VERSLAG. Onderzoek naar mobiele belichting bij éénjarige zomerbloeiers. Uitgevoerd door: DLV Facet. Wageningen, september 2005

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VERSLAG. Onderzoek naar mobiele belichting bij éénjarige zomerbloeiers. Uitgevoerd door: DLV Facet. Wageningen, september 2005"

Transcriptie

1 VERSLAG Facet Onderzoek naar mobiele belichting bij éénjarige zomerbloeiers Uitgevoerd door: DLV Facet Wageningen, september 2005 Erik de Rooij Helma Verberkt Martijn Gevers Jeroen van Buren In samenwerking met de Landelijke commissie éénjarige zomerbloeiers van LTO Groeiservice. Gefinancierd door: Productschap Tuinbouw Postbus AG Zoetermeer

2 Onderzoek naar mobiele belichting bij éénjarige zomerbloeiers DLV Facet Postbus CA Wageningen Tel Fax In samenwerking met de landelijke commissie éénjarige zomerbloeiers van LTO Groeiservice Proef plaats: Kwekerij Emsflower PT-projectnummer: Dit onderzoek is gefinancierd door: Productschap Tuinbouw Postbus AG Zoetermeer en Het plantmateriaal is beschikbaar gesteld door Ball Holland en Silze Jungpflanzen DLV Facet Dit document is auteursrechtelijk beschermd. Niets uit deze uitgave mag derhalve worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of op enige andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van DLV Facet. De merkrechten op de benaming DLV komen toe aan DLV Plant B.V. Alle rechten dienaangaande worden voorbehouden. DLV Plant B.V. is niet aansprakelijk voor schade bij toepassing of gebruik van gegevens uit deze uitgave. DLV Facet: september

3 Inhoudsopgave 1 Inleiding en doel Materiaal en Methode Proefopzet Teeltgegevens en accommodatie Waarnemingen Verwerking Lichtmeting Mobiele belichting Stationaire (vaste) belichting Resultaten Klimaat Pelargonium Surfinia Scaevola Verbena Lobelia Petunia Gazania Dianthus Samenvatting Economische evaluatie Inleiding Pelargonium Surfinia Scaevola Verbena Lobelia Petunia Gazania Dianthus Conclusies en aanbevelingen Bijlage 1: Resultaten Pelargonium...52 DLV Facet: september

4 Bijlage 2: Resultaten Petunia...53 Bijlage 3: Resultaten Scaevola...54 Bijlage 4: Resultaten Verbena...55 Bijlage 5: Resultaten Lobelia...56 Bijlage 6: Resultaten Petunia...57 Bijlage 7: Resultaten Gazania...58 Bijlage 8: Resultaten Dianthus...59 Bijlage 9: Pelargonium oppotweek Bijlage 10: Pelargonium oppotweek Bijlage 11: Pelargonium oppotweek Bijlage 12: Surfinia oppotweek Bijlage 13: Surfinia oppotweek Bijlage 14: Surfinia Oppotweek Bijlage 15: Scaevola oppotweek Bijlage 16: Scaevola oppotweek Bijlage 17: Scaevola oppotweek Bijlage 18: Verbena oppotweek Bijlage 19: Verbena oppotweek Bijlage 20: Verbena oppotweek Bijlage 21: Lobelia oppotweek Bijlage 22: Lobelia oppotweek Bijlage 23: Lobelia oppotweek Bijlage 24: Petunia oppotweek Bijlage 25: Petunia oppotweek Bijlage 26: Petunia oppotweek Bijlage 27: Gazania oppotweek Bijlage 28: Gazania oppotweek Bijlage 29: Gazania oppotweek Bijlage 30: Dianthus oppotweek Bijlage 31: Dianthus oppotweek DLV Facet: september

5 Bijlage 32: Dianthus oppotweek DLV Facet: september

6 1 Inleiding en doel De rentabiliteit van éénjarige zomerbloeiers staat onder druk. Er moet steeds meer, voor minder. Het verhogen van de rentabiliteit kan enerzijds door teeltduur verkorting (snellere knopvorming bij bijvoorbeeld petunia, lobelia) en anderzijds door meer planten per m 2 te telen met behoud van minimaal dezelfde kwaliteit. Daarnaast is er vanuit de markt steeds vroeger vraag naar éénjarige zomerbloeiers. Belichting zou hier een oplossing voor kunnen zijn. Door de grote oppervlakte van veel bedrijven is het echter relatief duur om een volledige belichtingsinstallatie te installeren. Daarom gaat de gedachten uit naar mobiele belichting. Dit kan tevens energiebesparing opleveren t.o.v. stationaire belichting, doordat er minder lampen hangen boven het gewas. Proeven in andere gewassen (o.a. roos in 2002) hebben aangetoond dat belichten met behulp van een mobiel lichtsysteem, de productie verhoogt met 10% en 4% zwaardere takken geeft. Vanwege de diversiteit aan gewassen en andere teeltwijze, is de mobiele lichttechniek echter niet één op één te vertalen naar de éénjarige zomerbloeiers. Daarvoor is onderzoek noodzakelijk. Het Mobiel Groeilicht Systeem (MGL) bestaat uit een geleidingssysteem met voortbewegende units met daaraan twee (600 Watt) assimilatielampen. De beweegbare units kunnen zich voortbewegen met variabele van te voren in te stellen snelheden. Tevens kunnen per rail meerdere units geïnstalleerd worden. Hierdoor kan gevarieerd worden in intensiteit en lichtcyclus. De doelstelling van het project is: Het achterhalen wat het effect is van mobiele en stationaire (vaste) belichting op diverse éénjarige zomerbloeiers. Hierbij zijn groei, ontwikkeling en bloeisnelheid belangrijke aspecten. Naast de teelttechnische aspecten is ook een economische haalbaarheidsberekening eraan gekoppeld. Het te verwachten resultaat: Het effect van mobiel licht op groei, ontwikkeling en bloeisnelheid bij éénjarige zomerbloeiers ten opzichte van onbelicht en ten opzichte van een vaste installatie. De economische doorrekening van twee niveau s stationaire belichting en twee niveau s mobiele belichting bij diverse éénjarige zomerbloeiers ten opzichte van onbelicht. Het verschil zowel economisch als plantfysiologisch - tussen mobiel licht, stationaire belichting en onbelicht. DLV Facet: september

7 2 Materiaal en Methode 2.1 Proefopzet Er zijn 4 verschillende belichtingsbehandelingen onderzocht ten opzichte van onbelicht. Twee stationaire behandelingen met een laag en hoog belichtingsniveau en twee mobiele belichtingsbehandelingen, eveneens met een laag en een hoog belichtingsniveau. Het onderzoek is uitgevoerd met acht gewassen. Vier gewassen afkomstig van stek en vier gewassen uit zaad. Om de effecten door het seizoen heen te onderzoeken is uitgegaan van drie oppotperioden (week 4, 6 en 8, 2005). In tabel 1 zijn de proeffactoren met de niveaus weergegeven. Tabel 1: Overzicht proeffactoren en niveaus Proeffactor Aantal niveaus gewassen 8 Beschrijving Code Lobelia Rapid blue (zaad, setjes zonder Ras 1 beugel) Petunia Express blue (zaad, setjes zonder Ras 2 beugel) Dianthus Superparfait raspberry (zaad, Ras 3 setjes zonder beugel) Gazania Kiss yellow (zaad, setjes zonder Ras 4 beugel) Surfinia Blue (stek 10,5 cm pot) Ras 5 Scaevola Saphire (stek 10,5 cm pot) Ras 6 Verbena Aztec purple magic (stek 10,5 cm Ras 7 pot) Pelargonium Sil rikea (stek 10,5 cm pot) Ras 8 Oppotdatums 3 Week 4 Week 6 Week 8 W4 W6 W8 Belichting 5 Geen belichting Mobiel licht laag Mobiel licht hoog Stationair licht laag Stationair licht hoog De proef heeft plaats gevonden op 1 bedrijf waar de omstandigheden voor alle proefvelden zoveel mogelijk gelijk zijn. Uitgangsmateriaal is besteld bij plantleveranciers om een goede vergelijkbare praktijksituatie te creëren. De onbelichte behandeling is gedurende de teelt niet belicht met assimilatielicht. Alle belichtingsbehandelingen zijn gedurende week 4 tot het einde van de teelt belicht tot aan 18 uur. De donker periode startte vanaf zonsondergang gedurende 6 uur. De lampen zijn in de periode van week 4 t/m week 12 niet op lichtintensiteit afgeschakeld. DLV Facet: september

8 Na week 12 waren de ingestelde belichtingstijden nog steeds 18 uur, maar zijn de lampen bij meer dan 200 W/m² (buiten gemeten met een Kip-solari-meter) uitgeschakeld. Voor de inrichting van de belichtingsinstallaties en lichtmetingen van de belichtingsbehandelingen wordt verwezen naar hoofdstuk 3. Proefplaats: Planten stonden op antiworteldoek met daaronder bevloeiingsmat en plastic. Gewassen stek: Pelargonium, Verbena, Scaveola en Surfinia Gewassen zaai: Lobelia, Petunia, Dianthus en Gazania Aantal behandelingen: 5 (belichtingsniveau s) x 8 (gewassen) x 3 (oppotdata) = 120 Herhalingen : 4 Aantal proefvelden: 5 x 8 x 3 x 4 = 480 Proefveldgrootte: 4 m 2 Proefgrootte: 1920 m 2 Potmaat stek: 10,5 cm Traymaat zaai: 10 gaats tray (31 cm x 13,5 cm) Plantmateriaal: Ball Holland en Silze jungpflanzen 2.2 Teeltgegevens en accommodatie Het uitgangsmateriaal voor de Pelargonium is geleverd door Silze jungpflanzen. De overige gewassen zijn geleverd door Ball Holland. De volgende gewassen zijn gebruikt: Stek: Petunia Blue (Surfinia) Scaevola Saphire Verbena Aztec purple magic Pelargonium Sil Rikea Zaai Lobelia Rapid blue Gazania Kiss yellow Petunia Express blue Dianthus Superparfait raspberry De omstandigheden waaronder het uitgangsmateriaal vanaf zaaien c.q. stekken tot aan oppotten is opgekweekt is weergegeven in tabel 2. De belichtingsduur en intensiteit gedurende de opkweek is weergegeven in tabel 3. Dit betreft de opkweek van het plantmateriaal vooraf aan het onderzoek. Tabel 2: Teeltomstandigheden uitgangsmateriaal gewas opkweek duur temp ºC RV % schermen W/m² insecticide fungicide opstanden Petunia 5 weken 20/15 85/50 300/500 Nee Rovral venlo, gronddoek Scaevola 7 weken 16/14 95/40 300/500 Nee Rovral, venlo, gronddoek Teldor Lobelia 5 weken 20/18 95/ nee Rovral, PB venlo, gronddoek, beton Gazania 6 weken 21/13 95/40 300/500 nee Rovral, PB venlo, gronddoek, beton Surfinia 5 weken 20/13 95/35 300/500 Decis Rovral, PB venlo, gronddoek Dianthus 6 weken 20/13 95/40 300/500 nee Rovral, PB venlo, gronddoek, beton Verbena 6 weken 20/13 95/50 300/500 Decis Daconil, PB venlo, gronddoek Pelargonium 4 weken 22/22 95/ Messurol, Rovral, Teldor venlo, tafels DLV Facet: september

9 Tabel 3: Belichtingsduur en belichtingsintensiteit uitgangsmateriaal vooraf aan het onderzoek Soortnaam Lichturen tijden intensiteit Petunia 12 6 tot lux Scaevola 14 4 tot lux Lobelia 12 6 tot /6000 Gazania 12 6 tot /6000 Surfinia 14 4 tot lux Dianthus 12 6 tot /6000 Verbena 14 4 tot lux Pelargonium 16 7 tot lux Bij aanvang van de proef is een foto gemaakt van het uitgangsmateriaal zoals het eruit zag na oppotten. Deze zijn weergegeven op foto 1 t/m 8. Foto 1: Aanvangsmateriaal Pelargonium Foto 2: Aanvangsmateriaal Surfinia Foto 3: Aanvangsmateriaal Scaevola Foto 4: Aanvangsmateriaal Verbena DLV Facet: september

10 Foto 5: Aanvangsmateriaal Lobelia Foto 6: aanvangsmateriaal Petunia Foto 7: Aanvangsmateriaal Gazania Foto 8: Aanvangsmateriaal Dianthus Het stekperkgoed is opgepot in een 10,5 cm pot. Het zaaigoed is verspeend in een 10 gaats tray. De potgrondsamenstelling is voor alle partijen gelijk geweest. De potgrondsamenstelling was als volgt: 45% Baltisch veen middel 35% Tuinturf 10% Tuinturfvezel 10% Rijstekaf 40 kg horitklei per m³ 4,5 kg Dolokal per m³ 1 kg PG-mix per m³ 1kg Multicote 8 mnd sporen per m³ Foto 9: Overzichts foto proefopstelling mobiele belichting voor uitzetten. DLV Facet: september

