SLOOPWERKZAAMHEDEN 1982 blz.1

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "SLOOPWERKZAAMHEDEN 1982 blz.1"

Transcriptie

1 blz.1 1. INLEIDING De in dit publikatieblad gegeven aanwijzingen zijn van toepassing op het afbreken, demonteren, omvertrekken of op andere wijze slopen van gebouwen, bouwwerken, installaties, waterbouwkundige werken en andere kunstwerken of delen van deze objecten. Slopen levert veelal grote risico's op, vooral voor de met deze werkzaamheden belaste personen. Ongevallen zijn in de regel van ernstige aard. Het is dan ook noodzakelijk dat tijdens het slopen de nodige veiligheidsmaatregelen worden getroffen en dat reeds in de voorbereidingsfase hieraan speciale aandacht wordt besteed. In deze publikatie zijn hiertoe aanwijzingen opgenomen die tevens aangeven op welke wijze - naar het oordeel van de Arbeidsinspectie - kan worden voldaan aan de wettelijke voorschriften ten aanzien van het veilig uitvoeren van sloopwerkzaamheden (zie hoofdstuk 7 Wettelijke bepalingen). Het is vanzelfsprekend dat de Arbeidsinspectie, bij het toezicht op de naleving van deze, veelal in algemene termen gestelde, wettelijke bepalingen zich zal richten naar de inhoud van dit blad. Hierbij wordt evenwel aangetekend dat, mocht op andere wijze een even hoog niveau van veiligheid worden bereikt, uiteraard evenzeer is voldaan aan bedoelde wettelijke bepalingen. Voor nadere voorschriften voor slopen met springstoffen wordt verwezen naar de publikatie van de Arbeidsinspectie P no 137 "Veilig werken met springstoffen". Het slopen van asbesthoudend materiaal wordt behandeld in de publikatie van de Arbeidsinspectie P no "Werken met asbest in het bouwbedrijf". 2. ALGEMEEN 2.1 Sloopwerkzaamheden moeten worden uitgevoerd onder leiding en toezicht van deskundige personen, die al naar gelang de aard van het te slopen object over een toereikende kennis en ervaring beschikken. 2.2 In het Arbeidsbesluit jeugdigen zijn voor jeugdige personen speciale voorschriften gegeven, die gelden naast de bepalingen, die op grond van andere wettelijke maatregelen moeten worden nageleefd door of ten aanzien van alle werknemers op een sloopwerk. 2.3 De sloopobjecten en de aangrenzende delen daarvan moeten tevoren zorgvuldig op de constructie en de staat waarin zij verkeren, worden onderzocht. Dit betekent dat men zich eerst in bestek en tekeningen - voor zover aanwezig - zal moeten verdiepen. Het verdient tevens aanbeveling dat een sloopbedrijf, alvorens met een karwei te beginnen, zich door de opdrachtgever nog nader laat voorlichten omtrent het te slopen object, met name omtrent bijzondere situaties die daarbij kunnen worden aangetroffen. Ook vóóroverleg met de bevoegde overheidsinstanties is in vele gevallen gewenst. Op grond van de aldus verkregen gegevens dient een veilige werkwijze te worden vastgesteld en neergelegd in een sloopplan waarin de noodzakelijk te gebruiken hulpmiddelen moeten worden vermeld.

2 blz.2 Voor zover de veiligheid dit vereist dient het sloopplan tijdens de werkzaamheden te worden aangepast aan gewijzigde omstandigheden. Het sloopplan en de wijzigingen daarin dienen tijdig aan de bij het werk betrokkenen te worden medegedeeld. 2.4 Alvorens met een sloopwerk te beginnen dienen de bij de levering van gas, elektriciteit en water en de bij de telefoon betrokken instanties te zijn ingelicht en moeten de gas-, elektriciteits- en waterleidingen zijn afgekoppeld, tenzij het geboden is één of meer van deze leidingen intact te laten, in welk geval deze tegen beschadiging moet(en) zijn beschut. 2.5 Een sloopbedrijf dient zich er tevoren van te overtuigen, dat zich in het sloopobject geen voorwerpen, stoffen of gassen bevinden die gevaar opleveren, of stoffen die ioniserende stralen uitzenden (zoals bij bepaalde sprinklerinstallaties het geval is). 2.6 In alle stadia van het slopen moet de stabiliteit van de resterende en de aangrenzende delen van het sloopobject alsmede van de belendingen gewaarborgd zijn 1) waarbij ook rekening moet worden gehouden met invloeden van buitenaf, als windkrachten en verkeerstrillingen. Indien sloopobjecten of delen daarvan 2) ten gevolge van het slopen van aansluitende of dragende delen hun verband zouden kunnen verliezen, moet het gevaar dat hierdoor kan ontstaan door schoren, stutten, tuien of dergelijke worden tegengegaan. 2.7 Indien sloopwerkzaamheden worden uitgevoerd in bedrijven waar gevaarlijke stoffen (dit kunnen ook gassen zijn) ontstaan, worden vervaardigd, verwerkt, bewerkt of opgeslagen, dienen zodanige veiligheidsmaatregelen te worden getroffen, dat het gevaar dat deze stoffen kunnen opleveren wordt voorkomen. 2.8 Bij het slopen moet het ontstaan van schadelijke, hinderlijke of brandbare dampen, gassen en stof alsmede explosieve mengsels hiervan met lucht zijn tegengegaan. Waar dit niet of niet in voldoende mate mogelijk is, moeten veiligheidsmaatregelen zijn getroffen om schadelijke werking, hinder of gevaar zoveel mogelijk te voorkomen (bijv. door gebruik te maken van doelmatige huidbedekking, ademtoestellen e.d.). 1) Bij bimsbetondaken e.d. zullen de platen in een bepaalde, vooraf overwogen volgorde moeten worden weggenomen, omdat zij ook in een bepaalde volgorde werden gelegd (om gevaarlijke belastingstoestanden te voorkomen). 2) Bijvoorbeeld erkers, balkons, dakspanten, trappen, lijstwerk, gewelven, deuren en lateien.

3 blz Indien weersomstandigheden onveilige werksituaties veroorzaken mogen geen sloopwerkzaamheden worden verricht Tegen het gevaar getroffen te worden door vallende of wegvliegende voorwerpen moeten doeltreffende maatregelen zijn genomen en beschuttingen zijn aangebracht 1) Bij sloopwerkzaamheden moeten gevarenzones doelmatig worden afgezet. Tevens moeten op de vereiste plaatsen duidelijke waarschuwingstekens (bijv. borden of lichten) zijn aangebracht. Deze voorzieningen moeten worden gehandhaafd wanneer een onveilige werksituatie na omvertrekken, omvallen of doen springen van het sloopobject niet onmiddellijk kan worden opgeheven Sloop- en ander materiaal mag niet anders dan door stortkokers omlaag worden geworpen, tenzij de persoon belast met het omlaag werpen er zich telkens van heeft overtuigd dat de stortplaats op de wijze als in 2.11 is aangegeven, is beveiligd. Zonodig moet een doeltreffend waarschuwingsteken worden gegeven Indien ladders worden gebruikt, moeten zij zodanig zijn geplaatst dat zij daardoor geen gevaar opleveren. Voor aanwijzingen voor de constructie van bouwladders wordt verwezen naar de publikatie van de Arbeidsinspectie P no Voor zover trappen, bordessen e.d. worden gebruikt dienen de daarbij aanwezige leuningen, hekwerken e.d. zo lang als mogelijk is in stand te blijven, tenzij in plaats daarvan een noodleuning is aangebracht Te allen tijde moet voor de arbeiders een, gelet op de aard van het sloopwerk, veilige vluchtmogelijkheid aanwezig zijn Werktuigen en toebehoren alsmede gereedschappen moeten deugdelijk zijn geconstrueerd, in deugdelijke staat van onderhoud verkeren en zodanig worden toegepast, dat zij geen gevaar kunnen veroorzaken Voor zover bij het slopen gebruik wordt gemaakt van kranen, graafwerktuigen, bulldozers, trekkers, beulinstallaties enz. moet dit zodanig geschieden, dat het bedienend personeel en andere in de nabijheid vertoevende personen niet in gevaar worden gebracht. 1) Voor zover het de veiligheid van het publiek betreft dient met de betrokken instanties overleg te worden gepleegd.

4 blz Bij het verrichten van sloopwerkzaamheden moet een veiligheidshelm en moeten veiligheidsschoenen worden gedragen. Naar gelang de aard van het werk moeten ook andere doelmatige persoonlijke beschuttingsmiddelen zoals veiligheidsbrillen, handschoenen, veiligheidsgordels, gehoorbeschermingsmiddelen en ademhalingsbeschermingsapparaten in voldoend aantal ter beschikking staan en worden gebruikt. 3. AFBREKEN EN DEMONTEREN 3.1 Sloopobjecten of delen daarvan mogen slechts vanaf veilige plaatsen worden afgebroken of gedemonteerd. Deze plaatsen moeten langs veilige wegen bereikbaar zijn. Toelichting: Onder een veilige plaats wordt in elk geval niet verstaan een plaats waar men gevaar loopt hetzij van een hoogte hetzij in het water te vallen. Tegen dit gevaar moeten de nodige veiligheidsmaatregelen zijn getroffen. Daarenboven dienen voor werkzaamheden in de nabijheid van water doeltreffende reddingsmiddelen voor onmiddellijk gebruik beschikbaar te zijn. Of en in hoeverre goten en daken een veilige werkplek bieden, hangt mede af van het materiaal waaruit zij zijn samengesteld. Of de bovenzijde van een muur of een resterend deel daarvan een zodanig veilige plaats is hangt mede af van de afmetingen van de werkplaats en de stabiliteit van de muur. 3.2 Balklagen of liggers waarboven gewerkt wordt moeten zo zijn dichtgelegd of beschut, dat geen personen of voorwerpen daar tussen door dan wel daar vanaf kunnen vallen. 3.3 Bij het slopen van funderingen en andere onder het maaiveld liggende delen van een gebouw of andere objecten moeten zonodig maatregelen zijn getroffen tegen het afkalven of instorten van grondmassa's dan wel tegen het instorten van andere omliggende objecten. Maatregelen tegen het afkalven van grond zijn vermeld in de publikatie van de Arbeidsinspectie P no 25 "Putten en Sleuven". 3.4 Bij het afbreken of demonteren van gebouwen of delen daarvan mogen stellingen, vloeren en trappen niet door sloopmaterialen en puin worden overbelast indien dit een onveilige werksituatie tot gevolg kan hebben. 4. DOEN VALLEN 4.1 Voor het omvertrekken van (delen van) sloopobjecten moet een voor dit doel geschikte staalkabel worden gebruikt.

