Rapportage emissie inventaris 2014

Transcriptie

1 Rapportage emissie inventaris 2014 Groot- en klein onderhoud conserveringen Oosterscheldekering voor contract met zaaknummer [OSK-PB-CO2-0001]

2 Colofon Rapportage CO2-Footprint 2014 Groot- en klein onderhoud conserveringen Oosterscheldekering. Contractnummer: Document opgesteld door: OSK Conserveringsgroep B.V. Correspondentieadres: Zwolseweg LB, Barendrecht Opdrachtgever: Ministerie van Infrastructuur en Milieu Rijkswaterstaat Programma s, Projecten en Onderhoud Hoofdingenieur-Directeur de heer mr. Ing. J.H. Dronkers Poelendaelesingel JA, Middelburg Opgesteld R. Dräer Gecontroleerd I. Bangma Geautoriseerd M. de Lange Paraaf: Paraaf: Paraaf: Paraaf: Geaccepteerd Opdrachtgever Datum: Datum: Datum: Datum: Datum: dinsdag 4 augustus 2015 Documentnummer: OSK-PB-CO Versie: 1.0 Status: ter kennisgeving OSK-PB-CO versie 1.0 pagina 2 van 12

3 OSK-PB-CO versie 1.0 pagina 3 van 12

4 Inhoudsopgave 1 Inleiding Organizational Boundary Emissies Scope 1 & 2 emissies SCOPE 3 Emissies Doelstellingen Scope 1 & 2 doelstellingen Scope 3 doelstellingen Maatregelen Mogelijke maatregelen Innovatieve maatregelen OSK-PB-CO versie 1.0 pagina 4 van 12

5 1 Inleiding De Oosterscheldekering is het bekendste onderdeel van de Deltawerken en een essentiële factor in de bescherming van Zeeland tegen hoogwater vanuit de Noordzee. Het is een imposante verschijning die de Zeeuwse eilanden Schouwen- Duiveland en Noord-Beveland (middels de N57) met elkaar verbindt. De Oosterscheldekering heeft een internationale reputatie op het gebied van bescherming tegen het water en heeft mede bijgedragen aan het aanzien van Nederland op gebied van watermanagement. Door de American Society of Civil Engineers is de Oosterschelde kering geplaatst in de top zeven van civiele wereldwonderen. In januari 2014 het de OSK-conserveringsgroep B.V. van Rijkswaterstaat opdracht gekregen voor uitvoeren van zowel groot- als klein onderhoud aan de conservering van de stalen schuiven, de stalen onderdelen van de pijlers, de peilmeetstations, leuningen en remming- en geleide werken verband houdend met de Oosterscheldekering inclusief bijkomende werkzaamheden zoals het, indien noodzakelijk, geheel en/of gedeeltelijk vervangen van diverse onderdelen. Binnen dit contract is de OSK-conserveringsgroep tot 2035 verantwoordelijk voor de conservering van de verschillende onderdelen van de kering. De gunning van het werk is mede op basis van het CO2-ambitiniveau van de aanbieders tot stand gekomen. Dit houdt in dat de opdrachtnemer aantoonbaar moet voldoen aan de eisen die horen bij het de hem gekozen ambitieniveau. De OSK Conserveringsgroep BV heeft gekozen voor ambitieniveau 5. Het opstellen van een emissie inventaris is één van de eisen die hoort bij ambitieniveau 5. Met dit document wordt invulling gegeven aan die eis. OSK-PB-CO versie 1.0 pagina 5 van 12

6 2 Organizational Boundary Gezien de projectmatige aard van de OSK-conserveringsgroep is ervoor gekozen om alleen de OSK Conserveringsgroep B.V. als basis te nemen. Hierdoor worden de emissies van alle toeleverende partijen als scope 3 emissies worden gezien. Er is voor deze opzet gekozen om het meeste inzicht in de activiteiten van de OSK-groep te krijgen en niet alleen een kopie te maken van bestaande emissie inventarisatie van de deelnemende aandeelhouders. Door deze specifieke keuze is er geen A/C-analyse uitgevoerd. OSK-PB-CO versie 1.0 pagina 6 van 12

7 3 Emissies De emissies die ontstaan als gevolg van de activiteiten van de organisatie zijn conform het algemeen erkende Greenhouse Gas (GHG) Protocol ingedeeld in drie verschillende scopes. Scope 1 betreft emissies door de eigen organisatie (bijv. brandstof). Hier heeft de organisatie dus veel invloed op. Scope 2 emissies zijn emissies die ontstaan voor de opwekking van elektriciteit die wordt gebruikt door de organisatie en het zakelijk reizen. Dit zijn de meer indirectere emissies. Scope 3 emissies zijn volledig indirecte emissies die een gevolg zijn van de activiteiten van de organisatie, maar die niet door de organisatie worden uitgestoten. Zie figuur 3.1 voor een grafische toelichting. Figuur 3.1 Overzicht van de drie scopes Aangezien OSK maar beperkt directe activiteiten ontplooit en bijna alle activiteiten inkoopt bestaat het grootste gedeelte van de emissies uit scope 3 emissies. Dit betekent dat de emissies van directe leveranciers (hun eigen scope 1 en 2 emissies) deels worden toegekend aan OSK (scope 3). Naast de directe emissies van toeleveranciers is er ook aandacht voor ingekochte materialen die door een keten van leveranciers worden aangeleverd. 3.1 Scope 1 & 2 emissies Zoals hierboven reeds aangegeven worden vrijwel alle activiteiten die OSK ontplooit ingekocht. De bronnen van de directie emissies (scope 1 & 2) binnen de OSK Conserveringsgroep blijven dan ook beperkt tot het stroomverbruik van de keet op de Neeltje Jans. Hiervoor is met leverancier Delta Energie een contract afgesloten voor groene stroom (Ondernemersgroen). Deze is afkomstig van 100% groene bronnen (zie het stroometiket dat als bijlage 1 is toegevoegd aan dit document). De omrekenfactuur van naar CO 2 (gr/kwh) is 0. Dit betekent dat ook de enige emissiebron geen CO 2 emissie oplevert en er derhalve geen scope 1 & 2 emissies zijn. OSK-PB-CO versie 1.0 pagina 7 van 12

8 3.2 SCOPE 3 Emissies Voor 2014 heeft OSK heeft de scope 3 emissies van de meest materiele aanbieders bepaald. Hiervoor is gebruik gemaakt van de 15 categorieën van het GHG-protocol, waar de emissie bronnen onder vallen. Tabel 3.1 CO2-emissies per categorie en emissiebron (2014) Categorie Upstream Emissiebron CO2-emissie (ton CO2) Gasverbruik kantoren leveranciers 3,2 Elektraverbruik kantoren leveranciers 3,4 Aangekochte goederen & diensten Activiteiten VolkerRail (VolkerWessels) 0,03 Straalgrit (productie) 6,3 Totaal 12,9 Keet 9,5 Zeecontainers 3,1 Kapitaalgoederen Hulpconstructie 14,7 Motorvlet 0,3 Totaal 27,6 Brandstof en energie gerelateerd Materieel & klein goederenvervoer 183,8 Transport hulpconstructie per schip 0,39 Upstream transport & distributie Transport hulpconstructie per vrachtwagen 4,8 Totaal 5,2 Productieafval n.v.t. (straalgrit bij end-of-life verwerking) Zakelijke kilometers met privéauto 35 Personenvervoer onder werktijd Personenvervoer en bedrijfswagens 59 Totaal 94,1 Woon werk verkeer Upstream geleaste activa Downstream transport & distributie Ver- of bewerken verkochte producten Gebruik van verkochte producten End of life verwerking verkochte producten/ afval Downstream geleaste activa Franchisehouders Investeringen n.v.t. n.v.t. Downstream n.v.t. n.v.t n.v.t. Straalgrit 151 n.v.t n.v.t. n.v.t. Bovenstaande resultaten laten de omvang van de emissies in de verschillende categorieën zien. In figuur 3.2 is terug te zien dat het grootste gedeelte van de emissies voortkomt uit brandstof en energie gerelateerde emissies (39%). Daarnaast vindt een bijna even grote hoeveelheid emissies plaats bij de end-of-life verwerking van producten oftewel de behandeling van het straalgrit afval (32%). De laatste grote categorie zijn de emissies die ontstaan uit personenvervoer onder werktijd (20%). De laatste drie categorieën, aangekochte goederen/diensten (2%), upstream transport & distributie (1%) en kapitaalgoederen (6%), hebben maar een beperkte impact. OSK-PB-CO versie 1.0 pagina 8 van 12

