7 Verwarmen en isoleren

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "7 Verwarmen en isoleren"

Transcriptie

1 Newton havo deel 1 Uitwerkingen Hoofdstuk 7 Verwarmen en isoleren 99 7 Verwarmen en isoleren 7.1 Inleiding Voorkennis 1 Brandstofverbruik a De woningen in Nederland worden voornamelijk verwarmd met aardgas. n enkeling zal misschien nog stookolie gebruiken. Zeer weinigen gebruiken steenkool. Voor het opwekken van elektriciteit in veel elektriciteitscentrales is het nodig dat er hete stoom wordt geproduceerd. Dit wordt veelal gemaakt m.b.v. van grote kachels, die branden op aardgas, aardolie of steenkool. Aardgas, aardolie en steenkool zijn fossiele brandstoffen. b Bij het verbranden van fossiele brandstoffen komt veel koolstofdioxide vrij. n toename van het koolstofdioxide gehalte in de atmosfeer is een belangrijke oorzaak van het versterkte broeikaseffect. Bovendien wordt de atmosfeer ook vervuild met andere (giftige) stoffen, die o.a. verzuring van het milieu tot gevolg kunnen hebben. c We kunnen de energievoorziening duurzamer maken door de woningen beter te isoleren, de temperatuur in de woonruimtes iets lager te maken, zuinig om te gaan met verwarmd water enz. nergieomzetting N.B. Voor de warmte-energie opgeslagen in vaste en vloeibare stoffen en gassen wordt het symbool gebruikt. Voor de bewegingsenergie van voorwerpen enz. wordt kin gebruikt. omzetting in nuttig rendement η verlies ( d.w.z. η < 1) A CV-ketel ch Q water B Zonnecollector straling Q water C Gloeilamp e straling D Stofzuiger e kin,lucht lektriciteitscentrale ch e Q Q water ch water straling straling kin,lucht e ch e Warmte via schoorsteen Warmte-afgifte aan omgeving Onzichtbare warmtestraling Warmte van motor, elektr. draden Warmte via schoorsteen nergiesoorten Hieronder worden alleen de formules genoemd. Zoek zelf nog eens op welke grootheid elk van de symbolen voorstelt en in welke eenheid ze opgegeven dienen te worden. A Chemische energie ch = r v V B lektrische energie e = U I t C Warmte Q = c m ΔT Deze heb je tot nu toe nog niet gehad en wordt in.4 besproken. D Arbeid W = F s 4 nergiebronnen a De zon, steenkool, aardolie, aardgas, wind, getijdenstroom (= stroming in het zeewater langs de kust, afwisselend van richting met het getijde), 'witte steenkool' (= energie opgewekt door stromend of vallend water). b Duurzame energiebronnen zijn: zon, wind, getijdenstroom. Bij gebruik van deze bronnen is er geen sprake van uitputting en vervuiling. Door meer gebruik te maken van duurzame energiebronnen kunnen we langer en schoner in onze energiebehoefte voorzien.

2 Newton havo deel 1 Uitwerkingen Hoofdstuk 7 Verwarmen en isoleren Warmtetransport a Vorm: verplaatsing van warmte: Geleiding door een vaste stof waarbij bewegingsenergie van atoom naar atoom wordt doorgegeven. Stroming door een stromende vloeistof en een stromend gas. Straling in de vorm van infraroodstraling (of warmtestraling) door vacuüm of lucht. b Warmteafgifte van woningen aan de omgeving gaat vooral: - via geleiding door muren en ramen: dit kun je verminderen door dikkere muren en ramen te maken en/of de muren en ramen van andere materialen of andere samenstellingen te maken. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van spouwmuren met spouwmuurvulling (glaswol, steenwol, piepschuim) en ramen met dubbel glas. - via stroming: door zoveel mogelijk tochtstrips aan te brengen wordt voorkomen dat warmte via stromende lucht 'weglekt'. - via straling: in plaats van gewoon glas wordt gebruik gemaakt van HR-glas (Hoog Rendements-glas), waarbij warmtestraling wordt teruggekaatst het huis in. 7. nergieomzettingen Kennisvragen 8 A B Aanbod: Vraag: chemische gasgeiser warmte in water energie afvalwarmte aan omgeving en via afvoergassen Aanbod: elektrische energie elektrische boiler Vraag: warmte in water afvalwarmte aan omgeving C Aanbod: elektrische energie Tl-buis Vraag: (zichtbare) stralingsenergie afvalwarmte aan omgeving o.a. onzichtbare infra-rood straling D Aanbod: elektrische energie geluidsinstallatie Vraag: geluidsenergie afvalwarmte aan omgeving (koeling versterker) 9 Zie figuur 4 van 7. van het informatieboek: nergieverbruik in % Woningverwarming 70 Warm water 7, Koken, Verlichting,8 Gebruik elek. app 15,4 nergieverbruik in een woning verwarming elek.apparaten warm water verlichting koken 10 a Bij energieomzetting wordt nooit alle aangeboden energie omgezet in de energiesoort die gevraagd wordt. n deel van de energie wordt omgezet in niet gewenste warmte. Dit wordt afvalwarmte genoemd. b Van de twee genoemde energieomzetters heeft de elektrische boiler het hoogste rendement omdat daar het grootste deel van de aangeboden energie wordt omgezet in de gewenste energie (= warmte). N.B. Wel moet hierbij opgemerkt worden dat de aangeboden elektrische energie op zich weer wordt opgewekt in een elektriciteitscentrale waarvan het rendement lager is! 11 n cv-installatie krijgt chemische energie in de vorm van bijvoorbeeld aardgas aangeboden en zet dit om in warmte dat via een warmtewisselaar in het water wordt opgenomen. Dit verwarmde water stroomt door de aanvoerbuizen naar de radiatoren. Via de metalen wand van de radiatoren wordt de warmte overgedragen aan langsstromende lucht. Deze lucht stroomt vervolgens door de ruimte en geeft een deel van de warmte weer af aan voorwerpen in de kamer, aan de muren en de ramen. Uiteindelijk wordt de warmte via de muren en de ramen aan de omgeving afgegeven.

3 Newton havo deel 1 Uitwerkingen Hoofdstuk 7 Verwarmen en isoleren a Zie het diagram hiernaast. b Warmte zal voortdurend via de muren en de ramen naar buiten worden geleid als de temperatuur buiten lager is dan binnen. Dit warmteverlies moet weer aangevuld worden om de binnentemperatuur constant te houden. c Het warmtetransport is afhankelijk van het temperatuurverschil: hoe groter dit verschil, des te groter is de hoeveelheid warmte die per seconde van binnen naar buiten gaat. d Alleen het temperatuurverschil is bij warmtetransport van belang. Het is niet van belang of dit verschil bij hoge waarden of lage waarden van de temperatuur ligt. 1 Geiser: in een geiser wordt chemische energie omgezet in warmte. Door aardgas te verbranden komt warmte vrij. Deze wordt (voor een deel) via een warmtewisselaar overgebracht op het water dat door de geiser stroomt. Boiler: in een boiler wordt elektrische energie omgezet in warmte. n elektrische stroom die via weerstandsdraden stroomt, ontwikkelt in die draden warmte. Deze warmte wordt via elektrisch isolerende materialen en een metalen buis overgebracht op het water waarin de elektrische dompelaar zich bevindt. 14 Stralingsenergie van de zon valt op de zonnecollector. n deel van deze energie dringt via het glas en de buizen door in het water en wordt daarbij omgezet in warmte-energie. Dit verwarmde water stroomt vervolgens naar een warmtewisselaar in het voorraadvat. Via de buizen wordt de warmte overgegeven aan het koelere water dat zich in het voorraadvat bevindt. Dit water neemt daardoor toe in temperatuur. De geiser hoeft daardoor minder warmte aan het water toe te voeren. 7. Warmtetransport Kennisvragen 17 A Bij slechte dakisolatie smelt de sneeuw sneller. Andere factoren zijn het materiaal waar het dak uit bestaat en of er op zolder wel of niet verwarmd wordt. B Koude lucht stijgt niet op omdat deze zwaarder is dan warme lucht. De koude lucht blijft dus in de flessenhouder hangen en laat geen warme lucht toe. Bovendien zorgt de dubbelwandigheid van de flessenhouder ervoor dat er niet gemakkelijk warmte van buiten naar binnen kan stromen omdat de lucht tussen de wanden als een isolatielaag fungeert. Lucht is namelijk een slechte warmtegeleider. C Warmte van buiten doet het water verdampen. Het verdampen van water kost veel energie. Voor een deel wordt deze warmte onttrokken aan het water in de kruik. Het water blijft daardoor koel. 18 a e kunt de thermometers van plaats verwisselen en daarbij nagaan of het effect nog steeds te constateren valt. Zo ja, dan is het duidelijk onafhankelijk van de thermometers zelf. Deze werken dan goed. b De thermometers ontvangen niet alleen warmte van het omringende water maar ook stralingsenergie van de vlam (via het gaasje onder het bekerglas en het glas van de bodem). Doordat de thermometer bij de bodem zich dichter bij de vlam bevindt, ontvangt deze relatief meer stralingsenergie en krijgt daardoor een hogere temperatuur. 19 Als water verwarmd wordt, zet het uit en krijgt daardoor een kleinere dichtheid. Stoffen met een kleinere dichtheid drijven altijd in stoffen met een grotere dichtheid. Dat geldt ook voor warm water in koud water. 0 Bij de warmwatervoorziening via een geiser spelen warmtetransport via geleiding, stroming en straling een rol. Geleiding: de warmte verplaatst zich door metaalonderdelen in de warmtewisselaar. Stroming: de warmte bevindt zich in de hete gasstroom die door de warmtewisselaar wordt geleid. nmaal in het water opgenomen, wordt de warmte via het stromende water verder getransporteerd naar de kraan. Straling: de warme gasstroom zendt ook veel infra-rode warmtestraling uit. Ook deze wordt opgevangen door de metalen onderdelen in de warmtewisselaar. T t

