Post-Kyoto: onderhandelingen en juridische verwachtingen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Post-Kyoto: onderhandelingen en juridische verwachtingen"

Transcriptie

1 Masterproef Master Milieurecht Academiejaar Post-Kyoto: onderhandelingen en juridische verwachtingen Promotor: Prof. Dr. Frank Maes Frederik Vanparys mei 2009

2 Afkortingenlijst AAU Assigned Amount Unit AGBM Ad Hoc Group on the Berlin Mandate AOSIS Alliantie van Kleine Eiland Staten Alliance of Small Island States ASEAN Associatie van Zuid-Oost-Aziatische Naties AU Afrikaanse Unie CER Certified Emission Reductions CDM Clean Development Mechanism COP/MOP Conference of the Parties serving as the Meeting of the Parties ERU Emission Reduction Units ET Emission Trading EU Europese Unie GDR Greenhouse Development Rights GMD Geneva Ministerial Declaration IPCC Intergovernmental Panel on Climate Change JI Joint Implementation LULUCF Land Use, Land-Use Change and Forestry NAMA Nationally appropriate mitigation actions OAS Organisatie van Amerikaanse Staten QELRO Quantified Emission Limitation and Reduction Objective RCI Responsibility and Capacity Index REDD Reducing Emissions from Deforestation and Forest degradation UNCED VN Conferentie over Milieu en ontwikkeling, Rio de Janeiro, 1992 UN Conference on Environment and Development UNFCCC VN Kaderverdrag Klimaatverandering UN Framework Convention on Climate Change VN Verenigde Naties 2

3 Afkortingenlijst... 2 Hoofstuk I. Inleiding... 4 Probleemstelling... 4 Hoofdstuk II: Klimaatverandering... 6 Afdeling I. Begrip... 6 Afdeling II. Ontstaan... 7 Afdeling III. Gevolgen... 8 Hoofdstuk III: Internationale Klimaatbeleid: ontwikkelingen vanaf UNFCC tot Bonn. (april 2009)... 9 Afdeling I. De Klimaatconventie Ontstaan en doelstelling van de Klimaatconventie Institutionele bepalingen Inhoudelijke bepalingen Afdeling II. De post-rio-ontwikkelingen en de aanloop naar het Kyoto-protocol Afdeling III. Het protocol van Kyoto Verloop van de onderhandelingen De Flexibiliteitsmechanismen Financieel Mechansime (art.11) Afdeling IV. De Post-Kyoto ontwikkelingen Internationaal : de verdere Conferenties van Partijen Recentste evoluties omtrent het EU-beleid inzake klimaatverandering Huidige toestand: Analyse van de laatste bijeenkomst van de Ad Hoc Working Groups (Bonn, april 2009) Klimaatbeleid EU internationaal klimaat beleid: vergelijking Hoofdstuk IV. Implementatie: Emissiehandel binnen de Europese Gemeenschap Afdeling I. VER-richtlijn Afdeling II. Wat is VER-handel? Afdeling III. Interne Besluitvorming: Groenboek Afdeling IV. Juridische hoofdlijnen van de VER-Richtlijn Afdeling V. Analyse van de emissiehandel: geslaagd systeem? Afdeling VI. Mogelijke alternatieven Hoofdstuk IV: Verzoening tussen rechtvaardigheid, (economische) ontwikkeling en klimaatverandering Afdeling I. Onderlinge raakvlakken tussen rechtvaardigheid, klimaatverandering en economische ontwikkeling Afdeling II. Bestaande middelen om rechtvaardigheid, ontwikkeling en klimaatverandering (mitigatie) te verzoenen Afdeling III. Mogelijkheden in een post-kyoto overeenkomst Hoofdstuk V. Post- Kyoto: verdere acties? Hoofdstuk VI. Besluit

4 Hoofstuk I. Inleiding Probleemstelling 1. De opwarming van de aarde en het daarmee vaak in verband gebrachte Kyoto-protocol zijn vandaag de dag alomtegenwoordig in de media. De klimaatverandering beroert de publieke opinie steeds meer en maakt ze bewust van de mogelijke gevolgen dat dit kan hebben op ons leven op aarde en op dat van toekomstige generaties. 2. Het Kyoto-protocol is één van de meest ambitieuze verdragen die ooit werd gesloten, en is tegelijk één van de meest dubbelzinnige juridische instrumenten. Veel van de inhoud kan men dan ook omschrijven als unfinished business en vraagt dus een verdere precisering van de behandelde materie in de toekomst. In december 2009 zal er in Kopenhagen onderhandeld worden over een nieuw Kyoto-protocol, want de verbintenissen door de partijen gemaakt in het Kyoto- protocol lopen af in Het Kyoto Protocol is echter slechts een eerste bescheiden stap om de doelstellingen van het Klimaatverdrag te realiseren. De huidige verbintenissen onder het Kyoto Protocol zijn onvoldoende om de klimaatverandering te voorkomen nochtans is dit het ultieme doel van het klimaatregime, ingeschreven in Art. 2 van het UNFCCC - of om aanpassing aan de onvermijdbare klimaatverandering mogelijk te maken. Bovendien is sinds Kyoto bijna alle aandacht gegaan naar het ratificatieproces van de zogenaamde Annex I-landen. De kritiek van ontwikkelingslanden is dat daarbij zowel de doelstellingen op langere termijn als de belangen van ontwikkelingslanden op de achtergrond geraakt zijn. Het is dan ook zo dat er om verschillende redenen een nieuw mondiaal verdrag moet komen. Ten eerste is dit noodzakelijk om een regeling af te spreken voor na 2012, want het Kyotoprotocol handelt maar over de periode die loopt van 2008 tot Daarnaast is er het 4 de beoordelingsrapport (AR4) van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) dat in november 2007 werd afgesloten en stelt dat het zonder twijfel vaststaat dat de opwarming van de aarde te wijten is aan de mens en dat dit een serieuze impact zal hebben op onze leefomstandigheden en onze economie. Het is de bedoeling om dit mondiaal actie plan klaar te hebben tegen de komende VN-klimaat conferentie in 2009 te Kopenhagen. 4

5 Dat akkoord zal nieuwe en vergaande verbintenissen vergen, o.a. verdere emissiereducties in industrielanden, een uitbreiding van een vorm van reductieverbintenissen naar bepaalde ontwikkelingslanden en meer middelen om de gevolgen van klimaatverandering in het Zuiden op te vangen. Daardoor zal in de onderhandelingen een centrale rol weggelegd zijn voor de vraag naar de rechtvaardigheid van een akkoord vanuit Noord-Zuidperspectief en voor de verbinding van het klimaatproces met duurzame ontwikkeling. 1 In deze verhandeling zullen we nagaan wat de mogelijkheden zijn om in de post-kyoto periode tot een werkbaar en eenduidig protocol te komen. Dat dit geen sinecure zal zijn is een vaststaand feit gezien de complexiteit van het onderwerp, de gevoeligheid van de thema s en de diversiteit in meningen. 4. Klimaatbeleid vinden we op elk niveau terug zowel internationaal, communautair als nationaal worden er beslissingen genomen. In deze verhandeling gaan we enkel het internationale en communautaire aspect belichten. Het grootste deel van het nationale milieubeleid wordt dan ook beheerst door communautaire regelgeving. We starten dit werk met de ontwikkelingen die er geweest zijn in het internationaal klimaatbeleid. Een evolutie wordt weergegeven van de Klimaatconventie (UNFCCC) over het Kyoto-protocol tot waar we medio 2009 aanbeland zijn. Dit laatste gebeurt met een korte weergave van wat er op de Ad Hoc Working Groups is overeengekomen in april 2009 te Bonn. Daarnaast besteden we een hoofdstuk aan het communautaire niveau en de relatie tussen de Europese Unie en het Kyoto-protocol. We gaan daarbij dieper in op uitwerking van een van de flexibiliteitsmechansimen (nl.emissiehandel) en hoe dit geïmplementeerd werd binnen de Europese Unie en of dit wel geleid heeft tot het verhoopte resultaat. Het Europees niveau en de Europese regelgeving is immers hetgeen waar wij het vaakst mee worden geconfronteerd. Tot slot wordt ook een hoofdstuk gewijd aan de relatie tussen (economische) ontwikkeling en klimaatverandering en rechtvaardigheid en waarom het voor ontwikkelingslanden van belang is om tot een daadkrachtige en duidelijk omkaderde overeenkomst in Kopenhagen te komen. 1 E. PAREDIS, G. GOEMINNE, F. MAES & J. LAMBRECHT, Rechtvaardigheid en duurzame ontwikkeling in een post-2012 klimaatregime. Belangen en bekommernissen van ontwikkelingslanden. 5

6 Hoofdstuk II: Klimaatverandering Afdeling I. Begrip 5. De klimaatverandering is één van de grootste uitdagingen van de komende jaren voor de mensheid. De uitstoot van broeikasgassen, zoals CO2, zijn de hoofdoorzaak van de klimaatverandering. Een bijkomend probleem is dat de afbreekbaarheid van de broeikasgassen vaak heel traag verloopt. Als we het voorbeeld nemen van de levensduur van CO2 gas komen we tot een periode die loopt van 5 tot 200 jaar. 2 Als we het worst case scenario volgen is het zo dat de koolstofdioxide die vandaag verbrand wordt, pas volledig zal afgebroken en verdwenen zijn in De opwarming van de aarde zal zich veruitwendigen in temperatuurstijgingen met als gevolg: smeltende (Alpen) gletsjers, langdurige droogtes in het zuiden en vaker voorkomende overstromingen in het noorden, zouden de gevolgen zijn voor de Europese Unie (hierna geciteerd als: EU). Naast verwoestijning en overstromingen is er ook het probleem van de stijgende zeespiegels, zoals in Polynesië en andere eilanden in de Stille oceaan, waar de bevolking door de stijging van het waterniveau genoodzaakt zijn te vluchten en te verhuizen. Deze zogenaamde ecologische vluchtelingen brengen een enorme volksverhuizing teweeg die zeer grote economische implicaties tot gevolg zal hebben. Door langdurige droogtes zullen ook de voedselprijzen stijgen in het zuiden en dit zal leiden tot voedseltekorten. De grootste impact van de opwarming van de aarde zou dus in de Derde wereld landen tot uitdrukking komen. Cynisch is het als je weet dat de verantwoordelijkheid voor de opwarming van de aarde voor een groot stuk te wijten is aan de rijke Westerse landen met hun vervuilende industrieën en zij vervolgens dan nog het best gewapend zijn om zich er tegen beschermen. De Derde wereld landen hebben veel minder verantwoordelijkheid te dragen voor de opwarming en daar bij komend kunnen zij zich er veel minder goed tegen beschermen. Uit studies blijkt dat in Afrika en Azië 75 tot 250 miljoen mensen in de toekomst blootgesteld worden aan waterbevoorradingsproblemen en zou 30 % van de 2 (third assessment report) 6

