Zijn de Nederlandse en Duitse stuwwallen met elkaar te correleren met behulp van zwerfsteentellingen?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Zijn de Nederlandse en Duitse stuwwallen met elkaar te correleren met behulp van zwerfsteentellingen?"

Transcriptie

1 Grondboor en Hamer pag afb. Oldenzaal, februari 1985 Zijn de Nederlandse en Duitse stuwwallen met elkaar te correleren met behulp van zwerfsteentellingen? door A.P. Schuddebeurs * INLEIDING Te beginnen bij Leipzig verloopt ten Noorden van Maagdenburg, Braunschweig en Hannover en verder in westelijke richting langs Rehburg, Vechta, Damme, Fürstenau en Lingen aan de Eems, een min of meer duidelijk in het landschap zichtbare heuvelketen. Deze heuvelrug werd door WOLDSTEDT (1928) het eerst in zijn samenhang vervolgd en Rehburger Stadium genoemd. Tegenwoordig spreekt men van de 'Rehburger Phase'. Op de kaart van LIEDTKE (1969) 'Die nordischen Vereisungen in Mitteleuropa' is deze keten in z'n geheel weergegeven. Meerdere onderzoekers nemen aan, dat deze reeks heuvels zich in Nederland voortzet. In de zomer van 1981 werd onder leiding van Prof. dr. K.-D. Meyer, Hannover, en Prof. dr. H. Liedtke, Bochum, een excursie gehouden in de Dammer- en Fürstenauer Berge. Toen kwam de vraag op of d.m.v. zwerfsteentellingen een correlatie aantoonbaar zou kunnen zijn van een van de Nederlandse stadia van stuwwalvorming, met die van de 'Rehburger Phase'. In datzelfde jaar werden zes Hesemanntellingen in bovengenoemd excursiegebied uitgevoerd. De resultaten worden hier meegedeeld en met Nederland vergeleken. HISTORISCH OVERZICHT I (DUITSLAND) Vroegere onderzoekers zoals WOLDSTEDT (1950) zagen in de 'Rehburger Phase' een terugtrekkingsfase, die dus jonger was dan de allerverste, tot Krefeld en Düsseldorf reikende uitbreiding van het Saale-Landijs. Daarentegen beschouwden RICHTER et al. (1951) deze heuvelrug als een stuwwal, die tijdens de laatste uitbreiding van het landijs in het Saalien overreden werd. Later sloot WOLDSTEDT (1954) zich hierbij aan. Hetzelfde deden latere onderzoekers als LÜTTIG (1958), THOME (1959), WUNDERLICH (1963), RICHTER (1968) en K.-D. MEYER (1980). GRAHLE (1959) liet de mogelijkheid open van een meervoudig pendelen van het ijs uit verschillende richtingen binnen een en dezelfde, wellicht ook gedurende meerdere fasen van het Drenthe-Stadium (= Saalien). K.-D. MEYER en E. SEELE (1983) noemen het noch een langere stilstandsfase, noch een terugtrekkingsfase, maar slechts een kortdurende 'pas op de plaats'. Laatstgenoemde auteurs zien deze heuvelrug als een stuw-eindmorene. Alle onderzoekers zijn het erover eens, dat de kern van de heuvelruggen uit ouder, veelal geschubd opgestuwd materiaal bestaat met plaatselijk een keileem bedekking erop dan wel een laag keizand: het uitgespoelde residu van keileem. *A.P. Schuddebeurs, Dennenlaan 2, 9331 CK Norg 25

2 HISTORISCH OVERZICHT II (NEDERLAND) VAN CAPELLE (1893,1895) beschouwde de heuvels in Zuid-West-Friesland, de kop van Overijssel en Zuid-Drente van Gaasterland over Steenwijk naar Havelte en omgeving als een eindmorene. BROUWER (1950) sprak uit, dat bovendien westelijk daarvan de heuvels op Texel en Wieringen, in het zuiden die van Urk en Vollenhove en in het oosten die van Ruinerwold, Slagharen en Oud Lutten als een grote eindmoreneboog beschouwd moeten worden. Volgens BROUWER zou deze boog door later opdringend ijs overreden zijn. MAARLEVELD (1953) stelde vast, dat de heuvelruggen op de Veluwe geen eindmorenen genoemd mogen worden maar stuwwallen zijn, omdat ze niet geheel uit keileem maar uit ouder, opgestuwd preglaciaal materiaal bestaan, al dan niet met een keileembedekking. TER WEE (1959, 1962, 1981, 1983) neemt aan, dat wat BROUWER (1950) als eindmorenen zag eveneens een serie stuwwallen is. Maar deze zijn zowel uit dikke pakketten gestuwd keileem als uit preglaciaal materiaal opgebouwd. Volgens TER WEE (1962, 1983) zijn ze nooit door het landijs overreden. Fig. 1: Stuwwallen in Duitsland (Rehburger Phase) volgens opvattingen van RICHTER et al en in Nederland naar TER WEE 1962, : telgroep I > 45%; Hesemann formule 5320, 6220, 7210, 8110, 9100, : telgroep II > 45%; Hesemann formule 2530, 1630, 1720, 0730, : telgroep III > 45%; Hesemann formule 3250, 2260, 1270, 1180, I :geen telgroep > 45%; Hesemann formule 2440, 3340, 3430, TER WEE (1962) gaat uit van vijf opeenvolgende fasen tijdens het Saalien. Op de kaart (fig. 1) zijn van zuid naar noord Ter Wee's laatste drie fasen (C, D en E) aangegeven. Fase D verloopt van Texel tot Coevorden geheel volgens het door BROUWER (1950) geschetste beeld. THOME (1959) zag het als voor de hand liggend, dat deze heuvelketen te paralleliseren zou zijn met die van de Rehburger Fase. ZONNEVELD (1975) is het daarmee wel eens, maar neemt aan dat de fasen D en E in een later stadium overreden zijn. TER WEE (1962) en nog stelliger JELGERSMA en BREEUWER (1975) nemen aansluiting aan met fase C. 26

3 Een geheel afwijkende zienswijze is door van BAREN (1927) verdedigd. De heuvelrug Grebbeberg-Soesterberg noemde hij eerst een stuwmorene, later stuwwal. Maar van alle noordelijker gelegen heuvels en heuvelruggen nam hij aan, dat ze van tektonische oorsprong en dus niet door het landijs gevormd zijn. ZWERFSTEENTELLINGEN IN DE BERSENBRÜCKER LOBUS (REHBURGER PHASE) Op en om de Bersenbrücker Lobus zijn op zes plaatsen zwerfstenen geteld. Om de uitkomsten gemakkelijk te kunnen vergelijken werd hier evenals in Nederland in hoofdzaak volgens de methode HESEMANN (1930) gewerkt. Stenen, kleiner dan 25 mm., bleven buiten beschouwing. De telplaatsen liggen bij Ankum, Brickwede, Dümmerlohausen (ook bekend onder de naam Oldorf), Ossenbeek, Severinghausen en Üffeln. In tabel 1 zijn de kristallijne gidsgesteenten in de vier herkomstgebieden ingedeeld en de daaruit berekende Hesemannformule per vindplaats vermeld. Zie verder het kaartje, fig. 2. Fig. 2: Geologische overzichtskaart van het stuwmorenengebied om de Bersenbrücker Lobus naar ontwerp van H. Mengeling, Niedersachsisches Landesamt für Boden Forschung-Hannover, met plaatsaanduiding en uitkomsten van zes Hesemann-tellingen. Dümmerlohausen. Onder 0,4 m dekzand ligt 0,1 tot 0,35 m keizand op 1,- tot 3,- m zandig keileem. Alleen op deze vindplaats zijn alle noordelijke zwerfstenen geteld. Er zijn 1266 kristallijne zwerfstenen verzameld, waarvan 133 = 10,5% gidsgesteenten. Verder 868 vuurstenen en 574 zandstenen van overwegend noordelijke herkomst. In het onderste deel van het keileem bestaat naar schatting 10-20% van de stenen uit locaal opgenomen materiaal (fluviatiele afzettingen). 27