4 Newton havo deel 1 Uitwerkingen Hoofdstuk 7 Verwarmen en isoleren 10 1 a Zie het diagram hiernaast. b Overeenkomst: in beide gevallen zal het water van 80 C afkoelen tot 0 C. Het warmtetransport van hoge naar lage temperatuur blijft net zo lang doorgaan totdat de temperaturen gelijk zijn. Verschil: de thermosfles koelt langzamer af, omdat de dubbelwandigheid en de metaalcoating van het glas warmtetransport meer tegen gaan dan de enkele wand van de plastic fles. n losgebreide trui zorgt voor een laag 'stilstaande' lucht om het lichaam. Stilstaande lucht is een goede warmte-isolator. De warmte van het lichaam kan daardoor via stroming moeilijker worden afgevoerd. Het behoud behoudt dus beter zijn warmte. a Het soort gebruikte materiaal, de grootte van het oppervlak en de dikte van de muur. b Soort van gebruikte materiaal: hangt vooral af van de mate van poreusheid. Grootte van het oppervlak: het warmtetransport is recht evenredig met de grootte van het oppervlak. Dikte: het warmtetransport is omgekeerd evenredig met de dikte. 4 Hout isoleert beter dan metaal. Metalen zijn in het algemeen goede warmtegeleiders. n armleuning van metaal kan dus gemakkelijker de warmte van het lichaam afvoeren dan een armleuning van hout. e verliest dus meer warmte en dat voel je als kouder. 7.4 nergieverbruik Kennisvragen 7 n zelfde hoeveelheid warmte die je aan twee verschillende hoeveelheden water toevoert, geeft een verschil in temperatuur. Bij een fase-overgang bijvoorbeeld het smelten van ijs, wordt warmte toegevoerd terwijl de temperatuur niet stijgt. Hetzelfde gebeurt bij het koken van water. 100 T 80 ( o C) thermofles plastic fles t 8 a Zie het diagram hiernaast. b Overeenkomst: in beide gevallen neemt de temperatuur in het begin sneller toe dan na enige tijd. Verschil: het bekerglas met de grootste hoeveelheid vloeistof zal minder snel in temperatuur stijgen dan het bekerglas met minder vloeistof, omdat je bij een grotere hoeveelheid meer warmte-energie nodig hebt om 1 C in temperatuur te stijgen. T minder vloeistof meer vloeistof t 9 a Zie het diagram hiernaast. b Overeenkomst: in beide gevallen neemt de temperatuur in het begin sneller toe dan na enige tijd. Verschil: de temperatuurstijging verschilt per soort van vloeistof. De vloeistof met een grotere soortelijke warmte c (in dit geval vloeistof ) zal minder snel in temperatuur stijgen omdat deze vloeistof meer warmte-energie nodig heeft per kg en per graad. T vloeistof 1 vloeistof t 0 De soortelijke warmte c is een stofeigenschap, terwijl de warmtecapaciteit C een eigenschap van een voorwerp is: de grootte van C hangt af de soorten en hoeveelheden van stoffen waaruit het voorwerp is opgebouwd.

5 Newton havo deel 1 Uitwerkingen Hoofdstuk 7 Verwarmen en isoleren 10 1 a Zie het diagram hiernaast. b Overeenkomst: in beide gevallen verandert de temperatuur in het begin sneller toe dan na enige tijd. Verschil: de temperatuurstijging van het hete water daalt, terwijl de temperatuur van het koude water stijgt. Als de hoeveelheid koud water groter is dan de hoeveelheid heet water, zal het hete water meer in temperatuur dalen dan het koude water zal stijgen. T ( o C) c Het bekerglas met het hete water geeft warmte af en het bekerglas met het koude water neemt warmte op. 0 d Omdat je ervan uit mag gaan dat de warmte-uitwisseling met de omgeving verwaarloosbaar klein is, geldt dat de hoeveelheid afgegeven warmte even groot is als de hoeveelheid opgenomen warmte heet water koud water t Gegeven: C ketel = 5,1 10 /K; V water = 1,0 L = 1, m ; ΔT water = = 85 C. a De totale warmtevraag Q totaal = Q ketel + Q water. Q ketel = C ketel ΔT = 5, = 4, Q water = c m ΔT Nieuwe onbekenden: c en m. BINAS (tabel 11): c water = 4,18 10 kg -1 K -1. m = ρ V Nieuwe onbekende: ρ water. BINAS (tabel 11): ρ water = kgm -. m = , = 998 kg Q water = 4, =, Q totaal = 4, , =, Afgerond: Q totaal = 4, = 4,0 10 k 4 4,4 10 b De warmtevraag van de ketel is = 1 Afgerond: 1 of 1 % van het totaal. 5, % is een aanzienlijk aandeel en dus zeker niet verwaarloosbaar klein. Gegeven: C wk = 00 /K; m vl = 80 kg; P e = 10 W. a ΔT is te bepalen uit het diagram: ΔT = 4-0 = 14 C b De omgezette elektrische energie e = P e t e = = 5, 10 c De waterkoker heeft op dat moment een hoeveelheid warmte opgenomen gelijk aan de omgezette elektrische energie: Q op = e = 5, 10 d Voor de opgenomen hoeveelheid geldt: Q op = Q wk + Q vl, waarbij Q wk = C wk ΔT = = 4, 10 Dus Q vl = Q op - Q wk = 5, 10-4, 10 = 1,0 10 Afgerond: Q vl = 1 10 e Q vl = c vl m vl ΔT 1,0 10 = c vl c vl 1, = = 1, kg K Afgerond: c vl = 1,9 10 kg -1 K -1 4 Gegeven: V b = 0 L = m ; ΔT water = = 0 C; P e = 1, 10 W; t = 4,1 h = 1, s. a ΔT water = = 0 C b De omgezette elektrische energie e = P e t e = 1, 10 4,1 00 = 1, c Q w = c w m w ΔT waarbij m w = ρ w V BINAS (tabel 11): c water = 4,18 10 kg -1 K -1 Afgerond: e = 1, m w = = 59,9 kg Q w = 4, ,9 0 = 1, Afgerond: Q w = 1, d Voor de opgenomen warmte geldt: Q op = Q b + Q w Q b = Q op - Q w = 1, , =,89 10 e Q b = C b ΔT,89 10 = C b 0 Afgerond: Q b =,7 10, C b = = 44,8 10 K 0 Afgerond: C b = 4, K -1 = 45 k K -1

6 Newton havo deel 1 Uitwerkingen Hoofdstuk 7 Verwarmen en isoleren 104 Oefenvragen Douche of bad Gegeven: V bad = 70 L = m ; T koud = 15 C ; T bad = 40 C ; V douche = 10 L = m per minuut; T douche = 55 C ; t douche = min. a Q water = c m ΔT ΔT water = = 5 C. BINAS (tabel 11): c water = 4,18 10 kg -1 K -1. m = ρ V BINAS (tabel 11): ρ water = kgm - m = = 9,5 kg Q water = 4, ,5 5 = 8, 10 Afgerond: Q water = 8 M b Q water = c m ΔT met ΔT water = = 40 C. V douche = 10 L = m per minuut per douchebeurt: V douche = 0 L = m m = ρ V = = 59,9 kg Q water = 4, ,9 40 = Afgerond: Q water = 10 M c De warmtevraag is duidelijk het grootst bij het bad: de taak is bijna zo groot! 7 nergieverbruik A e = P t = 75,0 00 = = 81 M B e = U I t = 0 00 = 41,4 10 = 41 k C 1,0 kwh = 1, =, 10 e =,4, 10 = 8,4 10 = 8, M Conclusie: het is duidelijk dat in situatie C de meeste energie verbruikt wordt. 8 Zonnecollector Gevraagd: energieaanbod straling. Gegeven: str = I A t ; A = 4, m ; I gem. straling = 145 W/m. str = I A t, waarbij t = 4 uur = 4 00 = 8, s straling = 145 4, 8, = 5, 10 Afgerond: straling = 5 M 9 Water mengen Gevraagd: aantonen dat T eind =,4 C. Gegeven: m w,koud = 00 g = 00 kg; T koud = 18,0 C; m w,warm = 50 g = 0500 kg; T warm = 0 C; C b is verwaarloosbaar klein. Het warme water zal warmte afgeven aan het koude water: Q afgegeven = Q opgenomen Q = c w m w ΔT BINAS (tabel 11): c water = 4,18 10 kg -1 K -1. 4, ( 0 - T eind) = 4, ( T eind - 18,0) Links en rechts kun je delen door 4, ( 0 - T eind) = 00 ( T eind - 18,0), T eind = 00 T eind -, 50 T eind =, T eind =,4 C. Het klopt dus! 40 Aardwarmte a Geleidend: de radiator en alle leidingen in de wisselaar. xtra isolatie: bij alle buizen tussen de wisselaar en de radiator en ook de wand van de warmtewisselaar. b Gevraagd: volumestroom per uur ΔV/Δt. Gegeven: ΔT radiator= 0-40 = 0 C; vraag = 1 M per uur = 1 10 per uur. nergieaanbod Q aan = c w m w ΔT BINAS (tabel 11): c water = 4,18 10 kg -1 K -1. m w = ρ w ΔV BINAS (tabel 11): ρ water = kgm - Rekenen we per uur dan is : 1 10 = 4, ,0 10 ΔV 0 ΔV = = 144 m = 144 L 7 8,4 10 Afgerond: ΔV = 1,4 10 L per uur

