2 Samuël 1. David rouwt om Saul en Jonatan

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "2 Samuël 1. David rouwt om Saul en Jonatan"

Transcriptie

1 2 Samuël 1 David rouwt om Saul en Jonatan Saul en Jonatan zijn gedood 1-2 David had de Amalekieten verslagen, en hij was teruggegaan naar de stad Siklag. Toen hij daar drie dagen was, kwam er een man bij hem. De man was gevlucht uit het kamp van Saul. Hij had zijn kleren gescheurd en zand over zijn hoofd gegooid, als teken van rouw. De man maakte een diepe buiging. 3 David vroeg: Waar kom je vandaan? De man antwoordde: Ik was in het legerkamp van de Israëlieten toen ze tegen de Filistijnen vochten. Ik kon nog net wegvluchten. 4 Wat is er dan gebeurd? vroeg David. De man zei: Alle soldaten moesten vluchten voor de Filistijnen. Er zijn veel Israëlieten gedood, ook Saul en zijn zoon Jonatan. De man zegt dat hij Saul gedood heeft 5 David vroeg: Hoe weet je dat Saul en Jonatan dood zijn? 6 De man zei: Ik was toevallig in de Gilboa-bergen. En daar zag ik Saul, die op zijn speer leunde. Hij was doodmoe. De Filistijnen op hun paarden en wagens hadden hem al bijna te pakken. 7 Toen keek Saul om. Hij zag mij en riep dat ik moest komen. 8 Hij vroeg: Wie ben jij? Ik ben een Amalekiet, antwoordde ik. 9 Toen zei hij: Kom hier en steek me dood. Ik ben toch al bijna dood. 10 Dus ik ging naar hem toe en stak hem dood. Want ik wist dat hij niet lang meer zou leven. Hij had de strijd toch al verloren. Daarna pakte ik zijn kroon en zijn armband. Ik heb ze voor u meegenomen. David laat de man doden Toen scheurde David zijn kleren, en al zijn dienaren deden hetzelfde. Ze rouwden en ze huilden. Ze hadden verdriet om het leger van Israël en om het volk van de Heer. Ze wilden de hele dag niets eten of drinken. Want Saul en Jonatan en hun soldaten waren gedood in de strijd. 13 David vroeg aan de man: Waar kom je vandaan? De man zei: Mijn familie komt uit Amalek. Maar mijn vader woont hier al heel lang. 14 Toen zei David: Saul was de koning van de Heer. Hij was door God uitgekozen. En jij hebt hem gedood. Hoe kon je dat doen! David riep één van zijn dienaren en zei: Kom hier en dood deze man. En voordat de man doodgestoken werd, zei David: Het is je eigen schuld dat je nu sterft. Want je hebt zelf gezegd dat je de koning van de Heer gedood hebt. Daarom ben je schuldig! David zingt een klaaglied Toen zong David een lied over Saul en zijn zoon Jonatan. Hij gaf alle inwoners van Juda de opdracht om dat lied te leren. Het heet het Lied van de Boog. Het staat in het Boek van Jasar. 19 Volk van Israël! Je sterke soldaten zijn gedood, ze liggen op de heuvels.

2 Je was trots op hen, zij waren je helden. Waarom moesten ze sterven? 20 Vertel het niet in Askelon en maak het niet bekend in Gat. Anders zijn de Filistijnen blij, en dan zingen en dansen hun vrouwen. 21 Laat het niet regenen op de Gilboa-bergen, want daarboven op de velden ligt het schild van Saul. Het is vertrapt, vergeten en verlaten. 22 De boog van Jonatan schoot altijd raak, aan het zwaard van Saul zat altijd bloed. Niemand kon hen verslaan! 23 Ze waren sneller dan de snelste vogel, ze waren sterker dan de sterkste leeuw. Saul en Jonatan hielden van elkaar. Ze waren altijd samen. Toen ze nog leefden, maar ook nu ze dood zijn. 24 Vrouwen van Israël, huil om Saul! Hij gaf jullie prachtige kleding, en sieraden van goud. 25 Waarom moesten de helden sterven? Waarom zijn ze gedood in de strijd? Jonatan, je bent gedood op de heuvels. 26 Ik heb verdriet om jou, ik hield zo veel van jou. Je was mijn broer, mijn beste vriend. Jij hield meer van mij dan een vrouw ooit van me gehouden heeft. 27 Waarom moesten de helden sterven? Waarom zijn ze gedood in de strijd? 2 Samuël 2 De strijd tussen David en Abner David gaat naar de stad Hebron 1 Toen vroeg David aan de Heer: Zal ik in Juda gaan wonen? Dat is goed, zei de Heer. In welke stad zal ik gaan wonen? vroeg David. En de Heer zei: In Hebron.

3 2 David ging dus naar de stad Hebron. Hij nam zijn twee vrouwen mee. De ene heette Achinoam. Zij kwam uit de stad Jizreël. De andere heette Abigaïl. Zij was de vrouw geweest van Nabal uit de stad Karmel. 3 Ook nam David al zijn dienaren en hun families mee. Ze gingen allemaal wonen in Hebron, en in dorpen daar in de buurt. 4-5 Toen kwamen de leiders van Juda naar Hebron. Zij maakten David koning van Juda. David bedankt de inwoners van Jabes Vanuit Hebron stuurde David een bericht naar de inwoners van Jabes in het gebied Gilead. Want hij had gehoord dat zij Saul begraven hadden. David zei: De Heer zal jullie gelukkig maken. Want jullie zijn trouw geweest aan jullie leider Saul, jullie hebben hem begraven. 6 De Heer zal trouw aan jullie zijn, en hij zal goed voor jullie zijn. Ook ik zal goed voor jullie zijn. 7 Want de inwoners van Juda hebben mij uitgekozen, ik zal hun koning zijn. Blijf dus dapper en houd moed, ook al is jullie leider Saul gestorven. Isboset wordt koning van Israël 8 Abner, de zoon van Ner, was de belangrijkste leider van Sauls leger. Hij bracht Isboset, de zoon van Saul, naar de stad Machanaïm. 9 Hij maakte Isboset daar koning van de gebieden Gilead, Aser, Jizreël, Efraïm en Benjamin. Dus van heel Israël. 10 Isboset was toen veertig jaar oud. Hij regeerde twee jaar. Maar David bleef koning van Juda. 11 Vanuit Hebron regeerde hij zeven jaar en zes maanden over Juda. De strijd tussen Abner en Joab 12 Abner ging met het leger van Isboset vanuit Machanaïm naar de stad Gibeon. 13 Ook Joab, de zoon van Seruja, ging naar Gibeon, met het leger van David. Bij de vijver in Gibeon kwamen Abner en Joab elkaar tegen. Abner stond aan de ene kant van de vijver en Joab stond aan de andere kant. 14 Abner zei tegen Joab: Ik stel voor dat onze sterkste mannen tegen elkaar gaan vechten. Dat is goed, zei Joab. 15 De sterkste mannen van Isboset stapten naar voren. Zij hoorden allemaal bij de stam Benjamin. Ook de sterkste mannen van David stonden klaar. Er stonden twaalf soldaten van het leger van Isboset en twaalf van het leger van David. 16 Iedereen pakte zijn tegenstander bij de haren vast, en stak hem met een zwaard in zijn buik. Zo doodden alle soldaten elkaar. De plaats waar dat gebeurde, wordt Chelkat- Hassurim genoemd. 17 Meteen daarna werd er hard gevochten tussen de twee legers. Het leger van David won van het leger van Abner. Abner doodt Asaël 18 Bij het gevecht waren ook de broers van Joab aanwezig: Abisai en Asaël. Asaël kon ontzettend hard rennen. 19 Hij ging achter Abner aan en bleef hem achtervolgen. 20 Abner keek achterom en riep: Ben jij het, Asaël? Ja, ik ben het, zei Asaël. 21 Toen riep Abner: Laat me met rust! Je kunt beter een gewone soldaat achtervolgen en zijn kleding en wapens afpakken. Maar Asaël bleef Abner achtervolgen. 22 Abner riep nog een keer: Laat me met rust! Anders zal ik je moeten doden. En dat zal je broer Joab mij nooit vergeven.

4 23 Maar Asaël wilde Abner nog steeds niet met rust laten. Toen stak Abner een zwaard in Asaëls buik. Het zwaard ging zo diep, dat het uit zijn rug weer naar buiten kwam. Asaël viel op de grond en stierf. En iedereen die langs die plek kwam, stond daar stil. Joab achtervolgt Abner niet langer 24 Toen gingen Joab en Abisai achter Abner aan. Aan het eind van de middag kwamen ze bij de heuvel Amma, tegenover de plaats Giach. Je komt erlangs als je naar de woestijn van Gibeon gaat. 25 De mannen van de stam Benjamin gingen allemaal achter Abner staan. Ze stonden boven op een heuvel. 26 Abner riep naar Joab: Moeten we elkaar dan blijven doden? Daar komt toch alleen maar ellende van? Wij horen bij hetzelfde volk als jullie. Zeg dus alsjeblieft tegen je soldaten dat ze ons met rust laten! 27 Toen zei Joab: Als jij vanmorgen niet had voorgesteld om te vechten, hadden wij jullie gewoon laten gaan. Dat is zo zeker als de Heer leeft! 28 Toen stopte het leger van Joab en David met het achtervolgen van het leger van Isboset en Abner. Want Joab had op de trompet geblazen. Dat betekende dat de strijd voorbij was. David heeft de strijd gewonnen 29 Abner en zijn leger liepen de hele nacht door het gebied van de Jordaan. Toen gingen ze naar de overkant van de rivier. Ze liepen verder langs de rotsen van Bitron, totdat ze in Machanaïm kwamen. 30 Nadat Joab gestopt was met het achtervolgen van Abner, verzamelde hij zijn soldaten. Abners leger had twintig soldaten van David gedood. Eén van die dode soldaten was Asaël. 31 Maar Davids leger had 360 soldaten van Abner gedood. 32 Joab en zijn mannen namen het lichaam van Asaël mee naar de stad Betlehem. Daar legden ze hem in het graf van zijn vader. Daarna liepen ze de hele nacht door. Toen het ochtend werd, kwamen ze aan in Hebron. 2 Samuël 3 Abner kiest de kant van David David wordt steeds machtiger 1 De strijd tussen de families van David en Saul duurde lang. David kreeg steeds meer macht, en de familie van Saul kreeg steeds minder macht. David krijgt in Hebron zes zonen 2 In de tijd dat David in Hebron woonde, kreeg hij zes zonen. De oudste zoon was Amnon. Zijn moeder was Achinoam uit Jizreël. 3 De tweede zoon was Kileab. Zijn moeder was Abigaïl, de vroegere vrouw van Nabal uit Karmel. De derde zoon was Absalom. Zijn moeder was Maächa, de dochter van koning Talmai van Gesur. 4 De vierde zoon was Adonia. Zijn moeder was Chaggit. De vijfde zoon was Sefatja. Zijn moeder was Abital. 5 En de zesde zoon was Jitream. Zijn moeder was Egla. Dat waren de zonen die David in Hebron kreeg.

5 Abner wordt kwaad op Isboset 6 De strijd tussen de families van Saul en David ging verder. Binnen de familie van Saul werd Abner steeds machtiger. 7 Saul had een vrouw gehad die Rispa heette. Rispa was een dochter van Ajja. Op een dag vroeg Isboset, de zoon van Saul, aan Abner: Waarom ben je met een vrouw van mijn vader naar bed geweest? 8 Abner werd woedend. Wat? riep hij. Je doet alsof ik slecht ben en de kant van Juda kies! Maar ik heb altijd gedaan wat het beste was voor de familie van Saul. Ik heb ervoor gezorgd dat jouw familie en vrienden niet door David gepakt werden. En nu beschuldig je mij ervan dat ik met een vrouw van Saul naar bed geweest ben! 9-10 Voortaan zal ik David helpen. God mag me straffen als ik dat niet doe! God heeft David beloofd dat hij geen koning meer zal kiezen uit de familie van Saul. In plaats daarvan zal hij David koning maken. David zal koning zijn van heel Israël en Juda, van noord tot zuid! 11 Isboset werd zo bang voor Abner, dat hij niets meer durfde te zeggen. Abner gaat met David samenwerken 12 Abner stuurde meteen dienaren naar David met de volgende boodschap: Van wie is het land Israël eigenlijk? Ik zal ervoor zorgen dat het hele volk van Israël voor u kiest. Laten we afspreken om samen te werken. 13 David antwoordde: Dat is goed, op één voorwaarde: breng Michal, de dochter van Saul, voor me mee. 14 Toen stuurde David dienaren naar Isboset. Hij liet hen het volgende zeggen: Geef me mijn vrouw Michal terug. Ik kreeg haar als bruid toen ik Saul de voorhuiden van honderd Filistijnen gaf. 15 Toen liet Isboset Michal weghalen bij haar man Paltiël, de zoon van Laïs. 16 Paltiël ging huilend met Michal mee tot aan het dorp Bachurim. Maar Abner stuurde hem terug naar huis. Abner wil dat David koning wordt 17 Abner ging met de leiders van Israël onderhandelen. Hij zei: Eigenlijk hebben jullie altijd al David als koning gewild. 18 Dit is jullie kans. Maak David koning. Want de Heer heeft gezegd dat hij de Israëlieten zal redden met de hulp van David. De Heer zal jullie redden van de Filistijnen en van alle andere vijanden Abner sprak ook met de leiders van de stam Benjamin. Daarna ging hij met twintig mannen naar David in Hebron. Hij zei tegen David: De leiders van Israël en van de stam Benjamin willen dat u hun koning wordt. Joab doodt Abner David maakte voor Abner en de mannen een maaltijd klaar. 21 Tijdens de maaltijd vroeg Abner aan David: Mag ik weggaan om alle Israëlieten bij u te brengen? Zij zullen dan een verdrag met u sluiten. En u zult koning zijn van het hele gebied, zoals u zelf wilde. En David liet Abner gaan, zonder verder iets te vragen. 22 Toen Abner weg was, kwamen Joab en de dienaren van David terug. Ze waren weg geweest om te stelen en te roven. Ze hadden veel kostbare spullen meegebracht. 23 Joab hoorde dat Abner bij koning David geweest was. Hij hoorde ook dat David Abner zomaar had laten gaan. 24 Joab ging meteen naar David toe en vroeg: Wat hebt u gedaan? Abner is bij u geweest en u hebt hem zomaar laten gaan? 25 U kent hem toch? Hij is een bedrieger en een spion! Hij wil weten wat uw plannen zijn.

