ONDERHOUDSOVEREENKOMST MAAIEN EN/OF BEWEIDEN

Transcriptie

1 ONDERHOUDSOVEREENKOMST MAAIEN EN/OF BEWEIDEN, gevestigd en kantoorhoudende te 4003 BX Tiel, De Blomboogerd 1, vertegenwoordigd door de heer mr. M.G.A. Seelen, teamleider Grondzaken, te dezen handelend voor en namens het, daartoe gemachtigd op grond van de ambtelijke bevoegdhedenregeling 2011 van 14 december 2010, hierna te noemen de grondeigenaar/de onderhoudsgever/het Waterschap, en *******************, hierna te noemen "de onderhoudsplichtige", De onderhoudsplichtige verklaart in onderhoud aan te nemen en onderhoudsgever verklaart in onderhoud te hebben uitgegeven de dijkgraslanden, zoals hieronder genoemd en onder de volgende voorwaarden en bedingen: Volgens bijgaande overzichts- en detailtekeningen: Traject met een oppervlakte van ha hierna te noemen het traject, zoals op de bij deze overeenkomst behorende en als zodanig gewaarmerkte tekening(en) is aangegeven, partijen voldoende bekend, die daarvan geen nadere omschrijving verlangen. In overweging nemende dat op basis van inschrijving de onderhavige overeenkomst tot stand is gekomen en voorts gesloten onder de navolgende condities: Artikel 1, duur onderhoudsperiode Deze overeenkomst is aangegaan voor de duur van ** jaar, ingaande op ******** en eindigend op ************. Artikel 2, onderhoudsvergoeding 1. Onderhoudsgever betaalt aan onderhoudsnemer een jaarlijkse vergoeding (het bedrag van deze vergoeding is inclusief de eventueel verschuldigde omzetbelasting): Traject (ha. x per jaar/per hectare) De totale onderhoudsvergoeding bedraagt 2. De vergoeding zal jaarlijks in twee termijnen worden voldaan; de eerste termijn in de maand juli en de tweede in de maand december. Pagina 1 van 12

2 Artikel 3, verplichting voor de onderhoudsplichtige Indien het waterschapsbelang zulks vordert moet de onderhoudsplichtige op eerste lastgeving van de onderhoudsgever de werkzaamheden met onmiddellijke ingang (tijdelijk) staken, zonder dat hiervoor een geldelijke compensatie door de onderhoudsgever wordt verstrekt. Artikel 4, beheer en onderhoud: intensieve wisselbeweiding 1. Beweiding is toegestaan in de periode vanaf 1 april tot 15 oktober intensief gedurende een korte periode en vindt uitsluitend plaats met schapen. Bij intensieve beweiding is de duur van de beweidingsperiode maximaal 1 week (maaimachine nabootsen). 2. Voorafgaande aan de intensieve beweidingsperiode dient onderhoudsplichtige een beweidingsplan per voorgelegd te hebben aan de dijkbeheerder van het waterschap. 3. Het aantal in te zetten schapen dient te worden afgestemd op de grootte van het perceel, de hoeveelheid gras en de beschikbare beweidingtijd. Beweiding dient op zodanige wijze plaats te vinden dat geen gaten, richels en/of looppaden ontstaan en de grasmat niet op andere wijze wordt beschadigd. De grasmat dient altijd volledig dekkend te zijn. 4. Bij bijzondere (weers-) omstandigheden kan het beweidingstijdstip/druk in overleg met de dijkbeheerder van het waterschap worden aangepast. 5. Bij hoge rivierstanden, of indien de weersomstandigheden c.q. onderhoudstoestand van de grasmat daartoe aanleiding geven, dient de beweiding gestaakt te worden. 6. Kunstmatige bemesting, alsmede de (extra) aanvoer van natuurlijke of kunstmatige mest, is verboden. 7. Bijvoerbakken en dergelijke mogen niet op de waterkering worden geplaatst. Wanneer er geen andere mogelijkheid bestaat als watervoorziening voor de schapen, kan in overleg met het waterschap op het onderhoudspad een drinkbak worden geplaatst. 8. Na afloop van de beweidingsperiode dienen overblijvende (stekende) planten en verhoute bloeiwijzen te worden gemaaid. Plekken die door een te extensieve begrazing zijn verruigd moeten na afloop van de beweiding worden gemaaid waarbij het maaisel moet worden afgevoerd. 9. Indien beweiding plaatsvindt dient de onderhoudsplichtige zelf een tijdelijk flexibel raster te plaatsen. Dit raster dient de onderhoudsplichtige na het beweiden te verwijderen. 10. Het gewas rondom obstakels, zoals wegmeubilair, dijkpalen, trappen, bomen en bomenrijen dient gemaaid te worden met een bosmaaier met grasdraad-snijkop. Afrasteringen dienen zo dicht mogelijk te worden benaderd. Rondom bomen mag een ruimte van 0,25 meter uit de stam niet worden beweid, zodat schade aan de bomen wordt voorkomen. Artikel 5, beheer en onderhoud: maaien en afvoeren Pagina 2 van 12