11 De proef heeft plaatsgevonden in een nieuwe venlo kas met een 8 meter tralie. De poothoogte is 5,5 meter en de vakmaat 4,5 meter. Het uitgangsmateriaal is geleverd in 3 verschillende weken. Week 4, 6 en 8. Het materiaal is zo spoedig mogelijk opgepot, in dezelfde week van levering. Er is gestart met een watergift van 1 liter/m² met een EC van 1,0 ms/cm en een ph van circa 6. De watergift is later opgelopen tot 2,2 liter/m² met een EC van 1,8. De ph gift is stabiel gebleven. Er is bovendoor watergegeven met een automatische gietboom. Alle partijen waren redelijk gelijk qua waterbehoefte binnen een belichtingsbehandeling, alleen de Gazania is veelvuldig apart met de hand extra gegoten. Er is gestart met een temperatuur van 18ºC die later is afgebouwd van 16 naar 14ºC. De streef R.V. was 75-85%. Het scherm niveau is ingesteld op 600 Watt/m² buiten gemeten met een Kipp solari meter. Het zaaigoed in de setjes heeft continue tegen elkaar aangestaan. Het stekperkgoed in de 10,5 cm pot heeft eerst 3 weken tegen elkaar aan gestaan, waarna ze uitgezet zijn naar een plantafstand van 35 planten/m². Geen van de gewassen is getopt. Het remmen van de behandelingen binnen 1 gewas en oppotweek is gelijk gehouden. Dat wil zeggen dat wanneer één behandeling geremd diende te worden, alle behandelingen van hetzelfde gewas, van dezelfde oppotweek, ook identiek geremd zijn. Praktisch gezien bleek zelfs dat wanneer op een bepaalde datum een gewas geremd diende te worden dit voor alle oppotweken gelde mits ze reeds opgepot waren. In tabel 4 zijn alle rembehandelingen weergegeven. De gebruikte hoeveelheid vloeistof bij spuiten is 120 ml/m². Tabel 4: Rembehandelingen Datum Middel toepassing Gewassen 5/2/05 (wk 5) Dazide/Bonzi spuiten Pelargonium/Surfina/Petunia/Lobelia/Gazania/Dianthus 12/2/05 (wk 6) Dazide/Bonzi spuiten Pelargonium/Surfina/Petunia/Lobelia/Gazania/Dianthus 17/2/05 (wk 7) Bonzi Dianthus 1/3/05 (wk 9) Dazide/CCC spuiten Alle gewassen 5/3/05 (wk 9) Dazide/CCC/Bonzi spuiten Alle zaaigoed/verbena/scaevola 14/3/05 (wk 11) Dazide/CCC spuiten Alle gewassen 28/3/05 (wk 13) Dazide/CCC/Bonzi spuiten Alle gewassen 12/4/05 (wk 15) Dazide/CCC/Bonzi spuiten Alle gewassen 23/4/05 (wk 16) Dazide/CCC spuiten Alle gewassen Over het algemeen zijn alle behandelingen bijna even zwaar geremd, waarbij bij aanvang van de proef Scaevola tweemaal overgeslagen is. Door de grote groeikracht van Dianthus is deze extra behandeld met Bonzi. Alle partijen zijn éénmaal behandeld met TMTD (thiram) tegen Botrytis, met Pirimor tegen luis en tweemaal met Admire tegen luis. DLV Facet: september

12 2.3 Waarnemingen Gedurende de proef zijn diverse waarnemingen gedaan. Deze zijn opgesplitst in de waarnemingen bij aanvang van de proef, gedurende de proef en aan het einde van de proef. Bij aanvang van de proef Foto waarop duidelijk te zien is hoe het plantmateriaal eruit zag bij aanvang van de proef. Ook is een overzichtsfoto gemaakt van de proefpartijen waarin duidelijk de teeltsituatie vastgelegd is. Vers- en drooggewicht bepaald van 4 x 5 planten per gewas. Vastleggen van de potgrondsamenstelling. Tijdens de proef M.b.v. dataloggers is het gerealiseerde klimaat (temperatuur, P.A.R.-licht, RV en CO 2 ) geregistreerd. Halverwege de teelt heeft een tussenbeoordeling plaats gevonden. Van alle gewassen is het vers- en drooggewicht bepaald van 4 x 5 planten per behandeling. Daarnaast heeft per gewas de volgende meting plaatsgevonden. - Pelargonium: lengte en aantal scheuten - Surfinia: grootste en kleinste diameter - Scaevola: lengte en aantal scheuten - Gazania: lengte Aan het einde van de proef Aan het einde van de teelt is het vers- en drooggewicht bepaald van 4 x 5 planten per behandeling. Daarnaast heeft per gewas de volgende metingen plaatsgevonden. - Pelargonium: lengte en aantal scheuten - Surfinia: grootste en kleinste diameter - Scaevola: lengte en aantal scheuten - Gazania: lengte Aan het einde van de teelt is de bloeisnelheid bepaald. Aan het eind van de teelt zijn foto s genomen (zijaanzicht) van representatieve planten. Aan het einde van de teelt heeft er een kwaliteitsbeoordeling plaatsgevonden door de begeleidingscommissie. 2.4 Verwerking De behandelingseffecten zijn met behulp van variantie-analyse getoetst. Hierbij is gebruik gemaakt van het statistische programma GENSTAT. Er is getoetst met een onbetrouwbaarheid van 5% (P< 0,05). DLV Facet: september

13 3 Lichtmeting 3.1 Mobiele belichting Bij de mobiele installatie hangt midden in de kap (8 meter tralie) onder de nok een geleidingsrails. De armaturen zijn aan de geleidingsrails bevestigd. Deze armaturen bewegen met een snelheid van 30 meter per uur over de geleidingsrail in de lengterichting van de kap. Er is gebruik gemaakt van 600 Watt SON-T (400 Volt) lampen. Per armatuur zijn 2 lampen geïnstalleerd. Bij de mobiel hoog installatie hangen de armaturen 9 meter uit elkaar. Bij de mobiel laag installatie is dit 18 meter. Bij de mobiel laag behandeling hingen totaal 3 armaturen per 60 meter en bij de mobiel hoog behandeling 6 armaturen per 60 meter. Op foto 10 is de armatuur van de mobiele installatie weergegeven. Foto10: Armatuur mobiele installatie Om te beoordelen hoe de lichtintensiteit en lichtverdeling is van de verschillende belichtingsbehandelingen en om een juiste keuze te maken van de positie van de proefvakken heeft er een lichtmeting plaatsgevonden. In tabel 5 zijn de metingen weergegeven voor de mobiele installaties. De meting heeft plaatsgevonden halverwege de rails 60 cm vanuit het midden van de kap. mobiel licht laag mobiel licht hoog = armatuur met 2 lampen 60 meter lengte 60 meter lengte 8 meter breed 8 meter breed DLV Facet: september

14 Tabel 5: Lichtmeting van de beide mobiele installaties Mobiel laag Mobiel hoog Tijd µmol/m².s Tijd µmol/m².s 1:02:29 1 1:03:50 2 1:07:29 2 1:08:50 5 1:12:29 1 1:13: :17:29 2 1:18: :22:29 1 1:23: :27:29 1 1:28: :32:29 2 1:33: :37:29 2 1:38:50 6 1:42: :43: :47: :48: :52:29 6 1:53: :57:29 6 1:58: :02: :03: :07: :08:50 6 2:12:29 2 2:13: :17:29 1 2:18: :22:29 1 2:23: :27:29 1 2:28: :32:29 1 2:33: :37:29 1 2:38:50 6 2:42:29 1 2:43: :47:29 6 2:48: :52: :53: :57: :58: :02:29 2 3:03: :07: :08:50 6 3:12: :13: :17: :18:50 29 Gem 15,57 Gem 30,54 De lichtmeting heeft gedurende de nacht plaatsgevonden bij gesloten scherm. De lichtmeting heeft plaatsgevonden ± 60 cm boven het grondoppervlak. Elke minuut is de lichtintensiteit gemeten. Het gemiddelde per 5 minuten is vastgelegd. Uit de gemiddelde waarden blijkt dat de mobiel hoog installatie 2 maal zo veel PAR-licht afgeeft dan de mobiel laag installatie. Bij de mobiel laag installatie duurt het ongeveer 40 minuten dat de plant vrijwel geen licht krijgt toegediend. Bij de mobiel hoog installatie is de tijd dat de plant nagenoeg geen licht krijgt toegediend vrijwel nihil. Het aantal lampen was hier twee maal zo groot, waardoor er zodra de lamp wegrijd er vrijwel direct licht van de naastgelegen lamp gemeten wordt. Omgerekend naar lux was de intensiteit van de mobiel laag installatie 1187 lux. Voor de mobiel hoog installatie is dit 2331 lux. 3.2 Stationaire (vaste) belichting Voor de stationaire belichting zijn per belichtingsbehandeling 2 strengen met lampen geïnstalleerd. Aan beide zijden van de kap zijn onder de goot de lampen gemonteerd. Bij de stationair hoog installatie hangen de lampen op de rij 4,5 meter uit elkaar. Bij de stationair laag installatie is dit 9 meter. Er is gebruik gemaakt van 600 Watt SON-T (400 Volt) lampen. Op foto 11 is de armatuur van de stationaire installatie weergegeven. DLV Facet: september

15 Foto 11: Armatuur stationaire installatie Ook bij de stationaire belichtingsinstallaties is een lichtmeting uitgevoerd. Ook hier is de lichtmeting s nachts uitgevoerd bij gesloten schermdoek. De meting heeft plaatsgevonden halverwege de streng. Er is een raster gemaakt tussen de lampen waarbij in elk raster de lichtsterkte is bepaald. De meting heeft plaatsgevonden vlak boven het grondoppervlak. De resultaten van de stationair laag en hoog meting zijn weergegeven in respectievelijk tabel 6 en 7. Tabel 6: Lichtmeting stationair laag Belichtingsvak Belichtingsvak 18,28 15,7 13,3 14, ,5 15,87 15,36 14,58 14,03 13,38 14,68 15,33 18,72 18,29 15,06 15,11 16,14 18,08 18,77 17,41 15,18 15,75 15,92 16,66 17,26 19,58 18,51 16,02 16,31 17,34 19,06 20,5 18,84 16,3 14,05 16,61 18,62 19,32 20,95 18,9 15,95 16,58 17,2 19,16 21,2 17,74 15,6 14,43 15,55 18,4 19,92 19,98 17,83 15,91 16,02 17,34 20,17 20,88 18,91 16,38 15,93 16,23 18,57 19,5 19,62 17,21 15,65 15,97 16,61 19,42 20,54 18,49 16,21 16,09 16,17 17,75 18,92 17,84 16,19 14,51 15,33 16,07 18,84 18,95 17,45 15,42 15,48 15,71 16,54 17,61 15,98 15,17 13,09 13,66 14,65 16,52 16,84 15,17 13,61 13,79 14,5 15,3 15,64 min max %min %max Gemiddelde belichtingsvak 1 17,16 13,09 21,2 76,27 123,52 Gemiddelde belichtingsvak 2 16,78 13,38 21,2 79,72 126,32 = lamp De gemiddelde belichtingsintensiteiten bij beide belichtingsvakken verschillen niet noemenswaardig van elkaar. Tussen de metingen binnen de belichtingsvakken komen wel verschillen voor. Het blijkt dat tussen de 2 lampen tegenover elkaar de hoogste waarden worden gemeten. Gemiddeld over beide belichtingsvakken is er omgerekend 1300 lux gemeten. DLV Facet: september

16 Tabel 7: Lichtmeting stationair hoog Belichtingsvak Belichtingsvak 27,11 27,7 27,07 26,44 27,17 26,9 25,52 33,38 32,66 28,32 26,51 32,3 30,61 25,9 36,18 33,55 32,66 35,18 35,27 32,93 31,9 36,55 32,12 34,91 35,66 34,55 35,84 32,1 36, ,2 33,05 30,61 31,36 27,7 35,26 34,29 33,85 34,88 32,57 34,22 31,9 33,61 31,43 32,5 28,02 28,7 31,62 28,87 28,55 28,3 29,12 30,25 29,05 28,48 28,1 gem min max %min %max Gemiddelde belichtingsvak 1: 32,05 26,44 36,55 82,50 114,05 Gemiddelde belichtingsvak 2: 30,76 25,52 35,84 82,98 116,53 = lamp De verschillen tussen de beide belichtingsvakken zijn minimaal. Gemiddeld is de lichtsterkte over de beide belichtingsvakken omgerekend 2400 lux. DLV Facet: september

17 4 Resultaten 4.1 Klimaat Gedurende de proef is door middel van dataloggers de lichtintensiteit (PAR = Photosynthetic Active Radiation), temperatuur, RV en CO 2 niveau gemeten. De gemiddelde waarden zijn weergegeven in tabel 8. Tabel 8: Gerealiseerd klimaat PAR-licht temperatuur RV CO 2 Weeknr (umol/m².s) (ºC) (%) (ppm) Wk 4 32,0 17,9 76,9 600,7 Wk 5 50,2 18,4 81,9 630,4 Wk 6 40,8 16,8 82,6 578,8 Wk 7 64,5 18,1 77,0 629,6 Wk 8 71,0 17,6 75,1 648,8 Wk 9 100,8 16,8 81,0 584,5 Wk 10 99,3 13,7 85,6 533,5 Wk ,1 14,7 82,1 506,3 Wk ,6 14,4 83,7 502,1 Wk ,0 13,7 66,8 497,4 Wk ,8 12,3 78,5 502,1 Wk ,8 16,4 81,0 510,9 Wk ,6 15,5 64,0 479,9 Wk 17 * * * * Wk ,2 13,0 74,3 466,2 Wk ,9 13,3 70,5 471,8 Wk ,6 18,6 65,6 458,7 Gem. 116,9 15,7 77,3 541,6 De gemiddelde ruimtetemperatuur is gestart op 17 à 18 graden. Vanaf week 10 is de temperatuur gedaald naar ±14 o C. Vanaf week 15 neemt de temperatuur weer toe tot ± 16 o C. In week 18 en 19 daalt de temperatuur weer tot 13 o C. De gerealiseerde kastemperatuur is gedetailleerd weergegeven in figuur 1. DLV Facet: september

