I n s ta l l at I e h a n d l e I d I n g scope Multi hütter VeIlIgheId B.V. scope Multi

Transcriptie

1 v 1.2 De ankers van Hütter Veiligheid zijn ontworpen voor platte daken volgens de EN-795. De producten zijn op vier plaatsen bevestigd op de dakstructuur, waarbij het geschikt is voor verschillende daken en membranen zoals bitumen, PVC of EPDM. De waterdichtheid van de inrichting is gegarandeerd door volledig de Base Plate te bedekken met de dakbedekking. Voor metalen dakpanelen en felsdaken wordt verwezen naar pagina 9. Uiteindelijk kan op de Base Plate van de inrichting simpel een Single Anchor Point of een post geschroefd worden. Alle producten zullen geassembleerd geleverd worden, waarbij elk product een uniek nummer in de veiligheidsmoer of bout gegraveerd heeft. In dit document worden de noodzakelijke handelingen en informatie voor installatie uiteengezet per daktype. De installatie moet enkel uitgevoerd worden door getrainde en competente installateurs. Neem bij verdere vragen alstublieft contact op met onze technische ondersteuning. HÜTTER VEILIGHEID B.V. Kruisweg 763, 2132 NG Hoofddorp, Nederland TEL +31 (0)

2 Gereedschapslijst 1. Gasbrander 2. Vergrendeltang (4) 3. Accuboormachine 4. Luchtpomp en borstel 5. Accu- klopboormachine 6. Meet tape 7. Hoekslijper (diamanten blad en slijpschijf) 8. Krijtje 9. Speciaal zetgereedschap voor holle kern 10. Papier en potlood 11. Een set van hout, staal en beton bits 12. Stoffer en blik 13. Markeringstouw 14. Hete lucht handgereedschap 15. Hamer (5kg) 16. Roller 17. Pijpsleutel 18/ Klemmen 19. Pijpsleutel Camera 21. Moersleutel 22. Bezem 23. Dopsleutel 24. Schop 25. Momentsleutel 26. Emmer of gereedschapskist 27. Metalen pin 28. Loctite Stofzuiger (water en stof) 30. Oliefiltersleutel 31. Waterpomp 32. Test driepoot apparaat 33. DP momentgereedschap 34. SAP gereedschap 35. Blindklinknagelpistool 36. Blindklinknagels 37. Klemmen voor felsdaken 38. Persmachine 39. Set van inbussleutels Aanbevolen ankers (vereiste moment moet gecontroleerd worden bij lokale leveranciers) Isolatie moet altijd doorboord worden met bit van 24 mm. Structuur Anker Moment Afbeelding Diameter Gereedschap Afbeelding Bit Afbeelding Beton Hilti HKD-S M Nm M12 IJzeren zetgereedschap Hilti beton 15 mm a-b Holle kern Fisher F-HY M10 40 Nm M10 IJzeren zetgereedschap Hilti beton 16 mm c-d Staal Hilti MF-SKD N.B. M10 N.B. N.B. Verzinkboor Phantom M10/200 Hout Hilti N.B. M10 N.B. N.B. Houten bit MF-SKD M10/200 Gasbeton 1 Hilti HIT-HY Nm M12 N.B. N.B. Hilti beton 15 mm Gasbeton Würth 8 Nm M10 IJzeren zet- Hilti beton 2 W-PA gereedschap 16 mm e Voor daken met isolatiemateriaal dikker dan 140 mm vervang de M10-bout. 2

