4. Sluit de connectoren (L) aan, die zich aan de achterkant van de hoofdstructuur bevinden zoals wordt getoond in de figuur.

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "4. Sluit de connectoren (L) aan, die zich aan de achterkant van de hoofdstructuur bevinden zoals wordt getoond in de figuur."

Petra Eilander
7 jaren geleden
Aantal bezoeken:

3 MONTAGE INSTRUCTIES 1. Haal de onderdelen uit de verpakking en controleer of alle onderdelen aanwezig zijn: (A) Hoofdstructuur; (B) Frame met zit; (C) Steunbuis voorzijde; (D) 2 bouten M8x70; (F) 4 schroeven M8x70, ringen M8 en moeren M8. 2. Plaats de steunbuis (C) aan de hoofdstructuur (A), zoals wordt getoond in figuur 2A. Breng de bouten (D) en draai stevig vast, zoals wordt getoond in figuur 2B 3. Schuif de hoofdstructuur (A) aan het frame (B) en druk dit goed vast, zoals wordt getoond in figuur 3A. Breng de schroeven (D) in, zoals wordt getoond in figuur 3B. Plaats de ringen en de bouten zoals wordt getoond in figuur 3C en draai stevig vast. 4. Sluit de connectoren (L) aan, die zich aan de achterkant van de hoofdstructuur bevinden zoals wordt getoond in de figuur. 5. REGELEN VAN DE VOETSTEUNEN De riemgesp naar buiten doen hellen en de riem zo ver uittrekken tot het mogelijk is de voeten op de voetsteunen de plaatsen. Eenmaal de voeten zich in de voetsteunen bevinden moet aan de uiteinden van de riemen getrokken worden totdat de gewenste spanning bereikt is. Om de voeten terug los te maken moet op dezelfde manier als in 5A. gehandeld worden. 6. De spanningsregelaar (N) regelt de spanning van de roeislag. 7. VERPLAATSEN EN OPBERGEN. Het toestel is voorzien van wieltjes (W) waardoor men het gemakkelijk kan bewegen. De twee wieltjes bevinden zich vooraan uw toestel, en maken het manoeuvreren mogelijk zodat men het toestel op de gewenste plaats kan zetten door het achteraan lichtjes op te heffen en het op de gewenste plaats te duwen zoals aangetoond in figuur. Bewaar het toestel op een koele plaats waar zo weinig mogelijk temperatuurschommelingen optreden. 8. NIVELLERING Controleer, wanneer u het apparaat op zijn definitieve plek heeft gezet, of het stevig op de grond en goed genivelleerd staat. U kunt het apparaat nivelleren door de voet (E), die zich onderaan het apparaat bevindt, meer of minder uit te draaien (zie figuur 3C).

4 Een goede kennis van de functies die dit elektronisch apparaat u ter beschikking stellen is zeer belangrijk. Lees aandachtig de instructies vooraleer met uw oefeningen op het apparaat te beginnen. INSCHAKELEN De computer schakelt automatisch aan bij het indrukken van eender welke toets of bij het beginnen van eender welke oefening. Uitschakelen gebeurt automatisch 256 seconden na het beëindigen van de oefening. VERVANGEN VAN DE BATTERIJEN Haal de elektronische schakeling uit het paneel van uw trappentoestel (Fig. A). Open het batterijvak aan de achterkant van de computer (Fig. B). Plaats twee nieuwe batterijen van het type UM3 grootte AA in het batterijvak. Het verwijderen van de batterijen wist steeds alle gegevens in verband met de functies uit het geheugen. A. TIME FUNCTIE. Deze functie gaat de verlopen tijd optellen of aftellen in stappen van 1 seconde tot een maximum van 99:59 minuten. De TIMER functie is voortdurend zichtbaar in het bovenste gedeelte van het scherm. OM DE' TIJD TE SELECTEREN: 1. Druk START/STOP om de chronometer te starten. Om de chronometer op nul te kunnen stellen moet hij eerst gestopt worden met de START/STOP toets,daarna de MODE knop indrukken tot men het TM symbool voortdurend ziet aan/uit gaan, dan RESET drukken om de chronometer op nul te stellen. OM DE OEFENTIJD TE PROGRAMMEREN: 2. Daarna de MODE knop tot de gewenste oefentijd op het scherm verschijnt. 3. Druk RESET op het scherm op nul te stellen. 4. Druk. knop tot de gewenste oefentijd op het scherm verschijnt. 5. Druk START/STOP om de chronometer functie te laten aftellen tot de geprogrammeerde tijd voorbij is. Wanneer de geprogrammeerde tijd bereikt wordt, geeft de computer een akoestisch signaal en op het scherm verschijnt een klokje naast het TM symbool.

