Hoger Beroepen in Samenvattingen

Transcriptie

1 Hoger Beroepen in 2015 Samenvattingen HB Een deelnemer in een wedstrijd voor eenmansboten is uitgescholden door een andere deelnemer en protesteert op grond van regel 2 en/of 69. Het protestcomité behandelt het protest volgens de procedures van Deel 5 hoofdstuk B. Het sluit de zeiler uit voor de hele serie en meldt de opgelegde straf aan de Zeilraad. De Zeilraad constateert dat de zaak niet is behandeld volgens de procedure die Deel 5 hoofdstuk C voorschrijft en vernietigt de uitspraak van het protestcomité. De Zeilraad schrijft een nieuwe uitspraak, waarin de zeiler alleen wordt uitgesloten voor de wedstrijd waarin hij heeft gescholden. HB Een wedstrijdcomité stelt een vraag over het toepassen van Regel A2, in combinatie met hun wedstrijdbepaling over aftrekwedstrijden. De Zeilraad antwoordt. HB Een deelnemer aan de Ronde om Texel heeft een protest ingediend omdat een tegenstander voer met een carbon mast en roer, hetgeen in de klasse Hobie Tiger niet is toegestaan. Het protest wordt afgewezen en de deelnemer gaat in hoger beroep. De Zeilraad neemt de aanvraag niet in behandeling omdat bij de Ronde van Texel de protesten worden behandeld door een Internationale Jury. Tegen een uitspraak van een Internationale Jury is geen hoger beroep mogelijk. HB Twee Pampussen staan op het punt de bovenboei te ronden. De ene komt over bakboord aan, de andere, varend over stuurboord, gaat overstag binnen de zone. Het komt tot een aanvaring. Het protestcomité besluit dat de bb-pampus vrij achter lag en vrij had moeten blijven. Deze Pampus gaat in hoger beroep. De Zeilraad oordeelt dat regel 18.3 van toepassing was. De Pampus die in de zone overstag ging had de andere niet mogen verhinderen het merkteken te ronden. De Zeilraad vernietigt de beslissing van het protestcomité en beslist dat de Pampus die overstag ging wordt uitgesloten en de andere in de uitslag wordt opgenomen. HB In de Harlingen-Terschellingrace heeft het grootste deel van het platbodemveld een merkteken aan sb gehouden waarvan het wedstrijdcomité aan een paar deelnemers had verteld dat hij aan bb moest worden gehouden. Eén van deze deelnemers protesteert. Het aanroepen of aanzeggen gaat niet vlekkeloos. Het protestcomité besluit tot heropening en sluit daarna één boot uit. Deze gaat in hoger beroep en voert aan dat de baanbeschrijving verwarrend is. De Zeilraad beslist dat de baanbeschrijving duidelijk genoeg is om te zien dat de betreffende ton geen merkteken van de baan was en aan beide zijden gehouden mocht worden. Het wedstrijdcomité moet de boot in de uitslag opnemen. HB Bij een start van de Optimistklasse in de Sneekweek maken drie deelnemers een dipstart. Op het startsein zij ze nog aan de baanzijde. Na de individuele terugroep varen ze naar de startzijde van de lijn om te starten en sluiten zich dan aan bij het veld. Het wedstrijdcomité noteert twee van hen als OCS. Na protest van een van de boten wordt de uitsluiting ongedaan gemaakt, maar bij een volgend protest krijgt het protestcomité het vermoeden dat het een fout heeft gemaakt. Het heropent het verhoor en sluit de Optimisten alsnog uit. Hij gaat in hoger beroep. De Zeilraad ziet dat een aantal feiten strijdig met elkaar zijn, vernietigt de beslissingen van het protestcomité en verwijst de zaak terug voor een nieuw verhoor. HB Vier minuten voor het startsein van een IFKS-veld skûtsjes ontstaat een aanvaring tussen twee skûtsjes die, halve wind varend, elkaar achter de startlijn tegenkomen. Er is veel schade en bovendien letsel bij één van de skûtsjes. Het wordt naar de wal gesleept.

2 Er volgt een protest, dat door het stuurboordskûtsje wordt verloren. Het vraagt heropening aan. Die wordt geweigerd, omdat er geen nieuwe feiten naar voren worden gebracht. In de wedstrijdbepalingen staat dat hoger beroep is uitgesloten, maar in de brief waarin het Verbond daarvoor toestemming verleent staat duidelijk dat dat alleen geldt voor de kwalificatiewedstrijden. Toch verkeren het wedstrijdcomité en de deelnemers lange tijd in de veronderstelling dat er geen hoger beroep mogelijk is. Na enkele maanden vraagt de deelnemer bij het Verbond de brief op, leest hem en vraagt hoger beroep aan. De Zeilraad oordeelt dat aanvragen van hoger beroep niet was uitgesloten, maar dat de aanvraag te laat is ingediend.

3 DE ZEILRAAD VAN HET KONINKLIJK NEDERLANDS WATERSPORT VERBOND HB Melding van een straf op grond van regel 69 Koninklijke Watersport-Vereeniging Loosdrecht Easter Regatta, 4-6 april 2015 REGELS 69.3(a) Wanneer een nationale autoriteit., een rapport ontvangt op grond van regel 69.1(a) of een rapport zoals vereist door regel 69.2(d) of 69.2(e), moet zij een onderzoek instellen.en, wanneer passend, een verhoor starten. Zij mag daarna elke disciplinaire maatregel nemen binnen haar jurisdictie die zij passend acht tegen de deelnemer of boot, of ander persoon daarbij betrokken, inclusief het intrekken van deelnamerecht, voorgoed of voor een bepaalde tijdsperiode, voor deelname aan enig evenement onder haar jurisdictie 69.1(a) Een deelnemer mag geen wangedrag plegen, met inbegrip van een grove overtreding van een regel, goede manieren of sportiviteit, of gedrag dat de sport in diskrediet brengt 69.2(a) Wanneer een protestcomité, door eigen waarneming of een uit enige bron ontvangen verklaring, van mening is dat een deelnemer mogelijk regel 69.1(a) heeft overtreden, kan het een verhoor starten. Als het protestcomité besluit een verhoor te starten, moet het onmiddellijk de deelnemer schriftelijk in kennis stellen van het beweerde wangedrag en van de tijd en plaats van het verhoor. Wanneer de deelnemer een goede reden heeft het verhoor niet bij te kunnen wonen, moet het protestcomité het op een andere tijd plannen. 69.2(f).. als het verhoor niet kan worden vastgesteld op een tijd en plaats wanneer het redelijkerwijs mogelijk is voor de deelnemer om aanwezig te zijn, moet het comité alle beschikbare informatie verzamelen en, wanneer de bewering gerechtvaardigd lijkt, een rapport aan de relevante nationale autoriteit doen toekomen. VOORGESCHIEDENIS Het protest nr.1 van Solo 603 (P.Kortekaas) tegen OK jol 1421/1416, getuige DEN 1430 Ik vaar over bakboord voor de wind en word flink uitgescholden door een aan de wind passerende boot over stuurboord en heb gezegd dat ik daarvoor een protest indien. HET VERHOOR DOOR HET PROTESTCOMITÉ Vastgestelde feiten Stuurman van 1421 onbekend maar NL boot=1416 geleend van Alex Reinink zeilt onder DEN Stuurman van 1421 heeft zich zeer onheus gedragen tegen zowel Solo 603 als OK jol DEN Conclusies en van toepassing zijnde regels Regel 69.1 Beslissing Boot 1421 (1416) wordt uitgesloten voor de gehele serie Uitspraak gedaan op 5 april 2015 om uur. HET ONDERZOEK DOOR DE ZEILRAAD De Zeilraad stelt vast, dat het protestcomité uitermate summiere informatie aan de Zeilraad heeft verstrekt door te volstaan met het insturen van een kopie van het complete protestformulier. De Zeilraad verzoekt het protestcomité mee te delen wie de onbekende is, die het protestcomité heeft uitgesloten en of de juiste procedure zoals beschreven in regel 69.2(a) t/m (c) is toegepast. De voorzitter van het protestcomité, antwoordt (kort samengevat), dat het de heer XX betreft en dat niet kon worden voldaan aan regel 69.2(a) omdat betrokkene voortijdig was vertrokken. Een kopie van het protestformulier en de beslissing is per mail aan betrokkene toegezonden.

