Intenties. Welkom Wij zijn samen onderweg.

Transcriptie

1 Intenties. 1 Welkom Beste mensen en lieve kinderen, hartelijk welkom allemaal op dit feest van Pasen. Wij zijn allen op zoek naar een nieuw begin, op zoek naar licht en leven, wij mogen vandaag geloven : hier is nieuw leven, nieuw licht, ontstoken in de nacht. Er is alle reden om blij te zijn, want in Jezus heeft God ons laten zien dat het leven sterker is dan de dood, dat de liefde het kwaad overwint. Dat is niet iets dat we zomaar met ons verstand kunnen vatten, daarom zullen we ons, door eeuwenoude geloofsverhalen en sterke symbolen laten meenemen in deze viering, totdat ook wijzelf deel krijgen aan het nieuwe leven. Vandaag wordt ons de mogelijkheid geboden ons te hernieuwen en ons te laten besprenkelen met het nieuwe doopwater. Moge het voor ons echt een kans zijn om zoals Paulus het zegt de oude mens achter te laten en een nieuw mens te worden. Vandaag brengen we hier drie symbolen naar voor : de Paaskaars. Het licht van Christus dat stralen wil over alle mensen. en het doopwater bron van leven. Beiden gewijd in de Paaswake en de staf die we met aswoensdag naar voor brachten als symbool van het geloof van Mozes in de belofte van God. De voorganger draagt de brandende kaars naar voor ; gevolgd door lector met kruik wijwater en iemand met de staf + kinderen met bloemen. Ondertussen zingen we : Lied : Wij zijn samen onderweg. (of eigensuggestie) Wij zijn samen onderweg, halleluja. (X2) Met de sterren in de lucht, halleluja. Met de vogels op hun vlucht, halleluja. Met de zon, de maan, de zee, halleluja. Heel de schepping wandelt mee, halleluja. Zo gaan mensen hand in hand, halleluja samen naar t Beloofde Land, halleluja

2 Begroeting: Voorganger. I. HET SCHEPPINGSVERHAAL. Lang, heel lang geleden, langer dan in te denken, verder weg dan voor te stellen, bestond er helemaal niets. Overal donker en doodse stilte; geen lucht om te ademen, geen grond om op te gaan. Dan schiep God de hemel en de aarde. De aarde was woest en leeg; duisternis lag over de diepte, En de Geest van God zweefde over de wateren. Toen sprak God: Er moet licht zijn! En er was licht. En God zag dat het licht goed was. God scheidde het licht van de duisternis; het licht noemde God dag, en de duisternis noemt Hij nacht. Het werd avond en het werd ochtend: dat was de eerste dag God sprak: Er moeten lichten zijn aan het hemelgewelf, Die de dag van de nacht zullen scheiden; zij moeten als tekens dienen, zowel voor de feesten als voor de dagen van de jaren en tevens als lampen aan het hemelgewelf om de aarde te verlichten. Zo gebeurde het. God maakte de twee grote lampen, de grootste om over de dag te heersen, de kleinste om te heersen over de nacht, en Hij maakte ook de sterren. God gaf ze een plaats aan het hemelgewelf om de aarde te verlichten, om te heersen over de dag en over de nacht, en om het licht en de duisternis uiteen te houden. En God zag dat het goed was. Gebed om licht (door kinderen die licht nemen bij de paaskaars) K: Paaskaars, dag licht van de zon; Jezus Christus; licht voor alle mensen. Laat ons U vieren als licht voor ons leven, dat wij ons leven durven vernieuwen in uw licht, Heer. 2 K: Paasdag, opnieuw gaat de zon schijnen. Het licht van de wereld straalt over ons. Wees de hoop op uitzicht voor allen die eenzaam zijn, breng warmte en genezing aan allen die pijn hebben en verdrietig zijn. Laat ons allen in Jezus naam dat Paaslicht doorgeven aan elkaar en zo vrede en vreugde brengen aan de anderen.