5 B. COUNT FUNCTIE. Deze functie gaat het aantal uitgevoerde stappen optellen of aftellen tot een maximum van 9999 roeibewegingen. HET AANTAL ROEIBEWEGINGEN IN TE STELLEN: 2. Druk de MODE toets verschillende malen tot de pijl op het scherm het woord 'COUNT' aanwijst. 3. Druk RESET op het scherm op nul te stellen. 4. Druk START/STOP toets, de chronometer zal starten en zal beginnen het aantal roeibewegingen te tellen. OM HET AANTAL ROEIBEWEGINGEN TE PROGRAMMEREN: 2. Druk de MODE toets verschillende malen tot de pijl op het scherm het woord' COUNT' aanwijst. 3. Druk RESET op het scherm op nul te stellen. 4. Druk. knop tot het gewenste aantal roeiwegingen op het scherm verschijnt. 5. Druk START/STOP om met het aftellen van het aantal geprogrammeerde roeibewegingen te starten. Wanneer het geprogrammeerde aantal roeibewegingen bereikt is geeft de computer een akoestisch signaal, er verschijnt een klokje en de chronometer stopt. C. TOTAL FUNCTIE Deze functie toont het totaal aantal uitgevoerde roeibewegingen sedert de batterijen voor het laast vervangen werden en indien de TIMER functie geselecteerd werd. Wanneer de 9999 roeibewegingen bereikt worden begint de teller opnieuw vanaf 0. D. CADENCE FUNCTIE (Ritmecontrole) Deze functie maakt het mogelijk aan een bepaald ritme te roeien met behulp van akoestische signalen. Het interval is instelbaar tussen 6 en 99 roeibewegingen per minuut. PROGRAMMEREN VAN HET AANTAL ROEIBEWEGINGEN PER MINUUT. 2. Druk de MODE toets verschillende malen tot de pijl op het scherm het woord CADENCE aanwijst. 3. Druk RESET op het scherm op nul te stellen. 4. Druk. tot het gewenste ritme op het scherm verschijnt. 5. Druk START/STOP om de ritmefunctie te starten. E. CALORIES FUNCTIE Telt het verbruikte aantal calorieën gedurende de oefening bij elkaar op. Er bestaat een relatie tussen de 5 krachtniveaus en de 5 zonen aangegeven op de spanningsregelaar; zone 1 van de spanningsregelaar correspondeert met niveau 1 van de computer, zone 2 met niveau 2, zone 3 met niveau 3 en zo opeenvolgend. Op deze manier, afhankelijk van het niveau dat wordt gekozen, worden bij een hoger niveau meer calorieën verbruikt, hetgeen wordt aangegeven met de cijfers naast de roeislag. HET PROGRAMMEREN VAN HET AANTAL CALORIEEN 1. Druk verschillende keren op MODE, totdat de pijl in het scherm op CALORIE gericht staat. 3. Druk op RESET om het scherm op 0 te zetten. 4. Druk op. totdat het gewenste niveau getoond wordt dat moet overeenkomen met de zone van de spanningsregelaar. De computer begint het aantal calorieën te tellen naar gelang de roeier de oefening uitvoert. F. STROKES/MIN FUNCTIE (aantal roeibewegingen per minuut) De elektronische schakeling berekent automatisch het aantal roeibewegingen per minuut die gedurende de oefening uitgevoerd worden en terwijl de teller in werking is. Het maximale aantal roeibewegingen per minuut is 99, indien sneller geroeid wordt verschijnt op het scherm een "E".

6 G. SCAN FUNCTIE. In de scan modus gaat de computer gedurende uw oefeningen voortdurend alle functies berekenen en tonen. De functie die op ieder ogenblik getoond wordt, wordt met de pijl op het scherm aangeduid.de volgorde waarin de functies achtereenvolgens getoond worden is de volgende: COUNT --- TOTAL --- CADENCE---- CALORIES OM DE SCAN FUNCTIE TE SELECTEREN: 2. Druk de MODE toets verschillende malen tot het woord SCAN op het scherm verschijnt, waardoor automatisch elke functie om beurten 4 seconden getoond wordt. H. PROGRAMMEERVOORBEELD Indien U een oefening van 150 roeibewegingen in 5 minuten wil maken met een ritme van beweging om de 2 seconden (30 bewegingen per minuut) en met moeilijkheidsgraad 3, moet U de volgende stappen volgen : - Indien de computer uitgeschakeld is, druk dan gelijk welke toets om hem aan te schakelen. - Daarna de MODE knop indrukken tot men het TM symbool voortdurend ziet aan/uit gaan. Druk RESET om het scherm op nul te stellen. Druk. en programmeer 5 minuten. - Druk opnieuw MODE tot de pijl zich naast COUNT bevindt, druk RESET om het scherm op nul te brengen. Druk. EN programmeer 150 roeibewegingen. - Druk MODE tot de pijl naast CADENCE komt te staan. Druk RESET om het scherm op nul te brengen. Druk. en programmeer 30 bewegingen per minuut. - Druk MODE tot de pijl naast CALORIES komt te staan. Druk. en programmeer een weerstand van 3 - Druk START/STOP en begin de geprogrammeerde oefening. Bij het beëindigen van ofwel de oefentijd of het aantal roeibewegingen zal het toestel een akoestisch signaal geven dat betekent dat de oefening voorbij is.

8 l.- AANZET - Armen gedeeltelijk gestrekt - Benen gebogen tegen het lichaam - Lichaam licht naar voren 2.- BEGIN VAN DE ACTIE - Armen gestrekt - Begin van de beweging van de benen - Riem op kniehoogte - Het lichaam in verticale stand TECHNIEK VAN HET ROEIEN 3.- ACTIE - Benen strekken zich verder - De armen buigen wanneer deze voorbij de knieën zijn 4.- EINDE - De riem op borsthoogte - Benen gedeeltelijk gestrekt - Lichaam licht naar achteren hellend 5.- HERSTEL - Armen naar voren strekken - Benen gebogen 6. VOORBEREIDING - Terugkeren naar de aanzetpositie Riem niet loslaten

Vergelijkbare documenten

4.- REGELEN VAN DE WEERSTAND TIJDENS HET ROEIEN (Mod. R-56, R-57)

4.- REGELEN VAN DE WEERSTAND TIJDENS HET ROEIEN (Mod. R-56, R-57) Europe (pro) R55 Neem het apparaat uit de doos en Plaats het op de vloer. l.- (Mod. R-56, R-57) Draai de rechterarm (E) (een kwartdraai) naar rechts in de positie zoals aangetoond op de figuur. Breng de