4 Alle gegevens, zoals de Hesemannsformule 1260; de verhouding kristallijn: zandsteen: vuursteen = 47:21:38; het gezamenlijk voorkomen van 83 helleflinten met 73 gidsgesteenten uit Smaland; tien zandstenen met ondercambrische levenssporen en slechts vier Rode Dala zandstenen duiden op een keileem die we in Nederland tot het Heerenveentype zouden rekenen (ZANDSTRA 1983). Ankum. Aan de noordzijde van de groeve was + 0,5 m vette, bruine keileem ontsloten op roestigbruine zanden met veel stenen van lokale herkomst. Ook in het keileem zitten veel van zulke stenen, zoals Bontzandsteen en Thürigerwoudporfieren. Er zijn slechts vijf helleflinten tesamen met zes Smalandgidsgesteenten aangetroffen. Als Hesemannformule is 5410 berekend. De 43 hier gevonden Bredvadporfieren vormen een zeer duidelijke sliert in de zin van MARCZINSKI (1968). Zouden we dit aantal terugbrengen tot het veel normaler aantal van 10 a 12 stuks, dan wijzen alle gegevens op een keileem van het Assentype (ZANDSTRA 1983). Brickwede. Er is gewerkt met de door de groevebezitter uit een dunne laag keizand en wat keileem machinaal gezeefde stenen van forser formaat dan wanneer we zelf gezeefd zouden hebben. De Hesemannformule 7210 en het weinig voorkomen van vuursteen duiden op het Assenkeileem-type. Ossenbeck. Zeer zandig keileem, hier en daar alleen keizand, met veel lokaal opgenomen fluviatiel materiaal. Vuursteen en helleflint zijn rijkelijk aanwezig. Deze zwerfsteeninhoud en de Hesemannformule 1180 wijzen op een extreem Zuidbaltisch zwerfsteengezelschap en waarschijnlijk op keileem van het Heerenveentype. Severinghausen. Alleen aan het noordelijk einde van het profiel werd nog wat keileem aangetroffen, uitwiggend naar het zuiden. Waar het keileem het dikste is werden nog wat kalkstenen van zowel noordelijke als lokale herkomst aangetroffen. Wellicht gaat het ook hier om keileem van het Assentype, hoewel daarin als regel niet zoveel gjdsgesteenten uit Dalarna voorkomen als hier. De Hesemannformulie is Üffeln. Er zijn alleen stenen verzameld die door de groevebezitter uit de dunne laag keizand werden gezeefd. Deze stenen waren groter dan 60 mm. De Hesemannformule is Enkele tientallen helleflinten samen met 45 Smaland-gidsgesteenten en tamelijk veel vuursteen zijn evenzovele aanwijzingen dat het om keileem van het Heerenveentype gaat. Weliswaar is 37,9% Oostbaltische gidsgesteenten rijkelijk veel, maar misschien nog niet teveel voor deze aanname. ZWERFSTEENTELLINGEN IN NEDERLAND EN IN HET AANGRENZEN DE DEEL VAN DE B.R.D. ONDERLING VERGELEKEN. In Ankum, Brickwede en Severinghausen domineren zwerfstenen van de Alandseilanden en omgeving terwijl op de drie overige locaties Zuid-Zweden de belangrijkste zwerfsteen leverancier is, samen met veel vuursteen uit Denemarken en de aangrenzende Oostzee. Uppland heeft nauwelijks iets bijgedragen, Dalarna wat meer, waarbij gedacht moet worden dat de sliert Bredvadporfieren in Ankum het beeld vertroebelt. Het Oslogebied levert niets op. Er komen dus op en bij de stuwwallen van de Bersenbrücker Lobus vooral twee duidelijk verschillende zwerfsteengezelschappen voor, respectievelijk met een dominantie van Oostbaltische en van Zuid-Zweedse gesteenten. Zwerfsteenassociaties waarin geen van Hesemann's vier telgroepen domineert zijn aan de Bersenbrücker Lobus niet gevonden, terwijl die in Noord-Nederland wel voorkomen maar toch ver in de minderheid zijn. Uit SCHUDDEBEURS en ZANDSTRA (1983) en ZANDSTRA (1983) blijkt dat nog weinig bekend is van de zwerfsteengezelschappen op de stuwwallen van Ter Wee's fase C. Tussen Zwolle en Amersfoort domineert Midden-Zweden als herkomstgebied terwijl tussen Zwolle en Enschede Hesemann's drie eerste groepen meestal ongeveer even sterk vertegenwoordigd zijn. 28

5 Tabel 1: kristallijne gidsgesteenten \ Plaatsnaam, s C/3 03 \ totaalsom gids- =J \ gesteenten en "O Ai \ Hesemann-formule. z 1 c groepen\ 3 ij indeling \ 5 TJ- Tt in <N O 43 =s O > C O X> <u O <.b m c/a r- oo ^a _^ _. O < - in ffl h h! Q 2 2 c c CD O > so (N c D O o m m CO ' HJ OO Tt Groep I Finse Pyterliet Finse Rapakiwi granietporfier Aland-Rapakiwi Aland-(Apliet)graniet Aland-granietporfier Aland-kwartsporfier Aland-granofier Donkere rapakiwi Haga graniet Prick-graniet Ragunda-kwartsporfier Tweeglimmergraniet van Angermannland Revsund-graniet, grijze Grofkorrelige aplietgneisgran Rode Oostzee-kwartsporfier Totaal groep I 78 = 50 = 18 = 14 = 75 = 33 = 53,4 % 66,7 % 13,5 % 12,0 % 55,1 % 37,9 % Groep II Stockhoim-graniet Garberg-graniet Jarna-graniet Bredvad-porfier Heden-porfier Sarna-porfier Kallberg-porfier Katilla-porfier Garberg-porfier Blyberg-porfier Arrlok-porfier Grönklitt-porfieriet Venjan-porfieriet overige Dalarna-porfier Digerberg-tuffen en tuffieten Oostzee-kwartsporfier, bruine Totaal groep II 60 = 19 = 33 = 14 = 36 = 9 = 41,4 % 25,3 % 24,8 % 12,0 % 26,5 % 10,3 % Groep III Filipstad-graniet Örebro-graniet Blekinge-graniet Götemar-graniet Vislanda-graniet overige Smaland-graniet Lönneberga-porfier Emarp-porfier overige Smaland-porfier Smaland-eutaxiet Alminding-graniet Hammer-graniet Streepgraniet Bazalt Totaal groep III 8 = 6 = 82 = 89 = 25 = 45 = 5,5 % 8,0 % 61,6 % 76,0 % 18,4 % 51,7 % Groep IV geen vondsten.

6 Er is meer bekend van de zwerfsteenassociaties in het gebied van Ter Wee's fase D. De tweede telgroep (Midden-Zweden) heeft hier niet veel te betekenen, terwijl het aantal Oost-baltische componenten (telgroep I) varieert tussen 20 en 70%. Op verscheidene plaatsen is geen bepaalde telgroep dominant. Ten noorden van de stuwwallen vanaf Texel, Wieringen, Urk, Vollenhove en Hoogeveen vertonen de verhoudingsformulies zeer veel variatie. De percentages voor de eerste telgroep liggen tussen 3 en 97 %. Maar er komen hier ook zwerfsteengezelschappen voor waarin Zuid-Zweden met Bornholm van 3 tot 90% uitmaken. Zeer opvallend is, dat langs de lijn Groningen-Emmen alleen duidelijk Oostbaltische zwerfsteengezelschappen gevonden zijn. Deze lijn verloopt NNW-ZZO. Zandstra stelde ook bij Getelo en Gronau zulke associaties vast (zie hiervoor de Duitse Tellingen oostelijk en noordelijk van Enschede in SCHUDDEBEURS en ZANDSTRA (1983). HESEMANN (1939) vermeldtvan Üelsen en bij Borken eveneens overwegend gidsgesteenten van Finland en de Alands-eilanden. In zes ontsluitingen tussen Üelsen en Neuenhaus vond ik in totaal slechts een dozijn gidsgesteenten, maar ze waren allen van Oostbaltische herkomst. Het zou dus wel eens kunnen zijn, dat we de bovengenoemde lijn langs de Hondsrug naar het zuiden mogen doortrekken en dit over een lengte van meer dan 100 km. Het is verbazingwekkend dat deze lijn zo goed als loodrecht staat op de gezochte verbinding tussen de Nederlandse en Duitse stuwwallen. Ook KOSTERS (1980) is opgevallen dat fase D. zich niet duidelijk voortzet in Duitsland, maar dat de Hondsrug die als het ware afsnijdt, wat daarvan ook de oorzaak moge zijn. Als fase D. ooit heeft doorgelopen (Hümmling?) dan heeft de Eems er een stuk van weggespoeld. Vanaf de Eems in oostelijke richting heb ik niet voldoende materiaal voor zwerfsteentellingen kunnen vinden. Maar de heer J.G. ZANDSTRA verzamelde alle gegevens uit de literatuur over tellingen in de B.R.D. ten westen van Bremen-Osnabrück en was zo vriendelijk deze aan mij ter inzage te geven. Op de kaart fig. 1 zijn alleen de Duitse tellingen verwerkt, voor zover ze meer dan 40 kristallijne gidsgesteenten bevatten. Voorts werden tellingen uit groter diepte in Ostfriesland en de Hümmling, waarin enkele tientallen procenten gidsgesteenten uit het Oslogebied zijn vastgesteld, niet ingetekend omdat ze mogelijk ontleend zijn aan afzettingen die tot het Elsterien gerekend moeten worden. (SCHRODER 1977, MEYER 1983). Zo bleven in dit deel van de B.R.D. slechts 42 tellingen over. Het blijkt, dat in zeven gevallen Zuid-Zweden als herkomstgebied domineert; op vijf plaatsen is dat Dalarna met Uppland terwijl tegen de verwachting in op 27 plaatsen meer dan 45% van de gidsgesteenten van Oostbaltische oorsprong is. Driemaal is er geen duidelijke dominantie, d.w.z. in 12% van het totaal aantal tellingen, terwijl dat in ongeveer 17% van de Nederlandse tellingen het geval is. DISCUSSIE Dat er verband moet zijn tussen de stuwwallen in beide landen is evident. Maar waar ligt dat verband en kunnen zwerfsteentellingen er toe bijdragen dat verband aan te tonen? Er zal niet aan getwijfeld worden dat alle hier aangeduide zwerfsteentellingen zijn uitgevoerd met morenemateriaal, dat werd afgezet in de tijdspanne die men in Duitsland aanduidt als Drenthe-Hauptstadium terwijl dit in Nederland Saalien- Stadiaal III wordt genoemd (KOSTER 1980). Nu blijken er grote verschillen te bestaan in de zwerfsteengezelschappen die toen zijn gedeponeerd. Zelfs de per fase-gebied verkregen uitkomsten zijn te groot om op zichzelf een reconstructie van de vergletscheringsfasen mogelijk te maken. Maar als dat zo is, moeten we dan niet ernstig twijfelen aan de waarde van zwerfsteentellingen als tijdsindicator? 30

