Divisie Multimedia Communication. Hirschmann, de oplossing voor CAI- en satellietsystemen

Transcriptie

1 Divisie Multimedia Communication Hirschmann, de oplossing voor CAI- en satellietsystemen

2 Voorwoord Ook in 2004 kunt u rekenen op het nieuwe Hirschmann handboek. De toenemende vraag van eindgebruikers naar beeld-, geluidsinformatie en overige data zorgt voor een grote vraag naar installaties die dit mogelijk maken. Het nieuwe handboek bevat voorbeelden van CAI-systemen opgebouwd rond de nieuwe, in 2004 geïntroduceerde, generatie versterkers van de GHV en GPV serie. De satellietsystemen zijn ontworpen met de Hirschmann satelliettuner CSR 60 CI en het revolutionaire CSE-2000 ontvangstsysteem. Ook cattv, voor CAI-signalen over UTP-kabel mogelijk te maken, is toegevoegd als mogelijke oplossing. We hebben het handboek zo compact mogelijk gemaakt. Om u extra informatie te geven, hebben wij achter in het handboek nog eens veertien extra systeemvoorbeelden geplaatst. Wij hopen dat u het komende jaar vaak het nieuwe Hirschmann handboek kunt gebruiken en dat het u vele interessante oplossingen biedt. Succes ermee! Eric van den Boogaard Business Unit Manager MultiMedia Communication Coordinator International Key Accounts Hirschmann Electronics B.V. Inhoud Hoofdstuk 1 Opbouw van een CAI-installatie 2 Hoofdstuk 2 De opbouw van een satellietinstallatie 6 Bijlage Systeemvoorbeelden 9

3 1 Opbouw van een CAI-installatie Begripsbepalingen: 1. Signaal Overname Punt (S.O.P.) Dit is het punt waar de kabelexploitant het signaal overdraagt aan de abonnee. Dit punt bevindt zich meestal in de meterkast en is veelal herkenbaar aan een groene kabel die van buiten het pand ingevoerd is. Om te voorkomen dat door storing of andere problemen de werking van het interne CAI systeem beïnvloed wordt, zal men het S.O.P. (ook wel Abonnee Overname Punt A.O.P. genoemd) uitvoeren met een galvanische scheiding. Dit houdt in dat zowel de buiten- als de binnengeleider in de aanvoer kabel van elkaar gescheiden zijn. De kwaliteit van het interne CAI net valt en staat met de aangeleverde signaal kwaliteit. Dit moet in ieder geval voldoen aan de CENELEC norm. Men dient er in ieder geval op toe te zien dat er een S.O.P. in de installatie aanwezig is. Deze kan bestaan uit een speciaal filter of een ééngats wandcontactdoos. Vaak wordt deze voorziening in een woning al door de exploitant aangebracht. Bij grotere gebouwen is deze voorziening vaak niet aanwezig en wordt gebruik gemaakt van een galvanische scheiding. 2. Versterker Een belangrijk punt waarbij men bij de opbouw van een CAI syteem rekening mee dient te houden, is eerst versterken, dan dempen. Alle componenten in een CAI, buiten de versterker zelf, dempen het signaalniveau. De demping is vaak eenvoudig uit te rekenen op basis van de specificatie van de apparatuur. Demping mag bij elkaar opgeteld of afgetrokken worden. Met behulp van de informatie in dit Hirschmann handboek kunt u op eenvoudige wijze de juiste versterker bepalen. Om het u nog makkelijker te maken, hebben wij in dit handboek overzichten geplaatst waarbij wij de maximale toelaatbare kabellengtes met bijbehorende versterkers bij de meest voorkomende installaties reeds hebben berekend. Hirschmann levert voor de gebouwgebonden CAI systemen een tweetal type versterkers. De GHV serie voor kleine CAI systemen (woningen), en de GPV serie voor de grotere systemen (kantoren, ziekenhuizen, recreatieparken etc.). 3. Inkoppeling externe audio- of videobron Het kan wenselijk zijn om een externe audio- of videobron op de interne CAI in te koppelen. Dit is eenvoudig te realiseren. Voorwaarde hiervoor is dat het signaal op hoogfrequent basis wordt aangeleverd. Tegenwoordig hebben veel apparaten (video, DVD etc.) alleen nog een scart uitgang. In dit geval dient het A/V signaal eerst gemoduleerd te worden. Hirschmann kan hiervoor een eenvoudige modulator leveren. Deze modulator heeft een A/V ingang (scart) en een HF (IEC) uitgang en wordt meestal vóór de ingang van de versterker geplaatst. Als er al een HF signaal van de A/V apparatuur aanwezig is, kan dit op eenvoudige wijze met een aftakelement (AFC) ingekoppeld worden. Houdt u hierbij wel rekening met het feit dat de in- en uitgang van het aftakelement omgedraaid moeten worden. U koppelt immers een signaal in. Mocht u nog aanvullende informatie wensen omtrent dit onderwerp, dan kunt u contact met ons opnemen. 2

