Jaarverslag Werkgroep Roofvogels Zeeland 2007
|
|
- Tania van de Berg
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Jaarverslag Werkgroep Roofvogels Zeeland 2007 Werkgroep Roofvogels Zeeland
2 Inhoud 1 Samenvatting Inleiding Werkwijze Het Zeeuwse landschap Het weer voor en tijdens het broedseizoen van Voedselsituatie Resultaten Soortbeschrijvingen Bruine Kiekendief Circus aeruginosus Havik Accipiter gentilus Sperwer Accipiter nisus Buizerd Buteo buteo Torenvalk Falco tinnunculus Boomvalk Falco subbuteo Slechtvalk Falco peregrinus Wespendief Pernis apivorus Roofvogelvervolging Literatuur Medewerkers Foto hierboven: Man Bruine Kiekendief. Noord Beveland, 1 april Foto: Niels de Schipper. Foto voorpagina: Man Sperwer. Yerseke Moer, 27 februari Foto: Niels de Schipper. Jaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland
3 1 Samenvatting De winter en het voorjaar van 2007 waren de zachtste in 300 jaar. Hierdoor en door het goede prooiaanbod waren de roofvogels die overwinteren bij de broedplaats vroeg aan de leg: de Sperwer zeven dagen, de Buizerd circa vier dagen en de Torenvalk zelfs negen dagen eerder dan gemiddeld. De Bruine Kiekendief, die overwintert in ZW-Europa en Afrika was dan weer twee dagen later. Door de gunstige weers- en voedselomstandigheden was ook het aantal eieren bij Sperwer, Buizerd en Torenvalk hoger dan gemiddeld. De Bruine Kiekendief deed het ook wat dat betreft minder. Bij de Havik, Boomvalk en Slechtvalk was het aantal gecontroleerde nesten te gering om vergelijkingen met eerdere jaren te kunnen maken. Omdat het weer vanaf de tweede week van mei erg wisselvallig was, vielen hier en daar wat jongen uit, soms zelfs letterlijk uit het nest. Het aantal uitgevlogen jongen bij de Bruine Kiekendief, de Buizerd en waarschijnlijk ook bij de Havik was daardoor lager dan gemiddeld. De Torenvalk en de Sperwer deden het wat beter. Bij de Torenvalk komt dat omdat er vrijwel alleen paren die in nestkasten broeden worden gecontroleerd en een nestkast bij slecht weer beschutting biedt. Sinds 1995 worden in Zeeland jaarlijks op dezelfde wijze gegevens van het aantal broedparen verzameld. Van de soorten die jaarlijks in Zeeland broeden, is de populatie van de Buizerd voortdurend in aantal toegenomen, die van de Torenvalk en de Boomvalk stabiel en die van de Bruine Kiekendief en de Sperwer is tot voorbij de eeuwwisseling toegenomen en daarna stabiel gebleven (Sperwer) en afgenomen (Bruine Kiekendief). In 1999 heeft de Havik zich als broedvogel in Zeeland gevestigd en is daarna stevig in aantal toegenomen. De soort ontbreekt nog wel in Zeeuws-Vlaanderen. Van een andere nieuwkomer, de Slechtvalk, die voor het eerst in 2001 met zekerheid in Zeeland heeft gebroed, neemt het aantal broedparen ook toe, maar een stuk langzamer dan bij de Havik. In 2007 was er ook een broedgeval van de Wespendief. Deze moeilijk vast te stellen soort, is niet jaarlijks aanwezig. Havik en Slechtvalk zijn de krachtpatsers onder de Zeeuwse roofvogels. Hierdoor en omdat het nieuwkomers zijn, is het extra interessant onderzoek aan voedsel te doen. Bij beide soort begint dat op gang te komen. Voor de Havik zijn duiven Spreeuwen, en kraaiachtigen van groot belang en voor de Slechtvalk post- (vooral verdwaalde en eerstejaars) en wilde duiven en steltlopers. Bij de Slechtvalk waren er overigens verrassende verschillen tussen de broedplaatsen. In 2007 zijn maar drie bewezen gevallen van roofvogelvervolging geconstateerd. Ongetwijfeld is er meer aan de hand, maar het vaststellen van roofvogelvervolging valt niet mee en het er bij vinden van een verdachte al helemaal niet. Het gaat met golven en lijkt soms wel afgesproken werk. Zo zijn er in januari 2008 al vier gevallen gemeld. Neem bij constatering van een geval van roofvogelvervolging eerst (zo mogelijk) wat foto s en verzamel daarna alle verdachte zaken. Stop dat bij voorkeur meteen in een vriezer en neem contact op met het Regionaal Milieuteam ( ). Zij zorgen er voor dat alles wordt opgehaald en stellen een onderzoek in. Het onderzoek zelf kan even duren, maar het ophalen van de dode vogels gebeurt als regel binnen één dag. Jaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland
4 2 Inleiding Dit verslag dat gaat over broedende roofvogels in Zeeland in 2007, is het twaalfde in een reeks vanaf De jaren 2002 en 2003 zijn samengevoegd in één verslag. Alle verslagen zijn te downloaden vanaf was een bijzonder jaar, de voedselsituatie was gunstig en de winter en het voorjaar waren uitzonderlijk zacht. In maart en april profiteerden roofvogels en roofvogelaars van het mooie weer. Ze namen een vliegende start. Maar het bleef niet mooi. Vanaf begin mei tot eind juli verstierde het erg wisselvallige weer een deel van de pret. Het aantal jongen uitgevlogen jongen viel daardoor wat tegen en het controle- en ringwerk aan de jongen moest tussen de buien door. De cursus roofvogelnestkartering in 2006 in Goes heeft een enthousiaste groep opgeleverd die ook in 2007 veel werk heeft verzet. Overigens is ook in de andere regio s hard gewerkt. Dat blijkt onder andere uit het aantal nestkaarten, dat nog nooit zo hoog was. De enige regio waar het al jaren tobben is, is Walcheren. Een cursus zoals in Goes zou daar verandering in kunnen brengen. Cursussen zijn belangrijk om het aantal medewerkers op peil te houden en om de kwaliteit van het werk te garanderen (box 1). Dankzij al die vrijwilligers is er weer een berg aan gegevens verzameld. In dit verslag is een belangrijk deel daarvan samengevat. Het zit vol met foto s, grafieken en tabellen. Er is voor ieder wat wils. Philippine 7 februari 2008, Henk Castelijns. Box 1: Roofvogelaars weten waarmee ze bezig zijn Roofvogelaars krijgen wel eens te horen dat door hun onderzoek broedgevallen zouden mislukken en jonge roofvogels tijdens het meten en ringen veel (onnodige) stress zouden oplopen. Sommigen zeggen dat omdat ze liever geen roofvogelaars in het veld zien en anderen omdat ze zich nooit in de materie hebben verdiept. Roofvogelaars doen alles om verstoring tegen te gaan. Ze werken volgens de Handleiding Veldonderzoek Roofvogels, een uitgave van Vogelbescherming en de Werkgroep Roofvogels Nederland, waarin duidelijk staat beschreven hoe te handelen. Bovendien hebben de meeste roofvogelaars een cursus roofvogelnestkartering gevolgd en zijn ringers verplicht regelmatig een certificeringbijeenkomst van het Vogeltrekstation bij te wonen. Wat betreft de Bruine Kiekendief, die omdat hij op de grond broedt kwetsbaarder is dan de boombroedende soorten, is een speciaal op de Zeeuwse situatie toegeschreven protocol opgesteld. Hierin staat hoe je een nest opspoort, er naar toe behoort te gaan en hoe je voorkomt dat andere mensen en dieren jouw spoor vinden. Het protocol is vertrouwelijk en alleen maar in bezit van degene die nestonderzoek aan Bruine Kiekendieven doen. Het gaat om een select groepje kenners. Deelnemers aan cursussen roofvogelnestkartering wordt ten strengste afgeraden naar nesten van Bruine Kiekendieven te gaan. Bezoeken aan nesten van Bruine Kiekendieven worden zorgvuldig gepland. In veel gevallen volstaan twee bezoeken; één als het legsel compleet is (meestal eerste helft mei) en één als de jongen drie tot vier weken oud zijn (meestal tweede helft juni). Een derde bezoek is alleen nodig als tijdens het tweede bezoek blijkt dat de jongen nog te klein zijn om te meten en te ringen. Jaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland
5 3 Werkwijze Sinds 1995 worden in Zeeland systematisch resultaten van broedende (nestvondsten) en territoriumhoudende roofvogels (broedparen) verzameld. Bij ontvangst van de resultaten worden ze gecontroleerd op volledigheid en eventuele onduidelijkheden. Zo nodig wordt bij de waarnemer navraag gedaan. Vervolgens worden de gegevens opgeslagen in een database waarbij ze worden getoetst aan vaste criteria. De meeste daarvan zijn te vinden in de Handleiding Veldonderzoek Roofvogels (Bijlsma 1997). Bij broedvogelonderzoek wordt onderscheid gemaakt tussen een nestvondst en een territorium. Bij een nestvondst gaat het om een zeker broedgeval en bij een territorium om een paar dat gedurende enige tijd in een geschikt broedgebied aanwezig was. Bij de Bruine Kiekendief zijn nestbouw, landingen met prooi op het (niet zichtbare) nest en uitvliegende jongen als nestvondst aangemerkt. Het broedsucces is berekend met behulp van het aantal uitgevlogen jongen per geslaagd broedgeval. Er zijn alleen resultaten gebruikt van nesten waar daadwerkelijk in werd gekeken of van nesten waarvan het aantal jongen werd bepaald door langdurige observatie. Jongen worden als uitgevlogen beschouwd, als ze bij de laatste controle tenminste 60% van de nesttijd er op hebben zitten en in goede conditie zijn (code N6 op nestkaart), bij de laatste controle op het punt van uitvliegen staan (code N7 op nestkaart), nabij het nest zijn gezien (code N9, N10 of N11 op nestkaart) of als door een nacontrole wordt vastgesteld dat het nest leeg is en er geen resten van dode jongen aanwezig zijn (code C1, C2 en C3 op nestkaart). Het onderzoek naar broedende roofvogels in Zeeland is niet gebiedsdekkend. Daarom worden in dit verslag behalve het aantal opgespoorde broedparen ook aantalschattingen gegeven. Daarbij wordt gebruik gemaakt van het gegeven dat een eenmaal ingenomen territorium vaak jaren achtereen bezet is. In dit verslag wordt in alle gevallen met het rekenkundige gemiddelde gewerkt. Er is een uitzondering gemaakt voor de start van de eileg. Daar staat de mediaan voor het gemiddelde. De mediaan, oftewel de p50, is de middelste datum in een van vroeg naar laat gesorteerde rij. De p25 en p75 hebben in diezelfde rij respectievelijk 25% van de datums boven en 25% van de datums onder zich. Controle van een nestkast van een Torenvalk. Zaamslag, 15 juni Foto: George van der Hel. Jaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland
6 4 Het Zeeuwse landschap Het onderzoeksgebied van de Roofvogelwerkgroep Zeeland beslaat de gehele provincie Zeeland inclusief de voormalige buitendijkse gebieden in de Grevelingen en het Markiezaats- en Zoommeer die beide voor een deel buiten de provinciegrenzen liggen. Het gebied is km 2 groot waarvan km 2 land. Het landoppervlak van Zeeland is slechts 5,3% van dat van geheel Nederland. Zie voor een beschrijving van het landschap het jaarverslag 2001 (Castelijns 2002). wzv wal vee gre sch dui nbe os tho zbe hzb ws mzv ozv phi mar In verband met roofvogelonderzoek is Zeeland opgesplitst in een aantal deelgebieden (figuur 1, bijlage 1). Figuur 1. Onderzoekgebied van de roofvogelwerkgroep Zeeland met de deelgebieden. Voor verklaring van de afkortingen zie bijlage 1. 5 Het weer voor en tijdens het broedseizoen van 2007 De winter en het voorjaar van 2007 waren de zachtste in 300 jaar. De winter was zeer nat en vrij somber. Het voorjaar was zeer zonnig met een normale hoeveelheid neerslag. Het voorjaar had duidelijk twee gezichten. In de periode 22 maart tot en met 6 mei 2007 viel er amper neerslag en scheen de zon vrijwel dagelijks en vanaf 7 mei was het erg wisselvallig en zeer nat. De wisselvallige periode duurde tot 31 juli. Pas vanaf augustus brak een wat drogere periode aan ( Hoewel de zomer van 2007 wat warmer was dan gemiddeld en de hoeveelheid zonneschijn normaal was, zal hij vooral in herinnering blijven als zeer nat. Het Sieperdaschor is het meest ZO gelegen deel van Het Verdronken land van Saeftinghe. Het Verdronken Land van Saeftinghe is voor Bruine Kiekendieven van bijzonder belang. In het voorjaar van 2007 werden 36 broedparen vastgesteld en de laatste jaren wordt er door ex. overwinterd. Foto: Henk Castelijns. Jaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland
7 6 Voedselsituatie Van de in Zeeland voorkomende roofvogels zijn Havik, Sperwer, Boomvalk en Slechtvalk echte vogeleters. Bruine Kiekendief, Buizerd en Torenvalk eten ook wel vogels, maar hebben voor een geslaagd broedseizoen een goed aanbod aan muizen (alle drie de soorten) en jonge Hazen, Konijnen en Fazanten (Bruine Kiekendief en Buizerd) nodig (Castelijns 2004). Sinds 2004 vindt op beperkte schaal monitoring van enkele belangrijke prooisoorten plaats. Er zijn twee (polder)routes voor Hazen; één in Oost en één in Midden Zeeuws-Vlaanderen. De routes bevinden zich in de atlasblokken 5512/5513 en 5424/5425. Er wordt geteld in de periode half februari/half maart als de gewassen op de akkers nog kort zijn en de Hazen vanwege de paringstijd erg actief zijn. Op deze polderroutes worden ook Konijnen, Fazanten en Patrijzen geteld. Omdat het aantal Konijnen op de polderroutes gering is, worden in genoemde atlasblokken twee speciaal op deze soort afgestemde gebieden geteld, namelijk de Gasdam Saeftinghe en de Braakmanpolder. Op de Gasdam worden half mei in de avondschemering vanaf een vast telpunt alle op dat moment bovengrondse Konijnen geteld en in de Braakmanpolder wordt aan het begin van de avond een vast traject over bospaden gelopen en worden alle met een zaklamp waargenomen Konijnen genoteerd. De Hazenstand was het hoogst in 2004, nam vervolgens twee jaar af en was in 2007 weer op het niveau van 2005 (tabel 1, figuur 2). De Konijnenstand was in 2004 en 2005 bijzonder laag en is daarna (lokaal) hersteld (tabel 1, figuur 3). In de polder is daar overigens nog niet veel van te merken. De populatie op de Gasdam leeft geïsoleerd en heeft daardoor niet te lijden gehad van de virusinfectie die de Konijn Haas Fazant mn Fazant vr Patrijs Oryctolagus cuniculus Lepus europaeus Phasianus colchicus Phasianus colchicus Perdix perdix OZV ?? MZV ?? Gasdam Braakman bos Tabel 1: Aantal van enkele voor roofvogels belangrijke prooisoorten in Oost (OZV, Gasdam Saeftinghe) en Midden Zeeuws-Vlaanderen (MZV, Braakmanbos) in de periode Aantal Oost Zeeuws-Vlaanderen Midden Zeeuws-Vlaanderen Figuur 2. Trend van het aantal Hazen Lepus europaeus langs een polderroute in Midden en in Oost Zeeuws-Vlaanderen in de periode aantal Polderroutes Braakmanbos Gasdam Figuur 3. Trend van het aantal Konijnen Oryctolagus cuniculus langs twee polderroutes, in het Braakmanbos en op de Gasdam Saeftinghe in de periode Jaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland
8 populatie in het begin van de eeuwwisseling heeft doen instorten. Deze populatie is min of meer stabiel. 80 Man Vrouw Op beide routes samen werden in en 26, in en 38 en in en 57 Fazant geteld (figuur 4). In het vroege voorjaar leven Fazanten vaak groepsgewijs op plaatsen met veel voedsel en dekking. Als een bepaalde groep tijdens de telling in dekking is, is dat uiteraard van invloed op het resultaat. In hoeverre dit een rol speelt, is (nog) niet duidelijk. Tijdens de tellingen worden ook Patrijzen genoteerd (tabel 1). Het aantal waargenomen exemplaren is te gering om er conclusies aan te verbinden. In tabel 2 wordt voor de periode een overzicht gegeven van de afschotcijfers voor Haas, Konijn en Fazant in Midden Zeeuws-Vlaanderen. Voor wat betreft Haas, Konijn en Fazanthennen neemt het aantal af. Het aantal Fazanthanen is min of meer stabiel. Het broedsucces van de Torenvalk is een maat voor de muizenstand was een erg slecht muizenjaar en 2007 juist een erg goed jaar (figuur 5). aantal Figuur 4. Trend van het aantal Fazanthanen en -hennen Phasianus colchicus langs twee polderroutes in de periode Gemiddeld aantal jongen per nest 4,2 3,8 3,4 3, Figuur 5. Trend van het aantal in Zeeland uitgevlogen Torenvalkjongen in de periode Een goed broedsucces staat voor een goed muizenjaar. Op de Slikken van Flakkee Noord, was de stand van de Noordse Woelmuis Microtus oeconomus eind 2006 bijzonder gunstig. Dat leverde daar in het voorjaar van 2007 een paar extra broedparen van de Bruine Kiekendief en de Buizerd op (Kees de Kraker). De Noordse Woelmuis komt in Zeeland slechts op een beperkt aantal plaatsen voor Soort Aantal ha Haas 14,9 15,6 14,9 8,5 10,3 6,6 8,4 6,1 6,8 6,4 6,3 4,0 Konijn 29,4 19,8 35,6 19,1 13,9 7,0 11,7 5,0 3,8 5,2 5,3 3,6 Fazanthaan 22,3 23,3 18,6 22,6 33,3 22,8 21,5 12,6 16,0 21,7 20,7 20,4 Fazanthen 12,8 15,1 6,5 8,1 7,7 6,6 2,0 2,3 4,9 6,5 5,0 3,6 Tabel 2: Afschot van voor Bruine Kiekendief en Buizerd potentiële prooien in de periode De aantallen zijn per km 2. Bron: Leen de Jonge (secretaris WBE Midden Zeeuws-Vlaanderen). Jaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland
9 7 Resultaten In 2007 werden de Grevelingen (gre) en het Verdronken Land van Saeftinghe (belangrijkste deel van ws) in zijn geheel op roofvogels onderzocht. Op de Bevelanden (vm, nbe, zbe en hzb) was de onderzoeksinspanning hoger dan in de voorafgaande jaren en bijna van dezelfde ordegrootte als in de topjaren 2000 en Op Schouwen-Duiveland (os, sch, dui) werd extra aandacht geschonken aan Havik en Sperwer. Wat betreft de overige soorten was de onderzoeksinspanning daar gelijk aan voorgaande jaren. Op Sint Philipsland en Tholen en in Zeeuws- Vlaanderen (phi, tho, wzv, mzv en ozv) is de onderzoeksinspanning al jaren ongeveer gelijk. Van Walcheren (wal) en het Markiezaats- en Zoommeer (mar) werden maar weinig gegevens ontvangen. In totaal zijn 717 broedparen geregistreerd. In 558 gevallen werd het nest gevonden (figuur 6). Het aantal broedparen wordt geschat op aantal nesten broedparen Figuur 6. Aantal in de periode in Zeeland per jaar opgespoorde roofvogelbroedparen aantal nestkaarten Het aantal nestkaarten was met 431 nog nooit zo hoog (figuur 7) In bijlage 1 wordt voor elk deelgebied een schatting van het aantal broedparen gegeven (zie ook 2). Figuur 7. Aantal in de periode in Zeeland ingestuurde nestkaarten van roofvogels. In bijlage 2 wordt voor de periode per soort een overzicht gegeven van de belangrijkste broedbiologische gegevens zoals de start van de eileg, het aantal eieren en het broedsucces. Bovendien wordt het aantal geringde jongen vermeld. Drie jonge Buizerds variërend in leeftijd van 5-9 dagen. Ze zijn geringd op 11 juni en hebben korte tijd daarna het nest verlaten. Koewacht Plasschaert 17 mei Foto: Jeroen Castelijns. Jaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland
10 8 Soortbeschrijvingen 8.1 Bruine Kiekendief Circus aeruginosus In 2007 werden 185 broedparen opgespoord, waarvan in 153 gevallen sprake was van een nest (zie methode). De Zeeuwse populatie wordt geschat op paren. Dat is vrijwel gelijk aan de schattingen voor , maar een stuk lager dan in (figuur 8). In het Verdronken Land van Saeftinghe werden 36 broedparen vastgesteld (Van Kerkoven 2007). Saeftinghe is circa 35 km 2 groot: 12 km 2 slik en 23 km 2 schor. Het is het enige gebied in Zeeland waar de Bruine Kiekendief nog in aantal toeneemt: 17 paren in 1997 en 26 paren in Elders gaat de soort overal achteruit. Opvallend was het broeden van minimaal vijf paren in wintergraan in de omgeving van Oostburg (wzv) (box 2). In 2007 begonnen Bruine Kiekendieven gemiddeld op 23 april met de eileg, dat is twee dagen later dan gemiddeld (n=40). De Bruine Kiekendief overwintert in ZW Europa en Afrika (Cramp & Simmons 1980). In tegenstelling met lokaal overwinterende soorten zoals Sperwer, Buizerd en Torenvalk, is een zachte winter niet van invloed op de conditie van Bruine Kiekendieven. Zodra ze half maart uit de overwinteringgebieden arriveren, beginnen ze meteen met de balts en het bouwen van een nest. Dat neemt 1-4 weken in beslag (bijlage 3). In 2007 is een opvallend aantal broedparen laat met de leg begonnen: 16 van de 40 op 28 april of later, terwijl 1 op 10 normaal is (bijlage 2). In zeker vijf gevallen ging het om een vervolglegsel en in een aantal gevallen wordt dat vermoed. Hieronder waren er twee in wintergraan. Op basis van de vleugellengte kon worden berekend dat aantal nest terr min max Figuur 8. Aantalsverloop van het aantal broedparen van de Bruine Kiekendief in Zeeland in de periode Box 2. Waarom broeden Bruine Kiekendieven in wintergraan als er zo veel riet is? In 2007 hebben in West Zeeuws-Vlaanderen in de omgeving van Oostburg, Schoondijke en Groede minimaal vijf paren van de Bruine Kiekendief in wintergraan gebroed. Het broeden in landbouwgewas is in Zeeland bijzonder. Voor wat betreft de periode zijn slechts vijf gevallen bekend: tweemaal in wintergraan en driemaal in luzerne (n=1.120). In genoemde omgeving bevinden zich drie kreken met grote rietvelden: de Zwartegatsekreek, de Reep en het Grote Gat. In 2007 was daar geen enkel (succesvol) paar aanwezig, terwijl in deze kreken nog goed waren voor paren. Sinds een aantal jaren worden in deze rietvelden tot in de eerste week van april zo veel mogelijk ganzeneieren geprikt (Oosterbaan 2004, FBE 2007). Dit wordt gedaan om de ganzenpopulatie in te perken. De periode waarin dat gebeurt, is precies het moment dat de Bruine Kiekendief moet beslissen of een bepaald gebied veilig is om er te broeden of niet. Kennelijk schort het daar aan. Er wordt in elk geval niet meer in rietvelden gebroed, maar nog wel in graanvelden. Of het een met het ander te maken heeft, is niet wetenschappelijk aan te tonen. Het tegendeel al helemaal niet! Daarom zou je mogen verwachten dat er wordt uitgegaan van het voorzorgsprincipe. De Provincie Zeeland zou daarom geen vergunning voor het prikken van ganzeneieren mogen verlenen. Zeker als uit onderzoek is gebleken dat om de stand van ganzen in te perken, ingrijpen in de overleving effectiever is dan in de reproductie (van de Jeugd et al. 2006). Jaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland
11 deze paren met de eileg waren gestart op 16 mei en 1 juni. Dat is uitzonderlijk laat voor broedparen waarvan het vrouwtje volwassen (+2kj) is. Voor twee andere in wintergraan broedende paren kan de eilegdatum worden geschat op basis van het tijdstip dat de jongen zijn uitgevlogen: circa 6 en circa 12 mei. Van deze paren is de leeftijd van het vrouwtje niet bekend. Hoe dan ook zo veel late paren duiden erop dat er aan het begin van het broedseizoen veel is misgegaan. Het gemiddelde aantal eieren per nest was met 4,8 (s=1,11, n=41) normaal en het broedsucces met 3,0 (s=1,12, n=63) wat lager dan gemiddeld. Het aantal eieren per jaar varieert weliswaar, maar er is geen trend. Het aantal uitgevlogen jongen neemt echter af (figuur 9). Het aantal eieren zegt wat over de conditie van de vogels op het moment dat ze in het broedgebied aankomen, het aantal jongen zegt wat over het broedgebied zelf. De geslachtsverhouding tussen het aantal op het nest geringde jongen was, zoals wel vaker, in het voordeel van mannen: 58% (tabel 3). Gemiddeld aantal per nest 5,5 5,0 4,5 4,0 3,5 3,0 2,5 Eieren Jongen R 2 = 0,05 R 2 = 0, Figuur 9. Trend van het aantal eieren en het aantal uitgevlogen jongen bij de Bruine Kiekendief in Zeeland in de periode Het eerste onderzoeksjaar (1995) is als uitbijter beschouwd en is weggelaten. In 2007 is in Zeeuws-Vlaanderen begonnen met het meten van het eivolume. De maat van de eieren werd genomen met een digitale schuifmaat met een nauwkeurigheid van 0,01 mm. De gemiddelde lengte van de eieren was 48,6 mm (s=2,2, n=127) en de breedte 38,0 mm (s=1,2, n=127). Het eivolume is berekend met de formule volgens Hoyt (1979): 0.51 x lengte x (2 x breedte) en bedraagt 35,9 ml (s=3,5, n=127). Overigens zijn voor het opmeten van de eieren geen extra nestbezoeken uitgevoerd. Het onderzoek maakt deel uit van een vergelijking tussen binnen- en buitendijks broedende paren. Door omstandigheden is een deel van het onderzoek in 2007 niet uitgevoerd. jaar n n % man N man vrw Σ Tabel 3. Geslachtsverhouding van jonge op het nest geringde Bruine Kiekendieven in Zeeland in de periode Peter Heetesonne toont een jonge Bruine Kiekendief aan de kinderen Govaert. Normaal worden kiekendieven op het nest geringd. Alleen bij uitzondering, zoals voor dit educatieve doel, worden ze van het nest gehaald. Het nest bevindt zich aan de rand van een boomgaard op nog geen 200 m van huize Govaert. Het is een wat atypische plaats, maar het nest is vrijwel jaarlijks succesvol. Breskens 15 juli Foto: Henk Castelijns. Jaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland
12 8.2 Havik Accipiter gentilus Het aantal broedparen van de Havik neemt nog steeds toe, de schatting voor 2007 bedraagt paren. Er werden 21 broedparen en in 16 nesten opgespoord (figuur 10). De nadruk op de verspreiding ligt in het noorden van Zeeland. In Zeeuws-Vlaanderen neemt wel het aantal waarnemingen toe, maar zijn nog geen broedparen gevonden. De start van de eileg varieerde tussen 29 maart en 11 april (n=5). Slechts van één nest is de legselgrootte bekend: 3 ei. In de periode ging het één keer om een twee-, twee keer om een drie- en eveneens twee keer om een vierlegsel. In dezelfde periode vlogen per nest gemiddeld 2,4 (s=0,68, n=24) jongen uit, in 2007 maar 2,0 (s=0,70, n=9). Van één nest nabij Ouwerkerk is bekend dat een jong omkwam vanwege het slechte weer (van t Hof 2007). Op Schouwen-Duiveland zijn bij een aantal Haviknesten systematisch prooien verzameld (tabel 4). Het prooispectrum is breed (inclusief Buizerd, Sperwer en Ransuil). Er worden naar verhouding veel duiven, kraaiachtigen en spreeuwen geslagen. Op de Hompelvoet (gre) zijn ondermeer Bergeend, Middelste Zaagbek, Wilde Eend en Grauwe Gans als prooirest gevonden (Kees de Kraker). Als de opmars van de Havik doorzet, wordt de Zeeuwse vogelwereld de komende jaren flink worden opgeschud. Twee jonge vrouw Havik van circa 18 en 21 dagen. Ze wogen met 600 en 695 gram wat minder dan gemiddeld, maar zijn gewoon uitgevlogen. Westenschouwen 9 juni Foto: Rinus van t Hof. aantal nest terr min max Figuur 10. Aantalsverloop van het aantal broedparen van de Havik in Zeeland in de periode Prooi N % Grauwe Gans Anser anser 1 1 Nijlgans Alopochen aegyptiaca 1 1 Wilde Eend Anas platyrhynchos 9 5 Sperwer Accipiter nisus 3 2 Buizerd Buteo buteo 1 1 Fazant Phasianus colchicus 1 1 Waterhoen Gallinula chloropus 1 1 Meerkoet Fulica atra 2 1 Kievit Vanellus vanellus 1 1 Kokmeeuw Larus ridibundus 2 1 Kleine Mantelmeeuw Larus fuscus 1 1 Drieteenmeeuw Rissa tridactyla 1 1 Postduif Columba livia f. domestica 4 2 Holenduif Columba oenas 3 2 Houtduif Columba palumbus Turkse Tortel Streptopelia decaocto 2 1 Ransuil Asio otus 2 1 Groene Specht Picus viridis 2 1 Graspieper Anthus pratensis 1 1 Heggenmus Prunella modularis 1 1 Merel Turdus merula 6 4 Zanglijster Turdus philomelos 3 2 Gaai Garrulus glandarius 9 5 Ekster Pica pica 6 4 Kauw Corvus monedula Zwarte Kraai Corvus corone 14 8 Spreeuw Sturnus vulgaris Putter Carduelis carduelis 2 1 Konijn Oryctolagus cuniculus 8 5 Aantal prooien 166 Aantal soorten 29 Tabel 4: Overzicht van Havikprooien gevonden bij nesten op Schouwen-Duiveland in 2007 (overgenomen uit van t Hof 2007). Jaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland
13 \JJ 8.3 Sperwer Accipiter nisus In 2007 werden 59 Sperwernesten gevonden en in totaal 83 broedparen opgespoord. De Zeeuwse populatie wordt geschat op paren en is sinds 2001 vrijwel stabiel (figuur 11) nest terr min max In 2007 zijn de Sperwers gemiddeld een week vroeger met de eileg begonnen dan in de periode : 24 april (n=6) versus 1 mei (n=124). Dat was ongetwijfeld een gevolg van het mooie weer in de periode voorafgaand aan de eileg. Nederlandse Sperwers overwinteren namelijk vooral dicht bij de broedplaats (Bijlsma 1993). Het gemiddelde aantal eieren was hoger dan normaal: 5,1 (s=0,31, n=7) versus 4,4 (s= 1,06, n=132). Dat gold ook voor het aantal jongen: 3,7 (s=0,96, n=37) versus 3,2 (s=1,11, n=258). Ondanks de matige weersomstandigheden tijdens het opgroeien van de jongen, was het een goed Sperwerjaar. Soms moeten ze daarbij wat geluk hebben. Zo werd bij Yerseke een uitgewaaid nest aangetroffen met de bijna vliegvlugge jongen in de buurt ervan (Addy Snoep). Dat Sperwers niet schuw zijn, bleek uit de vondst van een nest in een stadspark in Goes. De poepspetters van de jongen vielen op een veel bereden fietspad (Niels de Schipper). aantal Figuur 11. Aantalsverloop van het aantal broedparen van de Sperwer in Zeeland in de periode Vijf jonge vrouwtjes Sperwer in de tas waarmee ze met behulp van een touw en een katrol naar beneden zijn gelaten. De vleugellengtes waren 90, 140, 147, 151 en 155 mm en de gewichten 170, 249, 266, 265 en 275 gram. Alle jongen zijn uitgevlogen. Hoek Nieuw Neuzenpolder I, 17 juni Foto: Jeroen Castelijns. Vijf jonge Sperwers op een nest nabij Axel. Het voorste jong en het jong links- en rechtsachter zijn mannetjes. Foto: Jeroen Castelijns. Plukrest van een door een Sperwer geslagen juveniele Grote Bonte Specht Dendrocopus major. Hoek Nieuw Neuzenpolder I, 17 juli Foto: Henk Castelijns. Jaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland
14 8.4 Buizerd Buteo buteo Van de 185 in 2007 opgespoorde broedparen werd bij 152 ook het nest gecontroleerd. De populatie wordt geschat op paren. Het aantal neemt nog steeds toe (figuur 12) nest terr min max In vijf nesten, die onder controle stonden, zijn de jongen niet geringd omdat ze op de geplande ringdag te groot waren of al waren uitgevlogen. De geschatte eilegdatum van deze nesten lag tussen 20 en 30 maart. Het gaat om broedparen die jaarlijks worden gecontroleerd. Het betekent dat de berekende gemiddelde datum (4 april, n=16) afwijkt van de werkelijkheid. De geschatte datum komt op 1 april (n=21). Dat is vier dagen vroeger dan gemiddeld. aantal Figuur 12. Aantalsverloop van het aantal broedparen van de Buizerd in Zeeland in de periode Het gemiddelde aantal eieren was met 2,7 (s=0,78, n=31) een fractie hoger dan normaal. Sprekender zijn de vier vierlegsels (n=31). Tot en met 2006 waren vierlegsels nog maar drie keer eerder voorgekomen (n=149). Ze komen alleen maar voor in jaren met een goed voedselaanbod. Het aantal jongen was lager dan gemiddeld: 1,6 (s=0,73, n=68). Dat betekent dat er tijdens het opgroeien van de jongen het nodige is misgegaan. Het aantreffen van vijf achterblijvers in 16 nesten duidt daar ook op. De periode met slecht weer heeft ongetwijfeld de nodige Buizerdjongen het leven gekost. Aan de oever van het Veerse nabij Wolphaartsdijk zat een nest in een vlier op slechts drie meter hoogte (Merien van Loo). Bij Westenschouwen, Waarde en Nieuw Namen zijn door slecht weer jongen uit het nest gevallen (Bert Kleijn & J Wolfs; Niels de Schipper; Wim Lansman, Jeroen & Henk Castelijns). Twee jonge Buizerds van 25 en 26 dagen oud op een nest op 16 m hoogte in de top van een Grove Den. In dennen broeden Buizerds bijna altijd in de top, terwijl ze in andere bomen vaak op tweederde van de boomhoogte wordt gebroed. Het gewicht van de jongen, 800 en 850 gram, duidt op vrouwtjes. Haamstede 1 juni Foto: Rinus van t Hof. Jaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland
15 8.5 Torenvalk Falco tinnunculus In 2007 werden in totaal 204 broedparen waaronder 158 nesten opgespoord. Het aantal broedparen is al jaren vrijwel stabiel. De broedpopulatie wordt geschat op paren. Het aantal broedparen blijft stabiel (figuur 13). Uit jaarlijkse inventarisaties van geheel Midden Zeeuws-Vlaanderen blijkt dat de 600 nest terr min max 500 variatie tussen de jaren groter is dan de geschatte aantallen doen vermoeden 400 (vergelijk figuur 13 en 14). De Torenvalk is de soort die het meest heeft geprofiteerd van het zachte weer. De start van eileg was met gemiddeld 18 april nog nooit zo vroeg en zelfs negen dagen vroeger dan gemiddeld. Behalve aan het zachte weer heeft ook de voedselsituatie een rol gespeeld. Dat blijkt onder andere uit het aantal eieren per nest. Ook dat was met gemiddeld 5,2 (s=0,88; n=95) nog nooit zo hoog. Er waren zelfs vier zevenlegsels en één op drie (n=95) was een zeslegsel, terwijl tot dan toe één op zes normaal was (n=651). Ook het gemiddelde aantal uitgevlogen jongen behoorde tot de hoogste ooit: 4,3 (s=1,18, n=102). Dit is een opvallend verschil met de Buizerd, waar in 2007 meer eieren niet tot meer jongen hebben geleid. Dat komt omdat het bij de gecontroleerde nesten van de Torenvalk op drie na om nestkasten gaat en zo n kast bij slecht weer meer beschutting biedt dan een open nest ergens hoog in een boom. aantal Figuur 13. Aantalsverloop van het aantal broedparen van de Torenvalk in Zeeland in de periode aantal broedparen R 2 = 0, Figuur 14. Aantalsverloop en trend van het aantal broedparen van de Torenvalk in Midden Zeeuws-Vlaanderen in de periode In de Plompe Toren bij Haamstede bevond zich een nest in een nis achter een glazen raampje. De toren wordt als uitkijktoren gebruikt en is vrij toegankelijk. Een dergelijk broedgeval trekt de nodige aandacht en wordt van verschillende zijden gemeld: telkens vier eieren. Bij toeval werd op het Internet een foto van hetzelfde nest gevonden, maar wel met vijf eieren! Overigens is uit het nest maar één jong uitgevlogen. Foto s: Jenny Schilt (midden) en Bram Vroegindeweij (links en rechts). Jaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland
16 8.6 Boomvalk Falco subbuteo De Boomvalk is al jaren het stiefkindje van de Zeeuwse roofvogelaars. In 2007 werd evenals in 2006 geen enkel nest beklommen. Bij acht nesten is het aantal jongen door controle vanaf de grond vastgesteld: gemiddeld 2,1 per nest (s=0,64). In totaal zijn in broedparen opgespoord, en in 14 gevallen ook het nest. Het aantal broedparen wordt geschat op en lijkt stabiel, maar de marge is groot (figuur 15). aantal nest terr min max Figuur 15. Aantalsverloop van het aantal broedparen van de Boomvalk in Zeeland in de periode Slechtvalk Falco peregrinus In Zeeland werden in 2007 zeven broedparen van de Slechtvalk opgespoord. Het aantal broedparen wordt geschat op 7-8 (figuur 16). Slechts van twee broedparen is het resultaat bekend: in beide gevallen twee jongen. De overige broedparen zijn waarschijnlijk mislukt. Zoals elk jaar volgt ook nu weer een toelichting per paar. Uit de nestkast in de Braakmanhaven bij DOW Terneuzen zijn twee jongen uitgevlogen die op 15 mei werden geringd. Het ging om twee mannetjes die behalve van een ring van het Vogeltrekstation ook van een oranje kleurring zijn voorzien: V8 en V9. Op basis van de vleugellengte was het eerste ei van 11 maart (Peter van Geneijgen). Het voedsel van dit paar is in vergelijking met het paar van de Hooge Platen opvallend gevarieerd. Het bestaat voor 41 % uit steltlopers en 22 % uit postduiven (tabel 5). De nestlocatie bevindt zich aan de oever van de Westerschelde waar het aanbod aan steltlopers weliswaar hoog is, maar een stuk lager dan op de Hooge Platen die zich in de monding van de Westerschelde bevinden (Strucker et al. 2007). De daar broedende Slechtvalken brengen hun jongen vooral groot met postduiven (66 %) in plaats van steltlopers (15 %). Evenals in 2006 broedde in 2007 op de Hooge Platen in lage duintjes op de grond een paar Slechtvalken. Het nest bevond zich op circa 20 meter van het nest van Er zijn twee jongen uitgevlogen. Ze zijn voor het laatst samen gezien op 4 augustus toen ze dagen oud waren. Op 2 juli zijn ze gewogen, gemeten en geringd: de man met oranje Z1 en de vrouw met oranje X3. Op basis van de vleugellengte was het eerste ei gelegd op 30 april (Peter van Geneijgen). Dat is 50 dagen later dan het broedpaar in de Braakmanhaven. Vorig aantal nest terr min max Figuur 16. Aantalsverloop van het aantal broedparen van de Slechtvalk in Zeeland in de periode Jaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland
17 jaar was er 43 dagen verschil. De omstandigheden op een zandplaat zijn dan ook heel anders dan in een nestkast op een industrieterrein. De broedplaats bevindt zich aan de rand van een sternkolonie met meer dan broedparen. Het gebied wordt frequent bewaakt. Tijdens het bewaken worden aantekeningen gemaakt in een logboek (bijlage 4). Daaruit blijkt dat het Slechtvalkenpaar geregeld voor paniek onder de sterns zorgt, maar dat er weinig worden gegrepen. In 2007 werd twee keer gezien dat een onvolwassen Visdief werd gevangen en zijn bij het nest de plukresten van twee onvolwassen Visdieven gevonden. Het zijn de offers die voor het vrij houden van het gebied van Zwarte Kraai en Zilvermeeuw worden gebracht (bijlage 3). De jonge Slechtvalken worden vooral grootgebracht met postduiven (tabel 5), waarbij het opvalt dat het of om jonge duiven of om verdwaalde exemplaren gaat (bijlage 5). De herkomst van de postduiven verschilt bovendien opvallend met die van andere locaties met Slechtvalken in Zeeuws-Vlaanderen (figuur 17). De voorkeur voor postduiven is verrassend met een dergelijk groot aanbod aan sterns en steltlopers in de buurt. Kennelijk zijn postduiven voor de Slechtvalk in een open gebied een eenvoudig te bemachtigen prooi en hebben sterns het juiste afweermechanisme. België Frankrijk Nederland Duitsland Groot Britannië Polen België Duitsland Frankrijk Groot Britannië Nederland Polen Figuur 17: Herkomst naar land van door Slechtvalken geslagen postduiven. Boven van prooiresten verzameld op de Hooge Platen (n=41) en onder van drie plaatsen in Midden en Oost Zeeuws-Vlaanderen (n=53). Prooi DOW HP Dodaars Tachybaptus ruficollis 1 - Wintertaling Anas crecca - 2 Torenvalk Falco tinnunculus 1 - Kwartel Coturnix coturnix 3 - Waterral Rallus aquaticus 1 - Waterhoen Gallinula chloropus 2 - Kluut Recurvirostra avosetta 1 1 Goudplevier Pluvialis apricaria 2 Zilverplevier Pluvialis squatarola 2 Kievit Vanellus vanellus 3 Kanoetstrandloper Calidris canutus 5 2 Bonte Strandloper Calidris alpina 3 - strandloper spp Calidris spp 1 - Watersnip Gallinago gallinago 1 - Grutto Limosa limosa 1 - Rosse Grutto Limosa lapponica 4 1 Regenwulp Numenius phaeopus 1 - Tureluur Tringa totanus 9 10 Groenpootruiter Tringa nebularia 5 - Oeverloper Tringa hypoleucos 1 - Steenloper Arenaria interpres 2 - Kokmeeuw Larus ridibundus 1 - kleine meeuw Larus spp 1 - Visdief Sterna hirundo - 2 Postduif Columba livia f. domestica Holenduif Columba oenas 4 - Turkse Tortel Streptopelia decaocto 9 - Zomertortel Streptopelia turtur 4 - Koekoek Cuculus canorus 1 - Gierzwaluw Apus apus 1 - Grote Bonte Specht Dendrocopos major 1 - Veldleeuwerik Alauda arvensis 1 - Merel Turdus merula 2 - Kramsvogel Turdus pilaris 1 - Zangl./Koperwiek Turdus philomelos/iliacus 1 - Koperwiek Turdus iliacus 2 - Zangvogel indet Sylviidae indet 1 - Spreeuw Sturnus vulgaris - 14 Kauw Corvus monedula 1 - Aantal prooien Aantal soorten 36 8 Tabel 5: Overzicht in procenten van bij Slechtvalknesten Falco peregrinus verzamelde prooien. Bij DOW in de Braakmanhaven (DOW) werden de prooien verzameld in de periode en op de Hooge Platen (HP) in de periode Jaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland
18 Ook in 2007 was er weer een broedpaar nabij Cerestar Sas van Gent. Op 29 januari en 27 februari zat het paar nabij de kast en werd er gebaltst. De volgende waarneming was pas van 15 juni. Bij vijf tussenliggende controles werd geen enkel exemplaar waargenomen. Daaruit wordt geconcludeerd dat het paar niet tot eileg is gekomen (Henk Castelijns). Deze broedplaats is bezet sinds 2004, maar er zijn nog nooit jongen geboren. In het Verdronken Land van Saeftinghe werd een territorium vastgesteld. Op 18 april werd voor het eerst een heftig alarmerende vogel waargenomen (Wannes Castelijns). Op dezelfde plaats werd tussen 21 april en 19 mei geregeld één ex gezien. Op 2 mei was er opnieuw een baltsend paar en op 19 mei een heftig alarmerende man. Er werd geen nest gevonden en er zijn geen jongen gezien (Marc Buise). Begin april werden door Cees Lavooy nabij de Slechtvalknestkast van de centrale van Borssele geregeld drie valken gezien: een groter en twee kleinere ex. Op 8 april werd door Niels de Schipper een grote bruine valk nabij de nestkast waargenomen. Het ging waarschijnlijk om een hybride. De vogel had wat van een Sakervalk (Falco cherrug). Dezelfde vogel verbleef de afgelopen winter nabij de Hooge Platen, op circa vijf kilometer van de centrale. Begin april werd op het terrein van de centrale een gewonde ongeringde Slechtvalk gevonden. De vogel werd naar Vogelopvangcentrum De Mikke in Middelburg gebracht. Hij/zij miste de bovenhelft van de snavel en was gewond aan de kop. De vogel is later aan de verwondingen gestorven. Volgens een specialist van de dierenkliniek Gent wezen de verwondingen op een aanvaring met een hoogspanningslijn (Bas Quist). Zowel in het Markiezaats- als in het Zoommeer was een territoriaal paar nabij hoogspanningsmasten aanwezig. Jongen werden niet gezien (Ton Bakker). Op 1 april werd door Jaco Walhout een Slechtvalk gezien nabij de Lange Jan in Middelburg. Een eindje verder, nabij de Oostkerk, werden door hem twee afgekloven Goudplevieren gevonden. Op 8 april werd door Marcel Klootwijk nabij de Lange Jan een roepende volwassen man Slechtvalk waargenomen. Daarna werd de vogel niet meer gezien. Mogelijk ging het om een overwinteraar. Dit geval is niet aangemerkt als een broedpaar. Op 30 oktober 2007 werd door Ton Bakker een kleurring afgelezen. Het betrof een mannetje dat op 8 mei 2004 nabij DOW Terneuzen als nestjong van een oranje kleurring M5 werd voorzien. 8.8 Wespendief Pernis apivorus Er was een succesvol broedpaar nabij Hulst (ozv). Het paar werd cirkelend waargenomen met een vliegvlug jong (Marc Buise). Op dezelfde locatie was in 1995 ook een broedpaar aanwezig. Het gaat om een niet-toegankelijk particulier terrein. Jaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland
19 9 Roofvogelvervolging Gevallen van roofvogelvervolging zijn erg moeilijk op te sporen, vooral het uitleggen van gif is een koud kunstje. Thuis bewerk je aas met gif en vervolgens verspreidt je het aas vanuit een rijdende auto. De gemelde gevallen zijn dan ook het topje van de ijsberg. In 2007 vonden drie bewezen gevallen van roofvogelvervolging plaats. Bovendien waren er twee gevallen van (roof)vogelvangst. Ze worden hierna toegelicht. In Noordgouwe (dui) werd door Rinus van t Hof een met hagel doorschoten nest van een Buizerd aangetroffen. Helaas heeft het Regionaal Milieuteam (RMT) het bewijs tegen de verdachten niet rond gekregen. Op 22 april 2007 werd door Jeroen Castelijns tijdens een nestcontrole bij de Poldersekreek Zaamslag (52,6/372,4) onder een Buizerdnest oude hagelinslag ontdekt die er zeker in 2005 nog niet was (zie foto). Voorjaar 2006 lieten de ouders het nest in de eifase in de steek. Het nest werd toen alleen beklommen in de eifase. Vanaf de grond was de reden van mislukking niet te beoordelen. Dit nest was overigens in 2004, 2005 en 2007 wel succesvol. Eind maart 2007 werd in de Dijckmeesterpolder nabij Philippine (ozv) (38/369) een met carbufuran bewerkte Ekster Pica pica en een dode Buizerd gevonden. De Ekster was uitgelegd als aas en de Buizerd was na het eten ervan gestorven (RMT en Pedro Zoun CIDC). Het ging hier om een nieuwe vestiging van de Buizerd. Op het moment van vergiftiging was het nest bijna gereed (Henk Castelijns). Eén jaar oude hagelsinslag bij een Buizerdnest aan de Polderse Kreek Reuzenhoek (Zaamslag). 22 april Foto: Jeroen Castelijns. Op 31 december 2006 werd door Alex Wieland in een kraaienvangkooi in de Hedwigepolder (ozv) een eerstejaars Havik aangetroffen. Omdat niet aangetoond kon worden dat hier opzet in het spel was, is de vogel in overleg met de politie gelost. Het is overigens niet de eerste keer dat hier sprake was van roofvogelvangst. Zo werden een tiental jaar gelden al eens Ransuilen in een kooi aangetroffen en is eens iemand door tussenkomst van de auteur beboet voor het vangen van een Torenvalk. Het is een locatie om goed in de gaten te houden. Bij de Oesterdam (mar) werd in maart 2007 door een (roof)vogelaar een illegale vogelvanger betrapt. Het bleek om een voor de politie bekende uit het oosten van Brabant te gaan. Hij had nog meer uitgevreten, waarvan de bewijzen in zijn vriezer lagen. De dader is inmiddels veroordeeld tot 100 dagen hechtenis en 240 uur dienstverlening. Verdachte, niet bewezen gevallen, van roofvogelvervolging, waren er nabij Zonnemaïre (dui), Sirjansland (dui), Oosterland (dui), Schuddebeurs (dui), Kerkwerve (sch), Burg-Haamstede (sch) en Rilland-Bath (hzb). Jaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland
20 10 Literatuur BIJLSMA R.G Ecologische atlas van de Nederlandse Roofvogels. Schuyt & Co, Haarlem. CASTELIJNS H. 2002, 2004, 2005, 2006 en Jaarverslagen Roofvogelwerkgroep Zeeland in serie. Roofvogelwerkgroep Zeeland. Eigen uitgave, te downloaden vanaf Cramp S & Simmons K.E.L Handbook of the Birds of Europe the Middle East and North Africa. The Birds of the Western Paleatric. Volume 2. Oxford University Press. Oxford/London/New York. HOF M van t, 2007: Broedverslag van de ringwerkgroep Schouwen-Duiveland van het jaar Eigen uitgave. JEUGD H.P., VOSLAMBER B., VAN TURNHOUT C., SIERDSEMA H,. FEIGE N., NIENHUIS J., & KOFFIJBERG K. 2006: Overzomerende ganzen in Nederland: grenzen aan de groei? SOVON Vogelonderzoek Nederland, Beek-Ubbergen. FBE ZEELAND Eindrapportage eieren prikken FBE Zeeland, Goes. HOYT D.F Practical methods of estimating volume and fresh weights birds eggs. Auk 96: JANSSENS J Verslag Roofvogels Eigen uitgave NBV t Duumpje, Oostburg. OOSTERBAAN J Faunabeheerplan Zeeland Deel 1A: Vogels en kleine zoogdieren. Faunabeheereenheid Zeeland, Goes. STRUCKER R.C.W., ARTS F.A, BERREVOETS C.L & MEININGER P.L Watervogels en zeezoogdieren in de Zoute Delta 2005/2006. Rijksinstituut voor Kust en Zee Middelburg en Delta Project Management Culemborg. VAN KERKHOVEN W Bruine Kiekendief Circus aeruginosus in Saeftinghe in Eigen uitgave. 11 Medewerkers 2007 Ab Klaassen, Ad Polderman, Addy Snoep, Adri Joosse, Adri Duijnhouwer, Amanda Weeda, Alex de Smet, Alex Wieland, André Hannewijk, Anita Hugense, Awi de Zwart, A. Osinga, Bas Quist, Bert Kleijn, Bert Smulders, Bert van Broekhoven, Bianca Bassart, Bram Vroegindeweij, Cees Lavooij, Cees Luijsterburg, Cees van Breemen, Chris Weeda, Claudia Bassart, Coby van de Slikke, Cor Sol, Dick Reijnhout, Dirk Fluijt, Eddy Matthijs, Elly van Boxtel, fam Govaert, fam Spruit, Floor Arts, Franklin Tombeur, Fred Schenk, Frits van Velzen, Gerald Rozemeijer, Gerard van Daele, George van der Hel, Gonny Rozijn, Hans Potters, Henk Castelijns, Huub Bun, Jaap Poortvliet, Jan Janssens, Jean Maebe, Jenny Buise- Roegiers, Jeroen Castelijns, Johny Kools, Joop Millenaar, Jos Tramper, Josef van Overmeeren, J. Wolfs, Kees de Kraker, Kees Rijk, Ko Koekoek, Ko van Hoeve, Koos Minnaar, Leen de Jonge, Leo Mennen, Leonard Ketting, Ludwig Persijn, Marc Buise, Marc Jeurissen, Marcel Capello, Mark Hoekstein, Marlies Castelijns, Matthijs de Vries, Merien van Loo, M. Rijk, Niels de Schipper, Niek Oele, N. van de Linde, Peter Boelée, Peter Heetesonne, Peter van Geneijgen, Peter Meininger, Peter de Smidt, Petrus van t Westeinde, Ploon Duijnhouwer, P. van de Slikke René Beijersbergen, René van Loo, Rita van Daele, Rini Snoep, Rinus van t Hof, Rob Remmerts, Rob Strucker, Rudy Smet, Sjak de Kock, Walter Van Kerkhoven, Wannes Castelijns, William van der Hulle, Willy Vink, Wim Lansman, W. van de Klooster, W. Meyer, Wim Rozijn, W. Schalkx, W. Post. Jaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland
21 Bijlage 1. Aantal nestvondsten (nst) broedparen (ter) en minimale (min) en maximale (max) aantalschatting van roofvogels in Zeeland per deelgebied in Voor deelgebieden zie figuur 1 op pagina 6. Deelgebied Bruine Kiek Havik Sperwer Naam code nst ter min max nst ter min max nst ter min max Grevelingen gre Duiveland dui Schouwen sch St Philipsland & Slikken Heen phi Tholen & Rammegors tho Oosterschelde os Noord-Beveland nbe Veerse Meer vm Markiezaat & Zoommeer mar Walcheren wal Zuid-Beveland zbe Hals Zuid-Beveland hzb Westerschelde ws West Zeeuws-Vlaanderen wzv Midden Zeeuws-Vlaanderen mzv Oost Zeeuws-Vlaanderen ozv Totaal Deelgebied Buizerd Torenvalk Boomvalk Naam code nst ter min max nst ter min max nst ter min max Grevelingen gre Duiveland dui Schouwen sch St Philipsland & Slikken Heen phi Tholen & Rammegors tho Oosterschelde os Noord-Beveland nbe Veerse Meer vm Markiezaat & Zoommeer mar Walcheren wal Zuid-Beveland zbe Hals Zuid-Beveland hzb Westerschelde ws West Zeeuws-Vlaanderen wzv Midden Zeeuws-Vlaanderen mzv Oost Zeeuws-Vlaanderen ozv Totaal Deelgebied Slechtvalk Naam code nst ter min max Grevelingen gre Duiveland dui Schouwen sch St Philipsland & Slikken Heen phi Tholen & Rammegors tho Oosterschelde os Noord-Beveland nbe Veerse Meer vm Markiezaat & Zoommeer mar Walcheren wal Zuid-Beveland zbe Hals Zuid-Beveland hzb Westerschelde ws West Zeeuws-Vlaanderen wzv Midden Zeeuws-Vlaanderen mzv Oost Zeeuws-Vlaanderen ozv Totaal Jaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland
22 Bijlage 2. Start eileg (Eerste ei) Aantal eieren, aantal jongen en aantal geringde jongen bij roofvogels in Zeeland in de periode (blad 1). Eerste ei Eieren Eieren per nest Jongen Jongen per nest Ring Jaar min p25 p50 p75 max N Gem SD N Gem SD N Wespendief Pernis apivorus , , , Totaal ,3 0, Bruine Kiekendief Circus aeruginosus ,0 1, ,9 1, ,9 0, ,5 1, ,8 1, ,7 0, ,0 1, ,5 1, ,8 1, ,3 1, ,9 0, ,4 1, ,8 0, ,7 1, ,5 1, ,3 1, ,2 0, ,1 0, ,5 1, ,2 1, ,2 1, ,4 1, ,8 1, ,7 0, ,8 1, ,0 1, Totaal ,7 1, ,3 1, Blauwe Kiekendief Circus cyaneus , Havik Accipiter gentilis ,0 1, , ,5 0, ,8 0, , ,2 0, , ,7 0, , ,0 0, Totaal ,2 0, ,3 0, Sperwer Accipiter nisus ,0 0, ,5 1, ,0 0, ,6 0, ,1 1, ,1 1, ,1 1, ,3 1, ,0 0, ,0 1, ,2 1, ,0 1, ,8 1, ,9 1, ,6 1, ,7 1, ,1 1, ,1 1, ,2 1, ,4 1, ,6 0, ,4 0, ,5 1, ,1 1, ,1 0, ,7 0, Totaal ,4 1, ,3 1, Jaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland
23 Bijlage 2. Start eileg (Eerste ei) Aantal eieren, aantal jongen en aantal geringde jongen bij roofvogels in Zeeland in de periode (blad 2). Eerste ei Eieren Eieren per nest Jongen Jongen per nest Ring Jaar min p25 p50 p75 max N Gem SD N Gem SD N Buizerd Buteo buteo ,0 0, ,7 0, ,0 0, , ,0 0, ,0 0, ,0 0, ,4 0, ,5 0, ,9 0, ,4 0, ,0 0, ,2 0, ,9 0, ,4 0, ,0 0, ,6 0, ,9 0, ,6 0, ,2 0, ,4 0, ,0 0, ,5 0, ,9 0, * ,7 0, ,6 0, Totaal ,5 0, ,0 0, Torenvalk Falco tinnunculus ,2 1, ,9 1, ,3 0, ,0 0, ,5 0, ,9 0, ,8 1, ,1 1, ,0 0, ,6 1, ,9 0, ,6 1, ,6 1, ,7 1, ,8 0, ,0 1, ,3 1, ,1 1, ,1 0, ,3 1, ,9 0, ,8 1, ,4 0, ,1 1, ,2 0, ,3 1, Totaal ,8 0, ,8 1, Boomvalk Falco subbuteo , ,7 1, , ,5 2, ,7 0, ,6 0, ,5 0, ,1 0, ,5 2, ,3 0, ,1 0, ,3 0, ,3 0, ,6 0, ,7 0, ,1 0, Totaal ,0 1, ,3 0, Slechtvalk Falco peregrinus , , , ,0 0, ,5 0, , ,0 0, ,3 0, , ,0 0, Totaal ,2 0, ,1 0, * schatting 1-4 (zie 8.4). Jaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland
24 Bijlage 3. Aankomst van Bruine Kiekendieven op een aantal broedplaatsen in Zeeuws- Vlaanderen in het voorjaar van 2005 en In de kolom N staat het aantal dagen tussen aankomst en de start van de eileg (Eerste ei) Aankomst Eerste balts Eerste Ei N Leeftijd Man Vrouw Man Vrouw Binnendijks Terneuzen Valweg Kleiput mrt 13 +4kj +2kj Koewacht Grote Gat apr 30 +4kj +2kj Zaamslag Hoek van de Dijk 24-3/26-3?? 1-apr kj +2kj Koewacht Kleine Gat ?? +4kj +2kj Terneuzen Margarethapolder 27-3/31-3? 2-4?? +4kj +2kj Koewacht Arduinland 27-3/ / ?? 3kj? Vogelwaarde Van Lijndenpolder 17-3/23-3?? 12-apr kj? Westdorpe Canisvliet 2-4/ mrt 3-apr 19-apr kj +2kj Reuzenhoek Rietmus 11-4? 21-apr?? 3kj 2kj Philippine De Kloef 11-4? 11-apr 30-apr 19 +4kj +2kj Reuzenhoek Polderse Kreek 17-3/23-3? 23-mrt 30-mrt kj +2kj 2007 Aankomst Eerste balts Eerste Ei N Leeftijd Man Vrouw Man Vrouw Binnendijks Terneuzen Valweg Kleiput /12-3? kj +2kj Terneuzen Margarethapolder 2-4/ /6-4? 25-5 *? +4kj +2kj Koewacht Grote Gat ? mislukt? +4kj +2kj Zaamslag Hoek van de Dijk mislukt? +4kj +2kj Reuzenhoek Poldersekreek 15-3/ / / kj +2kj Vogelwaarde Van Lijndenpolder? 12-3? kj +2kj Westdorpe Canisvliet ? kj +2kj Nieuw-Namen Dievengat O?? ? 3kj +2kj Hoek Mauritsfort 26-3? 4-4?? +3kj +2kj Buitendijks Sieperdaschor W ?? +4kj +2kj Sieperdaschor W ? +4kj 2kj Sieperdaschor M kj 2kj Saeftinghe Gasdam ZO ? 2kj Sieperdaschor O kj +2kj Sieperdaschor W ?? 3kj +2kj * nalegsel Jaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland
25 Bijlage 4: Slechtvalkwaarnemingen en gedragingen op de Hoog Platen tijdens het broedseizoen van Bewerkte notities uit het logboek van de beheerders (bewakers) Fred Schenk en René Beijersbergen Op een paaltje vlak bij het afslagduin zit een Slechtvalk Slechtvalk op paaltje Geen Slechtvalk gezien Springtij! Geen spoor van een Slechtvalk, wel enkele plukrestanten van zangvogels Geen Slechtvalk gezien. Er staan Zilvermeeuwen op wacht op de duintjes en er scharrelen twee Zwarte Kraaien rond. (HC: De Slechtvalk zou daar niet van gediend zijn) Weer twee Zwarte Kraaien Zilvermeeuwen centraal op de duintjes, maar geen Slechtvalk Geen Slechtvalk Weer twee Zwarte Kraaien, maar geen Slechtvalk Grote Mantelmeeuw op de uitkijk, maar geen Slechtvalk Om 13:00 u op de palenrij Noord een man Slechtvalk, het Vrouwtje vliegt laag over en landt in de duintjes. Om 14:00 u landt ook het mannetje daar. De vliegbewegingen veroorzaken geen onrust bij de aanwezige vogels. In de loop van de middag zit het mannetje meerdere malen op de palenrij of een op een bord Man en vrouw Slechtvalk zitten zeker een uur op palenrij, beide vertrekken naar het vaste land. Een half uur later arriveert het mannetje boven de duintjes en verdwijnt tussen het hoge gras. Heb ik het vrouwtje gemist? (HC; op basis van de vleugellengte is het eerste ei gelegd op 30 april) Onze Slechtvalk alweer dagen niet gezien Op het noordelijkste stukje duin zit een aantal Zilvermeeuwen en een koppeltje Canadaganzen. Plots duikt de man Slechtvalk op, met twee stootduiken verdwijnen de Zilvermeeuwen, de Canadaganzen lopen onverstoorbaar door. De Slechtvalk gaat heel even op de palenrij zitten en is kort erop weer verdwenen In de duintjes een panic van ongeveer 15 minuten. (FS; is veel langer dan gemiddeld). Meer dan 200 Grote Sterns gaan op de wieken en vliegen in één compacte groep steeds naar het water en terug. Er zijn geen duikvluchten naar een indringer. De Slechtvalkman vliegt op uit Habitat broedplaats Slechtvalk op de Hooge Platen in 2006 en Breskens 20 juli Foto: Henk Castelijns. Tweelegsel van de Slechtvalk Hooge Platen 30 mei Foto: Fred Schenk. de duintjes en de rust keert weer. Hij vliegt via de westelijke plaat over het water naar het vaste land Mannetje Slechtvalk (kon ik zien dankzij telescoop van Jaap Poortvliet) zit langdurig op een paaltje achter het duin, ongeveer ter hoogte van de opslagplaats van de bebording Hoog boven het duin cirkelt een man Slechtvalk met een twintigtal Visdieven, na een korte rustpauze op de bekende palenrij verdwijnt hij weer Slechtvalk niet gezien Slechtvalk te zien wacht het hoogwater af en verplaats zich dan naar een bebordingspaal op oost Slechtvalk wederom op bebording oost Vanuit de duintjes vliegt de Slechtvalk op en krijgt gelijk een grote groep Visdieven achter zich aan. Laag wegvliegen lukt hem kennelijk niet, al omhoog cirkelend duurt het zeker een kwartier voordat de laatste Visdief de achtervolging opgeeft. In het begin van de middag herhaalt zich hetzelfde tafereel als vanmorgen, nu vertrekt de Slechtvalk laag over het strand naar het vaste land. Later is er op Noord zo nu en dan een flinke panic onder de Visdieven. Laat in de middag zit de Slechtvalk weer op de bebordingspaal. Jaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland
26 26 05 Slechtvalk op de bebordingspaal. Later meerdere malen een flinke panic beginnend op Noord, waarschijnlijk door Slechtvalk, maar niet gezien Zonnig maar frisjes, ZZO 3. Vijf zandschepen en zeven Gewone Zeehonden. Spetterende telling! Na het tellen van de sterns gaan we richting Slechtvalk. De spanning stijgt bij het laatste duin als we de waarschijnlijke nestplaats van de Slechtvalk naderen. Pas op zo n 20 meter vliegt het Slechtvalk vrouwtje op. Er liggen twee eieren in het kale zand, er zijn geen prooiresten te zien Slechtvalk mogelijk met leggen begonnen eind april (na de 29 ste ). Uitgaande van een broedtijd van circa 35 dagen zullen in de loop van volgende week (5-7 juni) de jongen geboren worden Rond 14:30u vliegen achteraan Visdieven op. Even later vliegt het vrouwtje Slechtvalk laag over het schor oostwaarts en gaat op de bebordingspaal zitten. Enkele seconden later komt het mannetje eveneens laag aanvliegen met prooi en lijkt ook op de paal willen te gaan zitten, maar valt op het laatste moment neer naast de paal. Even later valt vrouwtje ook op de grond en zijn ze even onzichtbaar. Dan vliegt het vrouwtje op met prooi. Ze vliegt in de richting van de scheepswerf en gaat op het schor zitten. Enkele minuten later is er grote paniek achteraan als een Slechtvalk de duintjes in gaat. Ik heb geen idee of het het mannetje of het vrouwtje is. Weer wat later gaat het mannetje voor langere tijd op de achterste paal zitten Als we na het tellen van de sterns op Noord komen, verschijnt er algauw het alarmerend paartje Slechtvalk. In het nest ligt een ééndagskuiken en een aangepikt ei Het is te merken dat de Slechtvalk nu met jongen zit. Er zijn op Noord meerdere panics per uur bij Visdief en Dwergstern. Ik zie de Slechtvalk tweemaal landen in het duin Snelle telling. Nieuw zijn: 10 dwergen 442 Grote Sterns en 62 Visdieven. Het ziet er erg goed uit en er zijn veel pullen bij de dwergen ook op Noord. De Bontbek zit nog op eieren. Er zijn ook veel jonge Visdieven en bij de Grote sterns groeit de eerste lichting pullen goed. De Slechtvalkjes zien er ook goed uit. Er zijn tot nu toe alleen nog maar opgepeuzelde postduiven rond het duin Achteraan een paar keer grote paniek, vooraan duidelijk minder en korter Achteraan af en toe grote paniek. Vermoedelijk door Slechtvalk. Eén keer is de Slechtvalk naar Nummer Een (HC: gehucht op de vaste wal) gevlogen. Pas uit het ei gekomen Slechtvalk. Het andere ei is al aangepikt. Hooge Platen 6 juni Foto: Fred Schenk. Jongen van de Slechtvalk van 8 en 10 dagen oud. Hooge Platen 15 juni Foto: Fred Schenk Achterin bij de Visdieven lijkt het allemaal wat rustiger met panics dan eerder. Is er gewenning aan de Slechtvalk? Later op de middag nog altijd een constante stroom van in- en uitvliegende sterns. De Slechtvalk komt over het vaarwater aangevlogen en veroorzaakt een flinke panic maar het is weer snel rustig. Jaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland
27 27 06 En met de Slechtvalk? Of ze last van het stuivende zand hebben gehad kan ik niet zeggen. De twee oudervogels zie ik cirkelend. Ze zijn heer en meester van de Bol (HC: centrale deel Hooge Platen). Het mannetje zakt in een lange rustige glijvlucht over het schor, de Visdieven reageren,maar de Slechtvalk trekt het zich niet aan. Een nog niet vliegvlugge Visdief wordt door het mannetje uit het schor gegrist. Hij vliegt met prooi naar het noordelijke duin waar zijn jongen zich bevinden. Enkele minuten later zie ik beide vogels weer terug op een behoorlijk hoogte oostelijk van de Bol. Ook die hebben het slechte weer dus overleefd Het blijft de eerste uren rustig op Noord, geen panics of iets dergelijks. Er is toch niets mis met de Visdieven of de Slechtvalk? Kennelijk werd er gewacht op de eerste duiven uit Bordeaux. Plots is er veel onrust, en actie! Beide vogels hoog in de lucht speurend naar duiven, naar de Visdieven kijken ze niet om. Bij de vierde poging heeft het vrouwtje succes en grijpt zo n turboduif hoog uit de lucht en landt ermee op een turfblok Bij aankomst is de Slechtvalk al bezig, flinke panics op Noord. De Dwergsterns en Grote Sterns van de laatste vestiging zijn erg schrikachtig. Het is vandaag rustig met de duiven. Eenmaal is het raak, die duif komt niet meer thuis. Later wordt er dan toch ook weer een Visdief geslagen Het kan niet op! Schitterend! Wat een dag! Vandaag zeehonden (HC: 2 Grijze en 11 Gewone), drie soorten sterns, Slechtvalken, stuifduinen met er achter een bontgekleurde kwelder en laat ik het vooral niet vergeten de bijen van collega Chiel (HC: Schorzijdebij en Schorviltbij). Vandaag waren we met een zeldzaam grote groep, waaronder Peter van Geneijgen en Henk Castelijns om de jonge Slechtvalken te ringen en Peter Nicolai en collega Chiel voor het maken van foto s Vandaag drie panics vanwege de Slechtvalk Vanuit het westen komt de Slechtvalk aangevlogen met een prooi ter grootte van een duif. Dit zorgt bij de sterns voor een flinke panic Controlebezoek met collega René. Ongekend, super veel juveniele sterns en ondanks het matige weer niet veel sterfte. Ook met de jonge Slechtvalken gaat het goed, ze zitten al goed in de veren en zullen over een week de eerste vlieglessen nemen. Jonge man Slechtvalk van 27 dagen oud. Hij woog 672 gram en had een vleugellengte van 200 mm. Hooge Platen 2 juli Foto: Chiel Jacobusse. Peter van Geneijgen en Henk Castelijns tijdens het wegen en ringen van Slechtvalk het vrouwtje (Peter) en het mannetje (Henk) Slechtvalk Bezoeken aan de Hooge Platen worden zorgvuldig gepland. In korte tijd moet er veel gebeuren. Met de beheerders was afgesproken dat er tien minuten tijd was om de vogels te meten, te ringen, DNA af te nemen en om prooiresten te verzamelen Hooge Platen 2 juli Foto: Chiel Jacobusse. Twee jonge Slechtvalken, links een man van 36 dagen en rechts een jonge vrouw van 34 dagen. Hooge Platen 11 juli Foto: Fred Schenk. Jaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland
28 15 07 Eenmaal grote paniek door overvliegende Slechtvalk De Slechtvalk alarmeert nog en we treffen twee prachtige jongen aan omringd door opgepeuzelde postduiven en twee Spreeuwen. Eén van de twee jongen kiest het luchtruim. Het oudste jong is 43 dagen oud. Ik kan de definitieve lijst van broedvogels opstellen (HC: zie 01 07) Er alarmeert nog één Slechtvalk. Op het valkenhorst lag een puntgaaf duivenei en een Stekelbaars Beide jongen vliegen bij elkaar over het water in de richting van Nummer Een Er is een spelende Slechtvalk. Jonge vrouw Slechtvalk van 42 dagen met een postduif. Vrijwel meteen na het nemen van de foto is het jong weggevlogen Hooge Platen 19 juli Foto: Fred Schenk. Jaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland
Jaarverslag Werkgroep Roofvogels Zeeland 2006
Jaarverslag Werkgroep Roofvogels Zeeland 2006 Werkgroep Roofvogels Zeeland Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Werkwijze... 4 3 Het Zeeuwse landschap... 5 4 Het weer voor en tijdens het broedseizoen van 2006...
Nadere informatieKNNV Vogelwerkgroep De Bevelanden. Roofvogels op de Bevelanden 2008 (Provincie Zeeland)
KNNV Vogelwerkgroep De Bevelanden Mededeling no. XXX (Provincie Zeeland) Roofvogel werkgroep De Bevelanden Wannes Castelijns & Niels de Schipper Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 1 Inleiding... 3 2 Beschrijving
Nadere informatieVoorkomen van Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) in Het Verdronken Land Van Saeftinghe Walter Van Kerkhoven
Voorkomen van Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) in Het Verdronken Land Van Saeftinghe. 2017 Walter Van Kerkhoven Tijdens het broedseizoen van 2017 werd onderzoek gedaan naar het voorkomen, broedgedrag
Nadere informatieJaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland 2005
Jaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland 2005 Werkgroep Roofvogels Zeeland Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Werkwijze... 5 3 Het Zeeuwse landschap... 6 4 Het weer voor en tijdens het broedseizoen van 2005... 6
Nadere informatieCursus Roofvogelnestkartering. Werkgroep Roofvogels Zeeland
Cursus Roofvogelnestkartering Werkgroep Roofvogels Zeeland Wat is nestkartering? Elke (roof)vogel heeft in het broedseizoen een territorium. Tijdens een aantal bezoeken worden alle waarnemingen van (roof)vogels
Nadere informatieJaarverslag Werkgroep Roofvogels Zeeland 2014
Jaarverslag Werkgroep Roofvogels Zeeland 214 Uitgave: Werkgroep Roofvogels Zeeland Inhoud 1 Intro... 3 2 Samenvatting... 4 3 Werkwijze... 6 4 Het Zeeuwse landschap... 7 5 Het weer voorafgaand en tijdens
Nadere informatieJaarverslag Werkgroep Roofvogels Zeeland 2008
Jaarverslag Werkgroep Roofvogels Zeeland 28 Werkgroep Roofvogels Zeeland Inhoud 1 Samenvatting... 3 2 Inleiding... 4 3 Werkwijze... 5 4 Het Zeeuwse landschap... 6 5 Het weer voorafgaand en tijdens het
Nadere informatieWatervogels en kustbroedvogels tussen Breskens en Braakmanhaven
Watervogels en kustbroedvogels tussen Breskens en Braakmanhaven Tellingen 2001 en 2002 B.W.J. Oosterbaan T. Damm 2005 Opdrachtgever Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Kust en Zee Van der Goes en Groot
Nadere informatieBMP rapport Gat van Pinte 2012
BMP rapport Gat van Pinte 2012 Bert van Broekhoven VWG De Steltkluut Juli 2012 1 van 9 BMP Gat van Pinte 2012 Inhoud: Pagina 1. Inleiding 3 2. Gebiedsbeschrijving 3 3. Telrondes 3 4. De looproute 4 5.
Nadere informatieJaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland 2002 en 2003
Jaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland 2002 en 2003 Digitale uitgave: Werkgroep Roofvogels Zeeland Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Werkwijze... 4 3 Het Zeeuwse landschap... 5 4 Het weer... 5 5 Voedselsituatie...
Nadere informatieBMP rapport Gat van Pinte 2013
BMP rapport Gat van Pinte 2013 Bert van Broekhoven VWG De Steltkluut November 2013 1 van 9 BMP Gat van Pinte 2013 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Gebiedsbeschrijving Gat van Pinte... 3 4. De looproute... 5
Nadere informatieJaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland 2004
Jaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland 2004 Digitale uitgave Werkgroep Roofvogels Zeeland Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Werkwijze... 4 3 Het Zeeuwse landschap... 5 4 Het weer... 5 5 Voedselsituatie... 6 6
Nadere informatieJaarverslag Werkgroep Roofvogels Zeeland 2011
Jaarverslag Werkgroep Roofvogels Zeeland 2011 Werkgroep Roofvogels Zeeland Inhoud 1 Intro... 3 2 Samenvatting... 4 3 Werkwijze... 6 4 Het Zeeuwse landschap... 7 5 Het weer voorafgaand en tijdens het broedseizoen
Nadere informatieBMP rapport. Gat van Pinte 2014. Bert van Broekhoven VWG De Steltkluut September 2014
BMP rapport Gat van Pinte 2014 Bert van Broekhoven VWG De Steltkluut September 2014 1 van 10 BMP Gat van Pinte 2014 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Gebiedsbeschrijving Gat van Pinte... 3 3. De telronden...
Nadere informatieBMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag 2011
BMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag 2011 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Luchtfoto van het gebied... 3 Algemene Informatie.... 4 Gebiedsbeschrijving... 5 Gebiedsindeling... 6 Info over de telronden... 7 Territoria
Nadere informatieTennet TSO W. van Dijk Postbus AS ARNHEM. ONTWERP-BESLUIT Gezien voor akkoord : Datum:
> Retouradres Postbus 40225 8004 DE Zwolle Tennet TSO W. van Dijk Postbus 718 6800 AS ARNHEM ONTWERP-BESLUIT Gezien voor akkoord : : Betreft Beslissing op uw aanvraag Ruimtelijke ingrepen Postbus 40225
Nadere informatieDe roofvogels en uilen in het bosgebied Buikheide - Halve Mijl in 2001
-1- De roofvogels en uilen in het bosgebied Buikheide - Halve Mijl in 2001 JACQUES V AN KESSEL, J AN KOLSTERS & WIM DEEBEN Vanaf 1995 is het bosgebied Buikheide-Halve Mijl (Vessem-Veldhoven) jaarlijks
Nadere informatieBMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag
BMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag 2015 Hans Molenaar VWG De Steltkluut November 2015 Inhoudsopgave 1. Algemene Informatie... 4 Doelstelling SOVON broedvogelonderzoek.... 4 2. Gebiedsbeschrijving... 5 Luchtfoto
Nadere informatieJaarverslag Werkgroep Roofvogels Zeeland 2013
Jaarverslag Werkgroep Roofvogels Zeeland 2013 Uitgave: Werkgroep Roofvogels Zeeland Inhoud 1 Intro... 3 2 Samenvatting... 4 3 Werkwijze... 6 4 Het Zeeuwse landschap... 7 5 Het weer voorafgaand en tijdens
Nadere informatieBroedvogelinventarisatie Ecodorp Bergen Voorjaar 2014
Broedvogelinventarisatie Ecodorp Bergen Voorjaar 2014 inventarisatie en verslag : Dook Vlugt d.vlugt@quicknet.nl contactpersoon Ecodorp : Sjaak van der Woude 1. Inleiding 2. Havik 3. Resultaten inventarisatie
Nadere informatieBMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag
BMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag 2012 Hans Molenaar VWG De Steltkluut September 2012 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Luchtfoto van het gebied... 3 Algemene Informatie.... 4 Gebiedsbeschrijving... 5 Gebiedsindeling...
