VERWARMING EN VENTILATIE

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VERWARMING EN VENTILATIE"

Transcriptie

1 D E E L 2 : T EC H N I S C H E B E P A L I N G E N DEEL 1 : CONSTRUCTIE LOT 1 : LOT 2 : LOT 3 : LOT 4 : RUWBOUW TIMMERWERK DAKDICHTING BUITENSCHRIJNWERK DEEL 2 : AFWERKING LOT 1 : LOT 2 : LOT 3 : LOT 4 : LOT 5 : MUURAFWERKINGEN VLOERAFWERKINGEN BINNENSCHRIJNWERK SCHILDERWERKEN BUITENVERHARDING DEEL 3 : TECHNIEKEN LOT 1 : LOT 2 : LOT 3 : LOT 4 : ELEKTRICITEIT SANITAIR VERWARMING EN VENTILATIE BRANDBESTRIJDING DEEL Technieken Pagina 1

2 DEEL 3 : TECHNIEKEN Lot 1 : E L E K T R I C I T E I T ART. 1. ALGEMEEN. De post elektriciteit omvat alle leveringen en werken tot de realisatie van het volledige elektrische leidingnet. In overeenstemming met de algemene en specifieke bepalingen in het bijzonder bestek, dienen de onder deze post begrepen eenheidsprijzen, hetzij volgens uitsplitsing in de samenvattende opmeting, hetzij in hun globaliteit, steeds te omvatten : - de levering en plaatsing van de aansluitkabel en tellerkast, in samenspraak met de energieleverende maatschappij (enkel de kosten voor de aansluiting zoals aangerekend door de energieleverende maatschappij vallen ten laste van de bouwheer); - de levering, plaatsing en aansluiting van het verdeelbord, met inbegrip van voedingskabel, vereiste differentieelschakelaars, -automaten, automatische zekeringen,... - het aanbrengen van alle te voorziene leidingen, met inbegrip van de mantelbuizen, stroomkabels en aftakdozen ; - de levering, de plaatsing en aansluiting van het aardverbindingssysteem en bijhorende equipotentiaalverbindingen ; - de vereiste keuringen en as-built-schema s. Materialen Alle apparaten en klein elektrisch materiaal dragen de vereiste keurmerken. Een model en bijhorende technische fiches van alle apparaten en bijhorigheden worden vooraf ter goedkeuring voorgelegd. Geen enkele armatuur, toestel of uitrustingselement mag geplaatst worden zonder vooraf goedgekeurd te zijn door de opdrachtgever. Uitvoering De installateur zal rekening houden met de voorschriften van het AREI, de geldende normen en keurmerken. In overeenstemming met de bepalingen en voorschriften hierboven vermeld, zullen de elektrische installaties van gebouwen en hun aansluiting op het laagspanningsdistributienet bovendien voldoen aan de algemene leverings- en aansluitvoorwaarden en de bijzondere technische voorschriften van de plaatselijke stroomleverancier. Deze laatste verstrekt tevens toelichtingen ivm de elektrische installatie voor beperkte duur en haar aansluiting op het laagspanningsdistributienet. Studie - principe van de installatie De elektrische installaties zullen worden uitgevoerd overeenkomstig het bijzonder bestek en de grondplannen elektriciteit. De ééndraadschema s worden opgesteld door de installateur elektriciteit. DEEL Technieken Pagina 2

3 Het ééndraadschema is de schematische voorstelling van de elektrische installatie die de samenstelling van iedere stroombaan geeft, alsmede de onderlinge verbindingen. Op dit schema worden de leidingtypes, de doorsnede en het aantal geleiders van deze leidingen, de plaatsingswijze, het type en de kenmerken van de automatische differentieelschakelaars en van de beschermingsinrichtingen tegen overstroom, de schakelaars, de verbindingsdozen, de aftakdozen, stopcontacten, de lichtpunten en de gebruikstoestellen aangeduid. Het situatieschema is een plan waarbij dmv conventionele symbolen de plaats van de borden, de aftakdozen, de lichtpunten, de stopcontacten, de schakelaars, de verbindingsdozen en de gebruikstoestellen aangeduid worden die op het ééndraadschema voorkomen. De aanduidingen op de elektriciteitsplans, zoals aangeduid bij het dossier, hebben geen ander doel dan het aanduiden van de benaderende plaatsing van de lichtpunten, schakelaars en stopcontacten. Het eigenlijke traject der leidingen, en de exacte plaatsaanduidingen zullen ter plaatse bepaald worden met de architect. Bij het vastleggen van het installatieschema en het verwezenlijken van de stroombanen zal er rekening worden gehouden met volgende principes : de verdeling en het aantal stroombanen, alsook de aangewende draadsecties van de verschillende stroombanen moeten conform zijn aan de voorschriften van het AREI; de stroombanen worden logisch opgevat en uitgebalanceerd, rekening houdend met een normale belasting en werking van de installatie; alle stroombanen hebben elk hun individuele aardgeleider; de installatie wordt derwijze ontworpen dat bij de werking van het beveiligingsapparaat van één enkele stroombaan, niet al de lokalen van eenzelfde niveau zonder licht moeten blijven. Keuring De installateur is verplicht de gerealiseerde installatie te controleren, door het meten van de isolatieweerstand van iedere kring afzonderlijk en het geheel der kringen. De isolatieweerstand dient te voldoen aan de eisen gesteld in het AREI. De installateur is verplicht de door hem uitgevoerde elektrische installatie te laten goedkeuren door een erkend organisme, aanvaard door de stroomverdeler, dit van zodra de elektrische installatie is afgewerkt. Voor de keuring zal een keuringsattest zonder opmerkingen afgegeven worden. Het aanvragen, evenals de kosten verbonden aan de keuring der elektrische installatie, alsook de gebeurlijke onkosten verbonden aan veranderingen, die zouden worden opgelegd wegens disconformiteit met de reglementaire voorschriften, zijn volledig ten laste van de installateur. Onderhoudsdossier Ten laatste bij de voorlopige oplevering zal de installateur in drievoud volgende plannen en gegevens overhandigen, samengebundeld in een dossier : de gedetailleerde technische documentatie van alle aangewende materialen ; alle keuringsverslagen en andere certificaten; een volledig stel as-built plannen, zoals definitief goedgekeurd, met aanduiding van het volledige leidingtracé en het elektrisch schema. Een schema zal onder plastiekbescherming in elk desbetreffend verdeelbord aangebracht worden. DEEL Technieken Pagina 3

4 Waarborgen De installateur waarborgt de goede werking van alle apparaten gedurende een waarborgperiode van minimum één jaar. De goede staat van buizen en draden wordt gegarandeerd gedurende tien jaar vanaf de datum van de voorlopige oplevering. De waarborg slaat op het verhelpen van alle optredende gebreken in de installatie, met inbegrip van de nodige herstellingen aan pleister-, schilder- en behangwerken. ART. 5. AARDING Algemeen. De aardverbinding voor installaties op lage en gemiddelde spanning bestaat uit volgende elementen : een aardverbindingselektrode (aardverbindingslus) (inbegrepen bij lot 1 ruwbouw); een aardgeleider die de aardverbindingsonderbreker met de aard-verbindingselektrode verbindt; een aardverbindingsonderbreker. Deze laat toe de aardverbindings-weerstand van de aardelektrode ten allen tijde te kunnen meten; de hoofdbeschermingsgeleider is de geleider die enerzijds verbonden is met de aardgeleider via de aardverbindingsonderbreker en anderzijds met de beschermingsgeleider van de massa s en zo nodig met deze van de vreemde geleidende delen en eventueel de nulgeleider; een hoofdaardingsklem waarop de aardgeleider, hoofdbeschermings-geleider en hoofdequipotentiaalgeleiders worden samengebracht; een reeks van equipotentiale verbindingen die zich tussen de hoofd-aardverbindingsklem en alle genaakbare metalen onderdelen van het gebouw situeert; individuele beschermgeleiders voor iedere stroombaan, aangesloten op de aardrail van het verdeelbord, deze beschermgeleiders zijn voorzien aan elk stopcontact, lichtpunt en elk ander mogelijk aansluitpunt van de betrokken stroombaan. PRIJSOPGAVE : INBEGREPEN ART. 6. LEIDINGEN Algemeen. Het betreft alle leveringen en werken voor de realisatie van het elektrisch leidingnet. In overeenstemming met de algemene en/of specifieke bepalingen dienen de onder deze post begrepen eenheidsprijzen steeds te omvatten : het maken van de nodige sleuven en doorgangen in wanden, vloeren en plafonds; de levering en montage van de mantelbuizen en/of kabelgeleiders; het trekken en verbinden van de geleiders; het afdichten van doorboringen en sleuven in muren, doorgangen in vloeren en plafonds; het waar nodig voorzien van brandwerende afdichtingen in functie van de DEEL Technieken Pagina 4

5 vereiste brandweerstand (volgens het KB van 19/12/1997 en wijzigingen); alle maatregelen nodig om de vooropgestelde luchtdichtheid van het gebouw niet in het gedrang te brengen door de uitvoering van het leidingnet; het verzamelen van alle puin en afval en zijn dagelijkse afvoer. Materialen BUIZEN & BEVESTIGINGSMIDDELEN De buizen zijn vervaardigd uit een onbrandbaar, zelfdovend materiaal en dragen het CEBEC-keurmerk. Stalen van de aan te wenden buizen en bevestigingsmiddelen worden voorafgaandelijk ter goedkeuring voorgelegd aan de architect. GELEIDERS - DRADEN De geleiders en de toegelaten stroomsterktes zijn in overeenstemming met het AREI Het aantal geleiders en de geleiderdoorsnede van een stroombaan wordt gekozen in functie van de bestemming. De draden, die in de buizen getrokken worden, zijn van het type VOB voor plaatsing in thermoplastische buizen (type Tth). Elke rol zal vergezeld zijn van een etiket van de fabrikant, met aanduiding van de isolering. De geleiders zullen alle uit één stuk zijn, zonder binddraad, noch las. De draden die worden aangesloten op een fase, moeten een isolatie hebben conform de genormaliseerde kleurcodes. Beschermingsgeleiders zijn geel/groen. GELEIDERS - KABELS De installateur kiest het type kabel en de voorziene diameters van de geleiders volgens hun bestemming binnen het installatieschema en een opstellingswijze conform het AREI Zij zijn naargelang hun toepassing van het type: VOB, XFVB, EVAVB, XVB, De installateur draagt hiervoor de volledige verantwoordelijkheid. Uitvoering Het plaatsen en bevestigen van de kabelbuizen gebeurt overeenkomstig het AREI. Behoudens andersluidende bepalingen gelden onderstaande voorschriften: De leidingen worden onzichtbaar (inbouw) in buizen aangelegd. In lokalen die niet bepleisterd worden, mogen leidingen echter in opbouw in buizen uitgevoerd worden., Waar voorzien op de plannen, worden de leidingen gelegd in kabelgoten of -kanalen en plintsystemen. Alle inbouwwerken en het doorboren worden machinaal volgens de regels van de kunst en volgens de aanwijzingen van de architect uitgevoerd. Waar sanitaire, verwarmings- of ventilatieleidingen en elektrische leidingen elkaar zouden kruisen, is een optimale coördinatie vereist tussen de verschillende ambachten. De leidingen blijven verwijderd van componenten die een hogere temperatuur kunnen bereiken zoals schouwen, verwarmingsinstallaties, Er mag zich in de buizen geen water kunnen verzamelen. De beoogde luchtdichtheid van het gebouw mag niet negatief beïnvloed worden. Alle puin en gruis afkomstig van doorboringen en insnijdingen moet opgekuist DEEL Technieken Pagina 5

6 en van de werf afgevoerd worden. Alle gebeurlijke schade veroorzaakt door de installateur van de elektrische installatie wordt door zijn zorgen en op zijn kosten hersteld. Ondergrondse kabels: De plaatsing van ondergrondse laagspanningsleidingen gebeurt volgens het AREI art De kabel moet minimum 60 cm diep onder het maaiveld en/of bovenvlak van de buitenverharding ingegraven worden. Als dit technisch onmogelijk is, moet de bescherming gevormd worden door een doorlopend omhulsel in duurzaam, weerstand biedend materiaal zonder openingen of voegen. De kabels worden mechanisch beschermd door een bedekking met kabelafdekpannen in PVC of gebakken aarde, of gelijkwaardig systeem. De ondergrondse leidingen worden uitgevoerd in EVAVB onder kabelstenen, ofwel in XFVB in een HDPE voerbuis. Inbouw in metselwerk : De leidingen in metselwerk worden steeds aangelegd volgens horizontale en verticale tracés, teneinde later de juiste ligging der buizen makkelijk te kunnen bepalen. Men zal nooit schuin over een muur werken. Voor de in metselwerk ingewerkte buizen, moet het machinaal inslijpen met zorg uitgevoerd worden. Trillingen in de constructie bij het uitvoeren van kapwerken moeten tot een minimum beperkt worden. De nominale diepte van de sleuven bedraagt ongeveer 2 cm. De diepte van de horizontale sleuven moet evenwel tot een minimum beperkt blijven, teneinde de stabiliteit van de muren zo min mogelijk aan te tasten. De buizen worden in de bodem der sleuven zorgvuldig bevestigd met haken of met nagels en ijzerdraad. Deze bevestiging wordt derwijze uitgevoerd dat de buizen een volkomen rechte lijn vormen en zich niet meer kunnen verplaatsen, een bevestiging per lopende meter en op elk uiteinde der bochten is daartoe aangewezen. Na de plaatsing worden de sleuven over gans de lengte opgevuld met een mortel die past bij het ondergrondmateriaal. De mortel moet volledig de op de bodem van de sleuf geplaatste kabelbuis omhullen, er mag geen contact bestaan tussen de buizen en het pleisterwerk. Het werk wordt uitgevoerd rekening houdend met het feit dat het oppervlak naderhand nog dient afgewerkt te worden (bepleistering). Deze bedekking moet maw ruw gehouden worden teneinde de bepleistering te vergemakkelijken. Inbouw in holle constructieruimten : De ingewerkte buizen zijn verplicht van het niet-vlamverspreidende type. Als er leidingen geplaatst worden die niet de vereiste mechanische weerstand bezitten, dienen deze beschermd te worden op alle plaatsen waar risico s op beschadiging bestaan, zoals bijvoorbeeld bij de plaatsing op vloerbalken. Zonder voorafgaandelijke goedkeuring van de architect mogen geen sleuven in kepers van 4" of minder en geen inkepingen gemaakt worden in constructiehout van vloer- of dakgebinten, op meer dan 25 cm van de muren die de balken ondersteunen. Geen inkepingen dieper dan 2 cm mogen gemaakt worden in houten vloergebinten. DEEL Technieken Pagina 6

7 Opbouw van leidingen : De opbouwleidingen worden waterdicht uitgevoerd. Wanneer verschillende kabelbuizen eenzelfde weg volgen, moeten ze onderling volstrekt evenwijdig zijn in de rechtlijnige gedeelten en volgens volledig concentrische cirkelbogen in de bochten geplooid worden. In de bochten mag ook aangenomen worden dat alle kabelbuizen van hetzelfde stel, gebogen worden volgens cirkelbogen met eenzelfde straal waarvan de middelpunten gelegen zijn op de middellijn van de hoek gevormd door de twee rechtlijnige gedeelten. De keuze tussen beide werkwijzen behoort in elk geval door de architect gemaakt te worden. De kabelbuizen van eenzelfde stel worden met gelijke tolerantie van elkaar geplaatst. De afstanden tussen de bevestigingspunten zijn zodanig gekozen dat de kabelbuizen een goed rechtlijnig tracé volgen. In de rechte gedeelten is er minstens één bevestiging om de 50cm voor kabelbuizen van plastisch materiaal, één bevestiging aan elk uiteinde der bochten, alsook één bevestiging langs beide zijden van de verbindingsdozen. De bevestigingen worden met gelijke tussenafstanden geplaatst. De kabelbuizen moeten vrij kunnen uitzetten; daartoe worden de bevestigingen niet op de kabelbuizen geprangd en worden de doorvoeren door muren en plafonds omgeven door een kabelbuis met grotere diameter, vastgehecht in metselwerk. Ter hoogte van uitzettingsvoegen moeten de kabelbuizen op deze plaats van een schuifstelsel worden voorzien. Op bepleisterd metselwerk moeten de pluggen doordringen tot in het metselwerk, zo nodig worden dan langere schroeven gebruikt. Op houten wanden worden de zadels rechtstreeks in de wanden geschroefd. Brandwerende prestaties: De leidingen voldoen aan de bepalingen van de basisnormen voor brand, het AREI (in het bijzonder de wijzigingen door het KB van 25/04/2013), en de eisen van de plaatselijke brandweer. Waar nodig worden brandwerende afdichtingen rond leidingen, kokers en kabelbanen voorzien in functie van de brandcompartimenteringen en vereiste brandweerstand. Classificatie brandbestendigheid leidingen volgens NBN C Blanke draden, geleiders en kabels - Algemeenheden - Brandbestendigheid van elektrische kabels en leidingen - Classificatie en beproevingsmethoden voor de classificatie De systemen worden voorafgaandelijk ter goedkeuring voorgelegd aan de architect. Trekken van draden in kabelbuizen: Het kabelbuizenstelsel van elke leiding wordt over zijn volledige lengte bevestigd, vooraleer met het trekken van draden en kabels aan te vangen. Het trekken van draden en kabels mag niet worden begonnen, zonder toelating van de architect. Het trekken geschiedt met de meeste zorg, ten einde elke beschadiging aan de isolerende omhulling te vermijden. Wanneer de lengte van de leidingen het vereist, geschiedt het trekken van de draden door middel van een speciale trekveer. Bij beschadiging van de draden worden deze volledig vervangen. De draden hebben een voldoende lengte om een reserve van min. 10 cm per draad te behouden, in elke verbindingsdoos, schakelaar of contactdoos, in de verlichtingstoestellen en in de borden. Het uiteinde van de draden dat gediend DEEL Technieken Pagina 7

8 heeft voor het bevestigen van de trekveer, is als afval te beschouwen. Het wordt afgesneden en mag niet meetellen in voornoemde reserve van 10 cm. Aan ieder uiteinde van een lichtpunt waar geen lichtarmatuur voorzien is, wordt een aansluitblokje geplaatst.. De vrije lengte van de uitstekende stroomdraden bedraagt overal minstens 30 cm. Per ruimte wordt minimum één lichtpunt voorzien van een voorlopige lamphouder met een energiezuinige lamp. Het gebruik van voorbedrade flexibele buizen is toegestaan. Waterdichte afdichtingen : Onder geen beding mag vocht infiltreren in de kabelbuizen of trek- en verbindingsdozen. Aangepaste maatregelen moeten genomen worden om te vermijden dat water zich kan ophouden in kabelbuizen en toestellen wanneer ze verbonden zijn. Waar risico zou bestaan op vochtinfiltratie worden dienaangaande aangepaste afdichtingspluggen aangewend. Keuring De leidingen worden geplaatst volgens het leidingschema en worden als dusdanig gecontroleerd. PRIJSOPGAVE : PRIJS VOOR HET GEHEEL S.O.G./G.P Kabelbuizen/inbouw. De buisleidingen bestaan uit soepele geringde PVC-buizen. De plaatsing gebeurt volgens het AREI. PRIJSOPGAVE : INBEGREPEN 6.3. Kabelgoten. Het betreft geprefabriceerde kunststofelementen voorzien van opklipsbare deksels. De afmetingen zijn afgestemd op het aantal voorziene leidingen. Materiaal Geprefabriceerde elementen uit kunststof of gegalvaniseerd staal voorzien van perforaties en van opklikbare deksels. De afmetingen zijn afgestemd op het aantal voorziene kabels, met circa 20% reserve. Uitvoering Vanaf 3 parallel te leggen kabels wordt gebruik gemaakt van goten en ladders. Bevestiging met beugels van goten en ladders volgens de voorschriften van de leverancier. De doorbuiging mag nooit meer dan 5 mm bedragen. De bevestiging mag het inbrengen van de kabels niet belemmeren. Alle hulpstukken zijn van hetzelfde fabrikaat als de goten en ladders. De kabels worden verzorgd bevestigd in de goten. Bij horizontale kabelgoten worden de kabels in één laag en zonder bevestiging aaneensluitend neergelegd op de goot. DEEL Technieken Pagina 8

9 Bij verticaal geplaatste kabelgoten of -ladders worden de kabels minimaal om de 50 cm individueel bevestigd. PRIJSOPGAVE : INBEGREPEN WAAR NODIG/VEREIST ART. 7. TREK- EN VERBINDINGSDOZEN Algemeen. De werken omvatten het leveren en plaatsen van alle nodige trek- en verbindingsdozen, inbegrepen : het inslijpen of uitkappen van de ruimte voorzien voor de inbouwdozen in metselwerk; het uitboren of zagen van de nodige ruimte voor de inbouwdozen in holle wanden; het leveren en plaatsen van alle nodige bevestigingsmiddelen. Materialen De inbouw montagedozen of verbindingsdozen voldoen aan de geldende normen en keurmerken. Ze zijn vervaardigd uit vlamdovend isolerend kunststof of metaal en aan de binnenzijde bekleed met isolatie. De dozen gebuikt in vochtige of natte ruimtes zijn van het hermetisch type. Het type, de afmetingen en bevestigingstechniek van de verbindingsdozen worden bepaald afhankelijk van de wand- of vloeropbouw en -afwerkingen en in het bijzonder de dikte van deze afwerking. Deze dozen zijn in gegoten thermoplastische stof. Inbouwdozen voor metselwerk zijn geschikt voor inbouw in gemetste wanden. Inbouwdozen voor holle wanden zijn geschikt voor inbouw in dunne holle wanden, zoals wanden in gipskarton,... Vloerdozen zijn geschikt voor inbouw in verhoogde vloersystemen. Inbouwdozen voor plafonds zijn geschikt voor inbouw in verlaagde plafonds. De plaats voor het aanbrengen van de inbouwdozen is aangeduid op de plannen en wordt vastgelegd na overleg tussen architect en installateur. Uitvoering De trek- en aftakdozen moeten zoveel mogelijk bereikbaar opgesteld worden, niettegenstaande de bekleding der wanden. Men zal zoveel mogelijk aftakdozen vermijden door de vertakkingen aan te brengen in de contactdozen. De dozen en de vrije uiteinden van de installatiebuizen, die ingewerkt worden, zullen zodanig afgedekt worden dat zij niet kunnen gevuld worden met pleistergips. Zij hebben een aangepaste diepte overeenkomstig hun bestemming, met voldoende speling voor het maken van de nodige aansluitingen. PRIJSOPGAVE : INBEGREPEN DEEL Technieken Pagina 9

10 7.2. Inbouw/metselwerk. Materiaal De inbouwdozen zijn geschikt voor de inbouw van de schakelaars en stopcontacten. Ze zijn vervaardigd uit zelfdovende, vormbestendige kunststof met grote mechanische sterkte. Ze zijn voorzien van uitbreekbare ingangen aan alle kanten. De dozen kunnen eenvoudig horizontaal en/of verticaal gekoppeld worden door samenklikken. De hartafstand der samengeklikte dozen is, zowel horizontaal als verticaal aangepast aan de te voorziene afdekramen. Vaste aansluitingen worden afgedekt met een afdekplaatje, voorzien van één of meerdere uitbreekpoortjes, bruikbaar als uitgangen voor de geleiders. Alle metalen onderdelen zijn corrosiebestendig. Uitvoering De nodige holtes zullen uitgekapt of uitgeslepen worden, overeenkomstig de afmetingen van de inbouwdoos. De inbouwdozen zullen vastgezet worden met mortel of met kleefpleister. PRIJSOPGAVE : INBEGREPEN 7.3. Inbouw/holle wanden. Materiaal De inbouwdozen zijn uit zelfdovende, vormbestendige kunststof met grote mechanische sterkte. Alle metalen onderdelen zijn corrosiebestendig. Uitvoering De nodige ruimte voor plaatsing van de inbouwdozen wordt uitgeboord met een klokzaag met geschikte diameter. De doos wordt aan de holle wand bevestigd met beugelklemmen of spanklauwen. PRIJSOPGAVE : INBEGREPEN 7.4. Inbouw/verlaagde plafonds. Leveren en plaatsen van trek- en verbindingsdozen, inbegrepen: het uitboren of zagen van de nodige ruimte voor de inbouwdozen in plafonds; het leveren en plaatsen van alle nodige bevestigingsmiddelen. Materiaal De inbouwdozen zijn geschikt voor inbouw in verlaagde plafonds. Ze zijn in zelfdovende, vormbestendige kunststof met grote mechanische sterkte. DEEL Technieken Pagina 10