6 26 Toen ging Joab weg bij David. Hij stuurde dienaren achter Abner aan, zonder dat David daar iets van wist. Bij de put van Sira haalden de dienaren Abner in. Ze vroegen hem om terug te komen. 27 Toen Abner terugkwam in de stad, deed Joab alsof hij hem persoonlijk wilde spreken. Hij nam Abner mee naar het gebouw bij de stadspoort. Daar stak hij hem in zijn buik. Zo stierf Abner, omdat hij Joabs broer Asaël gedood had. David hoopt dat Joab gestraft wordt 28 Toen David hoorde wat er gebeurd was, riep hij: De Heer weet dat mijn familie en ik onschuldig zijn! Wij kunnen er niets aan doen dat Abner gedood is! 29 Joab is schuldig. Daarom hoop ik dat hij en zijn familie gestraft worden. Ik hoop dat er in Joabs familie altijd iemand is met een ernstige ziekte. Of iemand die moeilijk loopt, honger lijdt of sterft door geweld. 30 Joab en Abisai hadden Abner vermoord, omdat hij hun broer Asaël gedood had. David rouwt om Abner 31 David zei tegen Joab en zijn dienaren: Scheur je kleren en trek rouwkleren aan. Loop daarna huilend voor het lichaam van Abner uit. David zelf liep achter het lichaam van Abner aan. 32 Abner werd in Hebron begraven. David huilde bij Abners graf, en ook de soldaten huilden. 33 En David zong een lied voor Abner: Abner, waarom ben je niet als held gestorven? 34 Je was niet eens gevangengenomen. Je wist niet wat er ging gebeuren, ineens werd je gedood. David hoopt dat Joab gestraft wordt Toen begon iedereen nog harder te huilen. 35 De soldaten brachten David iets te eten. Het was nog midden op de dag. Maar David verklaarde plechtig: God mag me straffen als ik iets eet voordat het donker is. 36 Iedereen hoorde wat koning David zei, en iedereen vond dat goed. Ook alle andere dingen die hij deed, vonden ze goed. 37 Nu wist iedereen dat Abner niet gedood was in opdracht van David. 38 David zei tegen zijn soldaten: Jullie moeten weten dat Israël vandaag een machtige legerleider kwijtgeraakt is. 39 Ik ben nu wel de koning, maar ik ben nog niet zo machtig. Joab en Abisai zijn machtiger dan ik. Ik hoop dat de Heer hetzelfde met Joab doet als Joab met Abner gedaan heeft. 2 Samuël 4 Isboset wordt vermoord Isboset is bang 1 Isboset, de zoon van Saul, hoorde dat Abner vermoord was in Hebron. Hij werd bang. Ook alle inwoners van Israël waren bang geworden. 2-3 Isboset had twee mannen in dienst, die Baäna en Rechab heetten. Ze gingen vaak met soldaten op pad om te stelen en te roven. Baäna en Rechab waren broers. Hun vader heette Rimmon. Hij kwam uit Beërot in het gebied Benjamin. De mensen die

7 vroeger in Beërot woonden, zijn daaruit weggevlucht naar de plaats Gittaïm. Daar wonen ze nog steeds. Jonatans zoon Mefiboset 4 Er was nog iemand uit de familie van Saul. Dat was Mefiboset, de zoon van Jonatan. Mefiboset kon niet goed lopen. Want toen hij vijf jaar oud was, had hij een ongeluk gehad. Dat kwam zo: Zijn verzorgster had gehoord dat Saul en Jonatan in het gebied Jizreël gedood waren. Daarom wilde ze vluchten, en ze tilde Mefiboset op. Maar doordat ze haast had, liet ze hem vallen. Vanaf toen kon Mefiboset niet goed meer lopen. Isboset wordt vermoord 5 Op een dag gingen de broers Rechab en Baäna naar het huis van Isboset. Ze kwamen daar midden op de dag. Isboset lag te slapen. 6-7 De broers deden alsof ze graan kwamen halen. Maar ze gingen de slaapkamer in waar Isboset lag te slapen, en staken een mes in zijn buik. Daarna hakten ze zijn hoofd af. Toen pakten ze het hoofd en renden weg. De hele nacht liepen de broers door het dal van de Jordaan. 8 Toen ze in Hebron aangekomen waren, brachten ze het hoofd van Isboset naar David. Ze zeiden tegen hem: Koning, wij hebben hier het hoofd van Isboset, de zoon van Saul. Saul was uw vijand en hij wilde u doden. Daarom heeft God hem en zijn familie vandaag gestraft. David straft de twee mannen 9-11 David zei tegen Rechab en Baäna: In Siklag kwam een man mij vertellen dat hij Saul gedood had. Die man dacht dat hij met goed nieuws kwam en dat hij een beloning zou krijgen. Maar ik heb hem gestraft. Ik heb hem meteen laten doden. En nu hebben jullie een onschuldige man vermoord! In zijn eigen huis. In zijn eigen bed. Moordenaars zijn jullie! Ik zal jullie daarvoor straffen, ik zal jullie van de aarde laten verdwijnen. Dat is zo zeker als de Heer leeft, die mij steeds redde als ik in gevaar was! 12 David gaf zijn soldaten een teken, en Rechab en Baäna werden gedood. Hun handen en voeten werden afgehakt. En hun lichamen werden opgehangen bij de grote waterput van de stad Hebron. Maar het hoofd van Isboset werd in het graf van Abner gelegd, in Hebron. 2 Samuël 5 David wordt steeds machtiger David wordt koning van Israël 1 Alle stammen van Israël kwamen naar de stad Hebron. Ze zeiden tegen David: Wij zijn Israëlieten, net als u. 2 U bent al eens onze legerleider geweest. Dat was toen Saul nog koning was. En de Heer heeft aan u beloofd dat u weer onze leider zult worden. Hij heeft gezegd dat u koning van Israël zult zijn. 3 Toen kwamen ook de leiders van Israël naar Hebron. Bij de tempel in Hebron maakte David met hen de plechtige afspraak dat hij hun koning zou worden. En de leiders maakten David koning. 4 David was dertig jaar oud toen hij koning werd. Hij regeerde veertig jaar.

8 5 Vanuit Hebron regeerde hij zeven jaar en zes maanden over Juda. En vanuit Jeruzalem regeerde hij 33 jaar over heel Israël en Juda. David verovert een deel van Jeruzalem 6 Op een dag ging David met zijn soldaten naar Jeruzalem. De Jebusieten woonden daar toen nog. Ze zeiden tegen David: U en uw soldaten kunnen onze stad nooit binnenkomen. Zelfs mensen die niet kunnen zien of lopen, zullen u tegenhouden. 7 Toch lukte het David om een klein deel van de stad te veroveren, namelijk het gedeelte met de dikste muren. Dat wordt nu de Stad van David genoemd. 8 En David zei tegen zijn soldaten: Jullie kunnen de Jebusieten makkelijk verslaan. Kruip door de watertunnel de stad in. Ik heb niets te maken met mensen die niet kunnen lopen of zien! Daar komt het volgende spreekwoord vandaan: Wie niet kan zien of lopen, die komt mijn huis niet in. David wordt steeds machtiger 9 David ging in het deel van de stad wonen dat hij veroverd had. Hij noemde het de Stad van David. Vanaf daar liet hij een muur bouwen tot aan het fort Millo. 10 David werd steeds machtiger, omdat de Heer, de machtige God, hem hielp. 11 Op een dag kreeg David bezoek van de dienaren van Chiram. Chiram was de koning van Tyrus. Hij stuurde hout, en mensen die voor David konden werken. Zo kon David een paleis laten bouwen. 12 De Heer maakte David heel machtig. Toen wist David dat de Heer hem als koning van Israël uitgekozen had. David krijgt nog meer kinderen 13 Toen David vanuit Hebron naar Jeruzalem verhuisd was, nam hij nog meer vrouwen. En hij kreeg nog meer zonen en dochters. 14 De zonen die David in Jeruzalem kreeg, waren: Sammua, Sobab, Natan, Salomo, 15 Jibchar, Elisua, Nefeg, Jafia, 16 Elisama, Eljada en Elifelet. David verslaat de Filistijnen 17 De Filistijnen hoorden dat David de nieuwe koning van Israël was. Daarom stuurden ze al hun soldaten om David gevangen te nemen. Maar David hoorde dat. Hij ging naar het oude deel van Jeruzalem, omdat het daar veilig was. 18 In het Refaïm-dal stonden overal Filistijnse soldaten. 19 Toen vroeg David aan de Heer: Zal ik de Filistijnen aanvallen? Zult u mij dan laten winnen? De Heer antwoordde: Ja, val hen aan! Ik zal je zeker laten winnen. 20 Toen viel David de Filistijnen aan, en hij won de strijd. Hij zei: De Heer heeft mijn vijanden laten schrikken. Ze zijn plotseling weggevlucht. Hij noemde die plaats Baäl- Perasim. 21 Toen de Filistijnen wegvluchtten, lieten ze hun godenbeelden achter. David en zijn soldaten namen de beelden mee. David verslaat de Filistijnen opnieuw 22 De Filistijnen wilden David nog een keer aanvallen. En weer stonden ze overal in het Refaïm-dal. 23 Ook nu vroeg David aan de Heer wat hij moest doen. De Heer antwoordde: Je moet de Filistijnen niet meteen aanvallen. Trek eerst om hen heen zonder dat ze het merken. Ga door tot je achter hen bent, tussen de bomen.

