N HAND. PRAKT. - Europees kooprecht A2 Brussel, 5 juni 2012 MH/SL/AS ADVIES. over

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "N HAND. PRAKT. - Europees kooprecht A2 Brussel, 5 juni 2012 MH/SL/AS ADVIES. over"

Transcriptie

1 N HAND. PRAKT. - Europees kooprecht A2 Brussel, 5 juni 2012 MH/SL/AS ADVIES over EEN VOORSTEL VOOR EEN VERORDENING BETREFFENDE EEN GEMEENSCHAPPELIJK EUROPEES KOOPRECHT (goedgekeurd door het bureau op 10 april 2012, bekrachtigd door de Hoge Raad op 5 juni 2012) Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO WTC III (17 e verd.) - Simon Bolivarlaan Brussel Tel.: Fax: cs.hr@economie.fgov.be -

2 Situering van de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO De Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO is een Belgische federale adviesraad opgericht bij de wetten betreffende de organisatie van de Middenstand, gecoördineerd op 28 mei Hij groepeert meer dan 160 door de Belgische overheid erkende nationale interprofessionele en beroepsfederaties die de belangen van de zelfstandigen en de kleine en middelgrote ondernemingen (KMO) verdedigen. De Hoge Raad bestaat in zijn huidige vorm reeds meer dan 50 jaar. Hij kan beschouwd worden als het sociaal en economisch "parlement" van de zelfstandigen en de KMO. De Hoge Raad treedt op als spreekbuis van de Belgische zelfstandigen, vrije beroepen en KMO. Volgens de Belgische definitie zijn KMO die ondernemingen die in het kader van de Europese KMO-definitie worden aangeduid als micro- en kleine ondernemingen. De Hoge Raad vervult die rol voornamelijk door het geven van formele adviezen en dit in de eerste plaats aan de betrokken Ministers van de Belgische federale regering maar ook aan het Belgische Parlement en aan de Europese instanties. De adviezen van de Hoge Raad bestrijken alle mogelijke facetten van het beroepsleven van zelfstandigen en KMO: het algemeen KMO-beleid, de beroepsreglementeringen, de handelspraktijken, de problematiek van de betalingsachterstand, administratieve vereenvoudiging, enz. De Hoge Raad heeft ook een vertegenwoordigende bevoegdheid in die zin dat hij vertegenwoordigers afvaardigt naar beheers- of raadgevende organen van diverse socioeconomische instanties. Aldus duidt de Hoge Raad in een dertigtal officiële instanties de vertegenwoordigers van de zelfstandigen en de KMO aan. De Hoge Raad is opgenomen in het gemeenschappelijk transparantieregister van het Europees Parlement en de Europese Commissie onder het registratienummer

3 De Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO heeft kennis genomen van het voorstel voor een Verordening betreffende een gemeenschappelijk Europees kooprecht. Na een vergadering van de commissie Handelspraktijken op 30 maart 2012 heeft het bureau van de Hoge Raad op 10 april 2012 op eigen initiatief volgend advies uitgebracht, dat werd bekrachtigd door de Hoge Raad op 5 juni VOORAFGAAND Op 11 oktober 2011 heeft de Europese Commissie aan het Europees Parlement een voorstel voor een verordening betreffende een gemeenschappelijk Europees kooprecht overgemaakt. Dit voorstel kadert in het vervolg van een proces tot invoering van een gemeenschappelijk Europees contractenrecht. In juli 2010 had de Europese Commissie door middel van een Groenboek over beleidsopties voor de ontwikkeling van een Europees contractenrecht voor consumenten en ondernemingen een openbare raadpleging gelanceerd om zo de standpunten te verzamelen van de betrokken actoren over de mogelijke maatregelen met betrekking tot dit onderwerp. De Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO antwoordde op die raadpleging in een advies van 9 december CONTEXT Tussen de zeven opties die de Europese Commissie voorstelde in het bovenvermelde Groenboek ging de voorkeur van de Hoge Raad naar optie 4: een verordening tot vaststelling van een facultatief instrument voor Europees contractenrecht. Wat het toepassingsgebied betreft, pleitte de Hoge Raad voor een instrument dat zich zowel zou moeten richten op de contracten tussen ondernemingen als op de contracten tussen ondernemingen en consumenten om aan de kleine ondernemingen een zekere bescherming te bieden tegenover de grote ondernemingen in het kader van elke B to B- relatie. Verder zou dit instrument slechts moeten slaan op grensoverschrijdende contracten. Wat de materiële werkingssfeer betreft, meende de Hoge Raad dat dit het aansprakelijkheidsstelsel moet omvatten zodat, ingeval van betwisting of van nietnakoming, het toepasselijke stelsel vervat zou zitten in het verordeningsinstrument. Het voorstel van Verordening waarvan sprake komt juist tegemoet aan die keuzes en de Raad kan zich dus enkel verheugen over het feit dat die optie werd weerhouden. Het voorstel omvat immers bepalingen die de rechten en plichten regelen van de partijen gedurende de ganse duur van het contract. Het slaat enkel op de grensoverschrijdende transacties. Wat het toepassingsgebied rationae personae betreft, slaat het op de relaties tussen professionelen en consumenten en op de relaties tussen professionelen onderling wanneer minstens één van de partijen een KMO is. 1 Advies van 9 december 2010 over de consultatie van de Europese Commissie over het Europees contractenrecht voor consumenten en ondernemingen. 3

4 Het gemeenschappelijk Europees kooprecht harmoniseert de nationale rechtstelsels van de Lidstaten, niet door hen te verplichten het geldende nationale overeenkomstenrecht te wijzigen maar door in de schoot van dit laatste een secundaire regeling inzake overeenkomstenrecht te creëren. Dit gemeenschappelijk Europees kooprecht zal op vrijwillige basis op grensoverschrijdende overeenkomsten van toepassing zijn wanneer partijen dat uitdrukkelijk overeenkomen. De gecreëerde regels zijn van toepassing op de verkoop van goederen, het leveren van digitale bestanden en de daarmee verbonden dienstverlening. STANDPUNT 1. Onevenwichtig instrument Het cruciaal punt waarop de Hoge Raad vooreerst wil wijzen is het totaal onevenwichtige karakter van het voorstel van Verordening zoals het nu is opgesteld. In considerans 24 wordt immers gesteld dat ter vermijding van een selectieve toepassing van bepaalde onderdelen van het gemeenschappelijk Europees kooprecht, waardoor het evenwicht tussen de rechten en verbintenissen van de partijen zou kunnen worden verstoord ( ), moet de keuze betrekking hebben op het gemeenschappelijk Europees kooprecht als geheel en niet slechts op bepaalde delen daarvan. Maar de Hoge Raad stelt vast dat hoewel dit aspect degelijk verankerd is voor de consument voor wie een zeker aantal bepalingen dwingend verklaard worden, dus zonder enige mogelijke afwijking, niets dergelijk voorzien wordt voor de professionele klant. De Europese Commissie leek zich nochtans goed bewust van het feit dat de KMO in een zwakke positie staan ten opzichte van de grotere ondernemingen. Als men bovendien de rechten en plichten vergelijkt van de consumenten en de ondernemingen van welke aard ook, moet men vaststellen dat deze helemaal niet met elkaar te vergelijken zijn. De Hoge Raad vestigt er de aandacht op dat ganse hoofdstukken dit onevenwicht aantonen. Als voorbeeld kan hoofdstuk 13 van Bijlage I aangehaald worden dat handelt over de rechtsmiddelen van de verkoper. De Hoge Raad vraagt dan ook dat het voorstel zou worden aangepast om het evenwicht in de relaties te herstellen. Onder de rubriek specifieke bemerkingen vermeldt de Hoge Raad systematisch alle dwingende bepalingen die, volgens hem, ook dwingend zouden moeten worden gemaakt ten voordele van de KMO. Hij omschrijft er de onevenwichten. 2. Vertrouwen Zoals de Hoge Raad al vermeldde in zijn advies van 9 december 2010 is het van belang, opdat het instrument het beoogde doel zou bereiken, dat het evenwichtig en zowel voor de consumenten als de ondernemingen aantrekkelijk is. Zij moeten er voldoende waarborgen in vinden en het moet makkelijk bruikbaar zijn opdat de partijen zouden opteren voor de toepassing van het gemeenschappelijk Europees kooprecht om hun overeenkomsten te regelen. 4

