Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068

Rapport. Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068 Rapport Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068 2 Klacht Verzoeker, slachtoffer van poging doodslag gepleegd door zijn ex-vriendin op 10 december 1999, klaagt erover dat het arrondissementsparket te

Nadere informatie

Geachte heerteeven, Strekking wetsvoorstel

Geachte heerteeven, Strekking wetsvoorstel h& NEDERLANDSE r,pr VERENIGING VOOR RECHTSPRAAK De Staatssecretaris van Vefligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus 2030! 2SOOEH DEN HAAG Dutem 31 oktober 20l4 Uw keuw.,k Coetectpwvoen AdvIes op het voorontwerp

Nadere informatie

Het slachtoffer in het strafproces

Het slachtoffer in het strafproces Het slachtoffer in het strafproces Mijn mobiele telefoon a. Staat natuurlijk al uit. b. Staat nog aan, maar die zet ik nu onmiddellijk uit. c. Omdat ik heel belangrijk ben laat ik die aanstaan, maar wel

Nadere informatie

Ons kenmerk z Contactpersoon. Onderwerp Advies inzake Boeken 3 tot en met 6 nieuwe Wetboek van Strafvordering

Ons kenmerk z Contactpersoon. Onderwerp Advies inzake Boeken 3 tot en met 6 nieuwe Wetboek van Strafvordering Autoriteit Persoonsgegevens Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag Bezuidenhoutseweg 30, 2594 AV Den Haag T 070 8888 500 - F 070 8888 501 autoriteitpersoonsgegevens.nl Aan de Minister van Justitie en Veiligheid

Nadere informatie

32635 Strategie van Nederlands buitenlandbeleid. Brief van de minister van Buitenlandse Zaken

32635 Strategie van Nederlands buitenlandbeleid. Brief van de minister van Buitenlandse Zaken 32635 Strategie van Nederlands buitenlandbeleid Nr. 5 Brief van de minister van Buitenlandse Zaken Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 26 april 2012 Mede namens de Staatssecretaris

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 maart 2003 (OR. en) 6505/03 CRIMORG 11

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 maart 2003 (OR. en) 6505/03 CRIMORG 11 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 6 maart 2003 (OR. en) 6505/03 CRIMORG 11 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Initiatief van het Koninkrijk Denemarken met het oog op de aanneming van

Nadere informatie

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van, nr. ;

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van, nr. ; Besluit van, tot wijziging van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 in verband met een vergoeding voor de beurtelingse verlening van rechtsbijstand in het kader van politieverhoren Op de voordracht

Nadere informatie

Datum 25 april 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de positie van kwetsbare verdachten in het strafproces

Datum 25 april 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de positie van kwetsbare verdachten in het strafproces 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamerd der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv

Nadere informatie

33000 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2012

33000 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2012 33000 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2012 Nr. 75 Brief van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Aan de Voorzitter van

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 477 Wet van 2 december 2015, houdende bepalingen verband houdende met de instelling van de rechtsopvolgers van in Nederland gevestigde internationale

Nadere informatie

Je rechten na een verkeersongeval. Rechtenbrochure Rondpunt vzw

Je rechten na een verkeersongeval. Rechtenbrochure Rondpunt vzw Je rechten na een verkeersongeval Rechtenbrochure Rondpunt vzw COLOFON Je rechten na een verkeersongeval 2018 Redactieadres Verantwoordelijke uitgever Rondpunt vzw Uitbreidingstraat 518 bus 2.01 2600 Berchem

Nadere informatie

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 2

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 2 Aan de minister van Veiligheid en Justitie Mr. I.W. Opstelten Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG datum 1 april 2011 doorkiesnummer 070-361 9721 e-mail voorlichting@rechtspraak.nl uw kenmerk 5683418/11/6 onderwerp

Nadere informatie

Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I

Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I Besluit van, houdende wijziging van het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens in verband met de implementatie van de richtlijn 2011/93/EU van het Europees Parlement en de Raad ter bestrijding

Nadere informatie

Het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden

Het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden 1 Het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden Is uit oogpunt van het spreekrecht voor slachtoffers en nabestaanden, een tweefasenproces passend binnen het Nederlandse Strafprocesrecht, mede gelet

Nadere informatie

Is het spreekrecht de start van een oneerlijk proces? Een evaluatie van het Nederlandse Spreekrecht van het slachtoffer en de rechten van de verdachte

