Hoe ingewikkeld is overige uitbuiting?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hoe ingewikkeld is overige uitbuiting?"

Transcriptie

1 Hoe ingewikkeld is overige uitbuiting? Stand van zaken in 2014 van de rechtspraak over overige uitbuiting bij mensenhandel op grond van artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht Marius Pieter Hutter Studentennummer juli 2015 Masterscriptie strafrecht (10 punten) Begeleider: Mr. S. Wirken Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit van Amsterdam 1

2 Inhoudsopgave: Inleiding Overige uitbuiting bij mensenhandel (blz. 3) Hoofdvraag (blz. 4) Normatief kader (blz. 5) Ordening (blz. 5) Hoofdstuk 1 Artikel 273f Wetboek van Strafrecht: Mensenhandel (blz. 7) Actus reus (blz. 8) Mens rea (blz. 9) Het Palermo Protocol (blz. 9) Artikel 4 EVRM (blz. 11) Is het verbod op mensenhandel absoluut? (blz. 12) Mensenhandel in Nederland (blz. 12) Vervolging van mensenhandel in Nederland (blz. 13) Hoofdstuk 2 Problemen bij overige uitbuiting (blz. 16) Het beginsel van de rechtszekerheid en artikel 273f Sr (blz. 16) Rechtszekerheid van de dader (blz. 16) Rechtszekerheid van het slachtoffer (blz. 17) Bescherming van slachtoffers met een illegale status (blz. 18) Vergissingen van de rechter (blz. 19) Samenvattend (blz. 19) De rechter (blz. 20) Nieuw recht en de rechtszekerheid (blz. 20) Is het beginsel van rechtszekerheid absoluut? (blz. 21) Het arrest Chinese Horeca (blz. 22) Hoofdstuk 3 Jurisprudentie over overige uitbuiting bij mensenhandel in 2014 (blz. 25) De uitspraken over overige uitbuiting van 2014 (blz. 26) Het houthakkers-arrest (blz. 27) Onderzoek-Boerdijk (blz. 27) Telefoonabonnementen (blz. 28) Indiase mannen (blz. 29) Wietplantage (blz. 29) Rechtszekerheid (blz. 30) De rechter (blz. 31) Oogmerk van uitbuiting, opzet (blz. 32) Hoofdstuk 4 Conclusie (blz. 34) Literatuur (blz. 38) 2

3 Inleiding Overige uitbuiting bij mensenhandel Van het delict mensenhandel is niet alleen sprake als een mens wordt verhandeld als een goed. Kenmerkend voor mensenhandel is wat Ten Kate de twee hoofdelementen noemt: onvrijwilligheid en uitbuiting. 1 Deze twee elementen maken dat bijvoorbeeld onvrijwillige prostitutie onder de noemer mensenhandel valt. Mensenhandel is vaak een grensoverschrijdende activiteit. Mensenhandel en mensensmokkel (artikel 197a Wetboek van Strafrecht) moeten echter van elkaar worden onderscheiden. Mensensmokkel is kort gezegd hulp bij illegale binnenkomst en verblijf. Mensenhandel is kort gezegd het dwingen in ruime zin van mensen om zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van (seksuele) diensten of om eigen organen beschikbaar te stellen. Mensensmokkel is niet (..) gericht op uitbuiting. Bij mensensmokkel is het belang van de staat in het geding. Dat belang is daarin gelegen dat op het grondgebied van de staat alleen mensen verblijven die daartoe gerechtigd zijn. 2 Bij het delict van mensenhandel worden grondrechten geschonden, waarvan het recht op persoonlijke vrijheid (artikelen 4 en 5 EVRM, artikel 9 IVBPR, artikel 15 van de Grondwet) het voornaamste grondrecht is. Bij mensenhandel staat de bescherming van de meest kwetsbaren van onze samenleving centraal. Sinds 2005 valt niet alleen de exploitatie van seksslaven onder het mensenhandel-artikel 273f Sr (nieuw), maar ook de exploitatie van gewone slaven bij het verrichten van arbeid of diensten (lid 1 onder 4). Het laatste delict wordt overige uitbuiting genoemd. De term overige uitbuiting is niet afkomstig uit artikel 273f Sr. Lid 2 spreekt van andere vormen van (..) gedwongen of verplichte arbeid of diensten, slavernij en met slavernij of dienstbaarheid te vergelijken praktijken. De huidige omvang van het delict houdt verband met de tijdgeest: (..) factors contributing to the spread of the phenomenon are: globalization of labour and markets, associated with increasing obstacles to legal migration that may push people in search of better living standards into the hands of traffickers who promise that they will help them to reach their desired destinations. The modernization of travel systems, the reduced costs of travelling, and the use of new technologies, such as the internet, are among the factors that have facilitated the spread of trafficking in persons in the last decades. 3 In de juridische literatuur is de term overige uitbuiting voor niet-seksuele mensenhandel gangbaar, zij het dat daaronder ook het oogmerk van (..) de verwijdering van diens (dat wil zeggen: van een ander) organen (lid 1 onder 1) valt. Over het laatste wil ik het niet hebben in deze scriptie. Het onvrijwillig verwijderen van organen met het oogmerk van uitbuiting is tot op heden in Nederland niet strafrechtelijk vervolgd, wat hopelijk impliceert dat het delict niet heeft plaatsgevonden. 4 Het delict dat ik in deze scriptie wil behandelen is overige uitbuiting bij mensenhandel, de exploitatie van gewone slaven, in Nederland strafbaar gesteld in artikel 273f Sr. Mensenhandel wordt moderne slavernij genoemd. 5 De term moderne slavernij is verwarrend: (..) enslavement is only a crime against humanity if it is committed in a 1 Mr. W.J.B. ten Kate, Mensenhandel Moderne slavernij, Serie Praktijkwijzer Strafrecht, Deventer 2013, blz 3 2 Kamerstuk : Uitvoering van internationale regelgeving ter bestrijding van mensensmokkel en mensenhandel nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING 3 Silvia Scarpa, Trafficking in Human Beings: Modern Slavery, Print publication date: 2008,Print ISBN-13: ,Published to Oxford Scholarship Online: January 2009,, blz 13 4 Ten Kate 2013, blz 36 5 Ten Kate 2013, blz 1 3

4 widespread or systematic manner by an organization which displays State-like features. (..) While enslavement as a crime against humanity may belong to the jurisdictional realm of international tribunals and the International Criminal Court (..) other forms of human trafficking are (..) best left to national courts. 6 Slavernij is de onderdrukking van mensen met de bemoeienis of de goedkeuring van een staat, terwijl mensenhandel een private criminele daad is. We governments are not the villains here. Traffickers are just criminals, citeert Gallagher een gedelegeerde bij een conferentie over mensenhandel. 7 Slavernij is het permanente bezit van mensen. Het voordeel trekken uit de tijdelijke commerciële exploitatie van mensen valt onder het delict mensenhandel. 8 Mensenhandel is geen slavernij, maar slavernij kan wel een extreme vorm van mensenhandel zijn: Slavery is identified of one of the several end purposes for which a person may be trafficked. 9 Het verschil tussen slavernij en mensenhandel schuilt in de intensiteit en de mate van de exploitatie van mensen. Het doel van het Palermo Protocol van de Verenigde Naties in , The Protocol to Prevent, Suppress and Punish Trafficking in Persons, Especially Women and Children, was het juridische gat te dichten tussen de permanente en de tijdelijke exploitatie van mensen: what the Palermo Protocol does is give voice to the various types of human exploitation which have international instruments attached to them and brings them together for the first time. 11 Hoofdvraag Mensenhandel is een ernstig delict dat een effectieve vervolging vereist. (..) one of the most worrying phenomena of the XXI century, schrijft Scarpa. 12 De professionals die zich in Nederland bezighouden met de bestrijding van mensenhandel, met name: - de Nationaal Rapporteur Mensenhandel, - de Comensha 13 en andere instellingen, - de advocaten van de verdachten van mensenhandel - politici - juridisch-wetenschappelijke schrijvers maken zich zorgen over de ondoorzichtigheid en de complexiteit van de Nederlandse wetgeving over mensenhandel, het artikel 273f Sr. Ze zijn bang dat de ingewikkelde redactie van artikel 273f Sr gevolgen heeft voor de effectiviteit van de vervolging van het delict. De professionals zijn van mening dat de leden van artikel 273f Sr zo breed en complex zijn geformuleerd dat veel gedragingen van verdachten er gemakkelijk onder vallen en 6 H. van der Wilt, Trafficking in Human Beings, Enslavement, Crimes against Humanity: Unravelling the Concepts, in: 13 Chinese Journal of International Law (2014), blz Anne Gallagher, The international law of Human Trafficking, Cambridge 2010, blz 2 8 Van der Wilt 2014, blz 298,299,301 9 Gallagher 2010, blz Protocol to prevent, suppress and punish trafficking in persons, especially women and children, supplementing the United Nations convention against transnational organized crime (Palermo Protocol) United Nations 2000 (Protocol inzake de voorkoming, bestrijding en bestraffing van mensenhandel, in het bijzonder vrouwenhandel en kinderhandel, tot aanvulling van het Verdrag van de Verenigde Naties tegen grensoverschrijdende georganiseerde misdaad. New York, 15 november 2000, Trb. 2001,69) 11 Jean Allain, The Legal Definition of Slavery into the Twenty-First Century, (DOI: /acprof:oso/ ),in: Jean Allain, The Legal Understanding of Slavery: From the Historical to the Contemporary. Print publication date: 2012 (Print ISBN-13: ); Published to Oxford Scholarship Online: January 2013 (DOI: /acprof:oso/ ), blz Scarpa 2009, blz 1 13 CoMensha: het Coördinatiecentrum Mensenhandel in Nederland, en voor het OM en de politie het meldpunt van slachtoffers van mensenhandel. CoMensha houdt zich vooral bezig met slachtofferhulp. 4

5 bestanddelen zeer divers kunnen worden uitgelegd. Tegelijkertijd achten ze het artikel zo weinig afgebakend dat het in de rechtspraak moeilijk hanteerbaar is. Van der Meij en Van der Leun noemen het de paradox van de strafbaarstelling van overige uitbuiting. 14 De hoofdvraag van mijn scriptie luidt: - Welke conclusies, die verband houden met de kritiek van professionals op het artikel 273f Sr, zijn te trekken uit de rechterlijke uitspraken over overige uitbuiting bij mensenhandel in 2014? Deelvragen zijn: - Welke gevolgen hebben de ingewikkeldheid van het delict en het artikel 273f Sr voor de beoordeling van gevallen van overige uitbuiting bij mensenhandel? - Is er op grond van de jurisprudentie een causaal verband aan te wijzen tussen de ineffectiviteit van de vervolging van het delict en de wijze waarop 273f Sr is geformuleerd? - Hebben de professionals die zich bezig houden met de bestrijding van mensenhandel recht van spreken als ze beweren dat de complexe redactie van artikel 273f Sr gevolgen heeft voor de opsporing en vervolging van gevallen van overige uitbuiting? De professionals zijn van mening dat ze aan het artikel 273f Sr niet voldoende houvast hebben om hun werk goed te doen. De ernst en de omvang van het delict overige uitbuiting bij mensenhandel vraagt om effectiviteit van de vervolging, maar die effectiviteit blijft achter in vergelijking met de vervolging van andere delicten. De vraag is of er een causaal verband bestaat tussen de ineffectiviteit van de vervolging van het delict en de ingewikkelde wijze waarop het artikel 273f Sr is opgesteld. De professionals denken van wel: volgens hen is er een verband tussen de resultaten van de vervolging van mensenhandel en de complexiteit van het artikel. Normatief kader De klachten uit de rechtspraktijk houden in dat het artikel 273f Sr niet voldoet bij de vervolging van mensenhandel. Het artikel beantwoordt niet aan de eis van een goede, werkbare rechtsregel. Het artikel schiet te kort in het onderscheiden van een normale en van een niet-normale arbeids- of familieverhouding. Het legaliteitsbeginsel leert dat een gedraging van niet-normale aard in een arbeids- of familieverhouding, die niet vervolgbaar is op grond van 273f Sr, niet onder de noemer mensenhandel te scharen is. Een verdachte van mensenhandel die is vrijgesproken, is geen mensenhandelaar. Het onvermogen om gedragingen in gevallen, waarin sprake is van uitbuiting en onvrijwilligheid, succesvol te vervolgen op grond van artikel 273f Sr, is in het licht van de bescherming van de zwakkeren in onze samenleving teleurstellend. Ordening Voor mijn onderzoek zal ik in het volgende hoofdstuk verduidelijken wat de strafbaarstelling van overige uitbuiting bij mensenhandel in Nederland inhoudt, en de omvang van het probleem van overige uitbuiting schetsen. Van belang voor de interpretatie van overige uitbuiting bij mensenhandel is de wetshistorie van het artikel 273f Sr, het Palermo Protocol en het daarop volgende Europese Kaderbesluit P.P.J. van der Meij & J.P. van der Leun, Beleid, barrières en begrenzingen. Een domeinoverschrijdende aanpak van het fenomeen mensenhandel, in: G.K. Schoep e.a. (red.), Vervlechting van domeinen (De Wijkerslooth-bundel), Deventer: Kluwer, p KADERBESLUIT VAN DE RAAD van 19 juli 2002 inzake bestrijding van mensenhandel (2002/629/JBZ) (PbEG L 203) 5

6 De twee eerste uitspraken van het Europees Hof van de Rechten van de Mens (EHRM) inzake schendingen van het verbod op slavernij (artikel 4 EVRM), Siliadin vs Frankrijk 16 en Rantsev vs Cyprus en Rusland 17, zijn van belang. De laatste uitspraak breidde de reikwijdte van het slavernijverbod van artikel 4 EVRM uit met het delict mensenhandel. De problemen die de professionals, die mensenhandel bestrijden en beschrijven, ervaren en die volgens hen voortkomen uit de wetgeving, zal ik in hoofdstuk 2 nader onderzoeken. De nadruk ligt op problemen die te maken hebben met het beginsel van rechtszekerheid, de rechtsgang, en de interpretatie van het onderdeel oogmerk van uitbuiting van lid 1 onder 1 van artikel 273f Sr. Het standaardarrest Chinese Horeca uit 2009 van de Hoge Raad geeft een duidelijke invulling voor het onderdeel oogmerk van uitbuiting. In hoofdstuk 3 zal ik de uitkomsten van het voorgaande hoofdstuk vergelijken met de rechtspraktijk, met name de jurisprudentie over overige uitbuiting van Uit de vergelijking zal ik in hoofdstuk 4 conclusies trekken. De uitkomsten van het jurisprudentie-onderzoek zal ik toetsen aan de hoofdvraag en de deelvragen. 16 EHRM 26 juli 2005: 73316/0 17 EHRM 6 januari 2010: 25965/04 6

7 Hoofdstuk 1 Indien bij het ontwerpen van een bepaling een sluitende, maar ingewikkelde formulering is gevonden, dient steeds te worden nagegaan of het niet eenvoudiger kan. 18 Artikel 273f Wetboek van Strafrecht: Mensenhandel Artikel 273f Sr is ondergebracht onder titel XVIII van het Wetboek van Strafrecht: misdrijven tegen de persoonlijke vrijheid. De systematiek van het Wetboek maakt duidelijk dat er samenhang is tussen het delict van mensenhandel, grondrechten en mensenrechten. 19 Wat opvalt aan artikel 273f Sr is de omvang van het artikel en de lengte van verschillende bepalingen: Het artikel is lang en complex 20, zegt Ten Kate. Nog steeds is artikel 273f Sr de meest omvangrijke bepaling in het Wetboek van Strafrecht. 21 Het gelaagde artikel blijft complex, schrijft de Nationaal Rapporteur Mensenhandel op 13 oktober 2011 aan de Minister van Veiligheid en Justitie. 22 Voor zover van belang voor overige uitbuiting bij mensenhandel, het onderwerp van deze scriptie, luidt artikel 273f Sr: 1. Als schuldig aan mensenhandel wordt met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie gestraft: 1. degene die een ander door dwang, geweld of een andere feitelijkheid of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid, door afpersing, fraude, misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, door misbruik van een kwetsbare positie of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die ander heeft, werft, vervoert, overbrengt, huisvest of opneemt, met inbegrip van de wisseling of overdracht van de controle over die ander, met het oogmerk van uitbuiting van die ander of de verwijdering van diens organen; 4. degene die een ander met een van de onder 1 genoemde middelen dwingt of beweegt zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten of zijn organen beschikbaar te stellen dan wel onder de onder 1 genoemde omstandigheden enige handeling onderneemt waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat die ander zich daardoor beschikbaar stelt tot het verrichten van arbeid of diensten of zijn organen beschikbaar stelt; 6. degene die opzettelijk voordeel trekt uit de uitbuiting van een ander; 2. Uitbuiting omvat ten minste uitbuiting van een ander in de prostitutie, andere vormen van seksuele uitbuiting, gedwongen of verplichte arbeid of diensten, met inbegrip van C.P.M. Cleiren, M.J.M.Verpalen (red.), Strafrecht. Tekst en commentaar. De tekst van het Wetboek van Strafrecht en enkele aanverwante wetten voorzien van commentaar, Deventer 2012 (9 e druk), blz Ten Kate 2013, blz Overigens is artikel 4 Sr nog langer

8 bedelarij, slavernij en met slavernij te vergelijken praktijken, dienstbaarheid en uitbuiting van strafbare activiteiten. 6. Onder kwetsbare positie wordt mede begrepen een situatie waarin een persoon geen andere werkelijke of aanvaardbare keuze heeft dan het misbruik te ondergaan. Lid 1 onder 2 verschilt van lid 1 onder 1 in zoverre dat lid 1 onder 2 over de handel in mensen gaat die de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt. Het element dwang, geweld of een andere feitelijkheid of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid, door afpersing, fraude, misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, door misbruik van een kwetsbare positie of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die ander heeft hoeft in dat geval voor een succesvolle vervolging niet te worden bewezen. Actus reus 23 De ongeoorloofde middelen (dwang, geweld.. etc.) genereren de onvrijwilligheid in enigerlei vorm bij het slachtoffer 24, het eerste hoofdelement van mensenhandel dat Ten Kate noemt. De volwassene die zich vrijwillig in een uitbuitingssituatie begeeft en de keuze heeft uit vrije wil uit die situatie te ontsnappen, kan niet als slachtoffer van mensenhandel worden aangemerkt. Met de kwetsbare positie van het slachtoffer van lid 6 wordt niet in eerste instantie de afhankelijke positie van een slachtoffer onder de 18 jaar bedoeld. Een kwetsbare positie kan onder andere het gevolg zijn van illegale binnenkomst of illegaal verblijf, ongedocumenteerde status, verslaving of een psychische of lichamelijke handicap, schrijft de minister in de Memorie van Toelichting naar aanleiding van het toevoegen van lid 6 in In lid 2 van 273f Sr is de uitbuiting beschreven, maar niet de strafbaarheid. De handelingen die op grond van lid 1 onder 4 273f Sr onder uitbuiting vallen, zijn strafbaar. 26 Het onder dwang laten verrichten van arbeid en diensten met het oogmerk om uit te buiten, is strafbaar. De algemene definitie van uitbuiting in lid 2 en van de kwetsbare positie van lid 6 maken artikel 273f Sr gelaagd : algemene, en specifieke elementen, zoals de strafbare handelingen van lid 1 onder 4, zijn in één wetsartikel verenigd. Alink en Wiarda signaleren de gelaagdheid van artikel 273f Sr ook. 27 Lid 1 onder 6 zegt dat anderen strafbaar kunnen zijn dan degene die de situatie van uitbuiting heeft laten ontstaan. Er hoeft geen sprake te zijn van opzet op de uitbuiting of van een oogmerk van uitbuiting, maar opzet op het te halen voordeel dat door de uitbuitingssituatie kan ontstaan. Voor het gehele artikel 273f Sr geldt: In één strafbepaling de strafbaarstelling van alle ketenpartners in de mensenhandel, van handelaren tot uitbuiters, met inbegrip van 23 De action en means elementen, Gallagher 2010, blz 29, Marnix Alink en Just Wiarda, Materieelrechtelijke aspecten van mensenhandel in Nederlandse strafrecht, in: Dajo de Prins e.a., Vereniging voor de vergelijkende studie van het recht in België en Nederland: Preadviezen 2010, Den Haag 2010, blz Kamerstuk n3. 3 Vergaderjaar : Implementatie van de richtlijn 2011/36/EU van het Europees Parlement en de Raad inzake voorkoming en bestrijding van mensenhandel. de bescherming van slachtoffers ervan, en ter vervanging kaderbesluit 2002/629/JBZ van de Raad (PbEU L 101) MEMORIE VAN TOELICHTING 26 Zie hiervoor: Alink en Wiarda 2010, blz Alink en Wiarda 2010, blz 212 8

9 rechtstreeks betrokken profiteurs, in alle takken van economische bedrijvigheid, in de seksindustrie én in de overige arbeidsmarkt en dienstverlening. 28 Mens rea 29 Volgens lid 1 onder 1 van artikel 273f Sr moet de dader van mensenhandel het oogmerk hebben een ander mens uit te buiten. Oogmerk van uitbuiting is, wat het bewijs van uitbuiting betreft, een zware eis. Er moet bewezen worden dat de dader als doel het uitbuiten van een mens heeft, dus dat hij het uitbuiten heeft gewild, en niet dat de uitbuiting het gevolg is van een handeling of nalaten die hij niet had voorzien, maar wel had moeten voorzien. 30 De Hullu schrijft: Vooral de wilscomponent staat bij oogmerk vrij sterk op de voorgrond. In de hedendaagse jurisprudentie wordt (..) voor een restrictieve lijn gekozen: wanneer oogmerk met zoveel woorden wordt genoemd (..) wordt dat oogmerk als een bijzondere vorm van opzet behandeld, waarvoor voorwaardelijke opzet niet voldoende is. 31 Alink en Wiarda kiezen niet voor de restrictieve lijn die De Hullu noemt, maar voor een ruime interpretatie van het begrip oogmerk. Hun argument is dat de wetgever beoogt een ruime en doeltreffende strafrechtelijke bescherming tegen mensenhandel te bieden. Volgens hen is voorwaardelijke opzet, de dader weet of - acht - het althans mogelijk (..) dat zijn handelen verband houdt met mensenhandel, voldoende voor een veroordeling. 32 De wetsgeschiedenis van artikel 273f Sr zwijgt over de juiste interpretatie van oogmerk. De minister spreekt in de Memorie van Toelichting over activiteiten van mensenhandel die gericht zijn op de verwezenlijking van het einddoel, de uitbuiting (..). 33 Gericht zijn op past beter bij de interpretatie van oogmerk die De Hullu noemt, dan voorwaardelijke opzet. De uitbuiting hoeft niet te hebben plaatsgevonden - er hoeft niet daadwerkelijk te zijn uitgebuit, bijvoorbeeld omdat het slachtoffer zich op tijd aan de uitbuiting wist te onttrekken - maar de dader moet van meet af aan het oogmerk hebben gehad het slachtoffer uit te buiten. Het Palermo Protocol Op 1 januari 2005 werd in het Wetboek van Strafrecht het delict van niet-seksuele uitbuiting, waaronder ook de onvrijwillige verwijdering van menselijke organen valt, samengevoegd met het delict van seksuele uitbuiting. Mensenhandel bestond tot dan toe uit seksuele uitbuiting. 34 De aanleiding voor de aanpassing is artikel 3 van het Palermo Protocol van de Verenigde Naties (2000). Artikel 273f Sr, waarin mensenhandel in Nederland strafbaar is gesteld, heeft een sterke gelijkenis met artikel 3 van het Palermo Protocol. 35 a. mensenhandel": het werven, vervoeren, overbrengen van en het bieden van onderdak aan of het opnemen van personen, door dreiging met of gebruik van geweld of andere vormen van dwang, ontvoering, bedrog, misleiding, machtsmisbruik of misbruik van een kwetsbare positie of het verstrekken of in ontvangst nemen van 28 Alink en Wiarda 2010, blz 212, The Purpose element, Gallagher 2010, blz S.A.M. Stolwijk, Inleiding in het strafrecht in 13 hoofdstukken, Deventer 2009, 3 e dr., blz J. de Hullu, Materieel strafrecht. Over algemene leerstukken van strafrechtelijke aansprakelijkheid naar Nederlands recht, Deventer 2009, blz Alink en Wiarda 2010, blz Kamerstuk nr.3 vergaderjaar : Uitvoering van internationale regelgeving ter bestrijding van mensensmokkel en mensenhandel MEMORIE VAN TOELICHTING, blz In de mensenhandel-bepalingen (oud) 250ter, 250a en de voorlopers daarvan: het bordeelverbod 250bis en het soutenage-delict van artikel 432 onder 3 Wetboek van Strafrecht. Op 1 september 2006 is 273a Sr vernummerd tot 273f Sr, het huidige nummer. Zie hiervoor Ten Kate 2013, blz 11, zie Van der Wilt 2014, blz 323 9

10 betalingen of voordelen teneinde de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap heeft over een andere persoon, ten behoeve van uitbuiting. Uitbuiting omvat mede: ten minste de uitbuiting van prostitutie van anderen of andere vormen van seksuele uitbuiting, gedwongen arbeid of diensten, slavernij of praktijken die vergelijkbaar zijn met slavernij, onderworpenheid of de verwijdering van organen; b. de instemming van een slachtoffer van mensenhandel met de beoogde uitbuiting, bedoeld in onderdeel a van dit artikel, is irrelevant indien een van de in onderdeel a bedoelde middelen zijn gebruikt; c. het werven, vervoeren en overbrengen van, het bieden van onderdak aan of het opnemen van een kind met het oogmerk van uitbuiting wordt beschouwd als mensenhandel", ook indien hierbij geen van de in onderdeel a van dit artikel bedoelde middelen zijn gebruikt; d. kind": iedere persoon jonger dan achttien jaar. 36 Voor het delict van overige uitbuiting is het Protocol van belang: Van grote betekenis is de uitbreiding van het bereik van mensenhandel. 37 Het EU-Kaderbesluit inzake de bestrijding van mensenhandel, dat in 2002 op het Protocol volgt, omschrijft mensenhandel in gelijke bewoordingen, maar zonder de strafbaarstelling voor de onvrijwillige verwijdering van organen. 38 Het gevolg voor de Nederlandse wetgeving is duidelijk: Mensenhandel moet uit de sfeer van uitsluitend seksuele uitbuiting worden gebracht. 39 Vanwege het Protocol en het Kaderbesluit paste Nederland zijn wetgeving aan. De meest gebruikelijke wijze waarop staten toepassing geven aan internationale verplichtingen, is door nationale wetgeving vast te stellen die deze verplichtingen omzet in nationaal recht. 40 Het Kaderbesluit is als instrument sinds het Verdrag van Lissabon (2009) vervangen door de richtlijn. 41 Een richtlijn is (..) verbindend ten aanzien van het te bereiken resultaat voor elke lidstaat waarvoor zij bestemd is, doch aan de nationale instanties wordt bij het nakomen van hun verplichtingen de bevoegdheid gelaten vorm en middelen te kiezen. 42 De bescherming van slachtoffers van mensenhandel moet het doel van de nieuwe wetgeving zijn. De nationale wetgever is vrij te bepalen op welke wijze hij dat doel wil bereiken. De internationale verplichten hadden in Nederland het artikel 273f Sr (nieuw) als resultaat. Op advies van het Openbaar Ministerie oordeelde de regering dat de nieuwe internationale regelgeving inzake mensenhandel wordt neergelegd in een enkele nieuwe bepaling, en niet in aparte bepalingen voor seksuele uitbuiting en voor niet-seksuele uitbuiting : In die bepaling kan waar nodig rekening worden gehouden met op seksuele uitbuiting gerichte mensenhandel Protocol to prevent, suppress and punish trafficking in persons, especially women and children, supplementing the United Nations convention against transnational organized crime (Palermo Protocol) United Nations 2000 (Protocol inzake de voorkoming, bestrijding en bestraffing van mensenhandel, in het bijzonder vrouwenhandel en kinderhandel, tot aanvulling van het Verdrag van de Verenigde Naties tegen grensoverschrijdende georganiseerde misdaad. New York, 15 november 2000, Trb. 2001,69) 37 Alink en Wiarda 2010, blz KADERBESLUIT VAN DE RAAD van 19 juli 2002 inzake bestrijding van mensenhandel (2002/629/JBZ) (PbEG L 203) 39 Alink en Wiarda 2010, blz A. Nollkaemper, Kern van het internationale publiekrecht, Den Haag 2007, blz W.T. Eijsbouts e.a. (red.), Europees recht Algemeen deel. Sinds het Verdrag van Lissabon, Groningen 2010, 3 de herz. Dr. blz Kamerstuk Uitvoering van internationale regelgeving ter bestrijding van mensensmokkel en mensenhandel nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING, vergaderjaar

11 Vanaf 2005 is het belangrijkste onderwerp van het mensenhandel-artikel niet meer seksuele uitbuiting, maar overige uitbuiting, waar nodig aangevuld met bepalingen over seksuele uitbuiting. Ondanks het advies van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel om artikel 274, het verbod op slavenhandel, te schrappen uit het Wetboek van Strafrecht, besluit de regering dat niet voor te stellen. Het specifieke karakter van slavernij, zoals de volledige zeggenschap van de ene mens over de andere en onzekerheid hoe de nieuwe bepaling inzake mensenhandel in de praktijk zal worden toegepast nopen daartoe. 44 Het sluit aan bij het Palermo Protocol: mensenhandel en slavernij zijn geen identieke delicten. Slavernij is permanente zeggenschap over mensen, mensenhandel tijdelijke zeggenschap. Artikel 4 EVRM In 2005 onderscheidt de regering mensenhandel, of moderne slavernij, en slavenhandel, de volledige zeggenschap van de ene mens over de andere, van elkaar. Dat is in lijn met een uitspraak van het EHRM uit 2005, Siliadin tegen Frankrijk. Het is de eerste keer dat het EHRM een schending van een verdragspartij van artikel 4 EVRM constateerde 45. Het ging in deze zaak om overige (niet-seksuele) uitbuiting. Het verbod op slavernij is vastgelegd in Artikel 4 EVRM. Voor deze scriptie zijn lid 1 en 2 van belang: 1. Niemand mag in slavernij of dienstbaarheid worden gehouden. 2. Niemand mag gedwongen worden dwangarbeid of verplichte arbeid te verrichten. In de zaak Siliadin tegen Frankrijk was het slachtoffer een Togolees meisje dat jarenlang door een Frans echtpaar als huishoudslaafje werd uitgebuit. Het oordeel van het Hof in 2005 lijkt in eerste instantie aan te sluiten bij de klassieke opvatting van slavernij: Mr. and Mrs. B. excercised a genuine right of legal ownership over her, thus reducing her to the status of an object. 46 Dat is schijn: the Court concludes that the applicant (..) was held in servitude within the meaning of Article 4 of the Convention., 47 hence she was not hold in slavery. 48 Dwangarbeid valt onder slavernij, concludeerde het Hof 49 en Siliadin was een gevangene in dienstbaarheid, maar het Hof oordeelde dat ze niet als eigendom, als slaaf, van haar werkgevers kon worden beschouwd. De Franse wet kon het misbruik van die dienstbaarheid niet beschermen en daarom werd Frankrijk veroordeeld wegens schending van artikel 4 EVRM. 50 In 2010, in de zaak Rantsev tegen Cyprus en Rusland 51, ging het om seksuele uitbuiting. Het Hof bracht in deze zaak het delict mensenhandel onder de reikwijdte van het slavernij-artikel. As a result of Rantsev, Member States of the Council of Europe now have an obligation to 44 Kamerstuk nr.3 vergaderjaar : Uitvoering van internationale regelgeving ter bestrijding van mensensmokkel en mensenhandel MEMORIE VAN TOELICHTING, blz Alink en Wiarda 2010, blz EHRM 26 juli 2005: 73316/0, nr EHRM 26 juli 2005: 73316/0, nr Silvia Scarpa, Trafficking in Human Beings: Modern Slavery, Print publication date: 2008(Print ISBN-13: );Published to Oxford Scholarship Online: January 2009 DOI: /acprof:oso/ ), blz Cleiren en Verpalen 2012, blz Van de Wilt 2014, blz EHRM 6 januari 2010: 25965/04 11

12 suppress not only slavery, servitude and forced labour, but any type of human exploitation on their territory. 52 In deze zaak viel een Russische variétéartieste in Cyprus, onder bedreiging of door een duw van een van haar uitbuiters, van een balkon en overleed aan de gevolgen. (..) the court concludes that trafficking itself, within the meaning of Article 3 (a) of the Palermo Protocol (..) falls within the scope of Article 4 of the convention. 53 Jean Allain concludeert: In a contradictory manner, the Court did not narrow the scope of application to make trafficking synonymous with slavery, but instead expanded the scope of Article 4, beyond its textual boundaries of slavery, servitude and forced labour, to make it applicable to any type of exploitation including those others enumerated in the treaty definitions of 'trafficking in human beings'. 54 Wat de gevolgen van deze uitspraak voor de Nederlandse rechtspraak zullen zijn, is lastig te bepalen. Lid 1 van artikel 46 van het EVRM zegt dat alleen verdragspartijen zich verbinden aan de einduitspraak van het Hof in de zaken waarbij zij partij zijn. 55 Een delict dat voortkomt uit de volledige zeggenschap van de ene mens over de andere is in Nederland onder artikel 273f Sr of artikel 274 Sr strafbaar. Als het EHRM een uitspraak doet over een schending van artikel 4 EVRM in een zaak waarin de Nederlandse staat partij is, kan het een voor Nederland verbindende uitspraak doen. Wellicht zal de uitkomst van zo n uitspraak zijn dat artikel 274 Sr overbodig is. Is het verbod op mensenhandel absoluut? Het EHRM heeft in 2010 in het arrest Rantsev versus Cyprus en Rusland geoordeeld dat human trafficking, mensenhandel, valt onder de reikwijdte van het verbod op slavernij van artikel 4 EVRM. Het verbod op slavernij is, zoals bijvoorbeeld het verbod op foltering, een absoluut verbod: Niemand mag in slavernij of dienstbaarheid worden gehouden. (lid 1 van artikel 4 EVRM jo lid 2 van artikel 15 EVRM) De uitspraak in het arrest Rantsev van het EHRM is voor Nederland niet verbindend, want Nederland was geen partij in het geding. Afgezien daarvan, betekent de uitspraak van het EHRM dat het verbod op mensenhandel absoluut is? Dat is de vraag: The developments in case law of (..) the ECtHR do not prove that trafficking in human beings can simply be equated with slavery. 56 Van der Wilt is van mening dat de definities van slavernij en mensenhandel niet samenvallen. Incidentele exploitatie van slachtoffers is niet hetzelfde als volledige zeggenschap over mensen. Mensenhandel in Nederland De zaken die sinds 2007 in Nederland zijn vervolgd op grond van het artikel 273f Sr zijn divers. Het betrof zaken als het uitbuiten van illegale Indonesische kroepoekbakkers; van illegale Chinezen in een restaurant; van seizoenarbeiders in een aspergekwekerij; van een illegaal minderjarig meisje in de huishouding; de uitbuiting door een vanwege ontucht veroordeelde GGZ-medewerker, die op financieel en seksueel vlak zijn slachtoffer uitbuitte; de uitbuiting door misleiding bij het door een ander laten afsluiten van telefoonabonnementen; de uitbuiting door gedwongen drugssmokkel vanaf de Antillen en 52 Jean Allain, Rantsev v Cyprus and Russia: The European Court of Human Rights and Trafficking as Slavery, in: Human Rights Law Review 10:3(2010),, blz EHRM 6 januari 2010: 25965/04, nr Allain 2010, blz Zie hiervoor ook Nollkaemper 2007, blz 433 ev 56 Van der Wilt 2014, blz

13 vanuit Marokko. 57 Steeds ging het om gedragingen van verdachten die verricht zouden zijn met het oogmerk van uitbuiting. Tussen 2009 en 2013 kwamen in Nederland jaarlijks gemiddeld 150 verdachten van seksuele en niet-seksuele mensenhandel voor de rechter. In 2012 en 2013 kwam het in ongeveer 70% van de rechtszaken tot een veroordeling. Tussen 2007 en 2011 was dat percentage ongeveer 55%. Van 1437 geregistreerde 58 personen werd in 2013 vermoed dat ze in Nederland het slachtoffer van mensenhandel zijn geworden. Een derde van hen had de Nederlandse nationaliteit. 59 Tussen 2007 en 2010 was wereldwijd 27% van het aantal geregistreerde slachtoffers van mensenhandel minderjarig. 60 Moeilijk te zeggen is of deze cijfers overeenkomen met de werkelijkheid: The exact number of people trafficked annually through international borders is unknown: at the global level only estimates are available, while limited regional, sub-regional and national researchers make use of a range of indicators to assess the scale of the phenomenon. 61 De Nationaal Rapporteur Mensenhandel benadrukt dat het aantal geregistreerde slachtoffers niets zegt over de totale omvang van mensenhandel in Nederland. 62. Van der Meij & Van der Leun denken dat het aantal geregistreerde slachtoffers het topje van de ijsberg is. 63 Vervolging van mensenhandel in Nederland Malsch, die een jaar mensenhandel-rechtspraak in Nederland samenvat, is niet te spreken over de effectiviteit van de vervolging in Nederland: In 2010 zijn er in eerste aanleg 138 uitspraken in mensenhandelzaken gedaan, waarvan 111 mensenhandel in de seksindustrie betreffen en 29 overige uitbuiting. Twee uitspraken hebben zowel betrekking op seksuele als op overige uitbuiting. Het percentage vrijspraken in mensenhandelzaken is hoog: 37% in zaken die over de seksindustrie gaan, en maar liefst 52% in de overige uitbuitingszaken. Ter vergelijking: het aantal vrijspraken in alle strafzaken bij elkaar zou op dit moment ruim 9 procent zijn. Haar conclusie is: Als je dit (vergissingen begaan bij vervolgingen op grond van artikel 273f Sr) zo leest, vraag je je af of de grens van het steeds langer en complexer maken van de strafbepaling inmiddels niet is bereikt. Als officieren van justitie en rechters zich al gaan vergissen, waarna zelfs mogelijk een vrijspraak volgt die bij een juiste redactie van de tenlastelegging te vermijden was geweest, wordt het dan geen tijd om de wet te vereenvoudigen? (..) Er is nog een ander argument voor vereenvoudiging. Verdachten en slachtoffers moeten toch ook kunnen begrijpen waar de discussie over gaat en waarom een verdachte wordt vrijgesproken of veroordeeld, ook in die gevallen waarbij een vrijspraak komt door een onjuiste redactie van de tenlastelegging? Ten Kate 2013, blz Geregistreerd bij CoMensha, het Coördinatiecentrum Mensenhandel in het Nederland. 59 Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen (2014). Mensenhandel in en uit beeld II. Update cijfers vervolging en berechting Den Haag: Nationaal Rapporteur. en: NRM Nieuwe kerncijfers mensenhandel Nieuwsbericht Majorie Kaandorp, Mirjam Blaak, Kinderhandel in Nederland. De aanpak van kinderhandel en de bescherming van minderjarige slachtoffers in Nederland. UNICEF Nederland. Defence for Children Voorburg Scarpia 2009, blz Van der Meij & J.P. van der Leun 2010,, blz M. Malsch, Mensenhandel: het verwachte effect van strafverhogingen, in: Trema Straftoemetingsbulletin april 2013, blz 6 (Het artikel is een bespreking van het rapport Mensenhandel, Jurisprudentie mensenhandelzaken , een analyse, van de hand van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel (Dettmeijer), blz 3-5,8) 13

14 D 66-Tweedekamerleden, die reageren op het artikel van Malsch, stellen de minister vragen over de geringe oogst succesvolle vervolgingen voor mensenhandel en de problemen in de strafprocedure die volgens Malsch ontstaan door het complex geformuleerde artikel 273f Sr. Het antwoord van de minister is dat inmiddels (2012) 71% van het aantal zaken succesvol wordt afgedaan: volgens de minister een hoger percentage dan in voorgaande jaren. Hij raadt de kamerleden aan een artikel van de Nationaal Rapporteur te lezen 65, waarin zij Malsch van repliek dient. 66 De Nationaal Rapporteur is van mening dat de magistratuur steeds meer grip krijgt op artikel 273f Sr. Maar ze schrijft ook: Ook vanuit de advocatuur bereiken mij geluiden dat men houvast mist. Het is voor advocaten nauwelijks mogelijk een verdachte een beeld te schetsen van hetgeen hij of zij zou kunnen verwachten. 67 Evenals Malsch maakt zij zich zorgen om de rechtszekerheid. Tegelijkertijd concludeerde de Nationale Rapporteur in een ander rapport: Al met al staan de rechter weinig interpretatieve instrumenten ter beschikking om de reikwijdte van het mensenhandelartikel scherp af te bakenen. 68 Eerder schreef ze: Artikel 273f Sr blijkt in de praktijk een ingewikkelde bepaling om toe te passen. Dit komt doordat het artikel zelf complex is aangezien de tekst deels gebaseerd is op internationale instrumenten en alle mensenhandelvarianten in één artikel zijn vervat. Ook is het artikel opgebouwd uit meerdere uiteenlopende gedragingen, waarbij de strafwaardigheid verschilt. De complexiteit van dit artikel werkt door in tenlasteleggingen die vaak buitengewoon lang en niet altijd even gemakkelijk te doorgronden zijn. 69 In 2004 repte een rapport, geschreven in opdracht van de Minister van Justitie, al van een groot belang helderheid te scheppen in de verwarrende terminologie. Het is namelijk duidelijk (..) geworden dat het definiëren van mensenhandel en van daaraan gekoppelde slavernij-achtige uitbuiting uitermate lastig is. 70 De cijfers spreken voor zich: gemiddeld 71% van de rechtszaken die te maken hebben met mensenhandel leiden tot een veroordeling, terwijl 91% van alle rechtszaken op alle andere terreinen van het strafrecht tot een veroordeling zouden leiden. 71 De vervolging in Nederland van het delict overige uitbuiting van mensenhandel is niet zo effectief als de ernst van de misstand verlangt. Er zijn veel vrijspraken, in vergelijking met het aantal vrijspraken bij andere delicten. Veel gevallen van mensenhandel worden niet vervolgd, hoewel cijfers over die gevallen moeilijk op exactheid kunnen worden geschat. Het algemene oordeel van de professionals is dat de complexiteit, en als gevolg daarvan de ineffectiviteit, 65 C.E. Dettmeijer-Vermeulen, Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen, Is artikel 273f Sr nog steeds zo ingewikkeld?, Kamerstuk Implementatie van de richtlijn 2011/36/EU van het Europees Parlement en de Raad inzake de voorkoming en bestrijding van mensenhandel, de bescherming van slachtoffers ervan, en ter vervanging van kaderbesluit 2002/629/JBZ van de Raad (PbEU L 101)MEMORIE VAN ANTWOORD 67 Dettmeijer-Vermeulen 2013, blz 4 68 Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel geweld tegen kinderen, Mensenhandel. Negende rapportage van de Nationaal Rapporteur, Den Haag 2013, blz Nationaal Rapporteur Mensenhandel, Jurisprudentie Mensenhandelzaken Een analyse. Den Haag 2012, blz Joanne van der Leun en Lisette Vervoorn, Slavernij-achtige uitbuiting in Nederland. Een inventariserende literatuurstudie in het kader van de uitbreiding van de strafbaarstelling van mensenhandel, Den Haag 2004 Rapport in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) van het Ministerie van Justitie, resp blz 38 en M. Malsch, Mensenhandel: het verwachte effect van strafverhogingen, in: Trema Straftoemetingsbulletin april 2013, blz 6 (Het artikel is een bespreking van het rapport Mensenhandel, Jurisprudentie mensenhandelzaken , een analyse, van de hand van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel (Dettmeijer) 14

15 van artikel 273f Sr kwetsbaren in onze maatschappij onvoldoende beschermt. Rechters hebben meer kennis en ondersteuning nodig, betere oriëntatiepunten en een scherpere motivatie van de Hoge Raad. 72 De rechtszekerheid is in het geding. De verdediging kan slecht voorzien hoe een zaak voor een verdachte zal aflopen. De wetgever heeft bij het formuleren van artikel 273f Sr de invulling van het begrip andere vormen van uitbuiting bewust overgelaten aan de rechter. Uit de rechtspraktijk blijkt dat er problemen zijn met de definitie van andere vormen van uitbuiting. Gevolg is dat het voor het Openbaar Ministerie lastig is om gevallen van overige mensenhandel dusdanig bewezen te krijgen dat ze bij vervolging tot een veroordeling leiden. 73 De norm is dat een strafbepaling toeziet op de strafbaarheid van een delict en eventueel een veroordeling mogelijk maakt, maar niet dat de ingewikkeldheid van de bepaling een veroordeling ondanks de schuld van de verdachte onmogelijk maakt. Het beginsel van de rechtszekerheid verlangt dat een veroordeling of vrijspraak voor zowel de verdachte als het slachtoffer voorzienbaar is. 72 M. Malsch 2013, blz Zie bijvoorbeeld: 15

16 Hoofdstuk 2 Problemen bij overige uitbuiting In dit hoofdstuk zal ik de problemen zoals de professionals die ervaren, en die verband houden met de relatie tussen het artikel 273f Sr en de vervolging van het delict, nader toelichten: - Het gebrek aan rechtszekerheid door de redactie van artikel 273f Sr, zoals Malsch (zie blz. 13 van deze scriptie) en de Nationaal Rapporteur (blz. 14) signaleren; - De problemen van de rechter om de reikwijdte van artikel 273f Sr af te bakenen, waarover bijvoorbeeld de Nationaal Rapporteur (blz. 14) en Van der Meij en Van der Leun (blz. 5) zich zorgen maken; - De interpretatie van het onderdeel oogmerk van uitbuiting van lid 1 onder 1 van artikel 273f Sr, waarover in de literatuur onduidelijkheid bestaat (blz. 9). Het beginsel van de rechtszekerheid en artikel 273f Sr Rechtszekerheid van de dader Wanneer men op zoek gaat naar definities van wat wetgeving als product is, dan geven verschillende auteurs aan dat wetgeving idealiter de beste oplossing behoort te zijn voor een specifiek (maatschappelijk) probleem. 74 Het maatschappelijk probleem is overige uitbuiting bij mensenhandel, of moderne slavernij. De professionals die zich bezig houden met de bestrijding van mensenhandel zijn van mening dat het artikel 273f Sr niet de beste oplossing is om het probleem te bestrijden. De cijfers van de vervolging van het delict geven hun daarin gelijk. Het eerste dat in het oog springt is de lengte en de complexiteit van het mensenhandel-artikel. Naarmate een bepaling complexer wordt, neemt de kans op fouten bij de uitleg ervan toe. Aldus oefent complexiteit indirect een negatief effect op de rechtszekerheid uit. 75 Het gevolg is duidelijk: Het streven zoveel mogelijk rechtszekerheid te verschaffen, komt in zijn tegendeel te verkeren. 76 Er is een kans dat de wetgever bij ingewikkelde maatschappelijke problemen, om zijn bedoeling zo goed en precies mogelijk in een wettekst vast te leggen, tot complexe wetgeving komt die lastig op een casus is toe te passen zonder dat het tot interpretatiefouten leidt. Eerder citeerde ik mevrouw Malsch, die opmerkte dat complexiteit van de wettekst tot vergissingen van de rechter leidt. Vergissingen van de rechter tasten het beginsel van rechtszekerheid aan. Rechtszekerheid en het legaliteitsbeginsel van artikel 16 Grondwet en artikel 1 Sr zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De grondslag van het legaliteitsbeginsel ligt onmiskenbaar in het rechtstatelijk ideaal van rechtszekerheid. 77 Het beginsel van de legaliteit houdt in dat een feit slechts strafbaar is uit kracht van een voorafgaande wettelijke strafbepaling (artikel 1 Sr). Wie de legaliteit aantast, tast het wezen van het strafrecht aan. Het beginsel (van de rechtszekerheid) geeft uitdrukking aan de meer omvattende idee dat een bestraffing alleen gerechtvaardigd kan zijn, als iemand wist of had kunnen weten dat wat hij 74 M.A.H. van der Woude, Tegen dovemansoren?, in: RegelMaat 2012 (27) 5, blz H. A. Oldenziel, Wetgeving en zekerheid. Een onderzoek naar de bijdrage van het legaliteitsvereiste aan de rechtszekerheid van de burger, Deventer 1998, blz Oldenziel 1998, blz Noot C.P.M. Cleiren bij: HR 20 november 2001, LJN AB2809, NJ 2003,

17 deed onrechtmatig was en hij de keuze heeft kunnen maken om het desondanks wel of juist niet te doen. 78 Cleiren signaleert in haar noot een verband tussen de algemeenheid van een wettekst en de rechtszekerheid: hoe algemener de tekst, hoe minder de burger het bereik van de wettekst kan inschatten, omdat hij of zij dan niet goed kan inzien welke gedragingen strafbaar zijn en welke niet. Het gevolg is dat de burger pas weet of zijn gedraging strafbaar is als de rechter het vonnis uitspreekt en dat is voor het beginsel van de rechtszekerheid te laat. De afweging die de burger van te voren zelf maakt, heeft geen zin. Daarmee komt de rechtszekerheid in het gedrang. De Nationaal Rapporteur noemde artikel 273f Sr behalve complex gelaagd : algemene en specifieke elementen zijn naast elkaar geplaatst. 79 Iedere burger 80 wordt geacht de wet te kennen is een vaak aangehaald beginsel wanneer het gaat over de rechtszekerheid van verdachten. Het betekent niet dat als een willekeurige burger in Nederland wordt overhoord over zijn wetskennis en in gebreke blijft, hij of zij strafrechtelijk zal kunnen worden vervolgd. Het betekent dat een burger zich niet kan beroepen op zijn gebrek aan kennis van de strafbaarheid van een feit, wanneer hij op grond van het desbetreffende delict wordt vervolgd. Als de wet onduidelijk is en de burger kan van te voren niet inschatten of een gedraging strafbaar is, is het voor hem niet mogelijk aan het beginsel te voldoen. Rechtszekerheid van het slachtoffer Wanneer de dader de strafbaarheid van zijn gedragingen moeilijk kan inschatten, geldt hetzelfde voor het slachtoffer: ook het slachtoffer kan de strafbaarheid van de gedraging van de dader dan slecht inschatten. Iedere burger wordt geacht de wet te kennen richt zich niet alleen op de rechtszekerheid van de dader: De instrumentele dimensie is dat de burger zijn gedrag moet kunnen afstemmen op het strafrecht, wil dat met enige effectiviteit het gedrag van burgers beïnvloeden. De beschermende dimensie is dat het strafrecht de burger beschermt tegen rechtsinbreuken. Het strafrecht richt zich niet alleen tot de burger als potentiële overtreder, als dader, maar ook tot de burger als potentieel slachtoffer. 81 Het beginsel van rechtszekerheid speelt een rol voor het slachtoffer van mensenhandel als hij aangifte doet van een delict dat tegen hem is gepleegd. Door een voorafgaande wettelijke strafbepaling is een feit strafbaar. Slechts op gronden aan het algemeen belang ontleend (Opportuniteitsbeginsel, lid 2 van artikel 167 Sv) kan, ondanks een voorafgaande wettelijke strafbepaling en ondanks de bewijslast, worden afgezien van vervolging van een dader van een strafbaar feit. Op een juiste hantering van het Opportuniteitsbeginsel in een geval van overige uitbuiting en op het Nederlandse rechtssysteem moet een slachtoffer kunnen vertrouwen als hij of zij aangifte doet. De beslissing om wel of niet tot vervolging van de dader over te gaan is niet willekeurig, maar gebaseerd op gebrek aan bewijs of op gronden aan het algemeen belang ontleend : dat moet een slachtoffer kunnen voorzien bij zijn beslissing wel of niet aangifte te doen. Het slachtoffer zou, voor zijn eigen veiligheid, van te voren de kans moeten kunnen inschatten dat zijn uitbuiter wordt vervolgd en veroordeeld. Een omvangrijk deel van het aantal slachtoffers van mensenhandel is afkomstig uit landen waar een werknemer minder rechten heeft dan in Nederland en het minder voor de hand ligt 78 Noot C.P.M. Cleiren bij: HR 20 november 2001, LJN AB2809, NJ 2003, Burger in de zin van artikel 2 Sr: De Nederlandse strafwet is toepasselijk op ieder die zich in Nederland aan enig strafbaar feit schuldig maakt. 81 Marc Loth, Op de bres voor rechtszekerheid, in: Rechtsfilosofie & Rechtstheorie 2009 (38) 1, blz 21 17

18 een werkgever wegens uitbuiting aan te klagen. 82 In zijn conclusie bij het Hoge Raad-arrest Chinese Horeca citeert AG Knigge de Advocaat-Generaal bij het Hof: In deze zaak speelt de Chinese culturele achtergrond een grote rol. In de Chinese cultuur is er altijd duidelijk een baas. Naar die baas wordt geluisterd. De werknemers zijn naar Nederland gekomen via mensensmokkel en kunnen daarom niet gemakkelijk terugkeren naar hun vaderland. 83 Dat exploitatie van slaven universeel strafbaar is, is evident. Die kennis mag je wereldwijd bij volwassenen veronderstellen. Wat er naar Nederlandse begrippen onder overige uitbuiting bij mensenhandel valt, is onder slachtoffers die uit andere culturen afkomstig zijn waarschijnlijk minder bekend. Het slachtoffer komt er niet aan toe om het Nederlandse rechtssysteem te vertrouwen, omdat hij het in veel gevallen niet kent. Het beginsel van rechtszekerheid speelt voor hem geen rol. Maar als hij aangifte doet tegen een mensenhandelaar die hem uitbuit, moet hij erop kunnen vertrouwen dat de beslissing van het Openbaar Ministerie om af te zien van vervolging niet willekeurig is. Gebrek aan rechtszekerheid kan gevolgen hebben voor de veiligheid van het slachtoffer. Als een slachtoffer bescherming zoekt en moeilijk kan inschatten, of niet weet, dat de mensenhandelaar die hem uitbuit strafbaar is en een goede kans heeft te worden veroordeeld, beïnvloedt dat de aangiftebereidheid. Uit cijfers blijkt dat er naar schatting rond de 3500 slachtoffers van mensenhandel in Nederland aanwezig zijn, waarvan 5% aangifte doet. 84 Deze cijfers stammen uit 2004, maar lijken inmiddels niet te zijn verbeterd: Slechts 1% van de circa slachtoffers van arbeidsuitbuiting buiten de seksindustrie komt in beeld bij Nederlandse instanties, 85 is een conclusie uit Bescherming van slachtoffers met een illegale status Cleiren en Verpalen schrijven dat de zwakte van de vervolging van mensenhandel gelegen is in de lage aangiftebereidheid van slachtoffers vanwege hun veelal illegale verblijfsstatus. 86 Illegalen behoren tot de meest kwetsbare groep. Knigge schrijft naar aanleiding van de zaak van de illegale werknemers in de Chinese Horeca: Personen die in een zo kwetsbare positie verkeren dat de exploitanten zelfs geen initiatief meer hoeven te ontplooien om hen uit te buiten, verdienen de bescherming van de strafwet in de eerste plaats. 87 Behalve artikel 273f Sr beschermt het Vreemdelingenrecht de slachtoffers van mensenhandel. Op grond van artikel 3.48 van het Vreemdelingenbesluit krijgt een slachtoffer die aangifte doet van mensenhandel een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd. 88 Daarna kunnen slachtoffers van mensenhandel een beroep doen op artikel 3.52 van het Vreemdelingenbesluit om een verblijfsvergunning te verkrijgen vanwege humanitaire aard. 89 Het Verdrag van Warschau introduceerde in 2005 het non-punishment-beginsel 90 : het moet in een rechtssysteem mogelijk zijn daders van strafbare feiten niet te bestraffen als ze tot die daden zijn gedwongen en slachtoffer van mensenhandel zijn. In het Nederlandse strafrecht was het al 82 Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen, Mensenhandel in en uit beeld II. Cijfermatige rapportage Den Haag: Nationaal Rapporteur 2014, blz Conclusie AG Knigge (ECLI:NL:PHR:2009:BI7099), bij Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2009:BI7099 (Chinese Horeca), nr Kamerstuk Uitvoering van internationale regelgeving ter bestrijding van mensensmokkel en mensenhandel nr. 6 VERSLAG Tweede Kamer 26 februari Verborgen slavernij in Nederland. Moderne slavernij, dichterbij dan je denkt, Stichting Fairwork Amsterdam ( Oktober 2012, blz 3 86 Cleiren en Verpalen 2012, blz Conclusie AG Knigge (ECLI:NL:PHR:2009:BI7099), bij Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2009:BI7099 (Chinese Horeca), nr Uitgewerkt in de B9 regeling van hoofdstuk 9 Vreemdelingencirculaire Uitgewerkt in de B16 regeling van hoofdstuk 16 Vreemdelingencirculaire Verdrag van de Raad van Europa ter bestrijding van mensenhandel. Warschau , artikel 26 18

19 mogelijk deze criminele uitbuiting niet te bestraffen op grond van het algemenere rechterlijk pardon van artikel 9a Sr, dat zegt dat de rechter vanwege strafbare feiten in verband met (..) de omstandigheden waaronder het feit is begaan kan besluiten geen straf of maatregel op te leggen. De werkelijke mensenhandelaar kan worden vervolgd voor de strafbare daden, door het slachtoffer gepleegd, vanwege uitlokken, medeplegen of doen plegen. 91 Het lijkt me geen gewaagde voorspelling dat de verdediging van daders van mensenhandel in een gerechtelijke procedure zal verwijzen naar deze regelingen en de mogelijkheden zal opperen die zij bieden aan illegalen of aan daders van strafbare feiten, ook als zij een valse aangifte van overige uitbuiting doen, om een verblijfsvergunning te bemachtigen of om gevrijwaard te blijven van vervolging. 92 Er is echter geen aanwijzing voor dat genoemde beschermingsregelingen de aangiftebereidheid van slachtoffers heeft doen toenemen. Vergissingen van de rechter Vergissingen van de rechter schenden het legaliteitsbeginsel van artikel 1 Sr, en als gevolg daarvan de rechtszekerheid. De subleden van het eerste lid van art. 273f Sr bevatten relatief veel afzonderlijke strafbare gedragingen die elkaar deels overlappen maar op punten ook van elkaar afwijken. In de meeste mensenhandelzaken zijn meerdere van die subleden mogelijk van toepassing op hetzelfde feitencomplex. Bovendien zijn er vaak meerdere slachtoffers. Dit maakt dat tenlasteleggingen van elkaar kunnen verschillen, en bovendien zijn ze vaak erg lang. Tenlasteleggingen lopen hierdoor bovendien het risico innerlijk tegenstrijdig te worden of onvoldoende feitelijk, waardoor nietigheid van de dagvaarding, al dan niet partieel, dreigt. De onduidelijkheid van het wetsartikel blijkt uit de situatie dat soms bestanddelen per ongeluk worden ingelezen terwijl ze voor een bewezenverklaring juist niet vereist zijn. 93 De burger die een fout maakt bij de inschatting van de strafrechtelijke aansprakelijkheid vanwege overige uitbuiting maakt een kans te worden veroordeeld, omdat hij zich heeft vergist. Hij had de strafbaarheid van zijn gedraging moeten voorzien als hij gevrijwaard wil blijven van een veroordeling. Is dat in het geval van artikel 273f Sr niet een te zware eis als juridische professionals bij uitstek, zoals rechters en officieren van justitie, zich bij de toepassing en de interpretatie van het artikel ook vergissen? Verdachten zouden meer dan eens ten onrechte worden vrijgesproken, met gevolgen voor de veiligheid van de slachtoffers en de aangiftebereidheid. Het beginsel dat iedere burger, iedere leek, de wet moet kennen, is in het geval van de wettekst van 273f Sr op dit moment een voorwaarde die relativering behoeft. In hoofdstuk 3 zal ik onderzoeken of vergissingen en verkeerde interpretaties van de rechter, als gevolg van de complexiteit van artikel 273f Sr, een rol spelen in de jurisprudentie van Samenvattend Een slachtoffer doet aangifte van overige uitbuiting. Hij of zij is zich bewust van het verbod op slavernij. In de procedure wordt gebruik gemaakt van het wetsartikel over mensenhandel waarvan de duidelijkheid en preciesheid, zoals verwoord in het lex certa-beginsel: nulla poena sine lege certa, op gespannen voet staan met het begrip van het slachtoffer. Het is niet uitgesloten dat de rechter vergissingen maakt. Het slachtoffer komt in een proces terecht waar 91 Cleiren en Verpalen 2012 blz Een strafrechtadvocaat, die ik dit voorlegde, schreef me: Persoonlijk zou ik als advocaat wel raad weten met het curieuze feit dat een aangifte beloond wordt met een verblijfsvergunning. 93 Malsch 2013, blz 6 19

20 hij of zij niet veel van begrijpt. De procespartijen kunnen de uitkomst van de procedure niet goed voorzien. Het rechtssysteem wil het slachtoffer beschermen. Als het slachtoffer zichzelf wil beschermen, door aangifte te doen in een poging om te ontsnappen aan een situatie van uitbuiting, lijkt artikel 273f Sr hem of haar niet meteen te helpen. Er is een kans dat tijdens de procedure fouten worden gemaakt en de mensenhandelaar niet zal worden vervolgd. Een van de dingen die het slachtoffer zich zal afvragen, is of de aangifte gevolgen voor zijn veiligheid zal hebben. De rechter Nieuw recht en rechtszekerheid Een rechter die recht spreekt, interpreteert de wet en past de wet toe in een concreet geval. Een rechtsregel zelf kan door de feitelijke constellatie die de rechter voor zich vindt, worden beïnvloed, er door worden vervormd, verruimd of verengd, aangevuld of verfijnd en aldus pasklaar worden gemaakt om in concreto bevredigend te kunnen werken. Daarbij kunnen nieuwe regels ontstaan, die, al of niet vervormd, aangevuld, ingekrompen of uitgebreid als jurisprudentierecht mede bepalend worden voor de rechtsvinding in volgende gelijksoortige of min of meer afwijkende gevallen. 94 De rechter spreekt recht op grond van de wet. Wanneer de rechter afwijkt van de uitleg van de wet zoals die in de jurisprudentie tot dan toe is gegeven, maar een nieuwe uitleg aan de wet geeft, kan dat gevolgen hebben voor de rechtszekerheid: In concrete gevallen verschrompelt het (beginsel van rechtszekerheid) tot de minder vergaande eis van voorzienbaarheid van een nieuwe rechtsontwikkeling of interpretatie. 95 Of in zulke concrete gevallen recht wordt gedaan aan het beginsel van de rechtszekerheid is moeilijk te voorspellen. Het is de vraag of een burger niet alleen kan voldoen aan het beginsel dat hij de wet kent, maar ook de rechtsontwikkeling die, op het moment dat hij of zij met het delict te maken krijgt, nog niet gaande was of onlangs een aanvang had genomen. Een voorbeeld van de mogelijkheden die de rechter heeft en die de burger wellicht niet had voorzien op het moment dat hij of zij een delict pleegde, is de uitleg van de in lid 1 onder 1 van artikel 273f Sr genoemde middelen. De wetgever wil door het artikel 273f Sr voorzien in een ruime strafbaarheid van het delict mensenhandel, want: zij moeten worden uitgelegd in het licht van wat op dat gebied van internationale regelgevingen is vastgelegd. 96 De middelen zijn van belang: (..) instemming van het slachtoffer met de beoogde of bestaande mensenhandel (is) niet relevant, indien één van de in art. 273f Sr genoemde dwangmiddelen is gebruikt. 97 De dwangmiddelen waar het in lid 1 onder 1 artikel 273f Sr om gaat zijn dwang (artikel 284 Sr), geweld en dreiging met geweld (artikelen 284 en 285 Sr), dreiging met een andere feitelijkheid (psychische druk 98 ), afpersing (artikel 317 Sr), fraude/valsheid in geschrift ( oplichting artikel 326 Sr/225 Sr), misleiding (artikel 326 Sr), misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht (bijvoorbeeld gebrek aan mondigheid, niet beschikken over een paspoort, in de ban zijn van een loverboy 99 ) en misbruik van een kwetsbare positie (lid 6 van artikel 273f Sr). De middelen moeten gelet op de bedoeling van 94 Mr. G.J. Wiarda, Drie typen van rechtsvinding, Zwollen 1988 (derde herziene druk), blz Loth 2009, blz Ten Kate 2013, blz 17,18 97 Ten Kate 2013, blz Ten Kate 2013, blz Ten Kate 2013, blz 24 20

Mensenhandel/ kinderhandel

Mensenhandel/ kinderhandel Mensenhandel/ kinderhandel INHOUD Definitie mensenhandel Verschil mensenhandel/ kinderhandel Casus Anne Slachtoffers in Nederland Geregistreerde vormen van uitbuiting Belang van signaleren Fragment uit

Nadere informatie

Mensenhandel in en uit beeld

Mensenhandel in en uit beeld Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen Mensenhandel in en uit beeld Cijfers vervolging en berechting 2008-2012 Inleiding Op 21 december 2012 presenteerde ik de cijfermatige

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. ONTWERPVERSLAG - Klamt (PE 302.228) over het voorstel voor een kaderbesluit van de Raad inzake de bestrijding van mensenhandel

EUROPEES PARLEMENT. ONTWERPVERSLAG - Klamt (PE 302.228) over het voorstel voor een kaderbesluit van de Raad inzake de bestrijding van mensenhandel EUROPEES PARLEMENT 1999 2004 Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken 8 mei 2001 PE 302.228/14-21 AMENDEMENTEN 14-21 ONTWERPVERSLAG - Klamt (PE 302.228) over het voorstel

Nadere informatie

Rechten van slachtoffers. Verdrag van de Raad van Europa inzake bestrijding van mensenhandel

Rechten van slachtoffers. Verdrag van de Raad van Europa inzake bestrijding van mensenhandel Rechten van slachtoffers Verdrag van de Raad van Europa inzake bestrijding van mensenhandel Mensenhandel is een schending van de rechten van talloze mensen in Europa en daarbuiten en beïnvloedt hun leven.

Nadere informatie

Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/04458 Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:1277, Gevolgd

Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/04458 Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:1277, Gevolgd ECLI:NL:HR:2016:2909 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 20-12-2016 Datum publicatie 21-12-2016 Zaaknummer 15/04458 Formele relaties Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:1277, Gevolgd Rechtsgebieden Strafrecht

Nadere informatie

2 Tenlastelegging en motivering van de gegeven vrijspraak

2 Tenlastelegging en motivering van de gegeven vrijspraak ECLI:NL:HR:2014:1174 Uitspraak 20 mei 2014 Strafkamer nr. 13/02407 Hoge Raad der Nederlanden Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 6 februari 2013, nummer 22/001806-12,

Nadere informatie

De toepassing en effectiviteit van de huidige strafrechtelijke aanpak van arbeidsuitbuiting

De toepassing en effectiviteit van de huidige strafrechtelijke aanpak van arbeidsuitbuiting De toepassing en effectiviteit van de huidige strafrechtelijke aanpak van arbeidsuitbuiting Student: Ikram Akhloufi ANR: 669818 Begeleider: mr. A.D.M. van Rijs Tilburg University Master: Rechtsgeleerdheid,

Nadere informatie

Is artikel 273f Sr nog steeds zo ingewikkeld?

Is artikel 273f Sr nog steeds zo ingewikkeld? Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen Is artikel 273f Sr nog steeds zo ingewikkeld? In april 2013 schreef Marijke Malsch een artikel in het Tijdschrift voor de Rechterlijke

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig.

ECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig. ECLI:NL:RBOVE:2016:1480 Instantie: Rechtbank Overijssel Datum uitspraak: 26-04-2016 Datum publicatie: 26-04-2016 Zaaknummer: 08.910038-15 (P) Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg

Nadere informatie

12 years [and] a slave!!

12 years [and] a slave!! 12 years [and] a slave Martine Wouters We mogen er als Nederlanders niet trots op zijn: de prominente rol in de die onze voorouders hebben gehad in de slavenhandel. Maar zijn we ons er wel van bewust dat

Nadere informatie

Hoge Raad, 08/03895 Print uitspraak

Hoge Raad, 08/03895 Print uitspraak Hoge Raad, 08/03895 Print uitspraak ak: 27-10-2009 atie: 27-10-2009 Straf re: Cassatie tie: OM-cassatie. Mensenhandel. Art. 273a (oud) Sr. 1. Misbruik. 2. Uitbuiting. Ad 1. De totstandkomingsgeschiedenis

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. WETSVOORSTEL Voorstel van wet van de leden Segers, Rebel-Volp en Kooiman tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafrecht BES, houdende de invoering van de strafbaarstelling van

Nadere informatie

Na overleg met de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1

Na overleg met de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1 contactpersoon Fractie ChristenUnie Tweede Kamer T.a.v. mw. mr. M.H. Bikker Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG datum 19 februari 2015 Voorlichting e-mail Voorlichting@rechtspraak.nl telefoonnummer 06-46116548

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2010:BN7215

ECLI:NL:GHSHE:2010:BN7215 ECLI:NL:GHSHE:2010:BN7215 Gerechtshof s-hertogenbosch Datum uitspraak: 17-09-2010 Datum publicatie: 17-09-2010 Zaaknummer: 20-003936-09 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Uitspraak

Nadere informatie

Vereniging voor de vergelijkende studie van het recht van België en Nederland

Vereniging voor de vergelijkende studie van het recht van België en Nederland Vereniging voor de vergelijkende studie van het recht van België en Nederland Preadviezen 2010 De staatsrechtelijke positie van de politieke partijen Materieelrechtelijke aspecten van mensenhandel Schade

Nadere informatie

Advies initiatiefwetgeving strafbaarstelling misbruik prostitué(e)s die slachtoffer zijn van mensenhandel

Advies initiatiefwetgeving strafbaarstelling misbruik prostitué(e)s die slachtoffer zijn van mensenhandel Advies initiatiefwetgeving strafbaarstelling misbruik prostitué(e)s die slachtoffer zijn van mensenhandel Dit document bevat de alternatieve tekst van het origineel. Dit document is bedoeld voor mensen

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2016:554. Uitspraak

ECLI:NL:HR:2016:554. Uitspraak ECLI:NL:HR:2016:554 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 05-04-2016 Datum publicatie 05-04-2016 Zaaknummer 15/00430 Formele relaties In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2014:9416, bekrachtiging/bevestiging.

Nadere informatie

Mensenhandel: het begrip uitbuiting in art. 273a Sr*2

Mensenhandel: het begrip uitbuiting in art. 273a Sr*2 Dien Korvinus, Dagmar Koster en He/een de Jonge van EI/emeef' Mensenhandel: het begrip uitbuiting in art. 273a Sr*2 Nationaal en internationaal wordt mensenhandel bestempeld als een ernstig misdrijf en

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2013:4039

ECLI:NL:RBGEL:2013:4039 ECLI:NL:RBGEL:2013:4039 Uitspraak RECHTBANK GELDERLAND Team strafrecht Zittingsplaats Zutphen Meervoudige kamer Parketnummer: [jw.sys.1.verdachte_1_parketnummer]05/860948-13 Uitspraak d.d. 22 oktober 2013

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2016:2521. Uitspraak

ECLI:NL:HR:2016:2521. Uitspraak ECLI:NL:HR:2016:2521 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 08-11-2016 Datum publicatie 09-11-2016 Zaaknummer 15/00531 Formele relaties Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:796, Contrair In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2015:164,

Nadere informatie

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek

Nadere informatie

Mensenhandel in de prostitutiebranche. Hoe zal de strafbaarstelling van een klant naar Nederlands recht vormgegeven kunnen worden?

Mensenhandel in de prostitutiebranche. Hoe zal de strafbaarstelling van een klant naar Nederlands recht vormgegeven kunnen worden? Mensenhandel in de prostitutiebranche Hoe zal de strafbaarstelling van een klant naar Nederlands recht vormgegeven kunnen worden? Masterscriptie strafrecht Inge Lok Studentnummer: 5827949 Scriptiebegeleider:

Nadere informatie

Van aardbeien en telefoonabonnementen

Van aardbeien en telefoonabonnementen 262 Luuk Esser en Corinne Dettmeijer-Vermeulen Mr. L.B. Esser is onderzoeker bij de Nationaal Rapporteur en als buitenpromovendus verbonden aan de Universiteit Leiden. Mr. C.E. Dettmeijer- Vermeulen is

Nadere informatie

11 Jurisprudentie inzake uitbuiting in de seksindustrie

11 Jurisprudentie inzake uitbuiting in de seksindustrie 11 Jurisprudentie inzake uitbuiting in de seksindustrie 11.1 Inleiding Mensenhandel wordt onder meer aangepakt door de opsporing en vervolging van de daders. Uiteindelijk doet de strafrechter uitspraak

Nadere informatie

Embargo tot 18 okt. 2012, 12.30 uur

Embargo tot 18 okt. 2012, 12.30 uur Embargo tot 18 okt. 2012, 12.30 uur Toespraak van de Nationaal rapporteur mensenhandel en seksueel geweld tegen kinderen mr. Corinne Dettmeijer-Vermeulen Ter gelegenheid van de aanbieding van het rapport

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 444 Wet van 6 november 2013 tot implementatie van de richtlijn 2011/36/EU van het Europees Parlement en de Raad inzake voorkoming en bestrijding

Nadere informatie

Een vreemde eend in de bijt

Een vreemde eend in de bijt Een vreemde eend in de bijt Een onderzoek naar de problematiek omtrent artikel 273f lid 1 sub 3 Wetboek van Strafrecht. Auteur: A.L. Koster Studentnummer: 1159011 Opleiding: Rechtsgeleerdheid, Master Straf-

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is an author's version which may differ from the publisher's version. For additional information about this

Nadere informatie

Advies IS - Irak. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law. Postbus BA Amsterdam T

Advies IS - Irak. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law. Postbus BA Amsterdam T Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 535 2632 Advies IS - Irak Datum 3 september 2014 Opgemaakt door Prof. dr. P.A. Nollkaemper Op

Nadere informatie

Enkele achtergronden bij de beslissing om geen onderzoek in te stellen tegen Jorge Zorreguieta. Voorgeschiedenis. Aangifte 2001

Enkele achtergronden bij de beslissing om geen onderzoek in te stellen tegen Jorge Zorreguieta. Voorgeschiedenis. Aangifte 2001 Enkele achtergronden bij de beslissing om geen onderzoek in te stellen tegen Jorge Zorreguieta Voorgeschiedenis Aangifte 2001 Eerder werd aangifte gedaan tegen Jorge Zorreguieta in 2001 ter zake van foltering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 091 Voorstel van wet van de leden Segers, Rebel en Kooiman tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafrecht BES, houdende

Nadere informatie

Voorstel van wet van de leden Segers, Rebel en Kooiman tot ADVIES AFDELING ADVISERING VAN DE RAAD VAN STATE EN REACTIE VAN DE INITIATIEFNEMERS

Voorstel van wet van de leden Segers, Rebel en Kooiman tot ADVIES AFDELING ADVISERING VAN DE RAAD VAN STATE EN REACTIE VAN DE INITIATIEFNEMERS 34 091 Voorstel van wet van de leden Segers, Rebel en Kooiman tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafrecht BES, houdende de invoering van de strafbaarstelling van misbruik

Nadere informatie

Mensenhandel. Datum gegenereerd: :32:14

Mensenhandel. Datum gegenereerd: :32:14 Mensenhandel De webapp Mensenhandel is ontwikkeld om signalen van mensenhandel snel en treffend te herkennen. De App beschrijft onder andere: wat mensenhandel is, verschillende uitbuitingsvormen, het verschil

Nadere informatie

Een onderzoek naar de achtergrond en de totstandkoming van de juridische basis voor de bestrijding van mensenhandel in het Nederlandse

Een onderzoek naar de achtergrond en de totstandkoming van de juridische basis voor de bestrijding van mensenhandel in het Nederlandse Een onderzoek naar de achtergrond en de totstandkoming van de juridische basis voor de bestrijding van mensenhandel in het Nederlandse straf(proces)recht. Janna H. de Wild Maart 2013 Titel scriptie: Een

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2014:3064

ECLI:NL:GHARL:2014:3064 ECLI:NL:GHARL:2014:3064 Instantie Datum uitspraak 15-04-2014 Datum publicatie 15-04-2014 Zaaknummer 21-000541-12 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Nadere informatie

Kaderbesluit van de Raad ter bestrijding van georganiseerde criminaliteit: Hoe kan EU-wetgeving op dit terrein worden verscherpt?

Kaderbesluit van de Raad ter bestrijding van georganiseerde criminaliteit: Hoe kan EU-wetgeving op dit terrein worden verscherpt? DIRECTORAAT-GENERAAL INTERN BELEID DIRECTORAAT C: RECHTEN VAN DE BURGER EN CONSTITUTIONELE ZAKEN BURGERLIJKE VRIJHEDEN, JUSTITIE EN BINNENLANDSE ZAKEN Kaderbesluit van de Raad ter bestrijding van georganiseerde

Nadere informatie

Kinderhandel in Nederland

Kinderhandel in Nederland Majorie Kaandorp en Mirjam Blaak Kinderhandel in Nederland De aanpak van kinderhandel en de bescherming van minderjarige slachtoffers in Nederland UNICEF NEDERLAND DEFENCE FOR CHILDREN ECPAT NEDERLAND

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2012:BV2125

ECLI:NL:RBZUT:2012:BV2125 ECLI:NL:RBZUT:2012:BV2125 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 24-01-2012 Datum publicatie 27-01-2012 Zaaknummer 06/850686-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

De (on)rechtmatigheid van humanitaire interventie:

De (on)rechtmatigheid van humanitaire interventie: RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN De (on)rechtmatigheid van humanitaire interventie: Respect voor staatssoevereiniteit versus bescherming van mensenrechten? PROEFSCHRIFT ter verkrijging van het doctoraat in

Nadere informatie

2 Tenlastelegging en motivering van de gegeven vrijspraak

2 Tenlastelegging en motivering van de gegeven vrijspraak ECLI:NL:HR:2013:669 Uitspraak 10 september 2013 Strafkamer nr. 12/03804 Hoge Raad der Nederlanden Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-gravenhage van 26 juli 2012,

Nadere informatie

De (in)effectiviteit van artikel 273f bij overige uitbuiting vier jaar na inwerkingtreding

De (in)effectiviteit van artikel 273f bij overige uitbuiting vier jaar na inwerkingtreding De (in)effectiviteit van artikel 273f bij overige uitbuiting vier jaar na inwerkingtreding L.A.W. van de Watering Tilburg, 5 januari 2009 De (in)effectiviteit van artikel 273f bij overige uitbuiting vier

Nadere informatie

Inleiding. 1 Strafrecht

Inleiding. 1 Strafrecht Inleiding 1 Strafrecht Plaats van het strafrecht Het strafrecht is, net als bijvoorbeeld het staatsrecht en het bestuursrecht, onderdeel van het publiekrecht. Het publiekrecht regelt de betrekkingen tussen

Nadere informatie

Artikel 1. Verhouding met het Verdrag van de Verenigde Naties tegen grensoverschrijdende georganiseerde misdaad

Artikel 1. Verhouding met het Verdrag van de Verenigde Naties tegen grensoverschrijdende georganiseerde misdaad Protocol inzake de voorkoming, bestrijding en bestraffing van mensenhandel, in het [...] Naties tegen grensoverschrijdende georganiseerde misdaad, New York, 15-11-2000 Protocol inzake de voorkoming, bestrijding

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 182 Besluit van 15 mei 2015 tot wijziging van het Besluit internationale verplichtingen extraterritoriale rechtsmacht in verband met de implementatie

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 464 Wet van 28 oktober 1999 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, enige andere wetboeken en enige wetten (opheffing algemeen bordeelverbod)

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie

Publicatieblad van de Europese Unie L 13/44 (Besluiten aangenomen krachtens titel VI van het Verdrag betreffende de Europese Unie) KADERBESLUIT 2004/68/JBZ VAN DE RAAD van 22 december 2003 ter bestrijding van seksuele uitbuiting van kinderen

Nadere informatie

Kinderhandel in Nederland

Kinderhandel in Nederland UNICEF NEDERLAND DEFENCE FOR CHILDREN ECPAT NEDERLAND Majorie Kaandorp en Mirjam Blaak Kinderhandel in Nederland De aanpak van kinderhandel en de bescherming van minderjarige slachtoffers in Nederland

Nadere informatie

1. voorafgaand aan het verhoor een advocaat kan raadplegen, 2. de verdachte tijdens het verhoor bijstand van zijn advocaat geniet,

1. voorafgaand aan het verhoor een advocaat kan raadplegen, 2. de verdachte tijdens het verhoor bijstand van zijn advocaat geniet, You have the right to remain silent. Should you waive that right, anything you say can be held against you in a court of law. You have the right to speak to an attorney. If you cannot afford an attorney,

Nadere informatie

veiligheid door samenwerken aanpak arbeidsuitbuiting Een inleiding

veiligheid door samenwerken aanpak arbeidsuitbuiting Een inleiding veiligheid door samenwerken aanpak arbeidsuitbuiting Een inleiding voorwoord Elke werknemer in Nederland heeft recht op fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden. En iedereen moet zijn werk op een veilige manier

Nadere informatie

Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I

Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I Besluit van, houdende wijziging van het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens in verband met de implementatie van de richtlijn 2011/93/EU van het Europees Parlement en de Raad ter bestrijding

Nadere informatie

Bijlage 1. Inbreuken en strafbepalingen waarop een beroep kan gedaan worden op het vlak van eergerelateerd geweld

Bijlage 1. Inbreuken en strafbepalingen waarop een beroep kan gedaan worden op het vlak van eergerelateerd geweld Bijlage 1. Inbreuken en strafbepalingen waarop een beroep kan gedaan worden op het vlak van eergerelateerd geweld Inleidende opmerkingen: - Een fenomeen dat valt onder het begrip eergerelateerd geweld

Nadere informatie

De verblijfsregeling mensenhandel in het licht van Europa

De verblijfsregeling mensenhandel in het licht van Europa Faculteit Rechtsgeleerdheid Masterscriptie -Accent strafrecht- Universiteit van Tilburg Academiejaar 2014-2015 De verblijfsregeling mensenhandel in het licht van Europa Voldoet de verblijfsregeling mensenhandel

Nadere informatie

De Hoge Raad moet om! Over het recht minderjarige slachtoffers in zedenzaken te ondervragen

De Hoge Raad moet om! Over het recht minderjarige slachtoffers in zedenzaken te ondervragen This is a postprint of De Hoge Raad moet om! Over het recht minderjarige slachtoffers in zedenzaken te ondervragen Wilde, B. de Nederlands Juristenblad, 2009(44/45), 2885-2886 Published version: no link

Nadere informatie

Terug naar de Collegebanken

Terug naar de Collegebanken Terug naar de Collegebanken Strafbaarheid van onderneming en bestuurder Prof. mr. Roan Lamp 4 september 2014 1 Terug naar de Collegebanken - Strafbaarheid van onderneming en bestuurder Inhoud Inleiding

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 208 Uitvoering van het op 20 december 2006 te New York tot stand gekomen Internationaal Verdrag inzake de bescherming van alle personen tegen

Nadere informatie

Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid: 2014-05-11

Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid: 2014-05-11 ECLI:NL:GHSHE:2015:3566 Instantie: Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak: 16-09-2015 Datum publicatie: 17-09-2015 Zaaknummer: 20-002514-14 Rechtsgebieden: Materieel strafrecht Strafprocesrecht Bijzondere

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 091 Voorstel van wet van de leden Segers, Rebel en Kooiman tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafrecht BES, houdende

Nadere informatie

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R.

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R. 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Ad 1) Capaciteit aanpak mensenhandel en terugloop meldingen (mogelijke) slachtoffers bij CoMensha

Ad 1) Capaciteit aanpak mensenhandel en terugloop meldingen (mogelijke) slachtoffers bij CoMensha 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.nationaalrapporteur.nl

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:1999:AB9475: Vrouwenhandel, 6 juli artikel 250ter Sr,

ECLI:NL:HR:1999:AB9475: Vrouwenhandel, 6 juli artikel 250ter Sr, ECLI:NL:HR:1999:AB9475: Vrouwenhandel, 6 juli 1999 artikel 250ter Sr, Gedragingen die ertoe stekken een of meer vrouwen in de prostitutie in een ander land te brengen, leveren niet slechts dan vrouwenhandel

Nadere informatie

2012 STAATSBLAD No. 169 VAN DE REPUBLIEK SURINAME

2012 STAATSBLAD No. 169 VAN DE REPUBLIEK SURINAME 2012 1 2012 STAATSBLAD VAN DE REPUBLIEK SURINAME WET van 29 oktober 2012, houdende goedkeuring van de toetreding van de Republiek Suriname tot de International Convention for the Suppression of the Financing

Nadere informatie

Lijst met publicaties van P.P.J. van der Meij

Lijst met publicaties van P.P.J. van der Meij Lijst met publicaties van P.P.J. van der Meij 2001 Annotaties bij: o Rechtbank Amsterdam 13 juni 1995, RR 366. o Hof Leeuwarden 7 april 1997, RR 430. o Rechtbank Rotterdam 8 april 1998, RR 471. o Hof Den

Nadere informatie

gelet op artikel 63, eerste alinea punt 3 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 63, eerste alinea punt 3 van het EG-Verdrag, P5_TA(2002)0591 Verblijfstitel met een korte geldigheidsduur * Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende de verblijfstitel met een korte

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:2577

ECLI:NL:GHARL:2015:2577 ECLI:NL:GHARL:2015:2577 Uitspraak Arrest GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN Strafrecht Parketnummer: 21-008157-13 Datum uitspraak: 9 april 2015 Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken gewezen

Nadere informatie

Camera-toezicht op de werkplek

Camera-toezicht op de werkplek Camera-toezicht op de werkplek december 2006 mr De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch kan aansprakelijk worden gesteld

Nadere informatie

Deelneming aan een criminele organisatie

Deelneming aan een criminele organisatie Deelneming aan een criminele organisatie Participation in a criminal organization Een onderzoek naar de strafbaarstellingen in artikel 140 Sr A research into the offences in Article 140 Penal Code PROEFSCHRIFT

Nadere informatie

Datum 6 januari 2016 Onderwerp Gespreksnotitie Nationaal Rapporteur rondetafelgesprek kindermisbruik. Geachte voorzitter,

Datum 6 januari 2016 Onderwerp Gespreksnotitie Nationaal Rapporteur rondetafelgesprek kindermisbruik. Geachte voorzitter, 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Tweede Kamer der Staten-Generaal t.a.v. de voorzitter van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie mevrouw L. Ypma Postbus 20018 2500 EA Den Haag Turfmarkt

Nadere informatie

VOORWOORD bij de tweede druk

VOORWOORD bij de tweede druk VOORWOORD bij de tweede druk Op 25 december 2003 trad het Palermo Protocol in werking. Met dit Protocol hebben de Verenigde Naties een belangrijke stap gezet in de internationale strijd tegen de mensenhandel.

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:3838

ECLI:NL:GHDHA:2014:3838 ECLI:NL:GHDHA:2014:3838 Instantie: Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak: 13-11-2014 Datum publicatie: 28-11-2014 Zaaknummer: 22-000767-14 Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Uitspraak

Nadere informatie

Minderjarige slachtoffers in mensenhandelzaken: Ze wilde het zelf. Toch? 2

Minderjarige slachtoffers in mensenhandelzaken: Ze wilde het zelf. Toch? 2 Mr. C.E. Dettmeijer-Vermeulen en mr. dr. M. Boot-Matthijssen 1 Artikelen Minderjarige slachtoffers in mensenhandelzaken: Ze wilde het zelf. Toch? 2 Kinderen moeten worden beschermd, soms ook tegen zichzelf.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 31-03-2004 Datum publicatie 08-04-2004 Zaaknummer 06/060115-03 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Revoluties inzake criminaliteitsstatistiek

Revoluties inzake criminaliteitsstatistiek Revoluties inzake criminaliteitsstatistiek EULOCS : een classificatiesysteem voor misdrijven op het niveau van de Europese Unie Wendy De Bondt Assistent en doctoraatsstudent UGent www.ircp.org Universiteitstraat

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 039 Uitvoering van het op 11 mei 2011 te Istanboel tot stand gekomen Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld

Nadere informatie

Voeging ad informandum in strafzaken

Voeging ad informandum in strafzaken Voeging ad informandum in strafzaken A.A. Franken Gouda Quint BV (S. Gouda Quint - D. Brouwer en Zoon) Arnhem 1993 Inhoudsopgave Gebruikte afkortingen IX 1. Introductie 1.1 Het begin van de voeging ad

Nadere informatie

Mensenhandel is om ons heen. Factsheet bij de Negende rapportage van de Nationaal rapporteur

Mensenhandel is om ons heen. Factsheet bij de Negende rapportage van de Nationaal rapporteur Mensenhandel is om ons heen Factsheet bij de Negende rapportage van de Nationaal rapporteur Mensenhandel is om ons heen Mensenhandel is om ons heen. De laatste jaren wordt duidelijk dat mensen op vele

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 16816 21 juni 2013 Aanwijzing mensenhandel Categorie: Pre-opsporing, opsporing, vervolging Rechtskarakter: Aanwijzing

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMAA:2011:BP5002

ECLI:NL:RBMAA:2011:BP5002 ECLI:NL:RBMAA:2011:BP5002 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 16-02-2011 Datum publicatie 17-02-2011 Zaaknummer 03-702714-08 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 086 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en het Wetboek van Strafrecht in verband met strafbaarstelling van zeer gevaarlijk rijgedrag en verhoging

Nadere informatie

Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit

Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit SAMENVATTING De Wet BOB: Titels IVa en V in de praktijk Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit Mirjam Krommendijk Jan Terpstra Piet Hein van

Nadere informatie

Inhoudstafel. Europese Unie Verdrag van 25 maart 1957 betreffende de Werking van de Europese Unie 153

Inhoudstafel. Europese Unie Verdrag van 25 maart 1957 betreffende de Werking van de Europese Unie 153 Inhoudstafel Nationaal... 13 Artikelen 3-4 Strafwetboek (Wet 8 juni 1867) 15 Wet 1 oktober 1833 op de uitleveringen 16 Uitleveringswet 15 maart 1874 17 Artikelen 6 14 Voorafgaande Titel Wetboek van Strafvordering

Nadere informatie

Geheimhoudingsverklaring ambtenaren Stichtse Vecht

Geheimhoudingsverklaring ambtenaren Stichtse Vecht Geheimhoudingsverklaring ambtenaren Stichtse Vecht Verklaring met betrekking tot de geheimhoudingsplicht Ondergetekende, Werkzaam bij gemeente Stichtse Vecht Verklaart hierbij : a. dat hij/zij op de hoogte

Nadere informatie

Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht

Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht Mr. J. Kronenberg Mr. B. de Wilde Vijfde druk Kluwer a Kluwer business Deventer - 2012 Inhoudsopgave Voorwoord 13 Aanbevolen literatuur 15 Afkortingenlijst 17

Nadere informatie

Lijst met publicaties van P.P.J. van der Meij

Lijst met publicaties van P.P.J. van der Meij Lijst met publicaties van P.P.J. van der Meij 2001 Annotaties bij: o Rechtbank Amsterdam 13 juni 1995, RR 366. o Hof Leeuwarden 7 april 1997, RR 430. o Rechtbank Rotterdam 8 april 1998, RR 471. o Hof Den

Nadere informatie

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra Samenvatting Dit onderzoek heeft als onderwerp de invloed van het Europees Verdrag

Nadere informatie

Advies inzake initiatiefwetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het strafbaar stellen van seksuele intimidatie

Advies inzake initiatiefwetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het strafbaar stellen van seksuele intimidatie PvdA Tweede Kamerfractie T.a.v. dhr. T. Langenhuyzen Postbus 20018 2500 EA Den Haag Afdeling Strategie bezoekadres Kneuterdijk 1 2514 EM Den Haag correspondentieadres Postbus 90613 2509 LP Den Haag datum

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2011:BQ6691

ECLI:NL:PHR:2011:BQ6691 ECLI:NL:PHR:2011:BQ6691 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 05-07-2011 Datum publicatie 05-07-2011 Zaaknummer 09/04436 Formele relaties Arrest gerechtshof: ECLI:NL:GHLEE:2009:BJ9385 Arrest

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Bewijs. Strafzaken. Bewijsvoering. Onrechtmatig verkregen bewijs. Toelaatbaarheid. Beoordeling door de rechter Datum 23 maart 2004 Copyright and disclaimer Gelieve

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken parketnummer : 20.001938.96 uitspraakdatum : 29 april 1997 verstek dip GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken A R R E S T gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

Voorwoord. Lawbooks Grondslagen van Recht ( ) Beste student(e),

Voorwoord. Lawbooks Grondslagen van Recht ( ) Beste student(e), Grondslagen van Recht Week 3 2018 2019 Voorwoord Beste student(e), Voor je ligt de samenvatting van de stof van Hoofdstuk 14 van het boek Hoofdlijnen, dat voorgeschreven wordt in week 3. Aanvankelijk hebben

Nadere informatie

a) Titel voorstel Proposal for a directive of the European Parliament and of the Council on countering money laundering by criminal law.

a) Titel voorstel Proposal for a directive of the European Parliament and of the Council on countering money laundering by criminal law. Fiche 2: Richtlijnvoorstel strafbaarstelling witwassen 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel Proposal for a directive of the European Parliament and of the Council on countering money laundering by criminal

Nadere informatie

binnen een vrij Onderzoek Amsterdamse prostitutiebranche

binnen een vrij Onderzoek Amsterdamse prostitutiebranche 32 secondant #2 mei 2011 Onderzoek Amsterdamse prostitutiebranche Uitbuiting en m binnen een vrij Met verschillende landelijke en lokale maatregelen ter regulering van prostitutiebranche, is de afgelopen

Nadere informatie

Datum 5 november 2012 Onderwerp Antwoorden kamervragen over strafrechtelijke ontruiming van krakers

Datum 5 november 2012 Onderwerp Antwoorden kamervragen over strafrechtelijke ontruiming van krakers 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen:

Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen: Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te 14.30 uur Kenmerk: 160102 PLEITNOTA Inzake: Deken orde van Advocaten Den Haag - mr. M.J.F. Stelling Raadsman: W.H. Jebbink Geen ontzegging tot onafhankelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 28 638 Mensenhandel Nr. 2 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR VREEMDELINGENZAKEN EN INTEGRATIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

mr. M.K.A. Wijnbelt officier van justitie Mensenhandel

mr. M.K.A. Wijnbelt officier van justitie Mensenhandel mr. M.K.A. Wijnbelt officier van justitie Mensenhandel Seksuele uitbuiting Arbeidsuitbuiting Seksuele uitbuiting / voorbeeld 1 Natasja (19 jaar) uit Hongarije Wordt door Hongaarse groepering naar Nederland

Nadere informatie

Het hoger beroep De officier van justitie heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Het hoger beroep De officier van justitie heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld. ECLI:NL:GHARL:2015:7181 Instantie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak: 25-09-2015 Datum publicatie: 25-09-2015 Zaaknummer: 21-004143-14 Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALK:2010:BN9788

ECLI:NL:RBALK:2010:BN9788 ECLI:NL:RBALK:2010:BN9788 Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak: 07-10-2010 Datum publicatie: 08-10-2010 Zaaknummer: 14.810141-07 Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

Advies inzake initiatiefwetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het strafbaar stellen van seksuele intimidatie

Advies inzake initiatiefwetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het strafbaar stellen van seksuele intimidatie Advies inzake initiatiefwetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het strafbaar stellen van seksuele intimidatie Dit document bevat de alternatieve tekst van het origineel.

Nadere informatie

Het ten laste gelegde artikel 250 ter Wetboek van Strafrecht (oud)

Het ten laste gelegde artikel 250 ter Wetboek van Strafrecht (oud) Een verbijsterende vrijspraak Het ten laste gelegde artikel 250 ter Wetboek van Strafrecht (oud) Ten tijde van het gebeuren gold de voorloper van het huidige artikel 273f, artikel 250terWetboek van Strafrecht.[7]

Nadere informatie