5 Considerans 11 handelt ook over dit aspect maar dan enkel vanuit het oogpunt van de consument vermits het vermeldt dat de dwingende bepalingen van het gemeenschappelijk Europees kooprecht een hoog niveau van consumentenbescherming moeten garanderen met het oog op het vergroten van het vertrouwen van de consumenten in het gemeenschappelijk Europees kooprecht en consumenten dus een stimulans moeten bieden om op deze basis grensoverschrijdende overeenkomsten te sluiten. Dit principe staat zelfs ingeschreven in artikel 1.3 van de Verordening wat het belang aantoont dat er wordt aan gehecht maar nog altijd enkel voor wat de consumenten betreft. De Hoge Raad meent dat er geen rekening wordt gehouden met een van de betrokken partijen. Als de KMO er geen belang bij hebben beroep te doen op het gemeenschappelijk Europees recht omdat zij daarin geen vertrouwen hebben gezien het ontbreken van waarborgen, mist dit voorstel zijn doel. 3. Onzekerheid Het gemeenschappelijk Europees recht dat in het voorstel wordt uitgewerkt dekt niet alle essentiële elementen van een overeenkomst. Zo zullen bepaalde kwesties moeten beslecht worden via andere middelen (nationale wetgeving, rechtspraak, enz.). Dit zet de deur open voor uiteenlopende interpretaties en leidt dus tot rechtsonzekerheid. Die onzekerheden gaan de partijen zeker niet aansporen om van het systeem gebruik te maken. Considerans 34 behandelt dit aspect en er wordt overwogen om de rechtszekerheid te vergroten door een databank op te zetten met de beslissingen van het Hof van Justitie van de Europese Unie en de nationale gerechten aangaande de uitlegging van het gemeenschappelijk Europees kooprecht of van de verordening. Dit neemt niet weg dat er een redelijk lange periode zal verlopen alvorens de algemene principes van de jurisprudentie terzake gekend zullen zijn. Het zal enkele jaren vergen om definitieve vonnissen te bekomen die kracht van gewijsde hebben voor de geschillen die opduiken. Anderzijds kan men zich afvragen in welke mate de KMO in staat zullen zijn beroep te doen op deze databank. Zij zullen beroep moeten doen op deskundigen aan wie zij raad vragen op dat vlak wat bijkomende kosten zal meebrengen. 4. Gemeenschappelijke verworvenheden Het beleid van de Europese Unie is sterk gericht op de bescherming van de consumenten. Er bestaan heel wat middelen om hun rechten optimaal te beschermen. Zo kan men ondermeer de zeer recente richtlijn aanhalen betreffende de consumentenrechten 2 die deze aanpak nog versterkt. De Hoge Raad betreurt dat dit voorstel dat een facultatief instrument invoert nog verder gaat dan de huidige gemeenschappelijke verworvenheden inzake consumentenbescherming. Dit facultatief systeem zou integendeel meer moeten strekken tot een goed evenwicht tussen de rechten en plichten van alle partijen die bij de overeenkomst betrokken zijn zonder één van die partijen te bevoordelen. 2 Richtlijn 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende consumentenrechten, tot wijziging van Richtlijn 93/13/EEG van de Raad en van Richtlijn 1999/44/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 85/577/EEG en van Richtlijn 97/7/EG van het Europees Parlement en de Raad 5

6 5. Kosten en praktische problemen In de toelichting bij het voorstel legt de Commissie uit dat het mechanisme dat zij wil invoeren zal toelaten de kosten te beperken. Zij stelt vast dat die transactiekosten die voortvloeien uit verschillende nationale wetgevingen vooral voor de KMO hoog zijn. Zij vermeldt dat bij de twee soorten overeenkomsten die onder het toepassingsgebied van het gemeenschappelijk Europees kooprecht vallen, met name de overeenkomsten tussen ondernemingen enerzijds en tussen ondernemingen en consumenten anderzijds, die bijkomende transactiekosten zelfs onevenredig kunnen zijn ten opzichte van de waarde van de transactie voor de KMO. Hoewel dit aspect een van de redenen is waarom de KMO watervrees hebben om hun activiteiten grensoverschrijdend uit te breiden, wenst de Hoge Raad erop te wijzen dat dit niet de enige hindernis is. Veel problemen van meer praktische aard remmen de grensoverschrijdende activiteiten van KMO af. Om maar enkele voorbeelden te citeren: geen enkele eenvormigheid op het vlak van BTW (nummer), qua formulieren, qua vereisten op boekhoudkundig vlak, qua taalgebruik, enz. De uitwerking van een gemeenschappelijk Europees kooprecht gaat integendeel meer bijkomende kosten creëren voor de ondernemingen die grensoverschrijdende activiteiten willen ontwikkelen. Er zal vooraf een vergelijking moeten worden gemaakt tussen de bescherming die door het nationaal recht van de Lidstaat aan de consument wordt verleend en deze die door het gemeenschappelijk europees kooprecht wordt verleend. Zij zullen zich ook moeten informeren over de interpretatie die aan het instrument wordt gegeven in het land van de consument en over de manier waarop in datzelfde land de aspecten worden geregeld die niet door het gemeenschappelijk Europees kooprecht worden geregeld. Indien de onderneming correct wil geïnformeerd zijn alvorens zich te lanceren in een grensoverschrijdende transactie zal zij zo nog meer uitgaven moeten maken dan in het huidige systeem. Die kosten zijn, zoals de Commissie zelf zegt, proportioneel zeer hoog voor KMO. 6. Terminologie Als laatste algemene bemerkingen wijst de Hoge Raad erop dat de gebruikte terminologie niet eenvoudig is. Welnu, een instrument dat ertoe strekt rechtstreeks de relaties te regelen tussen ondernemingen en consumenten moet gebruiksvriendelijk zijn. De toegang ertoe moet voor iedereen gewaarborgd zijn zodat iedereen rechtszekerheid geniet. De KMO zijn niet vertrouwd met de complexiteit van het overeenkomstenrecht en beschikken niet over een juridische dienst. Een tekst die onvoldoende transparant is zal hen dwingen om deskundigen te raadplegen om het mechanisme te begrijpen wat, zoals hogervermeld, bijkomende kosten zal veroorzaken en dus zal indruisen tegenover de doelstelling van een vermindering van de kosten. SPECIFIEKE BEMERKINGEN A. Verordening Artikel 8.2 Dit artikel bepaalt dat in betrekkingen tussen handelaars en consumenten de overeenstemming over de toepassing van het gemeenschappelijk Europees kooprecht slechts geldig is wanneer de consument zijn instemming heeft gegeven door middel van een expliciete verklaring die gescheiden is van de verklaring waarmee de instemming met het sluiten van de overeenkomst wordt gegeven. Bovendien wordt van de handelaar vereist dat hij aan de consument een bevestiging verstrekt van die instemming op een duurzame gegevensdrager. 6

7 De Hoge Raad vreest dat de uitvoering van die verplichting zware administratieve lasten zal meebrengen voor de handelaars en hen zal afschrikken om gebruik te maken van het facultatief instrument van gemeenschappelijk Europees kooprecht dat door dit voorstel van Verordening wordt ingevoerd. Het bekomen resultaat zou dan het omgekeerde zijn van hetgeen verhoopt wordt met dit initiatief dat tot doel heeft de grensoverschrijdende uitwisselingen te vergemakkelijken en aan te moedigen door de hindernissen weg te nemen, ondermeer deze die verband houden met overdreven vormvoorschriften. Artikel 8.3 Zoals reeds vermeld onder punt 1 van het Standpunt, stelt de Hoge Raad vast dat dit artikel enkel de toepassing oplegt van het gemeenschappelijk Europees kooprecht in zijn geheel, door specifiek de gedeeltelijke toepassing ervan te verbieden, in het voordeel van de consumenten. De plaats die aan deze bepaling wordt gegeven toont het belang ervan aan. Dit principe is één van de hoekstenen van het gecreëerde instrument. B. Bijlage I Artikel 29 Indien de handelaar zijn informatieverplichtingen niet correct vervult, kan de consument, buiten het opzeggen van de overeenkomst, ook schadevergoeding voor de geleden schade eisen. Maar gezien de omvang van de lijst van te verstrekken informatie is het mogelijk dat zelfs een nauwgezette handelaar een of ander detail vergeet dat voor hem extreme repercussies zou kunnen hebben die niet in verhouding staan met het verzuim dat men hem kan verwijten. Artikel 42.1 Die bepaling houdt geen rekening met het geval waarin de consument beroep zou doen op een derde. Met het oog op meer transparantie en eenvormigheid pleit de Hoge Raad ervoor de herroepingstermijn te berekenen overeenkomstig hetgeen de richtlijn 201/83/EU 3 voorziet. Zo zou artikel 42.1 dusdanig moeten gewijzigd worden dat men niet enkel de in ontvangstneming door de consument zelf beoogt maar ook door een derde, buiten de vervoerder, die wordt aangeduid door de consument. Indien een dergelijk verschil tussen deze twee fundamentele bepalingen, die bovenvermelde richtlijn en het gemeenschappelijk Europees kooprecht zijn, zou blijven bestaan brengt dit ernstige risico s op verwarring mee en dat op zo een essentieel punt als dat van het verstrijken van de herroepingstermijn. 3 Art. 9.2 b) van de richtlijn 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende consumentenrechten, tot wijziging van Richtlijn 93/13/EEG van de Raad en van Richtlijn 1999/44/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 85/577/EEG en van Richtlijn 97/7/EG van het Europees Parlement en de Raad 7