Is het spreekrecht de start van een oneerlijk proces? Een evaluatie van het Nederlandse Spreekrecht van het slachtoffer en de rechten van de verdachte Is het spreekrecht de start van een oneerlijk proces? Een evaluatie van het Nederlandse Spreekrecht van het slachtoffer en de rechten van de verdachte Naam: Lisanne Burgers Studentnummer: 11112514 Email:

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 34 915 Goedkeuring van het op 7 juli 2017 te Tallinn tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Oekraïne inzake internationale

Nadere informatie

Korte beschouwingen op de voorgestelde Richtlijn Terrorismebestrijding

Korte beschouwingen op de voorgestelde Richtlijn Terrorismebestrijding Korte beschouwingen op de voorgestelde Richtlijn Terrorismebestrijding Mr. J.H.J. Verbaan 1. Inleiding In het kader van het thema van deze Landelijke Strafrechtdag, de invloed van de Europese Unie op het

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 182 Besluit van 15 mei 2015 tot wijziging van het Besluit internationale verplichtingen extraterritoriale rechtsmacht in verband met de implementatie

Nadere informatie

Datum 24 oktober 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de uitlevering van verdachten aan Rwanda

Datum 24 oktober 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de uitlevering van verdachten aan Rwanda 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

De positie van het slachtoffer in het strafproces

De positie van het slachtoffer in het strafproces De positie van het slachtoffer in het strafproces Daniëlle van Gastel Anr: s823558 Scriptie in de strafrechtswetenschappen Universiteit van Tilburg Master Nederlands recht, accent strafrecht Begeleiders:

Nadere informatie

Management samenvatting

Management samenvatting Management samenvatting Achtergrond, doelstelling en aanpak Op 1 januari 2014 is de Wet conservatoir beslag ten behoeve van het slachtoffer (hierna: conservatoir beslag) 1 in werking getreden. Doel van

Nadere informatie

Het recht van het slachtoffer op inzage en toevoeging van processtukken binnen het strafproces

Het recht van het slachtoffer op inzage en toevoeging van processtukken binnen het strafproces Het recht van het slachtoffer op inzage en toevoeging van processtukken binnen het strafproces Een onderzoek naar de regulering en de praktijk van het recht van het slachtoffer op inzage en toevoeging

Nadere informatie

Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet 1998

Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet 1998 JU Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet 1998 Categorie: Strafvordering Rechtskarakter: Aanwijzing i.d.z.v. artikel 130 lid 4 Wet RO Afzender: College van procureurs-generaal Adressaat:

Nadere informatie

Wet schadefonds geweldsmisdrijven in werking per 1.1.2012

Wet schadefonds geweldsmisdrijven in werking per 1.1.2012 Regelingen en voorzieningen CODE 6.5.6.32 Wet schadefonds geweldsmisdrijven in werking per 1.1.2012 bronnen Nieuwsbericht Schadefonds geweldsmisdrijven 6.6.2011; www.schadefonds.nl Wet van 6 juni 2011

Nadere informatie

Rapport. Datum: 16 maart 1998 Rapportnummer: 1998/060

Rapport. Datum: 16 maart 1998 Rapportnummer: 1998/060 Rapport Datum: 16 maart 1998 Rapportnummer: 1998/060 2 Klacht Op 3 maart 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer W. te Zeewolde met een klacht over een gedraging van het arrondissementsparket

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 363 Aanpassing van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven in verband met uitbreiding van de categorieën van personen die recht hebben op een uitkering

Nadere informatie

Slachtoffers hebben óók recht op hun rechten

Slachtoffers hebben óók recht op hun rechten Slachtoffers hebben óók recht op hun rechten Onderzoek naar de wijze waarop de rechten van slachtoffers met betrekking tot het spreekrecht, de schriftelijke slachtofferverklaring en de vordering tot schadevergoeding

Nadere informatie

Vervolging. Getuigenverhoor rechter-commissaris

Vervolging. Getuigenverhoor rechter-commissaris Als u in de strafzaak door een advocaat wordt bijgestaan, is het van belang dat u de advocaat op de hoogte houdt van de voortgang in het onderzoek. Na aangifte zal het politieonderzoek waarschijnlijk nog

Nadere informatie

De Minister van Justitie

De Minister van Justitie POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN De Minister van Justitie DATUM 18

