Omzendbrief betreffende de verwarmingstoelage vanaf 1 september 2005

Transcriptie

1 Vragen naar : Petra Romelart petraromelart@mi-isbe wwwmi-isbe Dienst : Beleidsvoorbereidend en juridisch advies Ref : A:822/0002 Datum : 17 augustus 2005 Aan de dames en heren Voorzitters van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn Omzendbrief betreffende de verwarmingstoelage vanaf 1 september 2005 Inleiding Sinds de vorige winter kennen de OCMW s financiële hulp toe, verwarmingstoelage genoemd, aan de armste gezinnen die genoodzaakt zijn verwarmingsbrandstof uit de petroleumsector te kopen op het moment dat de prijzen van deze brandstoffen fors stijgen De brandstoffen die voor een toelage in aanmerking komen zijn huisbrandolie, verwarmingspetroleum ( c ) en bulkpropaangas Het Sociaal Stookoliefonds zorgt voor de financiering van deze maatregel 1 - Na een eerste evaluatie van de maatregel werden een aantal verbeteringen doorgevoerd 2 De belangrijkste zijn: - een grotere progressiviteit in de bedragen van de verwarmingstoelage; - een verlaging van de drempelwaarde: de laagste drempelwaarde bedraagt 0,40; - een uitbreiding van de doelgroep: de personen die te kampen hebben met schuldenoverlast komen nu ook in aanmerking; 1 Programmawet van 27 december 2004 (gepubliceerd in het Belgisch staatsblad van 31 december 2004) en uitvoerend besluit van 9 januari 2005 tot het bepalen van de nadere regels voor de toekenning van de verwarmingstoelage in het kader van het Sociaal Stookoliefonds (gepubliceerd in het Belgisch staatsblad van 13 januari 2005) 2 Wet van 20 juli 2005 houdende diverse bepalingen (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 29 juli 2005) en het koninklijk besluit van 10 augustus 2005 tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 januari 2005 (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 17 augustus 2005)

2 2 - een verlenging van de verwarmingsperiode: zij loopt voortaan van 1 september tot en met 30 april; - een verbetering van het beheer van het Sociaal Stookoliefonds Thans stijgen de prijzen van de in aanmerking komende brandstoffen Er kan dus gevreesd worden dat de gezinnen met een laag inkomen deze winter problemen zullen ondervinden wanneer ze hun brandstofvoorraad inslaan Deze omzendbrief herhaalt alle aspecten van de toepassing van de maatregel: hij geeft een omschrijving van de doelgroep en van de in aanmerking komende brandstoffen; legt de berekeningswijze van het bedrag van de verwarmingstoelage uit; beschrijft de inhoud van het sociaal onderzoek en licht de door het OCMW te volgen procedure toe wat de individuele aanvraag en de administratieve afhandeling van de gehele verwarmingsperiode betreft De in deze omzendbrief vermelde inkomensgrenzen zijn de geïndexeerde bedragen die gelden op de verzendingsdatum van deze omzendbrief Na elke indexering moet het OCMW de nieuwe bedragen toepassen Op de website van de POD Maatschappelijke Integratie (wwwmi-isbe) vindt u meer informatie, zoals, de reglementaire teksten,een aantal FAQ s, formulieren 1 Wie heeft recht op een verwarmingstoelage? De doelgroep van de verwarmingstoelagemaatregel, is ruimer dan de groep van mensen waarvoor het OCMW doorgaans optreedt Zij omvat namelijk drie categorieën van kansengroepen: categorie 1 bestaat uit de gerechtigden op een verhoogde verzekeringstegemoetkoming; categorie 2 zijn de personen met een laag bruto belastbaar gezinsinkomen en categorie 3 tenslotte vervat de personen met een procedure tot regeling van hun schuldenoverlast