4 4. Signaalverdeling Het signaal naar de betreffende aansluitingen binnen een gebouw of instelling kan op verschillende manieren worden verdeeld. De meest voorkomende manier is de toepassing van zogenaamde multitaps. Een multitap bestaat feitelijk uit een schakeling van meerdere aftakelementen. Een multitap wordt gebruikt in die situaties waarbij elke aansluiting individueel wordt bekabeld vanuit één centraal punt (vaak vanaf het S.O.P.). "doorlussing" van speciale wandcontactdozen. Een rijgdoos bestaat uit een aftakelement in een wandcontactdoos ingebouwd. Op deze wijze kan voldoende ontkoppeling bereikt worden. Op de toepassing van rijgdozen gaan wij onder de rubriek "wandcontactdozen" verder in. Een stelregel is dus bij gebruik van FS 1 BNL "einddozen" altijd een multitap of aftakelement toe te passen (herkenbaar het type "AFC"). Doordat een multitap uitgangen heeft met oplopende dempingen, geeft een staffeling van kabels op basis van lengtes een uiteindelijk effect dat er op de wandcontactdozen een vrijwel gelijkwaardig signaalniveau aanwezig is. De kabels zullen immers in de praktijk vrijwel nooit allemaal gelijk zijn qua lengte. Een stelregel bij het aansluiten van een multitap is dat de langste kabel op de aansluiting met de laagste waarde wordt aangesloten (12,5 db) en de kortste op de aansluiting met de hoogste waarde (kan variëren bij verschillende type multitap). Uiteraard worden de overige kabels gestaffeld op de tussenliggende aansluitingen aangesloten. Hirschmann kan multitaps leveren in vier-, zes- en achtvoudige uitvoeringen. Doordat de multitaps zijn voorzien van een "doorlus" uitgang met lage demping, bestaat de mogelijkheid om een tweede multitap door te lussen. Hierbij dient u wel rekening te houden met de doorlus demping van de eerste multitap. In de praktijk worden extreem korte lengtes op de doorgeluste multitap aangesloten. Een veel gestelde vraag is "waarom mag ik geen verdeler gebruiken om de wandcontactdozen aan te sluiten". Dit heeft te maken met de ontkoppeling van het signaal naar de aansluitingen onderling. Onvoldoende ontkoppeling kan leiden tot gelijkkanaal storing. Een TV toestel ontvangt niet alleen signaal maar geeft ook wat signaal af via de aansluitkabel. Als de ontkoppeling tussen meerdere toestellen onvoldoende is, kan bij het afstemmen van meerdere toestellen op hetzelfde programma het beeld "dubbel" worden. Als de ontkoppeling hoog genoeg is, kan dit verschijnsel voorkomen worden. Naast de multitaps heeft Hirschmann een ruim aanbod aftakelementen. Deze zijn met een enkele en met dubbele aftakkingen leverbaar. Een aftakelement wordt toegepast in die situaties waarbij het signaalniveau asymmetrisch moet worden aangeboden. Denk hierbij aan een situatie waarbij één aansluiting dichtbij en één verder weg zit. Door het juist aansluiten van de kabellengtes zal het signaalniveau op de kabels praktisch gelijk zijn. Hirschmann heeft naast de multitaps en aftakelementen ook symmetrische verdelers. De demping op de uitgangen van deze verdelers zijn gelijk. Het is niet toegestaan om direct wandcontactdozen op deze verdeling aan te sluiten (zie ontkoppeling). Wanneer maakt men gebruik van verdeling? Als er meerdere multitaps op de uitgang van de versterker gekoppeld moeten worden of bij toepassing van een rijgsysteem. Een rijgsysteem is immers een 5. Wandcontactdozen Hirschmann levert wandcontactdozen voor alle toepassingen. Deze zijn onder te verdelen in aansluitdozen voor een mini-ster systeem (FS 1 BNL), waarbij alle aansluitingen individueel worden aangesloten vanaf de multitaps, een rijgsysteem waarbij er meerdere wandcontactdozen (GEDU) worden doorgelust en een satellietsysteem. Hier worden speciale wandcontactdozen (EDA 3902 F) voor gebruikt. Bij een mini-ster systeem wordt gebruik gemaakt van de wandcontactdoos FS1-BNL. Deze bestaat uit een standaard R/TV aansluiting (IEC). Als er meerdere aansluitingen op één kabel moeten worden "doorgeregen", dient u gebruik te maken van rijgdozen. Hirschmann levert hier een drietal types voor, de GEDU 20, 15 en 10. De getallen verwijzen naar de aansluitdemping van de wandcontactdoos. Waarom wordt er gebruik gemaakt van diverse waardes? De eerste wandcontactdoos in de rijgstreng bevindt zich vaak bij of direct in de buurt van de versterker. Een versterker verhoogt het signaal. Dit signaal zal dan bij gebruik van een rijgdoos met een lage demping als eerste in de streng te hoog kunnen worden. In dat geval wordt er dus gebruik gemaakt van een rijgdoos GEDU 20 of een GEDU 15. De opvolgende wandcontactdoos heeft meestal een lagere aansluitwaarde. In de installatievoorbeelden treft u een situatie met rijgdozen aan. In verband met de hoogfrequent dichtheid van een rijgstreng, dient de laatste wandcontactdoos afgesloten te worden met een weerstand R77. Het gebruik van rijgdozen is niet onbeperkt. In de praktijk zal een streng met vijf rijgdozen vaak het maximum zijn. Het gebruik van een FS 1 BNL als "einddoos" is vanwege onvoldoende ontkoppeling niet toegestaan. De rijgdozen zijn voorzien van een standaard R/TV aansluiting (IEC). Naast bovengenoemde wandcontactdozen levert Hirschmann ook een speciale "satelliet" wandcontactdoos EDA 3902 F. Deze wordt alleen gebruikt in combinatie met een multiswitch (zie hoofdstuk satelliet). Deze wandcontactdoos heeft één kabelaansluiting voor de aanlevering van een gecombineerd CAI/satelliet signaal. In de wandcontactdoos worden deze signalen uitgekoppeld over een separate satelliet aansluiting voor de signaal leverantie aan een satelliettuner en een standaard R/TV aansluiting (IEC). Bij deze wandcontactdozen wordt speciale drie-gats afdekplaat geleverd. 3