Nadere informatie

Verdieping: Positie van het slachtoffer

Verdieping: Positie van het slachtoffer Verdieping: Positie van het slachtoffer Korte omschrijving werkvorm: In de afgelopen jaren is de positie van het slachtoffer in het strafrecht almaar versterkt, maar in de huidige wetgeving is er geen

Nadere informatie

Advies Conceptwetsvoorstel implementatie EU-richtlijn minimumnormen slachtoffers van strafbare feiten

Advies Conceptwetsvoorstel implementatie EU-richtlijn minimumnormen slachtoffers van strafbare feiten contactpersoon De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 7 oktober 2014 Voorlichting e-mail voorlichting@rechtspraak.nl telefoonnummer 06-46116548

Nadere informatie

3. Nationale politie Professor Groenhuijsen constateert dat het prestatieniveau van de Nederlandse politie onder de maat is. Hij is net als ik -

3. Nationale politie Professor Groenhuijsen constateert dat het prestatieniveau van de Nederlandse politie onder de maat is. Hij is net als ik - Bijlage 1 Toespraak Minister van Veiligheid en Justitie bij diner pensant, georganiseerd door Universiteit van Tilburg in sociëteit De Witte, Den Haag op 14-9-2011. 1) Inleiding Allereerst dank aan professor

Nadere informatie

Uitbreiding spreekrecht ex art. 51e Sv. De gevolgen voor de rechtspositie van de verdachte.

Uitbreiding spreekrecht ex art. 51e Sv. De gevolgen voor de rechtspositie van de verdachte. 2013 Uitbreiding spreekrecht ex art. 51e Sv. De gevolgen voor de rechtspositie van de verdachte. De gevolgen voor de rechtspositie van de verdachte indien het spreekrecht voor slachtoffers en nabestaanden

Nadere informatie

2014D36200 LIJST VAN VRAGEN

2014D36200 LIJST VAN VRAGEN 2014D36200 LIJST VAN VRAGEN De vaste commissie voor Veiligheid en Justitie heeft over de beleidsdoorlichting slachtofferzorg (Kamerstuk 33 199, nr. 4) de navolgende vragen ter beantwoording aan de Staatssecretaris

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 236 Implementatie van richtlijn 2012/29/EU van het Europees parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van minimumnormen voor

Nadere informatie

Regeling toezicht verwerking persoonsgegevens door gerechten en het parket bij de Hoge Raad 1

Regeling toezicht verwerking persoonsgegevens door gerechten en het parket bij de Hoge Raad 1 Regeling toezicht verwerking persoonsgegevens door gerechten en het parket bij de Hoge Raad 1 Gelet op artikel 55 lid 3 Verordening EU 2016/679 en artikel 45 lid 2 van de Richtlijn EU 2016/680, gehoord

Nadere informatie

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1 De minister van Veiligheid en Justitie mr. I.W. Opstelten Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 3 juni 2013 doorkiesnummer 06-18609322 e-mail uw kenmerk 377747 Voorlichting@rechtspraak.nl Advies Wetsvoorstel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 20 202 33 76 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces Nr. 4 ADVIES

Nadere informatie

Aangifte doen En dan?

Aangifte doen En dan? www.politie.nl/slachtoffer Aangifte doen En dan? 17035-1 Informatie voor slachtoffers van een misdrijf 1 Bent u slachtoffer van een misdrijf? Is er bijvoorbeeld bij u ingebroken? Of heeft iemand u mishandeld?

Nadere informatie

U hebt een schadevergoeding toegewezen gekregen

U hebt een schadevergoeding toegewezen gekregen Regelingen en voorzieningen CODE 6.5.3.7 U hebt een schadevergoeding toegewezen gekregen bronnen www.cjib.nl, januari 2011 Openbaar Ministerie, brochure: Hoe krijg ik mijn schade vergoed? januari 2011

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

KLACHTENREGELING BERG EN BOSCHSCHOOL

KLACHTENREGELING BERG EN BOSCHSCHOOL KLACHTENREGELING BERG EN BOSCHSCHOOL Klachtenregeling Berg en Boschschool - april 2015 1 1 Inleiding In artikel 3 van de Arbowet is opgenomen dat het bevoegd gezag beleid betreffende preventie en bestrijding

