Voor de toepassing van het bij of krachtens deze regeling bepaalde wordt verstaan onder:

Transcriptie

1 REGLEMENT FINANCIERINGSFONDS VAN DE RBVV Begripsomschrijving: Artikel 1. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze regeling bepaalde wordt verstaan onder: a. RBVV : de Rotterdamse Bond Van Volkstuinders; b. bestuur : het bestuur van de RBVV; c. de vereniging : een aangesloten vereniging als bedoeld in artikel 15 van de statuten van de RBVV; d. lid/leden : lid/leden van de RBVV als bedoeld in artikel 7 lid 2 van de statuten van de RBVV; e. reglement : het reglement financieringsfonds van de RBVV. Doel: Artikel 2. Uit het financieringsfonds van de RBVV kunnen geldleningen worden verstrekt aan aangesloten verenigingen voor de gedeeltelijke financiering, met een maximum als bedoeld in artikel 18 en 19, van: a. te bouwen of te renoveren opstallen van aangesloten verenigingen; b. overige objecten van aangesloten verenigingen, zoals bijvoorbeeld de aanleg van een waterleiding e.d. Artikel 3. Uit het financieringsfonds van de RBVV kunnen geldleningen worden verstrekt aan leden voor de (gedeeltelijke) financiering, met een maximum als bedoeld in artikel 20, van: a. de aankoop van bestaande tuinhuisjes na toewijzing/ingebruikgeving/huur van een tuin aan het desbetreffende lid; b. nieuw te bouwen tuinhuisjes en overige opstallen in de tuin, alsmede renovatie daarvan, waarvoor een bouwvergunning is vereist op grond van de Woningwet en/of van toepassing zijnde gemeentelijke (bouw)verordeningen. Algemeen: Artikel 4. Voor geldleningen uit het financieringsfonds als bedoeld in de artikelen 2 en 3 kunnen respectievelijk bij de RBVV aangesloten verenigingen en leden in aanmerking komen. Reglement Financieringsfonds 1

2 Het bestuur van de RBVV beslist over het al dan niet verstrekken van een geldlening aan een aangesloten vereniging en/of lid. Artikel 5. Het financieringsfonds van de RBVV wordt gevoed door een opslag op de grondhuur. Artikel 6. Het bestuur van de RBVV kan slechts dan geldleningen verstrekken, indien het financieringsfonds over voldoende geldmiddelen beschikt, een en ander ter beoordeling van het bestuur van de RBVV. Indien het bestuur van de RBVV van oordeel is, dat het financieringsfonds over onvoldoende geldmiddelen beschikt, kan het bestuur van de RBVV zonder enige nadere motivering aanvragen van aangesloten verenigingen respectievelijk leden afwijzen. Artikel 7. De aflossing van de geldlening geschiedt in een nader te bepalen afhankelijk van de hoogte van de hoofdsom aantal jaarlijkse en/of maandelijkse termijnen. Indien jaarlijkse termijnen zijn overeengekomen vindt de eerste betaling plaats 12 maanden na het verstrekken van de geldlening. Alsdan wordt naast het aflossingsbedrag tevens de rente, verschuldigd worden over de voorgelegen 12 maanden voldaan. Indien maandelijkse termijnen zijn overeengekomen vindt de eerste betaling plaats één maand na het verstrekken van de geldlening. Alsdan wordt naast het aflossingsbedrag tevens de rente, verschuldigd geworden over de voorgelegen maand voldaan. Betalingen worden eerst in mindering gebracht op de verschuldigde rente en daarna op de verschuldigde hoofdsommen. De verenigingen en leden zijn gehouden op eerste verzoek van het bestuur van de RBVV mee te werken aan het voldoen van de aflossing en de rente middels automatische incasso. Artikel 8. Vervroegde, volledige of gedeeltelijke aflossing is steeds toegestaan. De vereniging is daartoe verplicht, indien haar eigen vermogen, zoals dat blijkt uit het jaarverslag van het laatste verstreken boekjaar, daartoe voldoende is. Artikel 9. Voor onvoorziene uitgaven mag de aangesloten verenging een kasreserve aanhouden van C 200,-- per lid van de aangesloten vereniging met een minimum van C ,-- en een maximum van C ,--. In individuele gevallen kan het bestuur, zulks ter uitsluitende beoordeling van het bestuur, zonder nadere motivering van deze regel afwijken. Artikel 10. Gedurende de looptijd van de geldlening is de vereniging gehouden jaarlijks de balans en de resultatenrekening van het afgelopen boekjaar, alsmede de begroting voor het komend jaar aan het bestuur van de RBVV te verstrekken. Reglement Financieringsfonds 2

3 Artikel 11. De vereniging respectievelijk het lid is verplicht om de uit het financieringsfonds gefinancierde opstallen en objecten respectievelijk tuinhuisjes en overige tuinopstallen te verzekeren c.q. te doen verzekeren tegen brand en stormschade In de polis(voorwaarden) moet worden opgenomen, dat de uitkering na geleden schade aan de RBVV zal worden gedaan. De RBVV heeft uitdrukkelijk het recht om de op deze wijze verkregen gelden te gebruiken om de pro resto hoofdsom van de geldlening en de verschenen rente te voldoen. Op eerste verzoek van het bestuur verstrekt de vereniging respectievelijk het lid een kopie van de polis en de polisvoorwaarden aan het bestuur. Artikel 12. In geval van overschrijding van de betalingstermijn van enige som terzake van aflossing of rente met meer dan vier weken, is de vereniging respectievelijk het lid een dadelijk opeisbare boete verschuldigd van 15% van het achterstallige bedrag met een minimum van C 700,-- per termijn voor aflossing en rente tezamen. Artikel 13. De RBVV kan de geldlening direct opeisen zonder waarschuwing of ingebrekestelling, indien de vereniging respectievelijk het lid in staat van faillissement wordt verklaard, surseance van betaling wordt verleend, de vereniging wordt ontbonden en/of geliquideerd, of indien op één van de vermogensbestanddelen van de vereniging respectievelijk het lid beslag wordt gelegd, dan wel indien de vereniging respectievelijk het lid de verplichtingen voortvloeiend uit de geldleningovereenkomst niet nakomt. Artikel 14. Voorts is de RBVV te allen tijde bevoegd, onverminderd haar wettelijke rechten op ontbinding en schadevergoeding, een geldleningovereenkomst te beëindigen door een schriftelijke opzegging met inachtneming van een termijn van zes maanden. Na beëindiging van een geldleningovereenkomst zal het door de vereniging respectievelijk het lid aan de RBVV uit hoofde van de geldleningovereenkomst verschuldigde terstond en zonder enige ingebrekestelling of waarschuwing opvorderbaar zijn. Artikel 15. Alle gerechtelijke en buitengerechtelijke kosten, waartoe de overeenkomst van geldlening en de terugbetaling van hoofdsom, renten en boeten aanleiding mocht geven, zijn ten laste van de vereniging respectievelijk het lid. Geldlening aan vereniging: verenigingsopstallen en verenigingsobjecten: Artikel 16. Bij de aanvraag voor een geldlening ten behoeve van de financiering van verenigingsopstallen en/of overige verenigingsobjecten dient de vereniging de navolgende bescheiden te overleggen: Reglement Financieringsfonds 3

4 a. de balans en resultatenrekening van het afgelopen jaar; goedgekeurd door de ledenvergadering van de vereniging; b. de begroting voor het lopende boekjaar; c. het financieringsschema van het te stichten object en/of van de te stichten opstal; d. het aflossingsschema van de geldlening, dat door de algemene ledenvergadering van de vereniging is goedgekeurd; e. De goedgekeurde notulen van de algemene ledenvergadering van de vereniging waarin het besluit tot het aangaan van een geldlening is genomen; f. Afschrift van de verleende bouwvergunning voor de te stichten verenigingsopstal en/of het verenigingsobject. Artikel 17. De looptijd van de lening wordt door het bestuur van de RBVV vastgesteld. Voor de financiering van verenigingsopstallen en/of verenigingsobjecten kan worden gekozen voor een kortlopende of voor een langlopende lening. Onder kortlopende geldlening wordt verstaan een lening die na maximaal vijf jaar geheel is afgelost. Onder langlopende lening wordt verstaan een lening met een looptijd van minimaal vijf jaar en maximaal 10 jaar. Artikel 18. a. de rente voor kortlopende leningen bedraagt 5% per jaar en voor langlopende leningen 7,5% per jaar, in beide gevallen jaarlijks bij achterafbetaling te voldoen. Indien een langlopende lening is aangegaan, die echter binnen vijf jaar in zijn geheel wordt afgelost, zal een herberekening van de rente plaatsvinden op basis van het rentepercentage dat geldt voor kortlopende geldleningen; b. met betrekking tot de rentepercentages als sub artikel 18 a van het reglement genoemd kan het bestuur van de RBVV de ledenvergadering van de RBVV voorstellen, zulks gelet op de rentemarkt, lagere of hogere percentages overeen te komen. Indien de ledenvergadering van de RBVV besluit tot lagere of hogere rentepercentages zal het bestuur van de RBVV de verenigingen met wie een geldleningovereenkomst is afgesloten informeren en de rente voor lopende geldleningen herberekenen. Artikel 19. Het maximale bedrag dat kan worden geleend voor de financiering van verenigingsopstallen en/of verenigingsobjecten bedraagt 25% van de totale stichtingskosten inclusief BTW, respectievelijk de renovatiekosten inclusief BTW, één en ander met inachtneming van het bepaalde in artikel 20 van het reglement. Reglement Financieringsfonds 4

5 Artikel 20. Een vereniging kan onverminderd het bepaalde in artikel 18 van het reglement geen grotere verplichting aangaan dan C 200,-- per lid van de aangesloten vereniging, met een maximum van C ,--. Indien de gemeente Rotterdam of een andere subsidiegever aan de aangesloten verenging schriftelijk een investeringssubsidie heeft toegezegd, waarvan de uitbetaling door omstandigheden niet te wijten aan de aangesloten vereniging, langer op zich laat wachten dan redelijkerwijze kon worden aangenomen, kan de RBVV aan de vereniging een overbruggingskrediet verstrekken van maximaal 75% van de te verwachten subsidie. Dit overbruggingskrediet moet worden terugbetaald onmiddellijk na ontvangst van de verstrekte subsidie. Geldlening aan lid: tuinhuisjes en overige opstallen in de tuin: Artikel 21. a. indien een lid over onvoldoende financiële middelen beschikt, zulks ter beoordeling van het bestuur, ten behoeve van de financiering van de aankoop van bestaande tuinhuisjes en ten behoeve van de financiering van nieuw te bouwen tuinhuisjes en overige tuinopstallen, als bedoeld in artikel 3 sub a en b van het reglement kan het lid bij de RBVV een zogenaamde kleine geldlening aanvragen. b. Het bestuur kan het lid dat een kleine geldlening aanvraagt verzoeken financiële bescheiden over te leggen. c. Het maximumbedrag dat voor de financiering kan worden geleend bedraagt 2/3 deel van de taxatiewaarde per tuineenheid of bij nieuwbouw c.q. renovatie 2/3 van het financieel bouwplan inclusief BTW met een maximum van C 3.500,--. d. De aflossing dient te geschieden in een nader aantal te bepalen maandelijkse termijnen van tenminste C 65,--, en wel middels automatische incasso. e. Voor kleine leningen verstrekt uit het financieringsfonds aan leden die nog geen drie jaar lid zijn van de RBVV bedraagt de rente 5% per jaar, en voor leden die langer lid zijn dan drie jaar van de RBVV bedraagt de rente 3% per jaar. f. Met betrekking tot de genoemde rentepercentages is artikel 18 sub b van het reglement van toepassing. g. Bij de aanvraag voor een kleine geldlening als hierboven bedoeld, betrekking hebbend op de aankoop van een bestaande opstal als bedoeld in artikel 3 sub a van het reglement dient een taxatierapport en in het geval van nieuwbouw c.q. renovatie als bedoeld in artikel 3 sub b van het reglement dient een financieel bouwplan en een bouwvergunning te worden overgelegd. h. Bij kleine leningen als in dit artikel bedoeld dient het lid zekerheid te stellen voor de nakoming van de verplichtingen uit hoofde van de geldlening. Reglement Financieringsfonds 5

6 Slot: Artikel 22. Op alle overeenkomsten ter zake van geldlening tussen de RBVV en de aangesloten vereniging(en) is Nederlands recht van toepassing. Artikel 23. In alle gevallen waarin het Reglement Financieringsfonds van de RBVV niet voorziet, beslist het bestuur van de RBVV. Dit reglement is vastgesteld door de algemene ledenvergadering van de RBVV op 19 mei Reglement Financieringsfonds 6