18 Temperatuur ( o C) temperatuur ( o C) jan jan feb feb feb feb feb feb feb feb feb feb feb feb mrt mrt mrt mrt mrt mrt mrt mrt mrt mrt mrt mrt mrt mrt apr apr apr apr apr apr apr apr apr apr Figuur 1: Temperatuursverloop gedurende de proef Duidelijk waarneembaar is het steeds grotere verschil tussen minimum en maximum temperatuur naarmate de teelt vordert. Dit is te verklaren door de toenemende buitentemperatuur en natuurlijke instraling waardoor de temperatuur ondanks veel luchten toch hoog oploopt. De gerealiseerde RV is gedurende week 4 t/m 12 rond de 81% gebleven met een marge van ± 4% zowel naar boven als naar beneden. In week 13, 16 en 20 is de gemeten RV gemiddeld lager dan in de overige weken. In week 13 en 16 is dit te verklaren door een hogere instraling. Voor week 20 ligt de verklaring voor de lagere RV in de vele lege kappen in de afdeling rondom de proefvelden door het afleveren van de eindproducten. Ook de proefvelden werden in deze week afgesloten en afgeleverd. Het CO 2 gehalte daalt naarmate het seizoen vorderde. Dit hangt samen het de toenemende buitentemperaturen waardoor er steeds meer gelucht is. M.b.t. CO 2 en RV zijn er weinig tot geen verschillen tussen de behandelingen geconstateerd. In de onbelichte behandeling is gedurende het onderzoek het gerealiseerde natuurlijke lichtniveau gemeten. De resultaten zijn weergegeven in figuur 2. DLV Facet: september

19 PAR-licht (u mol/m 2.s) PAR-licht (u mol/m 2.s) jan jan feb feb feb feb feb feb feb feb feb feb feb feb mrt mrt mrt mrt mrt mrt mrt mrt mrt mrt mrt mrt mrt mrt apr apr apr apr apr apr apr apr apr Figuur 2: Lichtintensiteit natuurlijk licht (onbelicht) De lichtintensiteit loopt langzaam op vanaf het niveau rond de 200 µmol/m².s in januari, tot rond de 1000 µmol/m².s later in het seizoen, met enkele uitschieters naar 1400 µmol/m².s. In mei liep dit zelfs incidenteel op naar 2000 µmol/m².s Om een indruk te krijgen van de verschillen in lichtniveau tussen de verschillende behandelingen is in figuur 3 het verschil in lichtniveau weergegeven per belichtingsbehandeling. Hierbij is uitgegaan van volledig 18 uur belichten. DLV Facet: september

20 Gemiddelde lichtintensiteit per behandeling PAR licht (µmol/m².s) onbelicht mobiel laag mobiel hoog stationair laag stationair hoog 50 0 wk4 wk5 wk6 wk7 wk8 wk9 wk10 wk11 wk12 wk13 wk14 wk15 wk16 wk 17 wk18 wk19 wk20 Figuur 3: Gemiddelde lichtintensiteit per behandeling De lichtintensiteit neemt toe in de loop van de tijd. Dit gebeurt uiteraard bij alle behandelingen gelijk. Bij aanvang van de teelt, in januari is het rendement van belichten percentagegewijs het hoogst. Dit komt omdat de natuurlijke lichtsom dan laag is door enerzijds een lage lichtintensiteit en anderzijds door een korte daglengte. Naarmate de teelt vordert is het toegediende licht percentagegewijs steeds lager. Hieruit blijkt dat het toegediende lichtniveau geen grote veranderingen in de totale lichtsom teweegbrengt. De verschillen tussen de mobiel laag en stationair laag behandeling zijn dusdanig klein dat ze goed vergelijkbaar zijn. Ditzelfde geldt voor de mobiel hoog en stationair hoog behandeling. In de volgende paragraven zijn per gewas de resultaten weergegeven. De gedetailleerde gegevens hiervan staan vermeld in bijlage 1 t/m Pelargonium Per behandeling en oppotweek is de teeltduur bepaald. Er is uitgegaan van 70% kleurtonend. De resultaten hiervan zijn weergeven in tabel 9. De weeknummers zijn opgesplitst in begin en eind van de week. DLV Facet: september

21 Tabel 9: Bloeisnelheid Pelargonium weeknummers Teelt Oppotweek Behandeling Pelargonium 4 stat hoog x Pelargonium 4 stat laag x Pelargonium 4 mobiel hoog x Pelargonium 4 mobiel laag x Pelargonium 4 Onbelicht x weeknummers Teelt Oppotweek Behandeling Pelargonium 6 stat hoog x Pelargonium 6 stat laag x Pelargonium 6 mobiel hoog x Pelargonium 6 mobiel laag x Pelargonium 6 Onbelicht x weeknummers Teelt Oppotweek Behandeling Pelargonium 8 stat hoog x Pelargonium 8 stat laag x Pelargonium 8 mobiel hoog x Pelargonium 8 mobiel laag x Pelargonium 8 Onbelicht x x = 70% kleurtonend Er zijn geen duidelijke verschillen te zien in bloeitijdstip bij oppotweek 4 en 6 tussen de belichtingsbehandelingen. De teeltduur van oppotweek 6 is echter wel 2 weken korter dan bij oppotweek 4. De onbelichte behandelingen duurde bij oppotweek 4 een week langer en 1,5 week langer bij oppotweek 6. Oppotweek 8 laat een zeer klein (3 à 4 dagen) verschil zien tussen de stationaire behandelingen, de mobiele behandelingen en de onbelichte behandelingen. De lengte meting van zowel de tussenwaarneming als de eindwaarneming van alle drie de oppotweken zijn weergegeven in figuur 4. DLV Facet: september

22 Figuur 4: Lengtemeting Pelargonium Bij Pelargonium zijn met name in de eerste twee opplantingen effecten van het belichten op de lengte geconstateerd. De onbelichte planten bleven duidelijk korter. In de eerste twee teelten werden de langste planten verkregen onder de stationaire belichting met een hoog belichtingsniveau. In de laatste opplanting was dit onder de mobiele belichting met een hoog belichtingsniveau. De bepaling van het versgewicht van zowel de tussenwaarneming als de eindwaarneming van alle drie de oppotweken zijn weergegeven in figuur 5. DLV Facet: september

23 Figuur 5: Bepaling versgewicht Pelargonium Ook ten aanzien van het vers- en drooggewicht blijkt in de eerste twee opplantingen dat deze het hoogste is onder de stationaire belichting met hoog belichtingsniveau. In de derde opplanting wordt het meeste versgewicht gevormd onder de mobiele belichting met een hoog belichtingsniveau. Bij het bepalen van het aantal scheuten blijkt dat alleen in de eerste opplanting belichten tot meer scheutvorming bij Pelargonium leidt. Aan het eind van de teelt is er door de intensieve begeleidingscommissie een optische beoordeling uitgevoerd. Deze is uitgevoerd op één datum voor alle behandelingen en oppotweken. De resultaten zijn een algemeen oordeel van de commissie. De resultaten hiervan zijn weergegeven in tabel 10. DLV Facet: september

24 Tabel 10: Optische beoordeling Pelargonium door intensieve begeleidingscommissie Oppotweek 4 Bladkleur Vertakking Bloei Lengte Totale indruk onbelicht mobiel laag mobiel hoog stationair laag stationair hoog Oppotweek 6 Bladkleur Vertakking Bloei Lengte Totale indruk onbelicht mobiel laag mobiel hoog stationair laag stationair hoog Oppotweek 8 Bladkleur Vertakking Bloei Lengte Totale indruk onbelicht mobiel laag mobiel hoog stationair laag stationair hoog (1= slecht, 3= redelijk, 5= goed) Gemiddeld genomen is de bladkleur bij de belichte behandelingen iets beter dan bij de onbelichte behandelingen. De vertakking bij de onbelichte behandelingen wordt gemiddeld beter beoordeeld dan bij de belichte partijen. Omdat dit uit de tellingen niet blijkt wordt dit waarschijnlijk veroorzaakt door de compactere groei bij de onbelichte behandeling. De lengte bij de onbelichte behandeling is als te kort ervaren. Dit komt waarschijnlijk doordat er teveel geremd is t.o.v. de overige behandelingen. Bij de vroege oppotbehandelingen lijkt een hoger lichtniveau een betere totale indruk te geven. Opvallend is echter de slechte score van de mobiel hoog behandeling bij oppotweek 4. De bloei is bij hogere lichtintensiteit beter beoordeeld. Dit zegt niets over de bloeivroegheid, maar wel over de hoeveelheid bloei. Op foto 12 is duidelijk het verschil in lengte waarneembaar tussen onbelicht en belicht. Ook het verschil in bloeisnelheid is goed te zien. Foto 12: Eindmeting Pelargonium oppotweek 4 van links naar rechts: onbelicht, mobiel laag, mobiel hoog, stat laag, stat hoog DLV Facet: september

25 4.3 Surfinia Per behandeling en oppotweek is de teeltduur bepaald. Er is uitgegaan van 70% kleurtonend. De resultaten hiervan staan weergeven in tabel 11. De weeknummers zijn opgesplitst in begin en eind van de week. Tabel 11: Bloeisnelheid Surfinia weeknummers Teelt Oppotweek Behandeling Surfinia 4 stat hoog x Surfinia 4 stat laag x Surfinia 4 mobiel hoog x Surfinia 4 mobiel laag x Surfinia 4 Onbelicht x weeknummers Teelt Oppotweek Behandeling Surfinia 6 stat hoog x Surfinia 6 stat laag x Surfinia 6 mobiel hoog x Surfinia 6 mobiel laag x Surfinia 6 Onbelicht x weeknummers Teelt Oppotweek Behandeling Surfinia 8 stat hoog x Surfinia 8 stat laag x Surfinia 8 mobiel hoog x Surfinia 8 mobiel laag x Surfinia 8 Onbelicht x x = 70% kleurtonend Oppotweek 4 geeft nog enig verschil in teeltduur tussen de verschillende belichtingsbehandelingen, terwijl oppotweek 6 en 8 dit niet meer hebben. Alle belichtingsbehandelingen geven een behoorlijke teeltduur verkorting t.o.v. onbelicht. De afleverweek verandert bijna niet met 2 en 4 weken later oppotten. Opvallend is dat het bloeitijdstip van de onbelichte behandeling van oppotweek 4 en 6 later is dan van oppotweek 8. De diameter van de plant bij zowel de tussenwaarneming als de eindwaarneming van alle drie de oppotweken is weergegeven in figuur 6. DLV Facet: september

26 Figuur 6: Diameter Surfinia Zowel de kleinste als de grootste diameter neemt toe door te belichten. De verschillen tussen de belichtingsbehandelingen zijn echter gering. Alleen in de eerste opplanting is de diameter van de planten onder de stationaire belichting duidelijk het grootst. Onbelicht geeft in alle behandelingen en oppotweken de kleinste diameter t.o.v. de belichte behandelingen. De bepaling van het versgewicht van zowel de tussenwaarneming als de eindwaarneming van alle drie de oppotweken is weergegeven in figuur 7. Figuur 7: Bepaling versgewicht Surfinia DLV Facet: september

27 Het vers- en drooggewicht nemen toe onder de belichting. De verschillen in de eerste opplanting zijn het grootst. Gemiddeld wordt het meeste vers- en drooggewicht gevormd onder de stationaire belichting met een hoog belichtingsniveau, al hoewel de verschillen in de tweede en derde opplanting met de mobiele belichting erg gering zijn en niet significant. Aan het eind van de teelt is er door de intensieve begeleidingscommissie een optische beoordeling uitgevoerd. Deze is uitgevoerd op één datum voor alle behandelingen en oppotweken. De resultaten zijn een algemeen oordeel van de commissie. De resultaten hiervan zijn weergegeven in tabel 12. Tabel 12: Optische beoordeling Surfinia door intensieve begeleidingscommissie Oppotweek 4 Bladkleur Vertakking Bloei Lengte Totale indruk onbelicht mobiel laag mobiel hoog stationair laag stationair hoog Oppotweek 6 Bladkleur Vertakking Bloei Lengte Totale indruk onbelicht mobiel laag mobiel hoog stationair laag stationair hoog Oppotweek 8 Bladkleur Vertakking Bloei Lengte Totale indruk onbelicht mobiel laag mobiel hoog stationair laag stationair hoog (1= slecht, 3= redelijk, 5= goed) Bladkleur en mate van vertakking zijn allemaal als goed beoordeeld. De bloei is bij oppotweek 4 duidelijk als minder rijkelijk beoordeeld bij de onbelichte behandeling. Op foto 13 is duidelijk het groter plantvolume waarneembaar en het daarbij behorende versgewicht en diameter bij de stationair hoog behandeling. Ook het bloeiverschil tussen belicht en onbelicht komt hier goed naar voren. Foto 13: Eindmeting Surfinia oppotweek 4 van links naar rechts: onbelicht, mobiel laag, mobiel hoog, stat laag, stat hoog DLV Facet: september

28 4.4 Scaevola Per behandeling en oppotweek is de teeltduur bepaald. Er is uitgegaan van 70% kleurtonend. De resultaten hiervan zijn weergeven in tabel 13. De weeknummers zijn opgesplitst in begin en eind van de week. Tabel 13: Bloeisnelheid Scaevola weeknummers Teelt Oppotweek Behandeling Scaevola 4 stat hoog x Scaevola 4 stat laag x Scaevola 4 mobiel hoog x Scaevola 4 mobiel laag x Scaevola 4 onbelicht x weeknummers Teelt Oppotweek Behandeling Scaevola 6 stat hoog x Scaevola 6 stat laag x Scaevola 6 mobiel hoog x Scaevola 6 mobiel laag x Scaevola 6 onbelicht x weeknummers Teelt Oppotweek Behandeling Scaevola 8 stat hoog x Scaevola 8 stat laag x Scaevola 8 mobiel hoog x Scaevola 8 mobiel laag x Scaevola 8 onbelicht x x = 70% kleurtonend Naarmate de oppotweek later is nemen de verschillen tussen de belichtingsbehandelingen af. Bij oppotweek 4 waren deze al niet groot, maar bij oppotweek 8 is dit geheel weg. De teeltversnelling t.o.v. onbelicht neem ook af naarmate de oppotweek later is. De lengte meting van zowel de tussenwaarneming als de eindwaarneming van alle drie de oppotweken is weergegeven in figuur 8. DLV Facet: september

29 Figuur 8: Lengtemeting Scaevola De gewaslengte bij Scaevola wordt heel duidelijk beïnvloed door toepassing van belichting. Door te belichten neemt deze duidelijk toe. De verschillen in de eerste teelt zijn het grootst. Hier zijn ook de grootste verschillen in lichtsom gerealiseerd tussen de verschillende behandelingen. De bepaling van het versgewicht van zowel de tussenwaarneming als de eindwaarneming van alle drie de oppotweken is weergegeven in figuur 9. DLV Facet: september

30 Figuur 9: Bepaling versgewicht Scaevola Ten aanzien van het vers- en drooggewicht nemen deze toe onder de belichting. In de eerste en laatste opplanting wordt het meeste versgewicht gevormd onder de stationaire belichting met een hoog niveau. In de tweede opplanting is dit verrassend onder de stationaire belichting met een laag niveau. De mobiele belichting heeft gemiddeld een hoger versgewicht dan onbelicht. De verschillen in drogestof percentage tussen de opplantingen is groter dan tussen de lichtbehandelingen. Dit wordt hoogst waarschijnlijk veroorzaakt door verschil in remmen tussen de opplantingen. Er zijn geringe verschillen in scheutvorming geconstateerd tussen de behandelingen. Aan het eind van de teelt is er door de intensieve begeleidingscommissie een optische beoordeling uitgevoerd. Deze is uitgevoerd op één datum voor alle behandelingen en oppotweken. De resultaten zijn een algemeen oordeel van de commissie. De resultaten hiervan staan weergegeven in tabel 14. DLV Facet: september

31 Tabel 14: Optische beoordeling Scaevola door intensieve begeleidingscommissie Oppotweek 4 Bladkleur Vertakking Bloei Lengte Totale indruk onbelicht mobiel laag mobiel hoog stationair laag stationair hoog Oppotweek 6 Bladkleur Vertakking Bloei Lengte Totale indruk onbelicht mobiel laag mobiel hoog stationair laag stationair hoog Oppotweek 8 Bladkleur Vertakking Bloei Lengte Totale indruk onbelicht mobiel laag mobiel hoog stationair laag stationair hoog (1= slecht, 3= redelijk, 5= goed) De vertakking is onder de hoge belichtingsbehandelingen iets minder beoordeeld dan bij de overige behandelingen. Omdat dit uit de tellingen niet blijkt wordt dit waarschijnlijk veroorzaakt door de compactere groei bij de onbelichte behandeling. De lengte van de onbelichte behandeling is als meest goede beoordeeld. De belichte behandelingen zijn wat langer, waarbij vooral de hoge belichtingsbehandelingen minder goed naar voren kwamen. De verschillen in lengte zijn voornamelijk veroorzaakt door meer strekking. De totale indruk is bij onbelicht ook duidelijk beter dan bij de belichte behandelingen. Op foto 14 is duidelijk de mindere strekking te zien van de onbelichte behandeling. Foto 14: Eindmeting Scaevola oppotweek 6 van links naar rechts: onbelicht, mobiel laag, mobiel hoog, stat laag, stat hoog DLV Facet: september

32 4.5 Verbena Per behandeling en oppotweek is de teeltduur bepaald. Er is uitgegaan van 70% kleurtonend. De resultaten hiervan zijn weergeven in tabel 15. De weeknummers zijn opgesplitst in begin en eind van de week. Tabel 15: Bloeisnelheid Verbena weeknummers Teelt Oppotweek Behandeling Verbena 4 stat hoog x Verbena 4 stat laag x Verbena 4 mobiel hoog x Verbena 4 mobiel laag x Verbena 4 onbelicht x weeknummers Teelt Oppotweek Behandeling Verbena 6 stat hoog x Verbena 6 stat laag x Verbena 6 mobiel hoog x Verbena 6 mobiel laag x Verbena 6 onbelicht x weeknummers Teelt Oppotweek Behandeling Verbena 8 stat hoog x Verbena 8 stat laag x Verbena 8 mobiel hoog x Verbena 8 mobiel laag x Verbena 8 onbelicht x x = 70% kleurtonend Bij oppotweek 4 zijn de hoge belichtingsniveau s 0,5 tot 1 week sneller dan de lage belichtingsniveau s. Bij de latere oppotweken is dit verschil geheel verdwenen. De belichte behandelingen geven bij alle oppotweken een teeltduur versnelling. Ongeacht de oppotweek was de afleverweek bij de onbelichte behandeling gelijk. Op foto 15 is het verschil in bloeisnelheid waarneembaar. Foto 15: Eindmeting Verbena oppotweek 6 van links naar rechts: onbelicht, mobiel laag, mobiel hoog, stat laag, stat hoog De bepaling van het versgewicht van zowel de tussenwaarneming als de eindwaarneming van alle drie de oppotweken is weergegeven in figuur 10. DLV Facet: september

33 Figuur 10: Bepaling versgewicht Verbena Bij Verbena blijkt dat in de eerste twee opplantingen alleen de stationaire belichting met een hoog belichtingsniveau leidt tot significant meer vers- en drooggewicht. Zelfs de onbelichte behandeling blijft niet duidelijk achter in vers- en drooggewicht. Aan het eind van de teelt is er door de intensieve begeleidingscommissie een optische beoordeling uitgevoerd. Deze is uitgevoerd op één datum voor alle behandelingen en oppotweken. De resultaten zijn een algemeen oordeel van de commissie. De resultaten hiervan zijn weergegeven in tabel 16. DLV Facet: september

34 Tabel 16: Optische beoordeling Verbena door intensieve begeleidingscommissie Oppotweek 4 Bladkleur Vertakking Bloei Lengte Totale indruk onbelicht mobiel laag mobiel hoog stationair laag stationair hoog Oppotweek 6 Bladkleur Vertakking Bloei Lengte Totale indruk onbelicht mobiel laag mobiel hoog stationair laag stationair hoog Oppotweek 8 Bladkleur Vertakking Bloei Lengte Totale indruk onbelicht mobiel laag mobiel hoog stationair laag stationair hoog (1= slecht, 3= redelijk, 5= goed) Naast het verschil in bloei tussen belicht en onbelicht zijn er geen duidelijke verschillen waargenomen tussen de verschillende behandelingen en oppotweken. 4.6 Lobelia Per behandeling en oppotweek is de teeltduur bepaald. Er is uitgegaan van 70% kleurtonend. De resultaten hiervan staan weergeven in tabel 17. De weeknummers zijn opgesplitst in begin en eind van de week. DLV Facet: september

35 Tabel 17: Bloeisnelheid Lobelia weeknummers Teelt Oppotweek Behandeling Lobelia stat x Lobelia stat x Lobelia mobiel x Lobelia mobiel x Lobelia 4 Onbelicht x weeknummers Teelt Oppotweek Behandeling Lobelia stat x Lobelia stat x Lobelia mobiel x Lobelia mobiel x Lobelia 6 Onbelicht x weeknummers Teelt Oppotweek Behandeling Lobelia stat x Lobelia stat x Lobelia mobiel x Lobelia mobiel x Lobelia 8 Onbelicht x x = 70% kleurtonend De bloei van de mobiel laag behandeling van oppotweek 4 is 1 week later t.o.v. de andere belichtingsbehandelingen. Er is een duidelijke teeltversnelling te zien van alle belichtingsbehandelingen t.o.v. de onbelichte behandeling. De bepaling van het versgewicht van zowel de tussenwaarneming als de eindwaarneming van alle drie de oppotweken is weergegeven in figuur 11. Figuur 11: Bepaling versgewicht Lobelia DLV Facet: september

36 Door de ongelijkheid binnen dit gewas is geen duidelijke uitspraak te doen m.b.t. de effecten van de belichting. Er zijn geen structurele effecten waargenomen. Aan het eind van de teelt is er door de intensieve begeleidingscommissie een optische beoordeling uitgevoerd. Deze is uitgevoerd op één datum voor alle behandelingen en oppotweken. De resultaten zijn een algemeen oordeel van de commissie. De resultaten hiervan staan weergegeven in tabel 18. Tabel 18: Optische beoordeling Lobelia door intensieve begeleidingscommissie Oppotweek 4 Bladkleur Vertakking Bloei Lengte Totale indruk onbelicht mobiel laag mobiel hoog stationair laag stationair hoog Oppotweek 6 Bladkleur Vertakking Bloei Lengte Totale indruk onbelicht mobiel laag mobiel hoog stationair laag stationair hoog Oppotweek 8 Bladkleur Vertakking Bloei Lengte Totale indruk onbelicht mobiel laag mobiel hoog stationair laag stationair hoog (1= slecht, 3= redelijk, 5= goed) De hoeveelheid bloei is bij oppotweek 4 en 6 bij onbelicht duidelijk als minder beoordeeld. Bij oppotweek 8 zat mobiel licht hier tussen stationair belicht en onbelicht in. Dit is op foto 16 goed waarneembaar. Het verschil in hoeveelheid bloei heeft nauwelijks invloed op de teeltduur. De verschillen binnen de belichtingsbehandelingen zijn binnen enkele dagen opgeheven. Voor de rest zijn er weinig verschillen waargenomen tussen de behandelingen. Foto 16: Eindmeting Lobelia oppotweek 8 van links naar rechts: onbelicht, mobiel laag, mobiel hoog, stat laag, stat hoog DLV Facet: september

37 4.7 Petunia Per behandeling en oppotweek is de teeltduur bepaald. Er is uitgegaan van 70% kleurtonend. De resultaten hiervan staan weergeven in tabel 18. De weeknummers zijn opgesplitst in begin en eind van de week. Tabel 18: Bloeisnelheid Petunia weeknummers Teelt Oppotweek Behandeling Petunia Z stat x Petunia Z stat x Petunia Z mobiel x Petunia Z mobiel x Petunia Z 4 Onbelicht x weeknummers Teelt Oppotweek Behandeling Petunia Z stat x Petunia Z stat x Petunia Z mobiel x Petunia Z mobiel x Petunia Z 6 Onbelicht x weeknummers Teelt Oppotweek Behandeling Petunia Z stat x Petunia Z stat x Petunia Z mobiel x Petunia Z mobiel x Petunia Z 8 Onbelicht x x = 70% kleurtonend Oppotweek 4 en 6 laten 0,5 tot 1 week bloeiverschil zien tussen stationair- en mobiele belichting. Bij oppotweek 8 zijn de verschillen geheel verdwenen. De verschillen tussen belicht en onbelicht bedraagt ongeveer 1,5 week. De bepaling van het versgewicht van zowel de tussenwaarneming als de eindwaarneming van alle drie de oppotweken is weergegeven in figuur 12. DLV Facet: september

38 Figuur 12: Bepaling versgewicht Petunia Bij Petunia afkomstig uit zaad blijkt de stationaire belichting het meeste effect te hebben. In de eerste opplanting is dit onder het hoge belichtingsniveau, terwijl in de tweede en derde opplanting het meeste effect wordt verkregen onder het lage belichtingsniveau. Op foto 17 zijn de verschillen in versgewicht tussen de behandelingen ook optisch waarneembaar. Foto 17: Eindmeting Petunia zaai oppotweek 6 van links naar rechts: onbelicht, mobiel laag, mobiel hoog, stat laag, stat hoog Oppotweek 6 en 8 laten bij de onbelichte behandeling een duidelijk mindere gewasgroei zien t.o.v. de belichte behandelingen. Bij oppotweek 4 sprong alleen de stationaire behandelingen eruit qua gewasgroei. Oppotweek 4 gaf bij de mobiel laag behandeling een gerektere groei. Bij oppotweek 6 was dit het geval bij de stationair laag behandeling. Aan het eind van de teelt is er door de intensieve begeleidingscommissie een optische beoordeling uitgevoerd. Deze is uitgevoerd op één datum voor alle behandelingen en oppotweken. De resultaten zijn een algemeen oordeel van de commissie. De resultaten hiervan staan weergegeven in tabel 19. DLV Facet: september

