Bijlage 1. Technische werkomschrijving Keuring elektrische installaties

Transcriptie

1 Bijlage 1 Technische werkomschrijving Keuring elektrische installaties Eisnr. Omschrijving Datum: Algemene omschrijving werkzaamheden 1. De gemeente, hierna te noemen de opdrachtgever is voornemens om al haar elektrische installaties de laten inspecteren. Het doel is om de risico s vanwege onveilige situaties zoveel mogelijk te beperken zodat calamiteiten en ongevallen worden voorkomen door onderstaande werkzaamheden uit te voeren. a. Het actualiseren van de tekeningen van de elektrische installaties. b. Het grondig inspecteren van de elektrische installaties conform de hiervoor geldende wettelijke norm. c. Herstellen van geconstateerde gebreken in overleg met de opdrachtgever op basis van vooraf afgesproken tarieven. Voorkomen moet worden dat, na uitvoering van de opdracht, de opdrachtgever door derden aansprakelijk kan worden gesteld vanwege gebreken aan de elektrische installaties. Indien de opdracht is afgerond en opgeleverd voldoet de opdrachtgever voor de veiligheid van de elektrische installaties voor dit deel aan haar zorgplicht. Wet- en regelgeving. 2. De keuring van de elektrische installaties dient volgens de NEN 3140 uitgevoerd worden conform de NEN 1010: C1:2008 inclusief laatste interpretaties en aanvullingen. Doestelling is om de controleren of de installatie nog veilig te gebruiken is en eventuele gebreken duidelijk worden vastgelegd. Omvang van de werkzaamheden. 3. Omvang van de werkzaamheden wordt inzichtelijk gemaakt via het totaal overzicht objecten, waarbij de objecten per cluster zijn weergegeven (bijlage 2). a. De overzichten van de objecten per cluster zijn indicatief, maar zijn zo goed als mogelijk in overeenstemming met de werkelijke situatie. b. De opdrachtgever behoud het recht om objecten te verwijderen en/of toe te voegen afgestemd op de meest actuele situatie gedurende de uitvoering van de opdracht. c. Indien de codering van de objectnummers nog niet is aangegeven dient deze in overleg met de opdrachtgever in de aan te leveren rapportages en tekeningen te worden verwerkt De objecten kunnen worden onderscheiden in: a. de onderstaande clusters zoals weergegeven in bijlage 2 a1 t/m a Gemeentelijke gebouwen (bijlage 2.a.1). Dit zijn alle gemeentelijke gebouwen, o.a. wijk- en sportgebouwen en andere objecten zoals bijvoorbeeld fonteinen, milieustraat, etc. voorzien van een elektrische installatie. De omvang van de installaties is erg divers van vrij grote installaties zoals stadskantoor en parkeergarage tot een fietsenstalling. 2. Bergbezinkbassins, pompgemalen en drukriolering (bijlage 2.a.2).. De installaties van de drukriolering onderscheiden zich in hoofdkasten met de voeding van het energiebedrijf en hoofdverdeelkast en hierop aangesloten de dochterkasten. In de hoofdkasten kan enkel een verdeelkast zitten \JO\0012

2 waarop de dochterkasten aangesloten zijn, maar ook is het mogelijk dat hier direct de besturing van een pompgemaal in gebouwd is. De hoofdkasten zijn niet identiek. Vaak zijn de dochterkasten van de drukriolering wel op dezelfde wijze samengebouwd. We onderscheiden hierbij ca. 3 verschillende soorten dochterkasten die op dezelfde wijze zijn samengebouwd. Het betreft de installaties van de totale waterhuishouding van de gemeente Etten-Leur. De installaties van de afzonderlijke pompgemalen komen wel redelijk met elkaar overeen, echter zijn deze niet identiek. 3. Evenementenaansluitingen (bijlage 2.a.3). Dit zijn veldkasten met hierin de voeding van het energiebedrijf en een verdeelkast met enkele wandcontactdozen. De evenementenkasten zijn ieder voor zich samengebouwd en zijn dus niet identiek. 4. Perscontainers (bijlage 2.a.4). Dit zijn veldkasten nabij een perscontainer met hierin de voeding van het energiebedrijf en een aansluiting van een perscontainer. In enkele kasten zijn ook nog enkele wandcontactdozen gemonteerd voor algemeen gebruik. Hoewel nagenoeg het zelfde samengebouwd zijn deze kasten niet identiek. 5. Digitale informatieborden (bijlage 2.a.5). Dit zijn veldkasten nabij een digitaal informatiebord met hierin de voeding van het energiebedrijf en een verdeelkast met alleen de aansluiting van het betreffende digitale informatiebord. 6. VRI s (Verkeers- Regel Installaties (bijlage 2.a.6). Dit zijn veldkasten nabij een VRI met hierin de voeding van het energiebedrijf en een verdeelkast met alleen de aansluiting van de betreffende verkeersregelinstallatie. 7. Parkeermeters (bijlage 2.a.7). Dit betreft de een parkeermeter met hierin de voeding van het energiebedrijf. Het betreft hier een specifieke installatie van de parkeermeter zelf. De installaties zijn identiek, waardoor op basis van steekproef de inspectie uitgevoerd kan worden. Op basis van steekproef onder vermelding van objectnummer. 8. OV (Openbare Verlichting) (bijlage 2.a.8). Deze bestaat uit ca lichtmasten zoals deze in de gehele gemeente geplaatst zijn verdeel over ca. 148 ontstekingspunten van het energiebedrijf. Het totale ov-net valt onder verantwoordelijkheid van het energiebedrijf. De installatie in de lichtmast achter de zekering valt onder verantwoordelijkheid van de gemeente en daarom ook binnen deze opdracht. De installaties zijn nagenoeg identiek waardoor op basis van steekproef de van het ontstekingspunt samen met de straat en lichtmastnummer. 9. OV Plattegrondborden (bijlage 2.a.9). De plattegrondborden verdeeld over de gemeente zijn voorzien van verlichting die over het algemeen op dezelfde wijze op het ov-net is aangesloten dan een lichtmast zoals omschreven onder eis 3.1.a.8. De installaties zijn nagenoeg identiek waardoor op basis van steekproef de van het ontstekingspunt samen met het objectnummer. Pagina 2 van 10

3 10. OV Informatie- en wijkborden (bijlage 2.a.10). De informatie- en wijkborden verdeeld over de gemeente zijn voorzien van verlichting die over het algemeen op dezelfde wijze op het ov-net is aangesloten dan een lichtmast zoals omschreven onder eis 3.1.a.8. De installaties zijn nagenoeg identiek waardoor op basis van steekproef de van het ontstekingspunt samen met het objectnummer. 11. OV ANWB verlichte wegwijzers (bijlage 2.a.11). De ANWB verlichte wegwijzers verdeeld over de gemeente zijn voorzien van verlichting die over het algemeen op dezelfde wijze op het ov-net is aangesloten dan een lichtmast zoals omschreven onder eis 3.1.a.8. De installaties zijn nagenoeg identiek waardoor op basis van steekproef de van het ontstekingspunt samen met het objectnummer. 12. OV Abri s (bijlage 2.a.12). De Abri zijn buswachthuisjes verdeeld over de gemeente die voorzien zijn van verlichting die over het algemeen op dezelfde wijze op het ov-net is aangesloten dan een lichtmast zoals omschreven onder eis 3.1.a.8. De installaties zijn nagenoeg identiek waardoor op basis van steekproef de van het ontstekingspunt samen met het objectnummer. 13. OV Achterpaden (bijlage 2.a.13). Op diverse plaatsen is verlichting geplaatst in achterpaden en brandgangen. Deze verlichting is vaak onderling doorgelust en als geheel als zijnde een lichtmast op het ov-net aangesloten zoals omschreven onder eis 3.1.a.8. De installaties zijn nagenoeg identiek waardoor op basis van steekproef de van het ontstekingspunt samen met het objectnummer. 14. OV Gemeentelijke objecten (bijlage 2.a.14). Diverse gebouwen of ander objecten binnen de gemeente worden op een bepaalde manier aangelicht. Deze verlichting is op dezelfde wijze op het ov-net is aangesloten dan een lichtmast zoals omschreven onder eis 3.1.a De Tekeningen dienen te worden geactualiseerd. Doelstelling is om binnen de opdracht ervoor zorg te dragen dat door een duidelijk tekeningenpakket van de verschillende installaties de overzichtelijkheid van de installaties en daarmee ook de elektrische veiligheid wordt geborgd. Indien nog niet compleet dient het tekeningen pakket per object volledig digitaal geactualiseerd te worden met: a. Een duidelijk leesbare afdruk van alle installatietekeningen- en schema s op elke locatie bij de hoofdverdeelkast. b. Voor de lichtmasten van de openbare verlichting kan worden volstaan met enkele alternatieven voor bijvoorbeeld lichtmasten met 1 of meerdere armaturen. c. Voor de objecten die zijn aangesloten op de openbare verlichting kan per cluster vaak worden volstaan met 1 set tekeningen per cluster. Pagina 3 van 10

4 d. Indien tijdens uitvoering van de werkzaamheden blijkt dat er meerdere alternatieven moeten worden uitgewerkt, dient dit verrekend te worden op basis van de bedragen per stuk zoals op het inschrijfbiljet per cluster is aangegeven. 5. De keuring van alle installaties dient te worden uitgevoerd op de vaste installaties De inspectie van de elektrisch installaties bestaat uit: a. Een visuele inspectie b. Controle op veiligheidsaspecten door meting en beproeving. c. Rapportage van de geconstateerde gebreken Onderstaande onderdelen worden uitgesloten: a. Verplaatsbare toestellen die via een wandcontactdoos zijn aangesloten. b. Vast aangesloten regelkasten van klimaatinstallaties, beveiligingsinstallaties, toegangscontrole, machines, roldeuren, hijswerktuigen, liftinstallaties alleen van het cluster Gemeentelijke gebouwen. 6. De herstelwerkzaamheden conform de gerapporteerde gebreken naar aanleiding van de keuring van de elektrische installaties dienen uitgevoerd te worden, zodat een certificaat afgegeven kan worden dat de installaties voldoen aan de NEN Totale uitvoering van de werkzaamheden volgens eis 4, 5 en 6 dienen zo efficiënt mogelijk uitgevoerd worden. Het opname voor het actualiseren van de tekeningen, keuring van de elektrische installatie en het uitvoeren van de herstelwerkzaamheden dienen op locatie zoveel mogelijk in een arbeidsgang uitgevoerd te worden. Tekeningen 8. Doelstelling is om zorg te dragen voor een volledig geactualiseerd tekeningenpakket en daarmee ook de elektrische veiligheid te borgen. 9. De opdrachtgever zal zorg dragen voor installatietekeningen en schema s voor zover deze beschikbaar zijn. 10. Indien de door de opdrachtgever aanleverde tekeningen afwijken ten opzichte van de onder eis 11 omschreven voorwaarden zal de opdrachtnemer ervoor zorg dragen dat de tekeningen worden aangepast aan de werkelijke situatie van dat moment na het uitvoeren van eventuele herstelwerkzaamheden. 11. Indien de installatietekeningen niet aanwezig zijn dienen alsnog tekeningen van de elektrische installatie gemaakt te worden zoals onderstaand is aangegeven Tekeningenlijst. a. Aangegeven een overzicht van de aanwezige tekeningen met per tekening. 15. File 16. Onderdeel 17. Onderwerp 18. Schaal 19. Datum 20. Formaat Installatietekening. a. Volgens de wettelijk voorgeschreven eisen, met onder andere. 1. Plaats en codering van de schakel- en verdeelinrichtingen. 2. Groepsaanduiding installatiecomponenten. 3. Codering van schakelaars met bijbehorende verlichtingsarmaturen. 4. Omschrijving van afzonderlijke eindgroepen. 5. De bouwkundige onderlegger zal door de gemeente als Xref worden aangeleverd voor de installatietekening. 6. Bij schakel- en verdeelinrichtingen in de openbare ruimte is het niet noodzakelijk een installatietekening te vervaardigen. Wel dient in het installatieschema bij de groepen de codering van hierop aangesloten sub schakel- en verdeelinrichtingen aangegeven te worden Installatieschema. Pagina 4 van 10

5 a. Volgens de wettelijk voorgeschreven eisen, met nummering groepen- en eindgroepen en kastcodering. 1. Bij de hoofdkasten van de drukriolering dient ook de kabellengte en de codering en adres van de aangesloten dochterkasten te worden vermeld Stroomkringschema. a. Alleen noodzakelijk wanneer dit van toepassing is en besturing van bepaalde componenten in de verdeelkast aanwezig is, zoals relais, bedieningselementen, in of buiten de verdeelkast, etc.. Uitvoeren volgens de wettelijk voorgeschreven eisen, met onder andere. 2. Juiste codering van bijvoorbeeld relais en andere van toepassing zijnde installatiecomponenten De codering van de tekeningen en de bestanden van de tekeningen dienen zoveel mogelijk uniform te zijn en afgestemd te worden met de opdrachtgever De tekeningen dienen uitgevoerd te worden met de juiste mappenstructuur, rechteronderhoek, laagindeling en symbolen volgens Voorbeeld structuur mappen laagindeling en codering is aangegeven (bijlage 2.f). 12. Indien niet aanwezig dient de opdrachtnemer ervoor zorg te dragen dat onderstaande afdrukken duidelijk leesbaar op locatie aanwezig zijn De installatietekening bij de hoofdschakel- en verdeelinrichting Bij alle schakel- en verdeelinrichtingen een installatieschema. 13. Het complete tekeningenpakket bij oplevering van de werkzaamheden digitaal aan te leveren in dwg-formaat in de juiste mappenstructuur en laagindeling Na uitvoering van de totale opdracht dienen de tekeningen geheel te voldoen aan de geldende voorschriften en dienen de meest recente elektrotechnische tekeningen op locatie aanwezig te zijn. De eerste geactualiseerde tekeningen binnen een maand na opdracht en per maand geactualiseerd aan te leveren. Het totaal uiterlijk bij oplevering aan te leveren. Inspectie visueel. 14. De visuele controle moet aan de hand van Controlelijst visuele inspectie worden uitgevoerd (bijlage 2.b). 15. De algehele indruk van de installaties wordt vastgelegd voor de onstaande aspecten en in een overzicht per object vastgelegd (bijlage 2c). a. Totale indruk van de installatie en verdeelkasten. b. Tekeningenpakket van de installatie. c. Aanrakingsgevoeligheid van de installatie. d. Overzichtelijkheid van de installatie. e. Overzichtelijkheid van de verdeelkasten. f. Kwaliteit van de installatie. g. Veiligheid t.b.v. gebruiker. h. Veiligheid t.b.v. onderhoud. i. Veiligheid t.b.v. brandgevaar. 16. Eis 15 zoals onderstaand per object te classificeren. a. Voldoende (V). b. Redelijk (R). c. Matig (M). d. Onvoldoende (O). 17. De algehele indruk van de verdeelkasten, tekeningenpakket en de installatie zelf met betrekking tot overzichtelijkheid, kwaliteit en veiligheid dienen in een overzichtelijke rapportage vast te worden gelegd in het Excel bestand (bijlage 2.c). Een eerste overzicht binnen een maand na opdracht en per maand geactualiseerd aan te leveren. Het totaal uiterlijk bij oplevering aan te leveren. Pagina 5 van 10

