ECLI:NL:GHARL:2017:2589
|
|
- Erna Vermeiren
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 ECLI:NL:GHARL:2017:2589 Instantie Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/00759 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2015:2988, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Belastingrecht Hoger beroep BPM. Invoer schade-auto. Bewijslast. Leeftijdskorting. Vindplaatsen Rechtspraak.nl FutD V-N Vandaag 2017/795 Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN Afdeling belastingrecht Locatie Arnhem nummer 15/00759 uitspraakdatum: 28 maart 2017 Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van [X] B.V. gevestigd te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 12 mei 2015, nummer AWB 14/5945, in het geding tussen belanghebbende en de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Doetinchem (hierna: de Inspecteur)
2 1 Ontstaan en loop van het geding 1.1 Aan belanghebbende is een naheffingsaanslag in de belasting van personenauto s en motorrijwielen (hierna: Bpm) opgelegd ten bedrage van Voorts is bij beschikking belastingrente ten bedrage van 14 in rekening gebracht. 1.2 Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de Inspecteur bij in één geschrift verenigde uitspraken op bezwaar de naheffingsaanslag en de beschikking belastingrente gehandhaafd. 1.3 Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraken op bezwaar vernietigd, de naheffingsaanslag verminderd tot en de beschikking inzake de belastingrente dienovereenkomstig verminderd. 1.4 Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend en daarbij voorts incidenteel hoger beroep ingesteld. Belanghebbende heeft dit incidentele hoger beroep beantwoord. 1.5 Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd. 1.6 Het onderzoek ter zitting in hoger beroep heeft plaatsgevonden op 9 februari 2017 te Arnhem. Daarbij zijn verschenen en gehoord: mr. [A], als de gemachtigde van belanghebbende, alsmede mr. [B] namens de Inspecteur, bijgestaan door mr. [C], [D], [E] en mr. [F]. 1.7 Belanghebbende heeft een pleitnota overgelegd. 1.8 Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht. 2 De vaststaande feiten 2.1 Belanghebbende, een autohandelaar, heeft ter zake van een uit Duitsland overgebrachte personenauto van het merk Saab, type 9-3 Sport Estate 2.0 T Aero XWD (VIN: [00000], hierna: de auto) op 29 oktober 2013 aangifte voor de Bpm gedaan. Er is een bedrag van 357 aan Bpm voldaan. De auto is op 14 oktober 2013 gekocht voor inclusief Duitse omzetbelasting. 2.2 De datum van de eerste toelating van de auto is 6 augustus De auto is op 15 november 2013 geregistreerd. 2.3 Bij de aangifte is een taxatierapport van 28 oktober 2013, opgemaakt door [G], werkzaam voor [H] (hierna: de taxateur; het taxatierapport), overgelegd. In het taxatierapport is een handelsinkoopwaarde vermeld van 1.478, gebaseerd op de koerslijstwaarde van XRAY van 9.244, verminderd met een schadebedrag van De auto had ten tijde van de aangifte een leeftijd van ongeveer vijf jaar en drie maanden, een kilometerstand van en verkeerde volgens het taxatierapport, behoudens de schade, in redelijke staat. 2.4 In opdracht van de Inspecteur heeft [I], werkzaam voor [J] BV (hierna: de hertaxateur), de auto getaxeerd. In een daartoe opgemaakt rapport van 26 november 2013 (hierna: het hertaxatierapport) is vermeld dat de herstelkosten van de aan de auto geconstateerde schade bedragen, inclusief omzetbelasting. De hertaxateur heeft de handelsverkoopwaarde van de auto, zonder schade, vastgesteld op Vervolgens heeft de hertaxateur daarop een bedrag wegens de handelsmarge in mindering gebracht van en een bedrag van wegens schade, zodat de handelsinkoopwaarde door hem is vastgesteld op De historische nieuwprijs van de referentieauto bedraagt en de historische bruto-bpm
3 2.6 Bij het vaststellen van de naheffingsaanslag ten bedrage van 1.904, is de Inspecteur uitgegaan van een handelsinkoopwaarde van de auto van 9.350, gebaseerd op het hertaxatierapport en een afschrijvingspercentage van 84, In bezwaar is de naheffingsaanslag gehandhaafd. 2.8 De Rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en de naheffingsaanslag verminderd tot Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen 3.1 In hoger beroep is tussen partijen in geschil of de naheffingsaanslag, zoals verminderd door de Rechtbank, terecht aan belanghebbende is opgelegd. Belanghebbende beantwoordt die vraag ontkennend en de Inspecteur bevestigend. Voor de specifieke geschilpunten wordt verwezen naar onderdeel 4 van deze uitspraak. 3.2 Beide partijen hebben voor hun standpunten aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het proces-verbaal van de zitting. Het incidenteel ingestelde hoger beroep is door de Inspecteur ter zitting ingetrokken. 3.3 Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, tot vernietiging van de uitspraken op bezwaar en tot vernietiging danwel vermindering van de naheffingsaanslag en de beschikking belastingrente. De Inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank. 4 Beoordeling van het geschil Bewijslast 4.1 Ingevolge artikel 10, lid 1, van de Wet op de belasting van personenauto s en motorrijwielen 1992 (hierna: de Wet Bpm) wordt, voor zover hier van belang, met betrekking tot gebruikte personenauto s het op de voet van artikel 9 Wet Bpm bepaalde bedrag aan Bpm berekend met inachtneming van een vermindering (de afschrijving). In de volgende leden van artikel 10 is de wijze van berekening van de vermindering nader uitgewerkt. 4.2 Het geschil van partijen heeft betrekking op de hoogte van de ter zake van de auto in aanmerking te nemen afschrijving. Partijen strijden daarbij onder meer erover op wie te dezen de bewijslast rust. 4.3 In dit verband is het volgende van belang. Wanneer procespartijen, zoals hier, strijden over feiten in het kader van een wettelijke regeling die leidt tot een vermindering van de belastingschuld, ligt het in de regel op de weg van de belastingplichtige die feiten te stellen, en bij gemotiveerde betwisting door de inspecteur, aannemelijk te maken die de conclusie rechtvaardigen dat terecht aanspraak wordt gemaakt op de desbetreffende vermindering. Als uitgangspunt heeft deze regel van bewijslastverdeling ook te gelden in zaken als de onderhavige. De omstandigheid dat het te dezen gaat om een procedure inzake een door de Inspecteur opgelegde naheffingsaanslag, doet hieraan naar het oordeel van het Hof niet af. De verhouding van partijen ten opzichte van de verdeling van de bewijslast in een procedure inzake een naheffingsaanslag is immers geen andere dan wanneer het zou gaan om een procedure inzake de voldoening op aangifte (vgl. onder meer de in het kader van navordering gewezen arresten HR 18 november 2011, nr. 10/05052, ECLI:NL:HR:2011:BU4804 en HR 19 juni 1929, B.4530).
4 4.4 De omstandigheid dat de Nederlandse belastingautoriteit krachtens het Unierecht gehouden is geen hogere Bpm te heffen op vanuit andere lidstaten overgebrachte gebruikte auto s dan de Bpm die nog rust op de waarde van gelijksoortige, reeds op het grondgebied van Nederland geregistreerde auto s, is naar het oordeel van het Hof evenwel van invloed op de regels van bewijslastverdeling. Gelet op deze invloed, rust naar het oordeel van het Hof als uitgangspunt abstraherend van de schade aan de overgebrachte auto s op de Inspecteur de last aannemelijk te maken dat de Bpm die rust op de waarde (afgezien van de schade) van gelijksoortige auto s op het grondgebied van Nederland geregistreerde auto s niet lager is dan de Bpm die volgens hem, los van de schade, zou dienen te worden geheven op de uit een andere lidstaat overgebrachte auto. Dit betekent dat de Inspecteur de bewijslast heeft met betrekking tot, kort gezegd, de waarde van de te hanteren referentieauto s, meer in het bijzonder de historische nieuwprijs daarvan en de handelsinkoopwaarde die door een handelaar wordt betaald bij aankoop van een particulier (vóór aftrek vanwege schade). 4.5 Partijen verschillen niet van mening dat op de Nederlandse (binnenlandse) markt geen, althans niet voor deze procedure bruikbare, handel plaatsvindt in gelijksoortige schadeauto s als de hier vanuit een andere lidstaat overgebrachte auto. Dit betekent dat nadat vergelijking heeft plaatsgevonden met de gevonden op het grondgebied van Nederland geregistreerde referentieauto s een nadere correctie dient plaats te vinden met betrekking tot de schade die aan de vanuit een andere lidstaat overgebrachte auto kleeft. Een redelijke verdeling van de bewijslast brengt naar het oordeel van het Hof met zich dat belanghebbende, als de meest gerede partij daartoe, tegenover de betwisting door de Inspecteur (1) de omvang van de gestelde schade aannemelijk maakt alsmede (2) de invloed van die schade op de waarde van de referentieauto s. 4.6 Wanneer één van de partijen niet slaagt in voormelde, op hen rustende bewijslast, betekent zulks niet dat dan in de procedure zonder meer de door de wederpartij verdedigde waarden als juist worden aanvaard. De wederpartij zal die waarden evenzeer aannemelijk dienen te maken. Wanneer die partij daarin evenmin slaagt, zal het Hof de gezochte waarden in goede justitie bepalen. 4.7 De Inspecteur heeft zich erop beroepen dat de bewijslast moet worden omgekeerd en verzwaard omdat belanghebbende de vereiste aangifte niet heeft gedaan. Dit beroep faalt naar het oordeel van het Hof. In aanmerking genomen dat belanghebbende de onderwerpelijke aangifte heeft gedaan aan de hand van een door een deskundige opgemaakt taxatierapport, kan immers, zonder nadere bewijsvoering door de Inspecteur die evenwel ontbreekt, niet worden gezegd dat belanghebbende zelf ten tijde van het doen van de aangifte wist of zich ervan bewust moest zijn dat door het indienen van de aangifte de volgens die aangifte verschuldigde Bpm zowel verhoudingsgewijs als in absolute zin aanzienlijk lager is dan de werkelijk verschuldigde Bpm. De enkele stelling dat belanghebbende handelt in tweedehandsauto s, acht het Hof ook bezien in het licht van het eigen aankoopcijfer, daartoe niet voldoende. Weliswaar heeft voorts te gelden dat de kennis en inzicht van de taxateur in dit verband aan belanghebbende moet worden toegerekend (vgl. onder meer HR 22 juni 2012, nr. 11/03007, ECLI:NL:HR:2012:BV0663), maar ook dit leidt naar het oordeel van het Hof niet tot de conclusie dat te dezen de vereiste aangifte niet is gedaan. Gelet op de ingewikkeldheid van de onderhavige problematiek, met name vanwege de invloed van het Unierecht daarop, en gelet op de verschillende uitspraken van belastingrechters ten aanzien van de problematiek van, kort gezegd, ingevoerde schadeauto s, kan redelijkerwijs niet worden gezegd dat de taxateur wist of zich ervan bewust moest zijn geweest dat door het indienen van de aangifte te weinig Bpm zal worden geheven. Taxatiemethodiek 4.8 In het door belanghebbende overgelegde taxatierapport wordt bij de berekening van de inkoopwaarde van de referentieauto uitgegaan van de waarde die uit een koerslijst volgt, op welke waarde vervolgens het bedrag van de getaxeerde schade in mindering is gebracht. De
5 Inspecteur betoogt dat een dergelijke taxatiemethodiek niet juist is, omdat in het wettelijke systeem gebruik kan worden gemaakt van óf een koerslijst óf een taxatierapport óf op verzoek de forfaitaire tabel, maar niet aldus de Inspecteur van een combinatie van een koerslijst en een taxatierapport. 4.9 Artikel 8, lid 5, Uitvoeringsregeling belasting van personenauto s en motorrijwielen 1992 (hierna: de Uitvoeringsregeling), luidde voor het jaar 2012: De opgaaf, bedoeld in artikel 10, zevende lid, van de wet, bestaat uit: a. een verwijzing naar een in de handel algemeen toegepaste koerslijst voor de inkoop van gebruikte motorrijtuigen door wederverkopers in Nederland, onder overlegging van een kopie van de passage uit die koerslijst waaraan de bij de aangifte toegepaste afschrijving, bedoeld in artikel 10, tweede lid, van de wet, is ontleend; of b. het bij de aangifte gebruikte taxatierapport: dat is opgemaakt ten hoogste een maand vóór het tijdstip dat de belasting ingevolge artikel 1 van de wet is verschuldigd, in de staat waarin het motorrijtuig op dat tijdstip verkeert, door een onafhankelijke, erkende taxateur, waaruit inzichtelijk en gedetailleerd de waarde blijkt bij inkoop van het motorrijtuig door een wederverkoper in Nederland; en dat is voorzien van een verklaring van de taxateur dat de in het taxatierapport opgegeven waarde door hem naar waarheid is vastgesteld aan de hand van een gedegen fysieke opname van het motorrijtuig, onder vermelding van datum, begin- en eindtijd van deze fysieke opname en naam, adres en woonplaats van degene die de taxatie feitelijk heeft verricht Per 1 januari 2013 is dit artikellid vernummerd tot het vierde lid en is aan het slot toegevoegd: Bij het doen van de opgaaf wordt slechts gebruikgemaakt van de gegevens van niet meer dan één koerslijst als bedoeld onder a.. In de Toelichting is hierbij opgemerkt, voor zover van belang (St.crt. 2012, 26349, blz. 34 en 50): In artikel 10, zevende lid, van de Wet BPM 1992 is bepaald, dat bij de aangifte voor een gebruikt motorrijtuig op basis van de individuele afschrijving een opgaaf wordt gedaan van de gegevens die bij de aangifte zijn gebruikt voor het vaststellen van de afschrijving. Daarbij kan met ingang van 1 januari 2013 ingevolge artikel 8, vierde lid (nieuw), van de UR BPM 1992 worden gekozen voor ofwel de gebruikte gegevens zoals ontleend aan een in de handel algemeen toegepaste koerslijst voor de inkoop van gebruikte motorrijtuigen door wederverkopers in Nederland, ofwel het bij de aangifte gebruikte taxatierapport. Daarbij is van belang dat, ook indien sprake is van een taxatierapport, gegevens gebruikt kunnen zijn die zijn ontleend aan een koerslijst. In de praktijk zijn voor beide opties vragen gerezen over de toepassing van gegevens die zijn ontleend aan een koerslijst. De verschillende in de handel toegepaste koerslijsten kennen elk hun eigen systematiek, waarbij verschillen bestaan tussen de factoren die apart kunnen worden meegenomen en de weging van die factoren. Hoewel de aldus bepaalde waarde van een gebruikte auto in beginsel steeds de inkoopwaarde zou moeten benaderen die in de praktijk voor een vergelijkbare auto wordt gerealiseerd, zal in de regel de waarde voor een specifieke gebruikte auto per koerslijst wat verschillen, omdat deze waarde langs verschillende wegen kan worden vastgesteld. Bij de aangifte mag de koerslijst worden gebruikt die het hoogste afschrijvingspercentage oplevert en daarmee resulteert in het laagste BPM-bedrag. In de praktijk komt het echter voor dat gegevens van verschillende koerslijsten worden gemengd om tot een hogere afschrijving te komen. Voor elk element dat volgens één of meer koerslijsten apart in aanmerking kan worden genomen, wordt dan een vermindering toegepast aan de hand van de koerslijst die op dat punt de hoogste deelafschrijving oplevert. Daarmee is geen sprake meer van de waardering van de auto, maar van een waarde vastgesteld met behulp van een fictief, gecalculeerd afschrijvingspercentage welke waarde niet strookt met de werkelijke inkoopwaarde die in de praktijk voor vergelijkbare auto s wordt gerealiseerd. Ter vermijding van onduidelijkheid op dit punt is in genoemd vierde lid opgenomen dat bij de opgaaf slechts gebruik mag worden gemaakt van de gegevens van niet
6 meer dan één koerslijst. In die koerslijst ontbrekende gegevens mogen uiteraard worden aangevuld. Dat geldt dus ook wanneer de individuele afschrijving wordt vastgesteld aan de hand van een taxatierapport waarvoor mede gebruik is gemaakt van gegevens uit zo n koerslijst Gelet op het hetgeen hiervoor in 4.9 en 4.10 is vermeld, is naar het oordeel van het Hof toegestaan dat in het bij de aangifte gebruikte taxatierapport ook gebruik wordt gemaakt van gegevens uit een koerslijst. De door de taxateur gehanteerde taxatiemethodiek kan derhalve worden gebruikt om de inkoopwaarde van de referentieauto te bepalen. Handelsinkoopwaarde 4.12 Belanghebbende heeft de handelsinkoopwaarde van de auto vóór aftrek vanwege schade bepaald op De Inspecteur stelt dat die handelsinkoopwaarde dient te bedragen. Zoals het Hof heeft geoordeeld in rechtsoverweging 4.4, rust op de Inspecteur de last aannemelijk te maken dat de handelsinkoopwaarde van de auto (vóór aftrek van schade) bedraagt. De Inspecteur wijst daartoe op het hertaxatierapport. Daarin is de handelsverkoopwaarde van de auto bepaald op en is rekening gehouden met een handelsmarge van 3.150, zodat zo stelt de Inspecteur een handelsinkoopwaarde (vóór aftrek van schade) resteert van Blijkens het hertaxatierapport is de handelsverkoopwaarde van bepaald door middel van marktonderzoek onder referentieauto s in Nederland, waarbij een volgens de hertaxateur vergelijkbare referentieauto is gevonden. Van deze referentieauto s is in het hertaxatierapport geen enkel gegeven vermeld, anders dan dat de vraagprijs van die auto (inclusief btw) bedraagt. Voorts is een uitdraai uit gaspedaal.nl overgelegd. Een aansluiting met de door de hertaxateur vastgestelde handelsverkoopwaarde van de auto van is niet gemaakt. Verder is in het hertaxatierapport de in aanmerking genomen handelswinstmarge van niet nader onderbouwd en waarover de Inspecteur ter zitting desgevraagd ook geen nadere toelichting heeft kunnen geven, anders dan dat de bepaling van de handelsmarge is gebaseerd op de kennis en kunde van de hertaxateur en dat hiervoor vaak een percentage van tussen de 15% en 22% wordt genomen. Het Hof acht de Inspecteur dan ook niet geslaagd in het leveren van het bewijs dat de handelsinkoopwaarde van de auto (vóór aftrek van schade) bedraagt. Belanghebbende heeft de handelsinkoopwaarde van de auto (vóór aftrek van schade) berekend aan de hand van de koerslijstwaarde van XRAY en heeft daartoe een kopie van het koerslijstonderzoek overgelegd. Zoals het Hof heeft overwogen in rechtsoverweging 4.11, acht het Hof deze methode toegestaan. Nu de Inspecteur de koerslijstwaarde als zodanig niet heeft bestreden, dient ter bepaling van de verschuldigde Bpm te worden uitgegaan van een handelsinkoopwaarde van de auto (vóór aftrek van schade) van Schade 4.13 Tussen partijen is niet in geschil dat de auto meer dan normale gebruiksschade heeft en dat de herstelkosten hiervan de handelsinkoopwaarde van de auto nadelig beïnvloeden. Partijen verschillen echter van mening over de hoogte van het bedrag van de kosten van het herstel en over de mate waarin de kosten van herstel drukken op de handelsinkoopwaarde van de auto Belanghebbende, op wie daarvoor de bewijslast rust, heeft de herstelkosten van de aan de auto opgetreden te repareren schade aanvankelijk berekend op (inclusief BTW). In zijn in hoger beroep ingediende stukken en ter zitting heeft de gemachtigde aangegeven dat dit bedrag in zijn ogen te hoog is. Hij heeft nader een bedrag van bepleit dat aan herstelkosten in aanmerking dient te worden genomen. Met betrekking tot het bedrag van had hij een gespecificeerde schadecalculatie overgelegd, uitgesplitst naar kosten van onderdelen en arbeidsloon en spuitwerk en foto s overgelegd van de auto in staat van schade. De Inspecteur heeft de door belanghebbende getaxeerde kosten van het herstel van de schade gemotiveerd bestreden, en deze zelf berekend op (inclusief BTW). Hij heeft zijn berekening eveneens doen steunen op een gespecificeerde schadecalculatie waarbij de kosten ook worden uitgesplitst naar kosten van onderdelen, arbeidsloon en spuitwerk. In het licht van hetgeen beide partijen aan bewijs hebben aangedragen, acht het Hof belanghebbende maar ook de Inspecteur niet erin geslaagd het door hen bepleite schadebedrag aannemelijk te maken. Gelet op beide calculaties zal het Hof de kosten van herstel in goede justitie vaststellen op (inclusief BTW).
7 Invloed van de schade? 4.15 Belanghebbende stelt dat de kosten van schadeherstel volledig, dat wil zeggen voor het gehele bedrag, in mindering dienen te worden gebracht op de handelsinkoopwaarde van de auto, teneinde de juiste heffingsgrondslag voor de Bpm te verkrijgen. Het Hof verwerpt die stelling. Weliswaar bestaat er een relatie tussen enerzijds de herstelkosten van de schade en anderzijds de handelsinkoopwaarde van het voertuig in beschadigde staat, maar dit is geen een-op-eenrelatie zoals belanghebbende voorstaat. Niet iedere euro aan schade of herstelkosten komt geheel in aftrek op de handelsinkoopwaarde van een voertuig. Aan de hand van diverse criteria, zoals merk en type voertuig, courantheid, leeftijd, soort schade en verkrijgbaarheid van onderdelen, dient te worden bepaald wat het effect is van schade of een beschadiging op de waarde van een voertuig. Hierbij dient ook rekening te worden gehouden met de sporen van normaal gebruik. Deze sporen zijn normaliter verwerkt in de inkoopprijs van het voertuig, zodat hiermee niet nogmaals rekening hoeft te worden gehouden. Er hoeft evenmin met een zodanig bedrag aan herstelkosten rekening te worden gehouden, dat het voertuig in een betere staat kan worden gebracht. Het gaat er om, dat de waarde van een voertuig met schade in de juiste verhouding wordt gebracht tot de waarde van voertuigen die vergelijkbaar zijn, afgezien van de schade. De laatste categorie zal eveneens sporen van gebruik vertonen waarvan het wegwerken niet in mindering komt op de waarde, omdat dergelijke sporen bij een gebruikt voertuig immers heel normaal zijn. Ook anderszins heeft belanghebbende de mate van invloed van de kosten van schadeherstel op de handelsinkoopwaarde van de auto niet inzichtelijk gemaakt De Inspecteur stelt dat van de kosten van schadeherstel een bedrag groot in mindering op de handelsinkoopwaarde dient te worden gebracht. De Inspecteur heeft ter zitting van het Hof alleen een algemene beschouwing gegeven over de invloed van schade op de waarde van de referentieauto, doch het in aanmerking genomen bedrag is niet nader onderbouwd, anders dan dat de bepaling is gebaseerd op de kennis en kunde van de hertaxateur Nu geen van partijen de hoogte van de in aanmerking te nemen aftrek voor de kosten van schadeherstel aannemelijk heeft gemaakt, zal het Hof die aftrek zelf, met inachtneming van hetgeen partijen over en weer hebben aangevoerd in goede justitie vaststellen. Daarbij overweegt het Hof nog als volgt Bij de behandeling van de wijziging van de Wet Bpm per 1 januari 2015 en daarop gebaseerde wijziging van de Uitvoeringsregeling de daaropvolgende passage opgenomen: In onderdeel 3.5 van die bijlage is opgenomen dat de waardevermindering als gevolg van schade wordt vastgesteld 72% van het schadebedrag. Deze norm voor waardevermindering van de handelswaarde van een motorrijtuig als gevolg van schade is bepaald aan de hand van in de schadeherstelbranche gangbare en door het Verbond van Verzekeraars geaccepteerde calculatiesystemen. De norm is tot stand gekomen op basis van door het Verbond van Verzekeraars verzamelde gegevens betreffende schadegevallen ( ) van alle merken, typen en leeftijden van motorrijtuigen. Deze norm zal regelmatig worden geactualiseerd. NvT, Regeling van de Staatssecretaris van Financiën van 30 december 2014, nr. IZV 2014/715M, tot wijziging van enige uitvoeringsregelingen inzake de fiscaliteit en douane alsmede van de Wet op de accijns, Stcrt. 2014, 36880, p. 34 en 50. Het Hof acht genoemde norm een bruikbaar uitgangspunt bij het in goede justitie bepalen van de mate van invloed van de kosten van schadeherstel op de waarde van de auto in beschadigde toestand. Gelet hierop, bepaalt het Hof de in aanmerking te nemen waardevermindering als gevolg van de te herstellen schade aan het voertuig in goede justitie op (72% x =) Tussen partijen is niet in geschil dat de historische bruto Bpm van de referentieauto beloopt. Uitgaande van een historische nieuwprijs van de referentieauto van en een handelsinkoopwaarde van de auto na aftrek van schade van ( / =) 6.364, bedraagt de afschrijving 89,68% en de op grond van het wettelijk systeem verschuldigde Bpm 10,32% van = Leeftijdskorting
8 4.20 Belanghebbende heeft zich onder meer op het standpunt gesteld dat de Inspecteur in strijd handelt met artikel 110 VWEU doordat hij de vermindering bij de naheffingsaanslag heeft berekend per datum aangifte en niet per datum registratie, zoals bij vergunninghouders op grond van artikel 8 van de Wet Bpm gebeurt Belanghebbende stelt in aanmerking te komen voor een extra aftrek op de herrekende bruto- Bpm, zodanig dat de tabelkorting wordt verleend gedurende het tijdsverloop tussen het moment waarop de herrekende bruto-bpm wordt vastgesteld (datum aangifte: 29 oktober 2013) en het moment waarop het belastbare feit zich voordoet (registratie: 15 november 2013). Ten tijde van de aangifte was de auto vijf jaar, twee maanden en drieëntwintig dagen oud. De afschrijving op grond van de tabel van artikel 8 van de Uitvoeringsregeling was op dat moment (tabel 2013) 74,744%. Dit betekent dat de herrekende Bpm kan worden vastgesteld op 1.539: (1 -/- 0,74744) = Op het moment van de registratie, op 15 november 2013, was de auto vijf jaar, drie maanden en negen dagen oud. De tabelafschrijving bedroeg op dat moment (tabel 2013) 75,16%. Dit betekent dat de verschuldigde Bpm met inachtneming van het opgetreden tijdsverloop sinds het moment van aangifte op het moment van registratie nog 24,84% van = bedraagt Voorgaande regeling wordt echter alleen toegepast in de gevallen waarin de belastingplichtige een vergunning heeft als bedoeld in artikel 8 van de Wet Bpm. Belanghebbende beschikt niet over een dergelijke vergunning. Zulks is aldus belanghebbende in strijd met artikel 110 VWEU Aangevers van personenauto s en motorrijwielen die niet in het bezit zijn van een vergunning als bedoeld in artikel 8 Wet Bpm moeten op grond van artikel 6, tweede lid, letter a, 1e juncto letter b van de Wet Bpm, aangifte doen voordat het kenteken wordt geregistreerd (op naam wordt gesteld). Het moment van het doen van aangifte en het moment van tenaamstelling kunnen daardoor zijn gelegen in twee verschillende maanden (of jaren). Het belastbare feit is echter de registratie van de auto. Ten tijde van de registratie rust er op de auto Bpm. Niettemin dient belanghebbende op grond van de wetgeving aan Bpm te voldoen terwijl een vergunninghouder daarentegen voor precies dezelfde auto, in dezelfde conditie, slechts een bedrag van aan Bpm had hoeven te voldoen. Daardoor komt de Wet Bpm in zoverre in strijd met artikel 110 VWEU. Immers, aannemelijk is dat voor tenminste een deel van de auto s op de Nederlandse markt (te weten de auto s die door vergunninghouders zijn ingevoerd) het moment van registratie wel doorslaggevend is voor de bepaling van de hoogte van de Bpm, en wordt aldus op de auto van belanghebbende een hogere Bpm geheven dan die nog rust op reeds op de Nederlandse markt aanwezige auto s. Zulks is krachtens het Unierecht niet toegestaan Gelet hierop, bedraagt de door belanghebbende verschuldigde Bpm Belanghebbende heeft op aangifte 357 voldaan, zodat de naheffingsaanslag dient te worden verminderd tot Slotsom Op grond van het vorenstaande is het hoger beroep gegrond. 5 Proceskosten Het Hof acht termen aanwezig voor een veroordeling van de Inspecteur in de proceskosten die belanghebbende in verband met de behandeling van het hoger beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. De kosten voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand zijn op de voet van het Besluit proceskosten bestuursrecht (hierna: Bpb) berekend op een bedrag van: voor de hogerberoepsfase (1 punt voor hogerberoepschrift, 1 punt voor beantwoording incidenteel appel, 1 punt voor zitting, wegingsfactor 1, waarde per punt 495), Hierbij merkt het Hof nog op dat er wat betreft de hogerberoepsfase geen sprake is van samenhangende zaken als bedoeld in artikel 3, lid 2, van het Bpb, omdat gelet op de aard van de
9 problematiek in de onderhavige zaken van de zitting van 9 februari 2017, waarin per auto taxatierapporten zijn opgesteld en waarin de schade per auto wat aard en omvang betreft verschilt, niet gezegd kan worden dat de gemachtigde in de onderhavige zaken nagenoeg identieke werkzaamheden kon verrichten. Voorts dient nog te worden opgemerkt dat de Rechtbank belanghebbende reeds een vergoeding van proceskosten heeft toegekend voor de fase van bezwaar en beroep. Die, in hoger beroep niet bestreden, beslissing laat het Hof in stand. 6 Beslissing Het Hof: vernietigt de uitspraak van de Rechtbank, behoudens de beslissingen omtrent de proceskosten en het griffierecht; verklaart het tegen de uitspraken op bezwaar ingestelde beroep gegrond; vernietigt de uitspraken op bezwaar; vermindert de naheffingsaanslag tot een bedrag van 1.156; vermindert de beschikking belastingrente dienovereenkomstig; veroordeelt de Inspecteur in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van en gelast dat de Inspecteur aan belanghebbende het betaalde griffierecht vergoedt, te weten 497 in verband met het hoger beroep bij het Hof. Deze uitspraak is gedaan door mr. R. den Ouden, voorzitter, mr. M.J.G.M. van Kempen en mr. B.F.A. van Huijgevoort, in tegenwoordigheid van mr. C.E. te Brake als griffier. De beslissing is op 28 maart 2017 in het openbaar uitgesproken. De griffier, De voorzitter, (C.E. te Brake) (R. den Ouden) Afschriften zijn aangetekend per post verzonden op: 28 maart 2017
10 Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), Postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Daarbij moet het volgende in acht worden genomen: 1. bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd; 2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: a. de naam en het adres van de indiener; b. de dagtekening; c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht; d. de gronden van het beroep in cassatie. Voor het instellen van beroep in cassatie is griffierecht verschuldigd. Na het instellen van beroep in cassatie ontvangt de indiener een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad. In het cassatieberoepschrift kan de Hoge Raad verzocht worden om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.
ECLI:NL:GHARL:2016:8884
ECLI:NL:GHARL:2016:8884 Instantie Datum uitspraak 08-11-2016 Datum publicatie 11-11-2016 Zaaknummer 16/00065 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2016:4800 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/00898
ECLI:NL:GHAMS:2016:4800 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-11-2016 Datum publicatie 23-11-2016 Zaaknummer 14/00898 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Hoger
Nadere informatietegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 12 september 2013, nummer AWB 13/915, in het geding tussen belanghebbende
Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN Afdeling belastingrecht Locatie Arnhem nummer 13/01077 uitspraakdatum: 20 mei 2014 Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van drs.
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2015:20
ECLI:NL:GHARL:2015:20 Instantie Datum uitspraak 06-01-2015 Datum publicatie 16-01-2015 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Zaaknummer 14/00053, 14/00054 en 14/00055 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2017:4777
ECLI:NL:GHARL:2017:4777 Instantie Datum uitspraak 07-06-2017 Datum publicatie 16-06-2017 Zaaknummer 16/00619 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2013:8624
ECLI:NL:GHARL:2013:8624 Instantie Datum uitspraak 12-11-2013 Datum publicatie 28-11-2013 Zaaknummer 13/00542 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2014:2681
ECLI:NL:GHARL:2014:2681 Instantie Datum uitspraak 01-04-2014 Datum publicatie 11-04-2014 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Zaaknummer 13/00862 en 13/00863 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2016:2335
ECLI:NL:GHSHE:2016:2335 Instantie Datum uitspraak 10-06-2016 Datum publicatie 09-11-2016 Zaaknummer 15/01211 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2014:6759
ECLI:NL:GHARL:2014:6759 Instantie Datum uitspraak 02-09-2014 Datum publicatie 12-09-2014 Zaaknummer 13/01247 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Nadere informatieECLI:NL:RBZWB:2014:8977
ECLI:NL:RBZWB:2014:8977 Instantie Datum uitspraak 27112014 Datum publicatie 03022015 Rechtbank ZeelandWestBrabant Zaaknummer AWB 14 _ 2760 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2017:5327
ECLI:NL:GHARL:2017:5327 Instantie Datum uitspraak 27-06-2017 Datum publicatie 28-07-2017 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Zaaknummer 16/00521 en 16/00522 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2017:9611
ECLI:NL:GHARL:2017:9611 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 07-11-2017 Datum publicatie 10-11-2017 Zaaknummer 16/01141 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBNNE:2016:3790, Bekrachtiging/bevestiging
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2015:3296
ECLI:NL:GHARL:2015:3296 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 07-05-2015 Datum publicatie 22-05-2015 Zaaknummer 14/00675 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBMNE:2014:5014, Bekrachtiging/bevestiging
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2016:5538
ECLI:NL:GHARL:2016:5538 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 05-07-2016 Datum publicatie 29-07-2016 Zaaknummer 14/00672 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2014:3533, Bekrachtiging/bevestiging
Nadere informatieECLI:NL:GHARN:2007:AZ6619
ECLI:NL:GHARN:2007:AZ6619 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 04-01-2007 Datum publicatie 19-01-2007 Zaaknummer 06-00066 Rechtsgebieden Belastingrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2014:1686
ECLI:NL:RBGEL:2014:1686 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 13-03-2014 Datum publicatie 05-08-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AWB-13_5019 Belastingrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2009:BJ6206
ECLI:NL:RBARN:2009:BJ6206 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 21-07-2009 Datum publicatie 27-08-2009 Zaaknummer AWB 08/5482 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2017:634
ECLI:NL:GHARL:2017:634 Instantie Datum uitspraak 31-01-2017 Datum publicatie 10-02-2017 Zaaknummer 15/01571 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Nadere informatieECLI:NL:GHARN:2012:BW7826
ECLI:NL:GHARN:2012:BW7826 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 30-05-2012 Datum publicatie 08-06-2012 Zaaknummer 11-00572 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Hoger
Nadere informatiede inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Amersfoort (hierna: de Inspecteur)
Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN Afdeling belastingrecht Locatie Arnhem nummer 14/000542 uitspraakdatum: 27 januari 2015 Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2013:2044 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2013:2044 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 11-07-2013 Datum publicatie 17-07-2013 Zaaknummer 12-00035 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Belastingrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2017:613
ECLI:NL:GHARL:2017:613 Instantie Datum uitspraak 31-01-2017 Datum publicatie 10-02-2017 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Zaaknummer 16/00072 en 16/00073 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken
Nadere informatieECLI:NL:RBHAA:2010:BM1234
ECLI:NL:RBHAA:2010:BM1234 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 08-04-2010 Datum publicatie 15-04-2010 Zaaknummer 09/3509 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste
Nadere informatietegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 8 maart 2011, nummers AWB 10/2670 en 10/2672, in het geding tussen belanghebbende en
Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM Sector belastingrecht nummers 11/00311 en 11/00312 uitspraakdatum: 20 september 2011 Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van X te Z (hierna:
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2005:AU3334 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 04/04123
ECLI:NL:GHAMS:2005:AU3334 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 20-09-2005 Datum publicatie 05-10-2005 Zaaknummer 04/04123 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2015:2216
ECLI:NL:GHARL:2015:2216 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 24-03-2015 Datum publicatie 03-04-2015 Zaaknummer 14/00437 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBOVE:2014:1424, Bekrachtiging/bevestiging
Nadere informatiehttp://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx
pagina 1 van 5 LJN: BW5380, Gerechtshof Leeuwarden, BK 11/00154 Inkomstenbelasting Datum 08-05-2012 uitspraak: Datum 10-05-2012 publicatie: Rechtsgebied: Belasting Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie:In
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2015:1379
ECLI:NL:GHSHE:2015:1379 Instantie Datum uitspraak 17-04-2015 Datum publicatie 17-04-2015 Zaaknummer 14/01065 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch
Nadere informatieECLI:NL:RBSGR:2010:BN3747
ECLI:NL:RBSGR:2010:BN3747 Instantie Datum uitspraak 19-05-2010 Datum publicatie 11-08-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank 's-gravenhage AWB 09/6595 SUCCR Belastingrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2015:382 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/00712
ECLI:NL:GHAMS:2015:382 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 12-02-2015 Datum publicatie 26-03-2015 Zaaknummer 13/00712 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2014:7773
ECLI:NL:RBGEL:2014:7773 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 16122014 Datum publicatie 16122014 Zaaknummer AWB 14 _ 3266 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2016:1535
ECLI:NL:GHARL:2016:1535 Instantie Datum uitspraak 01-03-2016 Datum publicatie 04-03-2016 Zaaknummer 15/00020 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Nadere informatieECLI:NL:RBSHE:2007:BC1229
ECLI:NL:RBSHE:2007:BC1229 Instantie Datum uitspraak 11-12-2007 Datum publicatie 07-01-2008 Rechtbank 's-hertogenbosch Zaaknummer AWB 06/2511, AWB 06/2530 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2017:1341
ECLI:NL:GHDHA:2017:1341 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 10-05-2017 Datum publicatie 17-05-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK-16/00396
Nadere informatietegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 14 april 2016, nummer Awb 15/2747, in het geding tussen belanghebbende en
ECLI:NL:GHARL:2017:1775 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 07-03-2017 Datum publicatie 17-03-2017 Zaaknummer 16/00600 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBOVE:2016:1287, Bekrachtiging/bevestiging
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2017:1064
ECLI:NL:GHSHE:2017:1064 Instantie Datum uitspraak 17-03-2017 Datum publicatie 10-05-2017 Zaaknummer 16/00056 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch
Nadere informatiede voorzitter van het managementteam van de eenheid Belastinqdienat^ÉI^ van de rijksbelastingdienst, hierna: de Inspecteur,
uitspraak / GERECHTSHOF 's-hertogenbosch Sector belastingrecht Eerste meervoudige Belastingkamer Kenmerk: 09/00515 Uitspraak van de eerste meervoudige Belastingkamer op het hoger beroep van de voorzitter
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2017:928 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/00024
ECLI:NL:GHAMS:2017:928 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 21-03-2017 Datum publicatie 29-03-2017 Zaaknummer 16/00024 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Hoger
Nadere informatieGERECHTSHOF DEN HAAG Team Belastingrecht meervoudige kamer nummer BK- 13/01190
GERECHTSHOF DEN HAAG Team Belastingrecht meervoudige kamer nummer BK- 13/01190 Uitspraak van 25 juli 2014 in het geding tussen: [X] B.V., statutair gevestigd te [Z], belanghebbende, en de directeur van
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2008:BG6992 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 07/00490
ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6992 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 04-12-2008 Datum publicatie 17-12-2008 Zaaknummer 07/00490 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieBPM. Dwangsom. Kennelijk niet-ontvankelijk. Bezwaar tegen voldoening op aangifte van nihil. Immateriële schadevergoeding. Proceskosten.
ECLI:NL:GHARL:2017:4578, Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 30-05-2017, 15/00942 Inhoudsindicatie BPM. Dwangsom. Kennelijk niet-ontvankelijk. Bezwaar tegen voldoening op aangifte van nihil. Immateriële schadevergoeding.
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2012:BY0157
ECLI:NL:RBARN:2012:BY0157 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 18-10-2012 Datum publicatie 18-10-2012 Zaaknummer AWB 11/2382 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2017:6570
ECLI:NL:GHARL:2017:6570 Instantie Datum uitspraak 01-08-2017 Datum publicatie 11-08-2017 Zaaknummer 16/00256 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2000:AA8940 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00/2559
ECLI:NL:GHAMS:2000:AA8940 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-11-2000 Datum publicatie 04-07-2001 Zaaknummer 00/2559 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste
Nadere informatieGERECHTSHOF AMSTERDAM
Uitspraak GERECHTSHOF AMSTERDAM kenmerk 13/00004 en 13/00005 30 juli 2014 uitspraak van de negende enkelvoudige belastingkamer op het hoger beroep van [X] te Uithoorn, belanghebbende, gemachtigde: [A]
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2017:4367
ECLI:NL:GHARL:2017:4367 Instantie Datum uitspraak 23-05-2017 Datum publicatie 02-06-2017 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Zaaknummer 16/00688 en 16/00689 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken
Nadere informatieECLI:NL:RBGRO:2010:BO8890
ECLI:NL:RBGRO:2010:BO8890 Instantie Rechtbank Groningen Datum uitspraak 21-10-2010 Datum publicatie 24-12-2010 Zaaknummer AWB 09/1378 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht
Nadere informatieUitspraak. Viditax (FutD), FutD GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN. locatie Arnhem nummer: 16/00615 uitspraakdatum: 8 augustus 2017
ECLI:NL:GHARL:2017:6778 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 08-08-2017 Datum publicatie 18-08-2017 Zaaknummer 16/00615 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2016:2203, Bekrachtiging/bevestiging
Nadere informatieUitspraak GERECHTSHOF s-hertogenbosch Uitspraak op het hoger beroep van de heer [belanghebbende], belanghebbende
Uitspraak GERECHTSHOF s-hertogenbosch Team belastingrecht Meervoudige Belastingkamer Kenmerk: 13/00784 Uitspraak op het hoger beroep van de heer [belanghebbende], wonende te [woonplaats], hierna: belanghebbende,
Nadere informatieECLI:NL:RBBRE:2009:BJ4751
ECLI:NL:RBBRE:2009:BJ4751 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 22-07-2009 Datum publicatie 07-08-2009 Zaaknummer 08/5931 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste
Nadere informatiede inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Almere (hierna: de Inspecteur)
Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN Afdeling belastingrecht Locatie Arnhem nummer 13/00631 uitspraakdatum: 18 maart 2014 Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van
Nadere informatieECLI:NL:RBZWB:2017:4204
ECLI:NL:RBZWB:2017:4204 Instantie Datum uitspraak 14-07-2017 Datum publicatie 02-08-2017 Zaaknummer BRE - 16 _ 393 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Belastingrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2017:2098
ECLI:NL:GHDHA:2017:2098 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 27-06-2017 Datum publicatie 14-07-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK-17/00015 Belastingrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHARN:2011:BT6229
ECLI:NL:GHARN:2011:BT6229 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 20-09-2011 Datum publicatie 30-09-2011 Zaaknummer 11-00247 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:GHARN:2011:BP8393
ECLI:NL:GHARN:2011:BP8393 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 01-03-2011 Datum publicatie 21-03-2011 Zaaknummer 10/00433, 10/00439 en 10/00440 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2016:6801
pagina 1 van 5 ECLI:NL:RBGEL:2016:6801 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 20-12-2016 Datum publicatie 20-12-2016 Zaaknummer AWB - 15 _ 5684 Rechtsgebieden Belastingrecht Bijzondere kenmerken
Nadere informatieuitspraak van de meervoudige kamer van 13 november 2014 in de zaak tussen [eiser], wonende te [X], eiser
Uitspraak Rechtbank DEN HAAG Team belastingrecht zaaknummer: SGR 13/7254 uitspraak van de meervoudige kamer van 13 november 2014 in de zaak tussen [eiser], wonende te [X], eiser (gemachtigde: mr. drs.
Nadere informatietegen de uitspraak van de Rechtbank Breda (hierna: de Rechtbank) van 15 november 2012, nummer AWB 12/4016, in het geding tussen
Uitspraak GERECHTSHOF VHERTOGENBOSCH Team belastingrecht Meervoudige Belastingkamer Uitspraak op het hoger beroep van * ^ p n i a w a ï i i b.v., gevestigd te > hierna: belanghebbende, tegen de uitspraak
Nadere informatieLoonbelasting. Autokostenfictieregeling. Boeten terecht?
ECLI:NL:GHARL:2015:2564 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 31-03-2015 Datum publicatie 10-04-2015 Zaaknummer 14/00637 en 14/00638 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2014:3520,
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2016:12157
ECLI:NL:RBDHA:2016:12157 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 10-10-2016 Datum publicatie 11-10-2016 Zaaknummer AWB - 15 _ 9000 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht
Nadere informatie11-09-2015 21-09-2015 14/00330. Belastingrecht. Hoger beroep
ECLI:NL:GHSHE:2015:3523 http://deeplink. Deeplink Instantie Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 11-09-2015 21-09-2015
Nadere informatieGERECHTSHOF TE AMSTERDAM Tweede Meervoudige Belastingkamer. een uitspraak van het Hoofd van de Belastingdienst Ondernemingen Y, de inspecteur.
Kenmerk: 99/03616 GERECHTSHOF TE AMSTERDAM Tweede Meervoudige Belastingkamer UITSPRAAK op het beroep van X B.V. te Z, belanghebbende, tegen een uitspraak van het Hoofd van de Belastingdienst Ondernemingen
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2010:BO4752 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 09/00638
ECLI:NL:GHAMS:2010:BO4752 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 18-11-2010 Datum publicatie 24-11-2010 Zaaknummer 09/00638 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2014:2773
ECLI:NL:GHDHA:2014:2773 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 21-03-2014 Datum publicatie 18-09-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK-13/00269
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2015:3979
ECLI:NL:GHARL:2015:3979 Instantie Datum uitspraak 02-06-2015 Datum publicatie 12-06-2015 Zaaknummer 14/00563 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2015:4294
ECLI:NL:GHARL:2015:4294 Instantie Datum uitspraak 09-06-2015 Datum publicatie 19-06-2015 Zaaknummer 14/01214 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Nadere informatieECLI:NL:RBSGR:2012:BV8097
ECLI:NL:RBSGR:2012:BV8097 Instantie Datum uitspraak 15-02-2012 Datum publicatie 15-03-2012 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 11/4708 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2017:1563
ECLI:NL:GHDHA:2017:1563 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 29-03-2017 Datum publicatie 02-06-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK-16/00505
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2014:7457
ECLI:NL:GHARL:2014:7457 Instantie Datum uitspraak 30-09-2014 Datum publicatie 03-10-2014 Zaaknummer 13/01168 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2013:CA1901
ECLI:NL:RBGEL:2013:CA1901 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 04-06-2013 Datum publicatie 04-06-2013 Zaaknummer AWB 13/675 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2009:BI3591
ECLI:NL:RBARN:2009:BI3591 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 14-01-2009 Datum publicatie 12-05-2009 Zaaknummer AWB 07/1900 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2016:2733
ECLI:NL:GHSHE:2016:2733 Instantie Datum uitspraak 08-07-2016 Datum publicatie 29-11-2016 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 15/00008 tot en met 15/00010 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2011:BV2388
ECLI:NL:GHSHE:2011:BV2388 Instantie Datum uitspraak 06-10-2011 Datum publicatie 01-02-2012 Zaaknummer 11/00219 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Belastingrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2015:814
ECLI:NL:GHARL:2015:814 Instantie Datum uitspraak 10-02-2015 Datum publicatie 20-02-2015 Zaaknummer 13/00946 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2017:1064
ECLI:NL:GHARL:2017:1064 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 14-02-2017 Datum publicatie 24-02-2017 Zaaknummer 1600162 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2016:175, Bekrachtiging/bevestiging
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2014:2198
ECLI:NL:RBGEL:2014:2198 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 03-04-2014 Datum publicatie 03-04-2014 Zaaknummer AWB-13_2856 Formele relaties Hoger beroep: ECLI:NL:GHARL:2015:2589, Bekrachtiging/bevestiging
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2017:789 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/00218
ECLI:NL:GHAMS:2017:789 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 14-03-2017 Datum publicatie 22-03-2017 Zaaknummer 16/00218 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2012:BX0442
ECLI:NL:RBARN:2012:BX0442 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 03-07-2012 Datum publicatie 05-07-2012 Zaaknummer AWB 11/5490 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2008:BD8513
ECLI:NL:RBARN:2008:BD8513 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 12-06-2008 Datum publicatie 24-07-2008 Zaaknummer AWB 07/3464 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2016:2024 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/00637
ECLI:NL:GHAMS:2016:2024 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 19-05-2016 Datum publicatie 01-06-2016 Zaaknummer 15/00637 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2013:BZ2891
ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ2891 Instantie Datum uitspraak 24-01-2013 Datum publicatie 04-03-2013 Zaaknummer 11-00672 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch
Nadere informatiehttp://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx
pagina 1 van 5 LJN: BV7053, Gerechtshof Arnhem, 11/00315 Datum uitspraak:14-02-2012 Datum 28-02-2012 publicatie: Rechtsgebied: Belasting Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Omzetbelasting.
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2017:3683
ECLI:NL:RBGEL:2017:3683 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 14-07-2017 Datum publicatie 17-07-2017 Zaaknummer AWB - 16 _ 1419 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2015:536
ECLI:NL:GHARL:2015:536 Instantie Datum uitspraak 27-01-2015 Datum publicatie 30-01-2015 Zaaknummer 13/01081 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2010:BM7477
ECLI:NL:GHSHE:2010:BM7477 Instantie Datum uitspraak 12-05-2010 Datum publicatie 14-06-2010 Zaaknummer 09/00106 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch
Nadere informatieECLI:NL:RBZWB:2016:4850
ECLI:NL:RBZWB:2016:4850 Instantie Datum uitspraak 19-07-2016 Datum publicatie 01-12-2016 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaaknummer AWB - 15 _ 5497 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2016:72
ECLI:NL:GHAMS:2016:72 Permanente link: http://deepl Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 12-01-2016 Datum publicatie 20-01-2016 Zaaknummer 14/01023 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBNHO:2014:10956,
Nadere informatieECLI:NL:RBZWB:2013:5523
ECLI:NL:RBZWB:2013:5523 Instantie Datum uitspraak 17-07-2013 Datum publicatie 05-09-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Zeeland-West-Brabant AWB-12_5516 Belastingrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBSGR:2008:BG5774
ECLI:NL:RBSGR:2008:BG5774 Instantie Datum uitspraak 22-10-2008 Datum publicatie 02-12-2008 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 08/3078 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2017:11
ECLI:NL:RBGEL:2017:11 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 03012017 Datum publicatie 13012017 Zaaknummer AWB 15 _ 4989 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste
Nadere informatiede inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Amersfoort (hierna: de Inspecteur)
Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN Afdeling belastingrecht Locatie Arnhem nummers 13/00632 en 13/00633 uitspraakdatum: 15 april 2014 Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer op het hoger
Nadere informatieECLI:NL:RBZWB:2015:7148
ECLI:NL:RBZWB:2015:7148 Instantie Datum uitspraak 04-11-2015 Datum publicatie 26-11-2015 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaaknummer AWB - 15 _ 2600 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2015:2518
ECLI:NL:GHSHE:2015:2518 Instantie Datum uitspraak 02-07-2015 Datum publicatie 14-08-2015 Zaaknummer 14-00962 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch
Nadere informatieECLI:NL:RBZWB:2015:4441
ECLI:NL:RBZWB:2015:4441 Instantie Datum uitspraak 02-07-2015 Datum publicatie 21-08-2015 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaaknummer AWB - 14 _ 4046 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2015:7076
ECLI:NL:RBGEL:2015:7076 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 17-11-2015 Datum publicatie 18-01-2016 Zaaknummer AWB - 15 _ 1164 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatiepagina 1 van 5 ECLI:NL:RBDHA:2014:6145 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 20-05-2014 Datum publicatie 04-06-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden AWB-13_10151 Belastingrecht Bijzondere kenmerken Bodemzaak
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2008:BF9690
ECLI:NL:RBARN:2008:BF9690 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 26-09-2008 Datum publicatie 16-10-2008 Zaaknummer AWB 08/537 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste
Nadere informatiede inspecteur van de Belastingdienst te P (hierna: de Inspecteur)
LJN: BW3414, Gerechtshof Arnhem, 11/00467 en 11/00468 Datum uitspraak: 11-04-2012 Datum publicatie: 20-04-2012 Rechtsgebied: Belasting Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Omzetbelasting. De
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2004:AR4710 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie
ECLI:NL:GHLEE:2004:AR4710 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 22-10-2004 Datum publicatie 28-10-2004 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK 1978/02 Inkomstenbelasting
Nadere informatieUitspraak. Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel:
Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel: R.T. Wiegerink Belastingblad (BB), maart, Nr. 6, BB 2019/112 16 januari 2019 Gerechtshof Den Haag Belanghebbende heeft onderzoek ter zitting van de rechtbank
Nadere informatie