7 Die twijfel is al heel oud, maar zowel in het verleden als recent werd ook steeds opnieuw de waarde van tellingen beklemtoond. Zo wordt aan de beroemde Duits-Nederlandse geoloog Martin - hoogleraar geologie te Leiden van 1877 tot de uitspraak toegeschreven: 'Of we ooit het probleem van de landijsbedekkingen zullen oplossen is niet te zeggen, maar als we het oplossen zal het zijn door tellen'. En toen tijdens de onlangs te Krefeld gehouden Tagung Norddeutschen Geologen' opnieuw de waarde van zwerfsteentellingen in twijfel werd getrokken sloot Prof. Dr. K.-D. Meyer de discussie ongeveer als volgt: 'Met erkenning van alle bezwaren gaan we door stratigrafie te bedrijven met tellingen.' Hoewel de stratigrafische waarde van zwerfsteentellingen dus omstreden wordt en we niet in staat waren het in dit artikel gestelde probleem er even mee op te lossen, werpen tellingen wel enig licht op andere glaciale verschijnselen. Hierover wellicht andermaal meer. DANKBETUIGING Hartelijk dank aan de heer J.G. Zandstra voor zijn medewerking en kritiek op het manuscript, aan de heer J.G.J. Donders die de kaarten tekende, aan mevrouw K. van Schalkwijk-von Henning voor haar typewerk en aan de heer H.L. Pijlman voor vertaling van de samenvatting. ZUSAMMENFASSUNG Schon lange wurde vermutet und vor allem aus geomorphologischen Grimden auch wohl angenommen, dab es einen Zusammenhang zwischen einem der Stauchrücken in den Niederlanden und dem der Rehburger Phase in der BRD gibt. Durch Geschiebezahlungen im Bersenbrücker Lobus - deren Ergebnisse hier mitgeteilt werden - und durch einen Vergleich der Ergebnisse früherer Geschiebezahlungen in beiden Landern, hat man versucht einen solchen Zusammenhang glaubwürdiger zu machen. Es wurde festgestellt, dab die Ergebnisse der Zahlungen soviel voneinander abweichen, dab der gesuchte Zusammenhang aufgrund der heutigen Erkenntnisse nicht nachweisbar ist. LITERATUUR: BAREN, J. VAN, 1927: De bodem van Nederland, Deel II, Het kwartair en supplement, p.p , Amsterdam. BROUWER, A., 1950: De glacigene landschapstypen in Nederland. Tijdschr. Kon. Ned. Aardr. Gen. LXVII (1) p.p CAPPELLE H. VAN, 1893: De Nederlansche eindmorainereeks van het oudste diluviale landijs. Handel. 4e Natuur- en Geneesk. Congres p.p CAPPELLE H. VAN, 1893: Diluvialstudien im Südosten von Friesland. Med. omtrent de geol. v. Ned. 18. Verh. Kon. Akad. v. Wetensch. 2e sectie, 4, 3. Leiden. DEWERS, F., 1939: Die geologischen Lagerungs Verhaltnisse des interglaziale Torfes von Haren/Ems. Abhand. Naturwiss. Verein z. Bremen Band XXXI, Heft 2, p.p Bremen. GRAHLE, H.-O., 1961: Zur Geologie der Baccumer und Fürstenauer Stauchzone (Rehburger Staffel). Zeitschr. deutsch. geol. Ges. 112, p.p Hannover. GROBA, E., 1968: Der Isernhagener Rücken, ein für den Raum nördlich von Hannover charakteristiches Gebilde eiszeitlicher Stauchungen. Geol. jb. 85, p.p Hannover. HAELBICH, I., 1962: Gefügenanalytischer Beitrag zur Genese der pleistozanen Höhenrücken zwischen Garbsen und Schillerslage nördlich von Hannover. Geol. jb., 80, p.p Hannover. HESEMANN, J. 1930: Wie sammelt und verwertet man Kristalline Geschiebe? Sitzungsbericht preuss. geol. L.A. 5, p.p Berlin. HESEMANN, J. 1939: Zur Petrographie weiterer, hauptsachlich ostfennoskandischer Leitgeschiebe. Zeitschr. Geschiebe Forsch. u. Flachlandgeol. 15, p.p Leipzig. HESEMANN, J. 1975: Kristalline Geschiebe der nordischen Vereisungen. Geol. Landesamt Nordrhein- Westfalen. p.p Krefeld. JELGERSMA, S. EN J.B. BREEUWER, 1975: Toelichting bij de kaart glaciale verschijnselen gedurende het Saalien, 1: In: Zagwijn, W.H. en C.J. van Staalduinen, red. toelichting bij geologische overzichtskaarten van Nederland. Rijks Geol. Dienst. Haarlem. KELLER, G., 1953: Die Beziehungen des Rehburger Stadiums südlich Ankum (Kr. Bersenbrück) zur saaleeiszeitlichen Grundmorane. Eisz. alter u. Gegenw. 3, p.p Öhringen/Württ.

8 KOSTER, E. A., 1980: De indeling van het Kwartair van Nederland. Toelichting bij de stratigrafische tabellen van het Pleistoceen en het Holoceen. K.N.A.G. Geograf. Tijdschrift XIV, 4, p.p KOSTERS, E.C., 1980: De Hondsrug. Geomorfologie van een deelgebied en enige ideeën omtrent zijn genese. Niet gepubl. doet. scriptie, p.p Groningen. LIEDTKE, H., 1969: Die nordischen Vereisungen in Mitteleuropa. Karte Masstab. 1: Berlin. LIEDTKE, H., 1981: Führer für die Exkursion in das Gebied des Dümmers. In. Beitrage für Glazialmorphologie und zum periglaziaren Formenschatz. VII Symposium d. Arbeitskreises der Geomorphologie. Paderborn. LÜTTIG, G., 1958: Heisterbergphase und Vollgliederung des Drenthe-Stadiums. Geol. jb. 75. p.p Hannover. MAARLEVELD, G.C., 1953: Standen van het landijs in Nederland. Extention of the icesheet in the Netherlands. Boor en Spade. 6. p.p Wageningen. MARCZINSKI, R., 1968: Zur Geschiebekunde und Stratigraphie des Saaleglazials. (Pleistozan) im nördlichen Niedersachsen zwischen Unterweser und Unterelbe. Rotenburger Schriften, Sönderheft 11, p.p Rotenburg/Hann. MEYER, K.-D., 1970: Zur Geschiebeführung des Ostfriesisch Oldenburgischen Geestrückens. Abh. Naturw. Verein. Bremen. Bd. 37, H. 3/2, p.p Bremen. MEYER, K.-D., 1980: Zur geologie der Dammer und Fürstenauer Stauch-endmoranen. (Rehburger Phase des Drenthe-Stadiums) Festschr. F.G. Keller, p.p Wenner, Osnabrück. MEYER, K.-D., UND SEELE, E., 1983: Geowissenschaftlichter Lehrgarten in Vechta. Prospekt v.d. Stadt Vechta. Auch in: Der Geschiebesammler, 17, 3/4 p.p Hamburg. MILTHERS, V., 1913: Ledeblokke i de skandinaviske Nedisningers sydvestilige Graenseegne. Meddel. Dansk geol. Foren 4, p.p Köbenhavn. MILTHERS, V., 1934: Die Verteiling skandinavischer Leitgeschiebe im Quartar von Westdeutschland. Abh. preuss. geol. Landesanst. N.F p.p Berlin. RICHTER, K., 1968: Klimatische Zyklen im norddeutschen Vereisungsgebiet. Eiszeit und Gegenwart. Bd. 19, p.p Öhringen/Württ. RICHTER, W., SCHNEIDER, H. UND WAGER, R., 1951: Die saaie eiszeitliche Stauchzone von Itterbeck- Uelsen (Grafschaft Bentheim). Zeitschr. d. deutsch. geol. Ges. 102., p.p Hannover. SCHRODER, E., 1977: Geomorphologische Untersuchunge im Hümmling. Diss. p.p Göttingen. SCHUDDEBEURS, A.P., : Die Geschiebe im Pleistozan der Niederlande. Der Geschiebe-Sammler 13 (3/4): ; 14 (1) 33-40; 14(2/3)91-118; 14 (4) ; 15 (1-2): 73-90; 15 (3): ; Hamburg. SCHUDDEBEURS, A.P., 1983: Geschiebe-Zahlungen in den Ankumer und Dammer Bergen. Vortrags referat 50. Tagung Nordwestdeutscher Geologen. Vechta. SCHUDDEBEURS, A.P. AND ZANDSTRA, J.G., 1983: Indicator pebblecounts in the Netherlands. In: Ehlers. J. red: Glacial deposits in Northern Europe, p.p Balkema, Rotterdam. THOME, K.N. 1959: Eisvorstoss und Flussregime an Niederrhein und Zuidersee in jungpleistozan. Fortschr. Geol. Rheinl. u. Westfalen. 4. S. p.p Krefeld. WEE, M.W. TER 1959: Excursie in de omgeving van Steenwijk. Jaarverslag v.d. Geol. Stichting, p.p Haarlem - Heerlen. WEE, M.W. TER 1959: The Saalien Glaciation in the Netherlands. Med. v.d. Geol. Stichting 15. p.p Maastricht. WEE, M.W. TER 1981: The Saalien Glaciation in the Northern Netherlands. Med. Rijks Geol. Dienst, 34-2, p.p Roermond. WEE, M.W. TER 1981: The Saalian Glaciation in the Northern Netherlands. In: Ehlers. J. red: Glacial Deposits in Northern Europe, p.p Balkema, Rotterdam. WILDVANG, D. UND LADIGE, R., 1935: Der Kieshügel von Tergast und sein Geschiebeinhalt. Zeitschr. f. Geschiebeforsch. 11. p.p Leipzig. WOLDSTEDT, P., 1928: Uber einen wichtigen Eindmoranenzug in Nordwestdeutschland. Jahresb. nieders. geolog. Verein 21 p.p Hannover. WOLDSTEDT, P., 1950: Norddeutschland und angrezende Gebiete im Eiszeitalter. p.p Koehler, Stuttgart. WOLDSTEDT, P., 1954: Saale-eiszeit, Warthe-Stadium und Weichsel-eiszeit in Norddeutschland. Eiszeitalter u. Gegenw. 4/5. p.p Öhringen/Württ. WOLDSTEDT, P., UND DUPHORN, 1974: Norddeutschland und angrenzende Gebiete im Eiszeitalter, p.p Koehler, Stuttgart. WUNDERLICH, H.G., 1963: Zum Bau des Bersenbrücker Lobus im Stauchmoranenzug der Rehburger Phase. Eiszeitalter u. Gegenw. 14, p.p Öhringen/Württ. ZAGWIJN, W.H., 1974: Palaeographic evolution of the Netherlands during the Quaternary. Geol. en Mijnb. 53/6, p.p Leiden. ZANDSTRA, J.G., 1983: Fine gravel, heavy mineral and grain-size analyses of Pleistocene, mainly glacigenic deposits in the Netherlands. In: Ehler, J. red. Glacialdeposits in Northern Europe, p.p Balkema, Rotterdam. ZONNEVELD, J.I.S., 1975: Zijn de noord Nederlandse stuwwallen overreden of niet? Ber. Fys. Geogr. Afd. Geograf. Inst. Univ. Utrecht, p.p Utrecht.

DF ZWERFSTEENGEZELSCHAPPEN VAN DE BISSCHOPSBERG EN VAN SINT-NICOLAASGA

DF ZWERFSTEENGEZELSCHAPPEN VAN DE BISSCHOPSBERG EN VAN SINT-NICOLAASGA DF ZWERFSTEENGEZELSCHAPPEN VAN DE BISSCHOPSBERG EN VAN SINT-NICOLAASGA door A.P. Schuddebeurs Een belangrijk onderdeel van de geologie van Noord-Nederland wordt gevormd door de pleistocene afzettingen.

Nadere informatie

Notities over heidegrond en hun ontginning en twee nieuwe zwerfsteentellingen in Drente

Notities over heidegrond en hun ontginning en twee nieuwe zwerfsteentellingen in Drente Notities over heidegrond en hun ontginning en twee nieuwe zwerfsteentellingen in Drente J. G. Zandstra *) ABSTRACT This paper, a sedimentpetrological study, deals with the results of two counts of Fennoscandinavian

Nadere informatie

Over keileemstratigrafie en ijsbewegingsrichtingen in oostelijk Overijssel

Over keileemstratigrafie en ijsbewegingsrichtingen in oostelijk Overijssel Over keileemstratigrafie en ijsbewegingsrichtingen in oostelijk Overijssel Martin Rappol* Sjoerd Kluiving** en Dick van der Wateren*** Met de aanleg van het nieuwe snelwegtracé van de E8 in oostelijk Overijssel

Nadere informatie

DE STEENGLOOIINGEN LANGS DE ZUIDERZEE

DE STEENGLOOIINGEN LANGS DE ZUIDERZEE DE STEENGLOOIINGEN LANGS DE ZUIDERZEE door IR. H. G. J. SCHELLING. Over de herkomst van de stenen, die aan de steenglooiingen langs de Zuiderzee zijn gebruikt, is niet veel met zekerheid bekend. Het wellicht

Nadere informatie

Beschrijving lithostratigrafische eenheid

Beschrijving lithostratigrafische eenheid Nederlands Instituut voor Toegepaste Geowetenschappen TNO Princetonlaan 6 Postbus 80015 3508 TA Utrecht tel. 030 256 48 50 fax 030 256 48 55 Beschrijving lithostratigrafische eenheid Naam beschrijver:

Nadere informatie

De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1).

De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1). De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1). Afbeelding I.1. Vorming stuwwal Nijmegen en stuwwal Reichswald Zandige

Nadere informatie

De zwerfsteengezelschappen van de stuwwal bij De Lutte en omgeving en de bewegingsrichting van het landijs over Nederland.

De zwerfsteengezelschappen van de stuwwal bij De Lutte en omgeving en de bewegingsrichting van het landijs over Nederland. De zwerfsteengezelschappen van de stuwwal bij De Lutte en omgeving en de bewegingsrichting van het landijs over Nederland. A.P. Schuddebeurs Enkele recente publikaties over onderzoek in Pleistocene afzettingen

Nadere informatie

Grindgroepen in Nederland afzettingen

Grindgroepen in Nederland afzettingen Grindgroepen in Nederland afzettingen 11-1-2014 D. Edelman 1 Inleiding In veel Nederlandse afzettingen komt een bestanddeel grind voor. Dit zijn vaak grinden in de grootteklasse 2-20 mm, grovere bestanddelen

Nadere informatie

Beschrijving lithostratigrafische eenheid

Beschrijving lithostratigrafische eenheid Nederlands Instituut voor Toegepaste Geowetenschappen TNO Princetonlaan 6 Postbus 80015 3508 TA Utrecht tel. 030 256 48 50 fax 030 256 48 55 Beschrijving lithostratigrafische eenheid Naam beschrijver:

Nadere informatie

Het geologisch reservaat bij Urk

Het geologisch reservaat bij Urk 70 jaar NGV In 1946 werd de Nederlandse Geologische Vereniging opgericht. Eén van de oprichters was Pieter van der Lijn (1870-1964), de auteur van het bekende Keienboek. Dat vanaf de eerste druk in 1924

Nadere informatie

Opnieuw over de verspreiding van de zwerfstenen uit het Oslogebied

Opnieuw over de verspreiding van de zwerfstenen uit het Oslogebied Opnieuw over de verspreiding van de zwerfstenen uit het Oslogebied A.P. Schuddebeurs Summary On the distribution of glacial erratics from the Oslo refion. Investigation of assemblages of glacial erratics

Nadere informatie

Over de geologie en geomorfologie van de stuwwal van Oldenzaal

Over de geologie en geomorfologie van de stuwwal van Oldenzaal Grondboor en Hamer 5 1979 pag. 163 168 6afb. Oldenzaal, okt. 1979 Over de geologie en geomorfologie van de stuwwal van Oldenzaal (Prov. Overijssel, Nederland). W. Alberts SUMMARY. After a short chronological

Nadere informatie

Nieuwe tellingen van noordelijke kristallijne gidsgesteenten in de Achterhoek en omgeving

Nieuwe tellingen van noordelijke kristallijne gidsgesteenten in de Achterhoek en omgeving Nieuwe tellingen van noordelijke kristallijne gidsgesteenten in de Achterhoek en omgeving J.G. Zandstra Zeven jaar geleden werd in dit tijdschrift een overzicht gepubliceerd van de resultaten van alle

Nadere informatie

Duitse Münsterländer Kiessand Zug Nieuwsbrief 87 van de zwerfsteengroep oktober 2016

Duitse Münsterländer Kiessand Zug Nieuwsbrief 87 van de zwerfsteengroep oktober 2016 Duitse Münsterländer Kiessand Zug Nieuwsbrief 87 van de zwerfsteengroep oktober 2016 De thema-avond van de zwerfsteengroep had deze keer als onderwerp: De Munsterlander grindzandrug. Afgekort: MKZ, naar

Nadere informatie

Grondboor en Hamer, jrg. 40, no. 3/4, p , 14 fig., juni/aug. 1986

Grondboor en Hamer, jrg. 40, no. 3/4, p , 14 fig., juni/aug. 1986 Grondboor en Hamer, jrg. 40, no. 3/4, p. 76-96, 14 fig., juni/aug. 1986 TELLINGEN VAN NOORDELIJKE KRISTALLIJNE GIDSGESTEENTEN IN DE ACHTERHOEK EN ZUIDELIJK OVERIJSSEL EN OPMERKINGEN OVER DE DEPOSITIE-

Nadere informatie

RING ZUID GRONINGEN HAALBAAR DANKZIJ COMBINATIE HEREPOORT

RING ZUID GRONINGEN HAALBAAR DANKZIJ COMBINATIE HEREPOORT dia 1 RING ZUID GRONINGEN HAALBAAR DANKZIJ COMBINATIE HEREPOORT Helperzoomtunnel Jan Pieter Schuitemaker Helperzomtunnel dia 3 Geologie Noordoost Nederland GEOLOGISCHE ONTWIKKELINGEN WAAR WE IN DE GEOTECHNIEK

Nadere informatie

1 De groeve bij Loenermark

1 De groeve bij Loenermark 1 De groeve bij Loenermark 1.1 Inleiding Op de Veluwe, nabij Loenermark gemeente Loenen, liggen gestuwde lagen ontsloten in een grindgroeve (althans dat was in 1962). Hierover is door Polak gepubliceerd

Nadere informatie

ENKELE NIEUWE RESULTATEN EN EEN OVERZICHT VAN HET ONDERZOEK NAAR DE AARD VAN STEENORIËNTATIE IN KEILEEM

ENKELE NIEUWE RESULTATEN EN EEN OVERZICHT VAN HET ONDERZOEK NAAR DE AARD VAN STEENORIËNTATIE IN KEILEEM Grondboor en Hamer, no. 3/4, p. 88-97, 8 fig., juni/aug. 1985 ENKELE NIEUWE RESULTATEN EN EEN OVERZICHT VAN HET ONDERZOEK NAAR DE AARD VAN STEENORIËNTATIE IN KEILEEM M. RAPPOL* SAMENVATTING Ten minste

Nadere informatie

Beschrijving lithostratigrafische eenheid

Beschrijving lithostratigrafische eenheid Nederlands Instituut voor Toegepaste Geowetenschappen TNO Princetonlaan 6 Postbus 80015 3508 TA Utrecht tel. 030 256 48 50 fax 030 256 48 55 Beschrijving lithostratigrafische eenheid Naam beschrijver:

Nadere informatie

NOORDELIJKE ZWERFSTENEN VAN DE NOORD-VELUWE

NOORDELIJKE ZWERFSTENEN VAN DE NOORD-VELUWE 1 3BAUKE TERPSTRA Tolweg 10, 8166 GN Emst, boterpstra@hetnet.nl NOORDELIJKE ZWERFSTENEN VAN DE NOORD-VELUWE De belangstelling voor noordelijke kristallijnen gesteenten heeft zich door de jaren heen vooral

Nadere informatie

1 Glaciale invloeden op basis van U1-metingen

1 Glaciale invloeden op basis van U1-metingen 1 Glaciale invloeden op basis van U1-metingen 1.1 Samenvatting In de ondergrond van Nederland worden waterspanningen (u1) bij sonderingen gemeten die ver boven de heersende waarde van de stijghoogte kunnen

Nadere informatie

KAMETERRAS EN SMELTWATERDAL IN DE OMGEVING VAN HOLTEN (OVERIJSSEL)

KAMETERRAS EN SMELTWATERDAL IN DE OMGEVING VAN HOLTEN (OVERIJSSEL) KAMETERRAS EN SMELTWATERDAL IN DE OMGEVING VAN HOLTEN (OVERIJSSEL) Kame terrace and meltwater valley dejosit in the vicinity of Holten (province of OverZjssel) INLEIDING Zoals bekend mag worden geacht,

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Bijlagen en Figuren. Behorende bij het Woordenboek van de NVLB. Nederlandse Vereniging van Leveranciers van Bouwgrondstoffen

Inhoudsopgave. Bijlagen en Figuren. Behorende bij het Woordenboek van de NVLB. Nederlandse Vereniging van Leveranciers van Bouwgrondstoffen Nederlandse Vereniging van Leveranciers van Bouwgrondstoffen Bijlagen en Figuren Behorende bij het Woordenboek van de NVLB Inhoudsopgave Figuur 1 Stratigrafische tabel / geologische tijdschaal... 2 Figuur

Nadere informatie

Alkalische gesteenten Nieuwsbrief 96 van de zwerfsteengroep september 2017

Alkalische gesteenten Nieuwsbrief 96 van de zwerfsteengroep september 2017 Alkalische gesteenten Nieuwsbrief 96 van de zwerfsteengroep september 2017 Op 26 september was het onderwerp: alkalische gesteenten, ultra-basische en mafische gesteenten. Traditie is dat we, voor we met

Nadere informatie

Nieuwe zwerfsteenvondsten in de Zanderij Crailoo De bijvangst van graafwerkzaamheden in 2018

Nieuwe zwerfsteenvondsten in de Zanderij Crailoo De bijvangst van graafwerkzaamheden in 2018 Nieuwe zwerfsteenvondsten in de Zanderij Crailoo De bijvangst van graafwerkzaamheden in 2018 Sander Koopman De Zanderij Crailoo is een oude spoorwegzanderij gelegen tussen Hilversum en Bussum. Het zuidelijk

Nadere informatie

96-(224) 2.0 LOSSE GESTEENTEN

96-(224) 2.0 LOSSE GESTEENTEN 96-(224) 2.0 LOSSE GESTEENTEN Grondboor en Hamer, jrg. 43, no. 5/6, p. 225-227, 3 fig., november 1989 AFZETTINGEN VAN RIJN EN MAAS IN LIMBURG W.M. Felder* In de loop van het Mioceen, 10 tot 7 miljoenn

Nadere informatie

DE VERSPREIDING OVER EUROPA VAN GIDSGESTEENTEN UIT HET OSLOGEBIED EN BEGELEIDENDE ZWERFSTENEN

DE VERSPREIDING OVER EUROPA VAN GIDSGESTEENTEN UIT HET OSLOGEBIED EN BEGELEIDENDE ZWERFSTENEN Grondboor en Hamer, jrg. 4, no. 5, p. 4-42, 29 fig., oktober 987 DE VERSPREIDING OVER EUROPA VAN GIDSGESTEENTEN UIT HET OSLOGEBIED EN BEGELEIDENDE ZWERFSTENEN A.P. Schuddebeurs* Fig. : Rhombenporfier,

Nadere informatie

Beschrijving lithostratigrafische eenheid

Beschrijving lithostratigrafische eenheid Nederlands Instituut voor Toegepaste Geowetenschappen TNO Princetonlaan 6 Postbus 80015 3508 TA Utrecht tel. 030 256 48 50 fax 030 256 48 55 Beschrijving lithostratigrafische eenheid Naam beschrijver:

Nadere informatie

2 Bemesting 44 2.1 Meststoffen 44 2.2 Soorten meststoffen 46 2.3 Grondonderzoek 49 2.4 Mestwetgeving 49

2 Bemesting 44 2.1 Meststoffen 44 2.2 Soorten meststoffen 46 2.3 Grondonderzoek 49 2.4 Mestwetgeving 49 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Bodem en grond 9 1.1 Grond, bodem en grondsoorten 9 1.2 Eigenschappen van grond 20 1.3 Problemen met de grond 23 1.4 Verbeteren van landbouwgronden 30 1.5 Transport van

Nadere informatie

Beschrijving lithostratigrafische eenheid

Beschrijving lithostratigrafische eenheid Nederlands Instituut voor Toegepaste Geowetenschappen TNO Princetonlaan 6 Postbus 80015 3508 TA Utrecht tel. 030 256 48 50 fax 030 256 48 55 Beschrijving lithostratigrafische eenheid Naam beschrijver:

Nadere informatie

Beschrijving lithostratigrafische eenheid

Beschrijving lithostratigrafische eenheid Nederlands Instituut voor Toegepaste Geowetenschappen TNO Princetonlaan 6 Postbus 80015 3508 TA Utrecht tel. 030 256 48 50 fax 030 256 48 55 Beschrijving lithostratigrafische eenheid Naam beschrijver:

Nadere informatie

De Onder-Pleistocene Formatie van Enschede aan maaiveld in een Gooise stuwwal.

De Onder-Pleistocene Formatie van Enschede aan maaiveld in een Gooise stuwwal. De Onder-Pleistocene Formatie van Enschede aan maaiveld in een Gooise stuwwal. G.H.J. Ruegg en A.W. Burger Van een locatie in de stuwwal bij Blaricum, uit de derde fase van stuwwalvorming in het Gooi,

Nadere informatie

10. STANDEN VAN HET LANDIJS IN NEDERLAND

10. STANDEN VAN HET LANDIJS IN NEDERLAND 10. STANDEN VAN HET LANDIJS IN NEDERLAND Extention of the ice sheet in the Netherlands G. C. Maarleveld Het is een algemeen bekend feit, dat ons land gedurende de derde ijstijd ten dele met een ijskap

Nadere informatie

GEOLOGISCHE VERZAMELINGEN IN NEDERLANDSE MUSEA EN INSTITUTEN

GEOLOGISCHE VERZAMELINGEN IN NEDERLANDSE MUSEA EN INSTITUTEN GEOLOGISCHE VERZAMELINGEN IN NEDERLANDSE MUSEA EN INSTITUTEN door G.M. RODING In de nu volgende nummers zullen wij telkens Uw aandacht vragen voor één der Nederlandse openbare verzamelingen op "ons" gebied.

Nadere informatie

Glaciale afzettingen in Nederland

Glaciale afzettingen in Nederland Glaciale afzettingen in Nederland 5-3-2012 D. Edelman 1 Inleiding In Nederland worden in sedimenten uit verschillende tijdvakken kenmerken gevonden van de nabijheid van landijs in ijstijden (o.a. Doppert,

Nadere informatie

Scheemda afzettingen. 1 Algemene lithologie

Scheemda afzettingen. 1 Algemene lithologie Scheemda afzettingen 1 Algemene lithologie Dit is een (fijn) zandige afzetting afkomstig van de oostelijke rivieren en gelegen onder de Harderwijkafzettingen. Ze is moeilijk te onderscheiden van de Harderwijkafzettingen.

Nadere informatie

Wanderungsprofile Migratieprofielen EUREGIO

Wanderungsprofile Migratieprofielen EUREGIO Wanderungsprofile Migratieprofielen Ergebnisse im Überblick Feitenoverzicht Gebiet Deutscher Teil der : Sehr leichte Gewinne bei den Wanderungen und sehr leichte Verluste bei der natürlichen Bevölkerungsentwicklung

Nadere informatie

ONTSTAAN VAN DE UTRECHTSE HEUVELRUG EN DE EEMVALLEI doorw.h.a. Klein.

ONTSTAAN VAN DE UTRECHTSE HEUVELRUG EN DE EEMVALLEI doorw.h.a. Klein. ONTSTAAN VAN DE UTRECHTSE HEUVELRUG EN DE EEMVALLEI doorw.h.a. Klein. INLEIDING Voor de ontstaansgeschiedenis van de stuwwal waaruit het Gooi, de Soesterduinen en de Utrechtse heuvelrug zijn voortgekomen

Nadere informatie

Noordelijke zwerfblokken in de zandgroeve te Maarn

Noordelijke zwerfblokken in de zandgroeve te Maarn Noordelijke zwerfblokken in de zandgroeve te Maarn Jaap Zandstra Ing. J.G. Zandstra, Mozartstraat 142, 1962 AG Heemskerk. Gegevens over zwerfstenen in de tweede helft van de negentiende eeuw In 1856, negen

Nadere informatie

Stenen zoeken op Bornholm I

Stenen zoeken op Bornholm I Grondboor cn Hamer 0 1983 pag. 159-164 4 fig. Oldenzaal, december 1983 Stenen zoeken op Bornholm I S. van der Veer* INLEIDING Bornholm is een deens eiland dat in de Oostzee gelegen is tussen de kusten

Nadere informatie

Nordhorn: Vrijstaande eengezins woning in Nordhorn

Nordhorn: Vrijstaande eengezins woning in Nordhorn Nordhorn: Vrijstaande eengezins woning in Nordhorn Grafschaft Bentheim Niedersachsen Woningtype: Eengezinswoning Op provisiebasis: ja Provisie: 5,95 % Bouwjaar: 1955 Beschikbaar vanaf: nach Absprache Adviesbureau

Nadere informatie

Beschrijving lithostratigrafische eenheid

Beschrijving lithostratigrafische eenheid Nederlands Instituut voor Toegepaste Geowetenschappen TNO Princetonlaan 6 Postbus 80015 3508 TA Utrecht tel. 030 256 48 50 fax 030 256 48 55 Beschrijving lithostratigrafische eenheid Naam beschrijver:

Nadere informatie

Beschrijving lithostratigrafische eenheid

Beschrijving lithostratigrafische eenheid Nederlands Instituut voor Toegepaste Geowetenschappen TNO Princetonlaan 6 Postbus 80015 3508 TA Utrecht tel. 030 256 48 50 fax 030 256 48 55 Beschrijving lithostratigrafische eenheid Naam beschrijver:

Nadere informatie

De Oostrivier. Inleiding

De Oostrivier. Inleiding De Oostrivier Inleiding Naast de Rijn, Maas en Schelde is er nog een vierde rivier van groot belang geweest voor de opbouw van de nedrlandse ondergond. Dit betrof een rivier die het Scandinavisch blok

Nadere informatie

GLACIGENE RUGGEN IN HET DROUWENERVELD, door W. E. VAN LOON, Geol. Drs.

GLACIGENE RUGGEN IN HET DROUWENERVELD, door W. E. VAN LOON, Geol. Drs. GLACIGENE RUGGEN IN HET DROUWENERVELD, door W. E. VAN LOON, Geol. Drs. DRENTHE De terreingesteldheid van het Drents plateau, het centrale deel van Drenthe, kan met de uitdrukking bultig grondmorenelandschap

Nadere informatie

Landijs, zee en rivieren als geologische "opbouwwerkers" van het Noorden.

Landijs, zee en rivieren als geologische opbouwwerkers van het Noorden. Landijs, zee en rivieren als geologische "opbouwwerkers" van het Noorden. J.H.A. Bosch Dertig jaar geologisch onderzoek in Noord-Nederland heeft veel kennis over de wordingsgeschiedenis opgeleverd. In

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1964 Nr. 184

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1964 Nr. 184 45 (1964) Nr. 1 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1964 Nr. 184 A. TITEL Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland inzake de zijdelingse begrenzing

Nadere informatie

Itterbeck: Gezellige woning - net over de grens in Itterbeck

Itterbeck: Gezellige woning - net over de grens in Itterbeck Itterbeck: Gezellige woning - net over de grens in Itterbeck Grafschaft Bentheim Niedersachsen Woningtype: Eengezinswoning Op provisiebasis: ja Provisie: 5,95 % Bouwjaar: 1988 Beschikbaar vanaf: nach Absprache

Nadere informatie

SPOREN VAN GLACIAAL TRANSPORT OP ZWERFSTENEN

SPOREN VAN GLACIAAL TRANSPORT OP ZWERFSTENEN Grondboor en Hamer, no. 5, p. 105-113, 12 fig., oktober 1985 SPOREN VAN GLACIAAL TRANSPORT OP ZWERFSTENEN A.P. Schuddebeurs* Stenen met gletscherkrassen zijn een 'must' voor iedere amateurgeoloog, schreef

Nadere informatie

MIENIET ALS ZWERFSTEEN BIJ MARKELO

MIENIET ALS ZWERFSTEEN BIJ MARKELO A. G. J. VERHAARD Eikelhofweg 12, 8121 RC Olst, (0570) 563633 MIENIET ALS ZWERFSTEEN BIJ MARKELO Het ontstaan en voorkomen van mienietgesteente Zoals vele zwerfstenenzoekers was het mijn diepe wens om

Nadere informatie

Samenvatting Duits Grammatica Duits

Samenvatting Duits Grammatica Duits Samenvatting Duits Grammatica Duits Samenvatting door S. 836 woorden 20 februari 2013 5,8 61 keer beoordeeld Vak Duits Naamvallen. Nederlands: 2e naamval 4e naamval (bijvoegelijke bepaling, is 3e naamval

Nadere informatie

LEDENADMINISTRATIE. Nieuwe leden kunnen zich voor opgave wenden tot bovenstaand adres.

LEDENADMINISTRATIE. Nieuwe leden kunnen zich voor opgave wenden tot bovenstaand adres. Grondboor en Hamer is het tweemaandelijks orgaan van de Nederlandse Geologische Vereniging, opgericht in 1946. Het doel van de vereniging is o.a. het wekken van belangstelling voor en het bevorderen van

Nadere informatie

Over het ontstaan van de heuvelrug Oldenzaal - Enschede - Alstätte (geen stuwwal, geen verschubbing)

Over het ontstaan van de heuvelrug Oldenzaal - Enschede - Alstätte (geen stuwwal, geen verschubbing) Grondboor en Hamer 1982 pag. 2-10, 6 ill. Oldenzaal, feb. 1982 Over het ontstaan van de heuvelrug Oldenzaal - Enschede - Alstätte (geen stuwwal, geen verschubbing) J.H. Römer ABSTRACT In this paper the

Nadere informatie

Voor het resultaat van ons onderzoek vragen wij in dit artikel uw aandacht. Jonny Offerman-Heykens

Voor het resultaat van ons onderzoek vragen wij in dit artikel uw aandacht. Jonny Offerman-Heykens het late middenpaleolithicum van het gooi Dit artikel is eerder verschenen in Archeoforum 3 (1998) - ISSN1386-6095 Jonny Offerman-Heykens Inleiding In de loop der jaren is het aantal middenpaleolithische

Nadere informatie

EEN VERKIEZELDE CERATITUS

EEN VERKIEZELDE CERATITUS EEN VERKIEZELDE CERATITUS ALS ZWERFSTEEN TE SIBCULO door W.F. Anderson De gekken krijgen de kaarten! Pleegt men wel te zeggen. Men bedoelt daarmede te zeggen, dat geheel onervarenen, dikwijls een onwaarschijnlijk

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJKDERNEDER LAN DEN. JAARGANG 1957 Nr. 56

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJKDERNEDER LAN DEN. JAARGANG 1957 Nr. 56 48 (1956) Nr. 1 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJKDERNEDER LAN DEN JAARGANG 1957 Nr. 56 A. TITEL Notawisseling tussen de Nederlandse Regering en de Duitse Bondsregering betreffende de wedertoepassing van

Nadere informatie

Urk afzettingen. 1.1 Algemeen. 1.2 Lithologie

Urk afzettingen. 1.1 Algemeen. 1.2 Lithologie Urk afzettingen 1.1 Algemeen De Urk-afzettingen zijn een groep sedimenten die voornamelijk gevonden worden in Noord-Nederland, ruwweg ten noorden van de grote rivieren, en die zijjn afgezet door de Rijn.

Nadere informatie

De stenenvondst onder het Waterlooplein te Amsterdam

De stenenvondst onder het Waterlooplein te Amsterdam De stenenvondst onder het Waterlooplein te Amsterdam J. G. Zandstra 1 ) SUMMARY During excavation works for the construction of an underground network below the Waterlooplein, a square in the centre of

Nadere informatie

Gemeentelijke Duurzaamheidsindex GDI-2014 Data voor alle 12 provincies

Gemeentelijke Duurzaamheidsindex GDI-2014 Data voor alle 12 provincies Gemeentelijke Duurzaamheidsindex GDI-2014 Data voor alle 12 provincies Stichting Duurzame Samenleving www.gdindex.nl info@gdindex.nl 0317-750645 1 De GDI omvat de 3 dimensies van duurzaamheid: Mens & Maatschappij,

Nadere informatie

N76, Zwartberg, gemeente Genk

N76, Zwartberg, gemeente Genk Programma van Maatregelen Auteur: A. Schoups (veldwerkleider) Autorisatie: J.A.G. van Rooij (OE/ERK/Archeoloog/2017/00169) 1 Inleiding In opdracht heeft Vlaams Erfgoed Centrum in maart een archeologienota

Nadere informatie

Texel Landschappelijke ontwikkelingen

Texel Landschappelijke ontwikkelingen Texel Landschappelijke ontwikkelingen Een LIA-presentatie LIA staat voor: Landschappen ontdekken In een Aantrekkelijke vorm. Lia is ook de geograaf die zich gespecialiseerd heeft in de veranderende Noord-Hollandse

Nadere informatie

een afstandskampioen Reidingweg 5, 9203 KR Drachten

een afstandskampioen Reidingweg 5, 9203 KR Drachten JELLE DE JONG (JAdJ) 1, ERNST KLEIS (EJK) 2 & JAN PRUNTEL (JHP) 3 1 Reidingweg 5, 9203 KR Drachten. 0512-520683 jellelies@zonnet.nl 2 Gasthuislaan 10, 8331 MX Steenwijk. 0521-513845 ej.kleis@hetnet.nl

Nadere informatie

Projectvoorstel Interreg III

Projectvoorstel Interreg III Projectvoorstel Interreg III Bijdrage Fontys Pabo Limburg, locaties Roermond en Sittard N. Theunissen Docent geschiedenis/ onderwijskunde FPL Inleiding Naar aanleiding van het projectvoorstel van professor

Nadere informatie

Gesteenten uit het Bontzandsteenconglomeraat van de Vogezen in de Maasterrasafzettingen van Zuid-Limburg

Gesteenten uit het Bontzandsteenconglomeraat van de Vogezen in de Maasterrasafzettingen van Zuid-Limburg Gesteenten uit het Bontzandsteenconglomeraat van de Vogezen in de Maasterrasafzettingen van Zuid-Limburg P. W. Bosch SUMMARY A description has been given of the rocks from the 'Buntsandstein' conglomerate

Nadere informatie

OVER HET ONTSTAAN VAN HET LANDSCHAP VAN DE ZUIDELIJKE VELUWE. door G. C. MAARLEVELD 1 )

OVER HET ONTSTAAN VAN HET LANDSCHAP VAN DE ZUIDELIJKE VELUWE. door G. C. MAARLEVELD 1 ) OVER HET ONTSTAAN VAN HET LANDSCHAP VAN DE ZUIDELIJKE VELUWE door G. C. MAARLEVELD 1 ) Vorig jaar verscheen in Natura een kort overzicht over de geologie van de zuidelijke Veluwe (Maarleveld, 1950a). Nadien

Nadere informatie

Grondboor en Hamer. Oldenzaal juni pag afb. De steenbank

Grondboor en Hamer. Oldenzaal juni pag afb. De steenbank Grondboor en Hamer 3 1980 pag. 99-104 7afb. Oldenzaal juni 1980 De steenbank T. de Vries In de Zuiderzee kwamen hier en daar ondiepe en tegelijk steenachtige plaatsen voor. Ze werden gemeden door schippers

Nadere informatie

Wad een Workshop Onderzoekstochten 2015

Wad een Workshop Onderzoekstochten 2015 Wad een Workshop Onderzoekstochten 2015 Datum laag water Lauwersoog Naam Locatie/hulpmiddel Locatie(detail) Begeleiders 19-4-2015 18:06 Heffezand Wad/Schip Op het wad tussen Simonszand en de kust 2-5-2015

Nadere informatie

Graptolieten Nieuwsbrief 96-1 van de zwerfsteengroep oktober 2017

Graptolieten Nieuwsbrief 96-1 van de zwerfsteengroep oktober 2017 Graptolieten Nieuwsbrief 96-1 van de zwerfsteengroep oktober 2017 Op 24 oktober hadden we 3 onderwerpen: graptolieten, foraminiferen en bryozoën. In deze nieuwsbrief behandel ik de graptolieten. De andere

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1993 Nr. 44

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1993 Nr. 44 38 (1956) Nr. 3 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1993 Nr. 44 A. TITEL Vierde Aanvullende Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland bij het

Nadere informatie

Stichting voor Bodemkartering ~ : 'AGsSNINGEN MBLIOTHBiK

Stichting voor Bodemkartering ~ : 'AGsSNINGEN MBLIOTHBiK r STICHTING VOOfc BODEMKARTEftlNG Stichting voor Bodemkartering WAGENINGEN ~ : 'AGsSNINGEN MBLIOTHBiK Directeur; Dr.Ir. F..G. Pijl: Rapport no. 543. RAPPORT BETREFFENDE DE BODEMGESTELDHEID VAM ENIGE PERCELEN

Nadere informatie

lil Hl LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE RIJKSUNIVERSITEIT GENT GEOLOGISCHE EN HYDROGEOLOGISCHE GESTELDHEID TER HOOGTE VAN EEN

lil Hl LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE RIJKSUNIVERSITEIT GENT GEOLOGISCHE EN HYDROGEOLOGISCHE GESTELDHEID TER HOOGTE VAN EEN LAORATORUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGE EN HYDROGEOLOGE GEOLOGSCHE EN HYDROGEOLOGSCHE GESTELDHED TER HOOGTE VAN EEN ZANDGROEVE VAN DE N.V. ASWEO TE DRONGEN \J L\ :x_o l_s-c> (. - ' - lil Hl RJKSUNVERSTET GENT

Nadere informatie

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Een analyse van de huisartsenregistratie over de

Nadere informatie

TRACTATENBLAD KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1975 Nr. 152

TRACTATENBLAD KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1975 Nr. 152 40 (1975) Nr. 1 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1975 Nr. 152 A. TITEL Overeenkomst tot wijziging van het Verdrag van 8 april 1960 tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek

Nadere informatie

Vroeger, toen hier ijs lag...

Vroeger, toen hier ijs lag... Vroeger, toen hier ijs lag... Opdrachtenboekje bij het geologisch leerpad Datum Naam Boekje Geo-pad 1 Inleiding Vroeger, toen hier ijs lag De titel van dit opdrachtenboekje is niet voor niets gekozen.

Nadere informatie

thema 1 Nederland en het water topografie

thema 1 Nederland en het water topografie thema 1 Nederland en het water topografie Argus Clou Aardrijkskunde groep 6 oefenkaart met antwoorden Malmberg s-hertogenbosch thema 1 Nederland en het water topografie Gebergten Vaalserberg Plaatsen Almere

Nadere informatie

EXCURSIE TE RHENEN OP 13 OKTOBER 1990 van de LANDELIJKE WERKGROEP STEENTIJD

EXCURSIE TE RHENEN OP 13 OKTOBER 1990 van de LANDELIJKE WERKGROEP STEENTIJD EXCURSIE TE RHENEN OP 13 OKTOBER 1990 van de LANDELIJKE WERKGROEP STEENTIJD Voordracht door Jaap de Vlieger uit Driebergen 1. Even wat geologie van Midden-Nederland We kennen veel tijdvakken bij de ontstaansgeschiedenis

Nadere informatie

DE KORAAL VAN JEVER door H. KRUL

DE KORAAL VAN JEVER door H. KRUL 83 17. KORN, J.: Die Ostgrenze der norwegischen Diluvialgeschiebe in Nord-Dld. Jahrb. Preuss. Geol. Landesanst. XXVIX 1909. 18. KORN, J.: Die wichtigsten Leitgeschiebe der nordischen kristallinen Geschiebe

Nadere informatie

Fig 1 Overzicht van de ligging van de stuwwallen die tijdens de vierde uitvloeiingsfase zijn ontstaan (naar Jelgersma en Breeuwer)

Fig 1 Overzicht van de ligging van de stuwwallen die tijdens de vierde uitvloeiingsfase zijn ontstaan (naar Jelgersma en Breeuwer) GAASTERLAND, EEN VERRASSEND GEOLOGISCH WAARDEVOL IANDSCHAP Gerard Gonggrijp Gaasterland in Zuidwest-Friesland is een van de 43 gebieden die voorkomen op een overzichtskaart met de meest waardevolle aardwetenschappelijke

Nadere informatie

Workshop. Integrale Oplossingen voor de Bestaande Bouw. 1 maart Dagvoorzitters: Gerard Salemink, Saxion Dr. Dirk Heuwinkel, Landkreis Osnabrück

Workshop. Integrale Oplossingen voor de Bestaande Bouw. 1 maart Dagvoorzitters: Gerard Salemink, Saxion Dr. Dirk Heuwinkel, Landkreis Osnabrück 1 maart 2011 Workshop Integrale Oplossingen voor de Bestaande Bouw Dagvoorzitters: Gerard Salemink, Saxion Dr. Dirk Heuwinkel, Landkreis Osnabrück Wonen in Beweging Wohnen im Wandel Project gaat in op

Nadere informatie

Agrarische grondprijzen in de EU in 2016

Agrarische grondprijzen in de EU in 2016 Agrarische grondprijzen in de EU in 2016 Huib Silvis en Martien Voskuilen De gemiddelde agrarische grondprijzen in de landen van de Europese Unie (EU) lopen sterk uiteen, zowel tussen als binnen de lidstaten.

Nadere informatie

Ontwikkeling naar duurzaamheid is te belangrijk om aan het toeval over te laten.

Ontwikkeling naar duurzaamheid is te belangrijk om aan het toeval over te laten. Ing. maart 2014 PS2014-1 2014-0039 PS23/4 Van: geurt van de kerk Verzonden: maandag 10 maart 2014 9:44 Aan: info@gdindex.nl Onderwerp: Gemeentelijke duurzaamheidsindex GDI#2014

Nadere informatie

Drempt. Rapport Ned. 52. Gld. 4.

Drempt. Rapport Ned. 52. Gld. 4. Drempt. Rapport Ned. 52. Gld. 4. Vraagstelling. Wat zijn de maten, versieringen en vorm van de van de kerk van Drempt (kaart afb. 1) gerapporteerde grafplaat uit de (ruim te nemen) 12 e eeuw? Wat is zijn

Nadere informatie

zoeken en vinden Reeds Dr. sprak als meening uit, dat de latere renaissance gevel ontworpen was door den

zoeken en vinden Reeds Dr. sprak als meening uit, dat de latere renaissance gevel ontworpen was door den zoeken en vinden Wil men met eenige kans op succes, iets ondernemen wat het ook zij en tot een goed einde brengen, voorbereiding is noodig en geboden. Voorbereiding, ook van zichzelf en de zaak waar het

Nadere informatie

Gegenbesuch des HBBK in Nijmegen. 15. Januar 2014. groepswerk en stadsbezoek. Gruppenarbeit und Stadtbesichtigung. Nijmegen is een heel mooie stad.

Gegenbesuch des HBBK in Nijmegen. 15. Januar 2014. groepswerk en stadsbezoek. Gruppenarbeit und Stadtbesichtigung. Nijmegen is een heel mooie stad. Gegenbesuch des HBBK in Nijmegen 15. Januar 2014 Die Schüler sollten aufschreiben, was ihnen gefallen hat. De leerlingen moesten opschrijven wat hun goed bevallen is. Das schrieb die deutsche Klasse Gruppenarbeit

Nadere informatie

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar Ontwikkeling van de WW in de periode 21 24 Ton Ferber Tussen eind 21 en eind 24 is het aantal WW-uitkeringen bijna verdubbeld. Vooral het aantal uitkeringen aan mannen jonger dan 45 is sterk gestegen.

Nadere informatie

Archeologie en cultuurhistorie Strijpsche Kampen

Archeologie en cultuurhistorie Strijpsche Kampen Archeologie en cultuurhistorie Strijpsche Kampen Bijlage 3 bij Nota van Uitgangspunten Strijpsche Kampen Definitief Gemeente Oirschot Grontmij Nederland bv Eindhoven, 11 mei 2007 Verantwoording Titel :

Nadere informatie

ll. DE GEOLOGISCHE GESCHIEDENIS VAN DE ZUIDELIJKE VELUWE G. C. Maarleveld

ll. DE GEOLOGISCHE GESCHIEDENIS VAN DE ZUIDELIJKE VELUWE G. C. Maarleveld Tesch, P., 1927: De glaciale kneding. T. Kon. Ned. Aardrijksk. Gen. 44, 325-334. Tesch, P., 1931 : Geologisch Overzicht. Overijssel, 7-34. Tesch, P., 1938: L'origine du sous-sol des Pays-Bas. T. Kon. Ned.

Nadere informatie

NL3D. Inleiding. Werkwijze. Boringen. Geologisch raamwerk

NL3D. Inleiding. Werkwijze. Boringen. Geologisch raamwerk NL3D Inleiding NL3D (Nederland in 3D) geeft een gedetailleerd driedimensionaal beeld van de ondergrond. In het model is de ondergrond opgedeeld in voxels (blokken) van 250 bij 250 meter in de horizontale

Nadere informatie

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt In deze notitie wordt een beeld geschetst van de recente ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt. De notitie is als volgt ingedeeld: 1. Samenvatting 2. Achtergrond

Nadere informatie

Beschrijving lithostratigrafische eenheid

Beschrijving lithostratigrafische eenheid Nederlands Instituut voor Toegepaste Geowetenschappen TNO Princetonlaan 6 Postbus 80015 3508 TA Utrecht tel. 030 256 48 50 fax 030 256 48 55 Beschrijving lithostratigrafische eenheid Naam beschrijver:

Nadere informatie

Toiletreclame Regionale Tarieven Indoormedia

Toiletreclame Regionale Tarieven Indoormedia Volume netwerk Horeca Doelgroep 13-49 Alkmaar 1 2 weken 34 17 10 950,- 135,- 495,- 115,- Almere 1 2 weken 17 8 5 475,- 115,- 250,- 110,- Amersfoort 1 2 weken 50 25 15 1.425,- 150,- 745,- 125,- Amsterdam

Nadere informatie

Beschrijving lithostratigrafische eenheid

Beschrijving lithostratigrafische eenheid Nederlands Instituut voor Toegepaste Geowetenschappen TNO Princetonlaan 6 Postbus 80015 3508 TA Utrecht tel. 030 256 48 50 fax 030 256 48 55 Beschrijving lithostratigrafische eenheid Naam beschrijver:

Nadere informatie

Fossiele permafrostverschijnselen in Nederland

Fossiele permafrostverschijnselen in Nederland Grondboor cn Hamer 0 1983 pag. 175-184 9 fig. Oldenzaal, december 1983 Fossiele permafrostverschijnselen in Nederland W. de Gans* INLEIDING In het voorgaand artikel zijn een aantal geologische processen

Nadere informatie

Beschrijving lithostratigrafische eenheid

Beschrijving lithostratigrafische eenheid Nederlands Instituut voor Toegepaste Geowetenschappen TNO Princetonlaan 6 Postbus 80015 3508 TA Utrecht tel. 030 256 48 50 fax 030 256 48 55 Beschrijving lithostratigrafische eenheid Naam beschrijver:

Nadere informatie

De geologische grondslag van het geohydrologisch onderzoek in Nederland

De geologische grondslag van het geohydrologisch onderzoek in Nederland De geologische grondslag van het geohydrologisch onderzoek in Nederland 1. Inleiding In afb. 1 is een kaartje van Nederland weergegeven waarop de belangrijkste pompstations voor de winning van grondwater

Nadere informatie

Teloceras Blagdeni (Sowerby) in het Pleistocene Maasgrind van Zuid Limburg (II)

Teloceras Blagdeni (Sowerby) in het Pleistocene Maasgrind van Zuid Limburg (II) Teloceras Blagdeni (Sowerby) in het Pleistocene Maasgrind van Zuid Limburg (II) J. H. Willems SUMMARY Teloceras blagdeni (SOWERBY) in the Pleistocene gravel of the river Maas in the South of the Dutch

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde vwo 2005-II

Eindexamen aardrijkskunde vwo 2005-II Actieve aarde Opgave 7 bron 12 Ouderdom van de oceanische korst bron: Berendsen, H.J.A., Fysisch-geografisch onderzoek, Assen, 1997 De ligging van delen van de oceanische korst met een verschillende geologische

Nadere informatie