Nadere informatieKERKUILEN WERKGROEP TWENTE
KERKUILEN WERKGROEP TWENTE Broedseizoen kerkuil De start van het broedseizoen kerkuilen was zeer verrassend. Rond half maart werd er op een locatie in Oud-Ootmarsum een nestkast aangetroffen met daarin
Nadere informatieBMP Reuzenhoeksekreek Zaamslag
BMP Reuzenhoeksekreek Zaamslag 2016 Hans Molenaar VWG De Steltkluut November 2016 Inhoudsopgave 1. Algemene Informatie... 3 Doelstelling SOVON broedvogelonderzoek.... 3 2. Gebiedsbeschrijving... 4 Luchtfoto
Nadere informatieVoorkomen van Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) in Het Verdronken Land Van Saeftinghe Walter Van Kerkhoven
Voorkomen van Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) in Het Verdronken Land Van Saeftinghe. 2018 Walter Van Kerkhoven In het kader van de volledige broedvogelinventarisatie werd tijdens het broedseizoen
Nadere informatieFunctioneren kunstmatige eilanden voor visdieven in de Inlaag Oesterput op Noord-Beveland en in de Inlaag Neeltje Jans: Broedseizoen 2016
Functioneren kunstmatige eilanden voor visdieven in de Inlaag Oesterput op Noord-Beveland en in de Inlaag Neeltje Jans: Broedseizoen 2016 Mark Hoekstein & Sander Lilipaly Delta ProjectManagement (DPM)
Nadere informatieFunctioneren kunstmatig eiland voor sterns in de Inlaag Oesterput en op eilanden in de Inlaag s Gravenhoek, Noord-Beveland: Broedseizoen 2017
Functioneren kunstmatig eiland voor sterns in de Inlaag Oesterput en op eilanden in de Inlaag s Gravenhoek, Noord-Beveland: Broedseizoen 2017 Mark Hoekstein Delta ProjectManagement (DPM) Postbus 315 4100AH
Nadere informatieN.O.P. Papegaaienpark
(nestkastproject) M. Sloendregt N.O.P. Papegaaienpark 2 Nestkasten verslag Papegaaienpark Stichting N.O.P. 28 Wil de Veer INLEIDING Op verzoek van de eigenaar van het Nederlands Opvangcentrum voor Papegaaien,
Nadere informatieBMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag
BMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag 2013 Hans Molenaar VWG De Steltkluut November 2013 Inhoudsopgave 1. Algemene Informatie... 4 Doelstelling SOVON broedvogelonderzoek.... 4 2. Gebiedsbeschrijving... 5 Luchtfoto
Nadere informatieVoorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)
Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit
Nadere informatieBMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag
BMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag 2014 Hans Molenaar VWG De Steltkluut November 2014 Inhoudsopgave 1. Algemene Informatie... 4 Doelstelling SOVON broedvogelonderzoek.... 4 2. Gebiedsbeschrijving... 5 Luchtfoto
Nadere informatieVoorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)
Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit
Nadere informatieVoorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)
Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit
Nadere informatieOnderzoek Vleermuizen en jaarrond beschermde nesten. Bos en voormalige tennisbaan. Mahlerlaan Amsterdam
Onderzoek Vleermuizen en jaarrond beschermde nesten Bos en voormalige tennisbaan Mahlerlaan Amsterdam Opdrachtgever: O.G.A Datum : oktober 2013 Auteur : M. Kuiper Oostermeerkade 6 1184 TV Amstelveen Telefoon:
Nadere informatieWeidevogels Liedeweg te Haarlemmerliede
Weidevogels Liedeweg te Haarlemmerliede Weidevogels Liedeweg te Haarlemmerliede Auteur P.J.H. van der Linden Opdrachtgever Projectnummer Ingen Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude 10.036 juni 2010 foto
Nadere informatieGeslaagd broedgeval Slechtvalk in de stad Zutphen
8 Vogelwerkgroep Zutphen e.o. Geslaagd broedgeval Slechtvalk in de stad Zutphen door Rob van Swieten rovansw@hotmail.com Dat vogels zich niet altijd laten leiden door beschermingsprojecten zoals het plaatsen
Nadere informatieRoofvogels op De Bevelanden 2007
KNNV Vogelwerkgroep De Bevelanden Mededeling no. 32 Roofvogels op De Bevelanden 2007 (Provincie Zeeland) Roofvogel werkgroep De Bevelanden Niels de Schipper Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Beschrijving onderzoeksgebied
Nadere informatieBroedvogels van de HAPERTSE HEIDE
Broedvogels van de HAPERTSE HEIDE Broedvogelmonitoringproject, seizoen 1997 Samenstelling: Vogelwerkgroep De Kempen: Hans Hermans Ben Jacobs Tonny van der Vleuten Carlo van Wely Jan van der Zee November,
Nadere informatieVoorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)
Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit
Nadere informatieJaarverslag Werkgroep Roofvogels Zeeland 2017 en 2018 Uitgave: Werkgroep Roofvogels Zeeland
Jaarverslag Werkgroep Roofvogels Zeeland 2017 en 2018 Uitgave: Werkgroep Roofvogels Zeeland Jaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland 2017-2018 1 Foto voorpagina. Andrea van den Berg en Dirk van Stralen van
Nadere informatieMahlerlaan Amsterdam. Roofvogelonderzoek. Opdrachtgever: O.G.A. Tussentijdsverslag : 2 september 2015
Roofvogelonderzoek Mahlerlaan Amsterdam Opdrachtgever: O.G.A Tussentijdsverslag : 2 september 2015 Onderzoek : drs. Lex van Groningen, dr. M. Kuiper Oostermeerkade 6 1184 TV Amstelveen Telefoon: 06-29523020
Nadere informatieMinisterie van Economische Zaken
> Retouradres Postbus 40225 8004 DE Zwolle Tennet TSO T.a.v. mevrouw W. van Dijk Postbus 718 6800 AS ARNHEM Datum Betreft Beslissing op uw aanvraag Ruimtelijke ingrepen Geachte mevrouw Van Dijk, Ministerie
Nadere informatieRoutekaart 2011. Natura 2000-gebied en Nationaal Park Lauwersmeer 15 mei 2011. Inschrijving Bosschuur Staatsbosbeheer
Natura 2000-gebied en Nationaal Park Lauwersmeer 15 mei 2011 Routekaart 2011 Inschrijving Bosschuur Staatsbosbeheer Welkom op het Frysk Fûgelpaad 2011 Deze vogelspotwandeling wordt gehouden in Nationaal
Nadere informatiebroedwaarde. Wilde eend - 1 zeker broedgeval. 9.05 : 1 w. met 3 pulli - regelmatig worden ongepaarde ex.
Kleiputten 't Hoge 1983 2013 (2014) In deze kolom krijgen sommige soorten een andere kleur en dus een andere Broedende of waarschijnlijk broedende soorten broedwaarde. Wilde eend - 1 zeker broedgeval.
Nadere informatie(nestkastenproject) Golfbaan Welschap
(nestkastenproject) Golfbaan Welschap 4 Nestkastenverslag Golfbaan Welschap, 27 Wil de Veer In het voorjaar werd samen met diverse vrijwilligers begonnen met de noodzakelijke schoonmaak van de nestkasten.
Nadere informatieVoorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)
Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit
Nadere informatieOrnithologisch jaarverslag Texel 2009
Ornithologisch jaarverslag Texel 2009 Een uitgave van de Vogelwerkgroep Texel Systematische lijst Knobbelzwaan Cygnus olor Broedgegevens: broedend. Tijdens de hoogwater- en ganzen- en zwanentellingen werd
Nadere informatieBMP rapport. Gat van Pinte 2017
BMP rapport Gat van Pinte Foto: Zingende Tjiftjaf (BvB) Bert van Broekhoven VWG De Steltkluut September 1 van 11 BMP Gat van Pinte Inhoud 2. Gebiedsbeschrijving Gat van Pinte... 3 3. De telronden... 4
Nadere informatieVoorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)
Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit
Nadere informatieBroedvogelinventarisatierapport. Heseveld, Nijmegen. Marc de Bont Nijmegen, september 2010
Broedvogelinventarisatierapport Heseveld, Nijmegen 2010 Marc de Bont Nijmegen, september 2010 Inleiding Methode In maart 2010 heb ik besloten om in de omgeving van het complex Berkenoord de broedvogels
Nadere informatieVoorlopige verspreidingskaarten Atlasproject
Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen, aangevuld met informatie uit de Sovon-meetnetten (Netwerk Ecologische
Nadere informatieNieuwsbrief Opvangcentrum voor Vogels en Wilde Dieren Oostende januari 2006
Nieuwsbrief Opvangcentrum voor Vogels en Wilde Dieren Oostende januari 2006 Beste sympathisanten, leden, vrienden, We hebben net de balans van de binnen gebrachte dieren in afgewerkt, zijn wat cijfers
Nadere informatieKAVEL 2 EN 3 FLORA- EN FAUNADOSSIER. Opdrachtgever: O.G.A. periode : versie: : 16 mei Auteur : M. Kuiper
FLORA- EN FAUNADOSSIER KAVEL 2 EN 3 Opdrachtgever: O.G.A periode : 2011-2014 versie: : 16 mei 2014 Auteur : M. Kuiper Oostermeerkade 6 1184 TV Amstelveen Telefoon: 06-29523020 E-mail: info@natuurbeleven.nl
Nadere informatieovervliegende vogels gezien, wat wijst op aankomst van vogels van elders. Het hoogste aantal bedroeg 5 ex >zw op 30 oktober.
overvliegende vogels gezien, wat wijst op aankomst van vogels van elders. Het hoogste aantal bedroeg 5 ex >zw op 30 oktober. Kleine Bonte Specht Dendrocopos minor Van 12 maart t/rn 7 april verbleef l'i'
Nadere informatieVoorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)
Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit
Nadere informatieVoorlopige verspreidingskaarten Atlasproject
Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen, aangevuld met informatie uit de Sovon-meetnetten (Netwerk Ecologische
Nadere informatieORNITHOLOGISCHE WAARNEMINGEN BLOKKERSDIJK (Antwerpen-Linkeroever) JANUARI TOT MAART 2015
ORNITHOLOGISCHE WAARNEMINGEN BLOKKERSDIJK (Antwerpen-Linkeroever) JANUARI TOT MAART 2015 FUTEN TOT EENDEN Tot 22 januari pleisterden nog steeds 1 tot 2 Dodaarzen (Tachybaptus ruficollis). Daarna werd van
Nadere informatieOnderzoek bij broedvogels en nestjongen. Roofvogels. Buizerd Buteo buteo, Havik Accipiter gentilis en Wespendief Pernis apivorus.
Onderzoek bij broedvogels en nestjongen Roofvogels Buizerd Buteo buteo, Havik Accipiter gentilis en Wespendief Pernis apivorus Jaarverslag 2012 Bevindingen in een onderzoeksgebied nabij Lippenhuizen en
Nadere informatieVerslag Vogelwerkgroep IVN Vijlen-Vaals en Gemeente Vaals 2014
Verslag Vogelwerkgroep IVN Vijlen-Vaals en Gemeente Vaals 2014 Door de zachte winter en het mooie voorjaar zag het er rooskleurig uit voor onze vogels. Door het milde weer waren de planten 3 weken eerder
Nadere informatieWie weet wat de Slechtvalk Falco peregrinus ( s nachts) eet? Gentse Slechtvalk wordt nachtactief door monumentverlichting
108 Wie weet wat de Slechtvalk Falco peregrinus ( s nachts) eet? Gentse Slechtvalk wordt nachtactief door monumentverlichting DOMINIQUE VERBELEN Inleiding Op 27 januari 2001 wordt voor het eerst een paartje
Nadere informatieVerslag vogelwerkgroep IVN De Steilrand rondje Zeeland
Verslag vogelwerkgroep IVN De Steilrand rondje Zeeland Zaterdag 23 januari maakten 12 mensen van de vogelwerkgroep een tocht langs de Zeeuwse kusten. We waren vroeg uit de veren, om bij het krieken van
Nadere informatiein Zeeland in 1995 en -onderzoek in Zeeland gecoördineerd. is het aantal met een aparte
Broedende roofvogels in Zeeland in 1995 Henk Castelijns Met ingang van 1995 worden roofvogelbescherming en onderzoek in Zeeland gecoördineerd. De bescherming wordt behartigd door JanWillem Vergeer en het
Nadere informatieDatum: 13 april Excursie: Middagexcursie Brabantse Biesbosch. Gids: Pim
Datum: 13 april 2019 Excursie: Middagexcursie Brabantse Biesbosch Gids: Pim Rond de klok van 13.00 uur ontmoette ik Wil en zes andere deelnemers uit de regio Den Haag. Door omstandigheden zat Wil in een
Nadere informatieo 2013 Verslag Havikonderzoek Reproductie, plaats- en paartrouw van de Havik Accipiter gentilis in Noord-Fryslân Gerrit Krottje
G. Krottje, 04. Reproductie, plaats- en paartrouw van de Havik Accipiter gentilis in Noord-Fryslân; Jaarverslag 03 Verslag Havikonderzoek Reproductie, plaats- en paartrouw van de Havik Accipiter gentilis
Nadere informatieVoorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)
Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit
Nadere informatieWerkgebied VWG-Zutphen Oppervlak: ha
Werkgebied VWG-Zutphen Oppervlak: 19.227 ha Overzicht verdeling werkgebied in Deelgebieden - Telgebieden KN1 KN2 KN3 KN6 KN5 KN4 GE7 GE6 GE5 GE4 GE2 GE3 GE1 VB11 TE5 TE4 TE3 TE2 TE1 HC5 HC4 HC3 HC2 HC1
Nadere informatieVOGELS WAARNEMEN UIT TREINEN
NOVEMBER 957 JAARGANG 0, AFL. «T ^fav- sar NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR VELDBIOLOGIE OPGERICHT DOOR E. HEIMANS,. JASPERS [r EN JAC, P. THIJSSE VOGELS WAARNEMEN UIT TREINEN M. F. MÖRZER BRUIJNS. R.I.V.O.N.,
Nadere informatie!!!!"### " $% + " $% -""!. /"0%. + %"" 1 "" 3 '$ + * + + * +1 5*!! 1"! '!' 5%!.* " " "!.%%"!%%!-8! " $% *8! %! 9: $% !$!!