3 Metalen daksysteem 1. Bepaal de positie van de kroon van het stalen dek door de aanbevolen pint (#27) te gebruiken. Positioneer de Base Plate en markeer de boorplaatsen. 2. Boor met een spiraalboor vier ø24mm gaten door de membraan en het isolatiemateriaal. 3. Boor met een verzinkboor door het stalen dek. 4. Plaats de tuimelankers in de openingen en draai ze met de pin (#27). Gebruik de vergrendeltangen (#2) om te voorkomen dat ze vallen. 5. Positioneer de Base Plate over de 4 fixeergaten tot op het membraan. 6. Draai de roestvast stalen M10 bouten handvast. 7. Verwijder de vergrendeltangen, zet ze verder vast en zet het aanbevolen moment (van de producent van de bouten) erop. 8. Verwijder het uitstekende draad met de hoekslijper. 9. Het dakmembraan (min ø70cm) kan vervolgens met de Base Plate verbonden worden (bedek de Base Plate volledig). Deze zal aangebracht worden door het dak-aannemers personeel om het dak van een waterdichte afsluiting te voorzien (bij voorkeur wordt een membraan in een opvallende kleur aangebracht). Om een bitumen membraan op de Base Plate aan te brengen wordt het aanbevolen om eerst de Base Plate the primeren voor het verbinden. Om PVC of EPDM membraan aan te brengen op de Base Plate moet de aanbevolen lijm van de producent gebruikt worden. 10. Maak een ronde opening van 12mm in het midden van de membraan. 11. De Base Plate is klaar om er een post voor lijnsystemen of een Single Anchor Point op de laten schroeven. Post voor lijnsystemen: Gebruik het aanbevolen installatiegereedschap (#33) om er een moment van 30Nm op te zetten. Single Anchor Point: Gebruik de aanbevolen sleutel (#34) voor de veiligheidsbout om er een moment van 30Nm op te zetten. 12. Test de fixatie met het driepoot apparaat volgens EN

4 Houten daksysteem 1. Positioneer de Base Plate en markeer de boorplaatsen. 2. Boor met een spiraalboor vier ø24mm gaten door de membraan en het isolatiemateriaal. 3. Boor met een houtboor door het houten dek. 4. Plaats de tuimelankers in de openingen en draai ze met de pin (#27). Gebruik de vergrendeltangen (#2) om te voorkomen dat ze vallen. 5. Positioneer de Base Plate over de 4 fixeergaten tot op het membraan. 6. Draai de roestvast stalen M10 bouten handvast. 7. Verwijder de vergrendeltangen, zet ze verder vast en zet het aanbevolen moment (van de producent van de bouten) erop. 8. Verwijder het uitstekende draad met de hoekslijper. 9. Het dakmembraan (min ø70cm) kan vervolgens met de Base Plate verbonden worden (bedek de Base Plate volledig). Deze zal aangebracht worden door het dak-aannemers personeel om het dak van een waterdichte afsluiting te voorzien (bij voorkeur wordt een membraan in een opvallende kleur aangebracht). Om een bitumen membraan op de Base Plate aan te brengen wordt het aanbevolen om eerst de Base Plate the primeren voor het verbinden. Om PVC of EPDM membraan aan te brengen op de Base Plate moet de aanbevolen lijm van de producent gebruikt worden. 10. Maak een ronde opening van 12mm in het midden van de membraan. 11. De Base Plate is klaar om er een post voor lijnsystemen of een Single Anchor Point op de laten schroeven. Post voor lijnsystemen: Gebruik het aanbevolen installatiegereedschap (#33) om er een moment van 30Nm op te zetten. Single Anchor Point: Gebruik de aanbevolen sleutel (#34) voor de veiligheidsbout om er een moment van 30Nm op te zetten. 12. Test de fixatie met het driepoot apparaat volgens EN

5 Betonnen daksystemen 1. Positioneer de Base Plate en markeer de boorplaatsen. 2. Boor met een spiraalboor vier ø24mm gaten door de membraan en het isolatiemateriaal. 3. Boor minimaal 50 mm in het beton met een 12mm boor bit. Herhaal dit voor alle fixeergaten. 4. Verwijder het gruis in en rondom het gat met de stofzuiger of een luchtpomp (#4). 5. Gebruik een draadeind om het anker op zijn plaats te duwen. 6. Verwijder het draadeind. 7. Gebruik het zetgereedschap (a) met de 5 kg hamer om de bout op zijn plaats te krijgen. 8. Gebruik het zetgereedschap (b) om het anker te zekeren in het beton. 9. Plaats de draadeinden. 10. Plaats twee moeren over de draadeinden en zet er het aanbevolen moment (van de producent) op met een momentsleutel. 11. Positioneer de Base Plate over de 4 fixeergaten tot op het membraan. 12. Draai de roestvast stalen M10 bouten handvast. 13. Verwijder het uitstekende draad met de hoekslijper. 14. Het dakmembraan (min ø70cm) kan vervolgens met de Base Plate verbonden worden (bedek de Base Plate volledig). Deze zal aangebracht worden door het dak-aannemers personeel om het dak van een waterdichte afsluiting te voorzien (bij voorkeur wordt een membraan in een opvallende kleur aangebracht). Om een bitumen membraan op de Base Plate aan te brengen wordt het aanbevolen om eerst de Base Plate the primeren voor het verbinden. Om PVC of EPDM membraan aan te brengen op de Base Plate moet de aanbevolen lijm van de producent gebruikt worden. 15. Maak een ronde opening van 12mm in het midden van de membraan. 16. De Base Plate is klaar om er een post voor lijnsystemen of een Single Anchor Point op de laten schroeven. Post voor lijnsystemen: Gebruik het aanbevolen installatiegereedschap (#33) om er een moment van 30Nm op te zetten. Single Anchor Point: Gebruik de aanbevolen sleutel (#34) voor de veiligheidsbout om er een moment van 30Nm op te zetten. 17. Test de fixatie met het driepoot apparaat volgens EN-795. LET OP: Voor gasbeton is een speciale Base Plate vereist. Zie de prijslijst. 5

6 Gasbetonnen en zwakke daksystemen Voordat er geïnstalleerd wordt op gasbetonnen of andere zwakke structuren is het vereist om de specificaties in acht te nemen met betrekking op het kiezen van het anker. De vereiste specificaties voor de ankers kan nagekeken worden met de locale leveranciers/producenten. Als de dikte van het beton niet toestaat om expansieankers te gebruiken, moeten er chemische anker geïnstalleerd worden. A trekbelasting van 5kN moet er op één van de ankers gezet worden om de geschiktheid van de bevestiging the testen. 15. De Base Plate is klaar om er een post voor lijnsystemen of een Single Anchor Point op de laten schroeven. Post voor lijnsystemen: Gebruik het aanbevolen installatiegereedschap (#33) om er een moment van 30Nm op te zetten. Single Anchor Point: Gebruik de aanbevolen sleutel (#34) voor de veiligheidsbout om er een moment van 30Nm op te zetten. 16. Test de fixatie met het driepoot apparaat volgens EN-795. Installatie met chemisch anker: 1. Positioneer de Base Plate en markeer de boorplaatsen. 2. Boor met een spiraalboor vier ø24mm gaten door de membraan en het isolatiemateriaal. 3. Boor minimaal 80 mm in het beton met een 22mm boor bit. Herhaal dit voor alle fixeergaten. 4. Verwijder het gruis in en rondom het gat met de stofzuiger of een luchtpomp (#4). 5. Schroef de mixer op de cartridge. 6. Vul het gat compleet met mortel, startend vanaf het einde. 7. Druk het draadeind op zijn plaats terwijl het met de klok mee gedraaid wordt. 8. Laat het uitharden. 9. Positioneer de Base Plate over de 4 fixeergaten tot op het membraan. 10. Draai de bouten handvast. 11. Verwijder het uitstekende draad met de hoekslijper. 12. Zet het aanbevolen moment (door de producent) erop met een momentsleutel. 13. Het dakmembraan (min ø120cm) kan vervolgens met de Base Plate verbonden worden (bedek de Base Plate volledig). Deze zal aangebracht worden door het dak-aannemers personeel om het dak van een waterdichte afsluiting te voorzien (bij voorkeur wordt een membraan in een opvallende kleur aangebracht). Om een bitumen membraan op de Base Plate aan te brengen wordt het aanbevolen om eerst de Base Plate the primeren voor het verbinden. Om PVC of EPDM membraan aan te brengen op de Base Plate moet de aanbevolen lijm van de producent gebruikt worden. 14. Maak een ronde opening van 12mm in het midden van de membraan. 6

