Voorwoord. Tineke Tiebosch

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Voorwoord. Tineke Tiebosch"

Transcriptie

1 Het wetsvoorstel ter uitbreiding van de mogelijke disciplinaire maatregelen tegen voor het leven benoemde rechterlijke ambtenaren Een welkome toevoeging of een aantasting van de rechterlijke onpartijdigheid? Tineke Tiebosch

2 Het wetsvoorstel ter uitbreiding van mogelijke disciplinaire maatregelen tegen voor het leven benoemde rechterlijke ambtenaren Een welkome toevoeging of een aantasting van de rechterlijke onpartijdigheid? Auteur: Tineke Tiebosch ANR: Studentnummer: U Faculteit: Rechtswetenschappen Opleiding: Rechtsgeleerdheid Accent: Vrij masterprogramma rechtsgeleerdheid Datum verdediging: 19 februari 2014 Examencommissie: De heer mr dr. W.G.M. Plessen De heer mr A.D.M. van Rijs

3 Voorwoord De scriptie die voor u ligt heb ik geschreven ter afronding van mijn Master Rechtsgeleerdheid aan de Universiteit van Tilburg. Met veel plezier heb ik deze master gevolgd. Groot goed in een democratische rechtsstaat is een onafhankelijke en onpartijdige rechtspraak. Ter bescherming van deze onafhankelijke rechtsspraak worden rechters in Nederland voor het leven benoemd. De rechtspositie van de rechters is wettelijk vastgelegd in de Wet Rechtspositie Rechterlijke Ambtenaren. Minister Opstelten is voornemens deze wet te wijzigen om meer sancties mogelijk te maken tegen rechters die wangedrag vertonen. Het wetsvoorstel betekent een aanzienlijke verandering in de rechtspositie van de rechterlijke ambtenaren. De vraag of dit wetsvoorstel ook gevolgen heeft voor de onafhankelijke positie van de rechter wekte mijn interesse. Met veel aandacht en plezier heb ik deze vraag dan ook nader in mijn scriptie uitgewerkt. In dit voorwoord neem ik ook graag de gelegenheid te baat enkele personen te bedanken. Allereerst wil ik mijn scriptiebegeleider de heer Plessen bedanken voor zijn begeleiding gedurende het schrijven van mijn scriptie. Daarnaast wil ik graag mijn ouders en mijn vriend bedanken. Zij hebben mij, gedurende het schrijven van mijn scriptie, gesteund en gemotiveerd. Tot slot wil ik nog graag Sonja Schreiber en Jörg Michael Hansen bedanken. Zij hebben mij, bij het schrijven van mijn rechtsvergelijkende hoofdstuk, regelmatig geholpen bij het begrijpen van de Duitse literatuur. Tineke Tiebosch Erp, februari 2014

4 Inhoudsopgave 1. Onderzoeksdoel en probleembeschrijving Probleembeschrijving Centrale vraag Onderzoeksdoel De onafhankelijkheid van de rechter Inleiding Onafhankelijkheid ten opzichte van andere staatsmachten De rechtspositionele onafhankelijkheid van de rechter Functionele onafhankelijkheid in het EVRM Functionele onafhankelijkheid in Nederlandse wetgeving De onpartijdigheid van de rechter Subjectieve onpartijdigheid Objectieve onpartijdigheid Conclusie De rechtspositie van de rechter en de mogelijke maatregelen bij wangedrag Inleiding De rechter binnen de rechterlijke organisatie Selectie en opleiding van rechters De rechter als ambtenaar De (disciplinaire) maatregelen Gronden voor ontslag Het aantal disciplinaire maatregelen die zijn opgelegd Disciplinaire maatregelen binnen de advocatuur en het gezondheidsrecht De advocatuur Medisch deskundigen Conclusie Concept wetsvoorstel Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren Inleiding Noodzaak De nieuwe maatregelen De maatregelen in een overzicht Schriftelijke waarschuwing versus schriftelijke berisping Schorsing Ontslag... 33

5 4.3.5 Buiten functie stellen van een rechterlijk ambtenaar Inhouden van salaris Overplaatsing naar een ander gerecht Conclusie Een vergelijking met het Duitse rechtsstelsel Inleiding De Duitse rechtspraak Scholing & Benoeming tot rechter Benoeming voor het leven; voor bepaalde tijd; benoeming op proef en benoeming in opdracht De rechter en de Gewaltenteilung De onafhankelijke rechter Mogelijke (disciplinaire) maatregelen tegen rechters Het Disziplinarverfahren Conclusie Conclusie Bronnenlijst Boeken Kamerstukken Websites Uitspraken Tijdschriften Tekst en Commentaar Overige Bijlage Raad van de Raad voor de rechtspraak

6 1. Onderzoeksdoel en probleembeschrijving 1.1 Probleembeschrijving Rechters in Nederland hebben op basis van artikel 117 Grondwet (Gw) een bijzondere staatsrechtelijke positie. Rechters worden, op grond van dit artikel, voor het leven benoemd. De levenslange benoeming van de rechter beoogt de rechtspositionele onafhankelijkheid van de rechterlijke macht te waarborgen. 1 Een belangrijk aspect van deze onafhankelijkheid is ook politieke onafhankelijkheid. Rechters dienen vrij van politieke invloeden recht te kunnen spreken. Indien rechters aanwijzingen krijgen van andere overheidsorganen is er sprake van ondergeschiktheid en daardoor is de schijn van afhankelijkheid al snel gewekt. 2 Ook de politieke kleur van rechters vormde onlangs onderwerp van discussie. Discussie ontstond bij de benoeming van hoogleraar Buruma als raadsheer van de hoge raad. De PVV was tegen de benoeming van Buruma als raadslid en vroeg daarom een hoofdelijke stemming aan. Buruma zou te politiek zijn. 3 Met te politiek zijn werd gedoeld op uitspraken die Buruma in de Media heeft gedaan. Zo heeft hij onder andere partijleider Geert Wilders vergeleken met Italiaanse dictator Mussolini. Buruma is uiteindelijk wel benoemd tot raadslid van de Hoge Raad. 4 Steeds vaker is het rechterlijk ambt onderdeel van de maatschappelijke discussie. Onlangs werd in het radio programma WNL Avondspits de volgende stelling gedeponeerd: rechters benoemen voor het leven dat kan echt niet meer. 5 Zowel voor- als tegenstanders kwamen in dit programma aan bod. Duidelijk werd dat vele mensen van mening waren dat strenger toezicht op het functioneren van rechters gewenst is. De levenslange benoeming van rechters werd in dit programma niet door iedereen ondersteund. Een zaak waarin het functioneren van rechters ter discussie stond is de Chipshol zaak. In deze zaak werden twee rechters strafrechtelijk vervolgd wegens verdenking van meineed. De twee rechters zouden een bevriende zakenpartner hebben voorgetrokken in een zaak rond bouwgrond bij Schiphol. 6 Waar de rechters in eerste aanleg al zijn vrijgesproken heeft ook het gerechtshof op 1 Kamerstukken II 1979/ , nr 3 P. 19; T&C Grondwet, commentaar op artikel 117 Gw, Bovend Eert < ?v=n&p_l_id=10615&provider=Kluwer32&provider=Kluwer32&idp=LegalIntelligence&idp=LegalIntelligen ce&type=document&cfu=default > (bekeken: ). 2 P.M. van den Eijnden, onafhankelijkheid van de rechter in constitutioneel perspectief, Nijmegen: kluwer 2011 P Blokkering benoeming Buruma onterecht < (bekeken ). 4 Blokkering benoeming Buruma onterecht < (bekeken ). 5 WML Avondspits (uitzending van ) < (bekeken ). 6 M. Haren en P. Zantingh, Ex rechters Kalbfleisch en Westenberg ook in hoger beroep vrijgesproken, < (bekeken ). 1

7 13 juni 2013 de twee rechters vrijgesproken. De ten laste gelegde feiten zijn onvoldoende wettig en overtuigend bewezen. 7 De vraag is nu wat er, op basis van de huidige wet- en regelgeving, gedaan kan worden als rechters niet goed functioneren/ wangedrag vertonen. Artikel 117 GW biedt daarvoor handreikingen. Zo geeft art. 117 lid 3 GW aan dat rechters, in gevallen bij wet bepaalt, kunnen worden geschorst of ontslagen. De rechtspositie van de rechterlijke macht wordt ook bij wet bepaald (art. 117 lid 4 GW). De wet die hiervoor dient is de Wet rechtspositie rechtelijke ambtenaren (Wrra). In deze wet zijn onder andere ook de mogelijkheden tot ontslag en schorsing geregeld. Momenteel is een wetsvoorstel in ontwikkeling ter aanpassing van de Wet rechtspositie rechtelijke ambtenaren. De wijzigingen zijn daarin gelegen meer disciplinaire maatregelen tegen rechters die wangedrag vertonen mogelijk te maken. 8 De huidige wet kent als disciplinaire maatregelen de schriftelijke waarschuwing en het strafontslag. Het concept-wetsvoorstel geeft aan dat in de praktijk is gebleken dat de bestaande mogelijkheden beperkt zijn. 9 Aangegeven wordt dat de rechtspraak gemoderniseerd is en dat, bij ongeoorloofd gedrag, passende maatregelen genomen moeten kunnen worden. Deze verantwoordelijkheid ligt bij de wetgevende macht. De raad voor de rechtspraak heeft de Werkgroep disciplinaire tussenstappen ingesteld. Deze werkgroep is medio 2009 met een rapport gekomen. Het rapport onderstreepte het tekort aan mogelijkheden om disciplinaire maatregelen te nemen. 10 De Rechtspraak is positief over het wetsvoorstel. Frits Bakker, waarnemend voorzitter Raad voor de Rechtspraak, geeft aan: Er zit een te groot gat tussen de huidige maatregelen: waarschuwing en ontslag. Sommige kwesties zijn te licht voor strafontslag, maar te zwaar voor een schriftelijke waarschuwing. Dat is ongewenst. 11 Duidelijk is dat de huidige positie van de rechter onder druk staat. Maar komt door al deze (politieke) druk de onafhankelijkheid van de rechter niet in het geding? In deze scriptie wordt de positie van de rechter onder de loep genomen. Enerzijds wordt de onafhankelijke positie die de rechter dient te hebben besproken, anderzijds worden de mogelijkheden om te kunnen sanctioneren bij wangedrag besproken. Ik wil me specifiek richten op de sanctionering omdat hierin, kijkend naar het wetsvoorstel, wijzigingen worden aangebracht. Zijn deze wijzigingen eigenlijk wel wenselijk kijkend naar de onafhankelijke positie die de rechter dient te hebben? De onafhankelijkheid van de rechterlijke macht is niet alleen nationaal een groot goed maar ook 7 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, , ECLI:NL:GHARL:2013:CA Memorie van Toelichting bij het consultatiewetsvoorstel ter wijziging van de Wrra p. 9&10. 9 Memorie van Toelichting bij het consultatiewetsvoorstel ter wijziging van de Wrra p. 9& Memorie van Toelichting bij het consultatiewetsvoorstel ter wijziging van de Wrra p. 9& Rechtspraak positief over passend straffen rechters < ( ). 2