6 Vastlegging door middel van (thermografische) foto s 18. Van alle verdeelinrichtingen dient een digitale kleurenfoto te worden gemaakt van de situatie na het herstellen van eventuele gebreken. Op de foto's moet het vooraanzicht de gehele verdeelinrichting zichtbaar zijn, 1 foto met beschermkappen en 1 foto van de binnenzijde zonder de beschermkappen. 19. Alle gebreken dienen door middel van foto s digitaal te worden vastgelegd. 20. Indien hiertoe aanleiding is tijdens de visuele controle door bijvoorbeeld duidelijk waarneembare warmteontwikkeling en/of verkleuring van spanningsrail of andere componenten in de schakel- en verdeelinrichting dient hiervan een thermografische foto gemaakt te worden. 21. De digitale fotobestanden dienen te beginnen met de codering van het betreffende object met een korte aanduiding van de aard van de fout of andere omschrijving. Dit nader af te stemmen met de opdrachtgever. 22. De digitale foto s kwaliteit van 5 Megepixels via een usb stick aan te leveren. Een eerste overzicht binnen een maand na opdracht en per maand geactualiseerd aan te leveren. Het totaal uiterlijk bij oplevering aan te leveren. Inspectie door meting en beproeving. 23. Metingen en beproevingen dienen tijdens de inspectie uitgevoerd te worden conform de Controlelijsten meting en beproeving (bijlage 2.d1 t/m d5). De resultaten van de metingen dienen in een overzichtelijke rapportage vast te worden gelegd in het Excel bestand (bijlage 2.d1 t/m d5). Een eerste overzicht binnen een maand na opdracht en per maand geactualiseerd aan te leveren. Het totaal uiterlijk bij oplevering aan te leveren Weerstand van beschermingsleidingen (Rpe) (bijlage 2.d1). a. Het doel van deze meting is controleren of de weerstand van de beschermingsleidingen van wandcontactdozen, voor algemeen gebruik, niet te hoog is. b. Deze meting wordt uitgevoerd op de beschermingscontacten van wandcontactdozen en op het uitwendige van aangesloten apparatuur, waarvan het gestel verbonden dient te zijn met de beschermingsleiding. c. Minimaal 1 aansluiting per eindgroep Aardverspreidingsweerstand (bijlage 2.d2). a. Het doel van deze meting is om zeker te stellen dat, bij een aardfout, de Aardverspreidingsweerstand voldoende laag is om een kortsluitstroom te laten lopen, die de beveiliging binnen de in de norm gestelde tijd laat aanspreken Impedantie van de foutstroomketen in het stroomstelsel (Zs) (bijlage 2.d3). a. Het doel van deze meting is controleren of de impedantie van het foutstroomcircuit voldoende laag is, om bij het optreden van een aardfout een kortsluitstroom te laten lopen die de beveiliging, binnen de in de norm gestelde tijd laat aanspreken. b. Deze meting wordt uitgevoerd op de schakel- en verdeelinrichtingen in de installatie en niet op eindgroepen (hiervoor dient RPE-meting) Isolatieweerstand van de installatie (Riso) (bijlage 2.d4). a. Het doel van deze meting is controleren of de isolatiewaarde van bekabeling en verdeelsystemen nog voldoende hoog is zodat brandgevaar en gevaarlijke aanrakingsspanningen voorkomen worden. b. Deze meting wordt uitgevoerd vanuit de schakel- en verdeelinrichtingen de installatie in. c. Om te voorkomen dat er schade ontstaat aan apparatuur worden fase en nul van de spanningsloze groep met elkaar verbonden en vervolgens wordt, ten opzichte van aarde, gemeten. d. Indien mogelijk zal dit voor de gehele installatie in één keer gemeten worden vanaf de hoofdverdeler. Wanneer dit een te lage meetwaarde geeft of wanneer dit niet Pagina 6 van 10

7 mogelijk is in verband met de bedrijfsvoering zal deze meting bij onderverdelers of per eindgroep plaatsvinden. e. Deze meting valt onder de spanningsloze metingen waarvoor (delen van) de installatie spanningsloos gemaakt moet worden Aanspreektijd van aardlekbeveiligingen (bijlage 2.d5). a. Het doel van deze meting is controleren of de aanspreekstroom voldoet aan de, in de norm, gestelde eisen. b. Deze meting wordt bij elke aardlekschakelaar uitgevoerd door een aardfoutstroom te simuleren en de duur van de uitschakeltijd te bepalen. Ook de werking van de testknop wordt gecontroleerd. c. Deze meting valt onder de spanningsloze metingen waarvoor per (verzameling van) eindgroep(en) de installatie spanningsloos geschakeld zal worden. 24. Bij oplevering dient te worden aangegeven met welke meetinstrumenten de metingen uitgevoerd zijn. 25. Van elk meetinstrument dient een certificaat worden aangeleverd waaruit blijkt dat het meetinstrument voldoet aan de vereiste normen en wanneer deze voor het laatst is geijkt. Rapportage gebreken, fouten en herstellen gebreken. 26. Gebreken en fouten ten opzichte van de NEN 1010: C1:2008 inclusief laatste interpretaties en aanvullingen dienen in een rapportage vast te worden gelegd. 27. Rapportages worden afzonderlijk per object opgesteld onder vermelding van de juiste objectcode. 28. Alle uit de inspectie van de elektrische installatie voort komende gebreken en fouten zoals gerapporteerd conform eis 15 tot en met 25 dienen hersteld te worden Van de uitgevoerde werkzaamheden per object een duidelijke omschrijving aan te leveren met specificatie van toegepaste materialen, o.a. inclusief merk, type, aantal, enz., en een specificatie van de bestede uren Eventueel uitkomende materialen dienen per object te worden verzameld op de gemeentewerf aan de Hermelijnweg 1 te Etten-Leur en dienen door de opdrachtnemer na goedkeuring van de opdrachtgever op een milieuvriendelijke wijze te worden afgevoerd De kosten kunnen worden verrekend op basis van: a. Het overeengekomen uurloon conform inschrijfbiljet. b. Het overeengekomen percentage op de toegepaste materialen conform inschrijfbiljet. 29. De gebreken van de visuele controle en de metingen en beproevingen worden samen met de herstelwerkzaamheden voor de onderstaande onderdelen in een totaal rapportage overzicht gebreken, fouten en herstelwerkzaamheden vastgelegd (bijlage 2.e). a. Onderdeel. 1. Installatie. 2. Verdeelkast. b. Controle. 1. Visuele controle. 2. Meting en beproeving. c. Component. 1. Eenduidige omschrijving. d. Omschrijving fout. 1. Eenduidige omschrijving. e. Fout. f. Oorzaak. g. Risico. Pagina 7 van 10

8 h. Omschrijving herstelwerkzaamheden. i. Materiaalspecificatie van de herstelwerkzaamheden. j. Bedrag materialen bruto en netto excl. BTW. k. Uren specificatie van de herstelwerkzaamheden. l. Bedrag uren excl. BTW. m. Totaal kosten excl. BTW. De omschrijving van de fouten dient zoveel mogelijk eenduidig te zijn. Dat wil zeggen voor dezelfde terugkerende fouten telkens dezelfde omschrijving hanteren in het Excel overzicht, zodat hierop geselecteerd kan worden. 30. Eis 29.e fout zoals onderstaand per object te classificeren. a. Levensgevaar (A). 1. Op deze fouten dient direct actie ondernomen te worden, zoals stilleggen van de werkzaamheden in de nabijheid van de geconstateerde fout, spanningsloos maken en veilig stellen van dit deel van de installatie en direct waarschuwen van de installatieverantwoordelijke van de opdrachtgever om in overleg de gebreken te herstellen. b. Gevaarlijk (B). 