FIAT SCUDO NL AUTORADIO

Transcriptie

1 FIAT SCUDO NL AUTORADIO

2 AUTORADIO RD1 F0F0590m

3

4 INHOUD INLEIDING... 4 TIPS EN AANWIJZINGEN... 5 AUTORADIO RD BESCHRIJVING VAN HET BEDIENINGSPANEEL... 8 BEDIENINGSKNOPPEN OP HET STUURWIEL WERKING In-/uitschakelen Volume- en klankkleurregeling Radio RDS-functies CD-speler CD -WISSELAAR DIEFSTALBEVEILIGING

5 INLEIDING De autoradio is ontwikkeld volgens de kenmerkende eigenschappen van het interieur en heeft een geheel eigen ontwerp dat volledig is afgestemd op de vormgeving van het dashboard. De autoradio is op een ergonomische positie gemonteerd voor zowel de bestuurder als de passagier en met de symbolen op het front kunnen snel de bedieningsorganen worden herkend. De autoradio is vast ingebouwd; om het systeem tegen diefstal te beveiligen, is het systeem uitgerust met een diefstalbeveiliging: de autoradio kan alleen gebruikt worden als u in het bezit bent van de geheime code die door de fabrikant wordt geleverd. Voor uw rijcomfort worden hierna de kenmerken van de beschikbare modellen uitvoerig beschreven. Wij wensen u veel leesplezier! 4

6 TIPS EN AANWIJZINGEN Verkeersveiligheid Voordat u gaat rijden, raden wij u aan om vertrouwd te raken met de verschillende functies van de autoradio (bijv. het opslaan van stations). ATTENTIE Een te hoog volume kan zowel gevaar opleveren voor uzelf als voor andere weggebruikers. Wij raden u dan ook aan om het volume altijd zo te regelen dat geluiden van buiten (bijv. claxons, sirenes van ambulance, brandweer, politie) hoorbaar blijven. Ontvangstomstandigheden De ontvangst van de autoradio kan gestoord worden door omstandigheden die niet optreden bij huiskamerinstallaties. De ontvangst op de LM- en MW-golfband en op de FM-golfband kan gestoord worden door verschillende omstandigheden die niets te maken hebben met de kwaliteit van het apparaat maar met het type signaal en de uitzending. Als op de LM-/MW-golfband is afgestemd, kan de ontvangst gestoord worden als u onder hoogspanningskabels of bruggen rijdt, of in tunnels. Als op de FM-golfband is afgestemd, kan de ontvangst gestoord worden als u ver bent verwijderd van het station waarnaar u luistert, als het signaal weerkaatst tegen obstakels (bergen, heuvels, gebouwen, enz.) en in gebieden met onvoldoende ontvangst. BELANGRIJK Bij verkeersinformatie kan het volume aanzienlijk toenemen in vergelijking tot de normale weergave. Voorzorgsmaatregelen en onderhoud Zonder dat er speciale voorzorgsmaatregelen nodig zijn, is een lange levensduur van de speciaal ontworpen autoradio gegarandeerd. Wendt u bij storingen tot de Fiat-dealer. Maak het display en het bedieningspaneel alleen met een zachte en antistatische doek schoon. Schoonmaaken glansmiddelen kunnen het front beschadigen. 5