39 Tabel 19: Optische beoordeling Petunia door intensieve begeleidingscommissie Oppotweek 4 Bladkleur Vertakking Bloei Lengte Totale indruk onbelicht mobiel laag mobiel hoog stationair laag stationair hoog Oppotweek 6 Bladkleur Vertakking Bloei Lengte Totale indruk onbelicht mobiel laag mobiel hoog stationair laag stationair hoog Oppotweek 8 Bladkleur Vertakking Bloei Lengte Totale indruk onbelicht mobiel laag mobiel hoog stationair laag stationair hoog (1= slecht, 3= redelijk, 5= goed) De bloei van de onbelichte Petunia is als minder rijkelijk beoordeeld dan de overige behandelingen. Ondanks de verschillen in groei zoals zichtbaar op de foto is dit door de commissie niet afwijkend of minder goed beoordeeld. 4.8 Gazania Per behandeling en oppotweek is de teeltduur bepaald. Er is uitgegaan van 70% kleurtonend. De resultaten hiervan staan weergeven in tabel 20. De weeknummers zijn opgesplitst in begin en eind van de week. DLV Facet: september

40 Tabel 20: Bloeisnelheid Gazania weeknummers Teelt Oppotweek Behandeling Gazania 4 stat hoog x Gazania 4 stat laag x Gazania 4 mobiel hoog x Gazania 4 mobiel laag x Gazania 4 onbelicht x weeknummers Teelt Oppotweek Behandeling Gazania 6 stat hoog x Gazania 6 stat laag x Gazania 6 mobiel hoog x Gazania 6 mobiel laag x Gazania 6 onbelicht x weeknummers Teelt Oppotweek Behandeling Gazania 8 stat hoog x Gazania 8 stat laag x Gazania 8 mobiel hoog x Gazania 8 mobiel laag x Gazania 8 onbelicht x x = 70% kleurtonend Gazania is het gewas dat verruit het laatst bloeide van alle onderzochte gewassen. Onder stationaire belichting lijkt dit gewas iets sneller tot bloei te komen dan onder mobiele belichting. Naarmate de oppotweek later is neemt het verschil in teeltduur tussen de belichte en onbelichte behandelingen af. De lengtemeting van zowel de tussenwaarneming als de eindwaarneming van alle drie de oppotweken is weergegeven in figuur 13. Figuur 13: Lengtemeting Gazania DLV Facet: september

41 Ten aanzien van de lengte lijkt een laag belichtingsniveau te zorgen voor meer lengte bij Gazania. De bepaling van het versgewicht van zowel de tussenwaarneming als de eindwaarneming van alle drie de oppotweken is weergegeven in figuur 14. Figuur 14: Bepaling versgewicht Gazania Bij aanvang van de teelten lijkt belichting wel een toename van het vers- en drooggewicht te bewerkstelligen, maar aan het einde van de teelt is dit niet meer het geval. Op foto 18 is bij oppotweek 4 het hogere versgewicht van stationair hoog en in mindere mate van de onbelichte partij goed waar te nemen. Foto 18: Eindmeting Gazania oppotweek 4 van links naar rechts: onbelicht, mobiel laag, mobiel hoog, stat laag, stat hoog Aan het eind van de teelt is er door de intensieve begeleidingscommissie een optische beoordeling uitgevoerd. Deze is uitgevoerd op één datum voor alle behandelingen en oppotweken. De resultaten hiervan zijn weergegeven in tabel 21. DLV Facet: september

42 Tabel 21: Optische beoordeling Gazania door intensieve begeleidingscommissie Oppotweek 4 Bladkleur Vertakking Bloei Lengte Totale indruk onbelicht mobiel laag mobiel hoog stationair laag stationair hoog Oppotweek 6 Bladkleur Vertakking Bloei Lengte Totale indruk onbelicht mobiel laag mobiel hoog stationair laag stationair hoog Oppotweek 8 Bladkleur Vertakking Bloei Lengte Totale indruk onbelicht mobiel laag mobiel hoog stationair laag stationair hoog (1= slecht, 3= redelijk, 5= goed) Er zijn, op het moment van de eindbeoordeling, naast de verschillen in bloei geen andere verschillen geconstateerd. Op het moment van beoordelen bloeide slechts drie behandelingen. Oppotweek 4 stationair hoog en oppotweek 6 stationair laag en hoog. 4.9 Dianthus Per behandeling en oppotweek is de teeltduur bepaald. Er is uitgegaan van 70% kleurtonend. De resultaten hiervan staan weergeven in tabel 22. De weeknummers zijn opgesplitst in begin en eind van de week. DLV Facet: september

43 Tabel 22: Bloeisnelheid Dianthus weeknummers Teelt Oppotweek Behandeling Dianthus stat x Dianthus stat x Dianthus mobiel x Dianthus mobiel x Dianthus 4 Onbelicht x weeknummers Teelt Oppotweek Behandeling Dianthus stat x Dianthus stat x Dianthus mobiel x Dianthus mobiel x Dianthus 6 Onbelicht x weeknummers Teelt Oppotweek Behandeling Dianthus stat x Dianthus stat x Dianthus mobiel x Dianthus mobiel x Dianthus 8 Onbelicht x x = 70% kleurtonend De stationaire behandelingen lijken een iets kortere teeltduur te hebben dan de mobiele behandelingen. De verschillen zijn echter minimaal. De onbelichte teeltduur is wel duidelijk langer dan de belichte behandelingen. Vooral bij oppotweek 4 is dit ruim 3 weken. De bepaling van het versgewicht van zowel de tussenwaarneming als de eindwaarneming van alle drie de oppotweken is weergegeven in figuur 15. Figuur 15: Bepaling versgewicht Dianthus DLV Facet: september

44 Bij Dianthus zorgt belichting voor een toename van het vers- en drooggewicht. Een laag belichtingsniveau lijkt meer effect te hebben dan een hoog belichtingsniveau. In de eerste en derde opplanting wordt het meeste effect verkregen met de stationaire belichting. In de tweede opplanting met de mobiele belichting. Aan het eind van de teelt is er door de intensieve begeleidingscommissie een optische beoordeling uitgevoerd. Deze is uitgevoerd op één datum voor alle behandelingen en oppotweken. De resultaten hiervan zijn weergegeven in tabel 23. Tabel 23: Optische beoordeling Dianthus door intensieve begeleidingscommissie Oppotweek 4 Bladkleur Vertakking Bloei Lengte Totale indruk onbelicht mobiel laag mobiel hoog stationair laag stationair hoog Oppotweek 6 Bladkleur Vertakking Bloei Lengte Totale indruk onbelicht mobiel laag mobiel hoog stationair laag stationair hoog Oppotweek 8 Bladkleur Vertakking Bloei Lengte Totale indruk onbelicht mobiel laag mobiel hoog stationair laag stationair hoog (1= slecht, 3= redelijk, 5= goed) De vertakking onder de belichting is iets minder goed beoordeeld dan zonder belichting. Qua lengte is op foto 19 een duidelijk verschil te zien tussen de beide lage belichtingsbehandelingen en de overige behandelingen. Dit is in de optische eindbeoordeling ook waargenomen. De totale indruk van de belichte behandelingen is bij oppotweek 8 minder goed beoordeeld. Dit heeft met name te maken met het iets losser, minder compact groeien van de planten onder de belichting. Foto 19: Eindmeting Dianhtus oppotweek 8 van links naar rechts: onbelicht, mobiel laag, mobiel hoog, stat laag, stat hoog DLV Facet: september

45 4.10 Samenvatting Bij het toepassen van assimilatiebelichting bij eenjarige zomerbloeiers zijn diverse aspecten van belang. Enerzijds wordt door de belichting de PAR-lichtsom (= groeilichtsom) verhoogd wat leidt tot meer aanmaak van drogestof. Anderzijds kan belichting effect hebben op de opbouw, scheutvorming en de bloeivorming. Door het toepassen van belichting wordt veelal ook een langere daglengte aangehouden, zoals ook in dit onderzoek. Dit kan bij kortedag planten de bloeivorming tegengaan en bij langedag planten juist de bloei bevorderen. Per gewas spelen alle aspecten een belangrijke rol en kan niet naar een enkel aspect gekeken worden. Door meer inzicht in de basale effecten van belichting kan beter gestuurd worden in groei en ontwikkeling. In figuur 16 en 17 zijn per gewas de effecten op het gemiddelde versen drooggewicht over de opplantingen heen weergegeven per belichtingsbehandeling. Figuur 16: Versgewicht per gewas van alle behandelingen DLV Facet: september

46 Figuur 17: Drooggewicht per gewas van alle behandelingen Hieruit blijkt dat de gewassen zeer verschillend reageren op de belichting. Pelargonium, Petunia en Scaevola reageren het sterkst op belichting m.b.t. het vers- en drooggewicht. De stationaire belichting met een hoog belichtingsniveau geeft het meeste effect bij deze gewassen. Bij Verbena blijkt enkel de stationaire belichting met een hoog belichtingsniveau effect te hebben. Bij de andere gewassen spelen andere factoren een duidelijke hoofdrol op het al dan niet vormen van vers- en drooggewicht. In het algemeen (potplanten) geldt dat belichting tot meer scheutvorming leidt. Indien echter door langedag aanhouden er eerder bloemen worden aangelegd i.p.v. scheuten dan heeft dit niets te maken met het toepassen van extra groelicht, maar door de toename in de daglengte. Onbelicht lijkt hierdoor optisch zelfs in het voordeel bij Pelargonium, Scaevola en Dianthus. De teeltduur blijkt bij alle gewassen korter door belichting. De teeltversnelling wordt bij alle gewassen minder naarmate er later opgepot wordt. Bij Surfinia, Verbena, Scaevola, Petunia, Gazania en Dianthus lijkt de oppotweek geen invloed te hebben op het bloeitijdstip. De meeste éénjarige zomerbloeiers behoren tot de kwantitatieve langedag planten. Dit betekent dat ze meer bloemen aanleggen bij lange dag. Het is echter niet noodzakelijk om lange te geven om tot bloei te komen. Het verschil tussen onbelicht en belicht is duidelijk waarneembaar. Dit wordt mede veroorzaakt door het lange dag effect van de belichting. Tussen de belichtingsbehandelingen zijn de verschillen klein. Dit lijkt veroorzaakt door de relatief kleine verschillen in lichtsom. Bij de vroege oppotweek zijn de verschillen in lichtsom tussen de belichte behandelingen en de onbelichte behandeling met alleen natuurlijk licht het grootst. Bij de latere oppotweken waarbij de hoeveelheid toegediend licht relatief gezien steeds minder wordt t.o.v. het natuurlijk licht zijn de verschillen steeds geringer en lijkt met name het daglengte effect van de belichting invloed te hebben. DLV Facet: september

Invloed daglengte en belichting bij eenjarige zomerbloeiers

Invloed daglengte en belichting bij eenjarige zomerbloeiers Invloed daglengte en belichting bij eenjarige zomerbloeiers DLV Plant Postbus 7001 6700 CA Wageningen Agro Business Park 65 6708 PV Wageningen T 0317 49 15 78 F 0317 46 04 00 E info@dlvplant.nl In opdracht

Nadere informatie

VERSLAG. Effecten van (intensieve) belichting op het gewas Ficus. Uitgevoerd door: DLV Facet. Wageningen, sept 2005

VERSLAG. Effecten van (intensieve) belichting op het gewas Ficus. Uitgevoerd door: DLV Facet. Wageningen, sept 2005 VERSLAG Facet Effecten van (intensieve) belichting op het gewas Ficus Uitgevoerd door: DLV Facet Wageningen, sept 2005 Carola Ros Erik de Rooij Helma Verberkt Jeroen van Buren In samenwerking met de Landelijke

Nadere informatie

Belichtingsmogelijkheden bij éénjarige zomerbloeiers

Belichtingsmogelijkheden bij éénjarige zomerbloeiers Belichtingsmogelijkheden bij éénjarige zomerbloeiers DLV Plant Postbus 71 67 CA Wageningen Agro Business Park 6 678 PV Wageningen T 317 49 1 78 F 317 46 4 In opdracht van Landelijke commissie éénjarige

Nadere informatie

Praktijkonderzoek mobiele belichting bij paprika

Praktijkonderzoek mobiele belichting bij paprika Praktijkonderzoek mobiele belichting bij paprika Ruud Maaswinkel Marcel Raaphorst Leo van der Valk Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector Glastuinbouw December 23 Projectnummer 4174621 23 Wageningen,

Nadere informatie

Hybride belichting Chrysant

Hybride belichting Chrysant DLV Plant Postbus 7001 6700 CA Wageningen Agro Business Park 65 6708 PV Wageningen T 0317 49 15 78 Gefinancierd door Productschap Tuinbouw en Ministerie van Economische Zaken in het kader van het programma

Nadere informatie

INTERN VERSLAG. Bemonstering Fusarium foetens in water en teeltsysteem. Uitgevoerd door: DLV Facet

INTERN VERSLAG. Bemonstering Fusarium foetens in water en teeltsysteem. Uitgevoerd door: DLV Facet INTERN VERSLAG Facet Bemonstering Fusarium foetens in water en teeltsysteem Uitgevoerd door: Nieuw Vennep, januari 2004 Irma Lukassen Helma Verberkt In samenwerking met Naktuinbouw Jan Westerhof Landelijke

Nadere informatie

VERSLAG. Efficiënt remmen van snel groeiende eenjarige zomerbloeiers van stek. Uitgevoerd door: DLV Facet. Wageningen, oktober 2006

VERSLAG. Efficiënt remmen van snel groeiende eenjarige zomerbloeiers van stek. Uitgevoerd door: DLV Facet. Wageningen, oktober 2006 VERSLAG Facet Efficiënt remmen van snel groeiende eenjarige zomerbloeiers van stek Uitgevoerd door: DLV Facet Wageningen, oktober 2006 Erik de Rooij Helma Verberkt Martijn Gevers In samenwerking met de