5 6. Kabel Voor de opbouw van een CAI systeem dient men gebruik te maken van speciale coax kabel 75 Ohm. Deze kabel is een belangrijk onderdeel van de installatie. Het vormt immers de verbinding tussen de verschillende componenten. Kabel heeft, net als andere passieve componenten, een demping. Deze demping is echter niet vast, maar varieert met de lengte. Hoe langer de kabel, hoe hoger de demping. U dient hier rekening mee te houden in uw ontwerp. Om het systeemontwerp eenvoudiger te maken, treft u achter in het handboek vele installatievoorbeelden aan met maximale toegestane kabellengtes. In gebouwgebonden systemen zijn de afstanden meestal niet heel erg groot. Een kabel die in dergelijke situaties veel gebruikt wordt is de Hirschmann KOKA 799 kabel. Deze kabel heeft uitstekende eigenschappen. Zo is de demping van deze kabel laag en de afscherming hoog. Verder is de kabel soepel en makkelijk te verwerken. Mocht u een situatie aantreffen waarbij u niet uit de voeten kan met de KOKA 799 kabel door grotere afstanden dan de maximale zoals in de overzichten weergegeven, kunt u gebruik maken van coax 6 kabel. Deze kabel is ongeveer twee keer zo dik als de KOKA, maar heeft een lagere demping. Deze kabel dient ook toegepast te worden in die situaties waarbij in grotere CAI systemen de multiverdelers niet bij de versterkers zelf zijn geplaatst (micro-ster systeem). Naast de coax 6 kabel bestaat er ook een coax 3 kabel. Deze kabel zal binnen een gebouwgebonden installatie nagenoeg niet gebruikt worden. Mocht het echter zo zijn dat er zeer grote afstanden overbrugd moeten worden, kan gebruik gemaakt worden van de coax 3. KOKA 799 Coax 12 Coax 6 B Coax 3 B leverbaar in wit leverbaar in leverbaar in leverbaar in en zwart grijs, groen en groen groen zwart dubbelafgeschermd diameter van: kern 1,13 mm 0,7 mm 1,7 mm 3,3 mm buitenmantel 6,8 mm 7,2 mm 10,2 mm 18,0 mm kernmateriaal Cu Cu Cu Cu materiaal Cu folie+ Cu folie+ Cu band Cu band buitengeleider CU Cu overlappend overlappend omvlechting omvlechting +CU +CU omvlechting omvlechting buigradius éénmalig 70 mm 60 mm 110 mm 180 mm kabeldemping in db per 100 meter kabel bij 20ºC 45 MHz 4,1 db 5,2 db 2,5 db 1,3 db 100 MHz 5,8 db 7,8 db 3,7 db 1,9 db 400 MHz 11,8 db 16,3 db 7,4 db 3,2 db 500 MHz 13,4 db 18,5 db 8,4 db 4,4 db 800 MHz 17,0 db 24,1 db 10,7 db 5,7 db 860 MHz 18,8 db 25,2 db 11,3 db 6,0 db 1000 MHz 19,2 db kabeldemping niet 1600 MHz 25,1 db gespecificeerd 2150 MHz 29,1 db door fabrikant 2400 MHz 30,8 db HF afscherming tot 1000 MHz > 95 db > 75 db > 75 db > 75 db 1000 tot 2150 MHz > 90 db kabeldemping bij 860 MHz in db 5 m 1,0 db 1,3 db 0,6 db 0,3 db 10 m 1,9 db 2,5 db 1,1 db 0,6 db 25 m 4,7 db 6,3 db 2,8 db 1,5 db 40 m 7,5 db 10,1 db 4,5 db 2,4 db 75 m 14,1 db 18,9 db 8,5 db 4,5 db 100 m 18,8 db 25,2 db 11,3 db 6,0 db 4