7 gekende diersoorten met uitsterven bedreigd zijn, indien de opwarming zich verder manifesteert in de 21 ste eeuw. Tegen 2050 zouden zelfs 150 miljoen mensen op de vlucht zijn door de gevolgen van klimaatverandering, zoals de stijging van de zeespiegel. 3 Maatregelen om de klimaatverandering tegen te gaan (mitigatie) moeten worden aangevuld met maatregelen om zich aan de klimaatverandering aan te passen (adaptatie). Afdeling II. Ontstaan 6. Laten we eerst even kort uitleggen hoe de opwarming van de aarde tot stand komt. Leven op aarde is mogelijk door de energie die komt van de zon. Door de zonnestralen wordt het aardoppervlak verwarmt en is er dus leven mogelijk op aarde. De zonnestralen worden door de aarde teruggekaatst in de atmosfeer door infrarood straling. In die atmosfeer zitten er een aantal gassen, broeikasgassen genaamd, waarvan waterdamp de belangrijkste is. Daarnaast heb je ook nog kool(stof )dioxide (CO2), methaan (CH4), ozon (O3), Deze gassen absorberen de warmte die teruggekaatst wordt door het aardoppervlak en zorgen ervoor dat het op aarde gemiddeld +15C is. Waren die gassen er niet, dan zou het op aarde -18C zijn. 4 Er kan dus gesproken worden van een natuurlijk broeikaseffect of een deken die over de aarde gelegd wordt en voor een constante temperatuur zorgt. Door menselijke activiteiten, vnl. door het verbranden van fossiele brandstoffen in industrie en transport, komen er nu bijkomende broeikasgassen terecht in de atmosfeer, die de warmte langer vasthouden en zo de temperatuur op aarde doen stijgen. Koolstofdioxide (CO2) wordt ook opgenomen door planten, bomen en oceanen, Maar ook door het intensief kappen van bomen en het verminderen van algen uit oceanen die beiden CO2 opnemen zal dit leiden tot een toenemende temperatuur op onze blauwe planeet. Tot slot moeten we een andere steeds dreigendere oorzaak van opwarming van de aarde aanhalen die zal leiden tot onomkeerbare gevolgen, met name het verdere smelten van de Arctische pool en Antartica. Het probleem hierbij is dat zonnestralen normaal door de witte kleur van het ijs teruggekaatst worden in de atmosfeer. Door het steeds verder smelten van het ijs komen er steeds grotere massa s van het aardoppervlak vrij die de zonnestralen niet terugkaatsen maar juist absorberen waardoor het proces van het smelten van de polen nog versneld wordt. Daarbij komend bevinden zich onder de ijslaag enorme hoeveelheden gassen, zoals methaan, die dan op hun beurt vrij gaan komen 3 N. STERN, The economics of climate change: The Stern Review, Cambridge, Cambridge University Press, 2007, (third assessment report) 7

8 en een irreversibel proces in werking gaan zetten waardoor er enorme hoeveelheden broeikasgassen bijkomend in de atmosfeer gaan terechtkomen met de gekende desastreuze gevolgen voor mens en dier. Om het even samen te vatten zetten we hier de grootste gevolgen van klimaatverandering op een rijtje. Afdeling III. Gevolgen 5 Zeespiegelstijging 7. Bij de huidige stijging van het zeewaterniveau zal volgens voorspellingen het aantal mensen dat getroffen wordt door overstromingen toenemen van 13 naar 94 miljoen per jaar. IPCC meldt dat de zeespiegel gedurende de 21ste eeuw zal stijgen met 9 tot 88 centimeter. Aantasting van ecosystemen 8. Klimaatverandering gaat gepaard met de verschuiving van klimaatzones. Sommige planten en dieren kunnen zich hieraan niet snel genoeg aanpassen en worden met uitsterven bedreigd. Klimaatverandering zal op een aantal plaatsen leiden tot meer droogte, met meer bosbranden en woestijnvorming als gevolg. Zoetwatertekort 9. Een groot gedeelte van de wereldbevolking leeft in landen waar een tekort is aan schoon zoetwater. Dit wordt, naarmate de wereldbevolking groeit, alleen maar een groter probleem. Klimaatverandering zal het watertekort in diverse regio's, zoals het Midden Oosten en Australië, alleen maar groter maken. Afname van landbouwproductiviteit 10. Zeker in gebieden waar droogte door klimaatverandering toeneemt, zoals het Midden Oosten en India. Afdeling IV. Discussie : Wetenschappelijke onzekerheid of zekerheid? 11. Lange tijd waren er wetenschappers die poneerden dat de stijging van de temperatuur op aarde door de eeuwen heen altijd heeft geschommeld en wij nu dus gewoon in een opwaartse 5 (third assessment report) 8

9 beweging zitten. Maar uit recent onderzoek kan afgeleid worden dat het voor bijna 100% vaststaat dat de mens bijdraagt tot de opwarming van de aarde. Het is namelijk zo dat de jaren 90 van vorige eeuw, het warmste decennium vormden en het jaar 1998 het warmste jaar was sedert de metingen van de temperaturen in Het IPCC, (Intergovernmental Panel on Climate Change) dat bestaat uit zo ongeveer 2500 wetenschappers en deskundigen kwamen tot die vaststelling in hun 4 de beoordelingsrapport (AR4) op hun bijeenkomst in Je kan dan ook zeggen dat er een verandering van visie is om actie te ondernemen is tegen de klimaat verandering. Waar vroeger nog gesproken werd over het voorzorgsbeginsel, zoals ook in de preambule van het klimaatverdrag van 1992, lijkt dat vandaag dus niet meer van toepassing. Het is derhalve dan ook eerder het preventie beginsel dat nu dwingt tot actie om verdere klimaatverandering tegen te gaan. Hoofdstuk III: Internationale Klimaatbeleid: ontwikkelingen vanaf UNFCC tot Bonn. (april 2009) Het vertrekpunt voor de bestrijding van de opwarming van de aarde vormt de Kaderconventie van de Verenigde Naties van 9 mei De ondertekenende partijen stelden zich tot doel om de broeikasgasconcentraties in de atmosfeer te stabiliseren op een niveau dat klimaatsbedreigende menselijke interventie uitsluit. Maar het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering legde de geïndustrialiseerde landen geen duidelijke verplichting op om hun uitstoot van broeikasgassen te stabiliseren of te verminderen. Dit Raamverdrag beperkte zich er toe een juridisch kader vast te stellen voor de geleidelijke ontwikkeling van een meer operationeel en internationale regeling. 7 In eerste instantie hebben de EG 8 en haar lidstaten dat Verdrag geratificeerd zonder te voorzien in een concreet intern communautair beleid. Door deze ruime formulering, is het normaal dat de klimaatpolitiek raakvlakken vertoont met andere milieuovereenkomsten. De EG is partij bij een hele reeks milieuovereenkomsten met als voorbeelden : het verdrag van 6 Kaderverdrag van New York van 9 mei 1992 inzake klimaatverandering (UNFCCC), Goedgekeurd bij Beschikking (EG) 94/69 van de Raad van 15 december 1993, P.B. L 33 van 7 februari 1994, M. PALLEMAERTS, De Europese Gemeenschap als Verdragsluitende Partij bij het Protocol van Kyoto, T.M.R. 2004, Besluit Raad E.G. nr. 94/69, 15 december 1993 betreffende de sluiting van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering, P.B. L 7 februari 1994, afl. 33, 11. 9

10 Aarhus inzake toegang tot milieuinformatie 9, de bescherming van de ozonlaag 10, aansprakelijkheid en vergoeding voor schade in samenhang met het vervoer over zee van gevaarlijke en schadelijke stoffen 11, Afrikaans-Euraziatische Overeenkomst over watervogels 12, het verdrag ter bestrijding van de luchtverontreiniging op lange afstand 13, Een gedetailleerde bespreking van deze overeenkomsten is hier evenwel niet mogelijk en zou ons te ver af leiden. 14 Het Kyoto-protocol 15 behoort dus ook bij deze internationale milieuovereenkomsten. Afdeling I. De Klimaatconventie 1. Ontstaan en doelstelling van de Klimaatconventie 13. Zoals hierboven reeds meegedeeld, is het Kyoto-protocol de uitgewerkte versie van het Klimaatverdrag dat gesloten werd te Rio de Janeiro in juni Deze conferentie was een monumentale inspanning van de internationale gemeenschap om een consensus te bereiken over een lange termijnplan voor globale duurzame ontwikkeling. 16 In Rio zijn drie verschillende klimaatverdragen ondertekend. Het algemene verdrag is vrij zwak. Dit heeft verscheidene oorzaken. Saoedi-Arabië en Koeweit bleven zich verzetten tegen het zoeken naar nieuwe energievormen en tegen alle verminderingen van uitstoot waarbij hun bestaansmiddelen bedreigd konden worden. De VS waren niet bereid zich te binden aan normen en tijdschema's voor drastische reductie van CO2-uitstoot en eisten dat de ontwikkelingslanden ook hun uitstoot moesten beperken. Andere grote CO2-uitstoters zoals Canada, Japan en Australië konden zich hierdoor achter de VS verschuilen. 9 Verdrag van Aarhus van 25 juni 1998, B.S. 24 april 2003, goedgekeurd bij Besluit 2005/370 EG van de Raad van 17 februari 2005, P.B. L 124 van 17 mei Procotol van Montreal van 16 september 1987 betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken, P.B. L oktober 1998, Verdrag van London van 3 mei 1996, PB L 337 van 13 decemeber 2002, Overeenkomst van Den Haag van 16 juni 1995, PB L 345 van 8 december 2006, Verdrag van 11 juni 1981 betreffende luchtverontreiniging over lange afstand, P.B. L 171 van 27 juni 1981, H. SELIN en S.D. VANDEVEER, Mapping Institutional Linkages in European Air Pollution Politics, Global Environmental Politics 2003, 3, Protocol van Kyoto van 11 december 1997, PB L 130 van 15 mei 2002, G. PORTER, J. BROWN, P. CHASEK, Global Environmental Politics, Boulder, Westview Press, Dilemmas in World Politics 2000,