9 Verdeling Scope 3 uitstoot OSK Conserveringsgroep 2% 6% 20% 32% 39% Aangekochte goederen/diensten Kapitaalgoederen Brandstof en energiegerelateerd Upstream transport & distributie Personenvervoer onder werktijd End-of-life (verwerking straalgrit) 1% Figuur 3.2 Procentuele verdeling van scope 3 uitstoot OSK Voor de verdere uitwerking en onderbouwing van de scope 3 emissies verwijzen wij naar het door DHV Royal Haskoning opgestelde rapport Dominantieanalyse OSK Conserveringsgroep. OSK-PB-CO versie 1.0 pagina 9 van 12

10 4 Doelstellingen De OSK Conserveringsgroep BV wordt gevormd door bedrijven die reeds gecertificeerd zijn conform de CO 2 - Prestatieladder van het SKAO. Vanuit die achtergrond zijn reeds bij de aanvang van het project een aantal doelstellingen ten aanzien van CO 2 reductie vastgesteld. Minimaliseren van de CO 2 emissies tijdens de uitvoering van het werk door het toepassen van minder milieubelastende werkmethoden en technieken; Minimaliseren van de CO 2 emissies van het (tijdelijke) kantoor op de bouwlocatie. 4.1 Scope 1 & 2 doelstellingen De reductiedoelstellingen voor scope 1 & 2 emissies worden gebaseerd op de CO2-footprint van het basisjaar. Voor de OSK Conserveringsgroep geld 2014 als het basisjaar. In 2015 is de CO 2 -footprint over het basisjaar berekend. Hieruit blijkt dat er binnen de organizational boundary geen scope 1 en 2 emissies zijn. Omdat er geen emissie is, kan er geen reductiedoelstelling geformuleerd worden. We hebben echter wel de volgende doelstelling geformuleerd. Het CO 2 -neutraal exploiteren van de OSK accommodatie op het terrein aan de Faelweg, oftewel 0 gram CO 2 emissie voor exploitatie van de OSK accommodatie. 4.2 Scope 3 doelstellingen Op basis van de dominantieanalyse blijkt dat de conserveringswerkzaamheden van de onderaannemers GSB en Van der Ende de belangrijkste scope 3 emissies met zich meebrengen. OSK Conserveringsgroep heeft invloed op deze scope 3 emissies door het opleggen van bepaalde uitvoeringsmethodes aan deze onderaannemers. Bij het bepalen van deze uitvoeringsmethodes is/wordt rekening gehouden met de effecten op de CO 2 footprint. Daar waar het binnen de kaders van het contract en het budget haalbaar is zal gekozen worden minder milieubelastende uitvoeringsmethodes. Omdat beide conserveerders gecertificeerd zijn conform de CO 2 Prestatieladder van het SKAO, hebben beide partijen reeds eigen reductiedoelstellingen geformuleerd. Derhalve zijn er door de OSK Conserveringsgroep geen aanvullende doelstellingen voor scope 3 geformuleerd. Wel zijn er in overleg met de partijen diverse maatregelen genomen om de CO 2 Emissies als gevolg van de activiteiten zoveel mogelijk te beperken. Deze maatregelen zijn beschreven in hoofdstuk 5 van dit document. OSK-PB-CO versie 1.0 pagina 10 van 12

11 5 Maatregelen Om de CO 2 Emissies als gevolg van het werk zoveel mogelijk te minimaliseren heeft de OSK Conserveringsgroep de volgende maatregelen genomen. - Accommodatie OSK Conserveringsgroep aan de Faelweg is voorzien van bewegingssensoren om stroomverbruik door het onnodig verlichten van niet gebruikte ruimtes te voorkomen. - Toepassen van innovatieve hulpconstructies met isolerende wanden, waardoor er ten opzichte van de conventionele hulpconstructies (steiger met zeil) minder energie nodig is voor het klimatiseren. - Groot transport van de onderdelen van de hulpconstructie over het water in plaats van vele kleine transporten over de weg. - Verminderen van het aantal woon- werk kilometers door het stimuleren van carpoolen en de inzet van lokale huisvesting voor een deel van de uitvoerenden. 5.1 Mogelijke maatregelen Naast de reeds toegepaste maatregelen ziet de OSK Conserveringsgroep nog mogelijke aanvullende maatregelen. Of deze maatregelen toegepast kunnen worden is afhankelijk van verschillende factoren, welke per situatie of in tijd kunnen variëren. Of deze maatregelen toepasbaar zijn moet nog verder onderzocht worden. - Toepassen van elektrisch aangedreven equipment in plaats van diesel aangedreven equipment (bijvoorbeeld compressoren). - Toepassen van alternatieve voorbehandelingsmethodes, waarmee de hoeveelheid afval verminderd kan worden. Hierbij denken we bijvoorbeeld aan inductie reinigen en/of ultra hogedruk waterstralen. - Gecontinueerd of hergebruik (na contract) van de voor dit werk ontwikkelde hulpconstructies, waardoor in de toekomst de constructies niet verschroot hoeven worden en er voor toekomstig onderhoud geen nieuwe constructies gemaakt hoeven te worden. - Gecontinueerd of hergebruik (na contract) van de voor dit werk geplaatste accommodatie, waardoor de accommodatie in de toekomst niet gesloopt hoeft te worden. OSK-PB-CO versie 1.0 pagina 11 van 12

12 6 Innovatieve maatregelen Onderdeel van het contract is het toepassen van innovatieve of vernieuwende maatregelen welke moeten leiden tot een reductie van de CO 2 Emissies. De OSK Conserveringsgroep geeft hier invulling aan door het toepassen van innovatieve hulpconstructies. Deze hulpconstructies schermen de werkzaamheden af van hun omgeving en zorgen voor een geconditioneerde werkomgevingen. Tijdens het ontwerp van de hulpconstructies zijn keuzes gemaakt die een positief effect hebben op de CO 2 emissies. - De hulpconstructies zijn zo ontworpen dat ze onder alle weersomstandigheden voldoende bescherming bieden. Daardoor ontstaat minder verlet, waardoor de doorlooptijd van het werk korter kan zijn, bovendien is de kans dat reeds uitgevoerd werk beschadigd raakt door een defect aan de hulpconstructie aanzienlijk kleiner. Hierdoor zal minder herstelwerk nodig zijn. - De wanden van de hulpconstructies zijn voorzien van isolerend plaatmateriaal. Hierdoor ontstaat ten opzichte van de eerder toegepaste methode met steigermateriaal en doek/krimpfolie minder warmteverlies, waardoor minderenergie (brandstof) nodig voor het klimatiseren van de werkomgeving. Een andere innovatieve en/of vernieuwende maatregel die overwogen wordt is het verwijderen van (een deel) van het huidige conserveringssysteem door middel van inductie reinigen. Van deze methode moet nog wel de haalbaarheid in relatie tot het contract (betrouwbaarheidseisen, planning en budget) beoordeeld worden. Hiervoor zal de OSK Conserveringsgroep in gesprek gaan met een leverancier van deze voorbehandelingsmethode. Uiteraard is het mogelijk dat er in toekomst nieuwe ontwikkelingen zijn die toegepast kunnen worden op dit project. De OSK Conserveringsgroep zal daarom actief zoeken naar maatregelen die op dit project toepasbaar zijn. OSK-PB-CO versie 1.0 pagina 12 van 12