Jaarverslag Werkgroep Roofvogels Zeeland 2013
|
|
- Esmée van der Berg
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Jaarverslag Werkgroep Roofvogels Zeeland 2013 Uitgave: Werkgroep Roofvogels Zeeland
2 Inhoud 1 Intro Samenvatting Werkwijze Het Zeeuwse landschap Het weer voorafgaand en tijdens het broedseizoen van Voedselsituatie Resultaten Soortbeschrijvingen Wespendief Pernis apivorus Bruine Kiekendief Circus aeruginosus Blauwe Kiekendief Circus cyaneus Havik Accipiter gentilus Sperwer Accipiter nisus Buizerd Buteo buteo Torenvalk Falco tinnunculus Boomvalk Falco subbuteo Slechtvalk Falco peregrinus Literatuur Medewerkers Foto voorpagina: Jonge Wespendieven op 1 september 2013 nabij Koewacht. Op basis van de vleugellengte waren ze 24 en 34 dagen oud. DNA onderzoek heeft uitgewezen dat het om twee mannetjes ging. Foto: Jeroen Castelijns. Jaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland
3 1 Intro Sinds het ontstaan van Werkgroep Roofvogels Zeeland in november 1994 is vrijwel jaarlijks een verslag opgesteld over broedende roofvogels in Zeeland. Dit is het zeventiende verslag (de jaren en zijn samengevoegd). Voor eerdere verslagen zie In de eerste maanden van 2013 werden op drie locaties in Zeeland cursussen roofvogelnestkartering gegeven. De cursuslocaties waren zo gekozen dat adspirant roofvogelaars uit geheel Zeeland niet ver hoefden te reizen om deel te kunnen nemen. De cursus bestond uit vijf avonden theorie, drie veldexcursies en het zelfstandig uitvoeren van veldwerk in een gebied naar keuze. In totaal deden 55 personen mee; 23 in Tholen, 15 in Goes en 17 in Hoek. Hopelijk heeft een flink aantal cursisten de smaak te pakken gekregen en houden ze zich nog jaren met roofvogels bezig. Het veldwerk in 2013 vond plaats in het koudste voorjaar sinds Bovendien was de voedselsituatie over het algemeen slecht. Roofvogels en roofvogelaars kregen daardoor te maken met een ongekend slecht broedseizoen. Voor roofvogels betekent het weinig jongen en veel verspilde energie. Voor roofvogelaars zijn de vele mislukkingen vaak frustrerend, maar is de energie die ze in het onderzoek staken niet voor niets geweest. Van slechte jaren kun je namelijk veel leren. Juist dan lopen roofvogels op het gebied van voortplanting tegen grenzen aan waaruit vervolgens blijkt wat nog mogelijk is en wat niet. Na de winter van 2013/14, die de naam winter niet eens verdient, zou het broedsucces wel eens heel anders uit kunnen pakken. Je kunt dit zelf ervaren door de komende maanden het veld in te gaan en je bevindingen goed te documenteren, bij voorkeur op een nestkaart. Henk Castelijns, Philippine 15 maart Jaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland
4 2 Samenvatting Opnieuw deden Zeeuwse roofvogelaars erg hun best. Er werden 724 broedparen opgespoord en een recordaantal van 538 nestkaarten ingevuld. De winter van 2012/13 was vrij koud, met een normale hoeveelheid zon en wat meer neerslag dan normaal. Het voorjaar was zeer koud. Juni was vrij koel en aan de droge en sombere kant. Juli was zeer warm, zonnig en droog. Dat gold in iets minder mate ook voor augustus. Alleen in Zeeuws-Vlaanderen vindt monitoring van enkele belangrijke prooisoorten plaats. Het aantal Hazen en Fazanten was nog nooit zo laag. De laatste tien jaar in ogenschouw nemend, is het Hazenstand sterk en het aantal Fazanten matig gedaald. De Konijnenstand is de laatste vijf jaar min of meer stabiel. Ze is een stuk hoger dan de periode daarvoor. De monitoring vindt plaats in het vroege voorjaar, dus nog voor het voortplantingsseizoen. Roofvogels moeten het vooral hebben van jonge dieren. Hoe het daarmee gesteld is, blijft buiten beeld. Bruine Kiekendieven grijpen vaak jonge Fazanten. In 2012 was één op de vijf prooien Fazant en in 2013 slechts één op de 27. Het is een teken aan de wand! In Zeeland vindt helaas geen monitoring van muizen plaats. Torenvalken zijn echte woelmuizeneters, in Nederland vooral de Veldmuis. Gemeten aan het aantal jonge Torenvalken was de Veldmuizenstand nog nooit zo laag. In 2013 hebben in Zeeland acht roofvogelsoorten gebroed, waaronder de Wespendief. Een soort die dat niet jaarlijks doet, tenminste dat denken we. Uit een nest bij Koewacht vlogen twee jongen uit die beide werden geringd, een novum voor Zeeland (zie foto voorpagina). De totale roofvogelpopulatie in Zeeland zit nog steeds in de lift, hoewel er wel wat verschuivingen zijn. Hierna volgt per soort de meest recente schatting van het aantal broedparen en een korte karakterisering van de trend. Bruine Kiekendief paren. De maximale populatie werd bereikt rond de eeuwwisseling, daarna stevige afname maar recent stabiel op een lager niveau. Havik paren. Neemt nog in aantal toe. Broedt sinds kort in Zeeuws-Vlaanderen, waardoor het potentieel broedareaal flink is toegenomen. Sperwer paren. De populatie groeide naar een maximum in 2005, maar neemt sindsdien behoorlijk af. Buizerd paren. Neemt nog steeds in aantal toe. Zou in de toekomst de Torenvalk als algemeenste soort voorbij kunnen gaan. Torenvalk paren. Neemt sinds de eeuwwisseling in aantal af. Boomvalk paren. Status onduidelijk. Slechtvalk paren. Elk jaar wel een paar erbij. Het slechte voorjaarsweer en de slechte voedselsituatie zorgden ervoor dat alle soorten in 2013 later met de eileg startten dan normaal. Dat was sinds 1995 niet eerder vertoond: Torenvalk 12, Bruine Kiekendief 9, Buizerd 6, Havik 4, Sperwer 3 en Slechtvalk begonnen 1 dag later dan normaal. Bij de Torenvalk, de Buizerd en de Havik was het aantal eieren lager dan gemiddeld en bij de Sperwer en de Bruine Kiekendief gemiddeld. Voor wat betreft de Boomvalk en de Slechtvalk zijn te weinig gegevens voorhanden om te kunnen vergelijken. Dit geldt zo meteen ook voor het aantal uitgevlogen jongen. Een laag aantal eieren en slechte weersomstandigheden tijdens het opgroeien van de jongen leidt uiteraard tot een laag broedsucces. Voor de Sperwer, de Buizerd en de Torenvalk was het nog nooit Jaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland
5 zo laag. Voor de Bruine Kiekendief viel het nog mee, iets lager dan gemiddeld, maar een stuk beter dan het voor deze soort bijzonder slechte jaar De soort kreeg toen te maken met uitzonderlijk nat weer tijdens het opgroeien van de jongen, waardoor er veel stierven. In 2013 zijn geen gedocumenteerde gevallen van roofvogelvervolging bekend. Het hoofdstuk hierover ontbreekt daarom in dit jaarverslag. Wensen voor 2014 Bruine Kiekendief. Oorzaken mislukkingen hard maken en op graanbroeders en gewingtagde vogels letten. Havik. Onderzoek naar prooien en meer nestcontroles op Walcheren en Schouwen-Duiveland. Sperwer. Oorzaken mislukkingen vaststellen, meer nestcontroles in verband met grotere steekproef broedbiologisch onderzoek en een aantal vaste proefvlakken jaarlijks op nesten uitkammen. Buizerd. Geen speciale wensen. Torenvalk. Op systematische wijze prooiresten onderzoeken in braakballen. In een aantal vaste proefvlakken jaarlijks het aantal broedparen karteren. Boomvalk. Opsporen van zo veel mogelijk broedparen en meer nestcontroles uitvoeren in verband met grotere steekproef broedbiologisch onderzoek. Slechtvalk. Opsporen broedparen. Let vooral op bij hoge gebouwen en hoogspanningsmasten. Wespendief. Blijf alert! Monitoring potentiële roofvogelprooien. Meer telroutes Haas, Konijn en Fazant en een Veldmuizentrend. Stoppen met de digitale nestkaart. Het vehikel is niet geschikt voor roofvogelwerk. Veel details verdwijnen onder de radar en waarnemers raken gefrustreerd. Boomvalkpul van circa één dag. Heinkenszand 15 juli Foto Peter Boelée en Izak Quist. De foto s in hoofdstuk 8.8 hebben betrekking op hetzelfde jong. De jongen zijn kort na 17 augustus uitgevlogen. Jaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland
6 3 Werkwijze Sinds 1995 worden in Zeeland resultaten van broedende (nesten) en territoriumhoudende roofvogels (broedparen) verzameld. Bij ontvangst van de resultaten worden ze gecontroleerd op volledigheid en eventuele onduidelijkheden. Zo nodig wordt bij de waarnemer navraag gedaan. Vervolgens worden de gegevens opgeslagen in een databestand waarbij ze worden getoetst aan vaste criteria. Deze zijn te vinden in de Handleiding Veldonderzoek Roofvogels (Bijlsma 1997). Bij broedvogelonderzoek wordt onderscheid gemaakt tussen de vondst van een nest en een territorium. Bij een nest gaat het om een zeker broedgeval en bij een territorium om een broedpaar dat gedurende enige tijd in geschikt broedgebied aanwezig was. Bij de Bruine Kiekendief zijn nestbouw, landingen met prooi op het (niet zichtbare) nest en uitvliegende jongen als nestvondst aangemerkt. Het broedsucces is berekend met behulp van het aantal uitgevlogen jongen per geslaagd broedgeval. Er zijn alleen resultaten gebruikt van nesten waar daadwerkelijk in werd gekeken of van nesten waarvan het aantal jongen werd bepaald door langdurige en/of herhaalde observatie. Jongen worden als uitgevlogen beschouwd als ze bij de laatste controle ten minste twee derde van de nesttijd er op hebben zitten en bovendien op dat moment in goede conditie zijn (code N6 op nestkaart), bij de laatste controle op het punt van uitvliegen staan (code N7 op nestkaart), nabij het nest zijn gezien (code N9, N10 of N11 op nestkaart), of als door nacontrole wordt vastgesteld dat het nest leeg is en er geen resten van dode jongen aanwezig zijn (code C1, C2 en C3 op nestkaart). De start van de eileg wordt meestal bepaald door meting van de vleugellengte van het oudste jong. Met behulp van groeicurven kan daaruit de leeftijd worden berekend (Bijlsma 1997). In sommige gevallen is de startdatum rechtstreeks (controle tijdens eileg) bepaald. In dit verslag wordt voor alle soorten behalve de Boomvalk (geen resultaten) een overzicht gegeven van de in 2013 op en nabij het nest gevonden prooien en prooiresten en eventuele zichtwaarnemingen. Alle meldingen zijn verwerkt. In tegenstelling met vorig jaar wordt geen onderscheid gemaakt tussen nesten waarbij alle prooien en prooiresten werden genoteerd en nesten waarbij dat niet het geval was. Bij de Buizerd, Torenvalk en Bruine Kiekendief wordt onderscheid gemaakt tussen braakballen enerzijds en plukresten en (nog niet in zijn geheel opgegeten) prooien anderzijds. Bij de Havik en de Sperwer, die vrijwel uitsluitend vogels eten, worden alleen plukresten vermeld. Bij de eveneens van vogels levende Slechtvalk worden de braakballen wel verzameld, maar alleen om te controleren of ze ringen bevatten. Deze soort heeft namelijk de gewoonte de poten van vogels op te eten, waardoor er in de braakballen vaak (duiven)ringen zitten. Waarschuwing. Bij en op nesten verzamelde prooien en prooiresten geven geen volledig beeld van het voedsel van roofvogels omdat: niet alle prooien transporteerbaar zijn (zware prooien en eieren); resten van (weke) prooien niet worden teruggevonden (jonge vogels, regenwormen, amfibieën en insecten); braakballen (vaak) worden toegewezen aan de belangrijkste erin voorkomende prooi en waarnemers soms alleen de gemakkelijk op naam te brengen prooien hebben genoteerd. Jaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland
7 4 Het Zeeuwse landschap De provincie Zeeland ligt in het uiterste zuidwesten van Nederland en beslaat 5,4% van het Nederlands grondgebied. Ze is ha groot, waarvan 61 % land (Figuur 1). Op de duinen van Walcheren, Schouwen en West Zeeuws-Vlaanderen na is Zeeland ontstaan uit bedijkingen van slikken en schorren. Het gevolg hiervan is dat de bodem vooral uit zeeklei bestaat. Alleen in de duinen en het uiterste zuiden van Zeeuws-Vlaanderen is er zand ( Volgens De Bruin & Wilderom (1961) en Wilderom (1964, 1968 en 1973) waren er in Zeeland in de jaren zestig 641 polders. Sindsdien zijn er nog een paar bijgekomen. Indien het landoppervlak gedeeld wordt door het aantal polders komt het gemiddeld oppervlak per polder op circa 270 ha. De oorspronkelijke dijken (nu binnendijken) zijn voor een groot deel nog intact. Ze zijn nogal eens met bomen beplant, vooral populieren. Ze bieden broedgelegenheid aan Buizerd, Boomvalk en Torenvalk. Figuur 1. Overzicht Zeeland met deelgebieden en enkele kenmerkende habitats. Zie Bijlage 1 voor de codes die voor de deelgebieden zijn gebruikt. Jaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland
8 Met de bedijking, en door dijkherstel na een dijkdoorbraak, zijn getijdengeulen binnendijks komen te liggen. In Zeeland worden ze kreken genoemd. Laag gelegen kreekoevers zijn vaak in gebruik als weiland. Op niet begraasde delen natte plaatsen groeit riet. Dit zijn broedplaatsen voor de Bruine Kiekendief. In de jaren vijftig en zestig werd veel natuurgebied omgezet in akkerland 1. Vanaf het midden van de jaren zestig waren laaggelegen (natuur)gebieden aan de beurt om productief gemaakt te worden. Ze werden met bomen beplant (Figuur 2), meestal populieren. Indien in gebruik als boomweide, ontbreekt ondergroei. Zonder ondergroei bieden ze broedgelegenheid aan Buizerd, Boomvalk en Torenvalk, met ondergroei gaat het om dezelfde soorten plus Havik en Sperwer. Tijdens de Deltawerken werden voormalige getijdengebieden afgedamd. Hierdoor ontstonden het Veerse Meer (1961), het Grevelingenmeer (1971), het Markiezaatsmeer (1983) en het Volkerak- Zoommeer (1987) ( De door de afdamming voor altijd droogvallende gronden werden niet in cultuur gebracht, maar worden vaak als natuurgebied beheerd. Sommige gebieden zijn ingericht voor recreatie De natuurgebieden raakten begroeid met riet en andere overjarige vegetatie waardoor nestgelegenheid ontstond voor de Bruine Kiekendief. Op natte plaatsen is dat zo gebleven, maar op droge plaatsen ging de ontwikkeling verder en is (moeras)bos ontstaan. In dergelijk bos broeden Buizerd en Havik en in mindere mate Sperwer en 0 0 soms Torenvalk. Op sommige plaatsen wordt bosontwikkeling door begrazing of maaien tegengegaan. km 2 Natuur (geen bos) Bos Figuur 2. Trend van het oppervlakte aan natuur en bos in Zeeland in de periode Figuur Bron: De Ooster- en de Westerschelde staan nog in open verbinding met de Noordzee. Maar er is door inpolderingen (beide) en amputaties in verband met de Deltawerken (Oosterschelde) veel schor verloren gegaan. In de Oosterschelde rest nog maar 190 hectare aan schor, de Westerschelde komt er met hectare schor beter van af ( Het Verdronken Land van Saeftinghe (in het uiterste oosten van de Westerschelde bij de grens met Vlaanderen, Figuur 1) is met 2450 ha het grootste brakwaterschor van Nederland. De Bruine Kiekendief is de enige roofvogel die op schorren broedt. km 2 1 In de jaren vijftig en zestig was akkerland niet te vergelijken met tegenwoordig. Het gebruik van akkers is veel intensiever geworden, met de ineenstorting van de populaties van Fazant, Patrijs, Kievit, Scholekster, Veldleeuwerik, Gele Kwikstaart tot gevolg. Zie onder andere de Vogelbalans Jaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland
9 De te ontpolderen Hedwigepolder met links op de achtergrond de kerncentrale van Doel (B) op 9 mei Door deze ontpoldering gaat het oppervlak aan schor in Zeeland met 299 ha (10 %) toenemen. Foto HC. Het landoppervlak in Zeeland is voor 77 % in agrarisch gebruik en slechts 7,7 % is bos en open natuurlijk terrein. De rest wordt intensief menselijk gebruikt (recreatie, bebouwd en verkeer) ( gegevens 2010). Gebouwen bieden nestgelegenheid aan de Slechtvalk (indien voldoende hoog en vaak geholpen door plaatsing van een nestkast) en Torenvalk (in holtes en nissen). Bij het agrarisch gebruik gaat het om 72% akkerland, 24% grasland (waarvan 15% natuurlijk) en 4% fruit- en groenteteelt De belangrijkste akkergewassen zijn granen (40%), aardappels (20%), suikerbieten (11%), akkerbouwgroenten (12%), groenvoedergewassen (8%) en graszaden (7%) ( gegevens 2010). Bruine Kiekendieven broeden in toenemende mate in landbouwgewas. In volgorde van afnemend belang gaat het om wintergraan, luzerne, maaigras en graszaad. In boomgaarden is door plaatsing van nestkasten broedgelegenheid voor de Torenvalk en in de windsingels eromheen broedt soms een Buizerd. Jaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland
10 5 Het weer voorafgaand en tijdens het broedseizoen van 2013 Koudegetal Vlissingen Westdorpe De winter van 2012/13 was vrij koud met een normale hoeveelheid zon en wat meer neerslag dan gemiddeld. Het was de vijfde winter op rij met winterse omstandigheden (Figuur 3). Tot en met de eerste decade van januari was het zacht. Vanaf de 10-de tot en met de 26-ste vroor het elke nacht. Dat was ook het geval van 7 tot en met 24 februari. Zowel in januari als in februari lag er tijdens de vorstperiodes enkele dagen sneeuw. Figuur 3. Koudegetal volgens Hellmann in Vlissingen en Westdorpe voor de periode Warmtegetal Vlissingen Westdorpe Figuur 4. Warmtegetal volgens Hellmann in Vlssingen en Westdorpe in de periode Het voorjaar was zeer koud. Vanaf de tweede decade in maart tot en met de eerste decade van april vroor het vrijwel elke nacht en was het overdag meestal niet warmer dan 10 C. Op 11 en 12 maart viel er in het zuidoosten van de provincie een flink pak sneeuw. Op beide dagen kwam de temperatuur bijna nergens in Zeeland boven het vriespunt uit. Over het algemeen was het tot begin juni te koud, te somber en veel te nat voor de tijd van het jaar. Ook in juni was het nog te koud, maar regende het wat minder vaak. De zomer was, zonnig en droog (Figuur 4). Vooral de maanden juli en augustus sprongen er wat dat betreft uit. Ook in september was het mooi en zacht, behalve de periode van de 8-ste tot en met 19-de toen het te koud, te somber en vooral te nat was. Het voorjaar van 2013 was zeer koud. De bladontwikkeling kwam pas laat op gang. In Zeeuws-Vlaanderen werden de meeste eicontroles bij de Buizerd uitgevoerd op 27 en 28 april. Op dat moment was er zelfs bij populieren amper bladontwikkeling. Op deze foto klimt Jeroen Castelijns naar een Buizerdnest op 24 m hoogte, de boom is 35 m hoog. Axel 27 april Foto HC. Jaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland
11 6 Voedselsituatie Index OZV MZV Figuur 5. Index van het aantal Hazen Lepus europaeus in Oost en Midden Zeeuws-Vlaanderen (OZV en MZV) voor In 2004 ging het om 166 en 84 ex. Index Figuur 6. Index van het aantal Konijnen Oryctolagus cuniculus in het Braakmanbos voor In 2004 ging het om 20 ex Van de in Zeeland voorkomende roofvogels zijn Havik, Sperwer, Boomvalk en Slechtvalk echte vogeleters. Bruine Kiekendief, Buizerd en Torenvalk eten ook wel vogels, maar hebben voor een goed broedseizoen een goed aanbod aan muizen (alle drie de roofvogelsoorten) jonge Hazen, jonge Konijnen en jonge Fazanten (Bruine Kiekendief en Buizerd) nodig (Castelijns 2011). Sinds 2004 (Hazen en Konijnen), 2005 (Fazanthanen) en 2007 (Fazanthennen) vindt in Oost en Midden Zeeuws- Vlaanderen monitoring van enkele belangrijke prooisoorten plaats. Zie voor locatie en methode het vorige verslag. De Hazenstand is sinds de start van de monitoring gedaald (Figuur 5). In het Braakmanbos (de enige locatie met monitoring) is het aantal Konijnen sinds 2004 spectaculair toegenomen en is de laatste vijf jaar min of meer stabiel (Figuur 6). Ook op andere locaties in Zeeland heeft de Konijnenstand zich redelijk hersteld (André Hannewijk en Piet de Keuning). Het aantal Fazanten schommelt sterk. Er is over het algemeen een licht dalende trend met in 2013 het laagste aantal tot nu toe (Figuur 7). Index Het broedsucces van de Torenvalk is een maat voor de Veldmuizentand. Het was vanaf 1995 nog nooit zo laag (Figuur 18) OZV MZV Figuur 7. Index van het aantal Fazanthanen en -hennen (open symbolen en stippellijnen) Phasianus colchicus in Midden (MZV) en Oost Zeeuws- Vlaanderen (OZV) voor de periode In 2008 ging het respectievelijk om 29 en 58 hanen en om 42 en 38 hennen. Jaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland
12 7 Resultaten Over geheel Zeeland beschouwd is de onderzoeksinspanning sinds 2010 vrijwel gelijk gebleven. In 2013 werden 724 broedparen opgespoord waarvan in 568 gevallen ook het nest (Figuur 8). Er werd een recordaantal nestkaarten ingevuld: 538 (Figuur 9). De best onderzochte deelgebieden zijn (afnemende rangorde): Midden Zeeuws-Vlaanderen, Oost Zeeuws-Vlaanderen, de Hals van Zuid-Beveland, Noord Beveland, Tholen & Sint Philipsland en Walcheren (weinig nestkaarten). Aantal nesten broedparen Figuur 8. Aantal in de periode in Zeeland per jaar opgespoorde roofvogelnesten en roofvogelbroedparen Aantal Figuur 9. Aantal in de periode in Zeeland ingezonden nestkaarten van roofvogels. Zuid-Beveland (nogal wat nestkaarten), Schouwen-Duiveland, de Ooster- en Westerschelde nemen een tussenpositie in. De Grevelingen & Volkerak-Zoommeer (nauwelijks nestkaarten), het Veerse Meer en West Zeeuws-Vlaanderen zijn de minst onderzochte gebieden (Figuur 10). In Bijlage 1 wordt voor de deelgebieden een schatting van het aantal broedparen gegeven. Schattingen komen tot stand door rekening te houden met jaarlijks goed onderzochte gebieden en het gegeven dat roofvogels jaren achtereen gebruik maken van hetzelfde broedgebied. In Bijlage 2 wordt voor de periode per soort een overzicht gegeven van de belangrijkste broedbiologische gegevens, namelijk de start van de eileg, het aantal eieren en het aantal uitgevlogen jongen. Ook wordt het aantal geringde jongen vermeld. Bij de soortbeschrijvingen zijn tabellen opgenomen over prooien die tijdens nestbezoeken op en/of nabij nesten zijn aangetroffen. Jaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland
13 Figuur 10. Roofvogelbroedparen in Zeeland in Jaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland
14 8 Soortbeschrijvingen 8.1 Wespendief Pernis apivorus In 2013 zijn voor het eerst in Zeeland jonge Wespendieven geringd. Het nest werd gevonden op 18 augustus (Willy Vink, HC). Het was dat voorjaar gebouwd door een Havik die er waarschijnlijk niet op heeft gebroed. De volgende dag werd het nest beklommen, er zaten twee jongen op. Op basis van de vleugellengte waren ze 15 en 21 dagen oud. Op 1 september werden ze geringd. Het leeftijdsverschil was toen 10 dagen (op basis vleugellengte). Het kleinste jong had dus intussen een groeiachterstand van acht dagen opgelopen. De start van de eileg werd berekend op 25 juni. Zelfs voor een Wespendief is dat laat (zie verderop). Op verzoek van Rob Bijlsma is bij de jongen DNA afgenomen. Eind oktober meldde Rob; Jouw Wespendieven waren Pas uitgevlogen Wespendief. Koewacht 8 september Foto Johnny du Burck. beide mannetjes. Het is maar dat je het weet! Erg leuk, omdat je dat ook verwacht, zelfs gezien de minieme verschillen tussen man en vrouw bij de Wespendief: late paren zouden in de energetisch goedkope sekse moeten investeren, tenzij de overlevingskansen van die sekse minder is bij een late geboorte (zoals bij Torenvalk is gebleken). Hoe dan ook, jouw vogels zijn een schitterende aanvulling vanwege hun late start. Daar hadden we er maar weinig van. Op 8 september werd het oudste jong vliegend gezien (foto hierboven). Op 12 september werd een nacontrole uitgevoerd vanaf de grond: ouders noch jongen gezien, ook niet in de omgeving van het nest of op de grond. Door omstandigheden kon het nest pas op 30 oktober beklommen worden. Er lag alleen maar een karkas van een duif op. Bij de eerdere controles werden geelgrijze wespenbroedraten gevonden: in één daarvan imago s van de Gewone Wesp (Pepijn Calle) Op 8 augustus zag Luc Bekaert op 4,7 km van de broedplaats een Wespendief opvliegen met een pas uitgegraven raat in de poten die vertrok in de richting van het nest. Linksboven twee jonge Wespendieven. Op basis van de vleugellengte zijn ze 24 en 34 dagen oud. Rechtsboven en linksonder de jongen nogmaals van dichterbij. Let op de knalgele washuid en de niervormige neusopening. Rechtsonder hongermaliën in de staart van het kleinste jong. Koewacht 1 september Foto s Johnny du Burck. Jaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland
15 8.2 Bruine Kiekendief Circus aeruginosus In 2013 werden 172 broedparen opgespoord waaronder 155 gevallen met een nest (3). Het aantal nesten en broedparen was lager dan in 2012 vanwege het vrijwel ontbreken van meldingen uit het Verdronken Land van Saeftinghe (7). Het aantal broedparen wordt geschat op Sinds de crash van de populatie in 2003, die zich vooral in Zeeuws-Vlaanderen voordeed (Castelijns et al. 2010), is het aantal broedparen stabiel (Figuur 11). 400 Aantal nesten broedparen minium maximum Figuur 11. Aantal nesten, broedparen en aantalsschatting van de Bruine Kiekendief in Zeeland in de periode De gemiddelde start van de eileg was met 4 mei negen dagen later dan normaal (SD=18; N=33) (Figuur 12, Bijlage 2). Dit is vooral een gevolg van het slechte voorjaarsweer en de belabberde voedselsituatie. Een toenemend aandeel na- en vervolglegsels speelt echter ook een rol (Castelijns et al. 2010). In tegenstelling tot de Buizerd en de Torenvalk (8.6 en 8.7), had het koude weer geen (aantoonbaar) effect op de legselgrootte en het aantal uitgevlogen jongen. Twee paren zijn pas in juni met de eileg gestart: 19 juni Kakkersweel bij Kerkwerve (Cock van Heukelen) en 29 juni Beoosten- Blij-benoordenpolder bij Axel (Willy Vink, HC). Afgaand op het kleed van het mannetje (superlicht exemplaar waarvan er bijna geen zijn), ging het in het laatste geval om een nalegsel van een paar dat op 7 juni werd uitgemaaid in een maaigrasveld aan de Oude Zeedijk Axel (nest niet tijdig gevonden). Het vervolglegsel zat in een wintertarweveld op 2,6 km van het eerste nest. De tarwe werd geoogst op 26 augustus. Om het te beschermen tegen grondpredatoren werd na het maaien het nest meteen omrasterd. Op dat moment zat nog maar één van de twee jongen op het nest. Het ging om een vrouwtje van 27 dagen oud. Het had tussen 21 en 26 augustus het andere jong opgevreten (veerresten op nest en veertje in braakbal). Voor het maaien werd s morgens door de man nog voedsel gebracht. Tijdens het maaien werd hij nog twee keer gezien, maar daarna niet meer (continue observatie op de maaidag en veelvuldige controles daarna). Om te voorkomen dat het jong verhongerde werden op de avond van 27 augustus voor het eerst eendagskuikens op het nest gelegd: tot en met 1 september in totaal zestien stuks. Het Jongste kuiken Bruine Kiekendief op een nest bij Sasput (Breskens). Ten opzichte van de drie andere jongen in het nest, had het een groeiachterstand van circa vier dagen opgelopen. Toch is het normaal uitgevlogen. Foto: Johnny du Burck. jong produceerde alleen nog maar bleke braakballen, kenmerkend voor resten met eendagskuikens. Door de ouders werd dus geen prooi meer aangebracht. Daarom is op 1 september het jong bijgeplaatst bij een nest in Watervliet (B) met daarin één jong vrouwtje van 38 dagen Jaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland
16 Gemmiddeld aantal per nest 5,5 4,5 3,5 2,5 R² = 0,10 R² = 0, Jongen Eieren Figuur 12. Aantal jongen en aantal eieren bij de Bruine Kiekendief in Zeeland in de periode Soort Braakballerestewaarn Pluk- Zicht- Totaal Vogel indet. Aves indet Grauwe Gans Anser anser Eend indet. Anas indet Patrijs Perdix perdix Huiskip domestica Fazant Phasianus colchicus Waterhoen Gallinula chloropus Kievit Vanellus vanellus Kokmeeuw Larus ridibundus Postduif Columba livia Houtduif Columba palumbus Duif spp. Columba spp Turkse Tortel Streptopelia decaocto Graspieper Anthus pratensis Witte Kwikstaart Motacilla alba Zangvogel (klein) indet. Sylviidae indet (hibernicus) Periparus ater hibernicus Kauw Corvus monedula Spreeuw Sturnus vulgaris Mol Talpa europaea Haas Lepus europaeus Konijn Oryctolagus Lepus cuniculus Haas/Konijn europaeus/oryctolagus Woelmuis indet. Arvicolidae indet Aardmuis/Veldmuis Microtus agrestis/arvalis Veldmuis Microtus arvalis Aardmuis Microtus agrestis Muis indet. Cricetidae indet Bruine Rat/Zwarte Rat Rattus norvegicus/rattus Bruine Rat Rattus norvegicus Kikker/Pad indet. Ranidae/Bufonidae indet Gewone Pad Bufo bufo Totaal Tabel 1. Prooien van de Bruine Kiekendief in Zeeland in oud. Het leeftijdsverschil was op dat moment zeven dagen. Bij dit nest bracht het mannetje nog fanatiek muizen. Het met een logger uitgeruste vrouwtje was sinds 2 augustus niet meer waargenomen, eveneens een gevolg van bescherming van het nest met een raster (Kjell Janssens). Omdat de Vlaamse de Nederlandse dame niet accepteerde, werd de Nederlandse op 2 september overgebracht naar vogelasiel de Mikke in Middelburg. Op 12 oktober 2013 werd ze gelost op de zeedijk bij het Verdronken Land van Saeftinghe. Voor het lossen werd ze van wingtags voorzien. Bruine Kiekendieven leren jagen van hun ouders. Daarom is de kans groot dat een jonge, in een asiel grootgebrachte vogel, het alleen niet redt. In Saeftinghe, waar veel Bruine Kiekendieven overwinteren, had ze zich aan kunnen sluiten bij soortgenoten. Na het lossen vertrok ze in zuidelijke richting, weg van Saeftinghe. Ze is niet meer waargenomen (zie verderop). Voor wat betreft het aantal eieren en het aantal jongen was 2013 een gemiddeld jaar. Legsels waren 4,5 ei groot (SD=0,9; N=35) en per nest vlogen 3,2 jongen uit (SD=0,9; N=52). Over een langere periode beschouwd, is de legselgrootte gelijk gebleven en het aantal uitgevlogen significant gedaald (Figuur 12). Voor oorzaken zie Castelijns et al In Tabel 1 wordt een overzicht gegeven van de prooien en prooiresten die bij en op de nesten van Bruine Kiekendieven zijn gevonden. Er wordt bijna alleen maar wat gevonden als er jongen zijn. Daarom heeft het overzicht vooral betrekking op prooien die worden gevangen in de maanden juni-augustus. Op aantalsbasis zijn jonge hazen, konijnen en (veld)muizen de belangrijkste prooien. Het aantal jonge Fazanten was in 2013 een stuk lager dan vorig jaar. In 2012 was 1:5 Fazant en in 2013 nog maar 1:27. Bij Fazanten gaat het bijna altijd om jonge dieren. Waarschijnlijk was het broedsucces van de Fazant in 2013 slecht. Jaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland
17 Van vijf paren is bekend dat ze in landbouwgewas broedden: drie in wintertarwe, één in maaigras en één in wintergerst. Alle broedgevallen mislukten. Binnendijks broedden 95 paren in riet (overschatting ten opzichte van landbouwgewas omdat veel aandacht naar riet uitgaat) en drie in een (riet)ruigte. Adulte man Bruine Kiekendief met plantenstengel. De basis van het nest van een Bruine Kiekndief is van grof nestmetriaal. Daar bovenop komt fijner nestmateriaal. Als een Bruine Kiekendief met dergelijk materiaal vliegt, duidt dat erop dat de nestbouw nog maar net is begonnen. De foto is van 20 april Het eerste ei werd gelegd op 11 mei. Foto en informatie: Cock van Heukelen. In 2011 is in samenwerking met het Anny Anselin van het Vlaamse Instituut voor Natuur- en bosonderzoek (INBO) gestart met ecologisch onderzoek naar de Bruine Kiekendief. Als onderdeel van dit project worden vogels voorzien van vleugelmerken (wingtags). Tot en met 2013 zijn in Zeeland en Vlaanderen 299 vogels van zulke merken voorzien, waarvan 155 in Zeeland. In totaal leverde dat tot en met februari 2014 al 632 terugmeldingen op van 165 verschillende vogels. Het merendeel kort na het uitvliegen, maar er zijn tot en met februari 2014 al 27 meldingen van vogels van één jaar en ouder, waaronder drie uit Afrika: twee uit Senegal en één uit Sierra Leone. Van de 1720 in Zeeland met alleen metaal geringde vogels zijn slecht 13 terugmeldingen bekend. Het merken van jonge Bruine Kiekendieven met wingtags is daarmee al een succes. In 2013 waren vier gemerkte vogels broedverdacht. Ze vestigden zich op 8, 33, 63 en 125 km van hun geboorteplaats. Drie daarvan helaas buiten het onderzoeksgebied, waardoor van deze vogels geen broedsucces bekend is (moeten we dus meer achteraan zitten). De vogel waarbij dat wel het geval was, was een vrouwtje geboren in 2011 en afkomstig uit een nest in een maaigrasveld bij Ossenisse. Het vestigde zich op 8 km vanaf haar geboorteplaats in een rietveld bij Terneuzen en bracht drie jongen groot. Een in 2012 geboren vrouwtje bracht de zomer door in Noord Engeland (David Carroll). Jaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland
18 In het Verdronken Land van Saeftinghe, waar de laatste winters Bruine Kiekendieven overwinterden, zijn tijdens de winter nog geen overwinterende vogels met kleurmerken gezien 2. Het idee dat het lokaal geboren juveniele Bruine Kiekendieven overwinteren, klopt dus niet (contra Castelijns & Castelijns 2008). Bijzondere waarnemingen In de Catharinapolder bij Axel werd gebroed in een rietput van nog geen 0,2 ha. Het nest was vanaf de akkerrand zichtbaar. Er werden zes eieren gelegd, waarvan er drie uitkwamen. De niet uitgekomen eieren zijn geopend, ze waren alle drie onbevrucht. De uitgekomen jongen zijn alle drie uitgevlogen (Tonny de Caluwé, Willy Vink, en HC). Bij Westdorpe werd een nest gevonden in een miezerige rietkraag van 1,5 meter breed. Het riet rondom het nest was begin juni c. 50 cm hoog. Het nest was gebouwd aan de waterkant en vanaf de tegenover gelegen akkerrand zichtbaar. Het leek wel een nest van een Meerkoet. Het nest is mislukt in de eifase (Willy Vink, HC). Op 23 en 25 april baltste een gewingtagde vogel (niet afleesbaar) met twee andere exemplaren bij de Zwartenhoekse Kreek. De vogel werd later niet meer waargenomen (Ab Delzenne en Christiaan Hiensch). Bij Hengstdijk werd gebroed in een klein rietveld op een woonerf. De bewoners en hun gasten bezochten het nest vaak. Op 12 juni werd vanaf de openbare weg geconstateerd dat er naar het nest een breed pad ging dat met een stok was gemarkeerd (HC). Het mannetje vloog toen nog in de omgeving. Op 10 juni, het oudste jong was toen 8 dagen oud, is het nest gepredeerd door de huiskat (Marian Sponselee en Wally Baaten). De gewingtagde vrouw die in de Margarethapolder bij Terneuzen heeft gebroed (zie hierboven), is behalve bij het nest, twee keer foeragerend waargenomen: op 2 juli op 1,4 km van het nest (Jaap Poortvliet) en op 7 juli eveneens op 1,4 km van het nest (Willy Vink, HC). Tijdens een nacontrole van een nest bij de Stierskreek in West Zeeuws-Vlaanderen (alle vier jongen uitgevlogen) begon het te regenen. Eén van de jongen ging op een paal zitten om een douche te nemen (foto s hieronder). Het jong zat minutenlang met gespreide vleugels in de regen (HC). Twee keer hetzelfde juveniele vrouwtje Bruine Kiekendief bij de Stierskreek in West Zeeuws-Vlaanderen. Het gaat om een gewingtagd exemplaar, het oudste uit een nest van vier. De foto is gemaakt op 11 augustus Het jong was toen 71 dagen oud en nam minutenlang een douche bij matige regen. 2 In de winters van 2011/12, 2012/13 en 2013/14 werden tijdens een slaapplaatstelling respectievelijk 88 ex., 67 ex en 91 ex. waargenomen. Bovendien wordt in de winter maandelijks één hoog- en één laagwatertelling uitgevoerd. Aan zo n telling nemen 3-5 (hoogwater) en (laagwater) vogelaars deel. Ze bekijken telkens ex. Tijdens geen van de tellingen zijn gekleurmerkte vogels waargenomen. Jaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland
19 8.3 Blauwe Kiekendief Circus cyaneus Op 3 mei werd een baltsend paar bij de Eerste Platte Plaat in het Verdronken Land van Saeftinghe gezien (Luc Bekaert). Op 8 en 9 mei werd weer een man gezien (Marc Buise). De eerstvolgende waarnemingen van een man in Saeftinghe zijn van 1 juli en 9 september (waarneming.nl). Saeftinghe is een veel door vogelaars bezocht gebied met onder andere vijf BMP-proefvlakken. Een man Blauwe Kiekendief is een opvallende en meldenswaardige soort die niet aan de aandacht van vogelaars zou ontsnappen. Het is dus niet aannemelijk dat de soort heeft gebroed. In de tussenliggende periode werd wel één vogel in vrouwkleed (tweede kalanderjaar) waargenomen. De eerste juveniele Blauwe Kiekendief werd pas eind augustus gezien (HC). Behalve in het Verdronken Land van Saeftinghe, heeft op het Groot Eiland en in de omgeving van het Hellegat een tweede kalenderjaar vrouw overzomerd. In de omgeving van de Prunje werd in de maanden juni en juli een aantal keren een vogel in vrouwkleed gezien (waarneming.nl). Met uitzondering van het Verdronken Land van Saeftinghe zijn overzomerende Blauwe Kiekendieven in Zeeland geen jaarlijks verschijnsel. Zomerwaarnemingen op waarneming.nl zijn vaak slecht gedocumenteerd waardoor andere soorten niet zijn uit te sluiten. Door het maken van een foto kan het bewijs worden geleverd dat het om een Blauwe Kiekendief gaat en kan bovendien de vogel op leeftijd worden gebracht (zie de voorbeelden hieronder, chapeau voor de fotografen!). Alle tot nu toe door mij tijdens het broedseizoen (eind mei tot en met juli) in Zeeuws-Vlaanderen waargenomen exemplaren, die ik op leeftijd heb kunnen brengen (N=6), waren op het moment van waarneming ongeveer één jaar oud (tweede kalenderjaar dus). Aan het Groot Eiland bij Hulst heeft een tweede kalenderjaar Blauwe Kiekendief overzomerd. De linker foto is van 18 juli (Kees Kuijper) en de rechter van 1 juni (Henk Nijskens). Jaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland
20 8.4 Havik Accipiter gentilus In 2012 werden 30 nesten en in totaal 35 broedparen opgespoord. Ondanks dat het aantal opgespoorde broedparen wat lager ligt dan in 2012, komt de schatting hoger uit omdat van een aantal vaste broedplaatsen gegevens ontbreken terwijl nieuwe broedplaatsen in gebruik werden genomen. Het totaal voor Zeeland wordt geschat op broedparen (Figuur 13). In Zeeuws- Vlaanderen heeft de soort inmiddels vaste voet aan wal gekregen In 2013 werd voor het eerst met succes gebroed. In Braakman Zuid zijn van een nest vier jongen uitgevlogen: drie vrouwtjes en één mannetje. Er waren nog vijf broedparen. Van twee paren is alleen hun aanwezigheid bekend en de andere drie mislukten Aantal nesten broedparen minium maximum Figuur 13. Aantal nesten, broedparen en aantalsschatting van de Havik in Zeeland in de periode Jonge Haviken op een nest bij Rilland Bath met twee niet aangevreten Mollen op 6 juni Foto Izak Quist. Gemiddeld begonnen Haviken op 10 april met de eileg (SD=6,4; N=11). Dat is vier dagen later dan normaal (Bijlage 2). De legselgrootte was met 3,1 wat lager dan gemiddeld (SD=0,8; N=14) en het aantal uitgevlogen jongen was met 2,1 normaal (SD=1,1; N=11). Zelfs een krachtpatser als de Havik had dus te lijden van de ongunstige weersomtandigheden. Tijdens de eicontrole op de Bevelanden en het Veerse Meer werden 17 eieren van vijf complete legsels opgemeten: hoogte 56,5 mm (SD=2,9), breedte 43,5 mm (SD=1,8) en inhoud 54,8 ml (SD=7,1). In Tabel 2 wordt een overzicht gegeven van de bij nesten aangetroffen prooiresten. Post- en Houtduiven zijn de belangrijkste prooien, maar er worden ook flink wat kraaiachtigen gegrepen. Op 8 april 2013 werden de resten van een geplukte Buizerd op 10 m van Haviksnest in de Boswachterij Schouwen gevonden (Bert Kleijn) en op 16 mei bij hetzelfde nest een Roerdomp en een Velduil (Bert Kleijn, Floor Arts en Mark Hoekstein). Jaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland
21 Op 6 juni 2013 vond Rinus Sinke een juveniele Torenvalk op het nest van een Havik bij Kruiningen en op dezelfde dag troffen Rinus Sinke en Izak Quist twee niet opgegeten mollen aan op een nest bij Rilland-Bath (zie foto hierboven). Op de Schotsman in het Veerse Meer werd tussen 15 april en 22 mei een nest vijf keer gecontroleerd, drie keer vanaf de grond en twee keer door het te beklimmen (20 en 27 april). Op 27 april zat een ouder in broedhouding op het nest, maar waren er geen eieren. Op 12 en 22 mei werden geen ouders meer waargenomen (Mark Hoekstein, Wannes Castelijns). Soort Plukrestewaarrestewaarn Zicht- Totaal Soort Pluk- Zicht- Totaal Roerdomp Botaurus stellaris 1-1 Duif spp. Columba spp. 2-2 Grauwe Gans Anser anser 2-2 Turkse Tortel Streptopelia decaocto 5-5 Rotgans Branta bernicla Uil indet. Strigida indet. 1-1 Wintertaling Anas crecca 1-1 Velduil Asio flammeus 1-1 Wilde Eend Anas platyrhynchos 7-7 Grote Bonte Specht Dendrocopos major 3-3 Sperwer Accipiter nisus 1-1 Merel Turdus merula Buizerd Buteo buteo 1-1 Kramsvogel Turdus pilaris 1-1 Torenvalk Falco Gallus tinnunculus gallus forma 1-1 Zanglijster Turdus philomelos 1-1 Huiskip domestica 2-2 Koperwiek Turdus iliacus 1-1 Fazant Phasianus colchicus 1-1 Grote Lijster Turdus viscivorus 1-1 Waterhoen Gallinula chloropus Zangvogel (klein) indet. Sylviidae indet. 1-1 Meerkoet Fulica atra 1-1 Kauw/Zwarte Kraai Corvus monedula/corone 1-1 Scholekster Haematopus ostralegus 1-1 Gaai Garrulus glandarius 4-4 Kluut Recurvirostra avosetta 1-1 Ekster Pica pica 5-5 Zilverplevier Pluvialis squatarola 1-1 Kauw Corvus monedula 6-6 Houtsnip Scolopax rusticola 1-1 Zwarte Kraai Corvus corone 4-4 Tureluur Tringa totanus 1-1 Haas Lepus europaeus 1-1 Kokmeeuw Larus ridibundus 1-1 Mol Talpa europaea 2 2 Stormmeeuw Larus canus 1-1 Konijn Oryctolagus cuniculus Postduif Columba livia Lepus europaeus/ Haas/Konijn Holenduif Columba oenas 1-1 Oryctolagus cuniculus 1-1 Houtduif Columba palumbus Totaal Tabel 2. Prooien van de Havik in Zeeland in Jaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland
22 8.5 Sperwer Accipiter nisus In 2013 werden in Zeeland 36 Sperwernesten opgespoord en 54 broedparen vastgesteld. De populatie wordt geschat op paren (Figuur 14). Het aantal paren neemt al een paar jaar af, in Midden Zeeuws-Vlaanderen bijvoorbeeld van in tot 5 in Zie eerdere jaarverslagen voor de oorzaken Aantal nesten broedparen minium maximum Figuur 14. Aantal nesten, broedparen en aantalsschatting van de Sperwer in Zeeland in de periode In 2013 begonnen Sperwers gemiddeld 3 dagen later dan normaal: 6 mei (SD=5,3; N=10). Het aantal eieren was met 4,2 gemiddeld (SD=0,6; N=11). Het aantal jongen kwam 0,4 lager uit dan het gemiddelde: 2,9 (SD=1,1; N=12) (Bijlage 2). In Tabel 3 wordt een overzicht gegeven van alle in 2013 verzamelde prooiresten. De belangrijkse prooien zijn lijsters, mezen, Spreeuw en Huismus. Bijzondere prooien waren een Houstnip en een niet op soort gebracht goudhaantje. Soort Plukresten Plukresten Houtsnip Scolopax rusticola 1 Grasmus Sylvia communis 3 Tureluur Tringa totanus 2 Zwartkop Sylvia atricapilla 1 Postduif Columba livia 1 Fitis/Tjiftjaf Phylloscopus trochilus/collybita 5 Houtduif Columba palumbus 3 Goud-/Vuurgoudhaan Regulus regulus/ignicapilla 1 Duif spp. Columba spp. 3 Staartmees Aegithalos caudatus 1 Turkse Tortel Streptopelia decaocto 1 Pimpelmees Cyanistes caeruleus 20 Gierzwaluw Apus apus 2 Koolmees Parus major 18 Groene Specht Picus viridis 2 Boomkruiper Certhia brachydactyla 3 Grote Bonte Specht Dendrocopos major 2 Gaai Garrulus glandarius 2 Boerenzwaluw Hirundo rustica 5 Spreeuw Sturnus vulgaris 14 Gele kwikstaart Motacilla flava 3 Huismus/Ringmus Passer domesticus/montanus 3 Witte Kwikstaart Motacilla alba 2 Huismus Passer domesticus 13 Winterkoning Troglodytes troglodytes 2 Ringmus Passer montanus 1 Heggenmus Prunella modularis 4 Vink Fringilla coelebs 9 Merel Turdus merula 13 Groenling Carduelis chloris 3 Zanglijster Turdus philomelos 7 Putter Carduelis carduelis 3 Koperwiek Turdus iliacus 3 Kneu Carduelis cannabina 2 Zangvogel (klein) indet. Sylviidae indet. 2 Totaal 58 Tabel 3. Prooien van de Sperwer in Zeeland in Jaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland
23 8.6 Buizerd Buteo buteo In 2013 werden 224 nesten en in totaal 273 broedparen opgespoord. De Zeeuwse broedpopulatie bedraagt paren. Dat is vrijwel gelijk aan het jaar daarvoor (Figuur 15) Aantal nesten broedparen minium maximum Figuur 15. Aantal nesten, broedparen en aantalsschatting van de Buizerd in Zeeland in de periode Tijdens de eicontrole werden van 28 complete legsels de eieren opgemeten: hoogte 55,8 mm (SD=2,30), breedte 44,4 mm (SD=1,35) en inhoud 56,1 ml (SD=4,93). Gemiddeld begonnen Buizerds op 11 april met de eileg (SD=5,8; N=37). Dat is zes dagen later dan normaal. Ze waren nog nooit zo laat. De koude in maart en de slechte voedselsituatie zijn daar debet aan. Het aantal eieren was met 2,3 wat lager dan gemiddeld (SD=0,71; N=34) (Figuur 16, Bijlage 2). Gemiddeld aantal per nest 3,0 2,5 2,0 1,5 R² = 0,09 R² = 0, Jongen Eieren Figuur 16. Aantal eieren en jongen bij de Buizerd in Zeeland in de periode Vóór 2000 was de steekproef te klein. Het gemiddeld aantal uitgevlogen jongen was sinds 2000 (eerste jaar met relevante steekproef) niet zo laag: 1,7 (SD=0,6; N=85) (Figuur 16). Na het ringen stierven er meer jongen dan normaal. In Zeeuws-Vlaanderen ging het in 2013 om 10,2 % van de jongen (N=59), tegenover 4,0 % (N=679) in de periode vanaf 1997 (archief HC). Dat Buizerds het in 2013 zwaar hadden, blijkt ook uit de resultaten voor Midden Zeeuws-Vlaanderen, het enige gebied waar jaarlijks van (bijna) alle broedparen het broedsucces bekend is. In totaal ging het om 25 paren, waarvan 22 een nest bouwden, paren tot eileg over gingen en eieren legden. Slechts zeven paren kregen in totaal 10 jongen op de wieken. Dat is maar 0,40 jong per broedpaar! In 2012 ging het om 23 broedparen waarbij 25 jongen uitvlogen (1,10 jong per paar) en in 2011 om 27 broedparen met jongen (0,72 per paar). De belangrijkste prooien tijdens het opgroeien van de jongen zijn: Fazanten, duiven, Hazen, Konijnen, kraaiachtigen, mollen en (woel)muizen (Tabel 4). Met uitzondering van de laatste twee gaat het bijna uitsluitend om jonge dieren. Opvallende prooien waren: twee pullen van een Kluut in Jaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland
24 het Vroon bij Westkapelle (Floor Arts en Pim Wolf) en een kikker of pad op de Oranjeplaat in het Veerse Meer (Barbara Voogd). Het opmeten van een ei van een Buizerd. Foto Johnny du Burck. Soort Braakballerestewaarn Pluk- Zicht- Totaal Vogel indet. Aves indet Krakeend Anas strepera Wilde Eend Anas platyrhynchos Buizerd Buteo buteo Patrijs Perdix perdix Huiskip Gallus gallus f. domestica Fazant Phasianus colchicus Waterhoen Gallinula chloropus Meerkoet Fulica atra Kluut Recurvirostra avosetta Kievit Vanellus vanellus Kokmeeuw Larus ridibundus Postduif Columba livia Holenduif Columba oenas Houtduif Columba palumbus Duif spp. Columba spp Turkse Tortel Streptopelia decaocto Groene Specht Picus viridis Grote Bonte Specht Dendrocopos major Gele kwikstaart Motacilla flava Merel Turdus merula Zanglijster Turdus philomelos Zangvogel (klein) Sylviidae indet Pimpelmees Cyanistes caeruleus Koolmees Parus major Gaai Garrulus glandarius Ekster Pica pica Kauw Corvus monedula Zwarte Kraai Corvus corone Spreeuw Sturnus vulgaris Mol Talpa europaea Haas Lepus europaeus Konijn Oryctolagus cuniculus Haas/Konijn Lagomorph Woelmuis indet. Arvicolidae indet Woelrat Arvicola terrestris Aardmuis/Veldmuis Microtus agrestis/arvalis Veldmuis Microtus arvalis Muis indet. Cricetidae indet Bruine Rat/Zwarte Rat Rattus norvegicus/rattus Kikker/Pad indet. Ranidae/Bufonidae indet Totaal Tabel 4. Prooien van de Buizerd in Zeeland in Op 10 juni lagen op een nest bij Oostburg dertien Mollen, drie duiven en één pas geboren Fazantenjong. Geen van de prooien was aangevreten. De Buizerdjongen waren keurig op gewicht. Op het nest was het een gore stinkende boel. De rottende kadavers zijn verwijderd en er is vers groen op het nest gelegd (Johnny du Burck, Sabine Rausch, Pepijn Calle en HC). Ook vorig jaar deed zich een soortgelijk geval voor, met veel niet opgevreten Mollen op het nest. Mollen hebben een taaie huid en hebben kennelijk niet des Buizerds voorkeur. Bij Hoek werden bij een nest met drie jongen op 3 en 8 juni drie alarmerende ouders gezien. Ook in 2012 was dat bij dit nest het geval. Beide keren ging het om een vierlegsel (HC). Of dat er mee te maken heeft? Bij Gemaal Kampen werd op 8 juni een jonge Buizerd van circa 20 dagen dood onder het nest gevonden. Op 2 juni was het jong nog in prima conditie: vleugellengte 120 mm, gewicht 562 gram. Het jong had geen uiterlijke beschadigingen en het nest was nog intact (geen hagelinslag). Ook was de boom niet opnieuw beklommen. De ring van het jong was verdwenen. Het nest zat op 21 meter hoogte in een 27 meter hoge populier en was degelijk gebouwd. Op 2 juni was de gehele dijk nog begroeid met één tot anderhalve meter hoge ruigtevegetatie, vooral Fluitenkruid. Op 8 juni was de dijk geklepeld, het raster hersteld en stonden er paarden op. Waarom het jong onder het nest lag en waar de ring is gebleven, is onduidelijk (Marian Sponselee, Wally Baaten). Jaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland
25 8.7 Torenvalk Falco tinnunculus In 2013 werden 108 nesten gevonden en in totaal 161 broedparen opgespoord. De Zeeuwse populatie wordt geschat op paren. Het aantal broedparen in Zeeland neemt sinds de eeuwwisseling af (Figuur 17). Als de trends bij Buizerd (toename) en Torenvalk (afname) doorzetten, is binnen enkele jaren de Buizerd de meest voorkomende roofvogel. Voor zover bekend heeft de Torenvalk altijd in Zeeland gebroed. Waarnemingen van de Buizerd tijdens het broedseizoen vonden pas plaats vanaf de jaren zeventig van de vorige eeuw. In 1983 werd voor het eerste met zekerheid gebroed (Buise & Tombeur 1986, Vergeer & Van Zuijlen 1994) Aantal nesten broedparen minium maximum Figuur 17. Aantal nesten, broedparen en aantalsschatting van de Torenvalk in Zeeland in de periode In 2013 begonnen Torenvalken gemiddeld twaalf dagen later met de eileg dan normaal, namelijk op 9 mei (SD=11; N=44). Ze hadden last van het koude voorjaar (inclusief sneeuwval in maart) en de slechte voedselsituatie. Dat ze het niet gemakkelijk hadden, blijkt ook uit de legsel- en broedselgrootte. Het aantal eieren was in 2013, op dat van 1995 na, het laagste ooit en het aantal jongen was nog nooit zo laag (Figuur 18, Bijlage 2). Het ging per nest gemiddeld om 4,3 eieren (SD=0,8; N=48) en 3,0 jongen (SD=1,1; N=54). Tekenend zijn ook de resultaten voor Midden Zeeuws-Vlaanderen waar telkens dezelfde nestkasten worden gecontroleerd. In 2011 ging het om 41 eieren en 37 uitgevlogen jongen (N=8), in 2012 om 38 eieren en 26 jongen (N=8) en in 2013 om 30 eieren en 14 jongen (N=6). Voor Tholen bestaat ook een dergelijke reeks: in eieren en 57 jongen (N=16), in eieren en 20 jongen (N=16) en in eieren en 12 jongen (N=9). Gemmiddeld. aantal per nest 5,5 4,5 3,5 2,5 R² = 0,05 R² = 0, Jongen Eieren Figuur 18. Aantal eieren en jongen bij de Torenvalk in Zeeland in de periode In Tabel 5 wordt een overzicht gegeven van de prooiresten die in 2013 in nesten van Torenvalken werden aangetroffen. Braakballen worden niet op systematische wijze verzameld en zijn buiten de tabel gelaten. Plukresten geven een sterk vertekend beeld van het voedsel, vogels zijn oververtegenwoordigd en muizen onderschat. Dat komt omdat van vogels plukresten op het nest worden gevonden en muizen in zijn geheel worden ingeslikt. Opvallende prooien waren: twee juveniele Dwergsterns gegrepen in het Vroon bij Westkapelle (zichtwaarnemingen van Corstiaan Beeke), twee Jaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland
Jaarverslag Werkgroep Roofvogels Zeeland 2014
Jaarverslag Werkgroep Roofvogels Zeeland 214 Uitgave: Werkgroep Roofvogels Zeeland Inhoud 1 Intro... 3 2 Samenvatting... 4 3 Werkwijze... 6 4 Het Zeeuwse landschap... 7 5 Het weer voorafgaand en tijdens
Nadere informatieJaarverslag Werkgroep Roofvogels Zeeland 2017 en 2018 Uitgave: Werkgroep Roofvogels Zeeland
Jaarverslag Werkgroep Roofvogels Zeeland 2017 en 2018 Uitgave: Werkgroep Roofvogels Zeeland Jaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland 2017-2018 1 Foto voorpagina. Andrea van den Berg en Dirk van Stralen van
Nadere informatieJaarverslag Werkgroep Roofvogels Zeeland 2011
Jaarverslag Werkgroep Roofvogels Zeeland 2011 Werkgroep Roofvogels Zeeland Inhoud 1 Intro... 3 2 Samenvatting... 4 3 Werkwijze... 6 4 Het Zeeuwse landschap... 7 5 Het weer voorafgaand en tijdens het broedseizoen
Nadere informatieQuickscan. Onderzoek naar bestaande en toekomstige natuurwaarden. Achterstraat 2 te Neerijnen
Quickscan Onderzoek naar bestaande en toekomstige natuurwaarden Achterstraat 2 te Neerijnen Inhoudsopgave 1. Inleiding 2 2. Natuurtoets projectgebied 2 3. Conclusie 3 4. Het Project 3 1. Inleiding Achterstraat
Nadere informatieBMP rapport. Gat van Pinte 2014. Bert van Broekhoven VWG De Steltkluut September 2014
BMP rapport Gat van Pinte 2014 Bert van Broekhoven VWG De Steltkluut September 2014 1 van 10 BMP Gat van Pinte 2014 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Gebiedsbeschrijving Gat van Pinte... 3 3. De telronden...
Nadere informatieBMP rapport Gat van Pinte 2013
BMP rapport Gat van Pinte 2013 Bert van Broekhoven VWG De Steltkluut November 2013 1 van 9 BMP Gat van Pinte 2013 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Gebiedsbeschrijving Gat van Pinte... 3 4. De looproute... 5
Nadere informatieBMP rapport Gat van Pinte 2012
BMP rapport Gat van Pinte 2012 Bert van Broekhoven VWG De Steltkluut Juli 2012 1 van 9 BMP Gat van Pinte 2012 Inhoud: Pagina 1. Inleiding 3 2. Gebiedsbeschrijving 3 3. Telrondes 3 4. De looproute 4 5.
Nadere informatieCursus Roofvogelnestkartering. Werkgroep Roofvogels Zeeland
Cursus Roofvogelnestkartering Werkgroep Roofvogels Zeeland Wat is nestkartering? Elke (roof)vogel heeft in het broedseizoen een territorium. Tijdens een aantal bezoeken worden alle waarnemingen van (roof)vogels
Nadere informatieGebiedsbeschrijving. Werkwijze BROEDVOGELS VAN WOONWIJK `HET LAAKSE VELD` IN door Henk Jan Hof
BROEDVOGELS VAN WOONWIJK `HET LAAKSE VELD` IN 2006. door Henk Jan Hof In het voorjaar van 2006 heb ik woonwijk Het Laakse Veld op broedvogels geïnventariseerd. Deze kartering is uitgevoerd om aantallen
Nadere informatieVoorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)
Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit
Nadere informatieVoorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)
Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit
Nadere informatieDe roofvogels en uilen in het bosgebied Buikheide - Halve Mijl in 2001
-1- De roofvogels en uilen in het bosgebied Buikheide - Halve Mijl in 2001 JACQUES V AN KESSEL, J AN KOLSTERS & WIM DEEBEN Vanaf 1995 is het bosgebied Buikheide-Halve Mijl (Vessem-Veldhoven) jaarlijks
Nadere informatieTekst: Francis Havekes, Marcel van der Tol. Foto: Francis Havekes. Eindredactie: Hanneke Hoogvliet
Broedvogelinventarisatie Buytenpark 2005 Vogelwerkgroep Zoetermeer Tekst: Francis Havekes, Marcel van der Tol Foto: Francis Havekes Eindredactie: Hanneke Hoogvliet Vogelwerkgroep Zoetermeer, 2007 2 Inhoudsopgave
Nadere informatieVoorlopige verspreidingskaarten Atlasproject
Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen, aangevuld met informatie uit de Sovon-meetnetten (Netwerk Ecologische
Nadere informatieN.O.P. Papegaaienpark
(nestkastproject) M. Sloendregt N.O.P. Papegaaienpark 2 Nestkasten verslag Papegaaienpark Stichting N.O.P. 28 Wil de Veer INLEIDING Op verzoek van de eigenaar van het Nederlands Opvangcentrum voor Papegaaien,
Nadere informatieVoorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)
Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit
Nadere informatieVoorkomen van Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) in Het Verdronken Land Van Saeftinghe Walter Van Kerkhoven
Voorkomen van Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) in Het Verdronken Land Van Saeftinghe. 2017 Walter Van Kerkhoven Tijdens het broedseizoen van 2017 werd onderzoek gedaan naar het voorkomen, broedgedrag
Nadere informatieVoorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)
Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit
Nadere informatiebroedwaarde. Wilde eend - 1 zeker broedgeval. 9.05 : 1 w. met 3 pulli - regelmatig worden ongepaarde ex.
Kleiputten 't Hoge 1983 2013 (2014) In deze kolom krijgen sommige soorten een andere kleur en dus een andere Broedende of waarschijnlijk broedende soorten broedwaarde. Wilde eend - 1 zeker broedgeval.
Nadere informatieBMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag
BMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag 2012 Hans Molenaar VWG De Steltkluut September 2012 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Luchtfoto van het gebied... 3 Algemene Informatie.... 4 Gebiedsbeschrijving... 5 Gebiedsindeling...
Nadere informatieORNITHOLOGISCHE WAARNEMINGEN BLOKKERSDIJK (Antwerpen-Linkeroever) JANUARI TOT MAART 2015
ORNITHOLOGISCHE WAARNEMINGEN BLOKKERSDIJK (Antwerpen-Linkeroever) JANUARI TOT MAART 2015 FUTEN TOT EENDEN Tot 22 januari pleisterden nog steeds 1 tot 2 Dodaarzen (Tachybaptus ruficollis). Daarna werd van
Nadere informatieBMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag 2011
BMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag 2011 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Luchtfoto van het gebied... 3 Algemene Informatie.... 4 Gebiedsbeschrijving... 5 Gebiedsindeling... 6 Info over de telronden... 7 Territoria
Nadere informatieBroedvogel Monitoring Project Alle soorten. Huis ter Heide (Noordelijk deel, Kraanven en Duikse hoef)
Broedvogel Monitoring Project Alle soorten Huis ter Heide (Noordelijk deel, Kraanven en Duikse hoef) 2009 Opgemaakt door: Leo Reijnierse LR DigiPhoto http://www.lrdigiphoto.nl Pagina 2 1. Inleiding Dit
Nadere informatieVoorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)
Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit
Nadere informatieBMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag
BMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag 2015 Hans Molenaar VWG De Steltkluut November 2015 Inhoudsopgave 1. Algemene Informatie... 4 Doelstelling SOVON broedvogelonderzoek.... 4 2. Gebiedsbeschrijving... 5 Luchtfoto
Nadere informatieBroedvogelinventarisatie Ecodorp Bergen Voorjaar 2014
Broedvogelinventarisatie Ecodorp Bergen Voorjaar 2014 inventarisatie en verslag : Dook Vlugt d.vlugt@quicknet.nl contactpersoon Ecodorp : Sjaak van der Woude 1. Inleiding 2. Havik 3. Resultaten inventarisatie
Nadere informatieVoorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)
Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit
Nadere informatieBMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag
BMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag 2013 Hans Molenaar VWG De Steltkluut November 2013 Inhoudsopgave 1. Algemene Informatie... 4 Doelstelling SOVON broedvogelonderzoek.... 4 2. Gebiedsbeschrijving... 5 Luchtfoto
Nadere informatieVoorlopige verspreidingskaarten Atlasproject
Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen, aangevuld met informatie uit de Sovon-meetnetten (Netwerk Ecologische
Nadere informatieVoorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)
Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit
Nadere informatieResultaten (broed)vogelonderzoek rond Bodemven op Landgoed Huis ter Heide, Loonse en Drunense Duinen
Resultaten (broed)vogelonderzoek rond Bodemven op Landgoed Huis ter Heide, Loonse en Drunense Duinen Broedseizoen 2012 Vink (Fringilla coelebs) Uitgevoerd in opdracht van Natuurmonumenten regio Midden-Brabant
Nadere informatieBMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag
BMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag 2014 Hans Molenaar VWG De Steltkluut November 2014 Inhoudsopgave 1. Algemene Informatie... 4 Doelstelling SOVON broedvogelonderzoek.... 4 2. Gebiedsbeschrijving... 5 Luchtfoto
Nadere informatieOnderzoek Vogelwerkgroep Schijndel (onderdeel NMC) gebied Achterste Hermalen gemeente Schijndel.
Onderzoek Vogelwerkgroep Schijndel (onderdeel NMC) gebied Achterste Hermalen gemeente Schijndel. 1. Onderzoeksgebied 2016 a. Kaart onderzoeksgebied Copyright van deze gebiedskaart berust bij Brabant Water.
Nadere informatieResultaten (broed)vogelonderzoek Bodemven en omstreken op Landgoed Huis ter Heide, Noord-Brabant Broedseizoen 2009
Resultaten (broed)vogelonderzoek Bodemven en omstreken op Landgoed Huis ter Heide, Noord-Brabant Broedseizoen 2009 Bonte vliegenvanger Uitgevoerd in opdracht van Natuurmonumenten regio Midden-Brabant Auteurs:
Nadere informatieBMP rapport. Gat van Pinte 2017
BMP rapport Gat van Pinte Foto: Zingende Tjiftjaf (BvB) Bert van Broekhoven VWG De Steltkluut September 1 van 11 BMP Gat van Pinte Inhoud 2. Gebiedsbeschrijving Gat van Pinte... 3 3. De telronden... 4
Nadere informatieJaarverslag Werkgroep Roofvogels Zeeland 2007
Jaarverslag Werkgroep Roofvogels Zeeland 2007 Werkgroep Roofvogels Zeeland Inhoud 1 Samenvatting...3 2 Inleiding... 4 3 Werkwijze... 5 4 Het Zeeuwse landschap... 6 5 Het weer voor en tijdens het broedseizoen
Nadere informatieVoorlopige verspreidingskaarten Atlasproject
Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen, aangevuld met informatie uit de Sovon-meetnetten (Netwerk Ecologische
Nadere informatieWerkgebied VWG-Zutphen Oppervlak: ha
Werkgebied VWG-Zutphen Oppervlak: 19.227 ha Overzicht verdeling werkgebied in Deelgebieden - Telgebieden KN1 KN2 KN3 KN6 KN5 KN4 GE7 GE6 GE5 GE4 GE2 GE3 GE1 VB11 TE5 TE4 TE3 TE2 TE1 HC5 HC4 HC3 HC2 HC1
Nadere informatieBMP Reuzenhoeksekreek Zaamslag
BMP Reuzenhoeksekreek Zaamslag 2016 Hans Molenaar VWG De Steltkluut November 2016 Inhoudsopgave 1. Algemene Informatie... 3 Doelstelling SOVON broedvogelonderzoek.... 3 2. Gebiedsbeschrijving... 4 Luchtfoto
Nadere informatieRoutekaart 2011. Natura 2000-gebied en Nationaal Park Lauwersmeer 15 mei 2011. Inschrijving Bosschuur Staatsbosbeheer
Natura 2000-gebied en Nationaal Park Lauwersmeer 15 mei 2011 Routekaart 2011 Inschrijving Bosschuur Staatsbosbeheer Welkom op het Frysk Fûgelpaad 2011 Deze vogelspotwandeling wordt gehouden in Nationaal
Nadere informatieDEEL 1 het ecologisch onderzoek van Altenburg & Wymenga
Secretariaat Vondelstraat 58 4819 HE Breda secretaris@westbrabantsevwg.nl www.westbrabantsevwg.nl KvK 40281606 ING 1063712 Inleiding Het helofytenfilter ten behoeve van de zuivering van het water van de
Nadere informatieBroedvogelinventarisatie Noorlaarderbos 2012 M.Wijnhold
Broedvogelinventarisatie Noorlaarderbos 2012 M.Wijnhold Tellers: D.Schoppers, A. Vanderspoel, J. de Vries, W. Woudman, M. Werkman, J. De Bruin, M.Wijnhold Inhoud: 1. Samenvatting 2. Methode: territoria
Nadere informatieo 2013 Verslag Havikonderzoek Reproductie, plaats- en paartrouw van de Havik Accipiter gentilis in Noord-Fryslân Gerrit Krottje
G. Krottje, 04. Reproductie, plaats- en paartrouw van de Havik Accipiter gentilis in Noord-Fryslân; Jaarverslag 03 Verslag Havikonderzoek Reproductie, plaats- en paartrouw van de Havik Accipiter gentilis
Nadere informatieBroedvogelinventarisatierapport. Heseveld, Nijmegen. Marc de Bont Nijmegen, juli 2013
Broedvogelinventarisatierapport Heseveld, Nijmegen 2013 Marc de Bont Nijmegen, juli 2013 Inhousopgave Inleiding Pagina 3 Methode Pagina 3 De telling Pagina 4 Het weer Pagina 4 De resultaten Pagina 4 Bijlage:
Nadere informatieVoorkomen van Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) in Het Verdronken Land Van Saeftinghe Walter Van Kerkhoven
Voorkomen van Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) in Het Verdronken Land Van Saeftinghe. 2018 Walter Van Kerkhoven In het kader van de volledige broedvogelinventarisatie werd tijdens het broedseizoen
Nadere informatieKNNV Vogelwerkgroep De Bevelanden. Roofvogels op de Bevelanden 2008 (Provincie Zeeland)
KNNV Vogelwerkgroep De Bevelanden Mededeling no. XXX (Provincie Zeeland) Roofvogel werkgroep De Bevelanden Wannes Castelijns & Niels de Schipper Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 1 Inleiding... 3 2 Beschrijving
Nadere informatieOnderzoek bij broedvogels en nestjongen. Roofvogels. Buizerd Buteo buteo, Havik Accipiter gentilis en Wespendief Pernis apivorus.
Onderzoek bij broedvogels en nestjongen Roofvogels Buizerd Buteo buteo, Havik Accipiter gentilis en Wespendief Pernis apivorus Jaarverslag 2012 Bevindingen in een onderzoeksgebied nabij Lippenhuizen en
Nadere informatieOrnithologisch jaarverslag Texel 2009
Ornithologisch jaarverslag Texel 2009 Een uitgave van de Vogelwerkgroep Texel Systematische lijst Knobbelzwaan Cygnus olor Broedgegevens: broedend. Tijdens de hoogwater- en ganzen- en zwanentellingen werd
Nadere informatieONTWERPBESLUIT. Datum Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Akerboom, mevrouw Van der Puijl,
> Retouradres Postbus 40225, 8004 DE Zwolle ONTWERPBESLUIT Postbus 40225, 8004 DE Zwolle mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 ffwet@rvo.nl Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen Kenmerk FF/75C/2016/0081.toek.bl
Nadere informatieVoorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)
Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit
Nadere informatieNVWK geeft de erven vleugels. Module 3 vogels tellen
NVWK geeft de erven vleugels Module 3 vogels tellen 1 Indeling van de avond Even voorstellen Erfvogels tellen met tuintelling.nl pauze Je erf toevoegen Geluidenquiz 2 Even voorstellen. Werkzaam bij Sovon
Nadere informatieVogeltrektelling 30 oktober 2016
Vogeltrektelling 30 oktober 0 Voorwoord De laatste vogeltrektelling van 0 vond plaats op zondag 30 oktober, op de nieuwe dit jaar gekozen locatie de Volthe es.de tel locatie ligt dicht tegen de zuid kant
Nadere informatieMahlerlaan Amsterdam. Roofvogelonderzoek. Opdrachtgever: O.G.A. Tussentijdsverslag : 2 september 2015
Roofvogelonderzoek Mahlerlaan Amsterdam Opdrachtgever: O.G.A Tussentijdsverslag : 2 september 2015 Onderzoek : drs. Lex van Groningen, dr. M. Kuiper Oostermeerkade 6 1184 TV Amstelveen Telefoon: 06-29523020
Nadere informatie(nestkastenproject) Golfbaan Welschap
(nestkastenproject) Golfbaan Welschap 4 Nestkastenverslag Golfbaan Welschap, 27 Wil de Veer In het voorjaar werd samen met diverse vrijwilligers begonnen met de noodzakelijke schoonmaak van de nestkasten.
Nadere informatieVoorlopige verspreidingskaarten Atlasproject
Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen, aangevuld met informatie uit de Sovon-meetnetten (Netwerk Ecologische
Nadere informatieKERKUILEN WERKGROEP TWENTE
KERKUILEN WERKGROEP TWENTE Broedseizoen kerkuil De start van het broedseizoen kerkuilen was zeer verrassend. Rond half maart werd er op een locatie in Oud-Ootmarsum een nestkast aangetroffen met daarin
Nadere informatieVOGELS WAARNEMEN UIT TREINEN
NOVEMBER 957 JAARGANG 0, AFL. «T ^fav- sar NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR VELDBIOLOGIE OPGERICHT DOOR E. HEIMANS,. JASPERS [r EN JAC, P. THIJSSE VOGELS WAARNEMEN UIT TREINEN M. F. MÖRZER BRUIJNS. R.I.V.O.N.,
Nadere informatieBirdwatching: hoofdstuk 1/3 evaluatie van de beheersmaatregelen
Birdwatching: hoofdstuk 1/3 evaluatie van de beheersmaatregelen Alle bij de NGF aangesloten clubs worden jaarlijks uitgenodigd deel te nemen aan een vogelteldag. De bedoeling is op dezelfde dag eind april
Nadere informatieWeidevogels Liedeweg te Haarlemmerliede
Weidevogels Liedeweg te Haarlemmerliede Weidevogels Liedeweg te Haarlemmerliede Auteur P.J.H. van der Linden Opdrachtgever Projectnummer Ingen Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude 10.036 juni 2010 foto
Nadere informatieBROEDVOGELINVENTARISATIE GOLFBAAN BENTWOUD WIJNAND VAN DEN BOSCH KO KATSMAN
BROEDVOGELINVENTARISATIE GOLFBAAN BENTWOUD 2016 WIJNAND VAN DEN BOSCH (wijnand.vandenbosch@ziggo.nl) KO KATSMAN (ko.katsman@ziggo.nl) Inleiding: In de winter van 2015-2016 bereikte ons het verzoek om de
Nadere informatieVoorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)
Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit
Nadere informatieBroedvogelinventarisatierapport. Heseveld, Nijmegen. Marc de Bont Nijmegen, september 2010
Broedvogelinventarisatierapport Heseveld, Nijmegen 2010 Marc de Bont Nijmegen, september 2010 Inleiding Methode In maart 2010 heb ik besloten om in de omgeving van het complex Berkenoord de broedvogels
Nadere informatieBMP rapport. Gat van Pinte 2018 (1 e Concept) Wakende Holenduif. Bert van Broekhoven VWG De Steltkluut Augustus 2018
BMP rapport Gat van Pinte (1 e Concept) Wakende Holenduif Bert van Broekhoven VWG De Steltkluut Augustus 1 van 12 BMP Gat van Pinte Inhoud 2. Gebiedsbeschrijving Gat van Pinte... 3 3. De telronden van...
Nadere informatieVoorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)
Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit
Nadere informatieNIEUWSBRIEF 2018 HET HEXEL. Broedresultaten en waarnemingen nestkastenproject
NIEUWSBRIEF 2018 HET HEXEL Broedresultaten en waarnemingen nestkastenproject Nieuwsbrief no.20 van het nestkastenproject HET HEXEL Contactadres nestkastenproject: Dini Weijers, tel. 0546-576538 Samenstelling
Nadere informatieKNNV afdeling Voorne Vogelwerkgroep
KNNV afdeling Voorne Vogelwerkgroep Mededeling nr. 201 Broedvogel inventarisatie Telgebied nr. 8 van het Zuid-Hollands Landschap 2010 Karel Adriaanse 1 Inhoudsopgave Inleiding - doel - waarnemers Gebiedsbeschrijving
Nadere informatieVogelringstation Schiermonnikoog. Verslag activiteiten 2014 voor CCWO
Vogelringstation Schiermonnikoog Verslag activitei 2014 voor CCWO Verslag veldwerk 2014 Inleiding In 2014 zijn de activitei van het Vogelringstation Schiermonnikoog in de onderzoeksopzet voortgezet: 1.
Nadere informatieVerslag vogelwerkgroep IVN De Steilrand rondje Zeeland
Verslag vogelwerkgroep IVN De Steilrand rondje Zeeland Zaterdag 23 januari maakten 12 mensen van de vogelwerkgroep een tocht langs de Zeeuwse kusten. We waren vroeg uit de veren, om bij het krieken van
Nadere informatieDatum: 13 april Excursie: Middagexcursie Brabantse Biesbosch. Gids: Pim
Datum: 13 april 2019 Excursie: Middagexcursie Brabantse Biesbosch Gids: Pim Rond de klok van 13.00 uur ontmoette ik Wil en zes andere deelnemers uit de regio Den Haag. Door omstandigheden zat Wil in een
Nadere informatieJaarverslag Werkgroep Roofvogels Zeeland 2006
Jaarverslag Werkgroep Roofvogels Zeeland 2006 Werkgroep Roofvogels Zeeland Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Werkwijze... 4 3 Het Zeeuwse landschap... 5 4 Het weer voor en tijdens het broedseizoen van 2006...
Nadere informatieGeslaagd broedgeval Slechtvalk in de stad Zutphen
8 Vogelwerkgroep Zutphen e.o. Geslaagd broedgeval Slechtvalk in de stad Zutphen door Rob van Swieten rovansw@hotmail.com Dat vogels zich niet altijd laten leiden door beschermingsprojecten zoals het plaatsen
Nadere informatieVogelexcursie Maasplassen
Vogelexcursie Maasplassen WML plas Roermo nd Brandt VWG De Peel, 2015-01-31 Deelnemers Rob Boesten, Jan van Deursen, Jaap Halma, Peter Hikspoors, Mario Joosten, Cor Speek, Karel Verhees en Nel en Jo van
Nadere informatieOverzicht broedperiode 1) en voorkeur broedgebied (bos)vogels.
Overzicht broed 1) en voorkeur broedgebied (bos)vogels. Voorkeur bos Vogelsoorten van Bijlage 1 vogelrichtlijn Gemengd bos Zwarte specht #1 1500-2500 2300-2900 1100-1600 - Naald- en loofbos Wespendief
Nadere informatieBird species Farm nr % woody cover Openness landscape (HC=half closed)
All birds observed per farm, seen in and above the free-range, surrounding plots and farm cou Bestman M, Wagenaar J, Jong W de, Weert T (2017). Agroforestry systems. Bird species Farm nr 1 2 3 4 5 6 7
Nadere informatieTREKTELLEN 2006 TELPOST OOLMANSWEG Aagje van der Wulp
TREKTELLEN 2006 TELPOST OOLMANSWEG Aagje van der Wulp In het najaar van 2006 is er voor het eerst geteld aan de Oolmansweg. Door bebouwing in de zuidwesthoek van het recreatieterrein Bussloo moest er een
Nadere informatie2012 Rebo International b.v. deze uitgave 2012 Rebo Productions b.v., Lisse www.rebo-publishers.com info@rebo-publishers.com
Colofon Inhoud 2012 Rebo International b.v. deze uitgave 2012 Rebo Productions b.v., Lisse www.rebo-publishers.com info@rebo-publishers.com coverfoto s (Roodborst) Michel Geven (voorzijde) Nico van Kappel
Nadere informatie10 jaar stadsvogelonderzoek in Terneuzen
10 jaar stadsvogelonderzoek in Terneuzen Katspolder en Zeldenrust 2008-2017 Natuurbeschermingsvereniging De Steltkluut Foto: Johnny du Burck Alex de Smet 25 februari 2018 Stadsvogels in Nederland het stedelijk
Nadere informatieNationale Databank Flora en Fauna Uitvoerportaal
104 records Middelpunt < 1km² Middelpunt 1km² - 5km² Middelpunt > 5km² Vlak schaal 1 : 50000 Zoekvraag Soort Soortgroep Wet en Beleid Periode Bronhouder Zoekgebied Alle Alle FF-wet tab. II Rode Lijst FF-wet
Nadere informatieBroedvogels van de Overveerpolder te Oegstgeest in 2010 Roy Slaterus
Broedvogels van de Overveerpolder te Oegstgeest in 2010 Roy Slaterus SOVON-inventarisatierapport 2010/30 Dit rapport is samengesteld in opdracht van de gemeente Oegstgeest Broedvogels van de Overveerpolder
Nadere informatieBroedvogelinventarisatierapport. Heseveld, Nijmegen. Marc de Bont Nijmegen, juli 2012
Broedvogelinventarisatierapport Heseveld, Nijmegen 2012 Marc de Bont Nijmegen, juli 2012 Inleiding Methode In 2012 is voor het derde jaar op rij het gebied op broedvogels geteld. Het wordt begrensd wordt
Nadere informatie24ste BROEDVOGELINVENTARISATIE
24ste BROEDVOGELINVENTARISATIE - 2001 Inleiding Zoals in de vorige jaren werd volgens de karterings- of kwantitatieve methode gewerkt. Voor meer bijzonderheden hierover verwijzen wij naar de vorige verslagen.
Nadere informatieTennet TSO W. van Dijk Postbus AS ARNHEM. ONTWERP-BESLUIT Gezien voor akkoord : Datum:
> Retouradres Postbus 40225 8004 DE Zwolle Tennet TSO W. van Dijk Postbus 718 6800 AS ARNHEM ONTWERP-BESLUIT Gezien voor akkoord : : Betreft Beslissing op uw aanvraag Ruimtelijke ingrepen Postbus 40225
Nadere informatieVoorlopige verspreidingskaarten Atlasproject
Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen, aangevuld met informatie uit de Sovon-meetnetten (Netwerk Ecologische
Nadere informatieBroedvogels van de HAPERTSE HEIDE
Broedvogels van de HAPERTSE HEIDE Broedvogelmonitoringproject, seizoen 1997 Samenstelling: Vogelwerkgroep De Kempen: Hans Hermans Ben Jacobs Tonny van der Vleuten Carlo van Wely Jan van der Zee November,
Nadere informatieDatum: Woensdag 26 juni Excursie: Oostvaardersplassen. Gids: Pim
Datum: Woensdag 26 juni 2019 Excursie: Oostvaardersplassen Gids: Pim Rond de klok van 9.00 uur ontmoette ik de deelnemers aan een excursie in de Oostvaardersplassen langs de Knardijk te Lelystad. Het was
Nadere informatiePondera Consult J.F.W. Rijntalder Postbus AN Hengelo : ONTWERP-BESLUIT. Datum Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen
> Retouradres Postbus 40225, 8004 DE Zwolle Pondera Consult J.F.W. Rijntalder Postbus 579 7550 AN Hengelo : ONTWERP-BESLUIT Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen Postbus 40225, 8004 DE Zwolle
Nadere informatieBroedvogels van de begraafplaats Soerenseweg in Apeldoorn 2015
Broedvogels van de begraafplaats Soerenseweg in Apeldoorn 2015 Martin Heinen Vogelwerkgroep Oost-Veluwe, Apeldoorn 1 1. Inleiding De gemeente Apeldoorn heeft Vogelwerkgroep Oost-Veluwe gevraagd een inventarisatie
Nadere informatieVoorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)
Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit
Nadere informatieDatum: Vrijdag 5 april Excursie: Oostvaardersplassen ochtendexcursie. Gidsen: Taco & Pim
Datum: Vrijdag 5 april 2019 Excursie: Oostvaardersplassen ochtendexcursie Gidsen: Taco & Pim Op deze fraaie vrijdagochtend waren de gidsen Taco & Pim in de gelukkige omstandigheid om een groep uit Ede
Nadere informatieFunctioneren kunstmatig eiland voor sterns in de Inlaag Oesterput en op eilanden in de Inlaag s Gravenhoek, Noord-Beveland: Broedseizoen 2017
Functioneren kunstmatig eiland voor sterns in de Inlaag Oesterput en op eilanden in de Inlaag s Gravenhoek, Noord-Beveland: Broedseizoen 2017 Mark Hoekstein Delta ProjectManagement (DPM) Postbus 315 4100AH
Nadere informatieEr zijn drie tellingen waaraan u mee kunt doen. Deze tellingen staan los van elkaar dus u kunt zelf bepalen aan welke tellingen u mee wilt doen.
Handleiding tellingen Er zijn drie tellingen waaraan u mee kunt doen. Deze tellingen staan los van elkaar dus u kunt zelf bepalen aan welke tellingen u mee wilt doen. Als er onduidelijkheden zijn over
Nadere informatieVoorlopige verspreidingskaarten Atlasproject
Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen, aangevuld met informatie uit de Sovon-meetnetten (Netwerk Ecologische
Nadere informatieMethode Monitoring Eindhoven
Methode Monitoring Eindhoven De inventarisatiemethoden die zijn toegepast bij het in kaart brengen van flora en fauna in Eindhoven zijn grotendeels gebaseerd op de landelijke standaarden. De methode is
Nadere informatieExcursie samen met Flevo Bird Watching uitgevoerd door: Ringheuvels Den Treek en Delta Schuitenbeek. Flevo Birdwatching, Rien Jans
Datum van de excursie: 4 mei 2016 Team: Flevo Birdwatching, Rien Jans Bezochte gebied: Ringheuvels Den Treek en Delta Schuitenbeek Vroege ochtend: Het Langeveen op landgoed Den Treek. En late ochtend/middag:
Nadere informatieDatum: 13 april Excursie: Ochtendexcursie Oostvaardersplassen. Gids: Pim
Datum: 13 april 2019 Excursie: Ochtendexcursie Oostvaardersplassen Gids: Pim Om 8.00 uur ontmoette ik de deelnemers aan de ochtendexcursie in de Oostvaardersplassen, oude bekenden uit Bennekom die eerder
Nadere informatieNieuwsbrief Opvangcentrum voor Vogels en Wilde Dieren Oostende januari 2006
Nieuwsbrief Opvangcentrum voor Vogels en Wilde Dieren Oostende januari 2006 Beste sympathisanten, leden, vrienden, We hebben net de balans van de binnen gebrachte dieren in afgewerkt, zijn wat cijfers
Nadere informatieJaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland 2004
Jaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland 2004 Digitale uitgave Werkgroep Roofvogels Zeeland Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Werkwijze... 4 3 Het Zeeuwse landschap... 5 4 Het weer... 5 5 Voedselsituatie... 6 6
Nadere informatieNATUURRESERVAAT BLOKKERSDIJK Antwerpen-Linkeroever 25ste BROEDVOGELINVENTARISATIE 2002
NATUURRESERVAAT BLOKKERSDIJK Antwerpen-Linkeroever 25ste BROEDVOGELINVENTARISATIE 2002 SITUERING Blokkersdijk is circa 100 ha groot. Het reservaat ligt gekneld tussen de Zwijndrechtse industriezone, de
Nadere informatieNATUURRESERVAAT BLOKKERSDIJK Antwerpen-Linkeroever 26ste BROEDVOGELINVENTARISATIE
NATUURRESERVAAT BLOKKERSDIJK Antwerpen-Linkeroever 26ste BROEDVOGELINVENTARISATIE - 2003 SITUERING Blokkersdijk is circa 100 ha groot. Het reservaat ligt gekneld tussen de Zwijndrechtse industriezone,
Nadere informatieNATUURRESERVAAT BLOKKERSDIJK Antwerpen-Linkeroever
NATUURRESERVAAT BLOKKERSDIJK Antwerpen-Linkeroever 29 ste BROEDVOGELINVENTARISATIE -2006 Het natuurreservaat Blokkersdijk (100ha groot) ligt gekneld tussen de Zwijndrechtse industriezone, de Expressweg
Nadere informatie