9 24 En wacht daar totdat je boven in de bomen een geluid hoort. Dat geluid zal klinken als een leger dat steeds dichterbij komt. Als je dat hoort, moet je aanvallen. Want dan ben ik er om het Filistijnse leger te verslaan. 25 David deed precies wat de Heer tegen hem gezegd had. Hij vocht tegen de Filistijnen en jaagde hen terug naar hun eigen steden. 2 Samuël 6 De heilige kist van de Heer David haalt de heilige kist op 1 David liet alle sterke mannen van Israël bij elkaar komen. Het waren er Hij reisde met hen naar de plaats Baäla in Juda om de heilige kist van God op te halen. Dat was de troon van de machtige Heer, de troon met de twee engelen met vleugels. 3-4 De heilige kist stond in het huis van Abinadab, dat op een heuvel lag. De kist werd opgehaald en op een nieuwe wagen gezet. Uzza en Achio, twee zonen van Abinadab, liepen met de wagen mee. Achio liep voorop. De Heer doodt Uzza 5 Onderweg maakten David en de Israëlieten muziek voor de Heer. Ze speelden op trommels, harpen en andere instrumenten. 6 Toen kwamen ze bij het veld van Nachon, waar veel graan lag. De dieren die de wagen trokken, gleden plotseling uit. Uzza stak zijn hand uit, want hij wilde de heilige kist van God tegenhouden. 7 Maar de Heer werd woedend en hij doodde Uzza meteen. Want Uzza had de heilige kist aangeraakt. David is bang 8 David werd kwaad omdat de Heer Uzza gedood had. David noemde die plaats Peres- Uzza. Die plaats heet nog steeds zo Maar David werd ook bang voor de Heer. Want hij wist niet hoe hij de heilige kist veilig in het oude deel van Jeruzalem kon krijgen. Daarom bracht hij de kist niet naar Jeruzalem, maar naar het huis van Obed-Edom, een man uit de stad Gat. David brengt de heilige kist naar Jeruzalem 11 De heilige kist van de Heer bleef drie maanden in het huis van Obed-Edom. En de Heer maakte Obed-Edom en zijn hele familie gelukkig. 12 Toen David dat hoorde, ging hij naar het huis van Obed-Edom om de heilige kist op te halen. Hij bracht de kist op een feestelijke manier naar het oude deel van Jeruzalem. 13 De dragers van de kist bleven na zes stappen stilstaan. Toen offerde David een stier en een koe, 14 en daarna begon hij wild te dansen bij de heilige kist van de Heer. Tijdens het dansen had David alleen een priesterhemd aan, verder niets. De heilige kist komt aan in Jeruzalem Zo kwam de heilige kist van de Heer aan in het oude deel van Jeruzalem. Alle Israëlieten juichten, en ze speelden op trompetten. Op dat moment stond Davids vrouw

10 Michal, de dochter van Saul, bij het raam. Ze zag David dansen en springen bij de heilige kist van de Heer. Toen had ze geen respect meer voor David. 17 David had een tent laten maken voor de heilige kist van de Heer. De kist werd in de tent gezet, en David bracht allerlei offers aan de Heer. 18 Daarna zegende hij het volk, namens de machtige Heer. 19 Toen werden er broden en vruchten uitgedeeld aan alle Israëlieten. Iedereen kreeg te eten, alle mannen en vrouwen. Daarna gingen ze allemaal naar huis. Michal is boos op David 20 David ging naar huis om zijn familie te zien. Toen liep Michal, de dochter van Saul, naar hem toe. Ze zei boos: Je hebt je vandaag niet gedragen als een koning! Je hebt je uitgekleed als een vieze vent. Al je slavinnen konden het zien! 21 Maar David antwoordde: Dat deed ik voor de Heer. Hij vindt mij belangrijker dan jouw vader en zijn hele familie. Want de Heer heeft mij koning gemaakt van zijn volk Israël. Ik danste om de Heer te eren! 22 En die slavinnen zullen altijd respect voor me hebben. Zelfs als ik me nog gekker zou gedragen, of als ik me zou schamen voor mezelf. 23 Michal heeft nooit kinderen gekregen. 2 Samuël 7 De macht van Davids familie David wil een huis bouwen voor de Heer 1 David kon nu rustig in zijn paleis wonen, want hij had geen vijanden meer. Daar had de Heer voor gezorgd. 2 Toen zei David tegen de profeet Natan: Moet je zien! Ik woon in een paleis van cederhout, maar de heilige kist van God staat in een tent. 3 En Natan antwoordde: U kunt alles doen wat u wilt, want de Heer helpt u. 4 Maar die nacht sprak de Heer tegen Natan. 5 Natan moest tegen David zeggen: Dit zegt de Heer: Wil jij voor mij een huis bouwen waarin ik kan wonen? 6 Maar ik heb toch nooit in een huis gewoond? Vanaf het moment dat ik de Israëlieten uit Egypte heb bevrijd, heb ik in een tent gewoond. En dat doe ik nog steeds. 7 Ik ben altijd met de Israëlieten meegereisd. En ik heb hun leiders nooit om een huis van cederhout gevraagd. De Heer beschermt David en zijn volk 8 Daarna moest Natan tegen David zeggen: Dit zegt de machtige Heer: Ik heb je weggehaald bij de schapen, omdat ik wil dat jij mijn volk leidt. 9 Ik heb je altijd geholpen. Ik heb al je vijanden gedood. En ik heb je net zo beroemd gemaakt als de belangrijkste mensen op aarde Ik heb mijn volk Israël een gebied gegeven waar ze kunnen wonen. Niemand hoeft meer bang te zijn. Toen mijn volk er pas woonde, heb ik rechters uitgekozen. Zij moesten de Israëlieten leiden. Dat was in de tijd dat de Israëlieten nog door slechte volken onderdrukt werden. Maar dat gebeurt nu niet meer, David. Want dankzij mij heb jij geen vijanden meer. Ik heb voor rust gezorgd. Davids familie zal altijd regeren

11 Ik beloof dat er in jouw familie altijd iemand koning zal zijn. 12 Ooit zal jouw leven voorbij zijn. En als jij gestorven bent, zal ik je zoon koning maken. 13 Ik zal ervoor zorgen dat hij lang koning blijft. En hij zal voor mij een tempel bouwen. 14 Ik zal voor hem een vader zijn, en hij zal voor mij een zoon zijn. Als een zoon iets verkeerds doet, dan straft zijn vader hem. Dus als jouw zoon iets verkeerds doet, zal ik hem straffen. 15 Maar ik zal hem nooit verlaten. Saul heb ik wel verlaten, omdat ik wilde dat jij koning werd in zijn plaats. 16 Maar jouw familie zal altijd machtig zijn. Want in jouw familie zal altijd iemand koning zijn. David is verbaasd dat hij gekozen is 17 Natan vertelde David alles wat hij van God gehoord had. 18 Daarna ging David de tent van de Heer binnen om te bidden. Hij zei: Heer, mijn God, waarom hebt u mij uitgekozen om koning te zijn? Ik ben helemaal niet belangrijk, en mijn familie is dat ook niet. 19 En u hebt zelfs nog meer beloofd, Heer, mijn God. U hebt gezegd dat er altijd iemand uit mijn familie koning zal zijn. En wat u zegt, staat voor altijd vast. God is machtig 20 Wat kan ik verder nog tegen u zeggen? U kent mij, Heer, mijn God. Ik ben uw dienaar. 21 U doet alles wat u wilt en wat u belooft. U doet geweldige dingen, en u maakt ze aan mij bekend. 22 U bent machtig, Heer, mijn God. Er is niemand zoals u. Er bestaat geen andere god. Alles wat we over u gehoord hebben, is waar En geen volk is zo bijzonder als uw volk Israël. Israël is het enige volk op aarde dat door u bevrijd is, toen u hen weghaalde uit Egypte. Iedereen kent u. U hebt geweldige wonderen gedaan voor uw volk. U hebt andere volken en hun goden weggejaagd. Israël is uw volk en u bent hun God, voor altijd. David vraagt God om steun 25 Heer, mijn God, doe wat u aan mij en mijn nakomelingen beloofd hebt. 26 Dan zal iedereen u altijd kennen. En de mensen zullen zeggen: De machtige Heer is de God van Israël. Als u doet wat u beloofd hebt, zal er in mijn familie altijd iemand koning zijn. 27 Machtige Heer, God van Israël, ik durf nu tot u te bidden. Want u hebt tegen mij gezegd dat er in mijn familie altijd iemand koning zal zijn. 28 Heer, mijn God, u alleen bent God. Dus wat u gezegd hebt, zal zeker gebeuren. 29 Ik vraag u om mij en mijn familie altijd te steunen, zodat er altijd iemand uit onze familie koning zal zijn. Dat hebt u toch beloofd, Heer, mijn God? 2 Samuël 8 David krijgt steeds meer macht David verslaat de Filistijnen en de Moabieten

12 1 Korte tijd later vocht David met zijn leger tegen de Filistijnen. David versloeg hen en hij ging het land van de Filistijnen besturen. Vanaf toen moesten de Filistijnen doen wat David wilde. 2 David versloeg ook de Moabieten. Zij moesten in een rij op de grond gaan liggen. Daarna telde David alle soldaten in de rij. Twee derde van hen liet hij doden, en de rest mocht blijven leven. Vanaf toen moesten de Moabieten doen wat David wilde. Ook moesten ze hem belasting betalen. David verslaat Hadadezer en de Arameeërs 3 Hadadezer, de zoon van Rechob, was koning van Soba. Hij wilde het gebied langs de Eufraat veroveren. Maar David versloeg het leger van Hadadezer. 4 Hij nam veel soldaten gevangen: gewone soldaten en 1700 soldaten die op wagens reden. En hij sneed de pezen door bij hun paarden, zodat ze niet meer konden lopen. Maar hij liet honderd paarden met rust. 5 Toen kwamen de Arameeërs om Hadadezer te helpen. Maar David versloeg van hun soldaten. 6 Daarna veroverde hij de belangrijkste plaatsen in het gebied van de Arameeërs. Vanaf toen moesten de Arameeërs doen wat David wilde. Ook moesten ze hem belasting betalen. De Heer steunde David bij elk gevecht. 7 De soldaten in het paleis van Hadadezer hadden gouden schilden. Die nam David mee naar Jeruzalem. 8 Ook nam hij veel brons mee uit de steden Betach en Berotai. David krijgt geschenken 9-10 Toï was koning van de stad Hamat. Hij was een vijand van Hadadezer. Toen koning Toï hoorde dat David gewonnen had van Hadadezer, wilde hij David feliciteren. Hij stuurde zijn zoon Joram naar hem toe met geschenken van goud, zilver en koper. 11 David gaf al die geschenken als offer aan de Heer. Dat deed hij ook met het goud en zilver van de andere volken die hij verslagen had. 12 Dat waren de Arameeërs, de Moabieten, de Ammonieten, de Filistijnen, de Amalekieten en het volk van koning Hadadezer. David verslaat de Edomieten 13 Nadat David de Arameeërs verslagen had, ging hij naar het Zoutdal. Daar versloeg hij Edomieten. David werd steeds beroemder. 14 In heel Edom veroverde hij belangrijke plaatsen. Vanaf toen moesten de Edomieten doen wat David wilde. De Heer steunde hem bij elk gevecht. Davids belangrijkste ambtenaren 15 David was koning van heel Israël. Hij sprak eerlijk recht, en hij behandelde zijn volk goed en rechtvaardig. 16 Joab, de zoon van Seruja, was Davids belangrijkste legerleider. Josafat, de zoon van Achilud, was de secretaris van koning David. 17 Sadok en Abjatar waren allebei priester. Sadok was een zoon van Achitub, en Abjatar was een zoon van Achimelech. Seraja was de schrijver van koning David. 18 Benaja, de zoon van Jojada, had de leiding over de koninklijke lijfwacht. En de zonen van David waren priester.

13 2 Samuël 9 David en Mefiboset David is goed voor Sauls familie 1 Op een dag vroeg David zich af: Zou er nog iemand over zijn van de familie van Saul? Als dat zo is, dan zal ik die persoon goed behandelen. Want dat heb ik aan Jonatan, de zoon van Saul, beloofd. 2 David wist dat er een dienaar was die altijd voor de familie van Saul gewerkt had. Zijn naam was Siba. David liet hem bij zich komen en vroeg: Ben jij Siba? Ja, koning, dat ben ik, zei Siba. Wat kan ik voor u doen? 3 David vroeg: Is er nog iemand over van de familie van Saul? Als dat zo is, dan zal ik die persoon goed behandelen. Ik zal hem behandelen zoals God het wil. Siba antwoordde: Er is nog een zoon van Jonatan. Hij heet Mefiboset, en hij kan niet goed lopen. 4 Waar is hij? vroeg David. Siba zei: Hij woont in het huis van Machir, de zoon van Ammiël. Dat is in de stad Lo-Debar. David ontmoet Mefiboset 5 David liet Mefiboset ophalen uit het huis van Machir in Lo-Debar. 6 Mefiboset knielde en maakte een diepe buiging voor David. Ben jij Mefiboset? vroeg David. Ja, koning, dat ben ik, zei Mefiboset. Wat kan ik voor u doen? 7 David zei: Je hoeft niet bang te zijn. Ik zal je goed behandelen. Want je vader Jonatan was mijn vriend. Ik zal je het land van je grootvader Saul teruggeven. En vanaf nu zul je altijd samen met mij eten. 8 Mefiboset maakte weer een diepe buiging. Hij zei: Waarom bent u zo goed voor mij? Ik ben niet meer waard dan een dode hond. David is goed voor Mefiboset 9 Toen riep David Siba bij zich, en zei tegen hem: Alles wat van Saul en zijn familie was, geef ik aan zijn kleinzoon Mefiboset Siba, jij moet samen met je zonen en je knechten op zijn land werken. En je moet hem helpen bij de oogst. De opbrengst is voor Mefiboset, zodat hij ervan kan leven. En Mefiboset zal vanaf nu samen met mij eten. Siba antwoordde: Zoals u wilt, mijn koning. Zo zal het gebeuren. Vanaf dat moment werkte Siba met zijn vijftien zonen en twintig knechten voor Mefiboset. Mefiboset en zijn zoontje Micha gingen bij het paleis van koning David wonen. Mefiboset werd behandeld alsof hij een zoon van de koning was. 13 Hij woonde in Jeruzalem en ging altijd bij koning David eten. Mefiboset kon niet goed lopen. 2 Samuël 10 David verslaat andere volken David stuurt dienaren naar Chanun 1 Op een dag stierf Nachas, de koning van de Ammonieten. Zijn zoon Chanun werd de nieuwe koning.

14 2 Toen zei David tegen zijn dienaren: Ik wil Chanun als een vriend behandelen, want zijn vader heeft mij ook als een vriend behandeld. Ik wil dat jullie hem gaan troosten. Maar toen Davids dienaren bij Chanun kwamen om hem te troosten, 3 zeiden de raadgevers van Chanun: Koning, luister niet naar hen. Het zijn spionnen van David! David wil uw vader helemaal niet eren. Hij wil dat zijn spionnen overal goed rondkijken, zodat hij onze stad kan veroveren! Chanun neemt Davids dienaren gevangen 4 Toen nam Chanun de dienaren van David gevangen. Hij liet één kant van hun baard afscheren. En hij liet de onderkant van hun kleren afscheuren, tot op hun billen. Daarna stuurde hij hen weg. 5 David hoorde wat er met zijn dienaren gebeurd was. Hij wist dat ze zich schaamden. Daarom liet hij hun weten: Blijf maar een tijdje in Jericho. En kom pas terug als jullie baard weer aangegroeid is. De Ammonieten verzamelen soldaten 6 De Ammonieten begrepen wel dat David woedend op hen was. Daarom probeerden ze zo veel mogelijk soldaten in dienst te nemen. Ze namen soldaten van de koning van Aram in dienst. Die soldaten kwamen uit Rechob en Soba. Verder namen ze duizend soldaten van de koning van Maächa in dienst, en soldaten uit Is-Tob. 7 Toen David dat hoorde, stuurde hij Joab met zijn beste soldaten naar Rabba, de hoofdstad van de Ammonieten. Joab verdeelt zijn leger in groepen 8 De Ammonieten gingen voor de poort van de stad Rabba staan. Ze stonden klaar voor de strijd. De soldaten uit Aram gingen ergens anders staan, samen met de soldaten uit Is-Tob en Maächa. 9 Joab zag dat de vijanden van twee kanten kwamen. Daarom verdeelde hij de soldaten van Israël in twee groepen. De allerbeste soldaten nam hij mee om te vechten tegen de soldaten uit Aram. 10 De andere soldaten moesten mee met Abisai, Joabs broer. Zij moesten vechten tegen de Ammonieten. 11 Joab zei tegen zijn broer: Als de soldaten uit Aram sterker zijn dan mijn soldaten, kom jij mij helpen. En als de Ammonieten sterker zijn dan jouw soldaten, kom ik jou helpen. 12 Wees sterk! We moeten dapper vechten voor ons volk en voor de steden van onze God. De Heer zal doen wat hij het beste vindt. De Arameeërs zoeken nog meer soldaten 13 Toen Joab en zijn soldaten begonnen te vechten, vluchtten de Arameeërs. 14 De Ammonieten zagen dat en trokken zich terug in de stad Rabba. Ze waren bang geworden voor Abisai. Toen maakte Joab een eind aan het gevecht met de Ammonieten, en hij ging terug naar Jeruzalem. 15 De soldaten uit Aram begrepen dat ze door Israël verslagen waren. Daarom probeerden ze nog meer soldaten te vinden voor hun leger. 16 En koning Hadadezer stuurde een bevel naar de Arameeërs aan de overkant van de rivier de Eufraat. Hij liet hen meevechten bij de stad Chelam, onder leiding van zijn legerleider Sobach. David verslaat het leger uit Aram

15 17 David hoorde dat Hadadezer soldaten naar de stad Chelam gestuurd had. Daarom verzamelde hij alle soldaten van Israël. Toen ging hij naar de overkant van de Jordaan, naar Chelam. Daar stonden de soldaten uit Aram al te wachten. Zij begonnen de aanval, 18 maar de soldaten van Israël jaagden hen weg. David doodde zevenhonderd soldaten uit Aram die op wagens reden, en gewone soldaten. Ook doodde hij hun legerleider Sobach. 19 Vanaf toen durfden de Arameeërs de Ammonieten niet meer te helpen. En alle koningen die bij Hadadezer hoorden, wisten dat ze verslagen waren door de Israëlieten. Daarom sloten ze vrede met het volk van Israël. En ze deden voortaan wat de Israëlieten wilden. 2 Samuël 11 David slaapt met Batseba David stuurt zijn leger naar Rabba 1 Het was lente geworden, de tijd dat koningen oorlog voeren. David wilde de Ammonieten verslaan en hun stad Rabba veroveren. Hij stuurde zijn leger op weg, onder leiding van Joab. Maar David bleef zelf in Jeruzalem. David ziet Batseba 2-4 Op een dag had David s middags geslapen. Toen hij opstond, ging hij naar het dak van zijn paleis. Daar liep hij wat heen en weer. Toen hij naar beneden keek, zag hij een heel mooie vrouw. Ze nam net een bad, omdat ze pas ongesteld geweest was. David vroeg wie de vrouw was. Zijn dienaren zeiden: Dat is Batseba, de dochter van Eliam. Ze is getrouwd met de Hethiet Uria. David liet haar bij zich komen en hij sliep met haar. Daarna ging Batseba terug naar huis. Batseba is zwanger 5 Korte tijd later merkte Batseba dat ze zwanger was. Dat liet ze aan David weten. 6 Toen stuurde David aan Joab het volgende bericht: Stuur Uria terug naar Jeruzalem. Dat deed Joab. 7 Toen Uria bij David kwam, vroeg David hoe het met Joab en het leger was. En hij wilde weten of de strijd goed ging. 8 Daarna zei David: Ga naar huis en rust uit bij je vrouw. Toen Uria het paleis uit ging, kreeg hij een cadeau mee van David. Uria slaapt niet bij Batseba 9 Maar Uria ging niet naar huis. Hij bleef slapen bij de ingang van het paleis. Daar sliepen alle dienaren van David. 10 David hoorde dat Uria niet naar huis gegaan was, en hij vroeg: Waarom ben je niet naar huis gegaan? Was je niet moe van de lange reis? 11 Uria antwoordde: De heilige kist van de Heer staat in een tent, en Joab en zijn soldaten slapen buiten. Dan kan ik toch niet naar huis gaan om te eten en te drinken? En om te slapen met mijn vrouw? Dat zou ik nooit doen, zo zeker als u leeft! 12 Toen zei David: Blijf ook vandaag nog hier. Morgen laat ik je teruggaan. Daarom bleef Uria die dag nog in Jeruzalem. De volgende dag

16 13 nodigde David hem uit voor een maaltijd. Hij zorgde ervoor dat Uria dronken werd. Maar weer ging Uria s avonds niet naar huis. Ook nu bleef hij slapen bij de ingang van het paleis, waar Davids dienaren sliepen. David zorgt dat Uria gedood wordt 14 De volgende ochtend schreef David een brief aan Joab. Hij gaf de brief mee aan Uria. 15 In de brief stond: Zet Uria op de plaats waar het hardst gevochten wordt. Zeg dan tegen de andere soldaten dat ze zich moeten terugtrekken. Dan zal Uria gewond raken en sterven. 16 Toen Joab de stad aanviel, liet hij Uria vooraan vechten. Want Joab wist dat de Ammonieten daar hun beste soldaten hadden. 17 De Ammonieten vielen Joab en zijn leger aan. Sommige soldaten van David werden gedood. Ook Uria werd gedood. Joab vertelt David het slechte nieuws Joab zei tegen één van zijn dienaren: Ik wil dat jij naar koning David gaat. Je moet hem alles over de strijd vertellen. 20 Misschien wordt koning David boos en zegt hij: Waarom zijn jullie zo dicht bij de stad gaan vechten? Jullie wisten toch dat ze vanaf de muur konden schieten? 21 Zijn jullie soms vergeten hoe Abimelech, de zoon van Jerubbeset, gestorven is? Hij stierf in Tebes, door een steen. Die had een vrouw vanaf de stadsmuur op zijn hoofd gegooid. Ik begrijp dus niet waarom jullie zo dicht bij de stadsmuur zijn gaan vechten. Als koning David dat zegt, moet je hem vertellen dat ook Uria gedood is. David wordt niet boos op Joab 22 De dienaar van Joab ging naar David toe, om hem te vertellen wat Joab gezegd had. 23 Hij zei tegen David: Koning, onze vijanden waren sterker dan wij. Daarom konden ze ons aanvallen. Wij konden ze wel terugdringen tot vlak bij de stadspoort. 24 Maar toen begonnen ze op ons te schieten vanaf de muur, met pijl en boog. Sommige van uw soldaten werden gedood. Ook Uria is gedood. 25 David liet de dienaar tegen Joab zeggen: Er gaan altijd mensen dood in een oorlog. Daar kun je niets aan doen. Blijf moedig! Val opnieuw aan en verwoest de hele stad. Batseba wordt Davids vrouw 26 Batseba, de vrouw van Uria, hoorde dat haar man gedood was. Ze had veel verdriet. 27 Na de verplichte tijd van rouw liet David haar bij zich in zijn paleis komen. Batseba werd zijn vrouw, en ze kregen een zoon. Maar de Heer vond het slecht wat David gedaan had. 2 Samuël 12 God straft David Een verhaal over twee mannen 1 De Heer stuurde de profeet Natan naar David. Natan kwam bij David en vertelde hem een verhaal: Er woonden eens twee mannen in dezelfde stad. De ene man was rijk en de andere man was arm. 2 De rijke man had veel geiten, schapen en koeien.

17 3 De arme man had maar één lammetje. De arme man zorgde voor het lammetje zoals hij zorgde voor zijn kinderen. Het lammetje liep bij hem in huis rond. Het mocht eten van zijn bord en drinken uit zijn beker. En het sliep op zijn schoot. Want hij hield van het lammetje als van een dochter. 4 Op een dag kreeg de rijke man bezoek. Hij wilde een maaltijd klaarmaken voor zijn gast. Maar hij wilde niet één van zijn eigen dieren slachten. Daarom pakte hij het lammetje van de arme man, en maakte daar een maaltijd van voor zijn gast. David is kwaad op de rijke man 5 David werd kwaad op de rijke man, en zei tegen Natan: Zo zeker als de Heer leeft: de man die dat gedaan heeft, moet gedood worden! 6 En hij moet de arme man vier keer zo veel geld betalen als het lammetje gekost heeft. Want hij pakte dat lammetje af zonder medelijden te hebben met de arme man. David is net als de rijke man 7 Toen zei Natan: U bent net als die rijke man! Dit zegt de Heer, de God van Israël: David, ik heb jou koning van Israël gemaakt. Ik heb jou gered van je vijand Saul. 8 Alles wat van Saul was, heb ik aan jou gegeven. Ook zijn vrouwen mocht je hebben. Je mocht heersen over Israël en Juda. En als je dat te weinig vindt, kan ik je nog wel meer geven. 9 Waarom heb je dan zoiets slechts gedaan? Je hebt je niet aan mijn wetten gehouden. Je hebt de vrouw van de Hethiet Uria afgepakt. En daarna heb je Uria laten doden in de strijd tegen de Ammonieten. God zal David ongelukkig maken 10 Er zullen voortaan in jouw familie altijd mensen gedood worden. Want jij had geen eerbied voor mij, en je hebt de vrouw van Uria afgepakt Daarom zal je eigen familie jou ongelukkig maken. Ik zal je vrouwen weggeven aan een man uit je eigen familie. Jij hebt in het geheim met Batseba geslapen. Maar die man zal in het openbaar met jouw vrouwen naar bed gaan. Alle Israëlieten zullen het zien. Daar zal ik voor zorgen. 13 Toen zei David tegen Natan: Ik heb iets heel ergs gedaan. Natan zei: De Heer vergeeft het u. U zult niet sterven. 14 Maar u hebt de Heer beledigd. Daarom zal de zoon die u pas gekregen hebt, sterven. 15 Daarna ging Natan naar huis. Het kind van David en Batseba sterft De Heer liet het kind van David en Batseba ernstig ziek worden. 16 David was voortdurend voor zijn zoon aan het bidden. Hij wilde niets eten of drinken, en s nachts sliep hij op de grond. 17 Davids belangrijkste dienaren probeerden hem te laten opstaan en brachten hem eten. Maar David bleef liggen en at niets. 18 Na zeven dagen stierf het kind. De dienaren durfden het niet tegen David te zeggen. Ze zeiden tegen elkaar: Toen zijn kind ernstig ziek was, wilde koning David al niet naar ons luisteren. Dan kunnen we nu toch niet zeggen dat zijn kind dood is? Misschien doet hij dan zichzelf iets ergs aan. David weet dat zijn zoon dood is 19 David zag zijn dienaren met elkaar fluisteren. Hij begreep dat zijn kind gestorven was, en hij vroeg: Is mijn zoon dood? Ja, hij is gestorven, zeiden zijn dienaren.

18 20 Toen stond David op van de grond. Hij nam een bad, smeerde zijn huid in met geurige olie en trok andere kleren aan. Daarna ging hij naar de heilige tent van de Heer om te bidden. David wil weer eten Toen David weer thuis was, vroeg hij om eten. 21 Zijn dienaren brachten het en vroegen: Waarom wilt u nu wel eten? Toen uw kind nog leefde, wilde u niets eten en moest u huilen. Maar nu uw kind gestorven is, staat u op en gaat u eten. 22 David antwoordde: Toen mijn kind nog leefde, hoopte ik dat de Heer medelijden met me zou krijgen. Daarom wilde ik niets eten en huilde ik. Misschien zou de Heer mijn kind dan laten leven. 23 Maar nu is mijn kind dood. Dus waarom zou ik dan niets eten? Daarmee krijg ik mijn zoon toch niet terug. Ooit zal ik naar hem toe gaan, maar hij zal niet bij mij terugkomen. Batseba en David krijgen nog een zoon 24 David troostte zijn vrouw Batseba. Hij sliep met haar, en ze kreeg een zoon. David noemde hem Salomo. De Heer hield van het kind. 25 Hij gaf de profeet Natan de opdracht om het kind Jedidja te noemen. David kan Rabba veroveren 26 Intussen was Joab bezig met een aanval op de Ammonieten. Hij stond klaar om de hoofdstad Rabba te veroveren. 27 Toen stuurde hij David het volgende bericht: Ik kan nu Rabba veroveren. De watertunnel heb ik al afgesloten. 28 Kom dus hierheen met de rest van uw soldaten en verover de stad. Want als ik het zelf doe, krijg ik de eer. Terwijl u die eer verdient. David verovert alle steden in Ammon 29 David verzamelde al zijn soldaten. Hij ging naar Rabba en veroverde de stad. 30 Hij pakte de kroon die de koning van de Ammonieten op zijn hoofd had, en zette die op zijn eigen hoofd. De kroon woog meer dan 30 kilo, en was gemaakt van goud en edelstenen. David nam veel kostbare spullen mee uit Rabba. 31 Ook nam hij mensen mee uit die stad. Die moesten stukken steen uit de rotsen hakken, en ze moesten werken bij de steenovens. David nam ook mensen mee uit alle andere steden in Ammon. Daarna ging hij met zijn leger terug naar Jeruzalem. 2 Samuël 13 Amnon verkracht Tamar Amnon is verliefd op Tamar 1 David had een heel mooie dochter die Tamar heette. Ze was een zus van Absalom en een halfzus van Amnon. Amnon werd verliefd op haar. 2 Maar Tamar was nog maar een jong meisje. Daarom werd ze streng bewaakt. Amnon voelde zich ellendig omdat hij niet bij haar kon komen. Amnon doet alsof hij ziek is

19 3 Amnon had een vriend die voor alles een oplossing had. Hij heette Jonadab en hij was een zoon van Davids broer Sima. 4 Jonadab zei: Amnon, waarom kijk je de laatste tijd zo treurig? Vertel me wat er aan de hand is. Amnon antwoordde: Ik ben verliefd op Tamar, de zus van mijn halfbroer Absalom. 5 Toen zei Jonadab: Ga in je bed liggen en doe alsof je ziek bent. Als je vader dan bij je komt, moet je tegen hem zeggen: Wilt u mijn halfzus Tamar laten komen om me eten te geven? Ik wil kunnen zien dat zij mijn eten klaarmaakt en het aan me geeft. Alleen dan zal ik het opeten. 6 Amnon ging in zijn bed liggen en deed alsof hij ziek was. Toen kwam David bij hem en Amnon zei: Kunt u mijn halfzus Tamar laten komen? Dan kan zij hier een paar koeken voor me bakken en die aan mij geven. Tamar komt bij Amnon 7 Toen liet David Tamar uit het paleis komen. Hij zei tegen haar: Ga naar het huis van je halfbroer Amnon en maak eten voor hem klaar. 8 Tamar ging naar het huis van Amnon. Ze maakte deeg en begon koeken te bakken. Amnon keek ernaar vanuit zijn bed. 9 Toen Tamar klaar was, legde ze de koeken voor hem op een bord. Maar Amnon wilde niet eten. Hij zei dat iedereen de kamer uit moest gaan. 10 Toen iedereen weg was, zei Amnon tegen Tamar: Breng mij nu het eten, hier bij mijn bed. Als jij het me geeft, eet ik het op. Tamar liep met de koeken naar het bed van haar broer. 11 Maar toen ze hem het eten wilde geven, greep hij haar vast. Hij zei: Kom, zusje, kom bij me liggen. 12 Maar Tamar zei: Nee, Amnon, raak me niet aan! Zoiets verschrikkelijks mag je niet doen! Doe het niet, alsjeblieft. 13 Anders heb ik geen toekomst meer. En jij ook niet, want iedereen in Israël zal slecht over je denken. Praat toch eerst met de koning. Die geeft je vast wel toestemming om met mij te trouwen. 14 Maar Amnon wilde niet luisteren. Met geweld pakte hij Tamar vast, en hij verkrachtte haar. Amnon stuurt Tamar weg 15 Meteen daarna begon Amnon Tamar te haten. Zijn haat was groter dan de liefde die hij eerst voor haar voelde. Ga weg! riep hij. 16 Maar Tamar zei: Amnon, stuur mij niet weg! Want dat is erger dan wat je net gedaan hebt. Maar Amnon wilde niet naar haar luisteren. 17 Hij riep zijn dienaar en zei: Zet haar het huis uit en doe de deur op slot. 18 Dat deed de dienaar. Daar stond Tamar, in haar prachtige lange jurk. Zulke jurken werden gedragen door jonge prinsessen. 19 Tamar gooide zand over haar hoofd en ze scheurde haar jurk kapot. Ze was wanhopig. Huilend liep ze naar huis. Tamar gaat bij Absalom wonen 20 Tamar kwam bij haar broer Absalom. Hij zei tegen haar: Heeft Amnon je aangerand? Als dat zo is, zeg het dan tegen niemand. Hij is nou eenmaal je broer. Je kunt het beter gewoon vergeten. Toen ging Tamar in het huis van Absalom wonen. Ze was daarna voor altijd eenzaam en alleen. 21 Toen koning David hoorde wat er gebeurd was, werd hij kwaad op Amnon.

20 22 Absalom zei helemaal niets tegen Amnon. Maar hij haatte Amnon wel, omdat die zijn zus verkracht had. Absalom laat Amnon doden Absalom nodigt de zonen van David uit 23 Twee jaar later nodigde Absalom alle zonen van David uit. Hij vroeg of ze naar de stad Baäl-Chasor wilden komen, dicht bij de stad Efraïm. Daar was een feest omdat de schapen geschoren werden. 24 Absalom ging naar David en zei: Bij ons worden de schapen geschoren. Wilt u ook op het feest komen, samen met uw dienaren? 25 Maar David zei: Nee, Absalom. Als wij allemaal komen, wordt het te druk voor jou. Absalom vroeg het nog een keer, maar David wilde echt niet komen. Hij wenste Absalom een goed feest toe. 26 Toen zei Absalom: Laat dan in ieder geval mijn broer Amnon met ons meegaan naar het feest. Waarom wil je dat? vroeg David. 27 Maar omdat Absalom het zo graag wilde, vond David het goed. Hij liet Amnon en ook zijn andere zonen met Absalom meegaan naar het feest. Amnon wordt gedood 28 Op het feest zei Absalom tegen zijn dienaren: Let goed op! Zodra Amnon vrolijk is van de wijn, zal ik tegen jullie zeggen: Sla Amnon dood! Op dat moment moeten jullie hem doden. Ik ben degene die dat bevel geeft, dus jullie hoeven niet bang te zijn. Wees dapper! 29 De dienaren deden wat Absalom hun gezegd had. Ze doodden Amnon. Alle andere zonen van David vluchtten zo snel als ze konden. David denkt dat al zijn zonen dood zijn 30 De zonen van David vluchtten terug naar huis. Intussen kreeg David het bericht dat al zijn zonen gedood waren door Absalom. Hij hoorde dat niemand van hen ontsnapt was. 31 Als teken van rouw scheurde David zijn kleren, en hij ging op de grond liggen. Ook al zijn dienaren scheurden hun kleren. 32 Maar Jonadab, de zoon van Davids broer Sima, zei: Koning, denk niet dat al uw zonen gedood zijn! Absalom heeft alleen Amnon gedood, omdat die zijn zus Tamar verkracht heeft. 33 Denk dus niet dat al uw zonen gestorven zijn. Want alleen Amnon leeft niet meer Toen zag een bewaker van het paleis een grote groep mensen uit de bergen komen. Jonadab zei: Ziet u wel? Daar komen uw zonen, zoals ik gezegd heb! Op dat moment kwamen de zonen binnen. Ze begonnen hard te huilen, en ook David en zijn dienaren begonnen te huilen. David wil Absalom gevangennemen Intussen was Absalom naar het gebied Gesur gevlucht. Daar ging hij wonen bij koning Talmai, de zoon van Ammichur. Absalom bleef daar drie jaar. Drie jaar lang rouwde David elke dag om Amnon. 39 Daarna bedacht hij een plan om Absalom gevangen te nemen. 2 Samuël 14

2 Samuël 1. David rouwt om Saul en Jonatan

2 Samuël 1. David rouwt om Saul en Jonatan 2 Samuël 1 David rouwt om Saul en Jonatan Saul en Jonatan zijn gedood 1-2 David had de Amalekieten verslagen, en hij was teruggegaan naar de stad Siklag. Toen hij daar drie dagen was, kwam er een man bij

Nadere informatie

14 God ging steeds voor hen uit, overdag in een wolk, s nachts in licht en vuur.

14 God ging steeds voor hen uit, overdag in een wolk, s nachts in licht en vuur. Psalmen Psalm 78 1 Een lied van Asaf. De lessen van het verleden Luister allemaal naar mijn woorden. Luister goed, want ik wil jullie iets leren. 2 Wijze woorden wil ik spreken, wijze woorden over het

Nadere informatie

Ruth 1. Ruth en Noömi

Ruth 1. Ruth en Noömi Ruth 1 Ruth en Noömi Elimelech en zijn familie 1 Toen de rechters het land bestuurden, was er eens hongersnood in Juda. Daarom besloot een man uit Betlehem naar het land Moab te gaan. Zijn vrouw en zijn

Nadere informatie

David wil de kist van het verbond ophalen 1 Toen verzamelde David opnieuw alle jongemannen van Israël, mannen. 2 Met dat leger trok hij naar

David wil de kist van het verbond ophalen 1 Toen verzamelde David opnieuw alle jongemannen van Israël, mannen. 2 Met dat leger trok hij naar David wil de kist van het verbond ophalen 1 Toen verzamelde David opnieuw alle jongemannen van Israël, 30.000 mannen. 2 Met dat leger trok hij naar Baäl-Juda om de kist van het verbond van God op te halen,

Nadere informatie

1. Bij een nieuw begin

1. Bij een nieuw begin Inhoudsopgave Bij een nieuw begin 13 Een bijeenkomst beginnen 37 Bij het begin van de dag 59 Bij een goed gesprek 85 Bij verdriet 119 Bij vreugde 147 Bij twijfel 183 Bij zorgen 215 Bij ziekte 245 Om troost

Nadere informatie

KONING DAVID (DEEL 2)

KONING DAVID (DEEL 2) Bijbel voor Kinderen presenteert KONING DAVID (DEEL 2) Geschreven door: Edward Hughes Illustraties door: Lazarus Aangepast door: Ruth Klassen Vertaald door: Importantia Publishing Geproduceerd door: Bible

Nadere informatie

Bijbel voor Kinderen presenteert KONING DAVID (DEEL 2)

Bijbel voor Kinderen presenteert KONING DAVID (DEEL 2) Bijbel voor Kinderen presenteert KONING DAVID (DEEL 2) Geschreven door: Edward Hughes Illustraties door: Lazarus Aangepast door: Ruth Klassen Vertaald door: Importantia Publishing Geproduceerd door: Bible

Nadere informatie

1 Maleachi was een profeet. Hij moest een boodschap van de Heer doorgeven aan Israël. Hier volgen de woorden van Maleachi.

1 Maleachi was een profeet. Hij moest een boodschap van de Heer doorgeven aan Israël. Hier volgen de woorden van Maleachi. Maleachi 1 1 Maleachi was een profeet. Hij moest een boodschap van de Heer doorgeven aan Israël. Hier volgen de woorden van Maleachi. De liefde van de Heer 2-3 De Heer zegt: Ik houd van jullie, Israëlieten!

Nadere informatie

1 Tessalonicenzen 1. Begin van de brief

1 Tessalonicenzen 1. Begin van de brief 1 Tessalonicenzen 1 Begin van de brief Paulus groet de christenen in Tessalonica 1 Dit is een brief van Paulus, Silvanus en Timoteüs, aan de christenen in de stad Tessalonica. Jullie horen bij God, de

Nadere informatie

kids en de Bijbel voorlezen of zelf lezen, samen bidden, kleuren, puzzelen en knutselen

kids en de Bijbel voorlezen of zelf lezen, samen bidden, kleuren, puzzelen en knutselen kids en de Bijbel voorlezen of zelf lezen, samen bidden, kleuren, puzzelen en knutselen Verhalen die de Here Jezus als kind hoorde: David, Saul en Jonatan Nadat hij Goliat had verslagen en de Filistijnen

Nadere informatie

4 Heer, u hebt aan de mensen uw regels gegeven. Zo weet ik wat ik moet doen. 5 Ik wil leven volgens uw wetten, en dat volhouden, elke dag weer.

4 Heer, u hebt aan de mensen uw regels gegeven. Zo weet ik wat ik moet doen. 5 Ik wil leven volgens uw wetten, en dat volhouden, elke dag weer. Psalmen Psalm 119 Heer, ik wil leven volgens uw wetten 1 Gelukkig zijn mensen die altijd het goede doen, die leven volgens de wet van de Heer. 2 Gelukkig zijn mensen die altijd denken aan de woorden van

Nadere informatie

2 U geeft mij moed, God! Ik wil muziek maken en zingen, met heel mijn hart.

2 U geeft mij moed, God! Ik wil muziek maken en zingen, met heel mijn hart. 108 1 Een lied van David. God geeft mij moed 2 U geeft mij moed, God! Ik wil muziek maken en zingen, met heel mijn hart. 3 Ik wil mijn harp laten klinken, ik wil de zon wakker maken met mijn lied. 4 Heer,

Nadere informatie

Filippenzen 1. Begin van de brief

Filippenzen 1. Begin van de brief Filippenzen 1 Begin van de brief Paulus groet de christenen in Filippi 1 Dit is een brief van Paulus, aan alle mensen in de stad Filippi die dankzij Jezus Christus bij God horen. De brief is ook voor de

Nadere informatie

God houdt zijn belofte Genesis 21:1-6. De berg op Genesis 22:1-8. God heeft me heel gelukkig gemaakt! Ze noemden hun zoon Izak. Dat betekent: lachen.

God houdt zijn belofte Genesis 21:1-6. De berg op Genesis 22:1-8. God heeft me heel gelukkig gemaakt! Ze noemden hun zoon Izak. Dat betekent: lachen. 35 God houdt zijn belofte Genesis 21:1-6 Abraham wist dat God zich met Sodom en Gomorra aan Zijn woord gehouden had. Hij vertrouwde erop dat God Zijn belofte aan hem en Sara ook zou houden. Ze zouden een

Nadere informatie

1 Joël, de zoon van Petuel, was een profeet. De Heer sprak tegen hem. Nu volgt wat Joël van de Heer moest zeggen.

1 Joël, de zoon van Petuel, was een profeet. De Heer sprak tegen hem. Nu volgt wat Joël van de Heer moest zeggen. Joël 1 1 Joël, de zoon van Petuel, was een profeet. De Heer sprak tegen hem. Nu volgt wat Joël van de Heer moest zeggen. De Heer straft zijn volk Sprinkhanen hebben alles opgegeten 2-4 Leiders en inwoners

Nadere informatie

Aan wie wilde David zijn goedheid tonen?

Aan wie wilde David zijn goedheid tonen? De strijd van David tegen meerdere landen. Aan wie wilde David zijn goedheid tonen? 2 Samuel 10:1-2 1 Het gebeurde daarna dat de koning van de Ammonieten stierf, en zijn zoon Hanun werd koning in zijn

Nadere informatie

KONING DAVID (DEEL 2)

KONING DAVID (DEEL 2) Online Bijbel voor kinderen presenteert KONING DAVID (DEEL 2) Geschreven door Edward Hughes Illustraties door Janie Forest and Lazarus Aangepast door Lyn Doerksen Alle Bijbelcitaten zijn afkomstig uit

Nadere informatie

Welk volk werd als eerste verslagen?

Welk volk werd als eerste verslagen? De overwinningen van David. Welk volk werd als eerste verslagen? 2 Samuel 8:1 1 Daarna gebeurde het dat David de Filistijnen versloeg en hen onderwierp; David nam Meteg-Amma uit de macht van de Filistijnen.

Nadere informatie

Het verhaal van de schepping (Genesis 1 en 2)

Het verhaal van de schepping (Genesis 1 en 2) Het verhaal van de schepping (Genesis 1 en 2) Toen God begon met zijn schepping, was het donker en leeg. Maar God zei: Laat er licht zijn! En opeens was er licht. Nu was het niet donker meer, maar nog

Nadere informatie

Pijlen van vriendschap Sabbat

Pijlen van vriendschap Sabbat LES Pijlen van vriendschap Sabbat Doe Lees 1 Samuël 20. Heb je ooit een geheime manier van communiceren geleerd? Of gebarentaal? Heb je een geheime manier om te praten met je beste vriend(in)? Twee vrienden

Nadere informatie

Om 9.55 uur zingen we samen met de muziekgroep: U bent heilig

Om 9.55 uur zingen we samen met de muziekgroep: U bent heilig Westlanddienst op zondag 28 mei in de Dorpskerk te s-gravenzande m.m.v. de Muziekgroep; Schriftlezer is Sjaan van der Kaaij Thema: Kopje onder Voor de dienst zingt en speelt de muziekgroep Om 9.55 uur

Nadere informatie

Hoe oud was David toen hij koning werd en hoe lang heeft David leiding mogen geven?

Hoe oud was David toen hij koning werd en hoe lang heeft David leiding mogen geven? David koning in Jeruzalem. Hoe oud was David toen hij koning werd en hoe lang heeft David leiding mogen geven? 2 Samuel 5:4-5 4 Dertig jaar oud was David toen hij koning werd; veertig jaar heeft hij geregeerd.

Nadere informatie

De steen die verhalen vertelt.

De steen die verhalen vertelt. De steen die verhalen vertelt. Heel lang geleden kenden de mensen geen verhalen, er waren geen verhalenvertellers. Het leven zonder verhalen was heel moeilijk, vooral gedurende de lange winteravonden,

Nadere informatie

Wie belegerde de stad Jabes en wat stelden de inwoners van Jabes aan de aanvallers voor?

Wie belegerde de stad Jabes en wat stelden de inwoners van Jabes aan de aanvallers voor? Saul verslaat de Ammonieten en bevrijdt de stad Jabes. Wie belegerde de stad Jabes en wat stelden de inwoners van Jabes aan de aanvallers voor? 1 Samuel 11:1 1 Toen trok Nahas, de Ammoniet, ten strijde

Nadere informatie

Daar juicht een toon, daar klinkt een stem, Die galmt door heel Jeruzalem; Een heerlijk morgenlicht breekt aan; De Zoon van God is opgestaan!

Daar juicht een toon, daar klinkt een stem, Die galmt door heel Jeruzalem; Een heerlijk morgenlicht breekt aan; De Zoon van God is opgestaan! Pasen 2016 Daar juicht een toon, daar klinkt een stem, Die galmt door heel Jeruzalem; Een heerlijk morgenlicht breekt aan; De Zoon van God is opgestaan! Geen graf hield Davids Zoon omkneld, Hij overwon,

Nadere informatie

Mededelingen door de ouderling van dienst. Gerard Derks Pastoraal Ouderling, sectie 5

Mededelingen door de ouderling van dienst. Gerard Derks Pastoraal Ouderling, sectie 5 Mededelingen door de ouderling van dienst Gerard Derks Pastoraal Ouderling, sectie 5 Antifoon (Cantorij) Lied 91a vers 1 (Cantorij) Lied 91a vers 1 (Cantorij) Lied 91a vers 2 (Allen) Lied 91a vers 2 (Allen)

Nadere informatie

Kinderdienst: Helden Over David en Goliath.

Kinderdienst: Helden Over David en Goliath. Kinderdienst: Helden Over David en Goliath. Voor de dienst: *Wat is dat, dat is Goliath *Trek je wapenrusting aan *Ik volg de Heer *Groot en machtig zijt Gij 387 *Van A tot Z 241 opwekking voor kids Welkom

Nadere informatie

LES 12. Dood door bedrog. Sabbat. Zondag

LES 12. Dood door bedrog. Sabbat. Zondag LES Dood door bedrog Sabbat Lees 2 Samuël 11 en. Zondag Lees "Dood door bedrog" Teken een stel grote lippen. Schrijf hierop de leertekst, knip ze uit en plaats ze waar jij ze deze hele week kunt zien.

Nadere informatie

DE WIJZE KONING SALOMO

DE WIJZE KONING SALOMO Bijbel voor Kinderen presenteert DE WIJZE KONING SALOMO Geschreven door: Edward Hughes Illustraties door: Lazarus Aangepast door: Ruth Klassen Vertaald door: Importantia Publishing Geproduceerd door: Bible

Nadere informatie

EEN PRINS WORDT EEN HERDER

EEN PRINS WORDT EEN HERDER Bijbel voor Kinderen presenteert EEN PRINS WORDT EEN HERDER Geschreven door: Edward Hughes Illustraties door: M. Maillot en Lazarus Aangepast door: E. Frischbutter en Sarah S. Vertaald door: Erna van Barneveld

Nadere informatie

Warffum seizoen Uw koninkrijk kome

Warffum seizoen Uw koninkrijk kome Warffum seizoen 2017-2018 Vragen, opmerkingen? Mail naar wim@debijbelopen.nl Uw koninkrijk kome 23 september David tot koning gezalfd 28 oktober Nog geen koning, de vijand verslagen 25 november David,

Nadere informatie

Kinderkerstfeest van de Kindernevendienst 26 december Kerstverhaal

Kinderkerstfeest van de Kindernevendienst 26 december Kerstverhaal Kinderkerstfeest van de Kindernevendienst 26 december 2016 Kerstverhaal Heel lang geleden was er een jonge vrouw, Maria. Zij woonde in het dorpje Nazareth. Maria was een heel gewone vrouw, net zo gewoon

Nadere informatie

Welke profetie gaf precies aan het einde van Achab en Izebel?

Welke profetie gaf precies aan het einde van Achab en Izebel? Hoe de profetie over Achab en Izebel is uitgekomen. Welke profetie gaf precies aan het einde van Achab en Izebel? 1 Koningen 21:17-19 17 Maar het woord van de HEERE kwam tot Elia, de Tisbiet: 18 Sta op,

Nadere informatie

De exodus. Foto s van het materiaal

De exodus. Foto s van het materiaal De exodus Focus van dit verhaal De focus van dit verhaal ligt bij de uittocht van het volk van God (Exodus 11:1 15:21). Het verhaal is één van de heilige verhalen en behoort tot de kernpresentatie. Lesdoelen

Nadere informatie

WAAROM STAAN DIE STENEN DAAR? OVERSTAPDIENST

WAAROM STAAN DIE STENEN DAAR? OVERSTAPDIENST WAAROM STAAN DIE STENEN DAAR? OVERSTAPDIENST Overstap van Geeske Vader Iris van Noord Joëlle van den Doel Meerle van Groningen Zondag 17 juni 2018 Exoduskerk Voorganger: ds. Rob van der Plicht Organist:

Nadere informatie

Baalderdienst Zondag 6 november 2016

Baalderdienst Zondag 6 november 2016 Baalderdienst Zondag 6 november 2016 Welkom! Wie durft 1 Orde voor de Baalderdienst Voorganger: Muziek: Organist: ds. Wim van der Wel de-nu-je-onderweg-band Bert Slijkhuis Voor de dienst: Muziek Welkomstwoord

Nadere informatie

Thema: Jij telt mee!

Thema: Jij telt mee! Orde van dienst Protestantse gemeente te Wormerveer Zondag 24 februari 2019 Thema: Jij telt mee! Deze dienst is voorbereid samen met de werkgroep diensten met en voor mensen met een verstandelijke beperking

Nadere informatie

Wat zag David op een avond?

Wat zag David op een avond? David en Bathseba. Wat zag David op een avond? 2 Samuel 11:2 2 Tegen de avond gebeurde het dat David opstond van zijn slaapplaats en op het dak van het huis van de koning wandelde. Vanaf het dak zag hij

Nadere informatie

Toen Adonia met zijn gasten aan het dineren was kwam Jonathan binnen. Wat vertelde hij?

Toen Adonia met zijn gasten aan het dineren was kwam Jonathan binnen. Wat vertelde hij? De laatste bevelen en dood van David. Toen Adonia met zijn gasten aan het dineren was kwam Jonathan binnen. Wat vertelde hij? 1 Koningen 1:41-43 41 Adonia hoorde het, en al de genodigden die bij hem waren,

Nadere informatie

Het verhaal van David en Goliat. 1 Samuël 17:1-54

Het verhaal van David en Goliat. 1 Samuël 17:1-54 Het verhaal van David en Goliat 1 Samuël 17:1-54 The giant keeps on telling me time and time again: "Boy you'll never win!" But the stone was just the right size to put the giant on the ground. I will

Nadere informatie

Iiturgie voor de -12 jeugddienst van zondagmorgen 28 Juni in de Westerkerk te Veenendaal

Iiturgie voor de -12 jeugddienst van zondagmorgen 28 Juni in de Westerkerk te Veenendaal Iiturgie voor de -12 jeugddienst van zondagmorgen 28 Juni in de Westerkerk te Veenendaal Op Toon Hoogte 182 Door Uw genade Vader Door Uw genade, Vader, mogen wij hier binnengaan. Niet door rechtvaardige

Nadere informatie

Samen met Jezus op weg

Samen met Jezus op weg Samen met Jezus op weg KERK & WERELD Korte Schipstraat 16 2800 Mechelen Tekst: Myrjam De Keyser 1. De laatste keer samen Jezus en zijn leerlingen willen graag het paasfeest vieren. Daarvoor zijn ze naar

Nadere informatie

DE WIJZE KONING SALOMO

DE WIJZE KONING SALOMO Bijbel voor Kinderen presenteert DE WIJZE KONING SALOMO Geschreven door: Edward Hughes Illustraties door: Lazarus Aangepast door: Ruth Klassen Vertaald door: Importantia Publishing Geproduceerd door: Bible

Nadere informatie

2

2 1 2 3 4 5 6 Mt 16,21 7 8 9 10 Ze spraken met elkaar over alles wat er gebeurd was. 15 Terwijl ze zo liepen te praten, kwam er iemand bij hen lopen. Het was Jezus, 16 maar de leerlingen herkenden hem niet.

Nadere informatie

Bijbel voor Kinderen presenteert DE WIJZE KONING SALOMO

Bijbel voor Kinderen presenteert DE WIJZE KONING SALOMO Bijbel voor Kinderen presenteert DE WIJZE KONING SALOMO Geschreven door: Edward Hughes Illustraties door: Lazarus Aangepast door: Ruth Klassen Vertaald door: Importantia Publishing Geproduceerd door: Bible

Nadere informatie

EEN PRINS WORDT EEN HERDER

EEN PRINS WORDT EEN HERDER Bijbel voor Kinderen presenteert EEN PRINS WORDT EEN HERDER Geschreven door: Edward Hughes Illustraties door: M. Maillot en Lazarus Aangepast door: E. Frischbutter en Sarah S. Vertaald door: Erna van Barneveld

Nadere informatie

Muzikaal kerstverhaal: Ga je mee op zoek. Voorganger: Heidi Ebbers. M.m.v. Kinderdienstcommissie en figuranten. Muziek: Young Company en Cantorij

Muzikaal kerstverhaal: Ga je mee op zoek. Voorganger: Heidi Ebbers. M.m.v. Kinderdienstcommissie en figuranten. Muziek: Young Company en Cantorij Muzikaal kerstverhaal: Ga je mee op zoek Voorganger: Heidi Ebbers M.m.v. Kinderdienstcommissie en figuranten Muziek: Young Company en Cantorij Voor de dienst muziek (Harry en Johan) Welkom Gebed Samenzang

Nadere informatie

Binnenkomst in stilte in de donkere kerk. We zingen:

Binnenkomst in stilte in de donkere kerk. We zingen: Jaargang 8, nummer 19 Voorganger: ds. Piet Jan Rebel Koor o.l.v. Tanja van Dijk Piano: Myrre van Dijk, David van Dijk Zaterdag 20 april 2019 Paaswake Een nacht vol hoop Binnenkomst in stilte in de donkere

Nadere informatie

1 Habakuk was een profeet. God liet hem in een droom weten wat er zou gebeuren.

1 Habakuk was een profeet. God liet hem in een droom weten wat er zou gebeuren. Habakuk 1 1 Habakuk was een profeet. God liet hem in een droom weten wat er zou gebeuren. Habakuk stelt vragen aan God Habakuk begrijpt niet wat God doet 2 Habakuk zei: Heer, hoe lang moet ik nog om hulp

Nadere informatie

Boek1. Les 1. Dit is het verhaal van Maria. Dit is het verhaal van de engel. Dit is het verhaal van Jezus.

Boek1. Les 1. Dit is het verhaal van Maria. Dit is het verhaal van de engel. Dit is het verhaal van Jezus. Boek1. Les 1. Dit is het verhaal van Maria. Dit is het verhaal van de engel. Dit is het verhaal van Jezus. De engel zei: God zal jou een kind geven. God zal jou Zijn Kind geven. God zal jou Jezus geven.

Nadere informatie

Paaswake voor kinderen 31 maart 2018

Paaswake voor kinderen 31 maart 2018 We luisteren: - Veldhuis & Kemper is het mooi Is het constant een zooi Er is lief Er is leed Er is zuinig of breed Er is kort Er is lang Vrolijk en bang Er is hoop Er is stil Er is zang Er is langzaam

Nadere informatie

Klaagliederen 1. Het eerste lied

Klaagliederen 1. Het eerste lied Klaagliederen 1 Het eerste lied Jeruzalem is verlaten 1 Ach, wat is Jeruzalem leeg geworden, de stad die vroeger zo veel inwoners had! De stad die ooit zo beroemd was, is verlaten. Vroeger was Jeruzalem

Nadere informatie

y02 Marcus 15.2 Rinze IJbema - Marcus 15, 2-5. Gemeente van Jezus Christus,

y02 Marcus 15.2 Rinze IJbema - Marcus 15, 2-5. Gemeente van Jezus Christus, Rinze IJbema - Marcus 15, 2-5. Gemeente van Jezus Christus, het is al bijna 8 april, het is al bijna Pasen. Met Pasen vieren we feest, omdat Koning Jezus de dood overwint. Onze Koning is sterker dan de

Nadere informatie

De sprookjesverzamelaar

De sprookjesverzamelaar De sprookjesverzamelaar Lieve ogen die dit boek lezen, lieve warme handen die het vasthebben. Sprookjes zijn de beste reizigers en de succesvolste migranten die ooit op onze prachtige planeet hebben bestaan.

Nadere informatie

KONING DAVID (DEEL 1)

KONING DAVID (DEEL 1) Bijbel voor Kinderen presenteert KONING DAVID (DEEL 1) Geschreven door: Edward Hughes Illustraties door: Lazarus Aangepast door: Ruth Klassen Vertaald door: Importantia Publishing Geproduceerd door: Bible

Nadere informatie

Verloren grond. Murat Isik. in makkelijke taal

Verloren grond. Murat Isik. in makkelijke taal Verloren grond Murat Isik in makkelijke taal Moeilijke woorden zijn onderstreept en worden uitgelegd in de woordenlijst op pagina 84. Dit boek heeft het keurmerk Makkelijk Lezen Mijn geboorte Mijn verhaal

Nadere informatie

Een Berbers dorp. Mijn zussen en ik mochten van mijn vader naar school. Meestal mochten alleen jongens naar school.

Een Berbers dorp. Mijn zussen en ik mochten van mijn vader naar school. Meestal mochten alleen jongens naar school. Een Berbers dorp Ik ben geboren en opgegroeid in het noorden van Marokko. In een buitenwijk van de stad Nador. Iedereen kent elkaar en altijd kun je bij de mensen binnenlopen. Als er feest is, viert het

Nadere informatie

Door wie werd Samaria belegerd en welke economische situaties ontstonden er?

Door wie werd Samaria belegerd en welke economische situaties ontstonden er? De wonderbare redding van Samaria. Door wie werd Samaria belegerd en welke economische situaties ontstonden er? 2 Koningen 6:24-25 24 Het gebeurde daarna, dat Benhadad, de koning van Syrië, zijn hele leger

Nadere informatie

JESAJA ZIET IN DE TOEKOMST

JESAJA ZIET IN DE TOEKOMST Bijbel voor Kinderen presenteert JESAJA ZIET IN DE TOEKOMST Geschreven door: Edward Hughes Illustraties door: Jonathan Hay Aangepast door: Mary-Anne S. Vertaald door: Erna van Barneveld Geproduceerd door:

Nadere informatie

Wat staat overduidelijk in de Bijbel over de positie van man en vrouw in het huwelijk?

Wat staat overduidelijk in de Bijbel over de positie van man en vrouw in het huwelijk? De gevolgen van de keuzes die koning David maakte. Wat staat overduidelijk in de Bijbel over de positie van man en vrouw in het huwelijk? Genesis 2:23-24 23 Toen zei Adam: "Dit is eindelijk iemand die

Nadere informatie

Efeziërs 1. Begin van de brief

Efeziërs 1. Begin van de brief Efeziërs 1 Begin van de brief Paulus groet de christenen in Efeze 1 Dit is een brief van Paulus aan de christenen in de stad Efeze. Ik ben een apostel van Jezus Christus. Dat is Gods wil. Jullie horen

Nadere informatie

EEN FAVORIETE ZOON WORDT EEN SLAAF

EEN FAVORIETE ZOON WORDT EEN SLAAF Bijbel voor Kinderen presenteert EEN FAVORIETE ZOON WORDT EEN SLAAF Geschreven door: Edward Hughes Illustraties door: Byron Unger en Lazarus Aangepast door: M. Kerr en Sarah S. Vertaald door: Arnold Krul

Nadere informatie

De ontelbaren is geschreven door Jos Verlooy en Nicole van Bael. Samen noemen ze zich Elvis Peeters.

De ontelbaren is geschreven door Jos Verlooy en Nicole van Bael. Samen noemen ze zich Elvis Peeters. Over dit boek De ontelbaren is geschreven door Jos Verlooy en Nicole van Bael. Samen noemen ze zich Elvis Peeters. Dit boek bestaat uit twee delen. Het eerste deel gaat over een man die vlucht naar Europa.

Nadere informatie

Waar woonde Nabal, was hij rijk en wat vertelt de Bijbel over zijn echtgenote?

Waar woonde Nabal, was hij rijk en wat vertelt de Bijbel over zijn echtgenote? De actie van Abigaïl en de les voor David. Waar woonde Nabal, was hij rijk en wat vertelt de Bijbel over zijn echtgenote? 1 Samuel 25:2 2 Nu was er in Maon een man die in Karmel zijn bedrijf had. Die man

Nadere informatie

De gebroeders Leeuwenhart

De gebroeders Leeuwenhart Astrid Lindgren De gebroeders Leeuwenhart vertaald door Rita Törnqvist-Verschuur met tekeningen van Ilon Wikland Uitgeverij Ploegsma Amsterdam Hoofdstuk 1 Wat ik nu ga vertellen gaat over mijn broer. Over

Nadere informatie

Exodus 17:8-16 Geloven doe je samen!

Exodus 17:8-16 Geloven doe je samen! Exodus 17:8-16 Geloven doe je samen! 5e Preek in het gemeenteproject feest van genade bij het weekthema verbondenheid. De duivel wil je geloof graag aanvallen. Maar samen sta je sterk en kun je elkaar

Nadere informatie

GOD EERT JOZEF, DE SLAAF

GOD EERT JOZEF, DE SLAAF Bijbel voor Kinderen presenteert GOD EERT JOZEF, DE SLAAF Geschreven door: Edward Hughes Illustraties door: M. Maillot en Lazarus Aangepast door: M. Maillot en Sarah S. Vertaald door: Arnold Krul Geproduceerd

Nadere informatie

Mededelingen door de ouderling van dienst. Margreet Reitsma Pastoraal Ouderling, sectie 7

Mededelingen door de ouderling van dienst. Margreet Reitsma Pastoraal Ouderling, sectie 7 Mededelingen door de ouderling van dienst Margreet Reitsma Pastoraal Ouderling, sectie 7 Lied 221 vers 1, 2 en 3 (Nieuwe Liedboek) Lied 221 vers 1, 2 en 3 (Nieuwe Liedboek) Lied 221 vers 1, 2 en 3 (Nieuwe

Nadere informatie

2 Petrus 1. Begin van de brief

2 Petrus 1. Begin van de brief 2 Petrus 1 Begin van de brief Petrus groet alle christenen 1 Dit is een brief van Simon Petrus, een dienaar en apostel van Jezus Christus. Aan alle mensen die zijn gaan geloven. Jullie geloof is net zo

Nadere informatie

Simone Foekens. met illustraties van Melanie Broekhoven SpecialBooX, Zuid-Beijerland. Kinderbijbel

Simone Foekens. met illustraties van Melanie Broekhoven SpecialBooX, Zuid-Beijerland.  Kinderbijbel Kinderbijbel 2017 SpecialBooX, Zuid-Beijerland www.specialboox.nl Kinderbijbel Tekst: Simone Foekens Illustraties: Melanie Broekhoven Ontwerp en vormgeving: SpecialBooX Simone Foekens met illustraties

Nadere informatie

Jezus hield veel van Marta en haar zuster, en van Lazarus. Maar toen hij gehoord had dat Lazarus ziek was, bleef hij toch nog twee dagen waar hij

Jezus hield veel van Marta en haar zuster, en van Lazarus. Maar toen hij gehoord had dat Lazarus ziek was, bleef hij toch nog twee dagen waar hij Johannes 11:1-45 Er was iemand ziek, een zekere Lazarus uit Betanië, het dorp waar Maria en haar zuster Marta woonden dat was de Maria die Jezus met olie gezalfd heeft en zijn voeten met haar haar heeft

Nadere informatie

Verhaal: Jozef en Maria

Verhaal: Jozef en Maria Verhaal: Jozef en Maria Er was eens een vrouw, Maria. Maria was een heel gewone jonge vrouw, net zo gewoon als jij en ik. Toch had God haar uitgekozen om iets heel belangrijks te doen. Iets wat de hele

Nadere informatie

Heilig Jaar van Barmhartigheid

Heilig Jaar van Barmhartigheid Heilig Jaar van Barmhartigheid van 8 december 2015 tot 20 november 2016 Paus Franciscus heeft alle mensen van de hele wereld uitgenodigd voor een heilig Jaar van Barmhartigheid. Dit hele jaar is er extra

Nadere informatie

Door welke oorzaak voelde Saul zich alleen en onbeschermd? En wat had hij vernomen?

Door welke oorzaak voelde Saul zich alleen en onbeschermd? En wat had hij vernomen? Dood van Saul en zijn zonen. Door welke oorzaak voelde Saul zich alleen en onbeschermd? En wat had hij vernomen? Zie 1 Samuel 30 en 31 Saul echter voelde zich alleen en onbeschermd, omdat God hem verlaten

Nadere informatie

Welk volk vertelde Saul waar David zich bevond?

Welk volk vertelde Saul waar David zich bevond? David spaart opnieuw het leven van Saul. Welk volk vertelde Saul waar David zich bevond? 1 Samuel 26:1 1 De Zifieten kwamen bij Saul in Gibea en zeiden: Houdt David zich niet verborgen op de heuvel Hachila,

Nadere informatie

Maar hij ziet niemand. Ik zal het wel gedroomd hebben, denkt hij dan. Hij gaat weer liggen en slaapt verder.

Maar hij ziet niemand. Ik zal het wel gedroomd hebben, denkt hij dan. Hij gaat weer liggen en slaapt verder. Over dit boek Karel en Elegast is een oud verhaal. Het gaat over trouw aan de koning en over verraad. Het is één van de eerste verhalen die in de Nederlandse taal zijn opgeschreven. De Karel in dit verhaal

Nadere informatie

LES 6. De Tempel opbouwen

LES 6. De Tempel opbouwen LES De Tempel opbouwen Sabbat Doe Lees Ezra 4- goed door. Heeft iemand jou ooit afgeremd toen je enthousiast was over een project? Hoe ging je met die persoon om? Hoe zou jij je voelen als je bij de Tempel

Nadere informatie

Bijbel voor Kinderen presenteert DAVID DE HERDERSJONGEN

Bijbel voor Kinderen presenteert DAVID DE HERDERSJONGEN Bijbel voor Kinderen presenteert DAVID DE HERDERSJONGEN Geschreven door: Edward Hughes Illustraties door: Lazarus Aangepast door: Ruth Klassen Vertaald door: Importantia Publishing Geproduceerd door: Bible

Nadere informatie

Wie vroeg aan Joab om koning David te mogen berichten van de dood van Absalom?

Wie vroeg aan Joab om koning David te mogen berichten van de dood van Absalom? David rouwt om Absalom. Wie vroeg aan Joab om koning David te mogen berichten van de dood van Absalom? 2 Samuel 18:19 19 Toen zei Ahimaäz, de zoon van Zadok: Laat mij toch rennen en de koning de boodschap

Nadere informatie

Gemeente van onze Heer Jezus ChristusGemeente van onze Heer Jezus Christus!

Gemeente van onze Heer Jezus ChristusGemeente van onze Heer Jezus Christus! Gemeente van onze Heer Jezus ChristusGemeente van onze Heer Jezus Christus! Jongens en meisjes! Hebben jullie vanmorgen de kerkklok gehoord? Ja, vanmorgen hoorden we ook een klok luiden in de kerk. Maar

Nadere informatie

GELOOF GROOT BEGIN KLEIN! GRAAF EEN GREPPEL!

GELOOF GROOT BEGIN KLEIN! GRAAF EEN GREPPEL! GELOOF GROOT BEGIN KLEIN! GRAAF EEN GREPPEL! 2 Koningen 3: 4-24 4. Koning Mesa van Moab was schapenfokker. Hij betaalde aan de koning van Israël belasting. Die belasting bestond uit 100.000 lammetjes en

Nadere informatie

Het wonder van het kruis. De omwisseling aan het kruis

Het wonder van het kruis. De omwisseling aan het kruis Het wonder van het kruis De omwisseling aan het kruis Het wonder van het kruis / De Omwisseling Vergeving Verlossing / Reiniging Genezing Bevrijding Verzoening Nieuw leven Getsemane Diezelfde avond ging

Nadere informatie

JEREMIA, DE MAN VAN TRANEN

JEREMIA, DE MAN VAN TRANEN Bijbel voor Kinderen presenteert JEREMIA, DE MAN VAN TRANEN Geschreven door: Edward Hughes Illustraties door: Jonathan Hay Aangepast door: Mary-Anne S. Vertaald door: Erna van Barneveld Geproduceerd door:

Nadere informatie

Maand 10 week 1: Mozes sterft.

Maand 10 week 1: Mozes sterft. Maand 10 week 1: Mozes sterft. Lees eerst het Bijbelverhaal in Deuteronomium 32:45-52 en 34:1-12 - Sterven van Mozes - Jozua de nieuwe leider Zet in de goede volgorde: Esau Mozes Levi Welke naam hoort

Nadere informatie

Op hun knieën blijven ze wachten op het antwoord van Maria. Maar het beeld zegt niets terug.

Op hun knieën blijven ze wachten op het antwoord van Maria. Maar het beeld zegt niets terug. 1950 Het huilende beeld De zon schijnt met hete stralen op het kleine dorpje. Niets beweegt in de hitte van de middag. De geiten en koeien slapen in de schaduw. De blaadjes hangen stil aan de bomen. Geen

Nadere informatie

Hoe werd de verzorging van koning David in de laatste jaren van zijn leven ingevuld?

Hoe werd de verzorging van koning David in de laatste jaren van zijn leven ingevuld? Adonia en Salomo. Hoe werd de verzorging van koning David in de laatste jaren van zijn leven ingevuld? 1 Koningen 1:1-4 1 Koning David nu was oud en op dagen gekomen. Men dekte hem met dekens toe, maar

Nadere informatie

De bruiloft van Simson

De bruiloft van Simson De bruiloft van Simson Weet je nog waar de vertelling de vorige keer over ging? Over Simson, de nazireeër. Wat is een nazireeër? Een nazireeër is een bijzondere knecht van God. Een nazireeër mag zijn haar

Nadere informatie

DE GEBOORTE VAN JEZUS

DE GEBOORTE VAN JEZUS Bijbel voor Kinderen presenteert DE GEBOORTE VAN JEZUS Geschreven door: Edward Hughes Illustraties door: M. Maillot Aangepast door: E. Frischbutter en Sarah S. Vertaald door: Arnold Krul Geproduceerd door:

Nadere informatie

GOD EERT JOZEF, DE SLAAF

GOD EERT JOZEF, DE SLAAF Bijbel voor Kinderen presenteert GOD EERT JOZEF, DE SLAAF Geschreven door: Edward Hughes Illustraties door: M. Maillot en Lazarus Aangepast door: M. Maillot en Sarah S. Vertaald door: Arnold Krul Geproduceerd

Nadere informatie

Kijk naar de koning van vrede en recht. Hij is een redder, een held die niet vecht. Zwaai met een palmtak en weet wat je ziet:

Kijk naar de koning van vrede en recht. Hij is een redder, een held die niet vecht. Zwaai met een palmtak en weet wat je ziet: Kijk naar de koning van vrede en recht. Hij is een redder, een held die niet vecht. Zwaai met een palmtak en weet wat je ziet: Hij brengt je vreugde, maar ook verdriet. Wij zingen als Intochtslied: Lied

Nadere informatie

vrijdag 1 januari NIEUWJAARSDAG De Heer zal jullie gelukkig maken en jullie beschermen. Numeri 6:24

vrijdag 1 januari NIEUWJAARSDAG De Heer zal jullie gelukkig maken en jullie beschermen. Numeri 6:24 vrijdag 1 januari NIEUWJAARSDAG De Heer zal jullie gelukkig maken en jullie beschermen. Numeri 6:24 De Heer zei tegen Mozes: Zeg tegen Aäron en zijn zonen dat ze de Israëlieten met deze woorden moeten

Nadere informatie

KINDEREN VAN HET LICHT

KINDEREN VAN HET LICHT KINDEREN VAN HET LICHT Verteller: Het gebeurde in een donkere nacht, heel lang geleden, dat er herders in het veld waren, die de wacht hielden over hun schapen. Zij stonden net wat met elkaar te praten,

Nadere informatie

Wie trok Juda binnen en welke stad werd bedreigd door de inval van vijandelijke troepen?

Wie trok Juda binnen en welke stad werd bedreigd door de inval van vijandelijke troepen? Sanherib belegert Jeruzalem. Wie trok Juda binnen en welke stad werd bedreigd door de inval van vijandelijke troepen? 2 Kronieken 32:1-2, eerste deel 1 Na deze gebeurtenissen en deze blijk van trouw kwam

Nadere informatie

Waar dacht David opeens aan, vanwege welk feit in het verleden kwam die vraag op en welke vraag stelde David vervolgens?

Waar dacht David opeens aan, vanwege welk feit in het verleden kwam die vraag op en welke vraag stelde David vervolgens? Edelmoedigheid van David tegenover Mefiboseth. Waar dacht David opeens aan, vanwege welk feit in het verleden kwam die vraag op en welke vraag stelde David vervolgens? 2 Samuel 9:1 1 David zei: Is er nog

Nadere informatie

Bij wie waren David en zijn mannen toen de oorlog tussen de Filistijnen en Israël begon?

Bij wie waren David en zijn mannen toen de oorlog tussen de Filistijnen en Israël begon? David door koning Achis weggestuurd en God geeft David een tik op de vingers. Bij wie waren David en zijn mannen toen de oorlog tussen de Filistijnen en Israël begon? 1 Samuel 29:2 2 De stadsvorsten van

Nadere informatie

... NAAR EEN BETERE WERELD

... NAAR EEN BETERE WERELD ... NAAR EEN BETERE WERELD Wat ik waardevolle Wat mijn groep waardeafspraken vind... volle afspraken vindt... Wat God waardevolle afspraken vindt... TIEN WOORDEN VAN GOD Ik ben jullie enige God. Als je

Nadere informatie

DE WIJZE KONING SALOMO

DE WIJZE KONING SALOMO Online Bijbel voor kinderen presenteert DE WIJZE KONING SALOMO Geschreven door Edward Hughes Illustraties door Janie Forest and Lazarus Aangepast door Lyn Doerksen Alle Bijbelcitaten zijn afkomstig uit

Nadere informatie

Hoe groot was het leger van Saul in de tijd van vrede en hoe was de organisatie?

Hoe groot was het leger van Saul in de tijd van vrede en hoe was de organisatie? Inval van de Filistijnen en Saul brengt een offer. Hoe groot was het leger van Saul in de tijd van vrede en hoe was de organisatie? 1 Samuel 13:2 2 Toen koos Saul drieduizend man uit Israël voor zich uit.

Nadere informatie

Bijbel voor Kinderen presenteert JAKOB DE BEDRIEGER

Bijbel voor Kinderen presenteert JAKOB DE BEDRIEGER Bijbel voor Kinderen presenteert JAKOB DE BEDRIEGER Geschreven door: E. Duncan Hughes Illustraties door: M. Maillot en Lazarus Aangepast door: M. Kerr en Sarah S. Vertaald door: Arnold Krul Geproduceerd

Nadere informatie

EEN MAN DOOR GOD GESTUURD

EEN MAN DOOR GOD GESTUURD Bijbel voor Kinderen presenteert EEN MAN DOOR GOD GESTUURD Geschreven door: Edward Hughes Illustraties door: Byron Unger en Lazarus Aangepast door: E. Frischbutter en Sarah S. Vertaald door: Arnold Krul

Nadere informatie