Inhoud 2000u- Onderhoud

Transcriptie

1 Handleiding ICC334HF-NL4.pdf Bediening & Onderhoud Trilwals CC334HF Motor Cummins QSB 3.3 Serienummer *284S00006* x0A Vertaling van oorspronkelijke instructies Onderhevig aan wijzigingen Gedrukt in Zweden

2

3 Inhoud Inleiding... De machine... Bedoeld gebruik... Waarschuwingssymbolen... Veiligheidsinformatie... Algemeen... 2 CE-markering en Verklaring van conformiteit... 3 Veiligheid - algemene instructies... 5 Veiligheid - bij bediening... 7 Hellingen... 7 Rijden langs randen... 8 Veiligheid (Optioneel)... 9 Airconditioning... 9 Kantsnijder/-verdichter... 9 Werkverlichting - Xenon... 0 Speciale instructies... Standaardoliën en andere aanbevolen oliën en vloeistoffen... Hogere omgevingstemperaturen van meer dan +40 C (04 F)... Lagere omgevingstemperatuur - bevriezingsgevaar... Temperaturen... Hoge-druk reiniging... 2 Brand blussen... 2 Rolkooi (ROPS), goedgekeurde veiligheidscabine... 2 Accuverwerking... 3 Starten met accuklemmen (24V)... 3 Technische specificaties... 5 Trillingen - chauffeursplaats... 5 Geluidsniveau... 5 Electrisch systeem... 5 Afmetingen, zijkant ICC334HF-NL4.pdf

4 Afmetingen, bovenkant... 7 Gewicht en volumes... 7 Werkcapaciteit... 8 Algemeen... 9 Hydraulisch systeem... 9 Automatic Climate Control (ACC) (optioneel) Aanhaalkoppel... 2 Machinebeschrijving Identificatie Productidentificatienummer op het frame Machineplaat Toelichting bij serienummer 7PIN Motorplaatjes Stickers Locatie - stickers Veiligheidsstickers Infostickers Instrumenten/hendels Instrumentenpaneel en instrumenten Functiebeschrijvingen Toelichting bij de schermen Machinealarm "MAIN MENU" "USER SETTINGS" "MACHINE SETTINGS" "SERVICE MENU" "ABOUT"... 4 Hulp voor de bediener bij het starten... 4 Werkmodus hulp bediener... 4 Instrumenten en bedieningsorganen, cabine ICC334HF-NL4.pdf

5 Functiebeschrijving van instrumenten en bedieningsorganen in de cabine De bedieningsorganen in de cabine gebruiken Ontdooier Verwarming Airconditioning Elektrisch systeem Zekeringen Zekeringen in cabine Bediening Voor het starten Hoofdschakelaar - Inschakelen Bedieningspaneel, aanpassingen Chauffeursstoel - instellen Chauffeursstoel, comfort - instellen Parkeerrem Display - bediening Interlock Chauffeurspostitie... 5 Zicht... 5 Starten De motor starten Weergave bij activering van keuze met de insteltoetsen Beschrijving van alarmen Rijden De wals besturen Machine met versnelling in de snelheidspotentiometer Machine met versnelling via een aparte schakelaar met drie standen (versnellingsschakelaar) Interlock/noodrem/parkeerrem - controleren ICC334HF-NL4.pdf

6 Draaibesturing (optioneel) Kantsnijden (optioneel) Trilling Handmatige/automatische trilling Handmatige trilling - inschakelen Amplitude/frequentie - Omschakelen Remmen Normaal remmen Noodrem gebruiken Uitschakelen Parkeren... 6 De walsen blokkeren... 6 Hoofdschakelaar... 6 Parkeren voor langere tijd Motor Accu Luchtreiniger, uitlaatpijp Sproeisysteem Brandstoftank Hydraulische tank Motorruimte, zeil Stuurcylinder, scharnieren, etc Diversen Heffen De stuurverbinding vergrendelen De wals ophijsen De wals ophijsen met een krik: De stuurverbinding ontgrendelen Slepen/bergen Slepen over korte afstand met functionerende dieselmotor ICC334HF-NL4.pdf

7 Slepen over korte afstanden wanneer de motor niet in werking is De wals slepen Trekoog Wals voorbereid voor transport Rij-instructies - Samenvatting... 7 Preventief onderhoud Controle bij aanname en levering Garantie Onderhoud - Smeermiddelen en symbolen Onderhoudsymbolen Onderhoud - Onderhoudsschema Service- en onderhoudpunten Algemeen Om de 0 werkuren (dagelijks) Om de EERSTE 50 werkuren Om de 50 werkuren (wekelijks) Om de 250 werkuren (maandelijks) Om de 500 werkuren (Om de drie maanden) Om de 000 werkuren (om de zes maanden) Om de werkuren (Jaarlijks)... 8 Onderhoud - 0h Dieselmotor - oliepeil controleren Koelvloeistofpeil - controleren Hydraulische tank - oliepeil controleren Brandstoftank - Bijvullen Watertank, standaard - bijvullen Sprinklersysteem/Wals Controleren Het groffilter reinigen ICC334HF-NL4.pdf

8 Sproeisysteem/walsrol De sproeiers reinigen Besproeiing in noodgevallen (accessoire) - extra pomp in pompsysteem Egaliseerbladen, verend Controleren Egaliseerbladen Instelling - bijstellen Onderhoud - 50u... 9 Luchtreiniger Controleren - Vervang het hoofd-luchtfilter... 9 Backupfilter - Vervangen Luchtfilter - Reinigen Brandstoffilter - aftappen Walsversnellingsbak-Oliepeil controleren Airconditioning (optioneel) - Inspectie Airconditioning (optioneel) - Reinigen Kantsnijder (optioneel) - Smering Onderhoud - 250u Dieselmotor Olie verversen Motor Oliefilter vervangen Hydraulische oliekoeler Controleren - reinigen Airconditioning (optioneel) - Inspectie Accu - staat controleren Onderhoud - 500u... 0 Brandstoffilter - vervangen/reinigen... 0 ICC334HF-NL4.pdf

9 Wals - oliepeil Controleren - bijvullen Draailager (Accessoire) - Smeren Stoellagers - Smering Rubberelementen en bevestigingsschroeven Controleren Hydraulische tankdop - Controleren Onderhoud - 000u Luchtfilter Vervangen Backupfilter - Vervangen Hydraulisch filter Vervangen Wals: olie verversen Walsversnellingsbak - Olie vervangen Cabine Luchtfilter - vervangen Onderhoud u Hydraulische tank Olie vervangen Brandstoftank - Reinigen... 0 Sproeisysteem - Aftappen... 0 Watertank - Reinigen... Stuurverbinding - Controleren... Airconditioning (optioneel) - Inspecteren... 2 Airconditioning (optioneel) Drogerfilter - Inspectie ICC334HF-NL4.pdf

10 ICC334HF-NL4.pdf

11 Inleiding Inleiding De machine Dynapac CC334HF is een zelfaandrijvende dubbele trilwals in de klasse 9 ton, met 730 mm (68 inch) brede gedeelde walsrollen. De machine is uitgerust met aandrijving, remmen, trilling en een timer voor de watersproeier op beide rollen. Alle walsrolhelften worden gebruikt voor aandrijving en remmen. CC334HF is ook verkrijgbaar als Combi met vier rubberen achterwielen in plaats van de achterste stalen rol. Dankzij de diverse verschillende instellingen voor motorvermogen, chauffeursplatformen, bedieningsmogelijkheden en opties is deze machine in allerlei samenstellingen verkrijgbaar. Bedoeld gebruik De CC334HF is met name bedoeld voor gebruik op dunne en dikke asfaltlagen. De machine is voorzien van een voor dit doel geoptimaliseerde dubbele trillingsamplitude. Hij is echter ook geschikt voor het verdichten van korrelige ondergrondmaterialen zoals zand en grind. Waarschuwingssymbolen WAARSCHUWING! Geeft aan dat het een risico of een riskante handeling betreft, die tot ernstige of levensgevaarlijke persoonlijke verwondingen kan leiden, wanneer de waarschuwing wordt genegeerd. LET OP! Geeft aan dat het een risico of een riskante handeling betreft, die tot schade aan de machine of eigendommen kan leiden, wanneer de waarschuwing wordt genegeerd. Veiligheidsinformatie Het wordt aanbevolen chauffeurs ten minste op te leiden in de omgang met en het dagelijkse onderhoud van de machine overeenkomstig de instructiehandleiding. U mag nooit passagiers op de machine meenemen, en u moet tijdens het bedienen van de machine op de stoel zitten ICC334HF-NL4.pdf

12 Inleiding De veiligheidshandleiding van de machine moet worden gelezen door iedereen die de wals bedient. Volg altijd de veiligheidsvoorschriften. Verwijder de handleiding nooit van de machine. Het is raadzaam dat de operator de veiligheidsinstructies in deze handleiding zorgvuldig leest. Volg altijd de veiligheidsvoorschriften. Zorg ervoor dat deze handleiding altijd gemakkelijk toegankelijk is. Lees eerst het hele handboek door voor u de machine start of met onderhoud begint. Vervang de handleidingen onmiddellijk als deze zoekgeraakt, beschadigd of onleesbaar zijn. Zorg voor een goede ventilatie (afzuiging door ventilator) waar de motor binnen wordt gedraaid. Algemeen Deze handleiding bevat informatie voor het rijden met en onderhouden van de wals. De machine moet correct worden onderhouden voor maximale prestaties. De machine moet schoon worden gehouden zodat lekkages, loszittende bouten en aansluitingen zo vroeg mogelijk kunnen worden ontdekt. Controleer de machine dagelijks, voordat u de machine in gebruik neemt. Inspecteer de hele machine, zodat lekkages of andere fouten kunnen worden ontdekt. Controleer de grond onder de machine. Lekkages kunnen makkelijker worden ontdekt op de grond dan op de machine zelf. DENK AAN HET MILIEU! Zorg ervoor dat olie, brandstof en andere stoffen die schadelijk zijn voor het milieu, niet in de natuur terechtkomen. Stuur gebruikte filters, afgetapte olie en brandstofresten altijd naar milieuvriendelijke afvalverwerking. Deze handleiding bevat instructies voor periodiek onderhoud die normaal moeten worden uitgevoerd 2 ICC334HF-NL4.pdf

13 Inleiding door de chauffeur. U vindt aanvullende instructies voor de motor in de motorhandleiding van de fabrikant. CE-markering en Verklaring van conformiteit (Van toepassing op machines die in de EU/EEG worden verkocht) Deze machine is voorzien van een CE-markering. Dat betekent dat de machine bij levering voldoet aan de basisrichtlijnen op het gebied van gezondheid en veiligheid die onder machinerichtlijn 2006/42/EC van toepassing zijn op deze machine, alsmede aan andere richtlijnen die op deze machine van toepassing zijn. Met deze machine wordt een 'Verklaring van conformiteit' meegeleverd, waarin de van toepassing zijnde richtlijnen en aanvullingen worden aangegeven, alsmede de geharmoniseerde normen en andere gebruikte richtlijnen ICC334HF-NL4.pdf 3

14 Inleiding 4 ICC334HF-NL4.pdf

15 Veiligheid - algemene instructies Veiligheid - algemene instructies (Raadpleeg ook het Veiligheidshandboek). De chauffeur moet goed op de hoogte zijn van de inhoud van het gedeelte BEDIENING voor de wals wordt gestart. 2. Controleer of alle instructies in het gedeelte ONDERHOUD worden gevolgd. 3. Uitsluitend opgeleide en/of ervaren chauffeurs mogen met de wals rijden. U mag nooit passagiers meenemen. Blijf altijd zitten wanneer u met de wals rijdt. 4. Gebruik de wals nooit als hij moet worden afgesteld of gerepareerd. 5. Betreed of verlaat de wals uitsluitend wanneer deze stationair draait. Gebruik de beoogde handgrepen en rails. Wanneer u de wals betreedt of verlaat, moet u de "driepuntsgreep" hanteren (dat wil zeggen: altijd minimaal twee voeten en een hand of één voet en twee handen in contact met de machine). Spring nooit van de machine af. 6. De rolkooi (ROPS = Roll Over Protective Structure) moet altijd worden gebruikt wanneer de wals op een onveilige ondergrond rijdt. 7. Rijd langzaam door scherpe bochten. 8. Vermijd hellingen zoveel mogelijk. Rijd recht omhoog of omlaag op de helling. 9. Controleer wanneer u dicht bij greppels, sloten en gaten rijdt of tenminste 2/3 van de wals op reeds verdicht materiaal (vaste ondergrond) staat. 0. Vergewis u ervan dat er geen hindernissen zijn in de rijrichting; op de grond, voor of achter de wals of in de lucht.. Vooral op ongelijkmatige ondergrond moet u uiterst voorzichtig rijden. 2. Gebruik de bestaande veiligheidsuitrusting. Op een wals met ROPS moet de stoelgordel worden gedragen. 3. Houd de wals schoon. Verwijder vuil of vet dat op het operatorplatform ophoopt onmiddellijk. Hou alle borden en stickers schoon en zorg dat ze leesbaar zijn. 4. Veiligheidsvoorschriften voor tanken: - Zet de motor uit - Rook niet - Geen open vlam in de nabijheid van de machine - Aard het vulmondstuk tegen de tank om vonken te voorkomen 5. Voor reparatie of onderhoud: - Blokkeer de walsen/wielen en onder het egaliseerblad. - Vergrendel de stuurverbinding indien nodig ICC334HF-NL4.pdf 5

16 Veiligheid - algemene instructies 6. Wanneer het geluidsniveau hoger wordt dan 85 db(a), adviseren we geluidsbescherming te gebruiken. Het geluidsniveau kan variëren, afhankelijk van de uitrusting op de machine en het oppervlak waarop u de machine gebruikt. 7. Breng geen wijzigingen of modificaties aan de wals aan. Dit kan de veiligheid in gevaar brengen. Wijzigingen mogen alleen worden aangebracht na schriftelijke goedkeuring van Dynapac. 8. Gebruik de wals niet voordat de hydraulische olie zijn normale werktemperatuur heeft bereikt. Wanneer de olie koud is, is de remweg langer dan gebruikelijk. Raadpleeg de instructies in het gedeelte STOP. 9. Voor uw persoonlijke bescherming moet u altijd de volgende middelen dragen: - helm - werkschoenen met stalen neus - gehoorbescherming - reflecterende kleding / zeer goed zichtbare jas - werkhanschoenen 6 ICC334HF-NL4.pdf

17 Veiligheid - bij bediening Veiligheid - bij bediening Voorkom dat er personen de risicozone betreden of daar verblijven. Hanteer in alle richtingen een afstand van minimaal 7 m vanaf machines die aan het werk zijn. De chauffeur kan iemand toestaan zich op te houden in de risicozone, maar hij dient dan voorzichtig te zijn en de machine alleen te gebruiken als de betreffende persoon zichtbaar is of duidelijk heeft aangegeven waar hij of zij zich bevindt. Fig. Rijden op hellingen Max. 20 of 36% Hellingen Deze hoek werd gemeten op een harde, vlakke ondergrond met stilstaande machine. De stuurhoek was nul, de trillingsystemen was uitgeschakeld en alle tanks waren vol. Vergeet niet dat een losse ondergrond, wilde stuurbewegingen, het inschakelen van het trillingsysteem, de rijsnelheid en de verhoging van het zwaartepunt ook bij een lagere hellingshoek dan hier aangegeven, tot kantelen kan leiden. Als u de cabine in een noodgeval moet verlaten, maakt u de hamer los die op de rechterachterstijl bevestigd is en slaat u de zijramen rechts stuk. Een ROPS (rolkooi), of een goedgekeurde veiligheidscabine, is altijd aanbevolen bij het rijden op hellingen of een onveilige ondergrond. Gebruik altijd de veiligheidsgordel. Vermijd zoveel mogelijk dwars over hellingen te rijden. Rij in plaats daarvan recht op en neer wanneer u op een helling werkt ICC334HF-NL4.pdf 7

18 Veiligheid - bij bediening Rijden langs randen Controleer wanneer u dicht bij kanten rijdt, dat tenminste 2/3 van de wals zich op een ondergrond met voldoende draagvermogen bevindt. Bij draaibesturing, mag slechts één wals in de positie draaien zoals afgebeeld op de tekening. De andere wals moet de grond over zijn volle breedte aanraken. 2/3 Fig. Positie van de wals bij rijden op wegkanten. Draaibesturing Onthoud dat het zwaartepunt van de macine naar buiten beweegt bij het sturen. Bijvoorbeeld naar rechts wanneer men het stuur naar links draait. 8 ICC334HF-NL4.pdf

19 Veiligheid (Optioneel) Airconditioning Veiligheid (Optioneel) Het systeem bevat giftig koelmiddel onder druk. Het is verboden koelmiddel in de atmosfeer los te laten. Het koelcircuit mag alleen worden behandeld door geautoriseerde bedrijven. Het koelsysteem staat onder druk. Een verkeerd gebruik kan tot ernstige persoonlijke verwondingen leiden. De slangkoppelingen mogen niet losgemaakt worden. Afb. Airconditioning (ACC) Het systeem moet wanneer nodig door bevoegd personeel worden bijgevuld met een goedgekeurd koelmiddel. Raadpleeg de sticker op of in de buurt van de installatie. Kantsnijder/-verdichter Tijdens het werken moet de chauffeur zich ervan vergewissen dat er zich niemand anders in het werkgebied bevindt. 3 De kantsnijder is uitgerust met draaiende onderdelen en er bestaat een risico beklemd te raken. 2 Afb. Kantsnijder/-verdichter. Transportstand 2. Werkstand 3. Houder voor wiel snijder/verdichter. Het gereedschap moet na elk gebruik worden teruggezet in de transportstand (omhoog) (). Als de kantsnijder en onderdelen ervan zijn gedemonteerd, moet deze in de vrijstand worden gezet en op de grond rusten ICC334HF-NL4.pdf 9

20 Veiligheid (Optioneel) Werkverlichting - Xenon Waarschuwing, hoog voltage! De werkverlichting van het type Xenon is voorzien van een secundaire voedingsbron met hoog voltage. Werkzaamheden aan de verlichting mogen alleen worden uitgevoerd door een bevoegd elektricien. Hierbij moet de primaire voedingsbron worden uitgeschakeld. Neem contact op met een Dynapac-dealer! Afbeelding. Xenon verlichting op cabine Waarschuwing, milieugevaarlijk afval! De werkverlichting van het type Xenon bevat een ontladingslamp waarin kwik (Hg) is verwerkt. Een defecte lamp moet worden beschouwd als gevaarlijk afval en volgens de plaatselijke richtlijnen worden afgevoerd. 0 ICC334HF-NL4.pdf

21 Speciale instructies Speciale instructies Standaardoliën en andere aanbevolen oliën en vloeistoffen Voordat de systemen en componenten de fabriek verlaten, worden ze gevuld met oliën en vloeistoffen die worden gespecificeerd in de oliespecificaties. Deze zijn geschikt voor omgevingstemperaturen van -5 C tot +40 C (5 F - 04 F). Voor biologische hydraulische olie geldt een maximum temperatuur van +35 C (95 F). Hogere omgevingstemperaturen van meer dan +40 C (04 F) Bij rijden in een hogere omgevingstemperatuur, die echter maximaal +50 C mag bedragen, gelden de volgende aanbevelingen: De dieselmotor kan bij deze temperatuur draaien op normale olie. De volgende vloeistoffen moeten echter worden gebruikt voor andere componenten: Hydraulisch systeem - minerale olie Shell Tellus T00 of vergelijkbaar. Lagere omgevingstemperatuur - bevriezingsgevaar Zorg ervoor dat het sproeisysteem leeg/vrij van water is (sprinkler, slangen, tank(s)) of dat er antivries is toegevoegd zodat het systeem niet bevriest. De uitlaatslang vanuit de centrale tank kan worden ontkoppeld en het uiteinde kan in een reservoir met antivries worden geplaatst om antivries door de pomp en het filter te laten lopen. Temperaturen De temperatuurgrenzen gelden voor walsen met standaarduitrusting. Walsen met extra accessoires, zoals geluiddemping, vereisen soms extra controle bij hoge temperaturen ICC334HF-NL4.pdf

22 Speciale instructies Hoge-druk reiniging Spuit niet rechtstreeks op elektrische onderdelen. Gebruik geen hogedrukreiniging voor instrumentenpaneel / scherm. U mag de regeling voor de elektrische aandrijving (Electrical Drive Control) en de computerkast niet reinigen met een hogedrukspuit en in het geheel niet met water. Reinig ze met een droge doek. Reinigingsmiddelen die elektrische onderdelen kunnen beschadigen of die geleidend werken mogen niet worden gebruikt. Trek een plastic zak over de tankdop en zet hem vast met een elastiek. Op die manier voorkomt u dat er water onder hoge druk door de ventilatie-opening van de tankdop komt. Dit kan defecten veroorzaken, zoals het blokkeren van filters. Wanneer u de machine reinigt, mag u de waterstraal niet rechtstreeks op de tankdop richten. Dit is vooral belangrijk wanneer u een hogedrukreiniger gebruikt. Brand blussen Als de machine vlam vat, moet u een ABE-klasse poederbrandblusser gebruiken. U kunt ook een brandblusser van het type BE koolzuur gebruiken. Rolkooi (ROPS), goedgekeurde veiligheidscabine Als de machine is uitgerust met een rolkooi of goedgekeurde veiligheidscabine, voer dan nooit las- of boorwerkzaamheden aan de rolkooi of cabine uit. Probeer nooit een beschadigde rolkooi of veiligheidscabine te repareren. Vervang deze door een nieuwe rolkooi of veiligheidscabine. 2 ICC334HF-NL4.pdf

23 Speciale instructies Accuverwerking Wanneer u accu's demonteert, moet u altijd eerst de negatieve kabel loskoppelen. Wanneer u accu's monteert, moet u altijd eerst de positieve kabel aansluiten. Verwerk gebruikte accu's op milieuvriendelijke wijze. Accu's bevatten giftig lood. Gebruik geen snellader voor het laden van de accu. Dit kan de levensduur van de accu verkorten. Starten met accuklemmen (24V) 2 2V 3 2V Fig. Starten met accuklemmen 24V 4 Sluit de negatieve kabel niet aan op de negatieve terminal van de lege accu. Een vonk kan het zuur-waterstofgas ontsteken dat zich rond de accu heeft gevormd. Controleer of de accu die is gebruikt bij het starten met accuklemmen dezelfde voltage heeft als de lege accu. Schakel de ontsteking en alle stroomverbruikende apparatuur uit. Schakel de motor uit van de machine die wordt gebruikt voor het starten met accuklemmen. De startkabels moeten 24V stroom leveren. Sluit eerst de positieve terminal van de accu () met accuklemmen aan op de positieve terminal van de lege accu (2). Sluit daarna de negatieve terminal van de accu (3) aan op bijvoorbeeld een bout (4) of het hijsoog van de machine met de lege accu. Start de motor van de stroomleverende machine. Laat de motor een tijdje draaien. Probeer nu de andere machine te starten. Koppel de kabels los in omgekeerde volgorde ICC334HF-NL4.pdf 3

24 Speciale instructies 4 ICC334HF-NL4.pdf

25 Technische specificaties Technische specificaties Trillingen - chauffeursplaats (ISO 263) De trilniveau's worden gemeten in overeenstemming met de operationele cyclus die wordt beschreven ind e EU-richtlijn 2000/4/EC voor machines die zijn uitgerust voor de EU-markt, met trilling ingeschakeld op zacht polymer-materiaal en met de chauffeurstoel in de transportpositie. De gemeten trillingen van de carrosserie zijn beneden de actiewaarde van 0,5 m/s², zoals voorgeschreven in richtlijn 2002/44/EC. (Limiet is,5 m/s²) Gemeten hand-/armtrillingen waren ook beneden het actieniveau van 2.5 m/s² die is gespecificeerd in dezelfde richtlijn. (Limiet is 5 m/s²) Geluidsniveau Het geluidsniveau wordt gemeten in overeenstemming met de operationele cyclus die wordt beschreven ind e EU-richtlijn 2000/4/EC voor machines die zijn uitgerust voor de EU-markt, met trilling ingeschakeld op zacht polymer-materiaal en met de chauffeurstoel in de transportpositie. Gegarandeerd geluidsvermogensniveau, L wa 60kW 06 db (A) 74kW 07 db (A) Geluidsdrukniveau bij het oor van de chauffeur (platform), L pa Geluidsdrukniveau bij het oor van de chauffeur (cabine), L pa 9 ±3 db (A) 85 ±3 db (A) Tijdens de werking kunnen de bovenstaande waarden variëren afhankelijk van de bedrijfsomstandigheden in kwestie. Electrisch systeem De machines zijn EMC-getest in overeenstemmin met EN 3309:2000 'Constructiemachines' ICC334HF-NL4.pdf 5

26 Technische specificaties Afmetingen, zijkant h H D A L S Afmetingen mm inch A D h H L S ICC334HF-NL4.pdf

27 Technische specificaties Afmetingen, bovenkant R W R2 M M2 Afmetingen mm inch M M R: Met offset walsen R2: Met offset walsen xxxx xxx R: Zonder offset walsen R2: Zonder offset walsen xxxx xxx W Gewicht Servicegewicht, zonder ROPS Gewicht en volumes - STD kg 8,300 lbs - OFFSET kg 9,400 lbs Servicegewicht, met ROPS (EN500) - STD kg 8,960 lbs - OFFSET 9 00 kg 20,070 lbs Servicegewicht, met cabine - STD kg 9,400 lbs - OFFSET kg 20,290 lbs ICC334HF-NL4.pdf 7

28 Technische specificaties Vloeistofvolumes-CC222 Benzinetank 30 liter 34 gal Watertank(s) - centraal 750 liter 98 gal Verdichtingsgegevens Statische lineaire belasting, voorkant Statische lineaire belasting, achterkant Werkcapaciteit 24,9 kg/cm 39 pli 24,9 kg/cm 39 pli Amplitude, hoog 0,5 mm inch Amplitude, laag 0,2 mm inch Amplitude, laag (CE-2006) 0,2 mm inch Trillingsfrequentie, hoge amplitude Trillingsfrequentie, hoge amplitude (CE-2006) Trillingsfrequentie, lage amplitude Trillingsfrequentie, lage amplitude (CE-2006) Centrifugale kracht, hoge amplitude Centrifugale kracht, hoge amplitude (CE-2006) Centrifugale kracht, lage amplitude Centrifugale kracht, lage amplitude (CE-2006) 48 Hz 2880 vpm 48 Hz 2880 vpm 67 Hz 4020 vpm 62 Hz 3720 vpm 79 kn 7,775 lbf 79 kn 7,775 lbf 64 kn 4,400 lbf 55 kn 2,375 lbf Voortdrijving Let op: De frequentie wordt bij een hoog toerental gemeten. De amplitude wordt gemeten als echte waarde, niet als nominale waarde. Snelheidsbereik 0-2 km/u mpu Klimcapaciteit (theoretisch) 35 % 8 ICC334HF-NL4.pdf

29 Technische specificaties Motor Algemeen Fabrikant/model Cummins QSB 3.3 Energie (SAE J995) 60/74 kw 80/99 pk Motorsnelheid 2200 tpm Electrisch systeem Accu Wisselstroomdynamo 24V (2x2V 74Ah) 24V 60A Zekeringen Zie het hoofdstuk Elektrisch systeem - zekeringen Verlichting (indien gemonteerd) Watt Fitting Rijverlichting, voor 75/70 P43t (H4) Richtingaanwijzers, voor 2 BA9s Zijverlichting 5 SV8,5 Remverlichting 2/5 BAY5d Richtingaanwijzers, achter 2 BA5s Kentekenplaatverlichting 5 SV8,5 Werkverlichting 70 PK22s (H3) 35 Xenon Cabineverlichting 0 SV8,5 Hydraulisch systeem Openingsdruk MPa Psi Aandrijfsysteem Voedingssysteem Trillingsysteem Controlesystemen Remrelease ICC334HF-NL4.pdf 9

30 Technische specificaties Automatic Climate Control (ACC) (optioneel) Het systeem dat in deze handleiding wordt beschreven is van het type ACC (Automatic Climate Control), hetgeen wil zeggen dat het systeem de ingestelde temperatuur in de cabine handhaaft, mits ramen en deuren gesloten blijven. Koelvloeistof: HFC-R34:A Gewicht koelvloeistof (vol): 350 gram (2,98 lbs) 20 ICC334HF-NL4.pdf

31 Technische specificaties Aanhaalkoppel Aanhaalkoppel in Nm voor ingeoliede of droge schroeven bij gebruik van een momentsleutel. Metrische schroefdraad, licht gegalvaniseerd (fzb): M - draad 8,8, ingeolied STERKTEKLASSE: 8,8, droog 0,9, ingeolied 0,9, droog 2,9, ingeolied M6 8,4 9,4 2 3,4 4,6 6,3 M M M M M M M M M ,9, droog Metrische schroefdraad, verzinkt (Dacromet/GEOMET): STERKTEKLASSE: M - draad 0,9, ingeolied 0,9, droog 2,9, ingeolied 2,9, droog M6 2,0 5,0 4,6 8,3 M M M M M M M M M ICC334HF-NL4.pdf 2

32 Technische specificaties 22 ICC334HF-NL4.pdf

33 Machinebeschrijving Identificatie Machinebeschrijving Productidentificatienummer op het frame Het machine-pin (Productidentificatienummer) () wordt geponst op de rechterrand van het voorste frame. Fig. PIN voorkant frame Machineplaat Het machineplaatje () is op de linkerzijde van het voorste framegedeelte, bij de stuurverbinding bevestigd. Op het plaatje staan onder meer de naam en het adres van de fabrikant, het type machine, het PIN, Productidentificatienummer (serienummer), het bedrijfsgewicht, het motorvermogen en het bouwjaar. (In sommige gevallen is er geen CE-markering.) Fig. Chauffeursplatform. Machineplaat Bij het bestellen van reserveonderdelen moet u altijd het PIN-nummer van de machine opgeven ICC334HF-NL4.pdf 23

34 Machinebeschrijving V 0 A A B C D E F Toelichting bij serienummer 7PIN A= Fabrikant B= Productlijn/model C= Controleletter D= Geen codering E= Productie-eenheid F= Serienummer Motorplaatjes Het typeplaatje () is links van de motor onder de inspuitpomp bevestigd. Verwijder de metalen kap links boven de motorruimte om toegang te krijgen tot het plaatje. Op dit plaatje staan het motortype, het serienummer en de motorgegevens. Bij het bestellen van reserveonderdelen moet u altijd het serienummer van de motor opgeven. Raadpleeg ook de motorhandleiding. Afb. Motor. Typeplaatje 24 ICC334HF-NL4.pdf

35 Machinebeschrijving Stickers Locatie - stickers Fig. Locatie, stickers en borden. Waarschuwing, klemzone Hoofdschakelaar Waarschuwing, roterende Koelvloeistof motoronderdelen 3. Waarschuwing, hete Water oppervlakken 4. Waarschuwing, remrelease Hydraulisch oliepeil Waarschuwing, instructiehandleiding Hydraulische olie Biologische hydraulische olie / Waarschuwing, kantsnijder Dieselbrandstof Waarschuwing, vergrendeling Bevestigingspunt Waarschuwing, giftig gas Hijsplaatje Waarschuwing, startgas Hefpunt Handboekvakje Geluidsniveau /77. Accuspanning Nooduitgang ICC334HF-NL4.pdf 25

36 Machinebeschrijving Veiligheidsstickers Zorg ervoor dat alle veiligheidsstickers te allen tijde volledig leesbaar zijn. Verwijder vuil of bestel nieuwe stickers als ze onleesbaar worden. Gebruik het artikelnummer dat wordt vermeld op de sticker Waarschuwing - klemzone, stuurverbinding/walsrol Blijf op een veilige afstand van de klemzone. (Twee klemzones op machines met draaibesturing) Waarschuwing - roterende motoronderdelen. Houd uw handen op een veilige afstand van dit risicogebied Waarschuwing - hete oppervlakken in de motorruimte. Houd uw handen op een veilige afstand van dit risicogebied Waarschuwing - remmen blootleggen Activeer de remontgrendeling niet zonder eerst het hoofdstuk over slepen gelezen te hebben. U kunt beklemd raken Waarschuwing - instructiehandleiding De chauffeur wordt verzocht de veiligheids-, rij- en onderhoudsinstructies van de machine te lezen voor hij/zij de machine in gebruik neemt Waarschuwing - kantsnijder (optioneel) Waarschuwing voor roterende motoronderdelen. Blijf op een veilige afstand van de klemzone. 26 ICC334HF-NL4.pdf

37 Machinebeschrijving Waarschuwing - vergrendeling De knikbesturing moet vergrendeld zijn tijdens het hijsen. Lees de instructiehandleiding Waarschuwing - giftig gas (optioneel, ACC) Lees de instructiehandleiding Waarschuwing - startgas Startgas mag niet worden gebruikt ICC334HF-NL4.pdf 27

38 Machinebeschrijving Infostickers Handboekvakje Accuspanning Hoofdschakelaar Koelvloeistof Water Hydraulisch oliepeil Hydraulische olie Biologische hydraulische olie Dieselbrandstof Bandenspanning (combi) Biologische hydraulische olie, PANOLIN Bevestigingspunt Hijsplaatje Hefpunt Geluidsniveau Nooduitgang 28 ICC334HF-NL4.pdf

39 Instrumenten/hendels Machinebeschrijving Instrumentenpaneel en instrumenten /30/35 29/ Fig. Instrumentenpaneel 36 Contactschakelaar 3 Trilling achterste walsrol 25 Parkeerrem 2 Vooruit-/achteruithendel 4 Werkmodus (offset en trilling toegestaan, zachte start en 26 * Waarschuwingslampjes stop ingeschakeld) 3 * Offset links/rechts 5 CG alleen besturing met voorste walsrol 27 * Roterend waarschuwingslicht 4 Trilling aan/uit 6 Handmatige sproeier 28 * Grindspreider (niet voor combi) 5 Noodsproeier (AAN zolang de 7 Meer sproeien (timer) 29 Versnellingsschakelaar knop ingedrukt wordt gehouden) 6 Insteltoetsen 8 Automatische sproeier (AWC) 30 * Kantsnijder, omhoog/omlaag 7 Centraal waarschuwingslampje 9 Minder sproeien (timer) 3 * Kantsnijder, sproeien 8 * Richtingaanwijzers 20 * Werkverlichting 32 * Verlichting walsranden 9 * Indicatie groot licht 2 Claxon 33 Display 0 Hoge amplitude 22 Noodrem 34 Functietoetsen (5 stuks) Trilling voorste walsrol 23 Snelheidsbegrenzer 35 Sproeien, emulsietank (combi) 2 AVC (automatisch 24 Toerenschakelaar, dieselmotor 36 Hoogte-instelling, trillingsbeheer) bedieningspaneel * Optioneel ICC334HF-NL4.pdf 29

40 Machinebeschrijving Functies. Richtingaanwijzers 2. Rijverlichting 3. Groot licht/dimlicht 4. Parkeerverlichting 5. Claxon Afbeelding. Schakelaar stuurkolom (optioneel) Functiebeschrijvingen Geen Naam Symbool Functie Contactsleutel Het elektrisch circuit is onderbroken. Alle instrumenten en electrische instrumenten krijgen stroom. Startmotor activering. Starten: Draai de contactsleutel rechtsom totdat het display wordt VERLICHT en wacht tot de weergave van de wals wordt UITGESCHAKELD en verandert in de statusafbeelding. 2 Vooruit-/achteruithendel De vooruit-/achteruithendel moet in de neutrale stand staan om de dieselmotor te starten. In elke andere stand zal de motor niet starten. De rijrichting en de snelheid van de wals worden geregeld met de vooruit-/achteruithendel. Als de hendel vooruit wordt gezet, zal de wals vooruit rijden; als deze achteruit wordt gezet, gaat de wals achteruit. De snelheid van de wals is proportioneel tot de afstand van de hendel tot de neutrale stand: hoe verder van de neutrale stand hoe hoger de snelheid (vooruit of achteruit). 3 Offset links/rechts Met de linkerknop beweegt u de achterste walsrol naar links, en met de rechterknop naar rechts. Om te resetten, drukt u op de knoppen totdat het symbool voor Werkmodus continu brandt (in de offsetstand knippert dit symbool). 4 Trilling aan/uit Druk eenmaal op deze knop om trilling te starten en nogmaals om de trilling te stoppen. 5 Noodsproeier Om in noodgevallen beide walsrollen te sproeien. Druk op de knop om de sproeipomp op vol vermogen te zetten. 6 Insteltoetsen 7 Centraal waarschuwingslampje Algemene storingsindicatie. Zie display (30) voor een beschrijving van de storing. 8 Richtingaanwijzers Geeft aan dat de richtingaanwijzers zijn ingeschakeld (met de schakelaar op de stuurkolom). 30 ICC334HF-NL4.pdf

41 Machinebeschrijving Geen Naam Symbool Functie 9 Indicator groot licht Geeft aan dat het groot licht is ingeschakeld (met de schakelaar op de stuurkolom). 0 Amplitudeschakelaar, hoge amplitude Inschakelen voor hoge amplitude Trilling, voorste walsrol NOOIT inschakelen als Inschakelen van trilling op voorste walsrol. Als (), (3) en (4) allemaal zijn uitgeschakeld, wordt er geen trilling op de walsrollen uitgeoefend. schakelaar (4) is ingeschakeld. 2 AVC (automatisch trillingsbeheer) Als deze functie wordt ingeschakeld, wordt de trilling automatisch in- en uitgeschakeld wanneer de vooruit-/achteruithendel vanuit de neutrale stand wordt geactiveerd en de wals een vooraf ingestelde snelheid bereikt. 3 Trilling, achterste walsrol NOOIT inschakelen als Inschakelen van trilling op achterste walsrol. Als (), (3) en (4) allemaal zijn uitgeschakeld, wordt er geen trilling op de walsrollen uitgeoefend. schakelaar (4) is ingeschakeld. 4 Werkmodus (offset en trilling toegestaan, zachte start en stop ingeschakeld) Trilling en offset zijn mogelijk als deze functie is ingeschakeld. De wals start altijd in de transportmodus (met deze functie uitgeschakeld). (5) Alleen besturing met voorste walsrol (CG) Alleen geldig voor machines met draaibesturing (CG). Inschakelen door alleen besturing met voorste walsrol in te schakelen. 6 Handmatige sproeier Continu sproeien van beide walsrollen. 7 Meer sproeien (timer) Met elke druk op de knop wordt de hoeveelheid water die op de walsrollen wordt gesproeid, verhoogd. 8 Automatisch sproeien Met deze functie wordt de sproeier automatisch in- en uitgeschakeld wanneer de vooruit-/achteruithendel uit de neutrale stand wordt gehaald. 9 Minder sproeien (timer) Met elke druk op de knop wordt de hoeveelheid water die op de walsrollen wordt gesproeid, verlaagd. 20 Werkverlichting Als deze functie wordt ingeschakeld, gaat de werkverlichting AAN. 2 Claxon In de ingedrukte stand klinkt de claxon ICC334HF-NL4.pdf 3

42 Machinebeschrijving Geen Naam Symbool Functie 22 Noodrem Hiermee wordt de wals op de rem gezet en wordt de motor uitgeschakeld. De stroomtoevoer wordt uitgeschakeld. Bij het starten van de machine moet de noodrem zijn uitgeschakeld maar de parkeerrem zijn aangetrokken. 23 Snelheidsbegrenzer Hiermee wordt de maximumsnelheid van de machine beperkt (de maximumsnelheid wordt verkregen door de vooruit-/achteruithendel helemaal voor- of achteruit te zetten). Zet de knop in de gewenste stand en lees de snelheid af op het display (30). 24 Toerenschakelaar, dieselmotor Schakelaar met drie standen: stationair, gemiddelde snelheid en werksnelheid. Deze schakelaar moet in de stationaire stand staan om de machine te starten. Het toerental van de dieselmotor zakt nog verder als deze gedurende meer dan ongeveer 0 seconden stationair draait met de vooruit-/achteruithendel in neutrale stand. Zodra de hendel uit de neutrale stand wordt gehaald, zal de snelheid weer stijgen tot de ingestelde waarde. 25 Parkeerrem Druk op deze knop om de parkeerrem te activeren. Om de remmen vrij te zetten, schuift u het rode gedeelte naar achteren (naar u toe) en wijzigt u de stand van de hendel. De machine moet op de parkeerrem staan om te worden gestart! 26 Waarschuwingslichten Druk op de knop om de waarschuwingslichten in te schakelen. 27 Roterend waarschuwingslicht Druk op de knop om het roterende waarschuwingslicht in te schakelen. 28 Grindspreider De grindspreider inschakelen. Handmatige/automatische spreiding. (CC ) 29 Versnellingsschakelaar Stand : voor optimale stijgcapaciteit met trilling Stand 2: normale positie Stand 3: voor optimale transportsnelheid of statische verdichting op hoge snelheid zonder trilling. 32 ICC334HF-NL4.pdf

43 Machinebeschrijving Geen Naam Symbool Functie 30 Kantpers/-snijder, OMHOOG/OMLAAG Als de machine in de werkstand staat, kan de kantsnijder omhoog en omlaag worden bewogen. Als de machine in de transportstand staat, kan de kantsnijder alleen omhoog worden bewogen. Duw op de onderrand om de kantsnijder omlaag te bewegen. Duw op de bovenrand om de kantsnijder omhoog te bewegen. 3 Kantpers/-snijder, sproeien Druk de schakelaar in om de sproeier voor de kantpers/-snijder in te schakelen. 32 Verlichting walsranden Druk de schakelaar in om de verlichting op de walsranden in te schakelen. 35 Sproeier combiwielen Druk de schakelaar in om de emulsiesproeier voor combiwielen in te schakelen. Toelichting bij de schermen Wanneer u de contactsleutel in stand I zet, verschijnt het startscherm. Dit scherm verschijnt een paar seconden en dan verschijnt het statusscherm. Afbeelding Startscherm Een statusscherm geeft informatie over het brandstofniveau, waterniveau in de sprinklertank, bedrijfsuren en spanningsniveau. Brandstof- en waterniveaus zijn gespecificeerd in procenten (%). Het scherm is actief tot de dieselmotor wordt gestart of een actieve schermkeuze wordt gemaakt via de functieknoppen onder het scherm. Afbeelding Statusscherm ICC334HF-NL4.pdf 33

44 Machinebeschrijving Afbeelding Hoofdscherm / werkscherm Wanneer de dieselmotor wordt gestart voordat er een actieve schermkeuze is gemaakt, wordt omgeschakeld naar het hoofdscherm. Dit scherm geeft een overzicht en blijft aanwezig tijdens het werken: - De snelheid staat in het midden van het scherm. - Motortoerental, trillingsfrequenties voor vooruit en achteruit rijden (optie), slagen/meter - impactometer (optie), en asfalttemperatuur (optie), staan in de hoek. Wanneer u op één van de menuselectieknoppen drukt, verschijnt een menuveld. Het veld is korte tijd zichtbaar en wanneer er geen selectie wordt gemaakt, verdwijnt het veld langzaam. Wanneer u op één van de menuselectieknoppen () drukt, verschijnt het menuveld weer. Afbeelding Hoofdscherm / werkscherm met menuselectieknoppen () Voorbeeld van menuveld. Blader-/selectieknoppen om te kiezen uit de beschikbare functies. Alarmlogknop om motor- en machinealarmen weer te geven. Menu om instellingen / knoppen te selecteren, dat het hoofdmenu opent. Instellingen kunt u veranderen in het hoofdmenu. Knop Afsluiten/terugkeren zet iedere keer stap terug. De knop indrukken (circa 2 seconden) geeft het hoofdmenu opnieuw weer. 34 ICC334HF-NL4.pdf

45 Machinebeschrijving Het temperatuurscherm toont de temperatuur van de motor (bovenaan het scherm) en hydraulische vloeistof (onderaan het scherm). De waarden zijn in Celsius of Fahrenheit, afhankelijk van het eenhedensysteem dat u kiest. Afbeelding Temperatuurscherm Een menu voor de asfalttemperatuur en impactometerwaarde kan ook worden weergegeven wanneer een als accessoire leverbare asfalttemperatuurmeter en / of impactometer op de machine is geïnstalleerd. Meer informatie over deze accessoires vindt u in de handleidingen voor de accessoires. Afbeelding Scherm voor asfalttemperatuur / impactometer Wanneer een motoralarm is geactiveerd, ziet u het alarm op het scherm. Het motoralarm wordt afgegeven door de ECM, die het bewaken van de motorfuncties verzorgt. De melding, die uit een SPN- en FMI-code bestaat, kan worden "vertaald" via de foutcodelijst van de leverancier van de motor. U bevestigt de melding met de knop "OK" op het scherm. Wanneer een machinealarm is geactiveerd, ziet u het alarm op het scherm plus een waarschuwingstekst die het alarm beschrijft. U bevestigt de melding met de knop "OK" op het scherm ICC334HF-NL4.pdf 35

46 Machinebeschrijving Machinealarm Symbool Naam Functie Waarschuwingssymbool, filter hydraulische olie Als het symbool verschijnt wanneer de dieselmotor op volle snelheid draait, moet het filter van de hydraulische olie vervangen worden. Waarschuwingssymbool, luchtfilter Waarschuwingssymbool, accu laden Waarschuwingssymbool, motortemperatuur Waarschuwingssymbool, temperatuur hydraulische olie Waarschuwingssymbool, laag brandstofniveau Als het symbool verschijnt wanneer de dieselmotor op volle snelheid draait, moet het luchtfilter gereinigd of vervangen worden. Als het symbool verschijnt terwijl de motor draait, laadt de wisselstroomdynamo niet. Schakel de motor uit en spoor het defect op. Als dit symbool verschijnt, is de motor te heet. Schakel onmiddellijk de motor uit en spoor het defect op. Raadpleeg ook de motorhandleiding. Dit symbool verschijnt wanneer de hydraulische olie te heet is. Verrijd de wals niet; laat de olie afkoelen door de dieselmotor stationair te laten draaien en spoor de oorzaak van de storing op. Dit symbool verschijnt wanneer het brandstofniveau 0% is. Waarschuwingssymbool, laag sprinklerwaterniveau Dit symbool verschijnt wanneer het sprinklerwaterniveau in de hoofdtank 0% is. Waarschuwingssymbool, lage remcapaciteit Waarschuwingssymbool. Fout: [xx] Dit symbool verschijnt wanneer het remolieniveau voor de remmen laag is en / of de remdruk laag is. Wanneer dit alarm verschijnt en aanwezig blijft na het starten van de machine, of wanneer het tijdens het werken verschijnt, moet u de machine onmiddellijk uitzetten en contact opnemen met de serviceafdeling. Dit symbool verschijnt wanneer er een alarm is van de H-AC eenheid. Foutcodes via de tabel H-AC alarm. 36 ICC334HF-NL4.pdf

47 Machinebeschrijving Ontvangen alarmen worden opgeslagen / geregistreerd en kunnen worden bekeken door Schermalarmen te selecteren. Schermalarmen selecteren. "ENGINE ALARM" Opgeslagen / geregistreerde motoralarmen. "MACHINE ALARM" Opgeslagen / geregistreerde machinealarmen. Deze alarmen komen van de andere systemen op de machine. "MAIN MENU" In het hoofdmenu is het ook mogelijk bepaalde gebruikers- en machine-instellingen te veranderen, het servicemenu te openen voor kalibreerdoeleinden (uitsluitend speciaal servicepersoneel, vereist pincode) en de versie van de geïnstalleerde software te bekijken ICC334HF-NL4.pdf 37

48 Machinebeschrijving "USER SETTINGS" Gebruikers kunnen de lichtinstellingen veranderen, kiezen tussen het metrische of het Britse eenhedensysteem en waarschuwingsgeluiden Aan/Uit zetten. Instellingen van het licht en contrastinstellingen op het scherm veranderen, inclusief de helderheid van het paneellicht. 38 ICC334HF-NL4.pdf

49 Machinebeschrijving "MACHINE SETTINGS" De selectie "Sprinkler Pump: & 2" verricht u in de machine-instellingen. Wanneer de machine is uitgerust met dubbele sprinklerpompen (optie), is dit het menu waarin u selecteert welke sprinklerpompen moeten worden geactiveerd om de trommel(s) van water te voorzien. Wanneer de machine is uitgerust met accessoires (bijvoorbeeld een steenslagspreider), kunt u de instellingen hiervoor ook veranderen. "WORKMODE SETTINGS" Er zijn drie verschillende modi die u kunt selecteren in de werkmodus van de machine. (Zacht, Medium, Hard). "SERVICE MENU" Het servicemenu is ook toegankelijk via het hoofdmenu voor veranderingen ICC334HF-NL4.pdf 39

50 Machinebeschrijving "ADJUSTMENTS" "TESTMODES": uitsluitend installatiepersoneel, vereist pincode. "CALIBRATION": uitsluitend servicepersoneel, vereist wachtwoord. "EDC Calibration" gebruikt om de stuurknuppel en snelheidpotmeter te kalibreren. "TX Program" uitsluitend gebruikt om de software in het scherm te veranderen en vereist speciaal gereedschap en speciale kennis. "EDC CALIBRATION" Voor het kalibreren beweegt u de stuurknuppel geheel naar voren (F) en drukt u beide zwarte knoppen bovenop de knuppel in. (Zie ook handleiding W3025) Ga op dezelfde manier verder met de andere posities voor de stuurknuppel (N), (R) en de snelheidpotmeter. Druk de schijfknop in om de waarden op te slaan. 40 ICC334HF-NL4.pdf

51 Machinebeschrijving "ABOUT" Het is ook mogelijk de versie van de geïnstalleerde software te zien. Hulp voor de bediener bij het starten Wanneer u probeert de machine te starten zonder dat u één, twee of drie van de condities die vereist zijn voor het starten van de machine hebt ingesteld, verschijnen de ontbrekende condities op het scherm. U moet de ontbrekende condities instellen voordat u de machine kunt starten. De condities die moeten zijn ingesteld: - Geactiveerde parkeerrem - Keuzehendel in neutraal - Snelheidsknop voor dieselmotor laag (laag = stationair) (niet alle modellen) Werkmodus hulp bediener Wanneer u probeert - Trilling - Offsetregeling (optie) - Kantsnijder / compactor (option) te activeren terwijl de machine in de transportstand staat, verschijnt een paar seconden "Workmode" op het scherm. Om bovenstaande functies te activeren, moet u garanderen dat de werkmodus van de machine is geactiveerd ICC334HF-NL4.pdf 4

52 Machinebeschrijving Instrumenten en bedieningsorganen, cabine Radio/cd-speler Fig. Cabinedak, voorkant Afb. Cabinestijl rechtsachter 5. Hamer voor nooduitgang 42 ICC334HF-NL4.pdf

53 Machinebeschrijving GeenNaam Symbool Functie Functiebeschrijving van instrumenten en bedieningsorganen in de cabine Verwarmingschakelaar Naar rechts draaien om verwarming te verhogen. Naar links draaien om verwarming te verlagen. 2 Ventilator, schakelaar In de linkerpositie wordt de ventilator uitgeschakeld. In de rechterpositie wordt de hoeveelheid lucht die in de cabine wordt ingevoerd verhoogd. 3 Airconditioning, schakelaar Start en stopt de airconditioning. 4 Recirculerende cabinelucht, schakelaar Druk de bovenste knop in om de luchtdemper te openen zodat frisse lucht de cabine instroomt. Druk op de onderste knop om de demper te sluiten zodat de lucht in de cabine wordt gehercirculeerd. 5 Wisser voorkant, schakelaar Wordt ingedrukt en de voorste ruitenwisser begint te werken. 6 Voor- en achterruiten spoelen, schakelaar Druk op de bovenrand om de ruitenwissers aan de voorkant te activeren. Druk op de onderrand om de ruitenwissers aan de achterkant te activeren. 7 Wisser achterkant, schakelaar Wordt ingedrukt en de achterste ruitenwisser begint te werken. 8 Zekeringenkast Bevat de zekeringen van het elektrisch systeem in de cabine. 4 Ontdooisproeier Door aan het mondstuk te draaien, kan de lucht in verschillende richtingen gestuurd worden. 5 Hamer voor nooduitgang Als u in een noodgeval de cabine moet verlaten, maakt u de hamer los en slaat u de zijramen rechts stuk ICC334HF-NL4.pdf 43

54 Machinebeschrijving De bedieningsorganen in de cabine gebruiken Ontdooier Zorg dat alleen de voorste en achterste blazers open staan als u snel ijs of damp wilt verwijderen. Draai de schakelaars voor de verwarming en de ventilator ( en 2) naar de maximale stand. Stel de blazers zo bij dat de lucht wordt geblazen in de richting van het beslagen of bevroren raam Verwarming Als het koud is in de cabine, kunt u de onderste blazer op de voorkolom en de middelste blazers vlak boven de bedieningsorganen aanzetten om verwarming en ventilatie te verkrijgen. Zet zowel de verwarming als de ventilator in de maximale stand. Zodra het warm genoeg is, opent u de andere blazers en kunt u eventueel de verwarming en de ventilator lager zetten. Airconditioning LET OP: Om gebruik te maken van de airconditioning moeten alle ramen gesloten zijn, anders werkt het systeem niet optimaal. Pas de volgende instellingen op het bedieningspaneel aan om de temperatuur in de cabine snel te verlagen. Schakel de airconditioning (3) in en zet de knop voor frisse lucht (4) omlaag om de toevoer van frisse lucht af te sluiten. Zet de verwarming () in de minimale stand en zet de ventilator hoger (2). Houd alleen de blazers midvoor in het plafond open. Zodra het koel genoeg is in de cabine, stelt u de vereiste temperatuur op de verwarming () bij en zet u de ventilator (2) lager. Open nu de overige blazers in het dak om een comfortabele temperatuur in de cabine te verkrijgen. Zet de knop voor frisse lucht (4) terug omhoog om frisse lucht binnen te laten. 44 ICC334HF-NL4.pdf

55 Elektrisch systeem Machinebeschrijving De primaire schakelkast van de machine () bevindt zich achter op het chauffeursplatform. Over de verdeelkast en de zekeringen is een kunststof kap geplaatst. Op deze kap bevindt zich een 24V stopcontact. 2 3 Afb. Hoofdvoeding. Bedieningseenheid (ECU) 2. Zekeringen 3. Hoofdrelais 2 De zekeringen in de motorruimte zijn naast de hoofdschakelaar geplaatst. De wals is voorzien van een 24V elektrisch systeem en een AC-wisselstroomdynamo. Afb. Accuruimte. Hoofdschakelaar 2. Hoofdzekeringpaneel Sluit de correcte polariteiten (aarde) aan op de accu. De kabel tussen de accu en de dynamo mag niet losgemaakt worden, wanneer de motor draait Het hoofdzekeringpaneel bevindt zich achter de linkerdeur van de motorruimte. De zekeringen zijn geplaatst in de hieronder aangegeven volgorde, gezien vanaf de plaat. F3 Motor ECU (30A) F0 Hoofdzekering (50A) F22 Cabine (50A) Afb. Hoofdzekeringpaneel. Accu-isolator 2. Voorverwarmingsrelais (00A) 3. Zekering (F2) (25A) 4. Startrelais (50A) 5. Zekeringen (F3, F0, F22) 6. 24V stopcontact ICC334HF-NL4.pdf 45