5 blz De kabel moet zo lang zijn, dat van een veilige afstand kan worden getrokken. 4.3 Bij het vaststellen van de gevarenzone moet mede rekening worden gehouden met wegspattende delen alsmede met het wegspringen van de kabel bij losraken of breuk. 4.4 Voor het op andere wijze doen vallen dan door trekken moet doeltreffend gereedschap worden gebruikt. Tevoren zal zekerheid moeten bestaan dat het te slopen object geen gevaar oplevert door knikken of spatten. 4.5 Het laten omvallen van delen van sloopobjecten door ondergraving is verboden, tenzij doelmatige stempelingen zijn aangebracht of andere voorzieningen zijn getroffen, die het onverhoeds omvallen of instorten voorkomen. 4.6 Vóór het omvertrekken en het doen vallen moeten alle personen de gevarenzone hebben verlaten. 5. BEULEN Bij het beulen kunnen de volgende werkmethoden worden toegepast: - het in een vertikale vrije val brengen van het valgewicht; - het zwaaien van het valgewicht in het vertikale vlak door de giek; - het zwaaien van het valgewicht in een richting dwars op het vertikale vlak door de giek. 5.1 Een bij het beulen gebruikte mobiele kraan dient van een gesloten kabine te zijn voorzien die bescherming biedt tegen neervallend en/of wegvliegend sloopmateriaal. 5.2 Het valgewicht moet door middel van een op kogel- of rollagers draaibare ophanging aan de hijskabel zijn bevestigd. 5.3 De lengte en de stand van de giek van de kraan moeten zodanig zijn, dat de top van de giek altijd tenminste 3 m boven het hoogste punt van het sloopobject uitsteekt. 5.4 Een beulinstallatie mag slechts worden bediend door een persoon die daarmede voldoende vertrouwd is.

6 blz Het zwaaien van het valgewicht in het vertikale vlak door de giek mag niet geschieden door het op en neer bewegen van de giek. 5.6 Indien een mobiele kraan niet speciaal voor het beulen geschikt is, mag alleen de methode van de vertikale vrije val worden toegepast. 5.7 Aan een sloopobject dat hoger is dan 30 m mag niet worden gebeuld. 5.8 De cabine van een mobiele kraan mag zich niet dichter bij het sloopobject bevinden dan op een afstand die gelijk is aan of groter is dan de halve hoogte van het sloopobject met een minimum van 6 m. 5.9 Bij het vrijtrekken of hijsen van een onder neervallend sloopmateriaal geraakt valgewicht dient te worden gewaakt tegen overbelasting van de kraan De hijskabel, de draaibare ophanging en de bevestiging van het valgewicht dienen tweemaal per dag te worden gecontroleerd. 6. DOEN OMVALLEN EN AFBREKEN VAN VRIJSTAANDE SCHOORSTENEN 6.1 Slechts indien de omstandigheden dit toelaten mag men schoorstenen door inhakken of door te doen springen laten omvallen. 6.2 Het inhakken mag slechts plaatsvinden indien de arbeiders op elk moment tijdens het werk een veilig heenkomen kunnen vinden. 6.3 Het doen omvallen van een schoorsteen mag niet plaatsvinden indien zich in het trefvlak boven- of ondergrondse leidingen bevinden die bij beschadiging gevaar of schade kunnen opleveren. 6.4 Bij het laten omvallen door middel van inhakken dan wel door het doen springen verdient het aanbeveling tijdig overleg met de Arbeidsinspectie te plegen. 6.5 Het doen omvallen van een schoorsteen mag niet plaatsvinden indien als gevolg van windkracht de werkelijke valrichting kan afwijken van de tevoren bepaalde valrichting en daardoor gevaar of schade kan ontstaan.

7 blz Indien schoorstenen worden afgebroken mag dit slechts vanaf steigers of werkvloeren geschieden. Bij het verplaatsen van de steiger- of de werkvloer moet er steeds rekening mede worden gehouden, dat de vloer zich nimmer minder dan 0,25 m of meer dan 1,5 m onder het hoogste punt bevindt waar gewerkt wordt. Het gebruik van hulpsteigers op de werk- of steigervloer is verboden. 6.7 Indien niet van vrijdragende steigers wordt gebruik gemaakt, moeten van tevoren op doelmatige afstanden boven elkaar over de gehele hoogte van de schoorsteen - van onder naar boven toe werkend - doelmatige opleggingen voor de ondersteuning van de werkvloeren zijn aangebracht. Ondersteuningen van werkvloeren, die hun steun vinden in de schoorsteen- (binnen)wand, moeten daarin over een lengte van tenminste 6 cm zijn opgelegd. 6.8 Indien het sloopmateriaal via het inwendige van de schoorsteen wordt afgevoerd moet aan de voet van de schoorsteen een afvoeropening aanwezig zijn. Opeenhoping van sloopmateriaal in de schoorsteen boven de afvoeropening moet worden vermeden. Het sloopmateriaal mag slechts in de pauzes tussen het eigenlijke slopen worden afgevoerd. 7. WETTELIJKE BEPALINGEN In dit hoofdstuk zijn de belangrijkste wettelijke bepalingen opgenomen, die betrekking hebben op de veilige uitvoering van sloopwerkzaamheden. Van toepassing zijn bepalingen uit het "Veiligheidsbesluit voor fabrieken of werkplaatsen 1938". Voor jeugdigen (personen beneden 18 jaar) gelden daarnaast bepalingen uit het "Arbeidsbesluit jeugdigen". Indien asbesthoudend materiaal wordt gesloopt zijn bovendien bepalingen van het "Asbestbesluit" van toepassing (zie de publikatie van de Arbeidsinspectie P no "Werken met asbest in het bouwbedrijf"). De verantwoordelijkheid voor de naleving van deze bepalingen berust bij het hoofd of de bestuurder (werkgever) van de onderneming, die de sloopwerkzaamheden uitvoert. Op de werknemers rust onder meer de wettelijke verplichting de voor hen bestemde beveiligingsmiddelen aan te wenden. 7.1 Veiligheidsbesluit voor fabrieken of werkplaatsen Artikel 123 Krachtwerktuigen, drijfwerken, werktuigen, toestellen, gereedschappen en leidingen moeten in zodanige staat van onderhoud verkeren, dat zij daardoor geen gevaar kunnen veroorzaken. Artikel 124, lid 1 Gebouwen, installaties, constructiewerken, ovens, drijvende inrichtingen en aanhorigheden moeten uit deugdelijk materiaal bestaan, van deugdelijke constructie zijn en in goede staat verkeren.

8 blz.8 Artikel 124, lid 2 Vloeren, trappen, ladders, klimijzers, steigers, bordessen, stellingen, afdekkingen van vloeropeningen, loopbruggen, loopplanken, aanlegsteigers, stortsteigers en dergelijke objecten, waarop zich personen moeten begeven, moeten uit deugdelijk materiaal bestaan en in goede staat verkeren. Zij moeten voldoende breed zijn en voldoende sterk en stijf in verband met de belasting die zij moeten kunnen dragen. Zij moeten voorts zodanig in- of opgericht en vastgezet zijn, dat zij niet onopzettelijk kunnen verschuiven of zich verplaatsen. Voor zover zij gevaar opleveren, moeten daartegen doeltreffende voorzieningen getroffen zijn. Artikel 124, lid 3 Schuif- of roldeuren en kanteldeuren moeten tegen uitlichten of aflopen dan wel tegen vallen geborgd zijn. Artikel 125 Een vloer- of wandopening, benevens de plaats waar voorwerpen of goederen worden opgehesen of neergelaten, moeten, voorzover één of ander gevaar oplevert, zo mogelijk doeltreffend zijn beschut. Artikel 126 Wanneer arbeiders zich tot het verrichten van werkzaamheden herhaaldelijk begeven op een plaats, die zich 2,50 m of meer boven de vloer of nabij de rand van bakken of kuipen bevindt en waar gevaar voor vallen bestaat, moet aldaar een doelmatige en veilige gaanderij of bordes zijn aangebracht. Artikel 127, lid 1 Bij het verrichten van arbeid waarbij gevaar bestaat van een hoogte te vallen of waarbij als gevolg van een val gevaar bestaat voor bedwelming, verstikking, vergiftiging, verbranding, elektrokutie of verdrinking, moet zo mogelijk een veilige steiger, stelling, bordes of werkvloer aangebracht zijn of het gevaar tegengegaan zijn door het aanbrengen van doelmatige hekwerken, leuningen of dergelijke. Artikel 127, lid 2 Het eerste lid is niet van toepassing op arbeid, welke op voldoend veilige wijze op een ladder, trap, ladderstelling of dergelijke kan worden verricht. Artikel 127, lid 3 Indien de in het eerste lid genoemde voorzieningen niet of slechts ten dele kunnen worden aangebracht of indien het aanbrengen of wegnemen daarvan grotere gevaren meebrengt dan de arbeid ter beveiliging waarvan zij zouden moeten dienen, moeten ter voorkoming van het gevaar voldoend sterke en voldoend grote vangnetten op doelmatige plaatsen en wijze worden aangebracht of doelmatige veiligheidsgordels met vanglijnen van voldoende sterkte worden gebruikt, dan wel andere technische middelen worden toegepast die tenminste eenzelfde mate van beveiliging van de in het eerste lid bedoelde arbeid geven.

9 blz.9 Artikel 130 Een verplaatsbare trap moet van zodanige inrichtingen zijn voorzien, dat voldoende zekerheid bij op- en afstappen en tegen uitglijden wordt geboden. Artikel 131 Een ladder moet in goede staat van onderhoud verkeren, tegen uitglijden, omvallen of te sterk doorbuigen zijn verzekerd, en tenminste 1 m uitsteken boven de plaats, waartoe zij toegang geeft, voor zover niet op andere wijze voldoende zekerheid bij het op- en afstappen wordt geboden. Sporten moeten in het hout der bomen rusten; zij mogen niet uitsluitend door opspijkeren of aanschroeven zijn bevestigd. Artikel 132 Houten ladders mogen niet geverfd, wel geolied of blank gevernist zijn. Artikel 140, lid 1 Hijskranen, takels, lieren, hijsmasten en andere hijs- of hefwerktuigen, anders dan liften, moeten uit deugdelijk materiaal bestaan, van deugdelijke constructie zijn en in goede staat verkeren. De in de vorige volzin bedoelde werktuigen moeten voorts zodanig ingericht, opgesteld, verankerd en beschut zijn, dat zij zo min mogelijk gevaar opleveren. Artikel 140, lid 2 Indien er gevaar bestaat dat een hijs- of een hefwerktuig onder de invloed van wind zich zal verplaatsen of zal omvallen, moet het werktuig zodanig zijn vastgezet, dat het zich niet kan verplaatsen onderscheidenlijk niet kan omvallen. Artikel 140, lid 3 De ondersteuning van een hijs- of hefwerktuig moet zodanig zijn, dat de stabiliteit van het werktuig daardoor niet in gevaar wordt gebracht. Bestaat die ondersteuning uit een kraanbaan, dan moet deze bovendien zodanig ingericht zijn, dat het van de baan afraken van het werktuig zoveel mogelijk wordt voorkomen. Artikel 140, lid 4 Een hijs- of hefwerktuig moet voorzien zijn van een duidelijke aanduiding die de bedrijfslast vermeldt. Uit die aanduiding moet voor wat betreft: a. een hijswerktuig dat een veranderlijke vlucht heeft, op een zo gemakkelijk mogelijke wijze kunnen worden vastgesteld hoeveel bij elke gieklengte de bedrijfslast bedraagt; b. een hijswerktuig dat ingericht is om te werken zowel met een enkelvoudig ingeschoren reep als met een meervoudig ingeschoren reep, op een zo gemakkelijk mogelijke wijze kunnen worden vastgesteld hoeveel voor elk van die werkwijzen de bedrijfslast bedraagt.