11 14. De VN-Klimaatconventie had tot doel: 'Het stabiliseren van de concentratie van broeikasgassen in de atmosfeer op een zodanig niveau, dat een gevaarlijke menselijke invloed op het klimaat wordt voorkomen ( ) binnen een tijdsbestek dat toereikend is om ecosystemen in staat te stellen zich op natuurlijke wijze aan te passen aan klimaatverandering, te verzekeren dat de voedselproductie niet in gevaar komt en de economische ontwikkeling op duurzame wijze te doen voortgaan Institutionele bepalingen 15. Maar het Klimaatverdrag stelde hoofdzakelijk slechts een institutionele structuur in. Het was eerder vaag en in algemene bewoordingen opgesteld en gaf geen concrete maatregelen weer. Vanuit een wettelijk en een institutioneel standpunt kunnen we echter wel stellen dat de Klimaatconventie belangrijke akkoorden heeft voortgebracht: nl. het Klimaatverdrag en het Biodiversiteitsverdrag. Beide instrumenten vestigen de creatie van een juridisch kader en benadrukken de voortdurende relatie tussen economische ontwikkeling en bescherming van het leefmilieu. Het formuleren van duidelijke juridische beginselen is belangrijk in een materie die voorheen enkel behandeld werd via het internationaal gewoonterecht waarbij het komen tot een consensus geen evidentie is. De problematiek van klimaatverandering werd zo erkend als een globaal rechtsgebied en buiten de jurisdictie van de nationale wetgever geplaatst Deze instellingen zijn ook vandaag nog relevant, aangezien ze de verdere uitwerking van het Kyoto-protocol nog steeds beheersen. Artikel 7 van het Klimaatverdrag stelt een conferentie van partijen in (COP) en omschrijft haar taak als volgt : De Conferentie van de Partijen, als hoogste orgaan van dit Verdrag, toetst regelmatig de toepassing van het Verdrag en daarmee verband houdende rechtskracht hebbende akten die de Conferentie van de Partijen aanneemt en neemt, binnen haar mandaat, de besluiten die nodig zijn ter bevordering van de toepassing van het Verdrag. 17. Structurele bijstand aan de COP wordt geleverd door het secretariaat (Art.8 Klimaatverdrag), die ook zorgt voor het verzamelen van rapporten en het door zenden ervan. 17 Art. 2 Klimaatverdrag 18 M. COGEN, Handboek Internationaal Recht, Gent, Mys & Breesch, 2003,

12 Daarnaast moet ze zorgen voor de praktische organisatie van de zittingen van de COP. Tot slot zijn er nog een aantal hulporganen, zoals het Hulporgaan voor wetenschappelijk en technologisch advies (Art. 9 Klimaatverdrag) en een Hulporgaan inzake uitvoering (implementatie) (Art.10 Klimaatverdrag) van de overeengekomen maatregelen. 3. Inhoudelijke bepalingen 18. In overeenstemming met artikel 4, eerste lid, deelt elke Partij via het secretariaat aan de Conferentie van de Partijen de volgende informatie mee: - a. Een nationale inventarislijst van antropogene emissies per bron, van alle broeikasgassen die niet worden beheerst door het Protocol van Montreal van 16 september (Ozonverdrag) - b. Een algemene beschrijving van door haar ondernomen of voorgenomen stappen ter toepassing van het Verdrag. - c. alle andere informatie die zij relevant acht voor de verwezenlijking van de doelstelling van het Verdrag. 20 Artikel 4 Klimaatverdrag maakt een onderscheid tussen bijlage I en bijlage II-landen, waarbij met de eerste groep de geïndustrialiseerde en met de tweede de geïndustrialiseerde landen, met uitsluiting van die staten die een ontwikkeling naar markteconomie doormaken, worden aangeduid. Staten die niét in een transitiefase verkeren (of: de bijlage II-landen), staan in voor financiële bijstand aan ontwikkelingslanden, om dezelfde verplichtingen te halen Procotol van Montreal van 16 september 1987 betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken, P.B. L oktober 1998, Art.12 Klimaatverdrag 21 M.J. MACE, Funding for Adaptation to Climate Change: UNFCCC and GEF Developments since COP-7, Review of European Community & International Environmental Law 2005,

13 Afdeling II. De post-rio-ontwikkelingen en de aanloop naar het Kyotoprotocol 19. De eerste conferentie van de partijen van de UNFCCC (COP 1) werd gehouden in Berlijn in maart april Een van de doelstellingen van deze bijeenkomst was de herziening van de geschiktheid van de verbintenissen onder de Conventie. Men kwam tot de vaststelling dat de bestaande overeenkomsten ongeschikt waren en er werd een overeenkomst gesloten om een proces te beginnen dat gekwalificeerde uitstootlimieten en reductiedoelstellingen (QELRO s) zou opstellen binnen een bepaalde tijdslimiet. 22 De EU was hier een voorstander van, maar de JUSSCANZ-groep 23 was fel gekant tegen onderhandelingen over emissiereducties. COP 1 besliste om een comité op te richten om te onderhandelen over een protocol, dat tegen 1997 zou klaar zijn. Dit comité is beter gekend onder de naam van het Ad Hoc Group on the Berlin Mandate (AGBM). 24 De tweede conferentie van partijen (COP2) werd gehouden te Geneve en resulteerde in het aannemen van de Geneva Ministerial Declaration (GMD) op 2 juli Deze conferentie was een keerpunt omwille van twee redenen: -Ten eerste werden de afspraken van COP 1 herbevestigd en werd teruggekeerd naar de bindende gekwalificeerde uitstootlimieten en reductiedoelstellingen (QELRO s), dit kon enkel mits het akkoord van de VS. De VS gingen hier mee akkoord en dit door twee oorzaken, ten eerste was het economisch klimaat fel verbeterd en ten tweede de presidentsverkiezingen kwamen er aan en de publieke opinie wilde maatregelen zien in verband met het Klimaatverdrag. - Een tweede reden kan gezocht worden in het gegeven dat op de GMD de landen voor het eerst bereid waren om zonder consensus te handelen. Voordien was altijd unanimiteit vereist om tot een beslissing te komen wat wel een mooi democratisch principe is maar een 22 T. JACKSON, K. BEGG, S. PARKINSON, Beyond implementation: An overview and summary of the argument. In: T. JACKSON, K. BEGG, S. PARKINSON, Flexibility in Climate Policy. Making the Kyoto Mechanism Work, London, Earthscan, 2001, Japan, US, Zwitserland, Canada, Australië, Noorwegen, Nieuw-Zeeland. 24 G. PORTER, J. BROWN, P. CHASEK, Global Environmental Politics, Boulder, Westview Press, Dilemmas in World Politics 2000,

14 onwerkbaar instrument is om tot een consensus te komen. De laatste hindernis naar Kyoto toe was hiermee omzeild. Afdeling III. Het protocol van Kyoto Verloop van de onderhandelingen 20. Op 11 december 1997 werd het Kyoto-protocol goedgekeurd ter uitvoering van de Conventie van de klimaatverandering. Dit protocol zal verplichtingen invoeren inzake de verminderingen van emissies ter uitvoering van Artikel 2 van het Klimaatverdrag. Artikel 3,1 van het Kyoto-protocol is het belangrijkste artikel en behandelt zes soorten gassen. Het protocol vult het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering aan met bijkomende verplichtingen, maar die wel slechts gelden voor de geïndustrialiseerde landen. 21. Toch verliepen de onderhandelingen uiterst moeizaam. Uiteindelijk is een totale uitstootreductie van 5,2% voor de periode van overeengekomen. De EU heeft zich daarbij verbonden om de grootste vermindering te bewerkstelligen: 8%, de VS 7% en Japan 6%. Voor de ontwikkelingslanden zijn uiteindelijk geen doelstellingen vastgesteld, hoewel de VS hier wel op hadden aangedrongen. In het protocol wordt de wijze bepaald waarop die quota s zullen worden berekend en ook de wijze waarop de Verdragsluitende partijen zullen kunnen aantonen dat zij hun verplichtingen, inzake uitstoot van emissiegassen en hun respectieve quota s niet te overschrijden, hebben nageleefd.. Om deze doelstelling te bereiken beschikken de partijen over de mogelijkheid om binnenlandse- en buitenlandse maatregelen te nemen. 22. Een mogelijkheid is om een beroep te doen op de flexibiliteitsmechanismen 26, waardoor tussen partijen quota-aandelen kunnen worden overgedragen aan elkaar (Joint Implementation, JI, Art. 6) en ook door partijen die door een quota gebonden zijn, zelfs gecertificeerde emissiereducties kunnen worden verworven, door middel van de uitvoering van projecten voor emissiereductie in ontwikkelingslanden die zelf niet door een quota zijn gebonden (Clean Development Mechanist, CDM, Art.12). Daarnaast heb je nog het mechanisme van de emissiehandel tussen staten (Emission Trading, ET, Art. 17). 25 Protocol van Kyoto van 11 december 1997, PB L 130 van 15 mei 2002, F. MAES, Internationale Milieuverdragen, in K. DEKETELAERE (ed.), Handboek Milieu- en Energierecht, Brugge, die Keure, 2006,

15 Wel is het zo dat deze mechanismen aanvullend zijn. Dit houdt in dat ze slechts in aanvulling op binnenlandsbeleid mogen worden toegepast voor de verwezenlijking van de gekwalificeerde verplichtingen. 27 De begrenzing van hun gebruik wordt wel telkens op een verschillende manier weergegeven in de omschrijving van de fleibiliteitsmechanismen. 23. Voor elk mechanisme wordt een subsidiair lichaam opgericht (Subsidiary Body, Art. 15). Deze instrumenten waren, op aandringen van de Verenigde Staten, opgenomen in het Kyoto- Protocol. De Europese Unie en de ontwikkelingslanden, zagen dit als een mogelijkheid voor de rijke industrielanden om te ontsnappen aan weinig populaire binnenlandse maatregelen. 28 De Europese Unie wou een beleid dat een verandering van levensstijl moest ontwikkelen en achtte een verregaande ontwikkeling van die flexibele mechanismen in strijd met de milieuintegriteit van het protocol Het protocol laat aan de partijen een totale vrijheid ten aanzien van de keuze van de middelen om aan hun verplichtingen te voldoen. Maar toch blijft het COP het belangrijkste orgaan om de doelstellingen van het Klimaatverdrag uit te werken. We zijn op heden al aangekomen aan COP- 14 die gehouden is te Poznan, Polen, van 1 tot 12 december Het Kyoto Protocol is in werking getreden op 16 februari 2005 en heeft nu 184 partijen. Tegelijkertijd met de COP-11 in 2005 te Montreal, Canada, vond de eerste vergadering van de partijen bij het Kyoto Protocol, COP/MOP-1 plaats, de Conference of Parties, serving as the Meeting of the Parties to the Kyoto Protocol, het hoogste gezagsorgaan binnen het Kyoto Protocol. Daarnaast werden op COP-11 ook twee Ad Hoc Working Groups opgericht: nl. de Ad Hoc Working on Further Commitments for Annex I Parties under the Kyoto protocol (hierna : AWG KP) op basis van artikel 3, 9 van het Protocol. En de Ad Hoc Working Group on Longterm Cooperative Action under the United Nations framework Convention on Climate Change (hierna: AWG- LCA). Ook werd te Montreal een Convention Dialogue gestart, een open en niet-verbindende dialoog die moet toelaten om doeltreffende nationale en internationale oplossingen voor het klimaatprobleem te ontwikkelen met een zo breed mogelijke deelname van landen. De dialoog staat op zich los van de toekomstige 27 F. MAES, Internationaal milieurecht. Cursus academiejaar , onuitg. cursus milieurecht UGent, , P.S. CHASEK, Earth negotiations. Analyzing thirty years of environmental diplomacy, Tokyo, UN University Press, 2001, X, EU goes back to the drawing board on climate. In : Environmental Daily, 17 december