Nadere informatie

Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten

Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

NEDERLANDsE ORDE VAN ADVOCATEN. Strafprocesrecht

NEDERLANDsE ORDE VAN ADVOCATEN. Strafprocesrecht 4. NEDERLANDsE ORDE VAN ADVOCATEN. Strafprocesrecht Samsom H.D. Tjeenk Willink Alphen aan den Rijn 1992 Derde druk Prof. mr M. Wladimiroff Mr S.E. Marseille Dr mr J.M. Sjöcrona Mr P.R. Wery Strafprocesrecht

Nadere informatie

Graag worden wij op de hoogte gehouden over de verdere voortgang van dit wetgevingsp roces.

Graag worden wij op de hoogte gehouden over de verdere voortgang van dit wetgevingsp roces. t.. Ministerie van Veiligheid en Justitie T.a.v. de heet l.w. Opstelten Postbus 20301 2500EH Den Haag 0 BD 11h II hihh II h 1h t.. t. Onderwerp: Reactie consultatie conceptvoorstel digitale processtukken

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING

MEMORIE VAN TOELICHTING Uitvoering van de op 10 en 11 juni 2010 te Kampala aanvaarde wijzigingen van het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof (Trb. 2011, 73) MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN 1. Inleiding Dit wetsvoorstel

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2016 2017 34 257 Wijziging van het urgerlijk Wetboek, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht teneinde de vergoeding van affectieschade

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 242 Rijkswet van 17 juni 2010, houdende wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap met betrekking tot meervoudige nationaliteit en andere

Nadere informatie

Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht

Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht Mr. J. Kronenberg Mr. B. de Wilde Vijfde druk Kluwer a Kluwer business Deventer - 2012 Inhoudsopgave Voorwoord 13 Aanbevolen literatuur 15 Afkortingenlijst 17

Nadere informatie

Spreekrecht en schriftelijke slachtofferverklaring

Spreekrecht en schriftelijke slachtofferverklaring Spreekrecht en schriftelijke slachtofferverklaring Voor u als slachtoffer of nabestaande is het mogelijk om tijdens de rechtszaak een verklaring af te leggen of in te dienen. Spreekrecht en schriftelijke

Nadere informatie

Masterscriptie Universiteit van Tilburg Faculteit Rechtswetenschappen

Masterscriptie Universiteit van Tilburg Faculteit Rechtswetenschappen Masterscriptie Universiteit van Tilburg Faculteit Rechtswetenschappen Te verdedigen tegenover de examencommissie, bestande uit: Mevrouw mr. V.M. Smits en mevrouw mr. R. Heerkens Op 19 februari 2013 te

Nadere informatie

Slachtoffer van geweld?

Slachtoffer van geweld? Slachtoffer van geweld? Wij komen u financieel tegemoet Erkenning geeft kracht Wat doet het Schadefonds Geweldsmisdrijven? Het Schadefonds Geweldsmisdrijven geeft een financiële tegemoetkoming aan mensen

Nadere informatie

OPVANG LEERLINGEN BIJ INCIDENTEN M.B.T. AGRESSIE, GEWELD OF (SEKSUELE) INTIMIDATIE

OPVANG LEERLINGEN BIJ INCIDENTEN M.B.T. AGRESSIE, GEWELD OF (SEKSUELE) INTIMIDATIE OPVANG LEERLINGEN BIJ INCIDENTEN M.B.T. AGRESSIE, GEWELD OF (SEKSUELE) INTIMIDATIE Apeldoorn, 1 december 2006 Auteur M.H. Luikinga Afdeling Personeel & Organisatie December 2006 INHOUD blz. 1 Inleiding...

Nadere informatie

KLACHTENREGLEMENT. In deze regeling wordt verstaan onder:

KLACHTENREGLEMENT. In deze regeling wordt verstaan onder: KLACHTENREGLEMENT INLEIDING Shared Value Groep hecht sterk aan een goede en transparante relatie met haar klanten. Het verlenen van diensten is en blijft echter mensenwerk, hoe zorgvuldig daarbij ook te

Nadere informatie

Slachtofferrechten in Europe

Slachtofferrechten in Europe Frida Wheldon - EU Richtlijn tot vaststelling van minimumnormen voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten Slachtofferrechten in Europe 28 EU Lidstaten Verschillende