10 blz.10 Artikel 140, lid 5 Een aanduiding als bedoeld in het vierde lid moet onuitwisbaar op één of meer doelmatige plaatsen en in elk geval nabij de bedieningsplaats van het betrokken hijs- of hefwerktuig aangebracht zijn, alsmede vanaf de bedieningsplaats goed leesbaar zijn. Artikel 140, lid 6 Aan het districtshoofd moet, indien hij zulks met betrekking tot een hijs- of hefwerktuig schriftelijk vordert, door overlegging van gegevens betreffende dat werktuig, zoals tekeningen, berekeningen en schema's, worden aangetoond dat de ingevolge het vierde lid op het werktuig aangeduide bedrijfslast, onderscheidenlijk bedrijfslasten in overeenstemming is onderscheidenlijk zijn met de daarover krachtens het elfde lid gegeven voorschriften. Artikel 140, lid 7 Bij een hijs- of hefwerktuig moet een duidelijke instructie in de Nederlandse taal aanwezig zijn, die de nodige gegevens bevat betreffende het veilig gebruik en het deugdelijk onderhoud van het betrokken werktuig. De instructie moet tevens de nodige gegevens bevatten betreffende het op veilige wijze monteren of demonteren van het werktuig of van onderdelen daarvan, indien het monteren of demonteren meermalen moet geschieden bijvoorbeeld in verband met het op een andere plaats opstellen van het werktuig. Artikel 140, lid 8 Een met een hijs- of hefwerktuig te verplaatsen last mag niet zwaarder zijn dan de ingevolge het vierde lid op dat werktuig aangeduide bedrijfslast aangeeft voor de stand of de omstandigheid, waarbij onderscheidenlijk waaronder het werktuig wordt gebruikt, noch zwaarder dan een veilig gebruik toelaat. De vorige volzin geldt niet ten aanzien van een hijswerktuig als bedoeld in artikel 141, eerste lid, terwijl het een beproeving ondergaat, voorgeschreven in het tweede lid, onder a, dan wel in het derde of vierde lid van dat artikel. Artikel 140, lid 9 Het verrichten van werkzaamheden met behulp van een hijs- of hefwerktuig moet zodanig geschieden, dat gevaren waaraan de arbeiders bij het gebruik van het werktuig kunnen blootstaan, zoals het gevaar getroffen of gegrepen te worden door het werktuig, een onderdeel daarvan, dan wel door de last van het werktuig zoveel mogelijk worden voorkomen. Artikel 140 lid 10 Een hijs- of hefwerktuig mag slechts worden bediend door een persoon die met de bediening van het werktuig en met de aard van de daarmede te verrichten werkzaamheden vertrouwd is.

11 blz.11 Artikel 140, lid 11 Onze minister kan met betrekking tot alle hijs- of hefwerktuigen dan wel met betrekking tot hijs- of hefwerktuigen die behoren tot een door hem omschreven categorie nadere regelen stellen met betrekking tot het eerste t/m het zevende lid en het negende lid en zo nodig bepalen in welke gevallen aan die nadere regelen niet geheel behoeft te worden voldaan. Artikel 142 De arbeiders, die hijs- of hefwerktuigen bedienen, moeten ter plaatse, waar zij die werktuigen bedienen, alsmede op de toegangswegen tot die plaats, beveiligd zijn tegen ongevallen door gevaar veroorzakende delen van drijfwerk of werktuigen of door vallen. Artikel 142a Met een hijs- of hefwerktuig dat uitsluitend bestemd en ingericht is voor het vervoer van goederen, mogen in de plaats van of tezamen met goederen geen personen worden vervoerd. Artikel 143, lid 1 Kabels, hijskettingen en stroppen mogen niet zwaarder worden belast dan een veilig gebruik toelaat. Artikel 143, lid 2 Zo dikwijls zulks ter waarborging van een veilig gebruik nodig is, moeten hijskettingen en kettingstroppen worden uitgegloeid en met een voldoende trekkracht worden beproefd door een bevoegd deskundige. Van deze beproeving moet een bewijs in de door onze minister vastgestelde vorm worden overgelegd. Artikel 148 Tegen het gevaar te worden getroffen door wegvliegende, vallende, omvallende, wegschuivende of wegrollende voorwerpen moeten doelmatige voorzieningen getroffen zijn. Artikel 149, lid 1 Het opstapelen van voorwerpen of stoffen, het maken van groeven, geulen, kuilen, putten en het af- of ondergraven van grond moet plaats hebben, met inachtneming en toepassing van die voorzorgen, welke voldoende waarborgen geven tegen het gevaar van verzakken, omvallen, afkalven of instorten. Artikel 149, lid 2 Het doen afkalven, afschuiven of instorten van aarde, zand, grind of dergelijk materiaal moet zodanig worden verricht dat het gevaar te worden bedolven is vermeden. Artikel 149, lid 3 Gestapelde of opgehoopte voorwerpen of stoffen mogen geen gevaar opleveren van verzakken, omvallen, afkalven of instorten. Die voorwerpen of stoffen moeten met het oog op dat gevaar regelmatig worden gecontroleerd.

12 blz.12 Artikel 173a, lid 1 Indien één der hierna omschreven gevaren zich voordoet, hetzij in een geval waarop het bij of krachtens deze paragraaf bepaalde niet van toepassing is, hetzij in een geval waarin de naleving daarvan niet leidt tot vermijding van dat gevaar, moeten onverminderd vorenbedoelde bepalingen, voor de arbeiders die aan dat gevaar blootstaan, de daarbij aangegeven persoonlijke beschuttingsmiddelen, in voldoend aantal, beschikbaar zijn en moet ervoor worden gezorgd dat die arbeiders die middelen gebruiken: a. gevaar van verwonding door vallende, omvallende of wegvliegende voorwerpen of vallende stoffen dan wel door het stoten van het hoofd: doelmatige veiligheidshelmen; b. gevaar van voet- of beenverwondingen door scherpe, vallende, omvallende of wegrollende voorwerpen of door knellen: doelmatig veiligheidsschoeisel; c. gevaar van oogverwonding door spatten van bijtende, hete of zeer koude stoffen dan wel door vonken, splinters, schilfers of stof: doelmatige brillen of gelaatsschermen; d. gevaar te worden gegrepen door bewegende delen van een werktuig, machine, apparaat of installatie dan wel door machinaal bewogen werkstukken en dergelijke: doelmatige, nauwsluitende kleding of hoofdbedekking; e. gevaar van ongevallen door bijtende, hete of zeer koude stoffen: beschermende kleding, handschoenen, hoofdbedekking of andere doelmatige middelen ter bescherming van het lichaam; f. gevaar van verwonding bij het gebruik van verplaatsbaar gereedschap: beschermende kleding of andere doelmatige middelen ter bescherming van het lichaam. Artikel 173a, lid 2 Persoonlijke beschuttingsmiddelen, als bedoeld in het eerste lid, moeten in goede staat verkeren en zindelijk worden gehouden. Artikel 173b, lid 1 Voor zover dit nodig is voor een veilig verblijf van arbeiders of voor het veilig verrichten van hun arbeid, moeten goed leesbare en in de Nederlandse taal luidende voorschriften, aanwijzingen, of waarschuwingen of algemeen gebruikelijke aanduidingen op doelmatige plaatsen en wijze aangebracht zijn. Artikel 173b, lid 2 Indien er arbeiders zijn die de Nederlandse taal niet voldoende beheersen, moeten voor zoveel nodig de in het eerste lid bedoelde voorschriften, aanwijzingen of waarschuwingen zodanig luiden, dat ook die arbeiders deze kunnen begrijpen.

13 blz.13 Artikel 184, lid 1 Indien één der hierna omschreven gevaren zich voordoet, hetzij in een geval waarop het bij of krachtens de paragrafen 5 en 8a en de artikelen 180 t/m 183a bepaalde niet van toepassing is, hetzij in een geval waarin de naleving daarvan niet leidt tot vermijding van dat gevaar, moeten onverminderd vorenbedoelde bepalingen, voor de arbeiders die aan dat gevaar blootstaan de daarbij aangegeven persoonlijke beschuttingsmiddelen, in voldoende aantal, beschikbaar zijn en moet ervoor worden gezorgd dat die arbeiders die middelen gebruiken: a. gevaar van lichamelijke schade ten gevolge van straling: doelmatige beschuttingsmiddelen voor de ogen, de huid en andere aan de straling blootgestelde lichaamsdelen; b. gevaar van aanraking van de huid door daarop inwerkende of daarin doordringende schadelijke stoffen: doelmatige bedekking van de huid; c. gevaar van inademing van giftige, bijtende, schadelijke of hinderlijke dampen, gassen of nevels of van stof: doelmatige adembeschermingsapparaten; d. gevaar van besmetting: doelmatige ontsmettingsmiddelen, hand- en armbedekkingen of andere doelmatige middelen ter bescherming van het lichaam; e. gevaar van inwerking van schadelijk geluid op het gehoororgaan: doelmatige gehoorbeschermingsmiddelen. Artikel 184, lid 2 Persoonlijke beschuttingsmiddelen, als bedoeld in het eerste lid, moeten in goede staat verkeren en zindelijk worden gehouden. Artikel 184, lid 3 Onze minister kan al naar gelang van de fysische eigenschappen van niet-ioniserende elektromagnetische straling niveaus vaststellen, waarboven voor de toepassing van het eerste lid, onder a, die straling als schadelijk wordt aangemerkt. Hij kan voorts het niveau vaststellen, waarboven voor de toepassing van het eerste lid, onder e, geluid als schadelijk wordt aangemerkt. Artikel 212 In fabrieken of werkplaatsen, als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder f, van de Veiligheidswet ), moet aan het bepaalde in de artikelen 212 bis tot en met 216 zijn voldaan. 1) Artikel 3, lid 1, onder f van de Veiiigheidswet 1934 luidt: gebouwen, bouw-, grond-, waterwerken, ondergrondse leidingen en wegen, welke in aanbouw, aanleg, verbouwing, herstelling of sloping zijn of voor zover daaraan onderhoudswerkzaamheden worden verricht.