8 Artikel 52 In geval van dwaling aan een partij zes maanden de tijd geven nadat zij kennis heeft gekregen van de relevante omstandigheden voor de kennisgeving van vernietiging is overdreven. In een dergelijke hypothese meent de Hoge Raad dat het gepaster zou zijn een termijn van een maand of maximum twee maand te voorzien. De KMO zullen in tegenstelling tot de grote bedrijven niet het hoofd kunnen bieden aan de situatie. Die bepaling zet bijgevolg een rem op de verbintenis van KMO in grensoverschrijdende overeenkomsten binnen de Europese Unie. Welnu, dit instrument heeft net tot doel om de grensoverschrijdende transacties te vergemakkelijken door rekening te houden met de bijzondere kenmerken van de KMO. Artikel 58 De Hoge Raad sluit zich aan bij de geest van deze bepaling waarbij de overeenkomst moet worden uitgelegd overeenkomstig de gemeenschappelijke bedoeling van de partijen wat trouwens een algemeen principe is dat traditioneel aanvaard is. Hij waarschuwt echter, buiten het feit dat het overbodig is, tegen de rechtsonzekerheid veroorzaakt door punt 2 van artikel 58 dat zeer vaag is en aanleiding kan geven tot de meest uiteenlopende interpretaties. Artikel 68 Die bepaling is een bron van rechtsonzekerheid. Het instrument dat ons wordt geboden door het voorstel van Verordening schetst niet voldoende de grote lijnen van een volledig stelsel van burgerlijk recht waarbij interpretaties mutatis mutandis of logische gevolgtrekkingen mogelijk zijn voor alle rechtsaangelegenheden die zich kunnen stellen. Zo kan men zich afvragen op welke principes de rechter zich zal baseren om de kwestie te beslechten wanneer hij geconfronteerd wordt met een dergelijk geval. Er is veel kans dat hij zich zal baseren op het nationaal recht dat, niet te vergeten, niet eenvormig is of nog op internationale instrumenten zoals de Conventie van Wenen of de principes UNIDROIT. De Hoge Raad meent dat een dergelijke onzekerheid moet vermeden worden en onderlijnt dat deze indruist tegen de doelstellingen van dit voorstel van Verordening. Artikel 70 Het voorschrift in artikel 70.2 dat bepaalt dat enkel de verwijzing naar de voorwaarden van de overeenkomst onvoldoende is om deze voorwaarden onder de aandacht van de consument te brengen dreigt tot een logge administratie te leiden en tot bepaalde onzekerheden. De handelaar zal verplicht worden om meer documenten te verstrekken om aan die bepaling te voldoen wat niet overeenstemt met de doelstelling van het voorstel van Verordening want die bijkomende stappen zouden de handelaars kunnen ontmoedigen om van dit instrument gebruik te maken bij grensoverschrijdende transacties. Verder klaagt de Hoge Raad het gebrek aan precisering aan want geen enkel element laat aan de handelaar toe te weten wat hij moet doen om aan die bepaling te voldoen. Artikel 77 De Hoge Raad meent dat de termijn van twee maanden voor de opzegtermijn van overeenkomsten van onbepaalde duur, die dwingend wordt opgelegd voor de relaties tussen een handelaar en een consument, ontoereikend is. Die opzegtermijn is veel te kort en levert voor de handelaars organisatieproblemen op. Een onderneming streeft immers per definitie naar continuïteit in haar werking. 8

9 De voorziene opzeggingstermijn laat aan de ondernemingen niet toe vooruitzichten te maken noch om zich te organiseren. De verschillende elementen waarmee rekening moet gehouden worden bij het beheer van dit soort dienstverlenende bedrijven zijn met name het klantenbestand, de aanwerving van personeel in functie hiervan, de aankoop van materiaal en benodigdheden, de werkverdeling en de organisatie van de werking van de onderneming. Het is dan ook evident dat, gezien alle elementen waar zij rekening moet mee houden, de onderneming haar activiteiten niet op het laatste moment kan plannen. Teneinde het evenwicht te herstellen tussen de verschillende actoren op de markt, dringt de Hoge Raad er op aan dat de opzeggingstermijn zou verlengd worden tot een minimum van drie maanden voor relaties tussen een handelaar en een consument. Artikel 85 (w) Er van uitgaan dat een beding in een overeenkomst automatisch als oneerlijk wordt beschouwd wanneer de duur van de overeenkomst langer is dan een jaar stemt niet overeen met de werkelijkheid. De duur is een essentieel element van de overeenkomst en maakt normaal een onderdeel uit van de onderhandelingen tussen de partijen met het oog op het vinden van een evenwicht in de transactie. De Hoge Raad erkent dat in bepaalde gevallen de duur niet vooraf wordt besproken. Bijgevolg meent hij dat een bescherming kan voorzien worden waardoor de consument de duur die unilateraal wordt opgelegd kan betwisten maar hij vindt de bepaling van artikel 85 (w) onevenredig in die zin dat een clausule die een duurtijd van meer dan een jaar automatisch als oneerlijk wordt beschouwd. Bepaalde transacties worden van nature op lange termijn gesloten om aan de klant enerzijds een redelijke prijs aan te bieden en aan de handelaar anderzijds toe te staan een resultaat op zijn investering te boeken. Overeenkomsten, zoals de ontwikkeling van een website bijvoorbeeld, vereisen van de handelaar in het begin grote investeringen. Indien dit soort overeenkomst niet zou kunnen worden afgesloten voor een duur van meer dan een jaar, zullen de gevraagde prijzen duidelijk hoger liggen want de handelaar zal zijn kosten moeten verdelen over een korte periode vermits de afschrijving slechts op maximum één jaar zal kunnen gebeuren. Artikel 91 (b) De Commissie stelt dat zij gekozen heeft voor een instrument dat enkel de essentiële elementen regelt van een contractuele relatie. De Hoge Raad meent dat zij bepaalde hiaten gelaten heeft op nochtans primordiale aspecten. Deze bepaling is daar een voorbeeld van. De verkoper dient de eigendom van goederen over te dragen maar er wordt nergens vermeld op welk ogenblik die eigendom effectief wordt overgedragen. Gebeurt dit bij het afsluiten van de overeenkomst, op het moment van de overdracht van het risico, bij het betalen van de prijs,? Gezien de latente onzekerheid kan men vrezen geconfronteerd te worden met situaties zoals de insolventie van de koper, de wederverkoop van de goederen aan een derde of eigendomsvoorbehoud. Om de rechtszekerheid van de betrokken actoren te waarborgen, is het nodig een bepaling te voorzien die een antwoord biedt op die vragen. 9

10 Artikel 97 De Hoge Raad gaat niet akkoord met de redenering die aan de basis ligt van dit artikel. Hij meent immers dat, hoewel het logisch is dat wanneer de koper nalaat om de goederen of de digitale inhoud in ontvangst te nemen, de verkoper hem hiervan in kennis moet stellen en hem vragen om ze binnen een redelijke termijn in ontvangst te nemen, de koper van zijn kant verplicht zou moeten zijn om de verkoper te verwittigen van het feit dat hij de goederen niet zal in ontvangst nemen zoals voorzien in de overeenkomst. De Hoge Raad pleit ervoor dat in dergelijke situaties de verplichtingen bij de twee partijen berusten en niet enkel bij de verkoper. Artikel en.2 De Hoge Raad vraagt dat er een mogelijkheid wordt ingevoerd voor de verkoper om te bewijzen dat het ontbreken van conformiteit niet bestond op het bewuste tijdstip. Artikel In de overeenkomsten tussen handelaars en consumenten kan de consument gebruik maken van alle actiemiddelen die voorzien zijn in artikel zonder de conformiteit van de goederen te moeten nagaan noch zelfs aan de verkoper het ontbreken van conformiteit te moeten melden die hij heeft vastgesteld. De Hoge Raad stelt hier weer het flagrante onevenwicht aan de kaak tussen de rechten en plichten van de partijen. Zelfs in de instrumenten die het meest gericht zijn op de consumentenbescherming vindt men geen bepalingen waarin niet voorzien wordt dat een vastgesteld gebrek niet aan de tegenpartij moet worden meegedeeld. Dit druist in tegen het beginsel van goeder trouw en billijkheid dat, volgens considerans 31, richtinggevend moet zijn voor de wijze waarop de partijen dienen samen te werken en kan natuurlijk niet overeenstemmen met de basiselementen van evenwichtige stelsels die ertoe strekken contractuele transacties te regelen. Daaruit vloeit een dusdanige rechtsonzekerheid voort voor de handelaar dat die nooit een beroep zal willen doen op een instrument dat dergelijke principes bevat om zijn contractuele relaties te regelen. De doelstelling van de Commissie zal zo niet behaald worden, wel integendeel. Artikel 114 Een koper die de hoedanigheid van consument heeft kan de overeenkomst ontbinden bij niet-nakoming omdat de goederen niet conform zijn, tenzij het ontbreken van conformiteit onbeduidend is. Wat de B2B-relaties betreft moet de niet-nakoming van de overeenkomst essentieel zijn. De Hoge Raad vraagt zich af waarop dit verschil in bescherming stoelt. Artikel 119 De Hoge Raad stelt opnieuw een onevenwicht vast tussen de relaties B2C en de relaties B2B. Hij vindt het totaal onevenredig dat aan de consument geen redelijke termijn wordt opgelegd om zijn recht van ontbinding te laten gelden. 10