16 onderhandelingen en verplichtingen onder het Klimaatverdrag. Het doel van die dialoog is het bevorderen van ontwikkelingsdoelen op een duurzame wijze en ervaringen uit te wisselen om zo tot een betere tenuitvoerlegging van de het Klimaatverdrag te komen. 2. De Flexibiliteitsmechanismen A. INTERNATIONALE EMISSIEHANDEL (artikel 17) 26. Handel in emissierechten op nationaal of internationaal niveau is gestoeld op een systeem waarbij entiteiten zoals bedrijven een vergunning krijgen toegewezen om een bepaalde hoeveelheid broeikasgassen uit te stoten. Bedrijven die hun emissies terugdringen tot onder het niveau van hun vergunning, kunnen hun overschot verkopen aan ondernemingen die hun doelstelling minder gemakkelijk halen. Voor het milieu heeft dit geen negatieve gevolgen, aangezien het totaal aan emissierechten vastligt. Verhandelbare emissierechten bieden een kosteneffectieve manier om de totale taakstelling te verwezenlijken, en stimuleert bedrijven om te investeren in milieuvriendelijke technologie. B. GEZAMENLIJKE UITVOERING (JOINT IMPLEMENTATION JI) (artikel 6) 27. Gezamenlijke uitvoering houdt in dat geïndustrialiseerde landen kunnen investeren in projecten die de netto-emissies in andere geïndustrialiseerde landen verlagen. In ruil voor de investering mogen deze eersten dan (een deel van) de resulterende netto-emissiereductie (uitgedrukt in emissiereductie-eenheden (ERU)) op eigen rekening schrijven door deze af te trekken van de eigen nationale doelstelling. Deze investeringen in projecten kunnen ook koolstofputten betreffen. Samen met het Mechanisme voor Schone Ontwikkeling is Joint Implementation (JI) zoals gezamenlijke uitvoering over het algemeen wordt genoemd een zgn. projectgebonden mechanisme. Dit betekent dat het verkrijgen van bijkomende emissiekredieten telkens gebonden is aan de uitvoering van een bepaald project. Behalve Partijen kunnen ook rechtspersonen participeren in projecten die emissiereductieeenheden opbrengen en in de ver- en aankoop van emissiereductie-eenheden. Ze moeten hiervoor evenwel de toestemming krijgen van de betrokken landen. De betrokken staten 16

17 dragen de eindverantwoordelijkheid. Artikel 5 bepaalt dat de Partijen een nationaal systeem voor inventarissen van broeikasgassen moeten hebben, daarnaast legt artikel 7 de plicht om voldoende informatie mee te delen, als door de Partijen hier niet wordt aan voldaan mogen ze geen emissiereductie eenheden kopen. (art.3,(1)(c)) C. MECHANISME VOOR SCHONE ONTWIKKELING (artikel 12) 28. Het Mechanisme voor Schone Ontwikkeling ( Clean Development Mechanism of CDM) is een systeem waarbij geïndustrialiseerde landen of entiteiten in ontwikkelingslanden investeren. Wanneer deze investeringen leiden tot het verminderen van emissies tot niveaus lager dan wat het geval zou zijn zonder de investering, genereert dit net als bij JI emissierechten, die in dit geval gecertificeerde emissie reducties worden genoemd (Certified Emission Reductions of CER). De doelstelling van het CDM is enerzijds landen die niet opgenomen zijn in Bijlage I van de UNFCCC (hoofdzakelijk ontwikkelingslanden) bij te staan in het nastreven van duurzame ontwikkeling, en anderzijds landen opgenomen in bijlage I (geïndustrialiseerde landen en landen in overgang naar een markteconomie) te helpen bij het halen van de reductiedoelstellingen zoals vastgelegd in Bijlage B van het Protocol van Kyoto. Ook hier kunnen behalve Partijen ook publieke of particuliere instellingen participeren in projecten die emissiereducties opleveren evenals in de aan- en verkoop van gecertificeerde emissiereducties. (art. 12,9) 29. Waar ERU s slechts kunnen worden gegenereerd vanaf 2008 kon dat voor CER s in principe reeds vanaf 2000, maar in de praktijk heeft men moeten wachten op het afronden van de uitvoeringsmodaliteiten voor het CDM. Deelname aan CDM en de bijhorende verwerving van gecertificeerde emissiereducties, kan net als bij JI niet alleen door Staten,maar ook door particuliere en openbare rechtspersonen gebeuren. 3. Financieel Mechansime (art.11) 30. Zoals artikel 11 van het Klimaatverdrag voorziet ook artikel 11 van het Kyoto-protocol in de oprichting van een mechanisme voor de financiële ondersteuning van ontwikkelingslanden. 17

18 Artikel 11, lid 1 van het Kyoto-protocol verwijst daarbij expliciet naar de bepalingen van artikel 4 (3)-(5) en (7)-(9) van het Klimaatverdrag. In dat artikel worden de financiële en andere verplichtingen van de geïndustrialiseerde landen ten opzichte van de ontwikkelingslanden beschreven. Verder moeten deze financiële middelen nieuw en aanvullend zijn, zodat ze niet uit de middelen die gebruikt worden voor de normale ontwikkelingssamenwerking mogen komen. Het beheer van het financieel mechanisme van het Klimaatverdrag en van het Kyoto-protocol wordt aan het Global Environment Facility (GEF) gegeven. Het GEF staat daarbij onder toezicht van de Conferentie van de Partijen, waarop ook de regels van het Klimaatverdrag van toepassing zijn. Tot slot moet ook nog opgemerkt worden dat net zoals onder het Klimaatverdrag de ontwikkelde landen naast het GEF ook andere multilaterale als ook bilaterale overeenkomsten gebruiken voor de financiële ondersteuning aan de ontwikkelingslanden. Bijvoorbeeld het LIFE + instrument van de EU. 30 Afdeling IV. De Post-Kyoto ontwikkelingen 1. Internationaal : de verdere Conferenties van Partijen. 31. De eerste Conferentie van Partijen na het Kyoto-protocol (COP 3) was die van Buenos Aires, die liep van 2 tot 13 november 1998, en trachtte de onafgewerkte zaken van het Kyoto-protocol af te handelen en de politieke vaart die in Kyoto is opgewekt, tracht te handhaven. 31 De partijen kwamen een tweejarig actieprogramma overeen om de Kyoto overeenkomst verder uit te werken. De verwachtingen voor deze COP waren hoog gespannen, om de implementatie van het Kyoto-verdrag verder te concretiseren, maar die heeft men niet kunnen inlossen. Het water tussen de EU en de paraplu-partijen, (VS + Canada, Australië, Japan, etc.) de vroegere JUSSCANZ-groep eigenlijk, maar met Rusland en Oekraïne erbij, was blijkbaar veel te diep. 30 Verordening (EG) Nr. 614/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 betreffende het financieringsinstrument voor het Milieu (LIFE+) P.B. L 149/1, 9 juni Resolutie over de resultaten van de vierde Conferentie van de partijen van het Kaderverdrag inzake klimaatverandering (UNFCCC), die van 2 tot 13 november 1998 is gehouden in Buenos Aires, PB C 313 van 12 oktober 1998,

19 32. De EU hamerde er op om tot een akkoord te komen, met als voorwaarde dat dit over een minimum aan milieu integriteit zou beschikken. De EU herhaalde haar eis dat het gebruik van flexibele mechanismen supplementair moet zijn aan haar nationale acties en dat zij deze niet mogen vervangen. Daarnaast hield ze ook vast aan haar kwantitatieve limiet op het gebruik van Kyoto- mechanismen. 32 Dit was in schril contrast met de eisen die de VS vooropstelde: absolute prioriteit voor marktmechanismen zoals emission trading, CDM en JI, inclusie van koolstofputten zowel nationaal als in CDM- projecten en de incorporatie van nucleaire energieopwekking in CDM. 33. De mislukking van COP6 in Den Haag had uiteindelijk minder te maken met de discussie over flexibele mechanismen maar meer met de onenigheid over het al dan niet opnemen van koolstofputten (carbon sinks) Bij de volgende Conferentie van Partijen in oktober november 2001 te Marrakech (COP7) werd wel een akkoord bereikt en werd het actieplan van COP4 te Buenos Aires voltooid. Ook werd op deze COP7 afgesproken dat de deelnemende landen regels en richtsnoeren zouden maken met betrekking tot activiteiten als bebossing, herbebossing, ontbossing en bosheer, dit tot uitwerking van de carbon sinks. Bossen zijn een vorm van koolstofputten, bomen slorpen immers CO2 op en houden dit vast door fotosynthese, waardoor de CO2 uitstoot op natuurlijke wijze wordt verminderd zonder dat de uitstoot aan de bron moet verminderen. 35. Daarna zijn er nog een aantal Conferenties van Partijen geweest zoals in november 2002 te New-Delphi, waar vooral aandacht werd besteed aan de steun en samenwerking van de ontwikkelingslanden. Op COP-13 te Bali, 3-14 december 2007, werd overeengekomen om een nieuw mondiaal verdrag op te stellen om klimaatverandering tegen te gaan. Daar werd ook door de 192 partijen van het UNFCCC beslist om een stappenplan, Bali Action Plan, voor de onderhandelingen uit te werken, waarin de belangrijkste kwesties worden beschreven die aangepakt moeten worden. 32 X, Council Conclusion on EU-position COP6. In : Agence Europe, 7 november P.G. HARRIS, Europe and the politics and foreign policy of global climate change, in P.G. HARRIS (ed.), Europe and Global Climate Change: Foreign policy and regional cooperation, Cheltenham, Edward Elgar, 2007, 8. 19

20 36. De ambitieuze deadline voor het sluiten van een overeenkomst werd vastgesteld op het einde van De Europese Unie speelde een hoofdrol tijdens deze conferentie en bereikte de doorbraak waarop was gehoopt. Voor het eerst hebben ook de ontwikkelingslanden hun verantwoordelijkheid onder ogen willen zien en weten ze dat ook zij hun steentje zullen moeten bijdragen tot de wereldwijde inspanning om de uitstoot van schadelijke gassen te verminderen. 37. Een concreet te behalen streefniveau werd niet vermeld in het Bali-stappenplan en dit vanwege het verzet van enkele ontwikkelde landen toch werd wel erkend dat het wel degelijk nodig zal zijn dat de mondiale uitstoot drastisch zal moeten verminderd worden. De nadruk van de conferentie te Bali lag op de lange termijn kwesties. Deze onderhandelingen resulteerden in het aannemen van het Bali Action Plan, wat tot gevolg had dat de AWG- LCA zich focuste op vier sleutel elementen van lange termijn samenwerking, nl. mitigatie, adaptatie, financiën en technologie. De conferentie te Bali had als bijkomend resultaat ook dat partijen tot een overeenkomst kwamen over een twee jarig proces genaamd de Bali Roadmap, die zoals hierboven reeds gesteld een deadline vooropstelde om tot een overeenkomst te komen. Die deadline loopt af op de COP 15/ MOP 5, die in Kopenhagen zal gehouden worden in december Hierbij kan ook worden vermeld dat de VS participeerden bij deze onderhandelingen. 38. Tijdens de COP 14 te Poznan werd door de AWG- LCA 4 verder discussie gevoerd over de vier sleutel elementen van het Bali actie plan en werd een workshop en ministeriële ronde tafelbijeenkomst gehouden over het uitwerken van een gemeenschappelijke visie over samenwerking op lange termijn. AWG KP 6 hield een discussie over alle elementen van hun werkprogramma en kwam tot het besluit dat verdere verplichtingen noodzakelijk zijn. De elementen waarover discussie werd gevoerd zijn met name de flexibiliteitsmechanismen, Land Use, Land-Use Change and Forestry (LULUCF), broeikasgassen, beleidsmaatregelen en methodologie, brandstoffen van lucht en scheepvaart verkeer en juridische kwesties. 39. Recentelijk werd een vijfde sessie gehouden van de AWG-LCA en een zevende van de AWG-KP. Deze bijeenkomsten vonden plaats te Bonn en liepen van 29 maart tot 8 april De hoofddoelstelling van deze bijeenkomst was te werken naar een onderhandelingstekst voor beide AWG s. AWG-LCA concentreerde zich op de vier sleutel elementen van het Bali Action 20

