European Account Preservation Order.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "European Account Preservation Order."

Transcriptie

1 European Account Preservation Order. Waarborgen conservatoir derdenbeslag versus waarborgen binnen het Europees Bankbeslag (EAPO). Tilburg University : 20 maart 2014 Student Master Scriptiecoördinator Scriptiebegeleidster : Michael Ensing (s670360) : Ondernemingsrecht : mr. J.M.H.P. van Neer : mr. drs. E.C.M. Hurkens. 1

2 Voorwoord Ter afronding van mijn master Ondernemingsrecht aan Tilburg University heb ik de voor u liggende scriptie geschreven. Het centrale onderwerp van mijn scriptie betreft de waarborgen binnen het conservatoir derdenbeslag alsmede de Europese variant in de vorm van het Europees bankbeslag (te weten het: European Account Preservation Order). In deze scriptie wordt gekeken in hoeverre de waarborgen zoals die die in ons nationale recht bestaan, ook terugkomen in het Europees bankbeslag. Ik zou graag hierbij gebruik willen maken van de mogelijkheid om een aantal mensen te bedanken. Allereerst zou ik graag mevrouw Hurkens willen bedanken voor haar zeer waardevolle begeleiding gedurende het schrijven van scriptie. Daarnaast zou ik ook graag mijn vader willen bedanken voor zijn steun gedurende mijn studietijd. Zonder deze steun had deze scriptie er niet gelegen. Ik ben hem daar heel dankbaar voor. Daarnaast zou ik ook graag een aantal andere mensen bedanken voor hun steun zonder wie deze scriptie er ook niet had gelegen. Gerard en Marianne van Reekum, Jacqueline en Andre Sprengelmeijer en Bastiaan Ddungu Krijt. Uiteraard zou ik ook graag mijn broertje en mij vrienden willen bedanken voor de mooie (studenten) tijd. En last but not least zou ik mijn vriendin Joyce Siemons ook willen bedanken voor haar steun gedurende het schrijven van mijn scriptie. Ik zou mijn scriptie graag willen opdragen aan mijn moeder. Het geeft me veel verdriet en het is zeer spijtig dat ze niet meer leeft, maar ik hoop (en denk ook) dat ze behoorlijk trots op me zou zijn nu. Tilburg, maart 2014 Michael Ensing 2

3 Inhoudsopgave Voorwoord... 2 H1 Inleiding Het European Account Preservation Order Aanleiding voor het onderzoek Nationaal conservatoir (derden)beslag Onderzoeksvraag H2 Het conservatoir derdenbeslag Conservatoir derdenbeslag leggen Verlofverlening Summier onderzoek Instellen van een eis in de hoofdzaak Zekerheidstelling door de schuldeiser Conservatoir derdenbeslag opheffen Opheffingskortgeding Verval/ opheffing van beslag Conclusie H3 Europees bankbeslag conform het European Account Preservation Order Een EAPO verkrijgen Uitvaardiging door het gerecht Vereisten voor uitvaardiging Procedure over bodemgeschil Zekerheidstelling door schuldeiser Een EAPO wijzigen/opheffen Conclusie H4 Waarborgen conservatoir derdenbeslag versus het Europees bankbeslag Waarborgen ten aanzien van de 1 e pijler verlofverlening Waarborgen m.b.t. verlof verlening/uitvaardiging EAPO Imperatief karakter Eisen waaraan het verzoek dient te voldoen Aanbevelingen Waarborgen ten aanzien van beslag zelf

4 4.2.1 Hoogte van het beslag Cumulatieve beslagen Deblokkeren Niet voor beslag vatbare bedragen Waarborgen met betrekking tot het verzoek om rekeninginformatie In te stellen mechanisme Informatieverstrekking conform nationaal recht Bezwaren bij verzoek om rekeninginformatie Waarborgen binnen de 2 e pijler opheffingskortgeding Rechtsmiddelen tegen het EAPO Verzoek tot heroverweging Bezwaren Conclusie H5 Conclusies en aanbevelingen Literatuurlijst Bijlagen

5 H1 Inleiding Thans ondervindt een schuldeiser die in een andere lidstaat zijn schuldvordering wil innen, grote moeilijkheden. Met name is het voor hem omslachtiger en duurder en duurt het voor hem langer om ten aanzien van het vermogen van zijn schuldenaar in het buitenland bewarende maatregelen te verkrijgen. Dat is een probleem omdat snelle en gemakkelijke toegang tot dergelijke bewarende maatregelen dikwijls cruciaal is om ervoor te zorgen dat de schuldenaar zijn vermogen niet wegbrengt of doet verdwijnen voordat de schuldeiser een rechterlijke beslissing over het bodemgeschil heeft verkregen en ten uitvoer gelegd. Dit is vooral van belang in verband met tegoeden op bankrekeningen. 1 Een schuldenaar kan gemakkelijk aan de tenuitvoerlegging van een bewarende maatregel ontsnappen door geld snel van een bankrekening in een lidstaat naar een bankrekening in een andere lidstaat over te maken. Een schuldeiser heeft vervolgens weinig kans de bankrekening van de schuldenaar in het buitenland te blokkeren. 2 Wie zich verdiept in het Europese executie- en beslagrecht bemerkt al snel dat de systemen in de (inmiddels na de toevoeging op 1 juli 2013 van Kroatië) 28 lidstaten van de Europese Unie sterk verschillen. 3 Doordat de lokale beslagregels per lidstaat verschillen, is het voor een schuldeiser moeilijk om toegang te krijgen tot een buitenlandse rechter en bij deze rechter een beslagmaatregel te verkrijgen. Conservatoir (derden)- beslag is in veel lidstaten onbekend, en indien bekend, verschillen de voorwaarden waaronder het kan worden verzocht. 4 Meer in het bijzonder kent de huidige situatie vier belangrijke tekortkomingen: 5 I. De voorwaarden voor bevelen tot conservatoir beslag op bankrekeningen krachtens het nationale recht lopen in de EU sterk uiteen. Dat maakt het verkrijgen van een bevel tot conservatoir beslag op een bankrekening (of er een te krijgen zonder dat de schuldenaar wordt II. gehoord) voor schuldeisers in sommige lidstaten moeilijker dan in andere en moedigt "forumshopping" aan. 6 Een tweede probleem heeft betrekking op het feit dat het voor een schuldeiser in veel lidstaten moeilijk, zo niet onmogelijk, is te weten te komen waar zijn schuldenaar zijn bankrekening heeft zonder een beroep te doen op de diensten van privédetectivekantoren. 7 1 COM (2011) 445 def (Voorstel), p SEC (2011) 937 fin, p. 60 (werkdocument bij het voorstel), COM (2011) 445 def (Voorstel), p Jongbloed 2012, p Van het Kaar 2011 (a), p COM (2011) 445 def (Voorstel), p SEC (2011) 937 fin, p. 73 (werkdocument bij het voorstel). 7 SEC (2011) 937 fin, p. 16 (werkdocument bij het voorstel). 5

6 III. IV. Ten derde zijn de kosten van het verkrijgen en van de tenuitvoerlegging van een bevel tot conservatoir beslag op een bankrekening in een grensoverschrijdende zaak in het algemeen hoger dan in binnenlandse zaken, hetgeen schuldeisers afschrikt om in het buitenland via gerechtelijke weg hun schuldvorderingen te innen. 8 Ten slotte vormen de verschillen tussen de nationale tenuitvoerleggingssystemen en de duur van de tenuitvoerlegging een ernstig probleem voor schuldeisers die een rechterlijke beslissing ten uitvoer willen leggen. Dit tast de doeltreffendheid aan van voorlopige maatregelen, zoals conservatoir beslag op bankrekeningen. 9 Het vrije verkeer van personen, goederen en diensten in de interne markt brengt steeds vaker mee dat schuldeisers en schuldenaar ingezetene zijn van verschillende lidstaten en het vermogen van een schuldenaar verspreid is over verschillende lidstaten. 10 Hoewel alle moderne rechtssystemen als uitgangspunt hebben dat een schuldenaar met zijn vermogen instaat voor de nakoming van zijn verplichtingen, blijkt uit een door de Europese Commissie vooraf uitgevoerde effectenbeoordeling (economic impact assessment) blijkt dat: 11 a) er jaarlijks een bedrag van tussen de 1,12 en 2 miljard euro aan schulden over de grens niet invorderbaar is; b) jaarlijks naar schatting 268 miljoen euro aan achterstallige alimentatie niet wordt betaald; c) de grensoverschrijdende handel jaarlijks 55 miljard aan slechte schulden kent; d) slechts 11,6 % van de bedrijven de vorderingen die zij over de grens hadden uitstaan door middel van een nationaal bevel heeft proberen te innen; e) jaarlijks op ongeveer rekeningen beslag wordt gelegd in verband met grensoverschrijdende schuldvorderingen voor een bedrag van 640 miljoen euro. Volgens deze effectbeoordeling kan het voorstel een positief economisch effect hebben en ervoor zorgen dat elk jaar tussen de 373 tot 600 miljoen euro extra aan slechte schulden wordt geïnd. Verder zou het voor bedrijven die zich bezighouden met grensoverschrijdende handel een kostenbesparing van tussen de 81,9 en 149 miljoen euro per jaar kunnen opleveren SEC (2011) 938 fin, p. 4 (samenvatting werkdocument bij het voorstel). 9 SEC (2011) 937 fin, p. 15, 20, 70-71,73 (werkdocument bij het voorstel). 10 Van Esch 2011 (a), p Advies EESC p Zie o.a. Het advies EESC p. 3, en SEC (2011) 937 fin, p. 53 (werkdocument bij het voorstel), en SEC (2011) 938 fin, p. 6-7 (samenvatting werkdocument bij het voorstel). 6

7 1.1 Het European Account Preservation Order. Teneinde in Europees verband het verkrijgen van beslagmaatregelen te vergemakkelijken is op 25 juli 2011 een voorstel gepresenteerd om tot een Europees bankbeslag te komen: Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen om de grensoverschrijdende inning van schuldvorderingen in burgerlijke en handelszaken te vergemakkelijken. Het zgn. European Account Preservation Order (hierna: EAPO). 13 Het huidige voorstel kent 52 bepalingen en heeft als doel een zelfstandige procedure te introduceren waarmee een schuldeiser in Europa de mogelijkheid heeft om onder dezelfde voorwaarden een bevel tot beslaglegging op banktegoeden te verkrijgen. Onafhankelijk van bestaande nationale procedures waardoor harmonisatie van het beslagrecht wordt nagestreefd Aanleiding voor het onderzoek. Het voorstel heeft als algemene doelstelling de inning van grensoverschrijdende vorderingen te vergemakkelijken voor burgers en ondernemingen waardoor de met grensoverschrijdende handel verbonden risico s verkleinen, het vertrouwen van de handelaars groter wordt, de betalingsmoraal van schuldenaren in grensoverschrijdende situaties beter wordt en tot meer grensoverschrijdende ondernemingsactiviteiten wordt aangezet. 15 Maar vooral dient het voorstel om in geval van geldelijke vorderingen in burgerlijke en handelszaken met grensoverschrijdende gevolgen, ongeacht de aard van de rechterlijke instantie, snel en tegen geringe kosten beslag te kunnen leggen op de bankrekening van een schuldenaar om te voorkomen dat het geld wordt opgenomen en overgemaakt naar een bankrekening in een ander land van de Europese Unie. 16 Het middel dat de schuldeiser daarvoor wordt geboden betreft het machtige wapen van het conservatoir beslag waarmee kan worden voorkomen dat de schuldeiser na een (langdurige) procedure met lege handen achterblijft. 17 De vraag is of het EAPO (in de huidige vorm) wel de juiste oplossing en verbetering voor bovenstaand probleem is ten aanzien van grensoverschrijdende beslagmaatregelen? Zowel Denemarken als het Verenigd Koninkrijk hebben reeds aangekondigd zich niet bij het voorstel aan te sluiten. 18 Met name de gebrekkige bescherming van de beslagene is voor het Verenigd Koninkrijk reden geweest om het voorstel geheel af te wijzen. 19 Het wordt namelijk niet in het belang van het Britse bedrijfsleven geacht dat zonder adequate waarborgen 13 COM (2011) 445 def - Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen om de grensoverschrijdende inning van schuldvorderingen in burgerlijke en handelszaken te vergemakkelijken. 14 Van het Kaar 2011(b), p COM (2011) 445 def (Voorstel), p Advies EESC p Kok & Van Bentum 2012, p Advies EESC p Atema & Netten 2012, p

8 buitenlandse schuldeisers beslag op bankrekeningen kunnen leggen en mogelijk bedrijven kunnen stilleggen doordat cash-flow problemen ontstaan. 20 Daarnaast zijn er ook de nodige kritische stukken geschreven ten aanzien van het voorstel. Ik noem o.a. Jongbloed, 21 Meijsen & Jongbloed, 22 Atema & Netten, 23 Van Esch, 24 Van het Kaar 25 en Kok & van Bentum. 26 Het voorstel zou te veel gericht zijn op de belangen van de schuldeiser. Het gaat hier nu te ver alle bezwaren te noemen. Deze worden later behandeld. 1.3 Nationaal conservatoir (derden)beslag. Het conservatoir beslag (aldus de Hoge Raad): dient ter bewaring van vermogensbestanddelen van de schuldenaar ten behoeve van verhaal door of afgifte aan de schuldeiser en strekt, voor zover bedoeld ten behoeve van verhaal, naar haar aard ertoe over te gaan in een executoriaal beslag. 27 Conservatoir beslag is dus (in beginsel) een preventieve maatregel, met als doel bewaring van de in beslaggenomen vermogensbestanddelen. 28 In Nederland wordt het middel op aanzienlijke schaal toegepast, en is de ruimte voor deze toepassing eveneens breed. 29 Echter wordt het (pressie) middel in de praktijk niet zelden ook wel gebruikt (of zelfs misbruikt) voor het leggen van druk op de wederpartij en zelfs erger, het ernstig in het nauw brengen van de wederpartij. Door conservatoir beslag te leggen hoopt de schuldeiser dat de schuldenaar alsnog bereid is zijn verplichtingen na te komen zodat een procedure ter verkrijging van een executoriale titel niet nodig is. 30 Het is dan ook niet voor niets dat aan de regeling van conservatoir beslag ook maatregelen (waarborgen) ter bescherming van de beslagene verbonden zijn. 31 Beslag kan immers een gevaarlijk wapen in handen van de beslaglegger zijn, dat makkelijk kan worden aangewend om de tegenpartij in het nauw te brengen. Betwijfeld kan worden of de wettelijke regeling van het conservatoor beslag de beslagenen wel voldoende waarborgen tegen misbruik biedt. De schadeplichtigheid van de beslaglegger als de vordering uiteindelijk niet wordt toegewezen is vaak een onvoldoende pleister op de wonde van gedwongen bedrijfssluiting en liquidatie. 32 Deze waarborgen zoals die in de loop der tijd in het nationale beslagrecht zijn ontwikkeld vormen een belangrijke basis voor deze scriptie. Aan de hand van deze waarborgen zal vervolgens het EAPO worden beoordeeld. Met 20 Jongbloed 2012, p Jongbloed 2012, p Meijsen & Jongbloed 2012, p Atema & Netten 2012, p Van Esch 2011 (a), p & Van Esch 2011 (b) p Van het Kaar 2011(a), p & Van het Kaar 2011 (b), p Kok & van Bentum 2012, p HR 3 oktober 2003, NJ 2004, 557 (Ontvanger/Heemhorst) r.o Oudelaar 2000, p Huydecoper 2006, p Snijders, Klaassen & Meijer 2011, p Meijsen en Jongbloed 2010, p. 10, Broekveldt 2003, p

9 in het achterhoofd dat een belangrijk kenmerk van conservatoir beslagsituaties is dat in beginsel steeds de belangen van twee partijen 33 tegenover elkaar staan: enerzijds het belang van de verzoeker, met een vermeende vordering, om deze voldaan te krijgen en anderzijds een partij die in beginsel recht heeft om ongehinderd over zijn vermogensbestanddelen te beschikken. Dit laatste wordt verhinderd door een beslag, dat leidt tot een blokkerende werking met betrekking tot de beslagen vermogensbestanddelen. 34 Of zoals blijkt uit het onderzoek van Hess 35 dienen op grond van het proportionaliteitsbeginsel tegengestelde rechten en belangen van de betrokken partijen in balans te zijn. 1.4 Onderzoeksvraag. Bovenstaande vormt de aanleiding van mijn onderzoek en resulteerde in mijn onderzoeksvraag: In hoeverre zijn de waarborgen binnen het conservatoir derdenbeslag ook terug te vinden in het Europees bankbeslag (EAPO)? Bij de beantwoording van bovenstaande onderzoeksvraag wil ik mij richten op het door Meijsen ontwikkelde pijlermodel (zie onderstaand figuur 1). Zowel het Nederlandse systeem van conservatoir beslag als de voorgestelde regeling voor een Europees bankbeslag (EAPO) kunnen schematisch worden weergegeven in drie pijlers, die worden gevormd door verlofverlening, het opheffingskortgeding (waarin de beslagenen om opheffing of wijziging van het beslag kan verzoeken) en aansprakelijkheid van de beslaglegger voor onrechtmatig gelegd beslag (schadevergoeding). De drie pijlers vertegenwoordigen waarborgen waarin door de wetgever is voorzien Bij het conservatoir derdenbeslag op bankrekeningen is ook de bank als partij betrokken. 34 Meijsen 2013, p Hess 2004, p Meijsen 2013, p

10 Pijler 1 Pijler 2 Pijler 3 Verlofverlening & Opheffingskortgeding Aansprakelijkheid instellen eis in hoofd- art. 705 Rv. beslagleger voor zaak onrechtmatig beslag art. 700 Rv. art. 6:162 BW EAPO Heroverweging, Schadevergoeding art. 7 en 8 voorstel art en art naar nationaal recht voorstel overweging 15 voorstel compensatie Fig. 1: Onderdelen en compensatie systematiek Nederland en voorstel Europees bankbeslag. Het theoretische uitgangspunt bij de beoordeling van een regeling op een gezonde verhouding tussen de hier genoemde onderdelen (pijlers) is dat deze tezamen een systeem vormen waarbinnen onderlinge compensatie mogelijk is. Deze compensatie ziet op de mate waarin een specifieke pijler waarborgen voor de beslagene en de beslaglegger biedt. Een geringe waarborg in een der pijlers kan worden gecompenseerd door een sterke waarborg in de andere pijler(s). Het systeem als geheel kan worden gekwalificeerd als evenwichtig indien gesproken kan worden van voldoende waarborgen voor zowel de beslaglegger (secureren van verhaal) als beslagene (bescherming tegen onrechtmatige beslaglegging). 37 Meer specifiek richt het onderzoek zich op de eerste en tweede pijler. In verband met een afbakening van de onderwerpen valt aansprakelijkheid (hoewel zeer interessant) buiten het bestek van het onderzoek. Allereerst zal de procedure van het leggen van conservatoir derdenbeslag conform nationaal recht worden besproken (hoofdstuk 2). Gevolgd door de mogelijkheid van het leggen van Europees bankbeslag conform het EAPO (hoofdstuk 3). Waarna in het volgende hoofdstuk (vanuit een Nederlands perspectief) een vergelijking wordt gemaakt tussen de waarborgen zoals die ten aanzien van het nationale recht evenals het EAPO gelden (hoofdstuk 4). Afsluitend volgt in hoofdstuk 5 een conclusie waarin de onderzoeksvraag zal worden beantwoorden. 37 Meijsen 2013, p

11 H2 Het conservatoir derdenbeslag. Wegens het onbetaald blijven van een vordering ziet een schuldeiser zich genoodzaakt een beroep te doen op art. 718 Rv waarin is bepaald dat een schuldeiser onder derden conservatoir beslag kan leggen op de in art. 475 Rv 38 bedoelde goederen. Dit hoofdstuk dient ertoe een beschrijving te geven van de procedure van het leggen en opheffen van een conservatoir derdenbeslag conform nationaal recht. In paragraaf 2.1 wordt het leggen van conservatoir beslag besproken. In paragraaf 2.2 wordt besproken hoe een conservatoir derdenbeslag kan worden opgeheven alsmede wanneer het komt te vervallen. Gevolgd door een conclusie in paraaf Conservatoir derdenbeslag leggen. Aan het leggen van conservatoir derdenbeslag zijn enkele (procedurele) vereisten verbonden die hieronder zullen worden besproken Verlofverlening. Om eigenrichting uit te sluiten is de belangrijke procesrechtelijke waarborg opgenomen dat, op straffe van nietigheid, geen beslag kan worden gelegd zonder verlof van de voorzieningenrechter (art. 700 lid 1 Rv). 39 Het verlof moet worden gevraagd door het indienen van een verzoekschrift. Hierin wordt conform art. 700 lid 2 Rv: de aard van het te leggen beslag en van het door de verzoeker ingeroepen recht en, zo dit recht een geldvordering is, ook het bedrag of, zo dit nog niet vaststaat, het maximum bedrag daarvan, worden vermeld, onverminderd de bijzondere eisen door de wet gesteld voor een beslag van de soort waarom het gaat. Voor zover voor beslagrekesten van belang gelden de algemene vereisten van art. 21 Rv (voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren) en art. 278 Rv. Dat laatste artikel stelt enkele formele vereisten ten aanzien van gegevens welke het beslagrekest dient te bevatten, 40 en bepaalt dat het verzoek door een advocaat moet worden ingediend Summier onderzoek. In art. 700 lid 2 Rv is bepaald dat de voorzieningenrechter beslist na summier onderzoek. Wat dit summiere onderzoek inhoudt heeft de wetgever niet concreet omschreven. Volgens de Memorie van Toelichting mag de voorzieningenrechter in de regel op de mededelingen van de verzoeker en de door hem overhandigde stukken afgaan. 41 In de beslagsyllabus 42 is ten aanzien van het summiere onderzoek 38 O.a. op vorderingen die de geëxecuteerde op derden mocht hebben of uit een ten tijde van het beslag reeds bestaande rechtsverhouding rechtstreeks zal verkrijgen. 39 Meijsen en Jongbloed 2010, p Onder meer: vermelding van voornamen, naam en woonplaats van de verzoeker, een duidelijke omschrijving van het verzoek, de gronden waarop het berust en ondertekening door een procureur. 41 Parl. Gesch. Wijziging Rv e.a.w. (Inv. 3, 5 en 6), p

12 bepaald dat: In het beslagrekest zal moeten worden gemotiveerd waarom het beslag nodig is en waarom is gekozen voor beslag op de in het beslagrekest genoemde goederen en waarom niet een minder bezwarend beslagobject mogelijk is (bijvoorbeeld beslag op een onroerende zaak in plaats van derdenbeslag onder de bank). 43 Alvorens de voorzieningenrechter zal overgaan tot verlofverlening, zal hij niet alleen moeten beoordelen of aan alle voor de onderhavige beslagvorm geldende formele vereisten is voldaan (rechtmatigheidstoets), maar ook of het verzoek hem niet ongegrond voorkomt ((on)gegrondheistoets), 44 waarbij de verzoeker aannemelijk moet maken dat deze een vordering op de beslagene heeft. 45 Gelijk dat voor een vordering (in kort geding) tot opheffing van een beslag geldt, kan ook de beoordeling van een beslagrekest niet geschieden zonder een (summiere) afweging van de wederzijdse belangen. 46 Een toegekend beslagverlof kent in de praktijk doorgaans geen motivering. 47 Motivering van het verlof geschiedt slechts in geval van afwijzing van het verzoek. 48 Het beslag dient vervolgens (uitsluitend door de deurwaarder) onder de derde te worden gelegd door middel van een deurwaardersexploot (beslagexploot). Dit exploot moet onder andere een bevel aan de derde bevatten het beslagene onder zich te houden op straffe van onwaarde van elke in weerwil van het beslag gedane betaling of afgifte. 49 Tegen een door de voorzieningenrechter verleend verlof staat overigens geen hogere voorziening open (art. 700 lid 2 Rv). Dit in tegenstelling tot de bij een (voorgenomen) afwijzing van het verlof (waarbij doorgaans de advocaat van de beslaglegger wordt gehoord) 50 bestaande mogelijkheid van hoger beroep en eventueel cassatie Instellen van een eis in de hoofdzaak. Een andere belangrijke voorwaarde voor het leggen van conservatoir derdenbeslag is (tenzij dit op het moment van verlofverlening reeds is ingesteld) het instellen van de eis in de hoofdzaak waartoe de beslaglegger o.g.v. art. 700 lid 3 Rv, jo 721 Rv verplicht is. Door het instellen van een procedure 52 wordt 42 De beslagsyllabus is bedoeld om door de rechtbanken te worden gebruikt als handleiding bij de beoordeling van beslagrekesten. De beslagsyllabus wordt gepubliceerd onder verantwoordelijkheid van het LOVCK (het Landelijk overleg van de voorzitters van de sectoren civiel en kanton van de rechtbanken). Voor zover bepaalde punten uit de beslagsyllabus moeten worden beschouwd als best practices, waarbij bedacht moet worden dat het de voorzieningenrechter steeds vrij staat om in voorkomende gevallen anders te beslissen. 43 Beslagsyllabus (versie augustus 2012), p Hof s Hertogenbosch 11 november 2003, LJN AO1606, JOR 2004, 115 (Danilo Jordan/Scanimex). 45 Meijsen-Tierates 2008, p. 166, Meijsen en Jongbloed 2010, p. 27, 43, en Beslagsyllabus (versie augustus 2012) p Beslagsyllabus (versie augustus 2012), p. 8-9, Meijsen 2013, p Meijsen en Jongbloed 2010, p Hof Den Bosch 16 januari 2008, LJN BC Oudelaar 2000, p. 86, Broekveldt 2003, p Meijsen-Tierates 2008, p , Beslagsyllabus (versie augustus 2012), p Meijsen 2013, p. 111, HR 23 december 1977, NJ 1978, 296, Gerechtshof 17 april 2012, LJN BW 6283 (Drag/Fundashon). 52 Over de vraag welke procedures kunnen worden beschouwd als het instellen van een eis in de hoofdzaak heeft de Hoge Raad in de loop der jaren meer duidelijkheid verschaft. Hieronder wordt niet alleen verstaan het uitbrengen van een dagvaarding (ook in Kort Geding, HR 26 12

13 bewerkstelligd dat er duidelijkheid komt over de ten tijde van beslaglegging nog niet vaststaande vordering waarvoor beslag wordt gelegd. 53 In beginsel zal het gaan om een rechtelijke beoordeling of het door de beslaglegger ingeroepen vorderingsrecht al dan niet bestaat en zo ja, in welke omvang. 54 Waarbij het uiteindelijke doel is het verkrijgen van een deugdelijke en voor tenuitvoerlegging vatbare executoriale titel (art. 704 lid 1). Conform art. 700 lid 3 jo 721 Rv dient het instellen te geschieden binnen een termijn van ten minste acht dagen na het beslag. In de praktijk is deze termijn gesteld op 14 dagen. 55 Op deze wijze wordt mede voorkomen dat, indien beslag is gelegd, de beslagene intussen niet weet waar hij aan toe is en bovendien niet over zijn vermogensbestanddelen kan beschikken. 56 De bedoelde termijn heeft volgens het arrest Wessex/Itera-Energy 57 de strekking te voorkomen dat de schuldeiser het beslag alleen als pressiemiddel gebruikt en na beslaglegging stil blijft zitten Zekerheidstelling door de schuldeiser. De voorzieningenrechter heeft de discretionaire bevoegdheid ambtshalve een voorwaarde te verbinden aan een verlof tot conservatoir beslag. Van de beslaglegger mag worden gevraagd dat er, tot een bepaald door de voorzieningenrechter vast te stellen bedrag, een zekerheid moet worden gesteld ten behoeve van schade die door het beslag aan de beslagene kan worden toegebracht (art. 701 Rv). 59 Deze zekerheid dient zodanig te zijn dat de vordering (en zo daartoe gronden zijn de daarop vallende rente en kosten) behoorlijk zijn gedekt (zie art 6:51 lid 2 BW). Omdat het voor de voorzieningenrechter moeilijk is met name vanwege de beperkte beschikbare informatie om de beslagschade op voorhand te begroten, (alsmede de beoordeling op de kans dat een beslaglegger niet in staat is de schade van een mogelijk onterecht gelegd beslag te voldoen) wordt van deze mogelijkheid in de praktijk zelden gebruik gemaakt. 60 Daarnaast blijkt uit onderzoek van Meijsen en Jongbloed dat deze zekerheidstelling (in tegenstelling tot wat de beslagsyllabus vermeldt) geen onderdeel uitmaakt van de belangenafweging van de voorzieningenrechter in het kader van het summiere onderzoek. 61 februari 1999, NJ 1999, 717, Ajax/Reule) of het indienen van een verzoekschrift, maar tevens het adiëren van een buitenlandse rechter, het instellen van een eis in reconventie, het aanmelden van een vordering bij de rechter-commissaris in het kader van een rangregeling, het opleggen van een aanslag door de inspecteur, arbitrage en een bindend adviesprocedure (Hof Amsterdam, 31 januari 2008, «JBPr» 2008/21, Van Beerschoten/Hoeksema c.s.). 53 Meijsen en Jongbloed 2010, p , Vgl. HR 3 oktober 2003, NJ 2004, 557 (Ontvanger/Heemhorst). 55 Beslagsyllabus (versie augustus 2012), p Meijsen en Jongbloed 2010, p. 11, Broekveldt 2003, p HR 9 februari 2007, JBPr 2007/ Janssen 2009, p Vgl. Hof Arnhem 18 april 2008, LJN BD2713, waarin aan het alsnog verlenen van verlof voor het leggen van conservatoir beslag op een handelsvoorraad de voorwaarde werd verbonden van het stellen van zekerheid. 60 Beslagsyllabus (versie augustus 2012), p , Meijsen-Tierates 2008, p Meijsen en Jongbloed 2010, p

14 2.2 Conservatoir derdenbeslag opheffen. Het leggen van conservatoir beslag in Nederland wordt gezien als een relatief eenvoudige procedure. 62 Het opheffen van het beslag is daarentegen een stuk minder eenvoudig. Dit terwijl de gevolgen van een beslag zeer ingrijpend kunnen zijn. Door het beslag op het banktegoed van een onderneming kan deze in ernstige cash-flow problemen komen waarbij in het uiterste geval een faillissement kan volgen. Daarnaast kan de schade ook uit bijvoorbeeld reputatieschade en aantasting van eer en goede naam 63 bestaan. Er hoeft dus niet alleen sprake te zijn van vermogensschade want ook immateriële 64 schade (in de vorm van smartengeld) kan het geval zijn. 65 Deze paragraaf beschrijft daarom de mogelijkheden om een conservatoir derdenbeslag op te heffen, alsmede de manieren waarop het beslag van rechtswege komt te vervallen Opheffingskortgeding. Wanneer eenmaal beslag is gelegd kan de beslagene (of een andere belanghebbende) op grond van art. 705 Rv in een kort geding procedure de voorzieningenrechter verzoeken het beslag op te heffen of te wijzigen. De in art. 705 lid 2 Rv genoemde (vier) opheffingsgronden zijn niet limitatief zodat de voorzieningenrechter ook op andere gronden een beslag kan opheffen. Het is minder algemeen aanvaard of deze genoemde opheffingsgronden ook een imperatief karakter hebben. 66 De tekst van het artikel luidt als volgt: De opheffing wordt onder meer uitgesproken bij verzuim van op straffe van nietigheid voorgeschreven vormen, indien summierlijk van de ondeugdelijkheid van het door de beslaglegger ingeroepen recht of van het onnodige van het beslag blijkt, of, zo het beslag is gelegd voor een geldvordering, indien voor deze vordering voldoende zekerheid wordt gesteld. Hierin kan een strikt imperatieve bepaling worden gelezen. De parlementaire geschiedenis 67 beschrijft echter een spectrum van beoordeling aan de hand van de arresten Smits c.s./curatoren 68 en Piccioli/Impag 69 waarin twee uitersten aan bod komen. In het eerste arrest de situatie waarin een vordering onaannemelijk is en een belangafweging desondanks kan leiden tot handhaving van het beslag. In het tweede arrest de situatie dat het geval van een aannemelijke vordering waarbij een belangafweging kan resulteren in een opheffing van het beslag. 70 Het verdient vermelding dat de bewijslastverdeling zoals die in art. 150 Rv 62 Meijsen en Jongbloed 2010, p Rb. Utrecht 12 december 2007, LJN: BB Zie o.a. HR 13 januari 1995, NJ 1997, 336 (Ontvanger/Bos), HR 26 juni 1998, NJ 1998, 778 (kramer/abn AMRO), HR 2 mei 1997, NJ 1997, 662 (Kip en Sloetjes/Rabobank). 65 Hartlief 2009, p Meijsen 2013, p MvA I 1984/1985, nr. 141a, p HR 20 maart 1959, NJ 1959, HR 22 april 1983, NJ 1984, 180, LNJ AG Meijsen 2013, p

15 geformuleerd is (vanwege een kortgedingprocedure) 71 niet geldt waarmee het dus niet aan de beslagene of andere belanghebbende is om te bewijzen dat het beslag ten onrechte is gelegd, ondeugdelijk of onnodig is. 72 Een bewijslastverdeling in eigenlijke zin is hier niet aan de orde, het gaat veeleer om een afweging van belangen. 73 Belangenafweging. Zo formuleerde de Hoge Raad in het De Ruiterij/MBO-Ruiters arrest; 74 en (nadien) herhaald; 75 Volgens art. 705 lid 2 Rv dient het beslag te worden opgeheven indien summierlijk van de ondeugdelijkheid van het door de beslaglegger ingeroepen recht blijkt. Dit brengt mee dat het in de eerste plaats op de weg ligt van degene die opheffing vordert, met inachtneming van de beperking van de kort geding procedure, aannemelijk te maken dat de door beslaglegger gepretendeerde vordering ondeugdelijk is. De kort geding rechter zal evenwel hebben te beslissen aan de hand van een beoordeling van wat door beide partijen naar voren is gebracht en summierlijk met bewijsmateriaal is onderbouwd. ( ) Die beoordeling kan niet geschieden los van de in een zodanig geval vereiste afweging van de wederzijdse belangen. De lijn die de Hoge Raad daarmee in de jurisprudentie heeft uitgezet gaat daarbij uit van een aannemelijkheidslast welke rust op de beslagene, waarbij steeds ook een belangenafweging plaatsvindt. 76 De belangenafweging (ten aanzien van de toets van summierlijke ondeugdelijkheid) door de rechter kan ondanks het imperatieve karakter toch tot een andere beslissing leiden en hoeft daarmee het beslag niet altijd op te heffen. 77 Zelfs indien een door de bodemrechter uitgesproken vonnis waarbij de vordering waarvoor beslag is gelegd is afgewezen (maar nog niet in kracht van gewijsde is gegaan), moet de kortgedingrechter bij zijn oordeel over de vordering tot opheffing van het conservatoir beslag een belangenafweging maken (zie HR Bijl/Van Baalen 78 ). 79 Deze uitspraak week daarmee af van het eerdere arrest Staat/Varkenshouders 80 waarin werd bepaald dat de president in beginsel zijn vonnis dient af te stemmen op het oordeel van de bodemrechter. Uitgangspunt is dat ook voor een vooralsnog geheel onbewezen vordering beslag moet kunnen worden gelegd. De Hoge Raad legt daarmee vooral de nadruk op de belangen van de schuldeiser, voor wie verhaal mogelijk moet zijn 71 Meijsen 2013, p Broekveldt 2003, p. 673, Janssen 2009, p HR 14 juni 1996, NJ 1997, 481 r.o (MBO/De Ruiterij). 75 Vgl. HR 27 januari 1995, LJN ZC1628, NJ 1995, 669 (Bigott c.s./doucal), HR 13 juni 2003, NJ 2005, 77 (Daan/Bremen), HR 25 november 2005, NJ 2006, 148 (Rohde Nielsen/De Donge), HR 30 juni 2006, NJ 2007, 483 (Bijl/Van Baalen c.s.). 76 Meijsen 2013, p Zie tevens De Greve 2006, p HR 30 juni 2006, JBPr 2006/62 (Bijl/Van Baalen). 79 Janssen 2009, p HR 19 mei 2000, LJN AA5870, NJ 2001,

16 wanneer deze in de hoofdprocedure in het gelijk wordt gesteld. 81 Voor de voorzieningenrechter wordt het opheffingskortgeding algemeen als vangnet (en waarborg) voor een mogelijk onterecht verleend verlof en/of vexatoir beslag beschouwd. 82 Uit onderzoek van Meijsen en Jongbloed blijkt overigens dat het aantal opheffingskortgedingen minder dan vijf procent ten opzichte van het aantal verleende verloven bedraagt. Op deze waarborg wordt in de praktijk dus beperkt een beroep gedaan. Een verklaring daarvoor kan (aldus de onderzoekers) worden gezocht enerzijds in de goede werking van de wijze van verlofverlening, anderzijds in de geringe kans van slagen van het opheffingskortgeding Verval/ opheffing van beslag. Verder is bepaald dat overschrijding van de termijn voor het instellen van een eis in de hoofdzaak het beslag (van rechtswege) doet vervallen (zie art. 700 lid 3 Rv). 84 Ook (het in kracht van gewijsde gaan van) de afwijzing van de eis in de hoofdzaak (art. 704 lid 2 Rv) zal het gelegde conservatoire beslag van rechtswege doen vervallen. 85 Het vervallen van het beslag verhindert echter niet dat men opnieuw een beslag kan leggen. Het nadeel in dat geval zijn echter wel de extra kosten (o.a. griffierecht) en de kans dat de goederen geen mogelijkheid tot verhaal meer bieden omdat ze weg kunnen zijn. 86 Volgens Janssen 87 kan een beslagverlof, mits de in het beslagrekest gereleveerde feiten onveranderd zijn gebleven, derhalve meermalen worden gebruikt. En, zo blijkt uit het arrest DKH/KIVO 88, kan een opgeheven beslag dat uitvoerbaar bij voorraad is verklaard herleven door vernietiging van dat vonnis in hoger beroep. Wijzigingen in de rechtstoestand van het beslagen goed dienen echter wel te worden geëerbiedigd. 89 Daarnaast is het zo dat in het geval van een (uitgesproken) faillissement zowel executoriaal als conservatoir gelegde beslagen (zonder dat het vonnis in kracht van gewijsde gaat) direct komen te vervallen (art. 33 Fw). 90 Tevens komt het beslag te vervallen indien de vordering wordt voldaan. Beslag is afhankelijk (zie art. 3:7 BW) van de vordering tot verhaal waarvan het werd gelegd. Het beslag vervalt dan ook wanneer de vordering (bijvoorbeeld door betaling) teniet gaat Janssen 2009, p. 294, Meijsen en Jongbloed 2010, p Meijsen 2013, p Meijsen en Jongbloed 2010, p. 13, 16, 17, 56 en Meijsen 2013, p Zie bijvoorbeeld Hof Amsterdam 19 juli 2001, KG 2001, 196 (NMB-Heller/Van Dijk), Hof Den Haag, 14 februari 2003, KG 2003, 80 (Toet/Schiphol B.V.), Pres. Rb. Amsterdam 13 februari 1986, KG 1986, Oudelaar 2000, p Van t zelfde 2006, p Janssen 2009, p HR 23 februari 1996, NJ 1996, Janssen 2009, p Polak 2008, p Mijnssen & Van Mierlo 2009, p

17 Zekerheidstelling door schuldenaar Indien door de schuldenaar voldoende zekerheid wordt gesteld ten aanzien van een beslag wat is gelegd voor een geldvordering, dient (imperatief) het beslag te worden opgeheven. 92 Indien de beslagene voldoende zekerheid heeft gesteld, bestaat er voor beslaglegger geen enkel belang meer om het beslag te handhaven. 93 Deze zekerheid wordt vaak gesteld in de vorm van een bankgarantie. Er is voor de beslagene overigens geen verplichting tot het stellen van deze zekerheid, dit is een eigen keuze. 94 In de praktijk blijkt hier overigens een beperkt beroep op te worden gedaan. In 12 van de 153 onderzochte opheffingskortgedingen met vonnis (bijna 8%) was hiervan sprake. 95 Daarbij komt dat banken door de economische omstandigheden aanzienlijk terughoudender zijn geworden met het meewerken aan zekerheidstellingen Conclusie. In Nederland is het verkrijgen van verlof van de rechter voor het leggen van conservatoir beslag procedureel gezien eenvoudig. Een plausibel, consistent en juridisch logisch klinkend verzoek wordt in beginsel vaak dezelfde dag nog gehonoreerd. Maar de gevolgen voor de beslagene kunnen zeer groot zijn. Juist omdat die gevolgen zo groot kunnen zijn, zijn waarborgen in de wet opgenomen, bedoeld ter bescherming van de positie van de beslagene. 97 De waarborgaspecten voor de beslagene, (o.a. verlofverlening door voorzieningenrechter en instellen van eis in de hoofdzaak) zorgen niet direct voor een evenwichtige positie tussen de beslaglegger en beslagene. Het ex parte karakter (gericht op het risico van het verdwijnen van vermogensbestanddelen na het horen van de beoogd beslagene) is hier debet aan. Onevenwichtigheid (aldus Meijsen) 98 is inherent aan verlofverlening. De geringe kans van slagen van een opheffingskortgeding versterkt temeer de positie (ook in het geval van onderhandeling over opheffing van het beslag buiten de rechtszaal) van de beslaglegger. Het uitgangspunt dat de beslaglegger het voordeel van de twijfel krijgt totdat het tegendeel bewezen is draagt daar aan bij. 99 Het systeem van conservatoir beslag zoals dat in de loop der tijd is ontwikkeld in ons nationale recht is derhalve te omschrijven als onevenwichtig, waarbij de waarborgen voor de beslagene zijn verslechterd ten opzichte van een verbetering voor die van de beslaglegger De Greve 2006, p Oudelaar 2000, p HR 25 maart 2005, rov LJN AR 7350, JOR 2005/ Meijsen en Jongbloed 2010, p Meijsen 2013, p.178, 97 Meijsen en Jongbloed 2010, p Meijsen 2013, p Meijsen 2013, p. 197, 198, Meijsen 2013, p

18 H3 Europees bankbeslag conform het European Account Preservation Order. Wanneer de vordering van bijvoorbeeld een Duitse onderneming op een Nederlandse onderneming onbetaald blijft (grensoverschrijdend karakter), zou het EAPO hier in de toekomst soelaas kunnen bieden. Op grond van het eerste artikel in het voorstel kan een schuldeiser een EAPO verkrijgen om te beletten dat de tegoeden van zijn schuldenaar van bankrekeningen in de Unie worden afgehaald of overgemaakt. In dit hoofdstuk worden de (procedurele) regels ten aanzien van het verkrijgen alsmede het opheffen van een EAPO conform het voorstel Europees bankbeslag besproken. In paragraaf 3.1 wordt het verkrijgen van een EAPO besproken. In paragraaf 3.2 wordt besproken hoe een EAPO kan worden opgeheven. Gevolgd door een conclusie in paraaf Een EAPO verkrijgen. Een schuldeiser kan in een drietal situaties om een EAPO verzoeken, te weten (1) voor of tijdens de gerechtelijke bodemprocedure, (2) in de periode waarin de schuldeiser beschikt over een in de lidstaat van herkomst uitvoerbare executoriale titel welke nog niet uitvoerbaar is verklaard in de lidstaat van tenuitvoerlegging en (3) na het verkrijgen van een executoriale titel welke in de lidstaat van tenuitvoerlegging wel uitvoerbaar is Uitvaardiging door het gerecht. Op basis van art. 6 voorstel wordt het EAPO uitgevaardigd door een gerecht welke volgens de toepasselijke bevoegdheidsregels bevoegd is in het bodemgeschil. Het gerecht in de lidstaat waar de bankrekening wordt aangehouden is altijd bevoegd (lid 3). Voor deze bevoegdheidsregels dient (conform art. 46 lid 2 voorstel) te worden gekeken naar Verordening EG nr. 44/ Meer specifiek naar de bepalingen 2, 5-23 EEX Vo. 103 Zijn meerdere gerechten bevoegd, dan is het gerecht van de lidstaat waar de eiser het bodemgeschil aanhangig heeft gemaakt of voornemens is dat te doen bevoegd. Om forum-shopping te vermijden is in het geval dat het bevel wordt gegeven door een gerecht van de lidstaat waar de rekening wordt aangehouden, de werking van het bevel beperkt tot deze lidstaat. 104 Daarnaast dient de te blokkeren bankrekening van de schuldenaar zich in ieder geval te bevinden in een lidstaat van de Unie Kok & Van Bentum 2012, p Verordening (EG) nr. 44/2001 inzake de rechtelijke bevoegdheid, de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken. 103 Van het Kaar 2011(b), p COM (2011) 445 def (Voorstel), p Art. 1, art. 4 sub 6 Voorstel. 18

19 3.1.2 Vereisten voor uitvaardiging. In art. 7 voorstel staat dat het EAPO wordt uitgevaardigd (imperatief karakter) wanneer de eiser relevante feiten, redelijk gestaafd door bewijs, overlegt waardoor het gerecht ervan overtuigd wordt dat: (a) zijn vordering gegrond lijkt, 106 en (b) dat zonder het uitvaardigen van het bevel de latere tenuitvoerlegging van een bestaande of toekomstige titel jegens de verweerder waarschijnlijk zal worden belemmerd of wezenlijk moeilijker worden gemaakt, met name vanwege het reële gevaar dat de verweerder tegoeden op een of meer bankrekeningen waarop conservatoir beslag moet worden gelegd, wegneemt, verbergt dan wel daarover beschikt. Wanneer aan de vastgestelde vereisten na onderzoek van het gerecht (conform art. 9) is voldaan, te weten; art. 2 (toepassingsgebied), art. 6 (rechtelijke bevoegdheid), art. 7 (voorwaarden) en art. 8 (eisen verzoekschrift), vaardigt het gerecht of de uitvaardigende autoriteit binnen een termijn van 7 (kalender) 107 dagen na het indienen van een verzoek een EAPO uit. 108 Deze termijn is korter indien het een procedure betreft waarbij reeds een in de lidstaat van tenuitvoerlegging uitvoerbare executoriale titel is verkregen, namelijk drie (kalender)dagen. 109 Het verzoek om een EAPO wordt (art. 8 voorstel) ingediend (o.a. per post of elektronisch) d.m.v. het verzoekformulier (zie bijlage I), vergezeld van alle nuttige bewijsstukken. Op het formulier dienen (conform art. 8, 19 voorstel) verschillende gegevens te worden vermeld. 110 Wanneer overigens om een EAPO wordt verzocht na het verkrijgen van een uitvoerbare titel gelden conform art. 15 voorstel (deels) andere vereisten ten aanzien van de te vermelden gegevens op het verzoekformulier. Met name dient dan aanvullende informatie ten aanzien van de verkregen executoriale titel te worden vermeld. Indien bij het verzoek niet is voldaan aan de daaraan in art. 8 voorstel vastgestelde vereisten, biedt het gerecht de eiser de mogelijkheid het verzoek aan te vullen of te corrigeren, tenzij de vordering kennelijk ongegrond of het verzoek niet ontvankelijk is (art. 9 lid 2 voorstel). Conform art. 16 voorstel dient de eiser bij het EAPO verzoek het gerecht te voorzien van alle informatie over de verweerder en over de bankrekening(en) van de verweerder die de bank(en) nodig hebben om de verweerder en zijn rekeningen(en) te kunnen identificeren. Mocht de eiser niet over alle rekeninginformatie (conform art. 16 voorstel) beschikken, dan kan de eiser op grond van art. 17 voorstel een verzoek tot rekeninginformatie bij de bevoegde autoriteit indienen. Indien voldaan is aan de vereisten voor een EAPO, vaardigt het gerecht of de uitvaardigende autoriteit een EAPO uit (zie art. 21 voorstel). Wordt het 106 Aan voldaan indien de eiser reeds beschikt over een voor tenuitvoerlegging vatbare titel art. 7 lid 2 Voorstel. 107 Voorstel spreekt verwarrend over kalender danwel werkdagen. Mede op basis van het advies EESC p. 4 dient uitsluitsel te worden gegeven. 108 In uitzonderlijke omstandigheden waarin een mondelinge behandeling noodzakelijk wordt geacht, is uitstel mogelijk (art. 21 lid 4 voorstel). 109 Art. 21 Voorstel. 110 Onder andere over de eiser en verweerder, bankrekeninginformatie, de hoogte van de vordering, een beschrijving van alle relevante omstandigheden die aan de vordering ten grondslag liggen en die het bevel rechtvaardigen, de relevante elementen die de bevoegdheid van het gerecht staven, een lijst van bewijsmateriaal dat door de eiser is overgelegd en als laatste een verklaring of de eiser bij een ander gerecht een verzoek om een EAPO of een bevel met gelijkwaardige gevolgen aanhangig heeft gemaakt. 19

20 EAPO uitgevaardigd in de lidstaat van tenuitvoerlegging, dan wordt betekening beheerst door het nationale recht (zie art. 24 lid 2 jo 25 lid 2 voorstel), waarbij de deurwaarder op grond van art. 475 Rv het beslagexploit betekent. Bij grensoverschrijdende betekening gelden de regels van Verordening EG nr. 1393/2007 (conform art. 24 lid 3 jo 25 lid 3 voorstel), waarbij de stukken door het gerecht van oorsprong (of door de eiser) rechtstreeks naar de bevoegde autoriteit in de lidstaat van tenuitvoerlegging wordt verzonden, welke verder zorg draagt voor betekening (aan de bank en verweerder). 111 Mocht een bevel worden geweigerd dan kan de eiser (binnen 30 dagen) beroep instellen tegen de beslissing van het gerecht of van de uitvaardigende autoriteit (art. 22 voorstel) Procedure over bodemgeschil. Wanneer het bevel is uitgevaardigd voordat een procedure over het bodemgeschil is ingeleid, dient de eiser de procedure over het bodemgeschil binnen 30 dagen in te leiden conform art. 13 voorstel. Deze termijn kan bij het uitvaardigen van het bevel zijn verkort door het gerecht. In de Engelse versie van het voorstel wordt overigens gesproken over Initiation of proceedings on the substance hetgeen naar het oordeel van de Raad voor de Rechtspraak beter vertaald dient te worden met eis in de hoofdzaak. Immers zou hiermee in tegenstelling tot de huidige vertaling procedure over het bodemgeschil ook (de veel praktischere mogelijkheid van) een kort geding procedure mogelijk zijn. Zeker ten opzichte van de (zo door de Raad van de rechtspraak geformuleerde) over het algemeen zeer omslachtige, dure en tijdrovende bodemprocedure Zekerheidstelling door schuldeiser. Het gerecht mag (discretionaire bevoegdheid) voordat het een EAPO uitvaardigt van de eiser een zekerheidstelling of een soortgelijke waarborg eisen om de vergoeding van eventuele door de verweerder geleden schade te waarborgen (art. 12 voorstel). Veelal in de vorm van een bankgarantie met de beslagdebiteur als begunstigde. 113 Aanvullend kan (zie art. 18 voorstel) worden vermeld dat wanneer het EAPO werd uitgevaardigd op grond van een beslissing, gerechtelijke schikking of authentieke akte die in de lidstaat van herkomst uitvoerbaar is, de eiser een zekerheid moet kunnen stellen voor het bedrag van het EAPO en van de daarin eventueel gespecificeerde rentes en kosten. In alle andere gevallen moet de eiser in staat zijn een zekerheid te stellen voor het bedrag van de vordering en voor eventuele rente die op de vordering is verkregen. 111 Van Esch 2011 (b), p Advies Raad voor rechtspraak p Van Esch 2011 (a), p

21 3.2 Een EAPO wijzigen/opheffen. Vanwege het ex parte karakter van het EAPO zal de schuldenaar (tenzij de schuldeiser de rechter verzoekt hem te horen (art. 10 voorstel) pas op de hoogte raken van het bankbeslag nadat het aan hem is betekend. Welke rechtsmiddelen heeft de schuldenaar vervolgens om tegen het EAPO op te komen? Hieronder volgt een overzicht van deze (limitatieve) gronden voor verweer, alsmede de (mogelijk) overeenkomstige bepalingen uit ons nationale recht. I. Een verzoek tot heroverweging op grond dat niet is voldaan aan de voorwaarden voor de II. III. IV. uitvaardiging zoals uiteengezet in art. 2, 6 en 7 van een EAPO (art. 34 lid 1 sub a voorstel). (In ons nationale recht vormverzuim, zie art. 705 lid 2 Rv). Een verzoek tot heroverweging op grond dat de eiser niet binnen de in art. 13 genoemde termijn het bodemgeschil aanhangig heeft gemaakt (zie art. 34 lid 1 sub b en art. 35 lid 2 voorstel). (In ons nationale recht verval van rechtswege volgens art. 700 lid 3 Rv). Een verzoek de tenuitvoerlegging van het bevel te beperken op grond dat bepaalde bedragen op de rekening volgens de wetgeving van de lidstaat waar de rekening wordt aangehouden niet vatbaar zijn voor beslag en door de bevoegde autoriteit niet of niet naar behoren met deze bedragen rekening is gehouden overeenkomstig artikel 32. (Zie art. 35 lid 1 sub a voorstel). (In ons nationale recht conform 475 g Rv). Een verzoek tot beëindiging (van de tenuitvoerlegging) van het EAPO op grond dat in de lidstaat van tenuitvoerlegging een beslissing is gegeven waarbij de vordering van de eiser is afgewezen (zie art. 35 lid 1 sub b paragraaf i voorstel). (In ons nationale recht verval van rechtswege, zie art. 704 lid 2 Rv). V. Een verzoek tot heroverweging kan ook worden ingediend indien de bankrekening waarop VI. VII. conservatoir beslag is gelegd niet voor beslag vatbaar is op grond van de wetgeving inzake immuniteit van tenuitvoerlegging van de lidstaat waar de rekening wordt aangehouden (art. 35 lid 1 sub b paragraaf ii voorstel). (In ons nationale recht conform 475 g Rv) In het geval dat reeds een uitvoerbare titel is verkregen (hoofdstuk 2 afdeling 2 voorstel) kan een verzoek tot intrekking van het bevel worden gevraagd op grond dat de beslissing, gerechtelijke schikking of authentieke akte in de lidstaat van herkomst nietig is verklaard, zie art. 35 lid 3 sub i. In het geval dat reeds een uitvoerbare titel is verkregen (hoofdstuk 2 afdeling 2 voorstel) kan een verzoek tot opschorting van de tenuitvoerlegging van het bevel worden gevraagd 21

AH Z Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar , nr Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar , nr.

AH Z Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar , nr Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar , nr. AH 1471 2018Z24098 Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018-2019, nr. 1202 Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018-2019, nr. 1360 1 Kent u het bericht Bedrijven lamleggen met beslag

Nadere informatie

Het EAPO (European Account Preservation Order): een nieuw wapen voor de schuldeiser?

Het EAPO (European Account Preservation Order): een nieuw wapen voor de schuldeiser? Het EAPO (European Account Preservation Order): een nieuw wapen voor de schuldeiser? M r. A. J. K o k e n m r. C. G. J. G. v a n B e n t u m * Rekeningen worden alsmaar later betaald. Grote organisaties

Nadere informatie

Voorlopige en bewarende maatregelen in Nederland

Voorlopige en bewarende maatregelen in Nederland Voorlopige en bewarende maatregelen in Nederland 1. Welke verschillende soorten maatregelen zijn er? Bewarende maatregelen zijn maatregelen die tot doel hebben waar mogelijk zeker te stellen dat de schuldenaar

Nadere informatie

Prof. mr. A.W. Jongbloed WAAROM ER NAUWELIJKS RECHTSPRAAK IS OVER BESLAGEN OP LEVENSVERZEKERINGEN

Prof. mr. A.W. Jongbloed WAAROM ER NAUWELIJKS RECHTSPRAAK IS OVER BESLAGEN OP LEVENSVERZEKERINGEN Prof. mr. A.W. Jongbloed WAAROM ER NAUWELIJKS RECHTSPRAAK IS OVER BESLAGEN OP LEVENSVERZEKERINGEN Plaats in het systeem van de wet Boek 2, titel 2 (gerechtelijke tenuitvoerlegging op goederen die geen

Nadere informatie

EU-bankbeslag. FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat Antwerpen T F E W

EU-bankbeslag. FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat Antwerpen T F E W EU-bankbeslag FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be 1 Inhoud: EU-bankbeslag 1. Regeling vóór verordening

Nadere informatie

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1 De Minister van Veiligheid en Justitie mr. I.W. Opstelten Postbus 20301 2500 EH Den Haag bezoekadres Kneuterdijk 1 2514 EM Den Haag correspondentieadres Postbus 90613 2509 LP Den Haag datum 25 oktober

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 Instantie Datum uitspraak 21-06-2016 Datum publicatie 24-04-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie - Vindplaatsen Uitspraak Gerechtshof

Nadere informatie

Prof. mr. A.W. Jongbloed. Executierecht. Kluwer a Wotters Kluwer business. Kluwer - Deventer 20t I

Prof. mr. A.W. Jongbloed. Executierecht. Kluwer a Wotters Kluwer business. Kluwer - Deventer 20t I Prof. mr. A.W. Jongbloed Executierecht Kluwer a Wotters Kluwer business Kluwer - Deventer 20t I INHOUD Voorwoord / V 1 Inleiding. Executoriale titels. Enkele algemene regels van executierecht /1 1.1 Inleiding

Nadere informatie

Cumulatief beslag op aandelen op naam: tot welk moment?

Cumulatief beslag op aandelen op naam: tot welk moment? Cumulatief beslag op aandelen op naam: tot welk moment? Mr. C.H.M. Fiévez * 1. Inleiding De vraag tot welk moment cumulatief beslag op aandelen nog mogelijk is veronderstelt dat elk beslagobject, en dus

Nadere informatie

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie:

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie: LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, 225359 Datum uitspraak: 15-02-2012 Datum publicatie: Rechtsgebied: 17-02-2012 Handelszaak Soort procedure: Kort geding Inhoudsindicatie: In deze zaak

Nadere informatie

verzoeksters, beide gevestigd te Frankrijk, advocaten: mr. L. Oosting en mr. R.M. van der Velden te Amsterdam,

verzoeksters, beide gevestigd te Frankrijk, advocaten: mr. L. Oosting en mr. R.M. van der Velden te Amsterdam, beschikking RECHTBANK AMSTERDAM Sector civiel recht Zaak- / rekestnummer: 493728 / KG RK 11-2074 Beschikking van in de zaak van verzoeksters, beide gevestigd te Frankrijk, advocaten: mr. L. Oosting en

Nadere informatie

Bijzondere kenmerken Kort geding Inhoudsindicatie Opheffen conservatoir beslag. Onjuist en/of onvolledig informeren van beslagrechter.

Bijzondere kenmerken Kort geding Inhoudsindicatie Opheffen conservatoir beslag. Onjuist en/of onvolledig informeren van beslagrechter. Rechtspraak.nl Print uitspraak 1 of 5 261015 11:10 Zoekresultaat inzien document ECLI:NL:RBMNE:2013:3231 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecl Instantie Datum uitspraak 19072013

Nadere informatie

Derde cursusdag. I. Beslag Kort geding

Derde cursusdag. I. Beslag Kort geding Derde cursusdag II. I. Beslag Kort geding I. Beslag Factoren die vooraf een rol spelen bij het leggen van beslag: - De aard en de kracht van de vordering - De aanwezigheid van verhaalsobjecten - De gegoedheid

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 23/03/2017

Datum van inontvangstneming : 23/03/2017 Datum van inontvangstneming : 23/03/2017 Vertaling C-83/17-1 Zaak C-83/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 15 februari 2017 Verwijzende rechter: Oberster Gerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

Aanbeveling binnentreding woning i.v.m. nutsvoorzieningen

Aanbeveling binnentreding woning i.v.m. nutsvoorzieningen Aanbeveling binnentreding woning i.v.m. nutsvoorzieningen aan LOVCK&T van Expertgroep Burgerlijk procesrecht datum 29 mei 2019 onderwerp Aanbeveling binnentreding woning i.v.m. nutsvoorzieningen / reële

Nadere informatie

NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG 34 462 Uitvoering van Verordening (EU) Nr. 655/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot vaststelling van een procedure betreffende het Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen

Nadere informatie

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL 2011/0204(COD) Ontwerpverslag Raffaele Baldassarre (PE486.

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL 2011/0204(COD) Ontwerpverslag Raffaele Baldassarre (PE486. EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie juridische zaken 2011/0204(COD) 1.3.2013 AMENDEMENTEN 56-110 Ontwerpverslag Raffaele Baldassarre (PE486.539v01-00) Vaststelling van een Europees bevel tot conservatoir

Nadere informatie

ARREST van 12 mei 1997 in de zaak A 96/ ARRET du 12 mai 1997 dans l affaire A 96/

ARREST van 12 mei 1997 in de zaak A 96/ ARRET du 12 mai 1997 dans l affaire A 96/ HET BENELUX-GERECHTSHOF LA COUR DE JUSTICE BENELUX A 96/1/7 ARREST van 12 mei 1997 in de zaak A 96/1 -------------------------- Inzake : BEVIER VASTGOED B.V. tegen GEBR. MARTENS BOUWMATERIALEN B.V Procestaal

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2017:1064. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:410, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2017:1064. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:410, Gevolgd ECLI:NL:HR:2017:1064 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 09-06-2017 Datum publicatie 09-06-2017 Zaaknummer 16/04866 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:410,

Nadere informatie

ADVIES AFDELING ADVISERING RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT 1

ADVIES AFDELING ADVISERING RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT 1 TWEEDE KAMER DER STATEN- 2 GENERAAL Vergaderjaar 2015-2016 34 462 Uitvoering van Verordening (EU) nr. 655/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot vaststelling van een procedure betreffende

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 Instantie Datum uitspraak 15-08-2017 Datum publicatie 16-08-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.216.119_01

Nadere informatie

De vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem

De vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem De vaststellingsovereenkomst Prof. mr dr Edwin van Wechem Wat is een vaststellingsovereenkomst? Artikel 7:900 BW Bij een vaststellingsovereenkomst binden partijen, ter beëindiging of ter voorkoming van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 069 Uitvoering van verordening (EG) Nr. 805/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 tot invoering van een Europese executoriale

Nadere informatie

Memorie van toelichting

Memorie van toelichting Memorie van toelichting Algemeen Op 15 mei 2014 is Verordening (EU) Nr. 655/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot vaststelling van een procedure betreffende het Europees bevel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Invoeringswet Boeken 3-6 Nieuw B.W. eerste gedeelte, bevattende wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de Wet op de rechterlijke organisatie en de

Nadere informatie

FOCUSSEN OP S UMMIERLIJKE O NDEUGDELIJKHEID

FOCUSSEN OP S UMMIERLIJKE O NDEUGDELIJKHEID FOCUSSEN OP S UMMIERLIJKE O NDEUGDELIJKHEID Mag een civiele voorzieningenrechter het door een bestuursorgaan ingeroepen bestuursrechtelijk recht op (on)deugdelijkheid toetsen in een opheffingskortgeding?