3 1. Voorafgaand aan de werkzaamheden dient onderhoudsplichtige de wijze waarop het maaien en afvoeren zal worden uitgevoerd (inzet materieel en personeel) per aan de dijkbeheerder van het waterschap voorgelegd te hebben. 2. De grasmat moet worden onderhouden door deze tweemaal per jaar te maaien. - (eerste maaibeurt) vanaf 1 juni tot 15 juli; - (tweede maaibeurt) van 15 augustus tot 1 oktober. 3. Het starten en gereedkomen van zowel de eerste- als tweede maaibeurt wordt door de onderhoudsplichtige gemeld bij de desbetreffende dijkbeheerder van het waterschap. Na goedkeuring van de werkzaamheden door de dijkbeheerder wordt de betreffende maaibeurt opgeleverd en dit wordt door de dijkbeheerder per aan onderhoudsplichtige bevestigd. 4. Het maaisel dient minimaal 3 en ten hoogste 10 dagen op het traject te blijven liggen, zodat rijpe zaden achterblijven. Het vrijgekomen materiaal komt toe aan de onderhoudsplichtige. Het waterschap is niet verantwoordelijk voor de kwaliteit van dit maaisel. De onderhoudsplichtige voert het maaisel, al dan niet tot rollen of pakken (diervoeder) verwerkt binnen 24 uur af. De onderlinge afstand van de pakken of rollen bedraagt tussen s avonds 19:00 uur en s ochtends 7:00 uur, minimaal 20 m waarbij deze niet op de kruin of het talud van de dijk worden opgeslagen. Tevens is het niet toegestaan het verzamelde maaisel op het werkterrein achter te laten tussen vrijdagavond 19:00 uur en zaterdagochtend 7:00 uur en tussen zaterdagavond 19:00 uur en maandagochtend 7:00 uur. 5. Het gewas op verharde glooiingen wordt minimaal 1 maal per jaar in de periode vanaf 15 augustus tot 1 september gemaaid/geklepeld door de onderhoudsplichtige. 6. Bemesting, alsmede het aanvoeren van natuurlijke of kunstmatige mest, is verboden. 7. Op het onderhoud van de dijken is de Flora- en Faunawet van toepassing. Deze is nader uitgewerkt in de Richtlijn implementatie gedragscode Flora en Faunawet. Deze wordt als bijlage bij deze overeenkomst gevoegd. 8. Bij bijzondere (weer-)omstandigheden kan het maaitijdstip en de wijze van maaien en/of afvoeren van het maaisel in overleg met het waterschap worden aangepast. 9. Het gewas rondom obstakels, zoals wegmeubilair, dijkpalen, trappen, bomen en bomenrijen dient gemaaid te worden met een bosmaaier met grasdraad-snijkop. Afrasteringen dienen met de gangbare maaimachines zo dicht mogelijk te worden benaderd. Rondom bomen mag een ruimte van 0,25 meter uit de stam niet worden gemaaid, zodat schade aan de bomen wordt voorkomen. De grasvegetatie bij afrasteringen dient met de gangbare maaimachines tot tegen de afrastering aan gemaaid te worden. 10. Het gebruik van maaiapparatuur waarbij het gras wordt gekneusd (het zogenaamde klepelen), is niet toegestaan. Harde bekledingen zijn hiervan uitgezonderd. Artikel 6, bijzondere voorwaarden 1. De onderhoudsplichtige is verplicht het traject persoonlijk en voor eigen rekening te exploiteren en het traject mag niet geheel of gedeeltelijk aan derden in onderhoud worden gegeven. 2. Het is de onderhoudsplichtige niet toegestaan: Pagina 3 van 12

4 a) Puin of afval te storten of tijdelijk te bewaren op het traject; b) Het traject in waarde te doen verminderen; c) Op of in het traject caravans, campers, vouwwagens e.d. te (doen) stallen. 3. De onderhoudsplichtige is verplicht los zwerfvuil te verwijderen. Ongewenste grote hoeveelheden stortvuil worden in overleg met de dijkbeheerder van het waterschap afgevoerd. 4. Drijfvuil wordt door het waterschap verwijderd, zodra de ondergrond van de onderberm of het te berijden dijkperceel voldoende is opgedroogd. 5. De onderhoudsplichtige dient molshopen te slechten. De hiervoor genoemde verplichting geldt alleen als deze in geringe mate voorkomen. Bij voorkomen van veel molshopen meldt de onderhoudsplichtige dit aan het waterschap, zodat in overleg maatregelen getroffen kunnen worden. 6. Alle holen, ontstaan door konijnen, bevers enz. worden door of vanwege het waterschap gedicht. 7. Schade aan het profiel van de dijk zoals gaten, richels, looppaden en/of insporing als gevolg van het onderhoud wordt, - onder toezicht van het waterschap -, door en voor rekening van de onderhoudsplichtige hersteld. 8. Schade aan het gewas, beplanting, bebording, afrasteringen, hekken of wegmeubilair etc. als gevolg van de werkzaamheden door de onderhoudsplichtige wordt, onder toezicht van het waterschap, door en voor rekening van de onderhoudsplichtige hersteld. Van het ontstaan van schade aan het profiel van de dijk, beplanting enz. doet de onderhoudsplichtige terstond melding aan de dijkbeheerder van het waterschap. 9. De grondeigenaar streeft er naar o.a. de Distel-, Ridderzuring-, Grote Brandnetel- en Reuze Bereklauwpopulaties op de dijktaluds met bermen beperkt te houden. Bestrijding van grote haarden wordt door de onderhoudsplichtige primair uitgevoerd middels een vroegtijdige maaibeurt. Alleen bij extreem grote haarden zal, door of vanwege de grondeigenaar, bestrijding plaats vinden middels selectieve chemische onkruidbestrijding, op het juiste tijdstip. 10. Op de in gebruik gegeven percelen kan naast andere probleemsoorten Jakobskruiskruid (Jacobea vulgaris) voorkomen. De onderhoudsplichtige is ermee bekend dat deze plant zowel in verse (pas gemaaide) als gedroogde of gekuilde vorm giftig is voor mens en dier. Het gebruik of laten gebruiken van dit maaisel (in welke vorm dan ook) als veevoer is voor rekening en risico van de onderhoudsplichtige. Het waterschap is niet aansprakelijk voor schade aan dieren van de onderhoudsplichtige of derden veroorzaakt door het eten van dit maaisel (in welke vorm dan ook). 11. De onderhoudsplichtige neemt alle redelijkerwijs mogelijke maatregelen teneinde te voorkomen dat derden of het waterschap schade lijden als gevolg van de uitvoering van werkzaamheden in het kader van deze overeenkomst. 12. Indien werkzaamheden op of langs de openbare weg worden verricht, dan dienen de werkzaamheden uitgevoerd te worden conform CROW 96a/b (zie bijlage). Artikel 7, algemene bepalingen Van deze overeenkomst maken deel uit de Algemene bepalingen Onderhoudsovereenkomst maaien en afvoeren en beweiden van. Deze algemene bepalingen zijn partijen bekend. De onderhoudsplichtige heeft hiervan een exemplaar ontvangen. De algemene bepalingen Pagina 4 van 12

5 zijn van toepassing behoudens voor zover daarvan in deze overeenkomst uitdrukkelijk is afgeweken, of toepassing ervan ten aanzien van het traject niet mogelijk is. Artikel 8, boetebeding Bij niet nakomen door de onderhoudsplichtige van de onderhoudsverplichting en/of de voorwaarden in deze overeenkomst is de onderhoudsplichtige een direct opeisbare boete aan het waterschap verschuldigd van 750,- per traject. Deze boete is direct opeisbaar zonder rechtelijke tussenkomst en wordt verbeurd door het enkele feit van niet, niet-tijdige, dan wel niet-volledige nakoming, na voorafgaande schriftelijke ingebrekestelling en tevens zullen de overeenkomsten van alle aan onderhoudsplichtige gegunde trajecten per direct worden ontbonden. Artikel 9, bijzondere bepaling Voor het geval de met u gesloten overeenkomst wordt ontbonden als gevolg van een tekortkoming in de nakoming van uw verplichtingen wordt u bovendien uitgesloten van deelname aan het project Uitgifte dijkpercelen (van alle trajecten) voor een periode van drie jaar met ingang van de eerstvolgende uitgifte. Aldus overeengekomen, in 3-voud opgemaakt en getekend te Tiel, en voorzien van de bijlagen: - Tekeningen - Richtlijn implementatie gedragscode Flora en Faunawet - Voorwaarden CROW 96a/b De onderhoudsplichtige, De onderhoudsgever, mr. M.G.A. Seelen (teamleider Grondzaken) IBAN (bankrekeningnummer) onderhoudsplichtige ten name van Pagina 5 van 12

6 Algemeen 1. Deze overeenkomst verplicht zowel onderhoudsgever als onderhoudsplichtige tot naleving van de bepalingen van de wet voor zover daarvan bij deze overeenkomst niet rechtsgeldig is afgeweken. Aanvaarding 2. De overeenkomst geschiedt voetstoots, terwijl partijen verklaren het traject geheel te kennen en daarvan geen nadere omschrijving verlangen. 3. Verschil tussen de werkelijke en opgegeven grootte van het traject zal geen grond opleveren tot wijziging van de vergoeding of vernietiging van de onderhoudsovereenkomst. 4. De onderhoudsgever is niet gehouden de onderhoudsplichtige te vrijwaren ter zake van heersende en lijdende erfdienstbaarheden of andere lusten en lasten; hij staat niet in voor gebreken, bekend of onbekend, zichtbaar of verborgen. 5. Onderhoudsplichtige doet afstand van het recht op schadevergoeding in het geval onderhoudsplichtige het gebruik of de vruchttrekking geheel of gedeeltelijk komt te missen door de uitoefening van een bestaand, bij het aangaan van de overeenkomst aan partijen redelijkerwijs niet bekend recht op het traject door derden. Lasten 6. De zakelijke lasten welke bij het aangaan van deze overeenkomst op het traject drukken, zijn voor rekening van onderhoudsgever. 7. De gebruikerslasten (o.a. voortvloeiende uit de onroerende zaakbelasting) komen voor rekening van onderhoudsplichtige Oplevering 8. De onderhoudsplichtige levert het traject bij het einde van de looptijd aan onderhoudsgever op in dezelfde staat en met dezelfde bestemming als waarin hij het heeft ontvangen, of waarin het is gebracht met toestemming van onderhoudsgever of met machtiging van de rechter. 9. De eigendom van gewassen, al dan niet wortelvast, producten, machines, materialen e.d. die na de oplevering nog op of in het traject aanwezig zijn gaat zonder vergoeding over naar de onderhoudsgever, tenzij bedoelde eigendom is overgegaan naar de opkomende onderhoudsplichtige. 10. De onderhoudsplichtige zal bij het verlaten van het traject de landerijen, sloten, greppels en verder alles wat ten dienste van het traject aanwezig is (o.a. dammen, hekken en afrasteringen) en zaken die bestanddeel zijn van het traject in goede staat opleveren, Pagina 6 van 12

7 zulks ten genoegen van de onderhoudsgever. Mededelingen bij overlijden Rechten van derden 11. Bij het overlijden van de onderhoudsplichtige zijn de erfgenamen gehouden daarvan binnen een maand mededeling aan de onderhoudsgever te doen. Voorts zullen zij daarbij mededelen wie de erfgenamen van de onderhoudsplichtige zijn en uit welke hoofde. 12. Onderhoudsplichtige is verplicht bestaande uit- en/of overwegen over het traject, hetzij ten behoeve van andere eigendommen van onderhoudsgever, hetzij dat onderhoudsgever deze aan derden heeft verleend, zonder vergoeding te gedogen. 13. Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van onderhoudsgever zal onderhoudsplichtige uit- en/of overwegen niet aan derden mogen toestaan of zodanig gebruik van het traject mogen gedogen. 14. Onderhoudsplichtige is verplicht voor het bezit en het behoud van de rechten van onderhoudsgever op het traject te waken. Voor zover mogelijk zal de onderhoudsplichtige in verband daarmede rechten uitoefenen die verjaring voorkomen. onderhoudsplichtige zal van iedere inbreuk op de in de eerste zin van deze bepaling bedoelde rechten onverwijld aan onderhoudsgever kennis geven. 15. Onderhoudsplichtige is verplicht te zorgen dat ten laste van het traject geen erfdienstbaarheden of andere lasten ontstaan, een en ander op straffe van vergoeding van kosten, schaden en renten. 16. De onderhoudsplichtige zal de onderhoudsgever onverwijld in kennis stellen van feitelijkheden en handelingen van derden ten gevolge waarvan onderhoudsplichtige in het genot van het traject wordt belemmerd. Jacht en visserij 17. Onderhoudsgever behoudt zich het recht en het genot van jacht en visserij op het traject voor. 18. De onderhoudsplichtige verleent aan onderhoudsgever toestemming het genot van de jacht en de visserij op het traject te verhuren. Voorts verleent onderhoudsplichtige aan onderhoudsgever en door deze aan te wijzen derden toestemming om op de onderhavige gronden gebruik te maken van de ten behoeve van de uitvoering krachtens de Flora- en Faunawet gegeven vrijstellingen (artikel 65), aanwijzingen (artikel 76) en ontheffingen (artikelen 68 en 75). Onderhoudsplichtige is verplicht om die toestemming desgevraagd Pagina 7 van 12