7 COMPACT DISC Als u CD s gebruikt, houd er dan rekening mee dat door de aanwezigheid van vuil, krassen of eventuele vervormingen er een onderbreking in de weergave en een slechte geluidskwaliteit kan ontstaan. Voor een perfecte weergave geven wij u de volgende tips: Gebruik alleen CD s met het merkteken: Verwijder eventuele vingerafdrukken en stof van het CD-oppervlak m.b.v. een zachte doek. Houd de CD bij de randen vast en reinig de CD vanuit het midden naar de randen. Gebruik voor het schoonmaken nooit chemische producten (bijv. antistatische sprays of thinner) omdat hierdoor het oppervlak van de CD kan worden beschadigd. Berg na het beluisteren de CD weer op in het doosje om te voorkomen dat er vlekken of krassen ontstaan die de weergave kunnen verstoren. Stel de CD s niet bloot aan warmtebronnen, zonnestraling of vocht om te voorkomen dat de CD s vervormen. Plak geen stickers op het CD-oppervlak en schrijf nooit met een pen of potlood op het CD-oppervlak. Neem de CD uit het doosje door in het midden van het doosje te drukken en de CD aan de rand omhoog te trekken. Pak de CD altijd bij de randen vast. Raak nooit het oppervlak aan. Verwijder eventuele vingerafdrukken en stof van het CD-oppervlak m.b.v. een zachte doek vanuit het midden naar de randen. Gebruik geen CD s met krassen, barsten of vervormingen, enz. Het gebruik van dergelijke CD s kan storingen of schade veroorzaken. BELANGRIJK Gebruik geen in de handel verkrijgbare beschermfolies voor CD s of CD s met stabilisatoren enz. omdat deze kunnen vastlopen in het inwendige mechanisme en de CD kunnen beschadigen. BELANGRIJK Als u CD s gebruikt die beschermd zijn tegen kopiëren, kan het enkele seconden duren voordat de CD wordt weergegeven. Nieuwe CD s kunnen oneffenheden hebben rondom de randen. Als deze CD s worden gebruikt, kunnen ze niet worden weergegeven of kan het geluid overspringen. Verwijder deze oneffenheden aan de randen met bijv. een ballpoint. 6

8 AUTORADIO RD1 De autoradio RD1 heeft een aantal functies en kenmerken die in de volgende pagina s beschreven worden. RADIO PLL-tuner (Phase Locked Loop) voor de golfbanden FM/AM. RDS (Radio Data System) met TA (verkeersinformatie) (Traffic Announcement) -EON (Enhanced Other Network) -REG (regionale programma s) - PTY (Program Type). Alternatieve frequentie zoeken in RDS (Radio Data System). Automatische/handmatige afstemming. Handmatig opslaan van 24 stations: 18 op de FM-golfband (6 op FM1, 6 op FM2, 6 op FM3) en 6 op de AM-golfband. Automatische stationopslag (functie AUTOSTORE) van 6 stations op de FM-golfband. DX-functie (Distant: maximum gevoeligheid bij het zoeken van radiostations) en LO (Local). Automatische stereo/mono-weergave. CD-SPELER CD direct selecteren. Muziekstuk selecteren (vooruit/ achteruit). Muziekstukken versneld (vooruit/achteruit) afspelen. Functie RDM (willekeurige weergave van de muziekstukken). CD-WISSELAAR (indien aanwezig) CD direct selecteren. Muziekstuk selecteren (vooruit/ achteruit). Muziekstukken versneld (vooruit/achteruit) afspelen. Functie RDM (willekeurige weergave van de muziekstukken). 7

9 Wendt u voor de installatie en de bijbehorende aansluiting uitsluitend tot de Fiat-dealer. BESCHRIJVING VAN HETBEDIENINGSPANEEL ATTENTIE Op een multimedia-cd staan naast audiotracks ook gegevens geregistreerd. Als dit type CD wordt afgespeeld kunnen er harde piepgeluiden ontstaan, waardoor niet alleen de verkeersveiligheid in gevaar komt, maar waardoor ook de eindversterker en de luidsprekers beschadigd kunnen worden. fig. 2 F0F0592m AUDIOSYSTEEM Gescheiden regeling lage/hoge tonen (BASS/TREBLE). Balansregeling kanalen rechts/links (BAL). Functie automatische Loudness (LOUD). Balansregeling geluid voor/achter (FAD). 1 - Toets CD uitwerpen 2 - Toets RDS RDS-functie selecteren als u de toets langer dan 2 seconden ingedrukt houdt, selecteert u de REGfunctie (zoeken naar regionale programma s) 3 - Toets TA TA-functie (verkeersinformatie) selecteren als u de toets langer dan 2 seconden ingedrukt houdt, selecteert u de PTY-functie (Program Type) 4 - Toets Nvolume verhogen 8

10 5 - Toets Ovolume verlagen 6 - Toets AUDIO regeling bassen, hoge tonen, loudness, balance, fader 7 - Toetsen RADIO voorkeuzetoetsen als u de toets langer dan 2 seconden ingedrukt houdt, selecteert u de functie voor het opslaan van een station CD-speler of CD-WISSELAAR CD-keuzetoetsen van de CD- WISSELAAR. 8 - Toets t RADIO zoeken op hogere frequentie CD-speler of CD-WISSELAAR volgend muziekstuk op CD selecteren 9 - Keuzetoets MAN handmatige/automatische werking van de toetsen (8) en (10) 10 - Toets u RADIO zoeken op lagere frequentie CD-speler of CD-WISSELAAR vorig muziekstuk op CD selecteren 11 - Toets q RADIO selecteren golfband FM1, FM2, FM3, AM selecteren als u de toets langer dan 2 seconden ingedrukt houdt, selecteert u de functie voor het automatisch opslaan van stations (functie Autostore) 12 - Toets I CD-WISSELAAR selecteren als u de toets langer dan 2 seconden ingedrukt houdt, selecteert u de functie voor de willekeurige weergave van muziekstukken (RDM) 13 - Toets m CD-speler selecteren als u de toets langer dan 2 seconden ingedrukt houdt, selecteert u de functie voor de willekeurige weergave van muziekstukken (RDM) 14 - Draaiknop/toets a) indrukken: in-/uitschakelen autoradio b) draaien: voor de volumeregeling. 9

11 BEDIENINGSKNOPPEN OP HET STUURWIEL Toets + volume verhogen Toets - volume verlagen Toets MEMO - Radio: volgend opgeslagen station selecteren; CDwisselaar: volgende CD selecteren Toets MEMO - Radio: vorig opgeslagen station selecteren; CDwisselaar: vorige CD selecteren Toets - Radio: handmatig naar volgend station zoeken; CD-wisselaar: volgend muziekstuk selecteren Toets - Radio: handmatig naar vorig station zoeken; CD-wisselaar: vorig muziekstuk selecteren Toets MODE Radio/CD-speler/ CD-wisselaar selecteren Toets MUTE MUTE-functie inschakelen F0F0323m fig. 3 10

12 WERKING IN-/UITSCHAKELEN Draai voor inschakeling van het apparaat de contactsleutel in stand M en druk op de draaiknop/toets (14). Druk voor uitschakeling op de draaiknop/toets (14). De autoradio kan bij uitgezette motor 30 minuten ingeschakeld blijven. VOLUME- EN KLANKKLEURREGELING Volumeregeling U kunt het volume regelen met de draaiknop/toets (14). Draai de draaiknop/toets respectievelijk rechtsom/ linksom om het volume te verhogen/ verlagen. BELANGRIJK Als de auto is uitgerust met een telefoon met een Mute -uitgangssignaal dat met de autoradio is verbonden, dan wordt op het moment dat de telefoon wordt gebruikt, de weergave van de autoradio automatisch onderdrukt ( mute ). Regeling audio-instellingen U kunt de instellingen van de lage tonen/hoge tonen (BASS/TREBLE), de balans (BAL), de fader (FAD) en de loudness (LOUD) regelen. Met de balans en de fader kan het geluid uit de luidsprekers links/rechts en voor/achter versterkt worden. Met loudness (LOUD) kunnen de lage en hoge tonen bij een laag volume versterkt worden. Voor het regelen van de audio-instellingen, drukt u herhaaldelijk op de toets AUDIO (6), waarna u toegang krijgt tot de instellingen van de bassen (BASS), de hoge tonen (TREB), de loudness (LOUD), de fader (FAD) en de balans (BAL). Als u geen enkele handeling uitvoert, verdwijnen na enkele seconden de audio-instellingen of als u de toets AU- DIO (6) indrukt na het uitvoeren van de instellingen. BELANGRIJK Het instellen van de lage en hoge tonen is specifiek voor iedere audiobron. Voor de verschillende audiobronnen RADIO, CD-SPELER of CD-WISSELAAR kunnen de lage en hoge tonen afzonderlijk geregeld worden. Lage-tonenregeling (BASS) Als op het display het opschrift BASS verschijnt, druk dan op toets N (4) of O (5) om de instelling te wijzigen. De volgende niveaus kunnen worden ingesteld: BASS -9 lage tonen ingesteld op minimum waarde; BASS 0 lage tonen ingesteld op gemiddelde waarde; BASS +9 lage tonen ingesteld op maximum waarde. Hoge-tonenregeling (TREB) Als op het display het opschrift TREB verschijnt, druk dan op toets N (4) of O (5) om de instelling te wijzigen. De volgende niveaus kunnen worden ingesteld: TREB -9 hoge tonen ingesteld op minimum waarde; 11

13 TREB 0 hoge tonen ingesteld op gemiddelde waarde; TREB +9 hoge tonen ingesteld op maximum waarde. Functie loudness (LOUD) Met deze functie kunnen de lage en hoge tonen automatisch versterkt worden bij een laag volume. Druk voor het in-/uitschakelen van deze functie op de toets N (4) of O (5). Regeling van de geluidsverdeling voor/achter (Fader) Als op het display het opschrift FAD verschijnt, druk dan op toets N (4) of O (5) om de instelling te wijzigen. Druk op de toets N (4) om het geluid uit de luidsprekers voor te versterken of op de toets O (5) om het geluid uit de luidsprekers achter te versterken. Regeling van de geluidsverdeling rechts/links (Balance) Als op het display het opschrift BAL verschijnt, druk dan op toets N (4) of O (5) om de instelling te wijzigen. Druk op de toets N (4) om het geluid uit de rechter luidsprekers te versterken of op de toets O (5) om het geluid uit de linker luidsprekers te versterken. RADIO Naar de radio luisteren Druk om de RADIO te selecteren op de toets q (11). Golfband selecteren Druk op de toets q (11) om achtereenvolgens de golfbanden FM1, FM2, FM3 of AM te selecteren. Telkens als u de toets indrukt, wisselt de golfband in de volgorde FM1, FM2, FM3 en AM. Automatisch zoeken naar stations Druk voor het automatisch zoeken naar stations kort op de toets t (8) of u (10) ) om respectievelijk het volgende of vorige station te selecteren. Als u de toets in de gekozen richting ingedrukt houdt, wisselt de frequentie voortdurend. Als u één van de toetsen loslaat, stopt de frequentiewisseling en wordt afgestemd op het eerste te ontvangen station. Als de TA-functie is ingeschakeld, wordt er alleen naar stations gezocht die verkeersinformatie uitzenden. Eerst wordt met ontvangstgevoeligheid LO gezocht (zoeken naar stations met het sterkste signaal) en daarna met ontvangstgevoeligheid DX (zoeken naar stations met een minder goede ontvangst). 12

14 Om direct met gevoeligheid DX te zoeken, moet u tweemaal op de toets t (8) of u (10) drukken. Handmatig zoeken naar stations Druk voor het handmatig zoeken naar stations op de toets MAN (9). Druk kort op de toets t (8) of u (10) om respectievelijk het volgende of vorige station te selecteren. Als u de toets in de gekozen richting ingedrukt houdt, wisselt de frequentie voortdurend. Het zoeken stopt zodra u de toets loslaat. Om terug te keren naar het automatisch zoeken naar stations, moet u op de toets MAN (9) drukken. Handmatig opslaan van stations Ga voor het handmatig opslaan van stations als volgt te werk: 1) selecteer het gewenste station met de toets t (8) of u (10); 2) druk op één van de zes voorkeuzetoetsen (toetsenblok 7) en houd de toets ingedrukt totdat het volume tot nul is teruggebracht (dit is het signaal dat het station is opgeslagen). Automatisch opslaan van FMstations (Autostore) De zes FM-stations met het sterkste signaal kunnen automatisch op de FM3-golfband worden opgeslagen. Voor het automatisch opslaan van de stations, moet u langer dan 2 seconden op de toets q (11) drukken. BELANGRIJK Als er opnieuw automatisch wordt gezocht, worden de zes op de FM3-golfband opgeslagen stations vervangen. Als er minder dan 6 stations kunnen worden ontvangen, worden de al opgeslagen stations niet uit het geheugen gewist. Afstemmen op opgeslagen stations Ga voor afstemming op een opgeslagen station als volgt te werk: 1) druk op de toets q (11) om de golfbanden FM1, FM2, FM3 of AM te selecteren; 2) druk op één van de zes voorkeuzetoetsen (toetsenblok 7); er wordt afgestemd op het station dat onder die toets is opgeslagen. RDS-FUNCTIES RDS-functie (Radio Data System) Met de functie RDS kan hetzelfde station op een andere frequentie worden beluisterd als u in een ander ontvangstgebied komt. Druk voor het in-/uitschakelen van deze functie kort op de toets RDS (2). Als de RDS-functie is ingeschakeld, verschijnt op het display de naam van het station waarop is afgestemd. 13

15 Zoeken naar RDS-stations Er wordt automatisch afgestemd op het station met het sterkste signaal dat hetzelfde programma uitzendt. TA-functie (verkeersinformatie) Met de TA-functie kunt u verkeersinformatie ontvangen ook als de CDspeler of CD-wisselaar is ingeschakeld. Als er verkeersinformatie wordt uitgezonden, wordt automatisch afgestemd op het programma dat de informatie uitzendt; na de verkeersinformatie wordt automatisch teruggekeerd naar de audiobron die u beluisterde. TA-functie inschakelen Druk voor het in-/uitschakelen van deze functie op de toets TA (3). De verkeersinformatie heeft voorrang ongeacht de ingeschakelde audiobron (RADIO, CD-SPELER of CD- WISSELAAR). BELANGRIJK Het volume van de verkeersinformatie is onafhankelijk van het normale geluidsvolume van de radio. Dit volume kan tijdens het luisteren worden geregeld met de volumeknop. Het volumeniveau wordt opgeslagen en weer ingesteld als er weer verkeersinformatie wordt uitgezonden. Tijdens de ontvangst van verkeersinformatie, verschijnen op het display afwisselend het opschrift TRAFFIC en de naam van het station dat verkeersinformatie uitzendt. Als het station geen verkeersinformatie uitzendt, verschijnt op het display de indicatie NO TA. Verkeersinformatie onderbreken Druk tijdens de ontvangst van verkeersinformatie op de toets TA (3) om het beluisteren te onderbreken. In dat geval wordt de TA-functie uitgeschakeld. REG-functie (zoeken naar regionale programma s) Als stations voor regionale programma s, die per ontvangstgebied verschillen, deel uitmaken van een netwerk. Met de REG-functie kunt u naar hetzelfde programma blijven luisteren ook als u in een ander ontvangstgebied komt. REG-functie inschakelen Druk voor het in-/uitschakelen van deze functie langer dan 2 seconden op de toets RDS (2). PTY-functie (Program Type) Met deze functie kunnen stations worden ontvangen die een specifiek programma uitzenden (nieuws, muziek, sport, rockmuziek, ). 14

16 PTY-functie inschakelen Ga voor het in-/uitschakelen van de PTY-functie als volgt te werk: 1) druk op de toets q (11) om de golfbanden FM1, FM2 of FM3 te selecteren; 2) druk langer dan 2 seconden op de toets TA (3). PTY-programma s zoeken Ga voor het zoeken naar een PTYprogramma als volgt te werk: 1) druk op de toets q (11) om de golfbanden FM1, FM2 of FM3 te selecteren; 2) schakel de PTY-functie in door op de toets TA (3) te drukken; 3) druk kort op de toets t (8) of u (10) om de lijst met programmatypes te doorlopen; 4) als het gewenste programmatype verschijnt, druk dan langer dan 2 seconden op de toets t(8) of u (10) om het automatisch zoeken te activeren (na het automatisch zoeken wordt de PTY-functie uitgeschakeld). Met ingeschakelde PTY-functie is het mogelijk verschillende programmatypes op te slaan: druk langer dan 2 seconden op één van de zes voorkeuzetoetsen (toetsenblok 7). Druk om een opgeslagen programmatype op te roepen kort op de toets waaronder het programmatype is opgeslagen. EON-functie (Enhanced Other Networks) Deze functie verbindt de stations die deel uitmaken van hetzelfde netwerk. Met deze functie kunt u verkeersinformatie ontvangen of naar een PTYprogramma luisteren dat uitgezonden wordt door een station dat tot hetzelfde netwerk behoort als het station waarop is afgestemd. Deze functie wordt automatisch ingeschakeld als u de TA- of PTY-functie inschakelt. CD-SPELER Voor een optimale weergave raden wij aan originele CD s te gebruiken. Als CD R/RW s worden gebruikt, dan moeten ze van goede kwaliteit zijn en tijdens het opnemen op de laagst mogelijke snelheid zijn beschreven. CD-speler selecteren Na het plaatsen van een CD met de bedrukte zijde aan de bovenkant, start de weergave automatisch. Beluisteren van een al geplaatste CD Als u naar een andere audiobron luistert en er al een CD in de speler zit, druk dan op de toets m (13). De weergave van de CD start automatisch. CD uitwerpen Druk voor het uitwerpen van de CD op de toets (1). Muziekstuk op CD selecteren Ga voor het selecteren van een muziekstuk als volgt te werk: 1) druk kort op de toets t (8) om het volgende muziekstuk te selecteren; 15

17 2) druk kort op de toets u (10) om het beluisterde muziekstuk vanaf het begin te herhalen; druk de toets nogmaals in om het vorige muziekstuk te selecteren. Muziekstukken versneld (vooruit/achteruit) afspelen Ga voor het versneld afspelen van een muziekstuk als volgt te werk: 1) druk op de toets MAN (9); 2) druk op de toets t(8) of u (10) en houd de toets ingedrukt om de muziekstukken versneld vooruit of achteruit af te spelen. Versneld afspelen onderbreken Het versneld afspelen wordt onderbroken als u de toets t(8) of u (10) loslaat. Om de muziekstukken op de CD te selecteren via de toets t (8) of u (10) en vervolgens terug te keren naar hun oorspronkelijke functie bij ingeschakelde CD-speler, moet u op de toets MAN (9) drukken. Willekeurige weergave van de muziekstukken (RDM) Ga voor willekeurige weergave van de muziekstukken op een CD als volgt te werk: 1) selecteer de CD-speler met de toets m (13); 2) druk nogmaals op de toets m (13) en houd de toets 2 seconden ingedrukt. De muziekstukken op de CD worden in willekeurige volgorde weergegeven. Om terug te keren naar de normale weergave, moet u de toets m (13) 2 seconden ingedrukt houden. CD-WISSELAAR (indien aanwezig) Voor een optimale weergave raden wij aan originele CD s te gebruiken. Als CD R/RW s worden gebruikt, dan moeten ze van goede kwaliteit zijn en tijdens het opnemen op de laagst mogelijke snelheid zijn beschreven. CD-WISSELAAR selecteren Druk om de CD-WISSELAAR te selecteren op de toets I (12). CD selecteren Druk voor het selecteren van de gewenste CD op één van de zes voorkeuzetoetsen (toetsenblok 7). Muziekstuk op CD selecteren Ga voor het selecteren van een muziekstuk op een CD in de CD-WISSE- LAAR als volgt te werk: 1) druk op de toets t (8) om het volgende muziekstuk te selecteren; 2) druk op de toets u (10) om het beluisterde muziekstuk vanaf het begin te herhalen; druk de toets nogmaals in om het vorige muziekstuk te selecteren. Muziekstukken versneld (vooruit/achteruit) afspelen. Ga voor het versneld afspelen van een muziekstuk als volgt te werk: 1) druk op de toets MAN (9); 2) druk op de toets t(8) of u (10) en houd de toets ingedrukt om de muziekstukken versneld vooruit of achteruit af te spelen. 16

18 Versneld afspelen onderbreken Het versneld afspelen wordt onderbroken als u de toets t(8) of u (10) loslaat. Om de muziekstukken op de CD te selecteren via de toets t (8) of u (10) en vervolgens terug te keren naar hun oorspronkelijke functie bij ingeschakelde CD-speler, moet u op de toets MAN (9) drukken. CD-houder uitnemen De CD-WISSELAAR bevindt zich boven de rechter wielkuip achter fig. 4. Ga voor het bereiken van de houder als volgt te werk: 1) verwijder het deksel fig. 4; 2) kantel de speler fig. 5; F0F0593m 3) open het schuifklepje 3-fig. 6. 4) druk op de toets B-fig. 7 voor het uitwerpen van de houder C. F0F0595m Willekeurige weergave van de muziekstukken (RDM) Ga voor willekeurige weergave van de muziekstukken als volgt te werk: 1) selecteer de CD-WISSELAAR met de toets I (12); 2) druk nogmaals op de toets I (12) en houd de toets 2 seconden ingedrukt. De muziekstukken op de CD worden in willekeurige volgorde weergegeven. fig. 4 F0F0594m fig. 6 F0F0596m Om terug te keren naar de normale weergave moet u de toets I (12) 2 seconden ingedrukt houden. fig. 5 fig. 7 17

19 CD s in de houder plaatsen Ga voor het plaatsen van CD s in de houder volgt te werk: 1) trek aan de lip D- fig. 8 om één van de zes compartimenten van de houder C te openen; F0F0597m 2) plaats de CD A-fig. 9 met de bedrukte zijde aan de bovenkant in het compartiment; 3) sluit het compartiment; 4) herhaal deze procedure voor de andere te plaatsen CD s. F0F0599m Houder in CD-WISSELAAR plaatsen Ga voor het plaatsen van de houder in de CD-WISSELAAR als volgt te werk: 1) druk de houder 4-fig. 10 voorzichtig tot aan de vergrendeling in de CD-WISSELAAR; 2) sluit het klepje 5-fig. 11; 3) de CD-WISSELAAR werkt alleen als deze in volledig verticale stand staat 6- fig. 12. fig. 8 F0F0598m fig. 10 F0F0600m F0F0601m fig fig. 11 fig. 12

20 DIEFSTAL- BEVEILIGING ALGEMENE INFORMATIE De autoradio is voorzien van een diefstalbeveiliging die bestaat uit een geheime 4-cijferige code. De code wordt bij de auto geleverd. De diefstalbeveiliging zorgt ervoor dat de autoradio onbruikbaar wordt als deze bij diefstal uit het dashboard wordt weggenomen. BELANGRIJK De code moet worden ingevoerd als de auto voor de eerste keer gebruikt wordt en iedere keer nadat de accu losgekoppeld of de voedingspanning onderbroken is geweest. GEHEIME CODE INVOEREN Ga voor het invoeren van de code als volgt te werk: 1) schakel de autoradio in met de draaiknop/toets (14); 2) op het display verschijnt het opschrift CODE ; hierna wordt gevraagd de code in te voeren en op het display verschijnen vier horizontale streepjes ; 3) voer de 4-cijferige code in met de voorkeuzetoetsen 1-6 (toetsenblok 7). Bijvoorbeeld: als de code 5345 is, ga dan als volgt te werk: 1) druk op toets 5 (toetsenblok 7); 2) druk op toets 3 (toetsenblok 7); 3) druk op toets 4 (toetsenblok 7); 4) druk op toets 5 (toetsenblok 7); na de juiste invoer van het vierde cijfer, wordt de autoradio automatisch ingeschakeld. Code verkeerd ingevoerd Als één van de eerste drie cijfers verkeerd is ingevoerd, moet u de procedure onderbreken en de autoradio uitschakelen om te voorkomen dat de autoradio blokkeert; schakel daarna de autoradio weer in door op de draaiknop/toets (14) te drukken. Als op het display het opschrift CODE verschijnt, moet u de code opnieuw invoeren. BELANGRIJK Iedere keer als een verkeerde code is ingevoerd, blijft de autoradio een bepaalde periode geblokkeerd, 5 seconden na de eerste poging tot aan 30 minuten na de zevende poging. Ga voor het inschakelen van de autoradio als volgt te werk: 1) schakel de autoradio in met de draaiknop/toets (14); 2) laat de autoradio ingeschakeld tijdens de wachttijd; 3) op het display verschijnen vier horizontale streepjes ; u kunt de code opnieuw invoeren. BELANGRIJK Als de autoradio tijdens de wachttijd uitgeschakeld wordt of van de accu wordt losgekoppeld, gaat de wachttijd opnieuw in. BELANGRIJK Wendt u na de zevende poging tot de Fiat-dealer voor het In bedrijf stellen of om de beveiligingscode buiten werking te stellen. 19

21 NOTITIES

22

23

24

25 Fiat Auto S.p.A. Importeur voor België: Fiat Auto Belgio Importeur voor Nederland: Fiat Auto Nederland b.v. - Singaporestraat RA Lijnden Druknummer NL X/ e editie - Gedrukt door Hoogcarspel Grafische Communicatie - Middenbeemster. Eindredactie Satiz - Turijn

26 NEDERLANDS De gegevens in deze publicatie zijn uitsluitend indicatief bedoeld. Fiat behoudt zich het recht voor op elk moment de in dit boekje beschreven modellen om technische of commerciële redenen te wijzigen. Voor de laatste informatie hieromtrent kunt u zich tot de Fiat-dealer wenden. Gedrukt op houtvrij milieuvriendelijk papier.