Nadere informatie

Voegen in het strafproces

Voegen in het strafproces Voegen in het strafproces Voegen in het strafproces april 2011 U bent slachtoffer geworden van een misdrijf of overtreding en u heeft daarbij schade geleden. Eén van de mogelijkheden om uw schade vergoed

Nadere informatie

Het Nederlandse strafprocesrecht. Prof. mr. G.J.M. Corstens hoogleraar in het straf- en strafprocesrecht aan de Katholieke Universiteit Nijmegen

Het Nederlandse strafprocesrecht. Prof. mr. G.J.M. Corstens hoogleraar in het straf- en strafprocesrecht aan de Katholieke Universiteit Nijmegen Het Nederlandse strafprocesrecht Prof. mr. G.J.M. Corstens hoogleraar in het straf- en strafprocesrecht aan de Katholieke Universiteit Nijmegen Gouda Quint bv (S. Gouda Quint-D. Brouwer en Zoon) Arnhem

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directoraat-Generaal Jeugd en Sanctietoepassing Directie Sanctie- en

Nadere informatie

Advies IS - Irak. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law. Postbus BA Amsterdam T

Advies IS - Irak. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law. Postbus BA Amsterdam T Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 535 2632 Advies IS - Irak Datum 3 september 2014 Opgemaakt door Prof. dr. P.A. Nollkaemper Op

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 25 907 Voorkoming en bestrijding van geweld op straat Nr. 7 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 18951 31 maart 2017 Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 29 maart 2017, nr. 2045950 houdende regels

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord / 5. Lijst van gebruikte afkortingen / 13. Het materiële strafrecht. 1. Inleiding / 17

Inhoudsopgave. Voorwoord / 5. Lijst van gebruikte afkortingen / 13. Het materiële strafrecht. 1. Inleiding / 17 Inhoudsopgave Voorwoord / 5 Lijst van gebruikte afkortingen / 13 Deel I Het materiële strafrecht 1. Inleiding / 17 2. Straffen / 19 2.1 Hoofdstraffen ex artikel 9 Sr / 19 2.2 Bijkomende straffen / 20 3.

Nadere informatie

KLACHTENREGELING MEANDER MEDISCH CENTRUM

KLACHTENREGELING MEANDER MEDISCH CENTRUM KLACHTENREGELING MEANDER MEDISCH CENTRUM Inleiding Wij willen onze patiënten de best mogelijke zorg bieden. Elke dag opnieuw. Toch kan het gebeuren dat u niet tevreden bent over de wijze waarop de zorg

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 010 011 3 830 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 in verband met de implementatie van de derde rijbewijsrichtlijn

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 19376 14 juli 2015 Advies Raad van State inzake het voorstel van wet tot implementatie van richtlijn 2012/29/EU van het

Nadere informatie

8658/15 dui/pw/mt 1 DG D 2B

8658/15 dui/pw/mt 1 DG D 2B Raad van de Europese Unie Brussel, 8 mei 2015 (OR. en) 8658/15 COPEN 115 EUROJUST 93 EJN 42 NOTA van: d.d.: 14 april 2015 aan: Betreft: Mevrouw Anne Vibe Bengtsen, attaché Juridische Zaken, Permanente

Nadere informatie

Rapport. Datum: 1 december 2006 Rapportnummer: 2006/377

Rapport. Datum: 1 december 2006 Rapportnummer: 2006/377 Rapport Datum: 1 december 2006 Rapportnummer: 2006/377 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de beheerder van het regionale politiekorps Midden en West Brabant bij brief gedateerd 10 februari 2005 zijn

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING. 1. Inleiding

MEMORIE VAN TOELICHTING. 1. Inleiding Implementatie van de richtlijn 2014/62/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de strafrechtelijke bescherming van de euro en andere munten tegen valsemunterij en ter vervanging

Nadere informatie

2018D24533 LIJST VAN VRAGEN

2018D24533 LIJST VAN VRAGEN 2018D24533 LIJST VAN VRAGEN De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid heeft een aantal vragen voorgelegd aan de ministers van Buitenlandse Zaken en van Justitie en Veiligheid over de brief van 9 maart

Nadere informatie

2012 STAATSBLAD No. 169 VAN DE REPUBLIEK SURINAME

2012 STAATSBLAD No. 169 VAN DE REPUBLIEK SURINAME 2012 1 2012 STAATSBLAD VAN DE REPUBLIEK SURINAME WET van 29 oktober 2012, houdende goedkeuring van de toetreding van de Republiek Suriname tot de International Convention for the Suppression of the Financing