4 Desgevraagd door de Zeilraad antwoordt de heer Kortekaas (kort samengevat) dat de heer XX hem heeft uitgescholden voor lul, klootzak, lul. Desgevraagd door de Zeilraad antwoordt de heer XX (kort samengevat) dat hij tijdens het Paasevenement op de tweede wedstrijddag de eerste twee wedstrijden heeft gevaren en de derde race heeft laten schieten. Voorts geeft hij aan, dat er geen protest is aangeroepen en dat dit wordt bevestigd op het protestformulier. Hij heeft de heer Kortekaas per mail zijn verontschuldigingen aangeboden voor de verbale uitval waarbij hij de woorden lul, klootzak, mafkees heeft gebezigd. UITSPRAAK VAN DE ZEILRAAD Overwegingen van de Zeilraad In de Regels voor wedstrijdzeilen is een aparte regel 69 (bewering van wangedrag) opgenomen, waarbij een nauwkeurige procedure is vastgesteld met de nodige waarborgen voor een eerlijke gang van zaken. Het betreft hier een procedure tegen een persoon en niet tegen een boot. Aan een deelnemer kan een straf worden opgelegd en wanneer het passend is kan ook een boot worden uitgesloten. Regel 69.2a schrijft uitdrukkelijk voor, dat als een protestcomité besluit een verhoor te starten, het onmiddellijk de deelnemer (en niet een boot met een onbekende stuurman!) schriftelijk in kennis moet stellen van het beweerde wangedrag en de tijd en de plaats van het verhoor. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan dient het protestcomité te handelen conform regel 69.2(f). Door het protestformulier en ook alvast de beslissing aan betrokkene per mail te sturen alvorens betrokkene zelfs maar te hebben gehoord, heeft het protestcomité het rechtsprincipe dat in de regels verankerd ligt, namelijk het recht op hoor en wederhoor, zonder meer geschonden. Waar het protestcomité daarnaast bij het vaststellen van de feiten niet op heeft gelet, is of het ook werkelijk feiten heeft vastgesteld. Iemand bestraffen op grond van regel 69.1(a) is een ernstige zaak, die zorgvuldig dient te worden behandeld. Vastgesteld moet worden op grond van welke met name te noemen gedragingen, uitingen e.d. kan worden geconcludeerd, dat betrokkene wangedrag, met inbegrip van de in regel 69.1(a) genoemde overtredingen, heeft gepleegd. Het protestcomité heeft dit nagelaten. In tegenstelling tot hetgeen de heer XX stelt, is op het protestformulier wel vermeld, dat er meteen protest geroepen is met de woorden ik protesteer. De Zeilraad is van oordeel dat de door de heer XX gebezigde woorden lul, klootzak, mafkees een grove overtreding opleveren van goede manieren als bedoeld in regel 69.1(a). Beslissing van de Zeilraad De Zeilraad vernietigt de beslissing van het protestcomité op grond van procedurele fouten. De Zeilraad wijzigt de uitslag DSQ in race 3, op 5 april 2015 gevaren door boot 1421 (1416), in DNE wegens overtreding van regel 69.1(a). De Zeilraad wijzigt de uitslag DSQ van de niet door boot 1421 (1416) gevaren race(s) in DNC. De Zeilraad bepaalt dat de uitslagen DSQ van de gevaren races (met uitzondering van genoemde race 3) dienen te worden gewijzigd overeenkomstig de daadwerkelijk behaalde resultaten. De Zeilraad draagt het protestcomité op met inachtneming van het hiervoor bepaalde de uitslagen aan te passen. Nieuwegein, 14 juli 2015 Gebaseerd op RVW De Zeilraad was voor deze uitspraak als volgt samengesteld Dieter van der Schilden (vz), Henk Botterweg, Frans de Vries Lentsch, Jos Spijkerman, Geert Geelkerken, Margriet Pannevis en Jan Willem van Weezenbeek.

5 DE ZEILRAAD VAN HET KONINKLIJK NEDERLANDS WATERSPORT VERBOND HB Aan de wedstrijdcommissie van W.V. Zeewolde Geachte commissie, In uw van 31 mei jongstleden heeft u de Zeilraad gevraagd of uw uitleg van de scoringparagraaf in de wedstrijdbepalingen van de FF Klasse wedstrijden op 30 en 31 mei te Zeewolde correct is. Uw vraag is aangemerkt als een verzoek zoals beschreven in regel Omdat er geen protest of verzoek om verhaal waartegen hoger beroep kan worden aangetekend bij betrokken is, kan ik u namens de Zeilraad het volgende berichten. Blijkens de wedstrijdbepalingen van de FF Klasse wedstrijden op te Zeewolde waren er voor dat evenement zeven wedstrijden geprogrammeerd. Bepaling 17.1 verklaart het Lage Punt Systeem van toepassing. Bepaling 17.2 zegt dat bij minder dan vijf voltooide wedstrijden de seriescore van een boot het totaal zal zijn van zijn wedstrijdscores. Uit niets blijkt dat de wedstrijdbepalingen in overeenstemming met bepaling 3 zijn gewijzigd. De Zeilraad gaat voor het antwoord op uw vraag dan ook uit van ongewijzigde bepalingen. Naar u stelt is in overleg met de klassenorganisatie en de zeilers afgeweken van het aantal geprogrammeerde wedstrijden. Voor de beantwoording van uw vraag doet dat in beginsel niet ter zake. Ik kom er niettemin op terug in het vervolg van deze brief. Regel A2 schrijft voor dat behoudens afwijkende wedstrijdbepalingen - de seriescore van iedere boot de optelsom moet zijn van zijn wedstrijdscores met aftrek van zijn slechtste score. Bepaling 17.2 is zo n afwijkende bepaling: Geen aftrek bij minder dan vijf voltooide wedstrijden. Echter, er zijn meer dan vijf wedstrijden voltooid. Bepaling 17.2 sorteert daarmee geen effect en dat betekent dat er slechts één slechtste score in aftrek komt. Door in uw uitslag rekening te houden met drie aftrekwedstrijden is geen juiste seriescore bepaald, met aanzienlijke invloed op de uitslag. Behoudens de nummers 1 en 8 zouden de boten een of meerder plaatsen verschuiven. Graag breng ik de volgende verbeterpunten voor toekomstige wedstrijdbepalingen onder uw aandacht. - In de wedstrijdbepalingen dient zowel het aantal wedstrijden dat is geprogrammeerd als het aantal wedstrijden dat voltooid moet zijn om een wedstrijdserie te kunnen vormen te worden opgenomen (zie A1). - Als u flexibiliteit wenst in het aantal wedstrijden per dag of in het totaal aantal te zeilen wedstrijden, heeft het de voorkeur om dat reeds te voorzien in de bepalingen en bij voorkeur ook in de Aankondiging. Over het algemeen wordt een wijziging in het aantal geprogrammeerde wedstrijden of in het tijdschema de dag daarvoor al aangekondigd (dus afwijkend van uw bepaling 3.1). - Als u flexibiliteit wenst in de wijze waarop van de wedstrijdbepalingen kan worden afgeweken bijvoorbeeld mondeling dan dient die mogelijkheid conform regel 90.2 (c) in de wedstrijdbepalingen te worden opgenomen. - Als u wenst af te wijken van regel A2 dan dient u dat in de wedstrijdbepaling uit te schrijven bijvoorbeeld door te bepalen tot welk aantal wedstrijden er geen sprake is van aftrek, bij welk aantal sprake van één aftrek, vanaf welk aantal sprake is van twee aftrekken etc. - Het is overbodig om te bepalen dat het Lage Punt Systeem van toepassing is (zie regel 90.3(a). U komt de meeste punten automatisch tegen wanneer u bij het redigeren van uw wedstrijdbepalingen Appendix L als leidraad neemt. Tot slot attendeer ik u op de beschrijving van de merktekens van de startlijn. Door in uw wedstrijdbepalingen slechts de staak met oranje vlag aan boord van het startschip als merkteken te beschrijven is het startschip zelf geen merkteken. U heeft daarmee de uitzondering van Hoofdstuk C (zie preambule hoofdstuk C van deel 2), waarschijnlijk onbedoeld, teniet gedaan. Het startschip is daarmee een hindernis, met alle gevolgen van dien. Het ware beter om het startschip als merkteken

6 van de startlijn aan te merken en in de beschrijving van de startlijn (en in dit geval ook de finishlijn) op te nemen dat de desbetreffende lijn gelegen zal zijn tussen een staak met oranje vlag aan bakboord zijde en de staak met oranje vlag op het merkteken aan stuurboordzijde. Vertrouwende u met deze reactie van dienst te zijn, Met vriendelijke groet, J.H.J. Borsboom Secretaris Zeilraad. [Nieuwegein, 21 juni 2015]

7 DE ZEILRAAD VAN HET KONINKLIJK NEDERLANDS WATERSPORT VERBOND HB Protest van Pampus 306 tegen Pampus 304 Koninklijke Watersportvereniging Sneek Houtevenement, 20 en 21 juni REGELS 11 Wanneer boten over de zelfde boeg liggen en een overlap hebben moet een loefwaartse boot vrijblijven van een lijwaartse boot. 14 Een boot moet aanraking met een andere boot vermijden als dit redelijkerwijs mogelijk is. Echter, een boot met voorrang of één met recht op ruimte of merktekenruimte 14(a) hoeft niet te handelen om een aanraking te vermijden totdat het duidelijk wordt dat de andere boot niet vrij blijft Als een boot in de zone verder draait dan in de wind en dan over dezelfde boeg ligt als een boot die het merkteken kan bezeilen, is regel 18.2 daarna niet meer van toepassing tussen hen. De boot die van boeg veranderde (b) moet merktekenruimte geven als de andere boot een overlap krijgt aan zijn binnenzijde. 21(b) Wanneer een boot zeilt binnen de ruimte of merktekenruimte waar hij recht op heeft op grond van Hoofdstuk C, moet hij vrijuit gaan indien, in een incident met een boot die verplicht is om hem die ruimte of merktekenruimte te geven, hij gedwongen wordt regel 31 te overtreden. 31 Tijdens het wedstrijdzeilen mag een boot een merkteken niet raken. HET ORIGINELE PROTEST Het protest van Pampus 306 tegen Pampus 304 Pampus 306 rondt de boei. Pampus 304 komt aan, zet de boei opzij en vaart Pampus 306 aan. Door het protestcomité vastgestelde feiten Pampus 306 vaart over stuurboord in de zone van de bovenboei en gaat op 10 meter afstand van de boei overstag. Pampus 304 vaart over bakboord richting genoemde boei. Na de overstag ligt Pampus 306 over bakboord ca 2,5 meter vóór de boeg van Pampus 304 weer op snelheid en vaart door om de bovenboei te ronden (bakboord om, van aan de wind naar voor de wind). Pampus 306 wordt tijdens het ronden van de boei aan haar bakboordzijde achterste derde deel van de romp aangevaren door Pampus 304 die daarbij tevens de boei raakt. Er is schade aan Pampus 306, echter, deze is niet ernstig. Beiden vervolgen de race. Er is geen straf genomen. De situatie

8 Beslissing van het protestcomité Pampus 304 overtreedt Regel 12. Pampus 304 DSQ race 1. HOGER BEROEP EN COMMENTAREN Het hoger beroep van Pampus 304 (samengevat) Pampus 304 naderde in volle vaart over bakboord naar de bovenboei, Pampus 306 kon net over stuurboord voorlangs en ging overstag naar bakboord. Om een aanvaring te voorkomen moest Pampus 304 iets afvallen want oploeven kon niet zonder aanvaring. Daardoor kwam Pampus 304 op ramkoers met de bovenboei want er was geen ruimte meer. Direct na de boei veranderde Pampus 306 van koers naar ruime wind waardoor Pampus 304 een aanvaring niet meer kon voorkomen. Commentaar van het protestcomité Pampus 304 had geen recht om tussen Pampus 306 en de boei te komen. Het feit dat 306 in de zone van de bovenboei overstag ging en daarbij 304 niet mocht hinderen was duidelijk. Echter, 306 was op ca. 2,5 meter voor de boeg weer op snelheid. Dit betekent dat de overstag conform de regels was afgerond en dat 306 daarmee het recht had zijn weg te vervolgen en ongehinderd de boei te ronden. Commentaar van Pampus 306 Op het moment dat Pampus 306 zijn overstag voltooid had was er genoeg afstand tussen Pampus 306 en Pampus 304. Op dit moment had Pampus 304 zijn rechten moeten kennen en boven Pampus 306 langs moeten sturen. Nadat Pampus 304 deze fout heeft begaan had hij voor optie 2 moeten kiezen, namelijk onder de boei doorsturen en de boei opnieuw ronden. Pampus 304 koos echter op voor ons verbijsterende wijze voor de kortste route en voer ons totaal onverwacht aan. UITSPRAAK VAN DE ZEILRAAD Overwegingen van de Zeilraad Pampus 306 gaat binnen de zone overstag terwijl Pampus 304 het merkteken kan bezeilen waardoor regel 18.3 van toepassing wordt. Pampus 304 krijgt een overlap aan de binnenzijde van Pampus 306 waardoor deze merktekenruimte moet geven. Pampus 306 geeft geen ruimte waardoor Pampus 304 het merkteken raakt. Bovendien raakt hij Pampus 306 als deze afvalt om het merkteken te ronden. Uit het aanvaren van het merkteken volgt, dat Pampus 304 een poging heeft gedaan om de aanvaring met Pampus 306 te vermijden. Hij wordt daarom niet gestraft op regel 14. Pampus 304 gaat vrijuit voor overtreding van regel 31 op grond van regel 21(b). Als loefwaartse boot met overlap moet Pampus 306 vrijblijven van Pampus 304. Pampus 306 overtreedt regel 11 en regel 18.3(b). Beslissing in hoger beroep De Zeilraad wijst de hoger beroep aanvraag toe en vernietigt de uitspraak van het protestcomité. Pampus 306 wordt uitgesloten in race 1. Pampus 304 krijgt zijn finishpositie terug. De Zeilraad draagt het wedstrijdcomité op de uitslag aan te passen en die op een geschikte wijze te publiceren Nieuwegein, 30 september 2015 Gebaseerd op RvW De Zeilraad was voor deze uitspraak samengesteld als volgt: Dieter van der Schilden, Margriet Pannevis, Henk Botterweg, Geert Geelkerken, Frans de Vries Lentsch, Jan Willem van Weezenbeek.

9 DE ZEILRAAD VAN HET KONINKLIJK NEDERLANDS WATERSPORT VERBOND HB Protest van VA 126 tegen de rest van de VA-vloot behalve VA 193 Harlinger Watersportvereniging Harlingen-Terschellingrace, 28 mei 2015 REGELS Regel 28.2 Een draad die de afgelegde weg van een boot voorstelt vanaf de tijd dat hij begint de startlijn te naderen vanaf de startzijde om te starten totdat hij finisht moet, als deze is strak getrokken, (a) elk merkteken aan de voorgeschreven zijde en in de correcte volgorde voorbijgaan (...) Regel 61.1(a) Een boot die de bedoeling heeft te protesteren moet de andere boot op de hoogte brengen bij de eerste redelijke gelegenheid. (...) Echter, (.) (3) als het incident een fout was van de andere boot betreffende het zeilen van de baan, hoeft hij niet aan te roepen of een rode vlag te tonen maar hij moet de andere boot op de hoogte brengen voordat die boot finisht of bij de eerste redelijke gelegenheid nadat hij is gefinisht.( ) Regel 66 Het protestcomité kan een verhoor heropenen wanneer het besluit dat het wellicht een aanmerkelijke fout heeft gemaakt (...) Regel 90.2(c) Wijzigingen van de wedstrijdbepalingen moeten op schrift worden gesteld en worden opgehangen op het officiële mededelingenbord (..) Mondelinge wijzigingen mogen uitsluitend op het water worden medegedeeld, en alleen als deze procedure is vermeld in de wedstrijdbepalingen. Wedstrijdbepaling 9 (zin 1) De merktekens van de route zijn alle boeien en tonnen van het vaarwater. (zin 2) Deze dienen (...) aan de zijde van het vaarwater te worden gepasseerd. (zin 3) In verband met de drukke scheepvaart wordt het vaarwater ter hoogte van de Pollendam (..) verbreed tot de gele tonnen voor de recreatievaart. (zin 4) Waar spitse gele tonnen liggen mag dus de groene betonning worden genegeerd, waar stompe gele betonning ligt, de rode. (zin 5) De Pannenwrakton (...) (zin 6) Het spreekt voor zich dat ook de kardinale betonning en scheidingstonnen deel uitmaken van de vaarwegmarkering en dus aan de kant van het in de route voorgeschreven vaarwater moeten worden gepasseerd. HET ORIGINELE PROTEST Het protest van VA 126 Bij route A dient op de overgang van Kimstergat naar Pollendam de kardinaal P9-BO46 aan bb gehouden te worden. Alleen VA 126 en VA 193 hebben dit gedaan. NB: de ronding van de kardinaal is uitvoerig besproken met de wedstrijdcommissie bij het inchecken in Hotel Zeezicht. Door het protestcomité vastgestelde feiten: Een aantal deelnemers heeft kardinaal P9-BO46 aan sb gehouden.

10 Tekening van het protestcomité Beslissing van het protestcomité Overtreding van regel Zie lokale wedstrijdbepalingen art 9. Alle VA s behalve VA 126 en VA 193 DSQ. DE HEROPENING (samengevat) VA 108 vraagt het protestcomité namens een aantal van de uitgesloten deelnemers om heropening omdat er geen protest is aangezegd bij de schippers die een DSQ hebben gekregen. Het wedstrijdcomité roept alle partijen op voor een heropening van het verhoor. Het protestcomité is van mening dat de overgrote meerderheid van de deelnemers waartegen is geprotesteerd de betreffende boei aan de verkeerde kant (sb) heeft gehouden. VA 172 erkent aangeroepen te zijn met het woord protest. Hij geeft toe de betreffende boei aan sb te hebben gehouden. Geen enkele van de gehoorde schippers is door de schipper van VA 126 na de finish persoonlijk protest aangezegd. Zijn navigator, die de protesten zou hebben aangezegd, noemt geen naam van een schipper die door hem direct protest is aangezegd. Beslissing: Van de 9 protesten is slechts het protest tegen VA 172 ontvankelijk. VA 172 wordt gediskwalificeerd. De andere 8 protesten zijn wegens het niet correct nakomen van de verplichting tot op de hoogte brengen als omschreven in regel 61.1(a)(1) niet ontvankelijk. Het protestcomité zal het wedstrijdcomité verzoeken de uitslag aan te passen. HOGER BEROEP EN COMMENTAREN Het hoger beroep van VA 172 (samengevat) 1 Mag een protestbehandeling geldig verklaard worden als blijkt dat het mededelingenbord niet op de in wedstrijdbepalingen aangegeven plaats aanwezig was? 2 Het protest is aangeroepen zes minuten na het incident. Er was daarvoor al een andere gelegenheid geweest, 3 minuten na het incident. Had het protest niet ongeldig moeten worden verklaard? 3 VA 172 is uitgesloten omdat hij de kardinaal aan de verkeerde zijde is gepasseerd. Wij zijn van mening dat wij de baan correct hebben gevaren. De wedstrijdbepalingen waren absoluut niet duidelijk en het wedstrijdcomité vond het nodig om hier mondelinge toelichting op te geven. Wat is nu de correcte interpretatie van artikel 9 met betrekking tot merktekens van de baan en de status van de kardinale boei P9-BO46?

11 4 Tijdens de heropening hebben wij aangegeven dat wij van mening waren dat het protestcomité wedstrijdbepaling 9 verkeerd interpreteerde en dat met argumenten onderbouwd. De voorzitter heeft deze discussie afgebroken met de mededeling dat dit geen onderdeel was van de heropening van het protest. Mag het protestcomité tijdens de heropening van het protest zich beperken tot alleen hun eigen reden van heropening van het protest? Commentaar van het protestcomité (samengevat) Na de uitspraak in eerste instantie kwamen er nogal wat reacties, die zich richtten op twee punten: a het protest was niet correct aangezegd b de verweerders beweerden de betreffende boei wel aan de goed zijde voorbij gevaren te zijn. Het protestcomité besloot tot een heropening op basis van de reacties. We hebben vastgesteld dat het grootste deel van de vloot de boei aan sb heeft gehouden en dat van een correct aanzeggen van het protest aan de wal in Terschelling geen sprake was. Dus worden alle protesten niet-ontvankelijk verklaard, met uitzondering van het protest tegen VA172, die toegaf aangeroepen te zijn. Het wedstrijdcomité heeft bij de infoverstrekking voorafgaand aan de wedstrijd (niet aan alle deelnemers) meegedeeld dat de P9-BO46 aan bb gehouden diende te worden. Het was overtuigd van het feit dat de wedstrijdbepaling niet anders kon worden uitgelegd. Het protestcomité ging daarin mee. Commentaar van VA 126 (samengevat) VA 172 heeft niet om heropening van het protest gevraagd, hij was alleen als getuige opgeroepen bij de andere protesten. Dus we vragen ons af of deze hoger beroepaanvraag wel geldig is. UITSPRAAK VAN DE ZEILRAAD Overwegingen van de Zeilraad 1 en 4: Indien het protestcomité besluit dat het wellicht een aanmerkelijke fout heeft gemaakt, dan kan een heropening een compleet nieuwe behandeling van het protest inhouden. Alle discussiepunten kunnen aan de orde worden gesteld binnen de beperking van regel 66. Dat de mededelingenborden verkeerd stonden of ontbraken had hier aan de orde kunnen komen. Ook had VA 172 toegestaan moeten worden uit te leggen waarom volgens hem P9-BO46 aan sb gehouden mocht worden. VA 172 was partij in het protest van VA 126 tegen de rest van de VA-vloot minus VA 193. Een partij in een protest mag tegen de uitspraak hoger beroep aantekenen, behoudens enkele uitzonderingen die hier niet aan de orde zijn. De aanvraag is ontvangen binnen 15 dagen nadat de schriftelijke uitspraak (na heropening) is gedaan. Er is hier dus sprake van een geldige aanvraag. 2: Een protest moet bij de eerste redelijke gelegenheid worden aangeroepen. Regel 61.1(a)(3) zegt wat die redelijke gelegenheid is als het gaat over het varen van de baan. Het is dan immers mogelijk dat de boten tijdens het incident op grote afstand van elkaar zijn. Het is duidelijk dat VA 172 op de hoogte is gebracht vóór de finish, daarmee is voldaan aan regel 61.1(a)(3). 3: De kwestie waar het in dit protest om draait is: heeft de kardinale ton P9-BO46 een voorgeschreven zijde? Bij de inschrijving heeft het wedstrijdcomité aan enkele deelnemers verklaard dat de P9-BO46 aan bakboord gehouden moest worden. Het heeft deze aanvulling op de wedstrijdbepalingen echter niet, zoals regel 90.2 (c) eist, op het mededelingenbord gehangen. Daarom is er geen geldig amendement op wedstrijdbepaling 9, de tekst in de wedstrijdbepalingen is onverminderd van kracht. Wedstrijdbepaling 9 staat geciteerd bovenaan deze tekst. Uit zin 1 en zin 6 volgt dat de kardinale ton P9-BO46 als vaarwaterton moet worden beschouwd. In zin 4 wordt nader uitgelegd wat bedoeld wordt met ter hoogte van Pollendam : daar waar spitse en stompe gele tonnen liggen. Helaas is deze zin onvolledig, want het wedstrijdcomité heeft niets vermeld over vaarwaterbetonning die niet groen of rood, maar geel-zwart is. Maar de zinnen 1, 4 en 6 zijn duidelijk genoeg. Vlak ten Z van de kardinale ton P9-BO46 ligt de spitse gele ton PGR-N die onderdeel is van

12 de recreatiebetonning. De kardinale ton P9-BO46 is een vaarwaterton ter hoogte van de Pollendam, waar het brede vaarwater aangehouden mag worden. Hij heeft geen voorgeschreven zijde en mag genegeerd worden. Beslissing in hoger beroep Alle boten van de VA-klasse hebben de baan goed gevaren. De Zeilraad vernietigt de beslissing van het protestcomité om VA 172 te diskwalificeren. De Zeilraad draagt het wedstrijdcomité op de VA172 in de uitslag terug te zetten en de uitslaglijst op de geëigende plaatsen te publiceren. Nieuwegein, 19 oktober 2015 Gebaseerd op RvW De Zeilraad was voor deze uitspraak samengesteld als volgt: Dieter van der Schilden, Margriet Pannevis, Henk Botterweg, Geert Geelkerken, Jos Spijkerman, Frans de Vries Lentsch, Jan Willem van Weezenbeek.

13 DE ZEILRAAD VAN HET KONINKLIJK NEDERLANDS WATERSPORT VERBOND HB Verzoek om verhaal van Optimist 3151 Koninklijke Watersportvereniging Sneek Sneekweek 2015, 5 augustus 2015 REGELS Regel 29.1 Wanneer op het startsein van een boot enig deel van zijn romp aan de baanzijde is van de startlijn is moet het wedstrijdcomité onmiddellijk vlag X tonen.. De vlag moet getoond blijven tot al deze boten geheel naar de startzijde van de startlijn. zijn gezeild. Regel 60.3(a) Een protestcomité kan. tegen een boot protesteren, maar niet naar aanleiding van informatie uit een verzoek om verhaal Regel 62.1(a) Een verzoek om verhaal. moet zijn gegrond op een bewering of mogelijkheid dat de score van een boot in een wedstrijd buiten zijn eigen schuld, aanmerkelijk is of kan worden verslechterd door een onjuiste handeling of een verzuim van het wedstrijdcomité Regel 66 Het protestcomité kan een verhoor heropenen wanneer het besluit dat het wellicht een aanmerkelijke fout heeft gemaakt.. Regel R5 De nationale autoriteit moet de vastgestelde feiten van het protestcomité aanvaarden behalve wanneer zij beslist dat deze onvoldoende zijn. In dat geval mag zij het protestcomité opdragen.. het verhoor te heropenen. DE ORIGINELE PROTESTEN Het verzoek om verhaal van 3151 (P027) Op het startsignaal voer ik aan de baan kant aan de wind samen met Ik ben door de gestarte boten gevaren tot achter de startlijn vlak bij contra, daar overstag gegaan en naar de baankant gevaren. Toch heb ik OCS staan. Door het protestcomité vastgestelde feiten De wedstrijd wordt gestart op een voor-de-windse koers. Optimist 3151 was 15 seconden voor het startsein aan de baanzijde van de lijn. Samen met Ze zijn door het wedstrijdcomité als zodanig herkend. Na het sein is Opti 3151 teruggevaren richting de startzijde van de lijn. Het WC heeft hem zien terugvaren maar is optimist 3151 in de waarneming kwijtgeraakt in een massa boten die aan het starten waren. Het WC heeft geen nummers van de terugkerende boten herkend. Conclusies van het protestcomité WC heeft onvoldoende aangetoond dat optimist 3151 niet geheel achter de lijn is teruggekeerd. Beslissingen van het protestcomité Verzoek toegewezen. Optimist 3151 moet plaats van aankomst krijgen. Het protest van 3183 ( protest P037 ) Zeiler is niet (voldoende ) terug gegaan over de startlijn. Er is geprotesteerd door 3151 tegen het wedstrijd cie tegen OCS en is gehonoreerd. Wedstrijd cie en protest cie heeft geen getuigen opgeroepen om OCS te ondersteunen. Veel zeilers hebben gezien dat 3151 niet voldoende is teruggegaan en protest cie had deze moeten oproepen. Door het protestcomité vastgestelde feiten Schriftelijke uitspraak: Het wedstrijdcomité, als partij in het verhoor van VoV nummer 27, heeft geen getuigen opgeroepen behoudens leden van het comité, maar geen zeilers.

14 Beide getuigen in dit verzoek om verhaal hebben gezien dat Optimist 3151 niet is teruggekeerd naar de startzijde van de baan maar zijn niet als getuigen opgeroepen en niet gehoord in genoemd VoV, terwijl zij wel beschikbaar waren. Aantekeningen PC: getuige pin end, Film niet. Thomas was te vroeg. Hidde was te vroeg. Conclusies van het protestcomité Het is niet aan het protestcomité om getuigen in een protest te zoeken of op te roepen. Dat moeten de partijen zelf doen. Wie de partijen oproepen is aan hen. Er is niet aangetoond dat er een fout of omissie door het protestcomité is gedaan. Er is niet voldaan aan het vereiste van Regel 62.1(a). Het is mogelijk dat het protestcomité bij de behandeling van VoV P027 een fout heeft gemaakt Beslissingen van het protestcomité Verzoek om verhaal P037 afgewezen. Verzoek om verhaal P027 wordt heropend door het Protestcomité. Heropening verzoek om verhaal P027 Naar aanleiding van een afgewezen verzoek om verhaal van 3183 (P037) heeft de PC besloten dat zij wellicht een fout heeft gemaakt in P027 en dat verzoek om verhaal P027 wordt heropend op grond van regel 66. Door het protestcomité vastgestelde feiten De starttoren ligt in het verlengde van de startlijn. De fotoboot lag aan lij, aan de baanzijde van de lijn op de afstand van 10 meter van het pin-end. Optimist 3151 was 15 seconden voor het startsein aan de baanzijde van de lijn en hij voer aan-de-wind over bakboord richting het pin-end. Positie 1: Op zijn startsein vaart 3151 nog steeds aan de baanzijde van de start op een aan-dewindse koers richting de startlijn (pin-end) op een koersafstand van 20 meter tot de lijn. Optimist 3237 passeert de lijn vlak na het startsignaal voor-de-wind over bakboordboeg. Positie 2: 3 seconden na het startsein kruist de koerslijn van de 3151 de boeg van De afstand tussen de boten is op deze koerslijn is ca. 5 meter. Op enig moment hierna valt 3151 af en vaart mee in de groep. Positie 3: Na ten hoogste 15 seconden (gezien de positie van de fotoboot en de plaats van de toren op de foto) vaart 3151 voor de wind vooraan in het optimistenveld. Tekening van het protestcomité Positie 1

15 Positie 2 Positie 3

16 Conclusie : Het PC acht het hoogst onwaarschijnlijk dat de 3151 na positie 2 (3 seconden na de start nog tenminste 6 seconden is doorgevaren om achter de lijn te komen, gestart is en vervolgens, op ten hoogste 15 seconden na het startsein, voorin het veld vaart, op gelijke hoogte met Derhalve concludeert het protestcomité dat de 3151 niet geheel is teruggekeerd achter de lijn. Beslissing : Originele beslissing in P027 komt te vervallen, verzoek om verhaal is afgewezen. Optimist 3151 krijgt OCS in race 5. HOGER BEROEP EN COMMENTAREN Het hoger beroep van 3151 (samengevat) 1 Mag een protestcomité een protest heropenen naar aanleiding van een afgewezen verzoek om verhaal? 2 Daarnaast staat bij de heropening dat er sprake was van een afgewezen verzoek om verhaal. Het ging echter om een protest van de 3183 tegen de Wat was het nu uiteindelijk?? 3 Ik dacht dat ik ver genoeg terug was gegaan, en wilde graag horen van het wedstrijdcomité wat zij op hun bandje hadden staan, of wat ze gezien hadden. Het bleek dat ze geen geluidsopname van de optimistenstart hadden en geen boten hadden gezien die terug gegaan zijn. In het filmpje, dat de 3151 als bewijs aanleverde waarin hij aangaf wel terug te zijn gegaan, is in de laatste seconden ook de persboot te zien. Op het filmpje is echter te zien dat er 3 boten terug gaan. Een van deze boten was de 3245, Bart Pastoor. Deze heeft het wedstrijdcomité niet waargenomen en/of genoteerd. 4 Er is niet 1 getuige die op de startlijn lag die kan beamen of ik wel of niet ver genoeg terug gegaan ben. Een zeiler die al voorbij de startlijn is, kan dit ook nooit beamen. Zeker niet als ze

17 mij in het verhoor al verwarren met de 2980, het andere schip dat aan de baanzijde lag voor het startsignaal. Deze boot is inderdaad niet terug gegaan, zoals in het filmpje te zien is. Commentaar van het protestcomité (samengevat) Protest 037 was een VoV dat het PC als geldig heeft beoordeeld. P037 was geen protest tegen een boot. De fotograaf lag 10 meter onder (niet boven) de pin-end naar eigen verklaring. Foto was ook niet het enige bewijs. De wedstrijdcommissie heeft op correcte wijze een terugroepsein (vlag X) getoond met de daarbij horende geluidsignalen. UITSPRAAK VAN DE ZEILRAAD Overwegingen van de Zeilraad 1 Een protestcomité kan een verhoor heropenen wanneer het besluit dat het wellicht een aanmerkelijke fout heeft gemaakt. 2. Protest 037 was een geldig protest van boot tegen een andere boot op basis van een beweerde overtreding van regel Van een boot die beweert ten onrechte door het wedstrijdcomité als OCS te zijn aangemerkt, mag worden verlangd dat hij aan de hand van overtuigend bewijsmateriaal aantoont dat zij niet geheel of gedeeltelijk aan de baanzijde van de starlijn was dan wel geheel naar de startzijde van de startlijn is teruggekeerd alvorens opnieuw te zijn gestart. In het initiële verhoor van protest P027 heeft 3151 het protestcomité er kennelijk van overtuigd dat zij geheel was teruggekeerd naar de startzijde van de startlijn. 4. De feiten vastgesteld na heropening van P027 vertonen de volgende tegenstrijdigheden: - In positie 1 (op het startsein) lag de 3151 aan de baanzijde op 20 meter koersafstand tot de lijn. Tevens is vastgesteld dat de fotoboot op 10 meter van pin-end lag aan de baanzijde. De tekening (figuur 2) en de vastgestelde feiten stemmen niet met elkaar overeen. - In positie 2 (3 seconden na het startsein) ligt de 3151 ca. 5 meter van De 3237 ligt net vrij van de lijn. Volgens tekening heeft in die korte tijd vanaf het startsignaal lengtes afgelegd terwijl de 3151 minstens 4 lengte heeft afgelegd. Zulke grote snelheidverschillen zijn niet realistisch. - Als feit is vastgesteld dat 3237 op de startsein aan de baanzijde van de startlijn lag en niet als OCS is gescoord. Dus moet de 3237 na het startsein geheel naar de startzijde van de startlijn zijn teruggekeerd. Dit is op geen enkele tekening aangegeven. - Op de foto in positie 3 (15 seconden na het startsein) ligt de 3151 lijwaarts van 3237 met daartussen minimaal 4 boten is fysiek niet in staat om in 12 seconden vanuit positie 2 die positie te bereiken - Het protestcomité heeft op het originele protestformulier P037 als vastgestelde feiten vermeld dat Thomas en Hidde te vroeg waren. Een check van de uitslagenlijst leert dat Thomas met zeilnummer 3237 vaart en niet als OCS is gescoord. Op foto in positie 3 is te zien dat 3237 en 3151 naast elkaar varen met een tussenruimte van minimaal 4 boten. Hieruit blijkt dat het mogelijk was om op het startsein aan de baanzijde van de lijn te liggen, terug te keren en 15 seconden na het startsignaal voor in het veld mee te varen. - Op de tekening van positie 3 (15 seconden na de start) liggen de voorste boten bijna gelijk aan de fotoboot maar er zeker niet voorbij. Vastgesteld is dat de fotoboot 10 meter vanaf het pin-end lag. Dan zouden deze boten in 15 seconden slechts maximaal 10 meter gevaren hebben. Dat is niet aannemelijk. Beslissing in hoger beroep De Zeilraad is van oordeel dat de door het protestcomité vastgestelde feiten onvoldoende zijn, vernietigt de beslissing van het protestcomité in de protesten P027, P037 en P027 (heropening) en draagt het protestcomité op om het verhoor te heropenen en alle nieuwe vastgestelde feiten en de beslissing te melden. Nieuwegein, [datum] Gebaseerd op RvW De Zeilraad was voor deze uitspraak als volgt samengesteld: Dieter van der Schilden, Henk Botterweg, Geert Geelkerken, Frans de Vries Lentsch, Jan Willem van Weezenbeek, Margriet Pannevis.

18 DE ZEILRAAD VAN HET KONINKLIJK NEDERLANDS WATERSPORT VERBOND HB Zeldenrust tegen De Verandering Vereniging Iepen Fryske Kampioenskippen Skûtsjesilen Open Friese Kampioenschappen Skûtsjesilen, 8 augustus 2015 REGELS Regel 70.5 (...) Verder kan, als dit in de aankondiging en de wedstrijdbepalingen is bepaald, het recht op hoger beroep worden ontzegd op voorwaarde dat (a) het noodzakelijk is om onmiddellijk de uitslag van een wedstrijd te bepalen die een boot kwalificeert voor deelname in een later stadium van een evenement (...) (een nationale autoriteit mag voorschrijven dat voor een dergelijke bepaling haar toestemming is vereist); (b) een nationale autoriteit dit toestaat voor een bepaald evenement dat alleen open staat voor inschrijvers die onder haar eigen jurisdictie vallen; of (c) (...) Regel R2.1 ( ) (a) Niet later dan 15 dagen na ontvangst van de schriftelijke beslissing van het protestcomité of zijn beslissing om een verhoor niet te heropenen, moet de aanvrager een hoger beroep aanvraag ( ) naar de nationale autoriteit sturen. ( ) (b) ( ) (c) ( ) HET ORIGINELE PROTEST Het protest van Zeldenrust Wij varen ruim onder de startlijn, komend vanaf de pin, halvewind over stuurboord. We zien De Verandering voor ons varen, halve wind over bakboord, iets onder ons, afstand ongeveer 6 scheepslengte. De Verandering loeft langzaam op, Zeldenrust wijkt uit door af te vallen. De Verandering valt ook weer af, en loeft daarna gelijk weer op. Op dat moment liggen beide schepen op ramkoers, afstand ongeveer 80 meter. De Verandering valt weer af. Zeldenrust probeert een aanvaring te voorkomen door op te loeven. De Verandering raakt met zijn boeg onze giek en achterschip. gevolg ernstige schade en letsel. Door het protestcomité vastgestelde feiten: Zeldenrust vaart halve wind over stuurboord in de buurt van de startlijn. De Verandering vaart halve wind/aan de wind over bakboord in de richting van de startlijn en roept duidelijk Zeldenrust aan. Boten varen op aanvaringskoers. De Verandering valt af. Er ontstaat een aanvaring met schade en letsel. Zeldenrust heeft de wedstrijd verlaten. Beslissing van het protestcomité: Zeldenrust is niet vrij gebleven van De Verandering en overtreedt regel 10. Zeldenrust wordt niet gestraft want hij heeft de wedstrijd verlaten. De Verandering heeft getracht een aanvaring te voorkomen en wordt niet gestraft onder regel 14. HET VERZOEK OM HEROPENING Zeldenrust vraagt heropening aan omdat hij vindt dat de conclusie van het protestcomité is gebaseerd op bewust onjuist afgegeven verklaringen door De Verandering en haar getuige Hoop op Zegen. De aanvraag gaat vergezeld van 20 schriftelijke verklaringen en een film van het voorval. Beslissing van het protestcomité: Na weging van alle getuigenverklaringen en het overige ontvangen materiaal komt het protestcomité tot de conclusie dat er geen aanmerkelijk nieuw bewijsmateriaal is.

19 Daarbij zijn ook de filmopnamen bekeken, hoewel WB 16.6 niet toestaat daar gebruik van te maken. Ook in de film vindt het protestcomité geen informatie die kan vallen onder de term aanmerkelijk nieuw bewijsmateriaal. Het verzoek tot heropening wordt afgewezen. HOGER BEROEP EN COMMENTAREN Het hoger beroep van Zeldenrust (samengevat) Zeldenrust gaat in hoger beroep omdat het protestcomité noch in eerste instantie noch naar aanleiding van het verzoek tot heropening de feiten voldoende heeft vastgesteld. Afstanden, hoeken, koerswijzigingen, windkracht, bootsnelheden enz. ontbreken allemaal. Dit heeft geleid tot verkeerde conclusies en een onjuiste uitspraak. Commentaar van het protestcomité (1) (samengevat) Art van de wedstrijdbepalingen geeft aan dat hoger beroep is uitgesloten op grond van Regel 70.5(b). Via het mededelingenbord zijn de deelnemers geïnformeerd dat het Watersportverbond toestemming heeft gegeven voor ontzegging van hoger beroep tijdens de kwalificatie wedstrijden conform regel 70.5(a). Alle wedstrijden zijn per definitie kwalificatie wedstrijden, omdat aan het eind van het seizoen drie boten in de B en C vloot promoveren naar respectievelijk de A en B vloot en de laatste drie boten in de A en B vloot degraderen naar respectievelijk de B en C vloot. De aanvraag voor hoger beroep moet dus afgewezen worden omdat het recht op hoger beroep is ontzegd. VRAAG OM NADERE INFORMATIE VAN DE ZEILRAAD De Zeilraad vraagt het protestcomité om nader commentaar te leveren op de hoger beroepaanvraag. Commentaar van het protestcomité (2) (samengevat) Het protestcomité is van mening dat de aanvraag voor hoger beroep te laat is ingediend. Bij het verhoor zijn drie getuigen gehoord. De informatie die de partijen en de getuigen verstrekten was beperkt. Geen van de partijen heeft verklaard te weinig voorbereidingstijd te hebben gehad. Ook zijn geen andere getuigen genoemd. Het protestcomité heeft de aanvraag voor heropening uitvoerig besproken, maar is tot de conclusie gekomen dat het geen aanmerkelijke fout heeft gemaakt. Verder is het aangedragen materiaal niet te classificeren als aanmerkelijk nieuw bewijsmateriaal. UITSPRAAK VAN DE ZEILRAAD Overwegingen van de Zeilraad De kwestie of er hoger beroep mogelijk was, en zo ja, of de aanvraag geldig is, speelt de hoofdrol in HB Op 17 juni 2015 heeft het Watersportverbond met verwijzing naar regel 70.5(a) toestemming verleend om het recht op hoger beroep te ontzeggen van protesten in de kwalificatiewedstrijden van het evenement, mits het protestcomité twee nationaal erkende juryleden zou hebben. Het is de Zeilraad bekend dat het behandelend panel geen twee nationaal erkende juryleden telde. Uit eigen wetenschap is het de Zeilraad voorts bekend dat de vereniging IFKS zich bij het Watersportverbond heeft aangesloten onder voorwaarde dat het IFKS verzeild zou worden met ontzegging van het recht op hoger beroep, zoals omschreven in regel 70.5(b). De organiserende autoriteit (de Vereniging IFKS) heeft echter niet bij het Watersportverbond gereclameerd dat de brief van 17 juni, die gebaseerd is op regel 70.5(a), verkeerd zou zijn en dat de ontzegging gebaseerd moest worden op regel 70.5(b). De hierboven bedoelde brief heeft tijdens het kampioenschap op het mededelingenbord gehangen. Iedereen kon dus vanaf 8 augustus weten dat alleen in kwalificatiewedstrijden geen hoger beroep mogelijk was. In dit kampioenschap werden echter geen kwalificatiewedstrijden met daaropvolgende splitsing in goud- en zilvervloot gevaren. De conclusie moet zijn dat er in alle wedstrijden van het kampioenschap hoger beroep mogelijk was. Desondanks hebben het bestuur van de vereniging IFKS, het protestcomité en een adviseur van goede reputatie meermalen tegen Zeldenrust verklaard dat bij dit protest geen hoger beroep mogelijk was.

20 Op 8 augustus speelde het voorval waarover Zeldenrust protesteerde tegen De Verandering. De schriftelijke uitspraak is gedateerd op 14 augustus. Tussen 8 en 19 augustus heeft Zeldenrust schriftelijke verklaringen verzameld waarmee hij het protestcomité wilde overtuigen dat het verhoor heropend moest worden. Op 19 augustus heeft Zeldenrust een verzoek om heropening ingediend. Het verzoek om heropening is afgewezen op 24 september. Daarmee had het protestcomité zijn laatste woord gesproken en begon de termijn van vijftien dagen voor het aanvragen van hoger beroep, die in regel R2.1(a) wordt omschreven. Zeldenrust heeft na 24 september op allerlei manieren geprobeerd zijn zaak weer in beweging te krijgen. Zelfs heeft hij overwogen een rapport conform regel 69 in te dienen wegens vermeend wangedrag van een getuige. Daarover is op 13 oktober voor het laatst contact geweest met de voorzitter van het protestcomité. Na een tip van een collega-schipper dat hoger beroep wel mogelijk zou zijn, heeft Zeldenrust op 18 november bij het Watersportverbond de tekst opgevraagd van de brief van 17 juni. Op 19 november is er antwoord van het Watersportverbond. Op 27 november heeft Zeldenrust een aanvraag voor Hoger Beroep ingediend. Zeldenrust is in zijn zoektocht naar rechtsbescherming onjuist geadviseerd door de organiserende autoriteit, door het protestcomité en door adviseurs. Stuk voor stuk hebben die verzuimd hun mening dat geen hoger beroep mogelijk zou zijn, te toetsen aan de tekst van de brief van het Watersportverbond. Maar ook Zeldenrust zelf heeft tot ver na het verlopen van de termijn voor Hoger Beroep geen pogingen in het werk gesteld die algemene opvatting bij IFKS is geen beroep mogelijk te toetsen. Zeldenrust heeft het erg laat indienen van zijn aanvraag voor hoger beroep dus deels aan zichzelf te wijten. Beslissing in hoger beroep Aangezien de ontzegging van hoger beroep alleen was verleend voor kwalificatiewedstrijden, was voor het protest van Zeldenrust tegen De Verandering hoger beroep mogelijk tegen een beslissing van het protestcomité. De termijn van 15 dagen voor de aanvraag van Hoger Beroep begon toen het protestcomité zijn beslissing bekend had gemaakt om het verhoor niet te heropenen, op 24 september Door pas op 27 november een aanvraag voor hoger beroep in te dienen is Zeldenrust niet binnen de vereiste termijn gebleven. De Hoger Beroepaanvraag is ongeldig. Nieuwegein, 20 maart Gebaseerd op RvW De Zeilraad was voor deze uitspraak samengesteld als volgt: Dieter van der Schilden (vzt), Margriet Pannevis, Jan Willem van Weezenbeek, Jos Spijkerman, Henk Botterweg, Frans de Vries Lentsch.