11 Metalen onderdelen zijn corrosiebestendig. De plafondcontactdoos is voorzien van een metalen beugel met moeropening M5 met maximale trekbelasting van 2 kg en een geïsoleerde haak voor de bevestiging van hangende verlichtingstoestellen. Uitvoering De holtes in het plafond worden aangebracht door middel van een klokzaag, aangepast aan de afmetingen van de inbouwdoos. De inbouwdozen worden bevestigd door middel van schroeven, beugelklemmen of spanklauwen. PRIJSOPGAVE : INBEGREPEN ART.8. SCHAKELAARS EN CONTACTDOZEN Algemeen. De post schakelaars en contactdozen omvat de levering, de plaatsing en de aansluiting van alle lichtschakelaars, stopcontacten, aansluitdozen voor vaste toestellen, speciale schakelsystemen met relais,... Materialen Alle schakelaars, stopcontacten en contactdozen dienen te beantwoorden aan de op het ogenblik van de aanbesteding geldende normen en goedkeuringsmerken. Alle schakelaars, stopcontacten en contactdozen dienen nieuw te zijn en van eenzelfde oorsprong wat betreft merk en type. Van alles wordt vooraf een staal voorgelegd ter goedkeuring. Alle schakelmateriaal is ingesloten in een beschermend omhulsel in isolerende kunststof. Voor opbouwmateriaal wordt in principe steeds waterdicht materiaal aangewend. Voor inbouwmateriaal wordt het gewone schakelmateriaal toegepast. Ze zijn geschikt om in te bouwen in genormaliseerde inbouwdozen en zijn uitgerust met bevestigingsklauwen of -schroeven in metaal. De aansluitklemmen zijn voorzien van schroeven, bedienbaar aan de voorkant van het apparaat. Om de afdekplaat en bedieningstoets te verwijderen is het gebruik van gereedschap veriest. De afdekplaten moeten onderling uitwisselbaar zijn. Bij gegroepeerde montage moeten de apparaten, zowel schakelaars als stopcontacten, onder eenzelfde afdekplaat kunnen gemonteerd worden. Het datatransport en zwakstroomtoepassingen worden onder afzonderlijke dekplaten en in afzonderlijke inbouwdozen geplaatst overeenkomstig het A.R.E.I.. De apparatuur is daarbij van dezelfde herkomst en vormgeving als het schakelmateriaal voor laagspanningstoepassingen. Uitvoering De inplanting dient overeen te stemmen met de aanduidingen op de plannen. Op de plannen worden naast elkaar opgestelde apparaten ook als dusdanig weergegeven. De veiligheidszones voor het opstellen van schakelaars in vochtige DEEL Technieken Pagina 11

12 ruimtes zullen in overeenstemming zijn met de voorschriften van het A.R.E.I.. Algemeen worden volgende afmetingen aangehouden bij de plaatsing van contactdozen : - lichtschakelaars : 110 cm boven 0-pas /15 cm tov deurkruk - stopcontacten plint : 30 cm boven 0-pas loodrecht onder schakelaars - Stopcontacten keuken: 110 cm boven afgewerkte vloerpas/ Minimaal 60 cm van de spoeltafel Zo de plaatsing op plan hiervan zou afwijken, moet de architect hiervan op de hoogte gesteld worden. Bij twijfel omtrent een juiste plaatsing zal steeds voorafgaandelijk navraag gedaan worden bij de architect. Voor inbouwdozen in buitenwanden moet de continuïteit van de luchtdichtheidsschil gegarandeerd worden. Bij wanden in metselwerk wordt de holten op voorhand rondom ingemorteld. Daarna wordt de inbouwdoos vol in de mortel geplaatst. De aansluitschema s van de fabrikant worden strikt opgevolgd tot een feilloze werking van de installatie Stopcontacten. Het betreft de levering, plaatsing en aansluiting van alle stopcontacten, in respectievelijke overeenstemming met hun functie, zoals aangeduid op de plannen. Materialen : De stopcontacten dragen de vereiste keurmerken. Ze zijn conform aan het AREI en de voorschriften van de NBN C De gewone stopcontacten zijn tweepolig en aangepast voor een nominale stroomsterkte van respectievelijk 10A/ 16A/ 20A/ 32A. Alle contactdozen, met uitzondering van deze op zeer lage veiligheidsspanning, zijn van het type met kindveiligheid en moeten voorzien zijn van een aardingspen die verbonden is met de beschermingsgeleider van de elektrische leiding. De stopcontacten zijn in principe van het inbouwtype. De aansluiting van de geleiders geschiedt dmv schroefklemmen. De afdekplaatjes worden bevestigd dmv een schroef. De inbouwdiepte bedraagt minimum 26 mm. Waar leidingen zichtbaar liggen, met name in kelders, garage, zolder,... worden ook aangepaste opbouwstopcontacten voorzien. In de keuken zijn de meervoudige stopcontacten steeds van het horizontale type met het oog op een gebruik van geaarde stekkers. In vochtige ruimtes wordt enkel materiaal gebruikt dat voldoet aan de beschermingswaarden zoals gereglementeerd in het AREI. Indien de stopcontacten op verschillende spanning gebruikt worden, zullen zij van verschillend model zijn en onderling niet-uitwisselbaar. Wanneer het stopcontact gevoed wordt via een individuele beschermingstransformator is de uitvoering overeenkomstig de voorschriften van at. 73 van het AREI. Uitvoering : Per stroombaan moet het aantal stopcontacten, overeenkomstig het AREI, beperkt blijven tot 8. Desgevallend zullen extra stroombanen voorzien worden. De inbouwcontacten worden bevestigd in de inbouwdozen met schroef- of DEEL Technieken Pagina 12

13 klauwbevestiging. De doorverbindingen v/d stopcontacten worden uitgevoerd via de aansluitklemmen. De afdekplaatjes van schakelaars, verbindingsdozen en stopcontacten worden in rechte stand aangebracht en sluiten mooi aan met de voorziene oppervlakteafwerking (pleisterwerk, betegeling,...). Type : 10/16A Inbouw Materiaal: kunststof Kleur: wit Capaciteit van de klemmen: 3 x 2,5 mm2 (afhankelijk van de nominale stroomsterkte) Nominale spanning: 230 V Aantal polen: 2 P + aarding Kleur afdekplaatjes: in dezelfde kleur als het toestel De stopcontacten hebben rechte hoeken, niet afgerond. PRIJSOPGAVE : PER STUK - F.H Aansluitdozen Voeding kraanwerk met infrarooddetectie. Levering, plaatsing en aansluiting van de aansluitingsdozen voor het lavabokraanwerk met infrarooddetectie., zoals aangeduid op de plannen. Materiaal & Uitvoering De voeding wordt als volgt aangesloten op het elektrisch net (éénfasig 230V / 50Hz met aarding): De automaten worden in de algemene tellerkast aangebracht. De voedingsleidingen worden voorzien tot in nabijheid van het toestel. Automaten: aangepast aan het vermogen van het toestel. Alle installatiemateriaal is CEBEC-gekeurd. De elektrische installaties worden uitgevoerd conform het AREI. De installatie wordt pas opgeleverd na aflevering van een keuringsattest zonder opmerkingen opgemaakt door een erkend controleorganisme. PRIJSOPGAVE : PER STUK - F.H Voeding handdoekhouder. Levering, plaatsing en aansluiting van de aansluitingsdozen voor de handdoekhouder., zoals aangeduid op de plannen. Materiaal & Uitvoering De voeding wordt als volgt aangesloten op het elektrisch net (éénfasig 230V / 50Hz met aarding): DEEL Technieken Pagina 13

14 De automaten worden in de algemene tellerkast aangebracht. De voedingsleidingen worden voorzien tot in nabijheid van het toestel. Automaten: aangepast aan het vermogen van het toestel. Alle installatiemateriaal is CEBEC-gekeurd. De elektrische installaties worden uitgevoerd conform het AREI. De installatie wordt pas opgeleverd na aflevering van een keuringsattest zonder opmerkingen opgemaakt door een erkend controleorganisme. PRIJSOPGAVE : PER STUK - F.H Bewegingsdetectoren. Specificaties Type: binnentoepassing Behuizing: kunststof beschermingsgraad: IP-55 Timer: mechanisch of elektronisch instelbaar van circa 10 sec tot 10 min. Lichtgevoeligheid: instelbaar van +/- 10 tot lux Uitvoering Plaatsing en aansluiting uit te voeren volgens voorschriften van de fabrikant. Wijze en plaats van opstelling vooraf voor te leggen aan de architect Type 1: Bewegingsdetector 180, inbouw (muur) PRIJSOPGAVE : PER STUK - F.H Type 2: Bewegingsdetector 360, inbouw (verlaagd plafond) PRIJSOPGAVE : PER STUK - F.H. ART.9. LICHTARMATUREN 9.1. Algemeen Levering, plaatsing en aansluiting van de verlichtingsarmaturen, inclusief de bijhorende spaar-, fluorescentie-, halogeen-, of led-lampen. Materialen De toestellen zijn volledig nieuw en dragen het CEBEC keurmerk. Van ieder type toestel wordt een exemplaar ter goedkeuring voorgelegd, met vermelding van de technische goedkeuring, lichtspecificaties, en de juiste afmetingen. De architect houdt zich het recht voor meer dan één model ter keuze te eisen. De toestellen en hun inbouwdozen en bevestigingen zijn van die aard dat ze verenigbaar zijn met de plafondafwerking waarin zij worden geplaatst. Zij zijn ontworpen om te kunnen worden opgebouwd / ingebouwd zonder enige vorm van schade te veroorzaken aan de plafonds (door oververhitting, ). In de DEEL Technieken Pagina 14

15 armaturen zijn de nodige klemmen voorzien voor aansluiting op de stroomkring en eventuele aardgeleider. De vereiste beschermingsgraden van de armaturen volgens NBN C stemmen minimaal overeen met de eisen van het AREI De lampen voldoen aan volgende eisen: Type lamp FLUORESCENTIELAMPEN Compacte fluorescentielampen (spaarlamp) Buisvormige fluorescentielampen (TL-lamp) HALOGEENLAMPEN zonder ingebouwd voorschakelapparaat met of zonder reflector en met ingebouwd voorschakelapparaat alle overige T8 in miniatuurformaat van 15 W alle overige Vervanging van de lamp in bestaande armatuur klasse B of beter klasse A of beter klasse B of beter klasse A of beter klasse C of beter Energielabel Plaatsing van de lamp in nieuwe armatuur klasse A of beter klasse B of beter Minimale levensduur van de lamp (in uur) ALLE ANDERE LAMPEN DIE NIET ONDER ÉÉN VAN BOVENSTAANDE CATEGORIEËN VALLEN, WAARONDER: HID-lampen LED-lampen niet-gericht klasse A of beter klasse A of beter gericht 9000 retro-fit ingebouwd controlesysteem met overige Het kwikgehalte van fluorescentielampen voldoet aan volgende tabel: Type fluorescentielamp Maximaal kwikgehalte per lamp Compacte fluorescentielampen (spaarlampen) van minder dan 30 W Van 30 W en meer 2,5 mg 3 mg Buisvormige fluorescentielampen T5 met een levensduur < uur met een levensduur uur 2,5 mg 4 mg DEEL Technieken Pagina 15

16 (TL-lamp) T8 < 70 W met een levensduur < uur 3,5 mg van 70 W of meer 5 mg met een levensduur uur Uitvoering De opstelling van de toestellen stemt overeen met de aanduidingen op plan en wordt ter plaatse met de architect besproken. Van elk type toestel wordt een modelopstelling gemaakt in overleg met de ontwerper. Bij wandmontage en rechtstreekse plafondmontage worden de toestellen stevig bevestigd in de wand of het plafond. De ophanging van de toestellen zal onder geen beding verzekerd worden door ophanging aan de geleiders. Inbouwtoestellen zijn afgesteld op het type verlaagd plafond. Zwaardere toestellen in verlaagde plafonds worden, onafhankelijk van de verlaagde plafondstructuur, door middel van bevestigingshaken of draagkettingen bevestigd aan de bovenliggende draagstructuur. De plaatsing van de inbouwtoestellen zal gebeuren in coördinatie met de aannemer verlaagd plafond. Risico s op plaatselijke oververhitting moeten voorkomen worden d.m.v. een aangepaste brandwerende isolatie. De plaatsing gebeurt conform NBN EN Verlichtingstoestellen - Deel 2-2 : Bijzondere regels Inbouwarmaturen. Alle verlichtingstoestellen, met uitzondering van deze met veiligheidsklasse II en III, zullen verbonden worden met de aardverbinding d.m.v. een geleider evenwaardig in doorsnede en geplaatst in dezelfde buis of kabel als de voedingsdraden. Voor de oplevering worden de toestellen van hun eventuele bescherming ontdaan en grondig gereinigd en hun goede werking getest Inbouwarmaturen LED-Inbouwspots Omschrijving Inbouw LED armatuur voor downlight. Het armatuur is niet richtbaar. Het toestel voldoet aan de CE-norm en behoort tot klasse III van het AREI. Beschermingsgraad IP20. Ronde inbouwspot waarvan het zichtbare gedeelte bestaat uit concentrisch binnendeel welke centraal de LED en reflector bevat. De LED met reflector zijn verdiept geplaatst. Het toestel wordt in plafond gespannen door middel van torsieveren. Inbouwopening : diameter ca. 76mm Inbouw diepte : 55mm Zichtbare diameter : ca. 82mm overmeten Materiaal Toestel in materiaal aluminium, gelakt in witte structuurlak. Specificaties lichtbron 1 x vermogen LED module Uitgerust met een reflector van 50 Kleurtemperatuur : warmwit = 3000K DEEL Technieken Pagina 16

17 Kleurweergave-index (CRI) : 80 Niet dimbaar. Niet richtbaar LED-Inbouwspots 350mA-DC/7W 680lm PRIJSOPGAVE : PER STUK - F.H Veiligheidsverlichting Levering en plaatsing van een aangepast en volledig functioneel veiligheidsverlichtingssyteem, met inbegrip van de voedingsleidingen en toestellen, te voorzien in de gemeenschappelijke ruimten, trappenhuizen, kelders, ondergrondse garages, conform de wettige bepalingen en de eisen van de plaatselijke brandweer. Materialen De veiligheidsverlichting voldoet aan: de basisnormen brand (KB 7 juli 1994 en wijzigingen) NBN EN Toegepaste verlichtingstechniek Noodverlichtingen NBN C Elektrische verlichtingstoestellen en toebehoren - Veiligheidsverlichting - Installatieregels en instructies voor de controle en het onderhoud NBN EN Verlichtingsarmaturen - Deel 2-22 Bijzondere eisen - Verlichtingsarmaturen voor noodverlichting NBN EN Noodverlichtingsystemen voor vluchtwegen NBN L Veiligheidsverlichting in gebouwen - Fotometrische en colorietmetrische voorschriften De ontsteking van de lamp gebeurt automatisch bij een netspanningonderbreking of bij een daling van de spanning (tussen 70 & 85% van de nominale waarde). Bij het terugkeren van de netspanning gaan ze automatisch uit. De toestellen hebben een autonomie van minimum 1 uur na maximum 24 uur lading. De module bestaat uit: een compacte plaatstalen of kunststof behuizing; een zelfdovende lichtdiffusiekap; een vervangbare batterij, bestaande uit herlaadbare waterdichte nikkelcadmium-cellen (NiCd), ondergebracht in een afzonderlijke plaatstalen of DEEL Technieken Pagina 17

18 kunststof behuizing. De lichtstroom van de batterij is elektronisch gestabiliseerd en geregeld in twee regimes (versnelde lading en druppellading), zodanig dat de cellen steeds optimaal worden opgeladen om hun levensduur maximaal te houden Het aantal cellen wordt bepaald in functie van de lamp, de gewenste autonomie en de BLF-factor (verhouding tussen lumen-output van de lamp in nood- en netbedrijf); een laadnet met gepaste bekabeling; aan de netzijde is een kortsluitbeveiliging voorzien van een standaard in de handel verkrijgbare zekering of een elektronische beveiliging; Het toestel is uitgerust met automatische test van de werking en autonomie van het toestel. De toestand van het toestel wordt weergegeven met behulp van signalisatie-leds. De armaturen beantwoorden aan NBN EN en/of IEC , isolatieklasse II en beschermingsgraad IP-42 (wand of plafondmontage) of IP-55 (buitenomgeving, ondergrondse lokalen,..).. Conform het veiligheidsplan worden de nodige zelfklevende pictogrammen bijgeleverd, aan te brengen in overleg met de opdrachtgever en/of de brandweer. Modellen ter goedkeuring voor te leggen aan de architect Uitvoering De lampen worden aangesloten op de lichtkring van de bijhorende circulatie. De armaturen kunnen aan de wand of op het plafond worden bevestigd, zoals aangeduid op de plannen of overeenkomstig de richtlijnen van de architect Autonoom niet-permanent noodverlichtingsarmatuur Autonoom noodverlichtingsarmatuur van het niet-permanente type met 1x11W compact fluorescentielamp. De armatuur is geschikt voor montage aan de wand of het plafond (vast of gependeld) of voor inbouw in het plafond mits gebruik van inbouwkader. De armatuur beantwoordt aan de normen NBN EN en is stralingsarm volgens NBN EN en stralingsimmuun volgens NBN EN De armatuur wordt door de fabrikant gedurende minstens 5 jaar gewaarborgd. De armatuur bestaat uit: een basis uit grijs polycarbonaat (RAL9018). Het elektrisch-elektronisch equipment, gemonteerd op een schuif uit frigowit polycarbonaat (reflectiecoëfficiënt minstens 95%) is verbonden met de basis via een automatische klikverbinding. een half-ellipsvormige koepel volgens het fresnellens principe uit helder slagvast polycarbonaat die op de schuif geklikt wordt. De armatuur garandeert bij een plafondmontage op 5 meter hoogte 1 lux horizontale verlichtingssterkte op de vloer bij een tussenafstand van 20 meter en bij reflectiewaarden van 0 % voor plafond, muren en vloer. basis, schuif en koepel zijn brandwerend en zelfdovend en bestand tegen de gloeidraadtest van 850 C. De armatuur is isolatieklasse II en heeft een beschermingsgraad IP42 bij plafondmontage. De armatuur wordt bevestigd tegen wand of plafond door middel van een montageplaat vervaardigd uit polycarbonaat. De montageplaat is vooraf monteerbaar en elektrisch aansluitbaar, en heeft uitbreekpoorten geschikt voor kabelinvoer van 10 mm. De uitbreekpoorten bevinden zich aan beide kopse kanten, centraal in de achterzijde en bovenaan in de langszijde. De montageplaat DEEL Technieken Pagina 18

19 kan eveneens rechtstreekse gemonteerd worden op een inbouwaftakdoos met een diameter van 60 mm. De bevestiging van de armatuur op de montageplaat gebeurt door een klikverbinding. De elektrische aansluiting van het equipement gebeurt door een automatische stekker-busverbinding. De batterij bestaat uit 4 7/5e sub-c (diameter 23mm) NiMH-cellen van 4 Ah resistent aan een gemiddelde batterijtemperatuur van 55 C gedurende 4 jaar bij tijdsgeschakeld laden. Hierbij is een lichtstroom verzekert van minimum 450 lumen met een autonomie van minstens 1 uur na 24 uur lading. Op de armatuur zijn lampgegevens, batterijdatum en -type aangebracht zoals vereist volgens NBN EN De batterijlaadstroom tijdgeschakeld en gestabiliseerd op 200 ma. De armatuur is uitgerust met een elektronische ompoolbeveiliging om beschadiging van de batterij bij te diepe ontlading te voorkomen. Controle en bediening van de armatuur: De armatuur is uitgerust met een voorziening voor BUS-communicatie en met een microprocessor en kwartsklok die toelaat een automatische test uit te voeren conform de normen NBN EN en NBN EN 62034: wekelijks wordt gedurende 2 minuten een functietest uitgevoerd en exact om de 13 weken een autonomietest met vooropgestelde autonomietijd. de toestand van de armatuur wordt weergegeven door 1 groene en 2 gele LEDs. De groene LED geeft aan dat de armatuur in goedwerkende waaktoestand is alsmede de status van de communicatie. De gele LEDs kunnen 3 soorten fouten aangeven: lampfout, batterijfout en elektronicafout. Ingeval van elektronicafout geeft de knipperfrequentie van de LED de aard van de fout aan. Het standaard testmoment wordt bij installatie random ingesteld over de periode van 13 weken voor de autonomietest en 7 dagen voor de functietest. Een gewenst testmoment is instelbaar door middel van de ESM-besturingssoftware. Bij terugkeer van de netspanning blijft de lamp 2 minuten nabranden. De armatuur heeft een uniek voorgeprogrammeerd elektronisch adres. De armatuur stuurt informatie naar de ESM-besturingssoftware en kan instructies van de ESM-besturingssoftware ontvangen en uitvoeren. Wanneer de BUScommunicatie niet actief is blijft de armatuur eveneens autonoom functioneren. Afmetingen LxBxH (mm): +/- 304 x 155 x 73. De armatuur heeft het ENEC keurmerk en is ontwikkeld en geproduceerd in een onderneming die ISO9001 gecertificeerd is. PRIJSOPGAVE : PER STUK - F.H. DEEL Technieken Pagina 19

20 Signalisatie en pictogrammen Materiaal Geïntegreerd met de veiligheidsverlichting zullen de vereiste pictogrammen van uitgang en/of nooduitgang met richtingsaanduiding van vluchtweg voorzien worden. Vorm, afmetingen en kleur (witte pictogrammen op groene ondergrond), alsook de intensiteit en het contrast van verlichte pictogrammen zijn conform NBN EN 1838 Toegepaste verlichtingstechniek - Noodverlichting. Modellen ter goedkeuring voor te leggen. Uitvoering De pictogrammen worden geplaatst overeenkomstig de richtlijnen van de plaatselijke brandweer. PRIJSOPGAVE : inbegrepen in de eenheidsprijs van de veiligheidsverlichting. ART.11. BRANDDETECTIE Algemeen. Alle werken en leveringen voor de realisatie van een bedrijfsklare brandmeldingsinstallatie. Materiaal & Uitvoering Functionele vereisten: een meld- en alarminstallatie beslaat alle ruimten van het gebouw, behalve de door de overheid toegestane uitzonderingen (Koninklijk besluit van en wijzigingen) en de bepalingen van de brandweer. Wanneer meerdere gebouwen op hetzelfde perceel een functioneel geheel vormen, dienen zij als een geheel beschouwd te worden voor de meld- en alarminstallatie. Keuring De installatie wordt ontworpen en geïnstalleerd door een bevoegd bedrijf volgens de regels van goed vakmanschap. Een certificering van het bedrijf door een terzake geaccrediteerde instelling (zoals BVVB-ANPI of BOSEC) geldt als een bewijs van bevoegdheid en wordt bij installaties met automatische brandmelders verplicht gesteld. De installatie zal bij oplevering nagezien worden op conformiteit en goede werking onder toezicht van een geaccrediteerde certificatie-instelling (zoals BVVB-ANPI). Systeem en attesten ter goedkeuring voor te leggen Centrale eenheid. Elke brandmeldinstallatie moet voorzien zijn van een centrale eenheid met bedieningseenheid Materialen & Uitvoering Volgende types centrales komen in aanmerking: DEEL Technieken Pagina 20