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 813 (R 1873) Wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap met betrekking tot meervoudige nationaliteit en andere nationaliteitsrechtelijke

Nadere informatie

VOOR RECHTSPRAAK NEDERLANDSE VERENIGING. Geachte heer Teeven,

VOOR RECHTSPRAAK NEDERLANDSE VERENIGING. Geachte heer Teeven, NEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPRAAK De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Datum 16december 2013 Uw kenmerk 436418 Contactpersoon J.M.A. Timmer

Nadere informatie

De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag. Geachte heer Teeven,

De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag. Geachte heer Teeven, De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 22 september 2011 van Voorlichting doorkiesnummer 070-361 9721 uw kenmerk 5702623/11/6 onderwerp Advies

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 2 Wet van 11 december 2013 tot wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met de uitbreiding van het gebruik van biometrische kenmerken

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 208 Uitvoering van het op 20 december 2006 te New York tot stand gekomen Internationaal Verdrag inzake de bescherming van alle personen tegen

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag. Datum 9 maart 2018 Betreft Staatsaansprakelijkheid MH17

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag. Datum 9 maart 2018 Betreft Staatsaansprakelijkheid MH17 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Uw Referentie Datum 9 maart 2018 Betreft Staatsaansprakelijkheid

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 23473 28 april 2017 Aanwijzing slachtofferzorg Rechtskarakter: Aanwijzing in de zin van art. 130 lid 4 Wet RO Van: College

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2016:935

ECLI:NL:GHDHA:2016:935 ECLI:NL:GHDHA:2016:935 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 31-03-2016 Datum publicatie 06-04-2016 Zaaknummer 22-004068-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de regionale politie eenheid Amsterdam en het Openbaar Ministerie te Amsterdam

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de regionale politie eenheid Amsterdam en het Openbaar Ministerie te Amsterdam Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over de regionale politie eenheid Amsterdam en het Openbaar Ministerie te Amsterdam Datum: 30 december 2013 Rapportnummer: 2013/213 2 Feiten Verzoeker is

Nadere informatie

De civiele kamer van de Commissie van het Schadefonds Geweldsmisdrijven

De civiele kamer van de Commissie van het Schadefonds Geweldsmisdrijven Uitspraak De civiele kamer van de Commissie van het Schadefonds Geweldsmisdrijven Zaaknummer: ****** Datum uitspraak: 7 augustus 2015 De civiele kamer van de Commissie van het Schadefonds Geweldsmisdrijven

Nadere informatie

ARRESTANTENVERZORGING. Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek

ARRESTANTENVERZORGING. Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek ARRESTANTENVERZORGING Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek januari 2013 Doel van het strafproces / strafvordering = het nemen van strafvorderlijke beslissingen Bestaat uit =

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2005:AV1120

ECLI:NL:GHSHE:2005:AV1120 ECLI:NL:GHSHE:2005:AV1120 Instantie Datum uitspraak 27-09-2005 Datum publicatie 06-02-2006 Zaaknummer K05/0167 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht

Nadere informatie

Klachtenregeling studenten

Klachtenregeling studenten Klachtenregeling studenten Citeertitel Datum inwerkingtreding 01-10-2018 Vastgesteld door College van Bestuur 16-10-2018 Instemming van Medezeggenschapsraad Rechtsgrondslag Bijzonderheden Korte omschrijving

Nadere informatie

Concept 25 juni 2014 MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inleiding

Concept 25 juni 2014 MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inleiding Concept 25 juni 2014 Implementatie van richtlijn 2012/29/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van minimumnormen voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 225 Wet van 19 juni 2013 tot wijziging van de Opiumwet en de Wet wapens en munitie in verband met de verruiming van de kring van ambtenaren,

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/09/2015

Datum van inontvangstneming : 07/09/2015 Datum van inontvangstneming : 07/09/2015 Vertaling C-429/15-1 Zaak C-429/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 5 augustus 2015 Verwijzende rechter: Court of Appeal (Ierland) Datum

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 33 Wet van 22 januari 2009 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering tot verbetering van de regeling van de positie van de deskundige

Nadere informatie