6 Een eenvoudige stelregel is: met coax 6 kan men ongeveer de dubbele afstand van de maximale lengte met KOKA 799 overbruggen en met coax 3 kabel ongeveer vier keer de maximale lengte van KOKA Connectoren Een zeer belangrijke schakel in een CAI systeem vormt de connector. Deze verzorgt immers de verbinding tussen de bekabeling en apparatuur. Vaak blijkt de connector helaas echter ook de zwakste schakel in het CAI systeem. Veel klachten worden veroorzaakt door slechte connectoren of het verkeerd monteren hiervan. Men kan nog zulke hoogwaardige apparatuur toepassen, zodra er gebruik gemaakt wordt van een slechte of verkeerd gemonteerde connector zal de beeldkwaliteit te wensen overlaten. Belangrijk is de juiste toepassing van connectoren en een goede montage hiervan. Hirschmann heeft praktisch alle voor de opbouw van een CAI systeem benodigde connectoren in het leveringspakket. Verder levert Hirschmann de juiste gereedschappen voor een correcte montage van connector of koppeling. In het handboek treft u enkele voorbeelden aan voor de juiste montage en het aanstrippen van de kabels. In een CAI systeem zult u vaak zogenaamde F-connectoren aantreffen. De Hirschmann versterkerapparatuur, verdelers, aftakelementen en multiverdelers zijn voorzien van F-connectoren. Hirschmann kan een opschroefbare en een krimpuitvoering van deze F-connector leveren. De opschroefbare SFC 070 connector wordt vaak toegepast door consumenten die niet over het juiste gereedschap beschikken. Deze connector kan na het aanstrippen van de kabel eenvoudig op de buitenmantel geschroefd worden. Installateurs zullen vaak wel over het juiste gereedschap beschikken, waardoor de montage van een F-connector in krimpuitvoering sneller te monteren is. De krimpuitvoering is kwalitatief aan te bevelen boven de schroefbare uitvoering. Voor coax 6 en coax 3 zijn speciale connectoren leverbaar waarmee een verloop naar een F-aansluiting gemaakt kan worden. Wij adviseren in ieder geval nooit deze kabeltypes rechtstreeks op de apparatuur aan te sluiten, maar altijd te kiezen voor een verloop via een soepele verbindingskabel. Naast bovengenoemde connectoren wordt ook gebruikt gemaakt van IEC connectoren. De wandcontactdozen zijn met deze norm uitgevoerd. Hirschmann levert diverse IEC connectoren waarbij de KOSWI 3 en KOKWI 3 de belangrijkste zijn. Deze connectoren zijn hoogfrequent dicht (afscherming 85 db), eenvoudige te monteren en zeer solide uitgerust. Hoogfrequente afscherming is met de komst van DVB-T zeer belangrijk. Gebruik daarom altijd voor IEC aansluitingen de KOSWI en KOKWI 3 connectoren. 5

7 2 De opbouw van een satelliet installatie Satellietontvangst wordt meer toegepast als alternatief op CAI ontvangst via de kabel maar ook in buitengebieden waar geen CAI aanwezig is. Ook wordt er om kostentechnische redenen steeds vaker overgestapt op satellietontvangst. De meest populaire TV- en radioprogramma's worden immers tegenwoordig via de satelliet uitgezonden. Omdat de satelliet ontvangst qua aanbod nu ruim kan concurreren met de CAI, stappen ook veel instellingen (hotels, recreatieparken, zorgcentra etc. ) over op eigen satellietontvangst met behulp van een eigen (satelliet) ontvangstation. Als laatste, maar zeker niet onbelangrijke optie, wordt ook veel gekozen voor satellietontvangst via een G.S.O. (Gereed voor Satelliet Ontvangst) systeem. Hierbij worden de satellietkanalen centraal ontvangen en via een distributienet naar de betreffende aansluitingen gevoerd. Op deze aansluitingen kan individueel een eigen satelliettuner aangesloten worden. Voordeel van dit systeem is dat het volledige programma aanbod van de satelliet op elke aansluiting wordt aangeboden. Een G.S.O. systeem wordt veelal toegepast bij flatgebouwen maar ook appartementencomplexen. Hirschmann heeft alle apparatuur in haar leveringspakket om de bovengenoemde installaties te kunnen opbouwen. Wij zullen de diverse mogelijkheden wat verder toelichten. Voor een voorbeeld van de diverse systemen verwijzen wij u naar de installatievoorbeelden. Waar moet u op letten bij satelliet ontvangst? Ten eerste dient de satellietschotel altijd geheel "vrij zicht" naar de betreffende satelliet te hebben. Waar zich de satellieten precies bevinden, kunt u vinden in vakbladen maar ook op één van de vele internet sites. Uiteraard kan Hirschmann u hierbij ook behulpzaam zijn. Verder is het belangrijk de maximum kabelafstanden in de gaten te houden. De demping van de kabel bij satellietfrequenties is circa tweemaal zo hoog als bij normale CAI frequenties. Ook dient men rekening te houden met de opbouw van het systeem zelf. Vaak zal bij een aansluitingsaantal tot twintig, een GSO systeem goedkoper zijn dan een eigen ontvangstation met bijvoorbeeld twintig kanalen. Hirschmann kan u hierbij een passend advies geven. Een ander belangrijk punt is de signaal doorgifte van de satellietkanalen. Vele signalen worden tegenwoordig digitaal (gecodeerd) doorgegeven, maar met name vele buitenlandse kanalen worden ook analoog doorgegeven. Analoge apparatuur is goedkoper dan digitale. De Nederlandstalige publieke en commerciële kanalen worden digitaal en gecodeerd uitgezonden. Hiervoor is altijd een digitale ontvanger geschikt voor een SECA smartcard nodig. Satellietontvangst begint met het plaatsen van de juiste satellietschotel. Hirschmann heeft een ruime sortering satellietschotels van zeer goede kwaliteit. De ontvangst van het signaal zelf vindt plaats met behulp van een LNC. Dit is feitelijk de ontvangstkop welke in de schotel zelf geplaatst wordt. Deze LNC's zijn in verschillende uitvoeringen leverbaar, van single tot quatro uitvoeringen, maar ook een uitvoering waar een schakelbox is ingebouwd. Hirschmann kan u ondersteunen bij het opbouwen van de juiste installatie. Voor de daadwerkelijke ontvangst en omzetting van satellietsignalen naar standaard HF (CAI) kanalen, is het gebruik van een satelliet- 6