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2017:4418

ECLI:NL:RBLIM:2017:4418 ECLI:NL:RBLIM:2017:4418 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 04052017 Datum publicatie 15052017 Zaaknummer C/03/232895 / KG ZA 17112 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Onrechtmatig beslag. Spraakverwarring. 10 september 2013. Onrechtmatig beslag 10 september 2013. Onrechtmatig beslag Ten onrechte gelegd beslag

Onrechtmatig beslag. Spraakverwarring. 10 september 2013. Onrechtmatig beslag 10 september 2013. Onrechtmatig beslag Ten onrechte gelegd beslag Gijs Molkenboer Senior adviseur JZ SNS REAAL www.gijsmolkenboer.nl Onrechtmatig beslag 10 september 2013 Spraakverwarring. Onrechtmatig beslag Ten onrechte gelegd beslag Academie voor de rechtspraktijk

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 462 Uitvoering van Verordening (EU) nr. 655/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot vaststelling van een procedure betreffende

Nadere informatie

GROENBOEK OVER EEN EFFICIËNTERE TENUITVOERLEGGING VAN RECHTERLIJKE BESLISSINGEN IN DE EUROPESE UNIE: BESLAG OP BANKREKENINGEN

GROENBOEK OVER EEN EFFICIËNTERE TENUITVOERLEGGING VAN RECHTERLIJKE BESLISSINGEN IN DE EUROPESE UNIE: BESLAG OP BANKREKENINGEN GROENBOEK OVER EEN EFFICIËNTERE TENUITVOERLEGGING VAN RECHTERLIJKE BESLISSINGEN IN DE EUROPESE UNIE: BESLAG OP BANKREKENINGEN Commentaar van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders te

Nadere informatie

Beoordeling. h2>klacht

Beoordeling. h2>klacht Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat gerechtsdeurwaarder X het vonnis van de kantonrechter d.d. 18 december 2007 heeft betekend, terwijl hij verzoeker niet eerst heeft uitgenodigd dan wel heeft

Nadere informatie

Wat is precies een eis in de hoofdzaak?

Wat is precies een eis in de hoofdzaak? art. 700 lid 3 Rv Wat is precies een eis in de hoofdzaak? mr. M.A.J.G. Janssen advocaat te Eindhoven 1 Wat moet worden verstaan onder het instellen van een eis in de hoofdzaak in de zin van art. 700 lid

Nadere informatie

Gewogen en te licht bevonden

Gewogen en te licht bevonden Gewogen en te licht bevonden Kritisch onderzoek naar de verhouding van de waarborgen in de EAPO-procedure ten opzichte van de waarborgen in de Nederlandse beslagprocedure vanuit het perspectief van evenwichtigheid.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2016:914

ECLI:NL:RBOVE:2016:914 ECLI:NL:RBOVE:2016:914 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 14-03-2016 Datum publicatie 16-03-2016 Zaaknummer C/08/183398 / KG ZA 16-77 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Insolventierecht

Nadere informatie

Conceptbeantwoording Groenboek Europees bankbeslag april 2007

Conceptbeantwoording Groenboek Europees bankbeslag april 2007 Beantwoording vragen Groenboek over een efficiëntere tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen in de Europese Unie: beslag op bankrekening De Nederlandse regering heeft kennisgenomen van het groenboek

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB7227

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB7227 ECLI:NL:RBZUT:2007:BB7227 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 16-08-2007 Datum publicatie 06-11-2007 Zaaknummer 87248 - KG ZA 07-191 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303

ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303 ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 14-04-2010 Datum publicatie 15-04-2010 Zaaknummer 198015 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort geding

Nadere informatie

RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort s-hertogenbosch van 25 april 2018

RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort s-hertogenbosch van 25 april 2018 18-194/DB/ZWB ECLI:NL:TADRSHE:2018:65 RAAD VAN DISCIPLINE Beslissing in de zaak onder nummer van: 18-194/DB/ZWB Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort s-hertogenbosch van

Nadere informatie

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014 arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM afdeling civiel recht en belastingrecht, team II zaaknummer :200.140.465101 KG zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke

Nadere informatie

Grensoverschrijdende erkenning en tenuitvoerlegging. mr. dr. M. Freudenthal

Grensoverschrijdende erkenning en tenuitvoerlegging. mr. dr. M. Freudenthal Grensoverschrijdende erkenning en tenuitvoerlegging mr. dr. M. Freudenthal Sdu Uitgevers Den Haag, 2009 Inhoud Afkortingen / XI Woord vooraf/xiii 1. Historische ontwikkelingen / 1 1.1. Inleiding/l 1.1.1.

Nadere informatie

Gerechtshof Arnhem 27 april 2004, 2004/0197 KG. (Mr. Houtman Mr. Van der Kwaak Mr. Korthals Altes) Noot mr. M.A.J.G. Janssen

Gerechtshof Arnhem 27 april 2004, 2004/0197 KG. (Mr. Houtman Mr. Van der Kwaak Mr. Korthals Altes) Noot mr. M.A.J.G. Janssen 57 Gerechtshof Arnhem 27 april 2004, 2004/0197 KG. (Mr. Houtman Mr. Van der Kwaak Mr. Korthals Altes) Noot mr. M.A.J.G. Janssen 1. De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid J.J.P. van Ree

Nadere informatie

Uitspraak GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO VONNIS IN KORT GEDING. In de zaak van:

Uitspraak GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO VONNIS IN KORT GEDING. In de zaak van: ECLI:NL:OGEAC:2017:25 Instantie Gerecht in eerste aanleg van Curaçao Datum uitspraak 08-03-2017 Datum publicatie 09-03-2017 Zaaknummer KG 81962/2016 Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Eerste

Nadere informatie

2. Soorten en verband

2. Soorten en verband Bij dit alles moet de rechter de rechten van verdediging eerbiedigen. Dit betekent dat hij, wanneer hij de rechtsgrond wenst te wijzigen en aan te passen, de debatten dient te heropenen om partijen toe

Nadere informatie

de naamloze vennootschap ABM AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

de naamloze vennootschap ABM AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-144 d.d. 21 mei 2013 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en mr. J.Th. de Wit, leden en mevrouw mr. F. Faes, secretaris)

Nadere informatie

PROFESSIONEEL INCASSOBEHEER De gerechtelijke fase

PROFESSIONEEL INCASSOBEHEER De gerechtelijke fase PROFESSIONEEL INCASSOBEHEER De gerechtelijke fase 1 Een juridische procedure: is voor rekening en risico opdrachtgever kan een langdurig proces zijn wordt actieve inbreng van u verwacht De gerechtelijke

Nadere informatie

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: Vonnis in kort geding van in de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid BECKERS BENELUX B.V., gevestigd

Nadere informatie

De kosten van het voorlopige deskundigenbericht bij een beroep op het blokkeringsrecht

De kosten van het voorlopige deskundigenbericht bij een beroep op het blokkeringsrecht Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series De kosten van het voorlopige deskundigenbericht bij een beroep op het blokkeringsrecht Hof Arnhem 13 januari 2009, zaaknummer 200.005.438 I. van

Nadere informatie

Misbruik van beslagrecht, steeds vaker gebruikt

Misbruik van beslagrecht, steeds vaker gebruikt Misbruik van beslagrecht, steeds vaker gebruikt mr. m.r. van zanten Het civiele recht kent het leerstuk van misbruik van bevoegdheid, hetgeen een onrechtmatige daad oplevert die tot schadevergoeding verplicht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2010:BN9920

ECLI:NL:RBHAA:2010:BN9920 ECLI:NL:RBHAA:2010:BN9920 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 23-09-2010 Datum publicatie 08-10-2010 Zaaknummer 171924 / KG ZA 10-360 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Rechtspraak.nl - Zoeken in uitspraken

Rechtspraak.nl - Zoeken in uitspraken Page 1 of 5 LJN: BD7584, Hoge Raad, 07/12596 Datum uitspraak: 07-11-2008 Datum publicatie: 07-11-2008 Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Cassatie Inhoudsindicatie: Internationaal privaatrecht.

Nadere informatie

TRACTATENBLAD KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1976 Nr. 144

TRACTATENBLAD KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1976 Nr. 144 25 (1976) Nr. 1 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1976 Nr. 144 A. TITEL Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname betreffende de wederzijdse erkenning

Nadere informatie

Inhoudsopgave 1 INLEIDING 1

Inhoudsopgave 1 INLEIDING 1 Inhoudsopgave WOORD VOORAF VAN DE REDACTIE V 1 INLEIDING 1 1.1 Drie nieuwe procedures in het schuldsaneringsrecht 1 1.2 De wettelijke schuldsaneringsregeling en de rechtersregelingen 5 1.2.1 De wettelijke

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.6.2003 COM(2003) 348 definitief 2003/0127 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de lidstaten worden gemachtigd in het belang van de Europese

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 748 Uitvoering van de verordening (EG) Nr. 1348/2000 van de Raad van de Europese Unie van 29 mei 2000 inzake de betekening en de kennisgeving

Nadere informatie

AANWIJZING VOOR DE PRAKTIJK 1 HET VORDEREN VAN BILLIJKE GENOEGDOENING

AANWIJZING VOOR DE PRAKTIJK 1 HET VORDEREN VAN BILLIJKE GENOEGDOENING AANWIJZING VOOR DE PRAKTIJK 1 HET VORDEREN VAN BILLIJKE GENOEGDOENING I. Introductie 1. De toekenning van billijke genoegdoening is geen automatisch gevolg van de vaststelling door het Europees Hof voor

Nadere informatie

Voorwoord. Ik wens u veel leesplezier. Tilburg, mei 2013 Amanda Brouwers

Voorwoord. Ik wens u veel leesplezier. Tilburg, mei 2013 Amanda Brouwers De opheffing van conservatoir beslag en de schorsing van de tenuitvoerlegging van het EAPO (European Account Preservation Order) door middel van een bankgarantie Amanda Brouwers ANR: 256971 Faculteit Rechtsgeleerdheid

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-213 d.d. 27 mei 2014 (mr. R.J. Paris en mevrouw mr. L.T.A. van Eck, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-213 d.d. 27 mei 2014 (mr. R.J. Paris en mevrouw mr. L.T.A. van Eck, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-213 d.d. 27 mei 2014 (mr. R.J. Paris en mevrouw mr. L.T.A. van Eck, secretaris) Samenvatting Op de rekeningen van Consument en haar echtgenoot

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2014:2411

ECLI:NL:RBOVE:2014:2411 ECLI:NL:RBOVE:2014:2411 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 18-04-2014 Datum publicatie 07-05-2014 Zaaknummer C/08/154383 / KG-ZA 14-130 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 40 Wet van 22 januari 2014 tot wijziging van de Wet van 2 juli 2003 tot uitvoering van de Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van de Europese

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643 ECLI:NL:RBGEL:2017:1643 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 01032017 Datum publicatie 27032017 Zaaknummer 316395 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort geding

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 622 Wet van 13 december 2001 tot uitvoering van de verordening (EG) Nr. 1348/2000 van de Raad van de Europese Unie van 29 mei 2000 inzake de

Nadere informatie

Het Europees bankbeslag: een ruwe diamant

Het Europees bankbeslag: een ruwe diamant Het Europees bankbeslag: een ruwe diamant M r. J. M. A t e m a e n m r. E. C. N e t t e n * 1 Inleiding Op 25 juli 2011 heeft de Europese Commissie een conceptverordening (hierna: Vo) gepubliceerd inzake

Nadere informatie

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbove...

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbove... Rechtspraak.nl Print uitspraak 1 of 5 071215 09:02 Zoekresultaat inzien document ECLI:NL:RBOVE:2013:1448 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecl Instantie Rechtbank Overijssel

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/93153

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSHE:2009:BJ7462

ECLI:NL:RBSHE:2009:BJ7462 ECLI:NL:RBSHE:2009:BJ7462 Instantie Datum uitspraak 03-09-2009 Datum publicatie 11-09-2009 Zaaknummer 629990 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank 's-hertogenbosch Civiel recht

Nadere informatie

De (on)houdbaarheid van een conservatoir verhaalsbeslag voor een vordering waarvoor de aansprakelijkheidsverzekering

De (on)houdbaarheid van een conservatoir verhaalsbeslag voor een vordering waarvoor de aansprakelijkheidsverzekering UIT DE PRAKTIJK Mr. M. Jongkind * De (on)houdbaarheid van een conservatoir verhaalsbeslag voor een vordering waarvoor de aansprakelijkheidsverzekering van de schuldenaar dekking biedt 1. INLEIDING Indien

Nadere informatie

Stellen en bewijzen in procedures over verplichtstelling

Stellen en bewijzen in procedures over verplichtstelling Stellen en bewijzen in procedures over verplichtstelling 9 september 2015 Alex Ter Horst Advocaat pensioenrecht Achtergrond Indien verplichtstelling van toepassing is leidt dat voor wg en bpf tot allerlei

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752 ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 04-10-2010 Datum publicatie 07-10-2010 Zaaknummer 205064 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:1290

ECLI:NL:RBDHA:2017:1290 ECLI:NL:RBDHA:2017:1290 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 02-02-2017 Datum publicatie 14-02-2017 Zaaknummer C/09/520447 / FT RK 16/2286 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Insolventierecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD

ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 29-04-2014 Datum publicatie 01-05-2014 Zaaknummer HD 200.136.561_01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek

Nadere informatie

Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving

Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving Hieronder vindt u een overzicht van enige relevante wetsartikelen (1 januari 2019). Voor de meest actuele informatie zie https://wetten.overheid.nl/

Nadere informatie

2018 Tekst: mr. M. van der Meijs 2018 Vormgeving: Celsus juridische uitgeverij lay out: Bureau Lopend Vuur

2018 Tekst: mr. M. van der Meijs 2018 Vormgeving: Celsus juridische uitgeverij lay out: Bureau Lopend Vuur Het herstel van het belangenevenwicht bij de opheffing van conservatoir beslag in kort geding Mr. M. van der Meijs Dit boek is gebaseerd op de masterscriptie Nederlands Recht (specialisaties Privaat- en

Nadere informatie

1.2. Tijdens de zitting zijn partijen en hun advocaten verschenen. De advocaten hebben het woord gevoerd aan de hand van pleitnotities.

1.2. Tijdens de zitting zijn partijen en hun advocaten verschenen. De advocaten hebben het woord gevoerd aan de hand van pleitnotities. vonnis RECHTBANK NOORD-NEDERLAND Afdeling Privaatrecht Locatie Leeuwarden Kort-gedingnummer: [... ] vonnis van de voorzieningenrechter in het kort-geding d.d. 16 juli 2014 inzake [DE MAN], wonende te [Plaatsnaam

Nadere informatie

Groenboek Beslag op bankrekeningen

Groenboek Beslag op bankrekeningen De Vereniging voor Credit Management (VVCM) is een organisatie die als doelstelling heeft het ontwikkelen en ondersteunen van Credit Management, het bevorderen van de vakkennis en de toepassing daarvan

Nadere informatie

Memorie van Toelichting. Algemeen

Memorie van Toelichting. Algemeen Memorie van Toelichting Algemeen Op 12 december 2008 is de Verordening (EG) nr. 1896/2006 tot invoering van een Europese betalingsbevelprocedure (hierna ook EBB-verordening) van toepassing geworden. De

Nadere informatie

Rednr Nt. Gielen en Van Mierlo, ontv Noot HR 29 sept 2018, 17/01264 ORGANIK v. DOW. Inleiding

Rednr Nt. Gielen en Van Mierlo, ontv Noot HR 29 sept 2018, 17/01264 ORGANIK v. DOW. Inleiding Noot HR 29 sept 2018, 17/01264 ORGANIK v. DOW Inleiding 1. Deze zaak biedt een fraai voorbeeld van de problematiek die zweeft rond de bescherming van bedrijfsgeheimen door een onderneming. Twee belangen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550 ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 15-06-2009 Datum publicatie 06-07-2009 Zaaknummer AWB 08/5874 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Verdrag inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken

Verdrag inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken Verdrag inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Verlangend

Nadere informatie

Behalve de vermeldingen in artikel 43 voorgeschreven, bevat het beslagexploot op straffe van nietigheid:

Behalve de vermeldingen in artikel 43 voorgeschreven, bevat het beslagexploot op straffe van nietigheid: Uittreksel Gerechtelijk Wetboek-beslag Art. 1386 Vonnissen en akten kunnen alleen ten uitvoer worden gelegd op overlegging van de uitgifte of van de minuut, voorzien van het formulier van tenuitvoerlegging

Nadere informatie

Advies Uitvoeringswet verordening Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen

Advies Uitvoeringswet verordening Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen Advies Uitvoeringswet verordening Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen Dit document bevat de alternatieve tekst van het origineel. Dit document is bedoeld voor mensen met een visuele

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 juli 2011 (OR. en) 13260/11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0204 (COD) JUSTCIV 205 CODEC 1280 VOORSTEL

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 juli 2011 (OR. en) 13260/11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0204 (COD) JUSTCIV 205 CODEC 1280 VOORSTEL RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 27 juli 2011 (OR. en) 13260/11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0204 (COD) JUSTCIV 205 CODEC 1280 VOORSTEL van: de Commissie d.d.: 25 juli 2011 Nr. Comdoc. COM(2011)

Nadere informatie

Dekking incassorechtsbijstand (zuivere incasso)

Dekking incassorechtsbijstand (zuivere incasso) Clausule 230 Dekking incassorechtsbijstand (zuivere incasso) Middels deze clausule wordt op deze verzekering, in afwijking van de uitsluiting incasso van artikel 6.1.9 van de Bijzondere voorwaarden Bedrijfsrechtsbijstand,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2016:7784

ECLI:NL:GHARL:2016:7784 ECLI:NL:GHARL:2016:7784 Instantie Datum uitspraak 27-09-2016 Datum publicatie 28-09-2016 Zaaknummer 200.137.907/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2017:7471

ECLI:NL:RBLIM:2017:7471 ECLI:NL:RBLIM:2017:7471 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 31072017 Datum publicatie 01082017 Zaaknummer C/03/238623 / KG ZA 17393 Rechtsgebieden Burgerlijk procesrecht Bijzondere kenmerken Kort

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 20-06-2007 Datum publicatie 25-06-2007 Zaaknummer 0600267 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

LJN: BP4803, Hoge Raad, 10/04523. Datum uitspraak: 20-05-2011 Datum publicatie: 20-05-2011. Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Cassatie

LJN: BP4803, Hoge Raad, 10/04523. Datum uitspraak: 20-05-2011 Datum publicatie: 20-05-2011. Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Cassatie LJN: BP4803, Hoge Raad, 10/04523 Datum uitspraak: 20-05-2011 Datum publicatie: 20-05-2011 Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Cassatie Inhoudsindicatie: Onteigening. Verzuim tot betekening cassatieverklaring

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 11/12/2012

Datum van inontvangstneming : 11/12/2012 Datum van inontvangstneming : 11/12/2012 Vertaling C-508/12-1 Zaak C-508/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 november 2012 Verwijzende rechter: Landesgericht Salzburg (Oostenrijk)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/04/2013

Datum van inontvangstneming : 19/04/2013 Datum van inontvangstneming : 19/04/2013 Vertaling C-120/13-1 Zaak C-120/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 14 maart 2013 Verwijzende rechter: Amtsgericht Wedding (Duitsland)

Nadere informatie

Rechtsbescherming bij aanbesteding

Rechtsbescherming bij aanbesteding ACADEMIE VOOR DE RECHTSPRAKTIJK WEBINAR ACTUALITEITEN Rechtsbescherming bij aanbesteding Waardenburg, 10 september 2015 Prof. Mr Jan M. Hebly RECHTSBESCHERMING BIJ AANBESTEDING o Breed onderwerp o Van

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2017:3627

ECLI:NL:RBNHO:2017:3627 ECLI:NL:RBNHO:2017:3627 Instantie Datum uitspraak 04-05-2017 Datum publicatie 08-05-2017 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer C/15/258178 / KG ZA 17-309 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve12000040 201102012/1/V2. Datum uitspraak: 13 december 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger

Nadere informatie

Dekking incassorechtsbijstand (zuivere incasso)

Dekking incassorechtsbijstand (zuivere incasso) Dekking (zuivere Middels deze clausule wordt op deze verzekering, in afwijking van de uitsluiting incasso van artikel 6.1.9 van de Bijzondere voorwaarden Bedrijfsrechtsbijstand, dekking verleend voor (zuivere.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:5084

ECLI:NL:RBROT:2017:5084 ECLI:NL:RBROT:2017:5084 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 24-05-2017 Datum publicatie 03-07-2017 Zaaknummer C/10/511503 HA ZA 16-981 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 18/09/2017

Datum van inontvangstneming : 18/09/2017 Datum van inontvangstneming : 18/09/2017 Vertaling C-478/17-1 Zaak C-478/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 augustus 2017 Verwijzende rechter: Tribunalul Cluj (Roemenië) Datum

Nadere informatie

ECLI:NL:RBONE:2013:BZ1202

ECLI:NL:RBONE:2013:BZ1202 ECLI:NL:RBONE:2013:BZ1202 Instantie Datum uitspraak 13-02-2013 Datum publicatie 18-02-2013 Rechtbank Oost-Nederland Zaaknummer C/08/134432 / KG ZA 13-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06

ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06 ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 06-03-2007 Datum publicatie 06-03-2007 Zaaknummer 00636/06 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie