Verklarende tekst bij kaartbladen Texte explicatif des feuilles 31-39

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Verklarende tekst bij kaartbladen 31-39 Texte explicatif des feuilles 31-39"

Transcriptie

1 Brussels Instituut voor Milieubeheer Institut Bruxellois pour la Gestion de l Environnement BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART CARTE D EVALUATION BIOLOGIQUE Verklarende tekst bij kaartbladen Texte explicatif des feuilles Brichau, I., Ameeuw, G., Gryseels, M. & Paelinckx, D.

2 Wijze van citeren (zowel kaarten als tekst) / Façon de citer (cartes et texte): Brichau, I., Ameeuw, G., Gryseels, M. & Paelinckx, D., Biologische Waarderingskaart, versie 2 / Carte d Evaluation Biologique, version 2, Kaartbladen / Feuilles en Brusssels Instituut voor Milieubeheer / Institut Bruxellois pour la Gestion de l Environnement. Mededelingen van het 15, Brussel / Communications de l 15, Bruxelles. 203 pp kaartbladen / 203 pag feuilles. Colofon/Colophone Samenstelling / Réalisation Wetenschappelijke Instelling van de Vlaamse Gemeenschap Institut Scientifique de la Communauté flamande Brussels Instituut voor Milieubeheer Institut Bruxellois pour la Gestion de l Environnement Franse vertaling / Traduction française S. Clara (BIM-IBGE) Nalezing / Relecture: M. Gryseels, J. C. Prignon, P. Soetens (BIM-IBGE) Verantwoordelijk uitgevers / Editeurs responsables Desiré Paelinckx, Eckhart Kuijken Depotnummer / Numéro de dépôt D/1998/3241/198 ISBN-nummer / Numéro ISBN Cover / Couverture Lembeekbos, Halle / Hal (foto / photo Inge Brichau) Opmaak en druk / Mise en pages et édition Enschedé-Van Muysewinkel 2000,, Brussel Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Aucun passage de cette publication ne peut être reproduit et/ou publié par impression, photocopie, microfilm ou quelque moyen que ce soit, sans l autorisation écrite préalable de l éditeur. Brussels Instituut voor Natuurbeheer Kliniekstraat 25 Institut Bruxellois pour la Gestion de l Environnement B-1070 Brussel / Bruxelles Gulledelle 100 B-1200 Brussel / Bruxelles bwk@instnat.be bwk@ibgebim.be Internet: Internet: Tel. 02/ Tel. 02/ Fax 02/ Fax 02/

3 BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART CARTE D EVALUATION BIOLOGIQUE Verklarende tekst bij kaartbladen Texte explicatif des feuilles Brichau, I., Ameeuw, G., Gryseels, M. & Paelinckx, D. Mededelingen van het 15 Communications de l 15 Brussel-Bruxelles In opdracht van de - A la demande du Vlaamse regering en Vlaamse Landmaatschappij, Mestbank

4 2 BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART Verklarende tekst bij kaartbladen 31-39

5 Inhoudsopgave Inhoudsopgave VOORWOORD SAMENVATTING Inleiding Situering Bewoning en verkeersassen Tekst en terreinopname Karteringseenheden, evaluatie Digitaal bestand Indeling in gebieden en synthese van hun belangrijkste kenmerken Pajottenland (I) Geologie Geomorfologie Hydrologie Pedologie Landschapsbeschrijving aan de hand van cultuurhistorische invloeden Algemene biologische typering Brabants Leemlandschap van het Pajottenland Zandleemstreek Dender- en Bellebeekvallei Gebiedsbespreking Gebied 1: Wolfsputten-Begijnenborrebos-Vallenbos Gebied 2: Laarbeek-Molenbeek-Neerpedebeek Gebied 3: Zobbroekbeek Gebied 4: Kasteel van Gaasbeek-Kasteel Groenenberg-Molenbeek Gebied 5: Zuunbeek Gebied 6: Bos te Rijst Gebied 7: Kesterheide-Gooik Gebied 8: Klapscheutbeek-Kasteelbeek Gebied 9: Molenbeek Gebied 10: Liedekerkebos Gebied 11: Bellebeekvallei Globale evaluatie en bescherming Land van Asse (II) Geologie Geomorfologie Hydrologie Pedologie Landschapsbeschrijving aan de hand van cultuurhistorische invloeden Algemene biologische typering Gebiedsbespreking Gebied 12: Vrijhout-Nieuwermolenbeek Gebied 13: Putberg-Broekebeek-Kleine en Grote Wijtsbeek Gebied 14: Molenbeek te Kobbegem Globale evaluatie en bescherming Zennevallei (III) Geologie Geomorfologie Hydrologie en hydrografie Pedologie Landschapsbeschrijving aan de hand van cultuurhistorische invloeden Algemene biologische typering Gebiedsbespreking Gebied 15: Grote Zenne Gebied 16: Kasteelpark Lembeek Gebied 17: Brukom-Lotbeek Gebied 18: Zennebeemden Beersel-Ruisbroek Globale evaluatie en bescherming BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART Verklarende tekst bij kaartbladen

6 Inhoudsopgave 6. Brabants Heuvelland (IV) Geologie Geomorfologie Hydrologie Pedologie Landschapsbeschrijving aan de hand van cultuurhistorische invloeden Algemene biologische typering Brabants Ardennenlandschap Leemlandschap van het Brabants Heuvelland Verschillende subregio s, verschillende bostypen Gebiedsbespreking Gebied 19: Hallerbos en omgeving Gebied 20: Lembeekbos Gebied 21: Maasdalbeek-Maasdalbos-Vijverbeek-Mollebeek-Villersbeek Gebied 22: Molenbeek-Begijnenbos-Bruine put-provinciaal domein Huizingen Gebied 23: Kesterbeek-Meigemheide-Gasthuisbos-Dwersbos-Kleetbos Gebied 24: Kwadebeekvallei-Park Revelingen Gebied 25: Zoniënwoud Gebied 26: IJsevallei-Hagaardbos-Smeiberg Globale evaluatie en bescherming Beneden Dijleland (V) Geologie Geomorfologie Hydrologie Pedologie Landschapsbeschrijving aan de hand van cultuurhistorische invloeden Algemene biologische typering Brussels Hoofdstedelijk Gewest (VI) Geologie Geomorfologie Hydrologie Pedologie Landschapsbeschrijving aan de hand van cultuurhistorische invloeden Algemene biologische typering Landschappelijke typering Algemene biologische typering Gebiedsbespreking Gebied 1 : Zoniënwoud van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Gebied 2 : Ter Kamerenbos Gebied 3 : Enkele aan het Zoniënwoud grenzende bosgebieden: Huart, Charles-Albert, Jungers, Hertoginnedal, Bergoje, Tournay-Solvay, Vorserijplateau Gebied 4 : Oude Zoniënwoudrelicten in het zuidwesten van Brussel: Verrewinkelbos, Groeselenberg, oude Delvauxeigendom en parkbossen Gebied 5 : Woluwevallei: valleigebied in de bosinvloedssfeer overgaand in de landelijke invloedssfeer Gebied 6 : Geleytsbeek-Linkebeek-Verrewinkelbeekvallei te Ukkel Gebied 7 : Landelijke ruigten te Ukkel: Engeland, Kauwberg, Avijl Gebied 8 : Bossen van het noordwesten van Brussel: Laarbeekbos, Poelbos, Dielegembos en relicten in de omgeving Gebied 9 : Molenbeekvallei Gebied 10 : Begijnbosdal en Craetveldbos Gebied 11 : Scheutbos Gebied 12 : Pedevallei Gebied 13 : Vogelzangbeekvallei Gebied 14 : Relicten van de Zennevallei Globale evaluatie en bescherming Bijlage 1: Soortenlijst van de vermelde flora Bijlage 2: Soortenlijst van de vermelde fauna Franstalige versie - Version française BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART Verklarende tekst bij kaartbladen 31-39

7 Inhoudsopgave Literatuur- en documentatielijst Index van de toponiemen Figuren in bijlage Figuur 1.1. Beeld van de verstedelijking en de herkomst van de gegevens Figuur 2.1. Dagzomen van het Tertiair in het studiegebied Figuur 2.2. Indeling in lanschapsecologisch homogene gebieden (ecodistricten en ecoregio s) Figuur 2.3. Vlaams Gewest : Situering van de besproken gebieden Figuur 2.4. Situering van hoogstamboomgaarden Figuur 2.5. Situering van de waterlopen en stilstaande waters Figuur 2.6. Situering van de extensieve graslanden Figuur 2.7. Situering van de heiden, heischrale graslanden en zure eiken-berkenbossen Figuur 2.8. Situering van de verschillende bostypen en hun internationale betekenis Figuur 6.2. De omvang van het Zoniënwoud in de loop der tijden Figuur 8.1. Brussels Hoofdstedelijk Gewest: reliëf en belangrijkste beekvalleien Figuur 8.2. Brussels Hoofdstedelijk Gewest: stedelijke landschappen. Figuur 8.3. Brussels Hoofdstedelijk Gewest: situering van de besproken gebieden Figuur 8.4. Brussels Hoofdstedelijk Gewest: natuur- en bosreservaten Figuur 8.5. Brussels Hoofdstedelijk Gewest: afbakening van de voorgestelde Habitatrichtlijngebieden BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART Verklarende tekst bij kaartbladen

8 6 BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART Verklarende tekst bij kaartbladen

9 Voorwoord Voorwoord Het project "Biologische Waarderingskaart van België" (BWK) startte in 1978 als een nationaal project onder de bevoegdheid van het toenmalige Ministerie van Volksgezondheid en Leefmilieu. Het onderzoek gebeurde met de medewerking van een tiental wetenschappelijke centra. De coördinatie berustte bij het Instituut voor Hygiëne en Epidemiologie. Dit nationale project werd beëindigd in 1986, op een ogenblik dat het veldwerk nagenoeg was afgerond en ongeveer de helft van de kaarten waren gepubliceerd. Voor het Vlaamse Gewest heeft sindsdien het de werkzaamheden rond de Biologische Waarderingskaart verder gezet. Eerst gebeurde dit door contractuele overeenkomsten met de vroegere karteercentra, die de ontwerpen van kaarten en teksten praktisch volledig afwerkten. Sinds 1990 werd aan het een "cel Biologische Waarderingskaart" toegevoegd. Een belangrijke taakstelling van deze cel is, naast het drukklaar maken van de documenten, de opbouw van een digitale databank in functie van de verdere publicatie en het wetenschappelijk onderzoek. Met de officiële overdracht van het nationale project naar de gewesten in het voorjaar van 1993 kon de publicatie van de resterende kaartbladen hervat worden. Dit kaartblad is het resultaat van een vruchtbare samenwerking tussen het en het Brussels Instituut voor Milieubeheer. Door deze lange tijdsspanne tussen terreinopnamen en publicatie zijn de toenmalige kaarten en teksten ongetwijfeld vatbaar voor aanvullingen en verbeteringen. Gezien het toenemend belang en gebruik van de BWK (zowel kaarten als karteringseenheden) in kringen van natuurbehoud, ruimtelijke planning en milieubeleid, werd besloten een grondige actualisatie van de kaarten door te voeren. In 1997 en 1998 kon de tweede versie van de Biologische Waarderingskaart gerealiseerd worden dankzij een opdracht van de Vlaamse regering via de Vlaamse Landmaatschappij, Mestbank. Sinds 1999 is met kredieten van de Vlaamse Gemeenschap een groep contractuele medewerkers aan het toegevoegd. Hoewel bij de opmaak van de BWK, versie 2, belangrijke methodologische aanpassingen zijn doorgevoerd, blijven de hoofdkenmerken van de vorige versie behouden. Hierdoor behouden de kaarten hun belang als uniform referentiekader voor geheel Vlaanderen. De bruikbaarheid van de nieuwe versie zal voor meer gedetailleerde karteringen en projecten een duidelijke meerwaarde betekenen. Prof. dr. E. Kuijken Algemeen directeur BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART Verklarende tekst bij kaartbladen

10 8 BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART Verklarende tekst bij kaartbladen 31-39

11 Samenvatting Samenvatting De kaartbladen worden opgedeeld in 6 grote eenheden : het Pajottenland, het Land van Asse, de Zennevallei, het Brabants Heuvelland, het Beneden Dijleland en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Pajottenland Het Pajottenland bestaat uit een gevarieerd heuvelachtig agrarisch landschap met talrijke valleien en oude boscomplexen. De meest in het oogspringende beekvallei is de Zuunbeek met de talrijke bronbeken in de bovenloop en de vochtige soortenrijke weilandcomplexen in de midden- en de benedenloop. De graslanden zijn vaak omzoomd met populieren, knotwilgen of haagkanten en bevatten dikwijls poelen. Tussen de akkers en weilanden zorgen heel wat taluds en holle wegen voor structuur in het landschap. Hoogstamboomgaarden komen nog veelvuldig voor en zijn omgeven door hagen en/of bomenrijen. De bossen zijn gesitueerd in kasteeldomeinen, op steile hellingen en in de valleien. Het gaat meestal om oude bostypen met voorjaarsflora. Wilde hyacint, Wilde narcis, Bosbingelkruid en Daslook komen veelvuldig voor. De belangrijkste grote boscomplexen zijn Bos te Rijst, Liedekerkebos en het kasteeldomein van Gaasbeek. Op de steile hellingen komen de typische overgangen voor van zuur eiken-beukenbos over bossen met voorjaarsflora naar vallei- en bronbossen met een uitgesproken lente-aspect. Land van Asse Het Land van Asse sluit nauw aan bij de vegetatietypen van het Pajottenland. Het gaat eveneens over een structuurrijk agrarisch landschap met vele valleibossen. Het aandeel van de graslanden en akkers is groot. In de bostypen zijn vooral de alluviale essen-olmenbossen aanwezig en in mindere mate het eiken-haagbeukenbos met Wilde hyacint. De bebouwing drukt een belangrijke stempel op het uitzicht van het landschap. Het gaat zowel om dichte als open bebouwing, residentiële wijken en een belangrijk aandeel industriegebied. Zennevallei De Zennevallei ten zuiden van Brussel is plaatselijk nog intact gebleven. Het gehele systeem kan als een waardevolle structuurrijke gevarieerde open vallei beschouwd worden, bestaande uit vochtige weilanden, natte ruigten en grachtenstelsels met vele bomenrijen en haagkanten. De stedelijke invloed is er soms erg groot. De stad Halle is uitgegroeid tot een belangrijk stedelijk gebied op de Zenne. De industrieterreinen zijn in deze vallei frequent aanwezig (Buizingen-Beersel en Ruisbroek-Drogenbos). Brabants Heuvelland Het Brabants Heuvelland is een zeer bosrijke regio. Het Zoniënwoud, het Hallerbos en talrijke boscomplexen er tussenin, zorgen ervoor dat meer dan een kwart van de oppervlakte uit bos bestaat. Het gaat om oude bossen met een soortenrijke vegetatie. De zure eiken- en beukenbossen vormen een overwicht in de aanwezige bostypen. Opmerkelijk is het grote aandeel van het bostype met Wilde hyacint. Niet alleen het Hallerbos maar ook de minder gekende bossen als Lembeekbos, Kluisbos, Begijnenbos, Gasthuisbos en Dwersbos dragen hiertoe bij. Bronbossen en alluviale bossen met Daslook, Bosbingelkruid, Verspreid- en Paarbladig goudveil komen veelvuldig voor.vermeldenswaardig is de aanwezigheid van het voor Vlaanderen zeldzame beukenbostype met eerder kalkminnende soorten: Eenbloemig parelgras, Lievevrouwbedstro en Vogelnestje. Op plaatselijke zandopduikingen zijn echt zure eiken-berkenbossen en fragmentaire droge heidevegetaties terug te vinden. Deze oude bosecosystemen zijn vanuit faunistisch oogpunt eveneens belangrijk voor de aanwezigheid van talrijke soorten zoals verschillende vleermuizen, BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART Verklarende tekst bij kaartbladen

12 Samenvatting Boommarter, Vroedmeesterpad, Vuursalamander, Iepepage, Grote weerschijnvlinder, Sleedoornpage, Beekprik en Rivierdonderpad Het geaccidenteerd reliëf en de plaatselijk erg natte bodems, zorgen voor de aanwezigheid van mesofiele graslanden en dotterbloemhooilanden. De weilanden vallen vaak onder een vrij extensief beheer en zijn soortenrijk. In de grote akker-complexen zijn dikwijls heel wat taluds, bomenrijen of holle wegen terug te vinden. Het aandeel van residentiële woonwijken is relatief groot en is vooral gesitueerd in de omgeving van het Zoniënwoud. Beneden-Dijleland Het gedeelte van het Beneden-Dijleland gelegen op dit kaartblad heeft een industrieel (luchthaven van Zaventem) en stedelijk karakter. In de buurt van de industriegebieden zijn opgehoogde terreinen, soortenarme ruigten en aanplanten op te merken. Enkel in het noordoosten zijn nog elementen van de oorspronkelijke Zandleemstreek waar te nemen. De gronden daar worden praktisch volledig door de landbouw benut en bestaan hoofdzakelijk uit grote akkercomplexen. Brussels Hoofdstedelijk Gewest In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, een administratieve entiteit, treffen de hoger besproken landschappen zich in het centrale, sterk verstedelijkte gedeelte. Hoewel de groengebieden met belangrijke natuurwaarden zich vrijwel allen aan de periferie van het gewest bevinden, omvatten de talrijke parken, eigen aan het urbaan gebied, niet zelden echte natuurwaarden. Het gewest wordt doorsneden door de brede zuidwest-noordoost verlopende, grotendeels verstedelijkte en geïndustrialiseerde Zennevallei, met slechts enkele moerasrelicten in de periferie (Bempt, Moeraske). Enkele zijvalleigebieden (Woluwe-, Molenbeek, Geleytsbeek, Vogelzangbeek - en Pedebeekvallei) bepalen in belangrijke mate het landschap en omvatten nog belangrijke natuurwaarden (vijvers, moerassen, graslanden en valleibossen). In het hogere zuidoostelijke, zeer groen stadsgedeelte, strekt zich op dominante wijze het Brabantse Heuvelland uit, met het Zoniënwoud als belangrijkste en grootste Brusselse natuurgebied, en talrijke andere oude goed bewaarde bosrelicten, vaak ingebed in bosparken. In het noordwesten wordt de uitloper van het land van Asse gedomineerd door enkele bossen van een ander type, eertijds ontstaan door bebossing van oude kalksteengroeven, gekenmerkt door een rijke voorjaarsflora met veel Daslook (vb. Laarbeekbos). In de periferie vindt men doorheen de diverse leem- en zandleemlandschappen nog heel wat relicten natuurgebied ingebed in wat rest van het oude landschap en meer verstedelijkte zones met valleigebieden, kleine landschapselementen, bloemrijke en schralere graslanden en landelijke ruigten (vb. Kauwberg, Pedevallei, Scheutbos, Begijnbosdal).Typisch is, zowel in het meer verstedelijkte als het relict landelijke gebied, de aanwezigheid van heel wat ruigten, die bijzonder soortenrijk kunnen zijn. Faunistisch is naast de toenemende invloed van exoten (vb. Halsbandparkiet), vooral de opvallende rijkdom aan vleermuizen, gebonden aan het Zoniënwoud en Woluwevallei, vermeldenswaard. 10 BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART Verklarende tekst bij kaartbladen 31-39

13 1 Inleiding Inleiding 1.1 Situering Het besproken gebied omvat de volgende kaartbladen van de topografische kaart van België (schaal 1:10.000), uitgegeven door het Nationaal Geografisch Instituut: 31/1 Noord Asse 31/1 Zuid Borchtlombeek 31/2 Noord Wemmel 31/2 Zuid Anderlecht 31/3 Noord Brussel/Bruxelles 31/3 Zuid Bruxelles/Brussel 31/4 Noord Zaventem 31/4 Zuid Sint-Pieters-Woluwe/ Woluwe-Saint-Pierre 31/5 Noord Lennik 31/5 Zuid Pepingen 31/6 Noord Sint-Pieters-Leeuw 31/6 Zuid Halle 31/7 Noord Uccle/Ukkel 31/7 Zuid Linkebeek 31/8 Noord Tervuren 31/8 Zuid Hoeilaart 39/1 Rebecq 39/2 Ittre 39/3 Waterloo 39/4 La Hulpe Het overgrote deel van het gekarteerde gebied behoort tot de provincie Vlaams-Brabant. Slechts een klein deel op kaartblad 31/1 behoort tot de provincie Oost- Vlaanderen. De kaartbladen bevatten ook volledig het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Volgende gemeenten bevinden zich op de kaartbladen: volledig: Anderlecht, Beersel, Brussel, Dilbeek, Drogenbos, Elsene, Etterbeek, Evere, Ganshoren, Halle, Hoeilaart, Jette, Koekelberg, Kraainem, Lennik, Linkebeek, Oudergem, Pepingen, Schaarbeek, Sint-Agatha-Berchem, Sint-Gillis, Sint-Jans-Molenbeek, Sint-Joost-ten-Node, Sint- Genesius-Rode, Sint-Lambrechts-Woluwe, Sint-Pieters- Leeuw, Sint-Pieters-Woluwe, Ternat, Ukkel, Vorst, Watermaal-Bosvoorde, Wezembeek-Oppem en Zaventem; gedeeltelijk: Asse, Gooik, Kampenhout, Kortenberg, Liedekerke, Machelen, Overijse, Roosdaal, Steenokkerzeel, Tervuren en Wemmel; voor een klein deel: Aalst, Grimbergen, Herne, Kampenhout, Kortenberg en Vilvoorde. Het besproken gebied bestaat uit volgende landschapsecologisch homogene gebieden: het Pajottenland, het Land van Asse, de Zennevallei, het Brabants Heuvelland, een deel van Beneden Dijleland, evenals het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Kaartbladen 31 en 39 behoren hoofdzakelijk tot het Zennebekken. Uitzonderingen hierop zijn de oostelijke valleien die afwateren naar de Dijle en de Bellebeek en haar zijbeken die uitmonden in de Dender. 1.2 Bewoning en verkeersassen Een belangrijk deel van het kaartblad heeft een stedelijk en industrieel karakter (Figuur 1.1). Het centrale gedeelte wordt ingenomen door de stad Brussel en haar randgemeenten. Door aanleg van nieuwe woon- en villawijken in de omliggende gemeenten neemt de verstedelijking rond de Brusselse agglomeratie steeds toe. Langsheen het kanaal Charleroi-Brussel-Willebroek, dat het kaartblad van zuid naar noord doorsnijdt, bevinden zich belangrijke industriegebieden. Een druk verkeersnet doorkruist het kaartblad en verbindt de hoofdstad met de verschillende provinciesteden. 1.3 Tekst en terreinopname Het ontwerp van de tekst van de kaartbladen 31 werd in 1988 geschreven door M. JANSSEN onder leiding van L. VANHECKE. Deze eerste versie werd niet als afzonderlijke tekst uitgegeven. BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART Verklarende tekst bij kaartbladen

14 Inleiding In 2000 werd de tekst door I. BRICHAU en M. GRYSEELS herschreven aan de hand van nieuwe literatuurgegevens en informatie verzameld tijdens het veldwerk in 1997 en G. AMEEUW zorgde voor de eindafwerking en de algemene coördinatie tussen het I.N. en het B.I.M. K. VAN DEN BROECK hielp mee bij de eindredactie en C. WILS bij de analyse van het digitaal bestand en de opmaak van de figuren. Bij de herziening van de tekst werd recente literatuur geraadpleegd, maar hierbij kon door tijdsgebrek geen volledigheid nagestreefd worden. Er werd ook geen volledigheid nagestreefd bij de vermelde soortenlijsten. Veeleer werd de nadruk gelegd op kenmerkende soorten. Dit zijn niet noodzakelijk de dominante of meest voorkomende soorten in een vegetatie. De lezer dient te weten dat de samenstellers zich tot een (onvermijdelijk subjectieve) keuze moesten beperken. In enkele gevallen werden gegevens overgenomen uit bovenvermelde ontwerptekst. Dit blijkt uit de toevoeging (jaren 80). Bij de bespreking van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest worden een aantal beschrijvingen herhaald ten behoeve van gebruikers die gebonden zijn aan de betreffende administratieve grenzen. De BWK, versie 1, werd gerealiseerd door het karteercentrum Meise (periode ) en afgewerkt tussen de periode Deze gegevens werden in kaarten verwerkt, maar werden nooit gepubliceerd. Ze zijn enkel digitaal beschikbaar. M. JANSSEN, G. BRUYNSEELS en M. LEJEUNE (karteercentrum Meise) voerden de karteringen uit van het kaartblad 31/1 in de periode Voor dit kaartblad werd aanvullend veldwerk verricht door J. PENSAERT en E. DUPAE in Kaartbladen 31/ werden gedeeltelijk gekarteerd door M. JANSSEN en G. BRUYNSEELS. Deze kartering werd aangevuld en herzien in door J. PENSAERT, M. FRISQUE, M. VANHOVE, A. RINGELE en E. SPITZ. Kaartbladen 39/ werden gekarteerd door J.P. HERREMANS en M. VANCRAENENBROECK onder leiding van M. TANGHE. De kaarten en de tekst werden wel gepubliceerd maar zijn niet meer voorradig (HERREMANS et al. 1986). Ook deze gegevens zijn digitaal beschikbaar. De BWK, versie 2, is integraal binnen het Instituut voor Natuurbehoud ontstaan en dit in opdracht van de Vlaamse regering en de Vlaamse Landmaatschappij. Het eigendomsrecht situeert zich volledig bij het Instituut voor Natuurbehoud. In 1997 werden de groene gewestplanbestemmingen (Vlaamse Gewest) opnieuw gekarteerd door B. BERTEN en I. BRICHAU. Tijdens deze kartering lag de nadruk op graslanden en kleine landschapselementen. In 1998 werd het integrale gebied gelegen op het Vlaamse Gewest, geactualiseerd door I. BRICHAU. Een groot gedeelte van kaartbladen 31 wordt ingenomen door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Voor de actualisering van deze gegevens werd samengewerkt met het Brussels Instituut voor Milieubeheer (BIM), afdeling Groene Ruimten, Departement Ontwikkeling. Het gehele Brusselse grondgebied werd in 1998 geactualiseerd door M. GRYSEELS. Het veldwerk vormt de belangrijkste informatiebron. Achteraf werd dit getoetst aan digitaal kaart- en orthofotomateriaal, en waar nodig zijn aanpassingen doorgevoerd. Door deze werkwijze en vooral door de intensieve en naar detail strevende veldcampagne zijn de vooropgestelde doelstellingen van de BWK versie 2, (PAELINCKX et al. in prep.) grotendeels bereikt voor deze kaartbladen. Enkel de kartering van de kleine landschapselementen vormt hierop een uitzondering ( 1.4). Figuur 1.1 geeft een overzicht van de herkomst van de gegevens van de BWK, versie 2. Het grootste deel van de kaart bestaat uit karteringseenheden afkomstig van terreinopnamen. Slechts voor een beperkt oppervlakte is gebruik gemaakt van recente literatuurgegevens of externe informatie. In het digitaal bestand is de herkomst van de gegevens steeds terug te vinden onder het veld herkomst. Naast het veldwerk berust de actualisatie in hoofdzaak op de interpretatie van orthofoto s. Er werden verschillende bronnen gebruikt.voor alle kaartbladen werden de digitale zwart-wit foto s van het NGI uit 1995 (OC GIS-VLAANDEREN 1997) gebruikt. Voor de provincie Vlaams-Brabant en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werden ook de recente kleurenfoto s uit de AeroAtlas (LANNOO 1996) gebruikt (Tabel 1.1). Andere digitale informatielagen waren de bodemkaart, de BWK, versie1, en de digitale gegevens van de Boskartering van het Vlaamse Gewest (AMINAL, afdeling Bos en Groen). Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werd tevens gebruik gemaakt van luchtfoto s van EUROSENSE in kleur op schaal 1/3000 (1996). AMINAL, afdeling Water, leverde het waterlopenbestand voor het Vlaamse Gewest. Het Brussels Instituut voor Milieubeheer (BIM) leverde het waterlopenbestand voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, hier werden enkel de bovengronds lopende delen van beken en rivieren weerhouden. 12 BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART Verklarende tekst bij kaartbladen 31-39

15 Inleiding Tabel 1.1. Overzicht gehanteerde orthofoto s, topografische kaarten en digitale bestanden. Opname Uitgave Schaal OC GIS-VLAANDEREN Vliegschaal 1/ AeroAtlas Vlaams Brabant en Brussel, Juni / LANNOO 1996 Luchtfoto s EUROSENSE /3.000 Opname Uitgave Kaartbladen Topografische kaarten NGI, klassieke reeks, 3 de editie /1-2 1/ /3-4 Topografische kaarten NGI, noord- en zuidkaarten, / numerieke reeks, 1 ste editie, 1/ De gemeentelijke natuurontwikkelingsplannen (GNOP s) vormden bij de actualisatie soms een bron van recente inventarisatiegegevens voor zowel flora als fauna (Beersel, Dilbeek en Halle). Voor de weinige erkende natuurreservaten op dit kaartblad, vormden de erkenningsdossiers een belangrijke informatiebron, omdat deze vaak gedetailleerde informatie (vaak op perceelsniveau) bevatten over de aanwezige fauna en flora. Ook de beheersplannen van de reservaten van het Vlaamse Gewest werden nagekeken op bijkomende gegevens. Voor de meeste halfnatuurlijke gebieden van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest was heel wat informatie beschikbaar in de vorm van technische rapporten (IBGE-BIM ). Deze informatie werd zowel ter aanvulling (o.a. voor privé-domeinen) als ter controle gebruikt. In het kader van de opmaak van een beheersplan voor het Brussels gedeelte van het Zoniënwoud werd, in opdracht van het BIM, in 1998 een vegetatiekartering uitgevoerd door het ICZO (Informatiecentrum Zoniënwoud). Karteerders waren G. WEYEMBERGH, J. VERROKEN en M. VANCRAENENBROECK. De BWK van het Brussels gedeelte van het Zoniënwoud is grotendeels gebaseerd op deze gegevens. Er werd eveneens gebruik gemaakt van de in datzelfde kader hernieuwde bestandenkaart opgesteld door de Faculté Universitaire Gembloux (1999). Personen die in 1998 een bijdrage leverden aan deze kaartbladen en/of de verklarende tekst zijn: Afdeling Bos en Groen: J.P. LANIS, D. RAES, H. VAN DER VORST en J. ZWAENEPOEL; Afdeling Natuur: S. VAN OPDENBOSCH en J. VAN GILS; Brussels Instituut voor Milieubeheer, afdeling Groene Ruimten: J.C. PRIGNON,G.DE SCHUTTER en F. PAELINCKX; Afdeling Natuurreservaten Beersel: P. KESTEMONT, P. ONNOCKX en P. DENEYER; Leeuwse Natuurvrienden: C. WALRAVENS en vrijwilligers; Afdeling Wielewaal Brussel: E. TOORMAN en D. RAES; Afdeling Wielewaal Halle: C. DE CALUWE, B. GIJSELS en H. VAN SCHEPDAEL; Afdeling Wielewaal Pajottenland: S. KESTENS; Regionaal Landschap Zenne, Zuun, Zoniën: L. ALLEMEERSCH. Bijkomende gegevens voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werden geleverd door G. DE SCHUTTER (BIM) en R.M. LAFONTAINE (KBIN). De meeste faunagegevens zijn afkomstig van diverse databanken ( 1.4). Ook in het kader hiervan werkten heel wat vrijwilligers mee. Het geheel werd begeleid door E. KUIJKEN en D. PAELINCKX. De BWK, versie 1, kwam tot stand onder leiding van G. DE BLUST, E. KUIJKEN, L. VANHECKE en R.F. VERHEYEN. 1.4 Karteringseenheden, evaluatie De karteringseenheden en het toekennen van de waardering worden uitgebreid beschreven in de Algemene verklarende tekst (DE BLUST et al. 1985) en de Aanvullende algemene verklarende tekst (PAELINCKX et al. in prep.). Hier worden een aantal specifieke aspecten voor kaartbladen beschreven. BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART Verklarende tekst bij kaartbladen

16 Inleiding Plassen en vijvers De opvangbekkens langs de autosnelwegen zijn gekarteerd als aer. De talrijke vijvers in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werden als aparte entiteit gekarteerd en gedigitaliseerd. Ae werd gereserveerd voor de vijvers met een min of meer natuurlijk uiterlijk en met een duidelijke, zij het soms beperkte oever- (bv. riet) en/of waterplantenvegetatie. Wanneer ze zeer rijk zijn of een duidelijke faunistische waarde vertonen, werd ae* gebruikt (bv. vijvers met Gele plomp, een duidelijke rietkraag, foerageerplaats van vleermuizen). Vijvers zonder enige vegetatie en/of oeverontwikkeling werden aangeduid als ae. Graslanden (hp) Op het terrein is er een stelselmatig onderscheid gemaakt tussen hx en hp. Een beperkt gedeelte van het agrarisch areaal is gekarteerd door gebruik te maken van de nieuwe topografische kaarten, de orthofoto s en de BWK, versie 1. Binnen dit areaal zijn geen (recente) veldgegevens over kleine landschapselementen verzameld. Als dusdanig werd hier geen aandacht besteed aan kleine landschapselementen uit de grasland-, moeras- of waterrijke sfeer. Deze kunnen evenwel wel aanwezig zijn. De op basis van luchtfotointerpretatie aangeduide bomenrijen kunnen in werkelijkheid houtkanten zijn. De graslanden gelegen op een zeer steile helling zijn aangeduid als hp + kt*. Het gaat hier om een niveauverschil van 10 à 15 m op zeer korte afstand. Een droog-nat gradiënt hangt hiermee samen. Deze steile hellingen vormen een doorsnede doorheen de onderliggende lagen, zodat ook op het vlak van de bodemkarakteristieken op korte afstand een grote variatie aanwezig is. Zo kunnen er bronniveaus teruggevonden worden op plaatsen waar de onderliggende kleilagen aan de oppervlakte komen. De interne structuur van deze graslanden is vrij hoog door de vele taluds en de trapgaten van het vee. Deze biotopen worden dan ook als biologisch waardevol beschouwd. De karteringseenheid hp + kt is voorbehouden voor graslanden met een talud die varieert van 1 tot 4 meter, het niveauverschil is ook zeer abrupt. De hpr-graslanden zijn terug te vinden in de grote valleisystemen gelegen op de kleiige komgronden. Ontwatering gebeurt er door de aanleg van sloten en grachten. Deze weilandcomplexen met sloten en grachten zijn terug te vinden in de Zennevallei (Brukom, Zennebeemden Beersel) en de Bellebeek. Opwaardering valleien In enkele gevallen worden valleien, hoewel in agrarisch grondgebruik, opgewaardeerd tot complex van biologisch minder waardevol en waardevolle elementen. Deze opwaardering werd toegekend aan alle hp- en hxgraslanden waarvan de percelen in contact staan met een ecologisch prioritaire beek. Het betreft beken met een goede waterkwaliteit en/of een goed ontwikkelde structuur.verder werd met de beken zelf geen rekening gehouden bij de opmaak van de Biologische Waarderingskaart. Het is dan ook ten sterkste aan te bevelen deze kaarten te gebruiken in combinatie met de kaarten en documenten over de verspreiding en de typologie van ecologisch waardevolle waterlopen in het Vlaamse Gewest (BERVOETS et al. 1989; SCHNEIDERS et al. 1991; NAGELS et al. 1993a,b). Bossen Loofbossen waar, naast Wilde hyacint, ook Wilde narcis voorkomt, werden gekarteerd als qe* of fe*. Dit vegetatietype is zowel terug te vinden in de eikenbossen als de beukenbossen. Het onderscheid tussen het al of niet voorkomen van Wilde narcis was belangrijk genoeg om weer te geven. Wilde narcis (Narcissus pseudonarcissus) blijkt een goede indicator te zijn voor de hoge totale echte-bosplantendiversiteit van een bosfragment (HONNAY & HERMY 1997). Op basis van hun aanwezigheid kan op een snelle manier de botanische waarde van een bosfragment worden ingeschat. Bronbossen (vc) zijn zeer plaatselijk en maken vaak deel uit van een groter geheel: het beekbegeleidend bos (va). In zo n situatie is voor volgende kartering gekozen: va + vc. De eiken- en beukenbossen op dit kaartblad behoren meestal tot het zure bostype (qs en fs) met Valse salie, Lelietje-van-dalen, Boshavikskruid, Wilde kamperfoelie, Dalkruid en Mannetjesereprijs. Het zuur bostype met een dominante bedekking van Grote veldbies komt ook vaak voor. Zelden betreft het hier bossen met een ondergroei waarin bramen of Adelaarsvaren domineren en verdere gidssoorten ontbreken. De eenheden qs en fs werden als volgt benut: in de grote boscomplexen betreft het jonge aanplanten; voor meer geïsoleerde bossen buiten de grote complexen kan het ook om een jong bos met een zwak ontwikkelde kruidlaag gaan. 14 BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART Verklarende tekst bij kaartbladen 31-39

17 Inleiding Zure eikenbossen met Amerikaanse eik komen op deze kaartbladen relatief weinig voor. Een zuur eikenbos met als dominante boomsoort Amerikaanse eik is steeds als qs ø genoteerd. Het onderscheid tussen de zure eikenbossen (qs) en de eiken-berkenbossen (qb) is duidelijk afgebakend bij de BWK, versie 2, (PAELINCKX et al. in prep.) en is systematisch toegepast. De zeer arme, eiken-berkenbossen (qb) zijn toegekend zoals opgesomd in de Algemene verklarende tekst, met een ondergroei bestaande uit Bochtige smele, Gladde witbol, Pijpenstrootje, Blauwe bosbes en een boomlaag bestaande uit Zomereik, Ruwe berk en Zachte berk. De zure bossen bestaande uit een boomlaag gedomineerd door Ruwe berk maar zonder een specifieke ondergroei, zijn gekarteerd als qs í. Beoordeling van het voorjaarsaspect (va, vn) In de Leemstreek komen een aantal soorten zoals Gele dovenetel en Slanke sleutelbloem vrij algemeen voor in de beekvalleien. Bossen waarin enkel deze soorten in overigens nitrofiele (al dan niet met populier beplante) valleibossen voorkomen werden als va of als vn (ruigtekruiden dominant) gekarteerd. Wanneer Gele dovenetel en Slanke sleutelbloem overvloedig voorkomen of samen met soorten zoals Bosanemoon of Daslook, werden ze als va gekarteerd. In de Kempen blijkt daarentegen dat de karteerders geneigd waren bossen waarin alleen al Gele dovenetel of Slanke sleutelbloem voorkwamen als va te klasseren, omdat deze soorten daar veel zeldzamer zijn. Populieraanplanten Er is een onderscheid gemaakt tussen populierenaanplanten met opslag of aanplant van struiken (lhb), omvorming van oud bos in populierenaanplanten (bv. lh/va) en min of meer occasionele aanplanting van populier in oud bos (bv. va ì), m.a.w. naar gelang de natuurlijkheid. Het verschil is echter niet altijd even duidelijk, vooral wanneer de kartering laat in het seizoen gebeurde.vaak is het gemaakte onderscheid dus nogal arbitrair, en zal in het ene geval populierenaanplant worden genoemd wat elders als bos werd geïnterpreteerd. Vooral bij meer nitrofiele situaties, bv. tussen lhb, lh/vn en vn ì, wordt het onderscheid zo subtiel, dat het verschil in waardering niet altijd terecht is. Het onderscheid tussen natte en droge populierenaanplanten is niet gemakkelijk te maken. Populierenbossen in valleisystemen zijn systematisch gekarteerd als lh rekening houdend met de topografische ligging. Nadien is er een controle gebeurd aan de hand van de bodemkaart. Percelen gelegen op bodems met een vochttrap van a tot en met d zijn als ls aangeduid. Waar veldgegevens en de bodemkaart elkaar tegen spreken, is de voorrang gegeven aan de interpretatie van de veldgegevens. De kartering van een beperkt aantal populierenaanplanten is overgenomen uit de BWK, versie 1, of gebaseerd op orthofoto-interpretatie. Hierbij is het niet uitgesloten dat deze een hogere natuurlijkheidsgraad bezitten dan aangeduid en/of dat zij een interessante ondergroei bevatten. Zij kunnen met andere woorden een te lage waardering hebben gekregen. Soms komt Maretak of een enkele maal Ruig klokje voor in de populierenaanplanten. In voorkomend geval werden zij als goed ontwikkeld (bv. lhi*) gekarteerd. Andere aanplanten De jonge aanplanten in de grote boscomplexen zoals het Zoniënwoud en het Hallerbos zijn gekarteerd als qs of fs afhankelijk van de dominante boomsoort. De opwaardering tegenover de normale jonge aanplanten (n) is te verantwoorden. Het gaat hier om grote, oude boscomplexen waar de ondergroei vrij snel herstelt. Om diezelfde reden krijgen de kapvlakten (se) binnen dezelfde grote boscomplexen een waardering als zeer waardevol. Kapvlakten in dergelijke bossen worden immers snel heraangeplant. De aanplanten (n en ö) die afgeleid zijn van de orthofoto s, zijn meestal gelegen langs autosnelwegen: enerzijds interessante jonge ontwikkelende bossen en anderzijds aanplanten met mogelijk heel wat exoten. Deze karteringseenheid wordt eveneens gebruikt voor locaties waar geen veldwerk kon verricht worden én waar de boskartering ook geen informatie over heeft. Hierbij kan het eventueel een ander type mesofiel of vochtig loofbos betreffen. Ruigten en struwelen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Een vaak voorkomend vegetatietype in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is de ruigte, die de spontane vegetatieontwikkeling voorstelt op open, verstoorde en/of verlaten, niet beheerde terreinen. De graad van ontwikkeling is zeer divers en hangt af van ouderdom, bodemtype, verstoring, bezonning, enz. Kruidachtige vegetaties werden aangeduid als ku. Het kan gaan om open, soortenrijke pioniervegetaties in zeer stedelijk milieu (vb. na afbraak van gebouwen), allerhande spoorwegvegetaties, verlaten akkers en volkstuintjes, tot vegetaties die neigen naar ruderale graslanden, of vegetaties gedomineerd door een of enkele ruigtekruiden. In een BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART Verklarende tekst bij kaartbladen

18 Inleiding aantal gevallen kunnen deze bijzonder soortenrijk zijn; ze worden dan aangeduid als ku*. Gezien het gaat om niet beheerde vegetaties, verschijnt al snel opslag van allerhande aard en evolueren ze naar het type sz. Spontane opslag ontstaat dus meestal uit ku en beide typen komen dan ook meestal samen voor. Deze opslag bestaat meestal uit diverse wilgensoorten, maar kan soms een zeer soortenrijk en rijk gestructureerd geheel vormen met Eenstijlige meidoorn, Sleedoorn, Hazelaar, Haagbeuk, Gewone vlier, Gewone esdoorn, Gewone es,... en wordt dan als sz* aangeduid. Op niet al te gestoorde, relatief voedselrijke en niet te droge bodem ontwikkelt dit type zich vaak tot esdoornrijke bossen waar geleidelijk aan een schaduwminnende flora in de ondergroei gaat overheersen, terwijl een aantal weinig eisende bosplanten gaat verschijnen. Het type beantwoordt niet meer aan sz maar is ook nog geen echt bostype: over het algemeen werd hiervoor de aanduiding qa gebruikt, vaak in combinatie qa /sz om het oorzakelijk verband aan te duiden. Het type sz, sz* (soortenrijke en gediversifieerde onwikkeling), qa /sz (evolutie naar bos) werd ook gebruikt om de struwelen aan te duiden langsheen de spoorwegen. Ruigten en struwelen in het Vlaamse Gewest Sommige percelen waar geen veldwerk gebeurde, zijn aangevuld met de informatie gehaald uit de recente topografische kaart (1994). De percelen gelegen in de buurt van bebouwing en op de nieuwe topgrafische kaart aangeduid als struikgewas, kreupelhout, heesters of struweel werden omgezet naar sz. Deze aangeduid als ruderale vegetatie of ruigte werden omgezet naar hr. Braakliggende terreinen midden in bebouwing werden als hr gekarteerd. De oeverwal van de Zenne werd standaard als hr gekarteerd. Beplantingen langs autosnelwegen en op spoorwegbermen werden standaard als resp. n en sz ingevoerd. Parken (kp) en kasteelparken (kpk) Een recent park werd gekarteerd als kp. Begraafplaatsen zijn terug te vinden als kp. Een aantal private kasteelparken kon niet bezocht worden. Hierbij is het niet uitgesloten dat zij interessante bos-, water- en eventueel graslandvegetaties bevatten en dus in wezen onvoldoende gewaardeerd werden. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kent als urbaan gebied vele parken. Naargelang de aanleg, de geschiedenis en ontwikkeling, werden twee typen onderscheiden: kp : klassieke parken Hierbij werden de sieraanplanten, klassieke parken en grote tuinen gerekend, waar vrijwel alles door menselijke tussenkomst is bepaald. Ook begraafplaatsen met parkkarakter werden aangegeven als kp. Er werd geen onderscheid gemaakt tussen de typisch klassieke, strenge parken (bv. Jubelpark, Kruidtuin) en de meer natuurlijke parken in Engelse landschapsstijl (bv. Woluwepark). In deze laatste kunnen soms oorspronkelijke, natuurlijke vegetatietypen (bos, struweel, grasland, moeras, waterpartijen) mee zijn opgenomen bij de aanleg van het park (bv. stukken bos), of via ecologisch beheer tot ontwikkeling zijn gebracht (bv. later maaien van grasland). In zoverre de kartering in detail kon gebeuren werd dit aangeduid: bv. kp + fe, kp + hf. In aanwezigheid of in combinatie met natuurlijke en waardevolle elementen werd kp opgewaardeerd tot kp* met als waarde complex van minder waardevolle en zeer waardevolle elementen (bv. Woluwepark, Koninklijk Park van Laken). Een ander voorbeeld van kp* betreft het oude kerkhof Dieweg, dat bewust niet meer onderhouden wordt en waar spontane vegetatieontwikkeling, mossen en lichenen de oude grafstenen veroveren. Kp werd voorbehouden voor weinig gediversifieerde of weinig begroende, sterk minerale parken en voor de meeste begraafplaatsen. kpk : kasteelparken De grotere, oude kasteelparken, met resten oorspronkelijke vegetatie (meestal hoogstammig bos), geïntegreerd tijdens de parkaanleg in een meestal Engelse landschapsstijl, komen vrij veel voor in het Brusselse. Vaak bevatten deze ook waterplassen, rotspartijen, meer ornamentele gedeelten en graslanden. Soms gaat het ook om verwaarloosde parken, waar de evolutie naar een natuurlijk bos zich spontaan heeft ingezet. Het oude kasteelpark laat zich herkennen door een aantal aangeplante soorten, vaak ook stinzeplanten (bv.vingerhelmbloem, variëteiten van Wilde hyacint en Wilde narcis,...). Bij de kartering van een aantal grote bosparken met uitgestrekte graslanden stelde zich de vraag naar de kartering van de frequent gemaaide, sterk betreden gazons, die weliswaar toch vaak enige soortenrijkdom vertonen. Gezien de context van waardevolle parken werden ze als hp gekarteerd en opgewaardeerd tot biologisch waardevol (bv. Dudenpark, Ter Kamerenbos). Arboretum (kpa) De arboreta van Tervuren en Groenendaal hebben de waardering waardevol gekregen en staan gekarteerd als kpa ö of kpa å. 16 BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART Verklarende tekst bij kaartbladen 31-39

19 Inleiding Bomenrijen, hagen, houtkanten (kb, kh) In het Vlaamse Gewest werd geen onderscheid gemaakt tussen een houtkant en een bomenrij. Opgaande bomenrijen, knotbomenrijen en houtkanten op een talud werden gekarteerd als kb. De opsomming van een aantal boomsoorten geeft wel een indicatie van de soortenrijkdom. De karteringseenheid kh beperkt zich tot doornstruweel met Eenstijlige meidoorn, Sleedoorn,... aangevuld met vele andere soorten. Deze karteringseenheid omvat zowel geschoren hagen als houtkanten die onderaan gesloten zijn. Het onderscheid tussen kb, kb en kb* op basis van het aantal bomen, werd op het terrein niet gemaakt. Meestal werd de karteringseenheid kb toegekend. Kb en kb* werden toegekend na een controle op basis van de luchtfoto s en dit enkel voor zeer uitgesproken gevallen. Een opvallend soortenrijke bomenrij die op het terrein werd bezocht, werd als kb* gekarteerd. Kb* werd ook toegekend wanneer Maretak zich op de bomenrij gevestigd had. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werd kb voorbehouden voor duidelijke bomenrijen; kh omvat hagen en houtkanten. Voor sterk uitgegroeide houtkanten en houtwallen werd khw gebruikt. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werden langsheen de wegen slechts enkele markante bomenrijen aangegeven die een landschappelijke groenas vormen in het stedelijke landschap en van belang (kunnen) zijn bij de verbinding van bestaande groene ruimten. Hoewel de kwaliteit van de bomen op zichzelf vaak eerder gering is, en zeker niet altijd even continu, kregen deze bomenrijen als waarde complex van minder waardevolle en waardevolle elementen om ze te onderscheiden. Slechts zelden zijn ze op zichzelf merkwaardig en vertonen ze een uitgesproken biologische waarde. Veedrinkpoelen (kn) Veedrinkpoelen zijn in een heuvelachtig terrein niet altijd even zichtbaar. Terreingegevens zijn aangevuld met informatie afgeleid van de topografische kaarten en externe informatie (Regionaal landschap Zenne, Zuun en Zoniën). Hoogstamboomgaarden (kj) Hoogstamboomgaarden zijn zeer typisch voor dit kaartblad. Op het terrein werden de meeste hoogstamboomgaarden als kj gekarteerd. Kj* werd enkel genoteerd als er Maretak te vinden was. Gezien het tijdstip van karteren (begin april tot augustus, wanneer het bladerdek aanwezig is) werd Maretak slechts op een aantal plaatsen waargenomen, terwijl ze in werkelijkheid veel frequenter voorkomt. Na het veldwerk werden een aantal criteria opgesteld om het onderscheid te maken tussen kj, kj* en kj. Het belangrijkste criterium was de oppervlakte van het perceel en de bezettingsgraad van de fruitbomen. Hoogstamboomgaarden met een oppervlakte groter dan 0.5 ha én met een voldoende bezettingsgraad werden opgewaardeerd tot kj*. Boomgaarden met een oppervlakte kleiner dan 0.4 ha en/of een zeer klein aantal fruitbomen werden als kj aangeduid. Nogal wat hoogstamboomgaarden werden enkel op basis van orthofoto-interpretatie aangeduid. Hierbij is het niet uitgesloten dat een aantal ervan soortenrijk cultuurgrasland in de ondergroei hebben of door waardevolle hagen of houtkanten omgeven worden en dus een te lage waardering gekregen hebben. Holle wegen en taluds (kw, kt) Holle wegen met oude bosflora kregen de karteringseenheid kw*. De taluds gelegen in grote akkercomplexen zijn niet systematisch geïnventariseerd. Opvallende taluds, meestal met bomen of struikopslag, werden achteraf m.b.v. de orthofoto s geïnterpreteerd. Een onderschatting van de waarde van grazige taluds is door deze werkwijze mogelijk. Dit geldt ook voor de holle wegen gekarteerd op basis van interpretatie van orthofoto en topografische kaart. Wegbermen Wegbermen werden niet stelselmatig gekarteerd. Ze werden wel opgenomen bij zeer opvallende waarnemingen op het terrein of afgeleid uit de GNOP s van Beersel, Dilbeek of Halle. Het gaat dan over bermen met soorten zoals: Gewone vogelmelk, Wilde narcis, Beemdkroon, Graslathyrus en Zandblauwtje. Wegbermen langs de autosnelwegen De bermen van de autosnelwegen werden gekarteerd op basis van een studie (DEFEVER & GORIS 2000). Daaruit blijkt dat de graslandtypes hier kunnen variëren van een banaal pas aangelegd gazon (hx) tot een soortenrijk mesofiel hooiland (hu). Een gedetailleerde kartering behoorde niet tot de mogelijkheden. Daarom kregen alle grazige bermen systematisch de karteringseenheid hp* met een waardering als biologisch waardevol. BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART Verklarende tekst bij kaartbladen

20 Inleiding Volkstuintjes (bl + uv) Gezien het belangrijk aandeel van volkstuintjes of moestuinen in de open ruimte van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werden deze als een afzonderlijke entiteit gekarteerd en gedigitaliseerd. Enkel de moestuincomplexen die voldoende groot zijn of aansluiten bij een open ruimte werden weerhouden. De overige werden opgenomen in het bebouwde gebied (u). Deze volkstuintjes staan vaak in contact met ruigten (ku, sz).vaak zijn ze daaruit ontgonnen. Aanduiding van gebieden met belangrijke fauna-elementen Een aantal gebieden krijgt op de kaarten een specifieke rode arcering omwille van de aanwezigheid van bepaalde fauna-elementen (PAELINCKX et al. in prep.). Voor de afbakening van de gebieden baseren we ons op die soorten die in de Rode lijst van amfibieën en reptielen (BAUWENS & CLAUS 1996), libellen (DE KNIJF & ANSELIN 1996), vlinders (MAES & VAN DYCK 1996) en broedvogels (DEVOS & ANSELIN 1999) zijn opgenomen. Van zoogdieren worden alle Rode lijstsoorten weerhouden (CRIEL et al. 1994). Enkel voor de vleermuizen wordt de afbakening beperkt tot de belangrijke overwinteringsplaatsen. Van de andere faunagroepen bestaat er nog geen Rode lijst of waren de verspreidingsgegevens niet beschikbaar op kilometerhokniveau. Bij de afbakening van de faunagebieden wordt er met die groepen géén rekening gehouden. Enkele relevante soorten zullen bij de kenmerkende gebieden besproken worden. Bij vogels wordt er ook rekening gehouden met overwinterende watervogels. Als norm voor Vlaanderen stellen wij voor, in overeenstemming met KUIJKEN (1984), de 5 %- norm van het in Vlaanderen overwinterend aantal per soort te hanteren. Deze 5 % werd bepaald op het wintermaximum per soort, zoals die soort vanaf de winter tot en met de winter in Vlaanderen voorkwam. Een bepaald gebied krijgt een rode arcering omdat er meestal verschillende Rode lijstsoorten samen voorkomen, of een bepaalde soort er in hoge aantallen of dichtheden aanwezig is. De gegevens afkomstig van de databanken werden aangevuld met literatuurgegevens en gegevens van vrijwilligers ( 1.3). Voor het Brussels Instituut voor Milieubeheer zijn de faunistische gegevens grotendeels afkomstig van AVES en het KBIN (Sectie Biologische Evaluatie), verzameld in opdracht van het BIM in het kader van het Informatienetwerk betreffende de fauna en de flora van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Bijkomende gegevens werden geleverd door G. DE SCHUTTER (BIM) en R.M. LAFONTAINE (KBIN). De vertaling van deze gegevens in een gebiedsafbakening werd uitgevoerd door R. GUELINCKX en G. DE KNIJF. Tabel 1.2. Herkomst faunagegevens. Diergroep Eigendom Databank Contactpersoon Amfibieën en reptielen Hyla Dirk Bauwens BIM-AVES Geoffroy De Schutter Broedvogels Project Bijzondere Broedvogels (IN) Anny Anselin BIM-AVES-RAINNE Geoffroy De Schutter Libellen Belgische Libellenwerkgroep Gomphus Geert De Knijf Vlinders Vlaamse Vlinderwerkgroep vzw Dirk Maes Watervogels Watervogeltellingen (IN) Koen Devos Zoogdieren JNM-Wielewaal Thierry Onkelinx BIM-KBIN Geoffroy De Schutter 18 BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART Verklarende tekst bij kaartbladen 31-39

BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART. Toelichting bij de kaartbladen 31-39

BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART. Toelichting bij de kaartbladen 31-39 Instituut voor Natuurbehoud Brussels Instituut voor Milieubeheer BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART Toelichting bij de kaartbladen 31-39 Brichau, I., Ameeuw, G., Gryseels, M. & Paelinckx, D. Wijze van citeren

Nadere informatie

Wisselwerking Vlaams-Brabant en Brussel. Steunpunt Sociale Planning

Wisselwerking Vlaams-Brabant en Brussel. Steunpunt Sociale Planning Wisselwerking Vlaams-Brabant en Brussel Profiel (deel)gemeenten Pendel Inhoud Verhuisbewegingen: richting Vlaams-Brabant I. II. Het profiel van de verhuizers III. Verschillen tussen (deel)gemeenten Pendel:

Nadere informatie

BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST [C 2003/31083] Lijst van de gebieden die als speciale beschermingszones worden voorgesteld Het besluit van de Brusselse

Nadere informatie

BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART VERSIE 2. Toelichting bij de kaartbladen 23

BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART VERSIE 2. Toelichting bij de kaartbladen 23 Instituut voor Natuurbehoud BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART VERSIE 2 Toelichting bij de kaartbladen 23 De Saeger, S., Delafaille, S., Heirman, J. & Paelinckx, D. Wijze van citeren (zowel digitale bestanden,

Nadere informatie

BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART VERSIE 2. Toelichting bij de kaartbladen 16

BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART VERSIE 2. Toelichting bij de kaartbladen 16 Instituut voor Natuurbehoud BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART VERSIE 2 Toelichting bij de kaartbladen 16 Rombouts, K., Delafaille, S. & Paelinckx, D. Wijze van citeren (zowel digitale bestanden en analoge kaarten

Nadere informatie

Analyse van een aantal eenheden van de Biologische waarderingskaart

Analyse van een aantal eenheden van de Biologische waarderingskaart Analyse van een aantal eenheden van de Biologische waarderingskaart Nummer: INBO.A.2013.128 128 Datum advisering: 10 december 2013 Auteurs: Contact: Steven De Saeger, Carine Wils Lon Lommaert (lon.lommaert@inbo.be

Nadere informatie

natuur in Gent monitoring 1999-2014

natuur in Gent monitoring 1999-2014 natuur in Gent monitoring 1999-2014 Natuurmonitoring waarom? Halen we de doelstellingen van het RSG en het groenstructuurplan? (Hoe) moeten we bijsturen? Natuurmonitoring waarom? Halen we de doelstellingen

Nadere informatie

De biologische waarderingskaart en habitatkaart. Natuurmanagement: kaartmateriaal

De biologische waarderingskaart en habitatkaart. Natuurmanagement: kaartmateriaal De biologische waarderingskaart en habitatkaart Hoe zou je dit beschrijven? Hoe beschrijven? Biotische beschrijving: welke plantensoorten staan er? Abiotische beschrijving: wat is het waterregime, bodemtype,

Nadere informatie

De biologische waarderingskaart en habitatkaart. Natuurmanagement: kaartmateriaal, BWK en Habitatkaart

De biologische waarderingskaart en habitatkaart. Natuurmanagement: kaartmateriaal, BWK en Habitatkaart De biologische waarderingskaart en habitatkaart Hoe zou je dit beschrijven? Hoe beschrijven? Biotische beschrijving: welke plantensoorten staan er? Abiotische beschrijving: wat is het waterregime, bodemtype,

Nadere informatie

Advies betreffende de toegekende bemestingsklassen in het gewestelijk RUP Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle in uitvoering van het Mestdecreet

Advies betreffende de toegekende bemestingsklassen in het gewestelijk RUP Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle in uitvoering van het Mestdecreet Advies betreffende de toegekende bemestingsklassen in het gewestelijk RUP Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle in uitvoering van het Mestdecreet Nummer: INBO.A.2012.155 Datum advisering: 26 november 2012

Nadere informatie

Advies over de toegekende bemestingsklassen in het gewestelijk RUP Zwinpolders in uitvoering van het Mestdecreet

Advies over de toegekende bemestingsklassen in het gewestelijk RUP Zwinpolders in uitvoering van het Mestdecreet Advies over de toegekende bemestingsklassen in het gewestelijk RUP Zwinpolders in uitvoering van het Mestdecreet Adviesnummer: INBO.A.3265 Datum advisering: 9 maart 2015 Auteur(s): Contact: Lieve Vriens

Nadere informatie

Advies over de biologische waarde van enkele percelen tussen de Beeldekensgatstraat, de Achterstraat en de Tervuursesteenweg in Tervuren

Advies over de biologische waarde van enkele percelen tussen de Beeldekensgatstraat, de Achterstraat en de Tervuursesteenweg in Tervuren Advies over de biologische waarde van enkele percelen tussen de Beeldekensgatstraat, de Achterstraat en de Tervuursesteenweg in Tervuren Nummer: INBO.A.3159 Datum advisering: 24 juni 2014 Auteur(s): Desiré

Nadere informatie

Daarnaast zijn er verschillende, versnipperde groenzones, bossen, waarvan de Markettebossen het dichtst gelegen zijn naast het kasteelpark.

Daarnaast zijn er verschillende, versnipperde groenzones, bossen, waarvan de Markettebossen het dichtst gelegen zijn naast het kasteelpark. bijlage 12. LANDSCHAPPELIJKE SITUERING : blz. 1/5 LANDSCHAPPELIJKE SITUERING MACROSITUERING buro voor vrije ruimte, landschapsarchitecten BVTL MACROSITUERING Bellem is als deelgemeente van Aalter gelegen

Nadere informatie

7.2 Bijlage 2: bijlagen bij de habitats

7.2 Bijlage 2: bijlagen bij de habitats 7.2 Bijlage 2: bijlagen bij de habitats 7.2.1 Bijlage 2-1 Aanvulling bij de SWOT-analyse van de BWK, deel relevante zwakten van de BWK (uit Paelinckx et al. 2009, in voorbereiding). Een foutloze en gebiedsdekkende

Nadere informatie

1.1. Vilvoorde. Machelen. Brussel. Legenda. Projectgebied. Gemeentegrenzen Meters. Titel: Situering projectgebied.

1.1. Vilvoorde. Machelen. Brussel. Legenda. Projectgebied. Gemeentegrenzen Meters. Titel: Situering projectgebied. Vilvoorde Machelen Gemeentegrenzen Brussel Situering projectgebied 1.1 1:10.000 Path: I:\FP1707\Technical_Data\Figuren\T_hoofddocumenten\MXD_0021_situering_20160421.mxd N Vilvoorde 0 Brussel Gemeentegrenzen

Nadere informatie

Advies over de toegekende bemestingsklassen in het gewestelijk RUP Poelberg - Meikensbossen in uitvoering van het Mestdecreet

Advies over de toegekende bemestingsklassen in het gewestelijk RUP Poelberg - Meikensbossen in uitvoering van het Mestdecreet Advies over de toegekende bemestingsklassen in het gewestelijk RUP Poelberg - Meikensbossen in uitvoering van het Mestdecreet Adviesnummer: INBO.A.3166 Datum advisering: 18 juli 2014 Auteur(s): Contact:

Nadere informatie

NATUURPUNT MALDEGEM-KNESSELARE nominatie Groene Pluim 2014

NATUURPUNT MALDEGEM-KNESSELARE nominatie Groene Pluim 2014 NATUURPUNT MALDEGEM-KNESSELARE nominatie Groene Pluim 2014 NATUURPUNT vzw Een onafhankelijke organisatie gedragen door vrijwilligers grootste natuurbeschermingsorganisate in Vlaanderen eind 2001 opgericht

Nadere informatie

Advies over de toegekende bemestingsklassen in het gewestelijk RUP Volvo Trucks Gent wijziging deelplan 18 in uitvoering van het Mestdecreet

Advies over de toegekende bemestingsklassen in het gewestelijk RUP Volvo Trucks Gent wijziging deelplan 18 in uitvoering van het Mestdecreet Advies over de toegekende bemestingsklassen in het gewestelijk RUP Volvo Trucks Gent wijziging deelplan 18 in uitvoering van het Mestdecreet Adviesnummer: INBO.A.3260 Datum advisering: 23 februari 2015

Nadere informatie

Aanvulling bij het advies betreffende de indicatieve situering van historisch permanente graslanden in de landbouwstreek Polders

Aanvulling bij het advies betreffende de indicatieve situering van historisch permanente graslanden in de landbouwstreek Polders Aanvulling bij het advies betreffende de indicatieve situering van historisch permanente graslanden in de landbouwstreek Polders Nummer: INBO.A.2010.169 Datum: 28 juni 2010 Auteur(s): Contact: Lieve Vriens

Nadere informatie

NATUURVERGUNNINGSAANVRAAG

NATUURVERGUNNINGSAANVRAAG NATUURVERGUNNINGSAANVRAAG (in drie exemplaren in te dienen) (Bijlage II bij het besluit van de Vlaamse regering van 23 juli 1998 houdende nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21 oktober 1997

Nadere informatie

Actualisatie van de Biologische Waarderingskaart en Natura 2000 Habitatkaart i.h.k.v. het GRUP 'Uitbreiding transportbedrijf H.

Actualisatie van de Biologische Waarderingskaart en Natura 2000 Habitatkaart i.h.k.v. het GRUP 'Uitbreiding transportbedrijf H. Actualisatie van de Biologische Waarderingskaart en Natura 2000 Habitatkaart i.h.k.v. het GRUP 'Uitbreiding transportbedrijf H. Essers' Adviesnummer: INBO.A.3365 Datum advisering: 30 oktober 2015 Auteur(s):

Nadere informatie

Advies betreffende de toegekende bemestingsklassen in het gewestelijk RUP Herstructurering Vissenakker en omgeving in uitvoering van het Mestdecreet

Advies betreffende de toegekende bemestingsklassen in het gewestelijk RUP Herstructurering Vissenakker en omgeving in uitvoering van het Mestdecreet Advies betreffende de toegekende bemestingsklassen in het gewestelijk RUP Herstructurering Vissenakker en omgeving in uitvoering van het Mestdecreet Nummer: INBO.A.2011.126 Datum advisering: 24 oktober

Nadere informatie

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering,

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST [C 2016/31866] 15 DECEMBER 2016. Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van de besluiten tot aanwijzing van de natuur- en bosreservaten met betrekking

Nadere informatie

Een kluwen van bostypes, bosindelingen. Ecopedia wijst de weg.

Een kluwen van bostypes, bosindelingen. Ecopedia wijst de weg. Een kluwen van bostypes, bosindelingen. Ecopedia wijst de weg. 1 Indeling op basis van vegetatie Valse salie, lelietje-van-dale, hengel en dalkruid. Eiken-Beukenbossen op zure bodem. Essen-Eikenbossen

Nadere informatie

BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART VERSIE 2. Toelichting bij de kaartbladen

BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART VERSIE 2. Toelichting bij de kaartbladen Instituut voor Natuurbehoud BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART VERSIE 2 Toelichting bij de kaartbladen 27-28-36 Demolder, H., De Knijf, G. & Paelinckx, D. Wijze van citeren (zowel digitale bestanden, geplotte

Nadere informatie

Natuurstreefbeelden bos. Natuurmanagement: natuurstreefbeelden bos

Natuurstreefbeelden bos. Natuurmanagement: natuurstreefbeelden bos Natuurstreefbeelden bos Inhoud 1. Kenmerken van bosnatuurstreefbeelden 2. Types van bosnatuurstreefbeelden en de kenmerkende soorten 3. Bosnatuurstreefbeelden plaatsen in een abiotisch schema 4. Beheer

Nadere informatie

Legende: eigenaar. Bestanden. ANB privaat. Uitgebreid bosbeheerplan Hasseltbos. kaart 1.1: Kadastraal plan. Meter. 490a. 491a. 523 2b. 517a.

Legende: eigenaar. Bestanden. ANB privaat. Uitgebreid bosbeheerplan Hasseltbos. kaart 1.1: Kadastraal plan. Meter. 490a. 491a. 523 2b. 517a. 490a 49 484 492 493 524 522 523 521 517a 51 515 57 340a 340b 514 339f 337a 338c 57 336f 240c 239c 336e 240d 24 240b 336d 24 241b 24 333f 576a eigenaar ANB privaat kaart 1.1: Kadastraal plan, AAPD kadaster

Nadere informatie

BRIEFADVIES. van 19 januari 2012

BRIEFADVIES. van 19 januari 2012 BRIEFADVIES van 19 januari 2012 over de erkenningsaanvraag van het natuurreservaat Hof ten Berg te Galmaarden (Vlaams-Brabant) en Geraadsbergen (Oost-Vlaanderen) 12 11 Mevrouw Marleen Evenepoel Administrateur-generaal

Nadere informatie

Actualisatie van de Biologische Waarderingskaart en Natura 2000 Habitatkaart in Mol-Postel

Actualisatie van de Biologische Waarderingskaart en Natura 2000 Habitatkaart in Mol-Postel Actualisatie van de Biologische Waarderingskaart en Natura 2000 Habitatkaart in Mol-Postel Adviesnummer: INBO.A.3352 Datum advisering: 4 november 2015 Auteur: Contact: Steven De Saeger Lon Lommaert (lon.lommaert@inbo.be)

Nadere informatie

Validatie van de door de VLM opgemaakte attesten in het kader van bestemmingswijzigingen in ruimtelijke uitvoeringsplannen

Validatie van de door de VLM opgemaakte attesten in het kader van bestemmingswijzigingen in ruimtelijke uitvoeringsplannen Validatie van de door de VLM opgemaakte attesten in het kader van bestemmingswijzigingen in ruimtelijke uitvoeringsplannen Adviesnummer: INBO.A.3193 Datum advisering: 27 oktober 2014 Auteur: Contact: Lieve

Nadere informatie

Ministerieel besluit houdende de uitbreiding van het erkend natuurreservaat Heidebos (nr. E-147)

Ministerieel besluit houdende de uitbreiding van het erkend natuurreservaat Heidebos (nr. E-147) ~\".. \ Vlaa~se 'l~ \ Regenng Ministerieel besluit houdende de uitbreiding van het erkend natuurreservaat Heidebos (nr. E-147) DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW, Gelet op het Bosdecreet

Nadere informatie

Erkenning natuurreservaat Rothoek-Kwarekken Erkenning van het privaat natuurreservaat E-211 Rothoek-Kwarekken te Westerlo (Antwerpen) 21 juni 2012

Erkenning natuurreservaat Rothoek-Kwarekken Erkenning van het privaat natuurreservaat E-211 Rothoek-Kwarekken te Westerlo (Antwerpen) 21 juni 2012 Briefadvies Erkenning natuurreservaat Rothoek-Kwarekken Erkenning van het privaat natuurreservaat E-211 Rothoek-Kwarekken te Westerlo (Antwerpen) Datum van goedkeuring Volgnummer Coördinator Co-auteur

Nadere informatie

BRIEFADVIES. van 19 januari over de erkenningsaanvraag van het natuurreservaat Duivenbos te Herzele (Oost-Vlaanderen)

BRIEFADVIES. van 19 januari over de erkenningsaanvraag van het natuurreservaat Duivenbos te Herzele (Oost-Vlaanderen) BRIEFADVIES van 19 januari 2012 over de erkenningsaanvraag van het natuurreservaat Duivenbos te Herzele (Oost-Vlaanderen) 12 09 Mevrouw Marleen Evenepoel Administrateur-generaal Agentschap voor Natuur

Nadere informatie

Handleiding natuurbeheerplan DEEL 2 Inventaris

Handleiding natuurbeheerplan DEEL 2 Inventaris 1 Handleiding natuurbeheerplan DEEL 2 Inventaris versie 05/04/2019 De inventarisatie heeft als doel informatie te verzamelen om de beheerdoelstellingen - die in deel 1 verkenning van het natuurbeheerplan

Nadere informatie

BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART VERSIE 2. Toelichting bij de kaartbladen 15

BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART VERSIE 2. Toelichting bij de kaartbladen 15 Instituut voor Natuurbehoud BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART VERSIE 2 Toelichting bij de kaartbladen 15 Vriens, L., Van Hove, M., Paelinckx, D., Heirman, J., Vanallemeersch, R. & Zwaenepoel, A. 0 Wijze van

Nadere informatie

Vegetatie-ontwikkeling in bossen op rijke bodem. Patrick Hommel en Rein de Waal Alterra; Wageningen-UR

Vegetatie-ontwikkeling in bossen op rijke bodem. Patrick Hommel en Rein de Waal Alterra; Wageningen-UR Vegetatie-ontwikkeling in bossen op rijke bodem Patrick Hommel en Rein de Waal Alterra; Wageningen-UR Onderwerpen voordracht bostypen in Nederland verschillen tussen rijke bossen en arme bossen de rol

Nadere informatie

Halle-Vilvoorde) (Arrondissement Asse-Halle. Vlaams-Brabant. Analyse e van de resultaten

Halle-Vilvoorde) (Arrondissement Asse-Halle. Vlaams-Brabant. Analyse e van de resultaten Vlaams-Brabant (Arrondissement Asse-Halle Halle-Vilvoorde) Analyse e van de resultaten 1. Inleiding De gestelde vragen Bent U een inwoner van Vlaams-Brabant (Asse-Halle-Vilvoorde)? (filtervraag) Waar ben

Nadere informatie

Historisch permanent grasland anno 2013 in de landbouwstreek Polders

Historisch permanent grasland anno 2013 in de landbouwstreek Polders Historisch permanent grasland anno 2013 in de landbouwstreek Polders Nummer: INBO.A.2013.127 Datum advisering: 20 januari 2014 Auteur(s): Contact: Steven De Saeger, Gerald Louette, Patrik Oosterlynck,

Nadere informatie

De landbouwer als landschapsbouwer. 4. De landbouwer als landschapsbouwer ICT-opdracht ehorizon

De landbouwer als landschapsbouwer. 4. De landbouwer als landschapsbouwer ICT-opdracht ehorizon 4. De landbouwer als ICT-opdracht ehorizon Bedrijf: Steven Vanhecke - Oude Burkelslag 10-9990 Maldegem 4.1 Richtlijnen voor de begeleidende leerkracht Een belangrijk doel in de derde graad van het secundair

Nadere informatie

Mol. Geel. Plan-MER PRUP Regionale ontsluiting Geel

Mol. Geel. Plan-MER PRUP Regionale ontsluiting Geel Plan-MER PRUP Regionale N19 Dr. Van de Perrestraat N118 Retieseweg Mol Kaart 1 Situering op topografische kaart en stratenplan voornaamste straten in studiegebied gemeentegrenzen Katersberg R14 Westelijke

Nadere informatie

Advies betreffende de opheffing van het bouwverbod op twee percelen gelegen binnen beschermd duingebied te Bredene

Advies betreffende de opheffing van het bouwverbod op twee percelen gelegen binnen beschermd duingebied te Bredene Advies betreffende de opheffing van het bouwverbod op twee percelen gelegen binnen beschermd duingebied te Bredene Adviesnummer: INBO.A.3220 Datum advisering: 23 juli 2015 Auteur(s): Contact: Sam Provoost

Nadere informatie

Voorstelling Dienst Ondersteuningsplan Gratis dienstverlening voor personen met een handicap

Voorstelling Dienst Ondersteuningsplan Gratis dienstverlening voor personen met een handicap Voorstelling Dienst Ondersteuningsplan Gratis dienstverlening voor personen met een handicap 11/05/2015 Onze opdracht: Procesbegeleiding om een persoon met een (vermoeden van) handicap en zijn netwerk

Nadere informatie

5. BIOLOGISCH PATRIMONIUM: BESCHERMDE GEBIEDEN (2002)

5. BIOLOGISCH PATRIMONIUM: BESCHERMDE GEBIEDEN (2002) 5. BIOLOGISCH PATRIMONIUM: BESCHERMDE GEBIEDEN (2002) De informatie en gegevens over de beschermde gebieden werd bijgewerkt in 2015 en kan u raadplegen in de factsheet 14. «Semi-natuurlijke ruimten en

Nadere informatie

Actualisatie van de Biologische Waarderingskaart en Natura 2000 Habitatkaart van enkele percelen in Lommel

Actualisatie van de Biologische Waarderingskaart en Natura 2000 Habitatkaart van enkele percelen in Lommel Actualisatie van de Biologische Waarderingskaart en Natura 2000 Habitatkaart van enkele percelen in Lommel Adviesnummer: INBO.A.3405 Datum advisering: 16 februari 2016 Auteur(s): Contact: Kenmerk aanvraag:

Nadere informatie

1000 Brussel. Erkenning van het natuurreservaat E-417 Fort van Walem te Mechelen en Sint-Katelijne-Waver (Antwerpen)

1000 Brussel. Erkenning van het natuurreservaat E-417 Fort van Walem te Mechelen en Sint-Katelijne-Waver (Antwerpen) Erkenning van het privaat natuurreservaat E-417 Fort van Walem te Mechelen en Sint-Katelijne- Waver (Antwerpen) Briefadvies Erkenning natuurreservaat Fort van Wale em Datum van goedkeuring Volgnummer Coördinator

Nadere informatie

Bijlage. Bijlage 1: Kaarten

Bijlage. Bijlage 1: Kaarten Bijlage Bijlage 1: Kaarten Kaart 1: Kadasterkaart (KADSCAN, OC GIS-Vlaanderen AKRED, toestand 1/1/21) Kaart 2: Situatieplan Kaart 2 bis: Luchtfoto (Digitale kleur orthofoto van Vlaanderen en Brussel, luchtopname

Nadere informatie

Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014

Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014 Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014 Stichting Landschapsbeheer Zeeland Lucien Calle Sandra Dobbelaar Alex Wieland 15 juli 2014 1 Inhoud Inleiding...

Nadere informatie

3. BEGROENINGSGRADEN EN GROENE RUIMTEN

3. BEGROENINGSGRADEN EN GROENE RUIMTEN 3. BEGROENINGSGRADEN EN GROENE RUIMTEN Het BIM heeft sinds 1993 een geografische gegevensbank ontwikkeld om een permanente inventaris van alle groene ruimten in het Brussels Gewest bij te kunnen houden

Nadere informatie

Herbegrenzing van de EHS/GHS-Natuur in relatie met de uitbreiding Van de Wijgert te Tilburg

Herbegrenzing van de EHS/GHS-Natuur in relatie met de uitbreiding Van de Wijgert te Tilburg Herbegrenzing van de EHS/GHS-Natuur in relatie met de uitbreiding Van de Wijgert te Tilburg Opdrachtgever: Firma Van de Wijgert Maart 2009 Antonie van Diemenstraat 20 5018 CW Tilburg 013-5802237 Eac@home.nl

Nadere informatie

2.4 Transport. Figuur 21 : Dichtheid van de drie types vee op het niveau van de clusters

2.4 Transport. Figuur 21 : Dichtheid van de drie types vee op het niveau van de clusters IV. Beschrijving van de drijvende krachten en Analyse van druk en impact Figuur 21 : Dichtheid van de drie types vee op het niveau van de clusters 15 100 Aantal per ha BLO (runderen en varkens) 12 9 6

Nadere informatie

BEOORDELINGSCRITERIA BOMENERFGOEDLIJST EN LANDSCHAPPELIJKE BEPLANTINGSLIJST

BEOORDELINGSCRITERIA BOMENERFGOEDLIJST EN LANDSCHAPPELIJKE BEPLANTINGSLIJST BEOORDELINGSCRITERIA BOMENERFGOEDLIJST EN LANDSCHAPPELIJKE BEPLANTINGSLIJST INLEIDING Bomen in de gemeente Voerendaal vervullen een belangrijke rol. Ze verfraaien de buitenruimte, brengen natuur in de

Nadere informatie

APB OV APB OV APB OV OV / APB in % / VL in % / VL

APB OV APB OV APB OV OV / APB in % / VL in % / VL APB OV APB OV APB OV OV / APB in % / VL in % / VL Machelen 5,0 Zaventem 750 Wezembeek-Oppem 7,5 850 103,32% 60,86% 58,91% Zaventem 5,0 Overijse 850 Kortenberg 7,9 950 108,83% 68,02% 62,50% Boortmeerbeek

Nadere informatie

LIGGING. topografische kaart. ligging in het veld

LIGGING. topografische kaart. ligging in het veld LIGGING Recreatiebedrijf Landgoed Moerslag 32 is gesitueerd ten zuiden van de kern Moerslag. Zie de markering in de topografische kaart hieronder en de luchtfoto rechts. topografische kaart ligging in

Nadere informatie

Sociale Groene Lening 12 oktober 2010

Sociale Groene Lening 12 oktober 2010 Persconferentie Sociale Groene Lening 12 oktober 2010 Bijlage 1. Geografische spreiding van de aanvragen Sinds het begin van de activiteit (september 2008) zijn er 160 leningen toegekend die als volgt

Nadere informatie

KLE: steun en subsidies door het bos de bomen

KLE: steun en subsidies door het bos de bomen KLE: steun en subsidies door het bos de bomen Overzicht Vlaanderen (BO, VLIF, etc) Provincie (RLP&Z etc) Gemeentelijk (Cataloog etc) 8/08/2017 2 Vlaanderen: Kleine landschapselementen Onderhoud via beheerovereenkomsten

Nadere informatie

Voldoet de constructie aan de voorschriften van het PRUP of gewestplan of verkaveling?

Voldoet de constructie aan de voorschriften van het PRUP of gewestplan of verkaveling? Waar is uw constructie gelegen volgens het PRUP of gewestplan? Woongebied (woongebied of landelijk woongebied volgens gewestplan of BPA, zone voor kleinschalig wonen en verblijven volgens het PRUP, niet-vervallen

Nadere informatie

Cultuurhistorisch natuurbeheer kan!

Cultuurhistorisch natuurbeheer kan! Cultuurhistorisch natuurbeheer kan! Verslag veldwerkplaats Beekdallandschap Drentsche Aa, 22 oktober 2008 Inleiders: stafmedewerker Jori Wolf, ecoloog Willem Molenaar en beheerder Pieter Jan Wolf (allen

Nadere informatie

Beheerplan bosreservaat. Kluisbos SAMENVATTING

Beheerplan bosreservaat. Kluisbos SAMENVATTING Beheerplan bosreservaat Kluisbos SAMENVATTING Beheerplan bosreservaat Kluisbos SAMENVATTING Opdrachtgever: Ministerie van Leefmilieu, Natuur en Energie Agentschap voor Natuur en Bos Koning Albert II-laan

Nadere informatie

VINCENT GAGELMANS LANDSCHAPSARCHITECT. grafisch vormgever. vincent.gagelmans@gmail.com www.vincentgagelmans.be. Kipdorp 46/124 2000 Antwerpen

VINCENT GAGELMANS LANDSCHAPSARCHITECT. grafisch vormgever. vincent.gagelmans@gmail.com www.vincentgagelmans.be. Kipdorp 46/124 2000 Antwerpen VINCENT GAGELMANS LANDSCHAPSARCHITECT grafisch vormgever +32 476 666 942 vincent.gagelmans@gmail.com www.vincentgagelmans.be Kipdorp 46/124 2000 Antwerpen portfolio Vincent Gagelmans inhoudstafel eindwerk

Nadere informatie

Omgevingsverordening Bijlage 10 Wezenlijke kenmerken en waarden van de Ecologische Hoofdstructuur

Omgevingsverordening Bijlage 10 Wezenlijke kenmerken en waarden van de Ecologische Hoofdstructuur Toelichting EHS In deze bijlage wordt ingegaan op de voorwaarden van de ontheffing als opgenomen in voorschrift 2.7.6 onder 4 van de Omgevingsvergunning. Achtereenvolgens komt aan de orde. o Beschrijving

Nadere informatie

Inhoudstafel. Voorwoord 5 Brussel en duurzame ontwikkeling 6. Socio-economische factoren 8. Bodemgebruik en stedelijke landschappen 12

Inhoudstafel. Voorwoord 5 Brussel en duurzame ontwikkeling 6. Socio-economische factoren 8. Bodemgebruik en stedelijke landschappen 12 Inhoudstafel Voorwoord 5 Brussel en duurzame ontwikkeling 6 Socio-economische factoren 8 Bodemgebruik en stedelijke landschappen 12 Fauna en flora 18 Water 24 Lucht en energie 30 Afval 36 Geluidshinder

Nadere informatie

overijse in de regionale grensoverschrijdende planningscontext

overijse in de regionale grensoverschrijdende planningscontext R22 E411/A4 3z 218 3 dijle vaalbeek 25 ekse vaart situering in de regio brussels hoofdstedelijk gewest vlaams brabant 227 2 E40/A3 dijlekanaal leuven - mec E314/A2 264 leuven R23 informatief gedeelte kaart

Nadere informatie

Bijlage 10: Het kustgebied

Bijlage 10: Het kustgebied Bijlage 10: Het kustgebied Om de kustmigraties te bestuderen, moet er een kustgebied afgebakend worden om te onderzoeken. Om dit op een verantwoorde manier te doen, zijn we vertrokken van de migratiegegevens

Nadere informatie

Briefadvies. Netevallei. Datum

Briefadvies. Netevallei. Datum Briefadvies Erkenning natuurreservaat Witte Netevallei Erkenning van het privaat natuurreservaat E-415 Witte Netevallei te Retie, Kasterleee en Dessel (Antwerpen) Datum van goedkeuring Volgnummer Coördinator

Nadere informatie

Bundel 1 van veldoefeningen en cases

Bundel 1 van veldoefeningen en cases Bundel 1 van veldoefeningen en cases De cases en veldoefeningen bestaan uit 3 delen: Deel 1 de veldoefeningen waarvan de locaties voorkomen in het natuurgebied Den Battelaer te Mechelen. Deel 2 een case

Nadere informatie

Vergelijkende GIS-analyse van de oppervlakte in landbouwgebruik in Vlaanderen, zoals weergegeven op de kaarten van de Boerenbond

Vergelijkende GIS-analyse van de oppervlakte in landbouwgebruik in Vlaanderen, zoals weergegeven op de kaarten van de Boerenbond ADVIES VAN HET INSTITUUT VOOR NATUURBEHOUD A.2005.46 Vergelijkende GIS-analyse van de oppervlakte in landbouwgebruik in Vlaanderen, zoals weergegeven op de kaarten van de Nummer : IN.A.2005.46 Datum :

Nadere informatie

Sociaal-ruimtelijke relaties tussen Brussel en Vlaams-Brabant. Steunpunt Sociale Planning

Sociaal-ruimtelijke relaties tussen Brussel en Vlaams-Brabant. Steunpunt Sociale Planning Sociaal-ruimtelijke relaties tussen Brussel en Vlaams-Brabant Profiel (deel)gemeenten Pendel Inhoud Verhuisbewegingen: richting Vlaams-Brabant I. Omvang en evolutie II. Het profiel van de verhuizers III.

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 18 april 2014

PERSBERICHT Brussel, 18 april 2014 PERSBERICHT Brussel, 18 april 2014 Stijgende vastgoedprijzen in 2013 De vastgoedcijfers voor het volledige jaar 2013 zijn bekend. Daaruit blijkt dat de prijzen van gewone woonhuizen en appartementen dezelfde

Nadere informatie

Bermenplan Assen. Definitief

Bermenplan Assen. Definitief Definitief Opdrachtgever: Opdrachtgever: Gemeente Assen Gemeente Mevrouw Assen ing. M. van Lommel Mevrouw M. Postbus van Lommel 30018 Noordersingel 940033 RA Assen 9401 JW T Assen 0592-366911 F 0592-366595

Nadere informatie

Natuurwaarden versterkt rond surfplas, woonwijk en bedrijventerrein

Natuurwaarden versterkt rond surfplas, woonwijk en bedrijventerrein Natuurzones T58-Boschkens Goirle-Tilburg Natuurwaarden versterkt rond surfplas, woonwijk en bedrijventerrein Natuurzones T58-Boschkens Natuurwaarden versterkt rond surfplas, woonwijk en bedrijventerrein

Nadere informatie

17. Het Duinendecreet: onze kustduinen beschermd...113

17. Het Duinendecreet: onze kustduinen beschermd...113 I N H O U D S T A F E L 17. Het Duinendecreet: onze kustduinen beschermd...............113 SAM PROVOOST - Het Duinendecreet : doelstellingen en juridische achtergronden.............. 113 - Bijkomende duingebieden

Nadere informatie

13/ / Informatief deel

13/ / Informatief deel 13/183 43-03/26000512 DEEL 2 Informatief deel Leeswijzer Het is de bedoeling dat het informatief gedeelte de bestaande ruimtelijke structuur van de gemeente schetst, met inbegrip van de ruimtelijk relevante

Nadere informatie

Afbakening kleinstedelijk gebied Lokeren PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN DEELRUP E17-1 GRAFISCH PLAN - KAARTENBUNDEL JUNI 2012 NOVEMBER 2015

Afbakening kleinstedelijk gebied Lokeren PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN DEELRUP E17-1 GRAFISCH PLAN - KAARTENBUNDEL JUNI 2012 NOVEMBER 2015 PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN DEELRUP E17-1 GRAFISCH PLAN - KAARTENBUNDEL JUNI 2012 NOVEMBER 2015 Gezien en voorlopig vastgesteld door de provincieraad in vergadering van.. op bevel, De Provinciegriffier

Nadere informatie

BRIEFADVIES. 19 april 2012

BRIEFADVIES. 19 april 2012 BRIEFADVIES 19 april 2012 Briefadvies betreffende de erkenningsaanvraag van het natuurreservaat Vallei van de Bosbeek te As, Opglabbeek en Maaseik (Limburg) 12 28 Mevrouw Marleen Evenepoel Administrateur-generaal

Nadere informatie

Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode

Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode Natuurwaardenkaart Voor het inventariseren van de natuurwaarden van Heemstede zijn in het rapport Natuurwaardenkaart van Heemstede Waardering van

Nadere informatie

Plant Goed aanbevelingslijst

Plant Goed aanbevelingslijst Plant Goed aanbevelingslijst Lijst streekeigen groen voor houtelementen De soorten in onderstaande tabellen die rood gemarkeerd staan mogen enkel gebruikt worden als gecertificeerd autochtoon plantmateriaal.

Nadere informatie

Verklarende tekst bij kaartbladen 23

Verklarende tekst bij kaartbladen 23 BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART Verklarende tekst bij kaartbladen 23 De Saeger, S., Delafaille, S., Heirman, J. & Paelinckx, D. Wijze van citeren (zowel kaarten als tekst):: De Saeger, S., Delafaille, S.,

Nadere informatie

Denewet, L. (2001). Voorstel tot bescherming van het pompmolentje Casier te Waregem. Molenzorg- Molenecho s 29(1): 6-8.

Denewet, L. (2001). Voorstel tot bescherming van het pompmolentje Casier te Waregem. Molenzorg- Molenecho s 29(1): 6-8. 9. Literatuur Algoet, G., Debrouwere, M., Delmotte, M., Ducatteeuw, E., Vandermaelen, L. & Wante, L. (1992). Historische kaart Waregem. 20 e Jaarboek Geschied- en Heemkundige Kring De Gaverstreke, p. 11-78.

Nadere informatie

Aanvraag van een vergunning voor het wijzigen van vegetatie of van kleine landschapselementen

Aanvraag van een vergunning voor het wijzigen van vegetatie of van kleine landschapselementen Aanvraag van een vergunning voor het wijzigen van vegetatie of van kleine landschapselementen ANB-47-20131016 In te vullen door de behandelende afdeling ontvangstdatum registratienummer Waarvoor dient

Nadere informatie

Natura 2000 in uw regio. Samen, beter en meer

Natura 2000 in uw regio. Samen, beter en meer Natura 2000 in uw regio Samen, beter en meer SBZ in Vlaams-Brabant Gebiednr Gebiedsnaam 2100040 Bovenloop van de Grote Nete met Zammelsbroek, Langdonken en Goor 2200038 Bossen en Kalkgraslanden van Haspengouw

Nadere informatie

ADVIES. 25 maart WIJZIGING VAN HET WERKINGSGEBIED VAN HET REGIONAAL LANDSCHAP ZENNE, ZUUN en ZONIËN (Regionaal LandschapZenne, Zuun en Zoniën)

ADVIES. 25 maart WIJZIGING VAN HET WERKINGSGEBIED VAN HET REGIONAAL LANDSCHAP ZENNE, ZUUN en ZONIËN (Regionaal LandschapZenne, Zuun en Zoniën) ADVIES 25 maart 2010 WIJZIGING VAN HET WERKINGSGEBIED VAN HET REGIONAAL LANDSCHAP ZENNE, ZUUN en ZONIËN (Regionaal LandschapZenne, Zuun en Zoniën) 2010 12 Inhoud Krachtlijnen... 3 Inleiding... 4 Adviestekst...

Nadere informatie

Landschappelijke inpassing t.b.v. uitbreiding loonwerkbedrijf te Eldersloo

Landschappelijke inpassing t.b.v. uitbreiding loonwerkbedrijf te Eldersloo Landschappelijke inpassing t.b.v. uitbreiding loonwerkbedrijf te Eldersloo Landschapsbeheer Drenthe Landschapsbeheer Drenthe maakt deel uit van een samenwerkingsverband van twaalf provinciale organisa

Nadere informatie

situering op de topokaart

situering op de topokaart situering op de topokaart stad sint-truiden - r.u.p. 'dorpengeheel groot-gelmen - engelmanshoven - gelinden en omgeving' - kaart 1 afbakening plangebied 0 0.3 0.6km bron: topografische kaart 1/10.000,

Nadere informatie

Hoe veilig is uw gemeente?

Hoe veilig is uw gemeente? Dinsdag 0 mei 008 Hoe veilig is uw gemeente? Brusselse criminaliteit besmet rand Een analyse van de recentste criminaliteitscijfers leert snel dat Brussel de ongekroonde koning blijft van de zware misdaad.

Nadere informatie

Kartering van Natura2000-habitats op onbebouwde percelen van een verkaveling in het Kluisbos (Kluisbergen)

Kartering van Natura2000-habitats op onbebouwde percelen van een verkaveling in het Kluisbos (Kluisbergen) Kartering van Natura2000-habitats op onbebouwde percelen van een verkaveling in het Kluisbos (Kluisbergen) Nummer: INBO.A.2011.55 Datum advisering: april 2011 Auteur(s): Contact: Lode De Beck Niko Boone

Nadere informatie

Regionale verscheidenheid in bevolkingsconcentraties

Regionale verscheidenheid in bevolkingsconcentraties Deel 1: Gemiddelde leeftijd en leeftijdsopbouw Mathieu Vliegen en Niek van Leeuwen De se bevolkingskernen vertonen niet alleen een ongelijkmatig ruimtelijk spreidingspatroon, maar ook regionale verschillen

Nadere informatie

inbo Biologische Waarderingskaart Vriens, L., Van Hove, M., Paelinckx, D. & Heirman, J. Verklarende tekst bij kaartbladen 15 INBO.R.2006.

inbo Biologische Waarderingskaart Vriens, L., Van Hove, M., Paelinckx, D. & Heirman, J. Verklarende tekst bij kaartbladen 15 INBO.R.2006. inbo Instituut voor natuur- en bosonderzoek Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek - Kliniekstraat 25 - B-1070 Brussel - T.: +32 02 558 18 11 - F.: +32 02 558 18 05 - info@inbo.be - www.inbo.be Biologische

Nadere informatie

Contactinfo, paswoord

Contactinfo, paswoord Contactinfo, paswoord Wim Massant, Inverde, tel. 02/658.24.91, e-mail: wim.massant@lne.vlaanderen.be Paswoord website Inverde, www.inverde.be: eenbes algemene info Opdrachtje Schrijf een aantal planten

Nadere informatie

Briefadvies. Malde. Datum

Briefadvies. Malde. Datum Briefadvies Erkenning natuurreservaat Malde egemveld Erkenning van het privaat natuurreservaat E-141 Maldegemveld te Maldegem (Oost-Vlaanderen) Datum van goedkeuring Volgnummer Coördinator 24 mei 2012

Nadere informatie

BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART VERSIE 2. Toelichting bij de kaartbladen

BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART VERSIE 2. Toelichting bij de kaartbladen Instituut voor Natuurbehoud BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART VERSIE 2 Toelichting bij de kaartbladen 3-9-17 Berten, R., Hermans, P. & Paelinckx, D. Wijze van citeren (zowel digitale bestanden, geplotte kaarten,

Nadere informatie

KASTANJEBOOM IN HET GEMEENTEPARK SINT-MARTINUSKERK EN OMGEVING. Situering projectgebied PASTORIE EN PARK JOURDAIN

KASTANJEBOOM IN HET GEMEENTEPARK SINT-MARTINUSKERK EN OMGEVING. Situering projectgebied PASTORIE EN PARK JOURDAIN Zaventem SINT-LAMBERTUSKERK EN SINT-LAMBERTUSKERK EN OMGEVING OMGEVING EEK KLEINE B WO LU W E HUIS VAN BOISSCHOT EN OMGEVING HUIS VAN BOISSCHOT EN OMGEVING KASTANJEBOOM IN HET GEMEENTEPARK KASTANJEBOOM

Nadere informatie

Rucphen. Achtmaalsebaan 22. Inrichtingsplan ir. J.J. van den Berg. auteur(s):

Rucphen. Achtmaalsebaan 22. Inrichtingsplan ir. J.J. van den Berg. auteur(s): Rucphen Achtmaalsebaan 22 Inrichtingsplan identificatie planstatus projectnummer: datum: 401144.20160583 03-02-2017 projectleider: ing. J.A. van Broekhoven opdrachtgever: PO Schijf v.o.f. auteur(s): ir.

Nadere informatie

BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART VERSIE 2. Toelichting bij de kaartbladen 29-37

BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART VERSIE 2. Toelichting bij de kaartbladen 29-37 Instituut voor Natuurbehoud BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART VERSIE 2 Toelichting bij de kaartbladen 29-37 De Knijf, G., Vriens, L. & Paelinckx, D. Wijze van citeren (zowel digitale bestanden, kaarten als

Nadere informatie

AGROFORESTRY - JURIDISCH ASPECTEN. Infoavond Agroforestry 17 augustus 2012

AGROFORESTRY - JURIDISCH ASPECTEN. Infoavond Agroforestry 17 augustus 2012 AGROFORESTRY - JURIDISCH ASPECTEN Infoavond Agroforestry 17 augustus 2012 Agroforestry in het juridisch landschap Agroforestry was in Vlaanderen al aanwezig voor 2011 Voorbeelden: populieraanplant met

Nadere informatie

Jobeekbosje. natuurpunt. (Wingene) Eerste monitoringrapport. april 2005 dossier. administratie. auteurs: Tom De Beelde Kris Vandekerkhove

Jobeekbosje. natuurpunt. (Wingene) Eerste monitoringrapport. april 2005 dossier. administratie. auteurs: Tom De Beelde Kris Vandekerkhove Jobeekbosje (Wingene) Eerste monitoringrapport april 2005 dossier administratie auteurs: Tom De Beelde Kris Vandekerkhove natuurpunt Kardinaal Mercierplein 1-2800 Mechelen tel: 015-29 72 20 - fax: 015-42

Nadere informatie

Overzicht adviezen planmer-screening RUP Zonevreemde sportterreinen te Erpe-Mere (OHPL0840)

Overzicht adviezen planmer-screening RUP Zonevreemde sportterreinen te Erpe-Mere (OHPL0840) Overzicht adviezen planmer-screening RUP Zonevreemde sportterreinen te Erpe-Mere (OHPL0840) De in vet gemarkeerde cijfers verwijzen naar een wederwoord op het ontvangen advies, te vinden aan het einde

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20; Ontwerpbesluit van de Vlaamse Regering houdende voorlopige vaststelling van de ontwerpkaart met meest kwetsbare waardevolle bossen als vermeld in artikel 90ter van het Bosdecreet van 13 juni 1990, tot

Nadere informatie

Beplantingen en de wet. Door de bomen het bos niet meer zien

Beplantingen en de wet. Door de bomen het bos niet meer zien Beplantingen en de wet Door de bomen het bos niet meer zien Een vergunning om te mogen aanplanten? In de regel : neen! Wanneer wel : Bebossingsvergunning : bij uw gemeentebestuur Wanneer beplanting in

Nadere informatie

Europees beschermde natuur

Europees beschermde natuur Europees beschermde natuur Kwartelkoning Vlaanderen streeft naar 100 broedkoppels van deze soort, in 2007 waren er 6. Twee richtlijnen Vogelrichtlijn, 1979 Habitatrichtlijn, 1992 Afbakenen van gebieden

Nadere informatie