7 Newton havo deel 1 Uitwerkingen Hoofdstuk 7 Verwarmen en isoleren Nachtverwarming Bij het ingeschakeld houden van de verwarming koelt de woning van 11 uur 's avonds tot 7 uur 's ochtends af van 0 tot 15 C. Als je de verwarming s nachts uitzet, koelt de binnenkant van de woning af. Het is de vraag tot welke temperatuur de woning afkoelt als het buiten 8,0 C is. In principe zou de woning tot 8 C kunnen afkoelen. Voor de verdere berekeningen gaan we daar van uit. Voor het verwarmen van de woning 8 tot 15 C (d.w.z. ΔT = 7 C) is extra warmte-energie nodig: ΔQ extra = ΔQ woning + ΔQ lucht = C woning ΔT + c lucht m lucht ΔT ΔQ extra = 1, ,0 + 1,0 10 5, 7,0 = 7, , = 7, Afgerond: ΔQ extra = 7, Onder de kop 'Warmteafgifte' op bladz. 18 in het informatie boek wordt geschreven dat het op temperatuur houden van de woning 150 M warmte nodig is voor de rest van de dag d.w.z. stel dat dit is van 7 uur 's morgens tot 11 uur 's avonds d.w.z. gedurende 1 uren. Dit betekent 150 M bij een temperatuurverschil van 1 C (= 0-8) en per 1 uur. 150 Dan zal de warmteafgifte = 781 M per graad en per uur zijn. 1 1 We kunnen nu een schatting maken hoeveel warmte het kost om de woning 's nacht op 15 C te houden: van 11 uur 's avonds tot 7 uur 's morgen = 8,0 uur met een temperatuurverschil ΔT = 15-8 = 7 C zal de warmteafgifte: ΔQ bij = ,0 8,0 = 4, Afgerond: ΔQ bij = 4, Conclusie: e kunt de woning beter op een temperatuur van 15 C te houden dan de cv-installatie uit te schakelen. De energiebesparing Q besparing = 7, , =, Om de brandstofbesparing uit te rekenen gaan we uit van de gegevens onder 'Brandstofverbruik' op bladz. 18 van het informatieboek: η = 90; r v,aardgas = 10 /m. ch = r v ΔV Nieuwe onbekende: ch. 7 7 Q, 10, 10 7 η = 90 = = =, ,89 10,89 10 = 10 ΔV ΔV = = 90 m Brandstofbesparing = 90 m aardgas Warmte-uitwisseling Gegeven: V water = 40 L = m ; T water = 40 C; ΔQ leiding = ; C bad = 1, /K; T begin = 17 C. a Q water = c w m w ΔT. Temperatuurdaling ΔT door het onttrekken van warmte: = c w m w ΔT BINAS (tabel 11): c water = 4,18 10 kg -1 K -1. m w = ρ w V BINAS (tabel 11): ρ water = kgm - m w = = 9,9 kg ο = 4, ,9 ΔT ΔT = = 1,0 C T w,bad = 40-1,0 = 8,8 C Afgerond: T w,bad = 9 C b Het warme instromende water zal warmte afgeven aan het koude bad: Q afgegeven = Q opgenomen Q af = c w m w ΔT w Q op = C bad ΔT b. 4, ,9 ( 8,8 - T eind) = 1, ( T eind - 17,0) T 1, ( 8,8 - T eind) = 1, ( T eind - 17,0) T 40 w, , T eind = 1, T eind -, ( o C) 1, T eind =,7 10 T eind =,98 C 0 Afgerond: T eind = 7 C 0 T k c Zie het diagram hiernaast. 7.5 Rendement Kennisvragen 44 Gegeven: in = 100 M = ; η = 40. a η = = 40 = e = = 40 M; in in 100 Q afval = in - e = = 0 M. b ch = r v V Nieuwe onbekende: r v. Binas (tabel 8 C): r v,aardgas = 10 / m = 10 V V = =,15 m Afgerond: V =,1 m t

8 Newton havo deel 1 Uitwerkingen Hoofdstuk 7 Verwarmen en isoleren Gegeven: in = 100 M = ; η = 90; Q = 0 M = Q a η = = 90 = 0 0 e = =, M in 90 Afgerond: e= M; b Q afval = e - Q =, =, 10 =, M Afgerond: Q afval =, M 4 Gevraagd: η. Gegeven: V w =,0 L per min =, m per min; ΔT w= 0-15 = 45 C; V gas = 5 L per 10 min = m per min. Qw η = = Nieuwe onbekenden: Q w en ch. in ch Q w = c w m w ΔT Nieuwe onbekenden: c w en m w BINAS (tabel 11): c water = 4,18 10 kg -1 K -1. m w = ρ w V BINAS (tabel 11): ρ water = kgm - m = , = 5,99 kg Q water = 4, ,99 45 = 1,1 10 ch = r v V Nieuwe onbekende: r v. Binas (tabel 8 C): r v,aardgas = 10 / m ch = = 1, ,1 10 η = = 4 Afgerond: η = of % 1, Gevraagd: e in kwh per dag. Gegeven: η = 90; V w = 80 L per dag = m per dag; ΔT w= = 55 C; Qw η = = Nieuwe onbekenden: Q w. in e Q w = c w m w ΔT Nieuwe onbekenden: c w en m w BINAS (tabel 11): c water = 4,18 10 kg -1 K -1. m w = ρ w V BINAS (tabel 11): ρ water = kgm - m = = 79,84 kg Q w = 4, ,84 55 = 18, 10 18, = 1kWh =, 10 18, 10 = 90 = Gevraagd: V g in m per jaar. Gegeven: η = 40; P nuttig = P e = 5 MW = e = = 5,7 kwh Afgerond: e = 5,7 kwh per dag., 10 ch = r v V Nieuwe onbekenden: ch en r v. Binas (tabel 8 C): r v,aardgas = 10 / m Pnuttig P e η = = 40 = Pch = = 1,5 10 W = 1,5 MW Pin Pch Pch 40 1,5 10 Per seconde is: 1,5 10 = 10 V V = = 5,078 m 10 n jaar heeft: Δt = 5, =, s. Dus per jaar: V g = 5,078, = 1, m Afgerond: V g = 1, 10 8 m per jaar

9 Newton havo deel 1 Uitwerkingen Hoofdstuk 7 Verwarmen en isoleren 107 Oefenopgaven 55 Cv-ketel vervangen Gegeven: η HR= 95;V k,aardgas =,87 m per uur; m w,cv-pomp = 7 kg per s; T warm = 84 C; T koud = 5 C. a ch = r v V. Nieuwe onbekende: r v. Binas (tabel 8 C): r v,aardgas = 10 / m ch = 10,87 =14 10 per uur. Per seconde is dit: ch = = 4,4 10 Afgerond: ch/δt = 4 10 /s = 4 k/s 00 Q w = c w m w ΔT. Nieuwe onbekenden: c w en ΔT. BINAS (tabel 11): c water = 4,18 10 kg -1 K -1. ΔT = 84 5 = 19 C. Q w/ Δt = 4, = 1,4 10 /s P nuttig 1,4 10 b Het huidige rendement is η = = = = % P in 4,4 10 Conclusie: het is de moeite waard om de ketel te vervangen. Afgerond: Q w/ Δt = 1 10 /s = 1 k/s 5 Gloeilamp of spaarlamp a In de tekst wordt gezegd dat beide lampen ongeveer evenveel licht geven: P nuttig is voor beide gelijk. Pnuttig η spaar = Nieuwe onbekende: P nuttig. P η in,spaar Pnuttig Pnuttig = = P P 75 gloeilamp 09 nuttig = in,gloeilamp,75 W,75 η spaar = = 75 = 7,5% Afgerond: η = 8 of 8 % b Het aantal gloeilampen is: = c Spaarlamp: per.000 uur voor de spaarlamp: e = P e t = = 108 kwh 1 kwh elektrische energie kost 10 => nergiekosten: = 180 De aanschafprijs was 1,55 dus komt het totaal op: 4,5. Gloeilamp: e = = 450 kwh => nergiekosten: = 45,00 De aanschafprijs is hier lampen: 9 =,88. n het totaal is 47,88. d Het verlichten met een spaarlamp is voordeliger. Over een tijdsduur van 000 branduren bespaar je 47,88-4,5 =,5. Dat is dus een besparing van bijna 50 %. 57 Koken op gas of elektriciteit Gegeven: brander V w = 1,0 L = 1, m ;V aardgas = 0 m ; ΔT w= = 85 C; C k = 5, 10 /K. Kookplaat: P e = 800 W; t e = 9, min = 55 s. a Gasbrander: Qt η b = = ; Q totaal = Q k + Q w = C k ΔT + c w m w ΔT Nieuwe onbekenden: c w en m w in ch BINAS (tabel 11): c water = 4,18 10 kg -1 K -1. m w = ρ w V BINAS (tabel 11): ρ water = kgm - m = , = 998 kg Q totaal = 5, , = 4, ch = r v V Nieuwe onbekende: r v. BINAS (tabel 8 C): r v,aardgas = 10 / m ch = 10 0 = 7, ,00 10 η b = = 58 Afgerond: η 5 b = 57 of 57% 7,04 10 Kookplaat: in = e = P e t = = 4, ,00 10 η k = = 9058 Afgerond: η 5 k = 91 of 91% 4,41 10 b Vervolg op volgende bladzijde.

10 Newton havo deel 1 Uitwerkingen Hoofdstuk 7 Verwarmen en isoleren 108 Vervolg van opgave 57. b Als je kijkt naar de uitkomsten bij vraag a zou je geneigd kunnen zijn om te denken dat elektrisch koken een hoger rendement heeft. Als je echter het rendement in de centrale meerekent is η elektrisch = = (= %) Conclusie: op gas koken heeft dus een groter rendement. N.B. in deze opgave is er van uitgegaan dat het verwarmen van de ketel ook tot de nuttige energie behoort. e zou er ook nog voor kunnen pleiten dat alleen de warmte die in het water terecht komt tot de nuttige energie behoort. 7. nergiebesparing Kennisvragen 59 Bijvoorbeeld: HR-cv-ketel: ch warmte Q ; elektrische kookplaat: e warmte Q; straalkachel: e warmte Q. 0 A Bij een lage temperatuur is het juist, bij een hoge temperatuur minder: warmte kan dan met een hoger rendement worden omgezet in arbeid, alleen wel minder goed dan elektrische energie. B uist, de energie wordt over het algemeen als warmte-energie bij een lage temperatuur opgeslagen. C uist als de warmtestraling maar niet rechtstreeks via de ramen het huis verlaat (straling!). Wel moet je bedenken dat de elektrische energie hoogwaardig is en eerst moet worden opgewekt in een elektriciteitscentrale met een rendement van ongeveer 40 (= 40%). 1 De elektrische energie wordt bij de boiler omgezet in warmte-energie van relatief lage temperatuur: de elektrische energie is veel bruikbaarder voor het leveren van arbeid dan water van 80 à 90 C. n deel van de hoogwaardige chemische energie wordt omgezet in warmte-energie van lage temperatuur, dus van lage kwaliteit. a e moet ook rekening houden met de feit dat elektrische energie eerst opgewekt moet worden: bij de omzetting van chemische naar elektrische energie is het rendement 40. Conclusie: de gasgestookte cv-installatie heeft het hoogste rendement. b Beide leveren afvalwarmte van lage kwaliteit, bij de cv-installatie is het rendement groter en het verlies aan energiekwaliteit kleiner. 4 Bij de zonnecollector gebruik je energie van lage kwaliteit in de vorm van warm water. Bij de straal- en gaskachel wordt energie van hoge kwaliteit omgezet in energie van lage kwaliteit. Conclusie: Bij de zonnecollector is het verlies het kleinst. 5 maatregel energievraag rendement energieaanbod binnentemperatuur verlagen warmte-isolatie toepassen ventilatie-warmtewisselaar gebruiken HR-ketel cv-pomp in zomer weinig laten lopen verlichtingssterkte verlagen spaarlamp gebruiken minder elektrische apparaten gebruiken betere elektrische apparaten gebruiken stadsverwarming toepassen warmtekracht installatie toepassen zonnecollector gebruiken passieve zonne-energie gebruiken ondergrondse warmteopslag PZ-systeem toepassen (passieve zonne-energie) zonnecel gebruiken gebruik maken van windturbine vliegwiel gebruiken in bussen en auto's