3 3 categorie 1: personen met recht op een verhoogde verzekeringstegemoetkoming (verplichte ziekteverzekering) De volgende sociale statuten kunnen het recht op de verhoogde verzekeringstegemoetkoming openen 3 : - WIGW s : weduwe of weduwnaar, invalide, gepensioneerde, wees; - kind met een handicap met een verhoogde kinderbijslag ; - langdurig werkloze (sinds meer dan een jaar) en ouder dan 50 jaar; - gerechtigde op een inkomensgarantie voor ouderen of op het gewaarborgd inkomen voor bejaarden; - gerechtigde op een uitkering voor personen met een handicap; - leefloongerechtigde ; - gerechtigde op een financiële maatschappelijke hulp equivalent aan het leefloon 2 Om de verwarmingstoelage voor te behouden voor personen die sociaal-economisch kwetsbaar zijn, is tevens vereist dat het jaarlijks bedrag van het bruto belastbaar gezinsinkomen van deze gerechtigden op de verhoogde tegemoetkoming, niet hoger is dan 13246,34 verhoogd met 2452,25 per persoon ten laste 4 en 5 categorie 2: personen met een laag inkomen Een persoon is gerechtigd op een verwarmingstoelage wanneer het bruto belastbaar inkomen van zijn huishouden lager is of gelijk aan 13246,34, verhoogd met 2452,25 per persoon ten laste Indien meerdere personen samenwonen, wordt het totaalbedrag van het inkomen van alle leden van het huishouden in aanmerking genomen categorie 3: personen met schuldenoverlast 3 overeenkomstig artikel 37, 1 en 19, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli voor de toepassing van deze maatregel verstaat men onder: - het gezin (huishouden) van de gerechtigde: alle personen die in dezelfde individuele of gezinswoning hun hoofdverblijfplaats hebben - het bruto belastbaar inkomen: het bruto inkomen verminderd met de sociale zekerheids- en solidariteitsbijdragen - de persoon ten laste: een lid van het huishouden van de gerechtigde met een netto jaarinkomen (na belastingen), zonder de gezinsbijslag en het onderhoudsgeld voor kinderen, dat lager is dan of en hoe het OCMW het inkomen moet controleren, wordt toegelicht onder sociaal onderzoek

4 4 1 De personen met schuldenoverlast die in aanmerking kunnen komen voor een verwarmingstoelage zijn diegenen ten aanzien van wie er een beschikking van toelaatbaarheid werd uitgesproken in het kader van de procedure tot collectieve schuldenregeling 6 of diegenen ten aanzien van wie er een procedure tot schuldbemiddeling 7 loopt 2 Bovendien moet het OCMW hebben vastgesteld dat deze personen niet in staat zijn hun verwarmingsfactuur te betalen 2 De in aanmerking komende brandstoffen De in aanmerking komende brandstoffen zijn: huisbrandolie in bulk: een verwarmingsbrandstof, ook stookolie of mazout genaamd, in vloeibare vorm, besteld in liter (grote hoeveelheid), voor het vullen van een brandstoftank; huisbrandolie aan de pomp: hetzelfde product als het hierboven toegelichte product, maar in kleine hoeveelheden gekocht (jerrycans van 5, 10 liter), gebruikt voor petroleumkachels; verwarmingspetroleum ( c ) aan de pomp: een verwarmingsbrandstof in vloeibare vorm, vooral gebruikt voor petroleumkachels, type Zibro-kamines, ( = op zich staande petroleumkachels zonder rookkanaal), gekocht in kleine hoeveelheden (jerrycans van 5,10 liter); bulkpropaangas: petroleumgas, verkocht in liter (grote hoeveelheid) voor het vullen van een brandstoftank De volgende verwarmingsbrandstoffen zijn niet inbegrepen: - aardgas via aansluiting op het stadsdistributienet, gezien het Fonds voor Gas en Electriciteit sociale maatregelen bekostigt ten gunste van gebruikers met een laag inkomen; 6 overeenkomstig de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet 7 overeenkomstig de artikelen 1675/2 ev van het Gerechtelijk wetboek

