37 e Nationale Scheikundeolympiade

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "37 e Nationale Scheikundeolympiade"

Transcriptie

1 37 e Nationale Scheiundeolympiade Radboud Universiteit Nijmegen THEORIETOETS correctievoorschrift maandag 13 juni 016 Deze theorietoets bestaat uit 6 opgaven met in totaal 35 deelvragen. De maximumscore voor dit wer bedraagt 10 punten. De theorietoets duurt maximaal 4 louren. Benodigde hulpmiddelen: (grafisch) reenapparaat en BINAS 6 e dru. Bij ele opgave is het aantal punten vermeld dat juiste antwoorden op de vragen oplevert.

2 Opgave 1 Staalpillen (1 punten) Johan moet zijn onderzoe doen bij (ongeveer) 510 nm. Bij deze golflengte is de signaal-ruisverhouding het grootst, omdat de extinctie maximaal is. Bovendien is hier de absorptiecurve vrijwel vla, zodat de wet van Lambert-Beer voor niet geheel monochromatisch licht toch opgaat. juiste euze voor de golflengte 1 de signaal-ruisverhouding moet zo groot mogelij zijn 1 de wet van Lambert-Beer voor niet geheel monochromatisch licht moet gelden 1 Indien slechts een antwoord is gegeven als: Bij 510 nm, want daar zit een maximum in de absorptiecurve. 1 Maximumscore 4 0,198 0,395 0,598 0,795 0, ,50(mgL ) 1,00(mgL ) 1,50(mgL ),00(mgL ),50(mgL ) (mg g ) 596,48 (gmol ),00(cm) , (L mol cm ). bereening van de gemiddelde extinctie per mg L 1 per,00 cm 1 bereening van de gemiddelde extinctie per mg L 1 per 1,00 cm: de gemiddelde extinctie per mg L 1 per,00 cm delen door,00 (cm) 1 bereening van de molaire massa van ferroïne (bijvoorbeeld via Binas-tabel 99): 596,48 g mol 1 1 bereening van ε: de gemiddelde extinctie per mg L 1 per 1,00 cm vermenigvuldigen met 10 3 (mg g 1 ) en met de bereende molaire massa van ferroïne 1 Indien een overigens juiste bereening niet is gebaseerd op het gemiddelde van alle waarnemingen 3 Wanneer een juiste bereening is gegeven met behulp van de grafische reenmachine, dit goed reenen. Maximumscore Voor de extinctie geldt: log I I E, dus I0 I0 40,3% van het licht over. I E 0, ,403, dus blijft bereening van : is gelij aan 10 E 1 I0 NSO016 Radboud Universiteit, Nijmegen Theorietoets correctievoorschrift

3 Maximumscore 7 Voorbeelden van een juiste bereening zijn: De extinctie veroorzaat door het Fe + uit de staalpil is 0,690 0,01 = 0,678. De concentratie ferroïne in de oplossing waarvan de extinctie is gemeten, was 0,678 0,598 1,50 1,50 1,70 mg L 1 1,70. Dat is 0, ,48 mmol L 1 en dat omt overeen met evenveel mmol Fe + per liter. De oplossing was uiteindelij 400 eer verdund, dus in de maatolf waar de pil in was 1,70 opgelost, zat ,48 mmol Fe+ of ijzer(ii)fumaraat. De formule van ijzer(ii)fumaraat is FeC 4 H O 4, dus de massa van een mmol ijzer(ii)fumaraat is 169,91 mg. 1,70 De staalpil bevatte dus , mg ijzer(ii)fumaraat. 596,48 en De extinctie veroorzaat door het Fe + uit de staalpil is 0,690 0,01 = 0,678. De concentratie ferroïne in de oplossing waarvan de extinctie is gemeten, was 0,678 mol L 1 en dat omt overeen met evenveel mol Fe + per liter. 5 1,183 10,00 De oplossing was uiteindelij 400 eer verdund, dus in de maatolf waar de pil in was 0,678 opgelost, zat 400 mol Fe + of ijzer(ii)fumaraat. 5 1,183 10,00 De formule van ijzer(ii)fumaraat is FeC 4 H O 4, dus de massa van een mmol ijzer(ii)fumaraat is 169,91 mg. 0,678 3 De staalpil bevatte dus , mg ijzer(ii)fumaraat. 5 1,183 10,00 bereening van de extinctie veroorzaat door het Fe + uit de staalpil: 0,690 0,01 1 bereening van de ferroïne concentratie in mg L 1 van de oplossing waarvan de extinctie is gemeten: bijvoorbeeld door interpolatie tussen de meetwaarden van de oplossingen 4 en 5 van de ijrees 1 bereening van de het aantal mmol Fe + per L van de oplossing waarvan de extinctie is gemeten: de ferroïne concentratie in mg L 1 delen door de molaire massa van ferroïne (is gelij aan 596,48 mg mmol 1 ) 1 bereening van de uiteindelije verdunningsfactor: 00 maal,00 1 bereening van het aantal mmol ijzer(ii)fumaraat in de onderzochte staalpil (is gelij aan het aantal mmol Fe + in de 1,000 L oplossing in de maatolf): het aantal mmol Fe + per L van de oplossing waarvan de extinctie is gemeten, vermenigvuldigen met de verdunningsfactor 1 ijzer(ii)fumaraat is FeC 4 H O 4 1 bereening van het aantal mg ijzer(ii)fumaraat in de onderzochte staalpil: het aantal mmol ijzer(ii)fumaraat in de onderzochte staalpil vermenigvuldigen met de molaire massa van ijzer(ii)fumaraat (bijvoorbeeld via Binas-tabel 99: 169,91 mg mmol 1 ) 1 NSO016 Radboud Universiteit, Nijmegen Theorietoets correctievoorschrift 3

4 of bereening van de extinctie veroorzaat door het Fe + uit de staalpil: 0,690 0,01 1 bereening van de ferroïne concentratie in mol L 1 van de oplossing waarvan de extinctie is gemeten: de extinctie veroorzaat door het Fe + uit de staalpil delen door de molaire extinctiecoëfficiënt (is het antwoord op vraag ) en door,00 (cm) bereening van de uiteindelije verdunningsfactor: 00 maal,00 1 bereening van het aantal mol ijzer(ii)fumaraat in de onderzochte staalpil (is gelij aan het aantal mmol Fe + in de 1,000 L oplossing in de maatolf): het aantal mol Fe + per L van de oplossing waarvan de extinctie is gemeten, vermenigvuldigen met de verdunningsfactor 1 ijzer(ii)fumaraat is FeC 4 H O 4 1 bereening van het aantal mg ijzer(ii)fumaraat in de onderzochte staalpil: het aantal mol ijzer(ii)fumaraat in de onderzochte staalpil vermenigvuldigen met de molaire massa van ijzer(ii)fumaraat (bijvoorbeeld via Binas-tabel 99: 169,91 g mol 1 ) en met 10 3 (mg g 1 ) 1 Maximumscore Pipetteer 5,00 ml in een maatolf van 1000 ml en vul met water aan tot de maatstreep. 5,00 ml aanvullen tot 1000 ml 1 het juiste glaswer genoemd 1 Maximumscore 1 Om te verhinderen dat Fe + wordt omgezet tot Fe 3+. Maximumscore In de blanco-oplossing moeten alle oplosbare ingrediënten van de staalpil zonder het ijzer(ii)fumaraat, in de juiste verhouding en de juiste verdunning vooromen, alsmede de reductor. alle oplosbare bestanddelen van de staalpil moeten er in zitten behalve ijzer(ii)fumaraat en de reductor 1 in de juiste verhouding en de juiste verdunning 1 Opgave Organisch allerlei (1 punten) Maximumscore 8 Een juist antwoord an er als volgt uitzien: in alle structuren alle oolstof- en waterstofatomen op de juiste plaats geteend 1 van a drie mesomere structuren geteend 1 in ele mesomere structuur van a de bindende eletronenparen juist 1 in ele mesomere structuur van a de niet-bindende eletronenparen juist 1 in alle mesomere structuren van a de formele ladingen op de juiste plaats 1 van b vier mesomere structuren geteend 1 in ele mesomere structuur van b de bindende eletronenparen juist 1 in alle mesomere structuren van b de formele ladingen op de juiste plaats 1 NSO016 Radboud Universiteit, Nijmegen Theorietoets correctievoorschrift 4

5 Maximumscore 4 Het zijn geen enantiomeren, want de oriëntatie rond de C atomen 3 en 5 verandert niet. twee producten geteend 1 in beide producten het Br atoom gebonden aan het meest gesubstitueerde C atoom 1 de oriëntatie rond C3 en C5 blijft hetzelfde 1 dus geen enantiomeren 1 Indien in een overigens juist antwoord is beargumenteerd dat de twee producten geen enantiomeren zijn omdat de moleculen niet elaars spiegelbeeld zijn 3 Maximumscore 4 Kennelij heeft het azijnzuur met de ethanol gereageerd, onder vorming van ethylethanoaat. Dat is een (tamelij) apolaire stof, zodat het oplosmiddel minder polair is geworde waardoor de polaire verbinding A niet meer on oplossen. azijnzuur en ethanol hebben met elaar gereageerd 1 vermelding van het reactieproduct 1 het reactieproduct is apolair 1 waardoor het oplosmiddel minder polair wordt (en de verbinding A niet meer an oplossen) 1 Maximumscore 5 Er treedt mutarotatie op. De etherbinding in een β-d-glucopyranosemolecuul wordt verbroen, waarbij een aldehydgroep in een open eten structuur wordt gevormd. De aldehydgroep roteert rond de enelvoudige binding, waarna weer ringsluiting plaatsvindt. Uiteindelij leidt dit tot een evenwicht, waarna de specifiee rotatie niet meer verandert: de etherbinding wordt verbroen 1 de aldehydgroep roteert 1 er vindt weer ringsluiting plaats 1 er ontstaat een evenwicht (zodat de specifiee rotatie niet meer verandert) 1 juiste structuurformules 1 NSO016 Radboud Universiteit, Nijmegen Theorietoets correctievoorschrift 5

6 Opgave 3 Radicaal (15 punten) d[ I] 1 d[ R ] 1 d[ M] initiatie: s i i [ I] of s i i [ I] of s i i [ I] dt dt dt d[ M] d[ M] propagatie: sp p[ M][ M] of sp p[ M][ M] dt dt 1 d[ M] terminatie: d[ M s n+m ] t t[ M] of st t[ M] dt dt een juiste uitdruing voor de initiatiestap 1 een juiste uitdruing voor de propagatiestap 1 een juiste uitdruing voor de terminatiestap 1 Maximumscore 4 De initiatiestap is een eerste orde reactie, waarvoor geldt: ln ln 5 i 6,4 10 t s 1. ln [ I0 ] [] I t i of ln t1 i, dus notie dat de initiatiestap een eerste orde reactie is 1 bereening van de halveringstijd in s: 3 (uur) vermenigvuldigen met 60 (min uur 1 ) en met 60 (s min 1 ) 1 bereening van i : ln delen door de halveringstijd 1 juiste eenheid 1 Als de reactie bij 65 C,0 eer zo snel gaat als bij 50 C, is E a (50 +73)(65+73) 1,0 8,314 ln 4, 10 J mol (50 +73) (65+73), ,0 1,0 omreening van de temperaturen in C naar K 1 Voor de steady state van M geldt s i = s t, of Dit ingevuld in s p p [ M][ M] levert i[] sp p[ M] I ,0,0 i[ I] = t[ M ], dus i[] I [ M] =. voor de steady state van M geldt s i = s t 1 dus [ M] = dus [] I i t i[] sp p[ M] I 1 t t t 1 NSO016 Radboud Universiteit, Nijmegen Theorietoets correctievoorschrift 6

7 Maximumscore Als alle etens ongeveer even lang moeten worden, moeten ze allemaal tegelij beginnen en niet halverwege termineren. Dat is het geval als i >> p >> t. de etens moet tegelij beginnen en mogen niet halverwege termineren 1 conclusie 1 Opgave 4 Kolendamp in de ruimte (5 punten) Maximumscore 4 Een juist antwoord an er als volgt uitzien: in het C atoom en in het O atoom een eletronenpaar in s 1 in het C atoom twee ongepaarde eletronen in p 1 in het O atoom één eletronenpaar en twee ongepaarde eletronen in p 1 in het CO molecuul eletronenparen in σ s, σ * s, σ p en in de twee π p 1 Maximumscore 4 8 BO 3 Dit wijst op een drievoudige binding in het CO molecuul: aantal eletronen in bindende en anti-bindende MO s juist 1 een Lewisstructuur met een drievoudige binding tussen C en O geteend 1 de ladingen in de Lewisstructuur juist geteend 1 NSO016 Radboud Universiteit, Nijmegen Theorietoets correctievoorschrift 7

8 Maximumscore 5 De reactie-enthalpie voor de reactie an worden bereend uit de vormingswarmten: Δ r H = ( 1, ) + ( 1, ) = +0, J mol 1. Deze reactie-enthalpie an oo worden bereend uit de bindingsenergieën: Δ r H = BE H-H BE CO + BE C-H (ald) + BE C=O (ov) dus BE CO = BE H-H + BE C-H (ald) + BE C=O (ov) Δ r H = ( 4, ) + ( 3, ) + ( 8, ) (+0, ) = 10, J mol 1. in de bereening van de reactie-enthalpie uit de vormingswarmten alle vormingswarmten juist 1 in de bereening van de reactie-enthalpie uit de vormingswarmten alle teens juist verwert 1 in de bereening van de bindingsenergie van de CO binding alle bindingsenergieën juist 1 in de bereening van de bindingsenergie van de CO binding de bindingsenergie van de C H binding vermenigvuldigd met 1 in de bereening van de bindingsenergie van de CO binding de alle teens juist verwert 1 Maximumscore De uitomst van de vorige vraag houdt in dat de binding tussen het C atoom en het O atoom in een CO molecuul sterer is dan een C = O binding, want die is 8, J mol 1, dus in overeenstemming met een bondorder van 3 / met een bondorder groter dan. de uitomst vergeleen met de bindingsenergie van een C = O binding 1 conclusie ten aanzien van de bondorder 1 hybridisatietoestand van het stof C atoom O atoom oolstofmonoöxide sp sp methanal sp sp methanol sp 3 sp 3 hybridisatietoestanden in oolstofmonoöxide juist 1 hybridisatietoestanden in methanal juist 1 hybridisatietoestanden in methanol juist 1 Maximumscore De bollen moeten elaar raen, dus de straal is gelij aan de helft van de leinste ribbe: 3,615 (Å) r 1,808 (Å). de bollen moeten elaar raen 1 NSO016 Radboud Universiteit, Nijmegen Theorietoets correctievoorschrift 8

9 Maximumscore 5 1 Er zitten 8 +1 moleculen in de eenheidscel. Deze hebben een massa van 8 8,010 u. Het volume van de eenheidscel is 3,615 3,615 5,880 sin60 = 66,55 Å 3, dus de dichtheid is 8,010 (u) 7 1 1, (g u ) 3 66,55 (Å ) (10 ) (m Å ) 3 1, (g m 3. bereening van het aantal moleculen in de eenheidscel 1 bereening van de massa van de CO moleculen in de eenheidscel: de massa van een CO molecuul (bijvoorbeeld via Binas-tabel 98: 8,010 u) vermenigvuldigen met het aantal moleculen in de eenheidscel 1 bereening van het volume van de eenheidscel: 3,615 3,615 5,880 sin60 ( Å 3 ) 1 bereening van de dichtheid in u Å 3 : de massa van de CO moleculen in de eenheidscel delen door het volume van de eenheidscel 1 omreening van de dichtheid in u Å 3 naar g m 3 : vermenigvuldigen met 1, (g u 1 ) en delen door (10 10 ) 3 (m 3 Å 3 ) 1 Opgave 5 Beton en oolzuur ( punten) Maximumscore Voorbeelden van een juist antwoord zijn: Als x mol CaCO 3 per liter zuiver water oplost, is [Ca + ] = [CO 3 ] = x. Het oplosbaarheidsproduct van CaCO 3 is K s = [Ca + ][CO 3 ] = x = 4,7 10 9, dus en x 9 5 4,7 10 6,9 10 mol L 1 (en dit is leiner dan, mol L 1 ). Als, mol L 1 CaCO 3 zou oplossen zouden [Ca + ] en [CO 3 ] beide gelij zijn aan, mol L 1 en dan zou [Ca + ][CO 3 ] = (, ) = 6, zijn. Dat is veel groter dan K s (dat is gelij aan 4, ), dus lost minder dan, mol per liter op. notie dat [Ca + ] = [CO 3 ] 1 bereening van [Ca + ] en [CO 3 ]: de wortel uit K s (is gelij aan 4, ) (en conclusie) 1 of notie dat [Ca + ] = [CO 3 ] 1 bereening van het ionenproduct in het geval, mol per liter zou oplossen: het wadraat van, en conclusie 1 Azijnzuur is een zwa zuur en HCl is een ster zuur. Dus in de azijnzuuroplossing met ph = 3 bevindt zich meer zuur (H 3 O + en HAc) dan in het zoutzuur met ph = 3. Dus in experiment 1 zal het stuje beton meer zijn aangetast dan in experiment. HAc is een zwa zuur en HCl is een ster zuur 1 dus in de azijnzuuroplossing met ph = 3 bevindt zich meer zuur (H 3 O + en HAc) dan in het zoutzuur met ph = 3 1 conclusie 1 NSO016 Radboud Universiteit, Nijmegen Theorietoets correctievoorschrift 9

10 Maximumscore 4 In de eerste titratie treedt de reactie HCO 3 (aq) + H 3 O + (aq) H O)l) + CO (aq) op. In de tweede titratie CO (aq) + OH (aq) HCO 3 (aq). In de eerste titratie heeft 0,0466 6,33 = 0,95 mmol H 3 O + (aq) gereageerd. Er zat dus 0,95 mmol HCO 3 (aq) in de 100 ml bronwater. In de tweede titratie heeft 0,0868 5,0 = 0,451 mmol OH (aq) gereageerd. In de tweede titratie heeft dus 0,451 mmol CO (aq) gereageerd. Hiervan was 0,95 mmol afomstig van de eerste titratie, dus in de 100 ml bronwater zat 0,451 0,95 = 0,156 mmol CO (aq). notie dat in de eerste titratie HCO 3 (aq) wordt getitreerd en dat in de tweede titratie CO (aq) wordt getitreerd (eventueel impliciet) 1 bereening van het aantal mmol HCO 3 (aq) in de 100 ml bronwater (is gelij aan het aantal mmol H 3 O + (aq) in de eerste titratie): 0,0466 (mmol ml 1 ) vermenigvuldigen met 6,33 (ml) 1 bereening van het totale aantal mmol CO (aq) dat in de tweede titratie heeft gereageerd (is gelij aan het aantal mmol OH (aq) in de tweede titratie): 0,0868 (mmol ml 1 ) vermenigvuldigen met 5,0 (ml) 1 bereening van het aantal mmol CO (aq) in de 100 ml bronwater: het aantal mmol CO (aq) dat in de eerste titratie is ontstaan (is gelij aan het aantal mmol H 3 O + (aq) in de eerste titratie) aftreen van het totale aantal mmol CO (aq) dat in de tweede titratie heeft gereageerd 1 Voor het evenwicht CO (aq) + H O(l) H 3 O + (aq) + HCO 3 (aq) geldt + + [H3O (aq)][hco 3 (aq)] 7 z = 4,5 10 [CO 7,0 (aq)] [H3O (aq)] 10 1,0 K, dus. [CO (aq)] 7 7 [HCO 4,5 3 (aq)] 4,5 10 4,5 10 juiste evenwichtsvoorwaarde 1 bereening van de [H 3 O + (aq)]: 10 7,0 1 Maximumscore Er zijn oo punten onder curve a met de verhouding [CO (aq)] 1,0. [HCO (aq)] 4,5 notie dat in het gebied onder curve a het beton niet wordt aangetast 1 rest van de uitleg 1 Volgens evenwicht ontstaan er per mmol gereageerd CO twee mmol HCO 3. Dus als bijvoorbeeld de concentratie CO (aq) daalt met 0,5 mmol L 1, stijgt de concentratie van HCO 3 (aq) met 1,0 mmol L 1. Dat omt overeen met lijn c. per mmol gereageerd CO ontstaan twee mmol HCO 3 1 als bijvoorbeeld de concentratie CO (aq) daalt met 0,5 mmol L 1, stijgt de concentratie van HCO 3 (aq) met 1,0 mmol L 1 1 conclusie 1 3 NSO016 Radboud Universiteit, Nijmegen Theorietoets correctievoorschrift 10

11 Maximumscore 5 Voorbeeld van een juiste bereening zijn: Bij de aantasting van het beton veranderen de concentraties van CO (aq) en HCO 3 (aq) volgens lijn c. De aantasting gaat net zolang door tot evenwicht is bereit, dat is als lijn c curve a snijdt. Zie de stippellijn in onderstaande figuur. en Op het snijpunt van lijn c met curve a is [HCO 3 (aq)] = 4,70 mmol L 1. Dat beteent dat tijdens de aantasting 4, , mol HCO 3 is ontstaan Dus is (4, ,00 10 ) mol CaCO 3 opgelost Dat is (4, ,00 10 ) 100,09 0,185 g CaCO 3. (Begin van de uitwering t/m het diagram als boven.) Op het snijpunt lijn c met curve a is [CO (aq)] = 0,65 mmol L 1. Dat beteent dat tijdens de aantasting, , mol CO is omgezet. Dus is oo, , mol CaCO 3 opgelost. Dat is (, , ) 100,09 = 0,185 g CaCO 3. notie dat de aantasting doorgaat tot lijn c curve a snijdt 1 aflezen van de [HCO 3 (aq)] in het snijpunt 1 bereening van het aantal mol HCO 3 dat per liter tijdens de aantasting is ontstaan: 1, mol L 1 aftreen van de afgelezen [HCO 3 (aq)] in mol L 1 1 bereening van het aantal mol CaCO 3 dat is opgelost: aantal mol HCO 3 dat per liter tijdens de aantasting is ontstaan, delen door 1 bereening van het aantal g CaCO 3 dat is opgelost: bereening van het aantal mol CaCO 3 dat is opgelost, vermenigvuldigen met de molaire massa van CaCO 3 (bijvoorbeeld via Binas-tabel 98: 100,09 g mol 1 ) 1 of notie dat de aantasting doorgaat tot lijn c curve a snijdt 1 aflezen van de [CO (aq)] in het snijpunt 1 bereening van het aantal mol CO dat per liter tijdens de aantasting is omgezet: de afgelezen [CO (aq)] in mol L 1 aftreen van, mol L 1 1 bereening van het aantal mol CaCO 3 dat is opgelost: is gelij aan het aantal mol CO dat per liter tijdens de aantasting is omgezet 1 bereening van het aantal g CaCO 3 dat is opgelost: bereening van het aantal mol CaCO 3 dat is opgelost, vermenigvuldigen met de molaire massa van CaCO 3 (bijvoorbeeld via Binas-tabel 98: 100,09 g mol 1 ) 1 Opmering Wanneer een onjuist antwoord op deze vraag het consequente gevolg is van een onjuist antwoord op de vorige vraag, dit antwoord op deze vraag goed reenen. NSO016 Radboud Universiteit, Nijmegen Theorietoets correctievoorschrift 11

12 Opgave 6 Lithium-zwavel batterij (16 punten) Maximumscore Een juist antwoord an er als volgt uitzien: de formule van S 8 juist 1 de formule van S 8 juist 1 Li S 8 + Li + + e Li S 6 + Li S of Li S Li e Li S 6 + Li S Li S 8 en Li + voor de pijl en Li S 6 en Li S of Li S na de pijl 1 e voor de pijl 1 juiste coëfficiënten 1 Maximumscore 4 Er geldt Δ f G 0 = Δ f H 0 TΔS of Δ f H 0 = Δ f G 0 + TΔS, dus: fh = 4,39 10 (J mol ) + 98(K) {8 63(J mol K ) 57(J mol K ) 16 9(J mol K )} ,47 10 (J mol ). Δ f H 0 = Δ f G 0 + TΔS 1 bereening van de ΔS voor de vorming van 8 mol Li S 1 bereening van de ΔS per mol Li S 1 Het aantal mol eletronen n is en de V 0 van het oppel Li/Li + is 3,04 V, dus 4, = 9, {V 0 (3,04} of 5 0 4,39 10 V = 3,04 = 0,77 V 4 9,65 10 notie dat het aantal mol eletronen n = 1 de V 0 van het oppel Li/Li + is 3,04 V 1 NSO016 Radboud Universiteit, Nijmegen Theorietoets correctievoorschrift 1

13 Maximumscore (C s ) 3(d) 4(h d ) 3600(s h ) ,94(g mol ) 1 (g) 4 1 9,65 10 (Cmol ) bereening van het aantal Coulomb dat gedurende de 3 dagen wordt getransporteerd: 00 (ma) vermenigvuldigen met 10 3 (A ma 1 ) en met 3 (dagen) en met 4 (uur dag 1 ) en met 3600 (s uur 1 ) 1 bereening van het aantal mol eletronen: het aantal Coulomb dat gedurende de 3 dagen wordt getransporteerd delen door de constante van Faraday 1 bereening van het aantal mol lithiumsulfide: het aantal mol eletronen delen door 1 bereening van het aantal g lithiumsulfide: het aantal mol lithiumsulfide vermenigvuldigen met de molaire massa van lithiumsulfide (bijvoorbeeld via Binas-tabel 99: 45,94 g mol 1 ) 1 NSO016 Radboud Universiteit, Nijmegen Theorietoets correctievoorschrift 13

37 e Nationale Scheikundeolympiade

37 e Nationale Scheikundeolympiade 37 e Nationale Scheikundeolympiade Radboud Universiteit Nijmegen THEORIETOETS opgaven maandag 13 juni 2016 Deze theorietoets bestaat uit 6 opgaven met in totaal 35 deelvragen. Gebruik voor elke opgave

Nadere informatie

38 e Nationale Scheikundeolympiade

38 e Nationale Scheikundeolympiade 8 e Nationale Scheikundeolympiade Rijksuniversiteit Groningen THEORIETOETS correctievoorschrift dinsdag juni 207 Deze theorietoets bestaat uit 6 opgaven met in totaal 4 deelvragen. Gebruik voor elke opgave

Nadere informatie

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE CORRECTIEMODEL VOORRONDE 2 af te nemen in de periode van 30 maart tot en met 3 april 205 Deze voorronde bestaat uit 20 meereuzevragen verdeeld over 7 onderwerpen en 3 opgaven

Nadere informatie

35 e Nationale Scheikundeolympiade

35 e Nationale Scheikundeolympiade 35 e Nationale Scheikundeolympiade Universiteit van Amsterdam Amsterdam THEORIETOETS correctievoorschrift woensdag 4 juni 014 46th IChO HANOI, VIETNAM 014 Deze theorietoets bestaat uit 6 opgaven met in

Nadere informatie

SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2018

SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2018 SCHEIKUNDEOLYMPIADE 08 CORRECTIEMODEL VOORRONDE af te nemen in de periode van 9 tot en met maart 08 Deze voorronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen verdeeld over 7 onderwerpen en opgaven met in totaal 6 open

Nadere informatie

Eindexamen vwo scheikunde pilot I

Eindexamen vwo scheikunde pilot I Duurzame productie van waterstof uit afvalwater 1 maximumscore 4 C 6 H 12 O 6 + 4 H 2 O 4 H 2 + 2 CH 3 COO + 2 HCO 3 + 4 H + molverhouding CH 3 COO : HCO 3 = 1 : 1 en C balans juist 1 coëfficiënt voor

Nadere informatie

SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2017

SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2017 SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2017 CORRECTIEMODEL VOORRONDE 2 af te nemen in de periode van 20 tot en met 24 maart 2017 Deze voorronde bestaat uit 20 meerkeuzevragen verdeeld over 7 onderwerpen en 3 opgaven met

Nadere informatie

SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2019

SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2019 SCHEIKUNDEOLYMPIADE 019 CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van 1 tot en met 5 januari 019 Deze voorronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen verdeeld over 8 onderwerpen en 3 opgaven met in

Nadere informatie

SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2017

SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2017 SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2017 CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van 18 tot en met 25 januari 2017 Deze voorronde bestaat uit 20 meerkeuzevragen verdeeld over 8 onderwerpen en 2 opgaven met

Nadere informatie

Eindexamen vwo scheikunde I

Eindexamen vwo scheikunde I Waterstof uit afvalwater 1 maximumscore 4 C 6 H 1 O 6 + 4 H O 4 H + CH COO + HCO + 4 H + molverhouding CH COO : HCO = 1 : 1 en C balans juist 1 coëfficiënt voor H + gelijk aan de som van de coëfficiënten

Nadere informatie

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van woensdag 5 januari 01 tot en met woensdag 1 februari 01 Deze voorronde bestaat uit 4 meerkeuzevragen verdeeld over

Nadere informatie

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE CORRECTIEMODEL VOORRONDE af te nemen in de periode van januari tot en met 5 februari 04 Deze voorronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen verdeeld over 8 onderwerpen en open opgaven

Nadere informatie

SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2018

SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2018 SCHEIKUNDEOLYMPIADE 018 CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van 15 tot en met 7 januari 018 Deze voorronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen verdeeld over 8 onderwerpen en opgaven met in totaal

Nadere informatie

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2016

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2016 NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2016 CORRECTIEMODEL VOORRONDE 2 af te nemen in de periode van 23 tot en met 30 maart 2016 Deze voorronde bestaat uit 20 meerkeuzevragen verdeeld over 9 onderwerpen en 3 opgaven

Nadere informatie

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE CORRECTIEMODEL VOORRONDE af te nemen in de week van woensdag 10 april 013 Deze voorronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen verdeeld over 6 onderwerpen en 3 open opgaven met in

Nadere informatie

scheikunde vwo 2017-II

scheikunde vwo 2017-II Kerosine uit zonlicht maximumscore 3 Een voorbeeld van een juiste berekening is: E = ( 2,42 0 5 ) + 0,5 ( 3,935 0 5 ) + 0,5 (,05 0 5 ) = +3,84 0 5 (J mol ). juiste verwerking van de vormingswarmten van

Nadere informatie

36 e Nationale Scheikundeolympiade

36 e Nationale Scheikundeolympiade 36 e Nationale Scheikundeolympiade YARA Sluiskil PRACTICUMTOETS correctievoorschrift dinsdag 9 juni 2015 Experiment 1 Bepaling van de hardheid van Zeeuws Vlaams leidingwater(40 punten) De volgende praktische

Nadere informatie

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 (de week van) woensdag 3 februari 2010 Deze voorronde bestaat uit 24 meerkeuzevragen verdeeld over 6 onderwerpen en 3 open vragen met in totaal

Nadere informatie

Stabilisator voor PVC

Stabilisator voor PVC Stabilisator voor PVC 1 maximumscore 2 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: Als chlooretheen polymeriseert ontstaan lange ketens zonder dwarsverbindingen. De ketens kunnen langs elkaar bewegen (bij

Nadere informatie

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2016

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2016 NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE 016 CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van 0 tot en met 7 januari 016 Deze voorronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen verdeeld over 8 onderwerpen en opgaven

Nadere informatie

_ Correctievoorschrift VWO

_ Correctievoorschrift VWO Correctievoorschrift VWO Cl) "C C::::s.=.=.- Cl) s: CJ en Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs 9 Tijdvak 88 Inhoud Algemene regels Scoringsvoorschrift. Scoringsregels. Antwoordmodel 795 CV9 Begin De

Nadere informatie

Uitwerkingen van de opgaven uit: CHEMISCHE ANALYSE ISBN , 1 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 3 Acidimetrie bladzijde 1

Uitwerkingen van de opgaven uit: CHEMISCHE ANALYSE ISBN , 1 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 3 Acidimetrie bladzijde 1 Hoofdstuk 3 Acidimetrie bladzijde 1 Opgave 1 a We titreren HCl met NaOH. Welke van de boven gegeven indicatoren kunnen we gebruiken? Elke genoemde indicator, de phverandering gaat ongeveer van ph = 3 tot

Nadere informatie

Eindexamen vwo scheikunde pilot I

Eindexamen vwo scheikunde pilot I Biodiesel uit plantaardig afval 16 maximumscore 2 De verbrandingswarmte van 1,0 L ethaanzuur bedraagt 3 1, 0 1, 05 10 5 6 8,72 10 10 = 15(MJ). 60,05 (Dit is kleiner dan 24 MJ L 1.) berekening van het aantal

Nadere informatie

36 e Nationale Scheikundeolympiade

36 e Nationale Scheikundeolympiade 36 e Nationale Scheikundeolympiade YARA Sluiskil THEORIETOETS correctievoorschrift maandag 8 juni 05 Deze theorietoets bestaat uit 6 opgaven met in totaal 33 deelvragen. Gebruik voor elke opgave een apart

Nadere informatie

VWO 1995 Scheikunde tijdvak 1. Het antwoord 2-methyl-1,2-propadiol of methyl-1,2-propadiol mag goed worden gerekend.

VWO 1995 Scheikunde tijdvak 1. Het antwoord 2-methyl-1,2-propadiol of methyl-1,2-propadiol mag goed worden gerekend. 2 3 1 notie dat het evenwicht bij hogere ph naar rechts is verschoven/afgelopen 1 (de oplossing is dan oranjegeel) dus: Mo ionen veroorzaken de oranjegele kleur 3 4 2 bij verwarmen verschuift het evenwicht

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2003-II

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2003-II 4 Antwoordmodel Etheen 1 Het juiste antwoord kan als volgt zijn weergegeven: 2 H 2 H 2 H 2 H 2 H H H H H H H H + 2H 2 2 H + H H H H H H H 2 voor de pijl 1 formule van glucose en het overgebleven fragment

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde vwo II

Eindexamen scheikunde vwo II Beoordelingsmodel aarverzorging maximumscore 3 Een juist antwoord kan er als volgt uitzien: N 2 2 2 N N 2 2 S de peptidebindingen juist getekend de zijketens juist getekend het begin van de structuurformule

Nadere informatie

ZUUR-BASE BUFFERS Samenvatting voor het VWO

ZUUR-BASE BUFFERS Samenvatting voor het VWO ZUUR-BASE BUFFERS Samenvatting voor het VWO versie december 2014 INHOUDSOPGAVE 1. Vooraf 2. Wat is een buffer? 3. Hoe werkt een buffer? 4. Geconjugeerd zuur/base-paar 5. De ph van een buffer De volgende

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1 vwo II

Eindexamen scheikunde 1 vwo II Beoordelingsmodel Cacaoboter 1 maximumscore 2 Voorbeelden van juiste antwoorden zijn: De warmte die nodig is voor het smelten, wordt aan de mond onttrokken. Smelten is (kennelijk) een endotherm proces.

Nadere informatie

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE EINDTOETS THEORIE

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE EINDTOETS THEORIE NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE EINDTOETS THEORIE Universiteit Twente Enschede maandag 1 juni, opgaven Deze eindtoets bestaat uit deelvragen verdeeld over opgaven Gebruik voor elke opgave een apart antwoordvel,

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2001-II

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2001-II Eindexamen scheikunde -2 vwo 200-II 4 Antwoordmodel Dizuren 6 0 + 4 2 2 6 0 4 + 4 2 6 0 voor de pijl en 6 0 4 na de pijl 2 2 voor de pijl en 2 na de pijl juiste coëfficiënten Indien de vergelijking 6 0

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1 vwo I

Eindexamen scheikunde 1 vwo I Beoordelingsmodel PKU 1 maximumscore 3 Een juist antwoord kan er als volgt uitzien: CH 3 S H 2 N CH 2 CH 2 C H O C N H OH CH 2 C H O C N H HO CH 3 CH C H O C peptidebindingen juist getekend 1 het begin

Nadere informatie

scheikunde vwo 2016-I

scheikunde vwo 2016-I Nitromusks 1 maximumscore Voorbeelden van een juist antwoord zijn: Het koolstofatoom met de methylgroep is een asymmetrisch koolstofatoom, dus er zijn (twee) spiegelbeeldisomeren. Het C atoom met de CH

Nadere informatie

UITWERKING CCVS-TENTAMEN 15 april 2019

UITWERKING CCVS-TENTAMEN 15 april 2019 l UITWERKING CCVS-TENTAMEN 15 april 2019 Frank Povel NB. Deze uitwerking is door mij gemaakt en is niet de uitwerking die de CCVS hanteert. Er kunnen dan ook op geen enkele wijze rechten aan deze uitwerking

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2004-I

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2004-I Eindexamen scheikunde 1 vwo 004-I 4 Beoordelingsmodel Zink 1 Een juist antwoord kan als volgt zijn geformuleerd: IJzerionen zijn Fe + of Fe 3+ en sulfide-ionen zijn en dat leidt tot de formule Fe of Fe

Nadere informatie

Oefenvraagstukken 5 VWO Hoofdstuk 11. Opgave 1 [HCO ] [H O ] x x. = 4,5 10 [CO ] 1,00 x 10

Oefenvraagstukken 5 VWO Hoofdstuk 11. Opgave 1 [HCO ] [H O ] x x. = 4,5 10 [CO ] 1,00 x 10 Oefenvraagstukken 5 VWO Hoofdstuk 11 Zuren en basen Opgave 1 1 Ga na of de volgende zuren en basen met elkaar kunnen reageren. Zo ja, geef de reactievergelijking. Zo nee, leg duidelijk uit waarom niet.

Nadere informatie

EXAMEN SCHEIKUNDE VWO 1982 EERSTE TIJDVAK uitwerkingen

EXAMEN SCHEIKUNDE VWO 1982 EERSTE TIJDVAK uitwerkingen EXAMEN SCHEIKUNDE VWO 1982 EERSTE TIJDVAK uitwerkingen Oxonium 1982-I(I) Opmerking: Het ruimtelijk verloop (zie onder) van de substitutiereactie (S N2) was bij de beantwoording niet noodzakelijk: Uit (methoxyethaan)

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Ademtest 1 maximumscore 2 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: Een ureummolecuul bevat NH 2 groepen / N-H bindingen, zodat er waterstbruggen (met watermoleculen) gevormd kunnen worden. (Dus ureum is

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2006-II

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2006-II 4 Beoordelingsmodel ollageen 1 et antwoord kan als volgt zijn genoteerd: 3 S 2 2 2 2 2 N N 2 N peptidebindingen juist getekend 1 het begin van de structuurformule weergegeven met N met N met N en het einde

Nadere informatie

ZUUR-BASE BUFFERS Samenvatting voor het VWO

ZUUR-BASE BUFFERS Samenvatting voor het VWO ZUUR-BASE BUFFERS Samenvatting voor het VWO versie december 2017 INHOUDSOPGAVE 1. Vooraf 2. Wat is een buffer? 3. Hoe werkt een buffer? 4. Geconjugeerd zuur/base-paar 5. De ph van een buffer De volgende

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2007-II

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2007-II Beoordelingsmodel EcoEthanol TM 1 maximumscore 2 Voorbeelden van juiste argumenten zijn: Er komt minder broeikasgas / de toename van het CO 2 gehalte in de atmosfeer wordt minder / het gaat de opwarming

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1 vwo I

Eindexamen scheikunde 1 vwo I Beoordelingsmodel Biobrandstofcel 1 maximumscore 2 berekening van de afname van het aantal mmol glucose per liter en van de toename van het aantal mmol Fe 2+ per liter in 150 uur: 1,03 ± 0,01 (mmol L 1

Nadere informatie

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE NATINALE SHEIKUNDELYMPIADE RRETIEMDEL VRRNDE 1 (de week van) woensdag 4 februari 2009 Deze voorronde bestaat uit 24 meerkeuzevragen verdeeld over 5 onderwerpen en 3 open vragen met in totaal 13 deelvragen

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2007-II

Eindexamen scheikunde havo 2007-II Beoordelingsmodel Kwik 1 maximumscore 2 aantal protonen: 160 aantal elektronen: 158 aantal protonen: 160 1 aantal elektronen: het gegeven aantal protonen verminderd met 2 1 2 maximumscore 2 g 2 Cl 2 Indien

Nadere informatie

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE ATIALE SEIKUDELYMPIADE RRETIEMDEL VRRDE 1 (de week van) woensdag 2 februari 2011 Deze voorronde bestaat uit 24 meerkeuzevragen verdeeld over 6 onderwerpen en 3 open vragen met in totaal 15 deelvragen.

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo I

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo I Beoordelingsmodel Biobrandstofcel 1 maximumscore 2 berekening van de afname van het aantal mmol glucose per liter en van de toename van het aantal mmol Fe 2+ per liter in 150 uur: 1,03 ± 0,01 (mmol L 1

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2001-I

Eindexamen scheikunde havo 2001-I Eindexamen scheikunde havo -I 4 Antwoordmodel Nieuw element (in de tekst staat:) deze atomen zijn eerst ontdaan van een aantal elektronen dus de nikkeldeeltjes zijn positief geladen Indien in een overigens

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo II

Eindexamen scheikunde havo II Opgave aantal protonen : 48 aantal elektronen : 46 aantal protonen: 48 aantal elektronen: aantal protonen minus 2 2 selenide ion : Se 2- cadmium(ii)selenide : dse selenide-ion: Se 2- formule cadmiumselenide

Nadere informatie

38 e Nationale Scheikundeolympiade

38 e Nationale Scheikundeolympiade 38 e Nationale Scheikundeolympiade Rijksuniversiteit Groningen THEORIETOETS opgaven dinsdag 13 juni 2017 Deze theorietoets bestaat uit 6 opgaven met in totaal 34 deelvragen. Gebruik voor elke opgave een

Nadere informatie

BUFFEROPLOSSINGEN. Inleiding

BUFFEROPLOSSINGEN. Inleiding BUFFEROPLOSSINGEN Inleiding Zowel in de analytische chemie als in de biochemie is het van belang de ph van een oplossing te regelen. Denk bijvoorbeeld aan een complexometrische titratie met behulp van

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2006-II

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2006-II 4 Beoordelingsmodel Bookkeeper 1 Een juist antwoord kan er als volgt uitzien: Indien slechts één watermolecuul op een juiste manier via een waterstbrug aan het stukje cellulosemolecuul is getekend 1 Indien

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2003-II

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2003-II 4 Antwoordmodel N 1 N + N N en voor de pijl en N na de pijl 1 bij juiste formules voor en na de pijl: juiste coëfficiënten 1 Een voorbeeld van een juist energiediagram is: E 1 mol N -0,815. 10 5 J 1 mol

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2007-II

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2007-II Beoordelingsmodel EcoEthanol TM 1 maximumscore 2 Voorbeelden van juiste argumenten zijn: Er komt minder broeikasgas / de toename van het 2 gehalte in de atmosfeer wordt minder / het gaat de opwarming van

Nadere informatie

Opgave 1. Opgave 2. b En bij een verbruik van 10 ml? Dan wordt de procentuele onnauwkeurigheid 2 x zo groot: 0,03 / 20 x 100% = 0,3% Opgave 3

Opgave 1. Opgave 2. b En bij een verbruik van 10 ml? Dan wordt de procentuele onnauwkeurigheid 2 x zo groot: 0,03 / 20 x 100% = 0,3% Opgave 3 Hoofdstuk 13 Titratieberekeningen bladzijde 1 Opgave 1 Wat is het theoretisch eindpunt? Het theoretisch eindpunt is het titratievolume waarbij de bedoelde reactie precies is afgelopen. En wat is dan het

Nadere informatie

Eindexamen vwo scheikunde pilot II

Eindexamen vwo scheikunde pilot II Selectieve opname koolstofdioxide 1 maximumscore 2 Een juist antwoord kan als volgt zijn weergegeven: rechts van de pijl H + 1 juiste coëfficiënten 1 Indien in een overigens juiste vergelijking H 2 is

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2008-I

Eindexamen scheikunde havo 2008-I Beoordelingsmodel Uraan 1 maximumscore 2 aantal protonen: 92 aantal neutronen: 146 aantal protonen: 92 1 aantal neutronen: 238 verminderen met het aantal protonen 1 2 maximumscore 2 UO 2 + 4 HF UF 4 +

Nadere informatie

UITWERKING CCVS-TENTAMEN 16 april 2018

UITWERKING CCVS-TENTAMEN 16 april 2018 l UITWERKING CCVS-TENTAMEN 16 april 2018 Frank Povel NB. Deze uitwerking is door mij gemaakt en is niet de uitwerking die de CCVS hanteert. Er kunnen dan ook op geen enkele wijze rechten aan deze uitwerking

Nadere informatie

OEFENOPGAVEN VWO6sk1 TENTAMEN H1-11

OEFENOPGAVEN VWO6sk1 TENTAMEN H1-11 OEFENOPGAVEN VWO6sk1 TENTAMEN H1-11 06-07, HU, oktober 2006 1. POLARITEIT, WATERSTOFBRUGGEN Zie het apart uitgedeelde stencil voor extra theorie (is tentamenstof!) en een oefenopgave. 2. CHEMISCH REKENEN

Nadere informatie

scheikunde vwo 2015-II

scheikunde vwo 2015-II Dicoumarol 1 maximumscore 2 Een juist antwoord kan als volgt zijn weergegeven: structuurformule van coumarine en H 2 voor de pijl, structuurformule van 4-hydroxycoumarine en H + na de pijl en C balans,

Nadere informatie

Eindexamen havo scheikunde II

Eindexamen havo scheikunde II Radon 1 maximumscore 1 edelgassen 2 maximumscore 1 2+ Indien het antwoord positieve lading is gegeven 0 3 maximumscore 3 aantal protonen: 84 aantal neutronen: 134 naam element X: polonium aantal protonen:

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2004-II

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2004-II 4 Beoordelingsmodel Ky-auto 1 Een juiste uitleg leidt tot de conclusie dat de elektrode waaraan zuurstof reageert de positieve elektrode is. zuurstof is de oxidator / neemt elektronen op / zuurstofmoleculen

Nadere informatie

scheikunde vwo 2018-II

scheikunde vwo 2018-II Mauveïne 1 maximumscore Een juist antwoord kan als volgt zijn weergegeven: de twee delen afkomstig van o-toluïdine juist aangegeven 1 de delen afkomstig van aniline en p-toluïdine juist aangegeven 1 1

Nadere informatie

scheikunde oude stijl havo 2015-I

scheikunde oude stijl havo 2015-I Snelle auto's 1 maximumscore 2 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: De molecuulformule C 7 H 12 voldoet niet aan de algemene formule voor alkanen: C n H 2n+2. Het mengsel bestaat dus niet uitsluitend

Nadere informatie

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van woensdag 30 januari 2013 tot en met woensdag 6 februari 2013 Deze voorronde bestaat uit 22 meerkeuzevragen verdeeld

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo I

Eindexamen scheikunde havo I pgave (mono)stikstofmono-oxide Indien als antwoord stikstofoxide is gegeven 2 Een juiste verklaring leidt tot de uitkomst 7 (elektronen). elk atoom bevat 8 elektronen in totaal bevat het 2 - ion dus 2

Nadere informatie

OEFENOPGAVEN VWO ZUREN EN BASEN + ph-berekeningen

OEFENOPGAVEN VWO ZUREN EN BASEN + ph-berekeningen OEFENOPGAVEN VWO ZUREN EN BASEN + ph-berekeningen OPGAVE 1 01 Bereken hoeveel mmol HCOOH is opgelost in 40 ml HCOOH oplossing met ph = 3,60. 02 Bereken ph van 0,300 M NaF oplossing. 03 Bereken hoeveel

Nadere informatie

Eindexamen havo scheikunde pilot II

Eindexamen havo scheikunde pilot II Zelfbruiners 1 maximumscore 2 Een voorbeeld van een juist antwoord is: Bij de reactie reageert de dubbele binding tot een enkele binding / verdwijnt de dubbele binding, dus het is een additiereactie. de

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2008-I

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2008-I Beoordelingsmodel Broom 1 maximumscore 2 Cl 2 + 2 Br 2 Cl + Br 2 Cl 2 voor de pijl en 2 Cl na de pijl 1 2 Br voor de pijl en Br 2 na de pijl 1 2 maximumscore 2 Voorbeelden van juiste antwoorden zijn: In

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo II

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo II Beoordelingsmodel Absint 1 maximumscore 2 Voorbeelden van juiste antwoorden zijn: In de structuurformule van α-thujon is de C 3 groep naar achteren getekend en de C 2 groep naar voren. In de structuurformule

Nadere informatie

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE NATINALE SEIKUNDELYMPIADE ANTWRDMDEL VRRNDE 2 (de week van) woensdag 12 april 2006 Deze voorronde bestaat uit 27 deelvragen verdeeld over 5 opgaven De maximumscore voor dit werk bedraagt 100 punten (geen

Nadere informatie

scheikunde bezem vwo 2016-I

scheikunde bezem vwo 2016-I Polyaspartaat 1 maximumscore 3 Ca 2+ + 2 HCO 3 CaCO 3 + H 2 O + CO 2 Ca 2+ en HCO 3 voor de pijl 1 CaCO 3, H 2 O en CO 2 na de pijl 1 juiste coëfficiënten 1 Opmerking Wanneer de vergelijking Ca 2+ + 2

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2004-I

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2004-I Eindexamen scheikunde 1- vwo 004-I 4 Beoordelingsmodel Haarkleuring 1 Het juiste antwoord kan als volgt zijn genoteerd: H N CH C en H N CH C CH CH structuurformule van serine juist 1 structuurformule van

Nadere informatie

1 Men beschouwt de vloeistoffen P en Q. 3

1 Men beschouwt de vloeistoffen P en Q. 3 Voorronde 1983 Opgaven woensdag 9 maart Deze voorronde bestaat uit 5 opgaven. et geheel omvat 6 pagina s. De eerste opgave bestaat uit een verzameling van zeven meereuzevragen. De tweede opgave is een

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2006-I

Eindexamen scheikunde havo 2006-I 4 Beoordelingsmodel Rood licht Maximumscore 1 1 edelgassen 2 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: De (negatieve) elektronen bewegen zich richting elektrode A dus is elektrode A de positieve elektrode.

Nadere informatie

Oefenopgaven analysetechnieken Scheikunde 2

Oefenopgaven analysetechnieken Scheikunde 2 Oefenopgaven analysetechnieken Scheikunde 2 Massaspectrometrie en IR-spectrometrie In het eindexamen van 2001 (eerste tijdvak) komt een opgave voor over MTBE. Dat is een stof die aan benzine wordt toegevoegd

Nadere informatie

Een reactie blijkt bij verdubbeling van alle concentraties 8 maal zo snel te verlopen. Van welke orde zou deze reactie zijn?

Een reactie blijkt bij verdubbeling van alle concentraties 8 maal zo snel te verlopen. Van welke orde zou deze reactie zijn? Hoofdstuk 19 Reactiesnelheid en evenwicht bladzijde 1 Opgave 1 Voor de volgende reactie: 4 NH 3(g) + 5 O 2(g) 4 NO(g) + 6 H 2O(g) blijkt onder bepaalde omstandigheden: S = 2,5 mol/l s. Hoe groot zijn:

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2002-I

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2002-I 4 Antwoordmodel Munt 1 Het juiste antwoord bevat de notie dat V 0 = +0,96 V van N 3 + H + /N + H 2 of V 0 = +0,93 V van N 3 + H + /HN 2 + H 2 of V 0 = +0,81 V van N 3 + H + /N 2 + H 2 groter is dan V 0

Nadere informatie

www. Chemie 1997 juli Vraag 1 Bij de zogenaamde thermietreactie wordt vast Fe 2 O 3 via een reactie met aluminium omgezet tot Al 2 O 3 en ijzer. Veronderstel dat je beschikt over 25,0 g aluminium en 85,0

Nadere informatie

Toets02 Algemene en Anorganische Chemie. 30 oktober 2015 13:00-15:30 uur Holiday Inn Hotel, Leiden

Toets02 Algemene en Anorganische Chemie. 30 oktober 2015 13:00-15:30 uur Holiday Inn Hotel, Leiden Toets02 Algemene en Anorganische Chemie 30 oktober 2015 13:00-15:30 uur Holiday Inn Hotel, Leiden Naam: Studentnummer Universiteit Leiden: Dit is de enige originele versie van jouw tentamen. Het bevat

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2001-II

Eindexamen scheikunde havo 2001-II Eindexamen scheikunde havo 00-II 4 Antwoordmodel Energievoorziening in de ruimte et (uiteenvallen van de Pu-38 atomen) levert energie dus het is een exotherm proces. er komt energie vrij aantal protonen:

Nadere informatie

6 VWO SK Extra (reken)opgaven Buffers.

6 VWO SK Extra (reken)opgaven Buffers. 6 VWO SK Extra (reken)opgaven Buffers. Opgave I. 1 Je wilt een buffermengsel maken met ph = 4,20. Welke stoffen kun je het beste als uitgangsstoffen nemen? Opgave II. 2 In 1,00 liter water is opgelost

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2002-II

Eindexamen scheikunde havo 2002-II 4 Antwoordmodel Zuurstofvoorziening 1 aantal protonen: 16 aantal elektronen: 17 aantal protonen: 16 1 aantal elektronen: aantal protonen vermeerderd met 1 1 2 4 KO 2 2 K 2 O + 3 O 2 alleen KO 2 voor de

Nadere informatie

(g) (g) (g) NH 3. (aq) + Cl - (aq)

(g) (g) (g) NH 3. (aq) + Cl - (aq) OPGAVE 1 In onderstaand schema is het technische proces voor de bereiding van soda (natriumcarbonaat) weergegeven. De blokken 1, 2, 3 en 4 stellen reactorvaten voor. Door middel van pijlen is aangegeven

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores. na de pijl 1. + HCl NH 4. O NH OH gevolgd door H + + OH H 2

Vraag Antwoord Scores. na de pijl 1. + HCl NH 4. O NH OH gevolgd door H + + OH H 2 Ademtest 1 maximumscore 2 NH 3 + H + NH 4 + H + voor de pijl 1 NH 3 voor de pijl en NH + 4 na de pijl 1 Indien als antwoord is gegeven NH 3 + HCl NH 4 Cl 1 Wanneer een antwoord is gegeven als: NH 3 + H

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO. scheikunde (oude stijl) inzenden scores Voor dit examen hoeft u geen afnamegegevens aan de Citogroep te verstrekken.

Correctievoorschrift VWO. scheikunde (oude stijl) inzenden scores Voor dit examen hoeft u geen afnamegegevens aan de Citogroep te verstrekken. scheikunde (oude stijl) Correctievoorschrift VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs 0 04 Tijdvak 1 inzenden scores Voor dit examen hoeft u geen afnamegegevens aan de Citogroep te verstrekken. 400014-1-5c

Nadere informatie

Hoofdstuk 8. Opgave 2. Opgave 1. Oefenvragen scheikunde, hoofdstuk 8 en 10, 5 VWO,

Hoofdstuk 8. Opgave 2. Opgave 1. Oefenvragen scheikunde, hoofdstuk 8 en 10, 5 VWO, Oefenvragen scheikunde, hoofdstuk 8 en 10, 5 VWO, Hoofdstuk 8 Opgave 1 Bruistabletten bevatten onder andere natriumwaterstofcarbonaat. Als je deze tabletten in water brengt, treedt een reactie op waarbij

Nadere informatie

OEFENOPGAVEN VWO EVENWICHTEN

OEFENOPGAVEN VWO EVENWICHTEN OPGAVE 1 OEFENOPGAVEN VWO EVENWICHTEN In een ruimte van 5,00 liter brengt men 9,50 mol HCl(g) en 2,60 mol O 2 (g). Na evenwichtsinstelling is 40,0% van de beginstoffen omgezet en is er Cl 2 (g) en H 2

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo I

Eindexamen scheikunde havo I Beoordelingsmodel uderdomsbepaling 1 maximumscore 1 edelgassen Indien het antwoord groep 18 is gegeven 0 2 maximumscore 2 aantal protonen aantal neutronen aantal elektronen in 40 K en in 40 Ar ongelijk

Nadere informatie

5.4 ph van oplossingen van zwakke zuren of zwakke basen

5.4 ph van oplossingen van zwakke zuren of zwakke basen Opmerking: We gaan ervan uit, dat bij het mengen van oplossingen geen volumecontractie optreedt. Bij verdunde oplossingen is die veronderstelling gerechtvaardigd. 5.4 ph van oplossingen van zwakke zuren

Nadere informatie

4 11 juni EINDTOETS THEORIE antwoordmodel

4 11 juni EINDTOETS THEORIE antwoordmodel 29 e ATIALE SCEIKUDELYMPIADE 4 juni 2008 EIDTETS TERIE antwoordmodel maandag 9 juni 2008, 8.30 2.30u Deze eindtoets bestaat uit 32 deelvragen verdeeld over 7 opgaven Bij deze toets hoort een antwoordblad

Nadere informatie

SCHEIKUNDE VWO 4 MOLBEREKENINGEN ANTW.

SCHEIKUNDE VWO 4 MOLBEREKENINGEN ANTW. OPGAVE 1 LEVEL 1 Uit de opgave haal je dat koper en zuurstof links van de pijl moeten staan en koper(ii)oxide rechts van de pijl. Daarna maak je de reactievergelijking kloppend. 2 Cu + O 2 à 2 CuO Filmpje

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2008-II

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2008-II Beoordelingsmodel De nylonbacterie 1 maximumscore 3 Een juiste berekening leidt tot de uitkomst 2,0 10 2. notie dat N 2 2 2 2 2 de repeterende eenheid is van een molecuul nylon-6 (eventueel impliciet)

Nadere informatie

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE CORRECTIEMODEL VOORRONDE af te nemen in de week van woensdag 8 maart 01 Deze voorronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen verdeeld over 6 onderwerpen en open opgaven met in totaal

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2007-I

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2007-I Beoordelingsmodel Epoxypropaan 1 maximumscore 3 methoxyetheen stamnaam etheen 1 voorvoegsel methoxy 2 Indien een naam is gegeven waarin als enige fout een onjuist voorvoegsel voorkomt, maar uit de naam

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde pilot havo II

Eindexamen scheikunde pilot havo II Beoordelingsmodel Papier en (afval)water 1 maximumscore 2 Voorbeelden van juiste antwoorden zijn: H... H C H H... H H H C H H... H C H H... H H H C H eerste H-brug juist getekend 1 tweede H-brug juist

Nadere informatie

Eindexamen havo scheikunde pilot 2013-I

Eindexamen havo scheikunde pilot 2013-I Beoordelingsmodel ph-bodemtest 1 maximumscore 2 Een juist antwoord kan als volgt zijn geformuleerd: Het tabletje bevat bariumsulfaat en deze stof is slecht oplosbaar (in water). notie dat het tabletje

Nadere informatie

EXAMEN SCHEIKUNDE VWO 1984, EERSTE TIJDVAK, uitwerkingen

EXAMEN SCHEIKUNDE VWO 1984, EERSTE TIJDVAK, uitwerkingen EXAMEN SCHEIKUNDE VWO 1984, EERSTE TIJDVAK, uitwerkingen Vetzuren 1984-I(I) De (carbon)zuurgroep in de alkaanzuren is een polaire groep (met C O- en O H-dipolen). Op grond van de interactie van deze groep

Nadere informatie

Eindexamen vwo scheikunde pilot 2013-I

Eindexamen vwo scheikunde pilot 2013-I Asbjørn Følling en de ontdekking van PKU 6 maximumscore 2 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: Om aan te tonen dat stof X de groenkleuring veroorzaakt: aan urine van gezonde mensen (een kleine hoeveelheid)

Nadere informatie

Scheikunde VWO. Vrijdag 19 mei 1995 13.30 16.30 uur. vragen

Scheikunde VWO. Vrijdag 19 mei 1995 13.30 16.30 uur. vragen Scheikunde VWO vragen Vrijdag 19 mei 1995 1330 1630 uur toelichting Dit examen bestaat uit 23 vragen Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden instructie

Nadere informatie

ßCalciumChloride oplossing

ßCalciumChloride oplossing Samenvatting door R. 1673 woorden 17 februari 2013 8 1 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie Additiereactie Bij een reactie tussen hexeen en broom springt de C=C binding open. Aan het molecuul

Nadere informatie