7 Installatie met expansieanker 1. Positioneer de Base Plate en markeer de hamerplaatsen. 2. Plaats de bout in het zetgereedschap en hamer het in het beton. 3. Plaats het expansiedeel van het anker en spreidt het met zetgereedschap d. 4. Draai de bout van het anker in het binnenste draadgedeelte. 5. Plaats de draadeinden. 6. Plaats twee moeren over de draadeinden en zet er het aanbevolen moment (van de producent) op met een momentsleutel. 7. Positioneer de Base Plate over de 4 fixeergaten tot op het membraan. 8. Draai bouten handvast. 9. Verwijder het uitstekende draad met de hoekslijper. 10. Zet het aanbevolen moment (door de producent) erop met een momentsleutel. 11. Het dakmembraan (min ø120cm) kan vervolgens met de Base Plate verbonden worden (bedek de Base Plate volledig). Deze zal aangebracht worden door het dak-aannemers personeel om het dak van een waterdichte afsluiting te voorzien (bij voorkeur wordt een membraan in een opvallende kleur aangebracht). Om een bitumen membraan op de Base Plate aan te brengen wordt het aanbevolen om eerst de Base Plate the primeren voor het verbinden. Om PVC of EPDM membraan aan te brengen op de Base Plate moet de aanbevolen lijm van de producent gebruikt worden. 12. Maak een ronde opening van 12mm in het midden van de membraan. 13. De Base Plate is klaar om er een post voor lijnsystemen of een Single Anchor Point op de laten schroeven. Post voor lijnsystemen: Gebruik het aanbevolen installatiegereedschap (#33) om er een moment van 30Nm op te zetten. Single Anchor Point: Gebruik de aanbevolen sleutel (#34) voor de veiligheidsbout om er een moment van 30Nm op te zetten. 14. Test de fixatie met het driepoot apparaat volgens EN

8 Holle kern daksystemen 1. Positioneer de Base Plate en markeer de boorplaatsen. 2. Boor met een spiraalboor vier ø24mm gaten door de membraan en het isolatiemateriaal. 3. Boor in het beton. Herhaal dit voor alle fixeergaten. 4. Remove debris from in and around the hole using a vacuum or a holecleaning pump. 5. Verwijder het gruis in en rondom het gat met de stofzuiger of een luchtpomp (#4). 6. Gebruik een draadeind om het anker op zijn plaats te duwen. 7. Plaats het zetgereedschap d rond het draadeind, plaats een moer en zet er het aanbevolen moment (door de producent) erop. 8. Positioneer de Base Plate over de 4 fixeergaten tot op het membraan. 9. Draai de bouten handvast. 10. Verwijder het uitstekende draad met de hoekslijper. 11. Het dakmembraan (min ø70cm) kan vervolgens met de Base Plate verbonden worden (bedek de Base Plate volledig). Deze zal aangebracht worden door het dak-aannemers personeel om het dak van een waterdichte afsluiting te voorzien (bij voorkeur wordt een membraan in een opvallende kleur aangebracht). Om een bitumen membraan op de Base Plate aan te brengen wordt het aanbevolen om eerst de Base Plate the primeren voor het verbinden. Om PVC of EPDM membraan aan te brengen op de Base Plate moet de aanbevolen lijm van de producent gebruikt worden. 12. Maak een ronde opening van 12mm in het midden van de membraan. 13. De Base Plate is klaar om er een post voor lijnsystemen of een Single Anchor Point op de laten schroeven. Post voor lijnsystemen: Gebruik het aanbevolen installatiegereedschap (#33) om er een moment van 30Nm op te zetten. Single Anchor Point: Gebruik de aanbevolen sleutel (#34) voor de veiligheidsbout om er een moment van 30Nm op te zetten. 14. Test de fixatie met het driepoot apparaat volgens EN

9 Metalen dakpanelen 1. Plaats zegelsrips op elke serie gaten van de Base Plates. 2. Positioneer de Base Plates naar de plooiing van het dak. 3. Boor de benodigde gaten met een 8mm bit. 4. Positioneer en fixeer de blindklinknagels (minimum 12). 5. Plaats de beschermende kapjes op de blindklinknagels. 6. De Base Plate is klaar om er een post voor lijnsystemen op de laten schroeven. 7. Test de fixatie met het driepoot apparaat volgens EN-795. Felsdaken 1. Positioneer de Base Plates op het dak. 2. Installeer 4 bevestigingsklemmen op de fels. 3. Plaats de Base Plate op de klemmen om er zeker van de zijn dat de gaten zijn uitgelijnd. 4. Zet de Base Plate vast op de klemmen. 5. De Base Plate is klaar om er een post voor lijnsystemen op de laten schroeven. 6. Test de fixatie met het driepoot apparaat volgens EN

10 Wall Mount en Overhead lijnsystemen End Point installatie Om de bevestiging van de End Point te waarborgen is het belangrijk om er zeker van te zijn dat alle bevestigingspunten gebruikt worden. Het component is geschikt voor muur- en plafondconfiguratie. Het product moet altijd zo gepositioneerd worden dat de plaat in de richting van de lijn wijst. Bevestigen van de End Point: 1. Positioneer de plaat van de End Point en markeer de boorgaten. 2. Boor in de structuur. 3. Installeer de ankers volgens de specificaties van de producent. 4. Plaats de plaat door de ankers. 5. Installeer de ringen en de bouten. 6. Positioneer het bevestigingspunt van de lijn met het systeem. Wall Mount applicatie Voor installatie van Wall Moun configuraties moeten de hoogte en afstand tot het systeem in aanschouw genomen worden. Installeer de Wall Mount naar de aanbevelingen in de volgende tabel: Dichtbij Verweg Beide Midden Laag Hoog Plafond 90 N.B. 90 Wall Mount Straight en 90 installatie 1. Positioneer de Wall Mounts in lijn met de End Point en markeer de boorgaten. 2. Boor in de structuur. 3. Installeer de ankers volgens de specificaties van de producent. 4. Plaats de plaat door de ankers. 5. Installeer de ringen en de bouten. Installatiehoek Wall Mount hoogte Hoog (1,75 m) Midden (1,2 m) Laag (0,4 m) Loopafstand Dichtbij (1,0-1, 5 m) Verweg (2, 5-4,0 m) 10

11 Controleren installatie Na installatie te volbrengen controles: Base Plate met ankers: Trekproef tot 5,0 kn. Single Anchor Point: Trekproef tot 3,5 kn met behulp van SAP Test Support. Op verzoek kan/mag dit tot 5,0 kn getest worden. Dynamic Post: GEEN trekproef bij installatie. Indien dit wel door klant gewenst wordt, dan trekproef tot 3,5 kn. Lijnsysteem: Alleen op de eind- en hoekpunten wordt een trekproef van 3,5 kn uitgevoerd. De trekproef op 90 hoekpunten wordt uitgevoerd met een nog te ontwikkelen trekband. Indien de klant een trekproef volgens EN795 eist, kan er tot 5,0 kn getest worden. Dit moet dan expliciet op de order van de klant vermeld staan. Afronden installatie Persen Alle componenten van het lijnsysteem zijn ontworpen om te persen. Dit is een proces dat de volledige sterkte van de kabel bewaard en maakt de verbinding met de componenten permanent. Persen wordt uitgevoerd op de Tensioners, de Fork Terminals en de External Absorbers. Voor persen, volg de onderstaande stappen: Duw de kabel zo ver mogelijk in het te persen onderdeel. Pers vijf keer met de draagbare persmachine, startende 5mm van de diepte indicator waarna een tussenafstand van minimaal 5-7mm bewaard wordt. Na het persen wordt de diepte van de persing bekeken met een verificatie gereedschap. Als het verificatie gereedschap niet past, kijk dan voor andere elementen die mogelijkerwijs de maat vergroten zoals stof of overdadige deeltjes. Als dit geen probleem is, is het noodzakelijk om de onderdelen te vervangen en de persmachine te controleren. Cable De aanbevolen Cable is de roestvast stalen 7x7. Voor het installeren van de Cable: Pers één van de uiteindes van de kabel vast (aan de Tensioner of de Fork Terminal). Passeer met de Cable door de Intermediates/Wall Mounts. Positioneer de External Absorber/Tensioner. Span de Cable handvast. Slijp de Cable op de vereiste lengte. Duw de Cable in de External Absorber/Tensioner. Pers (volg de stappen in de persen sectie). Uiteindelijke lijnspanning Voor de uiteindelijke aanpassing van de lijnspanning moet de Tensioner geroteerd worden tot er een lijnspanning van 1 kn bereikt is. Bij lange lijnsystemen met meerdere bochten erin wordt er geadviseerd aan beide uiteinden een Tensioner te gebruiken. Stickerplaatje Om informatie betreffende gebruik, installatie en inspectie te geven, zijn er speciale plaatjes met daarop een sticker ontworpen en kunnen gepersonaliseerd worden op aanvraag. Alle informatie over het gebruik van het systeem moet altijd ingevuld worden. 11

12 Voltooien van installaties Om de installatie te voltooien moet de installateur minimaal overleggen: Een project voltooiingsdocument Een systeemlabel Een gebruikers instructiehandleiding Project voltooiingsdocument Dit document moet alle relevante informatie van het project, zoals het systeemontwerp met eindbelastingen, intermediatebelastingen, kabeldeflectie, details van gebruikte constructie in het systeemontwerp, maximum aantal gebruikers, specifieke bepalingen met betrekking tot de gebruikersuitrusting, testeisen enz., voorzien. 12