Nadere informatie

BIJLAGEN BIJ PROEFVERSLAG. Duurzame productie Kuipplanten. Uitgevoerd door: DLV Facet. Wageningen, maart 2004

BIJLAGEN BIJ PROEFVERSLAG. Duurzame productie Kuipplanten. Uitgevoerd door: DLV Facet. Wageningen, maart 2004 BIJLAGEN BIJ PROEFVERSLAG Facet Duurzame productie Kuipplanten Uitgevoerd door: DLV Facet Wageningen, maart 2004 In samenwerking met de Landelijke commissie Kuip- en terrasplanten LTO Groeiservice en LaSerra

Nadere informatie

Houdbaarheid Hydrangea

Houdbaarheid Hydrangea Houdbaarheid Hydrangea F. van Noort Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Business Unit Glastuinbouw December 2003 PPO 41704641 2003 Wageningen, Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Invloed UV-licht op bol blad bij chrysant PT projectnummer:

Invloed UV-licht op bol blad bij chrysant PT projectnummer: Invloed UV-licht op bol blad bij chrysant PT projectnummer: 13645.02 In opdracht van de landelijke commissie Chrysant van LTO Groeiservice Gefinancierd door Productschap Tuinbouw Postbus 280 2700 AG Zoetermeer

Nadere informatie

VERSLAG. Het optimaliseren van assimilatiebelichting bij Ficus. Uitgevoerd door: DLV Facet. Wageningen, sept Erik de Rooij Helma Verberkt

VERSLAG. Het optimaliseren van assimilatiebelichting bij Ficus. Uitgevoerd door: DLV Facet. Wageningen, sept Erik de Rooij Helma Verberkt VERSLAG Facet Het optimaliseren van assimilatiebelichting bij Ficus Uitgevoerd door: DLV Facet Wageningen, sept 2006 Erik de Rooij Helma Verberkt In samenwerking met de Landelijke Ficus commissie van LTO

Nadere informatie

1 Belichting tijdens beworteling van Buxus

1 Belichting tijdens beworteling van Buxus 1 Belichting tijdens beworteling van Buxus 1.1 Doel van de proef Er wordt een snellere beworteling van Buxus beoogd door extra licht in de donkere wintermaanden toe te dienen. 1.2 Administratieve gegevens

Nadere informatie

1 Bloeisturing met LED-belichting in de teelt van ranonkel

1 Bloeisturing met LED-belichting in de teelt van ranonkel Verslag Doormeting LED-belichting Auteur: Bert Schamp 1 Bloeisturing met LED-belichting in de teelt van ranonkel Samenvatting In deze proef werd een LED-groeilamp van de firma FocusLED getest in vergelijking

Nadere informatie

Interactie Moddus en Actirob

Interactie Moddus en Actirob Interactie Moddus en Actirob Effect op zaadopbrengst Engels raaigras 2011 Expertisecentrum graszaad en graszoden Proefboerderij Rusthoeve en DLV Plant p/a Noordlangeweg 42 4486PR Colijnsplaat C Sam de

Nadere informatie

Consultancy duurzaam gebruik van meeldauwmiddelen

Consultancy duurzaam gebruik van meeldauwmiddelen Consultancy duurzaam gebruik van meeldauwmiddelen DLV Plant Postbus 7001 6700 CA Wageningen Agro Business Park 65 6708 PV Wageningen T 0317 49 15 78 F 0317 46 04 00 In opdracht van: Begeleidende groep

Nadere informatie

TEELTHANDLEIDING INTICANCHA

TEELTHANDLEIDING INTICANCHA TEELTHANDLEIDING INTICANCHA Inticancha Na enkele jaren succesvolle veredeling in potalstroemeria s is HilverdaKooij in 2006 gestart met de verkoop van uitgangsmateriaal van potalstroemeria s. De veredelingslijn

Nadere informatie

Fosfaatbeperking in éénjarige zomerbloeiers. M.G. Warmenhoven F.R. van Noort

Fosfaatbeperking in éénjarige zomerbloeiers. M.G. Warmenhoven F.R. van Noort Fosfaatbeperking in éénjarige zomerbloeiers M.G. Warmenhoven F.R. van Noort Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector Glastuinbouw PPO nr. 171761. juni 25 25 Wageningen, Praktijkonderzoek Plant &

Nadere informatie

Bloem en vruchtvorming

Bloem en vruchtvorming //9 Bloem en vruchtvorming Leo Marcelis & Ep Heuvelink Wageningen UR: Leerstoel Plantenteelt in energiezuinige kassen & WUR Glastuinbouw (Leo.Marcelis@wur.nl) Leerstoelgroep Tuinbouwketens (Ep.Heuvelink@wur.nl)

Nadere informatie

Spirit en Mirage Plus tegen roest - Consultancy

Spirit en Mirage Plus tegen roest - Consultancy Spirit en Mirage Plus tegen roest - Consultancy Projectnummer PT: 14216.12 In opdracht van: Productschap Tuinbouw Postbus 280 2700 AG Zoetermeer Uitgevoerd door: Cultus Agro Advies Zandterweg 5 5973 RB

Nadere informatie

Invloed van CO 2 -doseren op de productie en kwaliteit bij Alstroemeria

Invloed van CO 2 -doseren op de productie en kwaliteit bij Alstroemeria Invloed van CO 2 -doseren op de productie en kwaliteit bij Alstroemeria F. van Noort Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector glastuinbouw januari 2004 PPO 411724 2003 Wageningen, Praktijkonderzoek

Nadere informatie

Intrinsieke plantkwaliteit Anthurium

Intrinsieke plantkwaliteit Anthurium Intrinsieke plantkwaliteit Anthurium Ad Schapendonk Dr ir A.H.C.M. Schapendonk Plant Dynamics BV Gefinancierd door Productschap Tuinbouw Juli 2005 2005 Wageningen, Plant Dynamics BV Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Invloed van plantselectie op de uniformiteit van bloeitijdstip en kwaliteit van Lisianthus

Invloed van plantselectie op de uniformiteit van bloeitijdstip en kwaliteit van Lisianthus Invloed van plantselectie op de uniformiteit van bloeitijdstip en kwaliteit van Lisianthus Resultaten herfstteelt 2002 G. Heij, R. Engelaan en R. Elgersma Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Business

Nadere informatie

Vervanging Rode bes Rovada DLV Plant

Vervanging Rode bes Rovada DLV Plant Vervanging Rode bes Rovada DLV Plant Postbus 840 5280 AV Boxtel Mijlstraat 20 5281 LL Boxtel T 0411 65 25 25 F 0411 67 87 51 E info@dlvplant.nl In opdracht van Produktgroep kleinfruit www.dlvplant.nl Gefinancierd

Nadere informatie

Bestrijding van Myrothecium in lisianthus

Bestrijding van Myrothecium in lisianthus Bestrijding van Myrothecium in lisianthus 2015 PT nummer.: 14980 Proef nummer: 14512 Proeftuin Zwaagdijk Tolweg 13 1681 ND Zwaagdijk Phone +31 (0)228 56 31 64 Fax +31 (0)228 56 30 29 E-mail: proeftuin@proeftuinzwaagdijk.nl

Nadere informatie

Bladvergeling in Kuipplanten. Uitgevoerd door: DLV Facet. Wageningen, november Erik de Rooij Jelle Moree Helma Verberkt Teake Dijkstra

Bladvergeling in Kuipplanten. Uitgevoerd door: DLV Facet. Wageningen, november Erik de Rooij Jelle Moree Helma Verberkt Teake Dijkstra Facet Bladvergeling in Kuipplanten Uitgevoerd door: DLV Facet Wageningen, november 2004 Erik de Rooij Jelle Moree Helma Verberkt Teake Dijkstra In samenwerking met de Landelijke commissie Kuip- en terrasplanten

Nadere informatie

PROJECTVERSLAG. Teeltsturing Spathiphyllum. Uitgevoerd door: DLV Facet en PPO Glastuinbouw. Wageningen, oktober 2004

PROJECTVERSLAG. Teeltsturing Spathiphyllum. Uitgevoerd door: DLV Facet en PPO Glastuinbouw. Wageningen, oktober 2004 PROJECTVERSLAG Facet Teeltsturing Spathiphyllum Uitgevoerd door: DLV Facet en PPO Glastuinbouw Wageningen, oktober 24 In samenwerking met de landelijke Spathiphyllum commissie van LTO Groeiservice Gefinancierd

Nadere informatie

Grip op licht. Het Nieuwe Telen Potplanten: Meer energie besparing met meer natuurlijk licht en verbeterde monitoring

Grip op licht. Het Nieuwe Telen Potplanten: Meer energie besparing met meer natuurlijk licht en verbeterde monitoring Grip op licht Het Nieuwe Telen Potplanten: Meer energie besparing met meer natuurlijk licht en verbeterde monitoring Filip v Noort, Wageningen UR Glas Financiering Kas als Energiebron van het PT en EZ

Nadere informatie

Mogelijkheden van belichting door teeltsturing in jaarrondteelten paprika

Mogelijkheden van belichting door teeltsturing in jaarrondteelten paprika Mogelijkheden van belichting door teeltsturing in jaarrondteelten paprika R. Maaswinkel B. Berkhout M. Raaphorst Praktijkonderzoek Plant & Omgeving Sector Glastuinbouw December 2003 Projectnummer 41704606

Nadere informatie

Bloemknopsturing Snijhortensia. Uitgevoerd door: DLV Facet Teake Dijkstra Helma Verberkt. Wageningen, Februari 2006

Bloemknopsturing Snijhortensia. Uitgevoerd door: DLV Facet Teake Dijkstra Helma Verberkt. Wageningen, Februari 2006 Facet Bloemknopsturing Snijhortensia Uitgevoerd door: DLV Facet Teake Dijkstra Helma Verberkt Wageningen, Februari 2006 In samenwerking met de landelijke Hortensia commissie LTO Groeiservice Gefinancierd

Nadere informatie

BEDRIJFSBEZOEK: LED-TOPBELICHTING IN DE PRAKTIJK

BEDRIJFSBEZOEK: LED-TOPBELICHTING IN DE PRAKTIJK HET KENNISPLATFORM PLANTENFYSIOLOGIE ORGANISEERT BEDRIJFSBEZOEK: LED-TOPBELICHTING IN DE PRAKTIJK Raes Bloemzaden 31 januari 2017 Destelbergen Bijbelichten in de winter Korte daglengte Lage lichtintensiteit

Nadere informatie

Belichten bij CAM-planten (Phalaenopsis als case-studie)

Belichten bij CAM-planten (Phalaenopsis als case-studie) Lichtevent december Belichten bij CAM-planten (Phalaenopsis als case-studie) Dr. ir. Sander Hogewoning (Plant Lighting B.V.) december Dr. ir. Sander Hogewoning & Dr. ir. Govert Trouwborst Expertise o.a.:

Nadere informatie

Warmwaterbehandeling van Allium tegen krokusknolaaltje

Warmwaterbehandeling van Allium tegen krokusknolaaltje Warmwaterbehandeling van Allium tegen krokusknolaaltje Onderzoek van 2003 t/m 2006 P.J. van Leeuwen, P. Vink en J.P.T. Trompert Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector Bollen november 2006 PPO nr.

Nadere informatie

Verbranding bladranden Hortensia

Verbranding bladranden Hortensia Verbranding bladranden Hortensia Project 417.17033 Rapport fase 1 F. van Noort Praktijkonderzoek Plant en Omgeving H. Verberkt DLV-Facet Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector glastuinbouw december

Nadere informatie

Licht: betekenis voor 1-jarige zomerbloeiers

Licht: betekenis voor 1-jarige zomerbloeiers Licht: betekenis voor 1-jarige zomerbloeiers Tom Dueck & Filip van Noort, WUR Glastuinbouw December 11, 2008 Inhoud Wat is licht? Licht en planten: groeilicht Licht en planten: stuurlicht LEDs: ervaringen,

Nadere informatie

Mogelijkheden om vroeg tijdig bladrandproblemen te signaleren met MIPS bij Hortensia

Mogelijkheden om vroeg tijdig bladrandproblemen te signaleren met MIPS bij Hortensia Mogelijkheden om vroeg tijdig bladrandproblemen te signaleren met MIPS bij Hortensia Filip van Noort, Henk Jalink Rapport GTB-1027 2010 Wageningen, Wageningen UR Glastuinbouw Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Invloed van zaadfractionering op de uniformiteit van bloeitijdstip en kwaliteit van Lisianthus

Invloed van zaadfractionering op de uniformiteit van bloeitijdstip en kwaliteit van Lisianthus Invloed van zaadfractionering op de uniformiteit van bloeitijdstip en kwaliteit van Lisianthus Resultaten herfstteelt 2004 G. Heij en R. Elgersma Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Business Unit Glastuinbouw

Nadere informatie

Bemesting van tulp in de broeierij

Bemesting van tulp in de broeierij Bemesting van tulp in de broeierij M.F.N. van Dam, A.J.M. van Haaster, H.P. Pasterkamp, S. Marinova, N.S. van Wees, e.a. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector bloembollen december 2003 PPO 330

Nadere informatie

Proefverslag. Signaleringstechnieken Duponchelia fovealis. Uitgevoerd door: DLV Facet. Wageningen, november Jeroen Zwinkels Helma Verberkt

Proefverslag. Signaleringstechnieken Duponchelia fovealis. Uitgevoerd door: DLV Facet. Wageningen, november Jeroen Zwinkels Helma Verberkt Proefverslag Uitgevoerd door: Wageningen, november 2006 Jeroen Zwinkels Helma Verberkt In samenwerking met diverse landelijke commissies van LT Groeiservice Begonia, Cyclaam en Kalanchoe Gefinancierd door:

Nadere informatie

Workshops LichtEvent 9 december Door: André Flinterman

Workshops LichtEvent 9 december Door: André Flinterman Workshops LichtEvent 9 december 2015 Door: André Flinterman Optimalisatie huidige belichting Om de lichtoutput van de lampen te verhogen is onderhoud essentieel. Ook om problemen te voorkomen. Waar moet

Nadere informatie

Alternatieve groeiremming kuipplanten

Alternatieve groeiremming kuipplanten Alternatieve groeiremming kuipplanten Alternatieven voor chemische groeiremming bij Solanum en Heliotropium Dik Krijger, Hans Schüttler. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector Glastuinbouw Projectnummer

Nadere informatie

Energiemanagement Alstroemeria

Energiemanagement Alstroemeria Energiemanagement Alstroemeria Energie-efficiënte temperatuurstrategie in relatie tot belichting voor de teelt van Alstroemeria Monica Kersten, Edwin Rijpsma en Gerrit Heij Wageningen UR Glastuinbouw november

Nadere informatie

Effecten opvoeren van assimilatielampen

Effecten opvoeren van assimilatielampen Effecten opvoeren van assimilatielampen Effect opvoeren van 400 en 600 Watt SON-T en Greenpowerlampen op het lichtspectrum van de lamp, de lichtopbrengst en de productie onder de lampen bij roos Ir. E.

Nadere informatie

Praktijkproef Super FK in Paprika 2010 bij de start van de teelt.

Praktijkproef Super FK in Paprika 2010 bij de start van de teelt. Praktijkproef Super FK in Paprika 20 bij de start van de teelt. Inleiding: Het doseren van Super FK zorgt primair voor een actiever/vegetatiever gewas, een betere en vollere gewasstand, met een betere

Nadere informatie

Spuitdemo plantversterkers & schimmelpreparaten wortelrotgevoelige gewassen.

Spuitdemo plantversterkers & schimmelpreparaten wortelrotgevoelige gewassen. PT koepelproject Spuitdemo plantversterkers & schimmelpreparaten wortelrotgevoelige gewassen. DLV Plant / Boomteelt Postbus 100 2770 AC Boskoop Italiëlaan 6 2391 PT Hazerswoude Dorp Opdrachtgever Productschap

Nadere informatie

1 Dagverlenging met LED-belichting bij chrysant in de teelt van moederplanten

1 Dagverlenging met LED-belichting bij chrysant in de teelt van moederplanten Verslag Doormeting LED-belichting Auteur: Bert Schamp 1 Dagverlenging met LED-belichting bij chrysant in de teelt van moederplanten Samenvatting In deze proef werden de Focus LED daglengtelamp + verrood

Nadere informatie

DORMANCY BEPALING AARDBEI

DORMANCY BEPALING AARDBEI projectverslag consultancy DORMANCY BEPALING AARDBEI UITGANGSMATERIAAL MET BEHULP VAN NIET- INVASIEVE METABOLISME (ZUURSTOF VERBRUIK) METINGEN (PT projectnummer 12810.07) IN OPDRACHT VAN PRODUCTSCHAP TUINBOUW

Nadere informatie

Teelt van Zaaiaster en Delphinium op water

Teelt van Zaaiaster en Delphinium op water Teelt van Zaaiaster en Delphinium op water In opdracht van Productschap Tuinbouw, Ball Holland, Bulbfust en Bloemenveiling Aalsmeer Onderzoek 2002 en 2003 Ing. H. Meester Maart 2004 SAMENVATTING Een aantal

Nadere informatie

Licht, belichting & kwaliteit. Tom Dueck, Wageningen UR Glastuinbouw KCB, 16 febr 2011

Licht, belichting & kwaliteit. Tom Dueck, Wageningen UR Glastuinbouw KCB, 16 febr 2011 Licht, belichting & kwaliteit Tom Dueck, Wageningen UR Glastuinbouw KCB, 16 febr 2011 Licht en Belichting Waarom belichten wij? Jaarrond teelt Productieverhoging -> groeilicht Kwaliteitverbetering -> stuurlicht

Nadere informatie

Teelt van Celosia op water

Teelt van Celosia op water Teelt van Celosia op water In opdracht van Productschap Tuinbouw, Ball Holland, Bulbfust, Jiffy Products en Bloemenveiling Aalsmeer Onderzoek 2002 en 2003 Ing. H. Meester Maart 2004 Tolweg 13 1681 ND Zwaagdijk-Oost

Nadere informatie

Groeiregulatie in Engels raaigras

Groeiregulatie in Engels raaigras Groeiregulatie in Engels raaigras Effect Moddus, Robbester, MCPA en stikstof op zaadopbrengst in 2013 In opdracht van en gefinancierd door Productschap Akkerbouw en Werkgroep graszaden en graszoden Postbus

Nadere informatie

Bladvlekken bij belichte potplanten

Bladvlekken bij belichte potplanten Bladvlekken bij belichte potplanten Onderzoek of de gele vlekken in belichte potplanten ontstaan door zetmeelophoping G.J.L. van Leeuwen N. Marissen M. Warmenhoven Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V.

Nadere informatie

Voorkomen bloemmisvorming en bloemverdroging in Zantedeschia

Voorkomen bloemmisvorming en bloemverdroging in Zantedeschia Voorkomen bloemmisvorming en bloemverdroging in Zantedeschia Effect van kasklimaat op bloemmisvorming P.J. van Leeuwen en J.P.T. Trompert Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, Bloembollen, Boomkwekerij &

Nadere informatie

LED verlichting in kassen:

LED verlichting in kassen: LED verlichting in kassen: met minder energie meer bloemen en groenten van betere kwaliteit Leo Marcelis Hoogleraar Tuinbouw en Productfysiologie Glastuinbouw: Nederland is wereldleider. Teelt van groenten,

Nadere informatie

Het Nieuwe Telen Potplanten

Het Nieuwe Telen Potplanten Het Nieuwe Telen Potplanten Meer zonlicht, wijde temperatuurgrenzen Filip van Noort (WUR Glastuinbouw), Marcel Lieffering 29 september 2010 Achtergrond onderzoek Sommige potplanten worden in Nederland

Nadere informatie

Effectiviteit en toepasbaarheid van Pentakeep Super in een vollegrondsteelt aardbeien

Effectiviteit en toepasbaarheid van Pentakeep Super in een vollegrondsteelt aardbeien Effectiviteit en toepasbaarheid van Pentakeep Super in een vollegrondsteelt aardbeien Aardbeiendemodag 2014 DLV Plant Postbus 6207 5960 AE Horst Expeditiestraat 16 a 5961 PX Horst T 077 398 75 00 F 077

Nadere informatie

Is het invriezen van narcissen cv. Tête-à-Tête op potjes tijdens of na de koeling risicovol?

Is het invriezen van narcissen cv. Tête-à-Tête op potjes tijdens of na de koeling risicovol? Is het invriezen van narcissen cv. Tête-à-Tête op potjes tijdens of na de koeling risicovol? Voortgezet diagnostisch onderzoek in 2006 Peter Vink en Peter Vreeburg Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V.

Nadere informatie

Energiebewust belichten: een hele kunst

Energiebewust belichten: een hele kunst Energiebewust belichten: een hele kunst Tom Dueck, Wageningen UR Glastuinbouw 10 november, 2009 Belichting in Nederland Tuinbouw onder glas 10 500 ha Glastuinbouw met kunstlicht - 2000 ha (19%) + 1% op

Nadere informatie

Belichting bij sla. Economische haalbaarheidsstudie. Marcel Raaphorst Jan Janse

Belichting bij sla. Economische haalbaarheidsstudie. Marcel Raaphorst Jan Janse Belichting bij sla Economische haalbaarheidsstudie Marcel Raaphorst Jan Janse Wageningen UR Glastuinbouw, Bleiswijk juni 2007 Projectnummer: 3242000149 2007 Wageningen, Wageningen UR Glastuinbouw Alle

Nadere informatie

Precisieplant tulp. Basis voor precisielandbouw. A.H.M.C. Baltissen, H. Gude, A. van der Lans, A. Haaster

Precisieplant tulp. Basis voor precisielandbouw. A.H.M.C. Baltissen, H. Gude, A. van der Lans, A. Haaster Precisieplant tulp Basis voor precisielandbouw A.H.M.C. Baltissen, H. Gude, A. van der Lans, A. Haaster Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, onderdeel van Wageningen UR Business Unit Bloembollen, Boomkwekerij

Nadere informatie

INVLOED VAN DIF OP DE GROEI VAN KUIPPLANTEN

INVLOED VAN DIF OP DE GROEI VAN KUIPPLANTEN Proeftuin Zuid-Nederland INVLOED VAN DIF OP DE GROEI VAN KUIPPLANTEN een oriënterend onderzoek r 1 K P P no \ 5 Horst, december 1997 Ing. C.A. de Beer Rapport Z10 «< s m i Ç0 ^

Nadere informatie

Workshops LichtEvent 9 december 2015

Workshops LichtEvent 9 december 2015 Workshops LichtEvent 9 december 2015 Door: André Flinterman Optimalisatie huidige belichting Om de lichtoutput van de lampen te verhogen is onderhoud essentieel. Ook om problemen te voorkomen. Waar moet

Nadere informatie

Kennis uitwisseling ervaringen met LED verlichting in de aardbeienteelt

Kennis uitwisseling ervaringen met LED verlichting in de aardbeienteelt Kennis uitwisseling ervaringen met LED verlichting in de aardbeienteelt juli 2010 Gefinancieerd door Productschap Tuinbouw Uitgevoerd door: Ing. Bart Vromans Bart.vromans@hortinova.nl Kennis uitwisseling

Nadere informatie

Bossigheid in Zantedeschia

Bossigheid in Zantedeschia Bossigheid in Zantedeschia Is vervroegd afsterven van weefselkweekplantjes en het daarna koud bewaren van de knollen een van de oorzaken van bossigheid P.J. van Leeuwen en J.P.T. Trompert Praktijkonderzoek

Nadere informatie

Bestrijding van Fusarium in lisianthus

Bestrijding van Fusarium in lisianthus Bestrijding van Fusarium in lisianthus 2014 PT nummer.: 14980 Proef nummer: 13485 Proeftuin Zwaagdijk Tolweg 13 1681 ND Zwaagdijk Phone +31 (0)228 56 31 64 Fax +31 (0)228 56 30 29 E-mail: proeftuin@proeftuinzwaagdijk.nl

Nadere informatie

VERSLAG. Invloed van lichtintensiteit en daglengte op de productie van Gerbera. Uitgevoerd door: DLV Facet

VERSLAG. Invloed van lichtintensiteit en daglengte op de productie van Gerbera. Uitgevoerd door: DLV Facet VERSLAG Facet Invloed van lichtintensiteit en daglengte op de productie van Gerbera Uitgevoerd door: DLV Facet Wageningen, Oktober 2005 Gerben Wessels Helma Verberkt Proeftuin Zwaagdijk Hans Meester Gefinancierd

Nadere informatie

Groeibeheersing Ilex verticillata

Groeibeheersing Ilex verticillata Groeibeheersing Ilex verticillata DLV Plant Postbus 100 2770 AC Boskoop Italiëlaan 6 2391 PT Hazerswoude Dorp T 0172 21 28 27 In opdracht van Landelijke Commissie Zomerbloemen LTO Groeiservice Ilex telers

Nadere informatie

Organische bemesting in pot- en containerteelt.

Organische bemesting in pot- en containerteelt. Organische bemesting in pot- en containerteelt. Postsbus 7001 6700 CA Wageningen Agro Business Park 65 6708 PV Wageningen www.delphy.nl In opdracht van Gefinancierd door: DCM - Valkenburgseweg 62a 2223

Nadere informatie

Teelt van Ageratum op water

Teelt van Ageratum op water Teelt van Ageratum op water In opdracht van Productschap Tuinbouw, Ball Holland, Bulbfust, Jiffy en Bloemenveiling Aalsmeer Onderzoek 2002 en 2003 Ing. H. Meester Maart 2004 Tolweg 13 1681 ND Zwaagdijk-Oost

Nadere informatie

Effect van daksproeier of hoge druknevel op kasklimaat en waterhuishouding bij komkommer

Effect van daksproeier of hoge druknevel op kasklimaat en waterhuishouding bij komkommer Effect van daksproeier of hoge druknevel op kasklimaat en waterhuishouding bij komkommer A. de Gelder en R. de Graaf Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Business Unit Glastuinbouw Februari 25 PPO nr.