5 5 - propaangas in glasflessen en butaangas in gasflessen, gezien het onmogelijk is na te gaan of deze brandstoffen uitsluitend voor verwarmingsdoeleinden gebruikt worden 3 Bedrag van de verwarmingstoelage Zodra de prijs per liter, vermeld op de factuur 8, van een in aanmerking komende brandstof die tijdens de verwarmingsperiode van 1 september tot 30 april, in bulk wordt geleverd of aan de pomp wordt gekocht, een bepaalde drempelwaarde bereikt, hebben de personen die tot de doelgroep behoren, recht op een verwarmingstoelage Voor brandstoffen die in bulk geleverd worden, met name, huisbrandolie in bulk en bulkpropaangas, wordt de verwarmingstoelage per liter berekend volgens de volgende formule en aan de hand van de tabel hierna: 9 toelage per levering = toelage per liter X aantal gefactureerde liter per levering prijs/liter vermeld op factuur bedrag van de toelage/liter 0,4000 en < 0, cent 45 0,4250 en < 0, cent 75 0,4500 en < 0, cent 105 0,4750 en < 0, cent 120 0,5000 en < 0, cent 135 0, cent 150 Per gezin en per verwarmingsperiode kunnen er maximum 1500 liter brandstof in aanmerking komen voor de toekenning van een verwarmingstoelage Wanneer de betrokkene de brandstofbevoorrading spreidt, wordt de toelage in meerdere malen toegekend 8 Vertrekpunt is de prijs die in elk concreet geval op de factuur wordt vermeld en werkelijk wordt betaald De prijs is steeds BTW inbegrepen De prijs voor additieven die onontbeerlijk zijn voor het gebruik van de brandstof (zoals een antivriesmiddel), wordt bij de globale prijs gerekend 9 De drempelwaarden worden jaarlijks herberekend op basis van de gemiddelde prijs van de in aanmerking komende brandstoffen van de vijf voorgaande jaren Ieder jaar worden de nieuwe drempelwaarden voor de aanvang van de verwarmingsperiode aan de OCMW s meegedeeld

6 6 Wanneer de factuur meerdere woonsten betreft, wordt de per woonst aan te rekenen hoeveelheid brandstof in liter berekend aan de hand van de volgende formule: het totaal aantal liter in aanmerking komende brandstof, vermeld op de factuur X 1 het aantal woonsten in het gebouw waar de factuur betrekking op heeft Dit doet zich voor wanneer de woning van de aanvrager deel uitmaakt van een gebouw met meerdere woongelegenheden De aanvrager legt in dit geval een document aan het OCMW voor, waarin de eigenaar of beheerder van het gebouw het aantal woongelegenheden vermeldt waarop de factuur betrekking heeft Voor brandstoffen die in kleine hoeveelheden aan de pomp worden aangekocht, met name, huisbrandolie aan de pomp en verwarmingspetroleum ( c ) aan de pomp wordt een forfaitaire toelage van 100 per verwarmingsperiode toegekend De toekenning van een verwarmingstoelage voor huisbrandolie in bulk of bulkpropaangas sluit de toekenning van een verwarmingstoelage voor huisbrandolie aan de pomp en verwarmingspetroleum ( c ) aan de pomp uit, en omgekeerd 4 Aanvraag van een verwarmingstoelage wie kan de aanvraag indienen? De gerechtigde zelf of een gezinslid van de gerechtigde bij welk OCMW? Bij het OCMW van de gewoonlijke verblijfplaats, overeenkomstig de algemene bevoegdheidsregel artikel 1,1, van de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn

7 7 De uitzonderingsregels van de wet van 2 april 1965 zijn eveneens van toepassing 11 Wanneer? Binnen een termijn van 60 dagen na de leveringsdatum 12 van de in aanmerking komende brandstof 5 Sociaal onderzoek Inleiding Het OCMW gaat op basis van een sociaal onderzoek na : - of de betrokkene op het moment van de aanvraag tot één van de drie doelgroepcategorieën behoort; - of de betrokkene op het moment van de aanvraag zijn individuele of gezinswoning verwarmt met één van de in aanmerking komende brandstoffen; - of de gefactureerde prijs per liter in aanmerking komende brandstof de vastgestelde drempelwaarden bereikt; - en of het leveringsadres dat vermeld wordt op de factuur, overeenstemt met het adres van de hoofdverblijfplaats van de betrokkene De gewoonlijke aanwezigheid is een feitenkwestie en staat tegenover de louter toevallige aanwezigheid (de gemeente op het grondgebied waarvan iemand op doortocht is) of de opzettelijke aanwezigheid (de gemeente op het grondgebied waarvan iemand zich begeeft om steun te bekomen) 11 Wanneer een centrum bevoegd is voor de toekenning van maatschappelijke dienstverlening in het algemeen op basis van de aanwijzing van een verplichte verblijfplaats (code 207), is het tevens bevoegd voor de toekenning van de verwarmingstoelage Personen die illegaal in het land verblijven hebben geen recht op de verwarmingstoelage 12 aankoopdatum voor de aan de pomp gekochte brandstoffen