11 Artikels In geval van een overeenkomst tussen handelaren wordt de koper geacht de goederen te onderzoeken of te laten onderzoeken binnen een termijn die zo kort als redelijkerwijze mogelijk is en niet langer dan 14 dagen te rekenen vanaf de datum van de levering van de goederen. De Hoge Raad begrijpt niet waarom de consument de goederen niet moet onderzoeken binnen een zekere termijn vanaf de levering. Geen enkel motief wordt ingeroepen om te verantwoorden waarom dergelijke termijn niet van toepassing zou zijn op consumenten. Het handelt hier nogmaals over een belangrijk onevenwicht tussen de rechten en plichten van professionelen en consumenten. Daarenboven wordt de verkoper opnieuw geconfronteerd met een grote rechtsonzekerheid. Artikel 138 Omwille van rechtszekerheid beveelt de Hoge Raad aan om de modaliteiten van deze bepaling te preciseren. Artikel Het is wenselijk om uitdrukkelijk te formuleren dat de overgang van risico zich voordoet vanaf de overdracht van het goed of de digitale inhoud naar de eerste vervoerder. Artikel Dit artikel schrijft voor dat de bepalingen van Hoofdstuk 9 (Algemene bepalingen van Deel IV: Verbintenissen en rechtsmiddelen van partijen bij een koopovereenkomst of overeenkomst voor de levering van digitale inhoud) van toepassing zijn op Deel V dat handelt over de verbintenissen en rechtsmiddelen van partijen bij een verbonden dienstovereenkomst. Het is belangrijk om tijdens de toepassing van de verschillende bepalingen niet uit het oog te verliezen dat het gaat om verbonden dienstovereenkomsten en dat deze bijgevolg niet mogen behandeld worden als hoofdovereenkomst maar als een onderliggende contractuele verplichting. Artikel Zoals in artikel 114, heeft de klant in hoedanigheid van consument het recht om het contract van de verbonden diensten op te zeggen wat het gebrek aan conformiteit ook is, tenzij het gebrek onbeduidend is. Een dergelijke mogelijkheid is niet voorzien voor de professionele klant, wat opnieuw een onevenwicht met zich meebrengt in de behandeling van KMO. Artikel Het is totaal disproportioneel om aan de klant het recht te verlenen om op elk moment aan de dienstverlener te kunnen meedelen dat de verrichting (of verdere verrichting) van de verbonden dienst niet langer vereist is. Sterker nog, geen enkel motief wordt vereist. Het is aangewezen om beperkingen te voorzien wat betreft de periode waarin dergelijke mededeling mogelijk is. Men kan bijvoorbeeld voorzien dat de klant dergelijke mededeling kan doen zolang de dienstverlener niet begonnen is met de uitvoering van de prestatie van de verbonden diensten of wanneer het duidelijk is dat hij deze niet zal uitvoeren. Dergelijke beperkingen zijn noodzakelijk om de rechtszekerheid van dienstverleners te waarborgen. De Hoge Raad houdt er eveneens aan om op te merken dat de draagwijdte van deze bepaling niet kan onderschat worden gezien deze onontbeerlijk is in de relaties tussen professionelen en consumenten. Artikel Deze bepaling voorziet dat de schuldeiser recht heeft op schadevergoeding voor het geleden nadeel inzake de niet-nakoming van een verplichting door de schuldenaar tenzij de nietnakoming niet kan worden toegerekend. De Hoge Raad vraagt dat de redenen van niettoerekening zouden gepreciseerd worden. 11

12 Artikel Deze artikelen betreffen de achterstallige betalingen vanwege professionelen. De Hoge Raad verheugt er zich over dat de bepalingen in deze afdeling dwingend zijn in contracten tussen professionelen, d.w.z. wanneer een KMO schuldeiser is. Zoals hij reeds voorafgaandelijk heeft vermeld, hebben KMO beperkte middelen en de financiële tekortkomingen van hun contractanten hebben zodoende zware gevolgen. Deze kunnen zo verstrekkend zijn dat zij het voortbestaan van deze kleine ondernemingen in gevaar kunnen brengen. Artikel 186 De Hoge Raad vindt het een interessante optie dat de mogelijkheid voorzien wordt om de verjaringstermijnen contractueel te wijzigen opdat zij in het voordeel zouden zijn van de partijen in concrete situaties. Hij is er echter niet mee akkoord dat deze mogelijkheid niet vrij toepasbaar is op een contract tussen een professioneel en een consument. Zoals de bepaling momenteel is geformuleerd is het mogelijk om de professionelen te benadelen en niet de consumenten hetgeen een risico op een belangrijk onevenwicht inhoudt tussen de rechten en plichten van de partijen. Voor KMO kunnen het verlies van een contract hoogst nadelig zijn. Gelet op hun vaak zwakke economische positie, kunnen ze gedwongen worden om in hun nadeel bepalingen te aanvaarden zonder te kunnen hopen op een evenwicht wat betreft de rechten en plichten van de andere partij die zich kan verschuilen achter wat is voorgeschreven in de laatste alinea van artikel 186. Het is inderdaad denkbaar dat tijdens onderhandelingen betreffende de verjaringstermijn de consument zich zal beroepen op de laatste alinea van artikel 186 om het akkoord te vernietigen waardoor de overeengekomen bepalingen een lege doos blijken te zijn. CONCLUSIE De Hoge Raad kan niet instemmen met het gemeenschappelijk Europees kooprecht zoals het in dit voorstel wordt naar voor gebracht. Hij vraagt met aandrang aan de Europese autoriteiten om het instrument te wijzigen rekening houdend met bovenvermelde bemerkingen teneinde een zeker evenwicht tussen rechten en plichten van partijen te garanderen. Tenslotte vraagt de Hoge Raad dat er rekening wordt gehouden met het principe "Think Small First" omdat dit tot op heden niet is gebeurd. 12

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO N EU - Contractenrecht A03 Brussel, 9 december 2010 MH/SL/AS A D V I E S over DE CONSULTATIE VAN DE EUROPESE COMMISSIE OVER HET EUROPEES CONTRACTENRECHT VOOR CONSUMENTEN

Nadere informatie

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO N EUROPA - ADR A2 Brussel, 26 mei 2011 MH/SL/AS A D V I E S over DE RAADPLEGING VAN DE EUROPESE COMMISSIE OVER HET GEBRUIK VAN ALTERNATIEVE GESCHILLENBESLECHTING

Nadere informatie

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO N HANDELSPRAT - Fitness A04 Brussel, 29 september 2010 MH/SL/AS A D V I E S over EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE DE FITNESS- EN WELLNESSCONTRACTEN

Nadere informatie

N EU - BTW vrijstellingen A2 Brussel, 27 maart 2014 MH/EDJ/AS 719-2014 ADVIES. over

N EU - BTW vrijstellingen A2 Brussel, 27 maart 2014 MH/EDJ/AS 719-2014 ADVIES. over N EU - BTW vrijstellingen A2 Brussel, 27 maart 2014 MH/EDJ/AS 719-2014 ADVIES over EEN RAADPLEGING VAN DE EUROPESE COMMISSIE OVER EEN HERZIENING VAN DE BESTAANDE BTW-REGELGEVING OVER PUBLIEKRECHTELIJKE

Nadere informatie

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO N HANDELSPR. - territoriale bevoegdheid A2 Brussel, 26 mei 2011 MH/AB/AS A D V I E S over EEN WETSVOORSTEL TOT WIJZIGING VAN DE WET VAN 6 APRIL 2010 BETREFFENDE

Nadere informatie

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO N Handelspraktijken Voorv. Prod. A03 Brussel, 23.09.2008 MH/AB/LC A D V I E S over EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT TOT OMZETTING VAN DE RICHTLIJN 2007/45/EG

Nadere informatie

N HANDELSPR Fin. diensten A 03 Brussel, MH/SL/LC A D V I E S. betreffende

N HANDELSPR Fin. diensten A 03 Brussel, MH/SL/LC A D V I E S. betreffende N HANDELSPR Fin. diensten A 03 Brussel, 18.05.2005 MH/SL/LC A D V I E S betreffende DE OMZETTING IN BELGISCH RECHT VAN TWEE EUROPESE RICHTLIJNEN INZAKE FINANCIËLE DIENSTEN OP AFSTAND (bekrachtigd door

Nadere informatie

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO N HANDELSPRAKTIJKEN-Collectief verhaal A03 Brussel, 27 april 2011 MH/SL/AS ADVIES VAN HET BUREAU over DE RAADPLEGING VAN DE EUROPESE COMMISSIE BETREFFENDE EEN

Nadere informatie

N HANDELSPR Oneerlijke handelspraktijken A06 Brussel, MH/SL/LC A D V I E S. over een

N HANDELSPR Oneerlijke handelspraktijken A06 Brussel, MH/SL/LC A D V I E S. over een N HANDELSPR Oneerlijke handelspraktijken A06 Brussel, 1.03.2007 MH/SL/LC A D V I E S over een VOORONTWERP VAN WET TOT WIJZIGING VAN DE WET VAN 14 JULI 1991 BETREFFENDE DE HANDELSPRAKTIJKEN EN DE VOORLICHTING