21 Plan, nl. mitgatie, adaptatie, financiën en technologie, als ook op de gemeenschappelijke lange termijn visie om samen te werken voor de Conventie verplichtingen. Ze focuste zich op het verdere uitwerken van deze elementen om een ontwerp van onderhandelingstekst te hebben voor de volgende AWG-LCA bijeenkomst in juni De nadruk bij de AWG-KP 7 lag bij de emissie reducties van de Annex I partijen voor het Post Kyoto Protocol (dus na 2012) en over juridische kwesties. 2. Recentste evoluties omtrent het EU-beleid inzake klimaatverandering 41. In 2007 heeft de Europese Unie haar ambities op het gebied van klimaatverandering bijgesteld. De Commissie heeft een geïntegreerd pakket voorstellen ingediend die hierop neerkomen dat de EU veel verder moet gaan wat haar verbintenissen betreft om veranderingen teweeg te brengen. 34 Dit zijn de zogenaamde doelstellingen. Op de Europese Raad in het voorjaar van 2007 was een politieke consensus ontstaan ter ondersteuning van deze zienswijze, met steun van het Europees Parlement en de lidstaten. 35 De doelstelling was om het volgende te bereiken : - Het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen tot een niveau dat 2020 ten minste 20% lager zal zijn dan in De EU heeft zich hiertoe eenzijdig verbonden en zij streeft er zelfs naar, maar alleen als er een alomvattende internationale overeenkomst inzake klimaatverandering wordt gesloten, het broeikasgasniveau tegen 2030 met 30% te verminderen. - Een aandeel in het totale energiegebruik van de EU in 2020 van 20% hernieuwbare energie en van 10% biobrandstoffen. Maar gezien de discussie die over de biobrandstoffen is gerezen, werd dit uitgebreid naar andere hernieuwbare energiebronnen, zoals (groene) elektriciteit of groen opgewekte waterstof. - Uiterlijk in % minder energieverbruik in de EU o.a. via energie-efficiëntie 34 Een energiebeleid voor Europa" COM(2007) 1 definitief en "De wereldwijde klimaatverandering beperken tot 2 graden Celsius - het beleid tot 2020 en daarna" COM(2007) Resolutie van het Europees Parlement inzake klimaatverandering, aangenomen op 14 februari 2007, (P6_TA(2007)0038) 21

22 42. Op 23 januari 2008 heeft de Europese Commissie dan ook een pakket uitvoeringsmaatregelen uitgevaardigd die moeten helpen bij het verwezenlijken van de EUdoelstellingen op het gebied van klimaatverandering en hernieuwbare energie voor Op 18 december 2008 heeft het Europees parlement de richtlijn ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen goedgekeurd, waarmee de doelstellingen bindend worden opgelegd, verduidelijkt per staat en indien nodig worden aangepast. Hieruit is duidelijk dat de EU een voortrekkersrol wil blijven spelen op het gebied van klimaatverandering. 3. Huidige toestand: Analyse van de laatste bijeenkomst van de Ad Hoc Working Groups 37 (Bonn, april 2009) A. AWG-LCA 43. Op het eerste zicht leek het of de AWG-LCA zich zou beperken tot het draaien van dezelfde gekende plaat, met name algemene verklaringen en welgekende uitgangspunten van partijen. Maar als de bijeenkomst vorderde werd meer duidelijkheid geschept over een aantal zaken. Dit was vooral zo rond discussies over adaptatie en rond het concept van Nationally appropriate mitigation actions (NAMA s) door ontwikkelingslanden. Sommigen zagen ook meer overeenstemming in discussies rond het verminderen van emissies door ontbossing en verlies van bos, beter gekend onder de Engelstalige benaming, nl. Reducing Emissions from Deforestation and Forest degradation (REDD). 44. Het lijkt me opportuun om hier even duiding over te geven. Het is namelijk zo dat bomen CO2 uit de lucht halen en opslaan in hun bladeren, hout en wortelen. Bomen vormen dus een opslagplaats voor CO2 en door die bomen te kappen komt dit broeikasgas dus opnieuw vrij. Als je weet dat 17 tot 18% van de globale uitstoot van CO2 rechtstreeks het gevolg is van die ontbossing is dat een niet te verwaarlozen probleem. Het verminderen van ontbossing is dan ook een logische manier om klimaatverandering tegen te gaan. In het politiek jargon wordt dit dus het REDD genoemd. Het is dan ook meer dan 36 COM (2008) 16, 17, X, Earth Negotiations Bulletin, 22

23 waarschijnlijk dat REDD een belangrijk onderdeel gaat vormen van het toekomstige Klimaatverdrag dat afgesloten zal worden in december 2009 te Kopenhagen. Hoe dit REDD principe precies zal werken is nog onduidelijk. Het algemene principe zal zijn dat landen die hun bossen laten staan hiervoor beloond dienen te worden, want zo lopen ze immers inkomsten mis, bv. door het exporteren van hout. Die beloning zou zich moeten manifesteren in een compensatie. Hierover moet dus nog onderhandeld worden wat die compensatie zal in houden en over hoeveel bomen er nog mogen verdwijnen. Dit zal gebeuren in december 2009 te Kopenhagen. 45. Maar na deze kleine omweg gemaakt te hebben keren we terug naar de korte analyse van wat besproken is te Bonn in april Hierboven konden we lezen dat er een aantal klein aantal doorbraken geweest zijn in deze moeilijke materie. Nochtans werd na de bijeenkomst ook duidelijk dat hoewel er een stap voorwaarts is gezet door het consolideren van ideeën om tot een onderhandelingstekst te komen, er toch nog een verschil in visie is omtrent de financiering en transfers van technologie. In Bonn maakte ook de VS hun terugkeer in de onderhandelingen omtrent de klimaatverandering. De VS erkende hun positie van grootste historische vervuiler en dat ze een land zijn dat veel mogelijkheden heeft, maar benadrukte ook dat ze niet alleen de klimaatproblematiek kunnen oplossen. Het is wel zo dat president Obama een voorstander is van emissiehandel (cap-and-trade) maar het enthousiasme van toetreden van de VS werd al vlug getemperd door hun beperkte ambitie. De VS streeft maar naar een reductie van 15% van huidige emissie-uitstoot en een reductie van 80% tegen B. AWG-KP 46. Voor het over de resultaten van deze bijeenkomst te hebben kunnen we toch niet rond twee uitdagingen die moeten opgelost worden. Een eerste uitdaging handelt over de interpretatie die aan de onderhandelingstekst moet gegeven worden. De meeste ontwikkelingslanden benadrukken dat het nodig is om nieuwe doelstellingen voor de hoeveelheid van uitstoot voor Annex-II landen moet vastgelegd worden en willen het huidige protocol dan ook amenderen. De ontwikkelde landen daarentegen hebben juist de bedoeling om een zo breed mogelijke interpretatie van de tekst te bekomen zodat de 23

24 flexibiliteitsmechanismen daar ook onder vallen. Velen hadden dan ook het gevoel dat er niet echt schot in de zaak kwam en dat de zelfde twistpunten opnieuw zullen verschijnen in juni. 46. bis De tweede uitdaging draaide rond de gezamenlijke schaal van emissies die de Annex I landen moesten bereiken. Doordat dit geen duidelijke percentages opgeleverd heeft in de slotovereenkomst, waren veel ontwikkelingslanden teleurgesteld met als reden dat de AWG- KP de laatste drie jaren aan onderzoek gespendeerd heeft om de beschikbare middelen voor de Annex-I landen te bekijken en hen zo te helpen om aan hun verplichtingen te voldoen en dit werk dus niet beloond werd. Ze verklaren dat de nadruk op de huidige cijfers getuigt van weinig ambitie. Sommige landen van de Umbrella-Groep waren zoals vaker afwachtend voor vergaande maatregelen. Japan en Rusland maakten zelfs duidelijk dat ze niet bereid waren om over cijfers te onderhandelen voor Annex-I partijen zolang Amerika en moderne ontwikkelingslanden, zoals India en China, niet tot verplichtingen bereid waren omtrent uitstoot van broeikasgassen. Er is dan ook een sterke terughoudendheid bij de onderhandelingen doordat er een gebrek aan vertrouwen is tussen de arme en rijke landen. De arme landen- verenigd in de zogenaamde G77 en China- in de praktijk vandaag 130 ontwikkelingslanden- vinden dat de rijke landen te weinig inspanningen doen om hun emissies te beperken. Ze vinden dat de rijke landen hun emissies tegen 2020 tot 40 procent moeten inkrimpen en dat ze 0,5 tot 1 procent van het BNP (Bruto Nationaal Product) beschikbaar moeten maken voor klimaatmaatregelen in het Zuiden. Maar ook in de groep van ontwikkelingslanden onderling tekenen zich verschillen af. Zo is er de groep Aosis, van de Kleine Eilandstaten. Die zijn heel concreet met ondergang bedreigd, door de stijging van de zeespiegel, en vragen een emissiereductie van 45 procent. India dan weer vraagt een beperking van de emissies per capita, wat eigenlijk zou betekenen dat het land nog jaren kan doorgaan met het uitstoten van broeikasgassen. 24

Klimaatverandering en internationaal beleid: de weg van Kyoto naar Kopenhagen.

Klimaatverandering en internationaal beleid: de weg van Kyoto naar Kopenhagen. Open klimaatlezingen 2009 Klimaatverandering en internationaal beleid: de weg van Kyoto naar Kopenhagen. Hans Bruyninckx De eerste stappen in internationaal klimaatbeleid 1979: 1ste World Climate Conference

Nadere informatie

Klimaatverandering: beleid Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (

Klimaatverandering: beleid Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving ( Indicator 14 november 2006 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In het Kyoto-protocol en het

Nadere informatie

Klimaatbeleid van het Ministerie van Arbeid, Technologische Ontwikkeling en Milieu

Klimaatbeleid van het Ministerie van Arbeid, Technologische Ontwikkeling en Milieu Klimaatbeleid van het Ministerie van Arbeid, Technologische Ontwikkeling en Milieu Drs. J. Amarello-Williams Minister ATM/ National Focal Point UNFCCC Suriname Inhoud Introductie Milieutaken ATM Stand

Nadere informatie

Klimaatverandering en Ontwikkeling

Klimaatverandering en Ontwikkeling Climate Klimaatverandering en Ontwikkeling BTC Infocyclus, 4 dec 2016 Julie Vandenberghe WWF Michel Roggo / WWF-Canon Index 1. Back to the basics: de wetenschap 2. Impact op het Zuiden 3. Internationale

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 2.3.2016 COM(2016) 62 final 2016/0036 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van de Overeenkomst van Parijs, die

Nadere informatie

SonEnergie, 25 maart 2019 Jacques Hagoort

SonEnergie, 25 maart 2019 Jacques Hagoort SonEnergie, 25 maart 2019 Jacques Hagoort Klimaat & Klimaatverandering Gevolgen klimaatverandering Opwarming van de Aarde Broeikaseffect Klimaatmodellen An Inconvenient Truth VN - Akkoord van Parijs Nederlands

Nadere informatie

COP15 Volgende stappen

COP15 Volgende stappen COP15 Volgende stappen De verdere invulling van het Akkoord van Kopenhagen Jos Delbeke Adjunct Directeur-General DG Milieu Europese Commissie Colloquium Hubert David Brussel, 9.02.2010 Complex proces?

Nadere informatie

Achtergrondinformatie toelichtingen bij ppt1

Achtergrondinformatie toelichtingen bij ppt1 Achtergrondinformatie toelichtingen bij ppt1 Dia 1 Klimaatverandering Onomstotelijk wetenschappelijk bewijs Deze presentatie geeft een inleiding op het thema klimaatverandering en een (kort) overzicht

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 2.2.2017 COM(2017) 51 final 2017/0016 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van de in Kigali goedgekeurde overeenkomst tot wijziging van het Protocol

Nadere informatie

Werkblad 3. Klimaatconferentie Parijs december 2015

Werkblad 3. Klimaatconferentie Parijs december 2015 Werkblad 3 Wetenschap versus politiek De tijd loopt! Jean-Pascal van Ypersele, klimatoloog aan de UCL en ondervoorzitter van het Klimaatpanel IPCC van de Verenigde Naties zegt: We moeten volledig stoppen

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 10.6.2016 COM(2016) 395 final 2016/0184 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van de Overeenkomst van Parijs, die is

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.12.2013 COM(2013) 917 final 2013/0448 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de aanvaarding van de wijziging van het Protocol van 1999 inzake vermindering

Nadere informatie

Klimaat(les)marathon. Leren voor en over het klimaat

Klimaat(les)marathon. Leren voor en over het klimaat Klimaat(les)marathon Leren voor en over het klimaat INTERNATIONALE KLIMAATONDERHANDELINGEN: WOORDEN, WOORDEN, WOORDEN? Bernard Mazijn Universiteit Gent én Instituut vóór Duurzame Ontwikkeling vzw. INHOUD

Nadere informatie

Klimaat en ontwikkeling

Klimaat en ontwikkeling Klimaat en ontwikkeling Een eerlijk en juridisch bindend klimaatakkoord is van groot belang voor ontwikkelingslanden, omdat deze landen dagelijks de gevolgen ondervinden van klimaatverandering die hoofdzakelijk

Nadere informatie

CaseQuest 2: Kunnen de VS en China zich onttrekken aan een mondiaal klimaatbeleid?

CaseQuest 2: Kunnen de VS en China zich onttrekken aan een mondiaal klimaatbeleid? CaseQuest 2: Kunnen de VS en China zich onttrekken aan een mondiaal klimaatbeleid? Door Rik Lo & Lisa Gerrits 15-03-13 Inhoud: Inleiding Deelvraag 1 Deelvraag 2 Deelvraag 3 Deelvraag 4 Hoofdvraag & Conclusie

Nadere informatie

et broeikaseffect een nuttig maar door de mens ontregeld natuurlijk proces

et broeikaseffect een nuttig maar door de mens ontregeld natuurlijk proces H 2 et broeikaseffect een nuttig maar door de mens ontregeld natuurlijk proces Bij het ontstaan van de aarde, 4,6 miljard jaren geleden, was er geen atmosfeer. Enkele miljoenen jaren waren nodig voor de

Nadere informatie

452 ( ) Nr juli 2015 ( ) ingediend op. Ontwerp van decreet

452 ( ) Nr juli 2015 ( ) ingediend op. Ontwerp van decreet ingediend op 452 (2014-2015) Nr. 1 30 juli 2015 (2014-2015) Ontwerp van decreet houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en IJsland, anderzijds, betreffende

Nadere informatie

10819/03 Interinstitutioneel dossier: 2001/0245 (COD)

10819/03 Interinstitutioneel dossier: 2001/0245 (COD) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 8 juli 2003 (14.07) (OR. en) 10819/03 Interinstitutioneel dossier: 2001/0245 (COD) CODEC 891 JUR 273 ENV 362 MI 157 IND 96 ENER 204 NOTA van: aan: Betreft: het secretariaat-generaal

Nadere informatie

OVERLEGCOMITE FEDERALE REGERING GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN. Vergadering van 8 maart Het Comité keurt de hierbij gevoegde tekst goed.

OVERLEGCOMITE FEDERALE REGERING GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN. Vergadering van 8 maart Het Comité keurt de hierbij gevoegde tekst goed. KANSELARIJ VAN DE EERSTE MINISTER 1000 Brussel, 8 maart 2004. RP SECRETARIE VAN HET OVERLEGCOMITE OVERLEGCOMITE FEDERALE REGERING GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN Vergadering van 8 maart 2004 Federale

Nadere informatie

economische mogelijkheden sociale omgeving ecologisch kapitaal verborgen kansen

economische mogelijkheden sociale omgeving ecologisch kapitaal verborgen kansen economische mogelijkheden sociale omgeving ecologisch kapitaal verborgen kansen REDD+ een campagne voor bewustwording van suriname over haar grootste kapitaal Wat is duurzaam gebruik van het bos: Duurzaam

Nadere informatie

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN L 207/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN BESLUIT (EU) 2015/1339 VAN DE RAAD van 13 juli 2015 betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van de wijziging van Doha van

Nadere informatie

Klimaatverandering. Klimaatverandering. Klimaatverandering. Klimaatverandering. Klimaatverandering 8-10-2012. Klimaatverandering

Klimaatverandering. Klimaatverandering. Klimaatverandering. Klimaatverandering. Klimaatverandering 8-10-2012. Klimaatverandering Zonne-energie 2012: prijs 21 ct per kwh; 2020 prijs 12 ct kwh Groen rijden; energiehuizen, biologisch voedsel Stimular, de werkplaats voor Duurzaam Ondernemen Stichting Stimular www.stimular.nl 010 238

Nadere informatie

de heer Uwe CORSEPIUS, secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie

de heer Uwe CORSEPIUS, secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 23 december 2013 (OR. en) 18165/13 Interinstitutioneel dossier: 2013/0448 (NLE) VOORSTEL van: ingekomen: 20 december 2013 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: ENV 1234 ENER 599

Nadere informatie

Eindexamen maatsschappijwetemschappen vwo I

Eindexamen maatsschappijwetemschappen vwo I Opgave 2 Klimaatconferentie in Kopenhagen Inleiding Van 7 tot 18 december 2009 werd een internationale klimaatconferentie (klimaattop) gehouden in Kopenhagen. Op deze conferentie van de Verenigde Naties

Nadere informatie

Doelgroepenoverleg scheepvaart en klimaat Recente evoluties inzake beleid rond scheepvaart en klimaat

Doelgroepenoverleg scheepvaart en klimaat Recente evoluties inzake beleid rond scheepvaart en klimaat Doelgroepenoverleg scheepvaart en klimaat Recente evoluties inzake beleid rond scheepvaart en klimaat Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Vlaamse Overheid Inhoud 1. UNFCCC 2. IMO 3. EU Inhoud 1.

Nadere informatie

Bedreigingen. Broeikaseffect

Bedreigingen. Broeikaseffect Bedreigingen Vroeger gebeurde het nogal eens dat de zee een gat in de duinen sloeg en het land overspoelde. Tegenwoordig gebeurt dat niet meer. De mensen hebben de duinen met behulp van helm goed vastgelegd

Nadere informatie

Werkstuk Aardrijkskunde Broeikaseffect

Werkstuk Aardrijkskunde Broeikaseffect Werkstuk Aardrijkskunde Broeikaseffect Werkstuk door een scholier 1310 woorden 20 juni 2006 6,2 45 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Het Broeikaseffect Inhoudsopgave Inleiding 1.0 Wat is het broeikaseffect?

Nadere informatie

Vragen voor burgers die deelnemen aan WWViews

Vragen voor burgers die deelnemen aan WWViews Vragen voor burgers die deelnemen aan WWViews WWViews C/o The Danish Board of Technology Antonigade 4 DK-1106 Copenhagen K Denemarken Tel +45 3332 0503 Fax +45 3391 0509 wwviews@wwviews.org www.wwviews.org

Nadere informatie

WASA KOMT OP VOOR DE PLANEET

WASA KOMT OP VOOR DE PLANEET WASA KOMT OP VOOR DE PLANEET WASA BELOOFT: ONS MERK COMPENSEERT CO 2 VOOR 100% 1 We zijn van mening dat opkomen voor de planeet, door onze ecologische voetafdruk te verkleinen en CO 2 te compenseren, de

Nadere informatie

Factsheet. Klimaatverandering: Beleid en maatregelen

Factsheet. Klimaatverandering: Beleid en maatregelen Factsheet Klimaatverandering: Beleid en maatregelen Sinds het begin van het Industriële Tijdperk (circa 1860) is de gemiddelde temperatuur op aarde met 0,8 C gestegen. Wetenschappers kennen het grootste

Nadere informatie

Klimaat en ontwikkeling

Klimaat en ontwikkeling Klimaat en ontwikkeling Een eerlijk en juridisch bindend klimaatakkoord is van groot belang voor ontwikkelingslanden, omdat deze landen dagelijks de gevolgen ondervinden van klimaatverandering die hoofdzakelijk

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 30.10.2017 COM(2017) 628 final 2017/0277 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt dat op de zevenendertigste vergadering van het Permanent Comité

Nadere informatie

Energie, technologie en milieuproblemen: Europees onderzoek schetst somber wereldbeeld in 2030

Energie, technologie en milieuproblemen: Europees onderzoek schetst somber wereldbeeld in 2030 IP/3/661 Brussel, 12 mei 23 Energie, technologie en milieuproblemen: Europees onderzoek schetst somber wereldbeeld in 23 In 23 zal het wereldenergieverbruik verdubbeld zijn; fossiele brandstoffen, voornamelijk

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.11.2017 COM(2017) 644 final 2017/0286 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in het ACS-EU-Comité van ambassadeurs in te nemen

Nadere informatie

KLIMAATBELEID. Joke Schauvliege Vlaams minister van Omgeving, Natuur en Landbouw. 20 maart 2015, Drongen. Joke Schauvliege

KLIMAATBELEID. Joke Schauvliege Vlaams minister van Omgeving, Natuur en Landbouw. 20 maart 2015, Drongen. Joke Schauvliege KLIMAATBELEID Vlaams minister van Omgeving, Natuur en Landbouw 20 maart 2015, Drongen Klimaatverandering, wat? IPCC KYOTO PLEDGE klimaatverandering = wereldprobleem klimaatverandering is een wereldprobleem,

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.6.2003 COM(2003) 348 definitief 2003/0127 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de lidstaten worden gemachtigd in het belang van de Europese

Nadere informatie

Emissie broeikasgassen in Europa,

Emissie broeikasgassen in Europa, Indicator 11 januari 2011 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In 2009 nam de Europese uitstoot

Nadere informatie

20% of naar 30% BKG reductie

20% of naar 30% BKG reductie EU-klimaatdoelstellingen 20% of naar 30% BKG reductie Marc Van den Bosch Sr. Adviseur Voka-VEV 30 06 2010 EU klimaatpakket 2008 Doelstellingen 2020 20% BKG reductie tav 1990 20% hernieuwbare energie 20%

Nadere informatie

NL In verscheidenheid verenigd NL. Amendement. Julia Reid namens de EFDD-Fractie

NL In verscheidenheid verenigd NL. Amendement. Julia Reid namens de EFDD-Fractie 13.6.2017 A8-0208/50 50 Overweging 1 (1) Wat de reductie van de in de EU uitgestoten broeikasgassen betreft, schaarde de Europese Raad zich in zijn conclusies van 23-24 oktober 2014 over het kader voor

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456

Nadere informatie

BIJLAGE. bij. Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

BIJLAGE. bij. Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 20.12.2017 COM(2017) 830 final ANNEX 1 BIJLAGE bij Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot aanvulling van het Besluit van de Raad van 22 mei 2017 waarbij machtiging wordt

Nadere informatie

Curaçao Carbon Footprint 2015

Curaçao Carbon Footprint 2015 Willemstad, March 2017 Inhoudsopgave Inleiding 2 Methode 2 Dataverzameling 3 Uitstoot CO2 in 2010 3 Uitstoot CO2 in 2015 4 Vergelijking met andere landen 5 Central Bureau of Statistics Curaçao 1 Inleiding

Nadere informatie

VLAAMSE OVERHEID. Leefmilieu, Natuur en Energie

VLAAMSE OVERHEID. Leefmilieu, Natuur en Energie VLAAMSE OVERHEID Leefmilieu, Natuur en Energie [C 2007/36477] 28 JUNI 2007. Ministerieel besluit betreffende het indienen van een verzoek tot goedkeuring van een CDM- of JI-projectactiviteit De Vlaamse

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie. (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing)

Publicatieblad van de Europese Unie. (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) 19.2.2004 L 49/1 I (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) BESCHIKKING Nr. 280/2004/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 11 februari 2004 betreffende een bewakingssysteem

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 189 Wet van 22 maart 2006, houdende wijziging van de Wet milieubeheer ten behoeve van de implementatie van richtlijn nr. 2004/101/EG van het

Nadere informatie

Wereldwijde uitstoot CO2 dit jaar

Wereldwijde uitstoot CO2 dit jaar 1 van 5 7-12-2018 06:32 volkskrant.nl Wereldwijde uitstoot CO2 dit jaar weer toegenomen 6-8 minuten IJsklif in West-Groenland. Beeld Credit: Sarah Das / Woods Hole Oceanographic Institution De stijging

Nadere informatie

NNV-bestuursstandpunt over de samenhang tussen klimaatverandering en energiegebruik

NNV-bestuursstandpunt over de samenhang tussen klimaatverandering en energiegebruik NNV-bestuursstandpunt over de samenhang tussen klimaatverandering en energiegebruik Het klimaat is een complex systeem waarin fysische, chemische en biologische processen op elkaar inwerken. Die complexiteit

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 30 495 Toekomstig internationaal klimaatbeleid Nr. 13 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 28.11.2002 COM(2002) 679 definitief 2002/0280 (CNS) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 539/2001 tot vaststelling

Nadere informatie

MAATSCHAPPIJ ONDERSCHAT ERNST EN TAAIHEID KLIMAATPROBLEEM

MAATSCHAPPIJ ONDERSCHAT ERNST EN TAAIHEID KLIMAATPROBLEEM MAATSCHAPPIJ ONDERSCHAT ERNST EN TAAIHEID KLIMAATPROBLEEM De maatschappelijke discussie over klimaatverandering wordt onvoldoende scherp gevoerd. Er wordt nauwelijks nagedacht over de ernst van de problematiek

Nadere informatie

VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD 19.2.2004 L 49/1 I (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) BESCHIKKING Nr. 280/2004/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 11 februari 2004 betreffende een bewakingssysteem

Nadere informatie

*** ONTWERPAANBEVELING

*** ONTWERPAANBEVELING EUROPEES PARLEMENT 2014-2019 Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid 24.11.2015 2014/0359(E) *** ONTWERPAANBEVELING over het ontwerp van besluit van de Raad betreffende de goedkeuring

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.12.2011 COM(2011) 911 definitief 2011/0447 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de verklaring van aanvaarding door de lidstaten, in het belang van de Europese

Nadere informatie

Boodschap uit Gent voor Biodiversiteit na 2010

Boodschap uit Gent voor Biodiversiteit na 2010 Boodschap uit Gent voor Biodiversiteit na 2010 Belgisch voorzitterschap van de Europese Unie: Conferentie over Biodiversiteit in een veranderende wereld 8-9 september 2010 Internationaal Conventiecentrum

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 9.1.2015 COM(2014) 749 final 2014/0358 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot aanvaarding van de wijziging van het Protocol van 1998 bij het Verdrag van 1979 betreffende

Nadere informatie

*** ONTWERPAANBEVELING

*** ONTWERPAANBEVELING EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid 25.10.2012 2012/0120(E) *** ONTWERPAANBEVELING over het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE

VERSLAG VAN DE COMMISSIE EUROPESE COMMISSIE Brussel, 23.9.2016 COM(2016) 618 final VERSLAG VAN DE COMMISSIE Verslag met het oog op de berekening van de toegewezen hoeveelheid van de Unie, alsook het verslag met het oog op de berekening

Nadere informatie

TYPES INSTRUMENTEN OVERZICHT

TYPES INSTRUMENTEN OVERZICHT TYPES INSTRUMENTEN OVERZICHT Aanbeveling... 2 Advies... 2 Algemeen commentaar... 2 Beleidsdocument... 3 Besluit... 3 Decreet... 3 Europees besluit... 3 Grondwet... 3 Koninklijk besluit... 3 Mededeling...

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2005 664 Besluit van 12 december 2005, houdende regels met betrekking tot de instelling van een nationaal inventarisatiesysteem voor broeikasgassen

Nadere informatie

Datum 13 november 2013 Betreft Motie Sjoerdsma (33625, nr. 8) inzet private sector bij klimaatfinanciering

Datum 13 november 2013 Betreft Motie Sjoerdsma (33625, nr. 8) inzet private sector bij klimaatfinanciering Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Datum 13 november 2013 Betreft Motie Sjoerdsma

Nadere informatie

... /... van de voorwaarden voor vraag en aanbod ; hij is voorts van mening

... /... van de voorwaarden voor vraag en aanbod ; hij is voorts van mening EUROPESE RAAD, DUBLIN, 3-4 DECEMBER 1984 CONCLUSJ.ES Economische en sociale situatie De Europese Raad juicht de voorrang toe die in het onlangs gepubliceerde economische jaarverslag van de Commissie aan

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 november 2007 (04.12) (OR. en) 14449/07 JUSTCIV 281

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 november 2007 (04.12) (OR. en) 14449/07 JUSTCIV 281 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 29 november 2007 (04.12) (OR. en) 14449/07 JUSTCIV 281 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap het Coreper/de Raad Resultaten van de Diplomatieke Conferentie te Den

Nadere informatie

VOORSTEL VAN WET. Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

VOORSTEL VAN WET. Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. 34 534 Voorstel van wet van de leden Klaver en Samsom houdende een kader voor het ontwikkelen van beleid gericht op onomkeerbaar en stapsgewijs terugdringen van de Nederlandse emissies van broeikasgassen

Nadere informatie

De vakbonden en de Klimaattop in Kopenhagen

De vakbonden en de Klimaattop in Kopenhagen De vakbonden en de Klimaattop in Kopenhagen Bert De Wel Studiedienst ACV Overzicht 1.Ons klimaatengagement 2.Evaluatie van het resultaat 3.Na Kopenhagen 1. Ons Klimaatengagement De vakbonden hebben aanzienlijk

Nadere informatie

Emissie broeikasgassen in Europa (EU-15),

Emissie broeikasgassen in Europa (EU-15), Indicator 14 januari 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De emissie van broeikasgassen

Nadere informatie

PUBLIC. Brussel, 2 juli 2004 (06.07) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE /04 Interinstitutioneel dossier: 2002/0254 (COD) LIMITE

PUBLIC. Brussel, 2 juli 2004 (06.07) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE /04 Interinstitutioneel dossier: 2002/0254 (COD) LIMITE Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 2 juli 2004 (06.07) (OR. en) 11061/04 Interinstitutioneel dossier: 2002/0254 (COD) LIMITE PUBLIC ENV 387 TOUR 14 AGRI 177 MAR 128 IND 91 CODEC 869 NOTA van:

Nadere informatie

Onze energievoorziening in feiten: mythes, nieuwtjes en kansen

Onze energievoorziening in feiten: mythes, nieuwtjes en kansen Onze energievoorziening in feiten: mythes, nieuwtjes en kansen Heleen de Coninck, 13 september 2011 Energieonderzoek Centrum Nederland Grootste energieonderzoekcentrum van Nederland Missing link tussen

Nadere informatie

BBL DOSSIER. KlimaatBELEID The basics

BBL DOSSIER. KlimaatBELEID The basics BBL DOSSIER KlimaatBELEID The basics inleiding Als het over klimaatverandering gaat, worden we om de oren geslagen met begrippen als emissierechten en INDCs. De kranten staan vol vurige opinieartikels

Nadere informatie

Overzicht. Bevoegdheden inzake milieu. Internationaal: België:

Overzicht. Bevoegdheden inzake milieu. Internationaal: België: Overzicht An Cliquet Vakgroep Internationaal publiekrecht, Universiteit Gent Brussel, 18 oktober 2011 Internationaal: Bevoegdheden inzake milieu Evolutie van internationaal milieurecht Internationale rechtsregels

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 10.4.2008 COM(2008) 176 definitief Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot vaststelling van het standpunt dat namens de Europese Gemeenschap moet worden

Nadere informatie

Onze energievoorziening in feiten: mythes, nieuwtjes en kansen. Heleen de Coninck, 13 september 2011

Onze energievoorziening in feiten: mythes, nieuwtjes en kansen. Heleen de Coninck, 13 september 2011 Onze energievoorziening in feiten: mythes, nieuwtjes en kansen Heleen de Coninck, 13 september 2011 Energieonderzoek Centrum Nederland Grootste energieonderzoekcentrum van Nederland Missing link tussen

Nadere informatie

Mislukken is geen optie voor Bali

Mislukken is geen optie voor Bali 1 Mislukken is geen optie voor Bali zo kopte De Tijd net na de start van de klimaatconferentie op het Indonesische eiland Bali. Begin december 2007 vond er de 13de Conference of the Parties (CoP-13) plaats

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 30 495 Toekomstig internationaal klimaatbeleid Nr. 12 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag VROM verandert en krijgt een nieuwe huisstijl. Kijk voor meer informatie op www.vrom.nl > Retouradres Postbus 30945 2500 GX DenHaag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde vwo 2006-I

Eindexamen aardrijkskunde vwo 2006-I Actieve aarde Opgave 6 Platentektoniek nu en in de toekomst bron 11 Plaatbewegingen langs de westkust van Noord-Amerika Huidige situatie A Juan de Fuca B Noord- Amerikaanse San Andreas breuk Pacifische

Nadere informatie

Verslag van mijn deelname aan de voorbereidende klimaatonderhandelingen in het kader van de UNFCCC, doorgegaan van 6-17 juni 2011 in Bonn (Duitsland)

Verslag van mijn deelname aan de voorbereidende klimaatonderhandelingen in het kader van de UNFCCC, doorgegaan van 6-17 juni 2011 in Bonn (Duitsland) Verslag van mijn deelname aan de voorbereidende klimaatonderhandelingen in het kader van de UNFCCC, doorgegaan van 6-17 juni 2011 in Bonn (Duitsland) Bestemd voor: Verslag gemaakt door: Referentie: Minaraad

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.1.2015 COM(2015) 21 final 2015/0013 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van het Verdrag van de Verenigde Naties

Nadere informatie

NL In verscheidenheid verenigd NL B8-1043/8. Amendement. Giovanni La Via, Peter Liese namens de PPE-Fractie

NL In verscheidenheid verenigd NL B8-1043/8. Amendement. Giovanni La Via, Peter Liese namens de PPE-Fractie 4.10.2016 B8-1043/8 8, Jo Leinen, Julie Girling, Gerben-Jan Gerbrandy, Visum 14 bis (nieuw) gezien de encycliek "Laudato si'", 4.10.2016 B8-1043/9 9, Jo Leinen, Julie Girling, Gerben-Jan Gerbrandy, Paragraaf

Nadere informatie

HOOFDSTUK I DE KLIMAATPROBLEMATIEK

HOOFDSTUK I DE KLIMAATPROBLEMATIEK Inhoudsopgave HOOFDSTUK I DE KLIMAATPROBLEMATIEK 11 1. Klimaatverandering 11 1.1. Het versterkt broeikaseffect 11 1.2. Stijgende temperatuur 17 1.3. Veranderende neerslagpatronen 19 1.4. Stijging van het

Nadere informatie

Klimaatverandering en klimaatscenario s in Nederland

Klimaatverandering en klimaatscenario s in Nederland Page 1 of 6 Klimaatverandering en klimaatscenario s in Nederland Hoe voorspeld? Klimaatscenario's voor Nederland (samengevat) DOWNLOAD HIER DE WORD VERSIE In dit informatieblad wordt in het kort klimaatverandering

Nadere informatie

Stand van zaken onderhandelingen COP21

Stand van zaken onderhandelingen COP21 Stand van zaken onderhandelingen COP21 Ulrik Lenaerts (FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) OP WEG NAAR PARIJS A new global international binding climate agreement

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 21 april 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 21 april 2017 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 2 april 207 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 207/006 (E) 7725/7 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: CLIMA 73 ENV 294 MI 278 DEVGEN 48 ONU 47 BESLUIT

Nadere informatie

Zittingsdocument B7-0000/2011 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B7-0000/2011

Zittingsdocument B7-0000/2011 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B7-0000/2011 EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Zittingsdocument 27.7.2011 B7-0000/2011 ONTWERPRESOLUTIE naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B7-0000/2011 ingediend overeenkomstig artikel 115, lid 5, van het

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 27.10.2017 C(2017) 7136 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 27.10.2017 houdende wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 wat betreft de

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 januari 2015 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 januari 2015 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 9 januari 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2013/0376 (NLE) 10400/1/14 REV 1 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: CLIMA 60 ENV 492 ENER 207 ONU

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. betreffende de sluiting van de Internationale Overeenkomst van 2015 voor olijfolie en tafelolijven

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. betreffende de sluiting van de Internationale Overeenkomst van 2015 voor olijfolie en tafelolijven EUROPESE COMMISSIE Brussel, 1.6.2017 COM(2017) 264 final 2017/0107 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van de Internationale Overeenkomst van 2015 voor olijfolie en tafelolijven

Nadere informatie

Het Europese Emissiehandel systeem ( ETS) Speerpunt van het Europese klimaatbeleid Impact op de Europese Staalsector

Het Europese Emissiehandel systeem ( ETS) Speerpunt van het Europese klimaatbeleid Impact op de Europese Staalsector Het Europese Emissiehandel systeem ( ETS) Speerpunt van het Europese klimaatbeleid Impact op de Europese Staalsector R. Mortier Opwarming is een natuurlijk verschijnsel Probleem : evenwicht is verstoord

Nadere informatie

Commissie ontwikkelingssamenwerking ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag met verzoek om mondeling antwoord B8-0000/2016

Commissie ontwikkelingssamenwerking ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag met verzoek om mondeling antwoord B8-0000/2016 Europees Parlement 2014-2019 Commissie ontwikkelingssamenwerking 2016/2885(RSP) 27.9.2016 ONTWERPRESOLUTIE naar aanleiding van vraag met verzoek om mondeling antwoord B8-0000/2016 ingediend overeenkomstig

Nadere informatie

Factsheet klimaatverandering

Factsheet klimaatverandering Factsheet klimaatverandering 1. Klimaatverandering - wereldwijd De aarde is sinds het eind van de negentiende eeuw opgewarmd met gemiddeld 0,9 graden (PBL, KNMI). Oorzaken van klimaatverandering - Het

Nadere informatie

KLIMAATVERANDERING EN ZESDE STAATSHERVORMING. Prof. Dr. Luc LAVRYSEN. Rechter in het Grondwettelijk Hof Hoogleraar Universiteit Gent

KLIMAATVERANDERING EN ZESDE STAATSHERVORMING. Prof. Dr. Luc LAVRYSEN. Rechter in het Grondwettelijk Hof Hoogleraar Universiteit Gent KLIMAATVERANDERING EN ZESDE STAATSHERVORMING Prof. Dr. Luc LAVRYSEN Rechter in het Grondwettelijk Hof Hoogleraar Universiteit Gent 1 KLIMAATVERANDERING Toename van concentratie van broeikasgassen in de

Nadere informatie

NATIONAAL KLIMAATPLAN 2002-2012

NATIONAAL KLIMAATPLAN 2002-2012 NATIONAAL KLIMAATPLAN 2002-2012 INHOUDSOPGAVE 1. DE BELGISCHE VERBINTENISSEN INZAKE KLIMAATVERANDERING... 5 1.1 KLIMAATVERANDERING... 5 1.2 INTERNATIONALE AFSPRAKEN... 8 DE KORTE TERMIJNAANPAK... 8 DE

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 4 december 2013 Betreft Uitkomst Klimaatconferentie Warschau

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 4 december 2013 Betreft Uitkomst Klimaatconferentie Warschau > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456

Nadere informatie

Klimaatbeleid na Kyoto

Klimaatbeleid na Kyoto Klimaatbeleid na Kyoto Martin Scheepers ECN Beleidsstudies Euroforum CO 2 -Reductie Scheveningen, 27 september 2006 www.ecn.nl Inhoud 1. Wat is nodig voor effectief klimaatbeleid? 2. Wat is er veranderd

Nadere informatie

Klimaatbeleid en hernieuwbare energie: het EU pakket voor Ger Klaassen DG Milieu Europese Commissie

Klimaatbeleid en hernieuwbare energie: het EU pakket voor Ger Klaassen DG Milieu Europese Commissie Klimaatbeleid en hernieuwbare energie: het EU pakket voor 22 Ger Klaassen DG Milieu Europese Commissie Overzicht Lange termijn visie en doelstellingen 22 Het EU pakket voor 22 Gevolgen van het pakket Lange

Nadere informatie

Geologische tijdschaal. AK 4vwo vrijdag 31 oktober. 11 Het klimaat door de tijd. inhoud

Geologische tijdschaal. AK 4vwo vrijdag 31 oktober. 11 Het klimaat door de tijd. inhoud Hoofdstuk 1 Extern systeem en klimaatzones Paragraaf 11 t/m 14 inhoud Het klimaat door de tijd (par. 11) Het klimaat nu (par. 12) Het klimaat in de toekomst (par. 13) Klimaatbeleid (par. 14) AK 4vwo vrijdag

Nadere informatie

Gewijzigd voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Gewijzigd voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 23.11.2015 COM(2015) 575 final 2006/0036 (CNS) Gewijzigd voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de sluiting van de Multilaterale Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap

Nadere informatie

Bijlage 1: klimaatdoelstellingen & ambities

Bijlage 1: klimaatdoelstellingen & ambities Bijlage 1: klimaatdoelstellingen & ambities Mondiale ambities In 1992 is in Rio de Janeiro in het VN-Klimaatverdrag de doelstelling vastgelegd om de concentraties van broeikasgassen in de atmosfeer te

Nadere informatie

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN 1.8.2012 Publicatieblad van de Europese Unie L 205/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN BESLUIT VAN DE RAAD van 24 juli 2012 betreffende het door de Europese Unie in het Gemengd

Nadere informatie

Het nieuwe Europese klimaatplan voor 2030: behoudt de EU haar voortrekkersrol?

Het nieuwe Europese klimaatplan voor 2030: behoudt de EU haar voortrekkersrol? Het nieuwe Europese klimaatplan voor 2030: behoudt de EU haar voortrekkersrol? Dr. Jos Delbeke, DG Klimaat Actie, Europese Commissie, Universiteit Hasselt, 25/2/2014 Overzicht 1. Klimaat en energie: waar

Nadere informatie

e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board SWD(2017) 30 (NL) SWD(2017) 31 (EN)

e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board SWD(2017) 30 (NL) SWD(2017) 31 (EN) Fiche 2: Verordening voortzetting beperkte toepassing EU ETS voor de luchtvaart en voorbereidingen implementatie wereldwijd systeem CO₂-emissiereductie luchtvaart 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel

Nadere informatie