11 Newton havo deel 1 Uitwerkingen Hoofdstuk 7 Verwarmen en isoleren 109 Oefenopgaven 7 Woningverwarming: warmtevraag a Gegeven: P q = 45 W/K (= warmtetransport naar buiten vanuit het hele huis) N.B. Als je kijkt naar de eenheid dan zie je dat in dit geval P q geen vermogen voorstelt! Het is het vermogen aan warmte dat per graad temperatuurverschil tussen binnen en buiten uit het huis verdwijnt. Q c = P q T t = 45 (0 8) 1 10 = Afgerond: Q c = 7,0 10 M b Per persoon per uur is dat: Q lucht = c m ΔT = 1, = Per persoon per seconde: P l, 1pers = = 10 /s (= W). 00 Voor 4 personen: P l, 4pers = 10 4 = 50 /s (=W). Afgerond: P l, 4pers = 50 /s c De warmtewisselaar heeft een rendement van 45, dus 55% van de warmte gaat verloren en moet worden aangevuld: P v = = 8 W Afgerond: P v =,9 10 W (=/s) d De warmtevraag per stookseizoen wegens ventilatie is: Q v = P v T t = = Afgerond: Q v =, e Q tot = Q c + Q v = = Afgerond: Q t = 1, Woningverwarming: warmteaanbod a Gemiddelde stralingsintensiteit (geschat) I = 100 W/m. b str = I A t = ( ) =, c Q str = 70, = 1, Afgerond: str =, Afgerond: Q str = 1, d Als je de antwoorden van vraag c en d vergelijkt, blijkt dat het PZ-systeem gemiddeld over het hele stookseizoen voldoende warmte levert. Afhankelijk van de weersomstandigheden (buitentemperatuur, bewolking) kan het zijn dat op sommige momenten toch bijverwarming nodig is. 9 Warmwatervoorziening: warmtevraag Q water = c m ΔT = 4,18 10 ( ) (0 15) = 4, per jaar Afgerond: Q water = 4, Warmwatervoorziening: warmteaanbod a Gemiddelde stralingsintensiteit (geschat) I = 10 W/m. b str = I A t = 10,5 (5 4 00) = 1, c Q str = 0 1, =, Afgerond: str = 1, Afgerond: Q str =, 10 9 d Nee. Gemiddeld over het jaar is de warmtevraag (vraag a) groter dan het warmteaanbod in de vorm van straling (vraag b). 71 Brandstofverbruik voor verwarming a ΔQ = Q str Q water =, , = 1, r is dus bijverwarming nodig. b ch = r v V V = rv Qbij Qbij η = = = in η Q bij = ΔQ = ( ) 1, Q 9 bij 1,4 10 ch = = = 4, η 5 9 ch 4,17 10 V = = =11 m Afgerond: V = 1, 10 m r v 10 c V tot = V bij + V verw = = 81 m Afgerond: V =,8 10 m d Besparing: V besp = = 019 m Besparingspercentage: % = 88% 00

12 Newton havo deel 1 Uitwerkingen Hoofdstuk 7 Verwarmen en isoleren lektriciteitsvraag 00 tot = licht + rest = = 1550 kwh Afgerond: tot = 1, 10 kwh = 5, 10 M 4 7 lektriciteitsaanbod a Gemiddelde windsnelheid: v = 5,0 m/s b P e = 1,5 η ρ v r = 1,5 5 1,9 5,0, = 89 W Afgerond: P e = 8,7 10 W c e = P e t = 89 (5 4) = 7,1 10 kwh 7,1 10 d Per woning : e = 0 Afgerond: e = 7, 10 kwh = 81 kwh Afgerond: e =,8 10 kwh e Gemiddeld over het hele jaar levert de windturbine onvoldoende elektrische energie. Het aanbod (81 kwh) is kleiner dan de vraag (1550 kwh). 74 Brandstofverbruik voor elektriciteitsvoorziening a Δ e = e,wind e,vraag = = 119 kwh = ( ) 119, 10 = 4, Afgerond: Δ e = 4, 10 9 b ch = r v V V = r ch v,bij,bij η = = ch = in η e,bij = Δ e = 4, bij 4,1 10 ch = Q = = 1, η ,05 10 V = = = 8 m Afgerond: V =, 10 m r v 10 c ch = r v V V = r ch v η = = = met η = 40. in η e = 000 kwh = 000, 10 = 7, Q 9 bij 7,0 10 ch = = = 1, η ,80 10 V = = = 5 m Afgerond: V = 5, 10 m r v 10 d Besparing: V besp = 5 8 = 5 m Besparingspercentage: 5 100% = 4% 5 75 Duurzame-energievoorziening a Zie nevenstaand energie-stroomdiagram. b Het systeem voor woningverwarming draagt het meest bij aan een duurzamer energievoorziening: de combinatie van warmte-isolatie, ventilatie-warmtewisselaar en passief gebruik van zonne-energie levert de grootste beperking van het brandstofverbruik. zon brandstof centrale wind PZ windturbine meer dan nodig 80 m³ 1158 kwh 9 kwh woningverwarming warm water / koken elektrische apparaten

13 Newton havo deel 1 Uitwerkingen Hoofdstuk 7 Verwarmen en isoleren Afsluiting Oefenopgaven 80 Zonnecollector Oriëntatie: Gevraagd: oppervlak A. Gegeven: zonnige herfstdag I str = 500 W/m ; T o = 15 C; T c = 55 C; diagram η collector - (T c - T o) Aanname: stel dat de groep een volume-hoeveelheid water van 00 L per dag nodig heeft en dat de zon gedurende 8 uur (=, s) per dag de gegeven intensiteit heeft. I.v.m. de stralingsenergie is de intensiteit I str gegeven in de eenheid W/m : 1 W = 1 m s m e moet de stralingsintensiteit vermenigvuldigen met de oppervlak A in m en met de tijd t in s om de stralingsenergie straling in te krijgen. In formulevorm: str = I str A t (zie ook opgave 8). Planning: str = I str A t Nieuwe onbekende: straling collector η = =. Nieuwe onbekende: η en collector. in straling η is uit het diagram te bepalen: bij I str = 500 W/m en T c - T o = = 40 C η = 5. collector = Q w = c w m w ΔT. Nieuwe onbekenden: c w en m w BINAS (tabel 11): c water = 4,18 10 kg -1 K -1. m w = ρ w V BINAS (tabel 11): ρ water = kgm -. Uitvoering: m = = 199, kg collector = Q w = 4, , 40 =,7 10, = str,7 10 str = 5 = 1, ,5 10 1,5 10 = 500 A,88 10 A = = 9,7 m ,88 10 Controle: De woongroep moet een collector aan leggen met een oppervlak van afgerond: A = 9, m. 81 Stadsverwarming Oriëntatie: Gevraagd: ΔV (= V besparing) Gegeven: gewone situatie T koel = C; η cv = 75; stadsverwarming T koel = 10 C; η gecombineerd = 90; warmteverlies 10%. N.B. Neem aan dat de centrale een hoeveelheid elektrische energie aan de stad moet leveren van 10 M. Planning: Met stadsverwarming: ga na hoeveel aardgas er voor nodig is om 10 M aan elektrische energie te leveren. Bereken hoeveel afvalwarmte nog nuttig bij de woonwijk gebruikt kan worden. Ga vervolgens in de situatie zonder stadsverwarming na hoeveel aardgas er nodig is voor dezelfde hoeveelheid van 10 M elektrische energie én hoeveel aardgas er in de woonwijk nog extra nodig is om dezelfde warmte in de woningen te krijgen. Ga uiteindelijk na hoe groot het verschil in aardgasverbruik is in de situatie mét en zonder stadsverwarming. Uitvoering: Met stadsverwarming: ch = r v V Nieuwe onbekende: ch en r v. Binas (tabel 8 C): r v,aardgas = 10 / m η c = = Nieuwe onbekenden: η c. in Gegeven tabel: bij T koel = 10 C is η c = = = = 41, , ,7 10 = 10 V V = = 1,0 m Afgerond: Verbruik V mét = 1, m. 10 Vervolg op de volgende bladzijde

14 Newton havo deel 1 Uitwerkingen Hoofdstuk 7 Verwarmen en isoleren 11 Vervolg opgave 81. Warmteproduktie: η gecombineerd = 90 d.w.z. e + Q bruikbaar = 90 ch Q bruikbaar = 90 41,7 10 = 7,5 10 Q bruikbaar = 7, = 7,5 10 Hiervan gaat 10% verloren d.w.z. 90% kan worden gebruikt: Q wijk = 90 7,5 10 = 4,8 10 = 4,8 M Zonder stadsverwarming: De centrale heeft bij T koel = C is η c = = = = 5, Daarnaast moeten de cv-ketels met η cv = 75 in de woonwijk 4,8 M aan warmte produceren: 4,8 10 4, = = =,1 10 ch,totaal = 5,0 10 +,1 10 = 58, ,1 10 ch = r v V zonder 58,1 10 = 10 V zonder Vzonder = = 1,8 m 10 Afgerond: Verbruik V zonder = 1,8 m Controle: Conclusie: de besparing is 5 m³ aardgas op de 1,8 m³ (per 10 M geleverde hoeveelheid elektrische energie). Dat is een aanzienlijke hoeveelheid! 8 Passieve zonne-energie Oriëntatie: Gevraagd: positieve bijdrage Δ raam aan verwarming in winterdag. Gegeven: diagram (I str - maand); A r = 10 m ; dubbel glas (reflecteert 0%) en k = W/(m K); T o = C. I.v.m. de stralingsenergie is de intensiteit I str gegeven in de eenheid W/m : 1 W = 1 m s m e moet de stralingsintensiteit vermenigvuldigen met de oppervlak A in m en met de tijd t in s om de stralingsenergie straling in te krijgen. In formulevorm: str = I str A t. Planning: Δ = str,binnen - Q verlies. Nieuwe onbekende: str,b en Q v. Binnenkomende str,b : 0% reflectie str,b = 70 str,opvallend Nieuwe onbekende: str,opvallend. str,opvallend = I str A t. Nieuwe onbekenden: I str en t. I str is te bepalen m.b.v. het diagram: kies de lijn voor 90 (raam is een verticaal vlak). Voor januari gemiddelde over een hele dag I str varieert tussen 7 en 88 W/m t = 4 uur = 4 00 = 8, s gemiddeld 80 W/m. Warmteverlies: Q v : I.v.m. de warmteafgifte is de k-waarde gegeven in de eenheid W/(m K) : 1 W = 1 m K s m K e moet de k-waarde vermenigvuldigen met de oppervlak A in m ; met het temperatuurverschil in K (of C) en met de tijd t in s om de warmteafgifte Q v in te krijgen: in formulevorm Q v = k A ΔT t. Voor het temperatuurverschil maken we een schatting: stel dat de gemiddelde temperatuur binnen op een dag in januari ongeveer 1 C is. Dan is ΔT = 1 - = 14 C. Uitvoering: str,opvallend = , = 9,1 10 str,b = 70 9,1 10 = 48,4 10 Q v = , =, 10 Δ = 48,4 10 -, 10 = 1,1 10 Controle: Conclusie: Het raam op het zuiden levert in januari een energiewinst op van 1 10 = 1 M.