8 tuner noodzakelijk. Deze tuners zijn leverbaar in analoge en digitale uitvoering. Digitale kanalen worden uitgezonden met codering en Free To Air (FTA). Bij gecodeerde uitzendingen dient altijd een satelliettuner voorzien van een common interface (kaartlezer) en een bijbehorende smartcard (registratie kaart) toegepast te worden. Deze zijn in diverse uitvoeringen en voor verschillende coderingsvormen verkrijgbaar. Hirschmann kan losse satelliettuners voor consumenten leveren maar ook professionele satelliettuners in cassette techniek (CSE 2000 systeem). Voor meer professionele toepassingen waarbij eigen (satelliet) ontvangst noodzakelijk is, heeft Hirschmann een professionele apparatuur lijn. Het Hirschmann CSE 2000 systeem is uitgevoerd in cassette techniek. Deze cassettes zijn in vele uitvoeringen leverbaar, denk hierbij aan analoge en digitale satelliettuners geschikt voor Free To Air, maar ook voor ontvangst van gecodeerde kanalen, terrestische kanaalomzetters, FM omzetters en versterkers, maar ook audio/video modulatoren. Verder is door de laatste technologische ontwikkelingen het CSE 2000 systeem geschikt voor de nieuwe coderingsnorm van Canal-Digitaal. 7