21 centrale met een keuringscertificaat dat bepaalt dat ze beantwoordt aan de norm NBN S hoofdstuk centrale met een keuringscertificaat dat bepaalt dat ze beantwoordt aan de norm NBN S en addenda centrale met een CE -markering die beantwoordt aan de norm NBN EN 54-2 De apparatuur en/of andere aanwezige onderdelen in het systeem moeten compatibel zijn; de onderdelen in het netwerk kunnen zo op elkaar aangesloten worden en aan elkaar zijn aangepast, dat het gehele systeem als een eenheid kan functioneren, waarbij alle afzonderlijke onderdelen binnen hun specificaties blijven werken. De compatibiliteit kan worden vastgelegd door een keuringscertificaat of door toepassing van de norm NBN EN Indien er voor wordt gekozen om het alarm in werking te stellen door twee bedieningselementen te bedienen, dan moet deze werkwijze worden aangegeven met een korte duidelijke tekst die onuitwisbaar op het bedieningspaneel moet worden aangebracht. Specificaties Centrale aantal zones: minimum 2 zones Contacten voor inlezing van andere alarmen: reserve 3 st Aangesloten toestellen: detectoren, signaalgevers Minimaal 2 reservelussen of een uitbreidbaar systeem te voorzien. PRIJSOPGAVE : PRIJS VOOR HET GEHEEL S.O.G./G.P Energievoorziening Materialen & Uitvoering De centrale wordt standaard voorzien van een dubbele energievoorziening. De primaire energie wordt geleverd door het openbare elektriciteitsnet of een gelijkwaardig systeem. De tot de alarminstallatie behorende energievoorzieningen zijn daarop aangesloten via een afzonderlijke eindgroep. De voeding wordt uitsluitend voorbehouden voor dit gebruik en wordt rechtstreeks gekoppeld aan het elektriciteitsbord stroomopwaarts de algemene differentieelbeveiliging. Indien de beveiliging tegen onrechtstreeks contact met de elektrische installatie van het gebouw wordt verzekerd door een differentieelschakelaar, wordt de hoofdvoeding beschermd door een afzonderlijke differentieelschakelaar naast de algemene differentieelbeveiliging. De gevoeligheid van deze afzonderlijke differentieelschakelaar is 300 ma. De betreffende groepsschakelaar is aangeduid met de tekst. "NIET UITSCHAKELEN -Alarminstallatie". De tweede bron bestaat uit een accumulatorenbatterij die constant opgeladen wordt, stand-by-batterij met automatische en onmiddellijke inwerkingtreding in geval van uitvallen van het elektriciteitsnet. De batterij is in staat de installatie te voeden gedurende minstens 12 uur, gevolgd door een voeding van 15 minuten in alarmtoestand. Volgende types noodvoeding beantwoorden aan deze vereisten: een noodvoeding die beantwoordt aan de norm NBN S , hoofdstuk een noodvoeding die beantwoordt aan de norm NBN EN 54-4 PRIJSOPGAVE : Inbegrepen in de kostprijs van de centrale eenheid. DEEL Technieken Pagina 21

22 11.4. Bekabeling. Materialen & Uitvoering De kabelkenmerken zijn aangepast om een abnormale spanningsval te vermijden. Om de mechanische sterkte en de goede werking van de installatie te waarborgen, bedraagt de diameter van de aders minimum 0,6 mm, behoudens bijzondere wettelijke verplichtingen of technische voorschriften bepaald door de leverancier van het materieel. Bij de keuze van de toe te passen signaalkabels moeten de specificaties voor halogeenvrije kabels volgens NBN HD 627 worden aangehouden, voor zover deze betrekking hebben op de elektrische en mechanische eigenschappen. Alle kabels die tot de alarminstallatie behoren en die met andere kabels gegroepeerd zijn of verward kunnen worden, moeten rood gekleurd zijn, of minimaal om de 5 meter zijn gemerkt. Kabels in klemmenkasten moeten duidelijk zijn gecodeerd. In de klemmenkast moet een aansluitschema zijn aangebracht. In een kabel met stroomketens die vanuit de centrale eenheid wordt gevoed, mogen geen stroomketens zijn opgenomen die vanuit andere installaties worden gevoed. Een lus met alarmsignaalgevers mag niet meer dan m2 vloeroppervlak beveiligen. Er mogen niet meer dan tien alarmeringszones in een lus met alarmsignaalgevers worden ondergebracht. Een storing in de transmissieweg van een alarmeringszone mag de werking van de transmissiewegen van andere alarmeringszones niet beïnvloeden. Bij een eventuele storing (zowel kortsluiting als draadbreuk) in de transmissieweg naar de alarmsignaalgevers mogen niet meer dan 32 alarmsignaalgevers uitvallen in de betreffende alarmeringszone. De eis van functiebehoud bij brand geldt voor alle kabels die langer dan 1 minuut na het ontdekken van de brand in werking moeten blijven om het alarmsignaal in stand te houden. Transmissiewegen waarvoor de eis tot functiebehoud bij brand geldt, moeten gedurende minimaal 30 min na het ontstaan van een brand blijven functioneren. Dit betekent dat binnen 30 min na het ontstaan van een brand geen draadbreuk en/of kortsluiting in de transmissieweg mag ontstaan als gevolg van die brand. Functiebehoud bij brand is niet vereist voor de transmissiewegen tussen de centrale eenheid enerzijds en de handmelders en/of eventueel aanwezige automatische brandmelders anderzijds, voor zover die continu bewaakt zijn op draadbreuk en kortsluiting. Om voldoende functiebehoud bij brand van de kabel te kunnen waarborgen moeten één of meer van de hierna volgende voorzieningen worden toegepast: Een type kabel met functiebehoud van ten minste 30 minuten (volgens NBN- EN 50200). De kabel moet volgens de voorschriften van de fabrikant worden bevestigd. Een kabel zonder functiebehoud zo beschermen (bijvoorbeeld door bouwkundige maatregelen) dat deze minimaal 30 minuten na het ontstaan van een brand als transmissieweg blijft functioneren, bijvoorbeeld door het verzinken van de kabels in een onbrandbare bekleding met een minimale inbouwdiepte van 3 cm; Door toepassing van een kabel van het vuurbestendige type, categorie FR volgens NBN C PRIJSOPGAVE : Inbegrepen in de kostprijs van de centrale eenheid. DEEL Technieken Pagina 22

23 11.5. Brandmelding Optische rookdetectoren. Materiaal & Uitvoering De branddetectoren beantwoorden aan de normen NBN EN 54-5, EN 54-6, EN 54-7, EN 54-8, EN 54-10, of EN De keuze en de plaatsing van de detectoren gebeurt conform de bepalingen van ofwel NBN S ; ofwel NBN CEN/TS richtlijnen voor het projecteren, ontwerpen, installeren, in bedrijf stellen, gebruik en onderhoud. Het ontwerp van een installatie met automatische brandmelders moet door een geaccrediteerde certificatie-instelling goedgekeurd worden. De detector is beschermd tegen uitwendige ruis en interferenties van radiofrequenties d.m.v. een metalen omhulsel waarin het volledig elektronische circuit is gekapseld. Een insektenscherm verhindert het binnindringen van ongewenste deeltjes in de meetkamer. De detector vereist een nominale werkingspanning van 15 tot 30 V/DC. In rust heeft hij een verbruik van 0,035 ma bij 24V/DC. De detector is gemaakt uit witte ABS-kunststof. PRIJSOPGAVE : PER STUK - F.H Alarmsirenes. Materialen & Uitvoering Het ontruimingsignaal moet een continu signaal zijn, maar mag gemoduleerd zijn. Het is verschillend van alle signalen die in het gebouw gebruikt wordt. In elke alarmeringszone worden ten minste twee toonsignaalgevers voor het alarm aangebracht. Toonsignaalgevers voldoen aan NBN-EN Binnen één alarmeringszone worden de signaalgevers gesynchroniseerd. De verbinding tussen de centrale eenheid en de alarmsignaalgevers wordt vanuit de centrale eenheid op zowel kortsluiting als draadbreuk bewaakt. Het signaal zal volgende kenmerken hebben: continu toonsignaal variërend tussen een frequentie van circa 2400 Hz en een frequentie van ca 2900 Hz bij 8 +/- 1 Hz. De sirene moet zowel een akoestisch als een optisch waarschuwingssignaal geven. PRIJSOPGAVE : PER STUK - F.H Bediening rookkoepel. Alle bekabelingen verlopen in kunststof inbouw- of opbouw installatiebuizen en gebeuren volgens de richtlijnen van de fabrikant van de rookkoepel. Het schema van bekabeling dient ter goedkeuring te worden voorgelegd. Alle nodige kabels en de bediening met sleutel in de inkom is inbegrepen in dit artikel. PRIJSOPGAVE : PRIJS VOOR HET GEHEEL S.O.G./G.P. DEEL Technieken Pagina 23

24 11.7. Deurmagneten. Leveren en plaatsen van een deurmagneet met montageplaat en ingewerkte aansluitklem voor brand- en rookwerende deuren. Specificaties Houdkracht 800N Werkspanning 24V DC 45mA Beschermingsgraad: IP 40 Bedrijfstemperatuur: 0 tot 50 C Afmetingen: +/- 95 x 69 x 28 mm (h x b x d) PRIJSOPGAVE : PER STUK - F.H. DEEL Technieken Pagina 31

25 Lot 2 : S A N I T A I R ART. 1. LEIDINGNET Algemeen. Omschrijving Levering, plaatsing en aansluiting van het geheel van sanitaire aanvoer- en afvoerleidingen, inclusief alle toebehoren noodzakelijk voor het optimaal functioneren van de sanitaire toestellen. De aannemer kan zich niet op een onvolledigheid van de plannen of het bestek beroepen om zijn leveringen en/of werken te beperken. Door het indienen van zijn offerte erkent de aannemer dat hij hiermee heeft rekening gehouden bij het opstellen van zijn eenheidsprijzen. Materialen - Alle materialen zijn nieuw en worden geleverd in een aangepaste verpakking met genormaliseerde codering om identificatie toe te laten. - Alle gebruikte materialen zijn onderling verenigbaar. Bijzondere aandacht wordt besteed aan het vermijden van elektrochemische koppels. In hun functie en plaatsing mogen de materialen geen negatieve invloed hebben op de goede en rendabele werking van de sanitaire installatie of gelijk welke component ervan (elektrolyse, putcorrosie, galvanische koppels). - De aannemer zal pas overgaan tot de bestelling van de materialen na goedkeuring door het Bestuur van de materiaallijst en alle nodige technische documentatie in het Nederlands, attesten, monsters, en vermelding van oorsprong. Bij levering op de werf wordt door de ontwerper de overeenstemming met de goedgekeurde materialenlijst nagegaan. Alle afgekeurde leveringen moeten onmiddellijk van de werf verwijderd worden. De goedkeuring van de leveringen houdt geen goedkeuring van de werken in. - De aannemer is volledig verantwoordelijk en neemt alle nodige maatregelen voor het transport, de opslag en de verwerking van de materialen volgens de wettelijke voorschriften, de bepalingen van het bestek, de regels van goed vakmanschap en de voorschriften van fabrikant en leverancier. Uitvoering ALGEMEEN - De uitvoering voldoet aan de voorschriften van het Technisch Reglement van AquaFlanders en de technische voorschriften van Belgaqua, de plaatselijke waterverdeling maatschappij en De Watergroep. LEIDINGVERLOOP DIMENSIONERING - Het leidingverloop voor watertoevoer- en afvoerleidingen samen met de vereiste diameters zijn schematisch aangeduid op de plannen. Bij ontbreken van dergelijk schema en/of wanneer de aannemer het - i.v.m. het optimaal functioneren van de installatie - nodig acht hieraan wijzigingen door te voeren, DEEL Technieken Pagina 31

26 zal - voor de aanvang van de werken - een (aangepast) hydraulisch schema ter goedkeuring worden bezorgd aan het Bestuur en de ontwerper. - Het definitieve tracé van de leidingen wordt vastgelegd in overleg met de ontwerpers en de andere aannemers. DOORVOEREN SLEUVEN - Boringen, kapwerken en sleuven worden tot een strikt noodzakelijk minimum beperkt en mogen de functionaliteit van de bouwelementen niet beïnvloeden. - De nodige uitsparingen worden zoveel mogelijk tijdens de ruwbouwwerken voorzien. - Eventuele kruisingen, doorvoeren of andere moeilijkheden worden vakkundig opgelost in coördinatie met de diverse aanwezige ambachten. - Er wordt uitsluitend gebruik gemaakt van aangepast trillingsarm materieel (zagen, frezen, slijpen, boren, ). - Doorboringen in zichtbaar blijvend metselwerk of betonelementen zullen steeds uitgevoerd worden met een gekoelde diamantboor of -schijf. Daarbij wordt erop toegezien geen wapeningen van het beton te beschadigen of bloot te leggen. Bij twijfel over de juiste locatie van de wapeningen raadpleegt de aannemer voorafgaandelijk de architect en/of de stabiliteitsingenieur. - Sleuven in muren hebben een aangepaste sectie, zonder de stabiliteit in gevaar te brengen. Het horizontaal inwerken van leidingen in wanden met een dikte van minder dan 9 cm en het inwerken in de holle ruimten van samengestelde wanden of vloeren is absoluut verboden, tenzij dit expliciet is beschreven in het bestek. - Alle doorvoeringen worden zo voorzien dat muur- of vloerzettingen de buizen niet kunnen belasten. Bij een muur- of vloerdoorgang worden daartoe aangepaste beschermhulzen / doorvoermoffen rond de leidingen geplaatst, waarin de buizen vrij kunnen bewegen. Afhankelijk van de voorziene oppervlakteafwerking zullen de hulzen ca. 1 cm door de afgewerkte muren en de plafonds uitsteken en ca. 2 cm door de bovenzijde van de afgewerkte vloeren. - Na het plaatsen van de leidingen moeten de gemaakte sleuven en doorgangen opnieuw worden gedicht, rekening houdend de voorziene oppervlakteafwerking van de omgevende wand. De dichting mag de uitzetting van de leidingen niet verhinderen. - Zichtbare leidingen, hun bevestigingen en isolatie worden beschermd tegen bevuiling en beschadiging. Bij het voltooien van de installatie zorgt de aannemer voor een grondige reiniging ervan. BRANDWEERSTAND - Er wordt rekening gehouden met eventuele bijkomende eisen betreffende brandveiligheid conform de basisnormen brand (KB 19/12/1997 en aanvullingen). Bij iedere doorgang van een leiding door een aanwezige brandcompartimentering wordt gebruik gemaakt van geattesteerde doorgangshulzen of van een kragensysteem met een brandwerende massa. Attesten dienen voorgelegd te worden bij de monsterkeuring. LUCHTDICHTHEID EN DAMPREMMENDE LAGEN - Bij doorvoeren door de omhulling van het beschermd volume moet de DEEL Technieken Pagina 31

27 continuïteit van de luchtdichte laag perfect en duurzaam verzekerd worden om de resultaten van een eventuele luchtdichtheidsproef niet negatief te beïnvloeden. Dit gebeurt in overleg met de architect. - Doorvoeren door dampremmende lagen moet zorgvuldig aangewerkt worden en mogen de dampremmende prestaties niet verminderen. AKOESTIEK - De leidingen moeten correct bevestigd worden om de voortplanting van trillingen te dempen en elk hinderlijk geruis bij waterafname te voorkomen. De aannemer dient daarom alle schikkingen te treffen om een stille werking van de installatie toe te laten: - Bij zwevende vloeren worden de doorvoeren voorzien een akoestische isolatie rond de buizen zodat de continuïteit van de akoestische vloerisolatie overal verzekerd blijft. - Alle contacten tussen de bevestigingsmiddelen en de leidingen worden vermeden door steunbeugels aan de binnenzijde te voorzien met een soepele elastische laag. - Het opvullen van de ruimte tussen doorvoerkokers en buizen met een aangepaste isolatie. - Voorzieningen treffen om waterslag uit te sluiten. - De watersnelheden te beperken om stromingsgeluiden verkleinen. SPOELING VAN DRINKWATERLEIDINGEN - Elke installatie wordt na de drukproef grondig gespoeld met koud leidingwater met een snelheid van minstens 1 m/sec. - De spoeling gebeurt progressief per leidingsectie vanaf de waterteller naar de aftappunten. De delen van de installatie die apart gespoeld worden moeten van elkaar afgesloten kunnen worden. - Het koudwaterleidingnet wordt gespoeld vóór het warmwaterleidingnet. - Toestellen in het leidingnet (zoal waterontharders, thermostatische regelkleppen, waterverwarmers, ) worden afzonderlijk gespoeld volgens de voorschriften van de leverancier. Voor deze toestellen wordt een tijdelijke bypass voorzien tijdens het spoelen van de installaties. - De controle gebeurt door het water aan de aftappunten te vergelijken inzake troebelheid en kleur met het water genomen aan de teller. Bij visuele verschillen wordt de betrokken leidingsectie opnieuw gespoeld. - Indien na de spoeling de installatie nog geruime tijd ongebruikt blijft, moet het water in het leidingnet minstens één keer per week ververst worden. Keuring en markering GELIJKVORMIGHEIDSKEURING - De drinkwaterinstallatie dient te voldoen aan de voorschriften van de waterdistributiemaatschappij, het Technische Reglement van het AquaFlanders en de technische voorschriften van Belgaqua. Bij toepassing van het decreet betreffende water bestemd voor menselijke aanwending van 24 mei 2002 (Drinkwaterdecreet) dient de installateur de door hem uitgevoerde waterafvoer en sanitaire installatie te laten goedkeuren door een erkend organisme, aanvaard door de watermaatschappij. - Deze gelijkvormigheidskeuring moet plaatsvinden voor de eerste DEEL Technieken Pagina 31

28 ingebruikname en bij belangrijke wijzigingen. Daartoe wordt een uitvoeringsplan van de waterafvoer, de sanitaire installatie en een lijst van de aan te sluiten toestellen opgemaakt door de uitvoerder. Voor de verschillende installaties dient een afzonderlijk attest te worden voorgelegd. - Voor alle keuringen zal een keuringsattest zonder opmerkingen afgegeven worden. Het aanvragen en de kosten verbonden aan de keuring van de sanitaire installaties, en alle gebeurlijke onkosten verbonden aan veranderingen, die zouden worden opgelegd wegens disconformiteit met de reglementaire voorschriften, zijn volledig ten laste van de inschrijver. - De vereiste gelijkvormigheidskeuringen dienen minimaal 30 kalenderdagen vóór de officiële einddatum van de werken ter beschikking gesteld worden van de bouwheer. Bij het ontbreken van de keuringsattesten binnen de vooropgestelde termijn is de aannemer verantwoordelijk voor alle eventuele bijkomende kosten m.b.t. de ontzegeling van verzegelde watermeters, die in dit geval verrekend zullen worden aan de tarieven van de netbeheerder. GETUIGERINGEN & KLEURCODES - Bij collectieve installaties worden verplicht getuigeringen aangebracht volgens kleurcoderingen volgens NBN 69. Deze zijn inbegrepen in de prijs van de leidingen. o 1e kleur: functie fluïdum - 5 cm breed o 2e kleur: typerende eigenschap fluïdum - 2,5 cm breed o 3e kleur: bijkomende eigenschap fluïdum - 1,5 cm breed - De kleuren worden ringvormig rond de leidingen of de isolatie geplaatst door middel van gekleurde kleefband met een tussenafstand van ca. 6 m en ter plaatse van elke aftakking en afsluitkraan en met tenminste 1 aanduiding per niveau of technisch geheel. De ringen worden naast elkaar aangebracht. Voor bluswater, gassen en stookolieleidingen moet de leiding over zijn volledige lengte in de basiskleur (1e kleur) geschilderd worden. Voor luchtkanalen volstaat een kleuraanduiding van een 10-tal cm hoog aan te brengen om de 3 m en op minstens 2 vlakken. Fluïdum WATER Koud - niet onthard Koud - onthard Warm (sanitair) - vertrek Warm (sanitair) - terug Afvoer - riolering (onder vloer) Afvoer - fecaliën Afvoer - verluchting Afvoer - huishoudelijk (grijs water) Afvoer - regenwater (wit water) Verwarming (secundaire kring) - vertrek Verwarming (secundaire kring) - terug Verwarming (primaire kring) - vertrek Kleurcode Groen - wit - zwart Groen - wit - grijs Groen - geel - rood Groen - geel - blauw Groen - zwart - zwart Groen - zwart - bruin Groen - zwart - blauw Groen - zwart - grijs Groen - zwart - wit Groen - oranje - rood Groen - oranje - blauw Groen - groen - rood DEEL Technieken Pagina 31

29 Verwarming (primaire kring) - terug BLUSWATER STOOKOLIE Vertrek Terug GASSEN Aardgas LUCHTBEHANDELING Buitenluchtname Behandelde lucht (warm) - aanvoer Behandelde lucht (koud) - aanvoer Afzuiging omgevingslucht - afvoer Afzuiging recyclagelucht - afvoer Groen - groen - blauw Rood Bruin - wit - rood Bruin - wit - blauw Geel - bruin Blauw - blauw Blauw - geel - rood Blauw - wit - rood Blauw - zwart - blauw Blauw - grijs - blauw KENPLATEN - Bij collectieve installaties worden kenplaten aangebracht. Deze zijn inbegrepen in de prijs van de toestellen en leidingen. - Elk toestel wordt aangeduid met onuitwisbaar gegraveerde kunststofplaatjes overeenkomstig de op de as-built plannen en schema s voorkomende gegevens. - Op alle leidingen worden kenplaatjes met benaming en kringnummer aangebracht met een tussenafstand van ca. 10 m en bij alle aftakkingen. De benaming en de nummering stemmen overeen met deze aangeduid op de as-built plannen en schema s. De plaatjes worden onverliesbaar bevestigd Afvoerleidingen. Omschrijving - Levering en plaatsing van afvoerbuizen voor huishoudelijk afvalwater en regenwater, gelegen binnen het gebouw (types B en BD). Het rioleringsstelsel op funderingsniveau (types U en UD) en de regenwaterafvoerpijpen buiten het gebouw zijn opgenomen in lot ruwbouw. De kokerafdichtingen en toezichtluiken vormen een afzonderlijke post. De werken omvatten: o eventueel noodzakelijke studies, voor zover niet opgenomen in de aanbestedingsbundel; o sleuven, inkepingen en doorboringen in muren en vloeren, nodig voor het verwezenlijken van bovenvermelde werken en alle daaruit voortvloeiende herstellingen; o levering en plaatsing van alle afvoerbuizen, met inbegrip van de nodige bocht-, koppel- en hulpstukken, de dichtingen, moffen, de bevestigingsmiddelen; o aansluitingen met het rioleringstelsel op funderingsniveau; o noodzakelijke verluchtingsleidingen, inclusief eventuele dakdoorsteken; o keuring volgens de bepalingen van AquaFlanders en vereiste DEEL Technieken Pagina 31

30 o o dichtheidsproeven met aflevering van de nodige attesten; in drievoud: de as-built plannen van het gerealiseerde afvoernet en een volledige onderdelenlijst ten behoeve van de keuring en een volledige technische documentatie en onderhoudsvoorschriften voor de opdrachtgever; verwijderen van alle afval van de werf. Materialen HERKENNING & MARKERING - Alle geleverde buizen en hulpstukken moeten voorzien zijn van een fabrieksmerk. De opdruk vermeldt: het buistype - de betreffende norm - naam van de fabrikant - BENOR - diameter en dikte - fabricatiecode, en voor bochten de afbuigingshoek. PVC-U PVC-C PE SANITAIRE AFVOERLEIDINGEN - TYPES B en BD Licht grijs (RAL 7037) met zwarte markering: B-SANITAIR - NBN EN Fabrikant - BENOR - diameter x dikte - fabricatiecode Licht grijs (RAL 7037) met zwarte markering: B-SANITAIR - NBN EN Fabrikant - BENOR - diameter x dikte - fabricatiecode Zwart (RAL 9005) gemarkeerd (opgedrukt of ingevormd): B of DB - SANITAIR - NBN EN Fabrikant - BENOR - diameter x dikte - fabricatiecode ALGEMEEN - Het materiaal van de buizen moet bestand zijn tegen was- en oplosmiddelen. Alle vrij opgestelde leidingen moeten bovendien UV-bestendig zijn. - De minimale wanddikten, volgens diameter en aard van het materiaal, bedragen respectievelijk: PVC-U Ongeplastificeerde polyvinylchloride Minimale wanddikten Afvoerleidingen Sanitair - Types B en DB PVC-C Gechloreerde polyvinylchloride PE Polyethyleen PP Polypropyleen NBN EN NBN EN NBN EN NBN EN BCCA TRA 1329 BCCA TRA 1566 BCCA TRA 1519 BCCA TRA ,0 mm (Ø t/m 90 mm) 1,8 mm (Ø t/m 90 mm) 3,0 mm (Ø t/m 90 mm) 2,0 mm (Ø t/m 90 mm) 3,2 mm (Ø tot 160 mm) 2,2 mm (Ø 110 mm) 3,4 mm (Ø 110 mm) 3,0 mm (Ø 110 mm) 3,9 mm (Ø 200 mm) 2,5 mm (Ø 125 mm) 3,9 mm (Ø 125 mm) 3,2 mm (Ø 125 mm) 4,9 mm (Ø 250 mm) 3,2 mm (Ø 160 mm) 4,9 mm (Ø 160 mm) 4,3 mm (Ø 160 mm) 6,2 mm (Ø 315 mm) 6,2 mm (Ø 200 mm) 7,7 mm (Ø 250 mm) 9,7 mm (Ø 315 mm) - Alle toebehoren zoals T- en Y-stukken, bochten, koppelstukken, hebben dezelfde samenstelling en wanddikte als de buizen, zijn van hetzelfde merk en zijn conform de bepalingen van de BENOR en/of ATG certificatie. Tot en met diameter 160 mm worden zij gespoten uit één stuk. Het gamma van de buizen voorziet ook speciale hulpstukken, zoals uitzetmoffen, schroefkoppelingen, inspectie-elementen met schroefdop. Uitvoering STUDIE ONTWERP - De installaties moeten voldoen aan TV 200 Sanitaire installaties - Deel 1: DEEL Technieken Pagina 32

31 Installaties voor de afvoer van afvalwater in gebouwen, aangevuld met de normen van de reeks NBN EN Binnenriolering onder vrij verval. - Op de plannen wordt het tracé van de diverse afvoerleidingen aangegeven en de locatie van alle belangrijke onderdelen (toezichtputten, klokputten, collectoren, ). - Voor de aanvang van de uitvoering moet een eigen gedetailleerde studie met uitvoeringsplan aan de ontwerper overgemaakt worden met aanduiding van bevestigingspunten, inspectie-elementen, uitzetmoffen, bochten, enz., Deze plannen zullen in drie exemplaren afgeleverd worden. De aannemer zal vooraf de nodige informatie inwinnen, m.b.t. de aansluitingen (gescheiden rioleringsstelsels, ), bij de diensten verantwoordelijk voor het openbaar rioleringsnet. LEIDINGVERLOOP DIMENSIONERING - De afvoernetten voor afvalwater moeten minstens volgend debiet kunnen afvoeren (volgens TV 200): o Wastafel: 30 l/min o Bad, douche, gootsteen, wasmachine, vloerkolk DN 50: 48 l/min o WC, vloerkolk DN 100: 120 l/min - De afvoeren van volgende toestellen hebben een minimum diameter van: o closetpot: 90 mm o gootsteen: 40mm o lavabo's: 40 mm o overloop cv-ketel, boiler: 32 mm o afvoer meerdere toestellen: 60 mm - De afvoerleidingen worden geplaatst volgens de aanwijzingen op de plannen en in het bestek, de voorschriften van de fabrikant en de hierboven vermelde referentiedocumenten. - Er wordt zoveel mogelijk gewerkt volgens rechtlijnige tracés en rechte buizen uit één stuk. - De buizen worden geplaatst met een constante helling van minimum 1 tot 3 cm per meter (richtwaarden: DN < 100: > 1,5%, DN > 100: > 2%). - De plaatsing van buizen met vaste of losse moffen begint stroomafwaarts met het mofeind stroomopwaarts gericht. - De buizen worden vorstvrij opgesteld. PLAATSINGSWIJZE - Overeenkomstig de aanduidingen op de plannen en in het bestek: o opbouw - vrije opstelling (standaard): standaard bij bevestiging van de buizen op zichtbaar metselwerk, in kokers, achter valse plafonds, ; o inbouw (ingewerkt in de muren); o om akoestische redenen mogen geen leidingen ingewerkt worden in woningscheidende wanden. De leidingen mogen evenmin geplaatst worden in wanden van onderliggende woningen; deze worden aangebracht in technische kokers met voldoende akoestische demping. VERBINDINGEN - KOPPELSTUKKEN INSPECTIESTUKKEN - De gebruikte verbindingstechnieken zijn conform BENOR en/of ATG bepalingen en met de voorschriften van de fabrikant, die alle waarborgen DEEL Technieken Pagina 33

32 biedt voor een volledige en blijvende dichtheid van het systeem. o PVC-buizen mogen volgens het BENOR toepassingsreglement verlijmd worden tot en met diameter 125 mm, bij grotere diameters dient de koppeling met rubberen ringen te gebeuren. o PE kan niet verlijmd worden. De koppeling gebeurt d.m.v. lassen of rubberen dichtingringen. o PP kan niet verlijmd worden, veelal wordt lassen toegepast. Daarbij dient de MFR (melt flow rate) van beide te lassen buizen gelijk of aangrenzend zijn. - Geen enkele koppeling mag in een muur- of vloerdoorvoering aangebracht worden. - Vóór het samenvoegen van de buizen, worden de moffen en buisuiteinden ontvet en ontdaan van bramen en alle verontreinigingen en vreemde stoffen, stoppen,. - Voor bochten en vertakkingen maakt men gebruik van specifieke geprefabriceerde hulpstukken, gegoten uit één stuk. Voor de overgang tussen verschillende materialen (PVC / PE / beton / ) worden aangepaste verloopstukken gebruikt. - De buizen mogen niet gebogen worden, iedere richtingsverandering gebeurt met een bochtstuk of een speciaal koppelstuk onder een maximale hoek van De verticale aansluiting op horizontale leidingen of collectoren gebeurt steeds door Y-stukken 45. De horizontale aansluitingen op een verticale kolom gebeuren d.m.v. Y-stukken 45 of T-stukken 90 (88,5 wanneer er geen secundaire verluchting voorzien is). - De nodige inspectie-elementen of reinigingsopeningen worden voorzien volgens aanduiding op plannen. Ze moeten toelaten de afvoerleiding volledig te inspecteren, te ontstoppen en/of te reinigen. Zij worden toegankelijk geplaatst en mogen geen obstructie vormen in de leidingen. Deze inspectieelementen worden minimum op de volgende plaatsen voorzien: o verticale leidingen: per verdieping en/of bij de overgang naar een horizontale leiding; o horizontale leidingen: minstens om de 12m; o op alle plaatsen met een risico op verstopping. UITZETTINGSMOFFEN - Bij het bepalen van het leidingtracé en het plaatsen van de leidingen wordt rekening gehouden met de uitzetting van de buizen, door temperatuurschommelingen. - Tussen twee vaste punten, en minstens om de 6m voor PE -buizen en 3 m voor PVC -buizen, zullen uitzettingsbenen (of speciale uitzettingsmoffen) worden voorzien om lengteveranderingen van de leidingen op te vangen. Voor de standleidingen worden zij per verdieping en zo laag mogelijk bij de vloer geplaatst. - De uitzettingsmoffen worden geleverd door de leverancier van de leidingen en geplaatst volgens zijn instructies. Zij kunnen opgevat worden als een lange mof, bestaande uit een lang insteekgedeelte, afgedicht door een ring in neopreenrubber (zuurvast en bestand tegen veroudering), die, ongeacht bewegingen van de buis, een volmaakte dichtheid waarborgt. De insteekdiepte van de buis moet geregeld worden op het ogenblik van DEEL Technieken Pagina 34

33 plaatsing. De mof moet op de buitenzijde een aanduiding dragen die, afhankelijk van de plaatsingstemperatuur, de insteekdiepte weergeeft. De lange mof moet bevestigd worden met een vaste beugel (of vast punt). DOORVOEREN SLEUVEN - De sleuven in gemetste muren worden uitgefreesd en hebben een aangepaste sectie. Na plaatsing en bescherming van de afvoerleidingen worden de sleuven aangewerkt met een zandcementmortel. Doorvoeren door vloerplaten worden zorgvuldig geboord of gekapt en na de plaatsing van de afloop terug gedicht met een zandcementmortel. De vrije uitzetting moet steeds gewaarborgd blijven. - Bij muur- en vloerdoorgangen worden de leidingen steeds beschermd door aangepaste doorvoermoffen. De doorvoeren zijn zo voorzien dat muur- of vloerzettingen de buis niet kunnen belasten. Dienaangaande en in functie van de uitzetting, worden in de ruwbouw kokers voorzien of worden soepele doorvoermoffen voorzien. De ruimte tussen doorvoermof en buis wordt afgedicht met een aangepaste kit of isolatie. Geen enkele buisverbinding of koppeling mag in een muur of vloerdoorvoering aangebracht worden. BEVESTIGING BEUGELS - Zichtbaar geplaatste, opgehangen en/of in kokers opgestelde leidingen moeten zodanig gemonteerd worden dat de uitzetting van de buizen verzekerd is en doorbuiging vermeden wordt. De bevestigingswijze gebeurt conform de eisen van de fabrikant en/of onderstaande bepalingen. - De leidingen worden bevestigd met glijbeugels of vastpuntbeugels die de uitzetting en de krimp in de juiste richting moeten geleiden. De beugels mogen niet drukken op de buizen. o Glijbeugels laten toe dat de buis er gemakkelijk doorglijdt. De glijsteunen zijn vervaardigd uit polyethyleen of een roestvast metaal met een breedte van ca. 20 à 30 mm. Tussen de beugels en de buizen wordt een soepele inlegband uit PVC of synthetisch rubber (zonder weekmakers) o aangebracht. Vastpuntbeugels kunnen op verschillende manieren verwezenlijkt worden: ofwel door tussen de beugel en de buis twee metalen halfschalen te voorzien, die naargelang de beugels meer aangespannen worden, vaster komen te zitten, zonder dat de buizen ingesnoerd worden; hetzij door gebruik te maken van montageopbouw (tussen twee moffen, tussen twee lassen, enz.). Verticaal geplaatste buizen worden voorzien van minstens één vastpuntbeugel per verdiepingshoogte. - Om het uitbuigen van verticale leidingen en/of het doorhangen van horizontale leidingen te verhinderen, worden tussen twee vaste punten voldoende geleidingsbeugels aangebracht. Ook bij elke richtingsverandering en op maximum 30 cm aan weerszijden van elke verbinding, moet een beugel voorzien worden. Alle beugels worden in de muren en/of aan de plafonds bevestigd door middel van een vijspin, bout of draadstang en plug. De sluitmoeren zijn uit roestvast staal. - De afstanden tussen de beugels, volgens aard en diameter van de buizen, bedragen respectievelijk (tenzij de richtlijnen van de systeemleverancier andere maten opleggen): DEEL Technieken Pagina 35

34 Materiaal Tussenafstand - Horizontale leidingen Tussenafstand - Verticale leidingen PVC 10 x ND diameter of maximum 125 cm 20 x ND diameter of maximum 150 cm PE 10 x ND diameter of maximum 200 cm 15 x ND diameter of minimum twee per verdieping - Aan het plafond opgehangen horizontale leidingen worden zo hoog mogelijk geplaatst. De bevestigingswijze zal voldoende stevig zijn om het gewicht van de gevulde horizontale leidingen te kunnen dragen. De vasthechting gebeurt met vaste beugels en/of voldoende onderlegschalen die de buis volledig immobiliseren. AANSLUITSTUKKEN - De aannemer voorziet in alle noodzakelijke aansluitingen van de afvoerbuizen op de sanitaire toestellen, de ondergrondse riolering, putten en afscheidingstoestellen. - De juiste opstelling van de aansluitmonden voor sanitaire toestellen dient te gebeuren volgens de bepalingen van betreffend artikel/of in overleg met de architect. - Na plaatsing van de afvoerbuizen worden de aansluitingen, waar nodig, voorlopig afgedekt met een stop en beschermd tegen iedere beschadiging of bevuiling. - Alle aansluitingen aan sanitaire toestellen dienen demonteerbaar te zijn. Hiertoe wordt in principe gebruik gemaakt van een schroefkoppeling of een insteekmof, waarin een lipdichting in neopreenrubber wordt geschoven, aangepast aan de doormeter van de aan te sluiten toestellen. - De schroefkoppelingen in PE voor diameters van 40 mm t.e.m. 110 mm bestaan uit: o een draadstuk (ronde draad); o een moer in PP; o een drukking met een driehoekige sectie; o o een dichtingring in neopropeenrubber, bestand tegen veroudering; voor rechtlijnige buisdelen van meer dan 2 m moet men een kraagbus bijvoegen. - De aansluiting op de ondergrondse riolering, zoals die bij de ruwbouw binnen het gebouw is gebracht, bestaat uit een PVC- of PE-buis die in de dikte van de betonnen ondervloer beëindigd is met een mof en rubberen lipdichting. De aannemer sanitair koppelt hier de binnenafvoerbuizen op aan met aangepast verloopstuk, zodat er een lucht- en geurdichte aansluiting tot stand komt. - De aansluiting op putten is uit te voeren met een kraagstuk voorzien van waterkeringsringen. - Voor de voorlopige oplevering van de werken levert de aannemer aan het Bestuur een as-built plan van het afvoernet en de verluchtingsleidingen, zoals uitgevoerd met aanduiding van alle diameters en de aard van de leidingen. OPSLAG & TRANSPORT - De ondergrond waarop de buizen gestapeld worden dient vlak te zijn en vrij van scherpe voorwerpen. - Bij temperaturen beneden het vriespunt dient het transport en de manipulatie conform de voorschriften van de leverancier. DEEL Technieken Pagina 36

35 Keuring - Volgens NBN EN Binnenriolering onder vrij verval - Deel 5: Installatie en beproeving, instructies voor functionering, onderhoud en gebruik. - Buizen die beschadigd raken, zowel tijdens het lossen als bij plaatsing worden vervangen. - Voor de indienststelling worden alle leidingen doorspoeld om het geheel te controleren op haar waterdichtheid en alle onzuiverheden te verwijderen Afvoerbuizen - PE. Materiaal - De buizen en hulpstukken zijn vervaardigd uit hard polyethyleen (PE, kleur: zwart). De buizen voldoen aan de norm NBN T Het systeem (buizen en hulpstukken) beschikt over een BENOR-merk, of een BUtgb- of gelijkwaardige EU-keuring. - Overeenkomstig het toepassingsgebied behoren zij tot: o het type HDPE (High Density Polyethyleen), temperatuursbestendig tot 95 C / MDPE (Medium Density Polyethyleen), temperatuursbestendig tot 65 C. o de reeks: 12,5 (lage drukken) tot Ø 160mm / 16 (hogere drukken) vanaf Ø 200mm Specificaties - Nominale buitendiameters: overeenkomstig de aanduidingen op de plannen en/of de samenvattende meetstaat. - Nominale wanddikten van buizen en hulpstukken: volgens Koppelingen: d.m.v. spiegellassen. Het lassen geschiedt volgens een methode voorgeschreven door de fabrikant. Vooraf aan elkaar te lassen delen kunnen worden uitgevoerd met een spiegellas, volgens NBN T (stomplas bij een temperatuur van 210 C, zonder bijvoeging van materiaal). - Voor bochten en vertakkingen maakt men gebruik van geprefabriceerde stukken. Voor de overgang van PE op andere materialen zullen steeds speciale overgangsstukken voorzien worden. - Aansluitingen: d.m.v. kragen en flenzen. - Beugels: metaal Aanvullende specificaties Er wordt gebruik gemaakt van een aangepast systeem met het oog op de beperking van geluidshinder (PE met verhoogde dichtheid (> 1700 g/cm3), hulpstukken met geluidsdempingsribben, ). De leidingen worden bevestigd met geïsoleerde beugels en dempingsmaterialen (rubberen voering) om de overdracht van contactgeluiden te beperken. Uitvoering - Studie en/of voorstel tot uitvoering: geleverd door de aannemer. - Leidingtracé: volgens principeschema gevoegd bij het aanbestedingsbundel - Opstelling: inbouw - Bevestiging d.m.v. aangepaste beugels die zowel vast als glijdend kunnen DEEL Technieken Pagina 37

36 bevestigd worden; - Beugels: zie Doorvoeren: d.m.v. aangepaste beschermhulzen rond de leidingen. Een brandwerende isolatie rond leidingen of brandmoffen is te voorzien bij doorvoeren van Rf vloeren en wanden. - Aansluitingen: PE-steekmoffen / PE-schroefmoffen, aangepast aan de diameter van de aan te sluiten reukafsnijder. Alle aansluitingen in afwachting of aan sanitaire toestellen dienen demonteerbaar te zijn. De schroefkoppelingen voor diameters 40 mm t.e.m. 110 mm bestaan uit: o een draadstuk (ronde draad); o een moer in PP; o een drukking met een driehoekige sectie; o o een dichtingring in neopreenrubber, bestand tegen veroudering; voor rechtlijnige buisdelen van meer dan 2 m moet men een kraagbus bijvoegen. Aanvullende uitvoeringsvoorschriften Een brandwerende isolatie rond leidingen bij doorvoeren van vloeren en wanden is te voorzien. PRIJSOPGAVE : PRIJS VOOR HET GEHEEL S.O.G./G.P Verluchtingsbuizen. Omschrijving Levering en plaatsing van de verluchtingsbuizen (standleidingen) bestemd voor de verluchting van het sanitair afvoernet. De werken omvatten: - de eventueel noodzakelijke studies, voor zover niet opgenomen in de aanbestedingsbundel; - de sleuven, inkepingen en doorboringen in muren en vloeren, nodig voor het verwezenlijken van bovenvermelde werken, en alle daaruit voortvloeiende herstellingen; - de levering en plaatsing van alle verluchtingsbuizen, met inbegrip van de nodige bocht- en hulpstukken, de bevestigingsmiddelen; - de dakdoorvoeren en afdekkappen, voor zover niet opgenomen als een afzonderlijke post; - de gevraagde as-built plannen van het verluchtingsnet. Materialen - De verluchtingsleidingen uitgevoerd uit identiek buismateriaal als de afvoerbuizen; de diameter bedraagt minimum 90 mm. - Het gebruik van automatische beluchters kan eventueel, na voorafgaandelijk akkoord van het Bestuur, worden toegestaan mits ze bereikbaar blijven. Uitvoering STUDIE - De studie wordt overeenkomstig de beschikbare gegevens in de aanbestedingsdocumenten en/of de algemene bepalingen van het bestek: DEEL Technieken Pagina 38

37 o door de aannemer geleverd en ter goedkeuring aan de ontwerper voorgelegd, rekening houdend met het respectievelijk afvoersysteem: met primaire verluchting / met primaire en secundaire verluchting / met primaire en secundaire verluchting en antihevel aftakking. PLAATSING - De verluchtingsleidingen worden geplaatst volgens TV 200 en de plaatsingsvoorschriften van de fabrikant; eventueel dient een studie voor het verluchtingsstelsel bij de fabrikant te worden opgevraagd. - De verluchtingsbuizen worden in overleg met de architect gepositioneerd. Uitmonding in de onmiddellijke nabijheid van dakramen moet worden vermeden. - De buizen gelegen binnen het gebouw worden zichtbaar bevestigd en/of ingewerkt zoals de afvoerbuizen. - De aannemer moet de primaire verluchtingsbuizen volledig doorheen het dak brengen. Zij zullen perfect waterdicht worden ingewerkt, met aangepaste middelen volgens de aard van de dakstructuur en dakbedekking. De openingen tussen de ontluchtingsbuizen en de dak- doorvoermoffen worden opgespoten met polyurethaanschuim. De primaire verluchting moet minimaal 50cm boven het dak uitmonden met een windvast geplaatste antiregen en bladinslagkap. Aan de binnenzijde wordt de doorgang luchtdicht afgewerkt Verluchtingsbuizen - PE. Materiaal - De buizen en verbindingsstukken in polyethyleen beantwoorden aan de voorschriften van NBN EN Kunststofleidingsystemen voor binnenrioleringen (lage en hoge temperatuur) - Polyethyleen (PE) - Deel 1: Specificaties voor buizen, fittingen en het systeem. - Het systeem (buizen en hulpstukken) beschikt over het BENOR-merk of een technische goedkeuring ATG of gelijkwaardig. Specificaties - Verluchtingssysteem: met primaire verluchting - Nominale buitendiameters: overeenkomstig de aanduidingen op de plannen en/of de samenvattende meetstaat - Nominale wanddikten van buizen en hulpstukken: volgens Beugels: kunststof Uitvoering - Studie en/of voorstel tot uitvoering: geleverd door de aannemer. - Leidingtracé: volgens principeschema. - Opstelling: opbouw / inbouw. - Verbindingen: elektro-lassen of spiegellas met moffen en of flenzen. - Voor bochten en vertakkingen maakt men gebruik van geprefabriceerde stukken. Voor de overgang van PE op andere materialen zullen speciale overgangsstukken geplaatst worden. Meting PRIJSOPGAVE : INBEGREPEN IN ART DEEL Technieken Pagina 39

38 Verluchtingsbuizen beluchtingsventielen Omschrijving Beluchtingsventielen toepasbaar waar een dakdoorvoer moeilijk te realiseren valt. Materiaal - Beluchtingsventielen overeenkomstig NBN EN Beluchtingsventielen voor de binnenriolering Eisen, beproevingsmethoden en conformiteitsbeoordeling. - Het lichaam van de automatische beluchter is vervaardigd uit ABS en is voorzien van een beveiligingsnet in polyethyleen dat het indringen van insecten en grove onzuiverheden belet. Verder bestaat hij uit een ringvormig membraan uit synthetisch rubber dat in normale omstandigheden de verluchtingsleiding perfect afdicht. - De beluchter moet zodanig gekozen worden dat het nodige luchtdebiet steeds kan aangevoerd worden. Eventueel kunnen meerdere beluchters in parallel geplaatst te worden. Specificaties - Aansluitdiameter: in functie van de buisdiameters Aanvullende specificaties Vorstbescherming Uitvoering Volgens plannen, schema s en voorschriften van de fabrikant. PRIJSOPGAVE : INBEGREPEN IN ART Sanitaire drukleidingen. Omschrijving Alle noodzakelijke leveringen en werken voor het realiseren van een volledig functioneel distributienet van koud en warm sanitair water binnen het gebouw. Het kraanwerk en veiligheidsvoorzieningen zijn omschreven in betreffend artikel, maar behoren tot het leidingnet en worden, behoudens afzonderlijke meetstaat, integraal begrepen in de eenheidsprijzen van de aanvoerleidingen. Drukleidingen rechtstreeks aangesloten op het openbaar verdeelnet voor de voeding van brandhaspels, worden voorzien bij brandbestrijdingsinstallaties. De werken omvatten: - eventuele studies en tracéring van het leidingnet; - slijpen, boren en/of kappen van de nodige sleuven en doorvoeropeningen; - bevestigingen, mechanische koppelingen en/of het lassen van de leidingen, bijhorende mantelbuizen, collectoren, inbouwdozen, ; alle in het leidingnet te integreren keerkleppen, veiligheidsgroepen, DEEL Technieken Pagina 40