Nadere informatie

N HAND PRAK - Biociden A2 Brussel, 26 juli 2013 MH/AB/AS 709-2013 ADVIES. over

N HAND PRAK - Biociden A2 Brussel, 26 juli 2013 MH/AB/AS 709-2013 ADVIES. over N HAND PRAK - Biociden A2 Brussel, 26 juli 2013 MH/AB/AS 709-2013 ADVIES over EEN VOORONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE HET OP DE MARKT AANBIEDEN EN HET GEBRUIKEN VAN BIOCIDEN (goedgekeurd door

Nadere informatie

Doc. nr. E2:91001C04 Brussel, A D V I E S. over EEN VOORONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE DE BESTELBON VAN NIEUWE AUTOVOERTUIGEN

Doc. nr. E2:91001C04 Brussel, A D V I E S. over EEN VOORONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE DE BESTELBON VAN NIEUWE AUTOVOERTUIGEN Doc. nr. E2:91001C04 Brussel, 15.12.1998 MH/AB/LC A D V I E S over EEN VOORONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE DE BESTELBON VAN NIEUWE AUTOVOERTUIGEN *** In zijn brief van 6 juli 1998 vroeg de Vice-Eerste

Nadere informatie

ADVIES. over DE IMPACTANALYSE VAN EEN EVENTUELE HERVORMING VAN DE REGELS INZAKE DE VERJARING VAN VORDERINGEN VAN EN TEGEN CONSUMENTEN

ADVIES. over DE IMPACTANALYSE VAN EEN EVENTUELE HERVORMING VAN DE REGELS INZAKE DE VERJARING VAN VORDERINGEN VAN EN TEGEN CONSUMENTEN N HAND PRAKT - Verjaring vorderingen cons. A2 Brussel, 12 februari 2013 MH/TM/AS 692-2012 ADVIES over DE IMPACTANALYSE VAN EEN EVENTUELE HERVORMING VAN DE REGELS INZAKE DE VERJARING VAN VORDERINGEN VAN

Nadere informatie

N Financiële planners A2 Brussel, 27 maart 2014 MH/SL-EDJ/AS 717-2014 ADVIES. over

N Financiële planners A2 Brussel, 27 maart 2014 MH/SL-EDJ/AS 717-2014 ADVIES. over N Financiële planners A2 Brussel, 27 maart 2014 MH/SL-EDJ/AS 717-2014 ADVIES over EEN ONTWERP VAN WET INZAKE HET STATUUT VAN EN HET TOEZICHT OP DE ONAFHANKELIJK FINANCIËLE PLANNERS EN INZAKE HET VERSTREKKEN

Nadere informatie

N Beroepsregl bouw 2018 A2 Brussel, 18 december 2018 MH/JC/AS ADVIES. over DE BEROEPSREGLEMENTERINGEN IN DE BOUWSECTOR

N Beroepsregl bouw 2018 A2 Brussel, 18 december 2018 MH/JC/AS ADVIES. over DE BEROEPSREGLEMENTERINGEN IN DE BOUWSECTOR N Beroepsregl bouw 2018 A2 Brussel, 18 december 2018 MH/JC/AS 799-2018 ADVIES over DE BEROEPSREGLEMENTERINGEN IN DE BOUWSECTOR (goedgekeurd door het bureau op 15 oktober 2018, bekrachtigd door de algemene

Nadere informatie

C.O.B.A. 4 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN

C.O.B.A. 4 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN C.O.B.A. 4 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN Aanbeveling betreffende strafbedingen Brussel, 21 oktober 1997 1 Gelet op de artikelen 35, par. 3, lid 2, en 36 van de wet van 14 juli 1991 betreffende

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van donderdag 31 mei

A D V I E S Nr Zitting van donderdag 31 mei A D V I E S Nr. 1.613 ----------------------------- Zitting van donderdag 31 mei 2007 ----------------------------------------------- Ontwerp van koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 5 tot

Nadere informatie

N Limosa2018 A2 Brussel, 10 oktober 2018 MH/JC/AS ADVIES. betreffende

N Limosa2018 A2 Brussel, 10 oktober 2018 MH/JC/AS ADVIES. betreffende N Limosa2018 A2 Brussel, 10 oktober 2018 MH/JC/AS 788-2018 ADVIES betreffende DE AFBAKENING VAN DE RISICOSECTOREN VOOR DE VERPLICHTE LIMOSA-AANGIFTE VOOR ZELFSTANDIGEN (goedgekeurd door het bureau op 19

Nadere informatie

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag Publicatieblad Nr. L 225 van 12/08/1998 blz. 0016-0021 DE RAAD VAN

Nadere informatie

Arbitragecommissie. Wet van 19 december 2005 betreffende de precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten

Arbitragecommissie. Wet van 19 december 2005 betreffende de precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten Advies nr 2008/01 van 8 september 2008 Arbitragecommissie Wet van 19 december 2005 betreffende de precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten Advies over de verplichting om een

Nadere informatie

RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD

RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD 7.12.2018 L 311/3 RICHTLIJNEN RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD van 4 december 2018 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG wat betreft de harmonisatie en vereenvoudiging van bepaalde regels in het

Nadere informatie

Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO

Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO De Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO is een federale adviesraad die alle erkende interprofessionele en beroepsorganisaties samenbrengt. Als overlegforum

Nadere informatie

N Uitzwerming A2 Brussel, 25 november 2014 MH/BL/AS 722-2014 ADVIES. over DE TECHNIEK VOOR OPRICHTING VAN ONDERNEMINGEN, UITZWERMING GENAAMD

N Uitzwerming A2 Brussel, 25 november 2014 MH/BL/AS 722-2014 ADVIES. over DE TECHNIEK VOOR OPRICHTING VAN ONDERNEMINGEN, UITZWERMING GENAAMD N Uitzwerming A2 Brussel, 25 november 2014 MH/BL/AS 722-2014 ADVIES over DE TECHNIEK VOOR OPRICHTING VAN ONDERNEMINGEN, UITZWERMING GENAAMD (goedgekeurd door het bureau op 10 juni 2014, bekrachtigd door

Nadere informatie

FICHE WETTELIJKE RENTEVOETEN.

FICHE WETTELIJKE RENTEVOETEN. FICHE WETTELIJKE RENTEVOETEN. HOOGTE WETTELIJKE BASIS BEREKENING WETTELIJKE RENTEVOET Voor het jaar 2015: 2,5% Mededeling in het Belgisch Staatsblad van 30/01/2015. -Wet van 05/05/1865 betreffende de lening

Nadere informatie

Arbitragecommissie. Wet van 19 december 2005 betreffende de precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten

Arbitragecommissie. Wet van 19 december 2005 betreffende de precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten Advies nr. 2009/03 van 29 juni 2009 Arbitragecommissie Wet van 19 december 2005 betreffende de precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten Advies over de eventuele verplichting

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 9 juli 2004 (14.07) (OR. en) 11091/04 Interinstitutioneel dossier: 2004/001 (COD) LIMITE

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 9 juli 2004 (14.07) (OR. en) 11091/04 Interinstitutioneel dossier: 2004/001 (COD) LIMITE Conseil UE RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 9 juli 2004 (4.07) (OR. en) PUBLIC 09/04 Interinstitutioneel dossier: 2004/00 (COD) LIMITE JUSTCIV 99 COMPET 3 SOC 337 CODEC 874 OTA van: het voorzitterschap

Nadere informatie

Betreft: Ontwerp van koninklijk besluit betreffende de mededeling van informaties in het wachtregister. (A/2009/034)

Betreft: Ontwerp van koninklijk besluit betreffende de mededeling van informaties in het wachtregister. (A/2009/034) 1/6 Advies nr 05/2010 van 3 februari 2010 Betreft: Ontwerp van koninklijk besluit betreffende de mededeling van informaties in het wachtregister. (A/2009/034) De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke

Nadere informatie

RAAD VOOR HET VERBRUIK

RAAD VOOR HET VERBRUIK RvV 489 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES over een ontwerp van Koninklijk Besluit tot opheffing van het Koninklijk Besluit van 18 juli 1972 betreffende de aanduiding van de prijs van juwelen, uurwerken, goud-

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 7.1.2009 COM(2008)897 definitief 2006/0008 (COD) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede

Nadere informatie

FICHE WETTELIJKE RENTEVOETEN.

FICHE WETTELIJKE RENTEVOETEN. FICHE WETTELIJKE RENTEVOETEN. HOOGTE WETTELIJKE RENTEVOET Voor het jaar 2014: 2,75% Mededeling in het Belgisch Staatsblad van 20/01/2014. WETTELIJKE RENTEVOET IN DE HANDELSTRANSACTIES - Eerste semester

Nadere informatie

N Registratie A2 Brussel, 16 mei 2017 MH/AB/AS ADVIES. over

N Registratie A2 Brussel, 16 mei 2017 MH/AB/AS ADVIES. over N Registratie A2 Brussel, 16 mei 2017 MH/AB/AS 761-2017 ADVIES over EEN VOORONTWERP VAN WET TOT REGISTRATIE VAN DE AANBIEDERS VAN VENNOOTSCHAPSRECHTELIJKE DIENSTEN (goedgekeurd door het bureau op 21 maart

Nadere informatie

N Collectief herstel A2 Brussel, 27 maart 2014 MH/SL/AS 715-2014 ADVIES. over

N Collectief herstel A2 Brussel, 27 maart 2014 MH/SL/AS 715-2014 ADVIES. over N Collectief herstel A2 Brussel, 27 maart 2014 MH/SL/AS 715-2014 ADVIES over EEN ONTWERP VAN WET TOT INVOEGING VAN TITEL 2 RECHTSVORDERING TOT COLLECTIEF HERSTEL IN EEN BOEK XVII BIJZONDERE GERECHTELIJKE

Nadere informatie

N Aard arbeidsrelaties laatste drie ontwerpen A1 Brussel, 4 juli 2013 MH/JC/AS 707-2013 ADVIES. over

N Aard arbeidsrelaties laatste drie ontwerpen A1 Brussel, 4 juli 2013 MH/JC/AS 707-2013 ADVIES. over N Aard arbeidsrelaties laatste drie ontwerpen A1 Brussel, 4 juli 2013 MH/JC/AS 707-2013 ADVIES over DE ONTWERPEN VAN KONINKLIJK BESLUIT TOT INVOERING VAN SPECIFIEKE CRITERIA VOOR HET BEOORDELEN VAN DE

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.6.2003 COM(2003) 348 definitief 2003/0127 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de lidstaten worden gemachtigd in het belang van de Europese

Nadere informatie

A D V I E S. over EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE NATUURLIJK MINERAAL WATER EN BRONWATER

A D V I E S. over EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE NATUURLIJK MINERAAL WATER EN BRONWATER Doc. nr. E2:90005C04 Brussel, 30.3.1999 MH/GVB/LC A D V I E S over EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE NATUURLIJK MINERAAL WATER EN BRONWATER (bekrachtigd door de Hoge Raad voor de Middenstand

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.12.2016 COM(2016) 798 final 2016/0399 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot aanpassing van een aantal rechtshandelingen op het gebied

Nadere informatie

!f0.lgemeen ~EHEERSCÇ:OMITE

!f0.lgemeen ~EHEERSCÇ:OMITE !f0.lgemeen ~EHEERSCÇ:OMITE VOOR HET SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN Opgericht bij de wet van 30 december 1992 Jan Jacobsplein, 6 1 000 Brussel Tei.:025464340 Fax :02 546 21 53 ABC ADVIES 2010/04 Brussel,

Nadere informatie

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO N Thema's - Activiteitencoöperaties A 03 Brussel, 16.12.2008 MH/SL/LC A D V I E S over EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT TOT BEPALING VAN HET STATUUT VAN KANDIDAAT-ONDERNEMER

Nadere informatie

FICHE WETTELIJKE RENTEVOETEN.

FICHE WETTELIJKE RENTEVOETEN. FICHE WETTELIJKE RENTEVOETEN. HOOGTE WETTELIJKE RENTEVOET Voor het jaar 2015: 2,5% Mededeling in het Belgisch Staatsblad van 30/01/2015. WETTELIJKE RENTEVOET IN DE HANDELSTRANSACTIES - Eerste semester

Nadere informatie

N Solden A2 Bruxelles, 16 mei 2017 MH/SL/JP ADVIES. betreffende VERSCHILLENDE VRAGEN MET BETREKKING TOT DE SOLDEN

N Solden A2 Bruxelles, 16 mei 2017 MH/SL/JP ADVIES. betreffende VERSCHILLENDE VRAGEN MET BETREKKING TOT DE SOLDEN N Solden A2 Bruxelles, 16 mei 2017 MH/SL/JP 758-2017 ADVIES betreffende VERSCHILLENDE VRAGEN MET BETREKKING TOT DE SOLDEN (goedgekeurd door het bureau op 21 februari 2017, bekrachtigd door de algemene

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 * ARREST VAN 10. 5. 2001 ZAAK C-144/99 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 * In zaak C-144/99, Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door P. van Nuffel als gemachtigde, bijgestaan

Nadere informatie

No.W /II 's-gravenhage, 5 november 2012

No.W /II 's-gravenhage, 5 november 2012 ... No.W03.12.0390/II 's-gravenhage, 5 november 2012 Bij Kabinetsmissive van 28 september 2012, no.12.002275, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, mede namens

Nadere informatie

S A M E N V A T T I N G

S A M E N V A T T I N G 5 6 Samenvatting De Verordening en de adviesaanvraag In juli 2003 heeft de Europese Commissie een voorstel ingediend voor een Verordening over de samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk

Nadere informatie

De werking van het gemeenschappelijk Europees kooprecht in het kader van de Rome I-verordening

De werking van het gemeenschappelijk Europees kooprecht in het kader van de Rome I-verordening DIRECTORAAT-GENERAAL INTERN BELEID BELEIDSONDERSTEUNENDE AFDELING C: RECHTEN VAN DE BURGER EN CONSTITUTIONELE ZAKEN JURIDISCHE ZAKEN De werking van het gemeenschappelijk Europees kooprecht in het kader

Nadere informatie

452 ( ) Nr juli 2015 ( ) ingediend op. Ontwerp van decreet

452 ( ) Nr juli 2015 ( ) ingediend op. Ontwerp van decreet ingediend op 452 (2014-2015) Nr. 1 30 juli 2015 (2014-2015) Ontwerp van decreet houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en IJsland, anderzijds, betreffende

Nadere informatie

N Th EU Groenboek A07 Brussel, MH/AB/LC A D V I E S. over HET GROENBOEK OVER ONDERNEMERSCHAP IN EUROPA

N Th EU Groenboek A07 Brussel, MH/AB/LC A D V I E S. over HET GROENBOEK OVER ONDERNEMERSCHAP IN EUROPA N Th EU Groenboek A07 Brussel, 22.10.2003 MH/AB/LC A D V I E S over HET GROENBOEK OVER ONDERNEMERSCHAP IN EUROPA (bekrachtigd door de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO op 22 oktober 2003) *** 2

Nadere informatie

Doc. nr. E2:90---C36 Brussel, 30.3.1999 A D V I E S. over

Doc. nr. E2:90---C36 Brussel, 30.3.1999 A D V I E S. over Doc. nr. E2:90---C36 Brussel, 30.3.1999 MH/AB/IG/LC A D V I E S over EEN VOORONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE DE ETIKETTERING VAN VOORVERPAKTE VOEDINGSMIDDELEN (bekrachtigd door de Hoge Raad

Nadere informatie

DE EUROPESE TOEZICHTHOUDER VOOR GEGEVENSBESCHERMING

DE EUROPESE TOEZICHTHOUDER VOOR GEGEVENSBESCHERMING 30.11.2018 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 432/17 DE EUROPESE TOEZICHTHOUDER VOOR GEGEVENSBESCHERMING Samenvatting van het advies van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming over het

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN FUELLING FACILITIES

ALGEMENE VOORWAARDEN FUELLING FACILITIES ALGEMENE VOORWAARDEN FUELLING FACILITIES Bijlage 1 Algemene Voorwaarden SFF Page 1 of 8 Inhoudstafel 1- Definities en afkortingen... 3 2- Referentiekader... 3 3- Verplichtingen... 4 3.1. Algemene verplichtingen...

Nadere informatie

12848/1/18 REV 1 CS/srl/sht ECOMP.2.B

12848/1/18 REV 1 CS/srl/sht ECOMP.2.B Raad van de Europese Unie Brussel, 26 november 2018 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0251 (CNS) 12848/1/18 REV 1 FISC 397 ECOFIN 881 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: RICHTLIJN

Nadere informatie

ADVIES. 24 april 2019

ADVIES. 24 april 2019 ADVIES Voorontwerp van ordonnantie betreffende de invoering van een impactanalyse van het gewestelijke beleid op kleine, middelgrote en micro-ondernemingen («KMO-test») 24 april 2019 Economische en Sociale

Nadere informatie

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van 24 augustus 2000;

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van 24 augustus 2000; TC/00/27 BERAADSLAGING NR. 00/78 VAN 3 OKTOBER 2000 BETREFFENDE DE MEDEDELING VAN SOCIALE GEGEVENS VAN PERSOONLIJKE AARD DOOR DE KRUISPUNTBANK EN DE SOCIALEZEKERHEIDSINSTELLINGEN AAN BUITEN- LANDSE AUTORITEITEN

Nadere informatie

14956/15 ADD 1 mou/gra/mt 1 DG D 2A

14956/15 ADD 1 mou/gra/mt 1 DG D 2A Raad van de Europese Unie Brussel, 26 februari 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2013/0119 (COD) 14956/15 ADD 1 JUSTCIV 286 FREMP 291 CODEC 1654 ONTWERP-MOTIVERING VAN DE RAAD Betreft: Standpunt

Nadere informatie

A D V I E S Nr. 1.489 ------------------------------- Zitting van maandag 19 juli 2004 -----------------------------------------

A D V I E S Nr. 1.489 ------------------------------- Zitting van maandag 19 juli 2004 ----------------------------------------- A D V I E S Nr. 1.489 ------------------------------- Zitting van maandag 19 juli 2004 ----------------------------------------- Fondsen voor bestaanszekerheid - neerlegging van jaarrekeningen, jaarverslagen

Nadere informatie

ONTWERPADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL 2011/0284(COD) van de Commissie economische en monetaire zaken

ONTWERPADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL 2011/0284(COD) van de Commissie economische en monetaire zaken EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie economische en monetaire zaken 2011/0284(COD) 4.6.2012 ONTWERPADVIES van de Commissie economische en monetaire zaken aan de Commissie juridische zaken inzake het

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 30.7.2013 COM(2013) 555 final 2013/0269 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van de overeenkomst tussen de Europese Unie en de Franse Republiek

Nadere informatie

N Vert ambachten A Brussel, 13 december 2016 MH/JC/AS ADVIES. inzake

N Vert ambachten A Brussel, 13 december 2016 MH/JC/AS ADVIES. inzake N Vert ambachten A Brussel, 13 december 2016 MH/JC/AS 757-2016 ADVIES inzake DE INTEGRATIE VAN DE VERTEGENWOORDIGING VAN DE AMBACHTELIJKE BEROEPEN IN DE HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO Hoge Raad

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, KONINKRIJK BELGIE 1000 Brussel, Postadres : Ministerie van Justitie Waterloolaan 115 Kantoren : Regentschapsstraat 61 Tel. : 02 / 542.72.00 Fax : 02 / 542.72.12 COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE

Nadere informatie

9901/17 dau/dau/fb 1 DG D 2A

9901/17 dau/dau/fb 1 DG D 2A Raad van de Europese Unie Brussel, 1 juni 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2015/0287 (COD) 9901/17 NOTA van: aan: het voorzitterschap Raad nr. vorig doc.: 9641/17 + ADD 1 Nr. Comdoc.: 15251/15

Nadere informatie

N Handelsprakt. - Allergenen A2 Brussel, 28 januari 2013 MH/EDJ/AS 697-2013 ADVIES. over

N Handelsprakt. - Allergenen A2 Brussel, 28 januari 2013 MH/EDJ/AS 697-2013 ADVIES. over N Handelsprakt. - Allergenen A2 Brussel, 28 januari 2013 MH/EDJ/AS 697-2013 ADVIES over DE UITVOERING IN BELGISCH RECHT VAN ARTIKEL 44 VAN DE VERORDENING NR. 1169/2011 VAN 25 OKTOBER 2011 BETREFFENDE DE

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 276/12 26.10.2017 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1944 VAN DE COMMISSIE van 13 juni 2017 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot standaardformulieren, templates en procedures

Nadere informatie

WETTELIJKE RENTEVOET IN DE

WETTELIJKE RENTEVOET IN DE FICHE WETTELIJKE RENTEVOETEN. WETTELIJKE RENTEVOET WETTELIJKE RENTEVOET IN DE HANDELSTRANSACTIES HOOGTE Voor het jaar 2016: 2,25 % Mededeling in het Belgisch Staatsblad van 18/01/2016. - Tweede semester

Nadere informatie

N HANDELSPRAKTIJKEN A Brussel, 3 oktober 2012 MH/SL/AS ADVIES. over

N HANDELSPRAKTIJKEN A Brussel, 3 oktober 2012 MH/SL/AS ADVIES. over N HANDELSPRAKTIJKEN A Brussel, 3 oktober 2012 MH/SL/AS 685-2012 ADVIES over EEN VOORONTWERP VAN WET HOUDENDE INVOEGING VAN EEN BOEK VI MARKTPRAKTIJKEN EN BESCHERMING VAN DE CONSUMENT IN HET WETBOEK VAN

Nadere informatie

jurisprudentiële fundamenten meer dan veertig jaar geleden zijn gelegd 2, bevestigd en versterkt.

jurisprudentiële fundamenten meer dan veertig jaar geleden zijn gelegd 2, bevestigd en versterkt. Discussienota van het Hof van Justitie van de Europese Unie over bepaalde aspecten van de toetreding van de Europese Unie tot het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 24 VAN 2 OKTOBER 1975 BETREFFENDE DE PROCEDURE VAN INLICHTING EN RAADPLEGING VAN DE WERKNEMERSVER-

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 24 VAN 2 OKTOBER 1975 BETREFFENDE DE PROCEDURE VAN INLICHTING EN RAADPLEGING VAN DE WERKNEMERSVER- COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 24 VAN 2 OKTOBER 1975 BETREFFENDE DE PROCEDURE VAN INLICHTING EN RAADPLEGING VAN DE WERKNEMERSVER- TEGENWOORDIGERS MET BETREKKING TOT HET COLLECTIEF ONTSLAG, GEWIJZIGD

Nadere informatie

2. Het Europees Economisch en Sociaal Comité heeft op 22 mei 2013 advies uitgebracht over de voorgestelde insolventieverordening.

2. Het Europees Economisch en Sociaal Comité heeft op 22 mei 2013 advies uitgebracht over de voorgestelde insolventieverordening. Raad van de Europese Unie Brussel, 17 maart 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2012/0360 (COD) 16636/5/14 REV 5 ADD 1 MOTIVERING VAN DE RAAD Betreft: JUSTCIV 319 EJUSTICE 123 CODEC 2464 PARLNAT

Nadere informatie

A D V I E S. over de

A D V I E S. over de Doc. nr. E2:90---C20 Brussel, 13.11.1997 MH/AB/LC A D V I E S over de ONTWERPEN VAN MINISTERIELE BESLUITEN BETREFFENDE DE VERMELDING VAN HET ENERGIEVERBRUIK EN HET VERBRUIK VAN ANDERE HULPBRONNEN OP DE

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Aanleiding en doel van het onderzoek

Samenvatting. 1. Aanleiding en doel van het onderzoek Samenvatting 1. Aanleiding en doel van het onderzoek Het belangrijkste doel van dit onderzoek is na te gaan wat de consequenties zullen zijn voor het Nederlandse recht van de implementatie van een recent

Nadere informatie

Wet van 19/12/05 betreffende precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten

Wet van 19/12/05 betreffende precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten Wet van 19/12/05 betreffende precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten Op 18.01.2006 verscheen in het Belgisch Staatsblad de Wet betreffende de precontractuele informatie bij

Nadere informatie

Beslissing n S betreffende de administratieve afhandeling van een geschil over de prestatieregeling tussen Infrabel en Crossrail

Beslissing n S betreffende de administratieve afhandeling van een geschil over de prestatieregeling tussen Infrabel en Crossrail Beslissing n 2018-03-S betreffende de administratieve afhandeling van een geschil over de prestatieregeling tussen Infrabel en Crossrail Kruidtuinlaan 50 bus 72 1000 Brussel www.regul.be Inhoudstafel 1.

Nadere informatie

Commissie interne markt en consumentenbescherming ONTWERPVERSLAG

Commissie interne markt en consumentenbescherming ONTWERPVERSLAG EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie interne markt en consumentenbescherming 24.9.2013 2013/2116(INI) ONTWERPVERSLAG over de toepassing van Richtlijn 2005/29/EG over oneerlijke handelspraktijken (2013/2116(INI))

Nadere informatie

OMZETTING RICHTLIJN BETALINGSACHTERSTAND

OMZETTING RICHTLIJN BETALINGSACHTERSTAND vergadering van 29 november 2012 Doc. JC 12/ 0 7 OMZETTING RICHTLIJN BETALINGSACHTERSTAND De leden van de Juridische vinden als bijlage een document van het VBO betreffende de betalingsachterstand bij

Nadere informatie

RVV 377 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RVV 377 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES RVV 377 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES over het verzoekschrift met het oog op het bekomen van de bescherming van de beroepstitel van interieurarchitect. Brussel, 10 april 2007 SAMENVATTING A. Algemene opmerkingen

Nadere informatie

Doc. nr. N7:90001C05 Brussel, 16.11.2000 MH/BL/HdG/LC A D V I E S. over een

Doc. nr. N7:90001C05 Brussel, 16.11.2000 MH/BL/HdG/LC A D V I E S. over een Doc. nr. N7:90001C05 Brussel, 16.11.2000 MH/BL/HdG/LC A D V I E S over een WETSONTWERP TOT OMZETTING IN BELGISCH RECHT VAN EUROPESE RICHTLIJNEN BETREFFENDE DE VRIJE BEROEPEN *** 1 Richtlijn 97/7/EG van

Nadere informatie

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO N Hervorming WHPC A04 Brussel, 20.03 2008 MH/SL/LC ADVIES OP EIGEN INITIATIEF over HET EVALUATIEVERSLAG OVER DE WET VAN 14 JULI 1991 BETREFFENDE DE HANDELSPRAKTIJKEN

Nadere informatie

De verhouding tussen Richtlijn 98/34/EG en de Verordening betreffende wederzijdse erkenning

De verhouding tussen Richtlijn 98/34/EG en de Verordening betreffende wederzijdse erkenning EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL ONDERNEMINGEN EN INDUSTRIE Leidraad 1 Brussel, 1.2.2010 - De verhouding tussen Richtlijn 98/34/EG en de Verordening betreffende wederzijdse erkenning 1. IEIDING

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en) Conseil UE Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0399 (COD) 6932/18 LIMITE NOTA I/A-PUNT van: aan: het voorzitterschap INST 96 JUR 109 CODEC 343 JUSTCIV

Nadere informatie

A D V I E S. over EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE DE REGLEMENTERING VAN TATOEAGES EN PIERCINGS

A D V I E S. over EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE DE REGLEMENTERING VAN TATOEAGES EN PIERCINGS N tatoeages&piercings A 05 Brussel, 18.5.2005 MH/SL/LC A D V I E S over EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE DE REGLEMENTERING VAN TATOEAGES EN PIERCINGS (bekrachtigd door de Hoge Raad voor de

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 21 december

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 21 december A D V I E S Nr. 1.539 ----------------------------- Zitting van woensdag 21 december 2005 ------------------------------------------------------- Ontwerp van samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat,

Nadere informatie

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES RvV 503 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES betreffende de problematiek van de herinneringskosten, de kosten van ingebrekestelling en de nalatigheidsinteresten in geval van laattijdige betaling. Brussel, 26

Nadere informatie

N Mensenrechten A Brussel, 15 december 2015 MH/JC/AS ADVIES. over HET VOORONTWERP VAN NATIONAAL ACTIEPLAN BEDRIJVEN EN MENSENRECHTEN

N Mensenrechten A Brussel, 15 december 2015 MH/JC/AS ADVIES. over HET VOORONTWERP VAN NATIONAAL ACTIEPLAN BEDRIJVEN EN MENSENRECHTEN N Mensenrechten A Brussel, 15 december 2015 MH/JC/AS 740-2015 ADVIES over HET VOORONTWERP VAN NATIONAAL ACTIEPLAN BEDRIJVEN EN MENSENRECHTEN Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO WTC III (17 e verd.)

Nadere informatie

PC Advocaten Nieuwsbrief DE NIEUWE RICHTLIJN BETALINGSACHTERSTAND. Contact ZZINLEIDING

PC Advocaten Nieuwsbrief DE NIEUWE RICHTLIJN BETALINGSACHTERSTAND. Contact ZZINLEIDING DE NIEUWE RICHTLIJN BETALINGSACHTERSTAND ZZINLEIDING Ongeveer 2,6% van alle facturen in de EU worden te laat of zelfs helemaal niet betaald. Vooral voor KMO s is dit problematisch gezien zij geen grote

Nadere informatie

A D V I E S. betreffende DE PROBLEMATIEK VAN DE MUNTSTUKKEN VAN 1 EN 2 EUROCENT

A D V I E S. betreffende DE PROBLEMATIEK VAN DE MUNTSTUKKEN VAN 1 EN 2 EUROCENT N Th-Eurocent A05 Brussel, 18.11.2004 MH/SL/LC A D V I E S betreffende DE PROBLEMATIEK VAN DE MUNTSTUKKEN VAN 1 EN 2 EUROCENT (bekrachtigd door de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO op 18 november

Nadere informatie

Voorstel voor een. VERORDENING (EU) Nr. VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een. VERORDENING (EU) Nr. VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Voorstel voor een Brussel, 6.10.2010 COM(2010) 544 definitief 2010/0272 (COD) C7-0316/10 VERORDENING (EU) Nr. VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot intrekking van Verordening (EG)

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.12.2011 COM(2011) 911 definitief 2011/0447 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de verklaring van aanvaarding door de lidstaten, in het belang van de Europese

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 69 VAN 17 JULI 1998 TOT VAST- STELLING VAN DE REGELS INZAKE OMREKENING EN AFRONDING

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 69 VAN 17 JULI 1998 TOT VAST- STELLING VAN DE REGELS INZAKE OMREKENING EN AFRONDING COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 69 VAN 17 JULI 1998 TOT VAST- STELLING VAN DE REGELS INZAKE OMREKENING EN AFRONDING IN EURO VAN DE BEDRAGEN VAN BAREMA'S, PREMIES, VERGOEDINGEN EN VOORDELEN ---------

Nadere informatie

Commissie juridische zaken ***I ONTWERPVERSLAG

Commissie juridische zaken ***I ONTWERPVERSLAG EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie juridische zaken 2011/0284(COD) 6.3.2013 ***I ONTWERPVERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende een gemeenschappelijk

Nadere informatie

ADVIES Nr 04 / 2003 van 10 februari 2003

ADVIES Nr 04 / 2003 van 10 februari 2003 ADVIES Nr 04 / 2003 van 10 februari 2003 O. Ref. : 10 / A / 2002 / 046 BETREFT : Ontwerp van koninklijk besluit tot bepaling van de bijzondere aanwervingsvoorwaarden van het statutaire en het contractuele

Nadere informatie

N DIV REGL ambulante handel A04 Brussel, MH/AB/LC A D V I E S. over

N DIV REGL ambulante handel A04 Brussel, MH/AB/LC A D V I E S. over N DIV REGL ambulante handel A04 Brussel, 1.06.2006 MH/AB/LC A D V I E S over EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE DE UITOEFENING EN DE ORGANISATIE VAN KERMISACTIVITEITEN EN DE AMBULANTE ACTIVITEITEN

Nadere informatie

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO N HANDELSPR. - Reiscontracten A05 Brussel, 26.03.2009 MH/SL/LC ADVIES OP EIGEN INITIATIEF over EEN VOORONTWERP VAN WET TOT REGELING VAN HET REISCONTRACT (bekrachtigd

Nadere informatie

Analyse van de algemene commentaren ontvangen tijdens de openbare raadpleging die door het IBR werd georganiseerd en standpunt van het IBR

Analyse van de algemene commentaren ontvangen tijdens de openbare raadpleging die door het IBR werd georganiseerd en standpunt van het IBR ONTWERP VAN NORM MET BETREKKING TOT DE CONTRACTUELE CONTROLE VAN KMO S EN KLEINE (I)VZW S EN STICHTINGEN EN DE GEDEELDE WETTELIJK VOORBEHOUDEN OPDRACHTEN BIJ KMO S EN KLEINE (I)VZW S EN STICHTINGEN Analyse

Nadere informatie

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO N Kruispuntbank voertuigen A04 Brussel, 29 september 2010 MH/MG/AS ADVIES OP EIGEN INITIATIEF over HET WETSONTWERP HOUDENDE DE OPRICHTING VAN DE KRUISPUNTBANK

Nadere informatie

INHOUD. Bladzijde A-PUNTEN

INHOUD. Bladzijde A-PUNTEN RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 12 mei 2005 (17.05) (OR. fr) 8136/05 ADD 1 PV/CONS 22 COMPET 72 RECH 81 ADDENDUM BIJ DE ONTWERP-NOTULEN 1 Betreft: 2653e zitting van de Raad van de Europese Unie (CONCURRENTIEVERMOGEN),

Nadere informatie

N HAND.PRAKT. Wettelijke garantie A2 Brussel, 16 mei 2017 MH/AB/AS ADVIES. betreffende

N HAND.PRAKT. Wettelijke garantie A2 Brussel, 16 mei 2017 MH/AB/AS ADVIES. betreffende N HAND.PRAKT. Wettelijke garantie A2 Brussel, 16 mei 2017 MH/AB/AS 759-2017 ADVIES betreffende VOORSTELLEN OM DE WETTELIJKE GARANTIE VOOR CONSUMPTIEGOEDEREN TE VERSTERKEN (goedgekeurd door het bureau op

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.11.2012 COM(2012) 654 final 2012/0312 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij België wordt gemachtigd een bijzondere maatregel toe te passen die afwijkt van artikel

Nadere informatie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT. overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT. overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.4.2016 COM(2016) 214 final 2012/0011 (COD) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER ADVIES Nr 07 / 96 van 22 april 1996 ------------------------------------------- O. ref. : 10 / A / 96 / 011 BETREFT : Ontwerp van koninklijk

Nadere informatie

Vest. V. Beroepen A04 Brussel, BL/LC A D V I E S. over DE REGLEMENTERING VAN DE TITEL EN HET BEROEP VAN LANDMETER-EXPERT ***

Vest. V. Beroepen A04 Brussel, BL/LC A D V I E S. over DE REGLEMENTERING VAN DE TITEL EN HET BEROEP VAN LANDMETER-EXPERT *** Vest. V. Beroepen A04 Brussel, 31.5.2002 BL/LC A D V I E S over DE REGLEMENTERING VAN DE TITEL EN HET BEROEP VAN LANDMETER-EXPERT *** 2 Op 22 februari 2002 werd aan de Ministerraad een voorontwerp van

Nadere informatie

Advies van 4 maart 2010 omtrent een ontwerp van koninklijk besluit betreffende de inschrijving van auditors

Advies van 4 maart 2010 omtrent een ontwerp van koninklijk besluit betreffende de inschrijving van auditors North Gate III 6 e verdieping Koning Albert II laan 16 1000 Brussel Tel. 02/277.64.11 Fax 02/201.66.19 E-mail : CSPEHREB@skynet.be Internet : www.cspe-hreb.be Advies van 4 maart 2010 omtrent een ontwerp

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 14 januari 2019 ADVIES 2019-13 met betrekking tot het verkrijgen van toegang tot documenten met

Nadere informatie

REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING

REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING Publicatieblad van de Europese Unie L 112 I Uitgave in de Nederlandse taal Wetgeving 62e jaargang 26 april 2019 Inhoud II Niet-wetgevingshandelingen REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING

Nadere informatie