9 CSE 2000 systeem voor individuele en centrale signaalontvangst Naast de standaard ontvangst van antenne- en satellietsignalen, heeft Hirschmann ook een productrange voor de gezamenlijke ontvangst en doorgifte en centrale ontvangst van antenne, DVB-T en satellietsignalen. ontvangst van signalen. Met name daar waar het ongewenst of onmogelijk is om een antennepakket of satellietschotels te plaatsen. Overigens dient dan het ontvangstation zich wel binnen het verzorgingsgebied van DVB-T te bevinden. Dit systeem is door Hirschmann geïntroduceerd als het CSE 2000 systeem. Het bestaat uit een afsluitbare plaatstalen behuizing waar steeds maximaal acht modules in aangebracht kunnen worden. Door toepassing van een interne aansluitstrip op de achterzijde van deze behuizing, kunnen de modules eenvoudig in de behuizing worden gestoken. De hoogfrequent uitgangen worden hierbij binnen de behuizing zelf doorgelust. Voordeel van deze opzet is dat een uitgangsverdeelveld overbodig is. Dit voorkomt onbevoegd gebruik van apparatuur en bekabeling, maar doordat de behuizing middels een aanwezig slot kan worden afgesloten, wordt ook de diefstal van apparatuur maar ook eventueel van smartcards voorkomen. De CSE 2000 behuizing is voorzien van een ingebouwde voeding (230VAC), een programmeerunit voor het instellen van de modules en een breedband naversterker. Overigens kunnen de behuizingen aan de uitgangen onderling "doorgelust" worden. Binnen het CSE 2000 systeem heeft Hirschmann een grote diversiteit in apparatuur: omzetter voor de omzetting van terrestische antenne signalen, FM kanaal omzetter, FM breedband versterker, maar ook digitale satelliettuners voor vrije ontvangst van ongecodeerde kanalen, analoge satelliettuners, maar ook digitale satelliettuners voor de doorgifte van gecodeerde satellietkanalen. In deze satelliettuners heeft Hirschmann de laatste technologie verwerkt op het gebied van gecodeerde satelliet ontvangst. Daar waar in het verleden satelliettuners vaak "vastliepen", zijn de nieuwste Hirschmann satelliettuners voorzien van een ontwikkeling die dit voorkomt. Zo zal bij eventuele uitval van signalen of stroom deze apparatuur automatisch herstarten zonder tussenkomst van menselijk handelen. De satelliettuners zijn leverbaar voor verschillende coderingsvormen, de SECA uitvoering is geschikt voor de doorgifte van de laatste SECA codering welke in april 2003 in gebruik is genomen door Canal-Digitaal. Naast de bovengenoemde apparatuur heeft Hirschmann ook DVB- T ontvangers, geschikt voor de ontvangst van digitale televisie. Dit kan een goed alternatief zijn voor satelliet of terrestische Het CSE 2000 systeem is voorzien van een ingebouwd satelliet rangeerveld. Deze is eventueel in te stellen zodat de juiste spanning aan de LNC bij satellietontvangst kan worden ingesteld. Naast bovengenoemde modules bestaat er binnen het CSE 2000 systeem ook de mogelijkheid om modulatoren toe te passen. Hirschmann heeft een kwalitatief hoogstaande enkel zijband modulator ontwikkeld. Uiteraard is deze stereo. Deze modulator wordt toegepast in combinatie met digitale satelliettuners (de analoge satelliettuner is standaard voorzien van een ingebouwde modulator), maar ze kunnen ook toegepast worden voor doorgifte van CCTV signalen (bewaking), video of DVD signalen over een intern CAI systeem. Bediening en beheer op afstand Nieuw binnen het CSE 2000 systeem is de Hirschmann remote bediening. Met dit systeem is het mogelijk het gehele ontvangstation op afstand te bewaken, maar ook in te stellen. Het bijbehorende Hirschmann software pakket maakt dit zeer eenvoudig. Zo kan niet alleen de status van de apparatuur worden bekeken, maar zelfs de status van de smartcards welke nodig zijn voor de decodering van gecodeerde digitale satellietkanalen. Dit remote systeem kan gebruikt worden voor het eenvoudig onderhouden van het CSE 2000 systeem, maar ook voor het instellen van kanalen op afstand. Denk hierbij aan hotels waarbij belangrijk bezoek het wenselijk is om regelmatig bepaalde (satelliet) ontvangstkanalen te wijzigen. Met het Hirschmann remote systeem is dit zeer eenvoudig. Zo bestaat ook de mogelijkheid om bij eventuele storing Hirschmann het systeem te laten uitlezen om na te gaan waardoor deze storing veroorzaakt wordt en, mocht dit mogelijk zijn, deze zonder tussenkomst van een technicus op te lossen. Het Hirschmann remote systeem bestaat uit een remote unit, software en een speciale modemverbinding. Desgewenst kan Hirschmann een training verzorgen om alle opties binnen de bediening van het remote systeem optimaal te benutten. 8

10 2 CAI aansluitingen 1 TRAS 1000/B Signaalovernamepunt (S.O.P.) 1 ZVA 134 Opsteekversterker met voeding (230V) 2 KOKWI 3 IEC stekker (female) 2 AR 20 Opbouwrand 2 AD 350 Afdekplaat 2 FS 1 BNL Wandcontactdoos R/TV 1 KOKA 799 Coax kabel (rol 100 meter) 9

11 3 CAI aansluitingen in rijgtechniek 1 TRAS 1000/B Signaalovernamepunt (S.O.P.) 1 GHV 20 E Versterker (21 db) 1 KOKWI 3 IEC stekker (female) 10 SFC 070 F-connector (opschroefbaar) 3 AR 20 Opbouwrand 3 AD 350 Afdekplaat 1 GEDU 15 Rijgdoos (15 db) 2 GEDU 10 Rijgdoos (10 db) 1 R 77 Afsluitweerstand 1 KOKA 799 Coax kabel (rol 100 meter) 10

12 3 CAI aansluitingen in rijgtechniek en één wandcontactdoos 1 TRAS 1000/B Signaalovernamepunt (S.O.P.) 1 GHV 20 E Versterker (21 db) 1 KOKWI 3 IEC stekker (female) 10 SFC 070 F-connector (opschroefbaar) 4 AR 20 Opbouwrand 4 AD 350 Afdekplaat 1 FS 1 BNL Wandcontactdoos R/TV 1 GEDU 15 Rijgdoos (15 db) 2 GEDU 10 Rijgdoos (10 db) 1 R 77 Afsluitweerstand 1 AFC 1611 Aftakelement 1 KOKA 799 Coax kabel (rol 100 meter) 11