14 blz.14 Artikel 212 bis, lid 1 De arbeid moet worden verricht met inachtneming van alle maatregelen die door de eis van goed en veilig werk worden gevorderd om het onverhoeds instorten, omvallen of breken van het bouwwerk of andere constructie of van een gedeelte daarvan, of van daarbij toegepaste steigers, stellingen, stut- en andere hulpconstructies of gedeelten daarvan te voorkomen en om de arbeiders daardoor zoveel mogelijk tegen letsels door ongevallen te beschermen. Indien het districtshoofd zulks schriftelijk vordert, moeten vóór het uitvoeren van het werk, te zijnen genoege, sterkte- en stabiliteitsberekeningen van de steigers, stellingen, stut- en andere hulpconstructies worden gemaakt. Artikel 212 bis, lid 2 Het vervoer en het plaatsen van materialen en onderdelen en van hulpconstructies moeten geschieden op zodanige wijze, dat de arbeiders zoveel mogelijk beschermd zijn tegen de gevaren die daarbij kunnen optreden. Artikel 212 bis, lid 3 Moeten bij sloopwerkzaamheden gebouwen of andere constructies of een gedeelte daarvan worden afgebroken of gedemonteerd dan wel tot instorten, omvallen of breken worden gebracht, dan moet dit op zodanige wijze en met zodanige hulpmiddelen geschieden, dat de arbeiders zo weinig mogelijk gevaar lopen. Zo nodig moeten afzettingen worden aangebracht en waarschuwingen worden geplaatst. Artikel 212 bis, lid 4 Bij sloopwerkzaamheden moet in elk stadium van het werk de stabiliteit van belendingen en van de resterende delen van het sloopwerk zodanig gewaarborgd zijn, zonodig door schoren, tuien, stutten, damwanden of dergelijke, dat de arbeiders zo weinig mogelijk gevaar lopen. Indien de aard, de omvang of de hoogte van het sloopwerk daartoe aanleiding geeft, moet na onderzoek van de toestand van het sloopwerk en van de belendingen een sloopplan worden opgesteld en moet het werk volgens dat plan worden uitgevoerd onder leiding van een deskundig persoon. Artikel 212 bis, lid 5 Onze minister kan ter uitvoering van dit artikel nadere regelen stellen. Artikel 212 ter, lid 1 Een steiger mag niet worden opgebouwd, afgebroken of belangrijk gewijzigd dan onder toezicht van een deskundig persoon en met inachtneming van diens aanwijzingen. Artikel 212 ter, lid 2 De in het eerste lid bedoelde werkzaamheden moeten zoveel mogelijk worden verricht door personen die met deze arbeid vertrouwd zijn. Artikel 212 ter, lid 3 Een steiger moet door een deskundig persoon regelmatig worden nagezien.

15 blz.15 Artikel 212 ter, lid 4 Onze minister kan nader bepalen aan welke eisen van deskundigheid een persoon, als bedoeld in het eerste of het derde lid, moet voldoen. Hij kan daarbij bepalen in welke gevallen en zo nodig voor hoelang die nadere eisen niet of niet geheel behoeft te worden voldaan. Artikel 212 quater, lid 1 Een steiger mag niet worden overbelast. Lasten moeten zo gelijkmatig mogelijk over de steiger worden verdeeld. Artikel 212 quater, lid 2 Een steiger moet zodanig zijn samengesteld, dat bij normaal gebruik geen der onderdelen zich kan verplaatsen. Artikel 212 quater, lid 3 Een hijs- of hefwerktuig mag niet op of aan een steiger worden geplaatst of bevestigd, tenzij de nodige voorzieningen zijn getroffen, welke de sterkte en de stabiliteit van de steiger verzekeren. Artikel 212 quater, lid 4 Telkens wanneer zulks voor het veilig werken op of nabij een steiger noodzakelijk is en in elk geval alvorens een steiger voor de eerste maal in gebruik wordt genomen, moet door of namens het hoofd of de bestuurder zijn vastgesteld, dat de steiger voldoet aan de voorgaande leden alsmede aan de artikelen 124, tweede lid, en 212 ter, ongeacht of de steiger al dan niet in zijn opdracht is samengesteld. Artikel 212 quinquies, lid 1 Vloeren, bordessen, gaanderijen, trappen en loopplanken moeten zodanig zijn gemaakt, dat geen onderdeel in sterke mate of ten opzichte van andere onderdelen ongelijkmatig kan doorbuigen en dat het gevaar van struikelen of uitglijden zoveel mogelijk is voorkomen. Artikel 212 quinquies, lid 2 Vloeren, bordessen, gaanderijen, trappen en loopplanken moeten zoveel mogelijk zijn vrijgehouden van voorwerpen, welke de doorgang kunnen belemmeren. Artikel 212 quinqules, lid 3 Vloeren, bordessen, gaanderijen, trappen en loopplanken waarbij gevaar bestaat van een hoogte van meer dan 2,50 m of in het water te vallen, moeten zijn samengesteld van aaneensluitende planken, voldoende breed zijn in verband met het passeren van personen en de ter plaatse te verrichten arbeid, en doelmatig zijn beschut. Artikel 212 quinquies, lid 4 Elke plaats, waar arbeid wordt verricht, moet langs veilig begaanbare en voldoende verlichte toegangen bereikbaar zijn.

16 blz.16 Artikel 212 septies Een hijs- of hefwerktuig mag na gebruik niet worden achtergelaten in een zodanige toestand, dat onbevoegden het werktuig of mechanismen daarvan in werking kunnen stellen. Artikel 213 Bij gladheid door vorst of anderszins moeten opgangen, stellingvloeren en loopplanken met as of zand zijn bestrooid. Artikel 217 (ged) Een arbeider die arbeid verricht, waarop betrekking heeft: a een voorschrift, vervat in de artikelen 124, tweede lid, derde volzin, 125, 127, 131, 142a, 173a, eerste lid, 173a, tweede lid, 184, eerste lid, 184 tweede lid, 212 bis, tweede lid, 212 quater, eerste lid, 212 quinquies, tweede lid of 212 septies; b een voorschrift gegeven krachtens artikel 184, derde lid, voor zover dat betrekking heeft op een onderwerp als bedoeld in artikel 184, eerste lid; c een door het districtshoofd der Arbeidsinspectie gestelde eis betreffende de wijze van uitvoering in een bepaald geval van een voorschrift als bedoeld onder a en b, is verplicht, voor zover hij redelijkerwijze geacht kan worden met dat voorschrift, of die eis bekend te zijn, bij of ter zake van de arbeid die hij verricht, dat voorschrift of die eis na te leven en de op grond van dat voorschrift of die eis aanwezige en voor hem bestemde beveiligingsmiddelen aan te wenden. 7.2 Arbeidsbesluit jeugdigen Artikel 5 Een jeugdig persoon mag geen nader door onze minister omschreven arbeid verrichten, waarbij het geluidsniveau in de gehoorgang zodanig is, dat er gevaar bestaat voor schade aan het gehoororgaan. 1) Artikel 6, lid 1 Een jeugdig persoon mag geen arbeid verrichten met of aan gereedschappen of werktuigen, waarbij zodanige trillingen op lichaamsorganen of orgaansystemen worden overgebracht dat gevaar bestaat dat deze worden beschadigd. Artikel 6, lid 2 Onze minister kan gereedschappen of werktuigen aanwijzen welke in ieder geval worden beschouwd als gereedschappen of werktuigen, bedoeld in het eerste lid. 2) 1) De minister van Sociale Zaken heeft als zodanige arbeid aangewezen alle arbeid waarbij zonder gehoorbeschermer het geluiddrukniveau in de gehoorgang hoger is dan 90 db(a). 2) De minister van Sociale Zaken heeft als zodanig onder meer aangewezen grondverdichtingsapparatuur en pneumatisch gereedschap.

17 blz.17 Artikel 7 Een jeugdig persoon mag geen arbeid verrichten, welke meebrengt dat hij veelvuldig zware lasten moet heffen of dragen, of dat hij gedurende langere tijd achtereen, ongunstige werkhoudingen moet aannemen. Artikel 8 Een jeugdig persoon mag geen arbeid verrichten, welke door de daarbij gevergde inspanning tot een belastingsgraad leidt die ten aanzien van hem onaanvaardbaar is te achten. Artikel 12 Een jeugdig persoon mag geen arbeid verrichten bestaande uit het bedienen van hijskranen, goederenbouwliften, stapelaars, motorisch aangedreven takels, of andere door onze minister aangewezen hijs- of hefwerktuigen, het geven van signalen aan hen die zodanige werktuigen bedienen, dan wel het aanslaan en losmaken van lasten. Artikel 13 Een jeugdig persoon mag geen arbeid verrichten bestaande uit het bedienen van heftrucks of mechanische schoppen. Artikel 15, lid 1 Een jeugdig persoon mag geen arbeid verrichten waarbij gevaar bestaat voor een val die ernstig letsel of verdrinking met zich kan brengen. Artikel 18 Een jeugdig persoon mag geen arbeid verrichten waarbij gevaar bestaat bedolven te worden. Artikel 19 Een jeugdig persoon mag geen arbeid verrichten bestaande uit het aanbrengen of verwijderen van stutten, stempels of ander ondersteuningsmateriaal, dan wel het daaraan verrichten van herstel- of onderhoudswerkzaamheden. Artikel 20 Een jeugdig persoon mag geen arbeid verrichten bestaande uit het besturen of bedienen van grondverzetmachines. Artikel 28 Onverminderd artikel 88, eerste lid, onder a, van de Arbeidswet 1919 gelden de bij de artikel 2 t/m 26 gestelde verboden niet voor arbeid welke door een jeugdig persoon van 16 jaar of ouder in het kader van een bij of krachtens een wet geregelde beroepsopleiding dan wel van een voor de toepassing van dit besluit door onze minister daarmee gelijkgestelde beroepsopleiding wordt verricht, en waarbij een deskundig toezicht op de arbeid ter bescherming tegen gevaar voor de gezondheid of het leven in voldoende mate wordt uitgeoefend.