39 afsluitkranen, aftapkranen, collectoren en koppelstukken - eventuele voorziening voor leidingkokers of schalen; - aansluitingen na de teller van de binneninstallaties op het water verdeelnet en alle aansluitingen onderling en met andere delen en toestellen van de sanitaire installatie voor zover dit niet voorzien is in de specifieke posten; - modelopstellingen; - dichtheidsproeven; - eventuele isolatie en/of beschermende mantel rond de buizen; - opvullen en passend afwerken van de gemaakte sleuven en doorvoeropeningen; - gelijkvormigheidskeuring, as-built plannen, technische documentatie, onderhoudsvoorschriften en waarborgen; - opruimen van de werf en verwijdering van alle afval; - coördinatie met de andere aannemers. De aannemer dient in de eenheidsprijzen van de artikelen opgenomen in rubriek 1.4. dus ook al de werken en leveringen te voorzien die nodig zijn om samen met de andere artikels van toestellen, waterkranen en warmwatervoorzieningen een volledig en bedrijfsklaar sanitair aanvoersysteem te vormen. Materialen - De keuze van materialen heeft tot gevolg dat de aannemer de volledige verantwoordelijkheid draagt voor het tracé en zijn bevestigingen, o.a. wat betreft vormveranderingen door temperatuur- of drukverschillen. - Er wordt rekening gehouden met de maximum toegelaten druk van het waternet om te bepalen welke materialen eventueel ongeschikt of niet toelaatbaar zijn. - Er worden altijd leidingen gebruikt die, in functie van hun gebruik en plaatsing, geen nadelige gevolgen hebben door corrosievorming (elektrolyse en putcorrosie). Vermenging van stalen en koperen buizen in een kring moet worden vermeden. Koperen buizen mogen zich enkel stroomafwaarts bevinden van stalen buizen. - De buizen en hun hulpstukken maken steeds deel uit van één systeem en vormen bij de verwerking een geheel. De hulpstukken komen verplicht van dezelfde producent/leverancier als de buizen. - De aannemer zal van alle gebruikte materialen, een documentatielijst en de nodige stalen ter goedkeuring voorleggen aan het Bestuur. Uitvoering STUDIE - De studie van het verdeelnet voor sanitair koud en warm water is in principe opgenomen in het bestek, zo niet is deze ten laste van de aannemer. - Voor de studie van de verwarming wordt verwezen naar betreffend artikel. PRINCIPE VAN DE INSTALLATIE - De bepalingen van het Technisch Reglement voor water bestemd voor menselijke aanwending van AquaFlanders worden gerespecteerd. Bij complexe installaties worden aangepaste berekeningsmethodes toegepast in overleg met de ontwerper. DEEL Technieken Pagina 41

40 - De buisdiameters moet zodanig gekozen zijn dat de circulatiesnelheid van het water beperkt blijft. De maximale snelheden van het water in de aanvoerleidingen bedragen respectievelijk: o 1,75 m/s (in technische lokalen) o 1,50 m/s (in sanitaire ruimten) o 1 m/s (in woon- en slaapruimten) o de snelheden moeten echter voldoende zijn om de kans op afzettingen te minimaliseren. - Volgende debieten moeten geleverd kunnen worden: o Keuken wasbakken: 8 liter/min warm of koud water, o Badkamer wastafels: 6 liter/min warm of koud water, o Baden: 13 liter/min warm of koud water, o Douches: 6 liter/min warm of koud water, o WC: 6 liter/min koud water, o Uitgietbakken: 6 liter/min koud water, o Was- en vaatwasmachines: 10 liter/min koud water. LEIDINGTRACÉ - Het tracé van de leidingen is schematisch aangegeven op de plannen. Het juiste leidingenverloop wordt bepaald in overleg met het Bestuur en de diverse aannemers, rekening houdend met de bouwkundige toestand in situ en de kruisingen met andere leidingnetten en de voorziene opstelling van de toestellen. Hiertoe wordt het tracé vooraf met krijtlijnen uitgezet op vloeren en wanden. Lichte wijzigingen in het traject kunnen geen meerprijs tot gevolg hebben. - Het leidingennet wordt aangesloten op de voeding. - Het leidingtracé houdt rekening met volgende algemene voorwaarden: o De leidingen worden zoveel mogelijk horizontaal en vertikaal geplaatst volgens rechtlijnige tracés. In doorgangen van muren en wanden en in vloeren mag geen enkele koppeling of lasnaad aangebracht worden. o De leidingen worden zodanig ondersteund dat de uitzetting van de buizen verzekerd is en doorbuiging vermeden wordt. o Behalve ter plaatse van mengkranen zijn verbindingen tussen netten voor distributie van koud en van warm water niet toegelaten. o De installatie moet zodanig opgevat zijn dat stagnatie van water in bepaalde onderdelen van de installatie uitgesloten is. Toereikende mogelijkheden dienen voorzien te worden om: de installatie te ledigen. De leidingen moeten daartoe met afschot geplaatst worden (minimum 1mm per lopende meter). Elke opgaande standleiding of belangrijke vertakking is op het laagste punt voorzien van een stopkraan, onmiddellijk gevolgd door een aftapkraan, die een volledige lediging mogelijk maakt. de installatie te ontluchten; op alle leidingen wordt op het uiteinde een kraan geplaatst om het ontluchten normaal te laten geschieden. De bedieningsorganen moeten, door hun opvatting en plaatsing, gemakkelijk toegankelijk en te bedienen zijn. Alle leidingen in valse plafonds krijgen een identificatiemerk, aangebracht na elke afsluitkraan en na elke aftakking. Aftappunten van niet drinkbaar water dienen voorzien te worden DEEL Technieken Pagina 42

41 van een duidelijk zichtbaar kenteken. VERBINDINGEN - KOPPELSTUKKEN COLLECTOREN - De buizen worden haaks gesneden met een aangepaste buissnijder, vervormingen worden vermeden. De buizen worden zorgvuldig inwendig en uitwendig ontdaan van bramen. - Stijve buizen mogen niet gebogen worden, richtingsveranderingen en aftakkingen gebeuren met verbindingsstukken eigen aan het systeem en geleverd door dezelfde fabrikant. De verbindingen, bochtstukken, aftakkingen worden zoveel mogelijk op bereikbare plaatsen voorzien. - Indien gewerkt wordt met collectoren, moeten deze gegroepeerd worden opgesteld op bereikbare plaatsen. - Alle verbindingen moeten gegarandeerd waterdicht zijn en bestand tegen een druk tot min. 6 bar. De gerealiseerde verbindingen moeten zichtbaar blijven tot een hydraulische dichtheidsproef is uitgevoerd (d.w.z. geen anticorrosiebanden, geen bekleding, geen dekvloer, ). - Buizen waarvan de verbindingen reeds gemaakt, zijn mogen niet meer gebogen worden en moeten in de montage spanningsvrij geplaatst worden door middel van beugelbevestiging. UITZETTING - Bij het bepalen van het tracé en het plaatsen van de leidingen wordt rekening gehouden met het uitzetten van de buizen. - In verhouding tot de verwachte uitzettingen zal erover gewaakt worden dat: o voldoende ruimte wordt gelaten tussen de uiteinden van de rechte lijnen; tussen de bocht en de muur; de buizen in de beugels kunnen verschuiven, met uitzondering van een aantal ervan die oordeelkundig worden gekozen. De beugels dienen zodanig aangespannen te worden dat er een vrije beweging van de leidingen mogelijk is. o de bewegingen van de rechte leidingen niet belemmerd worden door de aftakkingen ervan, o.a. wanneer de aftakkingen door een muur of een vloer worden gevoerd of worden aangesloten in de nabijheid van de plaats waar de hoofdleiding door een muur of een vloer wordt gevoerd; o de aftakkingen een voldoende soepelheid bezitten om de bewegingen van de hoofdleiding te volgen. Voor inbouwleidingen zullen er voorzorgen genomen worden in verband met het uitzetten van de leidingen alvorens ze in de muur of in de dekvloer in te werken. PLAATSINGSWIJZE INBOUWLEIDINGEN - De leidingen zijn na afwerking volledig onzichtbaar, tenzij daar waar anders vermeld. Ze worden daartoe ingewerkt in de dekvloer en/of aangebracht in sleuven, kokers of valse plafonds. In gemene muren of woningscheidende wanden mogen geen leidingen worden geplaatst, tenzij anders bepaald in dit bestek. - De leidingen zijn fabrieksmatig voorzien van een beschermende mantel of dienen beschermd te worden d.m.v. beschermende kunststofbanden of met een andere gelijkwaardige bescherming, overeenkomstig de specifieke bepalingen van het bestek. In ieder geval moet de beschermende laag van DEEL Technieken Pagina 43

42 die aard zijn dat ze later geen vetplekken of verkleuringen kan veroorzaken doorheen de muurbekledingen of -bepleisteringen. Metalen leidingen die in de muren of vloeren worden ingewerkt zijn vooraf te omwikkelen met een zelfklevende isolatieband. - In massieve muren of in vloeren mogen onder geen beding verbindingen gemaakt worden. - Alle gerealiseerde verbindingen moeten zichtbaar blijven tot een hydraulische dichtheidsproef is uitgevoerd (d.w.z. geen anti-corrosiebanden, geen bekleding). - Collectoren worden steeds op een centrale en gemakkelijk bereikbare plaats voorzien. - De sleuven in gemetste muren worden uitgefreesd en hebben een aangepaste sectie, zonder de stabiliteit in gevaar te brengen. Geen enkele leiding mag worden geplaatst op minder dan 1 cm afstand van het afgewerkt vlak van de wanden van het gebouw. De leidingen naar de apparaten moeten ingeslepen worden (niet kappen) en dienen steeds verticaal te lopen, niet horizontaal. - Na de dichtingproeven en beschermen van de leidingen worden de sleuven in muren aangewerkt met een daartoe geschikte mortel. Leidingen ingewerkt in dekvloeren zullen zo vlug mogelijk bedekt worden met de voorziene uitvullaag, evenwel slechts na het aanbrengen van de nodige beschermlagen en na het uitvoeren van de drukproeven. PLAATSINGSWIJZE OPBOUWLEIDINGEN - Bij leidingen in opbouw wordt in principe gebruik gemaakt van stijve buizen, die worden bevestigd d.m.v. beugels en/of waar mogelijk gegroepeerd in leidingkokers of opgelegd in schalen. Zo te plaatsen dat het aanbrengen van een thermische isolatie mogelijk blijft. Geen enkele leiding wordt op minder dan 20 mm van de wand of plafond geplaatst. - De leidingen in opbouw zijn perfect rechtlijnig, verlopen parallel met de wanden en zullen in daartoe geschikte beugels worden opgehangen. Wanneer verschillende leidingen evenwijdig lopen zullen de steunen gegroepeerd en uitgelijnd zijn. Bij horizontale plaatsing van leidingen op wanden wordt de koudwaterleiding onder de warmwaterleiding geplaatst. - De beugels zijn aan de binnenzijde bekleed met een soepel materiaal in hoogwaardig kunststof en laten de uitzetting van de buizen zonder beschadiging toe. Zij stemmen in maat overeen met de buisdiameters. De beugels worden bevestigd met schroef en plug, of op rails van gegalvaniseerd staal bevestigd met vijzen en pluggen. Het beugelsysteem wordt ter goedkeuring voorgelegd aan het Bestuur. - De maximum afstand tussen twee bevestigingspunten is afhankelijk van het materiaal en de buitendiameters van de leidingen en zal beantwoorden aan de voorschriften van de fabrikant en deze van het bestek. - Daarenboven worden op regelmatige afstanden vaste punten voorzien om de beweging van de buisleidingen te verdelen in afzonderlijke delen. In principe komen de vaste punten bij richtingsveranderingen (T-aftakkingen en bochten) en bij alle toestellen (afsluiters, meters, ). MUURDOORGANGEN - Bij elke doorgang van een buis door muren, wanden en vloeren worden de DEEL Technieken Pagina 44

43 leidingen beschermd door aangepaste kunststof doorvoermoffen, waarin de buizen vrij kunnen bewegen. De hulsranden worden in hetzelfde vlak geplaatst als de afgewerkte oppervlakten van wanden en plafonds, en 1,5 cm hoger dan de afgewerkte vloeren. - De ruimte tussen doorvoermof en buis wordt waterdicht afgedicht met een aangepaste inerte isolerende stof of kit. - Koppelingen ter hoogte van muurdoorgangen zijn verboden. BESCHERMING - THERMISCHE ISOLATIE VAN DE LEIDINGEN - Leidingen in een vorstgevoelige of niet verwarmde omgeving of met risico op condensvorming worden voorzien van een thermische isolatie. - De thermische isolatie van de leidingen heeft een warmtegeleidingscoëfficient n is bestand tegen temperaturen van -15 C tot +90 C. Het isolatiemateriaal is zelfdovend en voorzien van een waterafstotende buitenlaag. Het is chemisch neutraal en tast de leidingen niet aan. AANSLUITING TOESTELLEN - Voor de aansluiting aan kranen, warmwatertoestellen, worden ter hoogte van de aftappunten haakse hulpstukken of inbouwdozen voorzien met een messing hulpstuk met aangepaste binnendiameter. PREVENTIE LEGIONELLABESMETTING - Doodlopende leidingenstukken worden vermeden. - Koud- en warmwaterleidingen worden op voldoende afstand van elkaar gelegd en steeds thermisch van elkaar gescheiden. Keuring GELIJKVORMIGHEIDSKEURING Zie art.1 - inbegrepen PROEVEN Vooraleer het leidingsysteem in te werken (dekvloer, bepleistering, isolatie of verwarmingslinten) en in elk geval vóór de ingebruikname van de installatie, dient deze aan een dichtheidscontrole onderworpen te worden, volgens de hierna volgende procedure. De accessoires van het leidingsysteem die niet weerstaan aan een druk van 1,5 x PN dienen op voorhand afgeschakeld te worden. - de gemonteerde maar niet ingebouwde leidingen worden met drinkbaar water gevuld en ontlucht; - een druk van 1,5 x PN wordt aangebracht; - na 10 minuten wordt de druk een eerste maal hersteld tot 1,5 x PN; - na 10 minuten wordt de druk een tweede maal hersteld tot 1,5 x PN; - na 10 minuten wordt de druk gemeten (PT=30); - na 30 minuten wordt de druk nogmaals opgemeten (PT=60) ΔP1 = PT=30 - PT=60 0,6 bar; - het drukverlies ΔP1 tussen deze twee laatste metingen mag niet groter zijn dan 0,6 bar. Indien het drukverlies groter is dan 0,6 bar dient de oorzaak van de DEEL Technieken Pagina 45

44 ondichtheid opgespoord en verholpen te worden en wordt de procedure van begin af aan hernomen; minuten later wordt de druk nogmaals opgenomen (PT=180) ΔP2 = PT=60 - PT=180 0,2 bar; - het drukverlies ΔP2 tussen deze twee laatste metingen mag niet groter zijn dan 0,2 bar. Indien het drukverlies groter is dan 0,2 bar dient de oorzaak van de ondichtheid opgespoord en verholpen te worden en wordt de procedure van begin af aan hernomen; - de leidingen worden visueel nagezien op lekken en ondichtheden. De dichtheidsproef moet per afgewerkte leidingsectie uitgevoerd worden, met een zo constant mogelijke water- en omgevingstemperatuur. De manometer voor registratie van de drukverliezen dient een aflezing tot 0,1 bar nauwkeurig toe te laten. De proeven worden uitgevoerd door de aannemer met eigen materiaal en eigen personeel. Het Bestuur zal tijdig verwittigd worden van het begin van de proeven. De proef kan afhankelijk van de opbouw van de installatie in fasen gebeuren. Hiermee wordt rekening gehouden bij de prijsofferte. Een verslag van de proef dient voorgelegd te worden vooraleer de leidingen mogen ingewerkt worden. GARANTIES Een garantieattest van de aannemer en de leverancier is bij te leveren waarbij men zich solidair verbindt over 10 jaar, vanaf de voorlopige oplevering, voor elke eventuele schade aan het systeem en ook de gevolgkosten aan eventuele andere onderdelen van het gebouw in te staan. AS-BUILT PLANNEN Voor de voorlopige oplevering van de werken levert de aannemer aan het Bestuur een tekening van het waterleidingsnet zoals het is uitgevoerd met aanduiding van de toezichtstukken, leidingverloop, diameters, aard van de leidingen en kranen. Ook de peilen van de diverse leidingen ten opzichte van het referentiepeil zijn op te geven Sanitaire drukleidingen buizen/kunststof Materiaal - Sanitaire toevoerleidingen uit kunststof met aangepaste koppelstukken, geschikt voor de distributie van koud en warm drinkwater bij een maximale dienstdruk van 10 bar en een doorlopende gebruikstemperatuur van 60 C en een levensduur van 50 jaar. - De leidingen zijn over hun volledige lengte gemerkt (fabrikant, overeenkomstigheidskenmerk, buitendiameter en wanddikte, type / norm / samenstelling, productiedatum, ). - Leidingen en hulpstukken behoren tot één systeem (koppelingen, ellebogen, manchetten, verdeelcollectoren,...) en worden geleverd door dezelfde fabrikant. - Het systeem van buizen, koppelstukken en toebehoren beschikt op datum van aanbesteding over een geldige ATG of gelijkwaardig. DEEL Technieken Pagina 46

45 Specificaties - Materiaal: PE-X/al/PE-X leidingen. Drieschalige kunststofbuis bestaande uit een binnenbuis uit vernet polyethyleen PE-X, een volledig en homogeen hechtende verbindingslaag, een aluminiumlaag als zuurstofdiffusiescherm, een volledig en homogeen hechtende verbindingslaag, een PE-X buitenbuis. Verbindingen d.m.v. perskoppelingen. Galvanische koppels tussen het aluminium en andere metalen worden vermeden door gebruik van aangepaste koppelstukken/scheidingsringen, volgens voorschriften in de technische goedkeuring en van de leverancier. - Nominale diameters: overeenkomstig de vereiste debieten volgens studie door de aannemer - Dienstdruk: volgens technische goedkeuring - Hulpstukken: geleidingsbochten, doorvoermoffen, T-stukken, koppelstukken, beugels of ondersteuningselementen., beschermende mantel, voorzieningen voor uitzetting Uitvoering - De uitvoering, de plaatsing en de inregeling van de elementen gebeuren strikt volgens de voorschriften van de technische goedkeuring. Alle hulpstukken, koppelingen, adapters, kraanwerk en het gereedschap voorgeschreven door de fabrikant zijn verplicht te gebruiken. - Alle leidingen tussen collector en sanitaire aftappunten zijn verplicht uit één stuk. Zij worden op voldoende plaatsen vastgezet, zodat de dekvloer- en vloerwerken zonder moeite kunnen verlopen. Spanningen ter hoogte van koppelingen worden vermeden door een vloeiend leidingverloop, met respect voor de door de leverancier opgegeven minimale buigstralen en het absoluut vermijden van inklemming in de mantelbuis. Waar vele leidingen bijeenkomen (bv. in de buurt van collectoren), ter plaatse van kruisingen met andere leidingen, wordt voldoende tussenruimte voorzien, opdat de dekvloer voldoende steun heeft op de onderliggende betonvloer. - Er wordt bij de uitvoering rekening gehouden met de uitzettingen van het materiaal. Alle doorvoeringen door muren en vloeren, ongeacht het type kunststofbuis, zullen uitgevoerd worden met een mantelbuis, waarin de buis vrij kan bewegen. De diameter van deze mantelbuis is voldoende groot zodat de kunststofbuis een ruime speling krijgt en aldus ontoelaatbare spanningen worden vermeden. - Waar nodig om korte buigstralen te verwezenlijken of om de buis te ondersteunen worden geleidingsbochten of segmentschalen gebruikt. Om buizen loodrecht uit de vloer te doen komen, worden zij over hun buitenste kromming ondersteund door bochtstukken uit kunststof, voorzien van voetplaat, om rinkinken tijdens dilatatie te vermijden. - Voor de aansluiting van toestellen, worden ter hoogte van de aftappunten haakse koppelingen uit messing gebruikt, die de montage van traditionele hoekafsluitkraantjes toelaten. Zij zitten vervat in aangepaste kunststof inbouwdozen, die in holle scheidingswanden kunnen worden gemonteerd en/of in de muur gemetseld worden, afgedekt met cementmortel die ruw is gemaakt om de hechting van het pleisterwerk te bevorderen. - De leidingen worden beschermd tegen direct zonlicht. - Bij vorstgevaar tijdens uitvoering worden de leidingen geledigd. DEEL Technieken Pagina 47

46 Aanvullende uitvoeringsvoorschriften - Beschermmantel: fabrieksmatig aangebracht - Leidingisolatie: fabrieksmatig aangebracht Keuring WAARBORGEN - De aannemer levert solidair met de leverancier een schriftelijke systeemwaarborg af van tien jaar, vanaf de voorlopige oplevering, die elke mogelijke schade dekt aan het geheel van de leidingen, koppelingen en alle hulpstukken tussen collectoren en sanitaire aftappunten en de gebeurlijke gevolgschade aan andere onderdelen van het gebouw. PRIJSOPGAVE : PRIJS VOOR HET GEHEEL S.O.G./G.P Sanitaire drukleidingen collectoren Omschrijving Voor- en terugloopverdelers (collectoren) en hun toebehoren. Materiaal - De collectoren zijn vervaardigd uit messing, voorzien van afsluitbare schroefkoppelingen en ontluchter. Zij weerstaan aan een temperatuur van 110 C en een bedrijfsdruk van 6 bar en zijn geschikt voor en afgestemd op de installatie en haar onderdelen waarin ze functioneren. - De verbindingen gebeuren met aangepaste koppelingen, volgens de voorschriften van de technische studie en/of volgens de voorschriften van de fabrikant. De doorgangsdoorsneden voor de hoofdaansluiting en de lusaansluitingen zijn daarbij afgestemd op de doorsneden van de leidingen waarop ze worden aangesloten. De as-afstand tussen elke twee buizen bedraagt ca. 50 mm. - Iedere collector is voorzien van een ontluchter (3/8 ), een hoofdafsluitkraan (kogel- of bolkraan) om het collectorgeheel volledig afsluitbaar te maken. De kranen zijn aangepast aan het gebruikte leidingsysteem voor de lussen om elke lus waar nodig afzonderlijk te kunnen regelen en afsluiten. De geïntegreerde bediening- en regelventielen zijn voorzien van een geheugenschroef en dit per sanitaire kring. Aanvullende specificaties In niet-technische lokalen worden de collectoren opgesteld in een universele verdeelkast voor muurinbouw bestaande uit: o een wand inbouwdoos uit gemoffeld staal of kunststof met afdekplaat / draaideurtje met slot, te plaatsen in de dikte van de muur zonder beschadiging van eventuele waterkeringen, thermische of akoestische isolatie en de luchtdichtheidsschil. o een haakse koppeling uit messing; o een bevestigingsbeugel in verzinkt staal. DEEL Technieken Pagina 48