15 Newton havo deel 1 Uitwerkingen Hoofdstuk 7 Verwarmen en isoleren 11 8 Zonnefiets Oriëntatie: Gevraagd: Snelheid 1 km/h haalbaar op zonne-energie? Gegeven: zonnige dag I str = 500 W/m ; A = 70 m ; η paneel = 10; η motor = 50; F w = 5 N bij 1 km/h. I.v.m. de stralingsenergie is de intensiteit I str gegeven in de eenheid W/m : 1 W = 1 m s m e moet de stralingsintensiteit vermenigvuldigen met de oppervlak A in m en met de tijd t in s om de stralingsenergie straling in te krijgen. In formulevorm: str = I str A t. Planning: Om een snelheid van 1 km/h (=,1 m/s) te halen moet de motor in staat zijn om een F vw te ontwikkelen die even groot is als F w = 5 N. In hoofdstuk 5 heb je geleerd dat bij een constante snelheid: P m = F vw v waarbij F vw = F w. Onbekend is dus of de geleverde P m groot genoeg is d.w.z. P m 18,1 W (= 5,0,1 = 18,0 N). P η m motor = Nieuwe onbekende: P e. P e Pe = Nieuwe onbekende: e. t η paneel = Nieuwe onbekende: str. str str = I str A t Voor de nieuwe onbekende t nemen we 1 seconde str = P str ( e = P e). Uitvoering: P str = = 50 /s Pe 10 = Pe = = 5 W 50 Pm 50 = Pm = 50 5 = 17,5 W 5 Controle: Conclusie: Het geleverde vermogen P m = 17,5 W en is dus net niet voldoende om de snelheid van 1 km/h te kunnen halen zonder de accu aan te spreken.

Samenvatting Natuurkunde Verwarmen en isoleren (Newton)

Samenvatting Natuurkunde Verwarmen en isoleren (Newton) Samenvatting Natuurkunde Verwarmen en isoleren (Newton) Samenvatting door een scholier 1404 woorden 25 augustus 2003 5,4 75 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Verwarmen en isoleren Warmte en energie 2.1 Energievraag

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde hoofdstuk 4

Samenvatting Natuurkunde hoofdstuk 4 Samenvatting Natuurkunde hoofdstuk 4 Samenvatting door Jel 1075 woorden 17 maart 2018 8 3 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Nova 1 Warmtebronnen en brandstoffen. Warmtebronnen thuis en op school.

Nadere informatie

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 4

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 4 Samenvatting NaSk Hoofdstuk 4 Samenvatting door L. 1264 woorden 2 juli 2014 3,9 15 keer beoordeeld Vak NaSk 1 Warmtebronnen en brandstoffen. Warmtebronnen thuis en op school. Om iets te verwarmen heb je

Nadere informatie

4VMBO H2 warmte samenvatting.notebook September 02, Warmte. Hoofdstuk 2. samenvatting. Vaak zetten we Chemische energie om in Warmte

4VMBO H2 warmte samenvatting.notebook September 02, Warmte. Hoofdstuk 2. samenvatting. Vaak zetten we Chemische energie om in Warmte Warmte Hoofdstuk 2 samenvatting Warmte is Energie Vaak zetten we Chemische energie om in Warmte Brandstoffen verbranden: Brandstof Zuurstof voldoende hoge temperatuur (ontbrandingstemperatuur) Iedere brandstof

Nadere informatie

Warmte. Hoofdstuk 2. Vaak zetten we Chemische energie om in Warmte

Warmte. Hoofdstuk 2. Vaak zetten we Chemische energie om in Warmte Warmte Hoofdstuk 2 Warmte is Energie Vaak zetten we Chemische energie om in Warmte Brandstoffen verbranden: Brandstof Zuurstof voldoende hoge temperatuur (ontbrandingstemperatuur) 1 Grootheid Symbool Eenheid

Nadere informatie

[Samenvatting Energie]

[Samenvatting Energie] [2014] [Samenvatting Energie] [NATUURKUNDE 3 VWO HOOFDSTUK 4 WESLEY VOS 0 Paragraaf 1 Energie omzetten Energiesoorten Elektrisch energie --> stroom Warmte --> vb. de centrale verwarming Bewegingsenergie

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 4

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 4 Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 4 Samenvatting door een scholier 1700 woorden 17 januari 2010 6,6 24 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Nova 1 Warmtebronnen en brandstoffen. Warmtebronnen thuis

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3: energie en warmte

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3: energie en warmte Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3: energie en warmte Samenvatting door E. 1500 woorden 6 maart 2014 5,7 16 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Systematische natuurkunde Energie en warmte 3.1 warmte

Nadere informatie

1 Warmteleer. 3 Om m kg water T 0 C op te warmen heb je m T 4180 J nodig. 4180 4 Het symbool staat voor verandering.

1 Warmteleer. 3 Om m kg water T 0 C op te warmen heb je m T 4180 J nodig. 4180 4 Het symbool staat voor verandering. 1 Warmteleer. 1 De soortelijke warmte is de warmte die je moet toevoeren om 1 kg van een stof 1 0 C op te warmen. Deze warmte moet je ook weer afvoeren om 1 kg van die stof 1 0 C af te koelen. 2 Om 2 kg

Nadere informatie

10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte.

10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte. 1 Materie en warmte Onderwerpen - Temperatuur en warmte. - Verschillende temperatuurschalen - Berekening hoeveelheid warmte t.o.v. bepaalde temperatuur. - Thermische geleidbaarheid van een stof. - Warmteweerstand

Nadere informatie

NASK1 SAMENVATTING VERBRANDEN EN VERWARMEN

NASK1 SAMENVATTING VERBRANDEN EN VERWARMEN NASK1 SAMENVATTING VERBRANDEN EN VERWARMEN Een verbranding is de reactie tussen zuurstof en een andere stof, waarbij vuurverschijnselen waarneembaar zijn. Bij een verbrandingsreactie komt warmte vrij.

Nadere informatie

Na leren van paragraaf 5.1 kun je

Na leren van paragraaf 5.1 kun je Oefentoets Hieronder zie je leerdoelen en toetsopdrachten Kruis de leerdoelen aan als je denkt dat je ze beheerst. Maak de toetsopdrachten om na te gaan of dit inderdaad zo is. Na leren van paragraaf 5.

Nadere informatie

Groep 8 - Les 4 Duurzaamheid

Groep 8 - Les 4 Duurzaamheid Leerkrachtinformatie Groep 8 - Les 4 Duurzaamheid Lesduur: 30 minuten (zelfstandig) DOEL De leerlingen weten wat de gevolgen zijn van energie verbruik. De leerlingen weten wat duurzaamheid is. De leerlingen

Nadere informatie

Hoofdstuk 3. en energieomzetting

Hoofdstuk 3. en energieomzetting Hoofdstuk 3 Energie en energieomzetting branders luchttoevoer brandstoftoevoer koelwater condensator stoomturbine generator transformator regelkamer stoom water ketel branders 1 Energiesoort Omschrijving

Nadere informatie

Opstel Nederlands Warmte

Opstel Nederlands Warmte Opstel Nederlands Warmte Opstel door een scholier 2111 woorden 22 april 2018 7 3 keer beoordeeld Vak Nederlands Opdracht: Practicum Titel project: Warm houden https://www.scholieren.com/verslag/opstel-nederlands-warmte

Nadere informatie

Onderwijs op maat voor uitdaging en motivering Rendement2

Onderwijs op maat voor uitdaging en motivering Rendement2 1. De Keukenboiler Makkelijk zo n elektrisch boilertje onder het aanrecht. Nooit meer wachten tot er warm water uit de kraan komt. En je hoeft geen warm water te delen met iemand uit de badkamer. a. Welke

Nadere informatie

Oefenopgaven havo 5 et-4: Warmte en Magnetisme 2010-2011 Doorgestreepte vraagnummers (Bijvoorbeeld opgave 2 vraag 7) zijn niet van toepassing.

Oefenopgaven havo 5 et-4: Warmte en Magnetisme 2010-2011 Doorgestreepte vraagnummers (Bijvoorbeeld opgave 2 vraag 7) zijn niet van toepassing. Oefenopgaven havo 5 et-4: Warmte en Magnetisme 2010-2011 Doorgestreepte vraagnummers (Bijvoorbeeld opgave 2 vraag 7) zijn niet van toepassing. Opgave 2 Aardwarmte N2-2002-I -----------------------------------------------------------------

Nadere informatie

Hoofdstuk 3. en energieomzetting

Hoofdstuk 3. en energieomzetting Energie Hoofdstuk 3 Energie en energieomzetting Grootheid Energie; eenheid Joule afkorting volledig wetenschappelijke notatie 1 J 1 Joule 1 Joule 1 J 1 KJ 1 KiloJoule 10 3 Joule 1000 J 1 MJ 1 MegaJoule

Nadere informatie

Benodigdheden bekerglas, dompelaar (aan te sluiten op lichtnet), thermometer, stopwatch

Benodigdheden bekerglas, dompelaar (aan te sluiten op lichtnet), thermometer, stopwatch Naam: Klas: Practicum soortelijke warmte van water Benodigdheden bekerglas, dompelaar (aan te sluiten op lichtnet), thermometer, stopwatch Doel van de proef Het bepalen van de soortelijke warmte van water

Nadere informatie

Verwarm uw woning elektrisch. Creëer met een warmtepomp uw ideale WinWoonSituatie

Verwarm uw woning elektrisch. Creëer met een warmtepomp uw ideale WinWoonSituatie Verwarm uw woning elektrisch Creëer met een warmtepomp uw ideale WinWoonSituatie Bespaar op energiekosten én het milieu De meeste woningen in Nederland gebruiken een cv-ketel op gas. Hiermee verwarmen

Nadere informatie

1 ENERGIE Inleiding Het omzetten van energie Fossiele brandstoffen Duurzame energiebronnen

1 ENERGIE Inleiding Het omzetten van energie Fossiele brandstoffen Duurzame energiebronnen 1 ENERGIE... 2 1.1. Inleiding... 2 1.2. Het omzetten van energie... 2 1.3. Fossiele brandstoffen... 5 1.4. Duurzame energiebronnen... 7 1.5. Kernenergie... 9 1.6. Energie besparen... 10 1.7. Energieverbruik

Nadere informatie

De zon in het zwembad

De zon in het zwembad De zon in het zwembad Inleiding Het zwembad Aquarius staat in de gemeente Tienhuizen. Toen het zwembad in 1963 gebouwd werd speelde de energiekosten en het milieu nog niet zo n belangrijke rol. Inmiddels

Nadere informatie

Onderwijs op maat voor uitdaging en motivering Rendement2. a) Welke energieomzetting vindt er plaats?

Onderwijs op maat voor uitdaging en motivering Rendement2. a) Welke energieomzetting vindt er plaats? 1. De Keukenboiler Makkelijk zo n elektrisch boilertje onder het aanrecht. Nooit meer wachten tot er warm water uit de kraan komt. En je hoeft geen warm water te delen met iemand uit de badkamer. a) Welke

Nadere informatie

Samenvatting NaSk 1 Hoofdstuk 5

Samenvatting NaSk 1 Hoofdstuk 5 Samenvatting NaSk 1 Hoofdstuk 5 Samenvatting door R. 956 woorden 12 oktober 2015 7,4 4 keer beoordeeld Vak NaSk 1 Paragraaf 1 De belangrijkste energiebronnen in huis zijn elektriciteit en aardgas. De meeste

Nadere informatie

Naam: Klas: PROEFWERK WARMTE HAVO

Naam: Klas: PROEFWERK WARMTE HAVO Naam: Klas: PROEFWERK WARMTE HAVO Opgave 1 Kees wil kaarsvet in een reageerbuis voorzichtig smelten. Hij houdt de reageerbuis daarom niet direct in de vlam, maar verwarmt de buis met kaarsvet in een stalen

Nadere informatie

Hoofdstuk 6 Energie en beweging. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 6 Energie en beweging. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 6 Energie en beweging Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 6.1 Energie omzetten en overdragen Arbeid De energie die de kracht geeft/overdraagt aan het voorwerp waar de kracht

Nadere informatie

Samenvatting NaSk H3 water en lucht + H4 warmte

Samenvatting NaSk H3 water en lucht + H4 warmte Samenvatting NaSk H3 war en lucht + H4 warm Samenvatting door een scholier 1059 woorden 30 mei 2017 9,6 2 keer beoordeeld Vak NaSk H3 war en lucht + H4 warm H3 1. Fasen en faseovergangen De faseovergangen

Nadere informatie

Oefentoets warmte. 2. Welk materiaal zou erg geschikt zijn om een pan van te maken?

Oefentoets warmte. 2. Welk materiaal zou erg geschikt zijn om een pan van te maken? Oefentoets warmte 1. Bij het koken van een ei wordt warmte overgedragen. Geef in een tekening aan hoe de warmte stroomt. Neem in je tekening de volgende dingen op: gasfornuis, pan, water, ei, handvat van

Nadere informatie

Uitwerkingen VWO deel 1 H2 (t/m par. 2.5)

Uitwerkingen VWO deel 1 H2 (t/m par. 2.5) Uitwerkingen VWO deel 1 H2 (t/m par. 2.5) 2.1 Inleiding 1. a) Warmte b) Magnetische Energie c) Bewegingsenergie en Warmte d) Licht (stralingsenergie) en warmte e) Stralingsenergie 2. a) Spanning (Volt),

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3 Materialen

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3 Materialen Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3 Materi Samenvatting door een scholier 1210 woorden 6 april 2015 6,9 35 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Hoofdstuk 3: Materi Eigenschappen van moleculen: -Ze verschillen

Nadere informatie

Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 11 Stoffen en materialen ( ) Pagina 1 van 6

Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 11 Stoffen en materialen ( ) Pagina 1 van 6 Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 11 Stoffen en materialen (2016-06-08) Pagina 1 van 6 Als je een ander antwoord vindt, zijn er minstens twee mogelijkheden: óf dit antwoord is fout, óf jouw antwoord is

Nadere informatie

2 Van 1 liter vloeistof wordt door koken 1000 liter damp gemaakt.

2 Van 1 liter vloeistof wordt door koken 1000 liter damp gemaakt. Domein D: Warmteleer Subdomein: Gas en vloeistof 1 niet expliciet genoemd in eindtermen, moet er een groep vragen gemaakt worden waarin die algemene zaken zijn vervat? zie ook mededelingen voor eindexamendocenten.

Nadere informatie

5,4. Spreekbeurt door een scholier 1606 woorden 21 mei keer beoordeeld. Nederlands. A. Er zijn verschillende soorten en vormen van energie.

5,4. Spreekbeurt door een scholier 1606 woorden 21 mei keer beoordeeld. Nederlands. A. Er zijn verschillende soorten en vormen van energie. Spreekbeurt door een scholier 1606 woorden 21 mei 2003 5,4 169 keer beoordeeld Vak Nederlands A. Er zijn verschillende soorten en vormen van energie. Ik ga deze spreekbeurt houden over energie. Verschillende

Nadere informatie

Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 7.1 Fasen en dichtheid Een stukje scheikunde 1. Intermoleculaire ruimte 2. Hogere temperatuur, hogere snelheid 3.

Nadere informatie

Deze dame of heer vertelt over hoe het mogelijk is om het energie verbruik te verminderen en laat energie besparende manieren zien.

Deze dame of heer vertelt over hoe het mogelijk is om het energie verbruik te verminderen en laat energie besparende manieren zien. DE ENERGIECOACH Wat doet een energiecoach Deze dame of heer vertelt over hoe het mogelijk is om het energie verbruik te verminderen en laat energie besparende manieren zien. Een opmerking vooraf : Het

Nadere informatie

Elektrische energie. energie01 (1 min, 47 sec)

Elektrische energie. energie01 (1 min, 47 sec) Elektrische energie In huishoudens is elektrische energie de meest gebruikte vorm van energie. In Nederland zijn bijna alle huizen aangesloten op het netwerk van elektriciteitskabels. Achter elk stopcontact

Nadere informatie

Alternatieve energiebronnen

Alternatieve energiebronnen Alternatieve energiebronnen energie01 (1 min, 5 sec) energiebronnen01 (2 min, 12 sec) Windenergie Windmolens werden vroeger gebruikt om water te pompen of koren te malen. In het jaar 650 gebruikte de mensen

Nadere informatie

Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 7.1 Fasen en dichtheid Een stukje scheikunde 1. Intermoleculaire ruimte 2. Hogere temperatuur, hogere snelheid 3.

Nadere informatie

In dit document leggen we uit hoe isolatie werkt en hoe INSUL8eco werkt in uw gebouw.

In dit document leggen we uit hoe isolatie werkt en hoe INSUL8eco werkt in uw gebouw. De basis van isolatie en hoe INSULd8eco werkt in uw gebouw In dit document leggen we uit hoe isolatie werkt en hoe INSUL8eco werkt in uw gebouw. Om de werking van onze isolatie oplossing goed te begrijpen,

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores maximumscore Bij het consumeren van radioactieve melk is sprake van besmetting omdat het lichaam de ioniserende straling van binnenuit absorbeert / de bron zich in het lichaam bevindt. inzicht dat bij

Nadere informatie

Energiebespaar Tips!

Energiebespaar Tips! Energiebespaar Tips! Hieronder vind u een aantal tips waarmee u op uw energierekening vele euro s kunt besparen. De tips zijn verdeeld in de verschillende onderdelen waaraan u energie verbruikt in uw huis.

Nadere informatie

Energiebespaar Tips!

Energiebespaar Tips! Energiebespaar Tips! Hieronder vind u een aantal tips waarmee u op uw energierekening vele euro s kunt besparen. De tips zijn verdeeld in de verschillende onderdelen waaraan u energie verbruikt in uw huis.

Nadere informatie

Module 4 Energie. Vraag 3 Een bron van "herwinbare" energie is: A] biomassa B] de zon C] steenkool D] aardolie E] bewegend water

Module 4 Energie. Vraag 3 Een bron van herwinbare energie is: A] biomassa B] de zon C] steenkool D] aardolie E] bewegend water Module 4 Energie Vraag 1 Wat hoort bij het indirect energieverbruik van een apparaat? Kies het BESTE antwoord A] De energie wat het apparaat nuttig verbruikt. B] De energie die het apparaat niet nuttig

Nadere informatie

Duurzame elektriciteit in het EcoNexis huis

Duurzame elektriciteit in het EcoNexis huis Werkblad 1, mbo Duurzame elektriciteit in het EcoNexis huis Inleiding De wereldbevolking groeit al jaren vrij stevig. En de wereldwijde behoefte aan energie groeit mee: we kúnnen simpelweg niet meer zonder

Nadere informatie

Hoofdstuk 4: Arbeid en energie

Hoofdstuk 4: Arbeid en energie Hoofdstuk 4: Arbeid en energie 4.1 Energiebronnen Arbeid: W =............. Energie:............................................................................... Potentiële energie: E p =.............

Nadere informatie

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 3 en 4

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 3 en 4 Samenvatting NaSk Hoofdstuk 3 en 4 Samenvatting door een scholier 1712 woorden 7 februari 2012 5,3 38 keer beoordeeld Vak Methode NaSk Nova 1 Kristalstructuur is een vorm die een vaste stof heft zoals:

Nadere informatie

4 keer beoordeeld 4 maart Natuurkunde H6 Samenvatting

4 keer beoordeeld 4 maart Natuurkunde H6 Samenvatting 5,2 Samenvatting door Syb 763 woorden 4 keer beoordeeld 4 maart 2018 Vak Natuurkunde Methode Pulsar Natuurkunde H6 Samenvatting PARAGRAAF 1 Er zijn veel verschillende soorten energie: Bewegingsenergie

Nadere informatie

Havo 5 oefen et

Havo 5 oefen et Toetsstof havo 5 et4 volgens PTA: examenjaar 2010/2011 Opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Stof volgens het PTA: havo5 h2: Trillingen en golven Havo5 h3: Energie en warmte Havo5 h4: Elektromagnetisme

Nadere informatie

oefenopgaven wb oktober 2003

oefenopgaven wb oktober 2003 oefenopgaven wb1224 2 oktober 2003 Opgave 1 Stoom met een druk van 38 bar en een temperatuur van 470 C wordt geëxpandeerd in een stoom-turbine tot een druk van 0,05 bar. De warmteuitwisseling van de turbine

Nadere informatie

Uit de definitie van arbeid volgt dat de eenheid van arbeid newton * meter is, afgekort [W] = Nm.

Uit de definitie van arbeid volgt dat de eenheid van arbeid newton * meter is, afgekort [W] = Nm. Samenvatting door C. 1902 woorden 28 februari 2013 5,7 13 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Systematische natuurkunde Het verrichten van arbeid Als je fietst verbruik je energie. Dit voel je na het

Nadere informatie

Kernenergie. kernenergie01 (1 min, 22 sec)

Kernenergie. kernenergie01 (1 min, 22 sec) Kernenergie En dan is er nog de kernenergie! Kernenergie is energie opgewekt door kernreacties, de reacties waarbij atoomkernen zijn betrokken. In een kerncentrale splitst men uraniumkernen in kleinere

Nadere informatie

De verliezen van /in het systeem zijn ook het gevolg van energietransformaties!

De verliezen van /in het systeem zijn ook het gevolg van energietransformaties! Centrale Verwarmingssysteem Uitwerking van de deelvragen 1 ) Wat zijn de Energietransformaties in het systeem? De Energietransformaties die optreden in het CV-systeem zijn a. Boven de brander c.q. in de

Nadere informatie

Fysische modellen De Aarde zonder en met atmosfeer

Fysische modellen De Aarde zonder en met atmosfeer Fysische modellen De Aarde zonder en met atmosfeer J. Kortland Cdb, Universiteit Utrecht Inleiding Bij het ontwerpen van een computermodel van de broeikas Aarde maak je gebruik van fysische modellen. Deze

Nadere informatie

Duurzame stroom in het EcoNexis huis

Duurzame stroom in het EcoNexis huis Groepsopdracht 1 Duurzame stroom in het EcoNexis huis Inleiding De wereldbevolking groeit, en de welvaart stijgt ook steeds meer. Daarom neemt de vraag naar energie (elektriciteit, gas, warmte) wereldwijd

Nadere informatie

Elementen Thema 5 Wonen

Elementen Thema 5 Wonen Toetstermen Energiebronnen Energieopwekking en transport Elektromagnetisme Drie energiebronnen noemen voor het verwarmen van een stoomketel (elektriciteitscentrale) Twee energiebronnen noemen voor het

Nadere informatie

Meer wooncomfort. en minder energieverbruik door een warmtepomp. voltalimburg.nl/warmtepomp

Meer wooncomfort. en minder energieverbruik door een warmtepomp. voltalimburg.nl/warmtepomp Meer wooncomfort en minder energieverbruik door een warmtepomp voltalimburg.nl/warmtepomp Tip! Vraag subsidie aan bij de aanschaf van een warmtepomp. Het subsidiebedrag voor een warmtepomp van 5 kw is

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 6 en 7.6 t/m 7.8

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 6 en 7.6 t/m 7.8 Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 6 en 7.6 t/m 7.8 Samenvatting door een scholier 1645 woorden 26 mei 2004 7,3 39 keer beoordeeld Vak Natuurkunde PTA H 6+H 7 6 t/m 8 Hoofdstuk 6 6.2 Krachten in evenwicht

Nadere informatie

Wonen in Pijnacker. Comfortabel en duurzaam wonen

Wonen in Pijnacker. Comfortabel en duurzaam wonen Wonen in Pijnacker Comfortabel en duurzaam wonen Toelichting op het klimaatsysteem in de woningen aan de Emmastraat 3 t/m 21 (oneven), Stationsstraat 54 t/m 62a Faunalaan 1 t/m 35 (oneven) Bosmuiszoom

Nadere informatie

DUURZAAM BOUWEN IN PLAN DRENKELING

DUURZAAM BOUWEN IN PLAN DRENKELING DUURZAAM BOUWEN IN PLAN DRENKELING Bij de ontwikkeling van Landgoed Drenkeling heeft duurzaamheid een hoge prioriteit. Duurzaamheid betekent in dit geval dat de gebouwde omgeving voldoet aan hoge duurzaamheidseisen

Nadere informatie

Examenopgaven VMBO-BB 2004

Examenopgaven VMBO-BB 2004 Examenopgaven VMBO-BB 2004 2 tijdvak 2 woensdag 23 juni 13.30 15.00 uur NATUUR- EN SCHEIKUNDE 1 CSE BB Naam kandidaat Kandidaatnummer Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje. Gebruik het BINAS tabellenboek.

Nadere informatie

2.5: WINDENERGIE GEBRUIKEN 2.6: ZONNEWARMTE GEBRUIKEN 2.7: ZONNESTROOM GEBRUIKEN 2.8: BIO-ENERGIE GEBRUIKEN

2.5: WINDENERGIE GEBRUIKEN 2.6: ZONNEWARMTE GEBRUIKEN 2.7: ZONNESTROOM GEBRUIKEN 2.8: BIO-ENERGIE GEBRUIKEN WERKBOEKJE LES 2: HOE KAN IK? Dit werkboekje is van TEAM Naam : Naam : Naam : Naam : Instructie: Doe de opdrachten om en om, kies steeds een andere kleur. Kruis aan als je een opdracht gedaan hebt. Zuinig

Nadere informatie

J De centrale draait (met de gegevens) gedurende één jaar. Het gemiddelde vermogen van de centrale kan dan berekend worden:

J De centrale draait (met de gegevens) gedurende één jaar. Het gemiddelde vermogen van de centrale kan dan berekend worden: Uitwerking examen Natuurkunde1 HAVO 00 (1 e tijdvak) Opgave 1 Itaipu 1. De verbruikte elektrische energie kan worden omgerekend in oules: 17 = 9,3 kwh( = 9,3 3, ) = 3,3 De centrale draait (met de gegevens)

Nadere informatie

Werkstuk Aardrijkskunde Broeikaseffect

Werkstuk Aardrijkskunde Broeikaseffect Werkstuk Aardrijkskunde Broeikaseffect Werkstuk door een scholier 1310 woorden 20 juni 2006 6,2 45 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Het Broeikaseffect Inhoudsopgave Inleiding 1.0 Wat is het broeikaseffect?

Nadere informatie

Advies Ontwerp Levering Installatiepartners Inbedrijfstelling

Advies Ontwerp Levering Installatiepartners Inbedrijfstelling Advies Ontwerp Levering Installatiepartners Inbedrijfstelling Een warmtepomp genereert op een efficiënte manier warmte om uw huis comfortabel te verwarmen of van warm water te voorzien. Warmtepompen hebben

Nadere informatie

innovation in insulation

innovation in insulation warmte vocht geluid 2.000 / BW / 07-2003 Bergman Grafimedia Deze uitgave is met de meeste zorg samengesteld. Eventuele wijzigingen en zetfouten ten alle tijde voorbehouden. Warmte Inleiding In de hedendaagse

Nadere informatie

Theorie: Temperatuur meten (Herhaling klas 2)

Theorie: Temperatuur meten (Herhaling klas 2) heorie: emperatuur meten (Herhaling klas 2) Objectief meten Bij het meten van een grootheid mag je meting niet afhangen van toevallige omstandigheden. De temperatuur die je ervaart als je een ruimte binnenkomt,

Nadere informatie

Verwarmen en koelen met de zon

Verwarmen en koelen met de zon Noodzaak alternatieve energiebronnen neemt toe Energieprijzen: 1996-008 Vergelijk CPI, Gasprijs en Electra (1996 = 100) 350 300 36 Verwarmen en koelen met de zon 50 33 197! 00 Index 150 19 De meest duurzame

Nadere informatie

Edwin Waelput Tempas Bouwmanagement bv Breda DuurSaam cooperatie ua

Edwin Waelput Tempas Bouwmanagement bv Breda DuurSaam cooperatie ua Edwin Waelput Tempas Bouwmanagement bv Breda DuurSaam cooperatie ua Het hoofddoel is: het omlaag brengen van uw energierekening door gedragsinvloeden & techniek én het produceren van duurzame energie;

Nadere informatie

Theorie: Energieomzettingen (Herhaling klas 2)

Theorie: Energieomzettingen (Herhaling klas 2) les omschrijving 12 Theorie: Halfgeleiders Opgaven: halfgeleiders 13 Theorie: Energiekosten Opgaven: Energiekosten 14 Bespreken opgaven huiswerk Opgaven afmaken Opgaven afmaken 15 Practicumtoets (telt

Nadere informatie

Deel 1 : Mechanica. 2 de jaar 2 de graad (2uur) Inhoudstafel. - a -

Deel 1 : Mechanica. 2 de jaar 2 de graad (2uur) Inhoudstafel. - a - - a - Deel 1 : Mechanica Hoofdstuk 1: Hoofdstuk 2: Hoodstuk 3: Hoodstuk 4: Inleiding grootheden en eenheden Gebruik voorvoegsels... Wetenschappelijke notatie... Lengtematen, oppervlaktematen en inhoudsmaten...

Nadere informatie

Technische Kennis Dag 2014. Zonne-energie Henk Meijer

Technische Kennis Dag 2014. Zonne-energie Henk Meijer Technische Kennis Dag 2014 Zonne-energie Henk Meijer Zonne-energie Wat gaan we behandelen? Energie van de zon Indirect gebruik zonne-energie Direct gebruik zonne-energie Zonnepanelen en collectoren Passieve

Nadere informatie

Helderheid/Luminatie van een vlak= een vlak (muur,deur,kast,lamp,raam) wat lichtweerkaatst of licht uitstraalt, daardoor is zo n vlak te zien.

Helderheid/Luminatie van een vlak= een vlak (muur,deur,kast,lamp,raam) wat lichtweerkaatst of licht uitstraalt, daardoor is zo n vlak te zien. Samenvatting door D. 1176 woorden 17 juni 2013 6 13 keer beoordeeld Vak NLT 2.3 Licht De hoeveelheid licht en de kleur van het licht bepalen het comfort E= S/A E= verlichtingssterkte in lux (lm/m^2) S=lichtstroom

Nadere informatie

Kinderuniversiteit (Groene) energie?

Kinderuniversiteit (Groene) energie? Kinderuniversiteit (Groene) energie? Johan Driesen, Elektrotechniek Lieve Helsen, Werktuigkunde Leuven, 15 oktober 2011 Transport 15.10.2011 Kinderuniversiteit (Groene) Energie? 2 Transport 15.10.2011

Nadere informatie

De massadichtheid, dichtheid of soortelijke massa van een stof is de massa die aanwezig is in een bepaald

De massadichtheid, dichtheid of soortelijke massa van een stof is de massa die aanwezig is in een bepaald Hieronder wordt uitgelegd wat massadichtheid betekent. De massadichtheid, dichtheid of soortelijke massa van een stof is de massa die aanwezig is in een bepaald volume. De massadichtheid is dus bijvoorbeeld

Nadere informatie

ENERGIE H5 par. 1 en 2 Diagnostische Toets natuurkunde uitwerkingen

ENERGIE H5 par. 1 en 2 Diagnostische Toets natuurkunde uitwerkingen ENERGIE H5 par. 1 en 2 Diagnostische Toets natuurkunde uitwerkingen OPEN VRAGEN 1. Energieomzetting Enkele jaren geleden stond in de Gelderlander de foto rechts met de volgende tekst: Trots poseren koeien

Nadere informatie

Kenniscentrum InfoMil Energiebesparing bij een sportclub

Kenniscentrum InfoMil Energiebesparing bij een sportclub Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu Energiebesparing bij een sportclub 23 januari 2017 Inhoudsopgave Energiebesparing bij een sportclub 3 Energiezuinige sportveldverlichting 3 Opwekken

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1 t/m 3

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1 t/m 3 Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1 t/m 3 Samenvatting door C. 2009 woorden 16 januari 2014 7,2 6 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Hoofdstuk 1 Elektriciteit 1.1 Er bestaan twee soorten elektrische lading

Nadere informatie

Opgave 1 Afdaling. Opgave 2 Fietser

Opgave 1 Afdaling. Opgave 2 Fietser Opgave 1 Afdaling Een skiër daalt een 1500 m lange helling af, het hoogteverschil is 300 m. De massa van de skiër, inclusief de uitrusting, is 86 kg. De wrijvingskracht met de sneeuw is gemiddeld 4,5%

Nadere informatie

Jerometer activiteit Meet de impact van je activiteit op het milieu

Jerometer activiteit Meet de impact van je activiteit op het milieu Jerometer activiteit Meet de impact van je activiteit op het milieu Aan de hand van deze vragenlijst kan je op voorhand je huiswerk doen. Eenmaal de gegevens zijn ingevuld zal het makkelijker en sneller

Nadere informatie

Bespaar-toptips. die watt opleveren. samen@heuvelrugenergie.nl www.heuvelrugenergie.nl

Bespaar-toptips. die watt opleveren. samen@heuvelrugenergie.nl www.heuvelrugenergie.nl Bespaar-toptips die watt opleveren samen@heuvelrugenergie.nl www.heuvelrugenergie.nl Bespaar-toptip 1 Waterbesparende douchekop (max. 8L per minuut doe de emmerproef om dit te testen) ± 90 p.j. De groenste

Nadere informatie

Extra oefenopgaven H4 [rekenen met: vormingswarmte, reactiewarmte, rendement, reactiesnelheid, botsende-deeltjesmodel]

Extra oefenopgaven H4 [rekenen met: vormingswarmte, reactiewarmte, rendement, reactiesnelheid, botsende-deeltjesmodel] Extra oefenopgaven H4 [rekenen met: vormingswarmte, reactiewarmte, rendement, reactiesnelheid, botsende-deeltjesmodel] Gebruik bij deze opdrachten BINAS-tabellen 8 t/m 12 / 38A / 56 / 57. Rekenen met vormingswarmte

Nadere informatie

ET uitwerkingen.notebook May 20, 2016

ET uitwerkingen.notebook May 20, 2016 Examentraining Vaardigheden uit Examen 2014 1 1 De afgebeelde foto moet worden omgezet in een schakeling. Hier moet over het lampje ook een spanningsmeter geplaatst worden. (Gebruik de juiste symbolen)

Nadere informatie

Stichtse Vecht Isoleert 1.0 Nut & Noodzaak

Stichtse Vecht Isoleert 1.0 Nut & Noodzaak Stichtse Vecht Isoleert 1.0 Nut & Noodzaak Doel van deze presentatie energie besparen lagere energie rekening comfort verhogend máár? Duurzame Vecht - van Dijk B&A isolatie actie bestaande bouw Nov. 2016

Nadere informatie

Johan Duyck Hebt U ook het gevoel dat uw geld langs deuren en ramen buiten vliegt?

Johan Duyck Hebt U ook het gevoel dat uw geld langs deuren en ramen buiten vliegt? Johan Duyck Hebt U ook het gevoel dat uw geld langs deuren en ramen buiten vliegt? 1 Hoe begin ik eraan? 1 Besparen zonder geld uit te geven. 2 Besparen via zinvolle investeringen. 3 Investeren in alternatieve

Nadere informatie

aluminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012

aluminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012 DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Dichtheid Soortelijke

Nadere informatie

Natuurkunde in context 5H. 1 Energieomzettingen Bewegingen in de sport en het verkeer

Natuurkunde in context 5H. 1 Energieomzettingen Bewegingen in de sport en het verkeer Natuurkunde in context 5H 1 Energieomzettingen Bewegingen in de sport en het verkeer Inhoud 1.1 Inleiding 1.2 Energiesoorten 1.3 Arbeid 1.4 Arbeid en warmte 1.5 Rendement 1.6 Vermogen 1.7 Afsluiting SLO_KoKo

Nadere informatie

Een elektrische schakeling is tot op zekere hoogte te vergelijken met een verwarmingsinstallatie.

Een elektrische schakeling is tot op zekere hoogte te vergelijken met een verwarmingsinstallatie. Inhoud Basisgrootheden... 2 Verwarmingsinstallatie... 3 Elektrische schakelingen... 4 Definities van basisgrootheden... 6 Fysische achtergrond bij deze grootheden... 6 Opgave: Geladen bollen... 7 De wet

Nadere informatie

6.2 Elektrische energie en vermogen; rendement

6.2 Elektrische energie en vermogen; rendement 6.2 Elektrische energie en vermogen; rendement Opgave 9 Het rendement bereken je met E nuttig en E in. E nuttig is de hoeveelheid energie die nodig is het water op te warmen. E in is de hoeveelheid energie

Nadere informatie

De gesloten kas. finale opdracht voor de. Alympiade 2008

De gesloten kas. finale opdracht voor de. Alympiade 2008 De gesloten kas finale opdracht voor de Alympiade 2008 Garderen, 14 en 15 maart 2008 1 VOORAF: WERKWIJZER FINALE WISKUNDE A-LYMPIADE 2008 Lees eerst de volledige tekst van de opdracht door zodat je weet

Nadere informatie

Hoe verbruikt ú minder gas?

Hoe verbruikt ú minder gas? Hoe verbruikt ú minder gas? Ardo de Graaf 06-520 56179 52 0 NB s zomers meer zon op noordelijk halfrond s Winters meer zon op zuidelijk halfrond Warme golfstroom zomer&winter, deze komt ongeveer tot het

Nadere informatie

Groep 8 - Les 3 Restproducten

Groep 8 - Les 3 Restproducten Leerkrachtinformatie Groep 8 - Les 3 Restproducten Lesduur: 20 minuten (zelfstandig) DOEL De leerlingen weten wat restproducten zijn en welke restproducten horen bij verschillende manieren van energie

Nadere informatie

Achter het correctievoorschrift zijn twee aanvullingen op het correctievoorschrift opgenomen.

Achter het correctievoorschrift zijn twee aanvullingen op het correctievoorschrift opgenomen. Examen VMBO-GL en TL 2016 tijdvak 1 maandag 23 mei 13.30-15.30 uur natuur- en scheikunde 1 CSE GL en TL Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Gebruik het BINAS informatieboek. Achter het correctievoorschrift

Nadere informatie

Energie opties Jouw adres,

Energie opties Jouw adres, Jouw Naam Jouw adres Jouw plaats YECT energie report 18 Dec 2014 Energie opties Jouw adres, De inschatting van de energie veranderingen bij jullie thuis leveren jullie 1.000,- Euro per jaar op. Voorgestelde

Nadere informatie

Werkblad huismodule. Quintel Intelligence. Antwoordblad

Werkblad huismodule. Quintel Intelligence. Antwoordblad Antwoordblad Opdracht 1 Noteer de startwaarden en scores Kijk bij het dashboard. Noteer de startwaarden en scores die je hier ziet staan in de tabel hieronder. Dashboard onderdelen CO₂ uitstoot (ton per

Nadere informatie

Thema-avond Warmte. 28 februari 2018

Thema-avond Warmte. 28 februari 2018 Thema-avond Warmte 28 februari 2018 Energieverbruik gemiddeld huis in NL Business case voor besparingen Besparingspotentieel Netto Contante Waarde huidige besparing electra gas investeringsruimte 1500

Nadere informatie

UW NIEUWE APPARTEMENT DUURZAAM EN COMFORTABEL

UW NIEUWE APPARTEMENT DUURZAAM EN COMFORTABEL groen woonbastion in het centrum van Maastricht UW NIEUWE APPARTEMENT DUURZAAM EN COMFORTABEL UW NIEUWE APPARTEMENT IS ZEER DUURZAAM EN COMFORTABEL Gefeliciteerd met uw nieuwe appartement in ons project

Nadere informatie

Kees Bakker

Kees Bakker Kees Bakker info@energiehuishelmond.nl Vrijwilliger Energiehuis op cover blad Eigen Huis! Ervaringsdeskundige! Verwarmen van een woning verwarmt met aardgas gestookte CV verwarmt elektrisch met warmtepomp

Nadere informatie

1ste ronde van de 19de Vlaamse Fysica Olympiade 1. = kx. = mgh. E k F A. l A. ρ water = 1,00.10 3 kg/m 3 ( θ = 4 C ) c water = 4,19.10 3 J/(kg.

1ste ronde van de 19de Vlaamse Fysica Olympiade 1. = kx. = mgh. E k F A. l A. ρ water = 1,00.10 3 kg/m 3 ( θ = 4 C ) c water = 4,19.10 3 J/(kg. ste ronde van de 9de Vlaamse Fysica Olympiade Formules ste onde Vlaamse Fysica Olympiade 7 9de Vlaamse Fysica Olympiade Eerste ronde De eerste ronde van deze Vlaamse Fysica Olympiade bestaat uit 5 vragen

Nadere informatie

Uitwerking examen Natuurkunde1 VWO 2006 (1 e tijdvak)

Uitwerking examen Natuurkunde1 VWO 2006 (1 e tijdvak) Uitwerking examen Natuurkunde1 VWO 006 (1 e tijdvak) Opgave 1 Steppen 1. Het oppervlak onder een (v,t)-diagram geeft de verplaatsing, zoals weergegeven in nevenstaande figuur voor één stepbeweging. De

Nadere informatie

schematische doorsnede van de wand van een oven Filmlaagjes zijn dunne (laminaire) laagjes lucht voor, direct tegen de wand

schematische doorsnede van de wand van een oven Filmlaagjes zijn dunne (laminaire) laagjes lucht voor, direct tegen de wand schematische doorsnede van de wand van een oven Filmlaagjes zijn dunne (laminaire) laagjes lucht voor, direct tegen de wand schematische doorsnede van de wand van een oven Filmlaagjes zijn dunne (laminaire)

Nadere informatie