13 3 CAI aansluitingen in rijgtechniek en 4 in ministertechniek 1 TRAS 1000/B Signaalovernamepunt (S.O.P.) 1 GHV 30 E Versterker (30 db) 1 KOKWI 3 IEC stekker (female) 10 SFC 070 F-connector (opschroefbaar) 7 AR 20 Opbouwrand 7 AD 350 Afdekplaat 4 FS 1 BNL Wandcontactdoos R/TV 1 GEDU 20 Rijgdoos (20 db) 1 GEDU 15 Rijgdoos (15 db) 1 GEDU 10 Rijgdoos (10 db) 1 R 77 Afsluitweerstand 1 RFC 75 Afsluitweerstand 1 VFC 0421 Verdeelelement 1 AFC 1641 Multitap 4-voudig 1 KOKA 799 Coax kabel (rol 100 meter) 12

14 4 CAI aansluitingen in ministertechniek Materiaalspecificatie 1 TRAS 1000/B Signaalovernamepunt (S.O.P.) 1 GHV 20 M Versterker (11, 10, 9 en 9 db) 1 KOKWI 3 IEC stekker (female) 10 SFC 070 F-connector (opschroefbaar) 4 AR 20 Opbouwrand 4 AD 350 Afdekplaat 4 FS 1 BNL Wandcontactdoos R/TV 1 KOKA 799 Coax kabel (rol 100 meter) 13

15 6 CAI aansluitingen in ministertechniek 1 TRAS 1000/B Signaalovernamepunt (S.O.P.) 1 GHV 20 E Versterker (21 db) 1 KOKWI 3 IEC stekker (female) 10 SFC 070 F-connector (opschroefbaar) 6 AR 20 Opbouwrand 6 AD 350 Afdekplaat 6 FS 1 BNL Wandcontactdoos R/TV 1 RFC 75 Afsluitweerstand 1 AFC 1861 Multitap 6-voudig 1 KOKA 799 Coax kabel (rol 100 meter) 14

16 8 CAI aansluitingen in ministertechniek 1 TRAS 1000/B Signaalovernamepunt (S.O.P.) 1 GHV 30 E Versterker (30 db) 1 KOKWI 3 IEC stekker (female) 20 SFC 070 F-connector (opschroefbaar) 8 AR 20 Opbouwrand 8 AD 350 Afdekplaat 8 FS 1 BNL Wandcontactdoos R/TV 1 RFC 75 Afsluitweerstand 1 AFC 2081 Multitap 8-voudig 1 KOKA 799 Coax kabel (rol 100 meter) 15

17 10 CAI aansluitingen in ministertechniek 1 TRAS 1000/B Signaalovernamepunt (S.O.P.) 1 GHV 30 E Versterker (30 db) 1 KOKWI 3 IEC stekker (female) 20 SFC 070 F-connector (opschroefbaar) 10 AR 20 Opbouwrand 10 AD 350 Afdekplaat 10 FS 1 BNL Wandcontactdoos R/TV 2 RFC 75 Afsluitweerstand 1 AFC 0811 Aftakelement 1 AFC 1641 Multitap 4-voudig 1 AFC 1861 Multitap 6-voudig 1 KOKA 799 Coax kabel (rol 100 meter) 16

18 16 CAI aansluitingen in ministertechniek 1 TRAS 1000/B Signaalovernamepunt (S.O.P.) 1 GHV 30 E Versterker (30 db) 1 KOKWI 3 IEC stekker (female) 30 SFC 070 F-connector (opschroefbaar) 16 AR 20 Opbouwrand 16 AD 350 Afdekplaat 16 FS 1 BNL Wandcontactdoos R/TV 2 RFC 75 Afsluitweerstand 1 VFC 0421 Verdeelelement 2 AFC 2081 Multitap 8-voudig 2 KOKA 799 Coax kabel (rol 100 meter) 17

19 1 satellietaansluiting 1 HIT FESAT Satellietschotel aluminium (65 of 75 cm) 1 HIT CS 300 Single LNC 1 MHR 951 Muurbeugelset (of CSG 550 tegelstatief) 1 AR 30 Opbouwrand 1 EDA 3902 F Wandcontactdoos satelliet/r/tv 10 SFC 070 F-connector (opschroefbaar) 1 TUNER Satelliettuner analoog of digitaal (ook met SECA kaart) op aanvraag 1 KOKA 799 zw Coax kabel (rol 100 meter) zwart 18

20 4 satellietaansluitingen 1 HIT FESAT 85 Satellietschotel aluminium (85 cm) 1 HIT CS 400 Quadro LNC 1 MHR 951 Muurbeugelset (of CSG 850 tegelstatief) 4 AR 30 Opbouwrand 4 EDA 3902 F Wandcontactdoos satelliet/r/tv 30 SFC 070 F-connector (opschroefbaar) 1 CKR 5041 Schakelbox 4-voudig 4 TUNER Satelliettuner analoog of digitaal (ook met SECA kaart) op aanvraag 1 KOKA 799 zw Coax kabel (rol 100 meter) zwart 2 KOKA 799 Coax kabel (rol 100 meter) Deze opzet is ook verkrijgbaar voor 6, 8 en 12 satellietaansluitingen. 19