UITSTEEKSTEIGERS 1980 blz.1

UITSTEEKSTEIGERS 1980 blz.1 blz.1 1. INLEIDING Bij de betonskeletbouw bestaat het skelet uit een constructie van gewapend betonkolommen, -wanden, -balken en -vloeren. Het stellen van de bekisting, het aanbrengen van de wapening,

Nadere informatie

VEILIG WERKEN OP DAKEN 1961 blz.1

VEILIG WERKEN OP DAKEN 1961 blz.1 blz.1 1. INLEIDING 1.1 Dat het werken op daken bijzondere gevaren met zich mee kan brengen, behoeft geen nadere toelichting. Op de middelen die dienen te worden aangewend ter voorkoming of beperking van

Nadere informatie

Deze publikatie verstaat onder:

Deze publikatie verstaat onder: EN VLOEROPENINGEN OP BOUWWERKEN EN ONDERHOUDSWERKEN ALSMEDE VOOR EEN VEILIGE CONSTRUCTIE EN OPSTELLING VAN BOUWLADDERS, TRAPPEN, LOOPPLANKEN EN LOOPBRUGGEN @@ Deze publikatie verstaat onder:.wandopeningen

Nadere informatie

AANWIJZINGEN VOOR DE CONSTRUCTIE EN HET GEBRUIK VAN VANGNETTEN 1963 blz.1

AANWIJZINGEN VOOR DE CONSTRUCTIE EN HET GEBRUIK VAN VANGNETTEN 1963 blz.1 blz.1 1. INLEIDING Naar de praktijk leert, gebeuren elk jaar, o.a. op bouwwerken, ernstige ongevallen doordat personen van een grote hoogte vallen. Artikel 127 van het "Veiligheidsbesluit voor fabrieken

Nadere informatie

Wetgeving valbeveiligingsmiddelen

Wetgeving valbeveiligingsmiddelen Wetgeving valbeveiligingsmiddelen Met betrekking tot de vraag over valkeuringsmiddelen in de Vraagbaak is onderstaande wetgeving relevant: Artikel 7.4a. Keuringen 1.Een arbeidsmiddel waarvan de veiligheid

Nadere informatie

1 Arbeidsmiddelen volgens het Arbobesluit

1 Arbeidsmiddelen volgens het Arbobesluit 1 Arbeidsmiddelen volgens het Arbobesluit Arbobesluit 7.1 Arbeidsmiddelen buiten gebruik Dit hoofdstuk is niet van toepassing op arbeidsmiddelen die op een zodanige manier zijn gedemonteerd of gesloopt,

Nadere informatie

WERKEN MET HOUTBEWERKINGSMACHINES 1987 blz.1

WERKEN MET HOUTBEWERKINGSMACHINES 1987 blz.1 blz.1 1. INLEIDING In deze publikatie zijn de wettelijke bepalingen opgenomen die betrekking hebben op de constructie, het onderhoud en het veilig werken met houtbewerkingsmachines. Bij het werken met

Nadere informatie

HOUTEN STEIGERS 1990 Blz. 1

HOUTEN STEIGERS 1990 Blz. 1 Blz. 1 1. INLEIDING In dit publikatieblad worden aanwijzingen gegeven voor de bouw, het gebruik en het onderhoud van in hoofdzaak uit rondhout samengestelde steigers. De in dit blad gegeven aanwijzingen

Nadere informatie

Bijlage IV ; Arbeid aan boord van schepen. 1. ; Werkingssfeer

Bijlage IV ; Arbeid aan boord van schepen. 1. ; Werkingssfeer Bijlage IV ; Arbeid aan boord van schepen 1. ; Werkingssfeer Art 1; Werkingssfeer Deze bijlage is niet van toepassing ten aanzien van bemanningsleden die niet onder gezag van een ander arbeid verrichten.

Nadere informatie

Zijn voorwerpen te groot of te zwaar dan zijn er hulpmiddelen om het voorwerp te verplaatsen: - steekwagen - heftruck - takels - hijskranen

Zijn voorwerpen te groot of te zwaar dan zijn er hulpmiddelen om het voorwerp te verplaatsen: - steekwagen - heftruck - takels - hijskranen Hijsen en tillen Een voorwerp dat zwaarder is als 25 kg mag je niet alleen met de hand tillen. Ook is het verstandig om grote of moeilijk te pakken voorwerpen niet alleen te tillen. Zijn voorwerpen te

Nadere informatie

Arbeidsomstandighedenbesluit Relevante artikelen

Arbeidsomstandighedenbesluit Relevante artikelen Arbeidsomstandighedenbesluit Relevante artikelen Artikel 3.16. Voorkomen valgevaar 1. Bij het verrichten van arbeid waarbij valgevaar bestaat is zo mogelijk een veilige steiger, stelling, bordes of werkvloer

Nadere informatie

maatregelen worden getroffen om valgevaar te voorkomen (bv. door het gebruik van een steiger, borstwering, bordes, werkvloer, hekwerk etc.).

maatregelen worden getroffen om valgevaar te voorkomen (bv. door het gebruik van een steiger, borstwering, bordes, werkvloer, hekwerk etc.). 14.01 GEVAAR Vallen. 14.02 WERK IN UITVOERING Bij werkzaamheden boven 2,5 m moeten altijd maatregelen worden getroffen om valgevaar te voorkomen (bv. door het gebruik van een steiger, borstwering, bordes,

Nadere informatie

1.1.2 Een handlier is een lier, die uitsluitend is bedoeld en uitgevoerd om met handkracht te worden aangedreven.

1.1.2 Een handlier is een lier, die uitsluitend is bedoeld en uitgevoerd om met handkracht te worden aangedreven. blz.1 1. ALGEMEEN 1.1 Definities 1.1.1 Een lier is een hefwerktuig, - dat is bedoeld om lasten te verplaatsen door middel van een flexibel trekorgaan, zoals een kabel, - dat voorts is uitgerust met een

Nadere informatie

TAKELS, VIJZELS EN DOMMEKRACHTEN 1984 blz.1

TAKELS, VIJZELS EN DOMMEKRACHTEN 1984 blz.1 blz.1 1. INLEIDING Vrij regelmatig verzoeken fabrikanten, leveranciers en gebruikers van takels, vijzels en dommekrachten de Arbeidsinspectie, deze hefwerktuigen uit een oogpunt van veiligheid aan een

Nadere informatie

BEVEILIGING VAN STEMPELS EN METAALPERSEN September 1981 Blz. 1

BEVEILIGING VAN STEMPELS EN METAALPERSEN September 1981 Blz. 1 Blz. 1 1. INLEIDING Bij het gebruik van metaalpersen kan het gevaar zich voordoen van knellen tussen stempeldelen of tussen stempels en andere machinedelen. In deze publikatie worden aanwijzingen gegeven

Nadere informatie

Unispect - Toolbox 10 - Werken op hoogte. Inleiding

Unispect - Toolbox 10 - Werken op hoogte. Inleiding Unispect - Toolbox 10 - Werken op hoogte Inleiding Het werken op hoogte wordt als normaal beschouwd binnen de bouwnijverheid, echter vallende voorwerpen of werknemers die van grote hoogte naar beneden

Nadere informatie

Algemene voorwaarden behorende bij de omgevingsvergunning voor de activiteit slopen.

Algemene voorwaarden behorende bij de omgevingsvergunning voor de activiteit slopen. Algemene voorwaarden behorende bij de omgevingsvergunning voor de activiteit slopen. 1. Het slopen, moet voor zo ver dat betrekking heeft op asbest, worden opgedragen aan een deskundig verwijderingsbedrijf.

Nadere informatie

WERKEN IN PUTTEN EN SLEUVEN

WERKEN IN PUTTEN EN SLEUVEN WERKEN IN PUTTEN EN SLEUVEN Bij het werken in bouwputten en sleuven kunnen gevaarlijke situaties ontstaan door het inkalven van taluds en het bezwijken van grondkerende constructies. Welke maatregelen

Nadere informatie

WERKEN OP HOOGTE MET LADDERS EN TRAPPEN

WERKEN OP HOOGTE MET LADDERS EN TRAPPEN WERKEN OP HOOGTE MET LADDERS EN TRAPPEN Een val van een ladder of trap geeft ernstige verwondingen. Daarom is het zaak dit te voorkomen. Onder een ladder verstaan we draagbaar klimmaterieel, bestaande

Nadere informatie

Veiligheidsinstructiekaart Rolsteiger ARAB - artikel 54 quater 4. en het KB Arbeidsmiddelen (Codex Titel VI Hoofdstuk I artikel 7)

Veiligheidsinstructiekaart Rolsteiger ARAB - artikel 54 quater 4. en het KB Arbeidsmiddelen (Codex Titel VI Hoofdstuk I artikel 7) Veiligheidsinstructiekaart Rolsteiger ARAB - artikel 54 quater 4. en het KB Arbeidsmiddelen (Codex Titel VI Hoofdstuk I artikel 7) Onderwerp Algemene veiligheidsvoorschriften. Het gebruik van de rolsteiger

Nadere informatie

VEILIGHEIDSADVIEZEN VOOR DE BOUWNIJVERHEID

VEILIGHEIDSADVIEZEN VOOR DE BOUWNIJVERHEID VEILIGHEIDSADVIEZEN VOOR DE BOUWNIJVERHEID VOORWOORD De oorspronkelijke tekst van VEEJGHEIDSADVIEZEN is gemaakt door een werkgroep (1) samengesteld uit leden van het Comité International de Prévention

Nadere informatie

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID. 3 MEI Koninklijk besluit betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen.

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID. 3 MEI Koninklijk besluit betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen. MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID 3 MEI 1999. - Koninklijk besluit betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen Bijlage IV Minimumvoorschriften bedoeld in artikel 53, 4, tweede lid 1. Voorafgaande

Nadere informatie

VERVAARDIGEN EN VERWERKEN VAN ELEMENTEN 1983

VERVAARDIGEN EN VERWERKEN VAN ELEMENTEN 1983 MONTAGEBOUW (BETON, STEEN) Vervaardigen en verwerken van elementen Deze publikatie behandelt de veiligheidsmaatregelen die van belang zijn bij montagebouw van beton en steen. In het bijzonder met betrekking

Nadere informatie

Arbobesluit over werken op hoogte.

Arbobesluit over werken op hoogte. Arbobesluit over werken op hoogte. Artikel 3.16. Voorkomen valgevaar 1. Bij het verrichten van arbeid waarbij valgevaar bestaat is zo mogelijk een veilige steiger, stelling, bordes of werkvloer aangebracht

Nadere informatie

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van [[Datum openlaten]], nr. [[nr invullen]],);

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van [[Datum openlaten]], nr. [[nr invullen]],); Ontwerpbesluit van, houdende redactionele en beperkte beleidswijzigingen van het Arbeidsomstandighedenbesluit en enkele Warenwetbesluiten Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

!"# $% % & $ $&& $ + ( & 7( 78 (9 : $ $'*( % & $ $ $ ( $ & $ = '*+ & ( % : && & & = ')*5$ (9 : & & & &= '*5 % $$ $ $& $&& $ && ( &$ & $ =

!# $% % & $ $&& $ + ( & 7( 78 (9 : $ $'*( % & $ $ $ ( $ & $ = '*+ & ( % : && & & = ')*5$ (9 : & & & &= '*5 % $$ $ $& $&& $ && ( &$ & $ = !"# $% % & $ $&& $ $'$ &#((!")"* '+ &*,-./01234-45115+145./0.46( + ( & )(( 7( 78 (9 : $ $'*( 078'*( 4 78 ;( + & + ')*( / < '*1&)(( + $ % & $ $ $ ( $ & $ = '*+ & ( % : && & & = ')*5$ (9 : & & & &= '*5 %

Nadere informatie

Toolbox-meeting. Besloten ruimten

Toolbox-meeting. Besloten ruimten Toolbox-meeting serie Besloten ruimten - 2 - / 7-6-2010 / 1 van 6 Toolbox-meeting Besloten ruimten Toolbox-meeting serie Besloten ruimten - 2 - / 7-6-2010 / 2 van 6 Inleiding Voorwaarden om in elke ruimte