8 8 Onderzoekspunten eigen aan deze maatregel 1 Behoort de betrokkene tot één van de drie doelgroepcategorieën? categorie 1: gerechtigden op een verhoogde verzekeringstegemoetkoming Voor de eerste categorie houdt het sociaal onderzoek enerzijds een controle in van het recht op een verhoogde verzekeringstegemoetkoming van de betrokkene en/of zijn gezinsleden, en anderzijds, in voorkomend geval, een onderzoek naar het gezinsinkomen van de betrokkene Teneinde het sociaal onderzoek te vereenvoudigen ontvangt het OCMW ieder jaar, voor de aanvang van de verwarmingsperiode, een lijst met de inwoners van de gemeente die gerechtigd zijn op een verhoogde verzekeringstegemoetkoming Deze lijst werd opgesteld op basis van gegevens van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid Hoe gaat het OCMW te werk in grote lijnen? 13 1 Aan de hand van de identiteitskaart en het identificatienummer van de Sociale Zekerheid dat op de SIS kaart vermeld staat, gaat het centrum na of de betrokkene op de lijst voorkomt 2 In principe moet het OCMW geen inkomensonderzoek meer voeren, aangezien de verzekeringsinstelling dit onderzoek reeds heeft gevoerd Uitzonderlijk kan een inkomensonderzoek alsnog noodzakelijk blijken Met name, wanneer een kind met een handicap of een verwant of aanverwant tot de derde graad 14, met uitzondering van de echtgeno(o)t(e) en de personen te laste, deel uitmaakt van het gezin En dit kind of (aan)verwant het enige gezinslid is dat gerechtigd is op een verhoogde verzekeringstegemoetkoming 15 In deze gevallen, moet de betrokkene op vraag van het OCMW, bewijzen dat het jaarlijks bruto-inkomen van zijn gezin het bedrag van 13246,34 verhoogd met 2452,25 per persoon ten laste, niet overschrijdt Op de lijst worden deze gezinnen aangeduid met de vermelding inkomensonderzoek noodzakelijk 13 Bij de lijst van de KBSZ wordt een gebruiksaanwijzing gevoegd met meer details over de betekenis van de gebruikte codes, de geldigheidsdatum van de informatie, de eventueel na te gane verwantschapsband 14 Met verwant of aanverwant tot in de derde graad worden bedoeld: de ouders, de grootouders, de kinderen, de kleinkinderen, de broers en zussen, de ooms en tantes, de neven en nichten (kinderen van ooms en tantes), van de gerechtigde en van de echtgeno(o)te van de gerechtigde die niet ten laste zijn 15 Tijdens de vorige verwarmingsperiode werd vastgesteld dat het inkomen van bepaalde leden in deze gezinnen niet in aanmerking werd genomen voor de berekening van het gezinsinkomen in het kader van het recht op een verhoogde verzekeringstegemoetkoming

9 9 De betrokkene levert dit bewijs door zijn identiteitskaart en minstens één van de volgende documenten voor alle gezinsleden, aan het OCMW voor te leggen: het aanslagbiljet 2004 voor de inkomsten 2003; bij gebreke hiervan, de loonfiche of 281xx afgeleverd door de werkgever of de instelling van sociale zekerheid ( inkomsten van 2004); bij gebreke hiervan, de recentste loonfiche; bij gebreke hiervan, het recentst rekeninguittreksel met de storting van het loon of de ontvangen uitkering; bij gebreke hiervan, gelijk welk ander bewijsmiddel categorie 2: personen met een laag inkomen De persoon die beweert dat hij tot de tweede categorie behoort moet bewijzen dat het jaarlijks bruto-inkomen van zijn huishouden het bedrag van 13246,34 verhoogd met 2452,25 per persoon ten laste, niet overschrijdt Hij levert dit bewijs aan de hand van zijn identiteitskaart en minstens één van de volgende documenten: het aanslagbiljet 2004 voor de inkomsten 2003; de loonfiche of 281xx afgeleverd door de werkgever of de instelling van sociale zekerheid ( inkomsten van 2004); de recentste loonfiche; het recentst rekeninguittreksel met de storting van het loon of de ontvangen uitkering; gelijk welk ander bewijsmiddel Indien de gerechtigde of een gezinslid van de gerechtigde, eigenaar is van één of meerdere onroerende goederen, wordt het kadastraal inkomen van deze goederen op de volgende wijze bij het jaarlijks bruto belastbaar inkomen gerekend: het globaal kadastraal inkomen, met uitzondering van de onroerende goederen die dienst doen als individuele of gezinswoning, wordt vermenigvuldigd met 3

10 10 Zoals steeds in de reglementering betreffende de maatschappelijke integratie, verstaat men onder kadastraal inkomen het niet geindexeerde bedrag van dit inkomen categorie 3: personen met schuldenoverlast De persoon die beweert tot de derde categorie te behoren bewijst dit door, naast zijn identiteitskaart, één van de volgende documenten aan het OCMW voor te leggen: a) - hetzij de beschikking van toelaatbaarheid van de vordering tot collectieve schuldenregeling, als bedoeld in artikel 1675/6 van het Gerechtelijk Wetboek, uitgesproken ten opzichte van de gerechtigde; - hetzij, een attest van de persoon of de instelling als bedoeld in artikel 67 van de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet, die de schuldbemiddeling verricht Tevens dient het centrum na te gaan of de betrokkene niet in staat is zijn verwarmingsfactuur te betalen 2 Verwarmt de betrokkene zijn individuele of gezinswoning met één van de in aanmerking komende brandstoffen? Indien de betrokkene beweert zijn woning te verwarmen met huisbrandolie of propaangas die in bulk werden geleverd, levert de betrokkene het bewijs hiervan door een factuur voor een levering tijdens de verwarmingsperiode van deze brandstoffen, aan het OCMW voor te leggen; Indien de betrokkene beweert zijn woning te verwarmen met verwarmingspetroleum ( c) of huisbrandolie die in kleine hoeveelheid aan de pomp werden aangekocht, is het de taak van het OCMW om na te gaan of de betrokkene de brandstof gebruikt om zijn woning te verwarmen Te dien einde kan het OCMW verwijzen naar een vorig huisbezoek, een verklaring van de eigenaar,

11 11 3 Is de prijs per liter brandstof hoger dan de drempelwaarde? Het bewijs wordt geleverd aan de hand van een aankoopbewijs van een tijdens de verwarmingsperiode geleverde in aanmerking komende brandstof Voor de in bulk geleverde brandstoffen is dit steeds de leveringsfactuur Voor de brandstoffen die in kleine hoeveelheden aan de pomp worden aangekocht, kan dit ook het kasticket zijn Zie hoofdstuk 3 voor de te verifiëren drempelwaarden 4 Stemt het leveringsadres dat vermeld wordt op de factuur, overeen met het adres van de hoofdverblijfplaats van de gerechtigde? Zoals hoger vermeld, beschikt het OCMW over een werkdocument om na te gaan of de aanvragers tot de eerste categorie behoren Het leveringsadres vermeld op de factuur moet gelijk zijn aan het adres dat op de lijst van de KBSZ staat Indien de aanvrager in een gebouw met meerdere appartementen woont, geeft hij aan het OCMW een kopie van de factuur en een bewijsstuk waarin de eigenaar of beheerder van het gebouw het aantal appartementen waarop de factuur betrekking heeft, vermeldt 6 Beslissing betreffende de verwarmingstoelage Het OCMW beslist zo snel mogelijk en uiterlijk binnen een termijn van 30 dagen na ontvangst van de aanvraag De kennisgeving moet binnen de 8 dagen gebeuren Om de kosten van een aangetekende verzending te vermijden, kan het OCMW de beslissing onder gewone omslag versturen of tegen ontvangstbewijs overhandigen

12 12 7 Betaling van de verwarmingstoelage Het OCMW betaalt de verwarmingstoelage, ten laatste, binnen een termijn van 15 dagen na de beslissing Indien de gerechtigde tot de categorie van de personen met schuldenoverlast behoort, betaalt het OCMW het bedrag van de verwarmingstoelage rechtstreeks aan de brandstof - leveranciers 8 Geldelijke middelen voor de toepassing van de maatregel Het Sociaal Stookoliefonds zorgt voor de middelen die nodig zijn voor de financiering van de maatregel De geldmiddelen zijn afkomstig van een bijdrage op alle oliebrandstoffen, ten laste van de verbruikers van deze producten De aldus bekomen geldmiddelen worden aan de OCMW's gestort als voorschot om het totale bedrag van de toegekende verwarmingstoelagen te dekken en als forfaitaire tegemoetkoming in de werkingskosten van het OCMW a geldmiddelen Zodra de prijs van één van de in aanmerking komende brandstoffen de drempelwaarde bereikt, keert het Sociaal Stookoliefonds een voorschot uit aan de OCMW s om het totaal bedrag van de verwarmingstoelagen die zullen worden toegekend te dekken Het bedrag van dit eerste voorschot bedraagt voor alle OCMW s samen Indien het initiële voorschot ontoereikend is, kan het OCMW een extra voorschot aanvragen bij het Sociaal Stookoliefonds Het bedrag van dit extra voorschot is gelijk aan het bedrag van het eerste voorschot Het Sociaal Stookoliefonds kent een bijkomend forfaitair bedrag toe om tussen te komen in de werkingskosten van het OCMW Voor de winter , bedraagt deze tussenkomst in de werkingskosten 10% van het totaal bedrag van de verwarmingstoelagen die door de OCMW s werden toegekend van 1

13 13 oktober 2004 tot 31 maart 2005 Het bedrag zal worden gestort na controle van de uitgaven Vanaf de winter bedraagt deze tussenkomst 10 per dossier dat recht heeft gegeven op een verwarmingstoelage tijdens de voorbije verwarmingsperiode Zij wordt gestort op 1 september van ieder jaar en voor de eerste maal op 1 september 2006 b administratieve afhandeling Het OCMW maakt de afgesloten rekeningen ten laatste op 31 juli over aan de POD Maatschappelijke Integratie Deze rekeningen vermelden de volgende gegevens: de naam van de gerechtigden op de verwarmingstoelage; het rijksregisternummer van de gerechtigde; het adres van de hoofdverblijfplaats van de gerechtigde; het bedrag van de verwarmingstoelage dat per levering wordt toegekend; de gebruikte in aanmerking komende brandstof; de hoeveelheid geleverde in aanmerking komende brandstof per levering brandstof; de totale prijs voor de in aanmerking komende brandstof die op de factuur vermeld wordt; het leveringsadres van de in aanmerking komende brandstof dat moet overeenstemmen met het adres waar de gerechtigde zijn hoofdverblijfplaats heeft; het totaal aantal gerechtigden op de verwarmingstoelage en het volledige bedrag van alle verwarmingstoelagen die werden toegekend Voor een vlotte verwerking van de gegevens moeten de afgesloten rekeningen aan de hand van een verplicht elektronisch Excel formulier via diskette of CD-Rom overgemaakt worden aan POD Maatschappelijke Integratie Dienst Subsidies en Overheidsopdrachten (1425) Anspachlaan Brussel Het verplicht formulier wordt aan de OCMW s elektronisch bezorgd en staat op de website wwwmi-isbe van de POD Maatschappelijke Integratie De contactpersoon voor vragen met betrekking tot de administratieve behandeling is mevrouw Roza Nolf (tel: 02/ adres: mi-isbe)

14 14 9 Toezicht op de toekenning De Inspectiedienst van de POD Maatschappelijke Integratie kan de rechtmatigheid van de toepassing van de maatregel controleren Hiertoe moet het OCMW alle stukken die de aanvraag van een verwarmingstoelage betreffen in het dossier van de gerechtigde bewaren met het oog op een eventuele controle door de Inspectiedienst van de POD Maatschappelijke Integratie 10 Folder Als bijlage vindt u een folder met een korte en eenvoudige uitleg over deze maatregel bestemd voor de doelgroep Deze folder staat eveneens op de website van de POD Maatschappelijke Integratie (wwwmi-isbe ) en kan door de OCMW s afgedrukt en verspreid worden Hoogachtend, De Minister van Maatschappelijke Integratie, Getekend Christian Dupont