1 !!!!"### #$% $% &'() " $% %""*$ +, " $% %""* -""!. /"0%.!*% + %"" 1 "" 2 3 '$ + * + " $% + + * ++ 4""% +1 5*!! +2 4""*! 1"! '!' '() $""" '()6 "%##!& 4&*!7 5%!.* " " "!.%%"!%%!-8!!'() 8%!!""" %"" $% *8!
Nadere informatieBMP rapport. Gat van Pinte 2018 (1 e Concept) Wakende Holenduif. Bert van Broekhoven VWG De Steltkluut Augustus 2018
BMP rapport Gat van Pinte (1 e Concept) Wakende Holenduif Bert van Broekhoven VWG De Steltkluut Augustus 1 van 12 BMP Gat van Pinte Inhoud 2. Gebiedsbeschrijving Gat van Pinte... 3 3. De telronden van...
Nadere informatieEr zijn drie tellingen waaraan u mee kunt doen. Deze tellingen staan los van elkaar dus u kunt zelf bepalen aan welke tellingen u mee wilt doen.
Handleiding tellingen Er zijn drie tellingen waaraan u mee kunt doen. Deze tellingen staan los van elkaar dus u kunt zelf bepalen aan welke tellingen u mee wilt doen. Als er onduidelijkheden zijn over
Nadere informatieDe rustende grote meeuwen zijn deze keer niet op de parkeerplaats te vinden. Het ziet er heel verlaten uit.
14 december 2010 Ons traditionele eindejaar dagtripje naar Zeeland met een groepje (8 tal) vogelliefhebbers van IVN Oirschot vogelgroep. We vertrekken al in het donker om op tijd tussen de vogels te zitten
Nadere informatieWelke uilen en roofvogels zijn dat?
. Welke uilen en roofvogels zijn dat? De vogels zijn volgens de kleurcode onderverdeeld in de volgende groepen: Uilen 10 Valken 30 Overige roofvogels 46 Extra: Vliegsilhouet van de belangrijkste soorten
Nadere informatieVoorlopige verspreidingskaarten Atlasproject
Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen, aangevuld met informatie uit de Sovon-meetnetten (Netwerk Ecologische
Nadere informatieBijzondere Vogels Strabrechtse Heide 2011
Bijzondere Vogels Strabrechtse Heide 2011 Dit overzicht bevat bijzondere vogelwaarnemingen die gemaakt zijn op de Strabrechtse Heide. Hieronder vallen fenologische waarnemingen, opmerkelijke trekvogels,
Nadere informatieBroedvogelinventarisatie Noorlaarderbos 2012 M.Wijnhold
Broedvogelinventarisatie Noorlaarderbos 2012 M.Wijnhold Tellers: D.Schoppers, A. Vanderspoel, J. de Vries, W. Woudman, M. Werkman, J. De Bruin, M.Wijnhold Inhoud: 1. Samenvatting 2. Methode: territoria
Nadere informatieVogeltrektelling 30 oktober 2016
Vogeltrektelling 30 oktober 0 Voorwoord De laatste vogeltrektelling van 0 vond plaats op zondag 30 oktober, op de nieuwe dit jaar gekozen locatie de Volthe es.de tel locatie ligt dicht tegen de zuid kant
Nadere informatieVoorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)
Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit
Nadere informatiewerkdocument U : TTT-.J 170' r rijksdienst voor de.jsselmeerpolders Roofvogel- en uilen broedgegevens van 1977 tot en met 1982 in de
ministerie van verkeer en waterstaat rijksdienst voor de.jsselmeerpolders BIBLIOTHEEK R1JKSDIEN"- I VOOR OB werkdocument WSSELMt-H "-"POLDERS i Roofvogel- en uilen broedgegevens van 1977 tot en met 1982
Nadere informatieVoorlopige verspreidingskaarten Atlasproject
Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen, aangevuld met informatie uit de Sovon-meetnetten (Netwerk Ecologische
Nadere informatieBroedvogels Emerput Breda 2008
Broedvogels Emerput Breda 2008 Februari 2009 West Brabantse Vogelwerkgroep Jan Benoist Foto s: Jan Benoist en Raymond van Breemen West Brabantse Vogelwerkgroep Breda 1 Inleiding Bezoeken Broedvogels Kokmeeuwen
Nadere informatieVoorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)
Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit
Nadere informatieVersie Maart Verslag Inventarisatie kansen roofvogels Zuidas- Zuidasdok Maart 2016
Verslag Inventarisatie kansen roofvogels Zuidas- Zuidasdok 2 Inhoud 1. Aanleiding... 3 2. Inleiding en werkwijze... 3 3. Resultaten onderzoek... 5 4. Nader onderzoek... 7 Bijlage I. Kaart geïnventariseerde
Nadere informatieTekst: Francis Havekes, Marcel van der Tol. Foto: Francis Havekes. Eindredactie: Hanneke Hoogvliet
Broedvogelinventarisatie Buytenpark 2005 Vogelwerkgroep Zoetermeer Tekst: Francis Havekes, Marcel van der Tol Foto: Francis Havekes Eindredactie: Hanneke Hoogvliet Vogelwerkgroep Zoetermeer, 2007 2 Inhoudsopgave
Nadere informatieTerug een topjaar voor de bruine kiekendieven in de Westkustpolders
Terug een topjaar voor de bruine kiekendieven in de Westkustpolders Net zoals bij onze kerkuilen beleefden we vorig jaar ook bij de bruine kiekendieven een topjaar met een totaal van maar liefst 38 broedgevallen.
Nadere informatieVoorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)
Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit
Nadere informatieRoofvogels op De Bevelanden 2006
KNNV Vogelwerkgroep De Bevelanden Mededeling no. 30 Roofvogels op De Bevelanden 2006 (Provincie Zeeland) Roofvogel werkgroep De Bevelanden Niels de Schipper & Wannes Castelijns Inhoudsopgave 1 Inleiding
Nadere informatieBroedvogelinventarisatierapport. Heseveld, Nijmegen. Marc de Bont Nijmegen, juli 2013
Broedvogelinventarisatierapport Heseveld, Nijmegen 2013 Marc de Bont Nijmegen, juli 2013 Inhousopgave Inleiding Pagina 3 Methode Pagina 3 De telling Pagina 4 Het weer Pagina 4 De resultaten Pagina 4 Bijlage:
Nadere informatie2013 wordt het jaar van de Patrijs.
2013 wordt het jaar van de Patrijs. 1 Waarom? De soort kwam vroeger in grote aantallen voor in NL; er werd zelfs op gejaagd (en in sommige landen nog steeds) Bijna iedereen heeft de vogel wel eens gezien
Nadere informatieNieuwsbrief Roofvogelwerkgroep Fruitstreek. Februari 2014
Nieuwsbrief Roofvogelwerkgroep Fruitstreek Februari 2014 Het is begonnen. Misschien iets vroeger dan anders, maar de laatste zonnige dagen levert al baltsgedrag op van buizerds. Het is dan ook deze soort
Nadere informatieResultaten (broed)vogelonderzoek rond Bodemven op Landgoed Huis ter Heide, Loonse en Drunense Duinen
Resultaten (broed)vogelonderzoek rond Bodemven op Landgoed Huis ter Heide, Loonse en Drunense Duinen Broedseizoen 2012 Vink (Fringilla coelebs) Uitgevoerd in opdracht van Natuurmonumenten regio Midden-Brabant
Nadere informatieVogelringstation Schiermonnikoog. Verslag activiteiten 2014 voor CCWO
Vogelringstation Schiermonnikoog Verslag activitei 2014 voor CCWO Verslag veldwerk 2014 Inleiding In 2014 zijn de activitei van het Vogelringstation Schiermonnikoog in de onderzoeksopzet voortgezet: 1.
Nadere informatieNotitie. 1 Inleiding. Referentienummer Datum Kenmerk PN mei Betreft Roofvogel onderzoek (BMP-R methode)
Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 20 mei 2014 Betreft Roofvogel onderzoek (BMP-R methode) 1 Inleiding 1.1 Kader van het onderzoek Projecten of handelingen dienen te worden getoetst aan de wet- en
Nadere informatieVerslag project bontbekplevier Wilhelminadorp 2010 en tevens afsluiting monitoring gedurende 5 jaar.
1 Verslag project bontbekplevier Wilhelminadorp 2010 en tevens afsluiting monitoring gedurende 5 jaar. Het broedseizoen is weer achter de rug en wat heeft het voor de bontbekplevier opgeleverd. Het is
Nadere informatieSymposium Op reis op de Boschplaat, 30 mei 2017 Over (broed)vogels in veranderende landschappen
Symposium Op reis op de Boschplaat, 30 mei 2017 Over (broed)vogels in veranderende landschappen Kees Koffijberg Sovon Vogelonderzoek Nederland 2 / 23 Boschplaat op reis, 30.05.2017 Vogels zijn belangrijke
Nadere informatieNIEUWSBRIEF 2018 HET HEXEL. Broedresultaten en waarnemingen nestkastenproject
NIEUWSBRIEF 2018 HET HEXEL Broedresultaten en waarnemingen nestkastenproject Nieuwsbrief no.20 van het nestkastenproject HET HEXEL Contactadres nestkastenproject: Dini Weijers, tel. 0546-576538 Samenstelling
Nadere informatieGebiedsbeschrijving. Werkwijze BROEDVOGELS VAN WOONWIJK `HET LAAKSE VELD` IN door Henk Jan Hof
BROEDVOGELS VAN WOONWIJK `HET LAAKSE VELD` IN 2006. door Henk Jan Hof In het voorjaar van 2006 heb ik woonwijk Het Laakse Veld op broedvogels geïnventariseerd. Deze kartering is uitgevoerd om aantallen
Nadere informatieResultaten (broed)vogelonderzoek Bodemven en omstreken op Landgoed Huis ter Heide, Noord-Brabant Broedseizoen 2009
Resultaten (broed)vogelonderzoek Bodemven en omstreken op Landgoed Huis ter Heide, Noord-Brabant Broedseizoen 2009 Bonte vliegenvanger Uitgevoerd in opdracht van Natuurmonumenten regio Midden-Brabant Auteurs:
Nadere informatieBIBLIOTK-EK RIJKS: VOOR OE USSELMttRPOLDcRS WERKDOCUMENT. door. W. Dubbeldam. 1980-80 Abw maart. X 7t. ^TJ, 6wo
BIBLIOTK-EK RIJKS: VOOR OE USSELMttRPOLDcRS WERKDOCUMENT RESULTATEN VAN EEN VERKENNENDE BROEDVOGEL- INVENTARISATIE IN HET NATUURTERREIN HET HARDERBROEK door W. Dubbeldam 1980-80 Abw maart R 13381 X 7t
Nadere informatieVogelexcursie Maasplassen
Vogelexcursie Maasplassen WML plas Roermo nd Brandt VWG De Peel, 2015-01-31 Deelnemers Rob Boesten, Jan van Deursen, Jaap Halma, Peter Hikspoors, Mario Joosten, Cor Speek, Karel Verhees en Nel en Jo van
Nadere informatieDE SLECHTVALKEN in Liempde, 2017
DE SLECHTVALKEN in Liempde, 2017 Sinds eind 2015 is er een koppel slechtvalken aanwezig op de Sint- Jans OnthoofdingsKerk van Liempde. In 2016 had het koppel drie eieren en bracht het één jong vrouwtje
Nadere informatieJaarverslag Bijeneters 2017
Jaarverslag Bijeneters 2017 Dit voorjaar werd er weer hoopvol in Nederland uitgekeken naar de bijeneters. Het aantal meldingen van waarnemingen bleef in vergelijking met de voorgaande jaren wat achter.
Nadere informatie