8 schriftelijk te bevestigen. 19. Onderhoudsplichtige machtigt hierbij de onderhoudsgever aan derden, die ten behoeve van de uitoefening van het jachtrecht of de visserij gebruik van of toegang tot het traject behoeven, dat gebruik of die toegang toe te staan. 20. Onderhoudsplichtige is verplicht mede toezicht te houden op het voorkomen van stroperij e.d., mededeling te doen aan de onderhoudsgever of zijn gemachtigde wanneer door hem stroperij of andere benadeling van de wild- en/of visstand wordt ontdekt en zelf maatregelen te nemen om te voorkomen dat het wild nodeloos wordt verontrust of in gevaar gebracht. Gebruiksbepalingen 21. Onderhoudsplichtige zal het traject als een goed onderhoudsplichtige gebruiken overeenkomstig de bestemming. Zonder schriftelijke toestemming van de onderhoudsgever zal onderhoudsplichtige: - het traject niet van bestemming, inrichting of gedaante veranderen ook niet door het aanbrengen van verbeteringen; - het traject noch geheel noch gedeeltelijk aan anderen in onderhoud of gebruik afstaan; - geen grind, zand of andere bodemspecie verkopen of wegvoeren; - geen zuiveringsslib op het traject aanbrengen; - op het traject geen opstallen, reclameborden (waaronder begrepen reclame-uitingen anderszins) e.d. plaatsen of doen plaatsen; - geen vee van anderen inscharen; - geen gras op stam verkopen. Bij verlening van toestemming geldt dat onderhoud, reparaties en verzekering van het opgerichte en de verhoging van grond- en andere lasten die daarvan het gevolg zijn voor rekening van onderhoudsplichtige komen, onverminderd het recht van onderhoudsgever om nadere voorwaarden te stellen. 22. Onderhoudsplichtige zal het traject niet in waarde mogen doen verminderen. Gronden 23. Onderhoudsgever behoudt zich het recht voor alle afwaterings- en scheidingssloten in of langs de onderhavige percelen gelegen te doen ruimen, weer onder het vereiste profiel te brengen en de daaruit komende grond en ruigten op de aangrenzende percelen te Pagina 8 van 12

9 leggen. Toegang 24. Onderhoudsgever en zijn gemachtigde hebben te allen tijde het recht op vrije toegang tot het traject. 25. Bij voorgenomen vervreemding of opnieuw in onderhoud geven zal op de daarvoor door onderhoudsgever aan te wijzen tijdens het traject door onderhoudsplichtige ter bezichtiging moeten worden gesteld en zullen desgevraagd inlichtingen of aanwijzingen door onderhoudsplichtige moeten worden gegeven aan belangstellenden. 26. Onderhoudsgever behoudt zich het recht voor te allen tijde de nodige werkzaamheden dienende tot onderhoud van het traject te verrichten c.q. te doen verrichten en op het traject bij voorgenomen verkoop of opnieuw in onderhoud uit te geven, borden en/of aankondigingen te plaatsen. Productie- /leveringsrechten 27. In geval op het traject als gevolg van publiekrechtelijke voorschriften productie- en/of leveringsrechten of dergelijke rusten of komen te rusten of op andere wijze met het traject verbonden zijn of worden, verplicht onderhoudsplichtige zich om deze rechten in stand te houden. 28. Onderhoudsplichtige verplicht zich om onderhoudsgever alle noodzakelijke informatie te verstrekken verband houdende met voormelde rechten, hun aard en omvang. 29. Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van onderhoudsgever is het onderhoudsplichtige niet toegestaan voormelde rechten te vervreemden, deze te doen toe- of afnemen of tijdelijk in gebruik aan derden te geven. Pagina 9 van 12

10 Onderhoud algemeen 30. Onderhoudsplichtige moet op zijn kosten de aanwezige sloten, greppels, drainagesystemen en duikers jaarlijks vóór de schouwdatum schoonmaken. 31. Onderhoudsplichtige zal op zijn kosten moeten repareren, onderhouden en eventueel vernieuwen alle omheiningen, hekken, pompen, drinkgelegenheden, waterleidingen, sloten, greppels, duikers, wegen, dammen, bruggen, op- en afritten en drainagesystemen. 32. Boeten en kosten betreffende het traject, welke aan onderhoudsgever door publiekrechtelijke lichamen worden opgelegd c.q. in rekening worden gebracht, komen, indien deze het gevolg zijn van nalatigheid van onderhoudsplichtige, voor zijn rekening. 33. Onderhoudsplichtige is aansprakelijk voor alle reparatiekosten die voortvloeien uit het verzuim van reparaties, onderhoud en het treffen van voorlopige maatregelen waartoe hij verplicht is of die voortvloeien uit beschadiging ten gevolge van onoordeelkundig gebruik. Verzekering 34. Onderhoudsplichtige verplicht zich te verzekeren tegen bedrijfsschade, waartegen verzekering redelijkerwijs verwacht kan worden. Nalatigheid wordt aangemerkt als schuld in de zin van artikel 7:330 lid 2 sub b van het Burgerlijk Wetboek. Onder de verzekeringsverplichting wordt allereerst verstaan de verzekering tegen brand-, bliksem- en stormschade en van vee, voorraden, landbouwgereedschappen, werktuigen en alles wat tot de bedrijfsinventaris van onderhoudsplichtige behoort. 35. Onderhoudsplichtige zal de verzekering sluiten bij een solide branden/of schadeverzekeringsmaatschappij. 36. Kwitanties van de laatst betaalde premie dienen op verzoek bij de betaling van de eerste vergoeding van ieder jaar te worden overlegd. Indien onderhoudsgever zulks wenst, moet onderhoudsplichtige de polissen van deze verzekering aan onderhoudsgever ter inzage geven. Molest 37. Indien ten aanzien van de bescherming tegen gevaren van aanvalsdaden uit de lucht en/of gewelddaden of terreuracties vanaf de grond van welke aard, oorsprong of oorzaak ook, door de overheid wetten worden afgekondigd of maatregelen verplichtend Pagina 10 van 12

11 worden voorgeschreven, zal de onderhoudsplichtige verplicht zijn die voorschriften of maatregelen voor zover betrekking hebbende op het traject na te komen of te gedogen. Hij zal daarvoor geen vergoeding, compensatie of schadeloosstelling van de onderhoudsgever kunnen vorderen. Hetzelfde geldt voor door genoemde daden, acties of tegenmaatregelen direct of indirect gevraagd, of ongevraagd veroorzaakte schade of ongerief aan het traject. Schade 38. Onderhoudsplichtige zal onderhoudsgever onverwijld kennis geven van schade, door hem of derden aan het traject toegebracht en jegens onderhoudsgever aansprakelijk zijn voor alle schaden aan het traject toegebracht, tenzij deze buiten zijn schuld en de schuld van hen die met zijn toestemming op of in het traject verblijven, ontstaan zijn. Onteigening 39. Indien een gedeelte van het traject wordt onteigend, zal de vergoeding evenredig worden verlaagd. 40. Bij onteigening, geheel of gedeeltelijk, is onderhoudsgever aan onderhoudsplichtige geen enkele schadevergoeding verschuldigd. Ingebrekestelling 41. Ten aanzien van de bij deze overeenkomst aangegane verplichtingen, zullen partijen in verzuim zijn door de enkele daad of nalatigheid of door enkel verloop van een te stellen termijn of door het verstrijken van een gestelde datum, zonder dat enige sommatie, ingebrekestelling of gerechtelijke tussenkomst vereist is. Faillissement 42. Bij faillissement van de onderhoudsplichtige kan onderhoudsgever de overeenkomst opzeggen overeenkomstig het bepaalde in artikel 39 van de Faillissementwet. Is de vergoeding uitbetaald aan onderhoudsplichtige, maar heeft het onderhoud nog niet plaatsgevonden ten tijde van het faillissement dan kan onderhoudsgever de hiervoor genoemde vergoeding terugeisen. Kosten 43. De kosten aan de opstelling en afsluiting van deze overeenkomst verbonden komen voor rekening van onderhoudsplichtige. Deze kosten dienen door onderhoudsplichtige aan onderhoudsgever te worden voldaan binnen 30 dagen nadat onderhoudsgever om desbetreffende voldoening heeft verzocht, waarbij punt 3 en 4 van deze algemene bepalingen van overeenkomstige toepassing zijn. Aanduiding 44. Deze bepalingen kunnen worden aangehaald als de Algemene Pagina 11 van 12

12 bepalingen Onderhoudsovereenkomst maaien en afvoeren en beweiden van. Pagina 12 van 12