8 internationaal van grote waarde. Het recht op een onafhankelijke rechter is niet voor niets ook vastgelegd in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). 1.2 Centrale vraag Is het wetsvoorstel ter wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, welke in geval van wangedrag meer sancties tegen rechters mogelijk maakt, een goede aanvulling op het huidige recht of een inbreuk op de onafhankelijke positie van de rechter? Afbakening Op basis van artikel 116 lid 4 Gw Jo 117 lid 1 Gw behoort tot de rechterlijke macht niet alleen de zittende magistratuur maar ook de staande magistratuur (het openbaar ministerie). In deze scriptie richt ik me op de zittende magistratuur dus niet op de leden van het openbaar ministerie Onderzoeksdoel Doel van deze scriptie is allereerst het beschrijvend. Waarom is de onafhankelijke positie van de rechter zo een groot goed en waar is deze onafhankelijkheid verankerd. Tevens beschrijf ik het huidige sanctioneringsstelsel. Welke maatregelen zijn mogelijk tegen rechters die wangedrag vertonen? Momenteel wordt gewerkt aan een wetswijziging welke de mogelijkheden tot sanctioneren van rechters vergroot. Dit concept-wetsvoorstel wordt beschreven. Het wetsvoorstel verbreedt de mogelijkheden om sancties op te leggen tegen rechters met wangedrag. Deze scriptie is ook vergelijkend van aard. Er wordt een vergelijking gemaakt met het Duitse rechtsstelsel. Uitgangspunt in Duitsland is ook dat rechters voor het leven worden benoemd. 13 Welke sanctiemogelijkheden kent Duitsland om maatregelen te treffen tegen rechters met wangedrag? Een tweede belangrijke vraag: in hoeverre tasten deze mogelijkheden de onafhankelijkheid van de rechter aan? Aan de hand van de vergelijking met Duitsland en de beschrijving van het Nederlandse rechtsstelsel, daarin meegenomen zowel de huidige wetgeving als het concept-wetsvoorstel, kan een mening worden gevormd over de vraag of het huidige sanctioneringsstelsel op de voorgestelde wijze dient te worden gewijzigd. Bij de beantwoording van deze vraag dient sterk het belang van een onafhankelijke rechtspraak te worden meegewogen. 12 C.A.J.M. Kortmann, Constitutioneel recht, Deventer: kluwer 2008 P Zie art. 197 Grundgesetz. 3

9 2. De onafhankelijkheid van de rechter 2.1 Inleiding Een belangrijk uitgangspunt in een democratische rechtsstaat is de onafhankelijkheid van de rechter. Burgers moeten er in een democratische rechtstaat op kunnen vertrouwen dat een neutrale overheidsinstantie over geschillen beslist en strafbare feiten berecht. Deze neutraliteit kent twee kanten. Enerzijds neutraal ten opzichte van de andere twee staatsmachten (wetgever en bestuur), anderzijds neutraal ten opzichte van het geschil of strafbare feit dat voor ligt. Een rechter behoort op geen enkele wijze een belang te hebben bij het rechtsgeding. Deze laatste vorm van neutraliteit wordt ook wel rechterlijke onpartijdigheid genoemd. 14 In dit hoofdstuk wil ik op beide vormen van neutraliteit ingaan. 2.2 Onafhankelijkheid ten opzichte van andere staatsmachten Een rechter dient onafhankelijk te zijn ten opzichte van andere staatsmachten. De onafhankelijke rechtspraak is tot ontwikkeling gekomen door de theorie der machtenscheiding zoals filosoof Motesquieu die poneerde. Het gedachtegoed van Montesquieu is niet geheel eigen denkwerk. Hij heeft zich laten inspireren door de ideeën van John Locke. 15 Filosoof Motesquieu schreef over de theorie der machtenscheiding in zijn bekende boek De geest der wetten, dat uit 1748 stamt. Zijn gedachtegoed over de Trias Politica heeft internationaal een grote invloed op de staatsinrichting gehad. De trias politica gaat er van uit dat iedere samenleving drie machten kent de wetgevende macht, de uitvoerende macht en de rechtsprekende macht. Volgens de trias politica leer behoren deze machten verspreid te zijn over de samenleving zodat een evenwicht tussen deze machten ontstaat (de verschillende machten houden elkaar in evenwicht). Volgens het gedachtengoed van Montesquieu diende de wetgevende macht in handen te zijn van het volk, lag de uitvoerende macht in handen van de koning en de rechtsprekende macht in de handen van onafhankelijke rechters. Motesquieu verdedigde in zijn boek niet zozeer een strikte scheiding der machten maar veel meer een spreiding van deze machten. 16 De trias politica is in de Grondwet niet als zodanig te herkennen. In bepaalde artikelen zijn wel elementen te herkennen. Zo wordt in art. 81 Gw de wetgevende bevoegdheid aan de regering toegekend en de rechtsprekende bevoegdheid wordt op basis van art. 112 Gw aan de rechterlijke macht toegekend. De uitvoerende macht is niet als zodanig in de grondwet terug te vinden. 17 Nederland kent niet een strikte machtenscheiding zoals Montesquieu dit in zijn trias politica leer beoogde. Zo is in Nederland de uitvoerende macht in handen van de regering. Strikt kijkend naar de trias politica leer zou de regering geen wetgevende macht moeten zijn. Dit is echter wel het 14 P.P.T. Bovend Eert, rechterlijke organisatie, rechters en rechtspraak, Alphen aan de rijn: Kluwer 2008 p P. Smits, Artikel 6 EVRM en de civiele procedure, Deventer: Kluwer 2008 p Trias politica: machtenscheiding en machtenspreiding < (Bekeken: ). 17 H. Gommer, Onder de rechter, Nijmegen WLP 2008 p

10 geval. 18 In de Memorie van Toelichting ter instelling van de Raad voor de Rechtspraak gaat ook de wetgever in op de trias politica leer. De wetgever geeft aan dat: In werkelijkheid is in het Nederlandse staatsbestel van een strikte machtenscheiding nooit sprake geweest. Veeleer heeft de eis van machtsverdeling gestalte gekregen in een ingewikkeld stelsel van elkaar wederzijds controlerende, in evenwicht houdende instanties (checks and balances). 19 Een gedachte achter de trias politica is dat de trias politica zich richt tegen ongedeelde machtsuitoefening. De middelen die hiertoe reiken variëren van machtenscheiding tot machtsevenwicht. Als grondmotieven van de trias politica kunnen dan ook worden gezien de machtenscheiding en het machtsevenwicht. Machtenscheiding wordt als ijkpunt gezien, dit omdat machtsevenwicht kan verwateren door een gebrek aan referentiekader. 20 Montesquieu zag machtenscheiding niet als een doel op zich maar als middel tegen de gevaren van machtsconcentratie. 21 Uitgaande van de trias politica leer dient de rechter, om zijn taak goed te kunnen uitvoeren, onafhankelijk te zijn van: de uitvoerende macht; de wetgevende macht; de rechterlijke macht zelf. 22 Bij onafhankelijkheid van de rechterlijke macht zelf kan bijvoorbeeld gedacht worden aan: onafhankelijkheid van de rechterlijke macht ten opzichte van parketpersoneel en onafhankelijkheid ten opzichten van het Openbaar Ministerie. 23 Het Openbaar Ministerie is immers, kijkend naar de artikelen 116 & 117 GW, ook lid van de rechterlijke macht maar niet met rechtspraak belast. 2.3 De rechtspositionele onafhankelijkheid van de rechter Uit de Grondwet blijkt dat de Nederlandse grondwetgever veel waarde hecht aan de rechtspositionele onafhankelijkheid van de rechter. Een voorbeeld van waarborging van rechtspositionele onafhankelijkheid van de rechter is het al eerder genoemde art. 117 Gw. In dit artikel is de levenslange benoeming van leden van de rechterlijke macht met rechtspraak belast neergelegd (lid 1). Tevens sluit dit artikel schorsing of onvrijwillig ontslag door de regering of het parlement uit (lid 3). Daarnaast dient de rechtspositie van rechters wettelijk te zijn vastgelegd (art. 18 Trias politica: machtenscheiding en machtenspreiding < (Bekeken: ). 19 Kamerstukken II, , nr. 3 p H. Gommer, Onder de rechter, Nijmegen WLP 2008 p MFJM de Werd, De Trias Politica van Montignac, NJB 1998 volume 73 nr 14 p. 660 & J.P. Loof, Onafhankelijkheid en onpartijdigheid De randvoorwaarden voor het bestuur en beheer van de rechterlijke macht, Leiden: stichting NJCM-Boekerij p J.P. Loof, Onafhankelijkheid en onpartijdigheid De randvoorwaarden voor het bestuur en beheer van de rechterlijke macht, Leiden: stichting NJCM-Boekerij p

11 117 lid 4 Gw). Wat tot slot nog uitdrukking geeft aan het belang van een rechtspositionele onafhankelijkheid van de rechter is art. 116 lid 4 Gw. Op grond van dit artikel is het toezicht op rechters een interne aangelegenheid. De Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, waar ik in het volgende hoofdstuk nader op zal ingaan, geeft hieraan een nadere invulling. 24 Naast de Grondwet waarborgt ook artikel 6 van het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) de rechtspositionele onafhankelijkheid van de rechter. Doch biedt dit artikel minder waarborgen dan de Nederlandse grondwet. Zo behoeven rechters, kijkend naar uitspraken van het Europese Hof voor de Rechten van de mens (EHRM), niet voor het leven te worden benoemd. Een tijdelijke benoeming van bijvoorbeeld 5 jaar wordt niet in strijd met de rechterlijke onafhankelijkheid geacht. 25 De waarborg dat de bevoegdheid tot schorsing en ontslag is voorbehouden aan de rechterlijke macht zelf is eveneens niet vereist. Vereist is uitsluitend dat rechters niet naar behoefte of op oneigenlijke gronden ontslagen kunnen worden door een ambt van de uitvoerende macht Functionele onafhankelijkheid in het EVRM Om geheel onafhankelijk te zijn dient een rechter naast rechtspositioneel ook functioneel onafhankelijk te zijn. Een rechter dient beslissingsvrijheid te hebben ten opzichte van de andere staatsmachten. Deze vorm van onafhankelijkheid is niet als zodanig terug te vinden in de Grondwet. 27 Deze vorm van onafhankelijkheid blijkt echter wel uit artikel 6 EVRM. Indien enige vorm van ondergeschiktheid bestaat tussen leden van de rechterlijke macht en leden van de andere staatsmachten, dan is de kans groot dat niet voldaan wordt aan het onafhankelijkheidsvereiste zoals bedoeld in artikel 6 EVRM. Een rechter is in een ondergeschikte rol niet vrij zijn eigen oordeel te vormen. Indien een rechter wordt onderworpen aan bevelen, instructies of aanwijzingen dan vormt dit een duidelijk teken dat er sprake is van een ondergeschikte rol, ook indien deze niet bindend zijn. Aanwijzingen voor ondergeschiktheid spelen ook indien een rechter verantwoording af dient te leggen. Dit is zeker het geval indien deze verantwoording gevolgen kan hebben voor zijn positie. Van belang is ook de onderlinge verhouding nadat de rechter uitspraak heeft gedaan. Vereist is dat een rechter bindende beslissingen kan nemen die niet, nadat de beslissing is genomen, kan worden gewijzigd door een ander overheidsorgaan. 28 In de zaak Yakis v. Turkey doet het EHRM een maatgevende uitspraak omtrent rechterlijke onafhankelijkheid. Het EHRM overweegt: 24 P.P.T. Bovend Eert, rechterlijke organisatie, rechters en rechtspraak, Alphen aan de rijn: Kluwer 2008 p Zie ook: V.V.R. van Bogaert, de rechter beoordeeld over aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid in civiel staatsrechtelijk perspectief,antwerpen-apeldoorn: Maklu 2005 p EHRM, 16 juli 1971, NR 2614/65 (Ringeisen v. Austria); P.P.T. Bovend Eert, rechterlijke organisatie, rechters en rechtspraak, Alphen aan de rijn: Kluwer 2008 p P.P.T. Bovend Eert, rechterlijke organisatie, rechters en rechtspraak, Alphen aan de rijn: Kluwer 2008 p P.P.T. Bovend Eert, rechterlijke organisatie, rechters en rechtspraak, Alphen aan de rijn: Kluwer 2008 p P.M. van den Eijnden, onafhankelijkheid van de rechter in constitutioneel perspectief, Nijmegen: kluwer 2011 P

12 The Court reiterates that in order to establish whether a tribunal can be considered independent for the purposes of Article 6 1, regard must be had, inter alia, to the manner of appointment of its members and their term of office, the existence of safeguards against outside pressures and the question whether it presents an appearance of independence 29 In deze standaardoverweging wijzen twee elementen op zakelijke onafhankelijkheid, te weten: Safeguards against outside pressures o Het gaat hier om waarborgen tegen druk van buiten af. Deze waarborgen sluiten ook uit dat er een hiërarchische verhouding bestaat tussen de rechter en de wetgevende macht dan wel tussen de rechter en de uitvoerende macht. Ook wordt gedoeld op adviezen van overige overheidsorganen. De rechter dient niet door overige organen geadviseerd te worden. 30 An appearance of independence o Dit element richt zich op de burger. Indien de burger gerechtvaardigd kan twijfelen aan de onafhankelijkheid van een rechter dan wordt een rechter als niet onafhankelijk beschouwd. 31 Van belang hierbij is ook de zaak Cambell and Fell vs United Kingdom. In deze casus kwam het onafhankelijkheidsvraagstuk ook ter sprake. Het ging in deze zaak om de onafhankelijkheid van zogenoemde boards. Deze boards hadden zowel een adjudicatory als een supervisory rol. Gevangen hadden twijfels over de onafhankelijkheid. Het hof overwoog dat er niet alleen administratief sprake moest zijn van onafhankelijkheid maar dat deze onafhankelijkheid ook zichtbaar diende te zijn Functionele onafhankelijkheid in Nederlandse wetgeving Niet alleen in het EVRM komt functionele onafhankelijkheid terug, ook in Nederlandse wetgeving namelijk in de Wet op de Rechterlijke Organisatie (Wet RO). Ook bij het bestuur, beheer en de bedrijfsvoering binnen gerechtelijke organisaties kan de onafhankelijkheid van de rechter in het geding komen. 33 Om deze reden heeft de wetgever enkele bepalingen in de Wet op de Rechterlijke Organisatie opgenomen die deze onafhankelijkheid dienen te waarborgen. 34 gaat hierbij om de artikelen 23 lid 2 en 3; 24 lid 2; 96 en 109. Deze artikelen geven expliciet aan dat het bestuur, de raad en onze minister bij de in de wet verkregen bevoegdheden niet treden in de: Het 29 EHRM, 25 september 2001, NR 33368/96 (Yakis v Turkey) rov P.P.T. Bovend Eert, rechterlijke organisatie, rechters en rechtspraak, Alphen aan de rijn: Kluwer 2008 p P.P.T. Bovend Eert, rechterlijke organisatie, rechters en rechtspraak, Alphen aan de rijn: Kluwer 2008 p EHRM, 28 juni 1984, nr 7819/77 (Cambell and Fell vs United Kingdom). 33 P.M. van den Eijnden, onafhankelijkheid van de rechter in constitutioneel perspectief, Nijmegen: kluwer 2011 P Kamerstukken II, 1999/2000, 2 181, nr. 3 P

13 procesrechtelijke behandeling van, de inhoudelijke beoordeling van alsmede de beslissing in een concrete zaak of in categorieën van zaken. 35 Dat de wetgever zich bewust is van de onafhankelijke positie die de rechter dient de hebben blijkt ook uit de Memorie van Toelichting bij verschillende wetten. Zo besteed de wetgever in de Memorie van Toelichting ter wijziging van de Wet op de Rechterlijke Organisatie, de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enkele aanverwante wetten in verband met de modernisering van de organisatie en de instelling van een bestuur bij de gerechten (Wet organisatie en bestuurgerechten) in verschillende passages aandacht aan de onafhankelijke positie die de rechter behoort te hebben. 36 Zo wordt op pagina 23 van deze Memorie van Toelichting aangegeven waar rechterlijke onafhankelijkheid op ziet: De onafhankelijkheid van een rechter ziet kort gezegd primair op de afwezigheid van de bevoegdheid van organen, die tot de wetgevende of uitvoerende macht behoren, om de rechter voor te schrijven op welke wijze hij zijn rechtsprekende taak moet vervullen in concrete gevallen. 37 Verderop in de Memorie van Toelichting wordt dieper ingegaan op rechterlijke onafhankelijkheid. Aandacht wordt besteed aan de verhouding tussen de bevoegdheden van het bestuur bij de gerechten en de onafhankelijkheid van de individuele rechter. Aangeven wordt dat de rechter bij de uitoefening van zijn functie onafhankelijk dient te zijn van andere bestuursorganen. De rechter dient voldoende afgeschermd te zijn tegen druk van buitenaf. Om deze onafhankelijkheid te waarborgen komt de wetgever, op basis van de grondwet en art. 6 EVRM, met een aantal voorwaarden. 38 Een overzicht van deze voorwaarden: Inrichting, samenstelling en bevoegdheid van de rechterlijke macht moeten bij of krachtens de wet worden geregeld (art. 116 Grw.); Het burgerlijk- en strafprocesrecht moet bij wet respectievelijk in wetboeken worden geregeld (art. 6 EVRM, art. 107 Grw.); Elke vorm van ondergeschiktheid aan het (openbaar) bestuur bij de uitoefening van hun rechtsprekende rol dient te ontbreken; het (openbaar) bestuur mag ten aanzien van de vervulling van die rol geen bindende instructies geven, noch uitspraken van de rechter ongedaan maken (art. 6 EVRM); Rechters worden voor hun leven (in ieder geval tot hun 70e) benoemd (art. 117 Grw); 35 Zie artikelen 23 lid 2&3; 24 lid 2; 96 en 109 Wet RO. 36 Kamerstukken II, 1999/2000, nr Kamerstukken II, 1999/2000, 2 181, nr. 3 p Kamerstukken II, 1999/2000, 2 181, nr. 3 p. 35 ev. 8

14 Vermenging met uit een oogpunt van o.m. onafhankelijkheid onverenigbare functies dient te zijn uitgesloten (o.m. art. 57 Grw.); Het toezicht op de ambtsvervulling door rechters geschiedt door de leden van de rechterlijke macht met rechtspraak belast zelf (art. 116 Grw.); schorsing of ontslag van rechters buiten eigen verzoek of op grond van leeftijd is alleen mogelijk door een tot de rechterlijke macht behorend gerecht en uitsluitend in bij de wet te bepalen gevallen (art. 117 Grw.); en De rechtspositie van rechters dient overigens wettelijk te zijn geregeld (art. 117 Grw.). 39 Duidelijk is dat de wetgever bij het opstellen van de Memorie van Toelichting aandacht heeft besteed aan de onafhankelijke positie die de rechter dient te hebben. Wat Mevrouw van den Eijnden in haar proefschrift terecht opmerkt is dat nauwelijks wordt ingegaan op de vraag hoe deze rechterlijke onafhankelijkheid ook daadwerkelijk wordt gewaarborgd in de wet. Weliswaar wordt in de Memorie van Toelichting aangegeven welke voorwaarden dienen te worden gewaarborgd om aan rechterlijke onafhankelijkheid te voldoen. Niet wordt getoetst of, in dit geval de Wet op de Rechterlijke Organisatie, deze voorwaarden ook daadwerkelijk waarborgt De onpartijdigheid van de rechter In deze paragraaf wil ik op het tweede neutraliteitsaspect ingaan namelijk de neutraliteit ten opzichte van het strafbare feit of het geschil dat speelt ofwel rechterlijke onpartijdigheid. Een rechter behoort geen belang te hebben bij de zaak die speelt. Ook ten opzichte van partijen die voor hem staan dient een rechter geen belang te hebben. Opvallend is dat deze rechterlijke onpartijdigheid niet in de Nederlandse grondwet verankerd is. 41 Om de betekenis van het begrip rechterlijke onpartijdigheid te kunnen bepalen dient gekeken te worden naar het EVRM. Zo oordeelde de Hoge Raad in 1990 dat wraking een middel is om onder meer het recht op een onpartijdige rechter, zoals dat in art. 6 EVRM is neergelegd, te beoordelen. 42 Waar in de Nederlandse wetgeving voornamelijk gesproken wordt over rechterlijke onpartijdigheid onderscheidt het EHRM onpartijdigheid in subjectieve en objectieve onpartijdigheid. Bij rechterlijke onpartijdigheid in de Nederlandse wetgeving kan gedacht worden aan wettelijke voorschriften omtrent wraking en verschoning van rechters. Artikel 12 Wet op de Rechterlijke Organisatie verbiedt rechters zich op enige wijze met partijen, hun advocaten of gemachtigden in te laten over geschillen indien zij weten of vermoeden dat die voor hen aanhangig zullen worden. Dit verbod zorgt voor een voldoende afstand tussen de rechter en de betrokken partijen wat de neutraliteit vergroot. 43 De Nederlandse vereniging voor rechtspraak heeft een leidraad opgesteld ter bevordering van de onafhankelijkheid van de rechter. In deze 39 Kamerstukken II, 1999/2000, 2 181, nr. 3 p P.M. van den Eijnden, onafhankelijkheid van de rechter in constitutioneel perspectief, Nijmegen: kluwer 2011 P P.P.T. Bovend Eert, rechterlijke organisatie, rechters en rechtspraak, Alphen aan de rijn: Kluwer 2008 p HR 30 November 1990, NJ 1992, P.P.T. Bovend Eert, rechterlijke organisatie, rechters en rechtspraak, Alphen aan de rijn: Kluwer 2008 p Zie ook: P. Smits, Artikel 6 EVRM en de civiele procedure, Deventer: Kluwer 2008 Par p. 312 ev. 9

15 leidraad worden onder andere aanbevelingen gedaan omtrent zaken die een rechter beter niet kan behandelen om onpartijdigheid te waarborgen. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om zaken waarin familieleden of kennissen van de rechter betrokken zijn Subjectieve onpartijdigheid Bij subjectieve onpartijdigheid wordt gedoeld op de persoonlijke instelling en overtuiging die een individuele rechter heeft bij een bepaalde zaak. Zo dient een rechter, om subjectieve onpartijdigheid te waarborgen, niet vooringenomen te zijn. Zowel bij het EHRM als bij de Hoge Raad spelen soms zaken waarbij subjectieve (on)partijdigheid aan de orde komt. Echter, zowel het EHRM als de Hoge Raad oordelen maar zelden dat er ook daadwerkelijk sprake is van partijdigheid. Het gaat bij deze vorm van partijdigheid vaak over de gedragingen of uitlatingen van de rechter tijdens een zitting. Het gaat hierbij om vragen zoals: In hoeverre mag een rechter tijdens de zitting blijk geven van de mogelijke uitkomst van het geding? Of, mag een rechter een positief dan wel negatief oordeel geven over een van de procespartijen in het geding? Een rechter dient, alvorens hij uitspraak heeft gedaan, terughoudend te zijn met uitlatingen die betrekking hebben op de mogelijke uitkomst van het geding. Dit betekent echter niet dat de rechter tijdens zijn zitting geen enkel positief of negatief commentaar mag geven. 45 Van vooringenomenheid kan ook sprake zijn als de rechter belang heeft bij een bepaalde uitkomst of bekend is met een van de procespartijen. Een vraag die ook gesteld kan worden is, in hoeverre media een rol kan spelen in de subjectieve onpartijdigheid van een rechter. Immers, maatschappelijke gebeurtenissen worden beschreven in de media. Ook een rechter krijgt deze informatie mee. Echter, een beroepsrechter dient in staat te zijn voldoende afstand te kunnen nemen van de media en zich te baseren op de feiten en omstandigheden zoals die zich voordoen bij de behandeling van de zaak. De vraag die gesteld kan worden is of de rechters hiertoe ook daadwerkelijk in staat zijn. Deze vraag kan zeker gesteld worden bij lekenrechters. In hoeverre kan dit ook van lekenrechters of juryleden worden verwacht? Objectieve onpartijdigheid Naast subjectief onpartijdig dient een rechter ook objectief onpartijdig te zijn. Het gaat bij objectieve onpartijdigheid om uiterlijke omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter mogelijkerwijs kunnen beïnvloeden. Belangrijk is dat het gaat om aspecten die de onpartijdigheid mogelijkerwijs kunnen beïnvloeden. Niet gezegd is dat deze aspecten de onpartijdigheid ook daadwerkelijk beïnvloeden. 47 Bij objectieve onpartijdigheid kan gedacht worden aan eerdere beslissingen die een rechter heeft genomen in een zelfde of aanverwante zaak. Uitgangspunt is dat het feit dat een rechter al eerder bemoeienis met een zaak heeft gehad onvoldoende is te 44 Leidraad onpartijdigheid van de rechter < (geraadpleegd ). 45 P.P.T. Bovend Eert, rechterlijke organisatie, rechters en rechtspraak, Alphen aan de rijn: Kluwer 2008 p Zie ook: V.V.R. van Bogaert, De rechter beoordeeld. Over aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid in civiel- en staatsrechtelijk perspectief, Antwerpen-Apeldoorn: Maklu 2005 p P.P.T. Bovend Eert, rechterlijke organisatie, rechters en rechtspraak, Alphen aan de rijn: Kluwer 2008 p J.G.J. Rinkes e.a., Inleiding tot de studie van het Nederlandse recht, Deventer: Kluwer 2009 p

16 stellen dat de rechter hierdoor onpartijdig is. Bepaalde bijkomende omstandigheden kunnen dit echter veranderen. 48 Nevenfuncties van rechters kunnen ook omstandigheden vormen die wellicht de onpartijdigheid van de rechter beïnvloeden. De wetgever sluit bepaalde nevenfuncties van rechters uit. Een rechter kan, op basis van art. 44 Wrra, niet tevens de functie van advocaat of notaris vervullen. Ook mogen rechters op basis van dit artikel niet op andere wijze hun beroep maken van het verlenen van rechtskundige bijstand. Uitzondering vormt de rechter-plaatsvervanger. Zij kunnen wel tevens werkzaamheden als advocaat verrichten. Artikel 44 lid 2 Wrra legt hier echter wel een beperking op. Een rechter-plaatsvervanger kan niet rechter/raadsheer zijn bij de rechtbank/ het gerechtshof waar hij als advocaat is ingeschreven. Ook legt de wetgever bepaalde beperkingen op aan leden van het Openbaar Ministerie. Artikel 44 lid 3 Wrra stelt dat degene die als rechterlijk ambtenaar bij het parket van het Openbaar Ministerie werkzaam is niet tevens de functie van rechter-plaatsvervanger bij de rechtbank mag vervullen dan wel raadsheer-plaatsvervanger mag zijn bij het gerechtshof. Een uitzondering kan gemaakt worden indien buitengewoon verlof is verleend. Op grond van art. 44 lid 4 Wrra dienen rechterlijke ambtenaren dan wel rechterlijke ambtenaren in opleiding geen nevenfuncties te beoefenen welke ongewenst zijn bij het goed vervullen van hun rechterlijk ambt of (het vertrouwen in) de rechterlijke onpartijdigheid en onafhankelijkheid schaden. Rechterlijke ambtenaren en rechterlijke ambtenaren in opleiding dienen hun nevenfuncties bekend te maken aan de functionele autoriteit (lid 5), de president van de rechtbank/gerechtshof waar de rechter/raadsheer werkzaam is (lid 6). De Nederlandse vereniging voor rechtspraak heeft een leidraad nevenfuncties opgesteld voor rechterlijke- en gerechtsambtenaren. De leidraad dient als hulpmiddel ter bewaking van de integriteit binnen de rechtspraak. 49 Uitgangspunt van de leidraad is dat het rechterlijke ambtenaren vrij staat nevenfuncties te vervullen. Vele functies worden zelfs als wenselijk ervaren. Een citaat uit de leidraad: maatschappelijke ervaring wordt nog steeds als onontbeerlijk ervaren om goed te kunnen functioneren als rechter en griffier. Rechters behoren middenin de samenleving te staan en zich niet terug te trekken in een ivoren toren. Ook dát alles draagt ertoe bij dat het vertrouwen in de rechtspraak behouden blijft P.P.T. Bovend Eert, rechterlijke organisatie, rechters en rechtspraak, Alphen aan de rijn: Kluwer 2008 p Leidraad nevenfuncties rechterlijke- en gerechtsambtenaren < (geraadpleegd ). 50 Leidraad nevenfuncties rechterlijke- en gerechtsambtenaren < p. 4 (Geraadpleegd ). 11

17 De leidraad nevenfuncties gaat in op aanvaardbare en niet aanvaardbare nevenfuncties. Tevens gaat de leidraad in op de vraag hoe om te gaan met bezoldiging van nevenfuncties. De leidraad wordt als landelijk geldende regeling gehanteerd. 51 Waar de leidraad ook aandacht aan besteedt zijn politieke nevenfuncties van rechters. Mogen rechters bijvoorbeeld tevens lid zijn van de Eerste of Tweede Kamer? De grondwet verbiedt leden van de Hoge Raad tevens lid te zijn van de Tweede Kamer (art. 57 lid 1 Gw). De grondwet laat zich echter niet uit over raadsheren/rechters werkzaam bij een gerechtshof of rechtbank. De leidraad nevenfuncties zegt hier echter wel iets over. Aanbeveling 5 van deze leidraad ontraadt het rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast om tevens lid te zijn van de Eerste of Tweede Kamer. 52 Het WODC heeft in 2002 een onderzoek gedaan getiteld Schijn van partijdigheid rechters. Uit een enquête in het kader van dit onderzoek kwam naar boven dat functies waarbij rechters politiek stelling nemen over bepaalde onderwerpen worden afgekeurd. 53 Uit dit onderzoek kwam naar voren dat bezwaren tegen politieke functies voornamelijk gemaakt worden op basis van de Trias Politica, cumulatieaspecten en op basis van het idee dat uit een partijlidmaatschap een zekere mate van vooringenomenheid zou blijken Conclusie Het recht op een onpartijdige rechter is een groot goed dat zowel in de nationale als in de internationale wetgeving gewaarborgd is. Onafhankelijkheid kent vele facetten. Een rechter dient functioneel en rechtspositioneel onafhankelijk te zijn. Een ander aspect van onafhankelijkheid is de onpartijdigheid van de rechter. Een rechter dient iedere schijn van partijdigheid te voorkomen. Hierbij kunnen velen factoren spelen: nevenfuncties; uitlatingen tijdens een zitting; politieke kleuren en/of bekendheid met partijen. Doordat rechterlijke onpartijdigheid zo vele facetten kent is het tevens kwetsbaar. Het is kwetsbaar omdat er vele factoren spelen die de onpartijdigheid kunnen beïnvloeden. Het kan hierbij gaan om gedragingen van de rechter zelf maar ook om gedragingen van politici; gerechtsbestuurders of andere personen die op enige wijze invloed uitoefenen op (het functioneren van) de rechtspraak. Vele van deze gedragingen/inlvoeden kunnen uiteindelijk lijden tot een aantasting van de onafhankelijke rechtspraak. Ik denk daarom ook dat, bij het opstellen van nieuwe wetgeving waarin de rechtspositie van de rechter verandert, altijd sterk dient te worden afgewogen in hoeverre deze veranderingen een inbreuk zijn op de onafhankelijkheid van de rechter. 51 Leidraad nevenfuncties rechterlijke- en gerechtsambtenaren < (Geraadpleegd ). 52 Leidraad nevenfuncties rechterlijke- en gerechtsambtenaren < (Geraadpleegd ). 53 Wetenschappelijk onderzoek- en documentatiecentrum WODC, Schijn van partijdigheid rechters, WODC 2002, 199 p Wetenschappelijk onderzoek- en documentatiecentrum WODC, Schijn van partijdigheid rechters, WODC 2002, 199 p

18 3. De rechtspositie van de rechter en de mogelijke maatregelen bij wangedrag 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de mogelijkheden rechters te sanctioneren bij wangedrag. Alvorens op deze sanctiemogelijkheden in te gaan zal ik ook ingaan op de positie van de rechter binnen de rechterlijke organisatie en zal ik ingaan op de werving- en selectieprocedures. Dit om een volledig beeld te kunnen geven van de rechtspositie van de rechter. 3.2 De rechter binnen de rechterlijke organisatie Regels omtrent de rechtspraak, en daarmee ook de positie van de rechter, zijn in hoofdstuk 6 van de grondwet neergelegd. De grondwet geeft in art. 112 lid 1 Gw en 113 lid 1 Gw aan welke gerechten in ieder geval tot de rechterlijke macht behoren. Het gaat om de gerechten die strafrecht spreken en de gerechten die uitspraken doen in het burgerlijke recht. Een bijzondere positie in de Grondwet kent ook de Hoge Raad. In artikel 118 Gw constitueert de grondwet de Hoge Raad als rechterlijk ambt. Dit in tegenstelling tot Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en de algemene Rekenkamer. Zij oefenen wel rechtspraak uit maar worden niet door de Grondwet geconstitueerd als rechterlijke ambten. 55 De positie van de rechters binnen de rechterlijke macht is geregeld in de artikelen 116 en 117 Gw. In beginsel wordt de rechtspraak uitgeoefend door juristen die voldoen aan de eisen die gesteld zijn aan de leden van de rechterlijke macht. Er zijn echter uitzonderingen, hiervoor biedt artikel 116 lid 3 Gw de mogelijkheid. Gedacht kan bijvoorbeeld worden aan lekenrechters. Niet rechters die wegens bijzondere of specifieke kennis toch deelnemen aan de rechterlijke macht. Van belang is op te merken dat het hier gaat om een deelname. De rechterlijke macht kan nooit bestaan uit alleen lekenrechters. 56 De benoeming tot rechter is geregeld in verschillende wet- en regelgeving. Zo bepaalt artikel 117 lid 1 Gw dat de leden van de rechterlijke macht, welke met rechtspraak zijn belast, en de procureur-generaal bij de Hoge Raad bij koninklijk besluit worden benoemd voor het leven. Vermeld dient te worden dat het bij benoeming voor het leven gaat om een benoeming tot het 70 ste levensjaar (art. 46h lid 3 Wrra). Voor de leden van de Hoge Raad kent de wet een afzonderlijk artikel, te weten 118 Gw. Artikel 118 Gw geeft aan dat de leden van de Hoge Raad worden benoemd uit een voordracht van drie persoenen welke is opgemaakt door de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Leden van de Hoge Raad zijn, op basis van lid 2 van dit artikel, belast met de cassatie van rechterlijke uitspraken wegens schending van het recht. De artikelen 117 en 118 Gw vormen het grondwettelijke kader waarbinnen de benoeming van rechters zich afspeelt C.A.J.M. Kortmann, Constitutioneel recht, Deventer: Kluwer 2008 P. 256/ C.A.J.M. Kortmann, Constitutioneel recht, Deventer: Kluwer 2008 P. 256/ M. de Werd, De benoeming van rechters, Arnhem: Gouda Quint 1994 p

19 De Wet op de Rechterlijke Organisatie (Wet RO) verschaft inzicht in de personeelsopbouw bij de gerechten van de rechterlijke macht. Zo geeft artikel 14 Wet RO aan wie werkzaam zijn bij het gerecht. Dit zijn: rechterlijke ambtenarmen met rechtspraak belast en gerechtsambtenaren. Artikel 15 Wet RO voegt hier nog de bestuursleden van de gerechten aan toe, te weten: de voorzitter, de sectorvoorzitter en een niet-rechterlijk lid. Deze bestuurders worden bij koninklijk besluit benoemd. Dit gebeurt op voordracht van de minister en voor een periode van zes jaar (art. 15 lid 5 Wet RO). Deze personele indeling geldt voor alle gerechten met uitzondering van de Hoge Raad welk een eigen organisatiestructuur kent. De Wet RO maakt een duidelijk onderscheid tussen rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast en rechterlijke ambtenaren die dat niet zijn. Tot rechterlijke ambtenaren die niet met rechtspraak zijn belast behoren de leden van het Openbaar Ministerie en de leden van het Parket van de Hoge Raad. Ook rechtsauditeurs zijn rechterlijke ambtenaren welke niet met rechtspraak zijn belast Selectie en opleiding van rechters Om tot rechter benoemt te kunnen worden dient te worden voldaan aan verschillende wettelijke (opleidings)vereisten. Een eerste vereiste is het beschikken over de Nederlandse nationaliteit (art. 4 Wrra). Tevens dient een persoon die tot rechter wil worden benoemd in het bezit te zijn van een bachelor- (WO of HBO met schakeljaar) en een masteropleiding (art. 5. Wrra). Het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren stelt nog nadere eisen met betrekking tot rechtsgebieden waarin inzicht dient te zijn verkregen. 59 Indien iemand de Nederlandse nationaliteit bezit en beschikt over de juiste opleidingsvereisten dient nog een selectietraject te worden doorlopen. Er zijn twee trajecten te onderscheiden. Een traject voor juristen met beperkte werkervaring (minimaal 2 jaar) en een traject voor juristen met ruime juridische werkervaring. 60 De selectieprocedure, om tot de opleiding tot rechter te worden toegelaten, ziet er voor juristen met beperkte werkervaring als volgt uit: 1. Aanmelding/formele toetsing; 2. Briefselectie; 3. Antecedentenonderzoek; 4. Voorgesprek/ analytische test; 5. Aanschrijven referenten; 6. Assessment; 7. Gesprek met de SRM; 8. Beslissing SRM; 9. Selectie bij de rechtbank; 58 P.P.T. Bovend Eerd, Rechterlijke organisatie, rechters en rechtspraak, Alpen aan de Rijn: Kluwer2008 P. 156/ Zie art. 2Brra & P.P.T. Bovend Eerd, Rechterlijke organisatie, rechters en rechtspraak, Alpen aan de Rijn: Kluwer2008 P. 16/ Rechter in opleiding (RIO) < (bekeken ). 14

20 10. Intake gesprek; 11. Arbeidsvoorwaardengesprek. 61 De opleiding tot rechter is vernieuwd en duurt voor juristen met beperkte werkervaring 4 jaar. Op 1 april 2014 start de eerste lichting met deze opleiding. 62 Voor een jurist met ruime werkervaring is de duur van de opleiding tot rechter korter. Deze duur kan variëren van 15 maanden tot 3 jaar. 63 Nieuw in deze opleiding is onder andere een voorfase van drie maanden. In deze drie maanden wordt aan vaardigheden en competenties gewerkt zonder dat al direct wordt meegedraaid bij een rechtbank of een gerechtshof. Rechters in opleiding hebben zo de kans bepaalde zaken rustig te bekijken. In de nieuwe opleiding wordt ook meer eigen regie verwacht. Rechters in opleiding dienen in de nieuwe voorfase een persoonlijk ontwikkelingsplan op te stellen. In dit ontwikkelingsplan wordt aangegeven waar de rechter in opleiding naar toe wil en hoe hij dit denkt te bereiken De rechter als ambtenaar Op grond van artikel 1 Ambtenarenwet (Aw) is de rechter ook een ambtenaar. Een ambtenaar in de zin van de Ambtenarenwet is diegene die is aangesteld om in openbare dienst werkzaam te zijn (lid 1). Hieronder vallen alle bedrijven die door de staat en door de openbare lichamen worden beheerd (lid 2). Uitgesloten zijn diegene waarmee een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht is gesloten (lid 3). Een groot deel van de Ambtenarenwet geldt echter niet voor rechters. Artikel 2 Aw sluit de gehele tweede titel van deze wet uit voor krachtens de wet of grondwet voor het leven benoemde ambtenaren. Voorschriften omtrent de rechtspositionele positie van rechters zijn terug te vinden in de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren. De wet en het besluit regelen de benoeming, plaatsing en beëdiging, de arbeidsduur en werktijd, vakantie en verlof maar ook de disciplinaire maatregelen schorsing en ontslag. 3.5 De (disciplinaire) maatregelen De wettelijke regelingen omtrent de disciplinaire maatregelen schriftelijke waarschuwing en ontslag zijn neergelegd in hoofdstuk 6A Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren. Tevens regelt hoofdstuk 6A ook de schorsing en het ontslag (op niet-disciplinaire gronden). Dit hoofdstuk is van toepassing op voor het leven benoemde rechterlijke ambtenaren (art. 46b Wrra). 61 De selectieprocedure < (bekeken ). 62 De opleiding (bekeken ). 63 Rechter in opleiding (ruime werkervaring) < (bekeken ). 64 Nieuwe rechtersopleiding met scherp oog voor de samenleving < (Bekeken: ). 15

21 Art 46C lid één Wrra regelt de disciplinaire maatregel van schriftelijke waarschuwing. Een schriftelijke waarschuwing kan aan een rechter worden opgelegd indien hij: de waardigheid van zijn ambt, zijn ambtsbezigheden of zijn ambtsplichten verwaarloost (art. 46C lid 1 sub a Wrra); bepalingen overtreedt waarbij hem het uitoefenen van een beroep wordt verboden, een vast en voortdurend verblijf wordt aangewezen, verboden wordt zich in een onderhoud of een gesprek in te laten met partijen of haar advocaten of gemachtigden of een bijzondere inlichting of schriftelijk stuk van hen aan te nemen, de verplichting wordt opgelegd een geheim te bewaren of de verplichting wordt opgelegd de functionele autoriteit in kennis te stellen van de betrekkingen die hij buiten zijn ambt vervult (art. 46C lid 1 sub b Wrra). Het tweede lid van dit artikel kent de disciplinaire maatregel ontslag. Deze maatregel kan worden opgelegd indien: hij door handelen of nalaten ernstig nadeel toebrengt aan de goede gang van zaken bij de rechtspraak of het in haar te stellen vertrouwen Tot slot geeft het derde lid van dit artikel nog aan dat, indien eerder een schriftelijke waarschuwing is opgelegd op basis van art. 46C lid 1 sub B Wrra en de rechter maakt zich wederom schuldig aan gedragingen als bedoeld in dat artikel, er de mogelijkheid tot ontslag bestaat. De normen als beschreven in art. 46c Wrra vind ik open. Wanneer verwaarloost een rechter zijn ambtsbezigheden of ambtsplichten? Wanneer brengt een rechter ernstig nadeel toe aan de goede gang van zaken binnen de rechtspraak? Een vervolgvraag is wie de bevoegdheid heeft om deze disciplinaire maatregelen op te leggen. In geval van ontslag heeft de Hoge Raad deze bevoegdheid (art. 46d lid 2 Wrra). Bij een schriftelijke waarschuwing hangt het van de functie af. Gaat het om een rechter bij de rechtbank dan is de president van die rechtbank bevoegd; gaat het om een rechterlijk ambtenaar werkzaam bij het hof dan is de president van het hof bevoegd. 65 Een schriftelijke waarschuwing kan niet eerder worden opgelegd dan dat de betrokken rechterlijk ambtenaar in de gelegenheid is gesteld zijn zienswijze mondeling of schriftelijk toe te lichten. Van een mondeling naar voren gebrachte zienswijze wordt een proces-verbaal opgemaakt welke door de betrokken rechterlijk ambtenaar wordt ondertekend. 66 Naast de disciplinaire maatregelen ontslag en schriftelijke waarschuwing kan een rechter ook worden geschorst. Schorsing geschiedt door de Hoge Raad. De schorsing van een rechterlijk ambtenaar is in art. 46f Wrra neergelegd. De wetgever onderscheid hierbij twee categorieën. Een eerste categorie met gevallen waarbij een rechterlijk ambtenaar wordt geschorst en een tweede categorie met gevallen waarbij een rechterlijk ambtenaar kan worden geschorst. Bij laatste 65 Voor een gehele opsomming van mogelijkheden zie art.46d lid 1 sub a t/m d Wrra. 66 Zie art. 46 e Wrra. 16

Rechterlijke organisatie, rechters en rechtspraak

Rechterlijke organisatie, rechters en rechtspraak Prof. mr. P.P.T. Bovend'Eert M.m.v. prof. mr. C.A.J.M. Kortmann Rechterlijke organisatie, rechters en rechtspraak Kluwer a Wolters Kluwer business Alphen aan den Rijn - 2008 INHOUDSOPGAVE VOORWOORD/V LIJST

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 370 Besluit van 13 september 2000 tot wijziging van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren en het Besluit opleiding rechterlijke ambtenaren

Nadere informatie

Wettelijk kader integriteit

Wettelijk kader integriteit Wettelijk kader integriteit Afleggen eed of belofte Provinciewet Artikel 14 lid 1: Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen, leggen de leden van Provinciale Staten in de vergadering, in handen van de

Nadere informatie

Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen:

Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen: Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te 14.30 uur Kenmerk: 160102 PLEITNOTA Inzake: Deken orde van Advocaten Den Haag - mr. M.J.F. Stelling Raadsman: W.H. Jebbink Geen ontzegging tot onafhankelijke

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 617 Besluit van 10 december 2001, houdende nadere regels met betrekking tot de uitoefening van rechtspositionele bevoegdheden ten aanzien van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 750 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2014 Nr. 94 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK

Nadere informatie

Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer

Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer afdeling Inhoudelijke Ondersteuning aan De leden van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis der Koningin

Nadere informatie

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 ... No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 Bij Kabinetsmissive van 18 juni 2012, no.12.001344, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, bij de Afdeling advisering

Nadere informatie

Aangenomen en overgenomen amendementen

Aangenomen en overgenomen amendementen Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer afdeling Inhoudelijke Ondersteuning aan De leden van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid Betreffende wetsvoorstel: 33861 Wijziging van de Wet rechtspositie

Nadere informatie

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R.

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R. 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

De inzet van deskundigen EHRM 8 oktober 2015, nr /12 Korošec

De inzet van deskundigen EHRM 8 oktober 2015, nr /12 Korošec De inzet van deskundigen EHRM 8 oktober 2015, nr. 77212/12 Korošec Ruud Ruijters (Jaegers & Soons Advocaten) Wendy van Wendel de Joode (Belastingdienst Pdb Amsterdam) Onderwerpen EHRM Korošec vs. Slovenië¹

Nadere informatie

Artikel 13b, eerste lid Eveneens onder verwijzing naar het voorgaande: of 75 en onderscheidenlijk de Hoge Raad' dient te vervallen.

Artikel 13b, eerste lid Eveneens onder verwijzing naar het voorgaande: of 75 en onderscheidenlijk de Hoge Raad' dient te vervallen. Excellentie, Met uw brief van 23 april 2008 hebt u ons ter consultatie toegezonden het conceptwetsvoorstel Evaluatiewet modernisering rechterlijke organisatie. Het conceptwetsvoorstel geeft ons aanleiding

Nadere informatie

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om het stelsel van functies en bezoldiging voor rechterlijke ambtenaren te herzien;

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om het stelsel van functies en bezoldiging voor rechterlijke ambtenaren te herzien; Wet van. tot wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, de Wet op de rechterlijke organisatie en enige andere wetten in verband met de herziening van de functie- en bezoldigingstructuur

Nadere informatie

Legitimiteit en onpartijdigheid bij vervolging

Legitimiteit en onpartijdigheid bij vervolging Legitimiteit en onpartijdigheid bij vervolging Een vergelijking van de verhouding tussen het openbaar ministerie en de minister van Justitie in Frankrijk, Italië en Nederland P.P. van der Lee Inhoud Lijst

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 857 Wet van 3 december 2009 tot wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, de Wet op de rechterlijke organisatie en enige andere

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 620 Besluit van 10 december 2001, houdende bepalingen inzake het afleggen van de eed of belofte door en de vergoeding van buitengriffiers en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 861 Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enige andere wetten in verband met de uitbreiding van de mogelijkheden om

Nadere informatie

Rechtsbescherming van uithuisgeplaatsten

Rechtsbescherming van uithuisgeplaatsten juridisch en bestuurskundig onderzoek advies onderwijs Rechtsbescherming van uithuisgeplaatsten Een verkennend onderzoek Groningen, juli 2010 2010 WODC, ministerie van Justitie. Auteursrechten voorbehouden.

Nadere informatie

AMBTELIJK VOORONTWERP Memorie van Toelichting

AMBTELIJK VOORONTWERP Memorie van Toelichting AMBTELIJK VOORONTWERP Memorie van Toelichting 1. Inleiding Dit wetsvoorstel voorziet in de mogelijkheid voor coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen om te kiezen voor een monistisch bestuursmodel.

Nadere informatie

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 INTERNET www.cbpweb.nl www.mijnprivacy.nl AAN De Minister van Veiligheid en Justitie

Nadere informatie

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Drimmelen, ieder voor zoveel het hun bevoegdheden betreft;

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Drimmelen, ieder voor zoveel het hun bevoegdheden betreft; De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Drimmelen, ieder voor zoveel het hun bevoegdheden betreft; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 25 november 2009; gelet op de

Nadere informatie

Regeling toezicht verwerking persoonsgegevens door gerechten en het parket bij de Hoge Raad 1

Regeling toezicht verwerking persoonsgegevens door gerechten en het parket bij de Hoge Raad 1 Regeling toezicht verwerking persoonsgegevens door gerechten en het parket bij de Hoge Raad 1 Gelet op artikel 55 lid 3 Verordening EU 2016/679 en artikel 45 lid 2 van de Richtlijn EU 2016/680, gehoord

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 SAMENSTELLING. Artikel 1 1

HOOFDSTUK 1 SAMENSTELLING. Artikel 1 1 WET van 20 december 1988, houdende regels betreffende de samenstelling en de bevoegdheden van de Staatsraad (Wet Staatsraad) (S.B. 1988 no. 95), gelijk zij luidt na de daarin aangebrachte wijzigingen bij

Nadere informatie

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten Bron : Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten (Belgisch Staatsblad,

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 t/m 4

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 t/m 4 Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 t/m 4 Samenvatting door een scholier 1623 woorden 10 december 2007 5,4 53 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Hoofdstuk 1: Idee

Nadere informatie

Gedragsregels van de Raad van Advies van Sint Maarten Omtrent de handhaving van de onafhankelijkheid van de Raad en de kwaliteit van zijn adviezen

Gedragsregels van de Raad van Advies van Sint Maarten Omtrent de handhaving van de onafhankelijkheid van de Raad en de kwaliteit van zijn adviezen I. Inleiding Gedragsregels van de Raad van Advies van Sint Maarten Omtrent de handhaving van de onafhankelijkheid van de Raad en de kwaliteit van zijn adviezen De Raad van Advies streeft na de beginselen

Nadere informatie

opleiding BOA Wet op de rechterlijke organisatie

opleiding BOA Wet op de rechterlijke organisatie Deze reader geeft een overzicht van de die zijn genoemd, versie juni 2005. Hoofdstuk 2. Rechtspraak Afdeling 1. Algemene bepalingen Artikel 2 De tot de rechterlijke macht behorende gerechten zijn: a. de

Nadere informatie

Gemeentewet, overzicht van de artikelen betreffende de Rekenkamer

Gemeentewet, overzicht van de artikelen betreffende de Rekenkamer Gemeentewet, overzicht van de artikelen betreffende de Rekenkamer Hoofdstuk IVa. De Rekenkamer Paragraaf 1. De gemeentelijke rekenkamer Artikel 81a 1. De raad kan een rekenkamer instellen. 2. Indien de

Nadere informatie

9 Europese regelgevende agentschappen

9 Europese regelgevende agentschappen 9 Europese regelgevende agentschappen Bij de uitvoering van Europese regelgeving spelen in toenemende mate Europese regelgevende agentschappen een belangrijke rol. Het gaat daarbij om organen die los staan

Nadere informatie

Masterclass Toezicht op en in de financiële sector

Masterclass Toezicht op en in de financiële sector Masterclass Toezicht op en in de financiële sector ALGEMEEN KADER STAATSRECHT PROFMR LODEWIJK ROGIER 19 MAART 2019 1 STAATSRECHT 2 RECHTSSTAAT 3 CONCORDANTIEBEGINSEL 4 BESTUURLIJKE HANDHAVING ALGEMEEN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 181 Wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie, de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enkele aanverwante wetten in verband

Nadere informatie

Meer toezicht op rechters. Minder onafhankelijkheid. Onvoldoende waarborgen voor het tuchtrecht ten aanzien van rechters

Meer toezicht op rechters. Minder onafhankelijkheid. Onvoldoende waarborgen voor het tuchtrecht ten aanzien van rechters 115 Meer toezicht op rechters. Minder onafhankelijkheid Onvoldoende waarborgen voor het tuchtrecht ten aanzien van rechters P.P.T. BOVEND EERT* 1. Inleiding De tuchtrechtregeling voor rechters, die het

Nadere informatie

Reglement voor de Rechtspraak Vereniging Actuarieel Genootschap

Reglement voor de Rechtspraak Vereniging Actuarieel Genootschap Reglement voor de Rechtspraak Vereniging Actuarieel Genootschap Hoofdindeling: Beroepsreglementering Categorie: Gedragsregels Opgesteld door: Bureau AG Vastgesteld door: Algemene Ledenvergadering Datum

Nadere informatie

Verboden handelingen en gedragscode raadsleden Artikel 15 Opleggen geheimhoudingsplicht Artikel 25

Verboden handelingen en gedragscode raadsleden Artikel 15 Opleggen geheimhoudingsplicht Artikel 25 Bijlage bij het voorstel inzake de gedragscode leden van de gemeenteraad en gedragscode burgemeester en wethouders bepalingen uit de Gemeentewet over de integriteit. RAADSLEDEN Nevenfuncties Artikel 12

Nadere informatie

Wat is een rechtsstaat?

Wat is een rechtsstaat? Wat is een rechtsstaat? Nederlanders hebben veel vrijheid. We hebben bijvoorbeeld vrijheid van meningsuiting: we mogen zeggen en schrijven wat we willen. Toch heeft deze vrijheid grenzen. Zo staat er in

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 576 Wijziging van de Advocatenwet, de Wet op de rechterlijke organisatie en enige andere wetten ter versterking van de cassatierechtspraak (versterking

Nadere informatie

Advies Aanpassingswet normalisering rechtspositie ambtenaren

Advies Aanpassingswet normalisering rechtspositie ambtenaren Advies Aanpassingswet normalisering rechtspositie ambtenaren Dit document bevat de alternatieve tekst van het origineel. Dit document is bedoeld voor mensen met een visuele beperking, zoals slechtzienden

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 1 Beschikking van de Minister van Justitie van 21 december 2001, houdende plaatsing in het Staatsblad van de tekst van de Wet op de rechterlijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 392 Wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie, het Wetboek van Strafvordering, de Politiewet 1993 en andere wetten (reorganisatie

Nadere informatie

CONCEPT-AMVB inzake kwaliteitseisen aan deskundigen in strafzaken

CONCEPT-AMVB inzake kwaliteitseisen aan deskundigen in strafzaken CONCEPT-AMVB inzake kwaliteitseisen aan deskundigen in strafzaken Dd 12-02-08 Artikel 1 (definities) In dit besluit wordt verstaan onder: a. Onze Minister: Onze Minister van Justitie; b. register: het

Nadere informatie

Vaak gestelde vragen. over het Hof van Justitie van de Europese Unie

Vaak gestelde vragen. over het Hof van Justitie van de Europese Unie Vaak gestelde vragen over het Hof van Justitie van de Europese Unie WAAROM EEN HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE (HVJ-EU)? Om Europa op te bouwen hebben een aantal staten (thans 28) onderling verdragen

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met de modernisering van het loopbaanbeleid en de introductie van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen MEMORIE VAN TOELICHTING

Nadere informatie

DE GRONDWET - ARTIKEL RECHTSPOSITIE LEDEN RECHTERLIJKE MACHT

DE GRONDWET - ARTIKEL RECHTSPOSITIE LEDEN RECHTERLIJKE MACHT DE GRONDWET - ARTIKEL 117 - RECHTSPOSITIE LEDEN RECHTERLIJKE MACHT 1. De leden van de rechterlijke macht met rechtspraak belast en de procureur-generaal bij de Hoge Raad worden bij koninklijk besluit voor

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2015:699

ECLI:NL:RBGEL:2015:699 ECLI:NL:RBGEL:2015:699 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 05-02-2015 Datum publicatie 09-02-2015 Zaaknummer AWB - 14 _ 8129 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Ambtenarenrecht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 182 Wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie, de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enkele andere wetten in verband met

Nadere informatie

VOORSTEL VAN WET ARTIKEL I. De Faillissementswet wordt als volgt gewijzigd:

VOORSTEL VAN WET ARTIKEL I. De Faillissementswet wordt als volgt gewijzigd: Wijziging van de Faillissementswet in verband met de invoering van de mogelijkheid van aanwijzing door de rechtbank van een beoogd curator ter bevordering van de doelmatige afwikkeling dan wel toepassing

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inleiding

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inleiding Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid van de behandeling van zaken betreffende personen- en familierecht MEMORIE VAN

Nadere informatie

Organisatie van de rechtspraak - België

Organisatie van de rechtspraak - België Organisatie van de rechtspraak - België c) Nadere bijzonderheden over de rechterlijke instanties 1. Vredegerecht De vrederechter is de rechter die het dichtst bij de burgers staat. Hij wordt overeenkomstig

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1998 140 Besluit van 24 februari 1998, houdende vaststelling van de Instructie voor het militair gezag (Instructie voor het militair gezag) Wij Beatrix,

Nadere informatie

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Advies Aanpassingswet normalisering rechtspositie ambtenaren

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Advies Aanpassingswet normalisering rechtspositie ambtenaren De minister van Justitie en Veiligheid mr. F.B.J. Grapperhaus Postbus 20301 2500 EH Den Haag Afdeling HRM&OO bezoekadres Kneuterdijk 1 2514 EM Den Haag correspondentieadres Postbus 90613 2509 LP Den Haag

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 SEPTEMBER 2007 S.07.0003.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.07.0003.F A. T., Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN LUIK.

Nadere informatie

ADVIES. Inleiding. Voorstel. Commentaar. inzake

ADVIES. Inleiding. Voorstel. Commentaar. inzake ADVIES inzake Voorstel van wet van het Tweede-Kamerlid Halsema, houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot invoering van

Nadere informatie

W /11. Tweede Kamer der Staten-Generaal

W /11. Tweede Kamer der Staten-Generaal W03.15.01 10/11 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 33 861 Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enige andere wetten in verband met de uitbreiding van de mogelijkheden

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 096 Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met het verrichten van werkzaamheden op zondagen en feestdagen Nr.

Nadere informatie

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet toezicht accountantsorganisaties, het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten op het terrein van accountantsorganisaties en het accountantsberoep (Wet aanvullende maatregelen accountantsorganisaties)

Nadere informatie

DEEL III. Het bestuursprocesrecht

DEEL III. Het bestuursprocesrecht DEEL III Het bestuursprocesrecht Inleiding op deel III In het voorgaande deel is het regelsysteem van art. 48 (oud) Rv besproken voor zover dit relevant was voor art. 8:69 lid 2 en 3 Awb. In dit deel

Nadere informatie

Kwaliteiten waarmee rekening moet worden gehouden bij werving en selectie van staatsraden

Kwaliteiten waarmee rekening moet worden gehouden bij werving en selectie van staatsraden Kwaliteiten waarmee rekening moet worden gehouden bij werving en selectie van staatsraden Inleidende opmerkingen Een goede vervulling van de taken van de Raad van State en de Afdelingen advisering en bestuursrechtspraak,

Nadere informatie

Onafhankelijkheid van de rechter in constitutioneel perspectief

Onafhankelijkheid van de rechter in constitutioneel perspectief 450 boeken P.M. van den Eijnden Onafhankelijkheid van de rechter in constitutioneel perspectief diss. RU Nijmegen, Deventer: Kluwer 2011, 523 pp., ISBN 9789013090420 J.H. Gerards* * Prof. mr. J.H. (Janneke)

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2015:4984 Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C/16/ / HA RK

ECLI:NL:RBMNE:2015:4984 Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C/16/ / HA RK ECLI:NL:RBMNE:2015:4984 Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak 03-07-2015 Datum publicatie 06-07-2015 Zaaknummer C/16/393610 / HA RK 15-129 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester van Hoogeveen;

Burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester van Hoogeveen; Burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester van Hoogeveen; Burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester van De Wolden; Het bestuur onderscheidenlijk de voorzitter van de

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met de uitbreiding van de mogelijkheden om ten aanzien van voor het leven benoemde rechterlijke ambtenaren disciplinaire maatregelen

Nadere informatie

==================================================================== HOOFDSTUK I. Paragraaf 1. Inrichting. Artikel 1

==================================================================== HOOFDSTUK I. Paragraaf 1. Inrichting. Artikel 1 Intitulé : Landsverordening Raad van Advies Citeertitel: Landsverordening Raad van Advies Vindplaats : AB 1992 no. GT 3 Wijzigingen: AB 1992 no. 108 HOOFDSTUK I Paragraaf 1 Inrichting Artikel 1 De Raad

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 353 Wijziging van enige bepalingen van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het geregistreerd partnerschap, de geslachtsnaam

Nadere informatie

Werkstuk Nederlands Constitutionele toetsing

Werkstuk Nederlands Constitutionele toetsing Werkstuk Nederlands Constitutionele toetsing Werkstuk door een scholier 2313 woorden 13 jaar geleden 6,8 8 keer beoordeeld Vak Nederlands Welke Rechterlijke Instantie(s) dient/dienen tot toetsing bevoegd

Nadere informatie

Inleiding tot Recht. Uit Praktisch Burgerlijk Recht

Inleiding tot Recht. Uit Praktisch Burgerlijk Recht Inleiding tot Recht Uit Praktisch Burgerlijk Recht 1. Wat is recht? Een exacte definitie is niet te geven. Elke klassieke definitie bevat vier elementen: Gedragsregels, normen Doel = maatschappelijk leven

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 28 170 Gelijke behandeling op grond van leeftijd bij arbeid, beroep en beroepsonderwijs (Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid)

Nadere informatie

De Provinciewet en de Rekenkamer

De Provinciewet en de Rekenkamer De Provinciewet en de Rekenkamer HOOFDSTUK XIa. DE BEVOEGDHEID VAN DE REKENKAMER Artikel 183 1. De rekenkamer onderzoekt de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door het provinciebestuur

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. (Tekst geldend op: 08-06-2005) Wet van 6 maart 2003, houdende bepalingen met betrekking tot het toezicht op collectieve beheersorganisaties voor auteurs- en naburige rechten (Wet toezicht collectieve beheersorganisaties

Nadere informatie

ingevolge artikel 14 van de statuten van de vereniging

ingevolge artikel 14 van de statuten van de vereniging REGLEMENT op de tuchtrechtspraak voor de leden van IIA-Nederland ingevolge artikel 14 van de statuten van de vereniging De raad van tucht Artikel 1 1 De raad van tucht is belast met de behandeling van

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2017 2018 33 861 Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enige andere wetten in verband met de uitbreiding van de mogelijkheden om

Nadere informatie

Enkele achtergronden bij de beslissing om geen onderzoek in te stellen tegen Jorge Zorreguieta. Voorgeschiedenis. Aangifte 2001

Enkele achtergronden bij de beslissing om geen onderzoek in te stellen tegen Jorge Zorreguieta. Voorgeschiedenis. Aangifte 2001 Enkele achtergronden bij de beslissing om geen onderzoek in te stellen tegen Jorge Zorreguieta Voorgeschiedenis Aangifte 2001 Eerder werd aangifte gedaan tegen Jorge Zorreguieta in 2001 ter zake van foltering

Nadere informatie

Verordening rekenkamer Giessenlanden 2017

Verordening rekenkamer Giessenlanden 2017 Verordening rekenkamer Giessenlanden 2017 Artikel 1. Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. college: college van burgemeester en wethouders; b. commissie: commissie voor de rekenkamer

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Deze wet is mede van toepassing in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

Deze wet is mede van toepassing in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Conceptwetsvoorstel College voor mensenrechten en gelijke behandeling Wet van, houdende omvorming van de Commissie gelijke behandeling tot het College voor mensenrechten en gelijke behandeling (Wet College

Nadere informatie

een gedraging van de Douane van Curaçao, welke gedraging toe te schrijven is aan de Minister van Financiën, (hierna de Minister).

een gedraging van de Douane van Curaçao, welke gedraging toe te schrijven is aan de Minister van Financiën, (hierna de Minister). KlRz 041/2013 RAPPORT inzake de klacht van [Verzoeker ] tegen een gedraging van de Douane van Curaçao, welke gedraging toe te schrijven is aan de Minister van Financiën, (hierna de Minister). - 2-1. Inleiding

Nadere informatie

Reglementen REGLEMENT N ARBITRALE RECHTSPRAAK. september Versie September 2013 Reglement N Arbitrale Rechtspraak - 1

Reglementen REGLEMENT N ARBITRALE RECHTSPRAAK. september Versie September 2013 Reglement N Arbitrale Rechtspraak - 1 Reglementen REGLEMENT N ARBITRALE RECHTSPRAAK september 2013 Versie September 2013 Reglement N Arbitrale Rechtspraak - 1 Colofon Dit reglement is een uitgave van: Koninklijke Nederlandse Zwembond Wattbaan

Nadere informatie

Consultatieadvies Aanpassingsbesluit Wnra

Consultatieadvies Aanpassingsbesluit Wnra Consultatieadvies Aanpassingsbesluit Wnra Dit document bevat de alternatieve tekst van het origineel. Dit document is bedoeld voor mensen met een visuele beperking, zoals slechtzienden en blinden. De minister

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2010:BO2558

ECLI:NL:HR:2010:BO2558 ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Rechtsbestel

Nadere informatie

Reglement tuchtrechtspraak

Reglement tuchtrechtspraak Reglement tuchtrechtspraak DEFINITIES Artikel 1 In dit reglement wordt verstaan onder klager: 1) degene met wie de seksuoloog in professioneel contact staat, zoals nader is uitgewerkt in de Beroepscode

Nadere informatie

Voorwoord 11. Lijst van afkortingen 13

Voorwoord 11. Lijst van afkortingen 13 Voorwoord 11 Lijst van afkortingen 13 1 Togadragers in de rechtsstaat en toegang tot recht 17 1.1 Inleiding en historie 17 1.2 Rechtsstaattheorieën 22 1.3 De moderne democratische rechtsstaat 24 1.4 De

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 344 Voorstel van wet van de leden Dijkstra en Schouw tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en de Algemene wet gelijke behandeling met betrekking

Nadere informatie

DE GRONDWET - ARTIKEL 74 - RECHTSPOSITIE LEDEN

DE GRONDWET - ARTIKEL 74 - RECHTSPOSITIE LEDEN DE GRONDWET - ARTIKEL 74 - RECHTSPOSITIE LEDEN 1. De Koning is voorzitter van de Raad van State. De vermoedelijke opvolger van de Koning heeft na het bereiken van de leeftijd van achttien jaar van rechtswege

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met de mogelijkheid ambtshalve gegevens toe te voegen aan het procesdossier van een minderjarige MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN 1.

Nadere informatie

Burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester van Hoogeveen;

Burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester van Hoogeveen; Burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester van Hoogeveen; Burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester van De Wolden; Het dagelijks bestuur onderscheidenlijk de voorzitter

Nadere informatie

Burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester van Hoogeveen;

Burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester van Hoogeveen; Burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester van Hoogeveen; Gelet op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht; BESLUITEN: vast te stellen Het Besluit mandaat, volmacht en machtiging

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2005 / 67

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2005 / 67 PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2005 / 67 Provinciale Staten van Limburg maken ter voldoening aan het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht en de Provinciewet bekend dat zij in hun vergadering van 16

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en de Faillissementswet in verband met het verbeteren van de kwaliteit van bestuur en toezicht bij verenigingen en stichtingen alsmede de uniformering van enkele bepalingen

Nadere informatie

Bijlage behorende bij Eilandsverordering vaststelling diverse ontwerp-landsverordeningen land Curaçao (A.B. 2010 no. 87)

Bijlage behorende bij Eilandsverordering vaststelling diverse ontwerp-landsverordeningen land Curaçao (A.B. 2010 no. 87) Bijlage behorende bij Eilandsverordering vaststelling diverse ontwerp-landsverordeningen land Curaçao (A.B. 2010 no. 87) ---------------------------------------------------------------- LANDSVERORDENING

Nadere informatie

MEMORIE VAN ANTWOORD. 1. Inleiding

MEMORIE VAN ANTWOORD. 1. Inleiding 33 861 Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enige andere wetten in verband met de uitbreiding van de mogelijkheden om ten aanzien van voor het leven benoemde rechterlijke ambtenaren

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 778 Besluit van 16 november 2010, houdende regels met betrekking tot de overeenkomstige toepassing van het krachtens de Wet rechtspositie rechterlijke

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Algemeen

Hoofdstuk 1. Algemeen Doorlopende tekst van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, zoals deze komt te luiden na aanvaarding en inwerkingtreding van het wetsvoorstel herziening gerechtelijke kaart (32 891) Hoofdstuk 1.

Nadere informatie

Klokkenluidersregeling

Klokkenluidersregeling Klokkenluidersregeling Inleiding Deze regeling wordt toegevoegd aan het personeelshandboek, opdat JMW voldoet aan de formele vereisten. Aanleiding voor deze nieuwe regeling vormen: o Invoering op 1 juli

Nadere informatie

Klachtenprotocol Kinderopvang De 5

Klachtenprotocol Kinderopvang De 5 Klachtenprotocol Kinderopvang De 5 Versie 10-11-2016 2 Klachtenprotocol Kinderopvang De 5 Inhoudsopgave Toepassingsgebied 3 Begripsbepaling 3 Doelstelling van de klachtenregeling 2 Samenstelling, benoeming

Nadere informatie

H3 De rechtsprekende taak van de overheid

H3 De rechtsprekende taak van de overheid Inleiding recht Samenvatting Sharon Hastings 05-11-16 Samengevat uit 24Boost.nl H3 De rechtsprekende taak van de overheid 3.1 Onafhankelijkheid van rechters Een rechter wordt voor het leven benoemd(tot

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 0 0 33 079 Aanpassing van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met de wijziging van het recht op inzage, afschrift of uittreksel van bescheiden

Nadere informatie

Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit

Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit SAMENVATTING De Wet BOB: Titels IVa en V in de praktijk Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit Mirjam Krommendijk Jan Terpstra Piet Hein van

Nadere informatie

Gelet op de artikelen 44, tiende lid, en 44a, tiende lid, van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren;

Gelet op de artikelen 44, tiende lid, en 44a, tiende lid, van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren; Besluit van, houdende de wijziging van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met enkele aanvullingen op de regeling inzake de nevenbetrekkingen van rechterlijke ambtenaren en rechterlijke

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2017:1318

ECLI:NL:RVS:2017:1318 ECLI:NL:RVS:2017:1318 Instantie Raad van State Datum uitspraak 17-05-2017 Datum publicatie 17-05-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201607764/1/A2 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie