F I A T D U C A T O NL N A T U R A L P O W E R

Transcriptie

1 F I A T D U C A T O NL N A T U R A L P O W E R

2 F I A T D U C A T O N A T U R A L P O W E R

3 In dit supplement wordt de Fiat Ducato Natural Power uitvoering op benzine en methaan behandeld. Zie voor alle onderwerpen die niet in dit supplement worden behandeld, het Instructieboekje van de Fiat Ducato. INHOUD INLEIDING... 3 SCHEMATISCHE WERKING VAN HET SYSTEEM... 5 GASTANKS... 6 MAGNEETKLEPPEN/VEILIGHEIDSSYSTEMEN... 7 LEIDINGEN... 8 REDUCEERVENTIEL/DRUKREGELAAR... 8 METHAAN-INSPUITVENTIELEN... 8 OLIE-AFSCHEIDINGSFILTER... 8 MOTOR STARTEN... 9 ZEKERINGEN... 9 WERKING OMSCHAKELING BRANDSTOF GEBRUIKSBEPERKINGEN WEERGAVE STORING IN HET SYSTEEM TANKEN IDENTIFICATIEGEGEVENS GEPROGRAMMEERD ONDERHOUDSSCHEMA OPKRIKPUNTEN VOERTUIG MOTOR MOTORCODES - CARROSSERIE-UITVOERINGEN PRESTATIES GEWICHTEN VULLINGSTABEL MOTOROLIE CO 2 EMISSIE BRANDSTOFVERBRUIK

4 INLEIDING De uitvoering Natural Power van de Fiat Ducato wordt gekenmerkt door twee voedingssystemen, een basissysteem op aardgas (methaan) en een systeem voor noodgevallen op benzine. Methaan multipoint inspuitsysteem Dit is een origineel product uit de onderzoekscentra van Fiat dat, in de zoektocht naar alternatieve brandstoffen in nauwe samenwerking met methaanleveranciers, is ontwikkeld. Als de vooruitstrevende elektronisch geregelde inspuiting van benzinemotoren wordt aangepast aan de specificaties van methaan, worden uitstekende resultaten behaald wat betreft de rij-eigenschappen, de uitstoot van schadelijke stoffen en het brandstofverbruik. Met een multipoint methaaninspuiting heeft de motor dezelfde uitstekende rijeigenschappen als bij de werking op benzine. De Fiat Ducato Natural Power is ontworpen voor de werking op methaan, terwijl de werking op benzine beperkt is tot die gevallen waarin de gebruiker er niet in geslaagd is methaan bij te tanken voordat de tank leeg is. De prestaties van de motor zijn geoptimaliseerd voor het brandstofsysteem op methaan, terwijl de prestaties bij gebruik van benzine beperkt zijn om te garanderen dat het dichtsbijzijnde tankstation bereikt kan worden. Brandstoftype selecteren De Fiat Ducato Natural Power is zo ingesteld dat onder normale omstandigheden methaan als brandstof wordt gebruikt. Als de methaantanks leeg zijn en de druk in de gastank in de buurt komt van de minimale bedrijfsdruk, wordt automatisch overgeschakeld op benzine. De Fiat Ducato Natural Power is niet uitgerust met een handmatige omschakeling METHAAN/BENZINE, dus is het beheer van de omschakeling tussen de twee brandstoffen volledig automatisch en uitsluitend toevertrouwd aan de regeleenheid van de motor. Daarom moet er altijd benzine in de tank aanwezig zijn. 3

5 Passieve veiligheid De Fiat Ducato Natural Power heeft dezelfde kenmerken wat betreft de passieve veiligheid als de andere uitvoeringen. Vooral de opstelling en aansluiting van de gastanks zijn zo ontworpen dat de auto voldoet aan de standaard veiligheidsnormen van Fiat bij botsproeven. De methaanstroom vanaf de gastanks wordt geregeld door een magneetklep die alleen tijdens de werking op methaan is geopend. De magneetklepunit bevat beveiligingingssystemen tegen een te grote gasstroom (als het hogedrukcircuit scheurt, wordt de methaanstroom beperkt tot een ongevaarlijke waarde), een te hoge temperatuur (smeltveiligheden waardoor bij een verhoging van de temperatuur tot boven 110 C het methaan wordt afgeblazen) en een geijkt drukregelsysteem dat, bij een verhoging van de druk tot boven 300 bar, gecontroleerd ingrijpt en het methaan zeer snel afblaast. De magneetklep is aangesloten op het Fire Protection System (brandstofnoodschakelaar). OPGELET! De Fiat Ducato Natural Power is uitgerust met een methaansysteem dat onder hoge druk staat en dat is ontworpen om te werken bij een nominale druk van 200 bar. Het is gevaarlijk om het systeem onder veel hogere drukken te laten werken. Bij het trekken of opkrikken van de auto moeten, om beschadigingen aan het methaansysteem te voorkomen, zorgvuldig de instructies in het basis-instructieboekje worden opgevolgd; raadpleeg het hoofdstuk: Slepen van de auto. Wendt u bij een storing van het methaansysteem uitsluitend tot het Fiat Servicenetwerk. Wijzig de componenten van het methaansysteem of de opstelling van de componenten niet; zij zijn uitsluitend ontworpen voor gebruik in de Fiat Ducato Natural Power. Het gebruik van andere onderdelen of materialen kan storingen veroorzaken en de veiligheid in gevaar brengen. OPGELET! Als na het spuiten de lak wordt gedroogd in de moffeloven, moeten de gastanks uit de auto worden verwijderd en vervolgens door het Fiat Servicenetwerk weer worden gemonteerd. Hoewel het methaansysteem is voorzien van talrijke beveiligingen, verdient het aanbeveling om de handbediende afsluiter op de gastanks te sluiten als de auto langere tijd wordt gestald, op een ander voertuig wordt vervoerd of verplaatst wordt in noodsituaties veroorzaakt door defecten of ongevallen. Actieve veiligheid De Fiat Ducato Natural Power heeft dezelfde kenmerken wat betreft de passieve veiligheid als de andere uitvoeringen. 4

6 SCHEMATISCHE WERKING VAN HET SYSTEEM Beschrijving van de werking van het systeem fig. 1 1 Methaantanks - 2 Methaanvulopening - 3 Methaanleidingen - 4 Reduceerventiel/drukregelaar - 5 Methaanverdeelleiding - 6 Benzinetank - 7 Olie-afscheidingsfilter. fig. 1 F0N0396m 5

7 GASTANKS De auto is voorzien van vijf gastanks (met een gezamenlijke inhoud van ongeveer 218 liter) onder de bodemplaat van de auto die worden beschermd met twee speciale schilden. De gastanks zijn reservoirs voor gasvormig methaan onder druk (nominale druk 200 bar bij 15 C). Het methaan onder hoge druk in de gastanks stroomt via een leiding naar het reduceerventiel/de drukregelaar, die de 4 methaan-inspuitventielen voedt met een lage druk (ongeveer 6 bar). Certificering van de gastanks De methaantanks zijn gecertificeerd volgens EU-norm 110. De gastanks moeten elke vier jaar vanaf het op kenteken zetten van de auto worden gecontroleerd volgens de EU-norm n 110 of volgens de in het betreffende land geldende regelgeving (zie pag. 13). Op de door de dealer bij de boorddocumentatie geleverde etiketten is de verwachte datum voor de eerste ijking/controle van de gastanks opgenomen. Methaanleveranciers mogen gastanks waarvan de keuringsdatum is verlopen, niet vullen en kunnen de bestuurder vragen de etiketten met de keuringsdatum te overleggen. WAARSCHUWING Als de auto op kenteken is gezet in een ander land dan Italië, moeten de certificeringsgegevens, de identificatiegegevens en de controleprocedures van de methaantanks voldoen aan de wettelijke normen die in het betreffende land worden gehanteerd. De levensduur van de gastanks is 20 jaar vanaf de productiedatum volgens EU-norm

8 MAGNEETKLEPPEN/ VEILIGHEIDSSYSTEMEN De magneetkleppen fig. 2 zijn rechtstreeks op de methaantanks gemonteerd en hebben als belangrijkste taak de methaanstroom naar het brandstofcircuit te onderbreken. De magneetkleppen zijn geopend als: de druk in de gastank voldoende hoog is voor het systeem om te werken; de motor draait; de brandstofnoodschakelaar niet is geactiveerd. De magneetklepunit is voorzien van de volgende beveiligingen: 1) Smeltveiligheid, als de temperatuur te hoog wordt (boven 110 C), is het gevaar van een te hoge druk niet meer aanwezig omdat het methaan in de gastank, gecontroleerd en zo snel mogelijk, wordt afgeblazen. fig. 2 F0N04000m fig. 3 F0N0393m 2) Mechanische drukbeveiliging (Burst Disk) die er, bij een te hoge druk (boven 330 bar), voor zorgt dat het methaan gecontroleerd en zo snel mogelijk wordt afgeblazen. 3) Te hoge gasstroom, grijpt in als de leidingen openbarsten door de methaanstroom te beperken tot een ongevaarlijke waarde is bereikt. De stroombegrenzingsklep is zodanig geplaatst dat de klep ook werkt als het magneetkleppenhuis is beschadigd als gevolg van een botsing. 4) Handbediende afsluiter, deze bevindt zich voor de magneetklep. Deze onderbreekt de verbinding tussen de gastank en het methaansysteem als onderhoud moet worden uitgevoerd. De ventielen kunnen vanaf de buitenzijde van de auto worden bediend en bevinden zich aan de linkerkant. Sluiten van de ventielen A-fig. 3: draai het ventiel in de richting (1) van de pijl (rechtsom OFF) Openen van de ventielen A-fig. 3: draai het ventiel in de richting (2) van de pijl (linksom ON) 7

9 LEIDINGEN De methaanleidingen van de vulopening naar het reduceerventiel/de drukregelaar zijn van verzinkt staal, bekleed met een kunststof (hoge druk) en bevinden zich buiten het interieur; de leidingen van het reduceerventiel/de drukregelaar naar de methaan-inspuitventielen zijn van roestvrij staal. fig. 4 F0N0398m METHAAN- INSPUITVENTIELEN Er zijn 4 speciale methaan-inspuitventielen A-fig. 5 aanwezig, die op het inlaatspruitstuk nabij de cilinderkop zijn gemonteerd - één voor elk inlaatkanaal; ze worden gevoed met een constante druk (ongeveer 6 bar) en bediend door een elektronische regeleenheid. REDUCEERVENTIEL/ DRUKREGELAAR Het reduceerventiel fig. 4 bevindt zich in de motorruimte. Deze heeft tot taak om de druk van het methaan in de gastank terug te brengen naar de toevoerdruk voor de methaaninspuitventielen (ongeveer 6 bar) en deze druk onder alle bedrijfsomstandigheden constant te houden. fig. 5 F0N0401m OLIE- AFSCHEIDINGSFILTER Het olie-afscheidingsfilter fig. 6 bevindt zich in de bodemplaat van de auto. Deze heeft tot taak om de overtollige olie in het methaan af te scheiden. fig. 6 F0N0397m 8

10 MOTOR STARTEN Hierna worden de verschillende startmethodes beschreven met betrekking tot de omstandigheden van de auto: METHAAN-tank niet in reserve benzinetank niet leeg de start vindt altijd plaats in de methaanmodus. Zekeringenkast in motorruimte METHAAN-tank leeg benzinetank niet leeg de start wordt geforceerd op benzine en er wordt niet overgeschakeld op methaan zolang de methaantank niet gevuld is, tegelijkertijd gaat het waarschuwingslampje brandstofreserve branden en op het display van het instrumentenpaneel verschijnt het bericht BRAND- STOF TANKEN ; METHAAN-tank niet in reserve benzinetank leeg de start vindt altijd plaats in de methaanmodus. VERBRUIKERS ZEKERING AMPÈRE Zekering magneetkleppen methaan F27 10 Relais magneetkleppen methaan T21 20 ZEKERINGEN In onderstaande tabel zijn de zekeringen opgenomen die van toepassing zijn op de benzine/methaan uitvoering. Zie voor alle andere zekeringen het Instructieboekje waar dit Supplement bijhoort. De regeleenheid schakelt automatisch over op benzine als de methaantank leeg is. 9

11 WERKING OMSCHAKELING BRANDSTOF Het beheer van de omschakeling tussen de twee verschillende brandstoffen ligt volledig automatisch en uitsluitend bij de regeleenheid van de motor. Als de resterende hoeveelheid methaan onder 1/5 van de inhoud van de gastanks daalt, gaan het CNG-symbool en het staafje dat het laagste niveau aangeeft fig. 7 knipperen om de reservehoeveelheid aan te geven en om aan te geven dat moet worden getankt. Als geen methaan meer aanwezig is, wordt automatisch overgeschakeld op benzine. Op het display van het instrumentenpaneel gaat het lampje K in de buurt van het CNG-symbool branden fig Als de drempel van de druk van het methaan in reserve bereikt wordt en de methaantank volledig gevuld wordt, forceert het systeem de omschakeling naar benzine gedurende 5 seconden teneinde het benzinetoevoersysteem volledig efficiënt te houden. fig. 7 F0N0402m In het algemeen wordt geadviseerd absoluut te voorkomen dat de benzinetank leeg raakt, als dat gebeurt kan dit leiden tot twee voor de bestuurder gevaarlijke omstandigheden: de auto blijft rijden op benzine nadat het methaan onder de reservedrempel is gekomen, tot de tank leeg is; de auto heeft alle benzine de vorige keer verbruikt en tijdens de werking op methaan wordt de drukdrempel van het methaan bereikt: in dit geval wordt de omschakeling naar benzine niet door het systeem geforceerd en de motor van de auto slaat tijdens het rijden af. fig. 8 fig. 9 F0N0403g F0N0404g Opmerking Controleer of tijdens het tanken van methaan de contactsleutel op OFF staat. Als het systeem de werking op benzine geforceerd heeft en er methaan getankt wordt met de sleutel in de stand ON, gaat de toevoer van benzine, na het tanken van methaan, door tot er de volgende keer gestart wordt. 10

12 GEBRUIKSBEPERKINGEN De overgang van het brandstofsysteem op methaan op het systeem op benzine leidt tot de onmiddellijke beperking van de snelheid tot 90 km/h; geadviseerd wordt dus om, meteen na de eerste signalering dat de reserve van het methaan is bereikt, ervoor te zorgen dat er zo snel mogelijk getankt wordt. Dat geldt met name voor de tweede signalering dat er geen methaan meer aanwezig is (tweemaal piep) om omstandigheden van risico te voorkomen, bijvoorbeeld bij inhaalmanoeuvres op de snelweg. Het brandstofsysteem op benzine is alleen bedoeld als noodfunctie. Om een goede actieradius te garanderen, ook met betrekking tot de beperkte capaciteit van de tank, worden de bijbehorende prestaties beperkt, zoals in het geval van snelheid of snel optrekken, reacties en acceleraties (vooral helling op). Geadviseerd wordt dus om, voordat u gaat rijden en/of lastige routes begint met een bijzondere lading of bijzondere wegomstandigheden, te controleren of de gastanks vol zijn. WEERGAVE STORING IN HET SYSTEEM Als een multifunctioneel display aanwezig is, wordt een storing aangegeven met het betreffende bericht en gaan tegelijkertijd het CNG-symbool en de vier staafjes die het methaanniveau aangeven (volledig) knipperen. Wendt u in dit geval tot het Fiat Servicenetwerk. Bij een instelbaar multifunctioneel display wordt een eventuele storing gesignaleerd met het betreffende bericht, gaat tegelijkertijd het symbool R branden en doven de vier staafjes die het methaanniveau aangeven. Wendt u in dit geval tot het Fiat Servicenetwerk. 11

13 TANKEN METHAAN-VULOPENING De methaan-vulopening bevindt zich in de buurt van de vulopening voor benzine fig. 10. Deze is voorzien van een terugslagklep: die zich in de vulopening zelf bevindt deze terugslagklep, zorgt ervoor dat het methaan niet terug kan stromen naar de vulopening. Om de vulopening te bereiken, de dop A- fig. 10 losdraaien. De vorm van de vulopening is universeel en voldoet aan de normen Italië en NGV1. In sommige landen van Europa worden adapters als ILLEGAAL beschouwd (bijvoorbeeld in Duitsland). Als tankstations voorzien zijn van m 3 vulpistolen (met een drukverschil) moet, om de restdruk in de gastank te meten, de terugslagklap geopend worden, waardoor een kleine hoeveelheid methaan kan vrijkomen. Op de bij de boorddocumentatie geleverde etiketten is de verwachte datum voor de eerste controle van de gastanks opgenomen. fig. 10 F0N0392m Methaanleveranciers mogen gastanks waarvan de keuringsdatum is verlopen, niet vullen. De terugslagklep zorgt ervoor dat het methaan niet terug kan stromen naar de vulopening. 12

14 IDENTIFICATIEGEGEVENS WAARSCHUWING Als de auto op kenteken is gezet in een ander land dan Italië, moeten de certificeringsgegevens, de identificatiegegevens en de controleprocedures van de methaantanks voldoen aan de wettelijke normen die in het betreffende land worden gehanteerd. De levensduur van de gastanks is 20 jaar vanaf de productiedatum volgens EU-norm 110. Identificatie van de gastanks Elke methaantank wordt in de fabriek voorzien van een ingeslagen code in de hals, waarmee de tank kan worden geïdentificeerd. fig. 11 F0N0405m De code geeft aan: CNG ONLY (type gas waarvoor de tank is bestemd: alleen aardgas); DO NOT USE AFTER - (einde van de levensduur van de gastank: maand-jaar); FABER (naam van de fabrikant van de gastank); / / (serienummer van de gastank); L (nominale inhoud van de gastank in liters); KG (gewicht van de gastank in kg: specifiek voor elke gastank); 20.0MPa15 C (bedrijfsdruk bij 15 C); 30.0MPa (testdruk van de gastank); E 110R- (EU-homologatienummer); ECE R 110 (fabricagenormen); CNG-1 (type gastank); / (testdatum tijdens productie van de gastank: maand/jaar); USE ONLY FABER-APPROVED PRD (waarschuwing voor de PRD-beveiliging); ( N) (ENI). Op de bij de boorddocumentatie geleverde etiketten is de verwachte datum voor de eerste controle van de gastanks opgenomen. CONTROLE VAN HET SYSTEEM De gastanks moeten elke vier jaar vanaf het op kenteken zetten van de auto worden gecontroleerd volgens de EU-norm 110 of volgens de in het betreffende land geldende regelgeving. 13

15 GEPROGRAMMEERD ONDERHOUDSSCHEMA Extra werkzaamheden met betrekking tot het Geprogrammeerd Onderhoud dat in het Instructieboekje is aangegeven. Olie-afscheidingsfilter vervangen Bougies vervangen Visueel de conditie controleren van: leidingen en verbindingsstukken van het methaan, eventueel herstellen (*) Controle afdichting leidingen verwarming drukregelaar Drukregelaar controleren en intern filter vervangen (*) Juiste montage van de inspuitventielen (plaatsing bevestigingsveer) controleren Aanhaalmoment van de bevestigingsbanden van de gastanks controleren Controle elektrische aansluitingen en goede staat bedrading motor x 1000 km Banden op conditie en slijtage controleren en bandenspanning eventueel herstellen Werking verlichting (koplamp-/achterlichtunits, richtingaanwijzers, waarschuwingsknipperlichten, laadruimte, waarschuwings-/controlelampjes enz.) controleren Werking ruitenwissers/-sproeiers controleren en eventueel sproeiermonden afstellen Stand wisserbladen controleren en wisserbladen op slijtage controleren Remblokken op conditie en slijtage controleren en werking van remblokslijtagesensor voor en achter controleren (*) of elke 12 maanden 14

16 x 1000 km Visueel de conditie controleren van: Buitenzijde carrosserie en bodemplaatbescherming, uitlaat, brandstof- en remleidingen, rubber delen (stofkappen, hoezen enz.) en rubber slangen van rem- en brandstofsysteem Conditie/spanning van aandrijfriemen voor hulporganen visueel controleren (behalve uitvoeringen met automatische riemspanners) Slag van handrem controleren en eventueel afstellen Uitlaatgasemissie controleren Vergrendelmechanismen op vervuiling controleren en mechanismen smeren Motorolie en oliefilter vervangen Luchtfilterelement vervangen ( ) Vloeistofniveaus controleren en eventueel bijvullen (motorkoelsysteem - remsysteem - stuurbekrachtiging - ruitensproeiers - enz.) Aandrijfriem voor hulporganen vervangen Motormanagementsysteem controleren (m.b.v. diagnosestekker) Remvloeistof vervangen (of om de 24 maanden) Pollenfilter vervangen (of om de 24 maanden) ( ) Als de auto is uitgerust met een speciaal luchtfilter voor stoffige streken: - om de km filter controleren en reinigen 15

17 OPKRIKPUNTEN VOERTUIG Zet de krik onder de kriksteun zo dicht mogelijk bij het te verwisselen wiel, bij de in fig. 12 aangegeven punten. fig. 12 F0N0399m 16

18 MOTOR ALGEMEEN Identificatiecode van de motor F1CE0441A Cyclus Acht Aantal en opstelling cilinders 4 in lijn Aantal kleppen per cilinder 4 Boring en slag mm 95,8 x 104 Cilinderinhoud cm Compressieverhouding 12,5 ± 0,5:1 kw 100 Maximum vermogen (EU) CV 136 bijbehorend toerental t/min Nm Maximum koppel (EU) kgm 35,6 bijbehorend toerental t/min 1500 Bougies Champion RC7BYC; NGK IFRF-D; NGK BKR7E; Brandstof Methaan 17

19 MOTORCODES - CARROSSERIE-UITVOERINGEN Legenda: 250 A A M F A AX MODEL LAADVERMOGEN MOTOR TRANSMISSIE/ASSEN MOTOR 18 CARROSSERIE WIELBASIS UITVOERING LAADVERMOGEN A 3000 kg B 3300 kg C 3500 kg LIGHT D 3500 kg HEAVY E 4005 kg MOTOREN A 100 Multijet C 120 Multijet D 160 Multijet E 130 Multijet G 140 Natural Power TRANSMISSIE M Handgeschakelde versnellingsbak A Automatische versnellingsbak CARROSSERIE A Chassis met cabine B Chassis zonder cabine C Platformchassis D Pick-up E Schoolbus basisonderwijs L Schoolbus middelbaar onderwijs F Bestelbus G Pick-up verlengde cabine H Chassis verlengde cabine M Minibus P Panorama R Combi 6/9 zitplaatsen U Chassis zonder bestuurderscabine Platform

20 PRESTATIES Topsnelheid in km/h. Brandstofsysteem Benzine: 90 Brandstofsysteem Methaan: Uitvoering MH1 159 Uitvoering MH2 155 Uitvoering LH3 153 OPGELET! Wijzigingen of reparaties aan het brandstofsysteem die niet juist worden uitgevoerd en waarbij geen rekening wordt gehouden met de technische specificaties van het systeem, kunnen storingen in de werking en mogelijk brand veroorzaken. Opmerking De overgang van het brandstofsysteem op methaan op het systeem van benzine leidt tot de onmiddellijke beperking van de snelheid tot 90 km/h; geadviseerd wordt dus om, meteen na de eerste signalering dat de reserve van het methaan bereikt is, ervoor te zorgen dat er zo snel mogelijk getankt wordt. Dat geldt met name voor de tweede signalering dat er geen methaan meer aanwezig is (twee keer piep) om omstandigheden van risico te voorkomen, bijvoorbeeld bij inhaalmanoeuvres op de snelweg. Het brandstofsysteem op benzine is alleen bedoeld als noodfunctie. Om een goede actieradius te garanderen, ook met betrekking tot de beperkte capaciteit van de tank, worden de bijbehorende prestaties beperkt, zoals in het geval van snelheid of snel optrekken, reacties en acceleraties (vooral helling op). Geadviseerd wordt dus om, voordat u gaat rijden en/of lastige routes begint met een bijzondere lading of wegomstandigheden, te controleren of de gastanks vol zijn. 19

21 GEWICHTEN Gewichten (kg) voor de uitvoeringen Rijklaar gewicht (met volle reservoirs, reservewiel, gereedschap en accessoires) Nuttig laadvermogen inclusief de bestuurder ( ): Bestelbus Bestelbus Bestelbus Panorama Gecombineerd Bestelbus Bestelbus 3500 Light 3500 Light 3500 Heavy 3500 Light 3500 Heavy 3500 Heavy 3500 Heavy MH1 MH2 MH2 M1 M1 LH2 XLH Maximaal toegestane belasting ( ) vooras: achteras: totaal: Trekgewichten geremde aanhanger: ongeremde aanhanger: Max. gewicht op de trekhaak (geremde aanhanger) Max. toelaatbare dakbelasting: ( ) Als er speciale accessoires zijn gemonteerd, stijgt het rijklaar gewicht, waardoor het totale laadvermogen met hetzelfde gewicht daalt. ( ) Maximum waarden die niet mogen worden overschreden. Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker dat de auto zodanig wordt beladen dat deze limieten niet worden overschreden. 20

22 VULLINGSTABEL MOTOROLIE CO 2 -EMISSIE Benzine Benzine liter inclusief een reserve van:. liter 8 Methaan Methaan (*).... kg (ongeveer) 36 actieradius op methaan km (*) De hoeveelheid methaan is afhankelijk van de buitentemperatuur, de vuldruk en kwaliteit van het gas en het type vulsysteem. Totaalinhoud van de gastanks ongeveer 220 liter (218.5 nominaal) voor alle uitvoeringen. WAARSCHUWING Als gebruik wordt gemaakt van een brandstof zoals methaan, is de actieradius zeer variabel, omdat deze afhangt van de rij-omstandigheden en het onderhoud van de auto, maar ook van de temperatuur van het gas in de gastank. Het methaan wordt tijdens het tanken warm en koelt af tijdens de rit; deze drukwijziging vermindert de hoeveelheid bruikbaar gas. De motorolie die wordt gebruikt, is SE- LENIA K P.E. (Contractual Technical Reference Nr F603.C07): smeermiddel op synthetische basis SAE 5W-40 ACEA C3.Kwalificatie FIAT S2. De CO 2 -emissie, vermeld in de volgende tabel, is gemeten op een gecombineerd traject. CO 2 -emissie volgens EU-richtlijn 2004/3 (g/km) Methaan

23 BRANDSTOFVERBRUIK Opmerking De gegevens van de Trip Computer met betrekking tot de Actieradius, Gemiddeld Verbruik en Huidig Verbruik, zijn voor deze uitvoering niet beschikbaar. Het brandstofverbruik dat in de volgende tabel is opgenomen, is gemeten volgens een vastgestelde testmethode die in EU-normen is vastgelegd. Het brandstofverbruik is gemeten volgens onderstaande procedure: Brandstofverbruik volgens EU-normen 2004/3 een stadsrit: opgebouwd uit een koude start gevolgd door een gesimuleerde, normale testrit in stadsverkeer; rit buiten de stad: waarbij veelvuldig wordt geaccelereerd in alle versnellingen en waarmee een normaal gebruik van de auto buiten de stad wordt gesimuleerd. De snelheid varieert tussen de 0 en 120 km/h gecombineerd verbruik: hierbij telt de waarde van de stadsrit mee voor ongeveer 37% en de waarde van de testrit buiten de stad voor ongeveer 63%. WAARSCHUWING Het soort wegdek, verkeerssituatie, atmosferische omstandigheden, rijstijl, algemene conditie van de auto, uitrustingsniveau, gebruik van de airconditioning, lading van de auto, imperiaal op het dak en andere situaties die de aërodynamica kunnen beïnvloeden, leveren een ander brandstofverbruik op dan hier vemeld (zie Brandstofbesparing in het hoofdstuk Starten en rijden in het basisinstructieboekje). Bovendien kan tijdens het inrijden van de auto (tot de eerste 3000 km zijn afgelegd) het brandstofverbruik hoger zijn dan is aangegeven. Methaan Methaan (m 3 x100 km) (**) (kg x 100 km) (*) Stadsverkeer 16,7 10,9 Buitenweg 11,4 7,5 Gecombineerd 13,4 8,8 (*) Brandstof in kg x 100 km volgens de berekening van de moleculaire massa. (**) Brandstofverbruik volgens EU-normen 2004/3 22

24 AANTEKENINGEN 23

25 Fiat Group Automobiles Netherlands B.V. B. U. After Sales - Importeur voor Nederland: Fiat Group Automobiles Netherlands B.V. - Singaporestraat RA Lijnden Druknummer / editie Gedrukt door Hoogcarspel Grafische Communicatie - Middenbeemster

26 NEDERLANDS De gegevens in deze publicatie zijn uitsluitend indicatief bedoeld. Fiat behoudt zich het recht voor op elk moment de in deze publicatie beschreven modellen om technische of commerciële redenen te wijzigen. Wendt u voor nadere informatie tot het Fiat Servicenetwerk. Gedrukt op houtvrij milieuvriendelijk papier.