Nadere informatie

Invloed klimaat op planttemperatuur. toepassing warmtebeeldcamera. PT Projectnummer: 14266.01

Invloed klimaat op planttemperatuur. toepassing warmtebeeldcamera. PT Projectnummer: 14266.01 Invloed klimaat op planttemperatuur potplanten en toepassing warmtebeeldcamera DLV Plant Postbus 71 67 CA Wageningen Agro Business Park 65 678 PV Wageningen PT Projectnummer: 14266.1 Gefinancierd door

Nadere informatie

BESTRIJDING VAN VALSE MEELDAUW IN PETERSELIE

BESTRIJDING VAN VALSE MEELDAUW IN PETERSELIE BESTRIJDING VAN VALSE MEELDAUW IN PETERSELIE In opdracht van Productschap Tuinbouw April 2004 Ing. C. Oostingh Proeftuin Zwaagdijk Tolweg 13 1681 ND Zwaagdijk-Oost Telefoon (0228) 56 31 64 Fax (0228) 56

Nadere informatie

Groeiregulatie bij Solanum rantonetti

Groeiregulatie bij Solanum rantonetti Groeiregulatie bij Solanum rantonetti Effect van belichting en lage teelttemperatuur Filip van Noort, Marco ten Hoope, Hendrik-Jan van Telgen Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Business Unit Glastuinbouw

Nadere informatie

Toepassing assimilatiebelichting bij Bromelia

Toepassing assimilatiebelichting bij Bromelia Toepassing assimilatiebelichting bij Bromelia Belichtingsniveau en belichtingsduur in relatie tot voeding M.G. Warmenhoven & N. García Rapport 201 Toepassing assimilatiebelichting bij Bromelia Belichtingsniveau

Nadere informatie

Belichtingsonderzoek Alstroemeria en

Belichtingsonderzoek Alstroemeria en Belichtingsonderzoek Alstroemeria 2007-2008 en 2008-2009 DLV Plant Postbus 7001 6700 CA Wageningen Agro Business Park 65 6708 PV Wageningen T 0317 49 15 78 F 0317 46 04 00 In opdracht van De landelijke

Nadere informatie

Stuurlicht: wat kunnen we ermee 2. Licht Event 10 december 2014 Arca Kromwijk, Wageningen UR Glastuinbouw

Stuurlicht: wat kunnen we ermee 2. Licht Event 10 december 2014 Arca Kromwijk, Wageningen UR Glastuinbouw Stuurlicht: wat kunnen we ermee 2 Licht Event 10 december 2014 Arca Kromwijk, Wageningen UR Glastuinbouw arca.kromwijk@wur.nl Stuurlicht Freesia Normaal assimilatielicht (SON-T 35 µmol/m 2 /s) met stuurlicht

Nadere informatie

Effect van fosfaatreductie op de andere (hoofd)elementen bij de teelt van eenjarige zomerbloeiers

Effect van fosfaatreductie op de andere (hoofd)elementen bij de teelt van eenjarige zomerbloeiers Effect van fosfaatreductie op de andere (hoofd)elementen bij de teelt van eenjarige zomerbloeiers WUR Glastuinbouw: M.G. Warmenhoven, F. van Noort DLV Plant: T. Dijkstra, H. Verberkt Wageningen UR Glastuinbouw,

Nadere informatie

Kastanjemineermot. ZLTO St. Projectbureau Boomkwekerij Onderwijsboulevard DE Den Bosch. Screening middelen 2012

Kastanjemineermot. ZLTO St. Projectbureau Boomkwekerij Onderwijsboulevard DE Den Bosch. Screening middelen 2012 DLV Plant / Boomteelt Postbus 100 2770 AC Boskoop Italiëlaan 6 2391 PT Hazerswoude Dorp Opdrachtgever ZLTO St. Projectbureau Boomkwekerij Onderwijsboulevard 225 5223 DE Den Bosch Uitvoering DLV Plant /

Nadere informatie

Chemische bestrijding van Corynespora in Saintpaulia

Chemische bestrijding van Corynespora in Saintpaulia Chemische bestrijding van Corynespora in Saintpaulia Effectiviteit en werkingsduur Jos Wubben, Conny Lanser en Hans Schüttler Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector Glastuinbouw Juli 2004 PPO 4110

Nadere informatie

Energiebesparing in de teelt van Cyclamen

Energiebesparing in de teelt van Cyclamen Energiebesparing in de teelt van Cyclamen Met behoud van kwaliteit Jeroen van der Hulst Claudia Jilesen Marleen Esmeijer Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector Glastuinbouw Projectnummer 413070

Nadere informatie

Grip op licht. Meer energie besparing bij Het Nieuwe Telen Potplanten met meer natuurlijk licht en verbeterde monitoring. Arenasessie 1 okt 2013

Grip op licht. Meer energie besparing bij Het Nieuwe Telen Potplanten met meer natuurlijk licht en verbeterde monitoring. Arenasessie 1 okt 2013 Grip op licht Meer energie besparing bij Het Nieuwe Telen Potplanten met meer natuurlijk licht en verbeterde monitoring Arenasessie 1 okt 2013 Finaniering Kas als Energiebron van het PT en EZ Financiering

Nadere informatie

Vervolgonderzoek smalbladigheid bij groene en bonte potplanten

Vervolgonderzoek smalbladigheid bij groene en bonte potplanten Vervolgonderzoek smalbladigheid bij groene en bonte potplanten DLV Plant Postbus 7001 6700 CA Wageningen Agro Business Park 65 6708 PV Wageningen T 0317 49 15 78 F 0317 46 04 00 E info@dlvplant.nl www.dlvplant.nl

Nadere informatie

Invloed van spuiwater op de bladvertering

Invloed van spuiwater op de bladvertering Invloed van spuiwater op de bladvertering Toepassing van spuiwater in het najaar ter bevordering van de bladvertering Effect op schurft DLV Plant Postbus 840 5280 AV Boxtel Heesterakker 2F 5281 LV Boxtel

Nadere informatie

LED licht bij zonlicht. LED licht bij zonlicht. Lichtkleuren: effecten op planten. Lichtkleuren: effecten op planten IDC-LED.

LED licht bij zonlicht. LED licht bij zonlicht. Lichtkleuren: effecten op planten. Lichtkleuren: effecten op planten IDC-LED. LED licht bij zonlicht LED licht bij zonlicht Gewasbijeenkomst komkommer Bleiswijk, 28 maart 2019 Anja Dieleman, Kees Weerheim en Jan Janse Doel: komen tot goede basisspectra voor LED licht als aanvulling

Nadere informatie

WERKING VAN DE HULPSTOF ELASTO G5 IN COMBINATIE MET DE GROEIREGULATOR DAMINOZIDE IN SIERGEWASSEN INHOUD

WERKING VAN DE HULPSTOF ELASTO G5 IN COMBINATIE MET DE GROEIREGULATOR DAMINOZIDE IN SIERGEWASSEN INHOUD WERKING VAN DE HULPSTOF ELASTO G5 IN COMBINATIE MET DE GROEIREGULATOR DAMINOZIDE IN SIERGEWASSEN INHOUD IN EEN NOTEDOP. 2 Pag. PROEVEN. 2 -Hortensia. 3 -Petunia.. 4 -Verbena. 4 -Sutera. 4 -Campanula. 4

Nadere informatie

Cultuur- en gebruikswaardeonderzoek industriespinazie 2002 Voorjaarszaai. H. de Putter

Cultuur- en gebruikswaardeonderzoek industriespinazie 2002 Voorjaarszaai. H. de Putter Cultuur- en gebruikswaardeonderzoek industriespinazie 2002 Voorjaarszaai H. de Putter Praktijkonderzoek Plant & Omgeving BV. Projectrapport nr. 110118 2001 Wageningen, Praktijkonderzoek Plant & Omgeving

Nadere informatie

Zure bollen herkennen door middel van thermografie

Zure bollen herkennen door middel van thermografie Zure bollen herkennen door middel van thermografie DLV Plant Postbus 7001 6700 CA Wageningen Agro Business Park 65 6708 PV Wageningen In opdracht van: Sectorcommissie Bloembollen Gefinancierd door: Productschap

Nadere informatie

Bestrijding van koolvlieg in radijs

Bestrijding van koolvlieg in radijs Bestrijding van koolvlieg in radijs A.A.E. Bulle, G.J. Messelink Wageningen UR Glastuinbouw, Wageningen augustus 2007 Projectnummer 3242018600 2007 Wageningen, Wageningen UR Glastuinbouw Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Teelt van Trachelium op water

Teelt van Trachelium op water Teelt van Trachelium op water In opdracht van Productschap Tuinbouw, Ball Holland, Bulbfust, Jiffy en Bloemenveiling Aalsmeer Onderzoek 2002 en 2003 Ing. H. Meester Maart 2004 SAMENVATTING De teelt van

Nadere informatie

INVLOED TOPPEN OPGROEI ENONTWIKKELING VAN POT- CHRYSANT EN KALANCHOE

INVLOED TOPPEN OPGROEI ENONTWIKKELING VAN POT- CHRYSANT EN KALANCHOE Proefstation voor Bloemisterij en Glasgroente ISSN 185-015 Vestiging Aalsmeer Linnaeuslaan 2a, 11 JV Aalsmeer Tel. 0297-52525, fax 0297-52270 INVLOED TOPPEN OPGROEI ENONTWIKKELING VAN POT- CHRYSANT EN

Nadere informatie

Kennisuitwisseling belichte aardbeienteelt

Kennisuitwisseling belichte aardbeienteelt Kennisuitwisseling belichte aardbeienteelt April 2007 Gefinancieerd door Productschap Tuinbouw Uitgevoerd door: Ing. Bart Vromans Bart.vromans@lucel.nl INHOUDSOPGAVE Samenvatting Inleiding Plan van aanpak

Nadere informatie

Effect pottemperatuur op vroegtijdige lipverkleuring bij Cymbidium

Effect pottemperatuur op vroegtijdige lipverkleuring bij Cymbidium Effect pottemperatuur op vroegtijdige lipverkleuring bij Cymbidium Arca Kromwijk en Peter Schrama Rapport 332 2010 Wageningen, Wageningen UR Glastuinbouw Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave

Nadere informatie

Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector glastuinbouw

Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector glastuinbouw Bestrijding van Echinothrips americanus in Dieffenbachia Juliette Pijnakker, Peter Korsten, Debbie Elstgeest (Benfried), Mädeli Hennekam (Entocare), project 41280108 Praktijkonderzoek Plant & Omgeving

Nadere informatie

Mogelijkheden tot minder verbruik remstoffen in Hortensia Deel A: Hulpstoffen

Mogelijkheden tot minder verbruik remstoffen in Hortensia Deel A: Hulpstoffen Mogelijkheden tot minder verbruik remstoffen in Hortensia DLV Plant Postbus 7001 6700 CA Wageningen Agro Business Park 65 6708 PV Wageningen T 0317 49 15 78 F 0317 46 04 00 In opdracht van Landelijke Hortensia

Nadere informatie

LED als groeilicht; Wat weten we nu? Lisanne Helmus (Delphy IC) & Kees Weerheim (WUR Glastuinbouw). Energiek event 5 april 2018.

LED als groeilicht; Wat weten we nu? Lisanne Helmus (Delphy IC) & Kees Weerheim (WUR Glastuinbouw). Energiek event 5 april 2018. LED als groeilicht; Wat weten we nu? Lisanne Helmus (Delphy IC) & Kees Weerheim (WUR Glastuinbouw). Energiek event 5 april 2018. Belichting in de glastuinbouw Jaarrond gevraagde kwaliteit en kwantiteit

Nadere informatie

LED-verlichting in de praktijk

LED-verlichting in de praktijk LED-verlichting in de praktijk Liesbet Blindeman Destelbergen 8 juni 2011 Inhoud Wat is een LED en wat zijn de voordelen Toepassingen in de sierteelt Teelt van snijrozen Perkplanten Forcerie Azalea Kamerplanten

Nadere informatie

Onderzoek naar de gevoeligheid van aardappelrassen voor kringerigheid, op percelen met Trichodorus primitivus besmet met tabaksratelvirus.

Onderzoek naar de gevoeligheid van aardappelrassen voor kringerigheid, op percelen met Trichodorus primitivus besmet met tabaksratelvirus. Onderzoek naar de gevoeligheid van aardappelrassen voor kringerigheid, op percelen met Trichodorus primitivus besmet met tabaksratelvirus. E.G. Schepel HLB BV Februari 2007 Projectnummer: 2993 Dit project

Nadere informatie

Verduisteringsmogelijkheden bij potchrysant

Verduisteringsmogelijkheden bij potchrysant Verduisteringsmogelijkheden bij potchrysant DLV Plant Postbus 71 67 CA Wageningen Agro Business Park 65 678 PV Wageningen In opdracht van Landelijke commissie Potchrysant LTO Groeiservice Gefinancierd

Nadere informatie

Groeiregulatie in Engels raaigras

Groeiregulatie in Engels raaigras Groeiregulatie in Engels raaigras Effect Moddus, Actirob, MCPA en middel X op zaadopbrengst in 2012 In opdracht van en gefinancierd door Productschap Akkerbouw en Werkgroep graszaden en graszoden Postbus

Nadere informatie

Hasten Chrysant mineervlieg-spint

Hasten Chrysant mineervlieg-spint ng abamectine/kg blad) Hasten Chrysant mineervlieg-spint Uitgave SURfaPLUS Trading Maart 21 INHOUD: EFFECT HASTEN OP OPNAME ABAMECTINE IN CHRYSANTEN (PAG 1) FYTOTOXICITEIT TEST 25 (2) FYTOTOXICITEIT ONDERZOEK

Nadere informatie

Alternatieve groeibeheersingsmethode éénjarige zomerbloeiers

Alternatieve groeibeheersingsmethode éénjarige zomerbloeiers Facet Alternatieve groeibeheersingsmethode éénjarige zomerbloeiers Uitgevoerd door: DLV Facet Wageningen, september 2003 Jeroen van Buren Teake Dijkstra Helma Verberkt Gerard Meuffels In samenwerking met

Nadere informatie