21 16 satellietaansluitingen 1 HIT FESAT 85 Satellietschotel aluminium (85 cm) 1 HIT CS 400 Quadro LNC 1 MHR 951 Muurbeugelset (of CSG 850 tegelstatief) 16 AR 30 Opbouwrand 16 EDA 3902 F Wandcontactdoos satelliet/r/tv 60 SFC 070 F-connector (opschroefbaar) 1 CKR 5161 Schakelbox 16-voudig 16 TUNER Satelliettuner analoog of digitaal (ook met SECA kaart) op aanvraag 1 KOKA 799 zw Coax kabel (rol 100 meter) zwart 4 KOKA 799 Coax kabel (rol 100 meter) 20

22 12 satellietaansluitingen voor ontvangst 2 satellieten 2 HIT FESAT 85 Satellietschotel aluminium (85 cm) 2 HIT CS 400 Quadro LNC 2 MHR 951 Muurbeugelset (of CSG 850 tegelstatief) 12 AR 30 Opbouwrand 12 EDA 3902 F Wandcontactdoos satelliet/r/tv 60 SFC 070 F-connector (opschroefbaar) 1 CKR 9120 Schakelbox 12-voudig geschikt voor 2 satellieten 12 TUNER Satelliettuner analoog of digitaal (ook met SECA kaart) op aanvraag 2 KOKA 799 zw Coax kabel (rol 100 meter) zwart 4 KOKA 799 Coax kabel (rol 100 meter) Deze opzet is ook leverbaar voor 16 satellietaansluitingen. 21

23 32 CAI aansluitingen in ministertechniek 1 KTG DCB 2F Signaalovernamepunt (S.O.P.) 1 GPV 838 Versterker (34 db) met ingebouwde effening 100 SFC 012 F-connector (krimpuitvoering) 32 AR 20 Opbouwrand 32 AD 350 Afdekplaat 32 FS 1 BNL Wandcontactdoos R/TV 4 RFC 75 Afsluitweerstand 1 VFC 0741 Verdeelelement 4-voudig 4 AFC 2081 Multitap 8-voudig 2 KOKA 799 Coax kabel (haspel 500 meter) 22

24 Groter CAI systeem in ministertechniek 5 KTG DCB 2F Signaalovernamepunt (S.O.P.) 5 GPV 838 Versterker (34 db) met ingebouwde effening 200 SFC 012 F-connector (krimpuitvoering) 8 KOF 060 F F-connector voor coax 6 kabel 8 KVFC 01 Koppelbus F/F 28 KVLA 25 F/F Verbindingskabel 25 cm (aantal afhankelijk van systeemopzet) 96 AR 20 Opbouwrand 96 AD 350 Afdekplaat 96 FS 1 BNL Wandcontactdoos R/TV 8 RFC 75 Afsluitweerstand 3 AFC/VFC... Verdeelement (type afhankelijk van systeemopzet) 4 VFC 0421 Verdeelelement 2-voudig (type afhankelijk van systeemopzet) 8 AFC 2081 Multitap 8-voudig (aantal/type afhankelijk van systeemopzet) 6 KOKA 799 Coax kabel (haspel 500 meter) 100 COAX 6 Coax 6 bamboe kabel (lengte afhankelijk van systeemopzet) 23

25 Audio/Video modulatie 1 CHM 211 S Audio/Video modulator, HF uit. Stereo. (uitgang MHz) 1 KVLA D15/S Verbindingskabel D15/Scart connector 24

26 Modulatie meerdere Audio/Video bronnen 1 CSE 2000 Afsluitbare plaatstalen behuizing voor maximaal 8 cassettes 8 CHM 2000 S Audio/Video modulator, HF uit. Stereo. (uitgang MHz) 16 KVLA D15/S Verbindingskabel D15/Scart connector Met bovengenoemde opzet kunnen maximaal 16 Audio/Video bronnen gemoduleerd worden. De CHM 2000 S is een "twinmodulator". Een andere opzet tussen de 2 en 16 te moduleren bronnen is ook mogelijk. 25

27 26 Montagevoorschriften connectoren/koppelingen

28 CAT-TV apparatuur (per 12 aansluitpunten) 1. Ingang: signaaltoevoer, 75 Ohm coax, interface 2. cattv- unit 3. Uitgang: 12x RJ 45, symmetrisch, 100 Ohm 4. Patchkabel 100 Ohm 5. Verdeelveld 100 Ohm 6. Datakabel 100 Ohm 7. Multimedia Systeemkabel 8. Datadoos 2x RJ Multimediadoos met een geïntergreerde balun 2x RJ 45 en 2x coax 10. CatTV balun (extern) 11. Ingang balun 100 Ohm - RJ Uitgang balun 75 Ohm 2x coax 13. Uitgang balun 100 Ohm 1x RJ Aansluitkabel voor televisie/radio, 75 Ohm coax 15. Televisie/radio 16. PC + TV kaart 27

29 Maximale kabellengtes per versterkerconfiguratie 28 Productie & realisatie: Incido, Uden (0413)

30 Hirschmann Electronics B.V. Postbus AB Weesp Tel Fax Internetsite: