Wij behouden ons het recht voor zonder voorafgaande mededeling wijzigingen aan te brengen.

Transcriptie

1 Handleiding Bediening & onderhoud pdf Trilwals CG300 Motor Deutz Deutz TD 3.6 L04 (IIIB/T4) Serienummer x0A063 - Vertaling van de oorspronkelijke instructies. Wij behouden ons het recht voor zonder voorafgaande mededeling wijzigingen aan te brengen. Gedrukt in Zweden

2

3 Inhoud Inleiding... Waarschuwingssymbolen... De machine... Bedoeld gebruik... Veiligheidsinformatie... Algemeen... CE-markering en Verklaring van conformiteit... 3 Veiligheid - algemene instructies... 5 Veiligheid - bij bediening... 7 Hellingen... 7 Rijden langs randen... 8 Veiligheid (Optioneel)... 9 Airconditioning... 9 Kantsnijder/-verdichter... 9 Speciale instructies... Standaardoliën en andere aanbevolen oliën en vloeistoffen... Lagere omgevingstemperatuur - bevriezingsgevaar... Hoge-druk reiniging... Brand blussen... Rolkooi (ROPS), goedgekeurde veiligheidscabine... Accuverwerking... Starten met accuklemmen (4V)... 3 Technische specificaties... 5 Trillingen - chauffeursplaats... 5 Geluidsniveau... 5 Electrisch systeem... 5 Afmetingen, zijkant... 6 Afmetingen, bovenkant... 7 Gewichten en volumes... 8 Werkcapaciteit pdf

4 Algemeen... 9 Hydraulisch systeem... 0 Automatic Climate Control (ACC) (optioneel)... 0 Aanhaalkoppel... Machinebeschrijving... 3 Dieselmotor... 3 Elektrisch systeem... 3 Aandrijfsysteem... 3 Remsysteem... 4 Stuursysteem... 4 Trilsysteem... 4 Cabine... 4 FOPS en ROPS... 4 Identificatie... 5 Product- en componentplaatjes... 5 Productidentificatienummer op het frame... 6 Machineplaat... 6 Toelichting bij serienummer 7PIN... 6 Motorplaatjes... 7 Stickers... 8 Locatie - stickers... 8 Veiligheidsstickers... 9 Infostickers... 3 Instrumenten/hendels... 3 Instrumentenpaneel en instrumenten... 3 Functiebeschrijvingen Toelichting bij de schermen Waarschuwingsindicatie - membraanpaneel (toetsenveld) Machinealarm "MAIN MENU" pdf

5 "USER SETTINGS"... 4 "MACHINE SETTINGS" "SERVICE MENU" "ABOUT" Hulp voor de bediener bij het starten Werkmodus hulp bediener Instrumenten en bedieningsorganen, cabine Functiebeschrijving van instrumenten en bedieningsorganen in de cabine Bedieningsorganen in de cabine gebruiken Ontdooier Verwarming Airconditioning ACC-bedieningspaneel Hoofdscherm ACC - bedieningsmenu's Elektrisch systeem (versie )... 5 Zekeringskaart in hoofdschakelkast... 5 Voeding in motorruimte/accuruimte... 5 Zekeringenkast bij hoofdschakelaar Zekeringen in cabine Bediening Voor het starten Hoofdschakelaar - Inschakelen Chauffeursstoel - instelling Chauffeursstoel, comfort - instellen Parkeerrem Display - bediening Interlock Chauffeurspostitie pdf

6 Zicht Starten De motor starten Weergave bij activering van keuze met de insteltoetsen Beschrijving van alarmen... 6 Rijden... 6 De wals besturen... 6 Versnelling via een aparte schakelaar met veerpositionering (versnellingsschakelaar)... 6 Draaibesturing Interlock/noodrem/parkeerrem - controleren Kantsnijden (optioneel) Trilling Handmatige/automatische trilling Handmatige trilling - inschakelen Amplitude/frequentie - Omschakelen Remmen Normaal remmen Noodrem gebruiken Uitschakelen Parkeren De walsen blokkeren Hoofdschakelaar Parkeren voor langere tijd... 7 Motor... 7 Accu... 7 Luchtreiniger, uitlaatpijp... 7 Sproeisysteem... 7 Brandstoftank... 7 Hydraulische tank pdf

7 Motorruimte, zeil... 7 Stuurcilinders, scharnieren, etc... 7 Diversen Heffen De wals ophijsen De wals ophijsen met een krik: Slepen/bergen Slepen over korte afstand met functionerende dieselmotor Slepen over korte afstanden wanneer de motor niet in werking is De wals slepen Trekoog Transport Rij-instructies - Samenvatting Preventief onderhoud... 8 Controle bij aanname en levering... 8 Garantie... 8 Onderhoud - Smeermiddelen en symbolen Onderhoudsymbolen Onderhoud - Onderhoudsschema Service- en onderhoudpunten Algemeen Periodieke service (servicebericht) - optioneel Om de 0 werkuren (dagelijks) Om de EERSTE 50 werkuren Om de 50 werkuren (wekelijks) Om de 50 werkuren (maandelijks) Elke 500/500 bedrijfsuren Elke 000 bedrijfsuren Elke 000 bedrijfsuren Onderhoud - 0h pdf

8 Dieselmotor - oliepeil controleren... 9 Brandstoftank - Bijvullen... 9 Koelvloeistofpeil - controleren... 9 Watertanks - Bijvullen Sprinklersysteem/Wals Controleren Het groffilter reinigen Sproeisysteem/walsrol De sproeiers reinigen Hydraulische tank - oliepeil controleren Egaliseerbladen, verend Controleren Egaliseerbladen Instelling - bijstellen Onderhoud - 50u Brandstoffilter - aftappen Onderhoud - 50u Hydraulische oliekoeler Controleren - reinigen Accu - staat controleren Airconditioning (optioneel) - Inspectie Airconditioning (optioneel) Drogerfilter - Inspectie... 0 Kantsnijder (optioneel) - Smering... 0 Onderhoud - 500u Dieselmotor Olie verversen Motor Oliefilter vervangen Brandstofvoorfilter - vervangen/reinigen pdf

9 Accu - staat controleren Hydraulische oliekoeler Controleren - reinigen Luchtreiniger Controleren - Vervang het hoofd-luchtfilter Backupfilter - Vervangen Luchtfilter - Reinigen Wals - oliepeil Controleren - bijvullen Walsversnellingsbak-Oliepeil controleren Hydraulische tankdop - Controleren Rubberelementen en bevestigingsschroeven Controleren Airconditioning (optioneel) - Inspectie... 0 Taatslager - Smering... 0 Stoellager - Smering... 0 Airconditioning (optioneel) Drogerfilter - Inspectie... Kantsnijder (optioneel) - Smering... Onderhoud - 000u... 3 Dieselmotor Olie verversen... 3 Motor Oliefilter vervangen... 4 Brandstoffilter - vervangen/reinigen... 4 Hydraulische oliekoeler Controleren - reinigen... 5 Accu - staat controleren... 5 Luchtreiniger Controleren - Vervang het hoofd-luchtfilter pdf

10 Backupfilter - Vervangen... 6 Luchtfilter - Reinigen... 7 Wals: olie verversen... 7 Walsversnellingsbak - Olie vervangen... 8 Hydraulische tankdop - Controleren... 8 Hydraulisch filter Vervangen... 9 Rubberelementen en bevestigingsschroeven Controleren... 0 Stoellager - Smering... 0 Taatslager - Smering... Cabine Luchtfilter - vervangen... Airconditioning (optioneel) - Inspecteren... Airconditioning (optioneel) Drogerfilter - Inspectie... Kantsnijder (optioneel) - Smering... 3 Onderhoud - 000u... 5 Dieselmotor Olie verversen... 5 Motor Oliefilter vervangen... 6 Brandstoffilter - vervangen/reinigen... 6 Hydraulisch filter Vervangen... 7 Hydraulische oliekoeler Controleren - reinigen... 8 Accu - staat controleren... 8 Luchtreiniger Controleren - Vervang het hoofd-luchtfilter... 9 Backupfilter - Vervangen pdf

11 Luchtfilter - Reinigen Rubberelementen en bevestigingsschroeven Controleren Wals: olie verversen... 3 Stoellager - Smering... 3 Walsversnellingsbak - Olie vervangen... 3 Hydraulische tankdop - Controleren... 3 Hydraulische tank Olie vervangen Sproeisysteem - Aftappen Watertank - Reinigen Brandstoftank - Reinigen Cabine Luchtfilter - vervangen Airconditioning (optioneel) - Inspecteren Airconditioning (optioneel) Drogerfilter - Inspectie Taatslager - Smering Kantsnijder (optioneel) - Smering pdf

12 48644.pdf

13 Inleiding Inleiding Waarschuwingssymbolen De machine Dynapac CG300 is een zelfaandrijvende dubbele trilwals in de klasse 8 ton, met draaibesturing en 500 mm brede rollen. De besturing kan plaatsvinden met beide walsrollen of alleen de voorste walsrol. De machine is uitgerust met aandrijving, remmen, trilling en watersproeiers met timer op beide rollen. Voor voorwaartse aandrijving en remmen worden alle walsrolhelften gebruikt. Bedoeld gebruik De CG300 is met name bedoeld voor het verdichten van dunne en dikke asfaltlagen. De machine is voorzien van een voor dit doel geoptimaliseerde dubbele trillingsamplitude. Hij is echter ook geschikt voor het verdichten van korrelige ondergrondmaterialen zoals zand en grind. WAARSCHUWING! Geeft aan dat het een risico of een riskante handeling betreft, die tot ernstige of levensgevaarlijke persoonlijke verwondingen kan leiden, wanneer de waarschuwing wordt genegeerd. LET OP! Geeft aan dat het een risico of een riskante handeling betreft, die tot schade aan de machine of eigendommen kan leiden, wanneer de waarschuwing wordt genegeerd. Veiligheidsinformatie Het wordt aanbevolen chauffeurs ten minste op te leiden in de omgang met en het dagelijkse onderhoud van de machine overeenkomstig de instructiehandleiding. U mag nooit passagiers op de machine meenemen, en u moet tijdens het bedienen van de machine op de stoel zitten. De veiligheidshandleiding van de machine moet worden gelezen door iedereen die de wals bedient. Volg altijd de veiligheidsvoorschriften. Verwijder de handleiding nooit van de machine pdf

14 Inleiding Het is raadzaam dat de operator de veiligheidsinstructies in deze handleiding zorgvuldig leest. Volg altijd de veiligheidsvoorschriften. Zorg ervoor dat deze handleiding altijd gemakkelijk toegankelijk is. Lees eerst het hele handboek door voor u de machine start of met onderhoud begint. Vervang de handleidingen onmiddellijk als deze zoekgeraakt, beschadigd of onleesbaar zijn. Zorg voor een goede ventilatie (afzuiging door ventilator) waar de motor binnen wordt gedraaid. Algemeen Deze handleiding bevat informatie voor het rijden met en onderhouden van de wals. De machine moet correct worden onderhouden voor maximale prestaties. De machine moet schoon worden gehouden zodat lekkages, loszittende bouten en aansluitingen zo vroeg mogelijk kunnen worden ontdekt. Controleer de machine dagelijks, voordat u de machine in gebruik neemt. Inspecteer de hele machine, zodat lekkages of andere fouten kunnen worden ontdekt. Controleer de grond onder de machine. Lekkages kunnen makkelijker worden ontdekt op de grond dan op de machine zelf. DENK AAN HET MILIEU! Zorg ervoor dat olie, brandstof en andere stoffen die schadelijk zijn voor het milieu, niet in de natuur terechtkomen. Stuur gebruikte filters, afgetapte olie en brandstofresten altijd naar milieuvriendelijke afvalverwerking. Deze handleiding bevat instructies voor periodiek onderhoud die normaal moeten worden uitgevoerd door de chauffeur. U vindt aanvullende instructies voor de motor in de motorhandleiding van de fabrikant pdf

15 Inleiding CE-markering en Verklaring van conformiteit (Van toepassing op machines die in de EU/EEG worden verkocht) Deze machine is voorzien van een CE-markering. Dat betekent dat de machine bij levering voldoet aan de basisrichtlijnen op het gebied van gezondheid en veiligheid die onder machinerichtlijn 006/4/EC van toepassing zijn op deze machine, alsmede aan andere richtlijnen die op deze machine van toepassing zijn. Met deze machine wordt een 'Verklaring van conformiteit' meegeleverd, waarin de van toepassing zijnde richtlijnen en aanvullingen worden aangegeven, alsmede de geharmoniseerde normen en andere gebruikte richtlijnen pdf 3

16 Inleiding pdf

17 Veiligheid - algemene instructies Veiligheid - algemene instructies (Raadpleeg ook het Veiligheidshandboek). De chauffeur moet goed op de hoogte zijn van de inhoud van het gedeelte BEDIENING voor de wals wordt gestart.. Controleer of alle instructies in het gedeelte ONDERHOUD worden gevolgd. 3. Uitsluitend opgeleide en/of ervaren chauffeurs mogen met de wals rijden. U mag nooit passagiers meenemen. Blijf altijd zitten wanneer u met de wals rijdt. 4. Gebruik de wals nooit als hij moet worden afgesteld of gerepareerd. 5. Betreed of verlaat de wals uitsluitend wanneer deze stationair draait. Gebruik de beoogde handgrepen en rails. Wanneer u de wals betreedt of verlaat, moet u de "driepuntsgreep" hanteren (dat wil zeggen: altijd minimaal twee voeten en een hand of één voet en twee handen in contact met de machine). Spring nooit van de machine af. 6. De rolkooi (ROPS = Roll Over Protective Structure) moet altijd worden gebruikt wanneer de wals op een onveilige ondergrond rijdt. 7. Rijd langzaam door scherpe bochten. 8. Vermijd hellingen zoveel mogelijk. Rijd recht omhoog of omlaag op de helling. 9. Controleer wanneer u dicht bij greppels, sloten en gaten rijdt of tenminste /3 van de wals op reeds verdicht materiaal (vaste ondergrond) staat. 0. Vergewis u ervan dat er geen hindernissen zijn in de rijrichting; op de grond, voor of achter de wals of in de lucht.. Vooral op ongelijkmatige ondergrond moet u uiterst voorzichtig rijden.. Gebruik de bestaande veiligheidsuitrusting. Op een wals met ROPS/ROPS-cabine moet de stoelgordel gedragen worden. 3. Houd de wals schoon. Verwijder vuil of vet dat op het operatorplatform ophoopt onmiddellijk. Hou alle borden en stickers schoon en zorg dat ze leesbaar zijn. 4. Veiligheidsvoorschriften voor tanken: - Zet de motor uit - Rook niet. - Geen open vuur in de nabijheid van de machine. - Aard de tankgreep naar de tank om vonken te voorkomen 5. Voor het uitvoeren van reparaties en service: - Blokkeer de walsrollen/wielen en het gebied onder het egaliseerblad pdf 5

18 Veiligheid - algemene instructies 6. Wanneer het geluidsniveau hoger wordt dan 85 db(a), adviseren we geluidsbescherming te gebruiken. Het geluidsniveau kan variëren, afhankelijk van de uitrusting op de machine en het oppervlak waarop u de machine gebruikt. 7. Breng geen wijzigingen of modificaties aan de wals aan. Dit kan de veiligheid in gevaar brengen. Wijzigingen mogen alleen worden aangebracht na schriftelijke goedkeuring van Dynapac. 8. Gebruik de wals niet voordat de hydraulische olie zijn normale werktemperatuur heeft bereikt. Wanneer de olie koud is, is de remweg langer dan gebruikelijk. Raadpleeg de instructies in het gedeelte STOP. 9. Voor uw persoonlijke bescherming moet u altijd de volgende middelen dragen: - helm - werkschoenen met stalen neus - gehoorbescherming - reflecterende kleding / zeer goed zichtbare jas - werkhanschoenen pdf

19 Veiligheid - bij bediening Veiligheid - bij bediening Voorkom dat er personen de risicozone betreden of daar verblijven. Hanteer in alle richtingen een afstand van minimaal 7 m vanaf machines die aan het werk zijn. De chauffeur kan iemand toestaan zich op te houden in de risicozone, maar hij dient dan voorzichtig te zijn en de machine alleen te gebruiken als de betreffende persoon zichtbaar is of duidelijk heeft aangegeven waar hij of zij zich bevindt. Fig. Rijden op hellingen Max. 0 of 36% Hellingen Deze hoek werd gemeten op een harde, vlakke ondergrond met stilstaande machine. De stuurhoek was nul, het trillingsysteem was uitgeschakeld en alle tanks waren vol. Vergeet niet dat een losse ondergrond, wilde stuurbewegingen, het inschakelen van het trillingsysteem, de rijsnelheid en de verhoging van het zwaartepunt ook bij een lagere hellingshoek dan hier aangegeven, tot kantelen kan leiden. Bij gebruik van de machine op steile hellingen moet de tank tenminste halfvol zijn zodat de motor voldoende diesel krijgt. Als de cabine geëvacueerd moet worden, maak de hamer los die op de rechterachtercabinestijl bevestigd is en sla de achterruit stuk. Een ROPS (rolkooi), of een goedgekeurde veiligheidscabine, is altijd aanbevolen bij het rijden op hellingen of een onveilige ondergrond. Gebruik altijd de veiligheidsgordel. Vermijd zoveel mogelijk dwars over hellingen te rijden. Rij in plaats daarvan recht op en neer wanneer u op een helling werkt pdf 7

20 Veiligheid - bij bediening Rijden langs randen Controleer wanneer u dicht bij kanten rijdt, dat tenminste /3 van de wals zich op een ondergrond met voldoende draagvermogen bevindt. Bij gebruik van offset walsen mag slechts één walsrol in de positie draaien zoals afgebeeld op de tekening. De andere wals moet de grond over zijn volle breedte aanraken. /3 Fig. Positie van de wals bij rijden op wegkanten Onthoud dat het zwaartepunt van de machine naar buiten beweegt bij het sturen. Bijvoorbeeld naar rechts wanneer men het stuur naar links draait pdf

21 Veiligheid (Optioneel) Airconditioning Veiligheid (Optioneel) Het systeem bevat giftig koelmiddel onder druk. Het is verboden koelmiddel in de atmosfeer los te laten. Het koelcircuit mag alleen worden behandeld door geautoriseerde bedrijven. Het koelsysteem staat onder druk. Een verkeerd gebruik kan tot ernstige persoonlijke verwondingen leiden. De slangkoppelingen mogen niet losgemaakt worden. Afb. Airconditioning (ACC) Het systeem moet wanneer nodig door bevoegd personeel worden bijgevuld met een goedgekeurd koelmiddel. Raadpleeg de sticker op of in de buurt van de installatie. Kantsnijder/-verdichter Tijdens het werken moet de chauffeur zich ervan vergewissen dat er zich niemand anders in het werkgebied bevindt. 3 Afb. Kantsnijder/-verdichter. Transportstand. Werkstand 3. Houder voor wiel snijder/verdichter. De kantsnijder is uitgerust met draaiende onderdelen en er bestaat een risico beklemd te raken. Het gereedschap moet na elk gebruik worden teruggezet in de transportstand (omhoog) (). Als de kantsnijder en onderdelen ervan zijn gedemonteerd, moet deze in de vrijstand worden gezet en op de grond rusten pdf 9

22 Veiligheid (Optioneel) pdf

23 Speciale instructies Speciale instructies Standaardoliën en andere aanbevolen oliën en vloeistoffen Voordat de systemen en componenten de fabriek verlaten, worden ze gevuld met oliën en vloeistoffen die worden gespecificeerd in de oliespecificaties. Deze zijn geschikt voor omgevingstemperaturen van -5 C tot +40 C (5 F ). Voor biologische hydraulische olie geldt een maximum temperatuur van +35 C (95 F). Lagere omgevingstemperatuur - bevriezingsgevaar Zorg ervoor dat het sproeisysteem leeg/vrij van water is (sprinkler, slangen, tank(s)) of dat er antivries is toegevoegd zodat het systeem niet bevriest. Via de aan-/uitknop voor het pompsysteem kunt u het sproeisysteem voorzien van glycol. Sluit eerst de afsluitklep naar het systeem en open de aftapklep voor het waterfilter. Plaats vervolgens het uiteinde van de slang in een reservoir met antivries en druk op de aan-/uitknop voor het pompsysteem om antivries door de pomp(en) en het filter naar de sproeiers te laten lopen. Hoge-druk reiniging Spuit niet rechtstreeks op elektrische onderdelen. Gebruik geen hogedrukreiniging voor instrumentenpaneel / scherm. U mag de regeling voor de elektrische aandrijving (Electrical Drive Control) en de computerkast niet reinigen met een hogedrukspuit en in het geheel niet met water. Reinig ze met een droge doek. Reinigingsmiddelen die elektrische onderdelen kunnen beschadigen of die geleidend werken mogen niet worden gebruikt. Trek een plastic zak over de tankdop en zet hem vast met een elastiek. Op die manier voorkomt u dat er water onder hoge druk door de ventilatie-opening van de tankdop komt. Dit kan defecten veroorzaken, zoals het blokkeren van filters pdf

24 Speciale instructies Wanneer u de machine reinigt, mag u de waterstraal niet rechtstreeks op de tankdop richten. Dit is vooral belangrijk wanneer u een hogedrukreiniger gebruikt. Brand blussen Als de machine vlam vat, moet u een ABC-klasse poederbrandblusser gebruiken. U kunt ook een brandblusser van het type BE koolzuur gebruiken. Rolkooi (ROPS), goedgekeurde veiligheidscabine Als de machine is uitgerust met een rolkooi of goedgekeurde veiligheidscabine, voer dan nooit las- of boorwerkzaamheden aan de rolkooi of cabine uit. Probeer nooit een beschadigde rolkooi of veiligheidscabine te repareren. Vervang deze door een nieuwe rolkooi of veiligheidscabine. Accuverwerking Wanneer u accu's demonteert, moet u altijd eerst de negatieve kabel loskoppelen. Wanneer u accu's monteert, moet u altijd eerst de positieve kabel aansluiten. Verwerk gebruikte accu's op milieuvriendelijke wijze. Accu's bevatten giftig lood. Gebruik geen snellader voor het laden van de accu. Dit kan de levensduur van de accu verkorten pdf

25 Speciale instructies Starten met accuklemmen (4V) V 3 V Fig. Starten met accuklemmen 4V 4 Sluit de negatieve kabel niet aan op de negatieve terminal van de lege accu. Een vonk kan het zuur-waterstofgas ontsteken dat zich rond de accu heeft gevormd. Controleer of de accu die is gebruikt bij het starten met accuklemmen dezelfde voltage heeft als de lege accu. Schakel de ontsteking en alle stroomverbruikende apparatuur uit. Schakel de motor uit van de machine die wordt gebruikt voor het starten met accuklemmen. De startkabels moeten 4V stroom leveren. Sluit eerst de positieve terminal van de accu () met accuklemmen aan op de positieve terminal van de lege accu (). Sluit daarna de negatieve terminal van de accu (3) aan op bijvoorbeeld een bout (4) of het hijsoog van de machine met de lege accu. Start de motor van de stroomleverende machine. Laat de motor een tijdje draaien. Probeer nu de andere machine te starten. Koppel de kabels los in omgekeerde volgorde pdf 3

26 Speciale instructies pdf

27 Technische specificaties Technische specificaties Trillingen - chauffeursplaats (ISO 63) De trilniveau's worden gemeten in overeenstemming met de operationele cyclus die wordt beschreven ind e EU-richtlijn 000/4/EC voor machines die zijn uitgerust voor de EU-markt, met trilling ingeschakeld op zacht polymer-materiaal en met de chauffeurstoel in de transportpositie. De gemeten trillingen van de carrosserie zijn beneden de actiewaarde van 0,5 m/s², zoals voorgeschreven in richtlijn 00/44/EC. (Limiet is,5 m/s²) Gemeten hand-/armtrillingen waren ook beneden het actieniveau van.5 m/s² die is gespecificeerd in dezelfde richtlijn. (Limiet is 5 m/s²) Geluidsniveau Het geluidsniveau wordt gemeten in overeenstemming met de operationele cyclus die wordt beschreven ind e EU-richtlijn 000/4/EC voor machines die zijn uitgerust voor de EU-markt, met trilling ingeschakeld op zacht polymer-materiaal en met de chauffeurstoel in de transportpositie. Gegarandeerd geluidsvermogensniveau, L wa Geluidsdrukniveau bij het oor van de chauffeur (cabine), L pa 05 db (A) 85 ±3 db (A) Tijdens de werking kunnen de bovenstaande waarden variëren afhankelijk van de bedrijfsomstandigheden in kwestie. Electrisch systeem De machines zijn EMC-getest in overeenstemmin met EN 3309:000 'Constructiemachines' pdf 5

28 Technische specificaties Afmetingen, zijkant Afmetingen mm inch A Wielbasis D Diameter, wals 0 44 H Hoogte, met cabine L Lengte, standaardvariant S Dikte, walsamplitude, nominaal C Speling, beugel 70 8 K Speling, frame pdf

29 Technische specificaties Afmetingen, bovenkant Afmetingen mm inch B Machinebreedte, standaard R Draaicirkel W Walsrolbreedte O Overhang, rechterzijde frame 60.4 O Overhang, linkerzijde frame 60.4 α Stuurhoek ± pdf 7

30 Technische specificaties Gewichten en volumes Gewicht Servicegewicht 8 00 (kg) (lbs) Vloeistofvolumes Benzinetank 00 liter 6.4 gal Watertanks - voorzijde 385 liter 0.5 gal - achterzijde 385 liter 0.5 gal Gewicht Werkcapaciteit Statische lineaire belasting (voorzijde) (achterzijde) 7,0 7,0 (kg/cm) 5 5 (pli) Amplitude Hoog Laag 0,6 0,3 (mm) (in) Trilfrequentie Hoge amplitude (CE-006) Lage amplitude (CE-006) (Hz) (vpm) Centrifugale kracht Hoge amplitude (CE-006) Lage amplitude (CE-006) (kn) (lb) pdf

31 Technische specificaties Voortdrijving Snelheidsbereik 0- km/u mpu Klimcapaciteit (theoretisch) 40 % Verticale oscillatie ± 6 Motor Algemeen Fabrikant/model Deutz TD 3.6 L04 (IIIB/T4) Uitgangsvermogen (SAE J995), 00 rpm Motorsnelheid - stationair 000 rpm - laden/lossen 600 rpm - werk/transport 00 rpm 55 kw 74 pk De nieuwe Tier 4i/Stage IIIB motoren werken op diesel met een ultralaag zwavelgehalte (Ultra Low Sulphur Diesel: ULSD) van 5 ppm (parts per million) of minder. Een hoger zwavelgehalte zal werkingsproblemen veroorzaken en de technische levensduur van componenten negatief beïnvloeden, waardoor motorproblemen zouden kunnen optreden. Electrisch systeem Accu Wisselstroomdynamo 4V (xv 74Ah) 4V 60A Zekeringen Zie het hoofdstuk Elektrisch systeem - zekeringen Verlichting (indien gemonteerd) Watt Fitting Rijverlichting, voor 75/70 P43t (H4) Richtingaanwijzers, voor BA9s Zijverlichting 5 SV8,5 Remverlichting /5 BAY5d Richtingaanwijzers, achter BA5s Kentekenplaatverlichting 5 SV8,5 Werkverlichting 45 LED 70 PKs (H3) Binnenverlichting cabine 0 SV8,5 Verlichting walsranden 6 LED pdf 9

32 Technische specificaties Verlichting (indien gemonteerd) Watt Fitting Verlichting walsbehuizing BA5s Hydraulisch systeem Openingsdruk MPa Psi Aandrijfsysteem Voedingssysteem Trillingsysteem Controlesystemen Remrelease.8 60 Automatic Climate Control (ACC) (optioneel) Het in deze handleiding beschreven systeem is van het AC/ACC-type (Automatic Climate Control), d.w.z. een systeem dat de ingestelde temperatuur in de cabine handhaaft, mits de ramen en deuren gesloten worden gehouden. Koelvloeistof: HFC-R34:A Gewicht koelvloeistof (vol): 350 gram (,98 lbs) pdf

33 Technische specificaties Aanhaalkoppel Aanhaalkoppel in Nm voor ingeoliede of droge schroeven bij gebruik van een momentsleutel. Metrische schroefdraad, licht gegalvaniseerd (fzb): M - draad 8,8, ingeolied STERKTEKLASSE: 8,8, droog 0,9, ingeolied 0,9, droog,9, ingeolied M6 8,4 9,4 3,4 4,6 6,3 M M M M M M M M M ,9, droog Metrische schroefdraad, verzinkt (Dacromet/GEOMET): STERKTEKLASSE: M - draad 0,9, ingeolied 0,9, droog,9, ingeolied,9, droog M6,0 5,0 4,6 8,3 M M M M M M M M M pdf

34 Technische specificaties pdf

35 Machinebeschrijving Dieselmotor Machinebeschrijving De machine is voorzien van een volledig elektronisch geregelde, watergekoelde, viercilinder turbogeladen (WGT) dieselmotor met directe injectie (HPCR). WGT - 'Waste Gate Turbo': overdrukklep voor turbodruk HPCR - 'High Pressure Common Rail fuel injection': hogedruk commonrail brandstofinjectie (IIIB/T4i) De motor is bovendien voorzien van een gekoelde uitlaatgasrecirculatie (cegr) en een dieseloxidatiekatalysator (DOC) voor de nabehandeling van het uitlaatgas. Ook heeft de motor een elektronisch geregelde turbo met variabele stroming (VFT) en gesloten carterventilatie. ceegr - 'External Cooled EGR-electronically controlled': elektronisch geregelde extern gekoelde uitlaatgasrecirculatie DOC - 'Diesel Oxidation Catalyst': dieseloxidatiekatalysator VFT - 'Variable Flow turbocharger-el. controlled': elektronisch geregelde turbo met variabele stroming Elektrisch systeem De machine heeft de volgende besturingseenheden (ECU, Electronic Control Unit) en elektronica. Hoofd-ECU (voor de machine) Veiligheids-ECU (besturing/voorwaartse aandrijving) Dieselmotorbesturing (ECM) I/O-kaart (besturingskaart) Display Aandrijfsysteem Het aandrijfsysteem is een hydrostatisch systeem Machines met gedeelde walsrollen zijn voorzien van één aandrijfeenheid per walsrolhelft en een anti-spinsysteem. Alle aandrijfmotoren zijn parallel aangesloten en een hydraulische pomp voorziet alle motoren van hydraulische olie. De snelheid van de machine is proportioneel gerelateerd aan de hoek van de bedieningshendel (de uitslag van de vooruit/achteruit-hendel regelt de snelheid). De snelheidsschakelaar hoort bij de standaarduitrusting pdf 3

36 Machinebeschrijving Remsysteem Het remsysteem bestaat uit een bedrijfsrem, een secundaire rem en een parkeerrem. De bedrijfsrem zorgt voor een vertraging in het aandrijfsysteem, d.w.z. voor een hydrostatische remming. Secundaire rem/parkeerrem Het systeem van secundaire rem en parkeerrem bestaat uit schijfremmen op elke walsrol, walsrolhelft of set wielen, die met hydraulische druk gelost worden. Stuursysteem Het stuursysteem is een elektro-hydrostatisch systeem. Het mini-stuur is verbonden met een elektronische besturingseenheid die twee hydraulische kleppen aanstuurt. Deze hydraulische kleppen besturen op hun beurt de regelcilinders die met de voorste en achterste walsrollen zijn verbonden. De regelkleppen worden door een hydraulische pomp voorzien van vloeistof. De stuurhoek is proportioneel gerelateerd aan de uitslag van het stuurwiel. Trilsysteem Het trilsysteem is een hydrostatisch systeem waarbij een hydraulische motor de excentrische as aandrijft die de walstrillingen genereert. De walstrillingen worden gegenereerd door een excentrische as in de voorste of achterste walsrol. Elke excentrische as wordt aangedreven door een hydraulische motor, en elke hydraulische motor wordt door een hydraulische pomp voorzien van olie. De draairichting van de hydraulische motor bepaalt of er sprake is van hoge amplitude/lage frequentie of lage amplitude/hoge frequentie. Cabine De cabine heeft een verwarmings- en ventilatiesysteem met aanjagers/ontdooiers voor alle ramen. In de cabine kan airconditioning (ACC) worden geïnstalleerd. Nooduitgang De cabine heeft twee nooduitgangen: de deur en het rechterraam. FOPS en ROPS FOPS is de afkorting voor 'Falling Object Protective pdf

37 Machinebeschrijving Structure' (dakbescherming) en ROPS staat voor 'Roll Over Protective Structure' (rolbescherming). De cabine is goedgekeurd als beschermende cabine in overeenstemming met de FOPS- en ROPS-normen. Als het kunststof in de beschermende structuur van de cabine vervormingen of barsten vertoont, moet de cabine onmiddellijk worden vervangen. Verricht nooit eigenmachtig aanpassingen aan de cabine of beschermende structuur. Bespreek een gewenste aanpassing eerst met de productieafdeling van Dynapac, die dan zal bekijken of de aanpassing gevolgen heeft voor de goedkeuring overeenkomstig de ROPS-norm. Identificatie Product- en componentplaatjes 3, 4 4. Productplaatje - product-identificatie-nummer (PIN), model-/typeaanduiding. Motorplaatje - typeaanduiding, product- en serienummers 3. Cabine-/ROPS-plaatje - certificering, product- en serienummers 4. Componentplaatje, walsrol - product- en serienummers pdf 5

38 Machinebeschrijving Productidentificatienummer op het frame Het machine-pin (productidentificatienummer) () is op de linkerzijde van het achterste framegedeelte geponst. Afb.. PIN linkerzijde achterste framegedeelte Machineplaat Het machineplaatje () is bevestigd op de linkerzijde van het voorste framegedeelte. Op het plaatje staan onder meer de naam en het adres van de fabrikant, het type machine, het PIN, Productidentificatienummer (serienummer), het bedrijfsgewicht, het motorvermogen en het bouwjaar. (In sommige gevallen is er geen CE-markering.) Afb. Linkerzijde frame. Machineplaatje Bij het bestellen van reserveonderdelen moet u altijd het PIN-nummer van de machine opgeven V 0 A 3456 A B C D E F Toelichting bij serienummer 7PIN A= Fabrikant B= Productlijn/model C= Controleletter D= Geen codering E= Productie-eenheid F= Serienummer pdf

39 Machinebeschrijving Motorplaatjes De motortypeplaatjes () zijn bevestigd aan de bovenzijde en aan de rechterzijde van de motor. Op de plaatjes staan het motortype, het serienummer en de motorgegevens. Bij het bestellen van reserveonderdelen moet u altijd het serienummer van de motor opgeven. Raadpleeg ook het handboek van de motor. Bij sommige machine kan een motortypeplaat naast de machinetypeplaat aangebracht zijn, wanneer de originele plaat op de motor afgedekt is met extra apparatuur/opties pdf 7

40 Machinebeschrijving Stickers Locatie - stickers , Fig. Locatie, stickers en borden 8. Waarschuwing, beknellingszone Hoofdschakelaar Waarschuwing, roterende Koelvloeistof motoronderdelen 3. Waarschuwing, hete Water oppervlakken 4. Waarschuwing, remvrijgave Hydraulisch oliepeil Waarschuwing, instructiehandleiding Hydraulische olie Biologische hydraulische olie Waarschuwing, kantsnijder Dieselbrandstof Waarschuwing, Bevestigingspunt steenslagspreider 8. Waarschuwing, giftig gas Hijsplaatje Waarschuwing, startgas Hijspunt Handboekvakje Geluidsniveau Accuspanning Brandstof met laag zwavelgehalte , pdf

41 Machinebeschrijving Veiligheidsstickers Zorg ervoor dat alle veiligheidsstickers te allen tijde volledig leesbaar zijn. Verwijder vuil of bestel nieuwe stickers als ze onleesbaar worden. Gebruik het artikelnummer dat wordt vermeld op de sticker Waarschuwing: klemzone, wals. Blijf op een veilige afstand van de klemzone Waarschuwing - roterende motoronderdelen. Houd uw handen op een veilige afstand van dit risicogebied Waarschuwing - hete oppervlakken in de motorruimte. Houd uw handen op een veilige afstand van dit risicogebied Waarschuwing - remmen blootleggen Activeer de remontgrendeling niet zonder eerst het hoofdstuk over slepen gelezen te hebben. U kunt beklemd raken Waarschuwing - instructiehandleiding De chauffeur wordt verzocht de veiligheids-, rij- en onderhoudsinstructies van de machine te lezen voor hij/zij de machine in gebruik neemt Waarschuwing - kantsnijder (optioneel) Waarschuwing voor roterende motoronderdelen. Blijf op een veilige afstand van de klemzone pdf 9

42 Machinebeschrijving Waarschuwing - steenslagspreider (optioneel) De spreider is voorzien van draaiende onderdelen. Steek nooit uw handen of andere voorwerpen in het apparaat wanneer de spreider in bedrijf is. Stop altijd eerst de walsmotor voordat u afstellingen of onderhoud aan de spreider uitvoert Waarschuwing: klemzone, steenslagspreider (optioneel) Gevaar voor persoonlijk letsel en beklemming. Blijf ruimschoots uit de buurt van het werkgebied van de spreider Waarschuwing - giftig gas (optioneel, ACC) Lees de instructiehandleiding Waarschuwing - startgas Startgas mag niet worden gebruikt pdf

43 Machinebeschrijving Infostickers Handboekvakje Accuspanning Hoofdschakelaar Koelvloeistof Water Hydraulisch oliepeil Hydraulische olie Biologische hydraulische olie Niveau geluidsvermogen Bio-hydraulische olie, PANOLIN Brandstof met laag zwavelgehalte Dieselbrandstof Bevestigingspunt Hijsplaatje Hefpunt pdf 3

44 Fig. Instrumentenpaneel Instrumenten/hendels Machinebeschrijving Instrumentenpaneel en instrumenten /30/35 9/3 3 3 Contactschakelaar 3 Trilling achterste walsrol 5 Parkeerrem Vooruit-/achteruithendel 4 Werkmodus (offset en trilling toegestaan, zachte start en 6 * Waarschuwingslampjes stop ingeschakeld) 3 * Offset links/rechts 5 Alleen besturing met voorste walsrol 7 * Roterend waarschuwingslicht 4 Trilling aan/uit 6 Handmatige sproeier 8 * Grindspreider 5 Noodsproeier (AAN zolang de 7 Meer sproeien (timer) 9 Versnellingsschakelaar knop ingedrukt wordt gehouden) 6 * Kantsnijder, omhoog/omlaag 8 Automatische sproeier (AWC) 30 * Kantsnijder rechts/links 7 Centraal waarschuwingslampje 9 Minder sproeien (timer) 3 * Kantsnijder, sproeien 8 * Richtingaanwijzers 0 * Werkverlichting 3 * Walsrolverlichting 9 * Indicatie groot licht Claxon 33 Display 0 Hoge amplitude Noodrem 34 Functietoetsen (5 stuks) Trilling voorste walsrol 3 Snelheidsbegrenzer 35 Sproeien, emulsietank (combi) AVC (automatisch 4 Toerenschakelaar, dieselmotor 36 Serviceaansluiting trillingsbeheer) 37 Hoogte-instelling, * Optioneel 6 bedieningspaneel pdf

45 Machinebeschrijving 3 Functies. Richtingaanwijzers. Serviceverlichting (pos./uit/dimlicht) 3. Groot licht (uit/aan) Afb. Mini-stuur met schakelaars Functiebeschrijvingen Geen Naam Symbool Functie Contactsleutel Het elektrisch circuit is onderbroken. Alle instrumenten en electrische instrumenten krijgen stroom. Startmotor activering. Starten: Draai de contactsleutel rechtsom totdat het display wordt VERLICHT en wacht tot de weergave van de wals wordt UITGESCHAKELD en verandert in de statusafbeelding. Vooruit-/achteruithendel LET OP: De hendel moet in de neutrale stand staan om de machine te starten. Als de hendel in een andere positie staat, kunt u de motor niet starten. De richting en snelheid worden geregeld met de vooruit-/achteruithendel. Als de hendel naar voren wordt geduwd, gaat de wals vooruit en als de hendel naar achteren wordt geduwd, gaat de wals achteruit. De snelheid van de wals is proportioneel tot de afstand van de hendel tot de neutrale stand: hoe verder van de neutrale positie, hoe hoger de snelheid. 3 Offset links/rechts Met de linkerknop beweegt u de achterste walsrol naar links en met de rechterknop naar rechts. Stop altijd in de neutrale stand en druk nogmaals op de knop om naar de andere kant te gaan. In de werkstand brandt het lampje continu, in de offsetstand knippert het. 4 Trilling aan/uit Druk eenmaal op deze knop om trilling te starten en nogmaals om de trilling te stoppen pdf 33

46 Machinebeschrijving Geen Naam Symbool Functie 5 Noodsproeier Om in noodgevallen beide walsrollen te sproeien. Druk op de knop om de sproeipomp op vol vermogen te zetten. 6 Kantpers/-snijder, OMHOOG/OMLAAG Als de machine in de werkstand staat, kan de kantsnijder omhoog en omlaag worden bewogen. Als de machine in de transportstand staat, kan de kantsnijder alleen omhoog worden bewogen. Duw op de onderste knop om de kantsnijder omlaag te bewegen. Duw op de bovenste knop om de kantsnijder omhoog te bewegen. 7 Centraal waarschuwingslampje Algemene storingsindicatie. Zie het display (33) voor de storingsbeschrijving. Zie voor gedetailleerde informatie over de storingsindicatie de tabel 'Waarschuwingsindicatie - membraanpaneel'. Gele waarschuwingslamp - 'minder ernstige storing'. Rode waarschuwingslamp - 'ernstige storing'. 8 Richtingaanwijzers Geeft aan dat de richtingaanwijzers zijn ingeschakeld (met de schakelaar op de stuurkolom). 9 Indicator groot licht Hiermee wordt aangegeven dat de koplampen zijn ingeschakeld (deze worden ingeschakeld met het mini-stuur). 0 Amplitudeschakelaar, hoge amplitude Trilling, voorste walsrol NOOIT inschakelen als de schakelaar (4) is ingeschakeld. Inschakelen voor hoge amplitude (lage amplitude is de basismodus, indien de knop niet geactiveerd is). Inschakelen van trilling op voorste walsrol. Als de werkstand (4) niet is ingeschakeld, wordt er geen trilling op de walsrollen uitgeoefend. AVC (automatisch trillingsbeheer) Als deze functie wordt ingeschakeld, wordt de trilling automatisch in- en uitgeschakeld wanneer de vooruit-/achteruithendel vanuit de neutrale stand wordt geactiveerd en de wals een vooraf ingestelde snelheid bereikt. 3 Trilling, achterste walsrol NOOIT inschakelen als schakelaar (4) is ingeschakeld. 4 Werkstand (offset, trilling en kantsnijder (optie) toegestaan, zachte start en stop ingeschakeld) 5 Alleen besturing met voorste walsrol (CG) Inschakelen van trilling op achterste walsrol. Als de werkstand (4) niet is ingeschakeld, wordt er geen trilling op de walsrollen uitgeoefend. Hiermee wordt de werkstand ingeschakeld zodat trilling, offset en kantsnijder (optie) kunnen worden gebruikt, met zachte start en stop ingeschakeld. De wals start altijd in de transportstand. Alleen geldig voor machines met draaibesturing (CG). Inschakelen door alleen besturing met voorste walsrol in te schakelen. 6 Handmatige sproeier Continu sproeien van beide walsrollen. 7 Meer sproeien (timer) Met elke druk op de knop wordt de hoeveelheid water die op de walsrollen wordt gesproeid, verhoogd pdf

47 Machinebeschrijving Geen Naam Symbool Functie 8 Automatisch sproeien Met deze functie wordt de sproeier automatisch in- en uitgeschakeld wanneer de vooruit-/achteruithendel uit de neutrale stand wordt gehaald. 9 Minder sproeien (timer) Met elke druk op de knop wordt de hoeveelheid water die op de walsrollen wordt gesproeid, verlaagd. 0 Werkverlichting Als deze functie wordt ingeschakeld, gaat de werkverlichting AAN. Claxon In de ingedrukte stand klinkt de claxon. Noodrem Hiermee wordt de wals op de rem gezet en wordt de motor uitgeschakeld. De stroomvoorziening wordt uitgeschakeld. LET OP: bij het starten van de machine moet de noodrem worden uitgeschakeld. 3 Snelheidsbegrenzer Hiermee wordt de maximumsnelheid van de machine beperkt (de maximumsnelheid wordt verkregen door de vooruit-/achteruithendel helemaal voor- of achteruit te zetten). Zet de knop in de gewenste stand en lees de snelheid af op het display (33). 4 Toerenschakelaar, dieselmotor Schakelaar met drie standen: stationair (LO), brandstofbesparing (ECO) en werksnelheid (HI). LET OP: bij het starten van de machine moet de hendel in de stand stationair (LO) staan. Als de vooruit-/achteruithendel in de neutrale stand staat, blijft de motor op een laag toerental draaien als deze gedurende meer dan ongeveer 0 seconden stationair heeft gedraaid. Wordt de hendel uit de neutrale stand geduwd, dan zal het toerental weer toenemen tot het ingestelde niveau. 5 Parkeerrem Om de remmen te activeren, verzet u de hendel door boven op de schakelaar te drukken. Om de remmen vrij te zetten, duwt u het rode gedeelte en de schakelaar tegelijkertijd in en verzet u de hendel. LET OP: tijdens het starten van de machine moet deze op de parkeerrem staan. 6 Waarschuwingslichten Druk op de knop om de waarschuwingslichten in te schakelen. 7 Roterend waarschuwingslicht Druk op de knop om het roterende waarschuwingslicht in te schakelen pdf 35

48 Machinebeschrijving Geen Naam Symbool Functie 8 Grindspreider De grindspreider inschakelen. Handmatige/automatische spreiding. (CC4-34) 9 Versnellingsschakelaar Hiermee worden de drie verschillende versnellingsstanden geactiveerd: (), (). De actuele versnellingsstand wordt in het display weergegeven aan de hand van de volgende pictogrammen. Stand : voor optimale klimcapaciteit tijdens verdichting door trilling Stand : normale stand 30 Selectie kantsnijder, rechts/links Hiermee wordt de rechter of linker kantsnijder ingeschakeld. Druk op de bovenste knop om de rechter kantsnijder in te schakelen of op de onderste knop voor de linker kantsnijder. 3 Kantpers/-snijder, sproeien Druk de schakelaar in om de sproeier voor de kantpers/-snijder in te schakelen. 3 Verlichting walsranden en walsbehuizing Druk op de knop om de walsverlichting in te schakelen. 36 Serviceaansluiting Diagnoseaansluiting. De gateway wordt hier aangesloten om het CAN-Open-systeem uit te lezen pdf

49 Machinebeschrijving Toelichting bij de schermen Wanneer u de contactsleutel in stand I zet, verschijnt het startscherm. Dit scherm verschijnt een paar seconden en dan verschijnt het statusscherm. Afbeelding Startscherm Een statusscherm geeft informatie over het brandstofniveau, waterniveau in de sprinklertank, bedrijfsuren en spanningsniveau. Brandstof- en waterniveaus zijn gespecificeerd in procenten (%). Het scherm is actief tot de dieselmotor wordt gestart of een actieve schermkeuze wordt gemaakt via de functieknoppen onder het scherm. Afbeelding Statusscherm Wanneer de dieselmotor wordt gestart voordat er een actieve schermkeuze is gemaakt, wordt omgeschakeld naar het hoofdscherm. Dit scherm geeft een overzicht en blijft aanwezig tijdens het werken: - De snelheid staat in het midden van het scherm. - Motortoerental, trillingsfrequenties voor vooruit en achteruit rijden (optie), slagen/meter - impactometer (optie), en asfalttemperatuur (optie), staan in de hoek. Afbeelding Hoofdscherm / werkscherm Wanneer u op één van de menuselectieknoppen drukt, verschijnt een menuveld. Het veld is korte tijd zichtbaar en wanneer er geen selectie wordt gemaakt, verdwijnt het veld langzaam. Wanneer u op één van de menuselectieknoppen () drukt, verschijnt het menuveld weer. Afbeelding Hoofdscherm / werkscherm met menuselectieknoppen () pdf 37

50 Machinebeschrijving Voorbeeld van menuveld. Blader-/selectieknoppen om te kiezen uit de beschikbare functies. Alarmlogknop om motor- en machinealarmen weer te geven. Menu om instellingen / knoppen te selecteren, dat het hoofdmenu opent. Instellingen kunt u veranderen in het hoofdmenu. Knop Afsluiten/terugkeren zet iedere keer stap terug. De knop indrukken (circa seconden) geeft het hoofdmenu opnieuw weer. Het temperatuurscherm toont de temperatuur van de motor (bovenaan het scherm) en hydraulische vloeistof (onderaan het scherm). De waarden zijn in Celsius of Fahrenheit, afhankelijk van het eenhedensysteem dat u kiest. Afbeelding Temperatuurscherm Een menu voor de asfalttemperatuur en impactometerwaarde kan ook worden weergegeven wanneer een als accessoire leverbare asfalttemperatuurmeter en / of impactometer op de machine is geïnstalleerd. Meer informatie over deze accessoires vindt u in de handleidingen voor de accessoires. Afbeelding Scherm voor asfalttemperatuur / impactometer pdf

51 Machinebeschrijving "Geel" - waarschuwing Waarschuwingsindicatie - membraanpaneel (toetsenveld) - De motor heeft een actief alarm in de categorie geel (Alarmbeeld weergegeven in het display) - De communicatie met het display is onderbroken - Het brandstofpeil is lager dan 0% - Geen acculading "Rood" - waarschuwing Knippert ononderbroken rood - De motor heeft een actief alarm in de categorie rood (Alarmcode weergegeven in het display) - De communicatie met de motor is onderbroken - De motortemperatuur is te hoog - Lage oliedruk in de motor - Het luchtfilter is verstopt - De hydraulische vloeistoftemperatuur is te hoog - Het hydraulische vloeistoffilter is verstopt Wanneer een motoralarm is geactiveerd, ziet u het alarm op het scherm. Het motoralarm wordt afgegeven door de ECM, die het bewaken van de motorfuncties verzorgt. De melding, die uit een SPN- en FMI-code bestaat, kan worden "vertaald" via de foutcodelijst van de leverancier van de motor. U bevestigt de melding met de knop "OK" op het scherm. Wanneer een machinealarm is geactiveerd, ziet u het alarm op het scherm plus een waarschuwingstekst die het alarm beschrijft. U bevestigt de melding met de knop "OK" op het scherm pdf 39

52 Machinebeschrijving Machinealarm Symbool Naam Functie Waarschuwingssymbool, filter hydraulische olie Als het symbool verschijnt wanneer de dieselmotor op volle snelheid draait, moet het filter van de hydraulische olie vervangen worden. Waarschuwingssymbool, verstopt luchtfilter Waarschuwingssymbool, accu laden Waarschuwingssymbool, motortemperatuur Waarschuwingssymbool, temperatuur hydraulische olie Waarschuwingssymbool, laag brandstofpeil Als dit symbool wordt weergegeven terwijl de motor op volle snelheid draait, moet het luchtfilter gecontroleerd/vervangen worden. Als het symbool wordt weergegeven terwijl de motor draait, laadt de wisselstroomdynamo niet. Schakel de motor uit en spoor het defect op. Als dit symbool verschijnt, is de motor te heet. Schakel onmiddellijk de motor uit en spoor het defect op. Raadpleeg ook de motorhandleiding. Als dit symbool wordt weergegeven, is de hydraulische olie te heet en mag u niet met de wals rijden. Koel de olie door de dieselmotor stationair te laten draaien en spoor het defect op. Als dit symbool wordt weergegeven, is het brandstofpeil gedaald tot minder dan 0%. Waarschuwingssymbool, laag sproeiwaterpeil Waarschuwingssymbool, lage oliedruk, dieselmotor Waarschuwingssymbool, laag koelvloeistofpeil Waarschuwingssymbool, water in de brandstof Waarschuwingssymbool, armleuning niet in positie Waarschuwingssymbool, machinebesturing Als dit symbool wordt weergegeven, is het sproeiwaterpeil in de primaire tank gedaald tot minder dan 0%. Als dit symbool wordt weergegeven, is de motoroliedruk te laag. Schakel de motor meteen uit. Als dit symbool wordt weergegeven, moet u koelvloeistof/glycol bijvullen en een controle op lekkages verrichten. Als dit symbool wordt weergegeven, moet de motor worden gestopt en het water uit het brandstofvoorfilter worden afgetapt. Dit symbool geeft aan dat de armleuning is opgeklapt. In deze positie kunt u niet met de machine rijden. Als de armleuning tijdens het rijden wordt opgeklapt, stopt de machine na 7 seconden, net als wanneer u tijdens het rijden opstaat. Dit symbool wijst op een fout die te maken heeft met de besturing van de machine pdf

53 Machinebeschrijving Ontvangen alarmen worden opgeslagen / geregistreerd en kunnen worden bekeken door Schermalarmen te selecteren. Schermalarmen selecteren. "ENGINE ALARM" Opgeslagen / geregistreerde motoralarmen. "MACHINE ALARM" Opgeslagen / geregistreerde machinealarmen. Deze alarmen komen van de andere systemen op de machine. "MAIN MENU" In het hoofdmenu is het ook mogelijk bepaalde gebruikers- en machine-instellingen te veranderen, het servicemenu te openen voor kalibreerdoeleinden (uitsluitend speciaal servicepersoneel, vereist pincode) en de versie van de geïnstalleerde software te bekijken pdf 4

54 Machinebeschrijving "USER SETTINGS" Gebruikers kunnen de lichtinstellingen veranderen, kiezen tussen het metrische of het Britse eenhedensysteem en waarschuwingsgeluiden Aan/Uit zetten. Instellingen van het licht en contrastinstellingen op het scherm veranderen, inclusief de helderheid van het paneellicht pdf

55 Machinebeschrijving "MACHINE SETTINGS" De selectie "Sprinkler Pump: & " verricht u in de machine-instellingen. Wanneer de machine is uitgerust met dubbele sprinklerpompen (optie), is dit het menu waarin u selecteert welke sprinklerpompen moeten worden geactiveerd om de trommel(s) van water te voorzien. Wanneer de machine is uitgerust met accessoires (bijvoorbeeld een steenslagspreider), kunt u de instellingen hiervoor ook veranderen. "WORKMODE SETTINGS" Dit gedeelte is beveiligd met een pincode. Er zijn drie verschillende modi die u kunt selecteren in de werkmodus van de machine. (Zacht, Medium, Hard). Als de machine in de stand Zacht staat, wordt bij het starten een waarschuwing afgegeven. "SERVICE MENU" Het servicemenu is ook toegankelijk via het hoofdmenu voor veranderingen pdf 43