Nadere informatie

PUBLICATIEBLAD IN NAAM DER KONINGIN! DE WNDE GOUVERNEUR van de Nederlandse Antillen,

PUBLICATIEBLAD IN NAAM DER KONINGIN! DE WNDE GOUVERNEUR van de Nederlandse Antillen, 1989 PUBLICATIEBLAD LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 14de augustus 1989 ter uitvoering van artikel 21, tweede lid, van de Arbeidsregeling 2000 (P.B. 2000, no. 67) (Arbeidsbesluit jeugdige

Nadere informatie

VEILIGHEIDSMAATREGELEN BIJ HET 1431 SCHILDEREN IN BESLOTEN RUIMTEN 1 januari 1995

VEILIGHEIDSMAATREGELEN BIJ HET 1431 SCHILDEREN IN BESLOTEN RUIMTEN 1 januari 1995 SCHILDEREN IN BESLOTEN RUIMTEN 1 Bij het toepassen van verven met ontvlambare oplos- en verdunningsmiddelen in besloten ruimten, zijn er twee risico's waartegen de nodige voorzorgsmaatregelen moeten worden

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen voor het hijsen of heffen van lasten (B.S. 4.6.1999)

Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen voor het hijsen of heffen van lasten (B.S. 4.6.1999) Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen voor het hijsen of heffen van lasten (B.S. 4.6.1999) Gewijzigd bij: (1) koninklijk besluit van 28 augustus 2002 tot aanwijzing

Nadere informatie

Toolbox-meeting Werken op hoogte

Toolbox-meeting Werken op hoogte Toolbox-meeting Werken op hoogte Unica installatietechniek B.V. Schrevenweg 2 8024 HA Zwolle Tel. 038 4560456 Fax 038 4560404 Inleiding Volgens de Arbowet is werken op hoogte: al het werk dat op hoogte

Nadere informatie

Blokzijltcl installatietechniek B.V.

Blokzijltcl installatietechniek B.V. Bedrijfsnaam: Onderwerp: B.V. Locatie van uitvoering: Datum van uitvoering: Uitgevoerd door: Tijdsduur van de Toolboxmeeting: Zijn er onveilige situaties / handelingen voorgevallen in de afgelopen periode?

Nadere informatie

Toolboxmeeting. Toolboxmeeting Werken op hoogte / Valbeveiliging

Toolboxmeeting. Toolboxmeeting Werken op hoogte / Valbeveiliging Toolboxmeeting Werken op hoogte / Valbeveiliging INLEIDING Volgens de Arbo-wet is 2,5 meter de kritische hoogte. Zodra er boven deze hoogte gewerkt moet worden, zijn maatregelen vereist en een ieder dient

Nadere informatie

EUROPEAN CONSTRUCTION CAMPAIGN 2004

EUROPEAN CONSTRUCTION CAMPAIGN 2004 VERSLAG EUROPEAN CONSTRUCTION CAMPAIGN 2004 (Project A663 - Actieperiode juni) Informatie: Arbeidsinspectie, kantoor Groningen Drs. J.R. Boer Landelijk Projectleider Postbus 30016 9700 RM GRONINGEN (050)5225880

Nadere informatie

Beleidsregels plaatsen voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie van de weg (artikel 2.1.5.1. Algemene Plaatselijke Verordening)

Beleidsregels plaatsen voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie van de weg (artikel 2.1.5.1. Algemene Plaatselijke Verordening) Beleidsregels plaatsen voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie van de weg (artikel 2.1.5.1. Algemene Plaatselijke Verordening) Status Geldend Wettelijk kader Gemeentewet, Algemene

Nadere informatie

Artikel 11.03 Afmeting van de werkplekken Werkplekken moeten zo groot zijn dat iedere persoon die er werkt voldoende bewegingsvrijheid heeft.

Artikel 11.03 Afmeting van de werkplekken Werkplekken moeten zo groot zijn dat iedere persoon die er werkt voldoende bewegingsvrijheid heeft. Reglement Onderzoek Schepen Rijnvaart HOOFDSTUK 11 VEILIGHEID OP DE WERKPLEK Artikel 11.01 Algemene bepalingen 1. Vaartuigen moeten zodanig zijn gebouwd, ingericht en uitgerust, dat personen daarop veilig

Nadere informatie

VEILIG REPAREREN VAN VATEN 1969 Blz. 1

VEILIG REPAREREN VAN VATEN 1969 Blz. 1 Blz. 1 Reparaties aan vaten (waaronder mede worden verstaan drums, niet-betreedbare reservoirs 1), e.d.) dienen bij voorkeur in speciaal daartoe ingerichte bedrijven te worden verricht. Gaat men toch zelf

Nadere informatie

Arbeidsomstandighedenregeling. Hoofdstuk 4. Veiligheid tankschepen en gevaarlijke stoffen. Paragraaf 4.1 Veiligheid aan op of in tankschepen

Arbeidsomstandighedenregeling. Hoofdstuk 4. Veiligheid tankschepen en gevaarlijke stoffen. Paragraaf 4.1 Veiligheid aan op of in tankschepen Arbeidsomstandighedenregeling Hoofdstuk 4. Veiligheid tankschepen en gevaarlijke stoffen Paragraaf 4.1 Veiligheid aan op of in tankschepen Artikel 4.1. Definities Voor de toepassing van deze paragraaf

Nadere informatie

Stroomschema aanvraag gebruiksvergunning

Stroomschema aanvraag gebruiksvergunning Bijlage 4 Stroomschema aanvraag gebruiksvergunning Bijlage 5 Activiteiten samenhangende met slopen en bedreigingen Activiteit samenhangende met sloopproject Sloopmethode Beulen (slopen met behulp van slingeren,

Nadere informatie

Codex over het welzijn op het werk. Boek IV.- Arbeidsmiddelen. Titel 5. Arbeidsmiddelen voor tijdelijke werkzaamheden op hoogte

Codex over het welzijn op het werk. Boek IV.- Arbeidsmiddelen. Titel 5. Arbeidsmiddelen voor tijdelijke werkzaamheden op hoogte Codex over het welzijn op het werk Boek IV.- Arbeidsmiddelen Titel 5. Arbeidsmiddelen voor tijdelijke werkzaamheden op hoogte Omzetting in Belgisch recht van de Richtlijn 2009/104/EG van het Europees Parlement

Nadere informatie

Algemene risicoanalyse voor de werkpost : Tafelcirkelzaagmachine Versie 99/1 Blz. 3/5

Algemene risicoanalyse voor de werkpost : Tafelcirkelzaagmachine Versie 99/1 Blz. 3/5 Algemene risicoanalyse voor de werkpost : Tafelcirkelzaagmachine Versie 99/1 Blz. 1/5. Risico voorkoming. Schade voorkoming. Risico beperking. Schade beperking 1 Algemeen V Risico's eigen aan het werken

Nadere informatie

Veilig werken in de bouw

Veilig werken in de bouw Veilig werken in de bouw In de Arbeidsveiligheidswet BES en de verdere regelgeving worden aan werkgevers en werknemers verplichtingen opgelegd. Deze verplichtingen hebben tot doel om de veiligheid op de

Nadere informatie

Layher rolsteigers zijn voor veel werkzaamheden op hoogte, veilig, snel en eenvoudig te (de)monteren.

Layher rolsteigers zijn voor veel werkzaamheden op hoogte, veilig, snel en eenvoudig te (de)monteren. Layher rolsteigers zijn voor veel werkzaamheden op hoogte, veilig, snel en eenvoudig te (de)monteren. Layher rolsteigers zijn vervaardigd uit dikwandig aluminium waardoor kwaliteit en duurzaamheid gegarandeerd

Nadere informatie

COMMUNICATIE MET DE KRAANMACHINIST

COMMUNICATIE MET DE KRAANMACHINIST PORTOFOONCOMMUNICATIE Wordt er voor de communicatie gebruik gemaakt van portofoons, denk dan aan de volgende zaken: Noem de naam van de aan te spreken persoon altijd eerst, zodat die persoon weet dat hij

Nadere informatie

Werken op hoogte. arbeidshygiënische strategie & Gebruik PBM. Bij het plaatsen van zonnepanelen

Werken op hoogte. arbeidshygiënische strategie & Gebruik PBM. Bij het plaatsen van zonnepanelen Werken op hoogte arbeidshygiënische strategie & Gebruik PBM Bij het plaatsen van zonnepanelen Drs. C.A.A.E. (Carin)Benders, Landelijk projectleider R.T. (Ron)Maters RVK, veiligheidskundig specialist 1

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Luxemburg, 27 juni 2001 (OR. en) 1998/0327 (COD) LEX 286 PE-CONS 3634/01 SOC 247 CODEC 615 RICHTLIJN 2001/45/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD TOT WIJZIGING

Nadere informatie

Fysieke belasting. Te nemen maatregelen:

Fysieke belasting. Te nemen maatregelen: Machinaal zagen Machinaal zagen van natuursteen met een vast opgestelde zaagmachine. Dit gebeurt in het algemeen in de werkplaats met een zaagmachine die na instellen het werk grotendeels automatisch uitvoert.

Nadere informatie

2. Voorschriften voor mobiele arbeidsmiddelen. Artikel 7.17a. Uitrusting mobiele arbeidsmiddelen

2. Voorschriften voor mobiele arbeidsmiddelen. Artikel 7.17a. Uitrusting mobiele arbeidsmiddelen 2. Voorschriften voor mobiele arbeidsmiddelen Artikel 7.17a. Uitrusting mobiele arbeidsmiddelen 1. Mobiele arbeidsmiddelen waarop een of meer personen kunnen worden vervoerd, zijn zodanig uitgerust dat

Nadere informatie

Betonstorter / gietbouwer

Betonstorter / gietbouwer Betonstorter / gietbouwer Er zijn een paar duizend betonstorters / gietbouwers in Nederland. Ze werken bij betonmortelcentrales en enkele grote bouwbedrijven. Betonstortwerk wordt ook verricht door timmerlieden,

Nadere informatie

Algemene risicoanalyse voor de werkpost : Cirkelzaagmachine met radiale arm Versie 99/1 Blz. 1/5

Algemene risicoanalyse voor de werkpost : Cirkelzaagmachine met radiale arm Versie 99/1 Blz. 1/5 Algemene risicoanalyse voor de werkpost : Cirkelzaagmachine met radiale arm Versie 99/1 Blz. 1/5. Risico voorkoming. Schade voorkoming. Risico beperking. Schade beperking 1 Algemeen V Risico's eigen aan

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het besluit. betreffende de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor de inrichting. DSM Advanced Polyesters Emmen BV

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het besluit. betreffende de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor de inrichting. DSM Advanced Polyesters Emmen BV VOORSCHRIFTEN behorende bij het besluit betreffende de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor de inrichting DSM Advanced Polyesters Emmen BV 2 INHOUDSOPGAVE 1 VOORWAARDEN ONDERDEEL BOUW 3 2 VOORWAARDEN

Nadere informatie

Algemene risicoanalyse voor de werkpost : Werken met een vlakschaafbank Versie 99/1 Blz. 1/5

Algemene risicoanalyse voor de werkpost : Werken met een vlakschaafbank Versie 99/1 Blz. 1/5 Algemene risicoanalyse voor de werkpost : Werken met een vlakschaafbank Versie 99/1 Blz. 1/5. Risico voorkoming. Schade voorkoming. Risico beperking. Schade beperking 1 Algemeen V Risico's eigen aan het

Nadere informatie

Artikel 2:5. Burgemeester en wethouders van Gouda. Gelet op de Algemene Plaatselijke Verordening Gouda 2009, verder te noemen APV 2009; besluiten:

Artikel 2:5. Burgemeester en wethouders van Gouda. Gelet op de Algemene Plaatselijke Verordening Gouda 2009, verder te noemen APV 2009; besluiten: Artikel 2:5 1. Burgemeester en wethouders van Gouda Gelet op de Algemene Plaatselijke Verordening Gouda 2009, verder te noemen APV 2009; besluiten: Gelet op het bepaalde in artikel 2:5 APV Gouda 2009 ten

Nadere informatie

Korte functieomschrijving (mag ook als bijlage worden toegevoegd):

Korte functieomschrijving (mag ook als bijlage worden toegevoegd): In te vullen door bedrijf / opdrachtgever. Naam bedrijf/opdrachtgever: 1/6 Ingevuld door: Datum (dd-mm-jjjj): Functie/opdrachtnaam: Korte functieomschrijving (mag ook als bijlage worden toegevoegd): Het

Nadere informatie

WERKEN OP HOOGTE MET DE ROLSTEIGER

WERKEN OP HOOGTE MET DE ROLSTEIGER WERKEN OP HOOGTE MET DE ROLSTEIGER Een goede rolsteiger kan uiterst onveilig zijn als hij niet goed is opgebouwd, of goed wordt gebruikt. Door het opbouwen vakkundig uit te voeren en alle veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

UW DAK, UW EN ONZE VEILIGHEID! LIMBURG DAKWERKERS

UW DAK, UW EN ONZE VEILIGHEID! LIMBURG DAKWERKERS UW DAK, UW EN ONZE VEILIGHEID! LIMBURG Veiligheidscoördinatie Vanaf het ogenblik dat er bij de uitvoering van werken op een bouwplaats twee of meer aannemers tegelijkertijd of achtereenvolgens activiteiten

Nadere informatie

Rolsteigers. voor veiligheid, kwaliteit en duurzaamheid. Montagehandleiding Comform EN 1004 EU richtlijnen 2001/45/EG

Rolsteigers. voor veiligheid, kwaliteit en duurzaamheid. Montagehandleiding Comform EN 1004 EU richtlijnen 2001/45/EG Montagehandleiding Comform EN 1004 EU richtlijnen 2001/45/EG 19-04- 06 Rolsteigers voor veiligheid, kwaliteit en duurzaamheid Meer Mogelijk. Het systeem voor steigers. Layher rolsteigers zijn voor veel

Nadere informatie

Module 3. Magazijn en opslag Vraag Antwoord Mogelijke maatregelen Prioriteit Toelichting

Module 3. Magazijn en opslag Vraag Antwoord Mogelijke maatregelen Prioriteit Toelichting Branche RI&E vereniging SZS (versie oktober 2008) 3.1 3.1 Is de vloer vrij van oneffenheden, zodat transportmiddelen veilig kunnen rijden en geen ongemakken geeft? Verwijder drempels in de vloer. Egaliseer

Nadere informatie

Werken op hoogte. arbeidshygiënische strategie & Gebruik PBM

Werken op hoogte. arbeidshygiënische strategie & Gebruik PBM Werken op hoogte arbeidshygiënische strategie & Gebruik PBM Drs. C.A.A.E. (Carin)Benders, Landelijk projectleider R.T. (Ron)Maters RVK, veiligheidskundig specialist 1 Man zakt door dak tijdens asbestwerkzaamheden

Nadere informatie

AANWIJZINGEN VOOR HET VEILIG GEBRUIK EN HET ONDERHOUD VAN GEDEELDE VELGEN VOOR 1987

AANWIJZINGEN VOOR HET VEILIG GEBRUIK EN HET ONDERHOUD VAN GEDEELDE VELGEN VOOR 1987 blz.1 1. INLEIDING Vele ernstige ongevallen, waaronder zelfs dodelijke, werden in de loop van de tijd veroorzaakt door het loswerken en met grote kracht wegspringen van delen van velgen voor luchtbanden.

Nadere informatie

Toolbox-meeting Werken met ladders

Toolbox-meeting Werken met ladders Toolbox-meeting Werken met ladders Unica installatietechniek B.V. Schrevenweg 2 8024 HA Zwolle Tel. 038 4560456 Fax 038 4560404 Werken op hoogte Werken op hoogte is een risicovolle bezigheid. Jaarlijks

Nadere informatie

ABESCO ACTIVITEITEN SITUATIES PREVENTIEMAATREGELEN INSTRUCTIES RISICO'S ALGEMENE RISICO S

ABESCO ACTIVITEITEN SITUATIES PREVENTIEMAATREGELEN INSTRUCTIES RISICO'S ALGEMENE RISICO S ACTIVITEITEN SITUATIES RISICO'S PREVENTIEMAATREGELEN INSTRUCTIES ALGEMENE RISICO S Orde en netheid - val van personen op de begane grond - de niet onmiddellijk te gebruiken materialen en gereedschappen

Nadere informatie

VLAKBANKBEVEILIGING MET PARALLELGELEIDING 1972 Blz. 1

VLAKBANKBEVEILIGING MET PARALLELGELEIDING 1972 Blz. 1 Blz. 1 1. INLEIDING Bij het werken aan niet of onvoldoend beveiligde vlakbanken vinden in Nederland jaarlijks vele ongevallen plaats door het in aanraking komen met de sneldraaiende beitels. Dit kan zich

Nadere informatie

HIJSGEREEDSCHAPPEN; WETTELIJKE BEPALINGEN P

HIJSGEREEDSCHAPPEN; WETTELIJKE BEPALINGEN P HIJSGEREEDSCHAPPEN; WETTELIJKE BEPALINGEN P5-985 HIJSGEREEDSCHAPPEN; WETTELIJKE BEPALINGEN Hijsgereedschappen en hijswerktuigen worden veelvuldig gebruikt op bouwwerken, scheepswerven, in fabrieken en

Nadere informatie

Betonboorder. Het belangrijkste bouwwerk ben je zelf. Alles wat je moet weten over gezond en veilig betonboren. Informatie voor de werknemer

Betonboorder. Het belangrijkste bouwwerk ben je zelf. Alles wat je moet weten over gezond en veilig betonboren. Informatie voor de werknemer Betonboorder Het belangrijkste bouwwerk ben je zelf Alles wat je moet weten over gezond en veilig betonboren Informatie voor de werknemer Zwaar werk Je zaagt en boort. Apparatuur draag je vaak met de hand

Nadere informatie

De doelstellingen van de Arbowet zijn: het verbeteren van de veiligheid en gezondheid van medewerkers

De doelstellingen van de Arbowet zijn: het verbeteren van de veiligheid en gezondheid van medewerkers 1. Wetgeving 1.1 Arbowet In januari 2007 is de Arbowet 2007 van kracht geworden. Het begrip Arbo staat voor Arbeidsomstandigheden en heeft betrekking op Veiligheid, Gezondheid en Welzijn (VGW). De Arbowet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Zitting 1979-1980 14 497 Bepalingen in het belang van de veiligheid, de gezondheid en het welzijn in verband met de arbeid (Arbeidsomstandighedenwet) Nr. 138 VIERDE NOTA

Nadere informatie

4 MEI 1999. - Koninklijk besluit betreffende het gebruik van mobiele arbeidsmiddelen.

4 MEI 1999. - Koninklijk besluit betreffende het gebruik van mobiele arbeidsmiddelen. 4 MEI 1999. - Koninklijk besluit betreffende het gebruik van mobiele arbeidsmiddelen. Belgisch Staatsblad 04 juni 1999 Gewijzigd door : KB van 28/08/02 BS van 18/09/02 4 MEI 1999. - Koninklijk besluit

Nadere informatie

LAST- MINUTE RISICOANALYSE

LAST- MINUTE RISICOANALYSE LAST- MINUTE RISICOANALYSE LMRA PERSOONLIJKE RISICOANALYSE Naam uitvoerder : Functie : LAST-MINUTE RISICOANALYSE PERSOONLIJKE RISICOANALYSE SAMEN STREVEN NAAR EEN VEILIGERE WERKPLEK Bij Stork zijn we persoonlijk

Nadere informatie

Algemene risicoanalyse voor de werkpost : Booglassen Versie 99/1 Blz. 1/5

Algemene risicoanalyse voor de werkpost : Booglassen Versie 99/1 Blz. 1/5 Algemene risicoanalyse voor de werkpost : Boog Versie 99/1 Blz. 1/5. Risico voorkoming. Schade voorkoming. Risico beperking. Schade beperking 1 Algemeen V Risico's eigen aan boog 1 Voorzien van instructie

Nadere informatie

Werkmethode toeleveranciers tuinbouw

Werkmethode toeleveranciers tuinbouw Figuur 1 Figuur 2 Figuur 3 Goed! Werk op een dekreparatiewagen Fout!: Werk niet onveilig op een monorailwagen Let op! Werk met een goedgekeurde monorailwagen Figuur 4 Figuur 5 Figuur 6 Let op! Werk op

Nadere informatie

CONSTRUCTIE EN BEPROEVING VAN VEILIGHEIDSBRILLEN 1961 Blz. 1

CONSTRUCTIE EN BEPROEVING VAN VEILIGHEIDSBRILLEN 1961 Blz. 1 Blz. 1 1. INLEIDING Ingevolge artikel 121 van het Veiligheidsbesluit voor fabrieken of werkplaatsen 1938 moeten personen, die bij het gebruik van werktuigen of gereedschappen gevaar lopen getroffen te

Nadere informatie

Artikel/lid Tekst Boete normbedrag

Artikel/lid Tekst Boete normbedrag Boetes en sancties Inspectie SZW gaat strenger optreden Per 1 januari 2013 treedt de Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW wetgeving in werking. Dit betekent dat per 1 januari 2013 overtredingen

Nadere informatie

... Think safety! Grondwerkzaamheden. VGM Algemeen. Milieu. Gezondheid. Veiligheid

... Think safety! Grondwerkzaamheden. VGM Algemeen. Milieu. Gezondheid. Veiligheid ... Think safety! Grondwerkzaamheden VGM Algemeen Milieu Gezondheid Veiligheid 1 Grondwerkzaamheden Gasunie is een van de grootste gasinfrastructuurbedrijven in Europa. Veiligheid heeft binnen Gasunie

Nadere informatie

RISICOANALYSE SPREADERBEAMS VOLGENS METHODE FINE EN KINNEY

RISICOANALYSE SPREADERBEAMS VOLGENS METHODE FINE EN KINNEY RISICOANALYSE SPREADERBEAMS VOLGENS METHODE FINE EN KINNEY INHOUDSOPGAVE: Hoofdstuk Omschrijving Pagina 1 Inleiding 2 2 Risicoanalyse 2 3 Risicobeoordeling 4 4 Risicoreductie 7 1. INLEIDING: Het spreader

Nadere informatie

De bovengenoemde risico s worden vanwege de samenhang gezamenlijk behandeld in de maatregelen.

De bovengenoemde risico s worden vanwege de samenhang gezamenlijk behandeld in de maatregelen. Werken op Hoogte Procedure ten behoeve van veilig en gezond werken op hoogte in de Scheepsbouw 11 februari 2014 In de scheepsbouw en -reparatie worden veel werkzaamheden op hoogte verricht waarbij: valgevaar

Nadere informatie

Algemene risicoanalyse voor de werkpost : Werken met een metaaldraaibank Versie 99/1 Blz. 1/5

Algemene risicoanalyse voor de werkpost : Werken met een metaaldraaibank Versie 99/1 Blz. 1/5 Algemene risicoanalyse voor de werkpost : Werken met een metaaldraaibank Versie 99/1 Blz. 1/5. Risico voorkoming. Schade voorkoming b. Risico beperking. Schade beperking 1 Algemeen V Risico's eigen aan

Nadere informatie

1 Algemene bepalingen

1 Algemene bepalingen MINISTERIËLE BESCHIKKING met algemene werking van de 24ste september 1999 als bedoeld in artikel 3, zevende lid, van de Warenlandsverordening (P.B. 1997, no. 334) ter uitvoering van artikel 14, eerste

Nadere informatie

Voorbereidingsblad Verbetercheck Tijdelijk werken op hoogte

Voorbereidingsblad Verbetercheck Tijdelijk werken op hoogte Voorbereidingsblad Verbetercheck Tijdelijk werken op hoogte DIT IS SLECHTS EEN HULPMIDDEL, ALLEEN EEN DIGITAAL INGEVULDE VERBETERCHECK IS GELDIG. Dit voorbereidingsblad is bedoeld als hulpmiddel om het

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBSGR:2012:25827, Bekrachtiging/bevestiging

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBSGR:2012:25827, Bekrachtiging/bevestiging ECLI:NL:RVS:2013:573 Instantie Raad van State Datum uitspraak 31-07-2013 Datum publicatie 31-07-2013 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201211994/1/A3 Eerste

Nadere informatie

-1- Over welke domeinen gaat de V&G-wetgeving? -1- Voor wie geldt de V&Gwetgeving? -1- Noem de twee vormen van overleg.

-1- Over welke domeinen gaat de V&G-wetgeving? -1- Voor wie geldt de V&Gwetgeving? -1- Noem de twee vormen van overleg. -1- Noem de groepen signaleringsborden. -1- Noem de twee vormen van overleg. -1- Noem de verschillende vormen van markeringen. -1- Over welke domeinen gaat de V&G-wetgeving? -1- Voor wie geldt de V&Gwetgeving?

Nadere informatie

Werken op hoogte PREVENTIEMAATREGELEN

Werken op hoogte PREVENTIEMAATREGELEN is een van de belangrijkste oorzaken van arbeidsongevallen. In deze fiche vind je de een aantal algemene preventiemaatregelen en een veiligheidsmaatregelen verbonden aan specifieke arbeidsmiddelen voor

Nadere informatie

Citeertitel: Landsbesluit elektrische leidingen en kabels ==================================================================== Artikel 1

Citeertitel: Landsbesluit elektrische leidingen en kabels ==================================================================== Artikel 1 Intitulé : Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van de artikelen 1, vierde lid, en 11, eerste lid, van de Landsverordening elektriciteitsconcessies Citeertitel: Landsbesluit elektrische

Nadere informatie

Betonstaalvlechter. Het belangrijkste bouwwerk ben je zelf. Alles wat je moet weten over gezond en veilig vlechten. Informatie voor de werknemer

Betonstaalvlechter. Het belangrijkste bouwwerk ben je zelf. Alles wat je moet weten over gezond en veilig vlechten. Informatie voor de werknemer Betonstaalvlechter Het belangrijkste bouwwerk ben je zelf Alles wat je moet weten over gezond en veilig vlechten Informatie voor de werknemer Zwaar werk Je werk is zwaar voor je lichaam. Je werkt in ongunstige

Nadere informatie

WERKEN OP OF AAN HET WATER

WERKEN OP OF AAN HET WATER WERKEN OP OF AAN HET WATER Worden de werkzaamheden vanaf de wal of slootkant uitgevoerd, dan heb je te maken met een talud en natte of zachte bodems. Het gevaar van uitglijden is groot. Ook als je werkt

Nadere informatie

GEBRUIKSVOORSCHRIFT. steiger-hd ,6 x 3/2,5 TOEPASSING OPBOUW. Art Versie: GEVELSTEIGER HANDLOCK

GEBRUIKSVOORSCHRIFT. steiger-hd ,6 x 3/2,5 TOEPASSING OPBOUW. Art Versie: GEVELSTEIGER HANDLOCK 760047 GEBRUIKSVOORSCHRIFT GEVELSTEIGER HANDLOCK steiger-hd 1000-3-0,6 x 3/2,5 TOEPASSING 1. De gevelsteiger mag tot 30 meter werkvloerhoogte worden gebruikt en dient volgens voorschrift van de fabrikant

Nadere informatie

Wijziging Beleidsregels arbeidsomstandighedenwetgeving

Wijziging Beleidsregels arbeidsomstandighedenwetgeving SZW Wijziging Beleidsregels arbeidsomstandighedenwetgeving (Richtlijn Atex) Besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 3 juli 2003, Directie Arbeidsveiligheid en -gezondheid,

Nadere informatie

Stichting ARBOUW. La Guardiaweg 4

Stichting ARBOUW. La Guardiaweg 4 Stichting ARBOUW La Guardiaweg 4 1043 Samenstelling: Stichting Arbouw H. van der Kam NV Strukton Groep H. INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk Pagina 1. Introductie 2. Toegangsbewij zen tot de baan 3. Risico's Hoofdstuk

Nadere informatie

BEVEILIGING VAN RUBBERWALSEN 1961 Blz. 1

BEVEILIGING VAN RUBBERWALSEN 1961 Blz. 1 Blz. 1 1. INLEIDING 1.1 Krachtens artikel 118 van het "Veiligheidsbesluit voor fabrieken of werkplaatsen 1938" moeten rubberwalsen zodanig zijn opgesteld en ingericht, dat het gevaar dat deze machines

Nadere informatie

U bent hier: Home - Risico's - Arbeidsmiddelen Printvriendelijke versie

U bent hier: Home - Risico's - Arbeidsmiddelen Printvriendelijke versie U bent hier: Home - Risico's - Arbeidsmiddelen Printvriendelijke versie Arbeidsmiddelen Werken met draaiende arbeidsmiddelen kan gevaarlijk zijn; Door snijden, slijpen of zagen kunnen deeltjes wegvliegen.

Nadere informatie

4 MEI 1999. - Koninklijk besluit betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen voor het hijsen of heffen van lasten. Belgisch Staatsblad 04 juni 1999

4 MEI 1999. - Koninklijk besluit betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen voor het hijsen of heffen van lasten. Belgisch Staatsblad 04 juni 1999 4 MEI 1999. - Koninklijk besluit betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen voor het hijsen of heffen van lasten. Belgisch Staatsblad 04 juni 1999 Gewijzigd door : KB van 28/08/02 - BS van 18/09/02 ALBERT

Nadere informatie

Blokkensteller ruwbouw

Blokkensteller ruwbouw Blokkensteller ruwbouw Het belangrijkste bouwwerk ben je zelf Alles wat je moet weten over gezond en veilig blokkenstellen Informatie voor de werknemer Zwaar werk Blokkenstellen betekent langdurig staan.

Nadere informatie

Onderafdeling I. Toepassingsgebied en algemene beginselen

Onderafdeling I. Toepassingsgebied en algemene beginselen Koninklijk besluit van 31 augustus 2005 betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen voor tijdelijke werkzaamheden op hoogte (B.S. 15.9.2005; errata: B.S. 22.8.2006) Onderafdeling I. Toepassingsgebied en

Nadere informatie

ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN HOOGWERKERS

ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN HOOGWERKERS ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN HOOGWERKERS Lees altijd aandachtig de inlichtingen uit de handleiding door, in het bijzonder de de veiligheidsvoorschriften en de veiligheidsborden op de machine! De bediener

Nadere informatie

Overstapbordes. t.b.v. Sky-Light hangbruginstallatie. Gebruikershandleiding VEILIG WERKEN OP HOOG

Overstapbordes. t.b.v. Sky-Light hangbruginstallatie. Gebruikershandleiding VEILIG WERKEN OP HOOG Overstapbordes t.b.v. Sky-Light hangbruginstallatie VEILIG WERKEN OP HOOG Skyworks B.V. Hoofdkantoor: Postbus 38 2650 AA Berkel en Rodenrijs tel. 010-514 00 50 fax 010-514 00 55 e-mai: info@skyworks.nl

Nadere informatie

2015 no. 59 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

2015 no. 59 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA 2015 no. 59 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA MINISTERIЁLE REGELING van 2 december 2015 ter uitvoering van artikel 2, tweede lid, van de Veiligheidsverordening (AB 1990 no. GT 31) (Regeling keuring liften) Uitgegeven,

Nadere informatie

ALGEMEEN ACTIE/OPMERKINGEN

ALGEMEEN ACTIE/OPMERKINGEN ALGEMEEN ACTIE/OPMERKINGEN 1 Is voor de betrokkenen bij deze productie duidelijk wie welke taken, Verantwoordelijkheden en bevoegdheden heeft? 2 Wordt voorlichting/instructie gegeven over gebruikte materialen,

Nadere informatie

Toolboxfiche U011 09/2016

Toolboxfiche U011 09/2016 Toolboxfiche U011 09/2016 Gebruik van een rolsteiger Onjuist gebruik van rolsteigers ligt aan de basis van ernstige ongevallen! 1 Risico s Om rolsteigers gemakkelijk hanteerbaar te houden, worden deze

Nadere informatie

Arbocatalogus Tuinbouwprojecten

Arbocatalogus Tuinbouwprojecten Figuur 1 Figuur 2 Figuur 3 Automatisch transportsysteem in de kas Let goed op de instructies op de borden Plaats bij werkzaamheden dit waarschuwingslabel op het paneel Figuur 4 Figuur 5 Figuur 6 Zorg dat

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2001 2002 Nr. 397 27 844 Regels inzake de veiligheid en kwaliteit van lichaamsmateriaal dat kan worden gebruikt bij een geneeskundige behandeling (Wet veiligheid

Nadere informatie