1. De geconstateerde gebreken dienen binnen enkele dagen verholpen te worden en dienen direct na constatering bij de installatieverantwoordelijke van de opdrachtgever gemeld te worden. c. Matig gevaarlijk (C). 1. De gebreken dienen binnen een maand na constatering opgelost te zijn. d. Weinig gevaarlijk (D). 1. Dergelijke fouten moeten binnen 6 maanden opgelost zijn. 31. Eis 29.f oorzaak aangegeven wat de vermoedelijke oorzaak is van het ontstaan van de geconstateerde fouten. Classificaties van oorzaken dienen te worden aangegeven in een cijfer zoals onderstaand is omschreven en in een totaal Excel overzicht per object vastgelegd.. a. Ontwerp (1). 1. Er is een fout geslopen in het ontwerp van de installatie. b. Onderhoud (2). 1. Fout is ontstaan door onvoldoende onderhoud aan de installatie. c. Gebruik (3). 1. Gebreken zijn gevolg van verkeerd gebruik van de installatie. 32. Eis 29.g risico aangeven per fout welk risico er is ontstaan. Dit zoals onderstaand te classificeren en in een totaal Excel overzicht per object vastgelegd.. a. Verhoogd brandgevaar (X). 1. Hier is een duidelijke verhoogde kans op het ontstaan van brand door een gebrek aan de elektrische installatie. b. Kans op storing (Y). 1. Ondanks dat er niet direct brandgevaar bestaat bevindt zich een deel van de installatie in een dusdanige onderhavige toestand dat de kans om een storing er reëel is De gegevens zoals in eis 29 omschreven is dienen in een overzichtelijke rapportage vast te worden gelegd in het Excel bestand (bijlage 2.e). Een eerste overzicht binnen een maand na opdracht en per maand geactualiseerd aan te leveren. Het totaal uiterlijk bij oplevering aan te leveren. Praktische uitvoering. 33. Voor de toegang wordt de contactpersoon van het object minimaal 2 weken van te voren ingelicht en erop gewezen dat eventueel in verband met het uitvoeren van metingen en beproevingen de installatie spanningsloos gemaakt dient te worden. Pagina 8 van 10

9 34. Tijdens de inspectie worden bedrijfsvoorschriften, reglementen en veiligheidsprocedures van de opdrachtgever gerespecteerd en nageleefd. 35. De beheerder van het pand zal namens de opdrachtgever ervoor zorg dragen dat de verschillende installatieonderdelen toegankelijk zijn. 36. Het afschakelen van de spanning wordt onder verantwoordelijkheid van de opdrachtnemer uitgevoerd. 37. Het moment van afschakelen van de spanning dient in overleg met de beheerder van het object bepaald te worden. 38. Indien voor het spanningsloos maken werkzaamheden buiten de normale werktijden plaats moeten vinden, omdat anders de bedrijfsvoering belemmerd wordt hoort dit binnen de opdracht. Voor verrekening wordt het opgegeven tarief conform inschrijfbiljet verrekend. 39. De opdrachtnemer is verplicht om geconstateerde gebreken die levensgevaarlijke situaties op leveren direct mondeling te melden bij de installatieverantwoordelijke van de opdrachtgever en direct per te melden aan de installatieverantwoordelijke van de opdrachtgever. 40. Op die plaatsen waar tijdens de inspectie blijkt dat de beschermingsleidingen niet aan de eisen voldoen wordt dit door middel van een rode sticker afgekeurd op de aansluiting gekenmerkt. 41. Indien tijdens de inspectiewerkzaamheden geconstateerd wordt dat de schakel- en verdeelinrichtingen niet gecodeerd zijn dient dit in overeenstemming met de tekeningen aangepast- en aangebracht worden in overleg met de opdrachtgever. 42. Indien er in de praktijk problemen ontstaan over de afstemming van de werkzaamheden tussen de opdrachtnemer en de beheerder van het object kan contact opgenomen worden met de installatieverantwoordelijke van de opdrachtgever om dit nader af te stemmen. Coördinatie installatieverantwoordelijken elektrische installaties 43. Door het aanvaarden van de opdracht vrijwaart de opdrachtnemer de opdrachtgever voor alle aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid zoals vastgelegd in de Arbeidsomstandighedenbesluit en de bepalingen van NEN-EN 50110:1998, NEN 3140:1998 en/of NEN 3840:1998. Alvorens met het werk te beginnen: De opdrachtnemer zal namens hem een installatieverantwoordelijke aanwijzen voor de uitvoering van de werkzaamheden conform opdracht De opdrachtgever zal aan de opdrachtnemer bekend maken wie als installatieverantwoordelijke namens de opdrachtgever zal optreden De namens de opdrachtnemer optredend installatieverantwoordelijke is gehouden overleg te voeren met de installatieverantwoordelijke van de opdrachtgever Met overleg wordt bedoeld alle coördinatie en afspraken, nodig voor een veilige en ongestoorde bedrijfsvoering van de bestaande elektrotechnische installaties in relatie met uitbreidingen, mutaties en aansluiting van nieuwe installaties. Mogelijkheid tot schouwing 44. Om inzicht te geven in de aard en omvang van de objecten zal een selectie worden gemaakt uit een aantal objecten die bezocht kunnen worden. Uit praktische overwegingen zal een selectie gemaakt worden van de objecten die bezocht kunnen worden. De opdrachtgever gaat ervan uit dat deze voldoende representatief zijn. 4 x Gemeentelijk gebouw. 1 x Hoofdkast drukriolering. 2 x Dochterkast drukriolering. 1 x Bergbezinkbassin. 1 x Pompgemalen. 1 x Overstortmeter. Pagina 9 van 10

10 1 x Evenementenkast. 1 x Perscontainer. 1 x Digitaal informatiebord. 1 x VRI. 1 x Parkeermeter. 3 x OV lichtmast. 1 x OV plattegrondbord. 1 x OV informatie wijkbord. 1 x OV ANWB. 1 x OV Abri. 1 x OV Achterpaden. 1 x OV Gemeentelijke object. Overzicht bijlagen: Bijlage 2 Excel bestand Inschrijfbiljet / totaal overzicht elektrische installaties : Tabblad Omschrijving VEI bijl 2 Inschrijfbiljet Bijlage 2 Inschrijfbiljet VEI bijl 2a1 Gebouwen Bijlage Gemeentelijke gebouwen/objecten. VEI bijl 2a2 BBB Pompgem Drukr Bergbezinkbasins/pompgemalen/drukriolering. VEI bijl 2a3 Evenementenaansl Evenementenaansluitingen. VEI bijl 2a4 Perscontainers Perscontainers. VEI bijl 2a5 Dig inform borden Digitale informatieborden. VEI bijl 2a6 VRI VRI (Verkeers Regel Installaties). VEI bijl 2a7 Parkeermeters Parkeermeters. VEI bijl 2a8 OV Openbare verlichting. VEI bijl 2a9 OV Plattegrondbord OV Plattegrondborden. VEI bijl 2a10 OV Inf wijkbord OV Informatieborden- en wijkborden. VEI bijl 2a11 OV ANWB Wegwijz OV ANWB verlichte wegwijzers. VEI bijl 2a12 OV Abri OV OV Abri s. VEI bijl 2a13 OV Achterpaden OV Achterpaden. VEI bijl 2a14 OV Gem objecten OV Gemeentelijke objecten. VEI bijl 2b Visuele insp Controlelijst visuele inspectie. VEI bijl 2c Algehele indruk Rapportage algemene indruk van de installaties. VEI bijl 2d1 Meting beproev Rapportage meting en beproeving, meting weerstand RPE beschermingsleiding. VEI bijl 2d2 Meting beproev Rapportage meting en beproeving, meting aardspreidingsweerstand Rw in TT-stelsels. VEI bijl 2d3 Meting beproev Rapportage meting en beproeving, Impedantie van foutstroomketens bij een defect. VEI bijl 2d4 Meting beproev Rapportage meting en beproeving, Isolatieweerstanden van de installatie. VEI bijl 2d5 Meting beproev Rapportage meting en beproeving, Aanspreektijd van aardlekbeveiligingen VEI bijl 2e Insp.gebreken Rapportage overzicht gebreken, fouten en herstelwerkzaamheden. VEI bijl 2f mappenstructuur Mappenstructuur. Pagina 10 van 10