47 Uitvoering - De collectoren worden opgesteld op bereikbare plaatsen in de op plan aangeduide lokalen. De juiste opstelling ervan wordt vastgelegd in samenspraak met het bestuur. - Zij worden gemonteerd met aangepaste bevestigingsconsoles op een gepaste hoogte ten opzichte van vloer of plafond, zodat de leidingen in mooie, gelijkmatige bochten, de afwerking kunnen binnendringen, zonder scherpe hoekbochten. - Alle kunststofleidingen tussen sanitaire aftappunten en collectoren worden aangelegd in één stuk, verbindingen zijn niet toegelaten. Het aantal aansluitingen per collector is oordeelkundig afgestemd op het aantal sanitaire aftappunten. In principe wordt ieder aftappunt met een leiding van doormeter 16 mm rechtstreeks vanuit de collector gevoed; om het aantal leidingen en aansluitingen aan de collectoren te beperken, is het echter toegestaan om twee aftappunten samen te bedienen; in dit geval wordt er een leiding 20 mm naar het eerste aftappunt gebracht van waaruit dan een leiding 16 mm naar het tweede aftappunt loopt; de inbouwdoos aan het eerste aftappunt laat de aansluiting van beide leidingdiameters toe. Ingestorte koppelingen zijn niet toegestaan. Aanvullende uitvoeringsvoorschriften Voor een verzorgde afwerking en/of aansluiting met het pleisterwerk worden de collectoren en zichtbare leidingen bevestigd op een WBP-multiplexplaat (18mm). - Voor een verzorgde afwerking worden ter hoogte van het uit de vloer komen van de zichtbare leidingen aangepaste plintsokkels voorzien. Keuring - De uitvoering is zuurstofdicht en minimum 25 jaar bestand tegen een bestendige bedrijfsdruk van 10 bar bij water van 80 C. - Bij storing mag bij 110 C en een druk van 6 bar gedurende 8000 uren geen beschadiging, noch kwaliteitsvermindering ontstaan. PRIJSOPGAVE : PRIJS VOOR HET GEHEEL S.O.G./G.P Sanitaire drukleidingen leidingisolatie Omschrijving Alle warmwaterleidingen ingewerkt in dekvloeren of wanden, alle leidingen (koud & warm) die door niet-verwarmde lokale lopen of die enkel tot op vorstvrije temperatuur verwarmd worden, moeten geïsoleerd worden. Materiaal - De leidingisolatie is zelfdovend, chemisch neutraal, niet giftig, bevat geen corrosieverwekkende bestanddelen en is bestand tegen temperaturen van - 15 C tot 90 C. De binnendiameter van de isolatie moet aangepast zijn aan de buitendiameter van de leidingen zodat deze perfect worden omsloten. De isolatie is doorlopend over de eventuele ophangbeugels. - Bij diameters vanaf ND40 worden alle toebehoren (kranen, koppelingen ) eveneens geïsoleerd. DEEL Technieken Pagina 49

48 Specificaties - Er wordt gebruik gemaakt van: fabrieksmatig aangebrachte isolatiemantels; Aanvullende specificaties Voorzien van een extra beschermende vochtremmende mantel. Niet-zichtbare koudwaterleidingen in een verwarmd lokaal worden ook geïsoleerd. Uitvoering - De nodige maatregelen worden genomen om het nat worden van de isolatie te voorkomen. Bij het aanbrengen moeten zowel de isolatie als de leidingen volledig droog zijn. - De richtlijnen van de fabrikant worden strikt opgevolgd. Het plaatsen van de isolatie wordt pas uitgevoerd nadat de leidingen en apparaten van de nodige beschildering en/of beschermingstape werden voorzien en na uitvoering van de dichtheidsproeven van de leidingen. - Elke leiding wordt afzonderlijk geïsoleerd. De installateur zal de leidingen daartoe met voldoende tussenruimte plaatsen om een vakkundige plaatsing en verzorgde afwerking van de isolatie mogelijk te maken. - De isolatie wordt goed aaneensluitend op de leidingen aangebracht en mag niet onderbroken worden ter plaatse van bochtstukken, bevestigingen of steunen van de leidingen. De bochten en aftakkingen worden uitgevoerd met voorgevormde stukken of met op maat gesneden segmenten. Naden worden naar beneden gericht en zijn zorgvuldig afgekleefd of verlijmd. Aanvullende uitvoeringsvoorschriften - De uiteinden van de leidingisolatie worden op gepaste wijze afgewerkt (o.a. speciale manchetten bij minerale wol) en gemerkt met getuigeringen in genormaliseerde kleuren. - Op plaatsen waar kans is op beschadiging van de isolatie, wordt een bescherming voorzien met stijve schalen (PVC / ALU) of een gewapende folie. - Tenzij de isolatie op zichzelf een dampscherm vormt wordt bij het beschermen van de isolatie rond koudwaterleidingen tussen de isolatie en de bescherming een dampscherm aangebracht. Alle naden tussen de dampschermelementen onderling als tussen deze en de leidingen aan het uiteinde van de isolatie worden volstrekt vochtdicht gekleefd met een zelfklevende aluminiumband van minstens 50 mm breed. Toepassing - Alle vrij opgestelde warmwaterleidingen. - Alle ingewerkte warmwaterleidingen in dekvloeren of wanden. - Volgens plannen en meetstaat. PRIJSOPGAVE : INBEGREPEN BIJ BETREFFEND ARTIKEL DEEL Technieken Pagina 50

49 Sanitaire drukleidingen brandwerende doorvoeren Omschrijving Bij elke doorgang van leidingen door aanwezige brandcompartimenteringen (vloer of muur) wordt uitsluitend gebruik gemaakt van geattesteerde brandwerende doorgangshulzen of manchetten. Materiaal - Brandwerende manchetten overeenkomstig NBN EN Beproeving van de vuurweerstand van inrichtingen in gebouwen Deel 3: Afdichtingen in gebouwen. - De dubbelwandige brandvrije mof wordt gebruikt als afsluiting van doorgangen van kunststofbuizen en bestaat uit twee schalen die na het plaatsen van de buis aangebracht worden of een stuk buis voorzien van omhulsel, dat tijdens het plaatsen van de PE-buizen tussengevoegd wordt en de vrije uitzetting van de buizen toelaat. Zij is samengesteld uit anorganische materialen en bevat een chemisch product dat bij brand de eigenschap heeft in elkaar te vloeien en te zwellen, waardoor de doorvoeropening, vuurbestendig, rook- en gasdicht wordt afgesloten. - De brandmoffen zijn aangepast aan de aard en het materiaal van de leidingen. - De brandwerende isolatie rond leidingen bij doorvoeren van vloeren en wanden voldoet aan NBN en garandeert minstens dezelfde brandweerstand als de betrokken bouwelementen. Specificaties - Type: opbouw - Brandweerstand: volgens brandweerstand wand Uitvoering - Volgens de principes en aanbevelingen van infofiche nr. 39 van het WTCB. - De uitvoering zal gebeuren door of onder toezicht van een gespecialiseerde firma die beschikt over systemen waarvoor wettelijk erkende proefrapporten en attesten bestaan. Deze firma zal eveneens een attest van goede uitvoering opstellen. Dit attest zal door de installateur bij de voorlopige oplevering afgeleverd worden. Toepassing - Alle doorvoeringen door compartimenterende wanden. PRIJSOPGAVE : INBEGREPEN BIJ BETREFFEND ARTIKEL Sanitaire drukleidingen flexibele leidingen Omschrijving Levering en plaatsing van flexibele leidingen voor de verbinding van toestellen en hulpmiddelen op het leidingnet. Materiaal - De flexibele aansluiting is geschikt voor drinkwater en bestaat uit een soepele DEEL Technieken Pagina 51

50 buis uit EPDM met een omvlechting uit roestvast staal. Ze zijn bestand tegen temperaturen van 0 C tot 100 C bij een maximale druk van minstens 6 bar. Voor sanitaire toepassingen is de binnendiameter minstens 8 mm. - De koppelingen zijn in vernikkeld messing. Uitvoering De lengte is voldoende om de eventuele uitzettingen toe te laten. De slang mag niet aan torsie onderworpen worden. De buigstraal beantwoord aan de voorschriften van de leverancier. Toepassing Aansluiting van de toestellen zoals aangeduid op de plannen en / of volgens meetstaat. PRIJSOPGAVE : INBEGREPEN BIJ BETREFFEND ARTIKEL ART. 2. SANITAIRE TOESTELLEN EN TOEBEHOREN Algemeen. Omschrijving De post "sanitaire toestellen & toebehoren" omvat de levering en plaatsing van de respectievelijke toestellen, met inbegrip van alle bijhorigheden zoals stoppen, bevestigingsmiddelen, aansluitingen, afsluitkranen en rozetten, overlopen, afvoergarnituren met sifon, elastische dichtingen, toebehoren,. De bedieningskranen maken deel uit van een afzonderlijke post en worden behandeld in hoofdstuk 62. Materialen - Alle toestellen voldoen aan reglement van Belgaqua. - Alle sanitaire toestellen, die deel uitmaken van een geheel of binnen hetzelfde sanitair lokaal hebben dezelfde homogene (witte) kleurnuance en zijn onderling in harmonie qua vorm en uitzicht. Op elk sanitair toestel is een fabrieksmerk aangebracht op een onuitwisbare en bescheiden wijze. - Elk toestel moet voorzien zijn van een reukafsluiter. De aansluitingen op afvoerleidingen en reukafsluiters moeten uitgevoerd worden in hittebestendige materialen overeenkomstig NBN EN Afvoerinrichtingen voor sanitaire toestellen - Delen Alle zichtbare metalen onderdelen en bevestigingstoebehoren zijn verchroomd of uit inox. - De te leveren sanitaire toestellen, opgesteld in een en hetzelfde lokaal, maken steeds deel uit van eenzelfde gamma. Van alle te leveren modellen en hun toebehoren zullen voorafgaandelijk de nodige stalen en technische documentatie ter goedkeuring worden voorgelegd aan de architect en/of bouwheer. Het Bestuur is gerechtigd meer dan één model ter keuze te eisen. - De sanitaire kitten zijn vrij van oplosmiddelen (neutrale, niet-zuurhoudende DEEL Technieken Pagina 52

51 siliconen op basis van polysiloxanen, polysufiden, ). Ze polymeriseren nagenoeg volledig zonder krimp, zijn blijvend elastisch, schimmelwerend en goed bestand tegen reinigings- en oplosmiddelen. Kleur: standaard wit. Azijnzuurhoudende sanitaire siliconen mogen nooit worden gebruikt bij baden en douches uit acrylaat vanwege mogelijke risico s op vlekvorming. Uitvoering - De toestellen worden geplaatst en aangesloten door een aannemer gespecialiseerd in loodgieterij en sanitaire werken. De algemeen aannemer staat evenwel in voor een goede coördinatie m.b.t. de water aan- & afvoervoorzieningen, de vloer- en wandafwerkingen, en met alle vaste uitrustingen, zoals inbouwmeubilair,. Er dient rekening gehouden te worden met de specifiek op het product afgestemde plaatsingsvoorschriften van de fabrikant. - De sanitaire toestellen worden geplaatst op de locatie zoals aangeduid op de plannen. De juiste opstelniveaus zullen per type toestel en lokaal besproken worden. De toestellen worden waterpas geplaatst en stevig verankerd in wanden en/of vloeren. Alle bevestigingsschroeven, bouten en moeren zijn in roestvast staal (RVS). - Openstaande voegen tussen toestellen, vloer- en wandafwerkingen en werkbladen zullen zorgvuldig worden ontvet en opgespoten met een hoogwaardige, blijvend elastische, niet-zuurhoudende sanitaire kit of voorzien van een aangepast dichtingsprofiel, overeenkomstig de aanbevelingen van TV Betegeling in vochtige ruimten. Indien vereist volgens de richtlijnen van de fabrikant dient voorafgaandelijk een hechtlaag (primer) te worden aangebracht. De uitvoering moet gebeuren in optimale uitvoeringscoördinatie met de plaatsing van eventuele wandbetegelingen. - De sanitaire aansluitingen garanderen een water- en reukdichte aansluiting, een goede lediging en afwatering, conform NBN EN 274. De diameters van zowel aan- als afvoerleidingen zijn afgestemd op deze van de respectievelijke aansluitpunten. Tenzij anders gespecificeerd op plannen en/of in het bestek, worden alle toe- en afvoerleidingen van wastafels, douches, baden en toiletten zoveel mogelijk ingewerkt in vloeren en muren. - Alle toestellen, vervaardigd uit metaal, moeten worden voorzien van een klem voor aansluiting op de bijkomende equipotentiaalverbindingen, overeenkomstig het AREI. - Na plaatsing wordt alle verpakkingsafval van de werf verwijderd, worden de toestellen en hun toebehoren ontdaan van alle klevers. Voor de voorlopige oplevering wordt de installatie volledig ontvet en gereinigd. Alle elementen welke beschadigd raken, zowel tijdens het lossen als tijdens de plaatsing worden op kosten van de aannemer vervangen. Keuring Er worden geen destructieve proeven uitgevoerd als de aannemer een attest van de fabrikant kan voorleggen waaruit blijkt dat de geleverde toestellen van eerste keus zijn. Alle aansluitingen worden na plaatsing getest op hun water- en reukdichtheid. Tegelijkertijd wordt de goede werking van de spoelinrichtingen gecontroleerd. De controles gebeuren in aanwezigheid van de architect. DEEL Technieken Pagina 53

52 2.2. Toiletpotten en toebehoren - algemeen. Omschrijving De installatie omvat de levering en plaatsing van de toiletpotten, inclusief de spoelreservoirs en -inrichtingen, de uitlaatkoppelingen, de aansluiting van de muurstopkraantjes en de aanvoerleidingen en alle vermelde toebehoren zoals toiletbril en papierrolhouder,. Materialen - TOILETPOTTEN o De toiletpotten zijn vervaardigd uit sanitaire vuurklei of sanitair porselein. Ze zijn overeenkomstig hun opstelling van het type diepspoel- of hevelmodel en voorzien van een reukslot van minimum 5 cm. - SPOELRESERVOIR & INRICHTING o De spoelinstallatie bestaat uit een waterreservoir, een voedingssysteem en een leegloopinrichting. Zij is afgestemd op de afmetingen en de aard van het type toiletpot. o De aanbouw-rugspoelbak met aansluitgarnituur garandeert een waterdichte en stabiele bevestiging van het spoelreservoir op de toiletpot d.m.v. minimaal twee schroefbouten. o Het reservoir heeft een inhoud van maximaal 6 liter en zal voldoen aan het reglement BELGAQUA. o De bijhorende spoelinrichting is vervaardigd uit synthetisch materiaal en vergt een minimale druk, afhankelijk van het type en de werkwijze van het toestel. De spoelkraan met verstelbare vlotter heeft een progressieve geleidelijke sluiting, is bestand tegen drukstoten en voorzien van een anti-zuiginrichting. Het systeem moet een snelle, geruisarme vulling (maximaal 20 db bij een voedingsdruk van 3 bar hetzij maximaal 12 db bij 5 bar) en een perfecte afsluiting garanderen. o De wateraansluiting kan in principe zowel links, of rechts gebeuren en wordt geleverd met een kraanaansluiting, aanvoerbuis en afsluitkraan, alle in verchroomd messing, met een minimum diameter van 3/4". - TOILETZITTING o De toiletzittingen behoren tot de standaard toebehoren en zijn van het type met opklapbaar deksel. In open stand blijven de zitting en/of het deksel veilig rechtop staan. De zittingen zijn ergonomisch van vorm en dienen harmonieus aan te sluiten op de toiletpot. Zij zijn voorzien van bumpers uit rubber of soepele kunststof. De scharniergewrichten zijn uit roestvast staal of verchroomd messing. Zij worden bevestigd met twee, aan de afstand tussen de boutgaten regelbare, vleugelmoeren in RVS of hoogwaardige kunststof. De zitting en het deksel moeten breukvast zijn en stevig genoeg zijn om een volwassen persoon (ca. 100 kg) toe te laten erop recht te staan zonder dat dit blijvende vervormingen of barsten veroorzaakt. DEEL Technieken Pagina 54

53 Uitvoering - De aannemer staat in voor de juiste maatafstemming tussen de uitlaatkoppeling van het toestel en de in de ruwbouw te integreren aansluitpunten met de riolering. De uitlaat van de toiletpot wordt water- en reukdicht op de riolering aangesloten met behulp van een aangepaste toiletmof met lipdichting uit rubber of kunststof. De riolering zelf zal zo gedimensioneerd, verlucht en uitgevoerd worden zodat de wc-afvoer feilloos werkt. - De plaatsingshoogte (verticale afstand tussen het bevestigingsvlak voor de toiletzitting en de afgewerkte vloer) bedraagt 400 mm + 10 mm (ofwel 500 mm voor WC mindervaliden). Keuring De bevestiging is zodanig uitgevoerd dat de geplaatste toiletpotten gedurende 1 uur een statische last van 150 kg kunnen dragen zonder merkbare verplaatsing of beschadiging Toiletpotten en toebehoren - hangend Materiaal - Wandtoiletpotten bestemd voor ophanging, vervaardigd uit sanitair porselein. De bevestigingsmodule met ingebouwde jachtbak en spoelinrichting is een prefab installatie-element, geschikt voor montage in of voor de muur met verstelbare montagesteun en ingebouwde bevestigingshulzen. Het element is uitgerust met een geluidsarm inbouwspoelreservoir in hoogwaardige kunststof, voorzien van een anticondensisolatie en een aangepast aansluitgarnituur voor het waterdicht bevestigen van het spoelreservoir op de toiletpot. De spoelinrichting is standaard uitgerust met een waterbesparende dubbel instelbare leegloopinrichting (3 of 6 liter). Het bezoekluik is afgedekt met een plaat in kleurvaste kunststof met twee in het deksel geïntegreerde drukknoppen. Het Bestuur is gerechtigd meer dan één keuzemodel te eisen. Specificaties - Type: diepspoelmodel (T-vormig met afgeronde zijkanten en verborgen sifon) - Spoelreservoir: inbouwdiepte maximum 200 mm - Afmetingen: o zithoogte: 400 mm o breedte: mm o diepte: mm - Bedieningspaneel: kunststof (wit / zilverkleurig) inbegrepen - Toiletzitting: thermohardende kunststof inbegrepen - kleur: wit Uitvoering - De montage gebeurt volgens de voorschriften van de fabrikant en de aanduidingen op de plannen. Het toilet wordt tegen de muur bevestigd bij middel van een speciale ingewerkt frame en/of L-vormige draagstoelen uit verzinkt staal, zodat het een statische last van 1500 N kan dragen zonder merkbare verplaatsing. De keuze van de bouten is afhankelijk van de samenstelling van de muur en de aard en type van het ingebouwd DEEL Technieken Pagina 55

54 spoelsysteem. Krachtenconcentraties worden vermeden door voorafgaandelijk over gans het draagvlak van de toiletpotten, een verdelingspasta uit te strijken. - Indien wandtegels zijn voorzien, wordt tussen de wandtegels en het toestel een isolatielaag geplaatst uit speciale kunststof, perfect op maat gesneden van het toestel, dikte + 5 mm. De wateraanvoer en -afvoer worden onzichtbaar aangebracht. - De papierrolhouders worden d.mv. een onzichtbare bevestiging met schroeven op een hoogte tussen 70 en 90 cm gemonteerd. - Gevoed met regenwater. PRIJSOPGAVE : PER STUK F.H Inbouwspoelinrichtingen Toilet-element voor frontbediening met bevestigingsset. Leveren en plaatsen van een installatie-element voor een hangtoilet uit blauw gelakt stalen C-profiel van 4x4 cm, te plaatsen tegen een muur en af te werken met platen. Breedte : 50 cm Hoogte : 112 cm Diepte : 13.5 tot 20 cm Geschikt voor hangtoiletten met een maximale lengte van 60 cm. Spoeling: waterbesparend (2 toetsen) Bedieningsplaat meegeleverd, type bestaande uit een grote en kleine knop kleur wit. Uitgerust met : set voor de bevestiging tegen de muur en toebehoren voor de zijdelingse bevestiging van platen afzonderlijk traploos in hoogte regelbare voetsteunen voor een vloeropbouw van 0 tot 20cm het materiaal voor de bevestiging van het element aan de vloer en tegen de muur 2 draadstangen en moeren M12 voor de bevestiging van een hangwc; de bevestigingsgaten bevinden zich in het bovenste profiel van de console toevoer D45 en afvoermanchet D90 draaibare afvoerbocht D90 en afvoerbeugel met voering om de overdracht van trillingen tijdens de spoeling te verminderen voorgemonteerd inbouwspoelreservoir met 2-toetsen-spoeltechniek spoelreservoir is geblazen in polyethyleen de waterinhoud van het reservoir is 7.5l de hoeveelheid spoelwater is 6 of 7.5 liter voor de grote spoeling en kan traploos DEEL Technieken Pagina 56

55 ingesteld worden tussen 3 en 4 liter voor de kleine toets. om condens te vermijden is het reservoir voorzien van een isolatielaag uit 1 stuk over de volledige omtrek en tot boven de overloop de hoekstopkraan met verdraaibeveiliging wordt dmv een tegenmoer in het reservoir bevestigd de wateraansluiting kan naar keuze naar achter of naar boven gericht worden de kunststofvlotterkraan biedt de mogelijkheid de waterinhoud van het reservoir te regelen Plaatsing volgens de voorschriften van de fabrikant. PRIJSOPGAVE : PER STUK - F.H Toilet-element voor frontbediening met bevestigingsset, aangepast voor senioren en andersvaliden Leveren en plaatsen van een installatie-element voor een hangtoilet uit blauw gelakt stalen C-profiel van 4x4 xm, te plaatsen tegen een muur en af te werken met platen. Breedte : 42.5 cm Hoogte : 112 cm Diepte : 17 cm Geschikt voor hangtoiletten met een lengte groter dan 60 cm. Spoeling: waterbesparend (2 toetsen) Bedieningsplaat meegeleverd, type bestaande uit een grote en kleine knop kleur wit. Uitgerust met : set voor de bevestiging tegen de muur en toebehoren voor de zijdelingse bevestiging van platen afzonderlijk traploos in hoogte regelbare voetsteunen voor een vloeropbouw van 0 tot 20cm het materiaal voor de bevestiging van het element aan de vloer en tegen de muur 2 draadstangen en moeren M12 voor de bevestiging van een hangwc; de bevestigingsgaten bevinden zich in het bovenste profiel van de console toevoer D45 en afvoermanchet D90 draaibare afvoerbocht D90 en afvoerbeugel met voering om de overdracht van trillingen tijdens de spoeling te verminderen voorgemonteerd inbouwspoelreservoir met 2-toetsen-spoeltechniek spoelreservoir is geblazen in polyethyleen de waterinhoud van het reservoir is 7.5l de hoeveelheid spoelwater is 6 of 7.5 liter voor de g rote spoeling en kan traploos ingesteld worden tussen 3 en 4 liter voor de kleine toets. DEEL Technieken Pagina 57

56 om condens te vermijden is het reservoir voorzien van een isolatielaag uit 1 stuk over de volledige omtrek en tot boven de overloop de hoekstopkraan met verdraaibeveiliging wordt dmv een tegenmoer in het reservoir bevestigd de wateraansluiting kan naar keuze naar achter of naar boven gericht worden de kunststofvlotterkraan biedt de mogelijkheid de waterinhoud van het reservoir te regelen Plaatsing volgens de voorschriften van de fabrikant. Afwerking voorzijde van het hangtoilet niet inbegrepen. PRIJSOPGAVE : PER STUK - F.H Handwastafels en toebehoren - algemeen. Omschrijving Handwastafels te voorzien in de afzonderlijke toiletruimten. De eenheidsprijs omvat de levering, de bevestiging en aansluiting van het sanitair toestel met inbegrip van de ophangelementen, het waterafvoersysteem, de verchroomde muur-stopkraantjes voor elke te monteren kraan en de levering en plaatsing van alle in het bestek vermelde toebehoren bij het toestel. Materialen - De zichtbare bevestigingsbeugels, en de aanvoerpijpjes en de hoekstopkraantjes met rozetten zijn vervaardigd uit verchroomd messing. De uitloopfitting 5/4", 3/4" is uit roestvast staal of verchroomd messing, aangesloten met messingmoer en dichtingsringen. Uitvoering - De wastafels worden stabiel en horizontaal geplaatst, de plaatsingshoogte (bovenkant) bedraagt 830 +/- 20 mm. De juiste opstelling van de toebehoren is in overleg met de architect te bepalen. Keuring De bevestiging is aangepast aan de dragende wand en zodanig dat de geplaatste handwastafels een statische last van 600 N kunnen dragen zonder merkbare verplaatsing Handwastafels en toebehoren wandmodel/porselein Materiaal - Handwastafels uit sanitair porselein. Het Bestuur is gerechtigd meer dan één keuzemodel te eisen. DEEL Technieken Pagina 58