3 Loflied : Eer aan God (Taizé) (of eigensuggestie) Eer aan God, eer aan God, eer aan God in den hoge, Eer aan God, eer aan God, alleluia, alleluia. Gebed Wij bidden om het licht van Pasen, om het licht en het vuur, dat Jezus in ons midden heeft ontstoken. Wij bidden om licht voor de wijde wereld en voor de plaats waar we wonen: nieuw licht, overal waar de stoppen van de hoop zijn doorgeslagen; nieuw geloof, overal waar mensen zich terugtrekken en niet meer geloven dat de vrede het winnen zal op de oorlog; nieuwe liefde, overal waar de aandacht voor elkaar is verflauwd; nieuwe ogen, overal waar mensen het niet meer zien en op elkaar zijn uitgekeken. Wij bidden om licht, overal waar duisternis en dood het leven hebben aangevreten, van het grote moorden tot het kleine handgemeen, van de grote honger tot het kleine randbestaan, van het grote wantrouwen tot ieders gebrek aan mededogen. Wij bidden om licht, wij bidden om Christus, de nieuwe mens : Dat Hij opstaat in ieder van ons en in die ene wereld van ons samen. Amen. 3

4 Paasevangelie : Johannes 20, Op de eerst dag van de week ging Maria van Magdala, in alle vroegte, terwijl het nog donker was, naar het graf en zag dat de steen voor de opening van het graf was weggehaald. Ijlings liep ze naar Simon Petrus en de andere leerling, die van wie Jezus hield. Ze hebben de Heer uit het graf gehaald, zei ze. Wisten we maar waar ze Hem hebben neergelegd! Daarop gingen Petrus en de andere leerling op weg naar het graf. Ijlings liepen de twee er samen naartoe, maar de andere leerling liep harder dan Petrus en kwam het eerst bij het graf aan. Hij wierp er een blik in en zag dat de linnen doeken er nog lagen. Maar hij ging niet naar binnen. Toen kwam ook Simon Petrus, na hem, bij het graf aan en ging meteen naar binnen. Hij zag hoe de doeken er nog lagen, maar ook hoe de doek die zijn hoofd had bedekt, niet bij de andere doeken lag : hij was opgerold en lag helemaal apart. Toen pas ging ook de andere leerling, die eerst bij het graf was aangekomen, naar binnen. Hij zag en kwam tot geloof. Ze wisten toen nog niet wat de Schrift zei: dat Hij uit de doden moest opstaan. Acclamatie: De Heer is waarlijk opgestaan. (ZJ 414) (of eigensuggestie) Vz.: De Heer is waarlijk opgestaan, alleluia. A: De Heer is waarlijk opgestaan, alleluia. Vz.: Zoek Hem bij de doden niet, maar versta het nieuwe lied: A: De Heer is waarlijk opgestaan, alleluia. Vz.: 't Licht schijnt in de duisternis, zie hoe groot zijn luister is! A: De Heer is waarlijk opgestaan, alleluia. Vz.: Jezus deed de dood teniet. Zing daarom het hoogste lied. A: De Heer is waarlijk opgestaan, alleluia. Homilie Doop (Pepingen )

5 Geloofsbelijdenis : Ja, ik geloof 5 Vg.: Op deze Paasmorgen, willen wij als nieuwe mensen in het leven staan. Wij willen daarom de belofte van ons doopsel hernieuwen en onze keuze voor een leven met Christus opnieuw uitspreken. Wij antwoorden telkens met ja, ik geloof God, onze Vader, draagt en leidt ons leven. Hij is de zin van ons bestaan. Geloof je in de Vader? Ja, ik geloof. Jezus, de Zoon, van God, bracht de liefde van de Vader Zichtbaar en tastbaar bij mensen. Hij heeft geleden en is gestorven en verrezen opdat wij bevrijd zouden leven van angst en zonde. Geloof je in Jezus Christus? Ja, ik geloof. De heilige Geest, Ons leven als christen vertrekt vanuit Jezus en zijn blijde boodschap. Hij maakt de mensen vrij. Hij roept op tot solidariteit en medevoelen. Als wij ons samen inzetten, kunnen wij vrede, vreugde en hoop brengen dichtbij en veraf. Geloof je dat? Ja, ik geloof. Vg.: Ter herinnering aan ons doopsel worden wij nu besprenkeld met het nieuwe doopwater, gewijd in de Paasnacht. Wanneer we besprenkeld worden, laten wij dan een kruisteken maken, als teken dat wij in de gezindheid van Jezus Christus willen leven. Tijdens de besprenkeling : orgelmuziek (Victimae Pascale) Voorbeden : (Er worden 7 voorbeden gelezen en zeven kaarsen aangebracht. Indien mogelijk op een zevenarmige kandelaar) We steken een kaars aan voor paasmensen Die warmte schenken aan bejaarden. We steken een kaars aan voor paasmensen Die met veel geduld een zieke verzorgen.

6 We steken een kaars aan voor paasmoeders en paasvaders Die tijd maken voor hun kinderen. Allen : God van leven en licht, maak alles nieuw. Alleluia! We steken een kaars aan voor jonge paasmensen Die nog tijd vinden om zich gratis in te zetten voor wie dan ook. We steken een kaars aan voor moedige paasmensen Die bekommerd zijn opdat alle vluchtelingen blank of zwart een warme thuis mogen vinden. We steken een kaars aan voor voor alle kinderen van de wereld Vooral voor de kleinsten : dat zij in hun leven de kans krijgen om uit te groeien tot hoopvolle mensen, die licht om zich heen ervaren En zelf ook licht zijn voor anderen. We steken een kaars aan voor gans onze parochiegemeenschap : Opdat we voor elkaar licht en warmte mogen uitstralen Zodat het hier echt goed wordt in ons samenleven. Allen : God van leven en licht, maak alles nieuw. Alleluia! Offerandelied : Laat zingen de mensen (blz 14 ) (of eigensuggestie) Refr: Laat zingen de mensen, zingen we blij, God blijft ons dicht nabij. Laat zingen de mensen, zingen we blij, uw vreugd, o Heer, zingt diep in mij Alle wegen van de wereld, leiden naar het leven toe. en de mens komt zo tot geven: nieuwe wegen, nieuwe moed Alle wegen van het leven vragen dat je open blijft, op het feest dat God zal geven waar je eeuwig bij Hem blijft. 3. Alle wegen die we zoeken, zijn een zoeken naar elkaar; willen wij elkaar ontmoeten, loopt het leven geen gevaar. 4. Alle wegen van het leven houden ons een toekomst voor. Waar de Heer zichzelf blijft geven, dringt de liefde tot ons door

7 Gebed over de gaven Heer, aanvaard deze gaven van brood en wijn. Mogen wij er de kracht van de verrezen Heer in ontvangen opdat wij dankbaar beseffen dat Gij ons een leven lang nieuw maakt en leven geeft door Jezus onze Heer. Amen. Tafelgebed De Heer zal bij U zijn. De Heer zal U bewaren. Verheft uw hart. Wij zijn met ons hart bij de Heer. Brengen wij dank aan de Heer onze God. Hij is onze dankbaarheid waardig. God onze Vader, die ons allen heel nabij wil zijn in het licht van deze Paaskaars, in de verrijzenis van Jezus uw Zoon. Wij danken U op deze Paasdag uit de grond van ons hart. Wij danken U om het licht dat Jezus ons gegeven heeft en nog steeds geeft, om de liefde voor ons allen, om de zorg voor armen en misdeelden, om de hartelijke gebaren juist voor hen, die in hun leven fouten hebben begaan en er spijt over hebben, om de troost en steun voor verdrietige en zieke mensen. Want zo was en is Hij, Jezus van Nazaret, licht en vrede in ons midden. 7 Wij bidden U, God, dat wij in zijn naam opnieuw het licht aanwezig brengen in onze huizen en scholen, in straten en werkplaatsen, in kerken en ziekenhuizen, overal waar wij gaan en staan, maar vooral ook daar, waar de vrede is verstoord, de liefde geschaad en het licht gedoofd. Om daartoe in staat te zijn willen wij ons voor altijd de verrezen Jezus blijven herinneren vooral ook in dat teken van delen en weggeven, dat Hij op de avond van het afscheid temidden van zijn vrienden stelde. Want toen heeft Hij het brood in zijn handen genomen, het gezegend en uitgedeeld met de woorden: Neemt en eet, dit is mijn lichaam.

8 Ook heeft Hij toen de beker met wijn in zijn handen genomen, hem gezegend en laten rondgaan met de woorden: Neemt en drinkt, want dit is het nieuwe verbond in mijn bloed, dat vergoten wordt tot vergeving van de zonden. Blijft dit doen om mij te gedenken. Verkondigen wij het mysterie van ons geloof: Heer Jezus, wij verkondigen Uw dood en wij belijden tot Gij wederkeert dat Gij verrezen zijt. God, wij danken U voor uw nabijheid in ons leven. Gij hebt uw heiligdom willen vestigen in het land van mensen en zo wilt Gij wonen temidden van ons allen. Daartoe ook hebt Gij ons uw Zoon Jezus gezonden, opdat wij allen en onze gemeenschap met Hem zullen verrijzen. Wij bidden U op dit uur om licht en leven voor onze dierbare overledenen. Dat zij voorgoed geborgen zijn in uw liefde. Wij bidden U om een toekomst vol licht en leven voor de kinderen en jongeren, hier en elders. Mogen wij met elkaar zo scheppend en verlossend bezig zijn, dat de wereld voor hen goed zal zijn. Van harte willen wij daartoe het gebed bidden dat Jezus ons heeft voorgebeden: Onze Vader Vredesgebed en vredewens (+ eventueel uitnodigen mensen van ziekenzorg om rond het altaar te komen zending naar de zieken toe.) Heer Jezus, Gij hebt aan uw apostelen gezegd: Vrede laat Ik u, mijn vrede geef Ik u. Let niet op ons ongeloof, maar op onze goede wil om U als God en Heer te aanbidden. Maak waar wat Gij hebt beloofd: zend ons de heilige Geest, geef ons vrede en maak ons één, Gij die leeft in eeuwigheid. De vrede van de Heer zij met u allen. En met uw geest. 8 Amen.

9 9 Communie Communielied: Komt en zing nu allen (Jubilate Taize) (of eigensuggestie) Komt en zingt nu allen. Jubel voor de Heer. Dient de Heer, onze God, wees met ons verheugd. Alleluia, Alleluia, jubel voor de Heer (2x) Gedicht bij de Paaskaars (drie kinderen) K1. De paaskaars brandt voor jou en mij, voor iedereen op aarde. Ik dank je, kleine gele vlam, je bent van grote waarde. K2. Soms hebben mensen veel verdriet en zien hun toekomst stranden. Maar jij schijnt door en hoopt en bidt, dat ze jouw licht zien branden. K3. Zo sta Jij, onze Heer, heel dicht bij het leven. Het licht der wereld, dat ben Jij en dat wil Jij ons geven. Slotegebed (samen ) God onze Vader, wij danken U voor dit feestelijke samenzijn in het Licht van Jezus Verrijzenis. Wij vragen U: moge dit licht ons voorgaan op de weg van het leven. Moge dit licht branden in onze harten. Moge dit licht ons nooit verlaten. Moge dit licht ons vreugde schenken. Mogen wij dit licht uitstralen voor anderen, vandaag en iedere dag van ons leven. Amen. Mededelingen : Zegen en zending

10 Slotlied : t Is Pasen. (of eigensuggestie) t Is Pasen en de zonne zendt, weer levendoende kracht, het nieuw geboren groen omtrent dat in de weiden wacht. Geen oude wet geen zurend brood, geen zonde meer die t leven doodt. t Is Pasen, t Is Pasen verrijzen wij, met God verrijzen wij! t Is Pasen en verrijzenis, zingt elk vol dankbaarheid, omdat de Heer verezen is die wierd in t graf geleid. Geen oude wet geen zurend brood, geen zonde meer die t leven doodt. t Is Pasen, t Is Pasen verrijzen wij, met God verrijzen wij! Verrijzen wij met Hem weerom, de winter is voorbij; De zomer is daar, welkom! Met God verrijzen wij. Geen oude wet geen zurend brood, geen zonde meer die t leven doodt. t Is Pasen, t Is Pasen verrijzen wij, met God verrijzen wij! 10

11

12 Vreugdevol pasen Federatie Gooik (draaiboek) Hoogfeest van Pasen.

13 Feest van opstanding en verbondenheid