DEEL 7 BASISWERKZAAMHEDEN IN DE TUIN.

Transcriptie

1 L 7 BSISWKZMHN IN TUIN. HFSTUK 7.1 VUCHTFWISSLING pen lucht. Voorteelt Hoofdteelt L L prei groen - wortelen aardbei selder bemesting spinazie Nateelt wortelen kervel witloof uitplanten veldsla na vroege aardappelen K L B I W T spinazie sla bladgroenten W I T L F N N Serre. Voorjaar: - wortelen pijpajuin - bloemkool zaaibed - sla - spinazie - kervel Zomer: - tomaten afwisselen met - komkommer en augurk om de 4 jaar - paprika - meloen - courgette - ananaskers. Najaar: - spinazie - sla - kervel - andijvie 96

2 7.1.3 ekening houden met de plantkundige familie. Lelieachtigen Nachtschadigen Komkommerachtige - ui - aardappel - komkommer - sjalot - tomaat - augurk - prei - paprika - meloen - look - aubergine - pompoen Samengesteld bloemigen Kruisbloemigen Schermbloemigen - witloof - radijs - wortel - kardoen - raap - pastinaak - schorseneer - kool - kervel - sla - peterselie - andijvie - artisjok Vlinderbloemigen Lelieachtigen Schermbloemigen - bonen - asperge - selder - erwten uwbladigen - tuinbonen pacela = groenbemester Mesembrianthemen Melden Chenopodiaceas - spinazie - biet - warmoes Valeriaanachtigen oosachtigen IJskruidfamilie - veldsla - aardbei - Nieuw-Zeelandse spinazie Gewasvermenging = rijenteelt. - wortelen en uien ----> wortelvlieg - prei en selder ----> preivlieg - afrikaantjes ----> aaltjes - goudbloesem ----> bladluis - kolen en selder ----> roest en koolwitje - kervel en sla ----> bladluis - rozemarijn en kool ----> koolwitje - peterselie ----> groentevliegen HFSTUK 7.2 GNBWKINGN anleggen van winterbedden. - fmetingen: gewoonlijk 1,75 m van midden voor tot midden voor. In natte gronden smaller 1,30 tot 1,50 m. In droge gronden breder 1,80 tot 2 m. - Kalken: volgens de ph van grond volgens de vrucht die zal gekweekt worden. - Voren afpellen: iets breder dan de normale voor. hetgeen men afpelt kort omdraaien. bedden plat houden. - Bemesten: a. Met scheikundige meststoffen. lleen de fosfaatmesten mogen vòòr de winter toegediend worden. b. Met organische meststoffen Stalmest vormt de basis der bemesting. Best verse stalmest gebruiken. In januari - februari half verteerde mest gebruiken. - Koord spannen en tamelijk schuin afsteken. Breedte van de voor + 50 cm en diepte + 25 cm. fsteken zodat de punt van de schop in de grond blijft. e koord spannen zodanig dat het stiksel juist op de aftekening komt. Koord oprollen 97

3 - Stalmest open spreiden. e mest goed open schudden en gelijkmatig verdelen over de ganse breedte van het winterbed. ppassen om het stiksel niet toe te trappen. Heeft men tamelijk lang mest, dan zal men het best tegen het stiksel omplooien. - Uitgraven van de voren. Naar Uw hand werken, dit wil zeggen de grond uitzetten langs de kant waar men de spade vasthoudt. Spade schuin houden volgens het stiksel. Kanten flink opzetten. Zo grof mogelijk spitten. In geval van winterbezaaiing de grond trappen en verkruimelen. - Tweede afstikking: dit gebeurt zonder koord. in de richting van het stiksel tot op de bodem. - Voren uittroefelen of uitpellen: Van de hoogste kant naar de laagste. oor middel van een platte schop of troefel. Grond leggen waar de mest onvoldoende bedekt is. - fwerken: Waterafleiding nazien ( watervoor ). Stenen en pemen verzamelen en verwijderen. - Voordelen: - Gemakkelijk inwerken van lucht en vorst. - Goede ontwatering, dus vlugger bewerken in het voorjaar. - Betere verdeling van mest en meststoffen. - nkruid wordt ondergewerkt. - Betere bodemstructuur. - Gemakkelijk werken in het voorjaar. - Uitzicht van orde fgraven van winterbedden. Wanneer: ls de grond volledig ontdooid is. ls de grond niet te nat is. In lichte grond: februari - maart Zware grond: in april. Manieren: - fgraven om de grond terug plat te leggen. - fgraven en in bedden behouden. - m het veld terug plat te leggen. - de voor omkoppen - 50 cm breed afsteken. - afpellen en opzij leggen - een spitvoor open maken van 50 cm breed en de grond opzij zetten. - tweede maal afsteken - afpellen tot onder de mest en omgekeerd in de voor brengen. - een flinke steek spitten en de grond verdelen van middenvoor tot middenvoor. - de grond fijn verkruimelen, bijzonder zware grond. - in lichte grond in de voor staan, in zware boven. - de laatste voor opvullen met de grond van de eerste. - pemen enz. verwijderen. - fgraven en in bedden houden. - de voor niet omschoppen - stoep open maken van 50 cm breed en 30 cm diep. - afpellen over de breedte van het winterbed. - flinke steek spitten en de buitenste steek licht aanplakken. - kluiten verkruimelen - voldoende diep spitten om de spitzool te breken Spitten met voor. Wanneer toepassen: - in het voorjaar als er geen winterbeden zijn aangelegd. 98

4 - tussen 2 teelten als er mest moet ingewerkt worden of als er veel onkruid staat. Werkwijze: - perceel verdelen ( afsteken ) in stroken van 2 à 3 m. - afsteken + 2 steken breed. - afpellen met troefel en deze grond op een hoopje zetten.. - voor uitspitten en de grond op een andere hoop zetten. - volgende voor afsteken. - afpellen en het onkruid, eventueel de mest, omgekeerd in de voor brengen. - flinke steek spitten en in de eerste voor brengen. Nota: an het eind van het perceel de grond van de eerste voor van de tweede strook in de laatste voor van de eerste strook brengen. e laatste voor van het perceel opvullen met de grond van de eerste voor mkoppen. Toepassen: - m de grond te verluchte tussen twee teelten in ; - m kleine onkruiden onder te werken ; Werkwijze: - e grond omgekeerd in de put brengen waaruit hij komt. - e spade steeds draaien in de richting waarnaar men spit. ( onkruid gaat beter onder ) HFSTUK 7.3 ZIN Zaaien in volle grond in rijen. Voordelen: - gemakkelijk te hakken - bespaart op zaad - zaad gelijkmatig verdelen - gelijkmatige zaaidiepte Zaaibed klaarmaken en zaaien. - gespitte grond al dan niet aantrappen, afhankelijk van de vochtigheid van de grond. - eventueel meststoffen strooien (3 à 4 kg per are ) - grond fijn verkruimelen ( mesthaak ) - bedden afmeten - paadjes 5 cm diep uitscheppen ( troefel ) - grond op de bedden verdelen - bedden gelijk rijven - rijafstand uitzetten - koord spannen - zaaivoortjes maken, diepte afhankelijk van de zaadgrootte. - bij droog weer water in de zaaivoortjes gieten en enkele tijd laten opdrogen ( geen slijk meer ) - zaaien - met een zaaidoos - zaad uit de hand laten schuiven tussen duim en wijsvinger. - licht afdekken ( achterkant van de rijf ) - aandrukken - bed gelijk rijven ( mooi verkruimeld ) - bij droog weer 1 cm potgrond aanbrengen op de zaailijnen - bij droog weer regelmatig gieten Zaaien in kistjes. - Voor vroege zaaiingen 99

5 - Best plastic kistjes - Goed zuiver maken 100

6 - Na het zaaien aandrukken - Broezen - fdekken met zaaigrond - Krantenpapier over het kistje - Glasplaat op het kistje - Bij kieming, papier onmiddellijk verwijderen ( fileren ) HFSTUK 7.4 UITLNTN. - e grond voorbereiden zoals bij een zaaibed. - zaaibed goed gieten de avond voor het uitplanten. - best s avonds planten - planten op het zaaibed goed lossteken ( riek ) zodat zoveel mogelijk wortels behouden blijven. - zo weinig mogelijk blad verwijderen. - plantdiepte afhankelijk van de plantensoort: - planten met wortelstandige bladeren, ondiep planten ( hout boven de grond ). - andere planten diep planten ( wortelvorming op de stengel ) - prei diep planten met open plantgat ( bleken ) - zorg dat de wortels goed naar beneden hangen in het plantgat. - goed aandrukken - gieten - regelmatig broezen tot de planten hergroeien ( afhankelijk van het weer ). Nota: - best in driehoeksverband planten. - zorg dat planten in potten goed nat staan voor het uitplanten. HFSTUK 7.5 HKKN oel: - nkruid vernietigen - Grond verluchten - Grond verkruimelen - Verdamping beperken Werkwijze: - recht of licht gebogen staan - steeds vooruit hakken - voldoende overlappen - de hak van je af, met een korte ruk naar je toehalen. - de hak horizontaal door de grond laten gaan. - wortelonkruiden diep afhakken - zaadonkruiden ondiep afhakken - dicht bij cultuurplanten voorzichtig zijn. Met de omgekeerde hak de onkruiden achter de cultuurplant wegduwen en voor de cultuurplant de onkruiden naar je toe trekken. Noot: Best een rechthoekige hak gebruiken. HFSTUK 7.6 WIN. - Van voor naar achter werken. - nkruid laag vastnemen. - Met wortel uittrekken. - Grote onkruiden: - eerst een halve slag draaien en dan trekken. - cultuurplanten met de andere hand in de grond houden. - nkruid verzamelen ( emmer ) - Bij droog weer gieten. HFSTUK 7.7 UNNN. - oel: planten meer ruimte geven zodat ze stevig kunnen opgroeien ( niet fileren ). - Werkwijze: - erst onkruid wieden - Zieke en kleinere planten verwijderen. - Goede planten op de juiste afstand zetten - Gieten 101