57 Specificaties - Model: rechthoekig model - Kleur: wit - Buitenafmetingen (b x d x h): ca. 500x470x175 mm, met een tolerantie van + 30 mm. - Kraanopstelling: centraal kraangat - Afvoerplug: klepafsluiting met mechanische bediening - Sifon (losschroefbaar met waterslot van min. 4 cm): buissifon (polypropyleen / polyethyleen; zelfreinigend niet-leegzuigbaar type) - Spiegel: Materiaal: o spiegelglas volgens NBN EN Glas in gebouwen - Verzilverde floatglazen spiegels voor binnengebruik o draaglaag: min. klasse II o weerkaatsende laag: min. klasse B o min. dikte: 4 mm o gladgeslepen randen. Vorm: rechthoekig Afmetingen: 350/700 mm Kleur: neutraal zilver - Handdoekdrager: Type: handdoekhaakje, eenvoudig model Materiaal: verchroomd staal Uitvoering - De handwastafels worden onzichtbaar aan de muur bevestigd, hetzij met twee roestvaste trekbouten, hetzij met twee bijpassende metalen haken. Krachtenconcentraties worden vermeden door voorafgaandelijk elastische glijringen te plaatsen tussen de moeren en de wastafels. De handwastafels worden aangesloten op de sanitaire afvoerleidingen met tussenplaatsing van een reukafsluiter. De kranen worden aangesloten op de aanvoerleidingen met tussenplaatsing van stopkranen. - De spiegel wordt geplaatst met bevestigingshaken bestaande uit RVS 18/8 of verchroomd messing. Er moet een ruimte van 3 tot 5 mm tussen de muur en de spiegel gelaten worden om ventilatie mogelijk te maken. - De handdoekdragers worden onwrikbaar in de muur bevestigd volgens de richtlijnen van de fabrikant. - Gevoed met leidingwater koud Aanvullende uitvoeringsvoorschriften De voegen tussen het muurvlak en de wastafel worden afgekit met daartoe geschikte neutrale, niet zuurhoudende sanitaire siliconen, kleur wit of te kiezen door de architect. PRIJSOPGAVE : PER STUK F.H. DEEL Technieken Pagina 59

58 DEEL Technieken Pagina 60

59 2.6. Accessoires. Omschrijving De aanvullende uitrustingen, die niet standaard begrepen zijn in de eenheidsprijs van de toestellen zelf. De eenheidsprijs per bijkomend uitrustingsattribuut omvat steeds de levering en plaatsing tot een volledig afgewerkt geheel. Materialen De voorziene systemen worden vooraf ter goedkeuring aan de architect voorgelegd. Het Bestuur is gerechtigd meer dan één keuzemodel te eisen. Alle metalen elementen zijn corrosiebestendig, ergonomisch en veilig van vormgeving, zonder scherpe randen. Uitvoering De bevestiging van de uitrustingen gebeurt volgens de aanwijzingen van de fabrikant. De juiste opstelling gebeurt in overleg met de architect. Bij de voorlopige oplevering worden alle klevers verwijderd en de uitrustingen volledig gereinigd Zeepdispenser. Leveren en plaatsen van een zeepdispenser volgens de afmetingen van bijgevoegde tekening. PRIJSOPGAVE : PER STUK - F.H. DEEL Technieken Pagina 61

60 Toiletrolhouder. Leveren en plaatsen van een toiletrolhouder volgens de afmetingen van bijgevoegde tekening. PRIJSOPGAVE : PER STUK - F.H Handdoekhouder. Leveren en plaatsen van een handdoekhouder volgens de afmetingen van bijgevoegde tekening. De bestaande handdoekhouder wordt behouden. PRIJSOPGAVE : PER STUK - F.H Toiletborstelgarnituur. Leveren en plaatsen van een toiletborstelgarnituur volgens de afmetingen van bijgevoegde tekening. DEEL Technieken Pagina 62

61 PRIJSOPGAVE : PER STUK F.H Muurhandgreep. Materiaal Specificaties Type: vast Materiaal: U-vormig hol buisprofiel uit roestvast staal AISI 304, antislipoppervlak. Uitwendige diameter minstens 30 mm. Afstand tussen de bevestigingspunten 300 mm. Uitvoering - De bevestiging moet weerstaan aan een belasting van 750 N. De bevestiging van de handgreep op de wand gebeurt volgens voorstel van de fabrikant, al dan niet met aangepaste rozassen. Plaatsingshoogte in overleg met het Bestuur. PRIJSOPGAVE : PER STUK F.H. ART. 3. SANITAIRE KRANEN EN KLEPPEN Algemeen. Omschrijving De werken omvatten: - het leveren, plaatsen en afstellen van alle kranen en hun toebehoren (handgrepen, rozetten,...), met inbegrip van alle stukken nodig om de kranen aan te sluiten op de watertoevoerpunten (stopkraantjes, verbindingsbuisjes, fittingen,...). - het verwijderen en het terugplaatsen van de kranen, waar nodig voor een DEEL Technieken Pagina 63

DEEL 7 TECHNIEKEN ELEKTRO

DEEL 7 TECHNIEKEN ELEKTRO DEEL 7 TECHNIEKEN ELEKTRO 72. ELEKTRICITEIT LICHTARMATUREN 2 72.00. elektriciteit lichtarmaturen - algemeen 2 72.50. veiligheidsverlichting - algemeen 3 72.51. veiligheidsverlichting autonoom niet-permanent

Nadere informatie

PRAKTISCHE FICHE / DE VOORBEREIDING Beschikbaar op www.legrand.be

PRAKTISCHE FICHE / DE VOORBEREIDING Beschikbaar op www.legrand.be Het A.R.E.I. en verlichtingskringen De verlichting in uw woning is het belangrijkste onderdeel van uw elektrische installatie n De kringen Een verlichtingskring wordt bekabeld met draden van 1,5 mm 2 en

Nadere informatie

70. ELEKTRICITEIT / BINNENNET

70. ELEKTRICITEIT / BINNENNET 70. ELEKTRICITEIT / BINNENNET 70.00. elektriciteit / binnennet - algemeen Tellerkasten, inclusief aansluitingen en voedingskabels : meeteenheid : per stuk (woning of appartement) aard van de overeenkomst

Nadere informatie

BINNENSCHRIJNWERK BUITENVERHARDING VERWARMING EN VENTILATIE

BINNENSCHRIJNWERK BUITENVERHARDING VERWARMING EN VENTILATIE D E E L 2 : T EC H N I S C H E B E P A L I N G E N DEEL 1 : CONSTRUCTIE LOT 1 : LOT 2 : LOT 3 : LOT 4 : RUWBOUW TIMMERWERK DAKDICHTING BUITENSCHRIJNWERK DEEL 2 : AFWERKING LOT 1 : LOT 2 : LOT 3 : LOT 4

Nadere informatie

TAD: Technologische AdviesDienst

TAD: Technologische AdviesDienst informeert TAD: Technologische AdviesDienst Verdeelborden In een elektrische installatie mag er slechts veilig elektrisch materieel gebruikt worden. Volgens deze algemene regel betekent dit dus ook dat

Nadere informatie

5/02/2015 dossier nr.13.004 - Bouwen van 8 koopwoningen en 6 garages - deel 7 p. 1 / 32

5/02/2015 dossier nr.13.004 - Bouwen van 8 koopwoningen en 6 garages - deel 7 p. 1 / 32 5/02/2015 dossier nr.13.004 - Bouwen van 8 koopwoningen en 6 garages - deel 7 p. 1 / 32 70. ELEKTRICITEIT BINNENNET... 3 70.00. elektriciteit binnennet - algemeen...3 70.10. aansluitingen - algemeen...4

Nadere informatie

INSTALLATIES 12 ONAFHANKELIJKHEID VAN EEN ELEKTRISCHE INSTALLATIE TEN OVERSTAAN VAN ANDERE INSTALLATIES

INSTALLATIES 12 ONAFHANKELIJKHEID VAN EEN ELEKTRISCHE INSTALLATIE TEN OVERSTAAN VAN ANDERE INSTALLATIES 9 9.01 ELEKTRISCHE Nominale spanning Elektrische installaties moeten in al hun onderdelen onderworpen en uitgevoerd worden in functie van hun nominale spanning 9.02 Regels van goed vakmanschap gelijkvormigheid

Nadere informatie

Een elektrische installatie moet altijd door een erkend organisme worden gekeurd bij :

Een elektrische installatie moet altijd door een erkend organisme worden gekeurd bij : Een elektrische installatie moet altijd door een erkend organisme worden gekeurd bij : - de indienststelling, - elke verzwaring van de aansluiting, - elke belangrijke wijziging of uitbreiding. Dit organisme

Nadere informatie

Meensesteenweg 338, 8800 Roeselare TEL: 051/ FAX: 051/ / Ondernemingsnummer: BE

Meensesteenweg 338, 8800 Roeselare TEL: 051/ FAX: 051/ / Ondernemingsnummer: BE ACA Vzw Elektrische installaties Ondernemingsnummer: BE 0811 407 869 VERSLAG VAN EEN GELIJKVORMIGHEIDSONDERZOEK VOOR INGEBRUIKNAME ENOF CONTROLEBEZOEK VAN EEN ELEKTRISCHE INSTALLATIE OP LAAGSPANNING EN

Nadere informatie

DEEL 7 TECHNIEKEN ELEKTRO

DEEL 7 TECHNIEKEN ELEKTRO DEEL 7 TECHNIEKEN ELEKTRO 70. ELEKTRICITEIT BINNENNET 3 70.00. elektriciteit binnennet - algemeen 3 70.20. verdeelkasten - algemeen 3 70.22. verdeelkasten hoofdverdeelborden / aanvullen bestaand bord sporthal

Nadere informatie

SPECIFIEKE TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN VOOR DE AANSLUITING OP HET LS-DISTRIBUTIENET VAN TIJDELIJKE INSTALLATIES VOOR WERVEN

SPECIFIEKE TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN VOOR DE AANSLUITING OP HET LS-DISTRIBUTIENET VAN TIJDELIJKE INSTALLATIES VOOR WERVEN SPECIFIEKE TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN VOOR DE AANSLUITING OP HET LS-DISTRIBUTIENET VAN TIJDELIJKE INSTALLATIES VOOR WERVEN C1/106 09.2004 Rev 1.0 (03.2011) 1. ALGEMEENHEDEN...3 1.1 Definities... 3 1.2 Toepassingsgebied...

Nadere informatie

2. MODULES. Module Inbedrijfstelling residentiële installatie

2. MODULES. Module Inbedrijfstelling residentiële installatie OPLEIDINGENSTRUCTUUR RESIDENTIEEL ELEKTROTECHNISCH INSTALLATEUR 1. BESCHRIJVING Referentiekaders: WELZIJN OP HET WERK Beroepsprofielen (SERV, oktober 2004) RESIDENTIEEL ELEKTROTECHNISCH INSTALLATEUR Beroepsprofiel

Nadere informatie

DEEL 7 TECHNIEKEN ELEKTRO

DEEL 7 TECHNIEKEN ELEKTRO DEEL 7 TECHNIEKEN ELEKTRO 70. ELEKTRICITEIT BINNENNET 3 70.00. elektriciteit binnennet - algemeen 3 70.10. aansluitingen - algemeen 4 70.15. aansluitingen verbindingskabels PM 4 70.20. verdeelkasten -

Nadere informatie

ELEKTRICITEITSKEURING

ELEKTRICITEITSKEURING ELEKTRICITEITSKEURING 1. Wat is een elektriciteitskeuring? Residentiële elektrische installaties dienen regelmatig te worden gekeurd, waarbij wordt gecontroleerd of aan de regels, opgelegd door het AREI,

Nadere informatie

ACA vzw Erkend controle organisme Huishoudelijke installaties

ACA vzw Erkend controle organisme Huishoudelijke installaties 112000765 VERSLAG VAN EEN GELIJKVORMIGHEIDSONDERZOEK ENOF CONTROLEBEZOEK VAN EEN HUISHOUDELIJKE ELEKTRISCHE INSTALLATIE Plaats van het onderzoek: Eigendom van: Opdrachtgever: Type lokalen: EAN-code installatie:

Nadere informatie

Hoe keuringsverslagen elektrische installaties interpreteren meest voorkomende inbreuken

Hoe keuringsverslagen elektrische installaties interpreteren meest voorkomende inbreuken Hoe keuringsverslagen elektrische installaties interpreteren meest voorkomende inbreuken Isabelle Hofman 10/10/2017 Topics A. Hoe elektrische keuringsverslagen interpreteren B. Top 3 meest voorkomende

Nadere informatie

Montage- en gebruiksaanwijzing

Montage- en gebruiksaanwijzing Montage en gebruiksaanwijzing Cooper Safety BV Postbus 3397 4800 DJ Breda Nederland Tel. +31 (0)76 750 53 00 Fax +31 (0)76 587 14 22 www.coopersafety.nl Pagina 1 1. Algemene opmerkingen 1.1 Korte beschrijving

Nadere informatie

SPECIFIEKE TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN VOOR HET AANSLUITEN VAN VASTE PROFESSIONELE INSTALLATIES ZONDER METER

SPECIFIEKE TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN VOOR HET AANSLUITEN VAN VASTE PROFESSIONELE INSTALLATIES ZONDER METER SPECIFIEKE TECHNISCHE VRSCHRIFTEN VR HET AANSLUITEN VAN VASTE PRFESSINELE INSTALLATIES ZNDER METER INHUD 1. TEPASSINGSGEBIED...3 2. SPECIFIEKE EISEN M.B.T. DE AANSLUITKAST ZNDER METER...3 2.1 Plaats van

Nadere informatie

De ET31F (die alleen de vloertemperatuur meet) kan in een andere ruimte geplaatst worden.

De ET31F (die alleen de vloertemperatuur meet) kan in een andere ruimte geplaatst worden. De EasyTemp thermostaat ET31A/AF/F Deze handleiding geldt voor de onderstaande types: Op de doos Model ET31A, ET31AF en ET31F Model ET31A. Thermostaat regelt de ruimte temperatuur. (Niet geschikt voor

Nadere informatie

ALGEMEEN REGLEMENT OP DE ELEKTRISCHE INSTALLATIES.

ALGEMEEN REGLEMENT OP DE ELEKTRISCHE INSTALLATIES. ELE/MDD/83/303 H Plaatselijke agent voor controle en inlichtingen. A.R.E.I. ALGEMEEN REGLEMENT OP DE ELEKTRISCHE INSTALLATIES. Samenvatting voor huishoudelijke installaties. Dit document vervangt het AREI

Nadere informatie

BADKAMERS OF STORTBADRUIMTEN

BADKAMERS OF STORTBADRUIMTEN A.R.E.I 86.10 IN HUISHOUDELIJKE LOKALEN 86.10.a Bepalingen Badkamer of stortbadruimte: Lokaal of lokaalgedeelte beperkt tot volume 3 waarvan hierna sprake, waarin ten minste een bad of een stortbad is

Nadere informatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie Rapportnummer 125125 Nederlandstalige versie : V_7_NL_20161205 Origineel exemplaar Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM Datum keuring: 03/05/2018

Nadere informatie

DEEL 7 TECHNIEKEN ELEKTRO

DEEL 7 TECHNIEKEN ELEKTRO DEEL 7 TECHNIEKEN ELEKTRO 70. ELEKTRICITEIT BINNENNET 70.00. elektriciteit binnennet - algemeen 70.10. aansluitingen - algemeen 70.11. aansluitingen ondergrondse aansluiting FH st 70.12. aansluitingen

Nadere informatie

AREI art. 104 vitale stroombanen

AREI art. 104 vitale stroombanen AREI art. 104 vitale stroombanen Isabelle Hofman 10/10/2017 Topics 1. Wat zijn vitale stroombanen / installaties 2. Voorbeelden van vitale installaties 3. Wat zegt de huidige wetgeving 4. Waaruit bestaat

Nadere informatie

OPLEIDINGENSTRUCTUUR TECHNICUS DOMOTICA

OPLEIDINGENSTRUCTUUR TECHNICUS DOMOTICA OPLEIDINGENSTRUCTUUR TECHNICUS DOMOTICA 1. BESCHRIJVING Referentiekaders: WELZIJN OP HET WERK Beroepsprofielen (SERV, oktober 2004) TECHNICUS DOMOTICA/IMMOTICA Beroepsprofiel (VORMELEK, juni 2007) RESIDENTIEEL

Nadere informatie

14 W led plafondlamp Met sensor- en noodfunctie

14 W led plafondlamp Met sensor- en noodfunctie 14 W led plafondlamp Met sensor- en noodfunctie Dubbele functie: plafondlamp geschakeld via sensor en noodverlichting in één behuizing Ideaal voor traphallen, gangen, toiletten, openbare ruimtes, Met geïntegreerde

Nadere informatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM Datum keuring: 18/03/2019 Inspecteur: Morad Asbai Mentor: - Installateur: - ID-label: Combi EPC + EK B.T.W.

Nadere informatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM Rapportnummer 95492 Nederlandstalige versie : V_7_NL_20161205 Origineel exemplaar Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM Datum keuring: 26/10/2017

Nadere informatie

KEURINGSVERSLAG. Adres eigenaar: VVB 4 x 10 mm² Type electrode: Max. beveiliging: 4 x 25 A. # verdeelborden: Type: X2,5: 40 A.

KEURINGSVERSLAG. Adres eigenaar: VVB 4 x 10 mm² Type electrode: Max. beveiliging: 4 x 25 A. # verdeelborden: Type: X2,5: 40 A. Pagina 1 van 6 KEURINGSVERSLAG Adres- en onderzoeksgegevens : Plaats van het onderzoek: Helstraat 44, 3721 VLIERMAALROOT Distributienetbeheerder: Inter-energa (via Infrax) 28552744 Teller n : Index teller:

Nadere informatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM Datum keuring: 17/06/2019 Inspecteur: Geert De Vos Mentor: - Installateur: - ID-label: Ten Eekhovelei 347

Nadere informatie

VERSLAG VAN ONDERZOEK

VERSLAG VAN ONDERZOEK Pagina 1 van 5 R.EI.01-2015.03.31 - V0 VERSLAG VAN ONDERZOEK Keuring N : Adres- en onderzoeksgegevens : Plaats van het onderzoek: Distributienetbeheerder: Teller n : 24773163 Balkweg 14, 1981 HOFSTADE

Nadere informatie

ALGEMENE AANWIJZINGEN VOOR VERLICHTINGSARMATUREN

ALGEMENE AANWIJZINGEN VOOR VERLICHTINGSARMATUREN ALGEMENE AANWIJZINGEN VOOR VERLICHTINGSARMATUREN ALGEMENE AANWIJZINGEN VOOR VERLICHTINGSARMATUREN VOOR HUISHOUDELIJK GEBRUIK VEILIGHEIDSINSTRUCTIES De fabrikant adviseert een juiste toepassing van de verlichtingsarmaturen!

Nadere informatie

KEURINGSVERSLAG 0,00. Adres eigenaar: VOB 2 x 6 mm² Type electrode: Max. beveiliging: 2 x 20 A. # verdeelborden: Type: X2,5: 40 A.

KEURINGSVERSLAG 0,00. Adres eigenaar: VOB 2 x 6 mm² Type electrode: Max. beveiliging: 2 x 20 A. # verdeelborden: Type: X2,5: 40 A. Pagina 1 van 6 KEURINGSVERSLAG Adres- en onderzoeksgegevens : Plaats van het onderzoek: Hombeeksesteenweg 111, 2800 MECHELEN Distributienetbeheerder: Imea (via Eandis) 2174532 Teller n : Index teller:

Nadere informatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM Datum keuring: 02/08/2018 Inspecteur: Jeroen De Bondt Mentor: Installateur: - ID-label: B.T.W. nr.:- IK.

Nadere informatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM Datum keuring: 07/05/2019 Inspecteur: Geert De Vos Mentor: - Installateur: - ID-label: Venneborglaan 194

Nadere informatie

KEURINGSVERSLAG 0,00. Adres eigenaar: VOB 2 x 4 mm² Type electrode: 2 x 20 A. Max. beveiliging: # verdeelborden: Bescherming:

KEURINGSVERSLAG 0,00. Adres eigenaar: VOB 2 x 4 mm² Type electrode: 2 x 20 A. Max. beveiliging: # verdeelborden: Bescherming: Pagina 1 van 7 KEURINGSVERSLAG Adres- en onderzoeksgegevens : Plaats van het onderzoek: Weg Naar As 367, 3600 GENK Distributienetbeheerder: Inter-energa (via Infrax) 44944388 Teller n : Index teller: Nacht:

Nadere informatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM. Huisnummer 12 Postcode 9270

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM. Huisnummer 12 Postcode 9270 Rapportnummer 87461 Nederlandstalige versie : V_7_NL_20161205 Origineel exemplaar Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM Datum keuring: 24/08/2017

Nadere informatie

Art. Omschrijving Type Eenh. Hoev. E.P. Totaal. PDF Pro Trial

Art. Omschrijving Type Eenh. Hoev. E.P. Totaal. PDF Pro Trial 1. AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET 1.1. Elektriciteitsaansluiting SOG 1 1 000,00 1 000,00 2. ELEKTRISCHE VERDEELBORDEN 2.1. Elektrische verdeelborden 2.1.1. EB museum SOG 1 6 000,00 6 000,00 3. AARDINGEN

Nadere informatie

Aansluiting van eengezinswoningen TGC-RES-SDU-2014/02 (NL)

Aansluiting van eengezinswoningen TGC-RES-SDU-2014/02 (NL) Aansluiting van eengezinswoningen 1 Aansluiting van eengezinswoningen Een eengezinswoning aansluiten op het netwerk van Belgacom biedt toekomstige bewoners de mogelijkheid gebruik te maken van vele uiteenlopende

Nadere informatie

POLITIEVERORDENING. Addendum Veiligheidsmaatregelen bij het gebruik van occasionele installaties voorzien van een fotovoltaïsche zonne-energiesysteem

POLITIEVERORDENING. Addendum Veiligheidsmaatregelen bij het gebruik van occasionele installaties voorzien van een fotovoltaïsche zonne-energiesysteem POLITIEVERORDENING Addendum Veiligheidsmaatregelen bij het gebruik van occasionele installaties voorzien van een fotovoltaïsche zonne-energiesysteem Deel 1:Toepassingsgebied Onderhavig addendum aan de

Nadere informatie

DEEL 7 TECHNIEKEN ELEKTRO

DEEL 7 TECHNIEKEN ELEKTRO DEEL 7 TECHNIEKEN ELEKTRO 70. ELEKTRICITEIT BINNENNET 4 70.00. elektriciteit binnennet - algemeen 4 70.10. aansluitingen - algemeen 5 70.11. aansluitingen ondergrondse aansluiting FH GP 5 70.12. aansluitingen

Nadere informatie

ACA vzw Erkend controle organisme Huishoudelijke installaties

ACA vzw Erkend controle organisme Huishoudelijke installaties TEL: 051200 002 FAX: 051201 002 113000983 www.acavzw.be info@acavzw.be VERSLAG VAN EEN GELIJKVORMIGHEIDSONDERZOEK ENOF CONTROLEBEZOEK VAN EEN HUISHOUDELIJKE ELEKTRISCHE INSTALLATIE Plaats van het onderzoek:

Nadere informatie

INHOUD Bijlage D-12 INHOUDSOPGAVE 4. SECUNDAIR DISTRIBUTIENET 1. 4.1. Algemeen...1. 4.2. Berekeningsbasis en prestaties...1

INHOUD Bijlage D-12 INHOUDSOPGAVE 4. SECUNDAIR DISTRIBUTIENET 1. 4.1. Algemeen...1. 4.2. Berekeningsbasis en prestaties...1 INHOUD Bijlage D-12 INHOUDSOPGAVE 4. SECUNDAIR DISTRIBUTIENET 1 4.1. Algemeen...1 4.2. Berekeningsbasis en prestaties...1 4.3. Elektrische leidingen...2 4.3.1. Algemeen... 2 4.3.2. Moeilijk ontvlambare

Nadere informatie

TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT SCHAKELAARS. Artikel. A.R.E.I. 250.01 Algemeen

TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT SCHAKELAARS. Artikel. A.R.E.I. 250.01 Algemeen SCHAKELAARS 250.01 Algemeen Schakelaars en andere bedieningstoestellen moeten conform de desbetreffende door de Koning zijn, of overeenkomen met bepalingen die een gelijkwaardig veiligheidsniveau bieden.

Nadere informatie

Richtlijn voor de uitvoering van bouwkasten. Het gehele Cogas elektriciteitsgebied.

Richtlijn voor de uitvoering van bouwkasten. Het gehele Cogas elektriciteitsgebied. Richtlijn bouwkasten TOEPASSINGSGEBIED: Het gehele Cogas elektriciteitsgebied. 1 DOELSTELLING Eisen voor bouwkasten t.b.v. tijdelijke en bouw- aansluitingen met een maximale doorlaatwaarde van 3x80A. 2

Nadere informatie

PROCES-VERBAAL VAN GELIJKVORMIGHEIDSONDERZOEK EN/OF CONTROLEBEZOEK VAN EEN ELEKTRISCHE LAAGSPANNINGSINSTALLATIE

PROCES-VERBAAL VAN GELIJKVORMIGHEIDSONDERZOEK EN/OF CONTROLEBEZOEK VAN EEN ELEKTRISCHE LAAGSPANNINGSINSTALLATIE AIB-VINÇOTTE Belgium ERKEND CONTROLEORGANISME Externe dienst voor technische controles op de werkplaats Contactpersoon: JOHNNY BODEN, Elektriciteit Onze gegevens Klantref.: 100249782 Uw gegevens Ref.:

Nadere informatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM Datum keuring: 20/05/2019 Inspecteur: Geert De Vos Mentor: - Installateur: - ID-label: Blaasbalgstraat 22

Nadere informatie

Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL

Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL Elektrische Infrarood Verwarming Model 93485 Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL 1 Algemene veiligheidsinstructies LEES DE GEBRUIKSAANWIJZING Alvorens de radiateur in bedrijf te nemen, moet u deze gebruiks

Nadere informatie

DEEL C TECHNIEKEN HERINRICHTING POLITIEKANTOOR

DEEL C TECHNIEKEN HERINRICHTING POLITIEKANTOOR DEEL C TECHNIEKEN HERINRICHTING POLITIEKANTOOR BOUWHEER Gemeentebestuur Stabroek Dorpsstraat 99 2940 Stabroek WERFADRES Dorpsstraat 99 2940 Stabroek 1 2 TECHNIEKEN 13. ELEKTRICITEIT BINNENNET 6 13.1 Afkoppelingswerken

Nadere informatie

DEEL 7 - TECHNIEKEN / ELEKTRO

DEEL 7 - TECHNIEKEN / ELEKTRO DEEL 7 - TECHNIEKEN / ELEKTRO INHOUDSOPGAVE 70. ELEKTRICITEIT / BINNENNET... 3 70.00. elektriciteit / binnennet - algemeen... 3 70.10. aansluitingen - algemeen... 3 70.11. aansluitingen - energiesteen

Nadere informatie

LASTENBOEK AFWERKING SEMI-CASCO LORETTEKLOOSTER BEGIJNENSTRAAT MECHELEN

LASTENBOEK AFWERKING SEMI-CASCO LORETTEKLOOSTER BEGIJNENSTRAAT MECHELEN LASTENBOEK AFWERKING SEMI-CASCO LORETTEKLOOSTER BEGIJNENSTRAAT MECHELEN INHOUD 2. Pleisterwerken p.3 3. Chapewerken, p.3 6. Sanitaire installatie p.3 7. Elektrische installatie p.4 8. Verwarmingsinstallatie

Nadere informatie

Waterdicht en robuust

Waterdicht en robuust KB Waterdicht en robuust KB is een stof- en waterdichte (IP68) noodverlichtingsarmatuur met robuuste behuizing. Hij is specifiek ontwikkeld voor zwaar belastende industriële omgevingen. De stevige materialen

Nadere informatie

DEEL 7 TECHNIEKEN ELEKTRO

DEEL 7 TECHNIEKEN ELEKTRO DEEL 7 TECHNIEKEN ELEKTRO 70. ELEKTRICITEIT BINNENNET 3 70.00. elektriciteit binnennet - algemeen 3 70.10. aansluitingen - algemeen 4 70.11. aansluitingen woning aansluiting FH st 4 70.12. aansluitingen

Nadere informatie

Project: Atelier Kyoto - Webo. Meetstaat Elektriciteit 1/12. Datum: 2/03/2016. 10 ALGEMEEN Subtotaal: 70 ELEKTRICITEIT/BINNENNET Subtotaal:

Project: Atelier Kyoto - Webo. Meetstaat Elektriciteit 1/12. Datum: 2/03/2016. 10 ALGEMEEN Subtotaal: 70 ELEKTRICITEIT/BINNENNET Subtotaal: 1/12 Project: Atelier Kyoto - Webo Datum: 2/03/2016 Meetstaat Elektriciteit 10 ALGEMEEN Subtotaal: 10.11 As-built dossier 1 GP FH 10.12 Technisch uitvoering dossier 1 GP FH 10.13 Rf afdichtingen openingen

Nadere informatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM Datum keuring: 01/06/2018 Inspecteur: Werner Notelaers Mentor: - ID-label: - B.T.W. nr.:- Installateur:

Nadere informatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM Datum keuring: 13/12/2018 Inspecteur: Geert De Vos Mentor: - Installateur: - ID-label: Turfsteeg 5 B.T.W.

Nadere informatie

Aansluiting van eengezinswoningen

Aansluiting van eengezinswoningen Aansluiting van eengezinswoningen 1 Aansluiting van eengezinswoningen Een eengezinswoning aansluiten op het netwerk van Proximus biedt toekomstige bewoners de mogelijkheid gebruik te maken van vele uiteenlopende

Nadere informatie

Meensesteenweg 338, 8800 Roeselare TEL: 051/ FAX: 051/ / Ondernemingsnummer: BE

Meensesteenweg 338, 8800 Roeselare TEL: 051/ FAX: 051/ / Ondernemingsnummer: BE ACA Vzw Elektrische installaties Ondernemingsnummer: BE 0811 407 869 VERSLAG VAN EEN GELIJKVORMIGHEIDSONDERZOEK VOOR INGEBRUIKNAME ENOF CONTROLEBEZOEK VAN EEN ELEKTRISCHE INSTALLATIE OP LAAGSPANNING EN

Nadere informatie

Meensesteenweg 338, 8800 Roeselare TEL: 051/ FAX: 051/ / Ondernemingsnummer: BE

Meensesteenweg 338, 8800 Roeselare TEL: 051/ FAX: 051/ / Ondernemingsnummer: BE ACA Vzw Elektrische installaties Ondernemingsnummer: BE 0811 407 869 192003460 VERSLAG VAN EEN GELIJKVORMIGHEIDSONDERZOEK VOOR INGEBRUIKNAME EN/OF CONTROLEBEZOEK VAN EEN ELEKTRISCHE INSTALLATIE OP LAAGSPANNING

Nadere informatie

YOUR REPUTATION IS MINE.

YOUR REPUTATION IS MINE. KEURINGEN INFOSESSIE PREBES YOUR REPUTATION IS MINE. Patrick Hermans 17 mei 2018 Inhoud Wetgevend kader Indienstname onderzoek Inhoud van de controle Oude elektrische installaties Basis van het onderzoek

Nadere informatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie Rapportnummer 124242 Nederlandstalige versie : V_7_NL_20161205 Origineel exemplaar Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM Datum keuring: 27/04/2018

Nadere informatie

Wanneer Norm voor kabels volgens EN50577? De Europese verordening EN sluit kabels met Isolatiebehoud en/of (resistance to fire) expliciet uit. E

Wanneer Norm voor kabels volgens EN50577? De Europese verordening EN sluit kabels met Isolatiebehoud en/of (resistance to fire) expliciet uit. E Agenda: wijzigingen in de NPR 2576:2018 pren 50577 Bouwkundige oplossingen en ondergronden Overgangen en accessoires Onderlinge uitwisselbaarheid van systemen Kabelsysteemoplossingen Page Wie ben ik? Ricardo

Nadere informatie

Meensesteenweg 338, 8800 Roeselare TEL: 051/ FAX: 051/ / Ondernemingsnummer: BE

Meensesteenweg 338, 8800 Roeselare TEL: 051/ FAX: 051/ / Ondernemingsnummer: BE ACA Vzw Elektrische installaties Ondernemingsnummer: BE 0811 407 869 VERSLAG VAN EEN GELIJKVORMIGHEIDSONDERZOEK VOOR INGEBRUIKNAME ENOF CONTROLEBEZOEK VAN EEN ELEKTRISCHE INSTALLATIE OP LAAGSPANNING EN

Nadere informatie

OPLEIDINGENSTRUCTUUR TECHNICUS ELEKTRISCHE ZWEMBADUITRUSTINGEN

OPLEIDINGENSTRUCTUUR TECHNICUS ELEKTRISCHE ZWEMBADUITRUSTINGEN OPLEIDINGENSTRUCTUUR TECHNICUS ELEKTRISCHE ZWEMBADUITRUSTINGEN 1. BESCHRIJVING Referentiekaders: WELZIJN OP HET WERK Beroepsprofielen (SERV, oktober 2004) TECHNICUS ELEKTRISCHE ZWEMBADUITRUSTINGEN Beroepsprofiel

Nadere informatie

URA ONE. Design en technologie van de toekomst VEILIGHEIDSVERLICHTING WERELDSPECIALIST OP HET VLAK VAN ELEKTRISCHE EN DIGITALE GEBOUWINFRASTRUCTUREN

URA ONE. Design en technologie van de toekomst VEILIGHEIDSVERLICHTING WERELDSPECIALIST OP HET VLAK VAN ELEKTRISCHE EN DIGITALE GEBOUWINFRASTRUCTUREN VEILIGHEIDSVERLICHTING URA ONE Design en technologie van de toekomst WERELDSPECIALIST OP HET VLAK VAN ELEKTRISCHE EN DIGITALE GEBOUWINFRASTRUCTUREN URA ONE INNOVATIEVE VOORDELEN VAN DE URA ONE TOESTELLEN

Nadere informatie

Huisinstallatie 5-5-2004. K.U.Leuven Department of Electrical Engineering ELEN - Electrical Energy

Huisinstallatie 5-5-2004. K.U.Leuven Department of Electrical Engineering ELEN - Electrical Energy Huisinstallatie 1 De elektrische huisinstallatie (aarding) Nieuwbouw Bestaande gebouwen Spreidingsweerstand Wat aarden? 2 De elektrische huisinstallatie (equipotentiaalverbinding) Bijkomende equipotentiaal

Nadere informatie

ANCO-TORENS TURNHOUT. VERKOOPSLASTENBOEK PARKEERGARAGE Fase

ANCO-TORENS TURNHOUT. VERKOOPSLASTENBOEK PARKEERGARAGE Fase Generaal Lemanstraat 27 B-2018 Antwerpen Telefoon 03 232 08 79 Telefax 03 232 21 38 www.wilma.be ANCO-TORENS TURNHOUT VERKOOPSLASTENBOEK PARKEERGARAGE Fase 4 Versie: 30 juli 2010 anco verkoopslastenboek

Nadere informatie

(bijlage ref. PB 2 maart 2007)

(bijlage ref. PB 2 maart 2007) Vlaamse overheid Agentschap voor Binnenlands Bestuur Afdeling Lokale en Provinciale Besturen Financiën en Personeel Team Gesubsidieerde Infrastructuur Boudewijngebouw Boudewijnlaan 30 Bus 70, 1000 BRUSSEL

Nadere informatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM Datum keuring: 18/04/2017 Inspecteur: Bert Deplae Mentor: Installateur: - Datum verslag: 18/04/2017 B.T.W.

Nadere informatie

12/01/2016 Gedetailleerde opmeting dossier - Herinrichting kantoren bibliotheek Permeke - P dossier ontwerp bouwheer

12/01/2016 Gedetailleerde opmeting dossier - Herinrichting kantoren bibliotheek Permeke - P dossier ontwerp bouwheer 12/01/2016 Gedetailleerde opmeting dossier - Herinrichting kantoren bibliotheek Permeke - P07363 1 dossier ontwerp bouwheer P07363 herinrichting kantoren bibliotheek Permeke 00 ALGEMENE BIJZONDERE VOORAFGAANDELIJKE

Nadere informatie

VERSLAG VAN ONDERZOEK

VERSLAG VAN ONDERZOEK Pagina 1 van 6 R.EI.01-2015.03.31 - V0 VERSLAG VAN ONDERZOEK Keuring N : Adres- en onderzoeksgegevens : Plaats van het onderzoek: Distributienetbeheerder: Teller n : 37086379 Fruithoflaan 13-2e rechts,

Nadere informatie

ACA vzw Erkend controle organisme Huishoudelijke installaties

ACA vzw Erkend controle organisme Huishoudelijke installaties Huishoudelijke installaties TEL: 051200 002 FAX: 051201 002 101001765 www.acavzw.be info@acavzw.be Ondernemingsnummer: BE 0811 407 869 Ref: 2014100255 VERSLAG VAN EEN GELIJKVORMIGHEIDSONDERZOEK ENOF CONTROLEBEZOEK

Nadere informatie

Folder 68 8.1. Elektra voor buiten. Zelf Doen

Folder 68 8.1. Elektra voor buiten. Zelf Doen Folder 68 8.1 Elektra voor buiten Zelf Doen Buiteninstallaties Aansluitingen voor buiteninstallaties kunnen vanaf de meterkast of een inbouwdoos worden gemaakt. Omdat de buiteninstallaties geaard moeten

Nadere informatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie Rapportnummer 134550 Nederlandstalige versie : V_7_NL_20161205 Origineel exemplaar Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM Datum keuring: 18/06/2018

Nadere informatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM Datum keuring: 20/11/2018 Inspecteur: Geert De Vos Mentor: - Installateur: - ID-label: Stuivenbergvaart

Nadere informatie

ACA vzw Erkend controle organisme Huishoudelijke installaties

ACA vzw Erkend controle organisme Huishoudelijke installaties Huishoudelijke installaties 128000593 Ondernemingsnummer: BE 0811 407 869 Ref: 2013070658 VERSLAG VAN EEN GELIJKVORMIGHEIDSONDERZOEK EN/OF CONTROLEBEZOEK VAN EEN HUISHOUDELIJKE ELEKTRISCHE INSTALLATIE

Nadere informatie

ACA vzw Erkend controle organisme Huishoudelijke installaties

ACA vzw Erkend controle organisme Huishoudelijke installaties Huishoudelijke installaties TEL: 051200 002 FAX: 051201 002 148002305 www.acavzw.be info@acavzw.be Ondernemingsnummer: BE 0811 407 869 Ref: 2015050780 VERSLAG VAN EEN GELIJKVORMIGHEIDSONDERZOEK ENOF CONTROLEBEZOEK

Nadere informatie

Meensesteenweg 338, 8800 Roeselare TEL: 051/ FAX: 051/ / Ondernemingsnummer: BE

Meensesteenweg 338, 8800 Roeselare TEL: 051/ FAX: 051/ / Ondernemingsnummer: BE ACA Vzw Elektrische installaties TEL: 051200 002 FAX: 051201 002 www.acavzw.be info@acavzw.be Ondernemingsnummer: BE 0811 407 869 VERSLAG VAN EEN GELIJKVORMIGHEIDSONDERZOEK VOOR INGEBRUIKNAME ENOF CONTROLEBEZOEK

Nadere informatie

Voorbeeld lich nstalla e sociale woningbouw

Voorbeeld lich nstalla e sociale woningbouw 04 Elektrotechniek 01 Centrale elektriciteitsvoorziening 01.04 Gemeenschappelijke elektrische leidingwegen 01.04.4014 Installatiebuis Toepassing: - lege buisleiding t.b.v. CAI, DATA en telefonie - lege

Nadere informatie

OPLEIDINGENSTRUCTUUR TECHNICUS INBRAAKBEVEILIGINGSSYSTEMEN

OPLEIDINGENSTRUCTUUR TECHNICUS INBRAAKBEVEILIGINGSSYSTEMEN OPLEIDINGENSTRUCTUUR TECHNICUS INBRAAKBEVEILIGINGSSYSTEMEN 1. BESCHRIJVING Referentiekaders: WELZIJN OP HET WERK Beroepsprofielen (SERV, oktober 2004) RESIDENTIEEL ELEKTROTECHNISCH INSTALLATEUR Beroepsprofiel

Nadere informatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM Datum keuring: 05/06/2018 Inspecteur: Werner Notelaers Mentor: - ID-label: - B.T.W. nr.:- Installateur:

Nadere informatie

ACA vzw Erkend controle organisme Huishoudelijke installaties

ACA vzw Erkend controle organisme Huishoudelijke installaties Huishoudelijke installaties TEL: 051200 002 FAX: 051201 002 133000067 www.acavzw.be info@acavzw.be Ondernemingsnummer: BE 0811 407 869 Ref: 2016041409 VERSLAG VAN EEN GELIJKVORMIGHEIDSONDERZOEK ENOF CONTROLEBEZOEK

Nadere informatie

ELEKTRISCHE INSTALLATIES

ELEKTRISCHE INSTALLATIES 1 A. BIJZONDERE BEPALINGEN ELEKTRISCHE INSTALLATIES Benaming eenheid hoeveelheid Eenheidsprijs Totaalprijs excl. btw Art. 1 Voorwerp van de opdracht Pro memorie Art. 2 Documenten Pro memorie Art. 3 Organisatie

Nadere informatie

DE INSTALLATIE IS NIET CONFORM

DE INSTALLATIE IS NIET CONFORM PROCES-VERBAAL VAN HET ONDERZOEK VAN DE INSTALLATIE IS NIET CONFORM Het onderzoek gebeurt volgens werkinstructie 0Ie006 of 0Ie008 op basis van de hieronder vermelde voorschriften. Uw controle werd uitgevoerd

Nadere informatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie Rapportnummer 136136 Nederlandstalige versie : V_7_NL_20161205 Origineel exemplaar Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM Datum keuring: 25/06/2018

Nadere informatie

KASTEN MUREVA IP 65. Minikastjes. Referenties

KASTEN MUREVA IP 65. Minikastjes. Referenties Minikastjes Hermetische minikastjes, weinig plaats innemend, voor een modulaire combinatie. Technische kenmerken c Zelfdovend isolerend materiaal; weerstand tegen gloeidraad : 750 C volgens IEC 60695 2

Nadere informatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM Datum keuring: 15/01/2019 Inspecteur: Jean Francois Steux Mentor: - Installateur: - ID-label: B.T.W. nr.:-

Nadere informatie

Quality Heating elektrische vloerverwarming

Quality Heating elektrische vloerverwarming 1 Quality Heating elektrische vloerverwarming Wij willen u feliciteren met uw aankoop van één van de producten van Quality Heating. Elk product van Quality Heating is gemaakt op kwalitatief hoogstaande

Nadere informatie

OPLEIDINGENSTRUCTUUR TERTIAIR ELEKTROTECHNISCH INSTALLATEUR

OPLEIDINGENSTRUCTUUR TERTIAIR ELEKTROTECHNISCH INSTALLATEUR OPLEIDINGENSTRUCTUUR TERTIAIR ELEKTROTECHNISCH INSTALLATEUR 1. BESCHRIJVING Referentiekaders: WELZIJN OP HET WERK Beroepsprofielen (SERV, oktober 2004) TERTIAIR ELEKTROTECHNISCH INSTALLATEUR Beroepsprofiel

Nadere informatie

ART. BESCHRIJVING PRIJS EENH. TOTAAL EENH. PRIJS (letters) TOT. PRIJS (letters) EENH. PRIJS (cijfers) TOT. PRIJS (cijfers)

ART. BESCHRIJVING PRIJS EENH. TOTAAL EENH. PRIJS (letters) TOT. PRIJS (letters) EENH. PRIJS (cijfers) TOT. PRIJS (cijfers) 1 M E E T S T A A T DOSSIER : OPDRACHTGEVER : SLOPEN VAN EEN SANITAIR BLOK BOUWEN VAN EEN SANITAIR BLOK Sint Gregoriuscollege - lagere school Alfons Biebuycklaan 24 9050 Gentbrugge VZW Katholiek Scholen

Nadere informatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM Datum keuring: 22/10/2018 Inspecteur: Niels Van Opstal Mentor: Installateur: / ID-label: B.T.W. nr.:/ IK.

Nadere informatie

Domotica en communicatie Unica Wireless

Domotica en communicatie Unica Wireless Presentatie P104878 D17 Presentatie Scenario s Draadloos comfort is een gamma draadloze producten die gebruik maken van radiotechnologie (RF) om informatie uit te wisselen. Deze producten zijn uitermate

Nadere informatie

VEILIGHEIDSREGLEMENT BRUSSELS EXPO ELEKTRICITEIT VOORSCHRIFTEN INZAKE DE VEILIGHEID VAN DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE VAN STANDS OP BEURZEN

VEILIGHEIDSREGLEMENT BRUSSELS EXPO ELEKTRICITEIT VOORSCHRIFTEN INZAKE DE VEILIGHEID VAN DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE VAN STANDS OP BEURZEN VEILIGHEIDSREGLEMENT BRUSSELS EXPO ELEKTRICITEIT VOORSCHRIFTEN INZAKE DE VEILIGHEID VAN DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE VAN STANDS OP BEURZEN 4.1 INLEIDING Deze voorschriften werden opgesteld met het doel:

Nadere informatie

Algemeen... blz 2. Blokschema... blz 2. Beschrijving besturingseenheid type 1290... blz 2 en 3

Algemeen... blz 2. Blokschema... blz 2. Beschrijving besturingseenheid type 1290... blz 2 en 3 Index Algemeen................................................................... blz Blokschema.................................................................. blz Beschrijving besturingseenheid type

Nadere informatie

ATECON vzw Britselei 94 ñ bus Antwerpen Tel: 03/ / N 618-INSP KEURINGSVERSLAG.

ATECON vzw Britselei 94 ñ bus Antwerpen Tel: 03/ / N 618-INSP KEURINGSVERSLAG. Pagina 1 van 7 KEURINGSVERSLAG Datum verslag: 07/05/2019 Datum keuring: 30/04/2019 Keuring N : 20191668 Aanwezigen: / Adres- en onderzoeksgegevens : Plaats van het onderzoek: Distributienetbeheerder: Teller

Nadere informatie

7.B.1 Vergokan stijgkabelladders met functiebehoud volgend art 104 van het AREI.

7.B.1 Vergokan stijgkabelladders met functiebehoud volgend art 104 van het AREI. Lastenboekbeschrijvingen in het kader van het nieuwe artikel 104 van het AREI. Deze teksten zijn gebaseerd op certificaten die Vergokan behaalde volgens norm DIN 4102-12. Onderstaande teksten zijn slechts

Nadere informatie

MY 1 MY 2 VOORDELEN BESCHRIJVING KENMERKEN

MY 1 MY 2 VOORDELEN BESCHRIJVING KENMERKEN MY 1 MY 2 VOORDELEN Waterdichte verlichtingstoestellen (IP 67) Grootte kan worden aangepast aan de gebruikte lamp Talrijke bevestigingswijzen MY 1: aluminium en polycarbonaat: degelijkheid MY 2: aluminium

Nadere informatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM Datum keuring: 28/03/2019 Inspecteur: Dempsey Bouttelgier Mentor: Installateur: - ID-label: B.T.W. nr.:-

Nadere informatie

Elektrische convectoren BMS (standaard) BMT (met timer) BMH (met beugel)

Elektrische convectoren BMS (standaard) BMT (met timer) BMH (met beugel) Dendermondesteenweg 268 B - 9070 Destelbergen tel.: 09 / 228 32 31 fax: 09 / 228 63 51 www.thermelec.be Elektrische convectoren BMS (standaard) BMT (met timer) BMH (met beugel) 1 1. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

Nadere informatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie Rapportnummer 157520 Nederlandstalige versie : V_7_NL_20161205 Origineel exemplaar Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM Datum keuring: 05/10/2018

Nadere informatie